Zonneregelaar WRSol / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zonneregelaar WRSol / Montage- en bedieningsrichtlijnen"

Transcriptie

1 Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich /

2 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße D Schwendi Product: Zonneregelaar WRSol 2.1 Het hierboven omschreven product is conform met de bepalingen van de richtlijnen: LVD EMC 2006 / 95 / EC 2004 / 108 / EC Dit product wordt als volgt gekenmerkt: Schwendi, i. V. / Onderzoek en Ontwikkeling ppa. Dr. Schloen Hod onderzoek en ontwikkeling Denkinger Hod productie qualiteitsmanagement

3 1 Aanwijzingen voor de gebruiker Informatie voor de gebruiker Symbolen Doelgroep Borgstelling en aansprakelijkheid Veiligheidsvoorschriften Over de Weishaupt zonneregelaar WRSol Wat kan de zonneregelaar Waarop moet u letten? Montage en aansluiting Standaarduitrusting Wandmontage Inbedrijfstelling Inbedrijfstellingsassistent Elektrische aansluiting Schakelschema WRSol Aansluiting debietsensor Aansluiting vermogensignaal voor toerentalregeling van de pomp Gebruik van de in- en uitgangen naargelang de hydraulische variante Overzicht hydraulische varianten Opties Hydraulische varianten Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante / Tem 3-132

4 6.20 Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Variante Bediening Bedienings- en weergave-elementen Display Navigatie menustructuur Navigatie Info-menu Gewenste / reële waarden Opbrengst Navigatie Statistiek-menu Navigatie / Menustructuur (debiet veranderen) Bedrijfsmodus Gewenste / reële waarden Instellingen Tijdprogramma s instellen Configuratie Navigatie code-invoering Functies Collectorbeveiliging MFA-uitgang Blokkering warmtegenerator, vrijgave warmtegenerator Storingsmelding Hogetemperatuurontlasting Beveiliging tegen het vastlopen van de pomp Pomptoerentalregeling in verbinding met collectoren Pompaansturing in verbinding met een vastebrandstketel Testfunctie / Tem 4-132

5 8.7 Berekening van de energieopbrengst Starthulpfunctie Collectorcascade PWL Optie warmwateroplading P optie ontlading Optie volume-impulsteller / collectorterugloopvoeler Collectorbypass Thermische desinfectie Warmwatercirculatie Strategie zonneoplading Strategieomschakeling Berekening nominaal vermogen Lading volgens rendement Lading volgens temperatuur Laadfunctie boiler via platenwarmtewisselaar Vertrek en terugloop naar de verschillende boilers Ontlading (PPZ) Lading / bijlading (PZP) Verhoging teruglooptemperatuur verwarming (VRA) Omschakelfunctie buffervat, stookolie-, gasketel (VUP) WES-functie Gegevensregistratie Opslag van bedrijfswaarden Opslag van parameterreeksen Opslag van fouten Wat doen als...? Storingsmeldingen (foutmeldingen) Oorzaken en oplossing van storingen Technische gegevens Elektrische gegevens Toegelaten omgevingscondities Afmetingen Gegevens temperatuurvoelers Voelerkenwaarden Bijvoegsel Checklist Inbedrijfstellingsprotocol van de instelbare parameters Inbedrijfstellingsprotocol van de instelbare opties / Tem 5-132

6 1 Aanwijzingen voor de gebruiker 1 Aanwijzingen voor de gebruiker Deze bedieningsrichtlijnen zijn een vast bestanddeel van het toestel en moeten altijd bij de installatie bewaard worden. 1.1 Informatie voor de gebruiker Symbolen Direct gevaar met hoog risico. De niet-naleving leidt tot zware lichamelijke verwondingen de dood. Gevaar met middelhoog risico. De niet-naleving kan tot schade aan het milieu, zware lichamelijke verwondingen de dood leiden. Gevaar met beperkt risico. De niet-naleving kan tot materiële schade licht tot middelzware lichamelijke verwondingen leiden Belangrijke opmerking. Vereist een onmiddellijke handeling. Resultaat na een handeling. Opsomming Waardebereik / Tem 6-132

7 1 Aanwijzingen voor de gebruiker Doelgroep Deze montage- en bedieningsrichtlijnen richten zich tot de gebruiker en tot gekwalificeerde vaklui. Deze moeten nageleefd worden door alle personen die aan het systeem werken. Werken aan het systeem mogen enkel door gekwalificeerde vaklui met de daartoe vereiste kennis en opleiding doorgevoerd worden. Personen met beperkte fysieke, sensorische geestelijke vaardigheden mogen enkel onder toezicht met de instructies van een bevoegde persoon aan het toestel werken. Kinderen mogen niet met het toestel spelen. 1.2 Borgstelling en aansprakelijkheid Borgstelling en aansprakelijkheid bij persoonlijke ongelukken en materiële schade zijn uitgesloten, indien deze op één meerdere van de onderstaande oorzaken zijn terug te voeren: ondoelmatig gebruik van het toestel; niet-naleving van de bedieningsrichtlijnen; gebruik van het toestel bij defecte veiligheids- beschermingsinrichtingen; het verdere gebruik ondanks het optreden van een gebrek; ondeskundige montage, inbedrijfstelling, bediening en onderhoud van het toestel; eigenmachtige wijzigingen aan de constructie van het toestel; inbouw van aanvullende componenten, die niet samen met het toestel door de fabriek getest zijn, ondeskundig uitgevoerde herstellingen; gebruik van onderdelen die geen originele Weishaupt-onderdelen zijn; gebrek in de toevoerleidingen, overmacht / Tem 7-132

8 2 Veiligheidsvoorschriften 2 Veiligheidsvoorschriften Uw informatiepakket De bedieningsrichtlijnen van de zonneregelaar hebt u nu in de hand. Lees a.u.b. deze bedieningsrichtlijnen zorgvuldig door. Zij zullen u helpen om de functies van de regelaar optimaal te benutten en uw zonne-installatie optimaal te gebruiken. Bewaar deze bedieningsrichtlijnen steeds in de buurt van de zonneregelaar. Doelmatig gebruik De regelaar is een elektronisch toestel dat gebruikt wordt in verbinding met een hydraulische schakelkring, overeenkomstig de specificaties van de fabrikant. Andere toepassingen zijn niet toegelaten. Gevaar bij de omgang met het toestel Weishaupt-producten zijn geconstrueerd overeenkomstig de geldende normen en richtlijnen en de algemeen erkende veiligheidstechnische regels. Bij ondeskundig gebruik kan gevaar voor lichaam en leven optreden voor de gebruiker voor derden en kan schade aan het toestel aan andere materialen ontstaan. Om gevaar te vermijden mag de Weishaupt zonneregelaar (WRSol) alleen ingezet worden voor doelgericht gebruik in perfecte, veilige toestand onder inachtname van alle aanwijzingen in de bedieningsrichtlijnen Storingen die afbreuk doen aan de veiligheid dienen per omgaande opgelost te worden. Kwalificatie van het personeel Enkel gekwalificeerd personeel mag het Weishaupt systeem in bedrijf stellen. Gekwalificeerd personeel zijn personen die vertrouwd zijn met opstelling, montage, afregeling, inbedrijfstelling en onderhoud van het product en die voor deze werkzaamheden de nodige kwalificaties bezitten, zoals bijv.: Een opleiding hebben genoten en gemachtigd zijn om stroomkringen en elektrische toestellen volgens de normen van de veiligheidstechniek in- en uit te schakelen, te aarden en te kenmerken. Informele veiligheidsmaatregelen Let ook op de aanwijzingen in de montage- en bedieningsrichtlijnen van de collectoren. Los van de montage- en bedieningsrichtlijnen dienen de landsgebonden regels en voorschriften ter voorkoming van ongevallen te worden nageleefd. In het bijzonder de desbetreffende opbouw- en veiligheidsvoorschriften (bijv. NBN-EN, A.R.E.I.) in acht nemen. Alle veiligheids- en gevaarindicaties op het toestel moeten duidelijk leesbaar blijven. De verwarmingsinstallateur moet u uitvoerig informeren over de bediening van de zonneregelaar. Gevaar door elektrische energie Vóór het begin van de werken installatie uitschakelen, tegen herinschakelen beveiligen, controleren de stroom uitgeschakeld is, aarden en kortsluiten en tegen alle nabije, onder spanning staande delen beschermen! Werken aan de elektrische installatie door een vakman laten uitvoeren. De elektrische uitrusting van het Weishaupt-systeem tijdens onderhoudswerken controleren. Losse verbindingen vastzetten en beschadigde kabels onmiddellijk vervangen. Indien werken aan spanningsvoerende delen noodzakelijk zijn, moeten de voorschriften UVV VBG4 andere landsgebonden voorschriften gerespecteerd worden en de gebruikte werktuigen moeten voldoen aan de norm EN Er moet een tweede persoon aanwezig zijn om in noodgevallen de stroomtoevoer uit te schakelen / Tem 8-132

9 2 Veiligheidsvoorschriften Constructieve wijzigingen van het toestel Zonder toestemming van de fabrikant geen veranderingen verbouwingen aan het Weishaupt-systeem doorvoeren. Voor alle ombouwactiviteiten is een schriftelijke toestemming van de firma Max Weishaupt GmbH nodig. Toestelonderdelen in niet onberispelijke staat onmiddellijk vervangen. Bijkomende componenten, die niet samen met het toestel gekeurd zijn, mogen niet ingebouwd worden. Alleen originele -weishaupt- onderdelen als vervangstukken gebruiken Instellingen U mag alleen de in deze handleiding aangegeven instellingen doorvoeren. Door een slechte instelling kan de zonne-installatie beschadigd worden / Tem 9-132

10 3 Over de Weishaupt zonneregelaar WRSol Over de Weishaupt zonneregelaar WRSol 2.1 De Weishaupt zonneregelaar (WRSol) maakt een eenvoudige regeling van uw zonnesysteem mogelijk. Enkele kenmerken van de WRSol: Volledig grafisch display met weergave van de geanimeerde hydraulische variante Intuïtieve navigatie door de menu s met duidelijke tekstweergave Eenvoudige opvraging van informatie omtrent het zonnesysteem. Voorgedefinieerde gewenste temperatuurwaarden voor warm water en vorstbeveiliging. Eenvoudige reset naar vooraf ingestelde waarden naar de leveringsconfiguratie. Opslagmogelijkheden via de WRSol registratiestware SD-kaart Statistiekfunctie voor de zonne-energieopbrengst met resultaten per week, maand jaar Toerentalgeregelde zonne- resp. vastebrandstketelpomp Uitgang voor vermogenssignalen PWM 0-10 V De WRSol kan gebruikt worden als differentieelregelaar voor: Zonneboilers Zonne-energieopslagvaten Het instandhouden van de teruglooptemperatuur Zwembad Vaste brandst 3.1 Wat kan de zonneregelaar Juist geprogrammeerd en in combinatie met een aangepaste hydraulische schakelkring verzekert de regelaar dat de zonne-energie ten volle benut wordt, zodat indien mogelijk, geen bijkomende warmtegeneratoren nodig zijn. Een normale werking van de zonne-installatie is mogelijk nadat alle beschikbare hydraulische varianten (installatietypes) ingesteld werden. Alle parameters, regel- en veiligheidsfuncties welke overeenstemmen met het gekozen installatietype worden automatisch vooringesteld. Hierdoor is de installatie onmiddellijk operationeel. Met het potentiaalvrije contact (MFA-uitgang, klem 5 en 6) kan een storing doorgestuurd worden een vergrendeling van de brander (blokkering warmtegenerator) resp. een warmtevraag (vrijgave warmtegenerator) gegenereerd worden een hogetemperatuurontlasting (afkoelfunctie) doorgevoerd worden. 3.2 Waarop moet u letten? Regelaar niet uitschakelen Het uitschakelen van de regelaar kan de zonne-installatie beschadigen, als deze met water gevuld is (vorstbeveiliging niet meer verzekerd). De regelaar mag alleen buiten werking gezet worden tijdens onderhouds- en herstellingswerken. Opmerking: Deze bedieningsrichtlijnen zijn alleen geldig voor de zonneregelaar type WRSol 2.1 (zie typeplaatje). Voor alle ombouwactiviteiten is een schriftelijke toestemming van de firma Max Weishaupt GmbH nodig. Enkel componenten toevoegen, die samen met het toestel gekeurd zijn. Alleen originele -weishaupt- onderdelen als vervangstukken gebruiken / Tem

11 4 Montage en aansluiting 4 Montage en aansluiting 4.1 Standaarduitrusting De standaarduitrusting bevat: Regelaar WRSol 2.1 Bevestigingsmateriaal voor wandmontage Klembeugels inclusief schroeven Collectorvoeler STF 225, 1 stuk (4 m, blauwe kabel, -w- Nr ) Dompelvoeler STF 222.2, 3 stuks (2,5 m, grijze kabel, -w- Nr ) Bedieningsrichtlijnen WRSol 2.1 Opmerking: De voelers die in de standaarduitrusting inbegrepen zijn, zijn als dompelvoelers uitgevoerd. Indien contactvoelers nodig zijn, kunnen deze besteld worden onder het nummer De collectorvoeler kan niet als contactvoeler uitgevoerd worden / Tem

12 4 Montage en aansluiting 4.2 Wandmontage Opmerking: Voor de bevestiging de nodige kabelinvoering uitbreken. Opmerking: De bovenste schroef zodanig indraaien, dat de regelaar nog kan worden opgehangen / Tem

13 4 Montage en aansluiting 4.3 Inbedrijfstelling De WRSol is zo opgebouwd dat door de keuze van de overeenkomstige hydraulische variante de functie van de regelaar en de aard van instelparameters vastgelegd worden. Er verschijnen dan alleen de keuzemenu s en instelparameters die voor de gekozen hydraulische variante nodig zijn. Alle andere instelparameters worden niet weergegeven Werkwijze: 1. Gewenste hydraulische variante selecteren. Hfst. Fehler! Verweisquelle konnte nicht gefunden werden. 2. Elektrische aansluiting overeenkomstig de geselecteerde hydraulische variante uitvoeren. Hfst. Fehler! Verweisquelle konnte nicht gefunden werden. 3. Inbedrijfstellingsmenu treedt op bij het starten van het toestel. Hfst. 4.4 Taal kiezen Tijdstip en datum instellen De onder 1. gekozen hydraulische variante in de regelaar instellen. Volume-impulsteller en collectorterugloopvoeler, alsook de collectorvertrekvoeler indien nodig selecteren Zonnepomp kiezen Als de «Uitgang 1: zonnepomp» en / «Uitgang 2: zonnepomp2/vaste brandst/ warmtewisselaar» op «0: standaard pomp» staat, mag er GEEN elektrische pomp geïnstalleerd zijn! De regelaar wordt heropgestart 4. Alle temperaturen en waarden aflezen en de plausibiliteit ervan controleren. Hfst Alle uitgangen in de bedrijfsmodus Test controleren. Hfst Maximaal en evt. minimaal debiet instellen. Hfst Opmerking: Als er geen volume-impulsteller geïnstalleerd is, komt het maximale debiet overeen met het afgelezen debiet bij 100 % pompaansturing. Bij actieve volume-impulsteller wordt het debiet tot de instelwaarden minimaal en maximaal debiet beperkt. 7. Regelaar weer op modus Auto zetten. Hfst Inbedrijfstellingsprotocol in bijlage invullen / Tem

14 4 Montage en aansluiting 4.4 Inbedrijfstellingsassistent Sprachauswahl Taalkeuze Esc 0: 2: nederlands deutsch 10:45 Save De waarden kunnen door middel van de draaiknop veranderd worden. Met de toets Save wordt de verandering bevestigd en de volgende waarde verschijnt. Volgende waarden worden opgeroepen: Taalkeuze Tijdstip Datum Hydraulische variante VIZ/TKR optie volume-impulsteller TKV optie Uitgang 1: zonnepomp Uitgang 2: zonnepomp 2 / vaste brandst / warmtewisselaar Na het afsluiten van de inbedrijstellingsassistent wordt het toestel heropgestart.. Als de «Uitgang 1: zonnepomp» en / «Uitgang 2: zonnepomp2 / vaste brandst / warmtewisselaar» op «0: standaard pomp» staat, mag er GEEN elektrische pomp geïnstalleerd zijn! / Tem

15 4 Montage en aansluiting 4.5 Elektrische aansluiting Opmerking: Vóór de bevestiging de nodige kabeldoorvoer uitbreken. Ondeskundig uitgevoerde installatie- herstellingswerken kunnen levensgevaarlijke elektrische schokken veroorzaken. De installatie mag enkel uitgevoerd worden door vakmensen die over voldoende kwalificaties beschikken. Het openen van het toestel van de bijhorende onderdelen moet over het algemeen vermeden worden. Herstellingen mogen enkel door de fabrikant uitgevoerd worden. Het vertrek resp. de terugloop van de zonne-installatie moet geaard zijn. Overspanningsbeveiliging De aangesloten voelers moeten niet met een speciale bescherming tegen overspanning beveiligd worden. Klemmenblok links (voelers) Klemmenblok rechts (uitgangen / spanningstoevoer) e SD N 3 N 2 N 1 N L N T T T T T T T T T T T T T T T PE PE PE PE PE Klemmenafdekplaat verwijderen. Voelerleidingen, MFA-uitgang, pomp resp. omschakelventiel en spanningstoevoer overeenkomstig de geselecteerde hydraulische variante (hfst. Fehler! Verweisquelle konnte nicht gefunden werden.) aansluiten. Aangesloten kabels vastmaken met de klembeugels die in de standaarduitrusting bijgeleverd zijn / Tem

16 4 Montage en aansluiting e A 6 5 B 4 N 3 N 2 N 1 N L N Scheidingswand voor MFA-uitgang overeenkomstig het gebruik correct plaatsen. (A) LINKS 230 V (B) RECHTS kleinspanning Spanning aanleggen. Klemmenafdekplaat weer monteren / Tem

17 4 Montage en aansluiting 4.6 Schakelschema WRSol 2.1 F1 Aansluiting Anschluss volume-impulsteller Volumenimpulszähler ** ** e (+) (+) (+) (+) (-) N 3 N 2 N 1 N L N (5 V DC) (5 V DC) (-) (-) (-) PE PE PE PE PE V2** V1** Aansluiting toets voor vraag Anschluss Taster zur Anforderung van de warmwatercirculatiepomp *** der Pumpe Zirkulation Warmwasser *** M V2 V>0 TKV2 TKR2 THR M V1 TKR1 PWM1 PWM2 TO2 TOZ TSO THR TZW TU2 TUZ TSO THR TZW TSO THR TZW TK2 TU3 TFK TWT TSO THR TZW ebus MFA M 1~ PPZ B PLE P PWL PZW M M M 1~ 1~ 1~ PZP PLE P PWL PZW 2 PFK L2 PWT PLE P PWL PZW 1 L1 PLE P PWL PZW F10 16A S1 V2*** VRA VSP2 VPO VSP VUP L PE N 230 V 50 Hz TFK THR TK2 TKR1 TKR2 TKV2 TO2 TOZ TSO TU2 TU3 TUZ TWT TZW V1/ V2 F1 F10 S1 Temperatuurvoeler vastebrandstketel Temperatuurvoeler stookkringterugloop Temperatuurvoeler collector 1 Temperatuurvoeler collector 2 Temperatuurvoeler collectorveld 1 terugloop Temperatuurvoeler collectorveld 2 terugloop Temperatuurvoeler collectorveld 1 vertrek Temperatuurvoeler collectorveld 2 vertrek Temperatuurvoeler boiler 1 bovenaan Temperatuurvoeler boiler 2 bovenaan Bijkomende temperatuurvoeler boiler bovenaan Temperatuurvoeler bijkomende boiler Temperatuurvoeler boiler 1 onderaan Temperatuurvoeler boiler 2 onderaan Temperatuurvoeler boiler 3 onderaan Bijkomende temperatuurvoeler boiler onderaan Temperatuurvoeler platenwarmtewisselaar Temperatuurvoeler warmwatercirculatie Flow-Rotor, volume-impulsteller toets bij impulsgestuurde circulatiepomp Interne toestelzekering 3,15A traag Voorzekering max. 16A Noodschakelaar MFA PFK PLE P PPZ 2 L1 L2 PWL PWT PZP PZW VPO VRA VSP1 VSP2 VUP PWM/ 0-10V Multifunctionele uitgang (potentiaalvrij) Pomp vastebrandstketel Pomp voor thermische desinfectie Pomp omlading naar bijkomende boiler Pomp omlading - ontlading Zonnepomp (1ste zonnekring) Zonnepomp (2de zonnekring) Pomp zonneoplading boiler 1 Pomp zonneoplading boiler 2 Pomp warmwateroplading Pomp secundaire externe warmtewisselaar Pomp omlading - lading Pomp warmwatercirculatie Ventiel collectorkring bypass Ventiel lading zone onderaan - bovenaan Ventiel verhoging teruglooptemperatuur Ventiel omschakeling boiler - buffervat Ventiel omschakeling boiler - zwembad Ventiel omschakeling buffervat - stookkring Uitgang voor een vermogensignaal, bijv / Tem

18 4 Montage en aansluiting Opmerking: De uitgang 1 () en 2 (2, PFK enz.) mag max. met 1 ampère belast worden. Verbruikers met een hogere stroomopname moeten via een hulprelais aangestuurd worden. Bijkomend moet hierbij parallel met klem 1/N en/ 2/N een RC-condensator aangesloten worden (-w ). Als de instelling Uitgang 1 en/ 2 zich op 0: standaard pomp bevindt en een hulprelais resp. een ventiel aangesloten is, moet de parameter Minimaal toerental op 100% gezet worden Aansluiting debietsensor Flow-Rotor V1 FlowRotor * V2 FlowRotor * V1 volumeimpulsteller ** GND Groen Wit Signaal 21 Wit Bruin 5 V DC 25 Bruin V2 volumeimpulsteller ** V2 Toets *** GND Groen Wit COM Signaal 24 Wit Bruin NO 5 V DC 26 Bruin *) De aanwezige stekker van de WHol EA Flow Rotor moet verwijderd worden en overeenkomstig bovenstaande tabel op de klem van de WRSol aangesloten worden. **) Aansluiting van een volume-impulsteller, bijv. WVZSol WVZSol 2. ***) Aansluiting van een op de installatie aanwezige toets ander sluitcontact, voor de impulsgestuurde vraag van de warmwatercirculatiepomp PZW. De afbeelding toont de aansluitingen van de WHol EA Flow Rotor / Tem

19 4 Montage en aansluiting Aansluiting vermogensignaal voor toerentalregeling van de pomp Andere pomp Toerentalsignaal WHol 20-7/11 EA PWM 0 10 V Uitgang 1 PWM 0 10 V Uitgang 2 PWM 0 10 V Blauw GND - 18 Bruin Signaal + Blauw GND - 17 Bruin Signaal + De kabeleinden van de WHol 20-7/11-EA moeten overeenkomstig bovenstaande tabel op de klemmen van de WRSol aangesloten worden. De afbeelding toont de adereinden van de WHol EA pomp / Tem

20 4 Montage en aansluiting 4.7 Gebruik van de in- en uitgangen naargelang de hydraulische variante HV Voelerklemmen Uitgangen e 5/ N/PE N/PE N/PE N/PE 1 V2 V1 TKR1 PWM TZW ebus MFA PWL PLE PZW 2 V2 V1 TKR1 PWM PWM TSO TZW TWT ebus MFA P PZW PWL PLE PWT 3 V2 V1 TKR1 PWM TO2 TU2 TSO TZW ebus MFA P PZW VSP PWL PLE 4 V2 V1 TKR1 PWM TSO TZW ebus MFA P PWL PLE PZW 5 V2 V1 TKR1 PWM PWM TO2 TZW TU2 TSO TWT ebus MFA PWL P PZW PLE VSP PWT 6 V2 V1 TKR1 PWM TO2 TU2 TSO TZW THR ebus MFA VRA VSP PWL P PZW PLE 7 V2 V1 TKR1 PWM TO2 TU2 THR TWT ebus MFA VRA VSP PWT 8 V2 V1 TKR1 PWM THR TSO TZW ebus MFA VRA PWL PLE P PZW 9 V1 TKR1 PWM PWM ebus MFA PWT1 10 V2 V1 TKR1 PWM TSO TU2 TZW ebus MFA PWT2 VSP PWL P PZW PLE 11 V2 TKV2 TKR2 V1 TKR1 PWM PWM TSO TZW TK2 ebus MFA PZW P PWL PLE 2 12 V2 TKV2 TKR2 V1 TKR1 PWM PWM TO2 TU2 TSO TZW TK2 ebus MFA PWL PLE PZW P VSP 2 13 V2 TKV2 TKR2 V1 TKR1 PWM PWM TO2 TU2 THR TK2 ebus MFA VRA VSP 2 14 V2 TKV2 TKR2 V1 TKR1 PWM PWM THR TSO TZW TK2 ebus MFA VRA PWL PLE PZW P 2 15 V2 V1 TKR1 PWM PWM TO2 TU2 TSO TZW TFK ebus MFA PWL P PZW PLE VSP PFK 16 V2 V1 TKR1 PWM PWM TO2 TU2 THR TFK ebus MFA VRA VSP PFK 17 V2 V1 TKR1 PWM PWM TSO TZW TFK ebus MFA PWL P PZW PLE VUP PFK 18 V2 V1 TKR1 PWM PWM TSO TZW TFK ebus MFA PWL PLE P PZW PFK / Tem

21 4 Montage en aansluiting HV Voelerklemmen Uitgangen e 5/ N/PE N/PE N/PE N/PE 19 V2 V1 TKR1 PWM PWM THR TSO TZW TFK ebus MFA VRA PWL P PZW PLE PFK 20 V2 PMW THR TSO TZW TFK ebus MFA VRA VUP PFK PWL P PZW 21 V2 V1 TKR1 PWM PWM TO2 TU2 TSO TZW ebus MFA P PWL PZW PLE L2 L1 22 V2 V1 TKR1 PWM TO2 TU2 TSO TZW TU3 ebus MFA VSP2 VSP PWL P PZW PLE 23 V2 V1 TKR1 PWM TSO TZW ebus MFA PWL PLE P PZW 24 V2 V1 TKR1 PWM TOZ THR TSO TZW ebus MFA VRA PWL PLE P PZW 25 V2 V1 TKR1 PWM PWM TSO TZW TUZ TFK ebus MFA P PZW PWL PLE PFK 26 THR V1 TKR1 PWM PWM TOZ TUZ TFK ebus MFA VRA PWL PLE PFK 27 V2 V1 TKR1 PWM TSO TZW ebus MFA P PZW VPO PWL PLE 28 V2 V1 TKR1 PWM TSO TZW ebus MFA P PWL PLE 29 V2 THR V1 TKR1 PWM TOZ TSO TZW ebus MFA VRA PWL PZW PLE PZW P 30 V2 V1 TKR1 PWM PWM TSO TZW TWT ebus MFA PWL P PZW PLE VPO PWT 31 V2 V1 TKR1 PWM PWM TSO TZW TWT ebus MFA P PZW PWL PLE PWT 32 V2 V1 TKR1 PWM PWM THR TSO TZW TWT ebus MFA VRA PWL P PZW PLE PWT 33 V2 V1 TKR1 PWM TO2 TU2 TSO TZW ebus MFA PPZ PZP PWL P PZW PLE 34 V2 TKV2 TKR2 V1 TKR1 PWM PWM TO2 TU2 TK2 ebus MFA PPZ PZP 2 35 V1 TKR1 PWM PWM TO2 TU2 TFK ebus MFA PPZ PZP PFK 36 V1 TKR1 PWM PWM TO2 TU2 TWT ebus MFA PPZ PZP PWT 37 V2 V1 TKR1 PWM PWM TO2 TU2 TSO TZW TWT ebus MFA PWL P PZW PLE VSP PWT / Tem

22 5 Overzicht hydraulische varianten 5 Overzicht hydraulische varianten Variante 1 Variante 2 Variante 3 Variante 4 TSO TWT AB PWT B M VSP A TU2 P Uitgang 2 Uitgang 3 Uitgang 4 Uitgang 3 Uitgang 4 Uitgang 2 Uitgang 4 Uitgang 2 Uitgang 3 PZW PWL/PLE PWL/PLE P//PZW PWL/PLE P//PZW PWZ PWL/PLE Variante 5 Variante 6 Variante 7 Variante 8 AB VSP B A M TO2 M TO2 M M TWT AB THR AB THR THR PWT TU2 B M A VSP TU2 AB PWT B M A TU2 VSP AB AB VRA A B M VRA TWT A M B VRA B A M Uitgang 4 Uitgang 2 Uitgang 2 Uitgang 3 PWL/P//PZW/PLE PWL/P//PZW/PLE P//PZW PWL/PLE Variante 9 Variante 10 Variante 11 Variante 12 TK2 TK2 2 2 PWT1 AB VSP AB B M A TU2 B A M VSP TU2 PWT2 Uitgang 3 Uitgang 2 Uitgang 3 Uitgang 4 Uitgang 4 PWL/P//PZW/PLE PWL/PLE PZW//P PWL/PLE/PZW//P Variante 13 Variante 14 Variante 15 Variante 16 TK2 TK2 M 2 2 THR AB A B M VRA TO2 M TO2 AB THR M THR AB VSP PFK TKF AB PFK TFK B A M VSP TU2 AB AB B M A TU2 B M A VSP TU2 A B M VRA B A M VRA TV TV Uitgang 3 Uitgang 4 PWL/PLE/PZW//P PWL/PLE/P//PZW Variante 17 Variante 18 Variante 19 Variante 20 TKO M M THR AB A B M VUP AB A B M VRA PFK TFK TFK PFK PFK TFK M VUP AB B M M A THR AB B VRA A PFK TFK TV TV TV Uitgang 4 Uitgang 3 Uitgang 4 Uitgang 3 Uitgang 1 Uitgang 4 PWL/P//PZW/PLE P//PZW PWL/PLE PWL/PLE/P//PZW PWL/P /PZW VRA / Tem

23 5 Overzicht hydraulische varianten Variante 21 Variante 22 Variante 23 Variante 24 VSP2 AB B M A VSP2 T3U M TOZ L1 L2 THR AB TU2 B A M VSP TU2 AB A M BVRA Uitgang 3 Uitgang 4 Uitgang 2 Uitgang 2 Uitgang 3 Uitgang 4 Uitgang 2 Uitgang 3 PWL//PZW/PLE P PWL/P//PZW/PLE P/PZW PWL/PLE P/PZW PWL/PLE/ Variante 25 Variante 26 Variante 27 Variante 28 M THR AB A B M VRA VPO A AB TFK TOZ TFK M M M M P TSO B WW TUZ PFK TUZ PFK TV TV KW Uitgang 3 Uitgang 4 Uitgang 3 Uitgang 2 Uitgang 4 Uitgang 2 Uitgang 3 PWL/PLE PZW/P PWL//PLE PWL//PLE P/PZW PZW/ PWL/PLE Variante 29 Variante 30 Variante 31 WW TSO P TOZ A VPO AB M B TWT TWT KW VRA B AB THR PWT PWT A Uitgang 3 Uitgang 4 Uitgang 3 Uitgang 4 PWL//PZW/PLE PWL/P//PZW/PLE PWL//PLE P/PZW Variante 32 Variante 33 Variante 34 TK2 2 TWT PPZ A AB TO2 B PZP M PPZ A AB TO2 B PZP M PWL B VRA AB THR M TU2 TU2 A Uitgang 3 Uitgang 3 PWL/PLE/PZW//P PWL/PLE/PZW//P Variante 35 Variante 36 Variante 37 PFK TFK VSP AB TV PPZ B M A PPZ A AB TO2 B PZP M TO2 PZP A M B AB TWT TWT TU2 TU2 PWT TU2 PWT Uitgang 4 PWL/PLE/PZW//P / Tem

24 5 Overzicht hydraulische varianten 5.1 Opties In de hydraulische varianten zijn de 4 uitgangen gedeeltelijk met vaste functies bezet. Voor elke vrije uitgang kan uit een selectie van verschillende functies gekozen worden. Hier zijn alle opties weergegeven. Bij de afzonderlijke hydraulische varianten zijn telkens slechts de opties die beschikbaar zijn voor deze variante weergegeven. Als bijkomende optie voor de zonnekringregeling bestaat de mogelijkheid om de vertrekvoeler van het zonnesysteem TKV alsook de terugloopvoeler van het zonnesysteem TKR mee te betrekken in de regeling. Optie PWL Optie P Optie PLE Optie PZW PWL* TOx* TSO* TOx* PZW* P* PLE* TZW* V2* Actor Sensor Actor Sensor Actor Sensor Actor Sensor PWL TOx P TOx en TSO PLE TUx PZW TZW en/ V2 Optie Optie TKV Optie VIZ * * * AB M B A TKR1* V1* Actor Sensor Sensor Sensor TKV TKV TKR en VIZ / Tem

25 6 Hydraulische varianten 6 Hydraulische varianten De volgende hydraulische varianten zijn vereenvoudigde schematische voorstellingen. Daarom zijn niet alle componenten (flow-valves, flow-meter enz.) weergegeven. Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 3 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 3 PLE PLE* Ingang Variante 1 Bivalente boiler met collector en beïnvloeding door 2 de warmtegenerator Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 2 PZW PZW* Ingang 12 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie (hfst. 8.13) Uitgang 4 * * Ingang 20 AB M B A Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) / Tem

26 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 3 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 3 PLE PLE* Ingang Variante 2 Boiler met oplading via externe platenwarmtewisselaar Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 4 PZW PZW* Ingang 15 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie P (hfst. 8.11) TSO* P* TOx* Uitgang 4 P Ingang 16 TSO Ingang 14 Optie (hfst. 8.13) Uitgang 4 * * Ingang 20 AB M B A Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 De pomp PWT start met het kleinste toerental (30%) als de temperatuur ter hoogte van de collectorvertrekvoeler TKV met de uitschakeldifferentieel plus 2 K warmer is dan de boilervoeler onderaan TU. De bedoeling is om de gewenste laadtemperatuur op de voeler TWT te bereiken en te behouden. Als de temperatuur ter hoogte van de collectorvertrekvoeler TKV enkel nog met de uitschakelvoorwaarde hoger is dan de temperatuur boiler onderaan TU, wordt de secundaire pomp PWT stopgezet. Toerentalregeling van de pomp PWT, zie hfst TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) De optie collectorvertrekvoeler moet geactiveerd worden en de voeler moet overeenkomstig geïnstalleerd zijn / Tem

27 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 2 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 2 PLE PLE* Ingang Variante 3 Boilercascade Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 4 PZW PZW* Ingang 12 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie P (hfst. 8.11) TSO* P* TOx* Uitgang 4 P Ingang 14 TSO Ingang 16 TO2 Optie (hfst. 8.13) Uitgang 4 * * Ingang 20 AB M B A Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler ( TU2). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 Als de gewenste boilertemperatuur bereikt is, schakelt het drie-weg-ventiel om en wordt de tweede verbruiker geladen, overeenkomstig de prioriteit en strategie voor de lading, zie hfst Door de koudwatertoevoer wordt het voorverwarmde water uit de warmwaterboiler naar de bivalente boiler getransporteerd. TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) / Tem

28 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 3 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 3 PLE PLE* Ingang Variante 4 Boiler-serieschakeling voor warm water en teruglaadfunctie Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 2 PZW PZW* TZW* Ingang 12 TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 Door de koudwatertoevoer wordt het voorverwarmde water uit de warmwaterboiler naar de bivalente boiler getransporteerd. Met de boiler-laadpomp (P) wordt de opgeslagen energie in functie van de temperatuur () en de temperatuur (TSO) getransporteerd (hfst. 8.11). MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) / Tem

29 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 2 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 2 PLE PLE* Ingang Variante 5 Boilercascade, een boiler via platenwarmtewisselaar Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 2 PZW PZW* Ingang 14 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie P (hfst. 8.11) TSO* P* TOx* Uitgang 2 P Ingang 14 TSO Ingang 16 TO2 Optie (hfst. 8.13) Uitgang 2 * * Ingang 20 AB M B A Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler ( TU2). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst Als de gewenste boilertemperatuur bereikt is, schakelt het drie-weg-ventiel om en wordt de tweede verbruiker opgeladen, overeenkomstig de prioriteit en strategie voor de oplading, zie hfst Lading op boiler 1 : De pomp PWT start met het kleinste toerental (30%) als de temperatuur ter hoogte van de collectorvertrekvoeler TKV met de uitschakeldifferentieel plus 2 K warmer is dan de boilervoeler onderaan TU. De bedoeling is om de gewenste laadtemperatuur op de voeler TWT te bereiken en te behouden. Als de temperatuur ter hoogte van de collectorvertrekvoeler TKV enkel nog met de uitschakelvoorwaarde hoger is dan de temperatuur boiler onderaan TU, wordt de secundaire pomp PWT stopgezet. Toerentalregeling van de pomp PWT, zie hfst Door de koudwatertoevoer wordt het voorverwarmde water uit de warmwaterboiler naar de bivalente boiler getransporteerd. MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) De optie collectorvertrekvoeler moet geactiveerd worden en de voeler moet overeenkomstig geïnstalleerd zijn / Tem

30 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 2 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 2 PLE PLE* Ingang Variante 6 Boilercascade voor warm water en verwarmingsondersteuning Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 2 PZW PZW* Ingang 14 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie P (hfst. 8.11) TSO* P* TOx* Uitgang 2 P Ingang 14 TSO Ingang 16 TO2 Optie (hfst. 8.13) Uitgang 2 * * Ingang 20 AB M B A Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler ( TU2). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 Als de gewenste boilertemperatuur bereikt is, schakelt het drie-weg-ventiel om en wordt de tweede verbruiker opgeladen, overeenkomstig de prioriteit en strategie voor de oplading, zie hfst Met het drie-weg-ventiel voor de verhoging van de teruglooptemperatuur (VRA) kan in functie van de temperatuur (TO2) en van de verwarmingsterugloopvoeler (THR) de aanwezige energie uit het buffervat gebruikt worden, zie hfst TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) / Tem

31 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) 6.7 Variante 7 Boilercascade, een bioler via platenwarmtewisselaar en verwarmingsondersteuning * Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler ( TU2). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst Als de gewenste boilertemperatuur bereikt is, schakelt het drie-weg-ventiel om en wordt de tweede verbruiker opgeladen, overeenkomstig de prioriteit en strategie voor de oplading, zie hfst Lading op boiler 1 : De pomp PWT start met het kleinste toerental (30%) als de temperatuur ter hoogte van de collectorvertrekvoeler TKV met de uitschakeldifferentieel plus 2 K warmer is dan de boilervoeler onderaan TU. De bedoeling is om de gewenste laadtemperatuur op de voeler TWT te bereiken en te behouden. Als de temperatuur ter hoogte van de collectorvertrekvoeler TKV enkel nog met de uitschakelvoorwaarde hoger is dan de temperatuur boiler onderaan TU, wordt de secundaire pomp PWT stopgezet. Toerentalregeling van de pomp PWT, zie hfst Met het drie-weg-ventiel voor de verhoging van de teruglooptemperatuur (VRA) kan in functie van de temperatuur (TO2) en van de verwarmingsterugloopvoeler (THR) de aanwezige energie uit het buffervat gebruikt worden, zie hfst MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) De optie collectorvertrekvoeler moet geactiveerd worden en de voeler moet overeenkomstig geïnstalleerd zijn / Tem

32 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 3 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 3 PLE PLE* Ingang Variante 8 Energie-opslagvat voor verwarmingsondersteuning Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 2 PZW PZW* Ingang 12 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie P (hfst. 8.11) TSO* P* TOx* Uitgang 2 P Ingang 15 TSO Ingang 14 Optie (hfst. 8.13) Uitgang 2 * * Ingang 20 AB M B A Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Ingang 20 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 Met het drie-weg-ventiel voor de verhoging van de teruglooptemperatuur (VRA) kan in functie van de temperatuur () en van de verwarmingsterugloopvoeler (THR) de aanwezige energie uit het buffervat gebruikt worden, zie hfst Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR / Tem

33 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie (hfst. 8.13) Uitgang 3 B * * AB Ingang 20 M A 6.9 Variante 9 Zwembad Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 MFA opties: Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) De gewenste en maximale waarde voor het zwembad moet ingesteld worden / Tem

34 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 2 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 2 PLE PLE* Ingang Variante 10 Zwembad en bivalente boiler Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 2 PZW PZW* Ingang 12 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie P (hfst. 8.11) TSO* P* TOx* Uitgang 2 P Ingang 16 TSO Ingang 14 Optie (hfst. 8.13) Uitgang 2 * * Ingang 20 AB M B A Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler ( TU2). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 Als de gewenste boilertemperatuur bereikt is, schakelt het drie-weg-ventiel om en wordt de tweede verbruiker opgeladen, overeenkomstig de prioriteit en strategie voor de oplading, zie hfst De pomp PWT wordt bij het zwembad parallel met het ventiel VSP aangestuurd en is niet toerentalgeregeld. TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) De gewenste en maximale waarde voor het zwembad moet ingesteld worden / Tem

35 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 3 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 3 PLE PLE* Ingang Variante 11 Bivalenter boiler met collectorcascade Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 4 PZW* TZW* PZW Ingang 15 TZW* Optie P (hfst. 8.11) TSO* P* TOx* Uitgang 4 P Ingang 16 TSO Ingang 14 Optie (hfst. 8.13) Uitgang 4 * * Ingang 20 AB M B A Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Ingang 20 Ingang 23 TKV2 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 Ingang 24/26 TKR1* V1* V2 Ingang 22 TKR2 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 Beide collectorvelden werken onafhankelijk van elkaar. Als de optie collectorbypass gebruikt wordt, maar zonder regelfunctie van de collectorvertrekvoeler TKV, moet er enkel 1 collectorvertrekvoeler aangesloten worden. Als bijkomend nog de optie collectorvertrekvoeler gebruikt wordt, zijn de twee collectorvertrekvoelers en TKV2 absoluut noodzakelijk. MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) / Tem

36 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 4 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 4 PLE PLE* Ingang Variante 12 Boilercascade met collectorcascade Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 4 PZW PZW* Ingang 14 TZW* TZW* Optie P (hfst. 8.11) TSO* P* TOx* Uitgang 4 P Ingang 14 TSO Ingang 16 TO2 Optie (hfst. 8.13) Uitgang 4 * * Ingang 20 AB M B A Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Ingang 20 Ingang 23 TKV2 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 Ingang 24/26 TKR1* V1* V2 Ingang 22 TKR2 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler ( TU2). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 Als de gewenste boilertemperatuur bereikt is, schakelt het drie-weg-ventiel om en wordt de tweede verbruiker opgeladen, overeenkomstig de prioriteit en strategie voor de oplading, zie hfst Beide collectorvelden werken onafhankelijk van elkaar. Als de optie collectorbypass gebruikt wordt, maar zonder regelfunctie van de collectorvertrekvoeler TKV, moet er enkel 1 collectorvertrekvoeler aangesloten worden. Als bijkomend nog de optie collectorvertrekvoeler gebruikt wordt, zijn de twee collectorvertrekvoelers en TKV2 absoluut noodzakelijk MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) / Tem

37 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Ingang 20 Ingang Variante 13 Boilercascade voor warm water en verwarmingsondersteuning met collectorcascade TKV2 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 Ingang 24/26 V2 Ingang 22 TKR2 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler ( TU2). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 Als de gewenste boilertemperatuur bereikt is, schakelt het drie-weg-ventiel om en wordt de tweede verbruiker opgeladen, overeenkomstig de prioriteit en strategie voor de oplading, zie hfst Beide collectorvelden werken onafhankelijk van elkaar. Met het drie-weg-ventiel voor de verhoging van de teruglooptemperatuur (VRA) kan in functie van de temperatuur () en van de verwarmingsterugloopvoeler (THR) de aanwezige energie uit het buffervat gebruikt worden, zie hfst MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) / Tem

38 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 3 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 3 PLE PLE* Ingang Variante 14 Buffervat voor verwarmingsondersteuning met collectorcascade Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 3 PZW PZW* Ingang 15 TZW* TZW* Optie P (hfst. 8.11) TSO* P* TOx* Uitgang 3 P Ingang 15 TSO Ingang 14 Optie (hfst. 8.13) Uitgang 3 * * Ingang 20 AB M B A Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Ingang 20 Ingang 23 TKV2 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 Ingang 24/26 TKR1* V1* V2 Ingang 22 TKR2 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 Beide collectorvelden werken onafhankelijk van elkaar. Als de optie collectorbypass gebruikt wordt, maar zonder regelfunctie van de collectorvertrekvoeler TKV, moet er enkel 1 collectorvertrekvoeler aangesloten worden. Als bijkomend nog de optie collectorvertrekvoeler gebruikt wordt, zijn de twee collectorvertrekvoelers en TKV2 absoluut noodzakelijk Met het drie-weg-ventiel voor de verhoging van de teruglooptemperatuur (VRA) kan in functie van de temperatuur () en van de verwarmingsterugloopvoeler (THR) de aanwezige energie uit het buffervat gebruikt worden, zie hfst MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) / Tem

39 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 4 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 4 PLE PLE* Ingang Variante 15 Boilercascade en vastebrandstketel Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 4 PZW PZW* Ingang 14 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie P (hfst. 8.11) TSO* P* TOx* Uitgang 4 P Ingang 14 TSO Ingang 16 TO2 Optie (hfst. 8.13) Uitgang 4 * * Ingang 20 AB M B A Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler ( TU2). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 Als de gewenste boilertemperatuur bereikt is, schakelt het drie-weg-ventiel om en wordt de tweede verbruiker opgeladen, overeenkomstig de prioriteit en strategie voor de oplading, zie hfst Lading van het buffervat met vastebrandstketel, temperatuurdifferentieelregeling tussen de voeler vastebrandstketel (TFK) en de referentievoeler (TU2). Het thermische mengventiel (TV) maakt een snelle opwarming van de vastebrandstketel mogelijk. Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TFK TU) en de minimale temperatuur op TFK bereikt is, wordt de pomp PFK ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TFK - TU) bereikt is, zie hfst.8.5. MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) / Tem

40 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) 6.16 Variante 16 Boilercascade, verwarmingsondersteuning en vastebrandstketel * Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler ( TU2). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 Als de gewenste boilertemperatuur bereikt is, schakelt het drie-weg-ventiel om en wordt de tweede verbruiker opgeladen, overeenkomstig de prioriteit en strategie voor de oplading, zie hfst Lading van het buffervat met vastebrandstketel, temperatuurverschilregeling tussen de voeler vastebrandstketel (TFK) en de referentievoeler (TU2). Het thermische mengventiel (TV) maakt een snelle opwarming van de vastebrandstketel mogelijk. Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TFK TU) en de minimale temperatuur op TFK bereikt is, wordt de pomp PFK ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TFK - TU) bereikt is, zie hfst. 8.5 Met het drie-weg-ventiel voor de verhoging van de teruglooptemperatuur (VRA) kan in functie van de temperatuur () en van de verwarmingsterugloopvoeler (THR) de aanwezige energie uit het buffervat gebruikt worden, zie hfst MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) / Tem

41 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* TOx* Uitgang 4 PWL Ingang Variante 17 Buffervat voor verwarming met collector en vastebrandstketel Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 4 PLE PLE* Ingang 13 Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 4 PZW PZW* Ingang 15 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie P (hfst. 8.11) TSO* P* TOx* Uitgang 4 P Ingang 16 TSO Ingang 14 Optie (hfst. 8.13) Uitgang 4 * * Ingang 20 AB M B A Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst Lading van het buffervat met vastebrandstketel, temperatuurverschilregeling tussen de voeler vastebrandstketel (TFK) en de referentievoeler (). Het thermische mengventiel (TV) maakt een snelle opwarming van de vastebrandstketel mogelijk. Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TFK TU) en de minimale temperatuur op TFK bereikt is, wordt de pomp PFK ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TFK TU) bereikt is, zie hfst.8.5. Omschakeling warmtegenerator buffervat, ventiel VUP. Zodra de gewenste waarde in het buffervat op voeler bereikt is, is het ventiel VUP in de richting van het buffervat geschakeld en kunnen de verbruikers hun behoefte direct uit het buffervat halen, zie hfst MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) / Tem

42 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 4 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 4 PLE PLE* Ingang Variante 18 Buffervat voor verwarming en vastebrandstketel Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 3 PZW PZW* Ingang 15 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie P (hfst. 8.11) TSO* P* TOx* Uitgang 3 P Ingang 16 TSO Ingang 14 Optie (hfst. 8.13) Uitgang 3 * * Ingang 20 AB M B A Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 Lading van het buffervat met vastebrandstketel, temperatuurverschilregeling tussen de voeler vastebrandstketel (TFK) en de referentievoeler (). Het thermische mengventiel (TV) maakt een snelle opwarming van de vastebrandstketel mogelijk. Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TFK TU) en de minimale temperatuur op TFK bereikt is, wordt de pomp PFK ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TFK - TU) bereikt is, zie hfst. 8.5 TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) / Tem

43 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 3 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 3 PLE PLE* Ingang Variante 19 Boiler voor verwarmingsondersteuning met collector en vastebrandstketel Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 3 PZW PZW* Ingang 15 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie P (hfst. 8.11) TSO* P* TOx* Uitgang 3 P Ingang 15 TSO Ingang 14 Optie (hfst. 8.13) Uitgang 3 * * Ingang 20 AB M B A Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 Lading van het buffervat met vastebrandstketel, temperatuurverschilregeling tussen de voeler vastebrandstketel (TFK) en de referentievoeler (). Het thermische mengventiel (TV) maakt een snelle opwarming van de vastebrandstketel mogelijk.. Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TFK TU) en de minimale temperatuur op TFK bereikt is, wordt de pomp PFK ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TFK - TU) bereikt is, zie hfst. 8.5 Met het drie-weg-ventiel voor de verhoging van de teruglooptemperatuur (VRA) kan in functie van de temperatuur () en van de verwarmingsterugloopvoeler (THR) de aanwezige energie uit het buffervat gebruikt worden, zie hfst MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) / Tem

44 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 1 TOx* PWL Ingang 14 Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 1 PZW PZW* Ingang 15 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie P (hfst. 8.11) TSO* P* TOx* Uitgang 1 P Ingang 15 TSO Ingang Variante 20 Buffervat voor verwarming met vastebrandstketel Lading van het buffervat met vastebrandstketel, temperatuurverschilregeling tussen de voeler vastebrandstketel (TFK) en de referentievoeler (). Het thermische mengventiel (TV) maakt een snelle opwarming van de vastebrandstketel mogelijk. Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TFK TU) en de minimale temperatuur op TFK bereikt is, wordt de pomp PFK ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TFK - TU) bereikt is, zie hfst. 8.5 Omschakeling warmtegenerator buffervat, ventiel VUP. Zodra de gewenste waarde in het buffervat op voeler bereikt is, is het ventiel VUP in de richting van het buffervat geschakeld en kunnen de verbruikers hun behoefte direct uit het buffervat halen, zie hfst Met het drie-weg-ventiel voor de verhoging van de teruglooptemperatuur (VRA) kan de aanwezige energie uit het buffervat gebruikt worden in functie van de temperatuur () en van de verwarmingsterugloopvoeler (THR), zie hst MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) / Tem

45 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 3 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 3 PLE PLE* Ingang Variante 21 Boilercascade met twee collectoroplaadpompen Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 3 PZW PZW* Ingang 12 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie (hfst. 8.13) Uitgang 3 * * Ingang 20 AB M B A Optie P (hfst. 8.11) TSO* P* TOx* Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Uitgang 4 P Ingang 14 TSO Ingang 16 TO2 Ingang 20 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler ( TU2). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 Als de gewenste boilertemperatuur voor boiler 1 bereikt is, schakelt de pomp L1 uit en de tweede verbruiker wordt door middel van de pomp L2 opgeladen, overeenkomstig de prioriteit en strategie voor de oplading, zie hfst Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR / Tem

46 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* TOx* Uitgang 2 PWL Ingang Variante 22 Boilercascade voor warm water / verwarming resp. zwembad Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 2 PLE PLE* Ingang 13 Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 2 PZW PZW* Ingang 14 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie P (hfst. 8.11) TSO* P* TOx* Uitgang 2 P Ingang 14 TSO Ingang 16 TO2 Optie (hfst. 8.13) Uitgang 2 * * Ingang 20 AB M B A Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst.8.12) Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1* V1* TKR1 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (, TU2 TU3). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 Als de gewenste boilertemperatuur voor boiler 1 bereikt is, schakelt het drie-weg-ventiel om en wordt de tweede verbruiker opgeladen, overeenkomstig de prioriteit en strategie voor de oplading, zie hfst Als de gewenste boilertemperatuur van boiler 2 bereikt is, schakelt het drie-weg-ventiel om en wordt de derde boiler (zwembad) opgeladen, overeenkomstig de prioriteit en strategie voor de oplading. Het zwembad is door de alternerende werking bij opbrengstafhankelijke oplading uitgesloten. MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) De gewenste en maximale waarde voor het zwembad moet ingesteld worden / Tem

47 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 3 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 3 PLE PLE* Ingang Variante 23 Energie-opslagvat WES Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 2 PZW PZW* Ingang 12 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie P (hfst. 8.11) TSO* P* TOx* Uitgang 2 P Ingang 16 TSO Ingang 14 Optie (hfst. 8.13) Uitgang 4 B * * AB Ingang 20 M A Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling der Zonnepomp, zie hfst. 8.4 De WES-functie (hfst. 8.22) dient voor de laadoptimalisatie van de boiler. Naargelang het aanbod aan zonne-energie wordt tot de bovenste voeler geladen, om boven snel een bruikbare temperatuur te bereiken. MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR / Tem

48 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 3 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 3 PLE PLE* Ingang Variante 24 Energie-opslagvat WES en verwarmingsondersteuning Optie (hfst. 8.13) Uitgang 3 * * Ingang 20 AB M B A Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 2 PZW PZW* Ingang 12 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie P (hfst. 8.11) TSO* P* TOx* Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Uitgang 2 P Ingang 12 TSO Ingang 14 Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 De WES-functie (hfst. 8.22)) dient voor de laadoptimalisatie van de boiler. Naargelang het aanbod aan zonne-energie wordt tot de bovenste voeler geladen, om boven snel een bruikbare temperatuur te bereiken. Met het drie-weg-ventiel voor de verhoging van de teruglooptemperatuur (VRA) kan in functie van de temperatuur () en van de verwarmingsterugloopvoeler (THR) de aanwezige energie uit het buffervat gebruikt worden, zie hfst TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) / Tem

49 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 3 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 3 PLE PLE* Ingang Variante 25 Energie-opslagvat WES met vastebrandstketel Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 4 PZW PZW* Ingang 16 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie P (hfst. 8.11) TSO* P* TOx* Uitgang 4 P Ingang 16 TSO Ingang 14 Optie (hfst. 8.13) Uitgang 4 * * Ingang 20 AB M B A Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 De WES-functie (hfst. 8.22)) dient voor de laadoptimalisatie van de boiler. Naargelang het aanbod aan zonne-energie wordt tot de bovenste voeler geladen, om boven snel een bruikbare temperatuur te bereiken. Lading van het buffervat met vastebrandstketel, temperatuurverschilregeling tussen de voeler vastebrandstketel (TFK) en de referentievoeler (). Het thermische mengventiel (TV) maakt een snelle opwarming van de vastebrandstketel mogelijk. Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TFK TU) en de minimale temperatuur op TFK bereikt is, wordt de pomp PFK ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TFK - TU) bereikt is, zie hfst. 8.5 MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) / Tem

50 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 3 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 3 PLE PLE* Ingang Variante 26 Energie-opslagvat WES met verwarmingsondersteuning en vastebrandstketel Optie (hfst. 8.13) Uitgang 3 * * Ingang 20 AB M B A Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 De WES-functie (hfst. 8.22)) dient voor de laadoptimalisatie van de boiler. Naargelang het aanbod aan zonne-energie wordt tot de bovenste voeler geladen, om boven snel een bruikbare temperatuur te bereiken. Lading van het buffervat met vastebrandstketel, temperatuurverschilregeling tussen de voeler vastebrandstketel (TFK) en de referentievoeler (TUZ). Het thermische mengventiel (TV) maakt een snelle opwarming van de vastebrandstketel mogelijk.van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TFK TU) en de minimale temperatuur op TFK bereikt is, wordt de pomp PFK ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TFK - TU) bereikt is, zie hfst. 8.5 Met het drie-weg-ventiel voor de verhoging van de teruglooptemperatuur (VRA) kan in functie van de temperatuur (TOZ) en van de verwarmingsterugloopvoeler (THR) de aanwezige energie uit het buffervat gebruikt worden, zie hfst MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) / Tem

51 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 2 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 2 PLE PLE* Ingang Variante 27 Boiler ladingsomschakeling Optie (hfst. 8.13) Uitgang 2 * * Ingang 20 AB M B A Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 4 PZW PZW* Ingang 12 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie P (hfst. 8.11) TSO* P* TOx* Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Uitgang 4 P Ingang 16 TSO Ingang 14 Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst De WES-functie (hfst. 8.22)) dient voor de laadoptimalisatie van de boiler. Naargelang het aanbod aan zonne-energie wordt tot de bovenste voeler geladen, om boven snel een bruikbare temperatuur te bereiken. Om op de bovenste zone, voeler, te laden gebeurt een actieve zone-omschakeling via het ventiel VPO. MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR / Tem

52 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 3 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 3 PLE PLE* Ingang Variante 28 Boilercascade (energie-opslagvat WES) met teruglaadfunctie Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 2 PZW PZW* Ingang 12 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie (hfst. 8.13) Uitgang 2 * * Ingang 20 AB M B A Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 De WES-functie (hfst. 8.22)) dient voor de laadoptimalisatie van de boiler. Naargelang het aanbod aan zonne-energie wordt tot de bovenste voeler geladen, om boven snel een bruikbare temperatuur te bereiken. Met de boiler-laadpomp (P) wordt de opgeslagen energie in functie van de temperatuur () en de temperatuur (TSO) getransporteerd (hfst. 8.11). MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) / Tem

53 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 3 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 3 PLE PLE* Ingang Variante 29 Boilercascade (energie-opslagvat WES) met teruglaadfunctie, verwarmingsondersteuning Optie (hfst. 8.13) Uitgang 3 * * Ingang 20 AB M B A Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 3 PZW PZW* Ingang 12 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie TKV (hfst. 8.4 Fehler! Verweisquelle konnte nicht gefunden werden.ff.) * Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 De WES-functie (hfst. 8.22)) dient voor de laadoptimalisatie van de boiler. Naargelang het aanbod aan zonne-energie wordt tot de bovenste voeler geladen, om boven snel een bruikbare temperatuur te bereiken. Met de boiler-laadpomp (P) wordt de opgeslagen energie in functie van de temperatuur () en de temperatuur (TSO) getransporteerd (hfst. 8.11). Met het drie-weg-ventiel voor de verhoging van de teruglooptemperatuur (VRA) kan in functie van de temperatuur (TOZ) en van de verwarmingsterugloopvoeler (THR) de aanwezige energie uit het buffervat gebruikt worden, zie hfst MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) / Tem

54 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 4 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 4 PLE PLE* Ingang Variante 30 Boilerlading platenwarmtewisselaar met ladingsomschakeling Optie (hfst. 8.13) Uitgang 4 * * Ingang 20 AB M B A Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 4 PZW PZW* Ingang 16 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie P (hfst. 8.11) TSO* P* TOx* Optie TKV (hfst.8.4 ff.) * Uitgang 4 P Ingang 16 TSO Ingang 14 Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1* V1* TKR1 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst De WES-functie (hfst. 8.22)) dient voor de laadoptimalisatie van de boiler. Naargelang het aanbod aan zonne-energie wordt tot de bovenste voeler geladen, om boven snel een bruikbare temperatuur te bereiken. Om op de bovenste zone () te laden gebeurt een actieve zone-omschakeling via het ventiel VPO. De pomp PWT start met het kleinste toerental (30%) als de temperatuur ter hoogte van de collectorvertrekvoeler TKV met de uitschakeldifferentieel plus 2 K warmer is dan de boilervoeler onderaan TU. De bedoeling is om de gewenste laadtemperatuur op de voeler TWT te bereiken en te behouden. Als de temperatuur ter hoogte van de collectorvertrekvoeler TKV enkel nog met de uitschakelvoorwaarde hoger is dan de temperatuur boiler onderaan TU, wordt de secundaire pomp PWT stopgezet. Toerentalregeling van de pomp PWT, zie hfst MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) De optie collectorvertrekvoeler moet geactiveerd worden en de voeler moet overeenkomstig geïnstalleerd zijn / Tem

55 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 3 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 3 PLE PLE* Ingang Variante 31 Boilerlading via platenwarmtewisselaar Optie (hfst. 8.13) Uitgang 3 * * Ingang 20 AB M B A Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 4 PZW PZW* Ingang 15 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie P (hfst. 8.11) TSO* P* TOx* Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Uitgang 4 P Ingang 16 TSO Ingang 14 Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1* V1* TKR1 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 De pomp PWT start met het kleinste toerental (30%) als de temperatuur ter hoogte van de collectorvertrekvoeler TKV met de uitschakeldifferentieel plus 2 K warmer is dan de boilervoeler onderaan TU. De bedoeling is om de gewenste laadtemperatuur op de voeler TWT te bereiken en te behouden. Als de temperatuur ter hoogte van de collectorvertrekvoeler TKV enkel nog met de uitschakelvoorwaarde hoger is dan de temperatuur boiler onderaan TU, wordt de secundaire pomp PWT stopgezet. Toerentalregeling van de pomp PWT, zie hfst MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) De optie collectorvertrekvoeler moet geactiveerd worden en de voeler moet overeenkomstig geïnstalleerd zijn / Tem

56 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 3 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 3 PLE PLE* Ingang Variante 32 Buffervat voor verwarmingsondersteuning met platenwarmtewisselaar Optie (hfst. 8.13) Uitgang 3 * * Ingang 20 AB M B A Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 3 PZW PZW* Ingang 15 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie P (hfst. 8.11) TSO* P* TOx* Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Uitgang 3 P Ingang 16 TSO Ingang 14 Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1* V1* TKR1 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 De pomp PWT start met het kleinste toerental (30%) als de temperatuur ter hoogte van de collectorvertrekvoeler TKV met de uitschakeldifferentieel plus 2 K warmer is dan de boilervoeler onderaan TU. De bedoeling is om de gewenste laadtemperatuur op de voeler TWT te bereiken en te behouden. Als de temperatuur ter hoogte van de collectorvertrekvoeler TKV enkel nog met de uitschakelvoorwaarde hoger is dan de temperatuur boiler onderaan TU, wordt de secundaire pomp PWT stopgezet. Toerentalregeling van de pomp PWT, zie hfst MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) De optie collectorvertrekvoeler moet geactiveerd worden en de voeler moet overeenkomstig geïnstalleerd zijn / Tem

57 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 2 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 2 PLE PLE* Ingang Variante 33 Energie-opslagvat WES en bijkomend buffervat met voor- en teruglading Optie (hfst. 8.13) Uitgang 2 * * Ingang 20 AB M B A Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 2 PZW PZW* Ingang 12 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie P (hfst. 8.11) TSO* P* TOx* Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Uitgang 2 P Ingang 12 TSO Ingang 14 Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 De WES-functie (hfst. 8.22)) dient voor de laadoptimalisatie van de boiler. Naargelang het aanbod aan zonne-energie wordt tot de bovenste voeler geladen, om boven snel een bruikbare temperatuur te bereiken. Met de pomp buffervat - bijkomend buffervat (PPZ) wordt de opgeslagen energie, bij het overschrijden van de gewenste omladingstemperatuur op de buffervattemperatuurvoeler bovenaan () en onderaan(), alsook bij voldoende verschil ten opzichte van de temperatuur in het onderste gedeelte van het bijkomende buffervat (TU2), naar het bijkomende buffervat getransporteerd. De teruglading gebeurt met de pomp bijkomend buffervat - buffervat (PZP) in functie van en van de temperatuur in het bovenste gedeelte van het bijkomende buffervat (TO2) (hfst.8.19). MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) / Tem

58 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Ingang 20 Ingang Variante 34 Buffervat en bijkomend buffervat met voor- en teruglading en collectorcascade TKV2 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 Ingang 24/26 V2 Ingang 22 TKR2 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 Beide collectorvelden werken onafhankelijk van elkaar. Met de pomp buffervat - bijkomend buffervat (PPZ) wordt de opgeslagen energie, bij het overschrijden van de gewenste omladingstemperatuur op de buffervattemperatuurvoeler bovenaan () en onderaan(), alsook bij voldoende verschil ten opzichte van de temperatuur in het onderste gedeelte van het bijkomende buffervat (TU2), naar het bijkomende buffervat getransporteerd. De teruglading gebeurt met de pomp bijkomend buffervat - buffervat (PZP) in functie van en van de temperatuur in het bovenste gedeelte van het bijkomende buffervat (TO2) (hfst. 8.19). MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) / Tem

59 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) 6.35 Variante 35 WES boiler en bijkomend buffervat met voor- en teruglading en vastebrandstketel * Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 De WES-functie (hfst. 8.22)) dient voor de laadoptimalisatie van de boiler. Naargelang het aanbod aan zonne-energie wordt tot de bovenste voeler geladen, om boven snel een bruikbare temperatuur te bereiken. Met de pomp buffervat - bijkomend buffervat (PPZ) wordt de opgeslagen energie, bij het overschrijden van de gewenste omladingstemperatuur op de buffervattemperatuurvoeler bovenaan () en onderaan(), alsook bij voldoende verschil ten opzichte van de temperatuur in het onderste gedeelte van het bijkomende buffervat (TU2), naar het bijkomende buffervat getransporteerd. De teruglading gebeurt met de pomp bijkomend buffervat - buffervat (PZP) in functie van en van de temperatuur in het bovenste gedeelte van het bijkomende buffervat (TO2) (hfst. 8.19). Lading van het buffervat met vastebrandstketel, temperatuurverschilregeling tussen de voeler vastebrandstketel (TFK) en de referentievoeler (). Het thermische mengventiel (TV) maakt een snelle opwarming van de vastebrandstketel mogelijk.van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TFK TU) en de minimale temperatuur op TFK bereikt is, wordt de pomp PFK ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TFK - TU) bereikt is, zie hfst. 8.5 MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) / Tem

60 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) 6.36 Variante 36 Buffervat en bijkomend buffervat met platenwarmtewisselaar en voor- en teruglading * Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) TKR1* V1* Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler (TU). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst De pomp PWT start met het kleinste toerental (30%) als de temperatuur ter hoogte van de collectorvertrekvoeler TKV met de uitschakeldifferentieel plus 2 K warmer is dan de boilervoeler onderaan TU. De bedoeling is om de gewenste laadtemperatuur op de voeler TWT te bereiken en te behouden. Als de temperatuur ter hoogte van de collectorvertrekvoeler TKV enkel nog met de uitschakelvoorwaarde hoger is dan de temperatuur boiler onderaan TU, wordt de secundaire pomp PWT stopgezet. Toerentalregeling van de pomp PWT, zie hfst Met de pomp buffervat - bijkomend buffervat (PPZ) wordt de opgeslagen energie, bij het overschrijden van de gewenste omladingstemperatuur op de buffervattemperatuurvoeler bovenaan () en onderaan(), alsook bij voldoende verschil ten opzichte van de temperatuur in het onderste gedeelte van het bijkomende buffervat (TU2), naar het bijkomende buffervat getransporteerd. De teruglading gebeurt met de pomp bijkomend buffervat - buffervat (PZP) in functie van en van de temperatuur in het bovenste gedeelte van het bijkomende buffervat (TO2) (hfst. 8.19). MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) De optie collectorvertrekvoeler moet geactiveerd worden en de voeler moet overeenkomstig geïnstalleerd zijn / Tem

61 6 Hydraulische varianten Opties naar keuze Optie PWL (hfst. 8.10) PWL* Uitgang 4 TOx* PWL Ingang 14 Optie PLE (hfst. 8.14) Uitgang 4 PLE PLE* Ingang Variante 37 Boiler met platenwarmtewisselaar Optie (hfst. 8.13) Uitgang 4 * * Ingang 20 AB M B A Optie PZW (hfst. 8.15) Uitgang 4 PZW PZW* Ingang 14 TZW* TZW* Ingang 24 V2* V2* Optie P (hfst. 8.11) TOx* TSO* P* Optie TKV (hfst. 8.4 ff.) * Uitgang 4 P Ingang 14 TSO Ingang 16 TO2 Ingang 20 Optie VIZ/ TKR (hfst. 8.12) Ingang 21/25 V1 Ingang 19 TKR1* V1* TKR1 De WRSol bepaalt het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler (TK) en de referentievoeler ( TU2). Van zodra het temperatuurverschil groter is dan de ingestelde waarde (Inschakeldifferentieel TK TU), wordt de zonnepomp ingeschakeld en daarmee de verbruiker opgeladen, tot de uitschakelvoorwaarde (Uitschakeldiff. TK - TU) de maximale temperatuur van de verbruiker bereikt is. Toerentalregeling van de zonnepomp, zie hfst. 8.4 Als de gewenste boilertemperatuur bereikt is, schakelt het drie-weg-ventiel om en wordt de tweede verbruiker opgeladen, overeenkomstig de prioriteit en strategie voor de oplading, zie hfst De pomp PWT start met het kleinste toerental (30%) als de temperatuur ter hoogte van de collectorvertrekvoeler TKV met de uitschakeldifferentieel plus 2 K warmer is dan de boilervoeler onderaan TU. De bedoeling is om de gewenste laadtemperatuur op de voeler TWT te bereiken en te behouden. Als de temperatuur ter hoogte van de collectorvertrekvoeler TKV enkel nog met de uitschakelvoorwaarde hoger is dan de temperatuur boiler onderaan TU, wordt de secundaire pomp PWT stopgezet. Toerentalregeling van de pomp PWT, zie hfst MFA opties: Warmtevraag (hfst ) Storingsmelding (hfst ) Hogetemperatuurontlasting (hfst ) De optie collectorvertrekvoeler moet geactiveerd worden en de voeler moet overeenkomstig geïnstalleerd zijn / Tem

62 7 Bediening 7 Bediening 7.1 Bedienings- en weergave-elementen LC-display Entertoets Door hierop te drukken wordt een keuze wijziging bevestigd. Draaiknop Escape-toets Terug naar de basisweergave. Met deze toets kunt u de instellingen onderbreken. Niet opgeslagen wijzigingen gaan verloren. Terugsprong van telkens een stap. Reset Indien er op de resetknop gedrukt wordt, wordt de processor met de voordien ingestelde waarden heropgestart. Er kan geen fabrieksinstelling opgestart worden. De fabrieksinstelling kan onder Configuratie met Reset hersteld worden. 7.2 Display Bedrijfsmodus Info Optie PWL WW-lading PLE therm. desinfectie Optie P omlading PWZ circulatie Optie collectorbypass Multifunctionele uitgang MFA Informatiemenu Actieve hydraulische varianten met weergave van de actuele temperaturen, de actoren zijn geanimeerd, resp. als de pomp in werking is, draait deze, de omschakelventielen tonen de actuele doorstromingsrichting. Instelling / Configuratie / Tem

63 7 Bediening 7.3 Navigatie menustructuur Inbedrijfstellingsassistent Bedrijfsmodus Gew. / reële waarden Collector1 Collector2 Boiler 1 Boiler 2 Boiler 3 Informatie Gew. en reële waarden Opbrengst Week Maand Statistiek Jaar Algemeen Collector1 Collector2 Boiler 1 Instellingen Boiler 2 Boiler 3 Algemeen Tijdprogramma s Configuratie Paswoord / Tem

64 7 Bediening 7.4 Navigatie Info-menu Infoebene 128 PWL PWZ Info TV Status 1 10:45 Menu Deelopbrengst Teilertrag Kollektor collector 43 kwh Esc 10:45 Save Informatie Information Gew. Soll- + en Istwerte reële waarden anzeigen Erträge Opbrengst Statistik Statistiek Esc 10:45 Enter Deelopbrengst Teilertrag Kollektor collector Totale GesamtertragMax. opbrengst 1856 Deelopbrengst Teilertrag löschen? wissen? 0 Collector Kollektor 1 Esc 10:45 Enter Esc 10:45 Enter Gewenste / reële waarden In dit menu worden alle gewenste en reële waarden weergegeven. Waarde THR TSO TFK TK TO TU TKV TKR FLOW Verklaring Teruglooptemperatuur van een stookkring Bovenste warmwater-boilertemperatuur bijkomende boiler Vertrektemperatuur vastebrandstketel Temperatuur zonnecollector (uitlaattemperatuur) Bovenste boilertemperatuur Onderste boilertemperatuur Vertrektemperatuur zonnecollector (TKV) Teruglooptemperatuur zonnecollector (TKR) Debiet voor de warmte-energiemeting in de zonnesysteemkring / Tem

65 7 Bediening Waarde TZW TWT NALAD Verklaring Temperatuur in de warmwatercirculatieleiding Temperatuur warmtewisselaar Actuele toestand van de MFA voor de warmtevraag/ ketelblokkering Actueel toerental van de zonnepomp in % VSP PZW Pakt Actuele toestand van het omschakelventiel. Actuele toestand van de warmwatercirculatiepomp PZW Actueel berekend collectorvermogen Status Toestand zonnesysteem: TOZ TUZ PWL P PZP PPZ PWT VRA PFK VPO VUP PLE HTE L Temperatuur boiler bovenaan bijkomende voeler Temperatuur boiler onderaan bijkomende voeler Actuele toestand van het collector-bypassventiel Actuele toestand van de bijlaadpomp PWL Actuele toestand van de omlaadpomp P Actuele toestand van de PZP pomp oplaadpomp omlading Actuele toestand van de PPZ pomp ontlaadpomp omlading Actueel toerental PWT pomp warmtewisselaar Actuele toestand van het omschakelventiel terugloopverhoging VRA Actuele toestand van de oplaadpomp PFK (oplading van de boiler door de vastebrandstketel) Actuele toestand van het omschakelventiel zoneoplading Actuele toestand des omschakelventiel boiler - stookkring Actuele toestand van de pomp PLE, thermische desinfectie Actuele toestand van de uitgang hogetemperatuurontlasting Actueel toerental L pomp boileroplading Opmerking: Volgende waarden zijn enkel zichtbaar na code-invoering Waarde Verklaring SetTK SetTO Berekende gewenste collectortemperatuur, referentie voor de toerentalregeling van de zonnepomp Berekende gewenste temperatuur aan de bovenste boilervoeler, referentie voor de meest uiteenlopende functies zoals bijlading, zonneoplading enz. SetTU Berekende gewenste temperatuur aan de onderste boilervoeler, referentie voor de meest uiteenlopende functies zoals thermische desinfectie, zonneoplading enz. SetTZW Berekende gewenste temperatuur aan de voeler van de warmwatercirculatieleiding TWZ / Tem

66 7 Bediening Opmerking: De waarden uit het menu Gew. en reële waarden kunnen met Save in de statuslijn onderaan het titelbeeld overgenomen worden. 128 PWL PWZ Info TV 1: Ladung Laden aan Ein 10:45 Menu PWL PWZ Info TV 60.8 C 056 Menu Informatie Information Soll- + Istwerte anzeigen Gew. en reële waarden Erträge Opbrengst Statistik Statistiek Esc 1: Ladung Laden aan Ein 10:45 Enter Status1 11: : Laden Ladung aan Ein Status1 11: : Laden Ladung aan Ein 71.2 C 71.2 C TKR C 48.3 C TKR C 48.3 C Esc 60.8 C Save Esc 1: Ladung Laden aan Ein 10:45 Save Opbrengst In dit menu worden alle opbrengsten weergegeven. Waarde Deelopbrengst collector Bedrijfsuren zonnepomp Totale opbrengst collector Deelopbrengst wissen? Verklaring Hoeveelheid zonne-energie in kwh, kan gereset worden Totaal aantal bedrijfsuren van de zonnepomp Totale zonne-energie in kwh Deelopbrengst resetten 0 : Neen 3 : Ja / Tem

67 7 Bediening 7.5 Navigatie Statistiek-menu 128 PWL PWZ Info TV Status 1: Laden 1 aan 10:45 Menu 2.5 Opbrengst Ertrag Woche week So Mo Di Mi Do Fr Sa So Mo Di Esc kwh Informatie Information Gew. Soll- + en Istwerte reële waarden anzeigen Erträge Opbrengst Statistik Statistiek Esc 10:45 Enter Opbrengst Erträge Woche week Opbrengst Erträge Monat maand Erträge Jahr Opbrengst jaar Esc 10:45 Enter In het menu info wordt de zonne-energieopbrengst grafisch weergegeven. Er kan gekozen worden tussen Opbrengst week, de laatste 13 dagen, Opbrengst maand, de laatste 13 maanden en Opbrengst jaar, de laatste 13 jaar. Op de grafiek kan met de draaiknop een balk voor de weergave geselecteerd worden. Onderaan verschijnt dan de keuze met de overeenkomstige waarde / Tem

68 7 Bediening 7.6 Navigatie / Menustructuur (debiet veranderen) 128 PWL PWZ Info TV Status 1 10:45 Menu Max. Volumenstrom debiet zonnepomp Pumpe Solar 240 l/h Esc 10:45 Save Bedrijfsmodus Betriebswahl Gew. Soll- en + reële Istwerte waarden Instellingen Einstellungen Tijdprogramma Zeitprogramme Configuratie Konfiguration Esc 10:45 Enter Starthulp Starthilfe collector Kollektor 00 Min. toerental Drehzahl zonnepomp Max Max Max. debiet Volumenstrom zonnepomp Max. Volumenstrom Collector Kollektor 1 Boiler Speicher 1 1 Allgemein Algemeen Esc 10:45 Enter Esc 10:45 Enter In het menu kan/kunnen: de bedrijfsmodus veranderd worden de gewenste en reële waarden uitgelezen worden de instellingen aangepast worden de tijdprogramma s veranderd worden de regelaar geconfigureerd worden / Tem

69 7 Bediening Bedrijfsmodus Bedrijfsmodus Waarde Bedrijfsmodus ID Instelbereik Volgende bedrijfsmodi kunnen geselecteerd worden: Fabrieksinstelling Paswoord 0 : Uit Installatie UIT, beveiligingsfuncties actief (pompblokkeringsbeveiliging, beveiliging tegen oververhitting als (08-005) op "Aan" staat, afkoelfunctie als (08-074) actief is) 1 : Automatisch De regelfuncties zijn actief volgens de geselecteerde hydraulische variante en parametrering 3 : Test De uitgangsfuncties kunnen in het menu manueel ingesteld en gecontroleerd worden, zie hfst Opgelet, er zijn geen beveiligingsfuncties actief Gewenste / reële waarden Collector 1 Waarde ID Verklaring TK Collector-temperatuur Temperatuur zonnecollector (uitlaattemperatuur) TKV Collectorvertrektemperatuur Vertrektemperatuur zonnecollector (TKV) TKR Collector-teruglooptemperatuur Teruglooptemperatuur zonnecollector (TKR) FLOW Debiet zonnesysteem Debiet voor de warmte-energiemeting in de zonnesysteemkring Collectorvermogen actueel Actueel berekend collectorvermogen Toerental zonnepomp Actueel toerental van de SP zonnepomp in % Uitgang omschakelventiel bypass collector Actuele toestand van het collector-bypassventiel Met paswoord Waarde ID Verklaring Act. gewenste collectortemperatuur Gemiddeld toerental zonnepomp Berekende gewenste collectortemperatuur, referentie voor de toerentalregeling van de zonnepomp Gemiddeld toerental van de zonnepomp / Tem

70 7 Bediening Collector 2 Waarde ID Verklaring TK Collector-temperatuur Temperatuur zonnecollector (uitlaattemperatuur) TKV Collectorvertrektemperatuur Vertrektemperatuur zonnecollector (TKV) TKR Collector-teruglooptemperatuur Teruglooptemperatuur zonnecollector (TKR) FLOW Debiet zonnesysteem Debiet voor de warmte-energiemeting in de zonnesysteemkring Collectorvermogen actueel Actueel berekend collectorvermogen Toerental zonnepomp Actueel toerental van de zonnepomp in % Met paswoord Waarde ID Verklaring Act. gewenste collectortemperatuur Gemiddeld toerental zonnepomp Berekende gewenste collectortemperatuur, referentie voor de toerentalregeling van de zonnepomp Gemiddeld toerental van de zonnepomp Boiler 1 Waarde ID Verklaring THR Stookkringteruglooptemperatuur Teruglooptemperatuur van een stookkring TSO Warmwatertemperatuur Bovenste warmwater-boilertemperatuur bijkomende boiler TFK Vastebrandstketeltemperatuur TO Boilertemperatuur boven TU Boilertemperatuur onder Vastebrandstketel vertrektemperatuur Temperatuur in het bovenste gedeelte van de boiler Temperatuur in het onderste gedeelte van de boiler TZW Circulatietemperatuur Temperatuur in de warmwatercirculatieleiding Uitgang MFA oplading warmtevraag Uitgang VSP omschakelventiel Uitgang PZW pomp circulatie warm water TWT Temp. externe warmtewisselaar TOZ Temp. bijk. boiler bovenaan TUZ Temp. bijk. boiler onderaan Actuele toestand van de uitgang MFA voor de warmtevraag/ ketelblokkering Actuele toestand van het omschakelventiel Actuele toestand van de warmwatercirculatiepomp PZW Temperatuur warmtewisselaar Boilertemperatuur bovenaan bijkomende voeler Boilertemperatuur onderaan bijkomende voeler / Tem

71 7 Bediening Waarde ID Verklaring Uitgang PWL pomp warmwateroplading Uitgang P oplaadpomp boiler Toerental PWT pomp externe warmtewisselaar Uitgang VRA omschakelventiel verhoging terugloop Toerental PFK pomp vastebrandstketel Uitgang VPO omschakelventiel zoneoplading Uitgang VUP omschakelventiel boiler - stookkring Uitgang PLE pomp thermische desinfectie Toerental L pomp boileroplading Actuele toestand van de bijladingspomp PWL Actuele toestand van de oplaadpomp P Actueel toerental PWT pomp externe warmtewisselaar Actuele toestand van het omschakelventiel voor verhoging van de teruglooptemperatuur RA Actuele toestand van de oplaadpomp PFK (laden van de boiler door de vastebrandstketel) Actuele toestand van het VPO omschakelventiel zoneoplading Actuele toestand van het VUP omschakelventiel boiler - stookkring Actuele toestand van de boilercirculatiepomp PLE, bij thermische desinfectie Actueel toerental L pomp boileroplading Met paswoord Waarde ID Verklaring Act. gew. boilertemp. bovenaan Act. gew. boilertemp. onderaan Act. gew circulatietemperatuur Berekende gewenste temperatuur aan de bovenste boilervoeler, referentie voor de meest uiteenlopende functies zoals bijlading, zonneoplading enz Berekende gewenste tempeartuur aan de onderste boilervoeler, referentie voor de meest uiteenlopende functies zoals thermische desinfectie, zonneoplading enz Berekende gewenste temperatuur aan de voeler van de warmwatercirculatieleiding TWZ. Boiler 2 Waarde ID Verklaring THR Stookkringteruglooptemperatuur Teruglooptemperatuur van een stookkring TSO Warmwatertemperatuur Bovenste warmwater-boilertemperatuur bijkomende boiler TFK Vastebrandstketeltemperatuur TO Boilertemperatuur boven TU Boilertemperatuur onder Vastebrandstketel vertrektemperatuur Temperatuur in het bovenste gedeelte van de boiler Temperatuur in het onderste gedeelte van de boiler TZW Circulatietemperatuur Temperatuur in de warmwatercirculatieleiding Uitgang MFA oplading warmtevraag Actuele toestand van de uitgang MFA voor de warmtevraag/ ketelblokkering / Tem

72 7 Bediening Waarde ID Verklaring Uitgang VSP omschakelventiel Uitgang PZW pomp circulatie warm water Uitgang PWL pomp warmwateroplading Uitgang P oplaadpomp boiler Uitgang VRA omschakelventiel verhoging terugloop Toerental PFK pomp vastebrandstketel Uitgang PLE pomp thermische desinfectie Toerental L pomp boileroplading Actuele toestand van het omschakelventiel Actuele toestand van de warmwatercirculatiepomp PZW Actuele toestand van de bijlaadpomp PWL Actuele toestand van de oplaadpomp P Actuele toestand van het omschakelventiel voor verhoging van de teruglooptemperatuur RA Actuele toestand van de oplaadpomp PFK (laden van de boiler door de vastebrandstketel) Actuele toestand van de boilercirculatiepomp PLE, bij thermische desinfectie Actueel toerental L pomp boileroplading Met paswoord Waarde Act. gew. boilertemp. bovenaan Act. gew. boilertemp. onderaan Act. gew circulatietemperatuur ID Verklaring Berekende gewenste temperatuur aan de bovenste boilervoeler, referentie voor de meest uiteenlopende functies zoals bijlading, zonneoplading enz Berekende gewenste tempeartuur aan de onderste boilervoeler, referentie voor de meest uiteenlopende functies zoals thermische desinfectie, zonneoplading enz Berekende gewenste temperatuur aan de voeler van de warmwatercirculatieleiding TWZ. Boiler 3 Waarde ID Verklaring TU Boilertemperatuur onder Temperatuur in het onderste gedeelte van de boiler Met paswoord Waarde ID Verklaring Act. gew. boilertemp. onderaan Berekende gewenste tempeartuur aan de onderste boilervoeler, referentie voor de meest uiteenlopende functies zoals thermische desinfectie, zonneoplading enz / Tem

73 7 Bediening Algemeen Waarde ID Verklaring TWT Temp. warmtewisselaar Temperatuur warmtewisselaar intern Stand zonneregeling Toestand zonnesysteemfunctie: 0 : Laden uit 1 : Laden aan 2 : Storing 3 : Info Uitgang PZP pomp oplaadpomp omlading Uitgang PPZ pomp ontlaadpomp omlading Toerental PWT pomp interne warmtewisselaar Uitgang MFA hogetemperatuurontlasting Stware-versie Actuele toestand van de PZP pomp oplaadpomp omlading Actuele toestand van de PPZ pomp ontlaadpomp omlading Actueel toerental PWT pomp interne warmtewisselaar Actuele toestand van de uitgang hogetemperatuurontlasting Weergave van de geïnstalleerde stwareversie Met paswoord Waarde ID Verklaring Datum inbedrijfstelling Weergave van de inbedrijfstellingsdatum / Tem

74 7 Bediening 7.7 Instellingen In dit menu kunnen de instellingen voor Collector, Boiler en Algemeen veranderd worden Opmerking: enkele instellingen zijn slechts zichtbaar na code-invoering Collector 1 Waarde Paswoord Collectorbeveiligingsfunctie Spec. warmtecapaciteit collectorvloeist Beveiligingstemperatuur collector Max. temperatuur collector Min. temperatuur collector Vorstbeveiligingstemperatuur collector ID Instelbereik Fabrieksinstelling Met de instelling wordt de beveiliging tegen oververhitting van de collector ingesteld: 0 : Uit... (geen collectorbeveiliging) 1 : In... (collectorbeveiliging actief) Als de temperatuur ter hoogte van de collector bij actieve collectorbveiliging boven de ingestelde max. temperatuur collector (08-011) stijgt, wordt de zonneoplading ongeacht de ingestelde max. boilertemperatuur (08-059) vrijgegeven. Als de beveiligingstemperatuur collector (08-010) de beveiligingstemp. boiler (08-060) overschreden wordt, wordt de zonneoplading geblokkeerd kj/kg*k 3.70 kj/kg*k - Spec. warmtecapaciteit van de collectorvloeist bij 50 C, -weishaupt- zonnewarmtedraagmedium Tyfocor L (45% propyleenglycol) volgens technische fiche C 120 C 11 Als de temperatuur ter hoogte van de collectorvoeler boven de instelwaarde stijgt, wordt de zonneoplading geblokkeerd C 90 C 11 Als de temperatuur bij actieve collectorbeveiliging (08-005) ter hoogte van de collectorvoeler boven de instelwaarde stijgt, wordt de zonneoplading vrijgegeven. Opmerking: Herinschakeltemperatuur na uitschakeling wegens beveiliging is bij instelwaarde min 10 K C 20 C - Minimum collectortemperatuur waarbij de zonne-installatie vrijgegeven / geblokkeerd wordt (hysteresis vast -5 K) C -20 C - Gedeactiveerd als instelwaarde -50 C. Vorstbeveiliging actief als de collectortemperatuur lager ligt dan de instelwaarde. De vorstbeveiligingsmodus wordt beëindigd zodra de instelwaarde met 2 K overschreden wordt. Hysteresis 2 K vast / Tem

75 7 Bediening Waarde Starthulp collector ID Instelbereik Fabrieksinstelling Paswoord De starthulp dient voor de optimalisatie van de installatie. Op basis van een positieve temperatuurverandering ter hoogte van de collectorvoeler, wordt de zonnepomp voor een beperkte looptijd, zie (08-017) ingeschakeld. Na afloop van deze tijd schakelt de pomp zich weer uit. De temperatuur ter hoogte van de collector wordt gemeten. Als het temperatuurverschil tegenover de boiler volstaat, schakelt de zonnepomp "Aan". Als de inschakelcriteria niet vervuld zijn, wordt de zonnepomp na een variabele wachttijd (min. 15 minuten, max. 100 minuten) opnieuw ingeschakeld. De wachttijd wordt op basis van de collectortemperatuur en de temperatuurverandering tjidens het spoelen vastgelegd. 0 : Uit Pomplooptijd starthulp Min. toerental zonnepomp Max. debiet zonnepomp 1 : In... (Starthulp collector actief) min 0.5 min 11 Looptijd van de pomp bij actieve collectorstarthulpfunctie % 40 % - Minimale instelwaarde voor de toerentalsturing van de zonnepomp. Opmerking: Toerentalgeregelde pompen worden altijd met 100 % gestart en lopen 5 sec. op dit starttoerental, zodat een storingsvrije start van de pomp verzekerd wordt l/h 240 l/h - Als VIZ / TKR optie niet geactiveerd is, wordt hier het debiet van de zonnekring ingesteld, dat zich bij een toerental van de zonnepomp van 100% ingesteld heeft. Deze waarde wordt voor de berekening van het actuele en nominale collectorvermogen alsook de opbrengst gebruikt. Min. debiet zonnepomp Manuele regeling zonnepomp Min. stilstandstijd zonnepomp Als VIZ / TKR optie geactiveerd is, wordt hier het maximaal toegelaten debiet van de zonnekring ingesteld. Tot deze waarde wordt het actuele debiet beperkt via de sturing van het pomptoerental l/h 60 l/h - Als VIZ / TKR optie geactiveerd is, wordt hier het minimaal toegelaten debiet van de zonnekring ingesteld. Tot deze waarde wordt het actuele debiet beperkt via de sturing van het pomptoerental % 100 % - Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test s 10 s 11 Spertijd voor de uitgang. Na de uitschakeling wordt de uitgang vóór het heropstarten voor deze tijd geblokkeerd. Instelling voor hoogefficiënte resp. elektronische pompen (relaisbeveiligingsfunctie) / Tem

76 7 Bediening Waarde Max. DT collector-boiler Wachttijd foutmelding DT collector-boiler VIZ / TKR optie Volume-impulsteller / collector-tl-voeler Impulsgraad VIZ Offset FLOW debiet zonnesysteem TKV optie Collector-vertrekvoeler Optie Collectorbypass Manuele regeling omschakelventiel bypass collector ID Instelbereik Fabrieksinstelling Paswoord K 50 K 11 Als het verschil tussen collector- en boilertemperatuur bij een actieve zonneoplading tijdens de ingestelde tijd (08-092) groter is dan de instelwaarde, wordt een Error-melding (Err 71) gegenereerd min 30 min 11 Als het verschil tussen collector- en boilertemeperatuur tijdens de ingestelde tijd bij een actieve zonneoplading te hoog is, wordt de Error-melding volgens (08-091) gegenereerd. 0: Foumelding onderdrukt! Optie debietmeting 0: Uit 1: In Als de debietmeter actief is, moet een impulsgraad (17-001) gedefinieerd worden. Met de debietregistratie wordt gelijktijdig een collectorterugloopvoeler TKR geactiveerd. Opmerking: Bij 2 collectorvelden, geldt deze instelling voor beide, er moet telkens een volumeimpulsteler en een terugloopvoeler voor elk collectorveld geïnstalleerd worden Imp/l 180 Imp/l - Met de impulscontacten wordt ingesteld, hoeveel implusen/liter de sensor geeft l/h 15 l/h 11 Offset debietsensor collector. Wordt bij de meetwaarde opgeteld om de definitieve waarde te verkrijgen Optie collectorvertrekvoeler 0 : Uit 1 : In De optie TKV collectorvertrekvoeler kan als bijkomend meetpunt aangesloten worden en dient dan als referentievoeler voor de toerentalregeling van de zonneoplading Opmerking: Bij 2 collectorvelden, geldt deze instelling voor beide, er moet telkens een collectorvertrekvoeler voor elk collectorveld geïnstalleerd worden Optie collectorbypass 0 : Uit 1 : In Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test. 0 : Uit 1 : In / Tem

77 7 Bediening Collector 2 Waarde Min. temperatuur collector ID Instelbereik C 20 C Fabrieksinstelling - Paswoord Min. toerental zonnepomp Minimum collectortemperatuur waarbij de zonne-installatie vrijgegeven / geblokkeerd wordt (hysteresis vast -5 K) % 40 % - Minimale instelwaarde voor de toerentalsturing van de zonnepomp. Max. debiet zonnepomp Opmerking: Toerentalgeregelde pompen worden altijd met 100 % gestart en lopen 5 sec. op dit starttoerental, zodat een storingsvrije start van de pomp verzekerd wordt l/h 240 l/h - Als VIZ / TKR optie niet geactiveerd is, wordt hier het debiet van de zonnekring ingesteld, dat zich bij een toerental van de zonnepomp van 100% ingesteld heeft. Deze waarde wordt voor de berekening van het actuele en nominale collectorvermogen alsook de opbrengst gebruikt. Min. debiet zonnepomp Manuele regeling zonnepomp Min. stilstandstijd zonnepomp Impulsgraad VIZ Offset FLOW debiet zonnesysteem Als VIZ / TKR optie geactiveerd is, wordt hier het maximaal toegelaten debiet van de zonnekring ingesteld. Tot deze waarde wordt het actuele debiet beperkt via de sturing van het pomptoerental l/h 60 l/h - Als VIZ / TKR optie geactiveerd is, wordt hier het minimaal toegelaten debiet van de zonnekring ingesteld. Tot deze waarde wordt het actuele debiet beperkt via de sturing van het pomptoerental % 100 % - Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test s 10 s 11 Spertijd voor de uitgang. Na de uitschakeling wordt de uitgang vóór het heropstarten voor deze tijd geblokkeerd. Instelling voor hoogefficiënte resp. elektronische pompen (relaisbeveiligingsfunctie) Imp/l 180 Imp/l - Met de impulscontacten wordt ingesteld, hoeveel implusen/liter de sensor geeft l/h 15 l/h 11 Offset debietsensor collector. Wordt bij de meetwaarde opgeteld om de definitieve waarde te verkrijgen / Tem

78 7 Bediening Waarde Boiler 1 ID Instelbereik Inschakeldifferentieel K 7 K - TK TU Collector - boiler onderaan Met deze instelling wordt de inschakeldifferentieel tussen de zonnesysteemreferentietemperatuur en de collectortemperatuur ingesteld Uitschakeldiff. TK TU K 4 K - Collector boiler onderaan Met deze instelling wordt de uitschakeldifferentieel tussen de zonnesysteemreferentietemperatuur en de collectortemperatuur ingesteld. Boiler regeldifferentieel K 15 K - Fabrieksinstelling Paswoord Type boiler De pomptoerentalregeling probeert de collectortemperatuur met de ingestelde regeldifferentieel hoger te houden dan de temperatuur ter hoogte van de onderste boilervoeler () / 3/ : Uit Geen verbruiker actief 1 : Buffervat Als de gewenste boilertemperatuur onder 20 C ingesteld wordt, wordt dit als vorstbeveiligingswerking beschouwd en wordt de gewenste boilertemperatuur naar 10 C verlaagd. 3 : WW-boiler Alle mogelijkheden voor de oplaadstrategie open. Naargelang de toepassing moeten de instelwaarden voor de omschakeling tijdens de alternerende werking (E en E 8-066) aangepast worden. De bijkomende functie terugloopverhoging wordt pas na het bereiken van de gewenste boilertemperatuur (E 8-062) vrijgegeven. 4 : Zwembad Prioriteit boiler Uitgesloten van de alternerende werking Hier kan aan elke boiler een prioirteit voor de zonneoplading toegewezen worden. Gewenste boilertemp. Inschakelhysteresis voor gewenste boilertemp. Opmerking: Als er per ongeluk dezelfde prioriteiten toegekend worden, wordt er een informatie 303, gegenereerd C 55 C - Referentiegrootte voor verschillende functies van de boileroplading. Als de waarde ter hoogte van de boilervoeler overschreden wordt, is de gewenste waarde vervuld. Omschakelpunt bij lading tot gewenste waarde. Gewenste waarde bijlading boiler. Basis nagestreefde gewenste waarde voor de berekening van de geoptimaliseerde verhoging van de toerentalregeling bij lading tot gewenste waarde K 2 K - Als de temperatuur in de boiler kleiner is dan de gewenste waarde min de instelwaarde, ontstaat er een ladingvraag / Tem

79 7 Bediening Waarde Max. boilertemperatuur ID Instelbereik Fabrieksinstelling C 90 C - Paswoord Als de temperatuur ter hoogte van de boilervoeler boven de ingesteld waarde stijgt, wordt de zonneoplading voor deze boiler geblokkeerd. Beveiligingstemperatuur boiler Actieve collectorbeveiliging / nachtkoeling boiler Opmerking: Bij actieve beveiliging tegen oververhitting (E 8-05) wordt deze grenswaarde niet in acht genomen, hier geldt (8-60) C 95 C 11 Als de temperatuur ter hoogte van de boilervoeler boven de ingestelde waarde stijgt, wordt de zonneoplading geblokkeerd, ok bij actieve beveiliging tegen oververhitting Maakt de nachtkoeling van de boiler mogelijk via de collector bij negatief temperatuurverschil, als overdag de maximale boilertemperatuur (08-059) en/ de maximale collectortemperatuur (08-011) overschreden werd. 0 : Uit Geen verbruiker actief 1 : Per boiler-maximumtemp. Afkoelfunctie wordt geactiveerd, als boilertemp. > boiler-maximumtemp. (08-059) 2 : Collect/boiler-max.temp. Inschakeldrempel boiler alternerende werking Uitschakeldrempel alternerende werking Manuele regeling L pomp boileroplading Manuele regeling VSP omschakelventiel Afkoelfunctie wordt geactiveerd, als boilertemp. > boiler-maximumtemp. (08-059) en collectortemp. > collector-beveiligingstemp. (08-010) K 5 K 11 Als de boilertemperatuur min instelwaarde kleiner is dan de temperatuur in de boiler met de laagste prioriteit, wordt de zonneoplading op deze boiler vrijgegeven. Opmerking: Door het instellen van verschillende in- en uitschakeldrempels kan de alternerende werking bij boilers met grote volumes temperatuurniveaus geoptimaliseerd worden K 5 K 11 Als de boilertemperatuur plus instelwaarde groter is dan de temperatuur in de andere boiler, wordt de zonneoplading op deze boiler geblokkeerd. Opmerking: Door het instellen van verschillende in- en uitschakeldrempels kan de alternerende werking bij boilers met grote volumes temperatuurniveaus geoptimaliseerd worden % 100 % - Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test. 0 : Uit 1 : Aan / Tem

80 7 Bediening Waarde Voelerkeuze voor gew. waarde Voelerkeuze voor max. waarde Circulatiefunctie Circulatiekring vrijgavetemperatuur Looptijd PZW pomp bij impulssturing Spertijd PZW pomp bij impulssturing Manuele regeling PZW pomp circulatie warm water PWL Optie Pomp warmwateroplading ID Instelbereik Fabrieksinstelling Keuze van de referentievoeler voor de registratie resp. werking van de gewenste temperatuur 0 : Voeler onderaan... (TUx onderste voeler in de boiler) 1 : Voeler bovenaan... (TOx bovenste voeler in de boiler) Keuze van de referentievoeler voor de registratie resp. werking van de maximumtemperatuur 0 : Voeler onderaan... (TUx onderste voeler in de boiler) 1 : Voeler bovenaan... (TOx bovenste voeler in de boiler) Keuze van de gewenste circulatiefunctie. De warmwater-circulatiepomp PZW kan volgens volgende criteria actief worden. 0: Inactief 1: Tijdprogramma en temperatuur 3: Temperatuurgestuurd 4: Impulsgestuurd 5: Volgens tijdprogramma 6: Temp.- en impulsgestuurd 7: Temp.- en impulsgestuurd volgens tijdprogramma 8: Impulsgest. volgens tijdprogramma C 45 C - Als de temperatuur lager valt dan de instelwaarde op de voeler TZW, is de warmwatercirculatiepomp actief. Opmerking: Bij actieve thermische desinfectie wordt deze waarde door de Temperatuur thermische desinfectie (05-004) vervangen min 3 min - Paswoord Als de warmwatercirculatiepomp PZW implusgestuurd werkt, wordt met deze waarde de looptijd van de pomp PZW gedefinieerd min 0 min - Na afloop van de looptijd van de pomp PZW (05-070), wordt de werking van deze pomp tijdens de tijd van de instelwaarde geblokkeerd Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test. 0 : Uit 1 : Aan Optie NALAD - bijlading / oplading van de boiler. 0 : Uit 1 : Aan / Tem

81 7 Bediening Waarde Manuele regeling PWL pomp warmwateroplading MFA Optie bijlading warmtevraag Manuele regeling MFA bijlading warmtevraag Verlaging gew. waarde bij hoge zonneopbrengst Functie thermische desinfectie ID Instelbereik Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test. 0 : Uit 1 : Aan Optie warmtevraag/ ketelblokkering 0 : Uit 1 : Aan Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test. 0 : Uit 1 : Aan K 15 K 11 Fabrieksinstelling Paswoord Als er volgens de instelling (08-070) (08-071) een hoge zonne- dagopbrengst herkend wordt, dan wordt de normale gewenste boilerwaarde (08-062) verlaagd met de instelwaarde voor bijlading met een conventionele warmtegenerator , 10, 11, Keuze een thermische desinfectie gewenst is en welke actor voor de circulatie van de boiler dient. Bijkomend kan voor de thermische desinfectie en tijdprogramma opgesteld worden. Het warm water wordt volgens het tijdsprogramma tot de ingestelde temperatuur thermische desinfectie opgewarmd en gedurende 2 uur op die temperatuur gehouden. 0: geen functie 10: Met pomp PLE - boilercirculatie met pomp PLE 11: Met pomp PZW - boilercirculatie met pomp PZW 12: Met pomp P - boilercirculatie met pomp P Temperatuur thermische desinfectie Manuele regeling PLE pomp circulatie thermische desinfectie P Optie ontlading C 60 C - Instellen van de gewenste temperatuur, als de functie thermische desinfectie actief is. Na het bereiken van de temperatuur aan de onderste boilervoeler wordt deze gedurende 2 uur behouden Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test. 0 : Uit 1 : Aan Optie ontlading 0 : Uit 1 : In / Tem

82 7 Bediening Waarde Manuele regeling P oplaadpomp boiler Gewenste temp. WW ID Instelbereik Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test. 0 : Uit 1 : Aan C 55 C - Fabrieksinstelling Paswoord Inschakeldifferentieel voor omlading P Uitschakeldifferentieel voor omlading P Gewenste temperatuur van de bijkomende boiler, waarop in de omlaadfunctie P geladen wordt K 5 K - Als de temperatuur ter hoogte van de boilervoeler groter is dan de actieve gewenste boilertemperatuur plus 2K, en als het temperatuurverschil ten opzichte van de voeler TSO boven de instelwaarde stijgt, wordt de omlading P vrijgegeven K 3 K - Als de temperatuur ter hoogte van de boilervoeler lager is dan de actieve gewenste boilerwaarde, als het temperatuurverschil ten opzichte van de voeler TSO onder de instelwaarde daalt, wordt de omlading P geblokkeerd. Manuele regeling PWT pomp % 30 % - externe warmtewisselaar Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test. Min. toerental PWT pomp externe warmtewisselaar 0 : Uit 1 : Aan % 30 % - Minimale regelwaarde voor de toerentalsturing van de secundaire pomp van de externe warmtewisselaar. Min. stilstandstijd PWT pomp externe warmtewisselaar Max. boilertemp. voor VRA verhoging terugloop Inschakeldifferentieel VRA verhoging terugloop Uitschakeldiff. VRA verhoging terugloop Opmerking: De secundaire pomp van de externe wisselaar wordt altijd op 100 % gestart en loopt voor 5 sec. op dit starttoerental, zodat een storingsvrije start van de pomp verzekerd is s 10 s 11 Spertijd voor de uitgang. Na de uitschakeling wordt de uitgang vóór het heropstarten voor deze tijd geblokkeerd. Instelling voor hoogefficiënte resp. elektronische pompen (relaisbeveiligingsfunctie) C 70 C - Opgegeven waarde van de maximale boilertemperatuur voor de functie verhoging terugloop. Als de temperatuur op de voeler bovenaan TOx boven de ingestelde waarde stijgt, wordt de functie verhoging terugloop geblokkeerd K 10 K - Als de temperatuur ter hoogte van de boilervoeler boven de stookkringteruglooptemperatuur plus de instelwaarde stijgt, wordt de verhoging van de teruglooptemperatuur vrijgegeven. Als de max. boilertemperatuur voor verhoging terugloop (07-008) overschreden wordt, wordt de verhoging van de teruglooptemperatuur geblokkeerd K 5 K - Als de temperatuur ter hoogte van de boilervoeler onder de stookkringteruglooptemperatuur plus instelwaarde daalt, wordt de verhoging van de teruglooptemperatuur geblokkeerd / Tem

83 7 Bediening Waarde Manuele regeling VRA omschakelventiel verhoging terugloop Manuele regeling PFK pomp vastebrandstketel Inschakeldiff. TFK TU Vastebrandstk. boiler onderaan Uitschakeldiff. TFK - TU Vastebrandstk. boiler onderaan Min. stilstandstijd PFK pomp vastebrandstketel Min. temperatuur TFK vastebrandstketel Min. toerental PFK pomp vastebrandstketel ID Instelbereik Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test. 0 : Uit 1 : Aan % 30 % - Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test K 10 K - Fabrieksinstelling Paswoord Met deze instelling wordt de inschakeldifferentieel van de ladings-referentietemperatuur ten opzichte van de vastebrandstketeltemperatuur ingesteld K 5 K - Met deze instelling wordt de uitschakeldifferentieel van de ladings-referentietemperatuur ten opzichte van de vastebrandstketeltemperatuur ingesteld s 10 s 11 Spertijd voor de uitgang. Na de uitschakeling wordt de uitgang voor het heropstarten gedurende deze tijd geblokkeerd. Instelling voor hoogefficiënte resp. elektronische pompen (relaisbeveiligingsfunctie) C 50 C - Minimumtemperatuur waarbij de lading van de vastebrandstketel naar het buffervat vrijgegeven / geblokkeerd wordt (Hysteresis vast -5 K). Voorbeeld: Vrijgave bij 50 C Blokkering bij 45 C (= 50 C - 5 K) % 30 % - Minimale regelwaarde voor de toerentalsturing van de pomp vastebrandstketel. Manuele regeling VOP omschakelventiel zoneoplading Manuele regeling VUP omschakelventiel boiler - stookkring Opmerking: De pomp wordt altijd met 100 % gestart en loopt voor 5 sec. op dit starttoerental, waardoor een storingsvrije start van de pomp verzekerd is Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test. 0 : Uit 1 : Aan Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test. 0 : Uit 1 : Aan / Tem

84 7 Bediening Waarde Inschakeldifferentieel TK TU Collector - boiler onderaan Uitschakeldiff. TK TU Collector boiler onderaan Boiler regeldifferentieel Type boiler Boiler 2 ID Instelbereik K 7 K - Met deze instelling wordt de inschakeldifferentieel tussen de zonnesysteemreferentietemperatuur en de collectortemperatuur ingesteld K 4 K - Met deze instelling wordt de uitschakeldifferentieel tussen de zonnesysteemreferentietemperatuur en de collectortemperatuur ingesteld K 15 K - De pomptoerentalregeling probeert de collectortemperatuur met de ingestelde regeldifferentieel hoger te houden dan de temperatuur ter hoogte van de onderste boilervoeler (TU2) / 3/ 4 11 Fabrieksinstelling Paswoord 0 : Uit Geen verbruiker actief 1 : Buffervat Als de gewenste boilertemperatuur onder 20 C ingesteld wordt, wordt dit als vorstbeveiligingswerking beschouwd en wordt de gewenste boilertemperatuur naar 10 C verlaagd. 3 : WW-boiler Alle mogelijkheden voor de oplaadstrategie open. Naargelang de toepassing moeten de instelwaarden voor de omschakeling tijdens de alternerende werking (E en E 8-066) aangepast worden. De bijkomende functie terugloopverhoging wordt pas na het bereiken van de gewenste boilertemperatuur (E 8-062) vrijgegeven. 4 : Zwembad Prioriteit boiler Uitgesloten van de alternerende werking Hier kan aan elke boiler een prioirteit voor de zonneoplading toegewezen worden. Gewenste boilertemperatuur Inschakelhysteresis voor gewenste boilertemp. Opmerking: Als er per ongeluk dezelfde prioriteiten toegekend worden, wordt er een informatie 303, gegenereerd C 55 C - Referentiegrootte voor verschillende functies van de boileroplading. Als de waarde ter hoogte van de boilervoeler overschreden wordt, is de gewenste waarde vervuld. Omschakelpunt bij lading tot gewenste waarde. Gewenste waarde bijlading boiler. Basis nagestreefde gewenste waarde voor de berekening van de geoptimaliseerde verhoging van de toerentalregeling bij lading tot gewenste waarde K 2 K - Als de temperatuur in de boiler kleiner is dan de gewenste waarde min de instelwaarde, ontstaat er een ladingvraag / Tem

85 7 Bediening Waarde Max. boilertemperatuur ID Instelbereik C 90 C - Fabrieksinstelling Paswoord Als de temperatuur ter hoogte van de boilervoeler boven de ingesteld waarde stijgt, wordt de zonneoplading voor deze boiler geblokkeerd. Beveiligingstemperatuur boiler Actieve collectorbeveiliging / nachtkoeling boiler Opmerking: Bij actieve beveiliging tegen oververhitting (E 8-05) wordt deze grenswaarde niet in acht genomen, hier geldt (8-60) C 95 C 11 Als de temperatuur ter hoogte van de boilervoeler boven de ingestelde waarde stijgt, wordt de zonneoplading geblokkeerd, ok bij actieve beveiliging tegen oververhitting Maakt de nachtkoeling van de boiler mogelijk via de collector bij negatief temperatuurverschil, als overdag de maximale boilertemperatuur (08-059) en/ de maximale collectortemperatuur (08-011) overschreden werd. 0 : Uit Geen verbruiker actief 1 : Per boiler-maximumtemp. Afkoelfunctie wordt geactiveerd, als boilertemp. > boiler-maximumtemp. (08-059) 2 : Collect/boiler-max.temp. Inschakeldrempel boiler alternerende werking Uitschakeldrempel alternerende werking Manuele regeling L pomp boileroplading Manuele regeling VSP omschakelventiel Afkoelfunctie wordt geactiveerd, als boilertemp. > boiler-maximumtemp. (08-059) en collectortemp. > collector-beveiligingstemp. (08-010) K 5 K 11 Als de boilertemperatuur min instelwaarde kleiner is dan de temperatuur in de boiler met de laagste prioriteit, wordt de zonneoplading op deze boiler vrijgegeven. Opmerking: Door het instellen van verschillende in- en uitschakeldrempels kan de alternerende werking bij boilers met grote volumes temperatuurniveaus geoptimaliseerd worden K 5 K 11 Als de boilertemperatuur plus instelwaarde groter is dan de temperatuur in de andere boiler, wordt de zonneoplading op deze boiler geblokkeerd. Opmerking: Door het instellen van verschillende in- en uitschakeldrempels kan de alternerende werking bij boilers met grote volumes temperatuurniveaus geoptimaliseerd worden % 100 % - Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test. 0 : Uit 1 : Aan / Tem

86 7 Bediening Waarde Voelerkeuze voor gew. waarde Voelerkeuze voor max. waarde Circulatiefunctie Circulatiekring vrijgavetemperatuur Looptijd PZW pomp bij impulssturing Spertijd PZW pomp bij impulssturing Manuele regeling PZW pomp circulatie warm water PWL Optie pomp warmwateroplading ID Instelbereik Keuze van de referentievoeler voor de registratie resp. werking van de gewenste temperatuur 0 : Voeler onderaan... (TUx onderste voeler in de boiler) 1 : Voeler bovenaan... (TOx bovenste voeler in de boiler) Keuze van de referentievoeler voor de registratie resp. werking van de maximumtemperatuur 0 : Voeler onderaan... (TUx onderste voeler in de boiler) 1 : Voeler bovenaan... (TOx bovenste voeler in de boiler) Keuze van de gewenste circulatiefunctie. De warmwater-circulatiepomp PZW kan volgens volgende criteria actief worden. 0: Inactief 1: Tijdprogramma en temperatuur 3: Temperatuurgestuurd 4: Impulsgestuurd 5: Volgens tijdprogramma 6: Temp.- en impulsgestuurd 7: Temp.- en impulsgestuurd volgens tijdprogramma 8: Impulsgest. volgens tijdprogramma C 45 C - Als de temperatuur lager valt dan de instelwaarde op de voeler TZW, is de warmwatercirculatiepomp actief. Opmerking: Bij actieve thermische desinfectie wordt deze waarde door de Temperatuur thermische desinfectie (05-004) vervangen min 3 min - Fabrieksinstelling Paswoord Als de warmwatercirculatiepomp PZW implusgestuurd werkt, wordt met deze waarde de looptijd van de pomp PZW gedefinieerd min 10 min - Na afloop van de looptijd van de pomp PZW (05-070), wordt de werking van deze pomp tijdens de tijd van de instelwaarde geblokkeerd Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test. 0 : Uit 1 : Aan Optie NALAD - Bijlading / oplading van de boiler. 0 : Uit 1 : Aan / Tem

87 7 Bediening Waarde ID Instelbereik Fabrieksinstelling Manuele regeling PWL pomp warmwateroplading Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test. 0 : Uit 1 : Aan MFA optie bijlading warmtevraag Manuele regeling MFA bijlading warmtevraag Optie warmtevraag/ ketelblokkering 0 : Uit 1 : Aan Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test. 0 : Uit 1 : Aan Verlaging gew. waarde bij K hoge zonneopbrengst 15 K 11 Als er volgens de instelling (08-070) (08-071) een hoge zonne- dagopbrengst herkend wordt, dan wordt de normale gewenste boilerwaarde (08-062) verlaagd met de instelwaarde voor bijlading met een conventionele warmtegenerator. Functie thermische desinfectie , 10, 11, Temperatuur thermische desinfectie Manuele regeling PLE pomp circulatie thermische desinfectie P Optie ontlading Paswoord Keuze een thermische desinfectie gewenst is en welke actor voor de circulatie van de boiler dient. Bijkomend kan voor de thermische desinfectie en tijdprogramma opgesteld worden. Het warm water wordt volgens het tijdsprogramma tot de ingestelde temperatuur thermische desinfectie opgewarmd en gedurende 2 uur op die temperatuur gehouden. 0: geen functie 10: Met pomp PLE - boilercirculatie met pomp PLE 11: Met pomp PZW - boilercirculatie met pomp PZW 12: Met pomp P - boilercirculatie met pomp P C 60 C - Instellen van de gewenste temperatuur, als de functie thermische desinfectie actief is. Na het bereiken van de temperatuur aan de onderste boilervoeler wordt deze gedurende 2 uur behouden Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test. 0 : Uit 1 : Aan Optie ontlading 0 : Uit 1 : In / Tem

88 7 Bediening Waarde Manuele regeling P oplaadpomp boiler Gewenste temp. WW ID Instelbereik Fabrieksinstelling Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test. 0 : Uit 1 : Aan C 55 C - Paswoord Inschakeldifferentieel voor omlading P Uitschakeldifferentieel voor omlading P Gewenste temperatuur van de bijkomende boiler, waarop in de omlaadfunctie P geladen wordt K 5 K - Als de temperatuur ter hoogte van de boilervoeler groter is dan de actieve gewenste boilertemperatuur plus 2K, en als het temperatuurverschil ten opzichte van de voeler TSO boven de instelwaarde stijgt, wordt de omlading P vrijgegeven K 3 K - Als de temperatuur ter hoogte van de boilervoeler lager is dan de actieve gewenste boilerwaarde, als het temperatuurverschil ten opzichte van de voeler TSO onder de instelwaarde daalt, wordt de omlading P geblokkeerd. Manuele regeling PWT pomp % 30 % - externe warmtewisselaar Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test. Min. toerental PWT pomp externe warmtewisselaar 0 : Uit 1 : Aan % 30 % - Minimale regelwaarde voor de toerentalsturing van de secundaire pomp van de externe warmtewisselaar. Min. stilstandstijd PWT pomp externe warmtewisselaar Opmerking: De secundaire pomp van de externe wisselaar wordt altijd op 100 % gestart en loopt voor 5 sec. op dit starttoerental, zodat een storingsvrije start van de pomp verzekerd is s 10 s 11 Spertijd voor de uitgang. Na de uitschakeling wordt de uitgang vóór het heropstarten voor deze tijd geblokkeerd. Instelling voor hoogefficiënte resp. elektronische pompen (relaisbeveiligingsfunctie) Max. boilertemp. voor VRA C 70 C - verhoging terugloop Opgegeven waarde van de maximale boilertemperatuur voor de functie verhoging terugloop. Als de temperatuur op de voeler bovenaan TOx boven de ingestelde waarde stijgt, wordt de functie verhoging terugloop geblokkeerd. Inschakeldifferentieel VRA verhoging terugloop Uitschakeldiff. VRA verhoging terugloop K 10 K - Als de temperatuur ter hoogte van de boilervoeler boven de stookkringteruglooptemperatuur plus de instelwaarde stijgt, wordt de verhoging van de teruglooptemperatuur vrijgegeven. Als de max. boilertemperatuur voor verhoging terugloop (07-008) overschreden wordt, wordt de verhoging van de teruglooptemperatuur geblokkeerd K 5 K - Als de temperatuur ter hoogte van de boilervoeler onder de stookkringteruglooptemperatuur plus instelwaarde daalt, wordt de verhoging van de teruglooptemperatuur geblokkeerd / Tem

89 7 Bediening Waarde Manuele regeling VRA omschakelventiel verhoging terugloop Manuele regeling PFK pomp vastebrandstketel Inschakeldiff. TFK TU Vastebrandstk. boiler onderaan Uitschakeldiff. TFK - TU Vastebrandstk. boiler onderaan Min. stilstandstijd PFK pomp vastebrandstketel Min. temperatuur TFK vastebrandstketel Min. toerental PFK pomp vastebrandstketel ID Instelbereik Fabrieksinstelling Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test. 0 : Uit 1 : Aan Paswoord % 30 % - Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test K 10 K - Met deze instelling wordt de inschakeldifferentieel van de ladings-referentietemperatuur ten opzichte van de vastebrandstketeltemperatuur ingesteld K 5 K - Met deze instelling wordt de uitschakeldifferentieel van de ladings-referentietemperatuur ten opzichte van de vastebrandstketeltemperatuur ingesteld s 10 s 11 Spertijd voor de uitgang. Na de uitschakeling wordt de uitgang voor het heropstarten gedurende deze tijd geblokkeerd. Instelling voor hoogefficiënte resp. elektronische pompen (relaisbeveiligingsfunctie) C 50 C - Minimumtemperatuur waarbij de lading van de vastebrandstketel naar het buffervat vrijgegeven / geblokkeerd wordt (Hysteresis vast -5 K). Voorbeeld: Vrijgave bij 50 C Blokkering bij 45 C (= 50 C - 5 K) % 30 % - Minimale regelwaarde voor de toerentalsturing van de pomp vastebrandstketel. Opmerking: De pomp wordt altijd met 100 % gestart en loopt voor 5 sec. op dit starttoerental, waardoor een storingsvrije start van de pomp verzekerd is / Tem

90 7 Bediening Waarde Inschakeldifferentieel TK TU Collector - boiler onderaan Uitschakeldiff. TK TU Collector boiler onderaan Boiler Regeldifferenz Type boiler Boiler 3 ID Instelbereik K 7 K - Met deze instelling wordt de inschakeldifferentieel tussen de zonnesysteemreferentietemperatuur en de collectortemperatuur ingesteld K 4 K - Met deze instelling wordt de uitschakeldifferentieel tussen de zonnesysteemreferentietemperatuur en de collectortemperatuur ingesteld K 15 K - De pomptoerentalregeling probeert de collectortemperatuur met de ingestelde regeldifferentieel hoger te houden dan de temperatuur ter hoogte van de onderste boilervoeler (). Fabrieksinstelling Paswoord : Uit Geen verbruiker actief 1 : Buffervat Als de gewenste boilertemperatuur onder 20 C ingesteld wordt, wordt dit als vorstbeveiligingswerking beschouwd en wordt de gewenste boilertemperatuur naar 10 C verlaagd. 3 : WW-boiler Alle mogelijkheden voor de oplaadstrategie open. Naargelang de toepassing moeten de instelwaarden voor de omschakeling tijdens de alternerende werking (E en E 8-066) aangepast worden. De bijkomende functie terugloopverhoging wordt pas na het bereiken van de gewenste boilertemperatuur (E 8-062) vrijgegeven. 4 : Zwembad Prioriteit boiler Uitgesloten van de alternerende werking Hier kan aan elke boiler een prioirteit voor de zonneoplading toegewezen worden. Gewenste boilertemp. Inschakelhysteresis voor gewenste boilertemp. Opmerking: Als er per ongeluk dezelfde prioriteiten toegekend worden, wordt er een informatie 303, gegenereerd C 30 C - Referentiegrootte voor verschillende functies van de boileroplading. Als de waarde ter hoogte van de boilervoeler overschreden wordt, is de gewenste waarde vervuld. Omschakelpunt bij lading tot gewenste waarde. Gewenste waarde bijlading boiler. Basis nagestreefde gewenste waarde voor de berekening van de geoptimaliseerde verhoging van de toerentalregeling bij lading tot gewenste waarde K 2 K - Als de temperatuur in de boiler kleiner is dan de gewenste waarde min de instelwaarde, ontstaat er een ladingvraag / Tem

91 7 Bediening Waarde Max. boilertemperatuur ID Instelbereik C 35 C - Fabrieksinstelling Paswoord Als de temperatuur ter hoogte van de boilervoeler boven de ingesteld waarde stijgt, wordt de zonneoplading voor deze boiler geblokkeerd. Beveiligingstemp. boiler Actieve collectorbeveiliging / nachtkoeling boiler Opmerking: Bij actieve beveiliging tegen oververhitting (E 8-05) wordt deze grenswaarde niet in acht genomen, hier geldt (8-60) C 40 C 11 Als de temperatuur ter hoogte van de boilervoeler boven de ingestelde waarde stijgt, wordt de zonneoplading geblokkeerd, ok bij actieve beveiliging tegen oververhitting Maakt de nachtkoeling van de boiler mogelijk via de collector bij negatief temperatuurverschil, als overdag de maximale boilertemperatuur (08-059) en/ de maximale collectortemperatuur (08-011) overschreden werd. 0 : Uit Geen verbruiker actief 1 : Per boiler maximumtemp. Afkoelfunctie wordt geactiveerd, als boilertemp. > boiler-maximumtemp. (08-059) 2 : Collect/boiler-max.temp. Afkoelfunctie wordt geactiveerd, als boilertemp. > boiler-maximumtemp. (08-059) en collectortemp. > collector-beveiligingstemp. (08-010) / Tem

92 7 Bediening Waarde Strategie zonneoplading Algemeen ID Instelbereik / 3 - Fabrieksinstelling Paswoord Voor de zonneoplading kan een strategie gekozen worden: In de ladingsstrategie wordt geprobeerd de boiler in zo weinig mogelijk laadcycli tot de gewenste maximale temperatuur op te laden. Op basis van de beschikbare zonneenergie probeert de regelaar een gelijkmatige verhoging, verhoging (E 8-064) optimale verhoging ter hoogte van de collectorvoeler te houden tijdens de hele oplading. De geoptimaliseerde verhoging is naar onder beperkt door middel van de instelling (E 8-064). In de strategieën wordt deze berekening enkel bij hoge zonneopbrengst toegepast. 0 : per rendement De gewenste waarde voor de toerentalregeling is het resultaat van de temperatuur ter hoogte van de boilervoeler plus verhoging (08-064). Bij meerdere verbruikers gebeurt de oplading tijdens de alternerende werking. Hierbij wordt de boiler met de laagste temperatuur als eerste opgeladen. 1 : per gewenste temperatuur De gewenste waarde voor de toerentalregeling is het resultaat van de temperatuur op de boilervoeler + geoptimaliseerde verhoging Bij meerdere boilers gebeurt de oplading volgens prioriteit van de boilers (08-056) tot de gewenste waarde. De boiler met prioriteit 1 wordt eerst opgeladen tot de gewenste waarde (08-062). 2 : per max. temperatuur zoals 1, maar de lading en optimalisatie van de ladingsverhoging gebeurt op de maximale temperatuur (08-059). 3 : autom. opbrengst / gew. De gewenste waarde voor de toerentalregeling resulteert uit de actieve strategie, opbrengstafhankelijke strategieomschakeling tussen 0 en 1 De oplading gebeurt in functie van de opbrengst, parallel tijdens de alternerende werking volgens prioriteit van de boilers tot de gewenste waarde. 4 : automatisch opbrengst / max. De gewenste waarde voor de toerentalregeling resulteert uit de actieve strategie, opbrengstafhankelijke strategieomschakeling tussen 0 en 2 De oplading gebeurt in functie van de opbrengst, parallel tijdens de alternerende werking volgens prioriteit van de boilers tot de maximale waarde. Omschakeling gew % 50 % 11 oplading (hoge opbrengst) Als de vergelijking tussen het actuele zonne-energievermogen en het berekende nominale vermogen een factor geeft die boven de instelwaarde ligt, dan wordt er van parallelle werking (schommelen) naar gewenste maximale lading omgeschakeld. Opmerking: Berekening van het nominaal vermogen uit max. debiet (08-037), spec. warmtecapaciteit (08-009) en boiler regeldifferentieel (08-064) / Tem

93 7 Bediening Waarde ID Instelbereik Fabrieksinstelling Paswoord Hoge zonneopbrengst inschakeldrempel % 50 % 11 Als de vergelijking tussen het actuele zonne-energievermogen en het berekende nominale vermogen een factor geeft die boven de instelwaarde ligt, en is de gereduceerde gewenste boilertemperatuur [(08-062) - (0-072)] overschreden, dan wordt de bijlading met een conventionele warmtegenerator enkel tot de gereduceerde gewenste temperatuur toegelaten. Als de factor 10% onder de instelwaarde is, wordt de normale gewenste temperatuur (08-062) weer geactiveerd, behalve wanneer de langetijdblokkering dit verhindert, zie (08-071). Hoge dagelijkse opbrengst % 80 % 11 inschakeldrempel Als de dagopbrengst boven de instelwaarde ligt, en als de gewenste boilertemperatuur (08-062) overschreden is, wordt gedurende 18 u de bijlading met een conventionele warmtegenerator enkel op de gereduceerde gewenste waarde toegelaten (langetijdblokkering). Als de waarde lager valt dan de gereduceerde gewenste waarde, wordt op de gewenste boilertemperatuur (08-062) bijgeladen. Min. toerental PWT pomp % 30 % - interne warmtewisselaar Minimale instelwaarde voor de toerentalsturing van de secundaire pomp van de externe warmtewisselaar. Opmerking: De pomp wordt altijd met 100 % gestart en loopt 5 sec. op dit starttoerental, zodat een storingsvrije start van de pomp verzekerd wordt. Manuele regeling PWT pomp % 30 % - interne warmtewisselaar Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test. Min. stilstandstijd PWT pomp interne warmtewisselaar Bijlading inschakeldifferentieel PZP Bijlading uitschakeldiff. PZP Manuele regeling PZP oplaadpomp omlading s 10 s 11 Spertijd voor de uitgang. Na de uitschakeling wordt de uitgang vóór het heropstarten voor deze tijd geblokkeerd. Instelling voor hoogefficiënte resp. elektronische pompen (relaisbeveiligingsfunctie) K 7 K - Als de temperatuur van de boiler lager is dan de actieve gewenste boilerwaarde minus inschakelhysteresis (08-063), en als de temperatuurdifferentieel t.o.v. de voeler van de bijlading boven de instelwaarde stijgt, wordt de oplading / bijlading pomp PZP vrijgegeven K 4 K - Als de temperatuur van de boiler lager is dan de actieve gewenste boilerwaarde als de temperatuurdifferentieel t.o.v. de voeler van de bijlading onder de instelwaarde daalt, wordt de oplading / bijlading pomp PZP geblokkeerd Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test. 0 : Uit 1 : Aan / Tem

94 7 Bediening Waarde ID Instelbereik Fabrieksinstelling Paswoord Gewenste omlaadtemperatuur C 60 C - Omlading van een primaire boiler naar een bijkomende boiler, ontlading wordt pas vrijgegeven als de temperatuur in de primaire boiler de gewenste omladingswaarde overschrijdt. Ontlading inschakeldifferentieel PPZ K 10 K - Als de temperatuur op de boilervoeler hoger is dan de gewenste omlaadwaarde + hysteresis, en als de temperatuurdifferentieel t.o.v. voeler van de ontlading boven de instelwaarde stijgt, wordt de ontlading pomp PPZ vrijgegeven. Ontlading uitschakeldiff K 5 K - PPZ Als de temperatuur op de boilervoeler lager is dan de gewenste omlaadwaarde als de temperatuurdifferentieel t.o.v. voeler van de ontlading onder de instelwaarde daalt, wordt de ontlading pomp PPZ geblokkeerd. Manuele regeling PPZ pomp ontlaadpomp omlading Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test. 0 : Uit 1 : Aan MFA optie hogetemperatuurontlasting Optie hogetemperatuurontlasting, voor de beveiliging van de collectoren tegen stagnatie. Met deze functie moet overtemperatuur ter hoogte van de collectoren verhinderd worden. Door de afvoer van de warmte direct uit de verbruikers van de collector kan de overtollige warmte ontnomen worden. Als > Max. temperatuur boiler (E 8-059) = HTE actief, Als < Max. temperatuur boiler (E 8-059) = HTE geblokkeerd 0 : Uit 1 : Aan Opmerking: De collectorbeveiligingsfunctie (08-005) moet geactiveerd worden. MFA Optie storingsmelding Optie storingsmelding 0 : Uit 1 : Aan Manuele regeling MFA Hogetemperatuurontlasting 0 - Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test. 0 : Uit 1 : Aan / Tem

95 7 Bediening 7.8 Tijdprogramma s instellen Voorbeeld: warmwatercirculatie 1. Met de instelknop Tijdprogramma kiezen en op Enter drukken. De tijdsprogramma s voor tapwater/thermische desinfectie/warmwatercirculatie kunnen veranderd en opgeslagen worden. Voor de overeenkomstige hydraulische variante moet de functie eerst vrijgegeven worden, zodat de uurprogrammering uitgevoerd kan worden. Information Informatie Betriebswahl Bedrijfsmodus Soll- Gew. + en Istwerte reële waarden Einstellungen Instellingen Zeitprogramm Tijdprogramma Esc 09:36 Enter 2. In het submenu Warmwatercirculatie kiezen en op Enter drukken. Brauchwasser Sanitair water Legionellenschutz Thermische desinfectie Warmwasserzirkulation Warmwatercirculatie Esc 09:36 Enter Met de instelknop Dagblok kiezen en op Enter drukken. Er kunnen dagblokken individuele dagen geselecteerd worden. Tegelijk geprogrammeerde dagen worden als blokken samengebracht. Mo Ma Di Wo Mi Do Fr Vr Sa Za Zo So Dagblok selecteren Tagblock auswählen Esc 09:36 Enter Met de instelknop de Cursor positie zetten en op Enter drukken. Mo Ma Di Wo Mi Do Fr Vr Sa Za Zo So Cursor positie 00:00 Cursor Position setzen zetten 00: Esc 09:36 Enter Door achtereenvolgens op Enter te drukken verschijnen volgende functies: Periode normale werking veranderen Periode spaarmodus veranderen Cursor positie kiezen Mo Ma Di Wo Mi Do Vr Fr Za Sa Zo So Periode spaarmodus 00:00 Periode veranderen Sparbetrieb 00:00 verändern Esc 09:36 Enter 6. Met de instelknop kan een periode geprogrammeerd worden, bijv. Periode normale werking. Door op Enter te drukken wordt de functie veranderd zoals beschreven in pos. 5. Ma Di Wo Do Vr Za Zo Mo Di Mi Do Fr Sa So Periode normale 22:00 Periode Normalbetrieb 22:00 werking veranderen verändern Esc 09:36 Enter Met de instelknop kan een periode geprogrammeerd worden, bijv. Periode spaarmodus. Ma Mo Di Wo Mi Do Vr Fr Za Sa Zo So Periode spaarmodus 23:45 Periode veranderen Sparbetrieb 23:45 verändern Esc 09:36 Enter 8. Om het gewijzigde programma op te slaan moet de Esc-toets ingedrukt worden, tot het hier weergegeven display verschijnt. Door op Save te drukken kan het tijdprogramma definitief opgeslagen worden. Zeitprogramm Tijdprogramma speicher opslaan?? Esc 09:36 Save Nadat er op de toets Save gedrukt werd, springt de regelaar naar de keuzefuncties tijdprogramma s Zeitprogramm Tijdprogramma speicher opslaan?? Esc 09:36 Save 10. Door op Enter te drukken kan het voordien geprogrammeerde tijdprogramma gecontroleerd worden. Ma Mo Di Wo Mi Do Vr Fr Za Sa Zo So Dagblok Tagblock auswählen selecteren Esc 09:36 Enter / Tem

96 7 Bediening 7.9 Configuratie Waarde ID Instelbereik Fabrieksinstelling Hydraulische variante Paswoord Taalkeuze Instelling van de gewenste hydraulische variante. Na de keuze en bevestiging met Save start de regelaar opnieuw op Keuze van de gewenste taal. Datum Tijdstip Uitgang 1: Zonnepomp 0: 1: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8: 9: 10: 11: 12: 13: 14: deutsch français nederlands italiano español svenska danske polski slovenski hrvatski slovenských český magyar english român Instelling van de actuele datum :00-23: Instelling van het actuele tijdstip Keuze van het signaaltype voor de 1 ste signaaluitgang (klem 18). De regelwaarde van uitgang 1 wordt dan in het gekozen signaal uitgegeven. De uitgang schakelt bij een instelling verschillend van 0 enkel 100% Aan 0 % Uit. 0: Standaard pomp 1: PWM 2: Speciale PWM invers 3: 0-10 V 4: Speciale 0-10 V invers Als de "Uitgang 1: Zonnepomp" op "0: Standaard pomp" staat, mag er GEEN elektronische pomp geïnstalleerd zijn! / Tem

97 7 Bediening Waarde Uitgang 2: Zonnepomp 2 / vastebrandst / warmtewisselaar ID Instelbereik Fabrieksinstelling Paswoord Keuze van het signaaltype voor de 2de signaaluitgang (klem 17). De regelwaarde van uitgang 2 wordt dan in het gekozen signaal uitgegeven. De uitgang schakelt bij een instelling verschillend van 0 enkel 100% Aan 0 % Uit. 0: Standaard pomp 1: PWM 2: Speciale PWM invers 3: 0-10 V 4: Speciale 0-10 V invers Als de "Uitgang 1: Zonnepomp" op "0: Standaard pomp" staat, mag er GEEN elektronische pomp geïnstalleerd zijn! Controlerichting MFA Definitie van de schakelrichting / werkwijze van de multifunctionele uitgang klem 5/6. Hier kan ingesteld worden de uitgang voor de functies Warmtevraag, Hogetemperatuurontlasting Totale storingsmelding als open- sluitcontact werkt. 0 : Sluitcontact... (elektrische weergave van de rusttoestand NO) Gegevensregistratie 1 : Opencontact... (elektrische weergave van de rusttoestand NC) Instelling voor het starten stoppen van de gegevensopslag op de SD Card. Reset 0 : Stop 1 : Start Op dit tijdstip worden alle reële waarden en toestandwaarden opgeslagen. Bijkomend wordt een fouthistoriek en de wijzigingen van de instellingen geregistreerd , Met deze instelling kunnen de parameters op fabrieksinstelling teruggezet worden. 0 : Geen functie 29 : Fabrieksinstelling Alle waarden worden op fabrieksinstelling teruggezet en het Inbedrijfstellingsmenu wordt heropgestart. Alle tellers worden op nul teruggezet, behalve Statistiek / Tem

98 7 Bediening 7.10 Navigatie code-invoering Infoebene 128 PWL 024 PWZ Info TV Status 1 10: Menu Invoering Passworteingabe paswoord Esc 0 10:45 Enter Voor de invoering van het paswoord, de linkertoets langer dan 5 s ingedrukt houden. Er verschijnt een venster voor de paswoordinvoering. Paswoord 11 invoeren en met Save bevestigen. Het display keert terug naar het titelbeeld, de menu s worden opnieuw geladen / Tem

99 8 Functies 8 Functies 8.1 Collectorbeveiliging Bijkomend bij de basisfunctie van de regelaar kan de installatie via een passieve en/ actieve beveiligingsfunctie verder tegen oververhitting beschermd worden. In de basisfunctie (instelling 0) wordt de zonnepomp bij het overschrijden van de Max. boilertemperatuur uitgeschakeld. Een uitschakeling vindt ook plaats wanneer de collectorbeveiligingstemperatuur overschreden wordt. Als de collector tot 10 K onder de Max. temperatuur collector afgekoeld is, schakelt de pomp weer aan. 1. Collectorbeveiligingsfunctie: Stijgt de collectortemperatuur tot boven de maximale temperatuur en ligt de boilertemperatuur boven de maximale temperatuur, dan werkt de zonnepomp op 100% toerental. De boiler wordt nu onafhankelijk van de instelling Max. boilertemperatuur tot op de Beveiligingstemp. boiler geladen. Een uitschakeling vindt ook plaats wanneer de beveiligingstemperatuur collector 120 C overschrijdt. Nieuwe aanschakeling bij 10 K onder de max. temperatuur collector, wanneer de boilertemperatuur 5 K onder de beveilingstemperatuur collector daalt, zonder dat de beveiligingstemperatuur collector overschreden wordt. 2. Actieve collectorbeveiliging / nachtkoeling boiler: Bijkomend bij de collectorbeveiliging kan een afkoeling via de collectoren geactiveerd worden. 2.1 Vrijgave afkoelfunctie zodra de maximale boilertemperatuur bereikt werd. 2.2 Vrijgave afkoelfunctie zodra de beveiligingstemperatuur collector en de maximale boilertemperatuur bereikt werd. Na vrijgave van de afkoelfunctie wordt de zonnepomp aangestuurd en de boiler ontladen wanneer de collectortemperatuur 8 K onder de boilertemperatuur daalt. De ontlading wordt beëindigd zodra de collectortemperatuur enkel nog 4 K boven de boilertemperatuur ligt als de boilertemperatuur 15 K onder de maximale boilertemperatuur ligt. De instelling collectorbeveiliging (08-005) actief is niet toegelaten in verbinding met een boiler waarvan de toegelaten maximale temperatuur onder 95 C ligt. Deze instelling is ook verboden wanneer er geen verbrandingsbescherming voorhanden is in de sanitairwaterleiding. Als er geen afkoeling gewenst is, moet bijgevolg de instelling 0 gekozen worden / Tem

100 8 Functies 8.2 MFA-uitgang De multifunctionele uitgang kan voor volgende functies gebruikt worden: Blokkering warmtegenerator resp. vrijgave warmtegenerator Storingsmelding Afvoer van overtollige warmte (hogetemperatuurontlasting) Bij het MFA-contact gaat het om een potentiaalvrij contact. Voor de aansturing van een warmtegenerator van een circulatiepomp moet de toevoerspanning van klem L naar klem 5 overbrugd worden. Voor de drie functies staan volgende parameters ter beschikking: MFA Optie hogetemperatuurontlasting (08-110) MFA Optie storingsmelding (08-111) MFA Optie bijlading warmtevraag" (08-113) De fabrieksinstelling van deze parameter is "0" (= uit). Als een van deze parameters op "1" (= aan) staat, worden de andere parameters niet weergegeven Blokkering warmtegenerator, vrijgave warmtegenerator In functie van de boilertemperatuur en het zonne-energievermogen kan een externe warmtegenerator geblokkeerd worden, resp. een bestaande vrijgave voor deze warmtegenerator onderbroken worden. Functie vrijgave warmtegenerator: voor de boiler (boiler 1 2) kan een gewenste waarde ingesteld worden, die via de bovenste boilervoeler TOx ( TO2) gecontroleerd wordt. Als de reële temperatuur met de waarde van de inschakelhysteresis (08-064) lager ligt dan de Gewenste boilertemperatuur (08-062), wordt de warmtegenerator vrijgegeven, het MFA-contact sluit. Bijkomend heeft het tijdprogramma Sanitair water echter invloed op de warmtegeneratorvrijgave, d.w.z. dat er enkel een vraag naar de warmtegenerator gestuurd wordt als binnen het tijdsprogramma Sanitair water de reële waarde lager ligt dan de gewenste waarde. Schakelcriteria voor blokkering warmtegenerator, vrijgave warmtegenerator: Als de actuele boilertemperatuur groter is dan de gewenste boilertemperatuur die (08-062) wordt de warmtegenerator geblokkeerd. Als het actuele vermogen van de zonne-installatie groter is dan 50 % van het nominaal vermogen en de actuele boilertemperatuur groter is dan de gewenste boilertemperatuur (08-062) min de Verlaging gew. waarde bij hoge zonneopbrengst (08-072) wordt de warmtegenerator geblokkeerd. Als een van beide voorwaarden niet meer vervuld is, wordt de blokkering ongedaan gemaakt. Als het actuele vermogen van de zonne-installatie groter is dan 80 % van het nominale vermogen wordt de branderblokkering voor 18 uur geactiveerd vanaf het bereiken van de gewenste boilertemperatuur (08-062). Als de boilertemperatuur lager ligt dan de Gewenste boilertemperatuur min de Verlaging gew. waarde bij hoge zonneopbrengst (08-072) wordt de blokkering gedeactiveerd. Sensoren en actoren TO Boilertemperatuur boven Bovenste boilertemperatuur Act gew. boilertemp. bovenaan Berekende gewenste temperatuur ter hoogte van de bovenste boilervoeler Uitgang MFA oplading warmtevraag Actuele toestand van de uitgang MFA voor de warmtevraag/ ketelblokkering / Tem

101 8 Functies Instellingen in het menu boiler: Gewenste boilertemp C 55 C - Inschakelhysteresis voor gewenste boilertemp K 2 K - Verlaging gew. waarde bij hoge zonneopbrengst K 15 K 11 Manuel regeling MFA bijlading warmtevraag Instellingen in het menu Algemeen: Hoge zonneopbrengst inschakeldrempel % 50 % 11 Hoge dagelijkse opbrengst inschakeldrempel % 80 % 11 Omkering van de werkwijze van het MFA-contact In de fabrieksinstelling is de werkwijze van het MFA-contact zoals hierboven beschreven (bij koude boiler MFA gesloten). Als de werkwijze omgedraaid moet worden, moet de parameter Controlerichting MFA (08-000) van "0" naar "1" gezet worden. Toepassing van de blokkering warmtegenerator in verbinding met een warmtegenerator met eigen boileroplaadfunctie: de bijlading van de waterverwarmer gebeurt via een warmwatervoeler van de boilerlaadregeling. Als de gewenste temperatuur in de boiler door de zonne-installatie overschreden wordt, vindt er geen bijlading plaats door de warmtegenerator. Daarom is een ketelblokkering via de zonneregelaar WRSol 2.1 dus niet absoluut noodzakelijk. Toch kan met een ketelblokkering bereikt worden dat de warmtegenerator bij zonneopbrengst enkel bij een gereduceerde gewenste waarde bijlaadt. Voorbeeld: de gewenste temperatuur voor de warmwateroplading van de externe warmtegenerator staat op 55 C. De ketel zou bij 50 C (hysteresis - 5K) de boiler bijladen. Als de zonne-installatie in werking treedt en parallel een grotere hoeveelheid warm water afgetapt wordt (de boiler zakt tot 49 C), laadt de ketel de boiler bij. Als een ketelblokkering via WRSol geïnstalleerd is, zou deze een bijlading verhinderen, zolang de boiler niet onder 40 C (Gewenste boilertemp. min Verlaging gew. waarde bij hoge zonneopbrengst) daalt Storingsmelding Als een optredende storing via een akoestische een optische weergave gesignaliseerd wordt, de storingsmelding op een gebouwbeheersysteem aangesloten wordt, kan dit via het potentiaalvrije schakelcontact MFA uitgevoerd worden. De functie wordt via parameter MFA Optie storingsmelding (08-111) geactiveerd. Bij het optreden van een storing die op het display van de zonneregelaar verschijnt, sluit het interne relaiscontact van de regelaar. Als het relaiscontact bij het optreden van een storing opengaat, moet de parameter Controlerichting MFA (08-000) van "0" naar "1" gezet worden / Tem

102 8 Functies Hogetemperatuurontlasting Met deze functie kan reeds overdag een afkoeling van de boiler via een bijkomende koelkring gerealiseerd worden. Hiertoe wordt bijvoorbeeld een bijkomende circulatiepomp op de boiler aangesloten, die via de MFA-uitgang aangestuurd wordt. De MFA-uitgang wordt aangestuurd wanneer de boiler de ingestelde Max. boilertemperatuur (08-059) bereikt heeft. De uitschakeling gebeurt wanneer de reële temperatuur 5K onder de maximale temperatuur daalt. Opdat de zonnepomp niet reeds bij het bereiken van de maximale boilertemperatuur uitgeschakeld zou worden, moet de Collectorbeveiliging (08-005) op instelling "1" ingesteld worden. Sensoren en actoren TO Boilertemperatuur boven Uitgang MFA hogetemperatuurontlasting Bovenste boilertemperatuur Actuele toestand van de uitgang hogetemperatuurontlasting Instellingen in het menu Algemeen: Manuele regeling MFA Hogetemperatuurontlasting Opgegeven instelwaarde/ toestand in de bedrijfsmodus test. 0 : Uit 1 : Aan 8.3 Beveiliging tegen het vastlopen van de pomp Om het vastlopen van de aangesloten actoren te verhinderen, worden de uitgangen om de 24 uur gedurende ca. 35 seconden geactiveerd. 8.4 Pomptoerentalregeling in verbinding met collectoren De regelaar bezit een toerentalregeling waarmee de pomp door een vermogensignaal (0 10 V PWM) door middel van een frequentiesturing aangestuurd wordt. De aansturing is afhankelijk van volgende factoren: Bij de temperatuur op de referentievoeler (TUx) wordt een verhoging, Boiler regeldifferentieel (08-064) bijgeteld. De toerentalregeling tracht nu de collectortemperatuur (TKx) op deze waarde af te stemmen. Bijv.: De gewenste collectortemperatuur verkrijgt men uit: Ingestelde verhoging: 15 K + reële boilertemperatuur: 40 C () = gewenste collectortemperatuur: 55 C (TKx) Als de reële collectortemperatuur in de richting van de gewenste collectortemperatuur daalt, moduleert het toerental binnen de aangegeven grenzen. Opmerking: Als de TKV optie collector-vertrekvoeler (08-108) actief is, wordt de temperatuur bij de toerentalsturing van de zonnepomp betrokken en wordt deze ook in de uitschakelvoorwaarden van de zonneoplading opgenomen. De collectorteruglooptemperatuur bij actieve optie volume-impulsteller / TKR, wordt ook opgenomen in de sturing van de zonneoplading en de toerentalregeling, zie hfst / Tem

103 8 Functies Opmerking: De aan- resp. uitschakelvoorwaarden voor de pomp kunnen ingesteld worden (. hfst. 7.7). Overschrijdt de collectortemperatuur de boilertemperatuur met 7K (Inschakeldifferentieel TK - TU) bij behoud van de fabrieksinstelling, dan wordt de pomp ingeschakeld, daalt de collectortemperatuur onder de waarde van de Boilertemperatuur + 4 K (Uitschakeldiff. TK - TU), dan wordt de pomp uitgeschakeld. Opmerking: Bij instelling Uitgang 1 = 0: standaard pomp kan er wegens de toerentalregeling in modulatiebedrijf een pulserend debiet ontstaan, dat stromingsgeluiden resp. schommelingen van flexibele leidingen kan veroorzaken. 8.5 Pompaansturing in verbinding met een vastebrandstketel De regelaar bezit een toerentalregeling waarmee de pomp door een vermogensignaal (0 10 V PWM) door middel van een frequentiesturing aangestuurd wordt. Inschakelvoorwaarden 1.) De Min. temperatuur TFK moet bereikt zijn. en 2.) Als de vastebrandstketeltemperatuur lager valt dan de onderste boilertemperatuur (TUx) plus de inschakeldifferentieel TFK TU (08-003), start de pomp met het kleinste toerental. TFK > Min. temperatuur TFK (09-032) en TFK > TUx + Inschakeldiff. TFK - TU (08-003) pomp loopt met kleinste toerental Via de toerentalregeling wordt geprobeerd de Gewenste boilertemperatuur (08-062) te bereiken en aan te houden. Als de actuele vastebrandstketeltemperatuur in de richting van de nagestreefde gewenste temperatuur daalt, moduleert het toerental binnen de aangegeven grenzen. Onder deze gewenste temperatuur loopt de pomp met het kleinste vermogen. Opmerking: Bij instelling Uitgang 2 = 0: standaard pomp kan er wegens de toerentalregeling in modulatiebedrijf een pulserend debiet ontstaan, dat stromingsgeluiden resp. schommelingen van flexibele leidingen kan veroorzaken. Uitschakelvoorwaarden 1.) De temperatuur daalt met een schakeldifferentieel van 5 K onder de Min. temperatuur TFK. 2.) De actuele vastebrandstketeltemperatuur daalt onder de boilertemperatuur (TUx) plus de Uitschakeldiff. TFK - TU (08-004), dan schakelt de pomp uit.. TFK < Min. temperatuur TFK (09-032) - 5 K TFK < TUx + Uitschakeldiff. TFK - TU (08-004) Pomp uit / Tem

104 8 Functies 8.6 Testfunctie In het keuzemenu onder Bedrijfsmodus Test kiezen. Alle uitgangen worden volgens de fabrieksinstelling aangestuurd. In het submenu Instellingen kunnen de uitgangen aan- resp. uitgeschakeld worden en kan het toerental veranderd worden. Opmerking: In de testfunctie kan het debiet van de installatie, bij 100% pompvermogen, ingesteld worden. Het in te stellen debiet is terug te vinden in de montage- en bedieningsrichtlijnen van de collector. Waarde ID Instelbereik Fabrieksinstelling Paswoord Collector 1 Manuele regeling zonnepomp % 100 % - Manuele regeling omschakelventiel Bypass Collector 2 Manuele regeling zonnepomp % 100 % - Boiler 1 Manuele regeling L pomp boileroplading % 100 % - Manuele regeling PFK pomp vastebrandstketel % 30 % - Manuele regeling PWL pomp warmwateroplading Manuele regeling P oplaadpomp boiler Manuele regeling VRA omschakelventiel verhoging terugloop Manuele regeling VOP omschakelventiel zoneoplading Manuele regeling MFA bijlading warmtevraag Manuele regeling PWT pomp externe warmtewisselaar % 30 % - Manuele regeling VSP omschakelventiel Boiler 2 Manuele regeling L pomp % 100 % - Manuele regeling PFK pomp vastebrandstketel % 30 % - Manuele regeling PFK pomp vastebrandstketel Manuele regeling VSP omschakelventiel Manuele regeling PWL pomp Manuele regeling VRA omschakelventiel verhoging terugloop Manuele regeling P oplaadpomp / Tem

105 8 Functies Waarde ID Instelbereik Fabrieksinstelling Paswoord Algemeen Manuele regeling PWT pomp % 30 % - Manuele regeling PPZ pomp Manuele regeling MFA hogetemperatuurontlasting Manuele regeling PZP pomp Berekening van de energieopbrengst Deze zonneregelaar bevat een functie voor de berekening van de energieopbrengst op basis van het temperatuurverschil tussen de collectortemperatuur (TKx) en de referentievoeler (TUx) over het debiet (volumestroom). Na het instellen van het debiet, bij een pomptoerental van 100%, via de debietbegrenzer moet de schaalwaarde afgelezen worden en in het menu Instellingen -> collector in de parameter Max. debiet ingevoerd worden. Tevens moet bij een ander warmtedraagmedium de warmtecapaciteit bij 50 C (warmtecapaciteit) aangepast worden. Als de optie TKV optie collectorvertrekvoeler actief is, wordt deze als referentievoeler in plaats van TKx gebruikt voor de opbrengstberekening. Als de optie VIZ / TKR optie volume-impulsteller / collectorterugloopvoeler actief is, wordt TKR als referentievoeler in plaats van TUx gebruikt voor de opbrengstberekening. Het gemeten debiet wordt eveneens in de berekening opgenomen. Warmtecapaciteit bij 50 C: -weishaupt- zonnewarmtedrager Tyfocor L (45% propyleenglycol): 3,70 kj/lk Water: 4,19 kj/lk 8.8 Starthulpfunctie Op basis van een positieve temperatuurverandering op de collectorvoeler TKx, wordt de zonnepomp voor de pomplooptijd starthulp (08-017) ingeschakeld. Na afloop van deze tijd schakelt de pomp weer uit. De temperatuur op de collector wordt gemeten. Als het temperatuurverschil ten opzichte van de boiler volstaat, schakelt de zonnepomp aan. Als de inschakelcriteria niet vervuld zijn, wordt de zonnepomp na een variabele wachttijd van 15 tot 100 minuten opnieuw voor de pomplooptijd starthulp (08-017) ingeschakeld. De wachttijd wordt op basis van de collectortemperatuur en de temperatuurverandering vastgelegd. 8.9 Collectorcascade De collectorcascade wordt behandeld als twee onafhankelijke differentiesturingen. Principieel moet de collectorcascade als twee gescheiden differentieregelingen op telkens dezelfde verbruiker beschouwd worden. Als de optie VIZ / TKR Optie volume-impulsteller / collectorterugloopvoeler resp. TKV Optie collectorvertrekvoeler actief is, geldt dit altijd voor beide collectorkringen / Tem

106 8 Functies 8.10 PWL Optie warmwateroplading Als de temperatuur op de boiler bovenaan (TOx) lager is dan de actuele gewenste boilertemperatuur minus hysteresis (08-063), wordt de bijlading vrijgegeven resp. warmte gevraagd. Als de actuele gewenste waarde op de boiler bovenaan (TOx) overschreden is, is de bijlading geblokkeerd resp. de warmtevraag beëindigd. TOx < Gewenste boilertemperatuur (08-062) - hysteresis (08-063), dan PWL actief TOx > Gewenste boilertemperatuur (08-062), dan PWL geblokkeerd Opmerking: Bij hoge zonneopbrengst wordt de gewenste waarde met de waarde Verlaging gew. waarde bij zonneopbrengst (08-072) gereduceerd. De bijlading kan enkel plaastvinden als de reële waarde lager is dan de gewenste waarde binnen het tijdsprogramma Sanitair water. Sensoren en actoren TO Boilertemperatuur boven Bovenste boilertemperatuur Act gew. boilertemp. bovenaan Berekende gewenste temperatuur ter hoogte van de bovenste boilervoeler Uitgang PWL pomp warmwateroplading Actuele toestand van de uitgang PWL Instellingen in het menu boiler: Gewenste boilertemperatuur C 55 C - Inschakelhysteresis voor gewenste boilertemp K 2 K - Verlaging gew. waarde bij zonneopbrengst K 15 K 11 Manuele regeling PWL pomp warmwateroplading Instellingen in het menu Algemeen: Hoge zonneopbrengst inschakeldrempel % 50 % 11 Hoge dagelijkse opbrengst inschakeldrempel % 80 % / Tem

107 8 Functies 8.11 P optie ontlading Optie P - omlading op bestaande waterverwarmer met TSO en definieerbare Gewenste temp. WW. Als de temperatuur op de boiler bovenaan (TOx) groter is dan de temperatuur op de voeler bijkomende boiler TSO, kan de bijkomende boiler geladen worden. De vrijgave van de omlading P gebeurt wanneer de reële waarde op de voeler bijkomende boiler TSO lager ligt dan de Gewenste temp. WW (05-051) en de temperatuur op de voeler boiler bovenaan TOx met de inschakeldifferentieel voor omlading P (08-098) groter is en de Gewenste boilertemp. (08-062) bereikt is. TSO < Gewenste temp. WW (05-051) - Hysteresis (08-063) en TOx > Gewenste boilertemp. (08-062) en TOx > TSO + inschakeldifferentieel voor omlading P (08-098), dan P actief TSO > Gewenste temp. WW (05-051) TOx < Gewenste boilertemp. (08-062) - Hysteresis (08-063) TOx < TSO + Uitschakeldiff. voor omlading P (08-099), dan P geblokkeerd Sensoren en actoren TSO Warmwatertemperatuur TO Boilertemperatuur boven Uitgang P oplaadpomp boiler Bovenste boilertemperatuur bijkomende boiler Bovenste boilertemperatuur Actuele toestand van de omlaadpomp P Instellingen in het menu Boiler: Gewenste temp. WW C 55 C - Gewenste boilertemperatuur C 55 C - Inschakelhysteresis voor gewenste boilertemp K 2 K - Inschakeldifferentieel voor omlading P K 5 K - Uitschakeldifferentieel voor omlading P K 3 K - Manuele regeling P laadpomp boiler / Tem

108 8 Functies 8.12 Optie volume-impulsteller / collectorterugloopvoeler Als de debietberekening geactiveerd is, moet een Impulsgraad VIZ (17-001) gedefinieerd worden. Met deze optie wordt ook een collectorterugloopvoeler geactiveerd. Het debiet wordt in de vermogen- en opbrengstberekening opgenomen. In plaats van de Boilertemperatuur onder wordt er voor de vermogens- en opbrengstberekening rekening gehouden met de teruglooptemperatuur TKR. Voor de toerentalregeling van de zonnepomp, wordt in plaats van de TU Boilertemperatuur onder, de collector-teruglooptemperatuur TKR gebruikt. Bij actieve debietmeter, wordt het debiet tot de beide grenzen Min. debiet Zonnepomp (08-038) en Max. debiet zonnepomp (08-037) in de collectorkring beperkt. Sensoren en actoren TKR collector-teruglooptemperatuur FLOW collectordebiet Instelling in het menu Collector: Impulsgraad VIZ Offset FLOW collectordebiet Max. debiet zonnepomp Min. debiet zonnepomp Zonnecollector teruglooptemperatuur (TKR) Debiet voor de warmte-energiemeting in de zonnesysteemkring Imp/l 180 Imp/l l/h 15 l/h l/h 240 l/h l/h 60 l/h Collectorbypass Dient voor de optimalisatie bij grote installaties bij lange leidingen. Het ventiel produceert een kortsluiting (bypass) in de collectorkring zodat geen koud medium in de verbruiker geraakt. Pas als de voeler (TKV) in het vertrek van de collectorkring de temperatuur van de voeler boiler onder (TUx) plus Uitschakeldifferentieel (08-002) plus 2K bereikt, wordt de oplading van de boiler vrijgegeven TKV > TUx + Uitschakeldifferentieel (08-002) + 2 K, dan actief TKV < TxU + Uitschakeldifferentieel (08-002), dan geblokkeerd Opmerking: Als de collectorvertrekvoeler TKV ook voor de regeling van het toerental zonnepomp moet worden gebruikt alsook in de vermogensberekening moet worden opgenomen, moet de TKV Optie collectorvertrekvoeler (08-108) geactiveerd worden. Sensoren en actoren TKV collector-vertrektemperatuur Uitgang omschakelventiel Bypass collector Instellingen in het menu Collector: Manuele regeling omschakelventiel Bypass Zonnecollector vertrektemperatuur (TKV) Actuele toestand des collectorbypassventiel / Tem

109 8 Functies 8.14 Thermische desinfectie Als de desinfectie volgens het tijdprogramma Thermische desinfectie vrijgegeven is en de Temperatuur thermische desinfectie op de voeler TUx die dag nog niet bereikt werd, wordt de pomp PLE aangeschakeld en de branderblokkering uitgeschakeld. Als de Temperatuur thermische desinfectie op de voeler TUx bereikt en voor 2 uur behouden wordt, als de desinfectie volgens het tijdprogramma niet meer vrijgegeven is, wordt de pomp PLE uitgeschakeld en de branderblokkering aangeschakeld. Opmerking: Als er een bijlading actief is, wordt de gewenste waarde voor het bijladen automatisch tot de Temperatuur thermische desinfectie verhoogd. Met behulp van het tijdprogramma kan deze functie aan de warmwaterbehoefte aangepast worden. De pomp voor de circulatie van de boiler kan via de instelling Thermische desinfectie (05-014) gedefinieerd worden. 10 =... met pomp PLE 11 =... met pomp PZW 12 =... met pomp P Opmerking: Thermische desinfectie kan enkel gekozen worden als in de instelling Type boiler (08-055) van de desbetreffende boiler 3: WW-boiler geselecteerd is. Instelling in het menu Boiler: Temperatuur thermische desinfectie C 60 C / Tem

110 8 Functies 8.15 Warmwatercirculatie Voor die circulatie in de warmwaterleiding kan uit verschillende functies en hun combinaties gekozen worden. Vrijgave van de circulatiepomp PZW kan volgens tijdprogramma Warmwatercirculatie, temperatuurgestuurd en/ impulsgestuurd gebeuren. 0 : Geen functie 1 : Temperatuurgestuurd en volgens tijdprogramma 3 : Temperatuurgestuurd 4 : Impulsgestuurd * 5 : Volgens tijdprogramma 6 : Temperatuur- en impulsgestuurd * 7 : Temperatuur-, impulsgestuurd en volgens tijdprogramma * 8 : Impulsgestuurd en volgens tijdprogramma * Als de Circulatiekring vrijgavetemperatuur (05-054) op de voeler TZW 2K (schakeldifferentieel) te laag ligt, wordt de circulatiepomp PZW ingeschakeld. Door het tappen door een toets in te drukken, wordt een impuls gegeven, dat de pomp PZW voor de instelbare Looptijd PZW pomp bij impulssturing (05-070) activeert. Hiervoor wordt bijv. een toets op de impulsingang V2 geklemd. *) Kan bij 2 collectorvelden niet geselecteerd worden! Sensoren en actoren TZW circulatietemperatuur Temperatuur in de warmwatercirculatieleiding SetTZW Gew. circulatietemperatuur Berekende gewenste temperatuur op de voeler warmwatercirculatieleiding TZW. Uitgang PZW pomp circulatie warm water Actuele toestand van de warmwatercirulatiepomp PZW Instellingen in het menu Boiler: Circulatiekring vrijgavetemperatuur Looptijd PZW pomp bij impulssturing Spertijd PZW pomp bij impulssturing C 45 C min 3 min min 10 min - Manuele regeling PZW pomp circulatie warm water / Tem

111 8 Functies 8.16 Strategie zonneoplading 0 : per rendement De gewenste waarde voor de toerentalregeling wordt verkregen uit de temperatuur op de boilervoeler plus verhoging (08-064). Bij meerdere verbruikers gebeurt de lading tijdens de alternerende werking. Hierbij wordt de boiler met de laagste temperatuur eerst opgeladen. 1 : per gewenste temperatuur De gewenste waarde voor de toerentalregeling wordt verkregen uit de temperatuur op de boilervoeler plus geoptimaliseerde verhoging Bij meerdere boilers gebeurt de oplading volgens prioriteit van de boilers (08-056) tot de gewenste waarde. De boiler met prioriteit 1 wordt eerst tot de gewenste waarde (08-062) opgeladen. 2 : per max.temperatuur Zoals 1, maar de lading en optimalisering van de oplaadverhoging gebeurt op max. temperatuur (08-059). 3 : autom. opbrengst/gew. De gewenste waarde voor de toerentalregeling wordt verkregen in functie van de actieve strategie, opbrengstafhankelijke strategieomschakeling tussen 0 en 1. De oplading gebeurt in functie van de opbrengst, parallel tijdens de alternerende werking volgens prioriteit van de boiler tot de gewenste waarde. 4 : autom. opbrengst/max. De gewenste waarde voor de toerentalregeling wordt verkregen in functie van de actieve strategie, opbrengstafhankelijke strategieomschakeling tussen 0 en 2. De oplading gebeurt in functie van de opbrengst, parallel tijdens de alternerende werking volgens prioriteit van de boiler tot de maximale waarde Strategieomschakeling Berekening nominaal vermogen Het nominale vermogen wordt met de instelling Max. debiet zonnepomp (08-037), de Spec. warmtecapaciteit collectorvloeist (08-009) en de Boiler regeldifferentieel (08-064) berekend / Tem

112 8 Functies Lading volgens rendement 0 : Parallel-lading 3 : Lading opbrengst / gew. 4 : Lading opbrengst / max. Deze laadstrategie wordt gebruikt als een lage zonneopbrengst voorhanden is, d.w.z. wanneer het actuele vermogen kleiner is dan de procentuele instelwaarde Omschakeling gew. oplading (hoge opbrengst) (08-051) van het nominaal vermogen. Het nominaal vermogen wordt op basis van de instelling Max. debiet zonnepomp (08-037), van de specifieke warmtecapaciteit collectorvloeist (08-009) en van de boiler regeldifferentieel (08-064) berekend. Het voordeel is een geoptimaliseerd energiegebruik bij laag collectorvermogen. Bij 2 boilers wordt eerst de verbruiker met het laagste temperatuurniveau opgeladen, tot er geen temperatuurdifferentieel meer is. Dan wordt de boiler met de waarde van instelling Uitschakeldrempel alternerende werking (08-066) verhoogd. Daarna wordt de volgende verbruiker tot de temperatuurdifferentieel Inschakeldrempel boiler alternerende werking (08-065) opgeladen. De verbruikers worden afwisselend telkens tot de Gewenste boilertemperatuur (08-062) opgeladen. Vervolgens worden alle verbruikers tot Max. boilertemperatuur (08-059) afwisselend opgeladen Lading volgens temperatuur 1 : Gew. lading 2 : Max. lading 3 : Lading opbrengst / gew. 4 : Lading opbrengst / max. Deze laadstrategie wordt gebruikt als een hoge zonneopbrengst voorhanden is, d.w.z. wanneer het actuele vermogen groter is dan de procentuele instelwaarde Omschakeling gew. oplading (hoge opbrengst) (08-051) van het nominaal vermogen. Hierbij wordt de verbruiker met een geoptimaliseerd temperatuurverschil op de Gewenste boilertemp. (08-062) en daarna op max. temperatuur opgeladen. Eerst wordt de verbruiker met de hoogste prioriteit tot zijn ingestelde gewenste waarde opgeladen, daarna worden de andere verbruikers volgens hun volgorde tot hun gewenste waarde opgeladen. Als alle verbruikers de ingestelde gewenste waarde bereikt, en als er nog voldoende collectorvermogen voorhanden is, worden de verbruikers in volgorde telkens tot de Max. boilertemperatuur (08-059) opgeladen / Tem

113 8 Functies 8.18 Laadfunctie boiler via platenwarmtewisselaar Als de collectortemperatuur TKO met de inschakeldifferentieel boven TUx stijgt, wordt een zonneoplading gestart. Opmerking: Optie TKV collectorvertrekvoeler moet actief zijn. Om een onnodige afkoeling van de boiler via de platenwarmtewisselaar te vermijden, loopt de secundaire pomp pas als de collectorverterkvoeler met de Uitschakeldiff. (TK TU) plus 2 K warmer is dan de boilervoeler onderaan. Als de temperatuur op de collectorvertrekvoeler enkel nog met de Uitschakelvoorwaarde (TK TU) hoger is dan de temperatuur boiler onderaan TUx, wordt de secundaire pomp PWT stopgezet. De PWT pomp loopt met het kleinste toerental (30%), tot de gewenste temperatuur collector ter hoogte van de voeler TWT bereikt wordt. Bij de oplading wordt via de toerentalregeling geprobeerd, ter hoogte van de voeler TWT een temperatuur te bereiken en te behouden die met de Boiler regeldifferentieel (08-064) hoger ligt dan op de voeler TUx. Als de temperatuurdifferentieel TKO t.o.v. TUx lager is dan de uitschakeldifferentieel, schakelt de pomp af. Vorstbeveiliging: Als een oplading actief is, wordt er op de collectorvertrekvoeler collectorvoeler gecontroleerd er vorstgevaar bestaat voor de platenwarmtewisselaar. Als de temperatuur op de voeler TKV lager is dan 3 C, loopt de secundaire pomp PWT onafhankelijk van de startontlasting om de bevriezing door middel van circulatie door de secundaire kant van de warmtewisselaar te verhinderen. Als de temperatuur ter hoogte van de voeler TKV boven 5 C stijgt, wordt de vorstbeveiliging van de platenwarmtewisselaar beëindigd / Tem

114 8 Functies 8.19 Vertrek en terugloop naar de verschillende boilers Ontlading (PPZ) Als de boiler opgeladen is, kan de warmte in een reservebuffer getransporteerd worden. Zodra op de boilervoeler bovenaan en onderaan de gewenste temperatuur omlading (08-069) plus de hysteresis (08-063) bereikt is, en de temperatuur bovenaan met de Ontlading inschakeldifferentieel PPZ (08-077) hoger ligt dan op de boiler-voeler onderaan TU2 van de reservebuffer, wordt deze opgeladen, de Ontlading pomp PPZ is actief. Als de temperatuur op de boilervoeler bovenaan onderaan onder de Gewenste temperatuur omlading (08-069) op de voeler bovenaan onder de Ontlading Uitschakeldiff. PPZ (08-078) plus de temperatuurwaarde boilervoeler onderaaan van de reservebuffer TU2 daalt, wordt de oplading ervan beëindigd, de Ontlading pomp PPZ wordt gestopt. en > Gewenste temperatuur omlading (08-069) + hysteresis (08-063) en > TU2 + Ontlading inschakeldifferentieel PPZ (08-077) dan PPZ actief < Gewenste temperatuur omlading (08-069) < TU2 + Ontlading Uitschakeldiff. PPZ (08-078) dan PPZ geblokkeerd Lading / bijlading (PZP) Als de zonne-energieopbrengst niet meer volstaat om de boiler op te laden, kan de warmte uit de reservebuffer omgeladen worden. Zodra de temperatuur op de boilervoeler bovenaan lager ligt dan de actuele gewenste waarde voor de bijlading min de hysteresis (08-063) en de temperatuur op de boilervoeler bovenaan TO2 met de Bijlading inschakeldifferentieel PZP (08-075) hoger ligt dan de reservebuffer, wordt de boiler opgeladen, de pomp lading PZP is actief. Als de temperatuur op de boilervoeler bovenaan van de boiler boven de gewenste waarde stijgt, als de temperatuur op de boilervoeler bovenaan van de reservebuffer TO2 onder de Bijlading uitschakeldiff. PZP (08-076) daalt, wordt de lading beëindigd, de pomp lading PZP wordt stopgezet. In functie van de gemiddelde zonne-energieopbrengst wordt de gewenste waarde verbruiker voor de bijlading met de waarde Verlaging gew. waarde bij zonneopbrengst (08-072) gereduceerd. TO2 > + bijlading inschakeldifferentieel PZP (08-075) en < gewenste waarde - hysteresis (E ) dan PZP actief TO2 < + bijlading Uitschakeldiff. PZP (08-076) > gewenste waarde dan PZP geblokkeerd 8.20 Verhoging teruglooptemperatuur verwarming (VRA) Als de boilertemperatuur bovenaan (TOx) met de inschakeldifferentieel VRA Terugloopverhoging (08-080) hoger ligt dan de verwarmingsteruglooptemperatuur (THR), schakelt de uitgang verwarmingsterugloopverhoging VRA aan. Als het temperatuurverschil TOx t.o.v. THR kleiner is dan de Uitschakeldifferentieel VRA verhoging terugloop (08-081), schakelt de uitgang verhoging verwarmingsterugloop VRA uit. Als op de Boilervoeler bovenaan (TOx) de waarde Max.boilertemperatuur voor VRA verhoging terugloop (07-008) overschreden is, wordt de functie terugloopverhoging geblokkeerd / Tem

115 8 Functies 8.21 Omschakelfunctie buffervat, stookolie-, gasketel (VUP) Als de reële temperatuur op de bovenaan de boiler op de voeler TOx groter is dan de Gewenste boilertemperatuur (08-062), wordt het omschakelventiel VUP aangestuurd. Als de TOx de Gewenste boilertemperatuur (08-062) met 5K overschrijdt, wordt de uitgang uitgeschakeld WES-functie Afhankelijk van de gemiddelde zonneopbrengst bij de oplading op de voeler berekent de zonneregelaar een reductie van het pomptoerental tot een voldoende verhoging op de collectorvoeler TKO resp. collectorvertrek TKV leidt, om een oplading op de Boilervoeler bovenaan mogelijk te maken. Als de temperatuur op de voeler onder de Uitschakeldiff. TK - TU (08-002) daalt, schakelt de regelaar weer over naar de oplading op. De oplading op gebeurt ook wanneer de temperatuur op de voeler TKO resp. TKV de temperatuur op de voeler met de inschakeldifferentieel TK - TU (08-001) overschrijdt. Als de Gewenste boilertemp. (08-062) op de boilervoeler bovenaan bereikt is, veent geen oplading op de Boilervoeler bovenaan meer plaats Gegevensregistratie Na het insteken van een SD-kaart, enkel door de vakman, kan de gegevensoptekening met de instelling Gegevensregistratie (04-115) gestart worden. Als er geen SD-kaart in het toestel is, kan de instelling niet veranderd worden. Vóór het insteken van de SD-kaart het toestel buiten spanning plaatsen. SD-kaarten gleuf onder het deksel van de klemmenruimte. Vóór het uitnemen van de SD-kaart moet de opslag van de gegevens gestopt worden. Als de kaart uitgenomen wordt zonder dat de opslag gestopt werd, kan de kaart onbruikbaar worden. De waarden worden op een in de handel verkrijgbare SD-kaart, 2-4 GB, in CSV formaat opgeslagen. Dit formaat kan met courante tabelberekeningsprogramma s, bijv. Microst Excel, geopend worden. De bedrijfswaarden en bij veranderingen de instellingen en voorkomende fouten worden regelmatig opgeslagen / Tem

116 8 Functies Opslag van bedrijfswaarden Alle 30 s worden de waarden analoog met het menu Gew. en reële waarden onder Info opgeslagen. Per dag wordt een file VarJJMMTT.csv, bijv. Var csv, aangemaakt. Voorbeeld: Tijdstip / / / :39: Bij het begin van elke dag wordt er een nieuwe file aangemaakt Opslag van parameterreeksen Alle verstelbare scalaire waarden worden bij het verstellen opgeslagen. Voorbeeld: Tijdstip ID Waarde /0 3 08:15: /0 4 08:15: :15: / Er wordt altijd dezelfde file gebruikt ParJJMMTT.csv, bijv. Par csv Opslag van fouten Alle opgetreden fouten en informatiepunten worden in een file gelogd ErrJJMMTT.csv, bijv. Err csv Voorbeeld: Tijdstip Foutcode :15: :15: :43:01 Er wordt altijd dezelfde file gebruikt / Tem

117 9 Wat doen als? 9 Wat doen als...? 9.1 Storingsmeldingen (foutmeldingen) Bij een eventueel optredende storing informatie uit de plausibiliteitscontrole wordt dit vueel op de regelaar weergegeven. Bijkomend kan via de Optie MFA storingsmelding, deze informatie ook via de potentiaalvrije uitgang 5/6 verder verwerkt worden. Informatie Gew. en reële waarden Opbrengst Statistiek Bij een fout knippert het display rood en in plaats van het symbool van de actuele bedrijfsmodus ziet men een waarschuwingsdriehoek. Zodra er op een knop geduwd wordt, wisselt de achtergrondskleur weer naar standaard wit. In het menu Info, kan onder Informatie de fout uitgelezen en gereset worden. Meer informatie over fout- informatieteksten vint u verder in deze handleiding. Als er een fout optreedt door een defect van een sensor, wordt deze vanzelf gereset, zodra de fout verholpen is, hetzelfde geldt bij informatiemeldingen uit de plausibiliteitscontrole. Alle andere fouten moeten gereset worden. Als een fout per ongeluk gereset wordt, terwijl de fout nog aanwezig is, zal de foutmelding opnieuw verschijnen. Fouten worden bij actieve gegevensregistratie op de SD-kaart opgeslagen / Tem

118 9 Wat doen als? Fouttekst Code Beschrijving Oorzaak Max. DT collector 1 - boiler 71 Fout bij het laden van collector 1 op boiler x onderste zone (temperatuurverschil collector boiler blijft hoog) Opmerking: (E 8-092) = 0, controle Uit Geen warmteoverdracht, lucht in de laadkring, geen hydraulische afstemming, uitgang, pomp defect Max. DT collector 2 - boiler 73 Fout bij het laden van collector 2 op boiler x onderste zone (temperatuurverschil collector boiler blijft hoog) 2 Opmerking: (E 8-092) = 0, controle Uit TZW circulatievoeler 112 TZW Voeler circulatie warm water buiten het meetbereik. Geen warmteoverdracht, lucht in de laadkring, geen hydraulische afstemming, uitgang, pomp defect Voelerkortsluiting / Onderbreking TFK warmtegenerator voeler 114 TFK Voeler bijkomende ketel buiten het meetbereik. Voelerkortsluiting / Onderbreking collector voeler TK Voeler collector 1 buiten het meetbereik. Voelerkortsluiting / Onderbreking THR stookkring terugloopvoeler 123 THR Voeler stookkringterugloop buiten het meetbereik. Voelerkortsluiting / Onderbreking TU boiler onder voeler 146 TUX Voeler boiler onderaan buiten het meetbereik. Voelerkortsluiting / Onderbreking TO boiler boven voeler 147 TOx Voeler boiler bovenaan buiten het meetbereik. Voelerkortsluiting / Onderbreking TK2 collector voeler TK Voeler collector 2 buiten het meetbereik. Voelerkortsluiting / Onderbreking TKV collector-vertrekvoeler 157 TKV Voeler collectorvertrek buiten het meetbereik. Voelerkortsluiting / Onderbreking TKR collector-terugloopvoeler 158 TKR Voeler collectorterugloop buiten het meetbereik. Voelerkortsluiting / Onderbreking FLOW sensor debiet zonnesysteem 159 FLOW debietsensor / directe sensor buiten het meetbereik. Voelerkortsluiting / Onderbreking TSO warmwatervoeler 160 TSO Voeler bijkomende boiler buiten het meetbereik. TWT voeler ext. warmtewisselaar 161 TWT Voeler externe warmtewisselaar buiten het meetbereik. TWT voeler int. warmtewisselaar 162 TWT Voeler interne warmtewisselaar buiten het meetbereik. TKV collectorvertrek voeler 163 TKV Voeler Bypass collectorkring buiten het meetbereik. TUZ voeler bijk. boiler onderaan 179 TUZ voeler bijk. boiler onderaan buiten het meetbereik. TOZ voeler bijk. boiler bovenaan 180 TOZ voeler bijk. boiler bovenaan buiten het meetbereik. Voelerkortsluiting / Onderbreking Voelerkortsluiting / Onderbreking Voelerkortsluiting / Onderbreking Voelerkortsluiting / Onderbreking Voelerkortsluiting / Onderbreking Voelerkortsluiting / Onderbreking / Tem

119 9 Wat doen als? Informatietekst Code Beschrijving Oorzaak Gew. temp. > Max. boilertemp. 300 Gewenste boilertemp. x normal > maximale temperatuur boiler x Verkeerde basisinstelling SPEIC x (E 8-062) > (E 8-059) Max. temperatuur > beveiligingstemperatuur boiler 301 Maximale temperatuur boiler x > beveiligingstemp. boiler x Verkeerde basisinstelling (E 8-059) > (E 8-060) Temperatuur thermische desinfectie > Max.-boilertemp. 302 Temperatuur thermische desinfectie > maximale temperatuur boiler Verkeerde basisinstelling (E 5-004) > (E 8-059) Prioriteit boiler 1 en 2 gelijk 303 Zelfde instelling voor prioriteit boiler 1 als voor prioriteit boiler 2 Prioriteit boiler 1 en 3 gelijk 304 Zelfde instelling voor prioriteit boiler 1 als voor prioriteit boiler 3 Prioriteit boiler 2 en 3 gelijk 306 Zelfde instelling voor prioriteit boiler 2 als voor prioriteit boiler 3 Verkeerde basisinstelling Prioriteit (E 8-056) boiler 1 = Prioriteit (E 8-056) boiler 2 Verkeerde basisinstelling Prioriteit (E 8-056) boiler 1 = Prioriteit (E 8-056) boiler 3 Verkeerde basisinstelling Prioriteit (E 8-056) boiler 2 = Prioriteit (E 8-056) boiler 3 PZP bijlading: uitschakeldiff. >= inschakeldiff. (Hysteresis) PPZ Ontlading: uitschakeldiff - >= inschakeldiff. (Hysteresis) VRA: Uitschakeldiff. >= Inschakeldiff (Hysteresis) (verh. TL) Max.-temperatuur collector > beveiligingstemp. collector Uitschakeldiff TK - TU >= Inschakeldiff. TK - TU Uitschakeldiff.TFK - TU >= Inschakeldiff.TFK - TU Geen boiler actief, alle types Boiler op Bijlading uitschakeldifferentieel PZP > = bijlading inschakeldifferentieel PZP 310 Ontlading uitschakeldifferentieel PPZ > = Ontlading inschakeldifferentieel PPZ 311 Uitschakelverhoging voor terugloopverhoging => inschakelverhoging voor terugloopverhoging 312 Maximale collectortemperatuur > als de collectorbeschermtemperatuur 313 Verhoging collector-boiler voor lading UIT => verhoging collector-boiler voor lading AAN 314 Verhoging bijkomende ketel-boiler voor lading UIT => Verhoging bijkomende ketel-boiler voor lading AAN 315 Opgelet geen boiler / verbruiker actief, alle boilers zijn uitgerust (E 8-055) = 0 Verkeerde basisinstelling (E 8-075) => (E 8-076) Verkeerde basisinstelling (E 8-077) => (E 8-078) Verkeerde basisinstelling (E 8-081) => (E 8-080) Verkeerde basisinstelling (E 8-011) > (E 8-010) Verkeerde basisinstelling (E 8-002) => (E 8-001) Verkeerde basisinstelling (E 8-004) => (E 8-003) Verkeerde basisinstelling (E 8-055) = Oorzaken en oplossing van storingen Vaststelling Oorzaak Oplossing Zonnepomp schakelt niet uit De stroomopname van de verbruiker is te laag Vorstbeveiligingstemperatuur te hoog ingesteld Ander relais kiezen (hogere stroomopname) RC-component inzetten Parameters controleren en evt. aanpassen / Tem

120 10 Technische gegevens 10 Technische gegevens 10.1 Elektrische gegevens Fijnzekering 3,15 A traag Netspanning 230 V ± 10% Netfrequentie Vermogensopname Spanning meetkring Schakelvermogen uitgangen: Elektronische uitgangen Minimum stroom Mechanische uitgangen Hz 8 VA 5.0 V, dubbele isolatie 3.3 KV Elektronische uitgangen Minimum stroom Mechanische uitgangen Externe toestelzekering Interne toestelzekering 16 A 3,15 A traag Beschermingsgraad IP 40 EN Beschermklasse Leidingen: Voelerleiding lengte, diameter ebus Busleiding lengte, diameter II volgens EN bij inbouw volgens de voorschriften max. 100m, 0.75 mm2 2-draad-Bus max. 100m, 0.75 mm / Tem

121 10 Technische gegevens 10.2 Toegelaten omgevingscondities Temperatuur Luchtvochtigheid Eisen m.b.t.. EMV Laagspanningsrichtlijnen Tijdens de werking 0 C 50 C Transport/opslag -20 C +60 C max. 85% rel. vochtigheid 25 C geen dauwpunt Richtlijn 2004/108/EEG EN EN Richtlijn 2006/95/EEG EN Afmetingen Schroef 2 schroeven / Tem

122 10 Technische gegevens 10.4 Gegevens temperatuurvoelers Voelerelement NTC 5000 Ω bij 25 C Voeler Meetbereik Meetnauwkeurigheid Omgevingstemperatuur Kabelmateriaal Kabellengte Bestelnummer Dompelvoeler STF 225 Dompelvoeler STF Contactvoeler ZVF 210 (toebehoren) C 0 70 C ± 0,5K C Silicone (blauw) 4 m C 0 50 C ± 0,5K 0 70 C ± 0,8K C 0 50 C ± 0,5K 0 70 C ± 0,8K C PVC (grijs) 2.5 m C PVC (grijs) 2.5 m Voelerkenwaarden Voelercurves (weerstandswaarden zonder eigen opwarming) Het Weishaupt regelsysteem biedt de mogelijkheid dat de doelmatige aansluiting van alle voelers en de gemeten temperaturen op het display weergegeven worden. Voor de controle van de voelers en de simulatie van de overeenkomstige voeltertemperaturen zijn voor de ingezette toestellen waardeparen (voelertemperatuur/weerstandswaarde) in onderstaande tabel weergegeven. NTC-voeler (blauwe kabel) T C R Ω T C R Ω T C R Ω Collectorvoeler:, TK2 Vastebrandstvoeler: TFK Als dompelvoeler Bestelnr.: k 84,1k 63,6k 48,6k 37,4k 29,1k 22,8k 18,0k 14,3k 11,4k 9,21k 7,47k 6,10k 5,00k 4,13k 3,42k 2,86k 2,40k 2,02k 1,71k ,45k 1,24k 1,06k / Tem

123 10 Technische gegevens NTC-voeler (grijze kabel) T C R Ohm T C R Ohm T C R Ohm Referentievoelers: TOx, TUx, THR,, TKV2, TKR1, TKR2, TWT, TZO, TZU, TZW Als dompelvoeler: Bestelnr.: Als contactvoeler: bestelnr.: ,5k 43,5k 38,6k 34,5k 30,9k 27,7k 24,8k 22,3k 20,1k 18,1k 16,3k 14,5k 13,3k 12,1k 11,0k ,95k 9,05k 8,23k 7,50k 6,84k 6,25k 5,71k 5,23k 4,79k 4,03k 3,27k 2,66k 2,18k 1,80k 1,49k ,24k 1,04k / Tem

124 11 Bijvoegsel 11 Bijvoegsel 11.1 Checklist Bedrading van de regelaar overeenkomstig de geselecteerde variante uitgevoerd. Voedingsaansluiting volgens schema aangesloten (enkel met noodschakelaar en voorzekering). Worden de aangesloten voelers weergegeven? Plausibiliteit van de temperaturen en waarden controleren. Wordt de pomp aangestuurd(evtl. via manuele werking)? / Tem

125 11 Bijvoegsel 11.2 Inbedrijfstellingsprotocol van de instelbare parameters (invullen a.u.b.) Collector 1 Waarde Collectorbeveiligingsfunc tie Spec. warmtecapaciteit collectorvloeist Beveiligingstemperatuur collector Max. temperatuur collector Min. temperatuur collector Vorstbeveiligingstemperat uur collector Starthulp collector Pomplooptijd starthulp Min. toerental zonnepomp ID Instelbereik Fabrieksinstelling Paswoord kj/kg*k 3.70 kj/kg*k C 120 C C 90 C C 20 C C -20 C min 0.5 min % 40 % - Ingesteld Max. debiet zonnepomp l/h 240 l/h - Min. debiet zonnepomp l/h 60 l/h - Min. stilstandstijd zonnepomp s 10 s 11 Max. DT collector-boiler K 50 K 11 Wachttijd foutmelding DT collector-boiler VIZ / TKR optie Volume-impulsteller / collector-tl-voeler Impulsgraad VIZ Offset FLOW debiet zonnesysteem TKV optie collector-vertrekvoeler optie bypass collector min 30 min Imp/l 180 Imp/l l/h 15 l/h / Tem

126 11 Bijvoegsel Collector 2 Waarde ID Instelbereik Fabrieksinstelling Paswoord Ingesteld Min. temperatuur collector C 20 C - Min. toerental zonnepomp Max. debiet zonnepomp Min. debiet zonnepomp Min. stilstandstijd zonnepomp Impulsgraad VIZ Offset FLOW debiet zonnesysteem % 40 % l/h 240 l/h l/h 60 l/h s 10 s Imp/l 180 Imp/l l/h 15 l/h 11 Waarde Inschakeldifferentieel TK TU Collector boiler onderaan Uitschakeldiff. TK TU Collector boiler onderaan Boiler regeldifferentieel Type boiler Prioriteit boiler Gewenste boilertemperatuur Inschakelhysteresis voor gewenste boilertemp. Max. boilertemperatuur Beveiligingstemp. boiler Actieve collectorbeveiliging / nachtkoeling boiler Inschakeldrempel boiler alternerende werking Uitschakeldrempel alternerende werking Voelerkeuze voor gew. waarde Voelerkeuze voor max. waarde Circulatiefunctie Circulatiekring vrijgavetemperatuur ID Boiler 1 Instelbereik Fabrieksinstelling Paswoord K 7 K K 4 K K 15 K / 3/ C 55 C K 2 K C 90 C C 95 C K 5 K K 5 K C 45 C - Ingesteld / Tem

127 11 Bijvoegsel Waarde Looptijd PZW pomp bij impulssturing Spertijd PZW pomp bij impulssturing PWL Optie Pomp warmwateroplading MFA optie bijlading warmtevraag Verlaging gew. waarde bij hoge zonneopbrengst Functie thermische desinfectie Temperatuur thermische desinfectie P optie ontlading Gewenste temp. WW Inschakeldifferentieel voor omlading P Uitschakeldifferentieel voor omlading P Min. toerental PWT pomp externe warmtewisselaar Min. stilstandstijd PWT pomp externe warmtewisselaar Max. boilertemp. voor VRA verhoging terugloop Inschakeldifferentieel VRA verhoging terugloop Uitschakeldifferentieel VRA verhoging terugloop Inschakeldiff. TFK TU Vastebrandstk. boiler onderaan Uitschakeldiff. TFK - TU Vastebrandstk. boiler onderaan Min. stilstandstijd PFK pomp vastebrandstketel Min. temperatuur TFK vastebrandstketel Min. toerental PFK pomp vastebrandstketel ID Instelbereik Fabrieksinstelling Paswoord min 3 min min 10 min K 15 K , C 60 C C 55 C K 5 K K 3 K % 30 % s 10 s C 70 C K 10 K K 5 K K 10 K K 5 K s 10 s C 50 C % 30 % - Ingesteld / Tem

128 11 Bijvoegsel Waarde Inschakeldifferentieel TK TU Collector boiler onderaan Uitschakeldiff. TK TU Collector boiler onderaan Boiler regeldifferentieel Type boiler Prioriteit boiler Gewenste boilertemperatuur Inschakelhysteresis voor gewenste boilertemp. Max. boilertemperatuur Beveiligingstemp. boiler Actieve collectorbeveiliging / nachtkoeling boiler Inschakeldrempel boiler alternerende werking Uitschakeldrempel alternerende werking Voelerkeuze voor gew. waarde Voelerkeuze voor max. waarde Circulatiefunctie Circulatiekring vrijgavetemperatuur Looptijd PZW pomp bij impulssturing Spertijd PZW pomp bij impulssturing PWL Optie Pomp warmwateroplading MFA optie bijlading warmtevraag Verlaging gew. waarde bij hoge zonneopbrengst Functie thermische desinfectie ID Boiler 2 Instelbereik Fabrieksinstelling Paswoord K 7 K K 4 K K 15 K / 3/ C 55 C K 2 K C 90 C C 95 C K 5 K K 5 K C 45 C min 3 min min 10 min K 15 K , Ingesteld Temperatuur thermische desinfectie C 60 C - P optie ontlading / Tem

129 11 Bijvoegsel Waarde Gewenste temp. WW Inschakeldifferentieel voor omlading P Uitschakeldifferentieel voor omlading P Min. Toerental PWT pomp externe warmtewisselaar Min. stilstandstijd PWT pomp externe warmtewisselaar Max. boilertemp. voor VRA verhoging terugloop Inschakeldifferentieel VRA verhoging terugloop Uitschakeldiff. VRA Verhoging terugloop Inschakeldifferentieel TFK TU vastebrandstketel - boiler onderaan Uitschakeldiff. TFK - TU vastebrandstketel - boiler onderaan Min. Stilstandstijd PFK pomp vastebrandstketel Minimaltemperatur TFK vastebrandstketel Min. toerental PFK pomp vastebrandstketel Waarde Inschakeldifferentieel TK TU collector - boiler onderaan Uitschakeldiff. TK TU collector - boiler onderaan Boiler regeldifferentieel Type boiler Prioriteit boiler Gewenste boilertemperatuur Inschakelhysteresis voor gewenste boilertemp. Max. boilertemperatuur Beveiligingstemp. boiler Actieve collectorbeveiliging / nachtkoeling boiler ID Instelbereik Paswoord C 55 C K 5 K K 3 K % 30 % s 10 s C 70 C K 10 K K 5 K K 10 K K 5 K s 10 s C 50 C % 30 % 11 ID Boiler 3 Instelbereik Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling Paswoord K 7 K K 4 K K 15 K C 30 C K 2 K C 35 C C 40 C Ingesteld Ingesteld / Tem

130 11 Bijvoegsel Waarde Strategie zonneoplading Omschakeling gew. oplading (hoge opbrengst) Hoge zonneopbrengst inschakeldrempel Hoge dagelijkse opbrengst inschakeldrempel Min. toerental PWT pomp interne warmtewisselaar Min. stilstandstijd PWT pomp interne warmtewisselaar bijlading inschakeldifferentieel PZP Bijlading uitschakeldifferentieel PZP Manuele regeling PZP oplaadpomp omlading Gewenste temperatuur omlading Ontlading inschakeldifferentieel PPZ Ontlading uitschakeldiff. PPZ MFA Optie storingsmelding ID Algemeen Instelbereik Fabrieksinstelling / % 50 % % 50 % % 80 % % 30 % s 10 s K 7 K K 4 K C 60 C K 10 K K 5 K Paswoord Ingesteld Waarde Configuratie ID Instelbereik MFA Optie hogetemperatuurontlasting Fabrieksinstelling Datum Tijdstip :00-23: Hydraulische variante Uitgang 1: Zonnepomp Uitgang 2: Zonnepomp 2 / vaste brandst / warmtewisselaar Paswoord Reset , Taalkeuze Gegevensregistratie Controlerichting MFA Ingesteld / Tem

131 11 Bijvoegsel 11.3 Inbedrijfstellingsprotocol van de instelbare opties (invullen a.u.b.) Collector 1 Waarde VIZ / TKR Optie volume-impulsteller / collector-tl-voeler ID Instelbereik Fabrieksinstelling Paswoord Ingesteld TKV Optie collector-vertrekvoeler Optie Collectorbypass Boiler 1 Waarde ID Instelbereik Fabrieksinstelling Circulatiefunctie Functie thermische desinfectie PWL Optie Pomp warmwateroplading P Optie Ontlading MFA Optie bijlading warmtevraag Paswoord 0, 10, 11, Instelling Boiler 2 Waarde ID Instelbereik Fabrieksinstelling Circulatiefunctie Functie thermische desinfectie PWL Optie Pomp warmwateroplading P Optie Ontlading MFA Optie bijlading warmtevraag Waarde MFA Optie hogetemperatuurontlasting Algemeen ID Paswoord 0, 10, 11, Instelbereik Fabrieksinstelling Paswoord MFA Optie storingsmelding Ingesteld Ingesteld / Tem

132 Weishaupt n.v., Paepsemlaan, Brussel Weishaupt in uw buurt? Adressen, telefoonnummers enz. vindt u op Wijzigingen voorbehouden. Nadruk verboden. Product Beschrijving Vermogen W-branders monarch en industriebranders De miljoenenmaal beproefde compact-bouwreeks: zuinig, betrouwbaar, volautomatisch. Stookolie-, gas- en combibranders voor één- en meergezinswoningen, alsook voor industriële toepassingen. Met de purflam brander wordt stookolie nagenoeg roetvrij verbrand en worden NOx-emissies aanzienlijk gereduceerd. De legendarische industriebranders : beproefd, duurzaam, overzichtelijk. Stookolie-, gas- en combibranders voor centrale warmtevoorzieningsinstallaties. tot 570 kw tot kw multiflam branders WK- industriebranders Innovatieve Weishaupt-technologie voor branders met een hoog vermogen: minimale emissiewaarden, vooral bij vermogens hoger dan 1 megawatt. Stookolie-, gas- en combibranders met gepatenteerde brandstopdeling. Krachtpakketten gebouwd volgens een modulair principe: flexibel, robuust, krachtig. Stookolie-, gasen combibranders voor industriële toepassingen. tot kw tot kw Thermo Unit De verwarmingssystemen Thermo Unit uit gietijzer staal : modern, zuinig, betrouwbaar. Voor de milieuvriendelijke verwarming van één- en meergezinswoningen. Brandst : gas stookolie. tot 55 kw Thermo Condens Warmtepompen Zonnesystemen Waterverwarmer / energie-opslagvat MSR-techniek / gebouwbeheer systemen Het innovatieve condensatietoestel met SCOT-systeem: efficiënt, weinig schadelijke stfen, veelzijdig. Ideaal voor één- en meergezinswoningen. En voor de grote warmtebehoefte als vloerstaande condenserende gasketel met een vermogen gaande tot kw (cascade). Het warmtepompprogramma biedt oplossingen voor het gebruik van warmte uit de lucht, de grond het grondwater. De systemen zijn geschikt voor renovatie nieuwbouw. De opstelling in cascade van meerdere warmtepompen is mogelijk. Gratis energie van de zon: perfect afgestemde componenten, innovatief, beproefd. Vlakke collectoren met een elegant design voor verwarmingsondersteuning en voor de bereiding van sanitair warm water. Het aantrekkelijke programma voor de bereiding van sanitair warm water omvat klassieke waterverwarmers, die via een verwarmingssysteem gevoed worden en energieopslagvaten die via zonnesystemen gevoed kunnen worden. Van schakelkast tot complete sturing van gebouwbeheertechniek - bij Weishaupt vindt u het totale spectrum van de moderne MSR-techniek. Toekomstgericht, zuinig en flexibel. tot kw tot 130 kw / Tem

Zonneregelaar WRSol 2.1 83287607 1/2013-07. Montage- en bedieningsrichtlijnen

Zonneregelaar WRSol 2.1 83287607 1/2013-07. Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 887607 /0-07 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel 4800000007 Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße D-88475

Nadere informatie

Zonneregelaar WRSol / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Zonneregelaar WRSol / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich 83278407 1/2012-04 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel 4800000007 Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift Functiemodule

Bedieningsvoorschrift Functiemodule Bedieningsvoorschrift Functiemodule FM443 zonnemodule Voor de gebruiker Zorgvuldig lezen voor de bediening 6 720 615 859-03/2008 BE Inhoudsopgave 1 Veiligheid..................................... 3 1.1

Nadere informatie

Uitbreidingsmodule WWP-EM-HK / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Uitbreidingsmodule WWP-EM-HK / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83310607 1/2017-11 EU-conformiteitsverklaring Taal 07 Product Type Leverancier Adres Uitbreidingsmodule WWP-EM-HK Max Weishaupt

Nadere informatie

Bedieningsrichtlijnen Weishaupt Thermo Condens WTC 15-A WTC 25-A WTC 32-A

Bedieningsrichtlijnen Weishaupt Thermo Condens WTC 15-A WTC 25-A WTC 32-A Weishaupt n.v. Paepsemlaan 7 1070 Brussel Tel. (02) 343.09.00 Fax (02) 343.95.14 Druknr. 83053107, december 2006 Printed in Germany. Alle wijzigingen voorbehouden. Nadruk verboden. Bedieningsrichtlijnen

Nadere informatie

Hydraulisch systeem WHB-GB-K-... en WHT-GB 83251907 2/2008-06. Montage- en bedieningsrichtlijnen

Hydraulisch systeem WHB-GB-K-... en WHT-GB 83251907 2/2008-06. Montage- en bedieningsrichtlijnen Een Duitstalige versie van deze handleiding is voorhanden en kan op eenvoudige aanvraag verkregen worden. 83251907 2/2008-06 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 4 1.1 Informatie voor de gebruiker... 4

Nadere informatie

RUIMTEREGELAAR MET STOOKLIJN- VERSTELLING

RUIMTEREGELAAR MET STOOKLIJN- VERSTELLING Installatie- en gebruikershandleiding NL RUIMTEREGELAAR MET STOOKLIJN- VERSTELLING Afstandsbediening voor warmtepompen met koeling RFV-DK Vertaling van de originele handleiding Alpha-InnoTec GmbH A.u.b.

Nadere informatie

Weersafhankelijke regelaar SAM 2200

Weersafhankelijke regelaar SAM 2200 VERWARIGSREGEIG Weersafhankelijke regelaar SA 00 De SA 00 vervangt de SA 003 en de oude modellen SA 83 en SA 83.1 die gebruikt werden voor sturing van mengkranen. O DIP 1 34 Éen enkele regelaar, 6 hydraulische

Nadere informatie

/2002 BE/NL

/2002 BE/NL 6301 9275 05/2002 BE/NL Voor de vakman Servicevoorschrift Regeling KR 0106 Instelling van de functies Zorgvuldig lezen vóór de inbedrijfstelling en de servicewerkzaamheden Voorwoord Over dit voorschrift

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Bestelnr. 7429 151 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

Tegelkachel Pompensturing. Montage en bediening

Tegelkachel Pompensturing. Montage en bediening Tegelkachel Pompensturing Montage en bediening 1 INHOUD 1 2 3 4 5 6 7 8 INHOUD... 2 Functie...2 Veiligheidstechnische aanwijzingen... 2 Inhoud van de levering... 3 Systeembeschrijving... 4 Onderdelen...

Nadere informatie

Voorschrift. Interface PWM V

Voorschrift. Interface PWM V Installatie Voorschrift Bewaar dit installatievoorschrift goed in de buurt van het toestel. Bij onderhoud of reparatie kan het belangrijk zijn, dat dit boekje voorhanden is. 0020066156 0020066107 Interface

Nadere informatie

VIESMANN. Gebruikshandleiding VITOSOLIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor zonnesystemen NL 7/2006 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Gebruikshandleiding VITOSOLIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor zonnesystemen NL 7/2006 Bewaren a.u.b.! Gebruikshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Regeling voor zonnesystemen VITOSOLIC 100 7/2006 Bewaren a.u.b.! Veiligheidshandleiding Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidadvies nauwkeurig

Nadere informatie

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren , besturing voor handbediende schuifdeuren HW V1.0 SW V1.0 NL. Inhoudsopgaven: 1 Veiligheidsvoorschriften 2 2 Werking 3 3 Overzicht 4 4 Aansluiten 6 5 Storingen/specificaties 9 1 1 Veiligheidsvoorschriften:

Nadere informatie

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 62 24 60 Programmeerbare elektronische tijdschakelklok Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montagehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

Air Trade Centre NV, Hoogstraat 180, 1930 Zaventem, België www.fujitsu-airco.be

Air Trade Centre NV, Hoogstraat 180, 1930 Zaventem, België www.fujitsu-airco.be Module voor redundantie/omschakelen GEBRUIKS- EN MONTAGEAANWIJZINGEN UTD-USM 208 Air Trade Centre NV, Hoogstraat 180, 1930 Zaventem, België www.fujitsu-airco.be Inhoud 1. Inleiding en veiligheidsvoorschriften...

Nadere informatie

ELIOS DIN GEBRUIKSAANWIJZING

ELIOS DIN GEBRUIKSAANWIJZING Digitale differentieelregelaar voor installaties met thermische zonnepanelen ELIOS DIN GEBRUIKSAANWIJZING Inhoudsopgave Geleverde voelers 2 Montage 2 Elektrische aansluiting 2 Toepasbare hydraulische schema's

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOLIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor zonne-installaties

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOLIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor zonne-installaties Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Regeling voor zonne-installaties VITOSOLIC 100 4/2014 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman 60 84 06/004 NL Voor de vakman Montagevoorschrift UBA-module xm0 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage Zorgvuldig lezen vóór de montage Inhoudsopgave Veiligheid.......................................

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2015 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2015 Bewaren a.u.b.! Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN VITOSOL 11/2015 Bewaren a.u.b. Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

HeatMaster. Montage- en installatiehandleiding. 201 Booster. HeatMaster. 200N (Gas) Booster. HeatMaster ENGLISH FRANCAIS NEDERLANDS ITALIANO NL 1

HeatMaster. Montage- en installatiehandleiding. 201 Booster. HeatMaster. 200N (Gas) Booster. HeatMaster ENGLISH FRANCAIS NEDERLANDS ITALIANO NL 1 Heataster ENGLISH ontage- en installatiehandleiding Heataster 201 Booster FANCAIS Heataster 200N (Gas) Booster NEDELANDS NL 1 ENGLISH WAASCHUWINGEN 2 Bestemmelingen van deze handleiding 2 Symbolen 2 Certificatie

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset mengklep Open Therm voor Vitodens 100-W en 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100 VRWRIGSRGIG Weersafhankelijke regelaar S 1 S 1 e S 1 vervangt de S 1,, 4 en 5 evenals de oude modellen S 81, 81.1, 8, 8.1 en 84. Vervangt eveneens S 83 en 83.1 indien deze niet gebruikt werden voor sturing

Nadere informatie

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Lengte van de dompelhuls

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Lengte van de dompelhuls Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Temperatuurregelaar Dubbel-thermostaat 30 tot 110 C Bestelnummer 7494 435 en 7494 436 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding. Calorimeter. voor de gebruiker van de installatie. Calorimeter voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium

VIESMANN. Bedieningshandleiding. Calorimeter. voor de gebruiker van de installatie. Calorimeter voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Calorimeter voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium Calorimeter 2/2015 Bewaren aub! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

voorschrift Voor de installateur Interface 0-10 V --> ebus AAN DE INSTALLATEUR

voorschrift Voor de installateur Interface 0-10 V --> ebus AAN DE INSTALLATEUR Installatie voorschrift AAN DE INSTALLATEUR Voor de installateur Installatiehandleiding Met het toestel dat u gaat plaatsen, installeert u een kwaliteitsproduct. Ondanks de bekendheid met het AWBconcept

Nadere informatie

Nederland - België. Externe display voor het zonneboilersysteem. ZentaSOL. Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding M B

Nederland - België. Externe display voor het zonneboilersysteem. ZentaSOL. Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding M B Nederland - België NL Externe display voor het zonneboilersysteem ZentaSOL ZentaSOL Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding M001919-B 300021630-001-02 Inhoud 1 Veiligheidsvoorschriften...4 1.1

Nadere informatie

RemaSol C/2 * * Systeemboek. Aansluitschema's Instelaanwijzingen

RemaSol C/2 * * Systeemboek. Aansluitschema's Instelaanwijzingen RemaSol C/2 Systeemboek Aansluitschema's Instelaanwijzingen *11209786* 11209786 Bedankt voor de aankoop van dit apparaat. Lees deze handleiding zorgvuldig door om optimaal gebruik te kunnen maken van dit

Nadere informatie

Uitsluitend aansluiten op de spanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje.

Uitsluitend aansluiten op de spanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje. MODELLEN 1221 AANSLUITINGEN 1 kanaal 2 kanalen VEILIGHEIDSINSTRUCTIES In verband met brandgevaar of het risico op een elektrische schok dient inbouw en montage uitsluitend door een elektro vakman te geschieden.

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W, type WB1C Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Pompengroep tegelkachel. Installatiehandleiding

Pompengroep tegelkachel. Installatiehandleiding Pompengroep tegelkachel Installatiehandleiding 1 INHOUD 1 INHOUD... 2 2 Veiligheidstechnische instructies... 2 3 Algemeenheden...3 4 Toebehoren... 3 5 Inbouwvoorbeeld...4 6 Montage van de pompengroep...

Nadere informatie

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100 Weersafhankelijke regelaar S 1 e S 1 vervangt de S 1,, 4 en 5 evenals de oude modellen S 81, 81.1, 8, 8.1 en 84. Vervangt eveneens S 83 en 83.1 indien deze niet gebruikt werden voor sturing van mengkranen,

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting

Nadere informatie

Inbedrijfstelling. Checklist. Voor de installateur AAN DE INSTALLATEUR

Inbedrijfstelling. Checklist. Voor de installateur AAN DE INSTALLATEUR Inbedrijfstelling Checklist AAN DE INSTALLATEUR Voor de installateur Installatiehandleiding Met het toestel dat u gaat plaatsen, installeert u een kwaliteitsproduct. Ondanks de bekendheid met het AWBconcept

Nadere informatie

, , Montagehandleiding. Montagehandleiding. Voor de installateur. BEnl. Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH

, , Montagehandleiding. Montagehandleiding. Voor de installateur. BEnl. Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH Montagehandleiding Voor de installateur Montagehandleiding 0020028665, 0020028666, 0020057214 BEnl Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH Berghauser Str. 40 D-42859 Remscheid Telefon 021 91 18 0 Telefax 021

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7426 466, 7426 539 VITOTROL 100 10/2009 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Nederland - België. Externe display voor het zonneboilersysteem. ZentaSOL. Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding M001919-B 300021630-001-D

Nederland - België. Externe display voor het zonneboilersysteem. ZentaSOL. Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding M001919-B 300021630-001-D Nederland - België NL Externe display voor het zonneboilersysteem ZentaSOL ZentaSOL Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding M001919-B 300021630-001-D Inhoud 1 Inleiding...2 1.1 Toegepaste symbolen...2

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 200-S

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 200-S Montagehandleiding voor de vakman VIESMA Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits voor Vitoligno 200-S Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

AD B

AD B NL Met de optie plaatje voor brander met 2 vlamgangen / modulerende brander / 3-wegklep kan bediend worden: - 1 Brander 2 vlamgangen of 1 Modulerende brander - 1 Mengkraan met elektromechanische motor

Nadere informatie

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL Deze handleiding voor het installeren en bedienen van de server-control zorgvuldig doorlezen en navolgen. Deze handleiding binnen handbereik van de airconditioner

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 3/2009 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 3/2009 Bewaren a.u.b.! Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN VITOSOL 3/2009 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

Montage- en bedieningsrichtlijnen. Energie-opslagvat WES 200-H en WES 500-H 83251307 1/2012-10

Montage- en bedieningsrichtlijnen. Energie-opslagvat WES 200-H en WES 500-H 83251307 1/2012-10 83251307 1/2012-10 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 4 1.1 Informatie voor de gebruiker... 4 1.1.1 Symbolen... 4 1.1.2 Doelgroep... 4 1.2 Borgstelling en aansprakelijkheid... 5 2 Veiligheid... 6 2.1

Nadere informatie

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1 bu USV 5/4 bu USV 6/4 bi Installatie- en gebruikershandleiding NL 3 WEG- OMSCHAKELKLEP voor warmtapwaterlading USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi A.u.b. eerst lezen Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik

Nadere informatie

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator Bestnr. 53 73 73 Toerentalregelaar voor ventilator Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOLIC 200. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor solarinstallaties

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOLIC 200. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor solarinstallaties Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Regeling voor solarinstallaties VITOSOLIC 200 1/2012 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Temperatuurafhankelijk geschakelde plugin thermostaat

Temperatuurafhankelijk geschakelde plugin thermostaat Temperatuurregeling van aangesloten toestellen BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN ingebouwde temperatuurvoeler Temperatuurafhankelijk geschakelde plugin thermostaat Toepassingsvoorbeelden: Elektrische

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding EXCLUSIV COMPACT THERMOSTAAT Dit product heeft de volgende eigenschappen: 1) Regeling van de verwarming 2) Eenvoudig te programmeren 3) Twee programma's: programma ingesteld af fabriek

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Calorimeter Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium voor de montage op de Vitocell 100-U, type CVUB Geldigheidsverwijzing zie laatste

Nadere informatie

Montage- en gebruiksaanwijzing. Module M2 voor BDC-i440 besturingen

Montage- en gebruiksaanwijzing. Module M2 voor BDC-i440 besturingen BDC-i440 M2 nl Montage- en gebruiksaanwijzing Module M2 voor BDC-i440 besturingen Belangrijke informatie voor: de monteur / de elektricien / de gebruiker Aan de betreffende personen doorgeven! De gebruiker

Nadere informatie

Dohse Aquaristik GmbH & Co. KG

Dohse Aquaristik GmbH & Co. KG Een merk van Dohse Aquaristik Gebruikshandleiding HumidityControl eco Art. nr. 10896 Dohse Aquaristik GmbH & Co. KG www.dohse-terraristik.com Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Display 1.2 Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

Installatie-instructie

Installatie-instructie Document vertaald uit het Engels -NL 2013-06-25 A003 Inhoudsopgave 1 Conformiteitsverklaring... 1 2 Waarschuwingen... 2 3 Inleiding product... 3 3.1 Algemeen... 3 3.1.1 Beschrijving van de ruimteregeling...

Nadere informatie

ENA 50-60 Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco www.flamcogroup.com

ENA 50-60 Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco www.flamcogroup.com ENA 50-60 Bijlage Installatie- en bedieningsinstructies Flamco www.flamcogroup.com Editie 2010 / NL Inhoud Pagina 1. Inbedrijfstelling 3 1.1. Inbedrijfstelling ENA 50/60 3 1.2. Parameters instellen voor

Nadere informatie

Intelligente Zonne-energie Regelaar Solar30

Intelligente Zonne-energie Regelaar Solar30 Intelligente Zonne-energie Regelaar Solar30 Gebruikershandleiding Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u dit product gaat gebruiken. SOLAR30 12V/24V AUTO WORK 1 Productintroductie Deze regelaar

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift 6301 0018 03/2001 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschrift Functiemodule FM 448 Module voor storingsmeldingen Zorgvuldig lezen vóór de bediening Impressum Het toestel voldoet aan de basiseisen en de

Nadere informatie

NTC-voeler vervangen IKEF 238-5, IKEF 248-5, IKEF Z3 IKE T, IKE T, IKE IKE T, ITE 239-0

NTC-voeler vervangen IKEF 238-5, IKEF 248-5, IKEF Z3 IKE T, IKE T, IKE IKE T, ITE 239-0 NTC-voeler vervangen IKEF 238-5, IKEF 248-5, IKEF 308-5 Z3 IKE 309-5-2T, IKE 318-4-2T, IKE 339-0 IKE 458-4-4T, ITE 239-0 Servicehandboek: H8-74-05 Voorbeeld van een typeplaatje modelnaam variant PNC-nummer

Nadere informatie

ZETADYN. Bescherming tegen ongewenste beweging van de liftkooi. Technische Informatie

ZETADYN. Bescherming tegen ongewenste beweging van de liftkooi. Technische Informatie nederlandse ZETADYN Bescherming tegen ongewenste beweging van de liftkooi Technische Informatie Zelfbewaking en correcte functie van de drijfwerkremmen als remelementen ter bescherming tegen ongewenst

Nadere informatie

Montage- en Inbedrijfname instrukties Infratronic Comfort DS

Montage- en Inbedrijfname instrukties Infratronic Comfort DS Montage- en Inbedrijfname instrukties Infratronic Comfort DS Groepen Regeling Uitvoering Schema-Nr.: 1 Comfort DS 1 Donkerstraler B-6823 2 Comfort DS 2 Donkerstraler B-6824 1 Comfort DS 1 Infraroodstraler

Nadere informatie

DeltaSol AX. RESOL DeltaSol AX *48000300* Installatie Aansluitingen Bediening Voorbeelden van toepassingen

DeltaSol AX. RESOL DeltaSol AX *48000300* Installatie Aansluitingen Bediening Voorbeelden van toepassingen *48000300* 48000300 RESOL DeltaSol X Installatie ansluitingen Bediening Voorbeelden van toepassingen We danken u voor de aankoop van dit Resol apparaat. Lees deze handleiding a.u.b. aandachtig door, om

Nadere informatie

Stappenplan installeren UMR Vario

Stappenplan installeren UMR Vario Stappenplan installeren UMR Vario stap invullen sl tabbel op blz... 1 begin met het invullen van de tabel in de handleiding. dit geeft een duidelijk overzicht voor de volgende stappen. alle bekabeling

Nadere informatie

DeltaSol A. RESOL DeltaSol A *48001650* Installatie Aansluitingen Bediening Voorbeelden van toepassingen

DeltaSol A. RESOL DeltaSol A *48001650* Installatie Aansluitingen Bediening Voorbeelden van toepassingen RESOL DeltaSol A Installatie Aansluitingen Bediening Voorbeelden van toepassingen DeltaSol A *48001650* 48001650 We danken u voor de aankoop van dit RESOL apparaat. Lees deze handleiding a.u.b. aandachtig

Nadere informatie

PRS 9. Gebruiksaanwijzing Programmaschakelaar PRS 9

PRS 9. Gebruiksaanwijzing Programmaschakelaar PRS 9 PRS 9 Gebruiksaanwijzing 810534-00 Programmaschakelaar PRS 9 Afmetingen / Overzicht PRS 9 Test 128,5 169 30,48 (6TE) Fig. 1 A B C D E PRS 9 I H G F Test J Fig. 2 MAX 95 % IP 10 MAX 70 C 2 Legenda A B C

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOSOL-F VITOSOL-T. voor de gebruiker van de installatie. Vlakke en vacuüm-buiscollectoren

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOSOL-F VITOSOL-T. voor de gebruiker van de installatie. Vlakke en vacuüm-buiscollectoren Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Vlakke en vacuüm-buiscollectoren VITOSOL-F VITOSOL-T 5458 056 B/fl 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid Volg

Nadere informatie

Zonneregeling Solar Unit 1

Zonneregeling Solar Unit 1 Zonneregeling Solar Unit 1 excellence in hot water MENU OM IN TE STELLEN Beeld 1 Zonneregeling Solar Unit 1 MENU OM TE INFORMEREN Met knoppen horizontaal of verticaal scrollen. Collectortemperatuur Boilertemperatuur

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOLIC 200. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor solarinstallaties

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOLIC 200. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor solarinstallaties Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Regeling voor solarinstallaties VITOSOLIC 200 4/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL-F VITOSOL-T. voor de gebruiker van de installatie. Vlakke plaatcollectoren en vacuümbuiscollectoren

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL-F VITOSOL-T. voor de gebruiker van de installatie. Vlakke plaatcollectoren en vacuümbuiscollectoren Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Vlakke plaatcollectoren en vacuümbuiscollectoren VITOSOL-F VITOSOL-T 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Klokthermostaat met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7160 432 VITOTROL 100 12/2007 Na montage deze handleiding

Nadere informatie

voorschrift Voor de installateur OpenTherm module AAN DE INSTALLATEUR

voorschrift Voor de installateur OpenTherm module AAN DE INSTALLATEUR Installatie voorschrift AAN DE INSTALLATEUR Voor de installateur Installatiehandleiding Met het toestel dat u gaat plaatsen, installeert u een kwaliteitsproduct. Ondanks de bekendheid met het AWBconcept

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: 78327.HOL 070815 1. Toepassing De aansluitmodule SAM 8.1/2 maakt eenvoudige bedrading tussen thermostaten en klokthermostaten mogelijk en de daaraan behorende thermische

Nadere informatie

Montage- en gebruiksaanwijzing

Montage- en gebruiksaanwijzing Montage en gebruiksaanwijzing Cooper Safety BV Postbus 3397 4800 DJ Breda Nederland Tel. +31 (0)76 750 53 00 Fax +31 (0)76 587 14 22 www.coopersafety.nl Pagina 1 1. Algemene opmerkingen 1.1 Korte beschrijving

Nadere informatie

Focus LCD PRO Electronic (PPVE) ELEKTRISCHE DOORSTROMER VOOR TAPWATER

Focus LCD PRO Electronic (PPVE) ELEKTRISCHE DOORSTROMER VOOR TAPWATER Focus LCD PRO Electronic (PPVE) ELEKTRISCHE DOORSTROMER VOOR TAPWATER Gebruikershandleiding Rev. 1808GG Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Veiligheidsinstructies.. 2 Bediening Focus LCD Electronic (PPE2)...

Nadere informatie

Montage- en Inbedrijfname instrukties Infratronic Comfort IR

Montage- en Inbedrijfname instrukties Infratronic Comfort IR Montage- en Inbedrijfname instrukties Infratronic Comfort IR Groepen Regeling Uitvoering Schema-Nr.: 1 Comfort IR 1 Donkerstraler B-6774 2 Comfort IR 2 Donkerstraler B-6775 Let op! De bedrading van deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding AM1 Bestelnr. 7429 152 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

OW 60 V SENSOR VOLTAGE OW 60 V SENSOR VOLTAGE XR

OW 60 V SENSOR VOLTAGE OW 60 V SENSOR VOLTAGE XR Aanvullende bladen bij de bedieningshandleiding Optie af fabriek NL OW 60 V SENSOR VOLTAGE OW 60 V SENSOR VOLTAGE XR Optie af fabriek: verhoogde sensorspanning voor MIG/MAG-stroombronnen Algemene aanwijzingen

Nadere informatie

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud Voor installatie moeten deze instructies volledig zijn gelezen en begrepen Inhoud 1 Optionele module 13: driedraads module.. 1 2 Installatie... 2 3 OM13-module instellen en configureren... 8 4 OM13-pakketten...

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 363 VITOTROL 200A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

Documentatie RM-BV 12. Filterregeling

Documentatie RM-BV 12. Filterregeling Documentatie RM-BV 12 Filterregeling Inhoud 1 Veiligheidsinstructies...3 2 Beschrijving van het toestel...4 3 Toestelversies...4 4 Montage...5 5 Display- en instelelementen / Elektrische aansluitingen...8

Nadere informatie

Aanvulling op de technische handleiding. MOVIMOT -opties MLU.1A, MLG.1A, MBG11A, MWA21A. Uitgave 06/2008 16663675 / NL. www.sew-eurodrive.

Aanvulling op de technische handleiding. MOVIMOT -opties MLU.1A, MLG.1A, MBG11A, MWA21A. Uitgave 06/2008 16663675 / NL. www.sew-eurodrive. Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Service SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG P.O. Box 3023 D-76642 Bruchsal / Germany Phone +49 7251 75-0 Fax +49 7251 75-1970 sew@sew-eurodrive.com

Nadere informatie

met stooklijnverstelling

met stooklijnverstelling Installatie- en gebruikershandleiding NL Ruimteregelaar met stooklijnverstelling Afstandsbediening voor warmtepompen met koeling RFV-DK Vertaling van de originele handleiding Alpha-InnoTec GmbH A.u.b.

Nadere informatie

7 INSTELLING EN AFREGELING

7 INSTELLING EN AFREGELING 7 INSTELLING EN AFREGELING Het functioneren van het toestel is te beïnvloeden door de (parameter)instellingen in de branderautomaat. Een deel hiervan is direct via het bedieningspaneel in te stellen, een

Nadere informatie

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies 1 2 Inhoud 1. Veiligheidsinstructies... 3 2. Gebruik volgens de voorschriften... 4 3. Omschrijving... 4 4. Toepassingstabel... 4 5. Montage... 4 5.1 Omschrijving van de onderdelen... 5 5.2 Meeneemring

Nadere informatie

Configuratie van LUNA PLATINUM

Configuratie van LUNA PLATINUM Basis aansluitprincipe van de nieuwe LUNA PLATINUM Schema 1 ) Aansluiting van een buitenvoeler 2 ) Aansluiting van de afstanbediening aan de muur 3 ) Aansluiting van de ruimtevoeler 4 ) Aansluiting van

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Teller serie DC50 Versie 2.0 ISO 9001

Gebruiksaanwijzing Teller serie DC50 Versie 2.0 ISO 9001 Gebruiksaanwijzing Teller serie DC50 Versie 2.0 ISO 9001 Inhoud 1 Veiligheid 2 Uitleg toetsen 3 Instellingen parameters 4 Basis functies 5 Technische gegevens 6 Afmetingen 7 Foutmeldingen 8 Garantie 1.

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement Best. nr.: 5406 00 Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

met stooklijnverstelling

met stooklijnverstelling Installatie- en gebruikershandleiding NL Ruimteregelaar met stooklijnverstelling Afstandsbediening voor warmtepompen met koeling RFV-DK Vertaling van de originele handleiding Alpha-InnoTec GmbH A.u.b.

Nadere informatie

Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren

Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren De BeauHeat digitale thermostaat is een digitale klokthermostaat voor automatische bediening van elektrische handdoekradiatoren. Een externe

Nadere informatie

Documentatie. RM-BV 4 Micro. Filterregeling

Documentatie. RM-BV 4 Micro. Filterregeling Documentatie RM-BV 4 Micro Filterregeling Inhoud 1 Veiligheidsinstructies... 2 2 Beschrijving van het toestel... 3 3 Toestelversies... 3 4 Display- en instelelementen / Elektrische aansluitingen... 4 5

Nadere informatie

Montage- en bedieningsrichtlijnen. Energieopslagvat WES 200-H en WES 500-H /

Montage- en bedieningsrichtlijnen. Energieopslagvat WES 200-H en WES 500-H / 83251307 1/2007-10 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 4 1.1 Informatie voor de gebruiker... 4 1.1.1 Symbolen... 4 1.1.2 Doelgroep... 4 1.2 Borgstelling en aansprakelijkheid... 5 2 Veiligheid... 6 2.1

Nadere informatie

Handleiding RGB Led Lamp

Handleiding RGB Led Lamp Handleiding RGB Led Lamp Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding...45 2. Voorgeschreven gebruik...46 3. Verklaring van symbolen...46 4. Veiligheidsvoorschriften...47 5. Eigenschappen...48 6. Opstelling/montage...48

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding EA1 Bestelnr. 7452 091 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

Timer TI 100. Nederlandse Handleiding. w w w. b i t n e d e r l a n d. n l

Timer TI 100. Nederlandse Handleiding. w w w. b i t n e d e r l a n d. n l Timer TI 100 Nederlandse Handleiding w w w. b i t n e d e r l a n d. n l Inhoudsopgave 1. Introductie 2. Veiligheidssymbolen 3. Algemene regels 4. Technische omschrijving 4.1 Functie 5. Installatie 5.1

Nadere informatie

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden. NETVOEDINGEN AC-1200 1200.190813 1201EL, 1202EL, 1203EXL, 1205EXL ALGEMENE INFORMATIE Deze netvoedingen zijn alleen bedoeld voor installatie door gekwalificeerde installateurs. Er zijn geen door de gebruiker

Nadere informatie

Digitale inbouwschakelklok

Digitale inbouwschakelklok G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 61 07 20 Digitale inbouwschakelklok Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitbreidingsmodule EM201. Veiligheidsvoorschriften. Aansprakelijkheid. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitbreidingsmodule EM201. Veiligheidsvoorschriften. Aansprakelijkheid. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsmodule EM201 voor Vitocom 200, type GP3 en LAN2 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

MC 885 HL CMP Hoog/Laag Brander Thermostaat

MC 885 HL CMP Hoog/Laag Brander Thermostaat MC 885 HL CMP Hoog/Laag Brander Thermostaat VDH doc: 9675 Versie: v. Datum: 7729 Software: 9668 MC885HLCMP File: Do9675.wpd Regelbereik: 5/+7 C per, C * Werking De MC 885 HL CMP is een brander thermostaat

Nadere informatie

Montage- en gebruiksaanwijzing. NFC-module voor BDC-i440-besturingen

Montage- en gebruiksaanwijzing. NFC-module voor BDC-i440-besturingen NFC-module nl Montage- en gebruiksaanwijzing NFC-module voor BDC-i440-besturingen Belangrijke informatie voor: de monteur / de elektricien / de gebruiker Aan de betreffende personen doorgeven! De gebruiker

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW Art. nr.: 1713DSTE Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie