WET MILIEUBEHEER Beschikking Revisievergunning

Transcriptie

1 WET MILIEUBEHEER Beschikking Revisievergunning Datum Nummer aanvraag Gegevens aanvrager Naam aanvrager Adres Postbus Postcode en plaats Gegevens inrichting Naam inrichting Adres Postcode en plaats Aard van de inrichting 28 februari Prorail B.V. Postbus CP Rotterdam Prorail B.V. Nabij Stationsplein Alphen aan den Rijn Alphen aan den Rijn Spoorwegemplacement

2

3 INHOUD 1 BEGRIPPENLIJST 3 2 CONSIDERANS De Omgevingsdienst West-Holland Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Inleiding Omschrijving van de inrichting en de omgeving Aanvraag Bevoegd gezag en ontvankelijkheid van de aanvraag MER Beoordeling van de aanvraag Huidige vergunningen en meldingen Procedure en coördinatie Van toepassing zijnde regels, beleid en afspraken Bij de beslissing betrokken onderwerpen Zienswijzen 11 Wijzigingen ten opzichte van de ontwerpbeschikking 12 3 CONCLUSIE 12 4 BESCHIKKING 13 5 VOORSCHRIFTEN Geluid en trillingen 14 I ProrailB.V. Pagina 2 van 15

4 1 BEGRIPPENLIJST ACTIVITEITENBESLUIT Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. Awb Algemene wet bestuursrecht. BESTE BESCHIKBARE TECHNIEKEN In het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu worden aan de vergunning de voorschriften verbonden, die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk- bij voorkeur bij de bron - te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast. BEVOEGD GEZAG Bestuursorgaan dat bevoegd is tot het geven van een beschikking of het nemen van een ander besluit. Bor Besluit omgevingsrecht, Besluit van 25 maart 2010, houdende regels ter uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Ivb Inrichting- en vergunningenbesluit. LANGTIJDGEMIDDELD BEOORDELINGSNIVEAU (L ArLT ) Het gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse in de loop van een bepaalde periode optredende geluid, waarbij tevens rekening wordt gehouden met de afzonderlijke geluidsbij dragen tijdens de verschillende bedrijfstoestanden van de inrichting, alsmede het karakter van het geluid (impulsachtig, tonaal, muziek) en variaties van het immissieniveau als gevolg van verschillende weersomstandigheden (meteocorrectie), vastgesteld overeenkomstig de "Handleiding meten en rekenen industrielawaai, 1999". OMGEVINGSDIENST Het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst West-Holland. Postadres: Postbus 159, 2300 AD Leiden. Bezoekadres: Schipholweg 128 te Leiden. Tel. (071) , telefax (071) REFERENTIE(GELUIDS)NIVEAU De hoogste waarde van de onder a. en b. genoemde geluidsniveaus, bepaald overeenkomstig het "Besluit bepaling referentieniveau-periode" (Staatscourant 1982, nr. 162); a. het geluidsniveau, uitgedrukt in db(a), dat gemeten over een bepaalde periode gedurende 95% van de tijd wordt overschreden, exclusief de bijdrage van de inrichting zelf; b. het optredende equivalente geluidsniveau (L Aeq ), veroorzaakt door wegverkeerbronnen, minus 10 db(a), met dien verstande dat voor de nachtperiode van tot uur alleen wegverkeerbronnen in rekening mogen worden gebracht met een intensiteit van meer dan 500 motorvoertuigen gedurende die periode. TRILLING De effectieve waarde van de gewogen trillinggrootheid, gemeten en beoordeeld overeenkomstig de meet- en beoordelingsrichtlijn "SBR-richtlijn deel B" (Hinder voor personen in gebouwen, uitgave augustus 2002) van de Stichting Bouwresearch Rotterdam (SBR). Prorail B.V. Pagina 3 van 15

5 Wabo Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Wm Wet milieubeheer. WONING Een gebouw of deel van een gebouw dat voor bewoning gebruikt wordt of daartoe is bestemd. Voor zover een DIN-, NVN-, NEN-, NEN-EN- of NEN-ISO-norm of richtlijn, waarnaar in een voorschrift verwezen wordt, betrekking heeft op de uitvoering van gebouwen, constructies, toestellen en apparaten, wordt bedoeld de voor de datum waarop deze vergunning van kracht is geworden, laatst uitgegeven norm of richtlijn met de daarop tot die datum uitgegeven aanvullingen of correctiebladen, dan wel voor zover het op voornoemde datum reeds bestaande gebouwen, constructies, toestellen en apparaten betreft - de norm of richtlijn die bij de aanleg en/of installatie van die gebouwen, constructies, toestellen en apparaten is toegepast, tenzij in het voorschrift anders is bepaald. Prorail B.V. Pagina 4 van 15

6 2 CONSIDERANS 2.1 De Omgevingsdienst West-Holland De Omgevingsdienst West-Holland voert de milieutaken uit namens de gemeente Alphen aan den Rijn. De taken en bevoegdheden van de Omgevingsdienst zijn vastgelegd in de Regeling Omgevingsdienst West-Holland en het bijbehorend mandaat. Deze regeling is op te vragen bij de Omgevingsdienst. 2.2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) in werking getreden. Op basis van Artikel 2.1, eerste lid onder e van de Wabo is het verboden zonder vergunning een inrichting op te richten, te veranderen of in werking te hebben. Op grond van artikel 1.2 van de Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, is op de voorbereiding en vaststelling van een beschikking op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e Wabo, ingediend voor 1 oktober 2010, het recht zoals dat gold onmiddellijk voor 1 oktober 2010 van toepassing. Dit tot het moment van onherroepelijk worden van de vergunning. Op dat moment wordt de onherroepelijke vergunning gelijkgesteld met een omgevingsvergunning voor de betrokken activiteit. De in deze beschikking weergegeven juridische kaders zijn dan ook - voor wat betreft de periode voor het onherroepelijk worden van de vergunning - een weergave van het recht zoals dat gold onmiddellijk voor 1 oktober Inleiding Op 30 september 2010 heeft Prorail B.V. een aanvraag ingediend voor een vergunning krachtens de Wet milieubeheer (Wm), ook wel milieuvergunning genoemd. De aanvraag heeft betrekking op het veranderen van de inrichting (een spoorwegemplacement) zodanig dat een nieuwe, de gehele inrichting omvattende revisievergunning nodig is. De verandering betreft het veranderen van de lay out van de sporen, het veranderen van de inrichtingsgrenzen en het aanpassen van de representatieve bedrijfssituatie (RBS). Verder zijn de activiteiten in de werkplaats beëindigd maar Prorail geeft aan dat deze werkplaats wel later weer in gebruik kan worden genomen. Bij de bepaling van de treinenloop is uitgegaan van de situatie met werkplaats. 2.4 Omschrijving van de inrichting en de omgeving De inrichting ligt in Alpen aan den Rijn gedeeltelijk op een bedrijventerrein, maar ook nabij woningen. De meest nabij gelegen woning van derden ligt op een afstand van ca. 25 meter van de inrichtingsgrens. Het betreft een spoorwegemplacement in het baanvak Utrecht-Leiden. Het emplacement wordt voornamelijk gebruikt voor het rangeren van reizigerstreinen. Ten behoeve van de bediening van het bedrijf Electrolux wordt ook meerdere keren per dag met goederentreinen gerangeerd. Prorail B.V. Pagina 5 van 15

7 Het industriegebied is aangewezen als geluidgezoneerd terrein. Het emplacement ligt daardoor gedeeltelijk op gezoneerd terrein. De inrichting is gelegen nabij het Stationsplein, gemeente Alphen aan den Rijn, kadastraal bekend sectie A, nummers Aanvraag De volgende hoofdactiviteit is aangevraagd: spoorwegemplacement. De aangevraagde activiteit is genoemd in bijlage 1, onderdeel C categorie 14.1 van het Bor. Hierdoor wordt de inrichting aangemerkt als zijnde een inrichting type C in de zin van het Activiteitenbesluit en is daarom vergunningplichtig. Dit houdt in dat naast de vergunningplicht bepaalde onderdelen van het Activiteitenbesluit van toepassing zijn. De IPPC-richtlijn (richtlijn 2008/1/EG) beoogt een geïntegreerde preventie en beperking van verontreiniging door in de richtlijn aangewezen activiteiten. Bijlage I van de IPPC-richtlijn beschrijft welke installaties moeten voldoen aan deze IPPC-richtlijn. De aanvraag omvat geen installaties die zijn genoemd in bijlage I van de IPPC-richtlijn. 2.6 Bevoegd gezag en ontvankelijkheid van de aanvraag Bevoegd gezag en Bor-categorie Op de inrichting is categorie 14.1 uit bijlage 1 onderdeel C van het Bor van toepassing. Voor deze categorie is het college van Burgemeester en Wethouders bevoegd gezag. Ontvankelijkheid Op 30 september 2010 is een aanvraag om een revisievergunning ingevolge de Wm ingekomen van Prorail BV. Op 10 november 2010 is verzocht om een aanvulling op de aanvraag. Aanvullende informatie is ontvangen op 7 december 2010 met kenmerk PRZ7VMJB/MU/ Vervolgens is op 7 februari 2011 overleg gevoerd over deze aanvraag. Op 2 maart 2011 is een tweede aanvulling op de aanvraag ontvangen. Vervolgens is op 12 juli 2011 aanvullende informatie met een aangepast akoestisch rapport met kenmerk R30106FScAO- versie 3.0 ontvangen. Tot slot is het akoestisch rapport versie 4.0 op 13 oktober 2011 ontvangen, deze vervangt de voorgaande versies. De aanvraag geeft een voldoende beeld van de activiteit in de inrichting en de te verwachten milieubelasting in de omgeving. Daarmee voldoet de aanvraag aan de indieningsvereisten genoemd in hoofdstuk 5 van het Ivb. 2.7 MER Ingevolge de Wm en het Besluit milieu-effectrapportage moet voor bepaalde activiteiten een milieueffectrapportage (m.e.r.) worden opgesteld. Hiermee wordt bereikt dat er voldoende milieu-informatie beschikbaar is voordat milieurelevante besluiten (zoals een omgevingsvergunning voor milieu) genomen kunnen worden die belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben. Zo kan mogelijke schade aan het milieu zoveel mogelijk worden voorkomen of beperkt. In de bijlage bij het Besluit milieu-effectrapportage 1994 is aangegeven voor welke activiteiten het opstellen van een m.e.r. verplicht is en voor welke activiteiten beoordeeld moet worden of het opstellen van een m.e.r. noodzakelijk is (m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteiten). Ook in het geval dat de drempelwaarden zoals genoemd in de bijlage bij het Besluit niet worden overschreden, moet op grond van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen Prorail B.V. Pagina 6 van 15

8 C-255/08 voorts acht worden geslagen op andere factoren als bedoeld in bijlage III van richtlijn 85/337/EEG, die aanleiding kunnen geven tot het opstellen van een milieueffectrapportage. Enkele factoren die in bijlage III worden genoemd zijn de omvang van het project, de cumulatie met andere projecten, het opnamevermogen van het natuurlijke milieu, met in het bijzonder aandacht voor onder meer gebieden die in de wetgeving van de lidstaten zijn aangeduid of door die wetgeving worden beschermd en speciale beschermingszones, door de lidstaten aangewezen krachtens Richtlijn 79/409/EEG en Richtlijn 92/43/EEG, en de orde van grootte van het effect van het project. In de betreffende vergunningaanvraag is sprake van het veranderen van een spoorwegemplacement. Deze activiteit wordt niet genoemd in de onderdelen C of D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage Ook geven de factoren van bijlage III geen aanleiding tot het opstellen van een milieueffectrapportage. Daarom hoeft voor de besluitvorming op de vergunningaanvraag geen milieueffectrapportage te worden opgesteld (geen m.e.r.-plicht) en hoeft ook niet te worden beoordeeld of een milieueffectrapport moet worden opgesteld (geen m.e.r.-beoordelingsplicht). 2.8 Beoordeling van de aanvraag De aanvraag omvat de volgende onderdelen: een aanvraagformulier voor een milieuvergunning situatietekeningen representatieve bedrijfssituatie advies Senter Novem energiebesparingsplan (EBP) overzicht spoorstaaf conditioneringssystemen aanvullende informatie 7 december 2010 kenmerk PRZ/VMJB/MU/ aanvullende informatie 28 februari 2011 kenmerk PRZ/VMJB/MU/ aanvullende informatie 6 juli 2011 met kenmerk PRZ/VMJB/MU/ (met akoestisch rapport versie 3.0) akoestisch rapport versie 4.0 ontvangen per op 13 oktober 2011 I De aanvraag en de daarbij gevoegde bescheiden verschaffen voldoende duidelijkheid over de milieugevolgen van de inrichting zodat het bevoegd gezag tot een volwaardige milieuhygiënische toetsing kan komen, derden in staat zijn in de vergunningprocedure effectief voor hun rechten op te komen en de aanvrager uiteindelijk zal kunnen beschikken over een vergunning die in termen van rechtszekerheid en uitvoerbaarheid als adequaat is aan te merken. De aanvraag is dan ook ontvankelijk verklaard en in behandeling genomen. Daarnaast geeft de aanvraag informatie over ambities, beleid en ontwikkelingen met betrekking tot milieuzorg. De aanvraag is getoetst aan de doelstellingen van de Wm, te weten de bescherming van het milieu, de zorg voor een doelmatig beheer van afvalstoffen, de zorg voor een zuinig gebruik van energie en grondstoffen, als mede de zorg voor de beperking van de nadelige gevolgen voor het milieu als gevolg van het verkeer van personen en goederen van en naar de inrichting. De aangevraagde activiteit valt binnen de volgende bestemmingsplannen: KOCOMON, bestemming V-RV, verkeer-railverkeer (nieuwe locatie nabij JM den Uylsingel) Stationsomgeving, bestemming VR, railverkeersdoeleinden. Molenwetering, bestemming spoorwegdoeleinden. De activiteit is niet in strijd met de van toepassing zijnde bestemmingsplannen. Prorail B.V. Pagina 7 van 15

9 2.9 Huidige vergunningen en meldingen Momenteel zijn de volgende omgevingsvergunningen voor het oprichten, veranderen en het in werking hebben van de inrichting (voorheen vergunningen en meldingen in het kader van de Wm) rechtsgeldig: een revisievergunning van 5 november 1996 een ambtshalve wijziging van 5 maart 2007 In het verleden is de volgende melding overeenkomstig het toen luidende artikel 8.19 van de Wm ingediend en (van rechtswege) geaccepteerd: een melding 8.19 Wm van 20 januari Procedure en coördinatie Procedure De aanvraag betreft een revisievergunning. Op grond van artikel 8.6 Wm is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing op de voorbereiding van deze beschikking. I Coördinatie Er zijn geen activiteiten waarop de coördinatiebepalingen in de Wm van toepassing zijn Van toepassing zijnde regels, beleid en afspraken Benadrukt wordt dat het bij het van kracht worden van deze beschikking, hiermee niet tevens is voldaan aan bepalingen die in andere wetten, vorderingen enz. zijn gesteld, dan wel op grond daarvan kunnen worden voorgeschreven. Richtwaarden: Bij de beslissing op de aanvraag is onder andere rekening gehouden met de volgende richtwaarden: de richtwaarden uit de Circulaire Industrielawaai 1979 de richtwaarden uit de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening Bij de beslissing betrokken onderwerpen Geluid en trillingen Geluid De bedrijfsactiviteiten van de onderhavige inrichting hebben tot gevolg dat geluid wordt geproduceerd. De door deze inrichting veroorzaakte geluidsniveaus in de omgeving zijn in kaart gebracht in een akoestisch rapport van Movares, kenmerk R30106FScA0 versie 4.0 van 10 oktober Hierbij is in overeenstemming met de regelgeving geen rekening gehouden met het doorgaande treinverkeer over het emplacement. Het geluid wordt beoordeeld op basis van de representatieve bedrijfssituatie (de geluidsemissie die de inrichting onder normale omstandigheden veroorzaakt). Beoordeeld worden de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus, de maximale geluidsniveaus en de indirecte hinder als gevolg van het in werking zijn van de inrichting. Er is ook een incidentele bedrijfssituatie aangevraagd die betrekking heeft op rangeerbewegingen op het omloopspoor van het spoor naar het bedrijventerrein waarop de firma Electrolux is gevestigd. Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau Het omloopspoor ligt op het gezoneerde industrieterrein "Hoogewaard, Heijmanswetering e.a." in de gemeenten Alphen aan den Rijn en Rijnwoude. Het omloopspoor wordt alleen gebruikt tijdens ProrailB.V. Pagina 8 van 15

10 incidentele bedrijfssituaties. Bij de bespreking van de representatieve bedrijfssituatie wordt daarom geen aandacht aan de zonering besteed. In het kader van de beoordeling of de inrichting niet op ontoelaatbare wijze geluidshinder teweegbrengt is gebruikgemaakt van de "Handreiking industrielawaai en vergunningverlening, oktober 1998". De inrichting ligt in de gemeente Alphen aan den Rijn. Deze gemeente heeft geen beleid ten aanzien van industrielawaai vastgesteld. Wij toetsen daarom het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau vanwege de inrichting aan de normstelling uit hoofdstuk 4 van de Handreiking. De woonomgeving kan worden gekarakteriseerd als een woonwijk in de stad, waarvoor richtwaarden gelden van 50, 45 en 40 db(a) in de dag-, avond- en nachtperiode. Wij houden rekening met de Circulaire "Beoordelingswijze piekgeluiden voor spoorwegemplacementen" (Circulaire piek), gedateerd op 19 december Volgens deze circulaire moet de bescherming tegen maximale niveaus worden uitgevoerd door bij de bepaling van de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus een toeslag in rekening te brengen voor de activiteiten die de piekgeluiden veroorzaken. Bij de bespreking van de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus is rekening gehouden met deze toeslag. De Circulaire piek adviseert daarnaast om voor de nachtperiode een grenswaarde te stellen van 25 db(a) voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau in slaapkamers. In de aanvraag zijn activiteiten aangevraagd voor de dag-, avond- en nachtperiode. De inrichting veroorzaakt in deze etmaalperioden bij de omliggende woningen langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus van ten hoogste 39, 42 en 40 db(a). Deze niveaus treden op bij de woningen aan de Molenwerfstraat Aan de voor de omgeving geldende richtwaarden wordt voldaan. Ten aanzien van het geluidsniveau in slaapkamers stellen wij vast dat uit het Bouwbesluit volgt dat de geluidwering van een gevel tenminste 20 db is. Gezien het geluidsniveau buiten van ten hoogste 40 db zal hiermee het geluidsniveau in de slaapkamer ten hoogste 20 db(a) bedragen en wordt voldaan aan de geadviseerde grenswaarde. Maximaal geluidsniveau (L^nax) Volgens de Circulaire Piek moet de beoordeling van de maximale geluidsniveaus volgens de Handreiking worden verlaten. De hinder vanwege de maximale niveaus is in rekening gebracht door een toeslag op het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau. Wanneer na het in rekening brengen van deze toeslag wordt voldaan aan de richtwaarden bestaat een acceptabel woonklimaat. De hoogste maximale geluidsniveaus treden op vanwege het remmen, waarbij waarden tot 65 db(a) ontstaan. Dit niveau kan in alle etmaalperioden optreden. De maximale geluidsniveaus vanwege wisselpassages zijn terug gebracht door het toepassen van een spoorstaafconditioneringssysteem (SSC). Indirecte Hinder Het geluid van het verkeer van en naar de inrichting over de openbare weg is beoordeeld volgens de circulaire "Geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting; beoordeling in het kader van de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer" d.d. 29 februari De voorkeursgrenswaarde voor de geluidsbelasting is 50 db(a). Het verkeer van en naar de inrichting is ter hoogte van de rotonde met de Laan der Continenten opgenomen in het heersend verkeersbeeld. Uit het akoestisch rapport blijkt dat de geluidbelasting veroorzaakt door het verkeer van en naar de inrichting bij de woningen langs dit traject niet meer bedraagt dan 40 db(a). Aan de voorkeursgrenswaarde wordt voldaan. Prorail B.V. Pagina 9 van 15

11 Incidentele bedrijfssituaties Voor incidentele bedrijfssituaties, dat wil zeggen situaties die slechts een beperkt aantal dagen per jaar optreden, kunnen op grond van de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening ruimere grenswaarden worden gesteld. Voor de inrichting wordt voorts vergunning voor een niet-representatieve bedrijfssituatie aangevraagd; een situatie die zich maximaal 12 maal per jaar voordoet. Het betreft rangeerbewegingen op het omloopspoor van het spoor naar het bedrijventerrein waarop Electrolux is gevestigd. Dit omloopspoor zal ten hoogste 12 dagen per jaar gedurende enkele minuten worden gebruikt. Dit kan in de dag-, avond- of nachtperiode gebeuren. Hierdoor zal een verhoogde geluidsproductie plaatsvinden. Het omloopspoor ligt op het gezoneerde industrieterrein "Hoogewaard, Heijmanswetering e.a."' Bij de vaststelling van de geluidzone is geen rekening gehouden met afwijkende en incidentele situaties. Geluidsbelastingen veroorzaakt in deze situaties worden daarom niet aan de grenswaarden van de geluidszone getoetst. Wij hanteren alleen het beoordelingskader van de Handreiking in combinatie met de Circulaire Piek. ) De toename van het geluidsniveau vanwege de inrichting is alleen merkbaar bij de woningen op korte afstand van het omloopspoor aan de Cederstraat. Tijdens de incidentele bedrijfssituatie veroorzaakt de gehele inrichting bij deze woningen in de dag-, avond- en nachtperiode langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus van 36, 41 en 38 db(a). Deze geluidsniveaus liggen onder de richtwaarden voor de woonomgeving. Het hoogste maximale geluidsniveau vanwege het remgeluid bedraagt 73 db(a) en 74 db(a) vanwege de wisselpassages. Na plaatsing van het voor de RijnGouwelijn voorziene geluidscherm nemen de maximale niveaus af tot 65, respectievelijk 67 db(a). Omdat wij de hinder ook tijdens een incidentele bedrijfssituatie zoveel mogelijk willen beperken hebben wij nadere aandacht besteed aan de maximale niveaus. Er is geen bronmaatregel mogelijk voor het remgeluid, maar wel voor het geluid vanwege wisselpassages. Het geluid tijdens deze passages treedt alleen op bij het afbuigend rijden over een wissel (het booggeluid). Door het toepassen van een SSC kan dit booggeluid worden verminderd. Een SSC heeft echter alleen effect als de wissel regelmatig afbuigend wordt bereden. De bewegingen vanwege de incidentele bedrijfssituatie treden onvoldoende regelmatig op om een SSC effect te laten hebben. Het doorgaande verkeer naar het bedrijventerrein met Electrolux (3 bewegingen per etmaal) heeft een voldoende hoge frequentie. Tijdens het opstellen van deze vergunning was nog niet duidelijk of het doorgaande verkeer over het spoor naar het bedrijventerrein met Electrolux de wissel(s) afbuigend zal berijden. In voorschrift eisen wij een SSC voor de wissels als dit systeem effect heeft omdat de wissels door het doorgaande treinverkeer afbuigend worden bereden. Conclusie Ten aanzien van de geluidsbelasting, maximale geluidsniveaus en indirecte hinder is de situatie milieuhygiënisch aanvaardbaar. Toelichting voorschriften Wij hebben aan de vergunning voorschriften verbonden, waarin grenswaarden zijn gesteld op beoordelingspunten bij woningen van derden. De langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus op deze punten zijn overeenkomstig de bij de aangevraagde activiteiten benodigde geluidsruimte. Wij gaan niet in op het verzoek van de aanvrager de richtwaarde in de vergunningvoorschriften op te nemen om kleine wijzigingen in de bedrijfsvoering mogelijk te maken. Wanneer deze wijzigingen niet leiden tot een toename van de geluidsniveaus is de gevraagde extra ruimte niet nodig, bij relevante wijzigingen zal weer een vergunningprocedure moeten worden doorlopen waarbij alle milieuaspecten worden beoordeeld. ProrailB.V. Pagina 10 van 15

12 Voor de incidentele bedrijfssituatie hebben wij een aanvullend geluidvoorschrift opgesteld dat alleen betrekking heeft op de woningen waarbij de incidentele bedrijfssituatie een relevante toename van het geluidsniveau veroorzaakt. Om handhaving mogelijk te maken moeten de dagen waarop de incidentele bedrijfssituatie optreedt worden bijgehouden. Er hoeft vooraf geen melding worden gedaan omdat de incidentele bedrijfssituatie niet zorgt voor een overschrijding van de richtwaarden. Om zeker te stellen dat de in de aanvraag genoemde geluidwerende maatregelen (spoorstaafconditioneringssysteem, voegloze wissels) worden gerealiseerd wanneer deze effectief zijn, is hiertoe een middelvoorschrift opgenomen. Trillingen Gezien de aard van de activiteit en de afstand tot de dichtstbijzijnde trillingsgevoelige bestemmingen is trillingshinder niet te verwachten. Een onderzoek naar trillingen achten wij daarom niet nodig. Ook achten wij het daarom niet nodig hierover voorschriften op te nemen Preventie Verruimde reikwijdte Wm staat voor een doelmatige verwijdering van afvalstoffen, zorg voor een efficiënt gebruik van energie en grondstoffen en voor het beperken van de nadelige gevolgen voor het milieu als gevolg van het vervoer van goederen en personen van en naar de inrichting. Energie Voor Prorail B.V. is een Energiebesparingsplan (EBP) voor de periode opgesteld. Deze is door Senter Novem op 17 februari 2009 getoetst en voldoet aan het Protocol toetsing Energiebesparingsplannen. Het EBP geldt voor Prorail Nederland en is niet terug te voeren op de onderhavige inrichting. Er zijn dan ook geen specifieke voorschriften op dit punt gesteld. I De andere preventieonderdelen zijn niet van toepassing Zienswijzen Naar aanleiding van de ontwerpbeschikking zijn op 5 december 2011 zienswijzen ingediend door Prorail. De zienswijze richt zich op voorschrift : "Voorschrift luidt: De in paragraaf 4.1 van het voorschrift genoemde rapport genoemde wissels met de nummers 335a, 337, 341, 342 en de 2 wissels in het omloopspoor (Electrolux) dienen voegloze wissels te zijn en te zijn voorzien van een spoorstaafconitioneringssysteem. Prorail kan zich om de volgende reden niet vinden in dit voorschrift. Van de in voorschrift genoemde wissels heeft Prorail, in afstemming met de opsteller van het akoestisch rapport, eerder ook voorgesteld om dezelfde wissels te voorzien van SSCS 'n. Echter het terugbrengen van de bewegingen op het omloopspoor tot < 12 keer per jaar en het gegeven dat de werkplaats momenteel niet in bedrijfis, betekent dat op het emplacement momenteel geen Wm. plichtige handelingen plaatsvinden. Voor de goede orde bericht ik u, dat de bewegingen (RBS) van en naar de werkplaats bewust wel zijn aangevraagd, omdat verwacht wordt dat de werkplaats t.z.t. weer in gebruik zal worden genomen. Dit is echter, nu nog niet het geval. Zodra er zicht is op het in gebruik nemen van de werkplaats, zullen wij u hiervan direct in kennis stellen. Prorail verzoekt u om voorschrift te wijzigen in: De in paragraaf 4.1 van het voorschrift genoemde rapport genoemde wissels met de nummers 335a, 337 en 343 dienen voegloze wissels te zijn. Voordat de werkplaats weer in gebruik wordt genomen, moeten deze wissels ook voorzien zijn van een spoorstaafconitioneringssysteem. Noot: Wissel 341 is reeds voorzien van een SSCS en wissel 342 moet zijn wissel 343, want wissel Prorail B.V. Pagina 11 van 15

13 342 bestaat niet." Naar aanleiding van deze zienswijze is overleg gevoerd met Prorail. Hierbij bleek het treinverkeer naar Electrolux op een andere wijze wordt uitgevoerd dan door ons verondersteld. De wijziging van het inzicht heeft geen gevolgen voor het emplacement. Wij hebben de considerans op een aantal punten aangepast. Voor de wissels die verband hebben met de werkplaats honoreren wij de zienswijze omdat het geen milieuvoordeel heeft een SSC te plaatsen bij wissels die niet worden gebruikt. Voorschrift wordt hiertoe aangepast. Voor de wissels in het omloopspoor stellen wij vast dat wij ook voor een incidentele bedrijfssituatie geluidwerende maatregelen mogen eisen. Een SSC heeft echter alleen effect als het spoor regelmatig wordt bereden. Op dit moment is de gedetailleerde uitvoering van het omloopspoor nog onbekend, waarmee onduidelijk is of het omloopspoor op een zodanige wijze gebruikt gaat worden dat het toepassen van een SSC zinvol is. Wij passen voorschrift zodanig aan dat wij alleen een SSC voor de wissels van het omloopspoor eisen als dit effect heeft. Voorschrift wordt gewijzigd. ) Wijzigingen ten opzichte van de ontwerpbeschikking Naar aanleiding van de zienswijzen van Prorail is de considerans en voorschrift gewijzigd. Bij de bepaling van de treinenloop is nu uitgegaan van de situatie met werkplaats. 3 CONCLUSIE De Omgevingsdienst concludeert dat de nadelige gevolgen van de inrichting voor het milieu, als bedoeld in artikel 8.8 van de Wm, kunnen worden voorkomen, c.q. in voldoende mate beperkt door het stellen van de bij deze beschikking behorende voorschriften en onder de condities zoals vermeld in deze beschikking. Prorail B.V. Pagina 12 van 15

14 4 BESCHIKKING Gelet op de Wm, de aanvraag van 30 september 2010, aangevuld op 7 december 2010, 28 februari 2011, 6 juni 2011 en 13 oktober 2011 en het hiervoor overwogene, hebben wij namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn besloten: aan Prorail B.V. onder het stellen van voorschriften een revisievergunning te verlenen voor de inrichting gelegen nabij het Stationplein, dat deze vergunning voor onbepaalde tijd geldig is, gerekend vanaf de datum van deze beschikking; dat de op 30 september 2010 ontvangen aanvraag met bijlagen en de op 7 december 2010, 28 februari 2011, 6 juni 2011 en 13 oktober 2011 ontvangen aanvullingen, alles voor zover niet strijdig met de bovenstaande overwegingen en de voorschriften, deel uitmaken van de vergunning. Leiden, 28 februari 2012 Namens hjejt^pllege van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn, mw. mr. ET 1 opman hoofd afdeling Bedrijven Bijlage: Voorschriften Prorail B.V. Pagina 13 \an 15

15 5 VOORSCHRIFTEN 5.1 Geluid en trillingen Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAI,LT), veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en plaatsvindende activiteiten, mag ter plaatse van de in de volgende tabel opgenomen beoordelingspunten niet meer bedragen dan de in deze tabel opgenomen waarden. Nr beoordelingspunt Cederstraat (kop) Zuidland Dwarsligger lc Molenwerfstraat 2-26 Dr. A.D. Sacharovlaan hoogte m 10,5 24,5 4,5 13,5 13,5 Dag ( ) LAT,LT Avond ( ) Nacht ( ) De positie van de beoordelingspunten in voorschrift is aangegeven in de figuren 1 en la van het door Movares opgestelde rapport met kenmerk R30106FScA0, versie 4.0 gedateerd op 10 oktober In afwijking van voorschrift mag, vanwege het gebruik van het omloopspoor, het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L^LT), veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en plaatsvindende activiteiten, ter plaatse van het in de volgende tabel opgenomen beoordelingspunt niet meer bedragen dan de in deze tabel opgenomen waarden. Nr beoordelingspunt Cederstraat (kop) hoogte m 10,5 Dag ( ) 36 LAr.LT Avond ( ) 41 Nacht ( ) Binnen de inrichting dient een logboek aanwezig te zijn, waarin de data en etmaalperioden dat het omloopspoor is gebruikt zijn genoteerd Geluidsmetingen en -berekeningen moeten worden uitgevoerd en beoordeeld overeenkomstig de 'Handleiding meten en rekenen industrielawaai uitgave 1999', uitgegeven door het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Hierbij dient het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau te worden bepaald conform de Circulaire Beoordelingswijze piekgeluiden voor emplacementen van 19 december Voor de in paragraaf 4.1 van het in voorschrift genoemde rapport genoemde wissel(s) geldt: Prorail B.V. Pagina 14 van 15

16 nummer 341 dient een voegloze wissel te zijn die is voorzien van een spoorstaafconditioneringssysteem (SSC). de nummers 335A, 337 en 343 dienen voegloze wissels te zijn. Wanneer de werkplaats weer in gebruik is genomen moeten deze wissels voorzien zijn van een SSC. in het omloopspoor dienen voegloze wissels aanwezig te zijn. ledere wissel in het omloopspoor moet voorzien zijn van een SSC als deze wissel door het doorgaande verkeer naar Electrolux afbuigend wordt bereden. Prorail B.V. Pagina 15 van 15