Zonneregelaar WRSol / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Transcriptie

1 Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich /0-07

2 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße D Schwendi Product: Zonneregelaar WRSol. Het hierboven omschreven product is conform met de bepalingen van de richtlijnen: LVD EMC 006 / 95 / EC 004 / 08 / EC Dit product wordt als volgt gekenmerkt: Schwendi, ppa. ppa. Dr. Schloen Hod onderzoek en ontwikkeling Denkinger Hod productie kwaliteitsmanagement

3 Aanwijzingen voor de gebruiker Informatie voor de gebruiker Symbolen Doelgroep Borgstelling en aansprakelijkheid... 8 Veiligheidsvoorschriften... 9 Over de Weishaupt-zonneregelaar WRSol..... Wat kan de zonneregelaar.... Waarop moet u letten?... 4 Montage en aansluiting Standaarduitrusting Wandmontage Inbedrijfstelling Inbedrijfstellingsassistent Elektrische aansluiting Schakelschema WRSol Aansluiting volumemeter en terugloopvoeler Aansluiting vermogenssignaal voor toerentalregeling van de pomp Gebruik van de in- en uitgangen naargelang de hydraulische variante... 5 Overzicht hydraulische varianten Opties Hydraulische varianten Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante /0-07 Ext. TEM -54

4 6. Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Bediening Bedienings- en weergave-elementen Display avigatie menustructuur avigatie infomenu Gewenste / reële waarden Opbrengst avigatie statistiekmenu avigatie / menustructuur (debiet veranderen) Bedrijfsmodus Gewenste / reële waarden Instellingen Tijdprogramma's instellen Configuratie avigatie code-invoering Functies Collectorbeveiliging MFA-uitgang Blokkering warmtegenerator, vrijgave warmtegenerator Storingsmelding Hogetemperatuurontlasting Pompstandbeveiliging Pomptoerentalregeling in verbinding met collectoren Pompaansturing in verbinding met een vastebrandstketel Testfunctie Berekening van de energieopbrengst Starthulpfunctie /0-07 Ext. TEM 4-54

5 8.9 Collectorcascade PWL optie warmwateroplading PPS optie ontlading VIZ/TKR optie volume-impulsteller / collectorterugloopvoeler Optie warmtehoeveelheidsmeter VIZ optie debietmeting VBY optie bypass collector PLE optie thermische desinfectie PZW optie warmwatercirculatie Warmwatercirculatiestation via warmtewisselaar Verwarming uit stand- by buffervat Verwarming uit voorverwarmingsbuffer Strategie zonneoplading Strategieomschakeling Berekening nominaal vermogen Lading volgens rendement Lading volgens temperatuur Laadfunctie boiler via platenwarmtewisselaar Vertrek en terugloop naar de verschillende boilers Ontlading (PPZ) Lading / bijlading (PZP) Om- en lagenlading in verschillende boilers Omlading Lagenlading Vorming gewenste waarde TSV secundair vertrektemperatuur Toerentalregeling primaire pomp PWP Verhoging teruglooptemperatuur verwarming (VRA) VRU optie terugloopomschakeling Omschakelfunctie buffervat, stookolie-, gasketel (VUP) WES-functie Monitoring Gegevensregistratie Opslag van bedrijfswaarden Opslag van parameterreeksen Opslag van fouten Wat doen als...? Storingsmeldingen (foutmeldingen) Oorzaken en oplossing van storingen Technische gegevens Elektrische gegevens Toegelaten omgevingscondities Afmetingen Gegevens temperatuurvoelers Voelerkenwaarde... 4 Bijvoegsel Checklist Inbedrijfstellingsprotocol van de instelbare parameters /0-07 Ext. TEM 5-54

6 . Inbedrijfstellingsprotocol van de instelbare parameters... 5 otities /0-07 Ext. TEM 6-54

7 Aanwijzingen voor de gebruiker Aanwijzingen voor de gebruiker Deze montage- en bedieningshandleiding is een vast bestanddeel van het toestel en moet altijd bij de installatie bewaard worden.. Informatie voor de gebruiker.. Symbolen GEVAAR Direct gevaar met hoog risico. De niet-naleving leidt tot zware lichamelijke verwondingen de dood. WAARSCHUWIG OPGELET Gevaar met middelhoog risico. De niet-naleving kan tot schade aan het milieu, zware lichamelijke verwondingen de dood leiden. Gevaar met beperkt risico. De niet-naleving kan tot materiële schade lichte tot middelzware lichamelijke verwondingen leiden. Belangrijke opmerking. Vereist een onmiddellijke handeling. Resultaat na een handeling. Opsomming Waardebereik.. Doelgroep Deze montage- en bedieningsrichtlijnen richten zich tot de gebruiker en tot gekwalificeerde vaklui. Deze moeten nageleefd worden door alle personen die aan het toestel werken. Werken aan het toestel mogen enkel door gekwalificeerde vaklui met de daartoe vereiste kennis en opleiding doorgevoerd worden. Personen met beperkte fysieke, sensorische geestelijke vaardigheden mogen enkel onder toezicht met de instructies van een bevoegde persoon aan het toestel werken. Kinderen mogen niet aan het toestel spelen /0-07 Ext. TEM 7-54

8 Aanwijzingen voor de gebruiker. Borgstelling en aansprakelijkheid Borgstelling en aansprakelijkheid bij persoonlijke ongelukken en materiële schade zijn uitgesloten, indien deze op één meerdere van de onderstaande oorzaken zijn terug te voeren: ondoelmatig gebruik van het toestel; niet-naleving van de Montage- en bedieningsrichtlijnen; het verdere gebruik ondanks het optreden van een gebrek; ondeskundig uitgevoerde herstellingen; gebruik van onderdelen die geen originele Weishaupt-onderdelen zijn; overmacht /0-07 Ext. TEM 8-54

9 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Uw informatiepakket: De bedieningsrichtlijnen van de zonneregelaar hebt u nu in de hand. Lees a.u.b. deze bedieningsrichtlijnen zorgvuldig door. Zij zullen u helpen om de functies van de regelaar optimaal te benutten en uw zonne-installatie optimaal te gebruiken. Bewaar deze bedieningsrichtlijnen steeds in de buurt van de zonneregelaar. Doelmatig gebruik De regelaar is een elektronisch toestel dat gebruikt wordt in verbinding met een hydraulische schakelkring, overeenkomstig de specificaties van de fabrikant. Andere toepassingen zijn niet toegelaten. Gevaar bij de omgang met het toestel Weishaupt-producten zijn geconstrueerd overeenkomstig de geldende normen en richtlijnen en de algemeen erkende veiligheidstechnische regels. Bij ondeskundig gebruik kan gevaar voor lichaam en leven optreden voor de gebruiker voor derden en kan schade aan het toestel aan andere materialen ontstaan. Om gevaar te vermijden mag de Weishaupt-zonneregelaar (WRSol) alleen ingezet worden: voor doelgericht gebruik; in perfecte, veilige toestand; onder inachtname van alle aanwijzingen in de bedieningsrichtlijnen. Storingen die afbreuk doen aan de veiligheid dienen per omgaande opgelost te worden. Kwalificatie van het personeel Enkel gekwalificeerd personeel mag het Weishaupt-systeem in bedrijf stellen. Gekwalificeerd personeel zijn personen die vertrouwd zijn met opstelling, montage, afregeling, inbedrijfstelling en onderhoud van het product en die voor deze werkzaamheden de nodige kwalificaties bezitten, zoals bijv.: Een opleiding hebben genoten en gemachtigd zijn om stroomkringen en elektrische toestellen volgens de normen van de veiligheidstechniek in- en uit te schakelen, te aarden en te kenmerken. Informele veiligheidsmaatregelen Let ook op de aanwijzingen in de montage- en bedieningsrichtlijnen van de collectoren. Los van de montage- en bedieningsrichtlijnen dienen de landsgebonden regels en voorschriften ter voorkoming van ongevallen te worden nageleefd. In het bijzonder de desbetreffende opbouw- en veiligheidsvoorschriften (bijv. B-E, A.R.E.I.) in acht nemen. Alle veiligheids- en gevaarindicaties op het toestel moeten duidelijk leesbaar blijven. De verwarmingsinstallateur moet u uitvoerig informeren over de bediening van de zonneregelaar /0-07 Ext. TEM 9-54

10 Veiligheidsvoorschriften Gevaar door elektrische energie Vóór het begin van de werken installatie uitschakelen, tegen herinschakelen beveiligen, controleren de stroom uitgeschakeld is, aarden en kortsluiten en tegen alle nabije, onder spanning staande delen beschermen! Werken aan de elektrische installatie door een vakman laten uitvoeren. De elektrische uitrusting van het Weishaupt-systeem tijdens onderhoudswerken controleren. Losse verbindingen vastzetten en beschadigde kabels onmiddellijk vervangen. Indien werken aan spanningsvoerende delen noodzakelijk zijn, moeten de voorschriften UVV VBG4 andere landsgebonden voorschriften gerespecteerd worden en de gebruikte werktuigen moeten voldoen aan de norm E Er moet een tweede persoon aanwezig zijn om in noodgevallen de stroomtoevoer uit te schakelen. Constructieve wijzigingen van het toestel Zonder toestemming van de fabrikant geen veranderingen verbouwingen aan het Weishaupt-systeem doorvoeren. Voor alle ombouwactiviteiten is een schriftelijke toestemming van de firma Max Weishaupt GmbH nodig. Toestelonderdelen in niet onberispelijke staat onmiddellijk vervangen. Bijkomende componenten, die niet samen met het toestel gekeurd zijn, mogen niet ingebouwd worden. Alleen originele -weishaupt- onderdelen als vervangstukken gebruiken. Instellingen U mag alleen de in deze handleiding aangegeven instellingen doorvoeren. Door een slechte instelling kan de zonne-installatie beschadigd worden /0-07 Ext. TEM 0-54

11 Over de Weishaupt-zonneregelaar WRSol. Over de Weishaupt-zonneregelaar WRSol. De Weishaupt-zonneregelaar (WRSol) maakt een eenvoudige regeling van uw zonnesysteem mogelijk. Enkele kenmerken van de WRSol: Volledig grafisch display met weergave van de geanimeerde hydraulische variante. Intuïtieve navigatie door de menu s met duidelijke tekstweergave. Eenvoudige opvraging van informatie omtrent het zonnesysteem. Voorgedefinieerde gewenste temperatuurwaarden voor warm water en vorstbeveiliging. Eenvoudige reset naar vooraf ingestelde waarden naar de leveringsconfiguratie. Opslagmogelijkheden via de WRSol registratiestware SD-kaart. Statistiekfunctie voor de zonne-energieopbrengst met resultaten per week, maand jaar. Toerentalgeregelde zonne- resp. vastebrandstketelpomp. Uitgang voor vermogenssignalen PWM 0-0 V. De WRSol kan gebruikt worden als differentieelregelaar voor: Zonneboilers Zonne-energieopslagvaten Het instandhouden van de teruglooptemperatuur Zwembad Zwembad. Wat kan de zonneregelaar Juist geprogrammeerd en in combinatie met een aangepaste hydraulische schakelkring verzekert de regelaar dat de zonne-energie ten volle benut wordt, zodat indien mogelijk, geen bijkomende warmtegeneratoren nodig zijn. Een normale werking van de zonne-installatie is mogelijk nadat alle beschikbare hydraulische varianten (installatietypes) ingesteld werden. Alle parameters, regel- en veiligheidsfuncties welke overeenstemmen met het gekozen installatietype worden automatisch vooringesteld. Hierdoor is de installatie onmiddellijk operationeel. Met het potentiaalvrije contact (MFA-uitgang, klem 5 en 6) kan een storing doorgestuurd worden een vergrendeling van de brander (blokkering warmtegenerator) resp. een warmtevraag (vrijgave warmtegenerator) gegenereerd worden een hogetemperatuurontlasting (afkoelfunctie) doorgevoerd worden.. Waarop moet u letten? OPGELET Regelaar niet uitschakelen Het uitschakelen van de regelaar kan de zonne-installatie beschadigen, als deze met water gevuld is (vorstbeveiliging niet meer verzekerd). De regelaar mag alleen buiten werking gezet worden tijdens onderhouds- en herstellingswerken. Deze bedieningsrichtlijnen zijn alleen geldig voor de zonneregelaar type WRSol. (zie typeplaatje). Voor alle ombouwactiviteiten is een schriftelijke toestemming van de firma Max Weishaupt GmbH nodig. Enkel aanvullende componenten inbouwen die samen met het toestel getest en gekeurd werden. Enkel originele Weishaupt-onderdelen gebruiken /0-07 Ext. TEM -54

12 4 Montage en aansluiting 4 Montage en aansluiting 4. Standaarduitrusting De standaarduitrusting bevat: Regelaar WRSol. Bevestigingsmateriaal voor wandmontage Klembeugels inclusief schroeven Collectorvoeler STF 5, stuk (4 m, blauwe kabel, -w- r ) Dompelvoeler STF., stuks (,5 m, grijze kabel, -w- r ) Bedieningsrichtlijnen WRSol. De voelers die in de standaarduitrusting inbegrepen zijn, zijn als dompelvoelers uitgevoerd. Indien contactvoelers nodig zijn, kunnen deze besteld worden onder het nummer De collectorvoeler kan niet als contactvoeler uitgevoerd worden. 4. Wandmontage Voor de bevestiging de nodige kabelinvoering uitbreken e SD L mm 0 mm 57 mm Schroef De bovenste schroef zodanig indraaien, dat de regelaar nog kan worden opgehangen /0-07 Ext. TEM -54

13 4 Montage en aansluiting 4. Inbedrijfstelling De WRSol is zo opgebouwd dat door de keuze van de overeenkomstige hydraulische variante de functie van de regelaar en de aard van instelparameters vastgelegd worden. Er verschijnen dan alleen de keuzemenu s en instelparameters die voor de gekozen hydraulische variante nodig zijn. Alle andere instelparameters worden niet weergegeven. Werkwijze:. Gewenste hydraulische variante selecteren (zie hfst. 6).. Elektrische aansluiting overeenkomstig de geselecteerde hydraulische variante uitvoeren (zie hfst. 6).. Inbedrijfstellingsmenu treedt op bij het starten van het toestel (zie hfst. 4.4). Taal kiezen. Tijdstip en datum instellen. De onder. gekozen hydraulische variante in de regelaar instellen. Volume-impulsteller en collectorterugloopvoeler, alsook de collectorvertrekvoeler indien nodig selecteren. OPGELET Elektronische pomp kan beschadigd worden. Als de «Uitgang : zonnepomp» en / «Uitgang : zonnepomp/vaste brandst/ warmtewisselaar» op «0: standaard pomp» staat, mag er GEE elektrische pomp geïnstalleerd zijn! Zonnepomp kiezen De regelaar wordt heropgestart 4. Alle temperaturen en waarden aflezen en de plausibiliteit ervan controleren (zie hfst. 7.4). 5. Alle uitgangen in de bedrijfsmodus Test controleren (zie hfst. 8.6). 6. Maximaal en evt. minimaal debiet instellen (zie hfst. 7.7). Als er geen volume-impulsteller geïnstalleerd is, komt het maximale debiet overeen met het afgelezen debiet bij 00 % pompaansturing. Bij actieve volume-impulsteller wordt het debiet tot de instelwaarden minimaal en maximaal debiet beperkt. 7. Regelaar weer op modus Auto zetten (zie hfst. 7.6.). 8. Inbedrijfstellingsprotocol in bijlage invullen /0-07 Ext. TEM -54

14 4 Montage en aansluiting 4.4 Inbedrijfstellingsassistent Taalkeuze Esc 0:nederlands 0:45 Save De waarden kunnen door middel van de draaiknop veranderd worden. Met de toets Save wordt de verandering bevestigd en de volgende waarde verschijnt. Volgende waarden worden opgeroepen: Taalkeuze Tijdstip Datum Hydraulische variante VIZ/TKR optie volume-impulsteller TKV optie Uitgang : Zonnepomp Uitgang : Zonnepomp / vastebrandst / warmtewisselaar a het afsluiten van de inbedrijstellingsassistent wordt het toestel heropgestart. OPGELET Elektronische pomp kan beschadigd worden. Als de «Uitgang : zonnepomp» en / «Uitgang : zonnepomp / vaste brandst / warmtewisselaar» op «0: standaard pomp» staat, mag er GEE elektrische pomp geïnstalleerd zijn! /0-07 Ext. TEM 4-54

15 4 Montage en aansluiting 4.5 Elektrische aansluiting Vóór de bevestiging de nodige kabeldoorvoer uitbreken. GEVAAR Levensgevaar door elektrische schok Ondeskundig uitgevoerde installatie- herstellingswerken kunnen levensgevaarlijke elektrische schokken veroorzaken. De installatie mag enkel uitgevoerd worden door vakmensen die over voldoende kwalificaties beschikken. Het openen van het toestel van de bijhorende onderdelen moet over het algemeen vermeden worden. Herstellingen mogen enkel door de fabrikant uitgevoerd worden. Het vertrek resp. de terugloop van de zonne-installatie moet geaard zijn. Overspanningsbeveiliging De aangesloten voelers moeten niet met een speciale bescherming tegen overspanning beveiligd worden e SD L Klemmenblok links (voelers) Klemmenblok rechts (uitgangen / spanningstoevoer) Klemmenafdekplaat verwijderen. Voelerleidingen, MFA-uitgang, pomp resp. omschakelventiel en spanningstoevoer overeenkomstig de geselecteerde hydraulische variante aansluiten (zie hfst. 6). Aangesloten kabels vastmaken met de klembeugels die in de standaarduitrusting bijgeleverd zijn /0-07 Ext. TEM 5-54

16 4 Montage en aansluiting Scheidingswand voor MFA-uitgang overeenkomstig het gebruik correct plaatsen. (A) links 0 V (B) rechts kleinspanning Onder spanning plaatsen. Klemmenafdekplaat weer monteren. De uitgang (PS) en (PS, PFK enz.) mag max. met ampère belast worden. Verbruikers met een hogere stroomopname moeten via een hulprelais aangestuurd worden. Bijkomend moet hierbij parallel met klem / en/ / een RC-condensator aangesloten worden (-w ). Als de instelling Uitgang en/ zich op "0: standaard pomp" bevindt en een hulprelais resp. een ventiel aangesloten is, moet de parameter Minimaal toerental PS op 00% gezet worden /0-07 Ext. TEM 6-54

17 4 Montage en aansluiting 4.6 Schakelschema WRSol. F Aansluiting debietmeter ** (5 V DC) (5 V DC) 6 5 (+) (+) (+) (-) (-) (-) e (+) (-) L V** V** Aansluiting toets voor de vraag van de warmwatercirculatiepomp *** M V V>0 TKV TUZ TZW TSO T TKR THR TUZ T M V TKV TPV TKR TPR PWM PWM TO TOZ TSO THR TZW TO T6 TO TSO THR TK TU TFK TWT TSO THR TU TZW TUZ TUZ TSO TOZ THR T4 TU TZW TK TZW THR TZWATZW TSRU T5 TU T TSV T TSR T ebus MFA M ~ PPZ PSB PLE PPS PWL PZW M M M ~ ~ ~ PZP PLE PPS PWL PZW PS PFK PSL PWT PLE PPS PWL PZW PWS PS PSL PLE PPS PWL PZW PWP PZWP F0 6A S V*** VRA VSP VBY VRU VPO VSP VUP VBY VRA VBY L 0 V 50 Hz TFK THR Vastebrandstketeltemperatuur Stookkringteruglooptemperatuur TK Temperatuurvoeler collector TK Temperatuurvoeler collector TKR TKR TKV TKV TO TO TOZ TSO TU TU TU TUZ TWT TZW TZWA TPV TPR TSV TSR TSRU V / V Temperatuurvoeler collectorveld terugloop Temperatuurvoeler collectorveld terugloop Temperatuurvoeler collectorveld vertrek Temperatuurvoeler collectorveld vertrek Temperatuurvoeler boiler bovenaan Temperatuurvoeler boiler bovenaan Bijkomende temperatuurvoeler boiler bovenaan Temperatuurvoeler bijkomende boiler Temperatuurvoeler boiler onderaan Temperatuurvoeler boiler onderaan Temperatuurvoeler boiler onderaan Bijkomende temperatuurvoeler boiler onderaan Temperatuurvoeler platenwarmtewisselaar Temperatuurvoeler warmwatercirculatie Temperatuurvoeler warmwatercirculatie, uitgang warmtewisselaar Temperatuurvoeler warmtewisselaar vertrek primair Temperatuurvoeler warmtewisselaar terugloop primair Warm water oplaadtemperatuur secundair vertrek Warm water oplaadtemperatuur secundair terugloop Temperatuurvoeler boiler terugloopomschakeling Flow-Rotor, volume-impulsteller toets bij impulsgestuurde circulatiepomp /0-07 Ext. TEM 7-54

18 4 Montage en aansluiting MFA Multifunctionele uitgang (potentiaalvrij) PFK Pomp vastebrandstketel PLE Pomp voor thermische desinfectie PPS Pomp omlading naar bijkomende boiler PPZ Pomp omlading - ontlading PS Zonnepomp (ste zonnekring) PS Zonnepomp (de zonnekring) PSL Pomp zonneoplading boiler PSL Pomp zonneoplading boiler PWL Pomp warmwateroplading PWT Pomp secundaire externe warmtewisselaar PZP Pomp omlading - lading PZW Pomp warmwatercirculatie PZWP Pomp warmwatercirculatie bijverwarming PWP Pomp warmtewisselaar primair PWS Pomp warmtewisselaar secundair VBY Ventiel collectorkring by-pass VPO Ventiel lading zone onderaan - bovenaan VRA Ventiel verhoging teruglooptemperatuur VSP Ventiel omschakeling boiler - buffervat VSP Ventiel omschakeling boiler - zwembad VUP Ventiel omschakeling buffervat - stookkring VRU Ventiel terugloopomschakeling PWM / 0-0 V Uitgang voor een vermogensignaal, bijv. PS F Interne toestelzekering,5a traag F0 Voorzekering max. 6 A S oodschakelaar /0-07 Ext. TEM 8-54

19 4 Montage en aansluiting 4.6. Aansluiting volumemeter en terugloopvoeler Flow-Rotor V Flow-Rotor * V Flow-Rotor * GD Groen Wit Signaal Wit Bruin 5 V DC 5 Bruin V Volume-impulsteller ** V Volume-impulsteller ** V Toets *** GD Groen Wit COM Signaal 4 Wit Bruin O 5 V DC 6 Bruin *) De aanwezige stekker van de WHI pomp-sol Flow Rotor moet verwijderd worden en overeenkomstig bovenstaande tabel op de klem van de WRSol aangesloten worden **) Aansluiting van een volume-impulsteller, bijv. WVZSol WVZSol. ***) Aansluiting van een op de installatie aanwezige toets ander sluitcontact, voor de impulsgestuurde vraag van de warmwatercirculatiepomp PZW. Terugloopvoeler TKR TKR GD Wit 9 Bruin / rood GD Wit Bruin / rood De afbeelding toont de aansluitingen van de WHI pomp-sol Flow Rotor. GD TKR 9 TKR GD Sig.V Sig.V V V 6 TKR TKR Flow Rotor V Flow Rotor V /0-07 Ext. TEM 9-54

20 4 Montage en aansluiting 4.6. Aansluiting vermogenssignaal voor toerentalregeling van de pomp Toerentalsignaal WHI pomp-sol Andere pomp Uitgang PWM 0 0 V Uitgang PWM 0 0 V PWM Blauw GD - 8 Bruin Signaal + Blauw GD - 7 Bruin Signaal V De kabeleinden van de WHI pomp-sol moeten overeenkomstig bovenstaande tabel op de klemmen van de WRSol aangesloten worden. De afbeelding toont de adereinden van de WHI pomp-sol /0-07 Ext. TEM 0-54

21 4 Montage en aansluiting 4.7 Gebruik van de in- en uitgangen naargelang de hydraulische variante Voelerklemmen Uitgangen /0-07 Ext. TEM -54

22 4 Montage en aansluiting Voelerklemmen Uitgangen /0-07 Ext. TEM -54

23 5 Overzicht hydraulische varianten 5 Overzicht hydraulische varianten Variante Variante Variante Variante 4 Uitgang Uitgang Uitgang 4 Uitgang Uitgang 4 Uitgang Uitgang 4 Uitgang Uitgang Variante 5 Variante 6 Variante 7 Variante 8 Uitgang 4 Uitgang Uitgang Uitgang Variante 9 Variante 0 Variante Variante Uitgang Uitgang Uitgang Uitgang 4 Uitgang 4 Variante Variante 4 Variante 5 Variante 6 Uitgang Uitgang 4 Variante 7 Variante 8 Variante 9 Variante 0 Uitgang 4 Uitgang Uitgang 4 Uitgang Uitgang Uitgang /0-07 Ext. TEM -54

24 5 Overzicht hydraulische varianten Variante Variante Variante Variante 4 Uitgang Uitgang 4 Uitgang Uitgang Uitgang Uitgang 4 Uitgang Uitgang Variante 5 Variante 6 Variante 7 Variante 8 Uitgang Uitgang 4 Uitgang Uitgang Uitgang 4 Uitgang Uitgang Variante 9 Variante 0 Variante Uitgang Uitgang 4 Uitgang Uitgang 4 Variante Variante Variante 4 Uitgang Uitgang Variante 5 Variante 6 Variante 7 Uitgang 4 Variante 8 Variante 9 Variante 40 Variante 4 Uitgang Uitgang 4 Uitgang Uitgang 4 Uitgang Uitgang 4 Uitgang Uitgang /0-07 Ext. TEM 4-54

25 5 Overzicht hydraulische varianten 5. Opties In de hydraulische varianten zijn de 4 uitgangen gedeeltelijk met vaste functies bezet. Voor elke vrije uitgang kan uit een selectie van verschillende functies gekozen worden. Hier zijn alle opties weergegeven. Bij de afzonderlijke hydraulische varianten zijn telkens slechts de opties die beschikbaar zijn voor deze variante weergegeven. Als bijkomende optie voor de zonnekringregeling bestaat de mogelijkheid om de vertrekvoeler van het zonnesysteem TKV alsook de terugloopvoeler van het zonnesysteem TKR mee te betrekken in de regeling. Optie PWL Optie PWL Optie PLE Optie PZW Actor Sensor Actor Sensor Actor Sensor Actor Sensor en en/ Optie VBY Optie TKV Optie VIZ/TKR Optie WMZ Actor Sensor Sensor Sensor en Sensor en Optie VRA Optie VRU Optie VIZ Actor Sensor Actor Sensor Sensor en en /0-07 Ext. TEM 5-54

26 6 Hydraulische varianten 6 Hydraulische varianten De volgende hydraulische varianten zijn vereenvoudigde schematische voorstellingen. Daarom zijn niet alle componenten (flow-valves, flow-meter enz.) weergegeven. 6. Variante Opties naar keuze Optie PWL (Hfst. 8.0) Optie PLE (Hfst. 8.6) Optie PZW (Hfst. 8.7) Optie VBY (Hfst. 8.5) Optie TKV (Hfst. 8.4 ff.) Uitgang PWL Ingang 4 TO Uitgang PLE Ingang TU Ingang 5 TUZ * Uitgang PZW Ingang TZW* Ingang 4 V* Uitgang 4 VBY Ingang 0 TKV Ingang 0 TKV Optie VIZ / TKR (Hfst. 8.) Ingang /5 V Ingang 9 TKR Bivalente boiler met collector en beïnvloeding door de warmtegenerator * optioneel Elektrothermische servomotor aandrijving met veerterugloop Motorische servomotor met duurspanning De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp PS (zie hfst. 8.4). MFA opties: Warmtevraag (zie hfst. 8..) Storingsmelding (zie hfst. 8..) Hogetemperatuurontlasting (zie hfst. 8..) /0-07 Ext. TEM 6-54

27 6 Hydraulische varianten 6. Variante Opties naar keuze Optie PWL (Hfst. 8.0) Optie PLE (Hfst. 8.6) Optie PPS (Hfst. 8.) Optie PZW (Hfst. 8.7) Optie VBY (Hfst. 8.5) Optie TKV (Hfst. 8.4 ff.) Uitgang PWL Ingang 4 TO Uitgang PLE Ingang TU Ingang TUZ * Uitgang PPS Ingang 6 TSO Ingang 4 TO Uitgang 4 PZW Ingang 5 TZW* Ingang 4 V* Uitgang 4 VBY Ingang 0 TKV Ingang 0 TKV Optie VIZ / TKR (Hfst. 8.) Ingang /5 V Ingang 9 TKR OPGELET Boiler met oplading via externe platenwarmtewisselaar * optioneel Elektrothermische servomotor aandrijving met veerterugloop Motorische servomotor met duurspanning De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp PS (zie hfst. 8.4). De pomp PWT start met het kleinste toerental (0%) als de temperatuur ter hoogte van de collectorvertrekvoeler TKV met de uitschakeldifferentieel plus K warmer is dan de boilervoeler onderaan TU. De bedoeling is om de gewenste laadtemperatuur op de voeler TWT te bereiken en te behouden. Als de temperatuur ter hoogte van de collectorvertrekvoeler TKV enkel nog met de uitschakelvoorwaarde hoger is dan de temperatuur boiler onderaan TU, wordt de secundaire pomp PWT stopgezet. Toerentalregeling van de pomp PWT (zie hfst. 8.). MFA opties: Warmtevraag (zie hfst. 8..) Storingsmelding (zie hfst. 8..) Hogetemperatuurontlasting (zie hfst. 8..) Platenwarmtewisselaar kan beschadigd worden. De optie collectorvertrekvoeler moet geactiveerd worden en de voeler moet overeenkomstig geïnstalleerd zijn /0-07 Ext. TEM 7-54

28 6 Hydraulische varianten 6. Variante Opties naar keuze Optie PWL (Hfst. 8.0) Optie PLE (Hfst. 8.6) Optie PZW (Hfst. 8.7) Optie PPS (Hfst. 8.) Optie VBY (Hfst. 8.5) Optie TKV (Hfst. 8.4 ff.) Uitgang PWL Ingang 4 TO Uitgang PLE Ingang TU Ingang TUZ * Uitgang 4 PZW Ingang TZW* Ingang 4 V* Uitgang 4 PPS Ingang 4 TSO Ingang 6 TO Uitgang 4 VBY Ingang 0 TKV Ingang 0 TKV Optie VIZ / TKR (Hfst. 8.) Ingang /5 V Ingang 9 TKR Boilercascade TU PS TK AB B M A VSP TU ebus 0 V TK L TZW TU TO / TSO TU TO PS PWL / PLE VSP PWM TKR TKV PPS / VBY / PZW 4 V 5 MFA TUZ * V VSP VBY * optioneel Elektrothermische servomotor aandrijving met veerterugloop Motorische servomotor met duurspanning De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp PS (zie hfst. 8.4). Als de gewenste boilertemperatuur bereikt is, schakelt het drie-weg-ventiel om en wordt de tweede verbruiker geladen, overeenkomstig de prioriteit en strategie voor de lading (zie hfst. 8.9). Door de koudwatertoevoer wordt het voorverwarmde water uit de warmwaterboiler naar de bivalente boiler getransporteerd. MFA opties: Warmtevraag (zie hfst. 8..) Storingsmelding (zie hfst. 8..) Hogetemperatuurontlasting (zie hfst. 8..) L /0-07 Ext. TEM 8-54

29 6 Hydraulische varianten 6.4 Variante 4 Opties naar keuze Optie PWL (Hfst. 8.0) Optie PLE (Hfst. 8.6) Optie VBY (Hfst. 8.5) Optie PZW (Hfst. 8.7) Optie TKV (Hfst. 8.4 ff.) Uitgang PWL Ingang 4 TO Uitgang PLE Ingang TU Ingang 5 TUZ Uitgang VBY Ingang 0 TKV Uitgang PZW Ingang TZW* Ingang 4 V* Ingang 0 TKV Optie VIZ / TKR (Hfst. 8.) Ingang /5 V Ingang 9 TKR Boiler-serieschakeling voor warm water en teruglaadfunctie 5 6 TSO PS TK TO TU PPS ebus 0 V 4 TK TZW TU TO PS L 5 TUZ * PZW 6 TSO 7 * VBY / PWL / PLE 8 PWM 9 TKR PPS 0 TKV 4 V MFA V VBY * optioneel Elektrothermische servomotor aandrijving met veerterugloop Motorische servomotor met duurspanning De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp PS (zie hfst. 8.4). Door de koudwatertoevoer wordt het voorverwarmde water uit de warmwaterboiler naar de bivalente boiler getransporteerd. Met de boiler-laadpomp (PPS) wordt de opgeslagen energie in functie van de temperatuur (TO) en de temperatuur (TSO) getransporteerd (zie hfst. 8.). MFA opties: Warmtevraag (zie hfst. 8..) Storingsmelding (zie hfst. 8..) Hogetemperatuurontlasting (zie hfst. 8..) L /0-07 Ext. TEM 9-54

30 6 Hydraulische varianten 6.5 Variante 5 Opties naar keuze Optie PWL (Hfst. 8.0) Optie PZW (Hfst. 8.7) Optie PPS (Hfst. 8.) Ingang 6 TO Optie VBY (Hfst. 8.5) Optie PLE (Hfst. 8.6) Optie TKV (Hfst. 8.4 ff.) Uitgang 4 PWL Ingang 4 TO Uitgang 4 PZW Ingang 6 TZW* Ingang 4 V* Uitgang 4 PPS Ingang 4 TSO Uitgang 4 VBY Ingang 0 TKV Uitgang 4 PLE Ingang TU Ingang TUZ Ingang 0 TKV Optie VIZ / TKR (Hfst. 8.) Ingang /5 V Ingang 9 TKR OPGELET Boilercascade, een boiler via platenwarmtewisselaar TU PWT PS TWT TK AB VSP B A M TU ebus 0 V TK L TWT PS TU 4 5 TU PWT 6 TO / TZW 7 VSP PWM 8 PWM 9 TKR PPS / VBY / PZW / PLE / PWL TO / TSO TKV V V TKV MFA VSP VBY * optioneel Elektrothermische servomotor aandrijving met veerterugloop Motorische servomotor met duurspanning De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff.TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp PS (zie hfst. 8.4). Als de gewenste boilertemperatuur bereikt is, schakelt het drie-weg-ventiel om en wordt de tweede verbruiker opgeladen, overeenkomstig de prioriteit en strategie voor de oplading (zie hfst. 8.9). Lading op boiler TU: De pomp PWT start met het kleinste toerental (0%) als de temperatuur ter hoogte van de collectorvertrekvoeler TKV met de uitschakeldifferentieel plus K warmer is dan de boilervoeler onderaan TU. De bedoeling is om de gewenste laadtemperatuur op de voeler TWT te bereiken en te behouden. Als de temperatuur ter hoogte van de collectorvertrekvoeler TKV enkel nog met de uitschakelvoorwaarde hoger is dan de temperatuur boiler onderaan TU, wordt de secundaire pomp PWT stopgezet. Toerentalregeling van de pomp PWT (zie hfst. 8.). Door de koudwatertoevoer wordt het voorverwarmde water uit de warmwaterboiler naar de bivalente boiler getransporteerd. MFA opties: Warmtevraag (zie hfst. 8..) Storingsmelding (zie hfst. 8..) Hogetemperatuurontlasting (zie hfst. 8..) Platenwarmtewisselaar kan beschadigd worden. De optie collectorvertrekvoeler moet geactiveerd worden en de voeler moet overeenkomstig geïnstalleerd zijn. L /0-07 Ext. TEM 0-54

31 6 Hydraulische varianten 6.6 Variante 6 Opties naar keuze Optie PWL (Hfst. 8.0) Optie PLE (Hfst. 8.6) Optie PZW (Hfst. 8.7) Optie PPS (Hfst. 8.) Ingang 6 TO Optie VBY (Hfst. 8.5) Optie TKV (Hfst. 8.4 ff.) Uitgang PWL Ingang 4 TO Uitgang PLE Ingang TU Ingang TUZ Uitgang PZW Ingang 4 TZW* Ingang 4 V* Uitgang PPS Ingang 4 TSO Uitgang VBY Ingang 0 TKV Ingang 0 TKV Optie VIZ / TKR (Hfst. 8.) Ingang /5 V Ingang 9 TKR Boilercascade voor warm water en verwarmingsondersteuning TU TK AB B M A VSP PS TO TU THR AB A B M VRA ebus 0 V TK L THR PS TU 4 TO / TSO / TZW 5 TU PWL / VBY / PZW / PLE / PPS 6 TO 7 VSP 8 PWM 9 TKR VRA 0 TKV 4 V MFA 5 5 TUZ V M VBY VSP VRA * optioneel Elektrothermische servomotor aandrijving met veerterugloop Motorische servomotor met duurspanning De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp PS (zie hfst. 8.4). Als de gewenste boilertemperatuur bereikt is, schakelt het drie-weg-ventiel om en wordt de tweede verbruiker geladen, overeenkomstig de prioriteit en strategie voor de lading (zie hfst. 8.9). Met het drie-weg-ventiel voor de verhoging van de teruglooptemperatuur (VRA) kan in functie van de temperatuur (TO) en van de verwarmingsterugloopvoeler (THR) de aanwezige energie uit het buffervat gebruikt worden (zie hfst. 8.4). MFA opties: Warmtevraag (zie hfst. 8..) Storingsmelding (zie hfst. 8..) Hogetemperatuurontlasting (zie hfst. 8..) L /0-07 Ext. TEM -54

32 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie TKV (Hfst. 8.4 ff.) Ingang 0 TKV 6.7 Variante 7 Boilercascade, een bioler via platenwarmtewisselaar en verwarmingsondersteuning PS TWT TK AB TO THR M Optie VIZ / TKR (Hfst. 8.) Ingang /5 V Ingang 9 TKR 5 TU PWT B M A VSP A M B ebus VRA 0 V TK L TWT PS TU 4 THR 5 PWT TU 6 TO 7 PWM VSP 8 PWM 9 TKR VRA 4 0 TKV V MFA 5 6 TU AB VSP VRA L * optioneel Elektrothermische servomotor aandrijving met veerterugloop Motorische servomotor met duurspanning De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp PS (zie hfst. 8.4). Als de gewenste boilertemperatuur bereikt is, schakelt het drie-weg-ventiel om en wordt de tweede verbruiker opgeladen, overeenkomstig de prioriteit en strategie voor de oplading (zie hfst. 8.9). Lading op boiler TU: De pomp PWT start met het kleinste toerental (0%) als de temperatuur ter hoogte van de collectorvertrekvoeler TKV met de uitschakeldifferentieel plus K warmer is dan de boilervoeler onderaan TU. De bedoeling is om de gewenste laadtemperatuur op de voeler TWT te bereiken en te behouden. Als de temperatuur ter hoogte van de collectorvertrekvoeler TKV enkel nog met de uitschakelvoorwaarde hoger is dan de temperatuur boiler onderaan TU, wordt de secundaire pomp PWT stopgezet. Toerentalregeling van de pomp PWT (zie hfst. 8.). Met het drie-weg-ventiel voor de verhoging van de teruglooptemperatuur (VRA) kan in functie van de temperatuur (TO) en van de verwarmingsterugloopvoeler (THR) de aanwezige energie uit het buffervat gebruikt worden (zie hfst. 8.4). MFA opties: Warmtevraag (zie hfst. 8..) Storingsmelding (zie hfst. 8..) Hogetemperatuurontlasting (zie hfst. 8..) OPGELET Platenwarmtewisselaar kan beschadigd worden. De optie collectorvertrekvoeler moet geactiveerd worden en de voeler moet overeenkomstig geïnstalleerd zijn /0-07 Ext. TEM -54

33 6 Hydraulische varianten 6.8 Variante 8 Opties naar keuze Optie PWL (Hfst. 8.0) Optie PLE (Hfst. 8.6) Optie PZW (Hfst. 8.7) Optie PPS (Hfst. 8.) Optie VBY (Hfst. 8.5) Optie TKV (Hfst. 8.4 ff.) Uitgang PWL Ingang 4 TO Uitgang PLE Ingang TU Ingang TUZ Uitgang PZW Ingang TZW* Ingang 4 V* Uitgang PPS Ingang 5 TSO Ingang 4 TO Uitgang VBY Ingang 0 TKV Ingang 0 TKV Optie VIZ / TKR (Hfst. 8.) Ingang /5 V Ingang 9 TKR Energie-opslagvat voor verwarmingsondersteuning M THR AB VRA B A M TO TU ebus 0 V TK L TZW PS TU TO TSO THR PPS / VBY / PZW PWL / PLE 8 PWM 9 TKR VRA 0 TKV 4 V MFA 5 5 TUZ V TK VBY VRA * optioneel Elektrothermische servomotor aandrijving met veerterugloop Motorische servomotor met duurspanning De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp PS (zie hfst. 8.4). Met het drie-weg-ventiel voor de verhoging van de teruglooptemperatuur (VRA) kan in functie van de temperatuur (TO) en van de verwarmingsterugloopvoeler (THR) de aanwezige energie uit het buffervat gebruikt worden (zie hfst. 8.4). MFA opties: Warmtevraag (zie hfst. 8..) Storingsmelding (zie hfst. 8..) Hogetemperatuurontlasting (zie hfst. 8..) PS L /0-07 Ext. TEM -54

34 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie VBY (Hfst. 8.5) Uitgang VBY Ingang 0 TKV 6.9 Variante 9 Zwembad TK Optie TKV (Hfst. 8.4 ff.) Ingang 0 TKV PS TU PWT Optie VIZ / TKR (Hfst. 8.) Ingang /5 V Ingang 9 TKR 5 ebus 0 V TK L TU PS * VBY 8 PWM 9 TKR PWT 0 TKV 4 V 5 * MFA 6 * VBY L * optioneel Elektrothermische servomotor aandrijving met veerterugloop Motorische servomotor met duurspanning De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp PS (zie hfst. 8.4). MFA opties: Storingsmelding (zie hfst. 8..) Hogetemperatuurontlasting (zie hfst. 8..) Verbrandingsgevaar door heet water De gewenste en maximale waarde voor het zwembad moet ingesteld worden. WAARSCHUWIG /0-07 Ext. TEM 4-54

35 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (Hfst. 8.0) Uitgang PWL 6.0 Variante 0 Zwembad en bivalente boiler TK oder TO 4 Optie PLE (Hfst. 8.6) oder Optie PZW (Hfst. 8.7) oder Optie PPS (Hfst. 8.) odero Optie VBY (Hfst. 8.5) Optie TKV (Hfst. 8.4 ff.) Uitgang PLE Ingang TU Ingang TUZ Uitgang PZW Ingang TZW* Ingang 4 V* Uitgang PPS Ingang 6 TSO Ingang 4 TO Uitgang VBY Ingang 0 TKV Ingang 0 TKV Optie VIZ / TKR (Hfst. 8.) Ingang /5 V Ingang 9 TKR TU PS AB VSP B M A TU PWT ebus 0 V TK L TZW PS TU 4 TO 5 * PWL / PPS / VBY / PLE / PZW TU 6 TSO 7 VSP 8 PWM 9 TKR PWT 0 TKV 4 V 5 * MFA TUZ * V * VBY VSP * optioneel Elektrothermische servomotor aandrijving met veerterugloop Motorische servomotor met duurspanning De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp PS (zie hfst. 8.4). Als de gewenste boilertemperatuur bereikt is, schakelt het drie-weg-ventiel om en wordt de tweede verbruiker geladen, overeenkomstig de prioriteit en strategie voor de lading (zie hfst. 8.9). De pomp PWT wordt bij het zwembad parallel met het ventiel VSP aangestuurd en is niet toerentalgeregeld. MFA opties: Warmtevraag (zie hfst. 8..) Storingsmelding (zie hfst. 8..) Hogetemperatuurontlasting (zie hfst. 8..) L Verbrandingsgevaar door heet water De gewenste en maximale waarde voor het zwembad moet ingesteld worden. WAARSCHUWIG /0-07 Ext. TEM 5-54

36 6 Hydraulische varianten 6. Variante Opties naar keuze Optie PWL (Hfst. 8.0) Optie PLE (Hfst. 8.6) Optie PZW (Hfst. 8.7) Optie PPS (Hfst. 8.) Optie VBY (Hfst. 8.5) Optie TKV (Hfst. 8.4 ff.) Uitgang PWL Ingang 4 TO Uitgang PLE Ingang TU Ingang 5 TUZ Uitgang 4 PZW Ingang 5 TZW* Ingang 4 V* Uitgang 4 PPS Ingang 6 TSO Ingang 4 TO Uitgang 4 VBY Ingang 0 TKV Ingang 0 TKV Ingang TKV Optie VIZ / TKR (Hfst. 8.) Ingang /5 V Ingang 9 TKR Ingang 4/6 V Ingang TKR Bivalente boiler met collectorcascade PS ebus 0 V TK L TK TU TO TZW / TUZ TSO PWM PWM PS PS PWL / PLE 9 TKR PPS / VBY / PZW 0 TKV 4 V 5 * MFA TKR TKV V TU * optioneel Elektrothermische servomotor aandrijving met veerterugloop Motorische servomotor met duurspanning TK TK PS * VBY De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp PS (zie hfst. 8.4). Beide collectorvelden werken onafhankelijk van elkaar. Als de optie collectorbypass gebruikt wordt, maar zonder regelfunctie van de collectorvertrekvoeler TKV, moet er enkel collectorvertrekvoeler TKV aangesloten worden. Als bijkomend nog de optie collectorvertrekvoeler gebruikt wordt, zijn de twee collectorvertrekvoelers TKV en TKV absoluut noodzakelijk. MFA opties: Warmtevraag (zie hfst. 8..) Storingsmelding (zie hfst. 8..) Hogetemperatuurontlasting (zie hfst. 8..) L /0-07 Ext. TEM 6-54

37 6 Hydraulische varianten 6. Variante Opties naar keuze Optie PWL (Hfst. 8.0) Optie PLE (Hfst. 8.6) Optie PZW (Hfst. 8.7) Optie PPS (Hfst. 8.) Ingang 6 TO Optie VBY (Hfst. 8.5) Optie TKV (Hfst. 8.4 ff.) Uitgang 4 PWL Ingang 4 TO Uitgang 4 PLE Ingang TU Ingang 4 TUZ Uitgang 4 PZW Ingang 4 TZW* Ingang 4 V* Uitgang 4 PPS Ingang 4 TSO Uitgang 4 VBY Ingang 0 TKV Ingang 0 TKV Ingang TKV Optie VIZ / TKR (Hfst. 8.) Ingang /5 V Ingang 9 TKR Ingang 4/6 V Ingang TKR Boilercascade met collectorcascade 5 6 PS TU TK TK VSP AB B A M ebus 0 V TK L 4 5 TK TU TO / TSO / TZW / TUZ TU PS PS 6 TO 7 PWM VSP 8 PWM 9 TKR PWL / PPS / VBY / PLE / PZW 0 TKV 4 4 V TKR TKV V PS TU * MFA * optioneel Elektrothermische servomotor aandrijving met veerterugloop Motorische servomotor met duurspanning 5 6 * VBY De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp PS (zie hfst. 8.4). Als de gewenste boilertemperatuur bereikt is, schakelt het drie-weg-ventiel om en wordt de tweede verbruiker geladen, overeenkomstig de prioriteit en strategie voor de lading (zie hfst. 8.9). Beide collectorvelden werken onafhankelijk van elkaar. Als de optie collectorbypass gebruikt wordt, maar zonder regelfunctie van de collectorvertrekvoeler TKV, moet er enkel collectorvertrekvoeler TKV aangesloten worden. Als bijkomend nog de optie collectorvertrekvoeler gebruikt wordt, zijn de twee collectorvertrekvoelers TKV en TKV absoluut noodzakelijk. MFA opties: Warmtevraag (zie hfst. 8..) Storingsmelding (zie hfst. 8..) Hogetemperatuurontlasting (zie hfst. 8..) VSP L /0-07 Ext. TEM 7-54

38 6 Hydraulische varianten 6. Variante Opties naar keuze Optie TKV (Hfst. 8.4 ff.) Ingang 0 TKV Ingang TKV Boilercascade voor warm water en verwarmingsondersteuning met collectorcascade PS TK TK PS TO M Optie VIZ / TKR (Hfst. 8.) Ingang /5 V Ingang 9 TKR TU B AB A M VSP TU THR AB A B M VRA Ingang 4/6 V Ingang TKR 5 ebus 0 V TK L 4 5 TK TU THR TU PS PS 6 TO 7 PWM VSP 8 PWM 9 TKR VRA 0 TKV 4 V TKR MFA 5 6 VSP VRA L TKV V * optioneel Elektrothermische servomotor aandrijving met veerterugloop Motorische servomotor met duurspanning De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp PS (zie hfst. 8.4). Als de gewenste boilertemperatuur bereikt is, schakelt het drie-weg-ventiel om en wordt de tweede verbruiker geladen, overeenkomstig de prioriteit en strategie voor de lading (zie hfst. 8.9). Beide collectorvelden werken onafhankelijk van elkaar. Met het drie-weg-ventiel voor de verhoging van de teruglooptemperatuur (VRA) kan in functie van de temperatuur (TO) en van de verwarmingsterugloopvoeler (THR) de aanwezige energie uit het buffervat gebruikt worden (zie hfst. 8.4). MFA opties: Warmtevraag (zie hfst. 8..) Storingsmelding (zie hfst. 8..) Hogetemperatuurontlasting (zie hfst. 8..) /0-07 Ext. TEM 8-54

39 6 Hydraulische varianten 6.4 Variante 4 Opties naar keuze Optie PWL (Hfst. 8.0) Optie PLE (Hfst. 8.6) Optie PZW (Hfst. 8.7) Optie PPS (Hfst. 8.) Optie VBY (Hfst. 8.5) Optie TKV (Hfst. 8.4 ff.) Uitgang PWL Ingang 4 TO Uitgang PLE Ingang TU Ingang 5 TUZ Uitgang PZW Ingang 5 TZW* Ingang 4 V* Uitgang PPS Ingang 5 TSO Ingang 4 TO Uitgang VBY Ingang 0 TKV Ingang 0 TKV Ingang TKV Optie VIZ / TKR (Hfst. 8.) Ingang /5 V Ingang 9 TKR Ingang 4/6 V Ingang TKR Buffervat voor verwarmingsondersteuning met collectorcascade TKV V M THR AB B M A VRA ebus 0 V TK L TK TU PS 4 TO 5 PS TSO / TZW / TUZ 6 THR 7 PWM PWL / PLE / PZW / VBY / PPS 8 PWM 9 TKR VRA 0 TKV 4 V 5 * MFA TKR * optioneel Elektrothermische servomotor aandrijving met veerterugloop Motorische servomotor met duurspanning TO TU PS TK TK PS * VBY De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp PS (zie hfst. 8.4). Beide collectorvelden werken onafhankelijk van elkaar. Als de optie collectorbypass gebruikt wordt, maar zonder regelfunctie van de collectorvertrekvoeler TKV, moet er enkel collectorvertrekvoeler TKV aangesloten worden. Als bijkomend nog de optie collectorvertrekvoeler gebruikt wordt, zijn de twee collectorvertrekvoelers TKV en TKV absoluut noodzakelijk. Met het drie-weg-ventiel voor de verhoging van de teruglooptemperatuur (VRA) kan in functie van de temperatuur (TO) en van de verwarmingsterugloopvoeler (THR) de aanwezige energie uit het buffervat gebruikt worden (zie hfst. 8.4). MFA opties: Warmtevraag (zie hfst. 8..) Storingsmelding (zie hfst. 8..) Hogetemperatuurontlasting (zie hfst. 8..) VRA L /0-07 Ext. TEM 9-54

40 6 Hydraulische varianten 6.5 Variante 5 Opties naar keuze Optie PWL (Hfst. 8.0) Uitgang 4 PWL Optie PLE (Hfst. 8.6) Uitgang 4 PLE Optie PZW (Hfst. 8.7) Optie PPS (Hfst. 8.) Ingang 4 TO Ingang TU Ingang TUZ Uitgang 4 PZW Ingang 4 TZW* Ingang 4 V* Uitgang 4 PPS Ingang 4 TSO Ingang 6 TO Optie VBY (Hfst. 8.5) Uitgang 4 VBY Ingang 0 TKV Optie TKV (Hfst. 8.4 ff.) Ingang 0 TKV Optie VIZ / TKR (Hfst. 8.) Ingang /5 V Ingang 9 TKR Boilercascade en vastebrandstketel 5 6 TU PS TK AB VSP B M A TU ebus 0 V TK L 4 5 TFK TU TO / TSO / TZW TU PS PFK 6 TO 7 PWM VSP 8 PWM 9 TKR PWL / PPS / VBY / PZW / PLE 0 TKV 4 4 V TUZ * V * optioneel Elektrothermische servomotor aandrijving met veerterugloop Motorische servomotor met duurspanning TV PFK MFA TFK 5 6 VSP * VBY De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp PS (zie hfst. 8.4). Als de gewenste boilertemperatuur bereikt is, schakelt het drie-weg-ventiel om en wordt de tweede verbruiker geladen, overeenkomstig de prioriteit en strategie voor de lading (zie hfst. 8.9). Lading van het buffervat met vastebrandstketel, temperatuurdifferentieelregeling tussen de voeler vastebrandstketel (TFK) en de referentievoeler (TU). Het thermische mengventiel (TV) maakt een snelle opwarming van de vastebrandstketel mogelijk. Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TFK TU) en de minimale temperatuur op TFK bereikt is, wordt de pomp PFK ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TFK - TU) bereikt is (zie hfst. 8.5). MFA opties: Warmtevraag (zie hfst. 8..) Storingsmelding (zie hfst. 8..) Hogetemperatuurontlasting (zie hfst. 8..) L /0-07 Ext. TEM 40-54