Papieren versie. Mijn sterke kanten en werkpunten. Schematisch overzicht. Legende. Een antwoord schrijven. Een bolletje inkleuren.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Papieren versie. Mijn sterke kanten en werkpunten. Schematisch overzicht. Legende. Een antwoord schrijven. Een bolletje inkleuren."

Transcriptie

1 Papieren versie Mijn sterke kanten en werkpunten Schematisch overzicht Legende Een antwoord schrijven. Een bolletje inkleuren. Kies Maximum 1 antwoord kiezen. Duid aan Meerdere antwoorden aanduiden. 1

2 Vragen 1. Schoolse vaardigheden 1. Taalvaardigheden 1.1 Nederlands Is Nederlands je moedertaal? O Nederlands is mijn moedertaal. O Nederlands is niet mijn moedertaal, maar ik kan wel Nederlands Luisteren In welke mate beheers jij de vaardigheid 'luisteren' in het Nederlands? Duid de antwoorden aan die voor jou van toepassing zijn. O Ik begrijp eenvoudige omgangstaal. Voorbeeld: Geef mij je agenda. O Ik begrijp woorden die abstracte begrippen en gevoelens uitdrukken. Voorbeeld: Blij, bang, boos, teleurgesteld, liefde O Ik begrijp ruimte- en tijdsaanduidingen. Voorbeeld: Boven, onder, achter, half vier, nu, morgen, straks, later O Ik begrijp kwalitatieve begrippen. Voorbeeld: Beter dan, verzorgd, afgewerkt O Ik begrijp woorden die de hoeveelheid aangeven. Voorbeeld: Alle, de helft, weinig, veel meer, minder O Ik kan informatie achterhalen in tekstsoorten die voor mij bestemd zijn. Voorbeeld: Instructies van leraren of mede-leerlingen, gesprek, verhaal, telefoongesprekken, mededelingen, informatieve radio- en tv-uitzendingen, dramatische vormen, informatieve teksten, betoog O Ik beheers de vaardigheid 'luisteren' niet in het Nederlands. Ga naar Spreken 2

3 In welke mate beheers jij de vaardigheid 'luisteren' in het Nederlands (informatie begrijpen)? Duid de antwoorden aan die voor jou van toepassing zijn. O Ik kan korte, gemakkelijke waarschuwingen begrijpen. Voorbeeld: Je begrijpt wat je moet doen als iemand zegt: 'Pas op' of 'Dat is gevaarlijk'. O Ik kan aankondigingen, instructies of een korte uitleg begrijpen. Voorbeeld: Je kan begrijpen wat je moet doen wanneer de leerkracht je uitlegt hoe je een oefening moet maken. O Ik kan gedetailleerde aanwijzingen en technische informatie begrijpen. Voorbeeld: Je kan een gedetailleerde treinreisbeschrijving begrijpen waarbij je een aantal keren moet overstappen. O Ik kan gesprekken en langere discussies begrijpen. Voorbeeld: Je kan mensen begrijpen die snel spreken en die met elkaar discussiëren over onderwerpen waar je weinig van afweet, en die daarbij veel uitdrukkingen en spreektaal gebruiken. O Ik begrijp de grote lijnen en hoofdpunten van lessen en presentaties, zelfs als het taalgebruik ingewikkeld is. Voorbeeld: Een uitleg die moeilijk gegeven wordt, maar waarvan je het onderwerp wel kent. O Ik kan informatie in het Nederlands niet begrijpen. In welke mate beheers jij de vaardigheid 'luisteren' in het Nederlands (gesprek volgen en begrijpen)? Kies het antwoord dat voor jou van toepassing is. O Ik kan een gesprek tussen twee Nederlandstaligen volgen en begrijpen als ze langzaam en duidelijk spreken. Voorbeeld: Je kan in een televisiejournaal een gesprek over het weer tussen de weerman/vrouw en de nieuwslezer verstaan. O Ik kan een gesprek tussen twee Nederlandstaligen volgen en begrijpen. Voorbeeld: Je kan een gesprek tussen medeleerlingen volgen en begrijpen. O Ik kan geen gesprek volgen en begrijpen in het Nederlands. 3

4 In welke mate beheers jij de vaardigheid 'luisteren' in het Nederlands (radio en tv-programma's begrijpen)? Kies het antwoord dat voor jou van toepassing is. O Ik begrijp de hoofdpunten van radio- en tv-programma's. Voorbeeld: Je begrijpt in grote lijnen wat er gebeurd is met een persoon in het nieuws. O Ik begrijp radio en tv-programma's (zowel de hoofdpunten als de details), interviews en de meeste films. Voorbeeld: Je kan veel details begrijpen van een film. O Ik kan radio en tv-programma's in het Nederlands niet begrijpen. Beoordeel je vaardigheid 'luisteren' in het Nederlands door hieronder het vaardigheidsniveau aan te duiden dat bij jou past. O Zeer goed O Goed O Voldoende O Onvoldoende Spreken In welke mate beheers jij de vaardigheid 'spreken' in het Nederlands? Duid de antwoorden aan die voor jou van toepassing zijn. O Ik articuleer duidelijk. Voorbeeld: Je spreekt woorden duidelijk uit zodat ze door de toehoorder kunnen begrepen worden. O Ik hanteer de juiste woordenschat. O Ik kan mij bij het spreken in zinnen uitdrukken. O Ik kan woordenschat eigen aan mijn beroepsveld (opleiding) gebruiken. O Ik beheers de vaardigheid 'spreken' in het Nederlands niet. Ga naar Gesprekken voeren 4

5 In welke mate beheers jij de vaardigheid 'spreken' in het Nederlands (een spreekbeurt/presentatie geven)? Duid de antwoorden aan die voor jou van toepassing zijn. O Ik kan, in vooraf ingeoefende zinnen, een beschrijving over mezelf of anderen geven. Voorbeeld: Je kan zeggen waar je woont, naar welke school je gaat en wat je hobby is. Je kan langzaam spreken en je mag fouten maken. O Ik kan onvoorbereid een beschrijving over mezelf of anderen geven. Voorbeeld: Je kan zeggen waar je woont, naar welke school je gaat en wat je hobby is. Je kan langzaam spreken en je mag fouten maken. O Ik kan, in vooraf ingeoefende zinnen, iets vertellen voor een groep. Voorbeeld: Je kan een korte spreekbeurt houden over een onderwerp dat je goed kent zoals een hobby, een feest of een beroep. Als je vastloopt, begin je opnieuw. O Ik kan onvoorbereid voor een groep iets zeggen over onderwerpen die ik goed ken. Voorbeeld: Je kan bij een spel of een sportwedstrijd de spelregels uitleggen. O Ik kan een duidelijk gedetailleerde spreekbeurt/presentatie voorbereiden en geven over onderwerpen die me interesseren. Voorbeeld: Je kan je voorkeur voor een bepaalde film aan je vrienden vertellen. O Ik kan een duidelijke gedetailleerde spreekbeurt/presentatie voorbereiden en geven over onderwerpen die me interesseren, en mijn mening erover geven. Voorbeeld: Je kan je voorkeur voor een bepaalde film aan je vrienden vertellen en ook zeggen waarom je dat zo'n goede film vindt. O Ik kan geen spreekbeurt/presentatie geven in het Nederlands. In welke mate beheers jij de vaardigheid 'spreken' in het Nederlands (toekomst/verleden)? Duid de antwoorden aan die voor jou van toepassing zijn. O Ik kan in een paar korte zinnen iets vertellen over mijn toekomstplannen. Voorbeeld: Je kan zeggen wat je later wilt worden. O Ik kan gebeurtenissen of activiteiten beschrijven, ook als die in het verleden zijn gebeurd. Gisteren, vorig jaar, vroeger, Voorbeeld: Je kan een vriend vertellen hoe je een optreden, film of voetbalmatch vond. O Ik kan niet vertellen over het verleden of de toekomst in het Nederlands. 5

6 Beoordeel je vaardigheid 'spreken' in het Nederlands door hieronder het vaardigheidsniveau aan te duiden dat bij jou past. O Zeer goed O Goed O Voldoende O Onvoldoende Gesprekken voeren In welke mate beheers jij de vaardigheid 'gesprekken voeren' in het Nederlands? Duid de antwoorden aan die voor jou van toepassing zijn. O Ik kan zowel bekende als onbekende personen begroeten, een gesprekje voeren en afscheid nemen. Voorbeeld: Je kan aan je vrienden vragen hoe het met hen gaat. O Ik kan vlot en zonder moeite alledaagse gesprekken met vrienden of collega s voeren. Voorbeeld: Je kan met een klasgenoot vlot spreken over de fuif waar hij/zij dit weekend naar toe wil gaan. O Ik kan mijn gevoelens uiten en reageren op gevoelens van anderen. De andere mensen begrijpen wat ik zeg. Voorbeeld: Je kan een vriend(in) troosten omdat zijn/haar vriend(in) is weggegaan. O Ik kan zonder problemen, vloeiend en spontaan gesprekken voeren. Voorbeeld: Je kan vlot met anderen over onderwerpen praten waar je niet veel vanaf weet. Je vindt probleemloos de juiste woorden. O Ik kan om dingen vragen, voor iets bedanken, begrijpen wanneer er iets gevraagd wordt. Voorbeeld: Je kan een drankje bestellen in een café. O Ik kan antwoord geven op gestelde vragen. Ik kan ook zelf vragen stellen. Voorbeeld: Je kan iemand de weg wijzen naar de winkel en je kan zelf de weg vragen. O Ik kan zeggen dat ik iets niet begrijp en om uitleg vragen. Voorbeeld: Je kan iemand bv. de leerkracht zeggen dat je het niet begrijpt en vragen of hij/zij het nog eens wil uitleggen. O Ik kan in alledaagse situaties mezelf verontschuldigen bij mensen die ik ken en die ik niet ken. Voorbeeld: Je kan je verontschuldigen als je per ongeluk een glas op iemands kleding hebt gemorst. O Ik kan gesprekken voeren om zaken te regelen. Voorbeeld: Je kan met je medeleerlingen afspraken maken over hoe je een groepswerk gaat plannen en aanpakken. 6

7 O Ik kan informatie geven in gemakkelijke gesprekken. Ik kan zelf ook over een nieuw onderwerp beginnen. Voorbeeld: Als je bij de dokter komt, kun je vertellen wat er aan de hand is. Je kan ook antwoord geven op de vragen van de dokter. O Ik kan over problemen praten en oplossingen voorstellen. Voorbeeld: Je zegt een vriend dat hij je dringend het geld moet teruggeven dat jij hem geleend hebt, omdat het nu lang genoeg geduurd heeft. Dit kan een lastig gesprek zijn. O Ik kan gemakkelijk aan discussies in groep deelnemen, ook als het over ingewikkelde onderwerpen gaat. Voorbeeld: Je kan zeer duidelijk je mening vertellen in een discussie. O Ik kan cijfers, data en prijzen begrijpen en uitspreken. Voorbeeld: Je kan een treinkaartje kopen en vragen hoe laat de trein vertrekt. O Ik beheers de vaardigheid 'gesprekken voeren' in het Nederlands niet. Ga naar Lezen In welke mate beheers jij de vaardigheid 'gesprekken voeren' in het Nederlands (je mening geven)? Duid de antwoorden aan die voor jou van toepassing zijn. O In een gesprek in grotere groep (minimum 5 personen), kan ik mijn mening geven, als men mij die vraagt. Voorbeeld: Je kan reageren op ideeën van anderen over het organiseren van een fuif. Je kan ook je eigen ideeën vertellen. O Ik kan mijn mening geven over dingen die me interesseren. Voorbeeld: Je kan met vrienden praten over hun ervaringen met de nieuwste multimedia, zodat je weet wat je wilt kopen. O Ik kan in een groep (minimum 5 personen) problemen verwoorden en mijn mening duidelijk vertellen. Voorbeeld: Je kan mee discussiëren over de activiteiten die het jeugdhuis wil organiseren. Je geeft de voor- en nadelen van bepaalde activiteiten en je kan zeggen wat jij verkiest en waarom.) O Ik kan mijn mening niet geven in het Nederlands. 7

8 In welke mate beheers jij de vaardigheid 'gesprekken voeren' in het Nederlands (een telefoongesprek voeren)? Duid de antwoorden aan die voor jou van toepassing zijn. O Ik kan gemakkelijke telefoongesprekken voeren. Voorbeeld: Je kan iemand opbellen en zeggen wie je bent en wie je wilt spreken. Je weet ook wat je moet zeggen wanneer je verkeerd verbonden bent. O Ik kan alle normale telefoongesprekken vlot voeren. Voorbeeld: Je kan alle telefoongesprekken die je doet in je dagelijkse leven, vlot voeren. Je kan duidelijk zeggen waarom je belt en informatie geven of vragen stellen. De persoon naar wie je belt, begrijpt je zonder problemen. O Ik kan geen telefoongesprekken voeren in het Nederlands. Beoordeel je vaardigheid 'gesprekken voeren' in het Nederlands door hieronder het vaardigheidsniveau aan te duiden dat bij jou past. O Zeer goed O Goed O Voldoende O Onvoldoende Lezen In welke mate beheers jij de vaardigheid 'lezen' in het Nederlands? Duid de antwoorden aan die voor jou van toepassing zijn. O Ik kan informatie opzoeken in een lijst, advertentiepagina of catalogus. Voorbeeld: Je kan een vacature terugvinden in de krant. O Ik kan informatieborden, opschriften en aankondigingen begrijpen. Voorbeeld: Je kan in een shoppingcentrum op het infobord lezen waar een bepaalde winkel is. Voorbeeld: Je kan op het uurrooster in de bushalte kijken hoe laat jouw bus komt. O Ik kan een eenvoudige tekst lezen. Voorbeeld: Ik kan een krantenartikel van 10 lijnen lezen. O Ik kan lange en moeilijke teksten doorlezen en de details vinden die voor mij belangrijk zijn. Voorbeeld: Je kan uit informatiebrochures over verschillende beroepen en opleidingen, snel begrijpen aan welke eisen je moet voldoen. Voorbeeld: Je kan een advertentie begrijpen waar men een jobstudent vraagt die iets speciaals moet kunnen. O Ik beheers de vaardigheid 'lezen' in het Nederlands niet. Ga naar Schrijven 8

9 In welke mate beheers jij de vaardigheid 'lezen' in het Nederlands (instructies begrijpen)? Kies het antwoord dat voor jou van toepassing is. O Ik kan korte en gemakkelijke instructies begrijpen. Voorbeeld: Je kan in je boek begrijpen wat je moet doen als er staat: `Vul de oefening in; onderstreep; zet de woorden in de juiste volgorde ; enz. O Ik kan langere instructies begrijpen, als er tekeningen, prentjes of foto's bij staan. Voorbeeld: Je kan een korte handleiding van je nieuwe gsm begrijpen. Voorbeeld: Je kan de gebruiksaanwijzing van een nieuwe dvd-speler begrijpen. O Ik begrijp moeilijke handleidingen en instructies helemaal. Voorbeeld: Voor je studie moet je een praktische proef uitvoeren. Je kan de instructies voor de proef nauwkeurig lezen en goed uitvoeren. Voorbeeld: Je moet leren werken met een ingewikkelde machine die je niet kent. Je kan moeilijke instructies in een handleiding begrijpen, ook als er geen foto s werden toegevoegd. O Ik begrijp instructies in het Nederlands niet. In welke mate beheers jij de vaardigheid 'lezen' in het Nederlands (brieven lezen)? Kies het antwoord dat voor jou van toepassing is. O Ik kan korte mails, brieven en kaarten begrijpen. Voorbeeld: Je kan een mailtje begrijpen van een vriend die vraagt of je mee wilt naar de film. Voorbeeld: Je kan een lezen van iemand die op reis is in Frankrijk en die je zegt hoe het met haar/hem gaat. O Ik begrijp korte zakelijke brieven. Voorbeeld: Je kan in een brief controleren of de plaats en het tijdstip van je afspraak overeenkomt met wat je zelf had genoteerd. Je begrijpt niet alles, maar wel het meeste om te weten wat je moet doen. O Ik kan lange en moeilijke zakelijke brieven lezen en snel de belangrijkste punten begrijpen. Voorbeeld: Je kan in een brief van een bedrijf begrijpen welke de voorwaarden zijn waaraan je moet voldoen. O Ik kan brieven in het Nederlands niet lezen. Beoordeel je vaardigheid 'Lezen' in het Nederlands door hieronder het vaardigheidsniveau aan te duiden dat bij jou past. O Zeer goed O Goed O Voldoende O Onvoldoende 9

10 1.1.5 Schrijven In welke mate beheers jij de vaardigheid 'schrijven' in het Nederlands? Duid de antwoorden aan die voor jou van toepassing zijn. O Ik kan kort notities nemen voor mezelf of voor anderen. Voorbeeld: Je kan kort enkele woordjes opschrijven tijdens een telefoongesprek. Je kan noteren wie er gebeld heeft en waarom. O Ik kan korte, gemakkelijke, zakelijke brieven schrijven. Voorbeeld: Je kan een bedrijf een brief schrijven met de vraag of je jouw stage bij hen mag doen of je kan een sollicitatiebrief schrijven voor een (vakantie)job. Je gebruikt vaste formules zoals: 'Geachte', 'Met hoogachting', enz.. Je leest je brief na en maakt weinig of geen spellingfouten. O Ik kan berichten schrijven waarin ik gemakkelijke informatie doorgeef. Voorbeeld: Je kan een routebeschrijving maken naar je thuis. Je gebruikt gemakkelijke zinnetjes. Je kijkt de tekst na, zodat er weinig of geen grammatica- en spellingfouten in staan. O Ik kan een goed opgebouwde brief schrijven, waarin ik mijn mening geef. Voorbeeld: Je hebt een uitgebreide woordenschat zodat je duidelijk iets kan beschrijven en je op een beleefde manier kan schrijven dat je boos of ontevreden bent. Je maakt bijna geen grammatica- en spellingfouten. O Ik kan zakelijke brieven schrijven, waarin ik laat weten wat voor mij belangrijk is. Voorbeeld: Je kan in detail een motivatiebrief schrijven, waarin je je sterke en zwakke kanten duidelijk neerschrijft. Je maakt bijna geen grammatica- en spellingfouten. O Ik kan in heel korte verslagen informatie schrijven volgens een vaste indeling. Voorbeeld: Je kan een verslag schrijven van een gelezen boek, aan de hand van een schema. Je gebruikt 'eerst', 'toen', 'daarna', 'en', enz., om je tekst op te bouwen. Je kijkt je tekst na op grammatica- en spellingfouten, zodat je lezer de tekst goed begrijpt. O Ik kan een verslag maken waarin ik duidelijk voor- en nadelen beschrijf en waarin ik motiveer wat ik kies. Voorbeeld: Je kan een verslag schrijven aan je stagebegeleider/directeur en zeggen wat je wel en niet leuk vindt op je stageplaats/in het bedrijf. O Ik kan een duidelijke samenvatting maken die iedereen begrijpt. Voorbeeld: Je kan een goed samenhangende samenvatting maken van een langere tekst, over een onderwerp dat je interesseert. Je maakt bijna geen grammatica- en spellingfouten in je tekst. O Ik heb geen probleem met het schrijven van een heldere, vloeiende tekst. Ik kan mijn schrijfstijl zonder enig probleem aan de situatie aanpassen. Voorbeeld: Je kan een artikeltje schrijven over een eindejaarsreis voor de schoolkrant. O Ik kan niet schrijven in het Nederlands. Je bent klaar met het invullen van taalvaardigheid Nederlands 10

11 In welke mate beheers jij de vaardigheid 'schrijven' in het Nederlands (formulieren invullen)? Kies het antwoord dat voor jou van toepassing is. O Ik kan gemakkelijke formulieren invullen. Voorbeeld: Je kan een formulier invullen om informatie te vragen over de nieuwe computerspelletjes die op de markt gaan komen. Naam, adres, telefoonnummer, enz. schrijf je foutloos. In korte zinnetjes maak je nog wel grammatica- en spellingfouten. O Ik kan formulieren invullen waarin wat meer informatie gevraagd wordt. Voorbeeld: Je kan wat meer uitleg schrijven over de opleiding die je hebt gevolgd. Je schrijft korte zinnetjes en je leest de tekst na, zodat er zo weinig mogelijk grammatica- of spellingfouten in staan. O Ik kan geen formulieren invullen in het Nederlands. In welke mate beheers jij de vaardigheid 'schrijven' in het Nederlands (nieuwe media)? Duid de antwoorden aan die voor jou van toepassing zijn. O Ik kan een sms of typen. Voorbeeld: Je kan een smsje sturen naar vrienden. Je gebruikt vooral voorbeeldzinnetjes zoals 'bel me aub', 'ik kom naar huis', enz.. O Ik kan aan een chatsessie deelnemen. Voorbeeld: Je kan informatie vragen aan je chatpartner zoals: 'Hoe oud ben je?'; 'Welke hobby's heb je?', enz.. Je maakt soms wel grammatica- en spellingfouten, maar je chatpartner begrijpt wat je wil zeggen. O Ik kan persoonlijke s schrijven. Voorbeeld: Je kan een vriend in een andere stad elke maand een sturen over wat er gebeurd is. Je gebruikt korte gemakkelijke zinnetjes. Je maakt weinig grammatica- en spellingfouten. O Ik kan geen nieuwe media gebruiken in het Nederlands. Beoordeel je vaardigheid 'Schrijven' in het Nederlands door hieronder het vaardigheidsniveau aan te duiden dat bij jou past. O Zeer goed O Goed O Voldoende O Onvoldoende 11

12 1.2 Andere talen Frans Duid de antwoorden aan die voor jou van toepassing zijn. O Ik begrijp eenvoudige vragen of boodschappen in het Frans. Voorbeeld: Donnez-moi votre calendrier. O Ik kan eenvoudige vragen of boodschappen beantwoorden in het Frans. Voorbeeld: Anderen begrijpen wat ik zeg en bedoel, het gaat niet om de juiste uitspraak O Ik kan deelnemen aan een gesprek in het Frans. Voorbeeld: een interview, een gesprek over actualiteit, iemand verder helpen, een telefoongesprek O Ik kan informatie uit een Franse tekst halen. Voorbeeld: uit brieven, kranten, tijdschriften, boek, stagecontracten of werkcontracten. O Ik kan in het Frans korte informatie opschrijven. Voorbeeld: een kaartje of een uitnodiging O Ik kan in het Frans een vragenlijst beantwoorden of een formulier invullen. O Ik kan in het Frans zelf een tekst of brief schrijven. Beoordeel in welke mate je de Franse taal beheerst. O Moedertaal O Zeer goed O Goed O Voldoende O Notie 12

13 1.2.2 Engels Duid de antwoorden aan die voor jou van toepassing zijn. O Ik begrijp eenvoudige vragen of boodschappen in het Engels. O Ik kan eenvoudige vragen of boodschappen beantwoorden in het Engels. Voorbeeld: Anderen begrijpen wat ik zeg en bedoel, het gaat niet om de juiste uitspraak O Ik kan deelnemen aan een gesprek in het Engels. Voorbeeld: een interview, een gesprek over actualiteit, iemand verder helpen, een telefoongesprek O Ik kan informatie uit een Engelse tekst halen. Voorbeeld: uit brieven, kranten, tijdschriften, boek, stagecontracten of werkcontracten. O Ik kan in het Engels korte informatie opschrijven. Voorbeeld: een kaartje of een uitnodiging O Ik kan in het Engels een vragenlijst beantwoorden of een formulier invullen. O Ik kan in het Engels zelf een tekst of brief schrijven. Beoordeel in welke mate je de Engelse taal beheerst. O Moedertaal O Zeer goed O Goed O Voldoende O Notie 13

14 1.2.3 Duits Duid de antwoorden aan die voor jou van toepassing zijn. O Ik begrijp eenvoudige vragen of boodschappen in het Duits. O Ik kan eenvoudige vragen of boodschappen beantwoorden in het Duits. Voorbeeld: Anderen begrijpen wat ik zeg en bedoel, het gaat niet om de juiste uitspraak O Ik kan deelnemen aan een gesprek in het Duits. Voorbeeld: een interview, een gesprek over actualiteit, iemand verder helpen, een telefoongesprek O Ik kan informatie uit een Duitse tekst halen. Voorbeeld: uit brieven, kranten, tijdschriften, boek, stagecontracten of werkcontracten. O Ik kan in het Duits korte informatie opschrijven. Voorbeeld: een kaartje of een uitnodiging O Ik kan in het Duits een vragenlijst beantwoorden of een formulier invullen. O Ik kan in het Duits zelf een tekst of brief schrijven. Beoordeel in welke mate je de Duitse taal beheerst. O Moedertaal O Zeer goed O Goed O Voldoende O Notie 14

15 1.2.4 Spaans Duid de antwoorden aan die voor jou van toepassing zijn. O Ik begrijp eenvoudige vragen of boodschappen in het Spaans. O Ik kan eenvoudige vragen of boodschappen beantwoorden in het Spaans. Voorbeeld: Anderen begrijpen wat ik zeg en bedoel, het gaat niet om de juiste uitspraak O Ik kan deelnemen aan een gesprek in het Spaans. Voorbeeld: een interview, een gesprek over actualiteit, iemand verder helpen, een telefoongesprek O Ik kan informatie uit een Spaanse tekst halen. Voorbeeld: uit brieven, kranten, tijdschriften, boek, stagecontracten of werkcontracten. O Ik kan in het Spaans korte informatie opschrijven. Voorbeeld: een kaartje of een uitnodiging O Ik kan in het Spaans een vragenlijst beantwoorden of een formulier invullen. O Ik kan in het Spaans zelf een tekst of brief schrijven. Beoordeel in welke mate je de Spaanse taal beheerst. O Moedertaal O Zeer goed O Goed O Voldoende O Notie 15

16 1.2.5 Andere taal Welke ander taal kan je? Duid de antwoorden aan die voor jou van toepassing zijn. O Ik begrijp eenvoudige vragen of boodschappen. O Ik kan eenvoudige vragen of boodschappen beantwoorden. Voorbeeld: Anderen begrijpen wat ik zeg en bedoel, het gaat niet om de juiste uitspraak O Ik kan deelnemen aan een gesprek. Voorbeeld: een interview, een gesprek over actualiteit, iemand verder helpen, een telefoongesprek O Ik kan informatie uit een tekst halen. Voorbeeld: uit brieven, kranten, tijdschriften, boek, stagecontracten of werkcontracten. O Ik kan korte informatie opschrijven. Voorbeeld: een kaartje of een uitnodiging O Ik kan een vragenlijst beantwoorden of een formulier invullen. O Ik kan zelf een tekst of brief schrijven. Beoordeel in welke mate je deze taal beheerst. O Moedertaal O Zeer goed O Goed O Voldoende O Notie 16

17 1.2.6 Andere taal Welke ander taal kan je? Duid de antwoorden aan die voor jou van toepassing zijn. O Ik begrijp eenvoudige vragen of boodschappen. O Ik kan eenvoudige vragen of boodschappen beantwoorden. Voorbeeld: Anderen begrijpen wat ik zeg en bedoel, het gaat niet om de juiste uitspraak O Ik kan deelnemen aan een gesprek. Voorbeeld: een interview, een gesprek over actualiteit, iemand verder helpen, een telefoongesprek O Ik kan informatie uit een tekst halen. Voorbeeld: uit brieven, kranten, tijdschriften, boek, stagecontracten of werkcontracten. O Ik kan korte informatie opschrijven. Voorbeeld: een kaartje of een uitnodiging O Ik kan een vragenlijst beantwoorden of een formulier invullen. O Ik kan zelf een tekst of brief schrijven. Beoordeel in welke mate je deze taal beheerst. O Moedertaal O Zeer goed O Goed O Voldoende O Notie 17

18 2. Rekenvaardigheden 2.1 Maatschappelijk functioneren Geld Duid aan wat voor jou van toepassing is. O Ik kan de totale kostprijs van aankopen schatten. O Ik weet dat het van belang is de eenheidsprijs van goederen te vergelijken. O Ik kan op een verantwoorde wijze omgaan met courante betaalmiddelen zoals een betaalkaart, een kredietkaart, een overschrijving. O Ik kan facturen, rekeninguittreksels, lezen en interpreteren. O Ik kan inkomsten en uitgaven budgetteren. O Andere Tijd Duid aan wat voor jou van toepassing is. O Ik kan mij aan een opgesteld tijdsschema houden. O Ik kan een tijdsplanning opmaken en naleven. O Ik kan mijn tijd evenwichtig verdelen tussen privé, school en/of werk. O Andere 18

19 2.1.3 Ruimtelijke oriëntatie Duid aan wat voor jou van toepassing is. O Ik kan in gebouwen achterhalen waar ik ben en waar ik heen moet aan de hand van aanwijzingen. O Ik kan een kaart, routeplanner en/of gps gebruiken om te bepalen waar ik ben en waar ik heen wil. O Andere 19

20 2.2 Beroepsgericht functioneren Meten Duid aan welke volgende maateenheden je gepast kan gebruiken in functie van jouw stage of tewerkstelling. O Ik kan lengtematen gebruiken. O Ik kan oppervlaktematen gebruiken. O Ik kan inhoudsmaten gebruiken. O Ik kan gewichten afwegen. O Ik kan temperatuur aflezen en interpreteren O Ik kan de gepaste meetinstrumenten gebruiken in functie van de te meten grootheid. O Ik kan tabellen, grafieken en diagrammen lezen en interpreteren. O Ik kan formules in berekeningen gebruiken. O Andere Tijd Duid aan wat voor jou van toepassing is: O Ik kan mij aan een opgesteld tijdsschema houden. O Ik kan een tijdsplanning opmaken en naleven. O Andere 20

21 3. Computervaardigheden Kan je met een computer werken? O Ik kan zelfstandig met een computer werken. O Ik kan onder begeleiding met een computer werken. O Ik kan niet met een computer werken. 3.1 Klaviervaardigheden Geef aan in welke mate je kan typen. O Ik kan blind typen. O Ik kan vrij vlot en bijna foutloos typen. O Ik kan niet vlot typen. O Andere 3.2 Internet Opzoeken Geef aan in welke mate je gegevens kan opzoeken op het internet. O Ik beheers de basisvaardigheden. Voorbeeld: werken met zoekmachines zoals Google. O Ik beheers de basis- en gevorderde vaardigheden. O Andere Voorbeeld: online bankverrichtingen uitvoeren. 21

22 Geef aan in welke mate je bewust en verantwoord kan omgaan met internet. O Ik weet hoe ik bewust en verantwoord met internet moet omgaan en doe dit ook (bijna) altijd. O Ik weet hoe ik bewust en verantwoord met internet moet omgaan, maar doe dit niet altijd. O Andere Geef aan in welke mate je kan werken met . O Ik kan een versturen en beantwoorden. O Ik kan een versturen en beantwoorden en kan extra toepasssingen gebruiken. O Andere Voorbeeld: bijlagen toevoegen, personen in cc en bcc plaatsen. Geef aan in welke mate je bewust en verantwoord kan omgaan met . O Ik weet hoe ik bewust en verantwoord met moet omgaan en doe dit ook (bijna) altijd. O Ik weet hoe ik bewust en verantwoord met moet omgaan, maar doe dit niet altijd. O Andere 22

23 3.2.3 Uploaden/downloaden Geef aan in welke mate je gegevens kan uploaden en/of downloaden. O Ik weet wat uploaden en/of downloaden is, maar vind het moeilijk om dit zelf te doen. O Ik kan gegevens uploaden en/of downloaden. O Andere Geef aan in welke mate je bewust en verantwoord kan omgaan met uploaden en/of downloaden. O Ik weet hoe ik bewust en verantwoord met up- en downloaden moet omgaan en doe dit ook (bijna) altijd. O Ik weet hoe ik bewust en verantwoord met up- en downloaden moet omgaan, maar doe dit niet altijd. O Andere 23

24 3.3 Software Besturingssysteem Geef aan in welke mate je met een besturingssysteem kan werken (zoals bvb Windows, Mac OS). O Ik beheers de basisvaardigheden. Voorbeeld: werken met verkenner, een map aanmaken/verwijderen/verplaatsen O Ik beheers de basis- en gevorderde vaardigheden. O Andere Voorbeeld: schermresolutie wijzigen, snelkoppeling maken Tekstverwerking Geef aan in welke mate je met tekstverwerking kan werken (zoals bvb MS Word, WordPerfect). O Ik beheers de basisvaardigheden. Voorbeeld: opslaan, afdrukken, opmaak. O Ik beheers de basis- en gevorderde vaardigheden. O Andere Voorbeeld: inhoudstafel maken, afbeeldingen invoegen Presentatieprogramma Geef aan in welke mate je met een presentatieprogramma kan werken (zoals bvb MS Powerpoint). O Ik beheers de basisvaardigheden. Voorbeeld: dia's toevoegen en wijzigen, handouts afdrukken. O Ik beheers de basis- en gevorderde vaardigheden. O Andere Voorbeeld: animatie aanbrengen, afbeeldingen/grafieken importeren. 24

25 3.3.4 Elektronisch rekenblad Geef aan in welke mate je met een elektronisch rekenblad kan werken (zoals bvb MS Excel). O Ik beheers de basisvaardigheden. Voorbeeld: rekenblad opmaken en afdrukken, celeigenschappen wijzigen, eenvoudige functies toepassen op cellen. O Ik beheers de basis- en gevorderde vaardigheden. O Andere Voorbeeld: cellen absoluut of relatief maken, tabellen/grafieken maken van gegevens Elektronisch agendabeheer Geef aan in welke mate je een elektronische agenda kan beheren (zoals bvb Agenda MS Outlook). O Ik beheers de basisvaardigheden. Voorbeeld: afspraken toevoegen en wijzigen. O Ik beheers de basis- en gevorderde vaardigheden. O Andere Voorbeeld: herinneringen ingeven, agenda delen. 25

26 3.4 Hardware Geef aan in welke mate je kan gebruik maken van hardware zoals beamer, fototoestel, laptop, scanner, printer, O Ik kan er zonder al te veel problemen mee werken. O Ik kan er mee werken, maar heb soms een handleiding nodig. O Andere 3.5 Andere Geef aan welke ander computervaardigheden je bezit. (bvb grafische of statistische programma s) Ik beheers volgende computervaardigheden 26

27 2. Arbeidsvaardigheden 1. Zelfkennis Weet je van jezelf wat je kan en niet kan? O Ik weet van mezelf wat ik kan en niet kan. O Ik weet van mezelf wat ik kan. O Ik weet van mezelf wat ik niet kan. O Ik weet niet van mezelf wat ik kan en niet kan. 2. Werktempo Hoe is je werktempo in vergelijking met je klasgenoten? O Ik werk even snel als mijn klasgenoten. O Ik werk sneller dan mijn klasgenoten. O Ik werk trager dan mijn klasgenoten. 3. Nauwkeurigheid Werk jij nauwkeurig? O Wanneer ik een opdracht uitvoer, controleer ik zowel tussendoor als wanneer het klaar is of ik fouten heb gemaakt. O Wanneer ik een opdracht uitvoer, controleer ik enkel tussendoor of ik fouten heb gemaakt. O Wanneer ik een opdracht uitvoer, controleer ik enkel als het klaar is, of ik fouten heb gemaakt. O Wanneer ik een opdracht uitvoer, controleer ik niet of ik fouten gemaakt heb. 27

28 4. Aandacht Hoe lang kan jij aandachtig zijn voor het uitvoeren van een taak? (bijvoorbeeld lezen, een tekst typen, een gerecht koken, ) O Ik kan mijn aandacht meer dan 15 minuten op een taak richten. O Ik kan mijn aandacht maximum 15 minuten op een taak richten. Op welk deel van de dag kan jij je het best concentreren? O Ik kan mij het best concentreren in de voormiddag. O Ik kan mij het best concentreren in de namiddag. O Ik kan mij even goed concentreren in de voormiddag als in de namiddag. In welke omgeving kan jij je concentreren voor het uitvoeren van een taak? (bijvoorbeeld lezen, een tekst typen, ) O Ik kan me concentreren in een omgeving met veel prikkels (bijvoorbeeld een radio die speelt, mensen die praten, veel lawaai, ). O Ik kan me concentreren in een omgeving met weinig prikkels. O Ik kan me in geen enkele omgeving concentreren. 28

29 5. Afspraken naleven Hou jij je aan gemaakte afspraken? O Ik hou me altijd aan gemaakte afspraken. O Ik hou me alleen aan gemaakte afspraken als ze duidelijk vermeld worden. O Ik hou me alleen aan gemaakte afspraken als het voor mij duidelijk is waarom ze er zijn. O Ik hou me niet aan gemaakte afspraken. O Ik hou me niet aan gemaakte afspraken omdat ik ze vergeet. 6. Motoriek Jouw motorische vaardigheden: O Ik kan fijn werk en grof werk uitvoeren. O Ik kan enkel fijn werk uitvoeren. O Ik kan enkel grof werk uitvoeren. 7. Veiligheidsregels naleven Hoe ga jij om met veiligheidsregels? O Ik hou me altijd aan veiligheidsregels. Ik gebruik materialen en gereedschappen op een veilige manier. O Ik hou me soms aan veiligheidsregels. Ik gebruik materialen en gereedschappen soms op een veilige manier. O Ik hou me niet aan veiligheidsregels. Ik gebruik materialen en gereedschappen op een risicovolle manier. 29

30 8. Ordelijkheid Heb jij een ordelijke werkplek? O Mijn werkplek is ordelijk. Ik vind mijn materiaal altijd terug. O Mijn werkplek is niet ordelijk. Ik vind mijn materiaal wel altijd terug. O Mijn werkplek is niet ordelijk. Ik vind mijn materiaal nooit terug. 9. Inspanning leveren (motivatie) Wanneer span jij je in voor een opdracht? O Ik span me altijd in voor een opdracht. O Ik span me alleen in als ik aangemoedigd word voor een opdracht. O Ik span me niet in voor een opdracht, ook niet wanneer ik daarbij aangemoedigd word. 10. Doorzetten Ben jij een doorzetter? O Wanneer ik moeilijkheden heb bij het uitvoeren van een taak zet ik door tot ik het vereiste resultaat bereikt heb. O Wanneer ik moeilijkheden heb bij het uitvoeren van een taak geef ik op na één mislukte poging. O Wanneer ik moeilijkheden heb bij het uitvoeren van een taak moet ik aangemoedigd worden om verder te werken. O Wanneer ik moeilijkheden heb bij het uitvoeren van een taak geef ik meteen op, ook al word ik aangemoedigd om verder te gaan. 30

31 11. Kunnen samenwerken Kan jij samenwerken? O Als ik samenwerk met anderen, zet ik me in voor de groep. Ik doe meer dan enkel wat er van mij gevraagd wordt. O Als ik samenwerk met anderen, zet ik me in voor de groep. Ik doe enkel datgene wat van mij gevraagd wordt. O Als ik samenwerk met anderen, zet ik me niet in voor de groep. Ik probeer mijn werk door anderen te laten doen. 12. Zelfstandig werken Kan jij zelfstandig aan een taak werken? O Ik kan zelfstandig werken aan grote en kleine taken. O Ik kan zelfstandig werken aan kleine taken. O Ik kan enkel onder toezicht of begeleiding werken aan taken. Kan jij je werk zelf plannen? O Wanneer ik taken krijg, kan ik zelf bepalen welke taak ik eerst uitvoer en hoe ik hierbij te werk ga. O Wanneer ik een taak krijg, kan ik volgens opgelegde stappen de taak uitvoeren. 31

32 Kan jij zelfstandig problemen oplossen bij het uitvoeren van een taak? O Als ik vastloop bij een taak, zoek ik zelf eerst naar een oplossing. Als dit niet lukt, zoek ik steun bij anderen. O Als ik vastloop bij een taak, zoek ik niet zelf naar een oplossing. Ik zoek meteen steun bij anderen. 13. Omgaan met stress: stressfactoren Welke factoren veroorzaken stress bij jou? Je mag meer dan één antwoord aanduiden. O Werkdruk O Tijdsdruk O Eigen mislukking O Conflicten O Controle O Kritiek O Ik heb nooit stress O Andere (zelf in te vullen als je keuze niet vermeld werd) 32

33 14. Omgaan met stress: Reactie op stress Hoe reageer jij op stress? Je mag meer dan één antwoord aanduiden. O Ik werk verder aan mijn taken maar niet zoals van mij verwacht wordt. O Ik blokkeer en kan mijn taken niet afwerken. O Ik kan tijdelijk blijven functioneren zonder dat de prestaties eronder lijden. O Ik word motorisch onrustig (vb: ik begin rond te lopen, ik beweeg met mijn benen, ). O Ik word ongeduldig en nerveus. O Ik blijf functioneren als voorheen, het heeft geen invloed. O Mijn prestaties verbeteren. 15. Uiterlijke verzorging Verzorg jij je uiterlijk? O Ik verzorg mijn uiterlijk en pas uit eigen beweging mijn kledij en voorkomen aan de werksituatie aan, zonder dat anderen erom moeten vragen. O Ik verzorg mijn uiterlijk en pas mijn kledij en voorkomen aan de werksituatie aan als ik erop gewezen word. O Ik kleed mij naargelang de eisen van de werksituatie, maar mijn lichaamsverzorging kan beter. O Ik pas mijn uiterlijk en kledij niet aan de werkomgeving aan. Ik verzorg mij niet goed. 33

34 16. Nieuwe dingen leren Hoe leer jij nieuwe dingen? O Ik leer nieuwe dingen door ze zelf te doen. O Ik leer nieuwe dingen wanneer iemand ze éénmaal heeft uitgelegd. O Ik leer nieuwe dingen wanneer iemand het herhaaldelijk voordoet of uitlegt. O Ik leer nauwelijks nieuwe dingen, zelfs als iemand ze meerdere keren voordoet of uitlegt. 17. Initiatief nemen Begin jij uit jezelf aan een volgende taak wanneer je een taak hebt afgewerkt? O Ik begin uit mezelf aan een volgende taak, ook als ik de taak nog niet eerder uitvoerde. O Ik begin uit mezelf aan een volgende taak als ik de taak al eens eerder uitvoerde. O Ik begin pas aan een nieuwe taak op vraag van de werkgever/iemand anders. 18. Fysieke mogelijkheden Kan jij gedurende 8 uren rechtstaand werk verrichten? O Ik kan gedurende 8 uren rechtstaand werk verrichten zonder extra rustmomenten. O Ik kan gedurende 8 uren rechtstaand werk verrichten als er extra rustmomenten ingebouwd worden. O Ik kan niet gedurende 8 uren rechtstaand werk verrichten, een combinatie met zittend werk moet voorzien worden. O Ik kan geen rechtstaand werk verrichten. 34

35 19. Verantwoordelijkheid dragen Kan je verantwoordelijkheid dragen voor taken? O Ik kan verantwoordelijkheid dragen voor meerdere taken. O Ik kan verantwoordelijkheid dragen voor één taak. O Ik kan geen verantwoordelijkheid dragen. 20. Opkomen voor mezelf Kom jij op voor jezelf? O Ik durf het zeggen als ik een andere mening heb. O Ik durf het niet zeggen als ik een andere mening heb. 21. Probleemoplossend vermogen Bezit je een probleemoplossend vermogen? O Ik kan wat ik geleerd heb toepassen in een nieuwe situatie. O Ik kan in functie van een opdracht een realistische tijdsplanning opmaken en naleven. 35

36 3. Vakspecifieke vaardigheden Welke vakspecifieke vaardigheden kan jij goed? Vakspecifieke vaardigheden zijn vaardigheden die jij goed kan in de opleiding/studierichting die je volgt/volgde op school. Iemand die bijvoorbeeld 'grootkeuken' studeert, kan 'groenten snijden' als vakspecifieke vaardigheid hebben. Iemand die bijvoorbeeld 'secretariaatsmedewerker' studeert kan 'archiveren' als vakspecifieke vaardigheid hebben. Schrijf hieronder 5 vaardigheden die jij goed kan Welke vakspecifieke vaardigheden kan jij niet goed? Vakspecifieke vaardigheden zijn vaardigheden die jij goed kan in de opleiding/studierichting die je volgt/volgde op school. Iemand die bijvoorbeeld 'grootkeuken' studeert, kan 'groenten snijden' als vakspecifieke vaardigheid hebben. Iemand die bijvoorbeeld 'secretariaatsmedewerker' studeert kan 'archiveren' als vakspecifieke vaardigheid hebben. Schrijf hieronder 5 vaardigheden die jij niet goed kan

37 4. Andere vaardigheden Welke andere vaardigheden heb je nog? Naast je arbeidsvaardigheden en vakspecifieke vaardigheden kunnen er ook andere vaardigheden zijn waar je heel goed in bent en die je later op het werk zal kunnen gebruiken. Je kan bijvoorbeeld goed zijn in het oplossen van computerproblemen, in het onthouden van data of in het organiseren van ontspanningsactiviteiten. Schrijf hieronder 5 vaardigheden die jij goed beheerst Je bent klaar met de invulling van mijn sterke kanten en werkpunten 37

Mijn sterke kanten en werkpunten. Evaluatie arbeidsvaardigheden door begeleider(s)

Mijn sterke kanten en werkpunten. Evaluatie arbeidsvaardigheden door begeleider(s) Mijn sterke kanten en werkpunten Evaluatie arbeidsvaardigheden door begeleider(s) Arbeidsvaardigheid 1. Zelfkennis Weet hij van zichzelf wat hij kan en niet kan? Antwoordmogelijkheid O Hij weet van zichzelf

Nadere informatie

Wat kan ik na het 1 ste jaar? SPREKEN SCHRIJVEN LUISTEREN

Wat kan ik na het 1 ste jaar? SPREKEN SCHRIJVEN LUISTEREN Wat kan ik na het 1 ste jaar? Ik kan mezelf kort voorstellen: naam, woonplaats, beroep, Ik kan iemand op een eenvoudige maar correcte manier begroeten en afscheid nemen. Ik kan in een eenvoudig gesprek

Nadere informatie

Kan ik het wel of kan ik het niet?

Kan ik het wel of kan ik het niet? 1 Kan ik het wel of kan ik het niet? Hieronder staan een aantal zogenaamde kan ik het wel, kan ik het niet-schalen. Deze hebben betrekking op uw taalvaardigheid in zowel het Nederlands als het Engels.

Nadere informatie

Luisteren 1 hv 2 hv 3hv

Luisteren 1 hv 2 hv 3hv Carte Orange 1 hv, 2 hv, 3 hv ERK-overzicht 1 Luisteren 1 hv 2 hv 3hv 1 Gesprekken tussen moedertaalsprekers verstaan A2 Kan het onderwerp bepalen van een langzaam en duidelijk gesproken gesprek 2-3-4-5-6-7-8*

Nadere informatie

Luisteren 1 gt/h 2 gt 3/4 vmbo

Luisteren 1 gt/h 2 gt 3/4 vmbo Carte Orange 1 gth, 2 gt, 3/4 vmbo ERK-overzicht 1 Luisteren 1 gt/h 2 gt 3/4 vmbo 1 Gesprekken tussen moedertaalsprekers verstaan A2 Kan het onderwerp bepalen van een langzaam en duidelijk gesproken gesprek

Nadere informatie

Wat kan ik na het 1 ste jaar?

Wat kan ik na het 1 ste jaar? Wat kan ik na het 1 ste jaar? SPREKEN LUISTEREN Ik kan mezelf kort voorstellen: naam, woonplaats, beroep, Ik kan begrijpen wat iemand wil zeggen als het over vertrouwde zaken gaat en op Ik kan iemand op

Nadere informatie

taal portfolio Checklist B1

taal portfolio Checklist B1 taal portfolio Checklist B1 Inhoud bladzijde 3 bladzijde 4 Vul eerst je naam in Checklist Zo gebruik je deze checklist Je kunt deze checklist op de computer invullen en daarna printen. Je kunt ook de checklist

Nadere informatie

Europees Referentiekader

Europees Referentiekader Europees Referentiekader Luisteren Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete omgeving betreffen, wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken. Ik

Nadere informatie

Niveaus Europees Referentie Kader

Niveaus Europees Referentie Kader Niveaus Europees Referentie Kader Binnen de niveaus van het ERK wordt onderscheid gemaakt tussen begrijpen, spreken en schrijven. Onder begrijpen vallen de vaardigheden luisteren en lezen. Onder spreken

Nadere informatie

Niveaubepaling Nederlandse taal

Niveaubepaling Nederlandse taal Niveaubepaling Nederlandse taal Voor een globale niveaubepaling kunt u de niveaubeschrijvingen A1 t/m C1 doornemen en vaststellen welk niveau het beste bij u past. Niveaubeschrijving A0 Ik heb op alle

Nadere informatie

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK)

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK) A Beginnend taalgebruiker B Onafhankelijk taalgebruiker C Vaardig taalgebruiker A1 A2 B1 B2 C1 C2 LUISTEREN Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete

Nadere informatie

Gesprekjes voeren Waar sta ik nu?

Gesprekjes voeren Waar sta ik nu? Gesprekjes voeren gesprekspartner gebruikt veelvoorkomende woorden en hele korte zinnetjes; spreekt heel langzaam en pauzeert vaak spreekt woorden en korte zinnetjes duidelijk uit; herhaalt zinnetjes en

Nadere informatie

Papieren versie. Wat vind ik moeilijk? Schematisch overzicht. Legende. Een antwoord schrijven. Een bolletje inkleuren. Maximum 1 antwoord kiezen.

Papieren versie. Wat vind ik moeilijk? Schematisch overzicht. Legende. Een antwoord schrijven. Een bolletje inkleuren. Maximum 1 antwoord kiezen. Papieren versie Wat vind ik moeilijk? Schematisch overzicht Legende Een antwoord schrijven. Een bolletje inkleuren. Kies Maximum 1 antwoord kiezen. Duid aan Meerdere antwoorden aanduiden. 1 Vragen 1. Communicatie

Nadere informatie

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden

Nadere informatie

Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid Kernvaardigheden PO Onderbouw havo en vwo Tweede fase havo Tweede fase vwo 1. Leesvaardigheid

Nadere informatie

ERK - Europees Referentiekader. luisteren. pers. prof. educ.

ERK - Europees Referentiekader. luisteren. pers. prof. educ. luisteren A1 Luisteren naar aankondigingen en instructies Kan in vertrouwde situaties korte, duidelijke instructies begrijpen. Kan in korte, duidelijk gesproken teksten, namen, getallen en bekende woorden

Nadere informatie

Stagedagboek NAAM: BEDRIJF: PERIODE: TRAJECT:

Stagedagboek NAAM: BEDRIJF: PERIODE: TRAJECT: Stagedagboek NAAM: BEDRIJF: PERIODE: TRAJECT: The European Commission support for the production of this publication does not constitute an endorsement of the contents which reflects the views only of

Nadere informatie

Common European Framework of Reference (CEFR)

Common European Framework of Reference (CEFR) Common European Framework of Reference (CEFR) Niveaus van taalvaardigheid volgens de Raad van Europa De doelstellingen van de algemene taaltrainingen omschrijven we volgens het Europese gemeenschappelijke

Nadere informatie

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden

Nadere informatie

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen Dit is een brochure, gemaakt voor leerlingen met NLD. Naast deze brochure is er ook: - een brochure met informatie voor ouders van kinderen met NLD en - een brochure

Nadere informatie

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af. Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.

Nadere informatie

Je beschrijving was vrij kort en niet echt interessant. Je neemt voor de hand liggende voorbeelden.

Je beschrijving was vrij kort en niet echt interessant. Je neemt voor de hand liggende voorbeelden. Rubric Types of workers / soorten werknemers (vakoverschrijdende opdracht Engels / SEI) Feedback van de lkr 0 2 3 4 TOTAAL Je omschreef je soorten werkenden goed (met de juiste definities, begrippen) en

Nadere informatie

Begrijpend lezen Strategie 6 & 7. Extra oefenen Niveau B

Begrijpend lezen Strategie 6 & 7. Extra oefenen Niveau B Begrijpend lezen Strategie 6 & 7 Extra oefenen Niveau B Remediëringsbladen - strategie 6 en 7 Niveau B 2 Je gaat leren om je leesdoel bij een tekst te bepalen en je leert om te controleren of je je leesdoel

Nadere informatie

Competentiescan Klant exemplaar

Competentiescan Klant exemplaar Naam klant: Geboortedatum: Datum rapportage: Naam begeleider: Competentiescan Klant exemplaar Dit project wordt mede gefinancierd door het Europees Sociaal Fonds www.werkeenzorgminder.nl Instructie invullen

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

maandag 11 mei inleveren!

maandag 11 mei inleveren! maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING... Stageboek 2015 1 Gegevens Leerling Naam -------------------------------------------------------------------------------------- Adres Postcode Woonplaats

Nadere informatie

Behaal je diploma secundair onderwijs

Behaal je diploma secundair onderwijs www.diplomasecundair.be Behaal je diploma secundair onderwijs INTKO is dé school voor Tweedekansonderwijs in de regio Halle-Vilvoorde. Ben je ouder dan 18 en heb je je diploma secundair onderwijs nog niet

Nadere informatie

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING... maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING... 1 Gegevens leerling Naam Adres Postcode Woonplaats Geboortedatum Telefoon Afdeling/leerweg Gegevens school Naam Schoolbegeleider Adres Plaats Telefoon

Nadere informatie

TOEKOMSTSPEL - overzicht talenten van de talentenzoektocht,

TOEKOMSTSPEL - overzicht talenten van de talentenzoektocht, TOEKOMSTSPEL - overzicht talenten van de talentenzoektocht, gekoppeld aan de talenten van de beroepenfiches bijlage 3 In deze bijlage vind je het omgekeerde van bijlage 2. Hier vertrekken we van de talenten

Nadere informatie

Ik beschik over voldoende woorden om me te redden in veel voorkomende dagelijkse situaties.

Ik beschik over voldoende woorden om me te redden in veel voorkomende dagelijkse situaties. aardigheid BB B GT ER-niveau A2 A2 A2+ Alle leerwegen Alleen voor GT Ik voer over eenvoudige en alledaagse gesprekken. Het gaat dan over uitwisseling van informatie van bekende onderwerpen en activiteiten.

Nadere informatie

STAGEBOEK 2014 VAN AFDELING..

STAGEBOEK 2014 VAN AFDELING.. STAGEBOEK 2014 VAN AFDELING.. Stageboek 2014 1 Gegevens Leerling Naam -------------------------------------------------------------------------------------- Adres Postcode Woonplaats Geboortedatum Telefoon

Nadere informatie

Engels, vmbo gltl, Liesbeth Pennewaard kernen subkernen Context (inhoud) taalvaardigheidsniveau CE of SE Eindterm niveau GL/TL Exameneenh eid Lezen

Engels, vmbo gltl, Liesbeth Pennewaard kernen subkernen Context (inhoud) taalvaardigheidsniveau CE of SE Eindterm niveau GL/TL Exameneenh eid Lezen Engels, vmbo gltl, Liesbeth Pennewaard kernen subkernen Context (inhoud) taalvaardigheidsniveau CE of SE Eindterm niveau GL/TL Exameneenh eid Lezen Correspondentie lezen Opleiding: uitwisseling, vorming,

Nadere informatie

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen. Vaktips Frans 1. D O E L S T E L L I N G E N De Franse taal leren verstaan, lezen, spreken en schrijven. Om dit te bereiken, moet je: Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en

Nadere informatie

Duits A1/A2 in het beroepsonderwijs

Duits A1/A2 in het beroepsonderwijs Keuzedeel mbo Duits A1/A2 in het beroepsonderwijs gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0959 Penvoerder: Sectorkamer voedsel, groen en gastvrijheid Gevalideerd door: Sectorkamer Voedsel,

Nadere informatie

Papieren versie. Mijn stage. Schematisch overzicht. Legende. Een antwoord schrijven. Een bolletje inkleuren. Maximum 1 antwoord kiezen.

Papieren versie. Mijn stage. Schematisch overzicht. Legende. Een antwoord schrijven. Een bolletje inkleuren. Maximum 1 antwoord kiezen. Papieren versie Mijn stage Schematisch overzicht Legende Een antwoord schrijven. Een bolletje inkleuren. Kies Maximum 1 antwoord kiezen. Duid aan Meerdere antwoorden aanduiden. 1 Vragen Voor Waarom ga

Nadere informatie

Deze steekkaarten met tips rond competenties:

Deze steekkaarten met tips rond competenties: Deze steekkaarten met tips rond competenties: zijn een onderdeel van de competentietoolkit ter ondersteuning van sociale sportpraktijken gericht op het ontwikkelen van jongeren. hebben tot doel om te werken

Nadere informatie

Mijn doelen voor dit jaar

Mijn doelen voor dit jaar Mijn doelen voor dit jaar Een nieuw schooljaar betekent nieuwe kansen. Aan het begin van een nieuw kalenderjaar maken veel mensen goede voornemens. Dat gaan wij nu ook doen: het maken van voornemens of

Nadere informatie

Begrijpend lezen Strategie 6 en 7. Extra oefenen Niveau A

Begrijpend lezen Strategie 6 en 7. Extra oefenen Niveau A Begrijpend lezen Strategie 6 en 7 Extra oefenen Niveau A Remediëringsbladen - strategie 6 en 7 Niveau A 2 Je gaat leren om je leesdoel bij een tekst te bepalen en je leert om te controleren of je je leesdoel

Nadere informatie

Nederlands leren... hoe ver sta je? Naam:

Nederlands leren... hoe ver sta je? Naam: Nederlands leren... hoe ver sta je? Naam: Je leert elke dag Nederlands bij. Wat kan je al? Hieronder maak je een stand van zaken, met je docent. Deze taak is een speciale taak. Ze is niet in één-twee-drie

Nadere informatie

Algemeen Kan gesprekken voeren over alledaagse en niet alledaagse onderwerpen uit dagelijks leven en werk.

Algemeen Kan gesprekken voeren over alledaagse en niet alledaagse onderwerpen uit dagelijks leven en werk. Taalprofiel zorgkundige in woonzorgcentrum Spreken Kan gesprekken voeren over alledaagse en niet alledaagse onderwerpen uit dagelijks leven en werk. Kan uiting geven aan persoonlijke meningen, kan informatie

Nadere informatie

Ontwikkellijn 1: Ik zorg ervoor dat ik aan het werk ga en blijf!

Ontwikkellijn 1: Ik zorg ervoor dat ik aan het werk ga en blijf! Ontwikkellijn 1: Ik zorg ervoor dat ik aan het werk ga en blijf! Het gaat erom dat je laat merken dat jij zélf verantwoordelijk bent voor het leren: jij kiest de opdrachten, workshops en klussen zélf,

Nadere informatie

Voor alle leraren Nederlands. 'Vergelijkend schema', eindtermen vaardigheden van de 3 graden: tekstsoorten, procedures/strategieën en attitudes.

Voor alle leraren Nederlands. 'Vergelijkend schema', eindtermen vaardigheden van de 3 graden: tekstsoorten, procedures/strategieën en attitudes. Voor alle leraren Nederlands 'Vergelijkend schema', eindtermen vaardigheden van de 3 graden:, procedures/strategieën en attitudes. 1 Luisteren 1e graad 2e graad 3e graad uiteenzetting leerstofonderdeel

Nadere informatie

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding (Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding Aan de slag met lezen in beroepsgerichte vakken Voor de verbetering van leesvaardigheid is het belangrijk dat leerlingen regelmatig en veel lezen. Hoe krijg

Nadere informatie

HUISWERKTIPS. Hoe kan ik mijn kind begeleiden bij het maken van huiswerk?

HUISWERKTIPS. Hoe kan ik mijn kind begeleiden bij het maken van huiswerk? HUISWERKTIPS Hoe kan ik mijn kind begeleiden bij het maken van huiswerk? Baken Trinitas Gymnasium 27 september 2011 1. Inleiding De overstap naar de middelbare school is voor veel van onze leerlingen een

Nadere informatie

Weekschema maken. Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken.

Weekschema maken. Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken. Weekschema maken Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken. Leer en oefen: Neem samen me de docent/assistent het fotoboek de

Nadere informatie

Aandachtspunt

Aandachtspunt FEEDBACK VOOR DE LEERLING Plannen en organiseren Planmatig werken Ik werk chaotisch en heb geen aandacht voor plan en schema. Ik kan geen prioriteiten stellen. Ik werk ordelijk, maar vergeet daarbij het

Nadere informatie

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE Naam: Klas: Bedrijf: Stageperiode: Maak een inhoudsopgave zoals hieronder is afgebeeld. Indien nodig je eigen onderdelen tussen voegen en uiteindelijk de inhoudsopgave

Nadere informatie

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren.

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren. Schoolse competenties Competentie 1: Agendagebruik - Je schrijft je huiswerk in je agenda als dit wordt opgegeven. - Je agenda ziet er verzorgd uit. - Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt

Nadere informatie

Inleiding IN DIT BOEK LEES JE WAAROM STEUN, RESPECT EN VERTROUWEN BIJ VRIENDSCHAP HOREN.

Inleiding IN DIT BOEK LEES JE WAAROM STEUN, RESPECT EN VERTROUWEN BIJ VRIENDSCHAP HOREN. Inleiding Met wie heb je de meeste lol? En wie bel je als je een probleem hebt? Vaak zijn dat je. Sommige mensen hebben veel, andere mensen hebben er maar een paar. Vriendschap is belangrijk in ons leven.

Nadere informatie

Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren

Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren 1 Bijlage 1: Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren Als een leraar op zoek is naar een mogelijk instrument om schoolse taalvaardigheid bij zijn leerlingen te observeren, dan

Nadere informatie

LINT STAGEBOEK VAN Techniek. Neem dan op een leuke manier afscheid van je stage plaats en bedank je collega s en stagebegeleider (s )

LINT STAGEBOEK VAN Techniek. Neem dan op een leuke manier afscheid van je stage plaats en bedank je collega s en stagebegeleider (s ) LINT STAGEBOEK VAN Techniek Deel 2 inleveren op maandag 24 maart! Je laatste stage dag is vrijdag 28 maart! Neem dan op een leuke manier afscheid van je stage plaats en bedank je collega s en stagebegeleider

Nadere informatie

Streefniveaus NT2 Voorbeelden, kenmerken en inkijkjes in de les Route 2, 12 16 jaar vmbo basis

Streefniveaus NT2 Voorbeelden, kenmerken en inkijkjes in de les Route 2, 12 16 jaar vmbo basis Streefniveaus NT2 Voorbeelden, kenmerken en inkijkjes in de les Route 2, 12 16 jaar vmbo basis Voorbeeld van een leerling Faysal is 12 jaar en komt uit Syrië. Hij heeft de afgelopen 3 jaar geen onderwijs

Nadere informatie

Vertel aan je kind dat het nodig is de school in te lichten om het pesten te laten stoppen;

Vertel aan je kind dat het nodig is de school in te lichten om het pesten te laten stoppen; Pesten op school Veel gestelde vragen Wat doe je als je kind gepest wordt? Maak voldoende tijd voor een gesprek; laat je kind vertellen wat er zich afspeelt en hoe het zich voelt; Neem het verhaal van

Nadere informatie

voorwoord VOORBEELDPAGINA S Bestelnr De ander en ik

voorwoord VOORBEELDPAGINA S Bestelnr De ander en ik voorwoord Dit werkboek gaat over de omgang met andere mensen. We bespreken hoe jij met anderen kunt omgaan. Bijvoorbeeld hoe je problemen oplost, omgaat met pesten, gevoelens en vriendschappen en hoe je

Nadere informatie

Leerjaar 3: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A Thema 1: Communiceren en sociaal contact onderhouden

Leerjaar 3: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A Thema 1: Communiceren en sociaal contact onderhouden Leerjaar 3: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A Thema 1: : Thema 1 1. Introductieles De leerling vertelt waarom het belangrijk is om goed te presenteren. Arbeidsvoorbereidend

Nadere informatie

Talenpaspoort Checklist

Talenpaspoort Checklist Talenpaspoort Checklist www.bogaerstalen.nl Deze checklist is van: Naam: Klas: Taal: Bogaers 2 TALENINSTITUUT B.V. Groenstraat 139-155 5021 LL Tilburg Tel. 013-5362101 E-mail: info@bogaerstalen.nl www.bogaerstalen.nl

Nadere informatie

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6 We gaan een werkstuk maken en je mag het helemaal zelf doen. Het is helemaal jouw eigen werkstuk. Maar om je even goed op weg te helpen hebben we hieronder alle stapjes even op een rij gezet. Wat moet

Nadere informatie

Behaal je diploma secundair onderwijs

Behaal je diploma secundair onderwijs www.diplomasecundair.be Behaal je diploma secundair onderwijs INTKO is dé school voor Tweedekansonderwijs in de regio Halle-Vilvoorde. Ben je ouder dan 18 en heb je je diploma secundair onderwijs nog niet

Nadere informatie

Leren (kan je ) leren!

Leren (kan je ) leren! Leren (kan je ) leren! Leertips op maat van de middenschool Beste leerlingen en ouders, Het begrip leren leren klinkt jullie waarschijnlijk niet onbekend in de oren. We hopen dat er in de basisschool al

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de leerkracht. Zinnen maken met omdat. Hulp vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Behaal je diploma secundair onderwijs

Behaal je diploma secundair onderwijs www.diplomasecundair.be Behaal je diploma secundair onderwijs INTKO is dé school voor Tweedekansonderwijs in de regio Halle-Vilvoorde. Ben je ouder dan 18 en heb je je diploma secundair onderwijs nog niet

Nadere informatie

De examenperiode is een moeilijke tijd. Je moet hard studeren en je hebt veel stress. Wat is een goede studiemethode en wat doe je beter niet?

De examenperiode is een moeilijke tijd. Je moet hard studeren en je hebt veel stress. Wat is een goede studiemethode en wat doe je beter niet? TIPS VOOR DE EXAMENS De examenperiode is een moeilijke tijd. Je moet hard studeren en je hebt veel stress. Wat is een goede studiemethode en wat doe je beter niet? Wat moet je doen? 1. Lees de tekst op

Nadere informatie

Leerwerkboek. Chinees. Go 100

Leerwerkboek. Chinees. Go 100 Leerwerkboek Chinees Go 100 se k a ra k te rs Le e r 1 0 0 C h in e Go 100 Leer 100 Chinese karakters LEERWERKBOEK CHINEES Julie Lo Emily Yih Jan van der Putten (cultuurteksten) ΒΟ INHOUDSOPGAVE Lessen

Nadere informatie

Naam:. Namen groepsleden:... Begeleider:

Naam:. Namen groepsleden:... Begeleider: Naam:. Klas: Namen groepsleden:........ Begeleider: 1 Inleiding In deze projectweek ga je onderzoek doen. Dit onderzoek is ter voorbereiding op het sectorwerkstuk in de vierde klas. Dit boekje is jouw

Nadere informatie

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden

Nadere informatie

Wie kan terecht in een centrum voor basiseducatie? Wat kan je er leren?

Wie kan terecht in een centrum voor basiseducatie? Wat kan je er leren? basis educatie Wie niet goed kan lezen, schrijven en rekenen, is geen uitzondering. In ons land heeft meer dan half miljoen mensen er moeite mee. In een centrum voor basiseducatie kan je die achterstand

Nadere informatie

Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden

Nadere informatie

heb ik wel alles? Thuis per kleur schikken

heb ik wel alles? Thuis per kleur schikken heb ik wel alles? Eindelijk: alle tekst- en werkboeken zijn op jouw naam geleverd, voor elk vak heb je hier en daar nog een map moeten kopen. Maar: soms heb je die op school nodig, soms thuis! En elke

Nadere informatie

T-TOOL WERKVLOER/ STAGE. Mondelinge interactie STERKE SCHAKELS. Naam jongere:... Naam beoordelaar:...

T-TOOL WERKVLOER/ STAGE. Mondelinge interactie STERKE SCHAKELS. Naam jongere:... Naam beoordelaar:... T-TOOL WERKVLOER/ STAGE Naam jongere:... Naam beoordelaar:... Mondelinge interactie LUISTEREN Instructie begrijpen van begeleider, collega, baas Collega legt stap voor stap uit hoe een broodje van het

Nadere informatie

werkbladen thema 5 werk

werkbladen thema 5 werk werkbladen thema 5 werk 5.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 Jan staat voor het uitzendbureau. Jan heeft werk. Tarik wil taxichauffeur

Nadere informatie

Hoe gaat het met je studie?

Hoe gaat het met je studie? 195 195 HOOFDSTUK 12 Hoe gaat het met je studie? WOORDEN 1 Kies uit: onvoldoende controleren gymnastiek mening huiswerk 1 Heb je je al gemaakt? 2 Ik was op school niet zo goed in. Ik vond sport niet leuk.

Nadere informatie

Kan-beschrijvingen ERK A2

Kan-beschrijvingen ERK A2 Kan-beschrijvingen ERK A2 Lezen Ik kan zeer korte, eenvoudige teksten lezen. Ik kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu's en dienstregelingen

Nadere informatie

Streefniveaus NT2 Voorbeelden, kenmerken en inkijkjes in de les Route 1, 16+ (begeleid) werk, inburgering

Streefniveaus NT2 Voorbeelden, kenmerken en inkijkjes in de les Route 1, 16+ (begeleid) werk, inburgering Streefniveaus NT2 Voorbeelden, kenmerken en inkijkjes in de les, inburgering Voorbeeld van een leerling Ivanka is 17 jaar en komt uit een Roma-gezin. Ze woonde met haar ouders, drie oudere en twee jongere

Nadere informatie

TALENTENZOEKTOCHT overzicht van de talenten

TALENTENZOEKTOCHT overzicht van de talenten TALENTENZOEKTOCHT overzicht van de talenten bijlage 1 1 Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg 1. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken. 2 Ik hoef niet aangespoord te worden

Nadere informatie

Nederlandse Arbeidsmarkt Plaats je CV

Nederlandse Arbeidsmarkt  Plaats je CV Nederlandse Arbeidsmarkt www.nederlandsearbeidsmarkt.nl Plaats je CV De homepage Op de eerste pagina van de website zie je twee opties. Je bent opzoek naar een baan en wilt je CV plaatsen? Kies de groene

Nadere informatie

Inhoud. Hallo!...5. Wie is wie? Even voorstellen...7. Wat is mijn PrOP? PrOP opstellen Doelen voor mijn PrOP...19

Inhoud. Hallo!...5. Wie is wie? Even voorstellen...7. Wat is mijn PrOP? PrOP opstellen Doelen voor mijn PrOP...19 Inhoud Hallo!...5 Wie is wie? Even voorstellen...7 Wat is mijn PrOP?...9 1 PrOP opstellen...11 2 Doelen voor mijn PrOP...19 Ik verander mijn P!...23 3 Leren van anderen: het sociogram...25 4 Omgaan met

Nadere informatie

VMBO praktische leerweg VMBO theoretische leerweg HAVO VWO

VMBO praktische leerweg VMBO theoretische leerweg HAVO VWO Page of 7 Enquête voortgezet onderwijs Deze vragenlijst bestaat uit vijf delen, A t/m E. Er zijn in totaal 9 vragen. A. Over jezelf Dit onderdeel bestaat uit zeven vragen. Hoe oud ben je? In welke klas

Nadere informatie

Interessen: Wat vind ik leuk?

Interessen: Wat vind ik leuk? Interessen: Wat vind ik leuk? Opdracht 1: Zet een kruisje bij de punten die je leuk vindt om te doen. Omcirkel vervolgens drie punten die je het allerleukst vindt om te doen. Ik vind het leuk om iets van

Nadere informatie

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

Les 17 Zo zeg je dat (niet) Blok 3 We hebben oor voor elkaar les 17 Les 17 Zo zeg je dat (niet) Doel blok 3: Leskern: Woordenschat: Materialen: Leerlingen leren belangrijke communicatieve vaardigheden, zoals verplaatsen in het gezichtspunt

Nadere informatie

A person who never made a mistake never tried anything new.

A person who never made a mistake never tried anything new. Beroepenproject klas 3 droomberoep A person who never made a mistake never tried anything new. Albert Einstein Naam:.. Klas:. Mentor:.. Schooljaar: 2016-2017 1 Als je droomt, is alles mogelijk. Een droomberoep

Nadere informatie

Luister- en kijkvaardigheid in de lessen Nederlands

Luister- en kijkvaardigheid in de lessen Nederlands Les Taalblad, Pendelaars Tekstsoort, publiek, niveau Informatieve en persuasieve tekst Onbekend publiek Structurerend niveau voor leesvaardigheid, beoordelend niveau voor luistervaardigheid Verwijzing

Nadere informatie

Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2

Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2 Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2 Voor wie? Voor jongeren (16+) of volwassenen (18+) die willen functioneren in informele alledaagse situaties. Hoe wordt er getoetst? Toetst alle vaardigheden apart:

Nadere informatie

Leerlijn domein mondelinge taalvaardigheid

Leerlijn domein mondelinge taalvaardigheid Leerlijn domein mondelinge taalvaardigheid Kerndoelen: 1. Leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie mondeling (of schriftelijk) gestructureerd weer te

Nadere informatie

Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken.

Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken. Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken. 2 5 Ik hoef niet aangespoord te worden om mijn taken te maken. Niemand hoeft mij te zeggen

Nadere informatie

Doorlopende leerlijn vaardigheden Duits ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per kernvaardigheid

Doorlopende leerlijn vaardigheden Duits ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per kernvaardigheid Doorlopende leerlijn vaardigheden Duits ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per kernvaardigheid Kernvaardigheden PO Onderbouw havo en vwo Tweede fase havo Tweede fase vwo 1. Leesvaardigheid

Nadere informatie

IK WIJZER. Ik wil graag weten wie ik ben

IK WIJZER. Ik wil graag weten wie ik ben IK WIJZER Ik wil graag weten wie ik ben Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Jouw uitslag... 4 Copyright DilemmaManager B.V. Pagina 2 van 8 1 Inleiding Hallo Ruben, Dit is de uitslag van jouw Ik-Wijzer.

Nadere informatie

Aan de slag met de Werk Ster!

Aan de slag met de Werk Ster! Aan de slag met de Werk Ster! Werk Ster Copyright EgberinkDeWinter 2013-2014 Werk Ster Stappen naar werk De Werk Ster helpt je duidelijk te krijgen waar jij op dit moment staat op weg naar werk. Je krijgt

Nadere informatie

Leerjaar 2: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A

Leerjaar 2: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A Leerjaar 2: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A Thema 11: Mijn vrije tijd besteden c: Kiezen van een vrijetijdsbesteding Thema 1 Introles De leerling benoemt clubs, verenigingen

Nadere informatie

T-TOOL BEROEPSGERICHTE VORMING. Mondelinge interactie STERKE SCHAKELS. Naam jongere:... Naam beoordelaar:...

T-TOOL BEROEPSGERICHTE VORMING. Mondelinge interactie STERKE SCHAKELS. Naam jongere:... Naam beoordelaar:... T-TOOL BEROEPSGERICHTE VORMING Naam jongere:... Naam beoordelaar:... Mondelinge interactie LUISTEREN Instructie begrijpen van leerkracht, medeleerling, begeleider Lk zegt: Maak de materialen proper en

Nadere informatie

Naam leerlingen. Groep BBL1 Engels. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen.

Naam leerlingen. Groep BBL1 Engels. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. Verdiepend Basisarrange ment Naam leerlingen Groep BBL1 Engels Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. - 3 keer per week 45 minuten basisdoelen toepassen in verdiepende contexten.

Nadere informatie

samenhang Kan een reeks kortere, op zichzelf staande eenvoudige elementen verbinden tot een samenhangende lineaire opeenvolging van punten.

samenhang Kan een reeks kortere, op zichzelf staande eenvoudige elementen verbinden tot een samenhangende lineaire opeenvolging van punten. Vaardigheid: Spreken Niveau: B1 Beheersingsniveau: Ik kan uitingen op een simpele manier aan elkaar verbinden, zodat ik ervaringen en gebeurtenissen, mijn dromen, verwachtingen en ambities kan beschrijven.

Nadere informatie

Stagewerkmap leerjaar 4

Stagewerkmap leerjaar 4 Stagewerkmap leerjaar 4 Naam leerling: Klas: Periode: 28-10-2019 t/m 8-11-2019 1 Inhoudsopgave Gegevens... 3 Verklarende woordenlijst... 4 Inleiding... 5 Tien gouden regels als je stage gaat lopen... 6

Nadere informatie

Instructieboek Koken. Voor de Mpower-coach

Instructieboek Koken. Voor de Mpower-coach Instructieboek Koken Voor de Mpower-coach juni 2014 Mpower-coach Instructieboek Versie 1.2014 blz. 2 Inhoud: Inhoudsopgave blz. 3 Mpower-coach blz. 5 Thema koken : blz. 7 Module 0: Beginnen met koken blz.

Nadere informatie

Google naar Instructieposter, kies daar goede voorbeelden uit (korte en krachtige teksten, afbeeldingen) die u in bij opdracht 2 kunt gebruiken 1.

Google naar Instructieposter, kies daar goede voorbeelden uit (korte en krachtige teksten, afbeeldingen) die u in bij opdracht 2 kunt gebruiken 1. Handleiding Les 1 Deze schrijfles is de derde waarin leerlingen oefenen in het genre instrueren. Het is een oefenles: leerlingen passen de schrijfstrategie KLUNS toe, die trouwens in deze les verkleind

Nadere informatie

Praktijkwerkboek AKA. Kopieën maken... 8 In deze opdracht maak je kopieën van documenten.

Praktijkwerkboek AKA. Kopieën maken... 8 In deze opdracht maak je kopieën van documenten. Praktijkwerkboek AKA Secretariaat 1 Inhoud In het onderdeel Secretariaat leer je uitgaande brieven en e-mails verzorgen en verschillende soorten kopieën maken. Je doet de opdrachten die hieronder vetgedrukt

Nadere informatie

Kijk op: www.nt2taalmenu.nl. nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs. Brieven schrijven

Kijk op: www.nt2taalmenu.nl. nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs. Brieven schrijven OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Solliciteren (2) Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? De sollicitatiebrief

Solliciteren (2) Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? De sollicitatiebrief Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over de sollicitatiebrief en het curriculum vitae (c.v.). Wat wordt er van je verwacht? Na het bestuderen van deze kaart kun je: vertellen wat je schrijft in

Nadere informatie

werkbladen, telefoons en opnametoestel

werkbladen, telefoons en opnametoestel DE BAAN OP! De jongeren organiseren zelf één of meerdere bedrijfsbezoeken. Ze verzamelen informatie over verschillende bedrijven en op basis hiervan kiezen ze met de hele klas het meest interessante bedrijf

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Antoniusschool Groep 5/6 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding: 1. Je kiest

Nadere informatie

LEREN LEREN LEREN. een overzicht met leerhulpjes voor de diverse vakgebieden. Hieronder kun je lezen over het leren/maken van:

LEREN LEREN LEREN. een overzicht met leerhulpjes voor de diverse vakgebieden. Hieronder kun je lezen over het leren/maken van: LEREN LEREN LEREN een overzicht met leerhulpjes voor de diverse vakgebieden Hieronder kun je lezen over het leren/maken van: 1. DICTEE 2. TAFELS 3. VRAGEN EN OPDRACHTEN 4. STUKKEN TEKST (bijv. hoofdstuk

Nadere informatie