Talenpaspoort Checklist

Transcriptie

1 Talenpaspoort Checklist

2 Deze checklist is van: Naam: Klas: Taal: Bogaers 2 TALENINSTITUUT B.V. Groenstraat LL Tilburg Tel info@bogaerstalen.nl

3 Zo gebruik je deze checklist Vul vòòr het talentraject de vaardigheden in die je reeds beheerst. Tegen het einde van het lesprogramma vul je de behaalde doelen in. Laat dit je docent verifiëren. Zo zie je precies de vorderingen en je behaalde prestaties! Deze checklist bevat de onderstaande onderdelen: Luisteren Lezen Spreken Schrijven Verder is deze checklist onderverdeeld in de volgende nieveaus: Niveau A1 Niveau A2 Niveau B1 Niveau B2 Niveau C1 Niveau C2 SUCCES! 3

4 Checklist Portfolio Niveau A1 q q 1 iemand begrijpen als hij langzaam en duidelijk spreekt. q q q q 2. korte, eenvoudige aanwijzingen die voor mij q q bedoeld zijn begrijpen. q q 3. het weerbericht op tv begrijpen. q q q q 4. begrijpen waar liedjes in de vreemde taal over gaan. q q q q 5. eenvoudige gesprekjes volgen q q q q 6. eenvoudige interviews met zangers, filmsterren q q en andere bekende mensen begrijpen. q q 7. mijn docent begrijpen als hij/zij in de klas de q q vreemde taal gebruikt. q q 8. de telefoon opnemen en begrijpen met wie de q q beller wil spreken. q q 9. eenvoudige aankondigingen in winkels en op het q q station of vliegveld begrijpen. q q 10. eenvoudige mondelinge instructies bij q q computerprogramma s begrijpen. Als je 8 van de 10 doelen bereikt hebt, beheers je A1 niveau voor dit onderdeel. A1 Luisteren A1 Lezen q q 1. teksten begrijpen, die uit korte zinnen bestaan waarin q q veel bekende namen en woorden voorkomen. q q 2. eenvoudige briefjes, kaartjes of s lezen. q q q q 3. eenvoudige opschriften in alledaagse situaties q q (winkels en op straat) herkennen. q q 4. met behulp van plaatjes de inhoud van eenvoudige q q folders en brochures begrijpen. q q 5. korte eenvoudige geschreven instructies begrijpen. q q q q 6. eenvoudige verhaaltjes lezen q q Als je 5 van de 6 doelen bereikt hebt, beheers je A1 niveau voor dit onderdeel. 4

5 A1 Spreken q q 1. eenvoudige vragen stellen over bekende q q onderwerpen en antwoord geven. q q 2. groeten en afscheid nemen. q q q q 3. vragen hoe het met iemand gaat en reageren als mij q q gevraagd wordt hoe het met me gaat. q q 4. alledaagse uitdrukkingen begrijpen als ze langzaam q q en duidelijk worden gesproken iemand die er rekening mee houdt dat ik de taal niet zo goed kan. q q 5. mensen iets vragen en mensen iets aanbieden. q q q q 6. korte, eenvoudige, duidelijk geformuleerde vragen q q en aanwijzingen die voor mij bedoeld zijn begrijpen en uitvoeren. q q 7. de tijd noemen met behulp van uitdrukkingen als q q volgende week, afgelopen vrijdag, in november, drie uur. q q 8. vragen stellen en beantwoorden over mezelf en q q andere mensen, waar ze wonen, hun vrienden, de dingen die ze bezitten. q q 9. in een interview antwoord geven op vragen over q q persoonlijke dingen als ze langzaam, duidelijk en in eenvoudige taal gesteld zijn. q q 10. op eenvoudige vragen antwoorden iets of q q iemand aan te wijzen. Als je 8 van de 10 doelen bereikt hebt, beheers je A1 niveau voor dit onderdeel. A1 Schrijven q q 1. een kort briefje, kaart of schrijven. q q q q 2. persoonlijke gegevens invullen op formulieren q q bijvoorbeeld als ik in een hotel of op een camping overnacht. q q 3. eenvoudige zinnen schrijven over mezelf. q q q q 4. een kort verhaaltje schrijven over een zelf q q bedacht onderwerp. Als je 3 van de 4 doelen bereikt hebt, beheers je A1 niveau voor dit onderdeel. 5

6 Checklist Portfolio Niveau A2 q q 1. zinnen en uitdrukkingen begrijpen die gaan over zaken q q als persoonlijke gegevens, gezin, winkelen, woonplaats, enz. q q 2. begrijpen wat er tegen mij gezegd wordt, als er maar q q duidelijk en langzaam gesproken wordt. q q 3. korte en eenvoudige mededelingen en aankondigingen q q begrijpen. q q 4. eenvoudige aanwijzingen begrijpen om te voet of met q q openbaar vervoer van A naar B te komen. q q 5. de belangrijkste informatie uit korte luisterteksten q q begrijpen als ik vooraf ongeveer weet waarover het gaat en er langzaam en duidelijk wordt gesproken. q q 6. de hoofdzaken van het tv-nieuws begrijpen als er q q ook beelden van gebeurtenissen getoond worden. q q 7. de betekenis van onbekende woorden raden, als ik q q ongeveer weet waarover de hele tekst gaat. Als je 5 van de 7 doelen bereikt hebt, beheers je A2 niveau voor dit onderdeel. 6 A2 Luisteren A2 Lezen q q 1. korte eenvoudige teksten begrijpen, waarin veel q q voorkomende en internationale woorden staan. q q 2. eenvoudige teksten begrijpen over bekende onderwerpen q q of onderwerpen die met school of werk te maken hebben. q q 3. korte eenvoudige persoonlijke brieven begrijpen. q q q q 4. eenvoudige standaardbrieven, faxen en s over q q bekende onderwerpen begrijpen. q q 5. opschriften en waarschuwingsborden begrijpen, q q op straat, in restaurants, op stations, enz. q q 6. specifieke informatie opzoeken in lijsten en q q telefoonboeken. q q 7. de belangrijkste informatie opzoeken in advertenties, q q menu s, dienstregelingen, brochures enz. als ik vooraf ongeveer weet waarover het gaat. (Vervolg op volgende pagina)

7 A2 Lezen (vervolg) q q 8. specifieke informatie vinden in brieven, brochures, q q krantenartikelen, waarin gebeurtenissen worden beschreven. q q 9. voorschriften (bijv. in verband met veiligheid) q q begrijpen als ze in eenvoudige taal gesteld zijn. q q 10. de betekenis van onbekende woorden raden, als ik q q weet waarover de hele tekst gaat. A2 Spreken q q 1. een gesprek beginnen, gaande houden en afsluiten. q q q q 2. zeggen wat ik lekker, leuk en fijn vind en wat niet. q q q q 3. iemand uitnodigen en op uitnodigingen al dan niet q q ingaan. q q 4. iemand op een beleefde manier begroeten of q q aanspreken. q q 5. aangeven hoe ik me voel. q q q q 6. sociale contacten onderhouden, begroeten, afscheid q q nemen en bedanken. q q 7. deelnemen aan korte gesprekken over onderwerpen q q die me interesseren in alledaagse situaties. q q 8. met anderen bespreken wat we gaan doen, waar we q q heen gaan en afspraken maken waar we elkaar ontmoeten. q q 9. zeggen dat ik het ergens mee eens of oneens ben. q q q q 10. mijn mening geven over praktische zaken wanneer mij q q dat wordt gevraagd, als iemand mij helpt bij het formuleren van het antwoord. q q 11. in een discussie om aandacht vragen. q q q q 12. iets kopen of bestellen en naar de prijs vragen. q q q q 13. vragen stellen en vertellen over vrije tijd en dingen q q die ik vroeger gedaan heb. q q 14. met behulp van een kaart of plattegrond aanwijzingen q q geven en vragen. q q 15. met behulp van gebaren duidelijk maken wat ik wil q q als ik het juiste woord niet kan vinden. Als je 8 van de 10 doelen bereikt hebt, beheers je A2 niveau voor dit onderdeel. Als je 12 van de 15 doelen bereikt hebt, beheers je A2 niveau voor dit onderdeel. 7

8 A2 Schrijven q q 1. eenvoudige persoonlijke briefjes schrijven om te q q bedanken en mij te verontschuldigen. q q 2. een korte (bijv. telefonische) mededeling van iemand q q anders opschrijven als ik om herhaling kan vragen. q q 3. een korte eenvoudige memo schrijven over zaken die q q belangrijk zijn. q q 4. een paar eenvoudige zinnen schrijven over mijn q q gezinssituatie, mijn woonomgeving en school waar ik op zit. q q 5. een korte eenvoudige biografie of een eenvoudig q q gedicht over een denkbeeldig persoon schrijven. q q 6. een korte beschrijving geven van wat er gebeurd is, q q wat ik heb gedaan en heb meegemaakt. q q 7. een kort verhaal schrijven in samenhangende zinnen q q over alledaagse dingen in mijn omgeving. Als je 5 van de 7 doelen bereikt hebt, beheers je A2 niveau voor dit onderdeel. 8

9 Checklist Portfolio Niveau B1 B1 Luisteren q q 1. de hoofdzaak een kort verhaal begrijpen dat iemand q q vertelt, wanneer hij daarbij duidelijk spreekt. q q 2. feitelijke informatie over alledaagse zaken begrijpen, q q zoals school, werk en vrije tijd als de spreker de standaardtaal gebruikt (geen accent). q q 3. als toehoorder een verhaal over voor mij bekende q q onderwerpen begrijpen, als er duidelijk wordt gesproken en het verhaal goed is opgebouwd. q q 4. gedetailleerde aanwijzingen begrijpen. q q q q 5. iemand begrijpen, die eenvoudige technische informatie q q geeft over het gebruik van alledaagse apparaten. q q 6. de hoofdzaken van nieuwsuitzendingen op de radio q q begrijpen, als het over bekende onderwerpen gaat en er tamelijk langzaam en duidelijk gesproken wordt. q q 7. begrijpen waarover het gaat, als ik naar radio- q q uitzendingen of opgenomen materiaal in het algemeen luister over onderwerpen die mij interesseren en die zonder een sterk accent worden gesproken. q q 8. films volgen als het verhaal beeld en actie duidelijk q q wordt en de taal niet te moeilijk is. q q 9. een groot deel van veel tv-programma s waaronder q q interviews en actualiteitenrubrieken begrijpen, over onderwerpen die mij interesseren, als die duidelijk en helder gepresenteerd worden. q q 10. de betekenis van onbekende woorden raden, als het q q onderwerp van de tekst mij interesseert. Als je 8 van de 10 doelen bereikt hebt, beheers je B1 niveau voor dit onderdeel. B1 Lezen q q 1. feitelijke teksten over onderwerpen op mijn vakgebied q q of interessegebied in voldoende mate begrijpen. q q 2. de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en q q wensen in persoonlijke brieven begrijpen. (Vervolg op volgende pagina) 9

10 10 B1 Lezen (vervolg) q q 3. de belangrijkste informatie halen uit brieven, q q brochures en korte officiële documenten. q q 4. specifieke informatie opzoeken in langere teksten q q en informatie verzamelen uit verschillende teksten bijvoorbeeld ten behoeve van een project. q q 5. hoofdpunten herkennen in krantenartikelen over q q bekende onderwerpen. q q 6. de belangrijkste argumenten en hoofdconclusies q q herkennen in duidelijk opgebouwde teksten. q q 7. duidelijk geschreven gebruiksaanwijzingen en q q handleidingen begrijpen. q q 8. de betekenis van onbekende woorden raden, als het q q onderwerp van de tekst mij interesseert. Als je 6 van de 8 doelen bereikt hebt, beheers je B1 niveau voor dit onderdeel. B1 Spreken q q 1. mijn gesprekspartner in gesprekken over alledaagse onder- q q werpen begrijpen als hij duidelijk spreekt, maar ik moet soms wel om herhaling van bepaalde woorden of uitdrukkingen vragen. q q 2. onvoorbereid aan een gesprek over bekende q q onderwerpen deelnemen. q q 3. zeggen dat ik verrast, blij, bedroefd of onverschillig q q ben en daarop reageren als anderen dat zijn. q q 4. aan een gesprek of discussie deelnemen, maar heb q q soms moeite om precies te zeggen wat ik bedoel. q q 5. over boeken, films, muziek en dergelijke met anderen q q van gedachten wisselen. q q 6. iets op een andere manier uitdrukken als mijn q q gesprekspartner mij niet begrijpt. q q 7. iemand vragen om te verduidelijken wat er net gezegd is. q q q q 8. op een beleefde wijze mijn mening, overtuiging, q q instemming en afkeur uitdrukken. q q 9. mij in minder voorspelbare situaties in winkels, q q banken e.d. redden en iets waarover ik ontevreden ben ruilen of mijn beklag doen. q q 10. een kort verhaal, artikel, gesprek of discussie q q samenvatten en op detailvragen van anderen reageren. Als je 8 van de 10 doelen bereikt hebt, beheers je B1 niveau voor dit onderdeel.

11 B1 Schrijven q q 1. persoonlijke briefjes schrijven waarin ik iets nieuws q q meedeel en mijn mening over onderwerpen als muziek en films geef. q q 2. redelijk gedetailleerde persoonlijke brieven schrijven q q over ervaringen, gevoelens en gebeurtenissen. q q 3. een (bijv. telefonisch) mededelingen van iemand anders q q opschrijven, waarin om inlichtingen wordt gevraagd of waarin problemen worden uitgelegd. q q 4. memo s schrijven over zaken die belangrijk zijn voor q q vrienden, dienstverleners, docenten en anderen, waarin ik de belangrijkste punten op een begrijpelijke manier kan duidelijk maken. q q 5. een verslag maken van ervaringen en gevoelens in q q een eenvoudige, maar samenhangende tekst. q q 6. eenvoudige gedetailleerde beschrijvingen maken over q q een groot aantal bekende onderwerpen, die mijn belangstelling hebben. q q 7. een verslag schrijven bijvoorbeeld van een echte of q q denkbeeldige reis. q q 8. korte rapporten schrijven in een standaardformaat q q waarin feitelijke informatie en actiepunten worden aangegeven. q q 9. eenvoudige opstellen schrijven over onderwerpen die q q mij interesseren. q q 10. met enig zelfvertrouwen verzamelde feitelijke informatie q q over bekende en minder bekende zaken samenvatten, er over rapporteren en er een mening over geven. Als je 8 van de 10 doelen bereikt hebt, beheers je B1 niveau voor dit onderdeel. 11

12 Checklist Portfolio Niveau B2 12 B2 Luisteren q q 1. live-gesproken of opgenomen teksten in de standaardtaal q q (geen dialect) over minder bekende onderwerpen en over specifieke onderwerpen in het eigen vakgebied begrijpen. q q 2. een ingewikkeld betoog volgen als ik met het onder- q q werp ver trouwd ben en het goed is opgebouwd. q q 3. de hoofdzaken van lezingen, voordrachten en verslagen q q over vakspecifieke onderwerpen volgen ook als de argumentatie en het taalgebruik ingewikkeld zijn. q q 4. aankondigingen en mededelingen begrijpen over q q concrete en abstracte onderwerpen die in standaardtaal en normaal tempo gesproken worden. q q 5. de meeste radio en tv-programma s waaronder q q documentaires, actualiteitenrubrieken, talkshows en films volgen als de standaardtaal wordt gesproken. q q 6. met behulp van strategieën (zoals het herkennen van q q hoofd- en bijzaken en het gebruik van aanwijzingen in de context) allerlei teksten beter begrijpen. Als je 8 van de 10 doelen bereikt hebt, beheers je B2 niveau voor dit onderdeel. B2 Lezen q q 1. zelfstandig een tekst lezen waarbij ik mijn manier van q q lezen en de leessnelheid aanpas aan het soort tekst en het leesdoel. q q 2. selectief gebruik maken van woordenboeken om niet q q vaak voorkomende woorden op te zoeken. q q 3. brieven over onderwerpen die mij interesseren lezen q q en er snel de belangrijkste informatie uit halen. q q 4. snel relevante details in lange en ingewikkelde q q teksten opzoeken. q q 5. bij allerlei soorten nieuwsberichten, artikelen of q q verslagen snel bepalen of het de moeite waard is deze nader te bestuderen. q q 6. artikelen en verslagen begrijpen over hedendaagse pro- q q blemen waarin de schrijvers bepaalde standpunten innemen. (Vervolg op volgende pagina)

13 B2 Lezen (vervolg) q q 7. artikelen over heel specifieke onderwerpen begrijpen q q als ik een woordenboek mag gebruiken. q q 8. met behulp van strategieën (zoals het herkennen van q q hoofd- en bijzaken en het gebruik van aanwijzingen in de context) allerlei teksten beter begrijpen. Als je 6 van de 8 doelen bereikt hebt, beheers je B2 niveau voor dit onderdeel. B2 Spreken q q 1. aan gesprekken deelnemen over algemene onderwerpen q q en mijn gesprekspartners goed begrijpen als zij de standaardtaal spreken, zelfs als er veel achtergrondlawaai is. q q 2. aan een gesprek met meer sprekers van de taal q q deelnemen als zij in hun taalgebruik rekening met mij houden. q q 3. contacten met sprekers van de taal onderhouden, q q waarbij ik mij niet belachelijk maak of irritaties oproep. q q 4. afhankelijk van de situatie mij gevoelens over q q gebeurtenissen die mij raken onder woorden brengen. q q 5. in discussie gaan met gesprekspartners en daarbij mijn q q meningen en ideeën duidelijk naar voren brengen en argumenten noemen. q q 6. een probleem helder uiteenzetten en daarbij oorzaken q q en gevolgen, voor- en nadelen of verschillende oplossingen ter overweging bieden. q q 7. in discussie gaan over zaken als een onterechte q q bekeuring of beschuldiging. q q 8. een probleem uitleggen en duidelijk maken dat ik recht q q heb op genoegdoening of compensatie. q q 9. informatie en argumenten uit verschillende bronnen q q samenvatten en erover rapporteren. q q 10. complexe informatie en adviezen uitwisselen over alles q q wat mijn werk betreft. q q 11. vaste uitdrukkingen gebruiken om tijd te winnen en aan q q het woord te blijven. q q 12. een discussie over een vertrouwd onderwerp in goede q q banen leiden te laten merken dat ik het begrepen heb en anderen uit te nodigen deel te nemen. Als je 10 van de 12 doelen bereikt hebt, beheers je B2 niveau voor dit onderdeel. 13

14 B2 Schrijven q q 1. informatie en meningen duidelijk onder woorden q q brengen en ingaan op de meningen van anderen. q q 2. mijn gevoelens over gebeurtenissen die mij raken q q onder woorden brengen en commentaar geven op hetgeen de schrijver van een tekst mij meedeelt. q q 3. heldere en gedetailleerde teksten schrijven over q q verschillende onderwerpen waarvoor ik mij interesseer en daarbij informatie en argumenten uit verschillende bronnen samenvatten en op hun waarde schatten. q q 4. een recensie schrijven over een boek, film of q q toneelstuk. q q 5. heldere gedetailleerde beschrijvingen geven van echte q q of verzonnen gebeurtenissen en ervaringen waarbij ik een samenhangende tekst schrijf en waarbij ik rekening houd met het soort tekst (essay, brief, verslag, etc.) q q 6. een essay of verslag schrijven waarbij ik een q q redenering opbouw en argumenten vóór en tegen een specifiek standpunt geef en voor en nadelen van verschillende mogelijkheden uiteenzet. q q 7. informatie en argumenten uit verschillende q q bronnen samenvatten. Als je 5 van de 7 doelen bereikt hebt, beheers je B2 niveau voor dit onderdeel. 14

15 Checklist Portfolio Niveau C1 Het C1-niveau is een heel hoog niveau. Je moet dan de taal wel heel goed beheersen. In het algemeen kun je zeggen dat je het niveau alleen voor luisteren en lezen kunt bereiken en je een hoog cijfer op havo of vwo moet hebben om dit niveau te halen. C1 Luisteren q q 1. iemand die langer aan het woord is in voldoende mate q q begrijpen als deze spreekt over abstracte en complexe onderwerpen die buiten mijn eigen vakgebied liggen, waarbij ik af en toe om verheldering moet vragen als met een mij onbekend accent wordt gesproken. q q 2. een betoog volgen ook als het niet zo duidelijk q q gestructureerd is en veel informatie impliciet blijft. q q 3. een groot aantal idiomatische uitdrukkingen en q q stilistische wendingen in een betoog herkennen. q q 4. lezingen, discussies en debatten redelijk gemakkelijk volgen. q q q q 5. specifieke aankondigingen en mededelingen in q q openbare ruimten als stadions begrijpen, ook als de geluidskwaliteit slecht is. q q 6. complexe technische informatie, zoals van een q q telefonische helpdesk, begrijpen. q q 7. de meeste radio- en tv-programma s waaronder q q documentaires, actualiteitenrubrieken, talkshows en films volgen, ook als er geen standaardtaal wordt gesproken. q q 8. heel goed gebruik maken van allerlei contextinformatie q q om conclusies te trekken met betrekking tot de houding, stemming en bedoeling van de spreker en te voorspellen wat hij zal gaan zeggen. Als je 6 van de 8 doelen bereikt hebt, beheers je C1 niveau voor dit onderdeel. C1 Lezen 3. heel goed gebruik maken van contextinformatie om conclusies te trekken met betrekking tot de houding, stemming en bedoeling van de schrijver en het vervolg te voorspellen. Als je 2 van de 3 doelen bereikt hebt, beheers je C1 niveau voor dit onderdeel. q q 1. lange en complexe teksten tot in detail begrijpen, q q zowel op het eigen vakgebied als erbuiten, als ik moeilijke passages kan herlezen. q q 2. alle brieven lezen als ik af en toe een woordenboek q q kan raadplegen. q q q q 15

16 16 C1 Spreken q q 1. iemand die langer aan het woord is tot in detail q q begrijpen als deze spreekt over abstracte en complexe onderwerpen die buiten mijn eigen vakgebied liggen, waarbij ik af en toe om verheldering moet vragen als met een mij onbekend accent wordt gesproken. q q 2. gemakkelijk aan ingewikkelde gesprekken, q q groepsdiscussies en debatten tussen meer sprekers van de taal deelnemen ook als het over abstracte en ingewikkelde onderwerpen gaat. q q 3. in gezelschap de taal soepel en effectief gebruiken, q q toespelingen maken en anderszins onderhoudend zijn. q q 4. een officieel standpunt op overtuigende wijze naar q q voren brengen en op een vloeiende, spontane en passende manier reageren op vragen en opmerkingen. q q 5. onvoorbereid deelnemen aan een interview als q q interviewer of geïnterviewde, waarbij ik ook op onverwachte situaties passend reageer. q q 6. passende strategieën gebruiken om het woord te krijgen, q q tijd te winnen en aan het woord te blijven in een discussie. q q 7. op een handige manier mijn bijdrage aan de discussie q q met die van anderen in verband brengen. Als je 5 van de 7 doelen bereikt hebt, beheers je C1 niveau voor dit onderdeel. C1 Schrijven q q 1. helder en precies formuleren en mijn stijl aan de q q doelgroep aanpassen. q q 2. in persoonlijke correspondentie de taal soepel en q q effectief gebruiken, toespelingen maken en anderszins onderhoudend zijn. q q 3. duidelijke goed gestructureerde teksten schrijven over q q complexe onderwerpen waarbij ik belangrijke punten naar voren haal, meningen uitvoerig onderbouw met argumenten, voorbeelden geef en met een passende conclusie afsluit. q q 4. duidelijke en goed gestructureerde teksten schrijven q q in een zelfverzekerde, persoonlijk en natuurlijke stijl, waarbij ik rekening houd met de lezer. Als je 3 van de 4 doelen bereikt hebt, beheers je C1 niveau voor dit onderdeel.

17 Checklist Portfolio Niveau C2 Het niveau C2 is hier voor de volledigheid vermeld. Het is echter een zo hoog niveau dat je bijna net zo goed de vreemde taal beheerst als het Nederlands en je dus vrijwel tweetalig bent. Voor dit niveau vermelden we alleen de algemene niveaubeschrijving. C2 Luisteren q q Ik heb geen problemen met het begrijpen van de gesproken q q taal, in welke vorm dan ook, hetzij in direct contact, hetzij via de radio, zelfs niet wanneer het normale spreektempo wordt gebruikt, aangenomen dat ik enige tijd heb om vertrouwd te raken met het accent. C2 Lezen q q moeiteloos vrijwel alle vormen van de geschreven q q taal lezen, inclusief abstracte, structurele of linguïstische teksten, zoals handleidingen, gespecialiseerde artikelen en literaire werken. C2 Spreken q q zonder moeite deelnemen aan welk gesprek of q q discussie dan ook en ben zeer vertrouwd met idiomatische uitdrukkingen en spreektaal. mezelf vloeiend uitdrukken en de fijnere betekenisnuances precies weergeven. Als ik een probleem tegenkom kan ik mijn betoog zo herstructureren dat andere mensen het nauwelijks merken. C2 Schrijven q q een duidelijke en vloeiend lopende tekst in een gepaste q q stijl schrijven. complexe brieven, verslagen of artikelen schrijven waarin ik een zaak weergeef in een effectieve, logische structuur zodat de lezer de belangrijke punten kan opmerken en onthouden. samenvattingen en kritieken op professionele of literaire werken schrijven. 17

18 Bogaers TALENINSTITUUT B.V. Groenstraat LL Tilburg Tel