Nederlands leren... hoe ver sta je? Naam:

Transcriptie

1 Nederlands leren... hoe ver sta je? Naam: Je leert elke dag Nederlands bij. Wat kan je al? Hieronder maak je een stand van zaken, met je docent. Deze taak is een speciale taak. Ze is niet in één-twee-drie klaar. Je bewaart ze vooraan in je map. Je bekijkt ze vaak samen met je docent en je werkt ze bij. Je doet dit op als de cursus een tijdje bezig is, en aan het einde van de cursus. Zo zie je hoeveel je al kan en hoeveel je hebt bijgeleerd. ja: betekent dat je de taak vlot kon maken nee: betekent dat je echt niet wist wat je moest doen om de taak goed te maken een beetje: betekent dat je de taak wel kon maken, maar met veel hulp. Je wil er toch nog verder op oefenen Nederlands lezen Ik kan het belangrijkste in een krantenartikeltje begrijpen (bijvoorbeeld in de taak Uitstel of afstel?) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan een keuze maken uit een menukaart (bijvoorbeeld in de taak Kies maar uit!) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan vinden welke apotheek wacht heeft (bijvoorbeeld in de taak Apotheek van wacht) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan het belangrijkste uit een folder begrijpen (bijvoorbeeld in de taak Tips voor de reiziger) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan snel gegevens zoeken (bijvoorbeeld in de taak Snel zoeken) nee een beetje ja nee een beetje ja

2 Nederlands lezen Naam: Ik kan etiketten op voedingsmiddelen lezen en begrijpen (bijv. in de taak Is dit nog wel goed?) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan instructies bij een curve begrijpen (bijvoorbeeld in de taak Gezond gewicht?) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan een wegbeschrijving volgen (bijvoorbeeld in de taak Zo geraak je er) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan instructies volgen over handlezen (bijvoorbeeld in de taak Handlezen) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan alle informatie op een doosje vitaminen begrijpen (bijvoorbeeld in de taak Vitamientjes) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan informatie uit een tekst gebruiken om iemand goede raad te geven (bijv. in de taak Vakantieplannen) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan een briefje begrijpen (bijvoorbeeld in de taak Niet thuis) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan informatie uit een brief gebruiken om een beslissing te nemen (bijvoorbeeld in de taak Oudercontact) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan een uitnodiging van het buurtcomité begrijpen (bijvoorbeeld in de taak Buurtfeest!) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan een oproep in de pers herkennen en begrijpen (bijvoorbeeld in de taak We hebben je nodig!) nee een beetje ja nee een beetje ja

3 Luisteren naar Nederlands Naam: Ik kan ongeveer verstaan waar een informatief radioprogramma over gaat (bijv. in Meisjes en wetenschap) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan in grote lijnen het nieuws volgen in het Nederlands (bijvoorbeeld in de taak Karrewiet) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan op TV een praatprogramma in het Nederlands in grote lijnen volgen (bijv. in de taak Praatprogramma) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan in grote lijnen verstaan waar een soap voor anderstaligen over gaat (bijv. Meer is altijd beter) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan ongeveer begrijpen waar een populair T.V.-programma over gaat (bijv. in de taak Man bijt hond) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan min of meer verstaan welk weer wordt voorspeld op de radio (bijv. in de taak Het KMI verwacht) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan stukken uit Nederlandstalige liedjes verstaan (bijv. in de taak En wat gebeurde er met Wim?) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan verkeersinformatie op de radio verstaan (bijvoorbeeld in de taak De federale politie meldt...) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan sommige details verstaan in een telefoongesprek (bijv. in de taak Is die herenfiets nog te koop?) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan min of meer verstaan waar reclame op radio of T.V. over gaat (bijv. in de taak Verrassende reclame) nee een beetje ja nee een beetje ja

4 Luisteren naar Nederlands Naam: Ik kan het advies van de dokter begrijpen en naleven (bijvoorbeeld in de taak Niet zo'n goed nieuws) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan instructies om een voorwerp te gebruiken begrijpen en uitvoeren (bijv. in Hoe werkt dit eigenlijk?) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan instructies om iets te tekenen uitvoeren (bijvoorbeeld in de taak Heb ik dat goed gehoord?) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan de beschrijving van een verkeersongeval begrijpen (bijvoorbeeld in de taak Een aanrijding!) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan een opsporingsbericht op de radio begrijpen (bijvoorbeeld in de taak Het opsporingsbericht) nee een beetje ja nee een beetje ja

5 Nederlands spreken Naam: Ik kan instructies geven om een leuke foto te nemen (bijvoorbeeld in de taak Lachen!) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan instructies geven over lichaamshouding (bijvoorbeeld in de taak Eén twee hup!) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan instructies geven om een tekening te maken (bijvoorbeeld in de taak Rarara wat staat er?) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan instructies geven om de weg te vinden in een doolhof (bijvoorbeeld in de taak De blindeman) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan spelregels uitleggen (bijvoorbeeld in de taak Het spelvoorstel) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan een voorstel doen aan een medecursist (bijvoorbeeld in de taak Doe je mee?) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan telefonisch een pizza bestellen (bijvoorbeeld in de taak Vandaag kook ik niet!) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan reageren op een uitnodiging (bijvoorbeeld in de taak Uitnodigingen) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan aan iemand een programma voorstellen dat ik leuk vind (bijvoorbeeld in de taak Tijd voor T.V.) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan aan iemand een programma voorstellen dat hij wel leuk zal vinden (bijv. in Tijd voor T.V.- profielen) nee een beetje ja nee een beetje ja

6 Nederlands spreken Naam: Ik kan mijn wensen over een droomreis vertellen (bijvoorbeeld in de taak Mijn droomreis) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan mij gepast uitdrukken tegen verschillende personen (bijvoorbeeld in de taak Hoe zou je het zeggen?) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan mij excuseren (bijvoorbeeld in de taak Oeps sorry) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan mij uitdrukken over toekomstige gebeurtenissen (bijvoorbeeld in de taak Handlezen) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan een goed gesprek voeren (bijvoorbeeld in de taak Vertel eens) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan op een beleefde manier een klacht formuleren (bijvoorbeeld in de taak Even gaan zeggen) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan een probleem formuleren (bijvoorbeeld in de taak Wat is het probleem?) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan uitspraken met takt formuleren (bijvoorbeeld in de taak Zeg het met takt) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan een beter moment afspreken (bijvoorbeeld in de taak Bij Plank Gas) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan met aandrang iets vragen (bijvoorbeeld in de taak Gesloten) nee een beetje ja nee een beetje ja

7 Nederlands spreken Naam: Ik kan een afspraak maken (bijvoorbeeld in de taak Wanneer kan het?) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan een telefoonnummer of adres vragen aan de inlichtingen (bijvoorbeeld in de taak 1207) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan een mening geven over woonplaatsen (bijvoorbeeld in de taak Hier en ginder) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan telefonisch informatie vragen over een advertentie (bijvoorbeeld in de taak Koopjes op wielen) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan informatie geven en vragen in een vraaggesprek over het uiterlijk van iemand (bijv. in Wie is het?) nee een beetje ja nee een beetje ja

8 Nederlands schrijven Naam: Ik kan informatie geven op een formulier van de gemeente (bijvoorbeeld in de taak Een probleem melden) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan informatie geven in een persoonlijke brief (bijvoorbeeld in de taak Met vriendelijke groet) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan een telefonische boodschap noteren op een briefje (bijvoorbeeld in de taak Memo) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan informatie vragen en geven op het prikbord in de klas (bijvoorbeeld in de taak Prik op het prikbord) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan in het Nederlands chatten op de computer (bijvoorbeeld in de taak Chatten) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan een beschrijving geven van mezelf voor het fotoboek van de klas (bijv. in de taak Het fotoboek) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan een beschrijving geven van iemand (bijvoorbeeld in de taak Opsporing verzocht) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan een beschrijving geven van iets dat ik verloren heb (bijvoorbeeld in de taak Verloren voorwerpen) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan voor een afwezige medecursist beschrijven wat er in de les is gebeurd (bijv. in de taak Buddy) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan een advertentie schrijven voor het prikbord in de supermarkt (bijvoorbeeld in de taak Gratis pups) nee een beetje ja nee een beetje ja

9 Nederlands schrijven Naam: Ik kan snel opschrijven wat belangrijk is voor een wedstrijd op de radio (bijv. in de taak Een diner voor 2) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan een boodschappenlijstje maken (bijvoorbeeld in de taak Boodschappen doen voor de picknick) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan voor mezelf een lijstje maken van wat er in mijn portefeuille zit (bijv. in de taak Portefeuille kwijt) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan een boodschap voor mezelf noteren (bijvoorbeeld in de taak Voice mail) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan een nieuw recept noteren (bijvoorbeeld in de taak Broodje fantasie) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan gerechten en prijzen noteren zodat ik met mijn vrienden kan overleggen naar welk restaurant we gaan (bijvoorbeeld in de taak Wat staat er op het menu?) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan noteren wanneer ik Nederlands nodig heb en er dan over spreken (bijv.waar gebruik jij Nederlands?) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan voor mezelf notities maken om me voor te bereiden op een sollicitatiegesprek (bijv. in Zappyland) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan notities maken voor mezelf ter voorbereiding van een gesprek met mijn docent (bijv. in Onder 4 ogen) nee een beetje ja nee een beetje ja Ik kan schriftelijk een gesprek voorbereiden om een vakantie te reserveren (bijv. in Vlaanderen vakantieland) nee een beetje ja nee een beetje ja