NE1.1. Neutralisatie-eenheid. Voor gebruik bij condensatieketels voor gas. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur

Transcriptie

1 Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur Neutralisatie-eenheid NE1.1 Voor gebruik bij condensatieketels voor gas (2010/01) BE/NL

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen Uitleg van de symbolen Voor uw veiligheid Gegevens betreffende het product Voorschriften Gebruik volgens de voorschriften CE-conformiteitverklaring Leveringsomvang Technische gegevens Installatie Neutralisatie-eenheid opstellen Neutralisatie-eenheid aansluiten Voor de inbedrijfstelling Inbedrijfstelling uitvoeren Werking controleren Inspectie en onderhoud Inspectie uitvoeren Onderhoud uitvoeren Opnieuw in bedrijf stellen Storingen oplossen (2010/01)

3 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen 1 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen 1.1 Uitleg van de symbolen Waarschuwingssymbolen Veiligheidsinstructies worden omkaderd en aangegeven met een uitroepteken in een gevarendriehoek met grijze achtergrond. Bij gevaar door elektriciteit wordt het uitroepteken in de gevarendriehoek vervangen door een bliksemsymbool. Signaalwoorden geven de soort en de mate van de gevolgen aan indien de maatregelen ter voorkoming van het gevaar niet worden nageleefd. OPMERKING betekent dat materiële schade kan ontstaan. VOORZICHTIG betekent dat licht tot middelzwaar lichamelijk letsel kan ontstaan. WAARSCHUWING betekent dat zwaar lichamelijk letsel kan ontstaan. GEVAAR betekent dat levensgevaar kan ontstaan. 1.2 Voor uw veiligheid B Respecteer de montage- en onderhoudshandleiding van de betreffende condensatieketel voor gas. B Respecteer de veiligheidsaanwijzingen van de fabrikant van het neutralisatieproduct. B Respecteer de waarschuwingen in deze handleiding. Levensgevaar door elektrische stroom Alle elektrotechnische werkzaamheden aan de verwarmingsinstallatie moeten door een elektrotechnicus worden uitgevoerd. B Voor de elektrotechnische werkzaamheden: netspanning over alle polen spanningsloos schakelen en beveiligen tegen onbedoeld herinschakelen. B Respecteer de aansluitschema's van alle aanwezige toestellen en de toebehoren. Informatiesymbool Belangrijke informatie zonder gevaar voor personen en materialen, wordt tussen twee lijnen geplaatst en aangegeven met een i-symbool in een vierkant. Aanvullende symbolen Symbool B Betekenis Handeling Verwijzing naar andere plaatsen in het document of naar andere documenten Opsomming Tab. 1 Opsomming (subniveau) (2010/01) 3

4 Gegevens betreffende het product 2 Gegevens betreffende het product 2.1 Voorschriften Voor de afvoer van het condenswater in het openbare rioleringsnetwerk moeten de plaatselijke bepalingen worden gerespecteerd. Als het condenswater geneutraliseerd moet worden, moet de ph-waarde verhoogd worden tot een onschadelijk, zo mogelijk basisch niveau. 2.2 Gebruik volgens de voorschriften De neutralisatie-eenheid mag enkel gebruikt worden voor de neutralisatie van het condenswater van condensatieketels voor gas. Dankzij de neutralisatie-eenheid wordt een ph-waarde bereikt, die geschikt is voor het afvoeren van het condenswater in het openbare rioleringsnetwerk. De neutralisatie van het condenswater is mogelijk tot een nominaal vermogen van ca. 870 kw. 2.3 CE-conformiteitverklaring Dit product voldoet aan de betreffende Europese richtlijnen en aanvullende nationale voorschriften. De conformiteit wordt middels een CE-markering aangeduid. 2.4 Leveringsomvang Neutralisatie-eenheid Toevoerslang met slangkoppeling Aansluitkabel naar regeltoestel, met stekker Neutralisatieproduct: granulaat Gialit-MG (2010/01)

5 Gegevens betreffende het product 2.5 Technische gegevens Afb. 1 Opbouw en afmetingen 1 Aansluitstekker en aansluitkabel naar regeltoestel 2 Neutralisatie-eenheid 3 Klein containerdeksel (voor de pompkamer) 4 Groot containerdeksel (voor granulaatkamer en verzamelkamer) 5 Toevoerslang met slangkoppeling en vlakke dichting 6 Afvoerslang (wordt niet meegeleverd) 7 Beschermkap 8 Afdekking voor de aansluitstekker Aansluitingen Toevoeraansluiting Afvoeraansluiting Gewicht (tijdens bedrijf) R 3/4 R 3/4 33 kg Tab. 2 Aansluitingen en gewicht (2010/01) 5

6 Installatie 3 Installatie 3.1 Neutralisatie-eenheid opstellen Positioneer de neutralisatie-eenheid zo, dat er geen luchtbellen in de toevoer- en afvoerslangen blijven en er geen condenswater achterblijft in de verwarmingsketel. B Stel de neutralisatie-eenheid horizontaal op in de nabijheid van de verwarmingsketel. 3.2 Neutralisatie-eenheid aansluiten VOORZICHTIG: Beschadiging van de neutralisatie-eenheid door ondeskundig gebruik! B Behuizing niet als opstapje gebruiken. B Slangen niet belasten, om scheuren van het aansluitschroefdraad te vermijden. VOORZICHTIG: Schade aan de installatie door corrosie! B Bouwzijdige condensaatleidingen en verbindingsstukken uitvoeren in kunststof of RVS (bijv. van de rookgasleiding naar de verwarmingsketel of naar de neutralisatie-eenheid). B Groot containerdeksel (afb. 1, [4]) afnemen. B Toevoerslang op condensafvoer van de verwarmingsketel monteren. Afb. 2 Neutralisatie-eenheid opstellen 1 Sifon 2 Afvoerslang 3 Toevoerslang 4 Condensatieketel voor gas A Hoogte maximaal 2000 mm Bij veel verwarmingsketels kan de neutralisatie-eenheid worden geïntegreerd. Wanneer op de condensafvoer van de verwarmingsketel geen sifon aanwezig is: B Installeer de toevoerslang als een sifon, maar zonder knikken ( montagehandleiding van de verwarmingsketel). B Toevoerslang [4] op de condensinlaat van de neutralisatie-eenheid monteren. B Afvoerslang [1] op de condensafvoer van de neutralisatie-eenheid monteren. Afb. 4 Slangen monteren Afb. 3 Geïntegreerde neutralisatie-eenheid 1 Afvoerslang 2 Flexibel DN19 met wartelmoer G1 3 Vlakke pakking 4 Toevoerslang B Beide slangen met slangklemmen vastzetten (2010/01)

7 Installatie Het uiteinde van de afvoerslang moet u kunnen doorkijken, om zo te allen tijde de goede werking van de neutralisatie-eenheid te kunnen controleren. 3.3 Voor de inbedrijfstelling WAARSCHUWING: Levensgevaar door ontsnappend rookgas! Wanneer de neutralisatie-eenheid niet is gevuld, kan rookgas uit de ketelsifon ontsnappen. B Om ontsnappen van rookgas te voorkomen: voor de inbedrijfstelling ca. 10 liter water in de inspectie-opening van de rookgascollector vullen. B Voor de elektrotechnische werkzaamheden: netspanning over alle polen spanningsloos schakelen en beveiligen tegen onbedoeld herinschakelen. B Aansluitstekker op de neutralisatie-eenheid bevestigen. B Aansluitkabel op regeltoestel overeenkomstig het afzonderlijke schakelschema aansluiten B Afdekking voor de aansluitstekker aanbrengen. 3.4 Inbedrijfstelling uitvoeren VOORZICHTIG: Gevaar voor lichamelijk letsel door contact met het neutralisatieproduct! B Respecteer de veiligheidsaanwijzingen van de fabrikant van het neutralisatieproduct. B Vul het neutralisatieproduct voorzichtig en zonder stofontwikkeling. B Bij contact met de ogen: direct de ogen met water uitspoelen. B Neutralisatieproduct voorzichtig in de granulaatkamer vullen (vulhoeveelheid ca. 7 liter = 9 kg). Afb. 6 Aansluitstekker bevestigen 1 Aansluitstekker 2 Afdekking voor de aansluitstekker 3 Aansluitbus Het verdient aanbeveling, ook de beide contacten op de veiligheidskring aan te sluiten. Daardoor kan de brander worden uitgeschakeld, indien de neutralisatie-eenheid dreigt te overstromen. Afb. 5 Neutralisatieproduct bijvullen 1 Pompkamer 2 Verzamelkamer 3 Neutralisatieproduct in de granulaatkamer (2010/01) 7

8 Installatie 3.5 Werking controleren Functiebeschrijving Tijdens het bedrijf ligt het waterniveau in de verzamelkamer altijd boven de beide drukschakelaars. De hoogte van de waterdruk bedient de drukschakelaar. De onderste drukschakelaar [5] schakelt de pomp aan en uit. Bij aangesloten veiligheidskring: de bovenste drukschakelaar [1] onderbreekt de veiligheidskring wanneer het waterniveau te hoog is (overstromingsgevaar). Werking van de bovenste drukschakelaar controleren B Nog meer water bijvullen. Daarbij de meetopening van de onderste drukschakelaar met de vinger dichthouden, zodat de pomp niet in bedrijf gaat. B Controleer, of de veiligheidskring opent en de brander wordt uitgeschakeld. B Meetopening van de onderste drukschakelaar vrijgeven. B Controleer of de pomp inschakelt. B Controleer, of de veiligheidskring weer sluit. De neutralisatie-eenheid is gereed voor bedrijf. Bij het optreden van een storing B betreffende onderdeel vervangen. Afb. 7 Controle op goede werking uitvoeren 1 Bovenste drukschakelaar 2 Waterniveau voor veiligheidsuitschakeling (ca.) 3 Inschakelniveau van de pomp (ca.) 4 Uitschakelniveau van de pomp (ca.) 5 Onderste drukschakelaar Werking van de pomp en de onderste drukschakelaar controleren B Water in de verzamelkamer vullen, tot de pomp de neutralisatie-eenheid inschakelt. B Controleer, of het waterniveau door gebruik van de pomp daalt. B Controleer, of de pomp uitschakelt, voordat de bovenste drukschakelaar droog komt te liggen (waterniveau blijft daar altijd boven) (2010/01)

9 Inspectie en onderhoud 4 Inspectie en onderhoud De neutralisatie-eenheid moet ten minste eenmaal per jaar worden geïnspecteerd en afhankelijk van de behoefte worden onderhouden. 4.1 Inspectie uitvoeren B ph-waarde controleren. Bevochtig daarvoor een ph-meetstaafje met het aflopende condenswater uit de afvoerslang. B Wanneer de ph-waarde lager is dan 6,5: onderhoud uitvoeren en granulaat volledig vervangen B Schakel de verwarmingsinstallatie stroomloos. B Aansluitstekker van de neutralisatie-eenheid (afb.9,[3]) losmaken. B Beide containerdeksels afnemen. B Granulaat controleren. Wanneer het granulaat is vervuild of klontert: onderhoud uitvoeren en granulaat volledig vervangen. Wanneer niet voldoende granulaat aanwezig is: granulaat bijvullen. B Pompkamer [1] op lekkage controleren. 4.2 Onderhoud uitvoeren Tot het behoefte-afhankelijke onderhoud behoren de reiniging van de container en het vervangen van het granulaat. Het neutralisatieproduct is niet ecologisch belastend. Onverbruikt materiaal en resten kan u gewoon bij het huisvuil gooien. B Schakel de verwarmingsinstallatie stroomloos. B Aansluitstekker van de neutralisatie-eenheid [3] losmaken. B Beide slangen [1] en [2] van de container losmaken. Afb. 9 Onderhoud uitvoeren Afb. 8 Inspectie uitvoeren 1 Afvoerslang 2 Toevoerslang 3 Aansluitstekker B Groot containerdeksel (afb. 1, [4]) afnemen. B Granulaat uit de granulaatkamer verwijderen. De container kan hiervoor met 180 worden gedraaid. B Container reinigen (met leidingwater uitspoelen). B Stel de neutralisatie-eenheid opnieuw in bedrijf ( hoofdstuk 4.3). 1 Pompkamer 2 Granulaat B Pompkamer afsluiten. B Aansluitstekker weer bevestigen. B Werking controleren ( hoofdstuk 3.5, pagina 8) (2010/01) 9

10 Inspectie en onderhoud 4.3 Opnieuw in bedrijf stellen VOORZICHTIG: Gevaar voor lichamelijk letsel door contact met het neutralisatieproduct! B Respecteer de veiligheidsaanwijzingen van de fabrikant van het neutralisatieproduct. B Vul het neutralisatieproduct voorzichtig en zonder stofontwikkeling. B Bij contact met de ogen: direct de ogen met water uitspoelen. B Neutralisatieproduct voorzichtig in de granulaatkamer vullen (vulhoeveelheid ca. 7 liter = 9 kg). B Beide slangen op de container monteren. B Containerdeksels plaatsen en vastschroeven. B Koppelingen en aansluiting op dichtheid controleren. B Aansluitstekker (afb. 9, [3]) op de neutralisatie-eenheid bevestigen. B Werking controleren ( hoofdstuk 3.5, pagina 8). Afb. 10 Neutralisatieproduct bijvullen (2010/01)

11 Storingen oplossen 5 Storingen oplossen Storing Mogelijke oorzaak Verhelpen Het condenswater wordt niet uit de neutralisatie-eenheid gepompt. De neutralisatie-eenheid stroomt over, zonder dat de veiligheidskring uitschakelt. Geen stroom. De onderste drukschakelaar is defect. De pomp is defect. De bovenste drukschakelaar is defect. De veiligheidskring is niet aangesloten. B Voedingsspanning controleren. B Complete containerdeksel afnemen. B Werking van de pomp resp. de drukschakelaar controleren en evt. vervangen ( hoofdstuk 3.5, pagina 8). B Stel de neutralisatie-eenheid opnieuw in bedrijf ( hoofdstuk 4.3). B Veiligheidskring aansluiten. Tab. 3 Storingen (2010/01) 11

12