Cascademanager WCM-KA / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Transcriptie

1 Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich /

2 1 Aanwijzingen voor de gebruiker Informatie voor de gebruiker Symbolen Doelgroep Borgstelling en aansprakelijkheid Veiligheid Doelmatig gebruik Veiligheidsvoorschriften Elektrische aansluiting Afvoer van afvalstoffen Productbeschrijving Typebenaming Hydraulische varianten Warmwaterlading met één toestel Warmwaterlading met alle toestellen Regeling van bufferopslagvat met één voeler Regeling van bufferopslagvat met 2 voelers Systeemscheiding en warmwaterlading met alle toestellen Systeemscheiding en buffervatregeling met één voeler Systeemscheiding en buffervatregeling met twee voelers Variantenregeling Pompstookkring#1 via WCM-KA Pompstookkring#1 via WCM-FS Regeling cascade Technische gegevens Elektrische gegevens Toelatingsgegevens Omgevingscondities Compatibiliteit Montage Behuizingsdeksel openen Sokkel monteren Elektrische installatie Externe aansluiting WCM-KA In- en uitgangen Externe pomp aansluiten Vermogensturing op afstand (externe bepaling van de gewenste waarde) ebus Bedieningseenheid Overzicht bedieningsmenu / La 2-118

3 6.3 Display weergave Instellingsmenu standaardweergave Weergave storing Weergave onderhoud Weergave tijdsbalk Instellingen in de standaardweergave Gewenste warmwatertemperatuur instellen Informatie opvragen Werkingsstand cascade instellen Gebruiker#1-menu voor stookkring# Menustructuur gebruiker #1 voor stookkring# Werkingsstand stookkring#1 instellen Normale ruimtetemperatuur instellen Verlaagde ruimtetemperatuur instellen Normale gewenste vertrektemperatuur instellen Verlaagde gewenste vertrektemperatuur instellen Steilheid instellen Ruimtevorsttemperatuur instellen Zomer/Winter-omschakeling instellen Vakantieperiode instellen Vakantie-temperatuurniveau instellen Vakantiefunctie voortijdig beëindigen Tijdprogramma raadplegen Tijdprogramma veranderen Vakman #1-menu voor stookkring# Menustructuur vakman #1 voor stookkring# Stookkring#1 activeren Stookkringtype#1 instellen Regeltype#1 instellen Minimale vertrektemperatuur instellen Maximale vertrektemperatuur instellen Verlaging instellen Vorstgrens instellen Aanschakeloptimalisatie instellen Gebouwconstructie instellen Systeeminformatie opvragen / La 3-118

4 6.7 Vakman KA-menu Menustructuur vakman KA Taal instellen Configuratie van de condensatieketels controleren Configuratie WCM-KA controleren Configuratie verbruiker controleren Contrast instellen Helderheid instellen Functie uitgang MFA... instellen Functie uitgang VA instellen Functie ingang H1 instellen Speciaal niveau instellen Ingang N1 instellen Uitgangen testen Volgordeverandering instellen Volgordewisseltijd instellen Ketelvolgorde instellen Onderste modulatiegrens instellen Bovenste modulatiegrens instellen Spertijd instellen Regeldifferentieel instellen /P factor vermogenregelaar instellen I-factor vermogenregelaar instellen Temperatuurverhoging evenwichtsfles instellen Minimale vertrektemperatuur (voeler B22) instellen Maximale vertrektemperatuur (voeler B22) instellen Temperatuurverhoging buffervat instellen Bufferschakeldifferentieel instellen Warmwatervariante instellen Normale gewenste warmwatertemperatuur instellen Verlaagde gewenste warmwatertemperatuur instellen Maximale warmwatertemperatuur instellen Warmwater-schakeldifferentieel instellen Warmwaterverhoging instellen Maximale warmwaterlaadtijd instellen Maximaal vermogen warm water instellen Legionellenbeschermingsfunctie instellen Gewenste antilegionellen-temperatuur instellen Legionellen tijdstip instellen Circulatie bij legionellenbeschermingsfunctie instellen Circulatietijd instellen Datum, tijdstip en zomertijdomschakeling instellen Tijdprogramma opvragen Tijdprogramma veranderen Systeeminfo opvragen Reset / La 4-118

5 7 Inbedrijfstelling Voorwaarden Condensatieketels aan cascadewerking aanpassen ebus adresseren ebus-energiebalans Inbedrijfstellingsstappen Taal instellen Stookkring#1 activeren Installatie configureren Configuratie controleren Datum, tijdstip en zomertijdomschakeling instellen Foutopsporing Foutcode Technische documenten Voelerkenwaarde Trefwoordenlijst / La 5-118

6 1 Aanwijzingen voor de gebruiker 1 Aanwijzingen voor de gebruiker Deze montage- en bedieningshandleiding is een vast bestanddeel van het toestel en moet altijd bij de installatie bewaard worden. 1.1 Informatie voor de gebruiker Symbolen GEVAAR Direct gevaar met hoog risico. De niet-naleving leidt tot zware lichamelijke verwondingen of de dood. WAARSCHUWING OPGELET Gevaar met middelhoog risico. De niet-naleving kan tot schade aan het milieu, zware lichamelijke verwondingen of de dood leiden. Gevaar met beperkt risico. De niet-naleving kan tot materiële schade of lichte tot middelzware lichamelijke verwondingen leiden. Belangrijke opmerking. Vereist een onmiddellijke handeling. Resultaat na een handeling. Opsomming Waardebereik Doelgroep Deze montage- en bedieningsrichtlijnen richten zich tot de gebruiker en tot gekwalificeerde vaklui. Deze moeten nageleefd worden door alle personen die aan het toestel werken. Werken aan het toestel mogen enkel door gekwalificeerde vaklui met de daartoe vereiste kennis en opleiding doorgevoerd worden. Personen met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke vaardigheden mogen enkel onder toezicht of met de instructies van een bevoegde persoon aan het toestel werken. Kinderen mogen niet aan het toestel spelen / La 6-118

7 1 Aanwijzingen voor de gebruiker Borgstelling en aansprakelijkheid Borgstelling en aansprakelijkheid bij persoonlijke ongelukken en materiële schade zijn uitgesloten, indien deze op één of meerdere van de onderstaande oorzaken zijn terug te voeren: ondoelmatig gebruik van de afstandsbedieningseenheid; niet-naleving van de bedieningsrichtlijnen; het verdere gebruik ondanks het optreden van een gebrek; ondeskundig uitgevoerde herstellingen; gebruik van onderdelen die geen originele Weishaupt-onderdelen zijn; overmacht / La 7-118

8 2 Veiligheid 2 Veiligheid 2.1 Doelmatig gebruik De cascademanager WCM-KA is geschikt voor de regeling van een condenserende WTC-cascade met maximum 4 condenserende toestellen. 2.2 Veiligheidsvoorschriften Storingen of gebreken die afbreuk doen aan de veiligheid moeten onmiddellijk opgelost worden. 2.3 Elektrische aansluiting Bij werken aan spanningsgeleidende onderdelen: voorschriften ter voorkoming van ongevallen BGV A3 en plaatselijk geldende voorschriften, in het bijzonder het Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties (A.R.E.I.), naleven; gereedschap volgens EN gebruiken. 2.4 Afvoer van afvalstoffen Gebruikt materiaal doelmatig en milieuvriendelijk afvoeren. Daarbij de plaatselijk geldende voorschriften naleven / La 8-118

9 3 Productbeschrijving 3 Productbeschrijving 3.1 Typebenaming WCM Bouwserie: Weishaupt Condens Manager -KA Bouwtype: cascademanager 3.0 Constructiestand / La 9-118

10 3 Productbeschrijving 3.2 Hydraulische varianten Warmwaterlading met één toestel De condensatieketel voor warmwaterlading moet met adres #A geadresseerd worden. De tijdsgebonden sturing van de warmwaterlading en van de circulatie gebeurt via de cascademanager WCM-KA. Aan de WTC #A wordt het volgende aangesloten: De warmwatervoeler B3 op klem 10 Het drie-weg-ventiel M3 op uitgang MFA... De circulatiepomp M7 op uitgang VA1 B1 WCM-KA HK WTC... #A WTC... #B FS B62 M7 EM #2 M22 M42 M3 B22 B3 FS #2, #L Afstandsbedieningseenheid WCM-FS EM #2 Uitbreidingsmodule WCM-EM WCM-KA Cascademanager WCM-KA SK Stookkring B1 Buitenvoeler B3 Warmwatervoeler B22 Evenwichtsflesvoeler B62 Vertrekvoeler stookkring 2 M3 Drie-weg-ventiel warm water op uitgang MFA... M7 Circulatiepomp op uitgang VA1 M22 Pomp stookkring 2 M42 Mengventiel stookkring / La

11 3 Productbeschrijving Warmwaterlading met alle toestellen De warmwater-laadkring wordt aan de cascademanager WCM-KA toegewezen. De warmwatervoeler wordt op de cascademanager WCM-KA op klem B23 aangesloten. WCM-KA B1 M7 HK WTC... #A WTC... #B B62 B23 FS EM M22 #2 M42 M3 B22 FS #2, #L Afstandsbedieningseenheid WCM-FS EM #2 Uitbreidingsmodule WCM-EM WCM-KA Cascademanager WCM-KA SK Stookkring B1 Buitenvoeler B22 Evenwichtsflesvoeler B23 Warmwatervoeler B62 Vertrekvoeler stookkring 2 M3 Warmwaterlaadpomp M7 Circulatiepomp M22 Pomp stookkring 2 M42 Mengventiel stookkring / La

12 3 Productbeschrijving Regeling van bufferopslagvat met één voeler Bij de regeling met één voeler wordt enkel het bovenste deel van het buffervat door de condensatie-cascade geladen. Het onderste deel van het buffervat wordt door een externe warmtebron (bv. zonne-energie) geladen. WCM-KA B1 HK B23 WTC... #A WTC... #B FS B62 B22 EM M22 #2 M3 M42 B20 FS #2, #L Afstandsbedieningseenheid WCM-FS EM #2 Uitbreidingsmodule WCM-EM WCM-KA Cascademanager WCM-KA SK Stookkring B1 Buitenvoeler B20 Buffervatvoeler boven B22 Evenwichtsflesvoeler B23 Warmwatervoeler B62 Vertrekvoeler stookkring 2 M3 Warmwaterlaadpomp M22 Pomp stookkring 2 M42 Mengventiel stookkring / La

13 3 Productbeschrijving Regeling van bufferopslagvat met 2 voelers Bij de regeling met 2 voelers wordt het volledige buffervat door de condensatie-cascade geladen. WCM-KA B1 HK B23 WTC... #A WTC... #B FS B62 B22 EM M22 #2 M3 M42 B20 B21 FS #2, #L Afstandsbedieningseenheid WCM-FS EM #2 Uitbreidingsmodule WCM-EM WCM-KA Cascademanager WCM-KA SK Stookkring B1 Buitenvoeler B20 Buffervatvoeler boven B21 Buffervatvoeler onder B22 Evenwichtsflesvoeler B23 Warmwatervoeler B62 Vertrekvoeler stookkring 2 M3 Warmwaterlaadpomp M22 Pomp stookkring 2 M42 Mengventiel stookkring / La

14 3 Productbeschrijving Systeemscheiding en warmwaterlading met alle toestellen De warmwater-laadkring wordt aan de cascademanager WCM-KA toegewezen. De warmwatervoeler wordt op de cascademanager WCM-KA op klem B23 aangesloten. WCM-KA B1 M7 HK WTC-GB... #A WTC-GB... #B FS B62 B23 EM M22 #2 M42 M3 B24 B22 FS #2, #L Afstandsbedieningseenheid WCM-FS EM #2 Uitbreidingsmodule WCM-EM WCM-KA Cascademanager WCM-KA SK Stookkring B1 Buitenvoeler B22 Voeler platenwarmtewisselaar secundair B23 Warmwatervoeler B24 Voeler platenwarmtewisselaar primair B62 Vertrekvoeler stookkring 2 M3 Warmwaterlaadpomp M7 Circulatiepomp M22 Pomp stookkring 2 M42 Mengventiel stookkring / La

15 3 Productbeschrijving Systeemscheiding en buffervatregeling met één voeler Bij de regeling met één voeler wordt enkel het bovenste deel van het buffervat door de condensatie-cascade geladen. Het onderste deel van het buffervat wordt door een externe warmtebron (bv. zonne-energie) geladen. WCM-KA B1 HK B23 WTC-GB... #A WTC-GB... #B FS B62 EM M22 #2 M3 M42 B24 B22 B20 M50 FS Afstandsbedieningseenheid WCM-FS EM#2 Uitbreidingsmodule WCM-EM WCM-KA Cascademanager WCM-KA SK Stookkring B1 Buitenvoeler B20 Buffervatvoeler boven B22 Voeler platenwarmtewisselaar secundair B23 Warmwatervoeler B24 Voeler platenwarmtewisselaar primair B62 Vertrekvoeler stookkring 2 M3 Warmwaterlaadpomp M22 Pomp stookkring 2 M42 Mengventiel stookkring 2 M50 Toevoerpomp / La

16 3 Productbeschrijving Systeemscheiding en buffervatregeling met twee voelers Bij de regeling met 2 voelers wordt het volledige buffervat door de condensatie-cascade geladen. WCM-KA B1 HK B23 WTC-GB... #A WTC-GB... #B FS B62 EM M22 #2 M3 M42 B24 B22 B20 B21 M50 FS Afstandsbedieningseenheid WCM-FS EM#2 Uitbreidingsmodule WCM-EM WCM-KA Cascademanager WCM-KA SK Stookkring B1 Buitenvoeler B20 Buffervatvoeler boven B21 Buffervatvoeler onder B22 Voeler platenwarmtewisselaar secundair B23 Warmwatervoeler B24 Voeler platenwarmtewisselaar primair B62 Vertrekvoeler stookkring 2 M3 Warmwaterlaadpomp M22 Pomp stookkring 2 M42 Mengventiel stookkring 2 M50 Toevoerpomp / La

17 3 Productbeschrijving 3.3 Variantenregeling Pompstookkring#1 via WCM-KA De pompstookkring#1 wordt via de WCM-KA geregeld. Andere stookkringen worden via WCM-FS en WCM-EM geregeld. Gecentraliseerde besturingseenheid WCM-FS#L is mogelijk. WCM-KA, HK#1 FS #L WTC 45 #A WTC 60 #B 1 Gecentraliseerde besturingseenheid (optioneel) Pompstookkring#1 via WCM-FS De pompstookkring#1 wordt met WCM-FS adres#1 geregeld, in de WCM-KA is de stookkring#1 gedeactiveerd. Geen gecentraliseerde besturingseenheid mogelijk. WCM-KA FS #1 WTC 45 #A WTC 60 #B / La

18 3 Productbeschrijving 3.4 Regeling cascade Vermogenregeling Het vereiste verwarmingsvermogen wordt door de condensatieketels beschikbaar gesteld. Alle geactiveerde condensatieketels werken met gelijke modulatiegraad. De vereiste modulatiegraad wordt afhankelijk van parameter 539 1/P-regelaar (zie hfst ) en parameter 540 I-regelaar (zie hfst ) berekend. Door de instelbare regeldifferentieel parameter 538 Regeldifferentieel (zie hfst ) wordt het oververhitten van afzonderlijke condensatieketels vermeden. Schakelen van de cascade van condensatieketels Via de parameter 535 Modulatie min (zie hfst ) en 536 Modulatie max (zie hfst ) worden modulatiegrenzen van de cascade ingesteld. Via parameter 537 Spertijd (zie hfst ) wordt de inschakelvertraging vastgelegd. Met behulp van deze waarden worden de condensatieketels in- resp. uitgeschakeld. Inschakelen van de cascade condensatieketels Als de warmtebehoefte van de verbruiker stijgt, dan vordert de cascademanager meer warmtevermogen. Bij het bereiken van de bovenste modulatiegrens Modulatie max van de condensatieketel wordt de volgende condensatieketel na afloop van de spertijd ingeschakeld. De cascademanager berekent aan de hand van het vermogen van de bijkomende condensatieketel de nieuwe, nu kleinere modulatiegraad. Uitschakelen van de condenserende cascade Als de warmtebehoefte van de verbruiker daalt, reduceert de cascademanager het warmtevermogen. De cascade moduleert terug. De uitschakeling van afzonderlijke condensatieketels gebeurt wanneer de modulatiegraad onder de bij Modulatie min ingestelde waarde daalt. Als er nog maar één condensatieketel in werking is, heeft de parameter Modulatie min geen invloed. Schakelvolgorde van de condensatieketels De schakelvolgorde van de condensatieketels wordt met parameter 531 Wisselvolgorde vastgelegd (zie hfst ). De schakelvolgorde wordt met Parameter 544 ketelvolgorde 1 en met parameter 545 Ketelvolgorde 2 vastgelegd (zie hfst ). Evenwichtsflesregeling Voor de evenwichtsflesregeling geeft de WCM-KA de evenwichtsfles-vertrektemperatuur (B22) door aan de condensatieketels. Voor de activering resp. optimalisatie moeten de respectievelijke parameters in alle betreffende condensatieketels ingesteld zijn. Condensatieketel (type) Parameter - WTC A P44 - WTC-GB A P43 en P47 Enkel bij vervanging van WCM-KA 1.0 door WCM-KA 3.0 De WCM-KA 1.0 ondersteunt de debietregeling niet. Indien de functie gedeactiveerd blijft, dan moet bij de condensatieketels WTC -A de parameter 44 op --- gezet werden / La

19 3 Productbeschrijving Platenwarmtewisselaar-regeling (Systeemscheiding enkel met WTC-GB A) Voor de regeling met platenwarmtewisselaar geeft de WCM-KA de primaire platenwarmtewisselaar-temperatuur (B24) door aan de condensatieketels. Ter activering resp. optimalisatie moeten de respectievelijke parameters in alle betreffende condensatieketels ingesteld zijn. Parameter P43 = 4 P47 = 1 12 Beschrijving Werking toerentalgeregelde pomp (regeling platenwarmtewisselaar) Vermogen pomp ~ vermogen WTC Optimalisatie platenwarmtewisselaar Als het temperatuurverschil tussen vertrek (condensatieketel) en platenwarmtewisselaar primair (B24) de ingestelde waarde overschrijdt, wordt het pompvermogen verhoogd. In- en uitgangen op de condensatieketel Bij een condenserende cascade kan de functie van de variabele in- en uitgangen van de afzonderlijke condensatieketels slechts beperkt gebruikt worden. De ingestelde functie werkt enkel op de desbetreffende condensatieketel. WTC #A WTC #B #D Ingang H1 (1 0 WTC-warmtevrijgave x x 1 Stookkring verlaging/normaal geen functie WTC-Standby met vorstbeveiliging x x Ingang H2 (1 0 Warmwatervrijgave x - 1 Warmwater-daling/normale temperatuur Speciaal niveau Vloerthermostaat x x Uitgang MFA1 (1 / MFA2 / VA1 0 Voorventiel LPG x x 1 Storingsmelding x x 2 Toevoerpomp voor evenwichtsfles Stookkringpomp Warmwaterlaadpomp x - 5 Warmwatercirculatiepomp WCM-KA-circulatiepompsturing x x 7 FS#1 - stookkringpomp #1 x - x Functie actief - Mag niet gebruikt worden (1 Bij WTC-GB A zijn de ingangen H1 + H2 en de uitgang MFA1 bezet door de vereiste motorische rookgasklep en bijgevolg niet beschikbaar / La

20 3 Productbeschrijving 3.5 Technische gegevens Elektrische gegevens Netspanning/netfrequentie 230 V/50 Hz Vermogenopname max 6 VA Voorzekering max G 16 A Toestelzekering intern 4 AT Beschermingsgraad IP 40 Beschermklasse II (volgens EN 60730) Toelatingsgegevens Toestel getest volgens EN Omgevingscondities Temperatuur tijdens de werking C Temperatuur bij transport/opslag C Relatieve vochtigheid max 80 %, geen dauwpunt / La

21 3 Productbeschrijving Compatibiliteit De WCM-KA 3.0 bezit functies die in voorgaande WCM-systemen nog niet voorzien waren. Daarom kan er een beperkte functionaliteit optreden in combinatie met andere WCM-componenten. In onderstaande tabel wordt de compatibiliteit van de afzonderlijke WCM-componenten onderling voorgesteld. WCM-FS 1.0 WCM-FS 2.0 WCM-EM 1.0 WCM-EM 2.0 WCM-EM 2.1 WCM-SOL 1.0 WCM-KA 1.0 WCM-KA 2.0 WCM-KA 3.0 C A A B B A A A WCM-FS 1.0 C A A A A A A A WCM-FS 2.0 A A C C B A A A WCM-EM 1.0 A A C C B A A A WCM-EM 2.0 B A C C A A A A WCM-EM 2.1 B A B B A D D D WCM-SOL 1.0 A* A A A A D D D WCM-KA 1.0 A* A A A A D D D WCM-KA 2.0 A* A A A A D D D WCM-KA 3.0 A Volle functionaliteit A* Volle functionaliteit (vanaf versie WCM-FS 1.0 V196.27) B C D Compatibel, een ouder constructiejaar beperkt het aantal functies. Kunnen in een systeem samen bestaan. Kunnen niet meermaals/gecombineerd binnen eenzelfde systeem gebruikt worden / La

22 + N1 1 B20 1 B21 1 B22 1 B23 4 Montage 4 Montage 4.1 Behuizingsdeksel openen Veiligheidsschroef losdraaien. Behuizingsdeksel naar rechts zwenken. 4.2 Sokkel monteren Wandmontage Sokkel monteren. Leidingen aansluiten (zie hfst. 5). Behuizingsdeksel sluiten. + ebus + ebus + ebus + ebus M M M M 1 B24 M VA1 MFA2 MFA1 H1 230V 1 2 N L N L N L E L N L / La

23 4 Montage Montage hoedprofiel Hoedprofiel monteren. Vergrendeling 1 invoegen. Sokkel in hoedprofiel klikken. Leidingen aansluiten (zie hfst. 5). Behuizingsdeksel sluiten. 15 mm / La

24 5 Elektrische installatie 5 Elektrische installatie GEVAAR Levensgevaar door elektrische schok Werken onder spanning kan tot elektrische schokken leiden. Stroomtoevoer naar het toestel vóór het begin van de werken uitschakelen. Tegen onverwacht herinschakelen beveiligen. De elektrische installatie mag enkel door een bevoegde vakman uitgevoerd worden. Daarbij de plaatselijk geldende voorschriften naleven. 5.1 Externe aansluiting WCM-KA Toestel openen (zie hfst. 4.1). ebus en voeler aansluiten. In-/uitgangen en spanningstoevoer aansluiten. Leidingen met trekontlasting beveiligen. WCM-CPU WCM-EM WCM-FS + - ebus ebus = ~ + + = ma = V - - B20 B21 B22 B23 B24 + ebus - + N1-1 M B20 1 M 1 M B21 B22 1 M B23 1 M B24 I U CPU 1 VA1 2 N L MFA 2 N L MFA 1 N L H1 E L 230V N L 4AT F1 PE F1 VA1 MFA2 MFA1 H1 S10 PE N L 230V Klemmenbenaming Aansluiting 230V Voedingsspanning 230 V AC/50 Hz - Verklaring H1 Ingang 230 V AC/2 ma (zie hfst ) MFA1; MFA2 Relais-uitgang 230 V AC max 150 VA (zie hfst ) VA1 Spanningsvrije relais-uitgang max 150 VA (zie hfst ) ebus ebus-aansluiting - N1 Vermogenstuirng op afstand 2 10 V; 4 20 ma Stuursignaal (zie hfst ) B20 Buffervatvoeler bovenaan NTC 5 kω (zie hfst. 9.1) B21 B22 B23 B24 Buffervatvoeler onder NTC 5 kω Evenwichtsflesvoeler / platenwarmtewisselaar secundair NTC 5 kω Warmwatervoeler NTC 12 kω Platenwarmtewisselaar primair NTC 5 kω / La

25 5 Elektrische installatie 5.2 In- en uitgangen Externe pomp aansluiten Via de uitgangen MFA en VA1 kunnen volgende pompen aangestuurd worden: Warmwaterlading Circulatiepomp Toevoerpomp naar de evenwichtsfles resp. platenwarmtewisselaar Neutralisatiepomp VA1 MFA 2 MFA 1 H1 230V 1 2 N L N L N L E L N L PE PE N L 230V Vermogensturing op afstand (externe bepaling van de gewenste waarde) Analoog signaal gewenste waarde aansluiten. Configuratie gebeurt bij parameter 526 ingang N1 instellen (zie hfst ). WCM-CPU WCM-EM WCM-FS + + = ma = V - - B20 B21 B22 B23 B ebus + ebus - + N1-1 M B20 1 M 1 M B21 B22 1 M B23 1 M B24 ebus I U / La

26 5 Elektrische installatie 5.3 ebus Bij de aansluiting van de ebus-deelnemer moet gelet worden op de juiste polariteit. Leidingsdiameter Max. lengte 0,28 mm² 235 m 0,5 mm² 420 m 1,5 mm² 1260 m 230V L N PE 230V L N PE H1 L E H2 L E MFA L N PE VA ebus B11 B1N1 B M 1 M 1 M WTC V L N PE 230V L N PE H1 L E H2 L E MFA L N PE VA 1 2 ebus B11 B1N1 B3 + 1 M 1 M 1 M WTC... WCM-KA ebus + + WCM-EM ebus + + ebus M ebus M + ebus ebus + N1-1 B20 M 1 B21 M 1 B22 M 1 B23 M 1 B24 M WCM-FS WCM-EM WCM-FS / La

27 6.1 Bedieningseenheid 1 1 Draaiknop Navigeren door de menu's en parameters, waarden veranderen. 2 Functietoetsen 1 tot 4 3 Menutoets Stookkring#1 4 Menutoets Vakman KA Functies activeren en parameters instellen. Instellingen in de standaardweergave wijzigen (zie hfst. 6.4). Gebruiker #1-menu (zie hfst. 6.5) activeren. (Menutoets kort indrukken) Vakman #1-menu (zie hfst. 6.6) activeren. (Menutoets 3 seconden ingedrukt houden) Vakman KA-menu (zie hfst. 6.7) activeren. (Menutoets 3 seconden ingedrukt houden) / La

28 6.2 Overzicht bedieningsmenu Bedieningsmenu weergave (zie hfst. 6.4) Gebruiker#1 Menustructuur (zie hfst ) Vakman#1 Menustructuur (zie hfst ) Vakman KA Menustructuur (zie hfst ) Menupunt Gewenste waarde warm water Informatie Werkingsstand cascade Instelling #1 Vakantie Tijdprogramma Inbedrijfstelling Stookkring#1 Regeling Systeeminfo Inbedrijfstelling In- / Uitgangen Cascade Evenwichtsfles / PWT Buffervat Warm water Tijdstip-datum Tijdprogramma Systeeminfo / La

29 6.3 Display Naargelang de uitrusting van de installatie verschijnen bepaalde parameters al dan niet. Automatische regelaarsaanpassing Bij de systeemstart berekent de regelaar automatisch de installatie-omvang weergave 1 Wo 15.Mei 13 19:20 Modulatie 100% Evenwichtsfles43.0 C Automatisch i 1 ebus-adres 1 (enkel bij geactiveerde stookkring#1) weekdag, datum, tijdstip. 2 Symbool warmwaterlading (enkel indien warmwatervoeler B23 aangesloten is) 3 Informatie actuele werkelijke waarde van de cascade 4 Actuele evenwichtsflestemperatuur / platenwarmtewisselaar secundair (symbool radiator enkel bij actieve pompstookkring) 5 Werkingsstand met symbool Symbool werkingsstand Normale werking Zomer (enkel warmwaterlading) Standby Instellingsmenu standaardweergave Normaal WW gew Gew 50.0 C Reëel 60.7 C 40.0 C C WW-Push 1 Weergave functietoets 1 Instellingsprocedure beëindigen zonder op te slaan en menu verlaten. 2 Weergave functietoets 2 resp. speciale functies bijv. WW-push... 3 Weergave functietoets 3 Fabrieksinstelling weergeven. 4 Weergave functietoets 4 Gewijzigde waarde opslaan en menu verlaten. 5 Instellingsmenu 6 Ingestelde gewenste warmwatertemperatuur 7 Actuele warmwatertemperatuur 8 Waardebereik / La

30 6.3.3 Weergave storing De weergave wordt door de condensatieketel gestuurd Weergave noteren en de klantendienst verwittigen. Wo 20.Mei 07 19:20 WCM-KA Storing Automatisch i Weergave onderhoud De weergave wordt door de condensatieketel gestuurd. Klantendienst verwittigen. Wo 20.Mei 07 19:20 WTC#... Onderhoud Automatisch i Weergave tijdsbalk De tijdsbalk kan via de functietoets 2 (i) weergegeven worden (zie hfst ). 1 Wo 15.Mei 13 19:20 SK Evenwichtsfles 43.0 C Automatisch i Tijdsbalk Stookprogramma Warmwaterprogramma 1 AAN Normale werking Warmwaterlading AAN 2 UIT Verlaagde werking Verlaging of Vorst (zie hfst ) Warmwaterlading UIT / La

31 6.4 Instellingen in de standaardweergave Gewenste warmwatertemperatuur instellen In de standaardweergave kan de Normaal WW gew enkel tijdens de normale warmwaterwerking en de Verlaging WW gew. enkel tijdens de verlaagde warmwaterwerking veranderd worden. De maximale warmwatertemperatuur wordt via parameter 574 beperkt (zie hfst ). Op functietoets 1 (waterkraan) drukken. Het menu Normaal WW gew resp. Verlaging WW gew. wordt weergegeven Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Wo 20.Mei 07 19:20 Wo 20.Mei 07 23:20 Modulatie 100% Evenwichtsfles 43.0 C Automatisch i Modulatie 100% Evenwichtsfles 43.0 C Automatisch i Normaal WW gew Gew 50.0 C Gew WW-Push Reëel 49.0 C Reëel Verlaging WW gew 40.0 C WW-Push 45.0 C 40.0 C C 8.0 C C Manuele warmwater-pushfunctie Met de warmwater-pushfunctie kan een verhoogde warmwaterbehoefte tijdens de verlaagde werking gedekt worden. De warmwatertempratuur warmt eenmalig op tot de normale gewenste warmwatertemperatuur. Tegelijkertijd wordt de circulatiepomp in werking gezet (zie hfst ). Op functietoets 1 (waterkraan) drukken. Verlaging WW gew. wordt weergegeven Met functietoets WW-push warmwater-pushfunctie activeren. De weergave wisselt van Verlag. 1 naar Normaal 2 Verlaging WW gew. Gew 40.0 C WW-Push Reëel 45.0 C 8.0 C C Normaal WW gew Gew 50.0 C Reëel 45.0 C 40.0 C C WW-Push / La

32 6.4.2 Informatie opvragen In de standaardweergave wordt de modulatie 1 weergegeven. Bij elke druk op de functietoets 2 (i) worden de actuele werkelijke waarden van de verwarmingsinstallatie na elkaar weergegeven. De laatst gekozen informatie blijft als vaste weergave staan en wordt enkel door storing of onderhoud onderbroken. 1 Wo 20.Mei 07 19:20 Modulatie 100% i Evenwichtsfles 43.0 C Automatisch Storing i Storing Onderhoud i Onderhoud Modulatie 100% i Modulatie Gew. temp. syst C i Systeem gewenste temperatuur Buffer boven 58.6 C i Buffervattemperatuur bovenaan Buffer onder 22.8 C i Buffervattemperatuur onderaan PWT prim C i Platenwarmtewisselaar primair temperatuur SK i Tijdsbalk actief verwarmingsprogramma Werkingsstand SK Prog 1 i Werkingsstand stookkring Toestand#1... i Bijkomend geactiveerde functies Service Vorst Standby syst. Vorstgrens Zomer Aan opti WW actief Met afstandsbest. Vakantie Normaal/Verlag. Service aan de condensatieketel Vorstbeveiliging actief Standby of zomer aan de WCM-KA Vorstgrens onderschreden Gedempte buitentemperatuur (zie hfst ) heeft de zomeromschakeltemperatuur overschreden. De verwarming is uit. De installatie verwarmt volgens de aanschakeloptimalisatie. Warmwaterlading wordt doorgevoerd. Afstandsbesturing actief Vakantiefunctie actief De actuele werkingsstand wordt door geen enkele van de bovenstaande functies bestuurd / La

33 WW i Tijdsbalk actief warmwaterprogramma Warm water 59.2 C i Warmwatertemperatuur Buiten -5.0 C i Buitentemperatuur Werkingsstand cascade instellen Instelbereik Standby-WTC Standby Automatisch Zomer De condensatieketels zijn op standby. De uitbreidingsmodules regelen de stook- resp. warmwaterlaadkring verder. Installatievorstbeveiliging is actief. Geen verwarming en geen warmwaterlading. Vorstbeveiliging is actief. Automatische werking op gewenste temperaturen. Geen verwarming, enkel warmwaterlading. Vorstbeveiliging is actief. In de standaardweergave op functietoets 4 drukken. Het menu Werkingsstand wordt weergegeven. Met de draaiknop een keuze maken en met functietoets opslaan. Wo 20.Mei 07 19:20 Modulatie 100% Evenwichtsfles 28.6 C Automatisch i Werkingsstand Automatisch / La

34 6.5 Gebruiker#1-menu voor stookkring#1 Gebruiker #1-menu activeren. Menutoets Stookkring#1 1 kort indrukken (zie hfst. 6.1). Gebruiker #1-menu wordt weergegeven. Gebruiker #1 01 Instelling #1 Vakantie Tijdprogramma Menu kiezen Menu kiezen en op de overeenkomstige functietoets drukken. Het menu wordt weergegeven. Gebruiker #1 01 Instelling #1 Vakantie Tijdprogramma Instelling #1 01 Werkingsstand#1 Norm. ruimtetemp 21.5 C Verlag. ruimtetemp 16.0 C Andere pagina's weergeven Aan de draaiknop draaien. De andere pagina's van het menu worden weergegeven. Instelling #1 01 Werkingsstand#1 Norm. ruimtetemp 21.5 C Verlag. ruimtetemp 16.0 C Instelling #1 02 Steilheid 12.5 Ruimtevorsttemp 10.0 C Zo/Wi omschakel C / La

35 Parameter kiezen en instellen Parameter kiezen en op de overeenkomstige functietoets drukken. De parameter wordt weergegeven. Met de draaiknop een keuze maken en met functietoets de instelling bevestigen. Instelling #1 01 Werkingsstand#1 Norm. ruimtetemp 21.5 C Verlag. ruimtetemp 16.0 C Norm. ruimtetemp C 16.0 C C Parameter op fabrieksinstelling terugzetten. Op functietoets drukken. Fabrieksinstelling wordt weergegeven. Op functietoets drukken. Fabrieksinstelling wordt opgeslagen. Norm. ruimtetemp C 16.0 C C Gebruiker #1-menu verlaten Opnieuw op functietoets drukken - of op menutoets stookkring#1 drukken. De standaardweergave verschijnt / La

36 6.5.1 Menustructuur gebruiker #1 voor stookkring#1 Naargelang de uitrusting van de installatie verschijnen bepaalde parameters niet. Menupunt Parameter Benaming Fabrieksinstelling Instelling #1 111 Werkingsstand#1 Prog 1 (zie hfst ) 112 Norm. ruimtetemp 21.5 C (zie hfst ) 113 Verlag. ruimtetemp 16.0 C (zie hfst ) 114 Norm. VT gewens t (zie hfst ) (zie hfst ) 115 Verlag. VT gewenst (zie hfst ) (zie hfst ) 116 Steilheid (zie hfst ) (zie hfst ) 117 Ruimtevorsttemp 10.0 C (zie hfst ) 118 Zo/Wi omschakel C (zie hfst ) Vakantie 141 Periode (zie hfst ) 142 Temp-niveau Vorst (zie hfst ) Tijdprogramma Stookprogramma 1 (zie hfst ) (zie hfst ) Stookprogramma 2 (zie hfst ) (zie hfst ) Stookprogramma 3 (zie hfst ) (zie hfst ) Ingesteld / La

37 6.5.2 Werkingsstand stookkring#1 instellen De parameter wordt enkel weergegeven als stookkring#1 op de cascademanager geactiveerd is (zie hfst ). Instelbereik Standby Geen verwarming en geen warmwaterlading. Vorstbeveiliging is actief. Prog 1 Prog 3 Programma 1 3 kiezen (zie hfst ). Zomer Normaal Verlag. Als besturing Geen verwarming, enkel warmwaterlading. Vorstbeveiliging is actief. Stookkring#1 wordt op normale ruimtetemperatuur resp. normale vertrektempratuur geregeld. De warmwaterlading wordt overeenkomstig het warmwater-tijdprogramma doorgevoerd. Afhankelijk van de instelling parameter Verlaging (vakmanmenu) is de stookkring#1 ofwel in verlaagde werking, ofwel in vorstbeveiligingswerking (zie hfst ). De warmwaterlading gebeurt volgens het warmwatertijdprogramma. De werkingsstand van de stookkring#1 stemt overeen met de werkingsstand "als besturing" (gecentraliseerde besturingseenheid). Enkel mogelijk indien een WCM-FS als centrale besturingseenheid #L aangesloten is. Gebruiker #1-menu activeren (zie hfst. 6.5). Op functietoets Instelling #1 drukken. Het menu Instelling #1 wordt weergegeven. Op functietoets Werkingsstand#1 drukken. De parameter Werkingsstand#1 wordt weergegeven. Met de draaiknop een keuze maken en met functietoets opslaan. Instelling #1 01 Werkingsstand#1 Norm. ruimtetemp 21.5 C Verlag. ruimtetemp 16.0 C Werkingsstand#1 111 Vakantie Prog / La

38 6.5.3 Normale ruimtetemperatuur instellen De parameter wordt enkel weergegeven als parameter Reg.type #1 op Buiten gest.ingesteld is (zie hfst ). Met deze parameter wordt de normale gewenste ruimtetemperatuur in verwarmingsfunctie ingesteld. Gebruiker #1-menu activeren (zie hfst. 6.5). Op functietoets Instelling #1 drukken. Het menu Instelling #1 wordt weergegeven. Op functietoets Norm. ruimtetemp drukken. De parameter Norm. ruimtetemp wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Instelling #1 01 Werkingsstand#1 Norm. ruimtetemp 21.5 C Verlag. ruimtetemp 16.0 C Norm. ruimtetemp C 16.0 C C Verlaagde ruimtetemperatuur instellen De parameter wordt enkel weergegeven als parameter Reg.type #1 op Buiten gest.ingesteld is (zie hfst ). Met deze parameter wordt de gewenste ruimtetemperatuur tijdens de verlaagde werking ingesteld. Gebruiker #1-menu activeren (zie hfst. 6.5). Op functietoets Instelling #1 drukken. Het menu Instelling #1 wordt weergegeven. Op functietoets Verlag. ruimtetemp drukken. De parameter Verlag. ruimtetemp verschijnt. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Instelling #1 01 Werkingsstand#1 Norm. ruimtetemp 21.5 C Verlag. ruimtetemp 16.0 C Verlag. ruimtetemp C 10.0 C C / La

39 6.5.5 Normale gewenste vertrektemperatuur instellen De parameter wordt enkel weergegeven als parameter Reg.type #1 op Cons. vert. ingesteld is (zie hfst ). Met deze parameter wordt de vertrektemperatuur in verwarmingsfunctie ingesteld. Gebruiker #1-menu activeren (zie hfst. 6.5). Op functietoets Instelling #1 drukken. Het menu Instelling #1 wordt weergegeven. Op functietoets Norm. VT gewenst drukken. De parameter Norm. VT gewenst verschijnt Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Instelling #1 01 Werkingsstand#1 Norm. VT gew Verlag. VT gew 75.0 C 45.0 C Norm. VT gew C 45.0 C C Verlaagde gewenste vertrektemperatuur instellen De parameter wordt enkel weergegeven als parameter Reg.type #1 op Cons. vert. ingesteld is (zie hfst ). Met deze parameter wordt de vertrektemperatuur in verlaagde werking ingesteld. Gebruiker #1-menu activeren (zie hfst. 6.5). Op functietoets Instelling #1 drukken. Het menu Instelling #1 wordt weergegeven. Op functietoets Verlag. VT gewenst drukken. De parameter Verlag. VT gewenst verschijnt Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Instelling #1 01 Werkingsstand#1 Norm. VT gew Verlag. VT gew 75.0 C 45.0 C Verlag. VT gew C 8.0 C C / La

40 bij koude buitentemperaturen bij zachte buitentemperaturen Steilheid instellen Om de gewenste ruimtetemperatuur te bereiken, is bij koudere buitentemperaturen een hogere vertrektemperatuur nodig. De steilheid legt vast hoe sterk de verandering van de buitentemperatuur de vertrektemperatuur beïnvloedt en past de stookcurve aan aan het gebouw. Ruimtetemperatuur te koud Steilheid verhogen. Normale resp. verlaagde ruimtetemperatuur verhogen. Ruimtetemperatuur te warm Steilheid verlagen. Normale resp. verlaagde ruimtetemperatur verlagen , , , , , , Buitentemperatuur in C 2 Vertrektemperatuur in C 3 Steilheid (bij normale ruimtetemperatuur 20 C) Bijvoorbeeld: bij steilheid 10 Een verandering van de normale ruimtetemperatuur resp. verlaagde ruimtetemperatuur van 1 C leidt tot een parallelle verschuiving van de ingestelde stookcurve van ca. 1,5 2,5 C Buitentemperatuur in C 2 Vertrektemperatuur in C (bij steilheid 10) 3 Normale resp. verlaagde ruimtetemperatuur in C / La

41 Instelbereiken Stookkringtype Bereik Fabrieksinstelling Vloeropwar. (vloeropwarming) Vloerverw. (vloerverwarming) Radiator Radiator Convector Universeel (fabrieksinstelling) Het stookkringtype wordt in het vakmanmenu ingesteld. Gebruiker #1-menu activeren (zie hfst. 6.5). Op functietoets Instelling #1 drukken. Het menu Instelling #1 wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets Steilheid drukken. De parameter Steilheid wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Instelling #1 02 Steilheid 10.0 Ruimtevorsttemp 10.0 C Zo/Wi omschakel C Steilheid / La

42 6.5.8 Ruimtevorsttemperatuur instellen De parameter wordt enkel weergegeven als parameter Reg.type #1 op Buiten gest.ingesteld is (zie hfst ). Met deze parameter wordt de gewenste ruimtetemperatuur in geval van vorstbeveiliging ingesteld (zie hfst ). De ingestelde Ruimtevorsttemp. is niet de werkelijke ruimtetemperatuur in geval van vorstbeveiliging. De afwijking is bij correct ingestelde steilheid echter heel miniem. Als de werkelijke ruimtetemperatuur in geval van vorstbeveiliging onder de kritische waarde daalt, ruimtetemperatuur verhogen. Een te hoog ingestelde ruimtevorsttemperatuur verbruikt in geval van vorstbeveiliging onnodig energie. Gebruiker #1-menu activeren (zie hfst. 6.5). Op functietoets Instelling #1 drukken. Het menu Instelling #1 wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets Ruimtevorsttemp drukken. De parameter Ruimtevorsttemp verschijnt. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Instelling #1 02 Steilheid 10.0 Ruimtevorsttemp 10.0 C Zo/Wi omschakel C Ruimtevorsttemp C 4.0 C C / La

43 6.5.9 Zomer/Winter-omschakeling instellen Als de gemiddelde buitentemperatuur de ingestelde temperatuur overschrijdt, is enkel nog de warmwaterlading mogelijk. De stookkring wordt uitgeschakeld. Gebruiker #1-menu activeren (zie hfst. 6.5). Op functietoets Instelling #1 drukken. Het menu Instelling #1 wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets Zo/wi omschakel. drukken. De parameter Zo/wi omschakel. wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Instelling #1 02 Steilheid 10.0 Ruimtevorsttemp 10.0 C Zo/Wi omschakel C Zo/Wi omschakel C --; 8.0 C C Vakantieperiode instellen Gebruiker #1-menu activeren (zie hfst. 6.5). Op functietoets Vakantie drukken. Het menu Vakantie wordt weergegeven. Op functietoets Periode drukken. De parameter Periode wordt weergegeven. Cursor verplaatsen met de functietoets <==. Met de draaiknop de periode instellen. Met functietoets opslaan. Op het display WCM-KA wordt bij status #1 Vakantie weergegeven (zie hfst ). Vakantie 01 Periode Temp-Niveau Verlag. Periode 141 van 24. Nov 06 <== tot 29. Nov / La

44 Vakantie-temperatuurniveau instellen Gebruiker #1-menu activeren (zie hfst. 6.5). Op functietoets Vakantie drukken. Het menu Vakantie wordt weergegeven. Op functietoets Temp-niveau drukken. De parameter Temp-niveau wordt weergegeven. Met de draaiknop een keuze maken en met functietoets opslaan. Instelbereik temperatuurniveau Vorst Verlag. De vorstgrens wordt op de condensatieketel met het adres #A onder parameter P23 ingesteld. Als de temperatuur ter hoogte van de buitenvoeler B1 lager ligt dan de op de condensatieketel ingestelde waarde, verwarmt de cascade tot op ruimtevorsttemperatuur (zie hfst ). De cascade verwarmt op verlagingstemperatuur. Vakantie 01 Periode Temp-niveau Vorst Temp-niveau 142 Vorst Vakantiefunctie voortijdig beëindigen Gebruiker #1-menu activeren (zie hfst. 6.5). Op functietoets Instelling #1 drukken. Het menu Instelling #1 wordt weergegeven. Op functietoets Werkingsstand#1 drukken. Het menu Werkingsstand#1 wordt weergegeven. Op functietoets Vak.eind drukken en met functietoets opslaan. Vakantieperiode is gewist. Instelling #1 01 Werkingsstand#1 Norm. ruimtetemp 21.5 C Verlag. ruimtetemp 16.0 C Werkingsstand#1 111 Vak.eind Vakantie / La

45 Tijdprogramma raadplegen Gebruiker #1-menu activeren (zie hfst. 6.5). Op functietoets Tijdprogramma drukken. Menu Tijdprogramma verschijnt. Op functietoets Stookprogramma 1 drukken. Het menu Stookprogramma 1 wordt weergegeven. Aan de draaiknop draaien. Weekdagen alsook tijdbereiken van maandag tot vrijdag, zaterdag tot zondag en maandag tot zondag worden weergegeven. Tijdprogramma verlaten met functietoets. Op dezelfde manier kunnen ook Stookprogramma 2 en Stookprogramma 3 opgevraagd worden. Tijdprogramma 01 Stookprogramma 1 Stookprogramma 2 Stookprogramma 3 Ende Stookprogramma 1 Maandag Dinsdag Woensdag Zondag Ma - Vr Za - Zo Ma - Zo / La

46 Voorbeeld Tijdprogramma veranderen Stookprogramma 1 maandag veranderen: Verwarmingsfase 1: 5:30 uur - 7:00 uur Verwarmingsfase 2: 16:00-20:15 uur Gebruiker #1-menu activeren (zie hfst. 6.5). Op functietoets Tijdprogramma drukken. Menu Tijdprogramma verschijnt. Op functietoets Stookprogramma 1 drukken. Het menu Stookprogramma 1 wordt weergegeven. Aan de draaiknop draaien, tot Woensdag verschijnt. Op functietoets drukken. Aan de draaiknop draaien, tot 05:30 verschijnt. Cursor verplaatsen met de functietoets ==>. Aan de draaiknop draaien, tot 7:00 verschijnt. Cursor verplaatsen met de functietoets ==>. Aan de draaiknop draaien, tot 16:00 verschijnt. Cursor verplaatsen met de functietoets ==>. Aan de draaiknop draaien, tot 20:15 verschijnt. Met functietoets opslaan. Opgeslagen stookprogramma wordt als balkdiagram weergegeven. Tijdprogramma verlaten met functietoets. Op dezelfde manier kunnen ook Stookprogramma2 en Stookprogramma3 veranderd worden. Stookprogramma 1 Woensdag Woensdag 06:00-22:00 --: :-- --: :-- ==> Woensdag 05:30-07:00 16:00-20:15 --: :-- ==> Stookprogramma 1 Woensdag / La

47 Fabrieksinstelling tijdprogramma Stookprogramma 1 Ma - Vr 6:00-22:00 Za - Zo 7:00-23:00 Stookprogramma 2 6:00-8:00 Ma - Vr 16:00-22:00 Za - Zo 7:00-23:00 Stookprogramma 3 6:00-8:00 Ma - Vr 12:00-22:00 Za - Zo 7:00-23: / La

48 6.6 Vakman #1-menu voor stookkring#1 Vakman #1-menu activeren Menutoets Stookkring#1 1 3 seconden ingedrukt houden. Vakman #1-menu wordt weergegeven. Vakman #1 01 Inbedrijfstelling Stookkring#1 Regeling Andere pagina's weergeven Aan de draaiknop draaien. De andere pagina's van het menu worden weergegeven. Vakman #1 01 Inbedrijfstelling Stookkring #1 Regeling Vakman #1 02 Systeeminfo Menu kiezen Menu kiezen en op de overeenkomstige functietoets drukken. Het menu wordt weergegeven. Vakman #1 01 Inbedrijfstelling Stookkring#1 Regeling Regeling 01 Verlaging Vorstgrens Aan Opti Verlag. Uit / La

49 Parameter kiezen en instellen Parameter kiezen en op de overeenkomstige functietoets drukken. De parameter wordt weergegeven. Met de draaiknop een keuze maken en met functietoets de instelling bevestigen. Regeling 01 Verlaging Vorstgrens Aan Opti Verlag. Uit Verlaging 381 Vorrang Verlag. Parameter op fabrieksinstelling terugzetten. Op functietoets drukken. Fabrieksinstelling wordt weergegeven. Op functietoets drukken. Fabrieksinstelling wordt opgeslagen. Verlaging 381 Verlag. Vakman #1-menu verlaten Opnieuw op functietoets drukken - of op menutoets stookkring#1 drukken. De standaardweergave verschijnt / La

50 6.6.1 Menustructuur vakman #1 voor stookkring#1 Naargelang de uitrusting van de installatie verschijnen bepaalde parameters niet. Menupunt Parameter Benaming Fabrieksinstelling Ingesteld Inbedrijfstelling 311 Stookkring#1 Uit (zie hfst ) 316 HK-type#1 Universeel (zie hfst ) 318 Reg.type#1 Buit.gest. (zie hfst ) Stookkring#1 341 Vertrek min 8.0 C (zie hfst ) 342 Vertrek max (zie hfst ) (zie hfst ) Regeling 381 Verlaging Verlag. (zie hfst ) 382 Vorstgrens Uit (zie hfst ) 383 Aan opti 02:00 h (zie hfst ) 385 Constructie licht (zie hfst ) Systeeminfo 411 Buiten (zie hfst ) 412 Info KA (zie hfst ) 413 Info SK (zie hfst ) / La

51 6.6.2 Stookkring#1 activeren Als de pompstookkring via WCM-KA geregeld wordt, moet de stookkring#1 geactiveerd worden. Als er aan de ebus een WCM-FS met adres #1 herkend wordt, wordt de stookkring #1 in de WCM-KA automatisch gedeactiveerd. Vakman #1-menu activeren (zie hfst. 6.6). Op functietoets Inbedrijfstelling drukken. Het menu Inbedrijfstelling wordt weergegeven Op functietoets Stookkring#1 drukken. De parameter Stookkring#1 wordt weergegeven. Met de draaiknop Aan selecteren en met de functietoets opslaan. De cascademanager wordt opnieuw geconfigureerd. Inbedrijfstelling 01 Stookkring#1 Uit Stookkring#1 311 Aan -weishaupt- WCM-KA Wo 20.Mei 07 19:20 Systeemstart wachten aub Weergave bij gedeactiveerde stookkring#1 Ma 22.Sep 08 08:20 SK# in KA inactief i Automatisch Bij gedeactiveerde stookkring#1: kan systeeminformatie opgevraagd worden; kan stookkring#1 geactiveerd worden / La

52 6.6.3 Stookkringtype#1 instellen Voor elke stookkring moet een stookkringtype ingesteld worden. Afhankelijk van het ingestelde stookkringtype worden automatisch: waardebereiken beperkt; Parameters met fabrieksinstellingen voorgeprogrammeerd. Instelbereik Vloeropwarm. Vloerverw. Radiator 60 Radiator 70 Convector Universeel Vloeropwarming Vloerverwarming Radiatoren werken op lage temperatuur Radiatoren werken op normale temperatuur Convectoren Alle regelaarinstellingen mogelijk Norm. VT gewens t Parameter 114 Verlag VT gewenst Parameter 115 Steilheid Parameter 116 Vertrek min Parameter 341 Vertrek max Parameter 342 Aan Opti Parameter 383 Instellingen stookkringtype (HK-type#1) Parameter 316 Vloeropwarming Vloerverwarming Radiator 60 C Radiator 70 C Convectorverwarming 25.0 C 35.0 C 60.0 C 75.0 C Fabrieksinstelling 16.0 C 20.0 C 35.0 C 40.0 C 45.0 C Universeel Bereik Fabrieksinstelling Bereik Fabrieksinstelling Bereik 8.0 C Parameter 342 Fabrieksinstelling 8.0 C Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling Parameter C Parameter C 30.0 C 40.0 C 65.0 C 75.0 C Parameter C Parameter C 1:15 h 0:45 h 0:30 h 2:00 h / La

53 Vakman #1-menu activeren (zie hfst. 6.6). Op functietoets Inbedrijfstelling drukken. Het menu Inbedrijfstelling wordt weergegeven Op functietoets HK-type#1 drukken. De parameter HK-type#1 wordt weergegeven. Met de draaiknop een keuze maken en met functietoets opslaan. Inbedrijfstelling 01 Stookkring#1 Aan HK-type#1 Universeel Reg.type#1 Buiten gest HK-type#1 316 Universeel Regeltype#1 instellen Instelbereik Cons. Vert. Buit.gest. Constante stookkringregeling van de ingestelde normale en verlaagde vertrektemperatuur. Geschikt voor procesinstallaties met constante vertrektemperatuur. Bij aangesloten buitenvoeler. Vakman #1-menu activeren (zie hfst. 6.6). Op functietoets Inbedrijfstelling drukken. Het menu Inbedrijfstelling wordt weergegeven Op functietoets Reg.type#1 drukken. De parameter Reg.type#1 wordt weergegeven. Met de draaiknop een keuze maken en met functietoets opslaan. Inbedrijfstelling 01 Stookkring#1 Aan HK-type#1 Universeel Reg.type#1 Buiten gest Reg.type#1 318 Buiten gest / La

54 6.6.5 Minimale vertrektemperatuur instellen Met deze parameter wordt de de minimale gewenste vertrektemperatuur vastgelegd. Vakman #1-menu activeren (zie hfst. 6.6). Op functietoets Stookkring#1 drukken. Het menu Stookkring#1 wordt weergegeven Op functietoets Vertrek min drukken. De parameter Vertrek min wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Stookkring#1 01 Vertrek min Vertrek max 8.0 C 75.0 C Vertrek min C 8.0 C C Maximale vertrektemperatuur instellen Met deze parameter wordt de warmtevraag tot de max. vertrektemperatuur beperkt. Vakman #1-menu activeren (zie hfst. 6.6). Op functietoets Stookkring#1 drukken. Het menu Stookkring#1 wordt weergegeven Op functietoets Vertrek max drukken. De parameter Vertrek max wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Stookkring#1 01 Vertrek min Vertrek max 8.0 C 75.0 C Vertrek max C 8.0 C C / La

55 6.6.7 Verlaging instellen De parameter wordt enkel weergegeven als parameter Reg.type #1 op Buiten gest.ingesteld is (zie hfst ). Met deze parameter wordt de regeling tijdens de werking op verlaagd niveau vastgelegd. De instelling geldt voor de bedrijfsmodus stookprogramma 1 3. Als de buitenvoeler (B1) uitvalt, gebeurt de overschakeling van vorst naar verlaagd niveau (Verlag.). Instelbereik Vorst Verlag. De vorstgrens wordt op de condensatieketel met het adres #A onder parameter P23 ingesteld. Als de temperatuur ter hoogte van de buitenvoeler B1 5 Kelvin lager ligt dan de op de condensatieketel ingestelde waarde, verwarmt de cascade tot op ruimtevorsttemperatuur (zie hfst ). De vertrektemperatuur wordt volgens de ingestelde verlaagde ruimtetemperatuur in functie van de ingestelde steilheid bepaald. De circulatiepomp blijft in werking. Bij uitval van de voeler (B1) automatisch actief. Vakman #1-menu activeren (zie hfst. 6.6). Op functietoets Regeling drukken. Het menu Regeling wordt weergegeven Op functietoets Verlaging drukken. De parameter Verlaging wordt weergegeven. Met de draaiknop een keuze maken en met functietoets opslaan. Regeling 01 Verlaging Vorstgrens Aan Opti Verlag. Uit Verlaging 381 Verlag / La

56 6.6.8 Vorstgrens instellen Als de buitentemperatuur lager ligt dan de ingestelde vorstgrens, verandert het regelgedrag in verlaagde werking van Vorst naar Verlag. resp. van Verlag. naar Normaal. De vorstverwarmingsgrens werkt enkel bij stookprogramma 1 3. De tijdbalk wordt niet door de vorstgrens beïnvloed en daarom niet altijd weergegeven. Het aanspreken van de vorstgrens kan in de standaardweergave met de functietoets i onder Toestand#1 weergegeven worden (zie hfst ). Instelbereik C --- (Uit) Vakman #1-menu activeren (zie hfst. 6.6). Op functietoets Regeling drukken. Het menu Regeling wordt weergegeven Op functietoets Vorstgrens drukken. De parameter Vorstgrens wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Regeling 01 Verlaging Vorstgrens Aan Opti Verlag. Uit Vorstgrens 382 Uit C C ; / La

57 6.6.9 Aanschakeloptimalisatie instellen De parameter wordt enkel weergegeven als parameter Reg.type #1 op Buit.gest. ingesteld is (zie hfst ). Opdat de ruimtetemperatuur de ingestelde gewenste waarde zou bereikt hebben bij het begin van de gebruikstijd, wordt de aanschakeltijd voorgeprogrammeerd (vervroegd). De voorprogrammering wordt berekend aan de hand van de buitentemperatuur. De parameter Aan opti / Max beperkt de maximale periode van de voorprogrammering. De tijd Aan opti / reëel is de actuele tijd van de voorprogrammering. Na een reset wordt de tijd Aan opti / reëel op de maximale periode (Aan opti / Max) teruggezet. Instelbereik Uit 0:15-4:00 Vakman #1-menu activeren (zie hfst. 6.6). Op functietoets Regeling drukken. Het menu Regeling wordt weergegeven Op functietoets Aan opti drukken. De parameter Aan opti wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Regeling 01 Verlaging Vorstgrens Aan Opti Verlag. Aan Aan Opti 383 Reëel ---- Max 02:00h Reset --;00:15-04: / La

58 Gebouwconstructie instellen Met deze parameter wordt de regeling aan de structuur van het gebouw aangepast. Instelbereik licht zwaar Gebouw met lichte constructie of weinig isolatie. Gebouw met massieve constructie of goede isolatie. Vakman #1-menu activeren (zie hfst. 6.6). Op functietoets Regeling drukken. Het menu Regeling wordt weergegeven Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets Constructie drukken. De parameter Constructie wordt weergegeven. Met de draaiknop een keuze maken en met functietoets opslaan. Regeling 02 Constructie licht Constructie 385 licht Standard / La

59 Parameter Buiten actueel gedempt gemengd Info KA Evenwichtsfles PWT prim PWT sec Buffer boven Buffer onder Info SK Toestand Gewenste temp. Gew.temp Systeeminformatie opvragen Beschrijving Informatie buitentemperatuur / weersafhankelijke regeling Actuele buitentemperatuur Berekeningsgrootte van de weersafhankelijke regeling Weersafhankelijke regeling met invloed van de gebouwconstructie Informatie cascade Actuele evenwichtsflestemperatuur (B22) Actuele platenwarmtewisselaar primair temperatuur (B22) Actuele platenwarmtewisselaar secundair temperatuur (B24) Actuele buffervattemperatuur bovenaan (B20) Actuele buffervattemperatuur onderaan (B21) Informatie stookkring Toestand van de bijkomend geactiveerde functies Gewenste temperatuur stookkring Gewenste temperatuur systeem Vakman #1-menu activeren (zie hfst. 6.6). Op functietoets Systeeminfo drukken. Het menu Systeeminfo wordt weergegeven. Op functietoets Buiten drukken. De parameter Buiten wordt weergegeven. Met de functietoets de parameter verlaten. Het opvragen van de volgende parameter gebeurt zoals hierboven beschreven. Systeeminfo 01 Buiten Info KA Info SK Buiten actueel 5.0 C gedempt 5.2 C gemengd 5.0 C / La

60 6.7 Vakman KA-menu Vakman KA-menu activeren Menutoets cascade 3 seconden ingedrukt houden. Vakman KA-menu wordt weergegeven. Vakman KA 01 Inbedrijfstelling In- / Uitgangen Cascade Menu kiezen Menu kiezen en op de overeenkomstige functietoets drukken. Het menu wordt weergegeven. Vakman KA 01 Inbedrijfstelling In- / Uitgangen Caskade Caskade 01 Wisselvolgorde Tijdelijk Wisseltijd 50h Ketelvolgorde 1 Aan Andere pagina's weergeven Aan de draaiknop draaien. De andere pagina's van het menu worden weergegeven. Cascade 01 Wisselvolgorde Tijdelijk Wisseltijd 50h Ketelvolgorde 1 Aan Cascade 02 Ketelvolgorde 2 Uit Modulatie min 35% Modulatie max 70% / La

61 Parameter kiezen en instellen Parameter kiezen en op de overeenkomstige functietoets drukken. De parameter wordt weergegeven. Met de draaiknop een keuze maken en met functietoets de instelling bevestigen. Cascade 01 Wisselvolgorde Tijdelijk Wisseltijd 50h Ketelvolgorde Aan Wisselvolgorde 531 Tijdelijk Parameter op fabrieksinstelling terugzetten. Op functietoets drukken. Fabrieksinstelling wordt weergegeven. Op functietoets drukken. Fabrieksinstelling wordt opgeslagen. Wisselvolgorde 531 Tijdelijk Vakman KA-menu verlaten Opnieuw op functietoets drukken of menutoets cascade kort indrukken. De standaardweergave verschijnt / La

62 6.7.1 Menustructuur vakman KA Naargelang de uitrusting van de installatie verschijnen bepaalde parameters niet. Menupunt Parameter Benaming Fabrieksinstelling Inbedrijfstelling 511 Taal Deutsch (zie hfst ) 512 Config WTC (zie hfst ) 513 Config WCM-KA (zie hfst ) 514 Verbruiker config. (zie hfst ) 515 Contrast 04 (zie hfst ) 516 Helderheid 30 (zie hfst ) In- / Uitgangen 521 Uitgang MFA1 Storing (zie hfst ) 522 Uitgang MFA2 Storing (zie hfst ) 523 Uitgang VA Storing (zie hfst ) 524 Ingang H1 (zie hfst ) 525 Spec. niveau (zie hfst ) 526 Ingang N1 (zie hfst ) 527 Uitgangstest (zie hfst ) Cascade 531 Wisselvolgorde (zie hfst ) 532 Wisseltijd (zie hfst ) 533 Ketelvolgorde 1 (zie hfst ) 534 Ketelvolgorde 2 (zie hfst ) 535 Modulatie min (zie hfst ) 536 Modulatie max (zie hfst ) 537 Spertijd (zie hfst ) 538 Regeldifferentieel (zie hfst ) 539 1/P-regelaar (zie hfst ) 540 I-regelaar (zie hfst ) Standby syst 60.0 C 2-10 V UIT Tijdelijk 50 h A B C D D C B A 30 % 80 % 03 min 5.0 C Ingesteld / La

63 Warm water 571 WW-variante (zie hfst ) 572 Normaal WW gew (zie hfst ) 573 Verlaging WW gew. (zie hfst ) 574 WW maximaal (zie hfst ) 575 WW schakeldiff (zie hfst ) 576 WW verhoging (zie hfst ) 577 max. WW laadtijd (zie hfst ) 578 Max vermogen WW (zie hfst ) Menupunt Parameter Benaming Fabrieksinstelling Evenwichtsfles / PWT 551 Verhoging 2.0 K (zie hfst ) 552 Min temp 8.0 C (zie hfst ) 553 Max temp 78.0 C (zie hfst ) Buffervat 561 Buffer verhoging 1.0 K (zie hfst ) 562 Buffer schakeldiff 2.0 K (zie hfst ) Evenwichtsfles 50.0 C 40.0 C 60.0 C -3.0 K 15.0 K Uit 100 % 579 Legio Fct Vrijdag 580 Antileg gew temp 60 C (zie hfst ) 581 Legio tijdstip 22:00 (zie hfst ) 582 Circ bij legio Uit (zie hfst ) 583 Circ tijd 3:00 min (zie hfst ) Tijdstip-datum 591 Datum (zie hfst ) 592 Tijdstip (zie hfst ) 593 Zomertijd start 25.maa (zie hfst ) 594 Zomertijd einde 25.okt (zie hfst ) Tijdprogramma WW-programma (zie hfst ) (zie hfst ) Circ.-programma (zie hfst ) (zie hfst ) Ingesteld / La

64 Menupunt Parameter Benaming Fabrieksinstelling Systeeminfo 601 Buiten (zie hfst ) 602 Gew.temp (zie hfst ) 603 Modulatie (zie hfst ) 604 Info KA (zie hfst ) 605 Warm water (zie hfst ) 606 Stuurspanning (zie hfst ) 607 Stuurstroom (zie hfst ) 608 Foutenhistoriek (zie hfst ) 609 Versie WCM-KA (zie hfst ) Ingesteld / La

65 6.7.2 Taal instellen Talen Deutsch English Français Italiano Espanol Nederlands Dansk Svenska Norsk Slovenski Hrvatski Magyar Polski Рyсский Cesky Slovak Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Inbedrijfstelling drukken. Het menu Inbedrijfstelling wordt weergegeven. Op functietoets Taal drukken. De parameter Taal wordt weergegeven. Met de draaiknop Taal instellen en met de functietoets opslaan. Inbedrijfstelling 01 Taal Nederlands Config WTC Config WCM-KA Taal 511 Nederlands / La

66 6.7.3 Configuratie van de condensatieketels controleren Met deze parameter worden de Mit diesem Parameter wordt die configuratie-informatie van de condensatieketels naar de WCM-KA overgedragen. Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Inbedrijfstelling drukken. Het menu Inbedrijfstelling wordt weergegeven. Op functietoets Config WTC drukken. De parameter Config WTC wordt weergegeven. Configuratie controleren. Bij afwijkende configuratie op functietoets Nieuw drukken. De melding Config zoeken verschijnt kort, dan wordt de actuele configuratie weergegeven. Met de functietoets de nieuwe configuratie opslaan. Inbedrijfstelling 01 Taal Nederlands Config WTC Config WCM-KA Config WTC 512 #A #B 17W 25H Nieuw Het weergegeven toestelvermogen komt overeen met het op de condensatieketel ingestelde max. warmtevermogen (WTC parameter 37). Voorbeeld WTC 25-A (met adres #A): parameter 37 = 70% Weergave in parameter 512 onder adres #A: / La

67 6.7.4 Configuratie WCM-KA controleren In deze parameter wordt de configuratie-informatie van de cascade weergegeven. Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Inbedrijfstelling drukken. Het menu Inbedrijfstelling wordt weergegeven. Op functietoets Config WCM-KA drukken. De parameter Config WCM-KA wordt weergegeven. Configuratie controleren. Bij afwijkende configuratie op functietoets Nieuw drukken. De melding Config zoeken verschijnt kort, dan wordt de actuele configuratie weergegeven. Met de functietoets de nieuwe configuratie opslaan. Inbedrijfstelling 01 Taal Nederlands Config WTC Config WCM-KA Config WCM-KA 513 Evenwichtsfles WW KA Nieuw Weergaveopties Evenwichtsfles Evenwichtsflesvoeler B22 aangesloten PWT Platenwarmtewisselaar (systeemscheiding) Voeler B22 en B24 aangesloten WW KA Warmwaterlading met alle toestellen WW #A Warmwaterlading met één toestel (adres #A) Buffervat 1 Buffervatregeling met één voeler B20 Buffervat 2 Buffervatregeling met 2 voelers B20/B mA Vermogensturing via stroomsignaal op ingang N1 2-10V Vermogensturing via spanningssignaal op ingang N / La

68 6.7.5 Configuratie verbruiker controleren In deze parameter wordt de configuratie-informatie van de verbruikers (EM, ) weergegeven. Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Inbedrijfstelling drukken. Het menu Inbedrijfstelling wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets Verbruiker config. drukken. De parameter Verbruiker config. wordt weergegeven. Configuratie controleren. Bij afwijkende configuratie op functietoets Nieuw drukken. De melding Config zoeken verschijnt kort, dan wordt de actuele configuratie weergegeven. Met de functietoets de nieuwe configuratie opslaan. Inbedrijfstelling 02 Verbruiker config. Contrast Helderheid Verbruiker config. 514 #1 #2 #- #- #- #- #- #- Spec. niveau Nieuw Contrast instellen Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Inbedrijfstelling drukken. Het menu Inbedrijfstelling wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op de functietoets Contrast drukken. De parameter Contrast wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Inbedrijfstelling 02 Verbruiker config. Contrast 04 Helderheid 30 Contrast / La

69 6.7.7 Helderheid instellen Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Inbedrijfstelling drukken. Het menu Inbedrijfstelling wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets Helderheid drukken. De parameter Helderheid wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Inbedrijfstelling 02 Verbruiker config. Contrast 04 Helderheid 30 Helderheid / La

70 6.7.8 Functie uitgang MFA... instellen De uitgangen MFA... zijn 230 V relais-uitgangen met een aansluitleiding van max. 150 Watt per uitgang. Instelbereik Storing WW pomp Circ pomp Collectorpomp Neutra pomp Uitgang wordt aangestuurd, zodra een fout optreedt. De uitgang wordt tijdens de warmwaterlading aangestuurd. De uitgang wordt in functie van de schakeltijden van het circulatieprogramma aangestuurd. Uitgang wordt overeenkomstig de configuratie WCM-KA aangestuurd (zie hfst ). Bij WW KA (warmwaterlading met alle toestellen): Uitgang wordt tijdens de verwarmingsmodus en bij warmwaterlading aangestuurd. Bij WW KA (warmwaterlading met één toestel): Uitgang wordt enkel tijdens de verwarmingsmodus aangestuurd. Uitgang wordt aangestuurd, zodra een condensatieketel in werking treedt. Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets In-/Uitgangen drukken. Het menu In-/Uitgangen wordt weergegeven. Op functietoets Uitgang MFA drukken. De parameter Uitgang MFA wordt weergegeven. Met de draaiknop een keuze maken en met functietoets opslaan. In-/Uitgangen 01 Uitgang MFA1 Uitgang MFA2 Uitgang VA Storing Storing Storing Uitgang MFA1 521 Storing De uitgang MFA2 kan ook op die manier ingesteld worden / La

71 6.7.9 Functie uitgang VA instellen Uitgang VA is een potentiaalvrij contact. Instelbereik Storing WW pomp Circ pomp Collectorpomp Neutra pomp Uitgang wordt aangestuurd, zodra een fout optreedt. De uitgang wordt tijdens de warmwaterlading aangestuurd. De uitgang wordt in functie van de schakeltijden van het circulatieprogramma aangestuurd. Uitgang wordt overeenkomstig de configuratie WCM-KA aangestuurd (zie hfst ). Bij WW KA (warmwaterlading met alle toestellen): Uitgang wordt tijdens de verwarmingsmodus en bij warmwaterlading aangestuurd. Bij WW KA (warmwaterlading met één toestel): Uitgang wordt enkel tijdens de verwarmingsmodus aangestuurd. Uitgang wordt aangestuurd, zodra een condensatieketel in werking treedt. Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets In-/Uitgangen drukken. Het menu In-/Uitgangen wordt weergegeven. Op functietoets Uitgang VA drukken. De parameter Uitgang VA wordt weergegeven. Met de draaiknop een keuze maken en met functietoets opslaan. In-/Uitgangen 01 Uitgang MFA1 Uitgang MFA2 Uitgang VA Storing Storing Storing Uitgang VA 523 Storing / La

72 Functie ingang H1 instellen H1 is een potentiaalgebonden 230 V ingang met galvanische koppeling. Instelbereik WTC vrijg. SK WTC vrijg. WW Standby WTC Standby syst Speciaal niveau WTC versperr. Verwarmingsstand wordt vrijggeven. Bij geopend contact wordt de cascade condensatieketels voor de verwarmingsstand vergrendeld. Stookkringen die via WCM-EM geregeld worden blijven in werking. Warmwaterlading wordt vrijgegeven. Bij geopend contact wordt de cascade condensatieketels voor de warmwaterlading vergrendeld. Ook uitbreidingsmodules met warmwaterfunctie worden bij geopend contact vergrendeld. Bij gesloten contact bevindt de cascade condensatieketels zich in standby-werking. Stookkringen en warmwater-laadkringen blijven in werking. Bij gesloten contact bevinden de cascade condensatieketels en de warmwaterlaadkringen zich standby-modus. De vorstbeveiligingsfunctie en de legionellenbeschermingsfunctie blijven actief. Bij gesloten contact loopt het ingestelde speciale niveau parallel met de andere warmtevragen. Geschikt voor speciale toepassingen met een welbepaalde gewenste vertrektemperatuur (bijv. warmtegordijn). Bij gesloten contact worden alle condensatieketels vergrendeld (bijv. veiligheidsschakelaar condensaatopvoerpomp). De vorstbeveiliging blijft actief. Servicebedrijf (schoorsteenveger) is mogelijk. De foutmelding 149 verschijnt. Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets In-/Uitgangen drukken. Het menu In-/Uitgangen wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets Ingang H1 drukken. De parameter Ingang H1 wordt weergegeven. Met de draaiknop een keuze maken en met functietoets opslaan. In-/Uitgangen 02 Ingang H1 Standby syst Uitgang N1 2-10V Uitgangstest Ingang H1 524 Standby syst / La

73 Speciaal niveau instellen De parameter wordt enkel weergegeven als parameter Ingang H1 op Spec. niveau ingesteld is (zie hfst ). Als het contact op ingang H1 gesloten is, regelt de cascade ter hoogte van de evenwichtsflesvoeler B22 op de onder Spec. niveau ingestelde temperatuur. Als een andere stook- of warmwaterkring een hogere vertrektemperatuur als het speciale niveau vraagt, wordt er geen rekening gehouden met het speciale niveau. Het speciale niveau wordt door de parameter 342Vertrek max. beperkt (zie hfst ). Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets In-/Uitgangen drukken. Het menu In-/Uitgangen wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets Spec. Niveau drukken. De parameter Spec. Niveau wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. In-/Uitgangen 02 Ingang H1 Spec. niveau Spec. niveau 60.0 C Ingang N1 2-10V Spec. niveau C 8.0 C C / La

74 Ingang N1 instellen Via de ingang N1 kan aan de cascademanager een analoog signaal voor gewenste waarde als vermogensturing op afstand doorgegeven worden (zie hfst ). Instelbereik 2-10V Aansturing via spanningssignaal. 4-20mA Aansturing via stroomsignaal. Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets In-/Uitgangen drukken. Het menu In-/Uitgangen wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets Ingang N1 drukken. De parameter Ingang N1 wordt weergegeven. Met de draaiknop een keuze maken en met functietoets opslaan. In-/Uitgangen 02 Ingang H1 Standby syst Ingang N1 2-10V Uitgangstest Ingang N V Instelling Verklaring 4-20mA 2-10V Aanstuursignaal <4 ma <2 V Fout signaal (F35) (F34) 4 6 ma 2 3 V Brander uit 6 20 ma 3 10 V Vertrektemperatuur (B22) min max Minimale vertrektemperatuur parameter 552 (zie hfst ) Maximale vertrektemperatuur parameter 553 (zie hfst ) / La

75 Uitgangen testen Voor testdoeleinden kunnen de uitgangen MFA... en VA manueel geschakeld worden (zie hfst. 5.1). Instelbereik MFA1 uit MFA2 uit VA uit MFA1 aan MFA2 aan VA aan Relaistestfunctie uit. MFA... uitgang wordt overeenkomstig het programmaverloop aangestuurd (zie hfst ). Relaistestfunctie uit. VA uitgang wordt overeenkomstig het programmaverloop aangestuurd (zie hfst ). Relais MFA... uitgang wordt aangeschakeld. Relais VA uitgang wordt aangeschakeld. Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets In-/Uitgangen drukken. Het menu In-/Uitgangen wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets Uitgangstest drukken. De parameter Uitgangstest wordt weergegeven. Met functietoetsen MFA... en VA instellen. Met de functietoets de parameter verlaten. In-/Uitgangen 02 Ingang H1 Standby syst Ingang N1 2-10V Uitgangstest Uitgangstest 527 MFA1 Uit MFA2 Uit VA Uit Aan Aan Aan De uitgangstest wordt met het verlaten van de parameter beëindigd / La

76 Volgordeverandering instellen De parameter Wisselvolgorde bepaalt het verloop van de cascade in functie van de in- en uitschakelgrens. Inschakelgrens: parameter Modulatie min. (zie hfst ) Uitschakelgrens: parameter Modulatie max. (zie hfst ) Instelbereik Volgorde 1 Volgorde 2 Tijdelijk Vermogen Vaste instelling van de ketelvolgorde 1. Volgorde wordt onder parameter 533 ingesteld (zie hfst ). Vaste instelling van de ketelvolgorde 2. Volgorde wordt onder parameter 534 ingesteld (zie hfst ). Tijdelijke wissel tussen ketelvolgorde 1 en ketelvolgorde 2 na afloop van de onder parameter Wisseltijd ingestelde looptijd (zie hfst ). Geschikt voor installaties met condensatieketels van een verschillend vermogen. Bij het bereiken van de inschakelgrens wordt de condensatieketel met een groter vermogen ingeschakeld en wordt tegelijkertijd de condensatieketel met een kleiner vermogen uitgeschakeld. Als de inschakelgrens nog eens bereikt wordt, wordt de condensatieketel met kleiner vermogen weer ingeschakeld. Deze instelling verhindert het takten van de condensatieketel met groter vermogen. Bij de instelling Vermogen moet de condensatieketel met het kleinste vermogen met adres #A en de condensatieketel met het grootste vermogen met adres #B geadresseerd worden. Uitgezonderd warmwaterlading met één toestel. Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Cascade drukken. Het menu Cascade wordt weergegeven. Op functietoets Wisselvolgorde drukken. De parameter Wisselvolgorde wordt weergegeven. Met de draaiknop een keuze maken en met functietoets opslaan. Cascade 01 Wisselvolgorde Tijdelijk Wisseltijd 50h Ketelvolgorde 1 Aan Wisselvolgorde 531 Tijdelijk / La

77 Volgordewisseltijd instellen De parameter wordt enkel weergegeven als parameter Wisselvolgorde op tijdelijk ingesteld is (zie hfst ). Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Cascade drukken. Het menu Cascade wordt weergegeven. Op functietoets Wisseltijd drukken. De parameter Wisseltijd wordt weergegeven. Met de functietoetsen de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Cascade 01 Wisselvolgorde Tijdelijk Wisseltijd 50h Ketelvolgorde 1 Aan Wisseltijd h 01h - 400h / La

78 Ketelvolgorde instellen Er kunnen 2 ketelvolgordes ingesteld worden om de bedrijfsuren van de condensatieketels gelijk te schakelen. Met parameter 533 Ketelvolgorde 1 en 534 Ketelvolgorde 2 wordt de volgorde van de condensatieketels vastgelegd. De actieve ketelvolgorde wordt met Aan en de niet actieve ketelvolgorde met Uit weergegeven. Opdat de volgorde veranderd zou kunnen worden, moeten alle condensatieketels uit de ketelvolgorde genomen worden. In plaats van de ebus-adressen (bijv.: A en B) moeten op de weergave twee strepen ingesteld worden. Condensatieketel tijdelijk buiten bedrijf stellen Met de invoering - kan een condensatieketel uit de volgorde gehaald worden en op die manier tijdelijk stilgelegd worden. Ketelvolgorde 1 instellen Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Cascade drukken. Het menu Cascade wordt weergegeven. Op functietoets Ketelvolgorde 1 drukken. De parameter Ketelvolgorde 1 wordt weergegeven. Met de draaiknop - instellen. Cursor verplaatsen met de functietoets ==>. Met de draaiknop en de functietoets ==> de nieuwe ketelvolgorde instellen. Met functietoets opslaan. Cascade 01 Wisselvolgorde Tijdelijk Wisseltijd Ketelvolgorde 1 50h Aan Ketelvolgorde A B ==> Ketelvolgorde 2 instellen Ketelvolgorde 2 wordt op dezelfde manier als Ketelvolgorde 1 ingesteld. Cascade 02 Ketelvolgorde 2 Aan Modulatie min 30% Modulatie max 80% Ketelvolgorde B A ==> / La

79 Onderste modulatiegrens instellen Met deze parameter wordt de onderste modulatiegrens voor de volgordewisseling vastgelegd (zie hfst ). Condensatieketels worden uitgeschakeld als de modulatiegrens onderschreden wordt. Als er nog maar één condensatieketel in werking is, heeft de onderste modulatiegrens geen invloed meer. Instelbereik 30% - (Modulatie max) Parameter 536 Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Cascade drukken. Het menu Cascade wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets Vertrek min drukken. De parameter Modulatie min wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Cascade 02 Ketelvolgorde 2 Uit Modulatie max 30% Modulatie min 80% Modulatie min % 30% - 80% / La

80 Bovenste modulatiegrens instellen Met deze parameter wordt de bovenste modulatiegrens voor de volgordewisseling (zie hfst ) vastgelegd. Condensatietoestellen worden ingeschakeld als de modulatiegrens overschreden wordt. De ingestelde waarde wordt pas overschreden als alle condensatieketels in werking zijn. Instelbereik Parameter 535 (Modulatie min) - 100% Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Cascade drukken. Het menu Cascade wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets Modulatie max drukken. De parameter Modulatie max wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Cascade 02 Ketelvolgorde 2 Uit Modulatie min 30% Modulatie max 80% Modulatie max % 30% - 100% / La

81 Spertijd instellen De spertijd verhindert dat andere condensatieketels ingeschakeld worden bij kortstondige sterke warmtevragen. Instelbereik 00min - 30min Bij instelling 0 wordt de spertijd op 30 seconden vastgelegd. Deze minimale spertijd verhindert dat meerdere ketels gelijktijdig gestart worden. Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Cascade drukken. Het menu Cascade wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets Spertijd drukken. De parameter Spertijd wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Cascade 03 Spertijd 03min Regeldifferentieel 5.0K 1/P-regelaar 100 Spertijd min 00min - 30min De brandertaktvergrendeling (WCM-CPU parameter 34) van de condensatieketels blijft werken en moet vóór de inbedrijfstelling gedeactiveerd worden (zie hfst ) / La

82 Regeldifferentieel instellen Bij gebruik van een hydraulische evenwichtsfles De gewenste systeemtemperatuur Gew.temp (zie hfst ) plus de ingestelde regeldifferentieel Regeldifferentieel geven de regeltemperatuur. De regeltemperatuur dient voor de temperatuurbegrenzing van de condensatieketels. Als de vertrektemperatuur van een condensatieketel in de buurt komt van de regeltemperatuur, wordt het vermogen van die condensatieketel verlaagd. Regeltemperatuur = Gewenste systeemtemperatuur + regeldifferentieel Bij actieve evenwichtsflesregeling van de condensatieketels moet de Regeldifferentieel verhoogd worden met de waarde die bij de optimalisatie evenwichtsflesregeling (WTC parameter 44 resp. 47) ingesteld is. - P44 bij: WTC A - P47 bij: WTC-GB A Voorbeeld Evenwichtsflesregeling op de condensatieketel WTC... is actief. Parameter 538 (WCM-KA Regeldifferentieel): Parameter 44 bzw. 47 (WTC optimalisatie evenwichtsflesregeling): 5.0 Kelvin 4.0 Kelvin Regeldifferentieel + optimalisatie evenwichtsflesregeling 5.0 Kelvin 4.0 Kelvin = Nieuwe instelling Regeldifferentieel 9.0 Kelvin Bij gebruik van een platenwarmtewisselaar De gewenste systeemtemperatuur is de som van de gewenste systeemtemperatuur Gew. temp. syst. (zie hfst ), de regeldifferentieel Regeldifferentieel en de warmteovergang op de platenwarmtewisselaar. De warmteovergang op de platenwarmtewisselaar is het verschil tussen primaire voeler (B24) en secundaire voeler (B22). De regeltemperatuur dient voor de temperatuurbegrenzing van de condensatieketels. Als de vertrektemperatuur van een condensatieketel in de buurt komt van de regeltemperatuur, wordt het vermogen van die condensatieketel verlaagd. Regeltemperatuur = gewenste systeemtemperatuur + regeldifferentieel + warmteovergang op de platenwarmtewisselaar (voeler B24-B22) Bij actieve platenwarmtewisselaar-regeling van de condensatieketels moet de Regeldifferentieel verhoogd worden met de waarde die bij de optimalisatie platenwarmtewisselaar (WTC-GB parameter 47) ingesteld is. Voorbeeld Platenwarmtewisselaar-regeling op de condensatieketel WTC-GB... is actief. Parameter 538 (WCM-KA Regeldifferentieel): 5.0 Kelvin Parameter 47 (WTC-GB optimalisatie PWT-regeling): 4.0 Kelvin Regeldifferentieel + optimalisatie platenwarmtewisselaar-regeling 5.0 Kelvin 4.0 Kelvin = Nieuwe instelling Regeldifferentieel 9.0 Kelvin / La

83 Instelbereik: 5.0K K Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Cascade drukken. Het menu Cascade wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets Regeldifferentieel drukken. De parameter Regeldifferentieel wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met opslaan. Cascade 03 Spertijd 03min Regeldifferentieel 5.0K 1/P-regelaar 100 Regeldifferentieel K 5.0K K / La

84 /P factor vermogenregelaar instellen Met deze parameter wordt de regeling van de installatie geoptimaliseerd. Hoe kleiner de ingestelde waarde, hoe sneller de regeling plaatsvindt. Een te laag ingestelde waarde heeft sterke schommelingen van de regelaar tot gevolg. Instelbereik Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Cascade drukken. Het menu Cascade wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets 1/P-regelaar drukken. De parameter 1/P-regelaar wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Cascade 03 Spertijd 03min Regeldifferentieel 5.0K 1/P-regelaar 100 1/P-regelaar / La

85 I-factor vermogenregelaar instellen Met deze parameter wordt de regeling van de installatie geoptimaliseerd. Hoe kleiner de ingestelde waarde, hoe sneller de regeling plaatsvindt. Een te laag ingestelde waarde heeft sterke schommelingen van de regelaar tot gevolg. Instelbereik Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Cascade drukken. Het menu Cascade wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets I-regelaar drukken. De parameter I-regelaar wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Cascade 04 I-regelaar 100 I-regelaar Temperatuurverhoging evenwichtsfles instellen Met deze parameter worden vermogenverliezen gecompenseerd. Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Evenwichtsfles/PWT drukken. Het menu Evenwichtsfles/PWT wordt weergegeven. Op functietoets Verhoging drukken. De parameter Verhoging wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Evenwichtsfles/PWT 01 Verhoging 2.0K Min temp. 8.0 C Max temp C Verhoging K 1.0K K / La

86 Minimale vertrektemperatuur (voeler B22) instellen Minimale vertrektemperatuur op de evenwichtsfles resp. platenwarmtewisselaar secundair (voeler B22). Bij warmtevraag verwarmt de cascade minstens tot de ingestelde temperatuur. Bij vermogensturing op afstand via ingang N1 legt de ingestelde temperatuur de minimale vertrektemperatuur voor 3 V resp. 6 ma vast (zie hfst ). Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Evenwichtsfles/PWT drukken. Het menu Evenwichtsfles/PWT wordt weergegeven. Op functietoets Min temp drukken. De parameter Min temp wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Evenwichtsfles/PWT 01 Verhoging 2.0K Min temp. 8.0 C Max temp C Min temp C 8.0 C C / La

87 Maximale vertrektemperatuur (voeler B22) instellen Maximale vertrektemperatuur op de evenwichtsfles resp. platenwarmtewisselaar secundair (voeler B22). Bij warmtevraag verwarmt de cascade maximaal tot de ingestelde temperatuur. Bij vermogensturing op afstand via ingang N1 legt de ingestelde temperatuur de maximale vertrektemperatuur voor 10 V resp. 20 ma vast (zie hfst ). Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Evenwichtsfles/PWT drukken. Het menu Evenwichtsfles/PWT wordt weergegeven. Op functietoets Max.temp. drukken. De parameter Max.temp. wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Evenwichtsfles/PWT 01 Verhoging 2.0K Min temp. 8.0 C Max temp C Max temp C 8.0 C C / La

88 Temperatuurverhoging buffervat instellen Met deze parameter worden vermogenverliezen gecompenseerd. Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Buffervat drukken. Het menu Buffervat wordt weergegeven. Op functietoets Buffer verhoging drukken. Parameter Buffer verhoging wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Buffervat 01 Buffer verhoging 1.0K Buffer schakeldiff 2.0K Buffer verhoging K 0.0K K Bufferschakeldifferentieel instellen Als de gewenste buffervattemperatuur met de schakeldifferentieel onderschreden wordt, springt de verwarming weer aan (eerste ketel start). Bij verhoging van de schakeldifferentieel wordt de looptijd van de condensatieketels verlengd. Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Buffervat drukken. Het menu Buffervat wordt weergegeven. Op functietoets Buffer schakeldiff drukken. De parameter Buffer schakeldiff wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Buffervat 01 Buffer verhoging 1.0K Buffer schakeldiff 2.0K Buffer schakeldiff K 1.0K - 7.0K / La

89 Warmwatervariante instellen Parameter WW-variante wordt enkel bij installaties met buffervat weergegeven. Instelbereik PWT Evenwichtsfles Buffervat Waterverwarmer na de evenwichtsfles geïnstalleerd Waterverwarmer na de platenwarmtewisselaar geïnstalleerd Waterverwarmer na het buffervat geïnstalleerd Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Warm water drukken. Het menu Warm water wordt weergegeven. Op functietoets WW-variante drukken. De parameter WW-variante wordt weergegeven. Met de draaiknop een keuze maken en met functietoets opslaan. Warm water 01 WW-variante Evenwichtsfles Normaal WW gew 50.0 C Verlaging WW gew C WW-variante 571 Evenwichtsfles / La

90 Normale gewenste warmwatertemperatuur instellen Met deze parameter wordt de gewenste warmwatertemperatuur voor de warmwaterlading ingesteld. Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Warm water drukken. Het menu Warm water wordt weergegeven. Op functietoets Normaal WW gew drukken. De parameter Normaal WW gew wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Warm water 01 Normaal WW gew C Verlaging WW gew C WW maximaal 60.0 C Normaal WW gew C 40.0 C C Verlaagde gewenste warmwatertemperatuur instellen Gewenste warmwatertemperatuur buiten de warmwaterlaadtijd (verlagingsfase) Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Warm water drukken. Het menu Warm water wordt weergegeven. Functietoets Verlaging WW gew. drukken. De parameter Verlaging WW gew. wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Warm water 01 Normaal WW gew C Verlaging WW gew C WW maximaal 60.0 C Verlaging WW gew C 8.0 C C / La

91 Maximale warmwatertemperatuur instellen Met deze parameter wordt het instelbereik van Normaal WW gew (parameter 572) begrensd (zie hfst ). WAARSCHUWING Verbrandingsgevaar door heet water Watertemperatuur boven 60 C kan verbrandingen tot gevolg hebben. Contact met het hete water vermijden. Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Warm water drukken. Het menu Warm water wordt weergegeven. Op functietoets WW maximaal drukken. De parameter WW maximaal wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Warm water 01 Normaal WW gew C Verlaging WW gew C WW maximaal 60.0 C WW maximaal C 40.0 C C / La

92 Warmwater-schakeldifferentieel instellen Met de instelling van de warmwater-schakeldifferentieel wordt vastgelegd vanaf welke afwijking tussen gewenste en reële waarde de waterverwarmer weer opgewarmd wordt. Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Warm water drukken. Het menu Warm water wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets WW schakeldiff drukken. De parameter WW schakeldiff wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Warm water 02 WW schakeldiff -3.0K WW verhoging 20.0K Max WW laadtijd 30min WW schakeldiff K -10.0K K / La

93 Warmwaterverhoging instellen Een warmwaterlading is enkel mogelijk als de keteltemperatuur hoger ligt dan de gewenste warmwatertemperatuur. De keteltemperatuur (vertrek) voor de warmwaterlading wordt bepaald door de gewenste warmwatertemperatuur en de warmwaterverhoging. Als een lage waarde ingesteld wordt, wordt de warmwater-laadtijd verlengd. Als een hoge waarde wordt ingesteld, wordt de warmwater-laadtijd verkort ten nadele van het condensatierendement. Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Warm water drukken. Het menu Warm water wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets WW verhoging drukken. De parameter WW verhoging wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Warm water 02 WW schakeldiff -3.0K WW verhoging 15.0K Max WW laadtijd 30min WW verhoging K 10.0K K / La

94 Maximale warmwaterlaadtijd instellen De instelling werkt enkel bij warmwaterlading met alle toestellen (warmwatervoeler B23 aangesloten) en als de parameter WW-werking op de WCM-FS op Voorrang staat. Om de afkoeling van de verwarmde ruimte bij lage buitentemperaturen en grote warmwaterafname te verhinderen, kan de warmwaterlading in de tijd beperkt worden. Als de warmwaterlading binnen de ingestelde tijd niet afgesloten is, schakelt de installatie voor dezelfde tijd over naar de verwarmingsmodus en daarna weer naar warmwaterlading. Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Warm water drukken. Het menu Warm water wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets max WW laadtijd drukken. De parameter max WW laadtijd wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Warm water 02 WW schakeldiff -3.0K WW verhoging 20.0K Max WW laadtijd Uit Max WW laadtijd 577 Uit --; 10min - 180min / La

95 Maximaal vermogen warm water instellen Deze parameter werkt enkel bij warmwaterlading met alle toestellen. Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Warm water drukken. Het menu Warm water wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets Max vermogen WW drukken. De parameter Max vermogen WW wordt weergegeven. Met de draaiknop de waarde instellen en met de functietoets opslaan. Warm water 03 Max vermogen WW 100% Legio Fct Legio tijdstip 22:00 Max vermogen WW % 10% - 100% / La

96 Legionellenbeschermingsfunctie instellen Het warme water wordt op de ingestelde dag tot op de ingestelde gewenste antilegionellentemperatuur (parameter 580)opgewarmd, hierbij wordt het sanitaire water thermisch gedesinfecteerd. De legionellenbeschermingsfunctie is ook in de werkingsstand standby en tijdens het vakantieprogramma geactiveerd. Gebruik van zonne-energie Als het gebruik van zonne-energie geactiveerd is, wordt de warmwatertemperatuur binnen het ingestelde tijdsinterval gecontroleerd. Het gebruik van zonne-energie 1 keer per week mag niet geselecteerd worden als een wekelijkse legionellenbeschermingsfunctie absoluut noodzakelijk is. Het interval kan dan tot 9 dagen verlengd worden. Instelbereik Legionellenbeschermingsfunctie Parameter keer wekelijks Maandag Dinsdag Zondag Dagelijks Gebruik van zonne-energie Als de actuele warmwatertemperatuur vanaf de 4de dag na de laatste legionellenbeschermingsfunctie de ingestelde maximale warmwaterwaarde overschrijdt, wordt de legionellenbeschermingsfunctie door de afsluitende werking van de circulatiepomp doorgevoerd. Bijgevolg wordt de daaropvolgende legionellenbeschermingsfunctie op de vastgelegde weekdag niet in acht genomen. Als de actuele warmwatertemperatuur de ingestelde maximale warmwatertemperatuur 12 uur na het ingestelde tijdstip overschrijdt, wordt de legionellenbeschermingsfunctie door de afsluitende werking van de circulatiepomp doorgevoerd. Bijgevolg wordt de daaropvolgende legionellenfunctie op het vastgelegde tijdstip niet in acht genomen. Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Warm water drukken. Het menu Warm water wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets Legio Fct drukken. De parameter Legio Fct wordt weergegeven. Met de draaiknop een keuze maken. Evt. op functietoets Zon. drukken en met functietoets opslaan. Warm water 03 Max vermogen WW 100 % Legio Fct Legio tijdstip 22:00 Legio Fct 579 Vrijdag Gebruik zon.ww gew. Zon / La

97 Gewenste antilegionellen-temperatuur instellen De gewenste antilegionellentemperatuur is de desinfectietemperatuur, waarop de waterverwarmer tijdens de legionellenbeschermingsfunctie opgewarmd wordt. Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Warm water drukken. Het menu Warm water wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets Antileg gew temp drukken. De parameter Antileg gew. wordt weergegeven. Met de draaiknop de temperatuur instellen en met de functietoets opslaan. Warm water 03 Max vermogen WW 100% Legio Fct Antileg gew temp 60.0 C Antileg gew temp C 40.0 C C Legionellen tijdstip instellen Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Warm water drukken. Het menu Warm water wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets Legio tijdstip drukken. De parameter Legio tijdstip wordt weergegeven. Met de draaiknop de tijd instellen en met de functietoets opslaan. Warm water 04 Legio tijdstip 22:00 Circ bij legio Uit Circ tijd 03:00Min Legio tijdstip :00 00:00-23: / La

98 Circulatie bij legionellenbeschermingsfunctie instellen Instelbereik Aan Uit De circulatiepomp loopt tijdens de hele legionellenbeschermingsfunctie. Bij lange leidingswegen is deze instelling niet geschikt. De circulatiepomp loopt op het einde van de legionellenbeschermingsfunctie voor de onder parameter 583 ingestelde tijd (zie hfst ). Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Warm water drukken. Het menu Warm water wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets Circ bij legio drukken. De parameter Circ bij legio wordt weergegeven. Met de draaiknop een keuze maken en met functietoets opslaan. Warm water 04 Legio tijdstip 22:00 Circ bij legio Uit Circ tijd 03:00Min Circ bij legio 582 Uit Uit - Aan / La

99 Circulatietijd instellen De parameter bepaalt de looptijd van de circulatiepomp. Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Warm water drukken. Het menu Warm water wordt weergegeven. Met de draaiknop andere pagina's weergeven. Op functietoets Circ tijd drukken. De parameter Circ tijd wordt weergegeven. Met de draaiknop de tijd instellen en met de functietoets opslaan. Warm water 04 Legio tijdstip 22:00 Circ bij legio Uit Circ tijd 03:00Min Circ tijd :00min 03:00min- 20:00min / La

100 Datum, tijdstip en zomertijdomschakeling instellen Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Tijdstip-datum drukken. Het menu Tijdstip-datum wordt weergegeven. Op functietoets Datum drukken. De parameter Datum wordt weergegeven. Cursor verplaatsen met de functietoets <==. Met de draaiknop de datum instellen en met de functietoets opslaan. Tijdstip-datum 01 Datum 15. Mai 13 Tijdstip 09:57 Zomertijd start 25.Maa Datum Mei 13 <== Tijdstip en zomertijd op dezelfde manier instellen. De zomertijd wordt altijd op de daaropvolgende zaterdag op zondag omgeschakeld / La

101 Tijdprogramma opvragen Circulatieprogramma wordt enkel weergegeven als de parameter Uitgang MFA... (zie hfst ) of Uitgang VA (zie hfst ) op Circ pomp ingesteld is. Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Tijdprogramma drukken. Het menu Tijdprogramma wordt weergegeven. Op functietoets WW-programma drukken. Het menu WW-programma wordt weergegeven. Aan de draaiknop draaien. Weekdagen alsook tijdbereiken van maandag tot vrijdag, zaterdag tot zondag en maandag tot zondag worden weergegeven. Op dezelfde manier kunnen ook Circ.-programma opgevraagd worden. Tijdprogramma 01 WW-programma Circ.-programma WW-programma Maandag Dinsdag Woensdag Zondag Ma - Vr Za - Zo Ma - Zo / La

102 Voorbeeld Tijdprogramma veranderen Warmwaterprogramma woensdag veranderen: Verwarmingsfase 1: 5:30 uur - 7:00 uur Verwarmingsfase 2: 16:00-20:15 uur Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Tijdprogramma drukken. Het menu Tijdprogramma wordt weergegeven. Op functietoets WW-programma drukken. Het menu WW-programma wordt weergegeven. Aan de draaiknop draaien. Weekdagen alsook tijdbereiken van maandag tot vrijdag, zaterdag tot zondag en maandag tot zondag worden weergegeven. Aan de draaiknop draaien, tot Woensdag verschijnt. Op functietoets drukken. Aan de draaiknop draaien, tot 05:30 verschijnt. Cursor verplaatsen met de functietoets ==>. Aan de draaiknop draaien, tot 7:00 verschijnt. Cursor verplaatsen met de functietoets ==>. Aan de draaiknop draaien, tot 16:00 verschijnt. Cursor verplaatsen met de functietoets ==>. Aan de draaiknop draaien, tot 20:15 verschijnt. Met functietoets opslaan. Opgeslagen stookprogramma wordt als balkdiagram weergegeven. Tijdprogramma verlaten met functietoets. Op dezelfde manier kunnen ook Circ.-programma gewijzigd worden. WW-programma Woensdag Woensdag 06:00-22:00 --: :-- --: :-- ==> Woensdag 05:30-07:00 16:00-20:15 --: :-- ==> WW-programma Woensdag / La

103 Fabrieksinstelling tijdprogramma WW-programma Ma - Vr 5:00-21:00 Za - Zo 6:00-22:00 Circ.-programma 6:00-7:00 Ma - Vr 11:00-13:00 17:00-19:00 Za - Zo 7:00-8:00 11:00-13:00 17:00-19: / La

104 Systeeminfo opvragen Parameter Buiten actueel gedempt gemengd Gew.temp Modulatie WEZ: P WEZ max P WEZ reëel Info KA Evenwichtsfles PWT prim PWT sec Buffer boven Buffer onder Warm water Stuurspanning Stuurstroom Foutenhistoriek Versie WCM-KA Parameter Beschrijving Informatie buitentemperatuur / weersafhankelijke regeling Actuele buitentemperatuur Berekeningsgrootte van de weersafhankelijke regeling Weersafhankelijke regeling met invloed van de gebouwconstructie Gewenste systeemtemperatuur Actuele modulatiegraad Aangesloten condensatieketels Volledig vermogen van de cascade Actueel vermogen condensatietoestellen kw Informatie cascade Actuele evenwichtsflestemperatuur (B22) Actuele platenwarmtewisselaar primair temperatuur (B24) Actuele platenwarmtewisselaar secundair temperatuur (B22) Actuele buffervattemperatuur bovenaan (B20) Actuele buffervattemperatuur onderaan (B21) Warmwatertemperatuur Spanningssignaal op ingang N1 Stroomsignaal op ingang N1 Invoering van de 10 laatste fouten resp. verholpen fouten met foutbron, foutcode, datum en tijdstip Softwareversie Vakman KA-menu activeren (zie hfst. 6.7). Op functietoets Systeeminfo drukken. Het menu Systeeminfo wordt weergegeven. Op functietoets Buiten drukken. De parameter Buiten wordt weergegeven. Met de functietoets de parameter verlaten. Het opvragen van de volgende parameter gebeurt zoals hierboven beschreven. Systeeminfo 01 Buiten Gew.temp Modulatie 8.0 C Buiten actueel 5.0 C gedempt 5.2 C gemengd 5.0 C / La

105 Voorbeeld Foutenhistoriek Foutmeldingen van de ebus-deelnemers worden enkel weergegeven als ze minstens 15 minuten duren. Tot 10 foutmeldingen resp. verholpen fouten worden met foutbron, foutcode, datum en tijdstip in de foutenhistoriek van de WCM-FS opgeslagen. Als de foutmelding verdwijnt, dan wordt dat met foutcode 00 in de foutenhistoriek opgeslagen. Met de functietoets Reset kan de foutenhistoriek teruggezet worden. Een fout werd op 15 mei 13 om 9:07 uur in de foutenhistoriek opgeslagen. De fout was 13 minuten later verholpen en werd om 9:20 uur als verholpen fout in de foutenhistoriek opgeslagen. Foutinvoering 01 toont: Verholpen fout met foutbron KA# Foutcode 00 Datum 15 mei 13, Tijdstip 9:20. Foutinvoering 02 toont: Fout met foutbron KA#, Foutcode 181, Datum 15 mei 13, Tijdstip 9:07. Systeeminfo 02 Info KA Warm water 59.2 C Foutenhistoriek 181 Foutenhistoriek : KA# Storing Mei 13, 09:20 Reset Foutenhistoriek : KA# Storing Mei 13, 09:07 Reset / La

106 6.8 Reset Met een reset worden alle instellingen op fabrieksinstelling teruggezet. Volledig toestel Hoofdschakelaar van de installatie uitschakelen. Functietoets 4 ingedrukt houden en weer aanschakelen. EEPROM-reset verschijnt kort EEPROM-Reset Taal instellen. Evt. stookkring#1 (WCM-KA) activeren (zie hfst ). Taal Nederlands Stookkring#1 311 Aan Het toestel wordt opnieuw geconfigureerd. -weishaupt- WCM-KA Ma 15.Mei 13 11:44 Systeemstart wachten aub Inbedrijfstelling doorvoeren (zie hfst. 7) / La

107 Stookkring#1 Hoofdschakelaar van de installatie uitschakelen. Menutoets stookkring#1 1 ingedrukt houden en weer aanschakelen. EEPROM-SK verschijnt kort. EEPROM SK Taal instellen. Stookkring#1 (WCM-KA) activeren (zie hfst ). Taal Nederlands Stookkring#1 311 Aan Het toestel wordt opnieuw geconfigureerd. -weishaupt- WCM-KA Ma 15.Mei 13 11:44 Systeemstart wachten aub Inbedrijfstelling doorvoeren (zie hfst. 7) / La

108 Cascade Hoofdschakelaar van de installatie uitschakelen. Menutoets cascade ingedrukt houden en weer aanschakelen. EEPROM-KA verschijnt kort.. EEPROM KA Het toestel wordt opnieuw geconfigureerd. Ma 15.Mei 13 11:44 Systeemstart -weishauptwachten WCM-KA aub Ma 15.Mei 13 11:49 Modulatie 00% Evenwichtsfles 28.7 C Automatisch i / La

109 7 Inbedrijfstelling 7 Inbedrijfstelling Het menu inbedrijfstelling verschijnt automatisch: Na de eerste inbedrijfstelling. Na reset volledig toestel. Na reset SK#1-regelaar. 7.1 Voorwaarden De inbedrijfstelling mag enkel door gekwalificeerde vaklui uitgevoerd worden. Enkel een correct uitgevoerde inbedrijfstelling garandeert de bedrijfszekerheid van het toestel. Voor de inbedrijfstelling controleren of alle montage- en installatiewerken afgesloten zijn Condensatieketels aan cascadewerking aanpassen Werking rookgasafsluitinrichting Om het drukverlies van de rookgasafsluitinrichting te compenseren, moeten het onderste en het bovenste ventilatortoerental verhoogd worden. Condensatieketels bij parameter 11 op werking met rookgasklep EA instellen (zie montage- en bedieningsrichtlijnen WTC ). Brandertaktvergrendeling op de condensatieketel deactiveren. De bij parameter 34 ingestelde brandertaktvergrendeling is bij condensatieketels in cascade niet nodig daar de cascademanager de tijdelijke regeling overneemt. Brandertaktvergrendeling parameter 34 deactiveren --- (zie montage- en bedieningsrichtlijnen WTC ) / La

110 7 Inbedrijfstelling ebus adresseren Condensatieketels De condensatieketels moeten volgens vermogen in stijgende alfabetische volgorde #A, #B, #C, #D geadresseerd worden. In dit geval de condensatieketel met het kleinste vermogen met adres #A adresseren. Als de warmwaterlading met één enkele condensatieketel gerealiseerd wordt, moet deze condensatieketel met Adres #Ageadresseerd worden. FS #2 FS #3 FS #8 EM #2 EM #3 EM #8 WTC 45 #A WTC 60 #B WTC 60 #C WTC 60#D Condensatieketels adresseren (zie montage- en bedieningsrichtlijnen WTC...). Als er na de adresinvoering een fout op het display verschijnt, moet een reset doorgevoerd worden (zie hfst. 6.8). WCM-FS en WCM-EM WCM-FS en WCM-EM adresseren (zie montage- en bedieningsrichtlijnen afstandsbedieningseenheid WCM-FS en uitbreidingsmodule WCM-EM) / La

111 7 Inbedrijfstelling ebus-energiebalans ebus-voedingen van de condensatieketels moeten bij te hoog stroompeil gedeactiveerd worden en bij te laag stroompeil geactiveerd worden. De WCM-EM regelt de ebus-voeding automatisch. Alle WCM-FS en WCM-EM van de ebus loskoppelen (klemmen losmaken). ebus-voeding met ebus-tester controleren, evt. ebus-voeding op de condensatieketels activeren resp. deactiveren (condensatieketel parameter 71). WCM-FS en WCM-EM weer aansluiten. + ebus M 1 M 1 M 1 M 1 M ebus N1 B20 B21 B22 B23 B24 VA MFA MFA H1 230V N L N L N L E L N L 4AT F / La

112 7 Inbedrijfstelling 7.2 Inbedrijfstellingsstappen Taal instellen De taal wordt weergegeven: Bij de eerste inbedrijfstelling. Na reset volledig toestel (zie hfst. 6.8). Na reset stookkring#1 (zie hfst. 6.8). Met de draaiknop de taal instellen. Met functietoets opslaan. Taal 311 Nederlands / La

113 7 Inbedrijfstelling Stookkring#1 activeren Regelvariante voor de stookkring#1 vastleggen (zie hfst. 3.3). Pompstookkring via WCM-KA regelen Als de pompstookkring via WCM-KA geregeld wordt, moet de stookkring#1 in de WCM-KA geactiveerd worden.g Met de draaiknop Aan instellen (zie hfst ). Met functietoets opslaan. De cascademanager wordt opnieuw geconfigureerd. Pompstookkring via WCM-FS regelen Als de pompstookkring via WCM-FS geregeld wordt, mag de stookkring #1 in de WCM-KA niet geactiveerd worden. Instelling Uit met functietoets opslaan. Stookkring#1 activeren wordt automatisch weergegeven: Bij de eerste inbedrijfstelling. Na reset volledig toestel. Na reset stookkring# Installatie configureren Vakman KA-menu instellen (zie hfst. 6.7). Evt. vakman #1-menu instellen (zie hfst. 6.6). Evt. gebruiker #1-menu instellen (zie hfst. 6.5) Configuratie controleren Configuratie WTC controleren (zie hfst ). Configuratie WCM-KA controleren (zie hfst ). Configuratie verbruiker controleren (zie hfst ) Datum, tijdstip en zomertijdomschakeling instellen Datum, tijdstip, zomertijd start en zomertijd einde instellen (zie hfst ) / La

114 8 Foutopsporing 8 Foutopsporing 8.1 Foutcode Voelerfout Foutcode Oorzaak Oplossing 131 Platenwarmtewisselaar primair voeler B24 defect Voeler en leiding controleren, evt. vervangen. Voelerkenwaarde (zie hfst. 9.1) 132 Evenwichtsflesvoeler B22 defect 134 Warmwatervoeler B23 defect 138 Buffervatvoeler bovenaan B20 defect 139 Buffervatvoeler onderaan B21 defect Actorenfout Foutcode Oorzaak Oplossing 149 Veiligheidsschakelaar condensaatopvoerpomp Condensaatopvoerpomp controleren, evt. vervangen. op ingang H1 werd geactiveerd. Hardware-fout Foutcode Oorzaak Oplossing 154 Interne fout EEPROM-gegevens WCM-KA vervangen. ebus-communicatiefout Foutcode Oorzaak Oplossing 180 Fout met communicatie naar de WCM-KA ebus-leidingen, busniveau en protocol controleren, evt. afgeschermde leidingen installeren Fout met communicatie naar FS Signaalbron controleren, arbeidsbereik afstellen. 189 Fout N1-ingang 190 Fout met communicatie naar WCM-EM ebus-leidingen, busniveau en protocol controleren, Fout met communicatie naar WCM-CPU evt. afgeschermde leidingen installeren. Systeemfout Systeemfout oplossen. Installatie uit- en weer aanschakelen. Installatie wordt opnieuw geconfigureerd. Foutcode Oorzaak Oplossing 200 Buskenning bezet Ander ebus-adres instellen. 201 Adres W-toestel in cascadesysteem Controleren of warmwaterbouwgroep op het toestel #A geïnstalleerd is. 202 WCM-FS adr.# 1+2 werd aan en warmwaterlaadkring toegewezen Ander ebus-adres instellen / La

115 9 Technische documenten 9 Technische documenten 9.1 Voelerkenwaarde NTC 5 kω NTC 12 kω Buffervatvoeler onderaan Warmwatevoeler Buffervatvoeler bovenaan Evenwichtsflesvoeler Platenwarmtewisselaar voeler C Ω C Ω / La

116 10 Trefwoordenlijst A Aanschakeloptimalisatie...57 Aansluiting WCM-KA...24 Aansprakelijkheid... 7 Adres #A...10, 110 Adrestoewijzing Afvoer van afvalstoffen... 8 Automatisch...33 B Bedieningspaneel...27 Behuizingsdeksel openen...22 Beperking van de gewenste vertrektemperatuur...54 Borgstelling... 7 Brandertaktvergrendeling...81, 109 Buffervat...89 Buffervatregeling...12, 13, 15, 16 Buffervattemperatuur...88 Buffervatverhoging...88 Buffervatvoeler...24 Buitentemperatuur...59, 104 Buitenvoeler...53 C Circulatie... 25, 70, 71 Circulatiepomp...19 Circulatieprogramma , 102 Circulatietijd...99 Compatibiliteit...21 Condensatieketel buiten bedrijf stellen...78 Condensatieketels Configuratie condensatieketel...66 Configuratie verbruiker...68 Configuratie WCM-KA...67 Contrast...68 Convector...41 D Datum Desinfectietemperatuur...97 Draaiknop...27 Drukverlies E EBUS...24 EBUS-aansluiting...26 EBUS-adressering EBUS-deelnemer...26 EBUS-voeding Eerste inbedrijfstelling , 113 Elektrische gegevens...20 Elektrische installatie...24 Evenwichtsfles... 85, 89 Evenwichtsflesregeling... 18, 82 Evenwichtsflesverhoging...85 Evenwichtsflesvoeler...24 Externe pomp...25 F Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling circulatieprogramma Fabrieksinstelling gebruiker # Fabrieksinstelling instellen... 35, 49, 61 Fabrieksinstelling steilheid...41 Fabrieksinstelling stookkringtype# Fabrieksinstelling stookprogramma...47 Fabrieksinstelling vakman # Fabrieksinstelling vakman KA...62 Fabrieksinstelling warmwaterprogramma Foutcode Foutenhistoriek , 105 Functietoets...27 G Gebouwconstructie...58 Gebruik van zonne-energie...96 Gebruiker #1-menu...27 Gebruiker#1-menu...34 Gecentraliseerde besturingseenheid...37 Gedeactiveerde stookkring# Gewenste ruimtetemperatuur...40 Gewenste vertrektemperatuur...39 Gewenste warmwatertemperatuur... 31, 90 H Helderheid...69 I Inbedrijfstelling Informatie opvragen...32 Ingang H , 24, 72 Ingang H Ingang N , 25, 74 Inschakelen van de cascade...18 Installatievoorbeeld... 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16 K Ketelvolgorde... 76, 78 Klemmenbenaming...24 L Legionellenbeschermingsfunctie... 96, 97 Legionellenschutzfunktion...98 Leidingsdiameter...26 Leidingslengte...26 Looptijd...88 M Maximale warmwatertemperatuur...91 Menu...28 Menu kiezen... 34, 48, 60 Menustructuur gebruiker # Menustructuur vakman # Menustructuur vakman KA...62 Menutoets / La

117 10 Trefwoordenlijst Modulatiegraad Modulatiegrens... 18, 79, 80 N Netspanning...20 Neutralisatiepomp... 25, 70, 71 Normale gewenste ruimtetemperatuur...38 Normale vertrektemperatuur...39 Normale werking... 30, 37 O Omgevingscondities...20 Onderhoud...30 Opslag...20 Overzicht bedieningsmenu...28 P Parallelle verschuiving...40 Parameter gebruiker # Parameter instellen... 35, 49, 61 Parameter vakman # Parameter vakman KA...62 Parasol...29 Platenwarmtewisselaar...19, 82, 85, 89 Platenwarmtewisselaar-regeling...19 Pompstookkring...17, 113 Programma...37 R Radiator...41 Reg.type...53 Regeldifferentieel...82 Regeltemperatuur...82 Reset...105, 106, 109, 110, 113 Rookgasafsluitinrichting Rookgasklep Ruimtetemperatuur...38, 57, 104 Ruimtevorsttemperatuur...42 S Schakeldifferentieel... 88, 92 Schakelen van de cascade van condensatieketels...18 Schakelvolgorde cascade...18 Signaal gewenste waarde...25 Signaal voor gewenste waarde...74 Softwareversie Spanning...24 Spanningssignaal...74 Spanningstoevoer...20 Speciaal niveau... 72, 73 Spertijd...81 weergave... 29, 31, 32 Standby... 29, 32, 33, 37, 72, 96 Standby WTC...19 Steilheid... 40, 41 Stookcurve...40 Stookkring...43 Stookkring# , 48 Stookkring#1 activeren...51 Stookkringtype... 41, 52 Stookprogramma... 30, 45, 46 Storing...30 Storingsmelding... 70, 71 Stroomsignaal...74 Symbool werkingsstand...29 Systeeminformatie...59, 104 Systeemscheiding...19 T Taal Takt...81 Talen...65 Temperatuur...20 Temperatuurbegrenzing...82 Temperatuurniveau...44 Temperatuuropvraging...59, 104 Tijdprogramma...45, 46, 101, 102, 103 Tijdsbalk... 30, 32 Tijdstip Toelatingsgegevens...20 Toevoerpomp...25 Transport...20 U Uitgang MFA...19, 24, 25, 70 Uitgang VA...19, 24, 25, 71 Uitgangstest...75 Uitschakelen van de cascade...18 V Vakantie... 36, 43, 44 Vakantie beëindigen...44 Vakantie standaardweergave...32 Vakantie temperatuurniveau...44 Vakman #1-menu... 27, 48 Vakman KA-menu... 27, 60 Variante... 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16 Veiligheidsvoorschriften... 8 Vergrendeling...72 Verhoging...85 Verhoging warmwatertemperatuur...93 Verlaagde ruimtetemperatuur...38 Verlaagde vertrektemperatuur...39 Verlaagde werking...30, 37, 55, 56 Verlaging... 30, 55 Vermogenopname...20 Vermogenregelaar... 84, 85 Vermogenregeling...18 Vermogenssturing op afstand Vermogenstuirng op afstand...24 Vermogensturing op afstand...25, 74, 104 Vermogenverliezen... 85, 88 Vertrektemperatuur...39, 40, 86, 87 Verwarmingsstand...72 Vloerverwarming...41 Voedingsspanning / La

118 10 Trefwoordenlijst Voeler... 12, 13, 15, 16, 24, 67 Voeler B , 87 Voeler platenwarmtewisselaar...24 Voelerkenwaarde Volgorde...76 Volgordewisseling...76 Volgordewisseltijd...77 Voorprogrammering...57 Vorst...30 Vorstbeveiliging...42 Vorstgrens... 44, 55, 56 W Warmtevraag... 86, 87 Warmwaterlaadtijd...94 Warmwaterlading... 10, 11, 14, 25, 43, 70, 71 Warmwaterprogramma... 30, 101, 102 Warmwater-pushfunctie...31 Warmwater-schakeldifferentieel...92 Warmwatertemperatuur Warmwatervariante...89 Warmwatervermogen...95 Warmwatervoeler... 10, 24 Waterkraan...29 Waterverwarmer...89 Weergave...29, 30, 68, 69 Weergave stookkring#1 gedeactiveerd...51 Weersafhankelijke regeling...40 Werkingsstand...29 Werkingsstand cascade...33 Werkingsstand stookkring# Winter...43 WW gewenste waarde...31 Z Zomer... 33, 37, 43 Zomer/winter-omschakeling...43 Zomertijd Zon / La

119 / La

120 Weishaupt n.v., Paepsemlaan, Brussel Weishaupt in uw buurt? Adressen, telefoonnummers enz. vindt u op Wijzigingen voorbehouden. Nadruk verboden. Product Beschrijving Vermogen W-branders De miljoenenmaal beproefde compact-bouwreeks: tot 570 kw zuinig, betrouwbaar, volautomatisch. Stookolie-, gas- en combibranders voor één- en meergezinswoningen, alsook voor industriële toepassingen. Met de purflam brander wordt stookolie nagenoeg roetvrij verbrand en worden NOx-emissies aanzienlijk gereduceerd. Monarch en De legendarische industriebranders : beproefd, tot kw industriebranders duurzaam, overzichtelijk. Stookolie-, gas- en combibranders voor centrale warmtevoorzieningsinstallaties. multiflam branders Innovatieve Weishaupt-technologie voor branders tot kw met een hoog vermogen: minimale emissiewaarden, vooral bij vermogens hoger dan 1 megawatt. Stookolie-, gas- en combibranders met gepatenteerde brandstofopdeling. WK-industriebranders Krachtpakketten gebouwd volgens een modulair tot kw principe: flexibel, robuust, krachtig. Stookolie-, gasen combibranders voor industriële toepassingen. Thermo Unit De verwarmingssystemen Thermo Unit uit gietijzer of tot 55 kw staal : modern, zuinig, betrouwbaar. Voor de milieuvriendelijke verwarming van één- en meergezinswoningen. Brandstof : gas of stookolie. Thermo Condens Het innovatieve condensatietoestel met tot kw SCOT-systeem: efficiënt, weinig schadelijke stoffen, veelzijdig. Ideaal voor één- en meergezinswoningen. En voor de grote warmtebehoefte als vloerstaande condenserende gasketel met een vermogen gaande tot kw (cascade). Warmtepompen Het warmtepompprogramma biedt oplossingen voor tot 130 kw het gebruik van warmte uit de lucht, de grond of het grondwater. De systemen zijn geschikt voor renovatie of nieuwbouw. De opstelling in cascade van meerdere warmtepompen is mogelijk. Zonnesystemen Waterverwarmer / energie-opslagvat MSR-techniek / gebouwbeheersystemen Gratis energie van de zon: perfect afgestemde componenten, innovatief, beproefd. Vlakke collectoren met een elegant design voor verwarmingsondersteuning en voor de bereiding van sanitair warm water. Het aantrekkelijke programma voor de bereiding van sanitair warm water omvat klassieke waterverwarmers, die via een verwarmingssysteem gevoed worden en energieopslagvaten die via zonnesystemen gevoed kunnen worden. Van schakelkast tot complete sturing van gebouwbeheertechniek - bij Weishaupt vindt u het totale spectrum van de moderne MSR-techniek. Toekomstgericht, zuinig en flexibel / La