Harry - organisatie en leeromgeving. 3. het onderwijsverhaal. Thema: Leeromgeving en organisatie. Gezamenlijke visie / ideaal.

Transcriptie

1 Harry - organisatie en leeromgeving 3. het onderwijsverhaal. Thema: Leeromgeving en organisatie. Gezamenlijke visie / ideaal. Als school team hebben wij de verantwoordelijkheid voor het creëren van een goede leeromgeving, wij willen namelijk dat onze kinderen zich pedagogisch welbevinden, hierbij zijn alle kinderen gelijk. De Toelichting. Onze school staat midden in Dordrecht, een middelgrote stad. Deze stadse leefomgeving invloed heeft op het karakter van de kinderen die er wonen. Meer als op het platteland moet het kind in de stad zich aanpassen aan zijn leefomgeving, het kan minder eenvoudig met dieren spelen of bijv. varen in een roeiboot. Tegelijk verlaagt dit feit het referentiekader bij het lezen van in onze beleving karaktervormende boeken als Robinson Crusoe en bijv. boeken van Piet Prins, boeken die zich voornamelijk in de vrije natuur afspelen. In onze organisatie houden wij dus rekening met oriëntatie op natuur. Wij ruimen 2 maal per maand tijd in voor een excursie naar de nabijgelegen Biesbos. Tijdens deze excursie besteden wij aandacht aan het ontwikkelen van de sociale vaardigheden, door avontuurlijke opdrachten waarbij de leerlingen samenwerken. Men is geneigd vastigheid en stevigheid te zoeken, stelt (Waterink), maar wij leren onze kinderen out of the box te denken, door ze uit hun comfort zone te halen. 3 Bronnen. Bron 1: Sociale vaardigheden ontwikkelen zich dan ook niet door het aanbieden van een sociale vaardigheidstraining, aldus (Delfos, 2006).

2 Bron 2: Zonder regels en in volledige vrijheid, slechts weinig kinderen zich gunstig kunnen ontwikkelen (Korczak, 1929). Bron 3: Het is bij veel mensen de begeerte om in vaste lijn te leven. (Waterink)

3 Thema: Organisatie - Harry Gezamenlijke visie / ideaal. De organisatie in dienst laten zijn van de kinderen en hiermee de ontwikkeling en het welbevinden van de kinderen bevorderen. De Toelichting. Wij maken gebruik van de didactische hulpmiddelen die hiervoor beschikbaar zijn. Ook het digitale schoolbord kan ons onderwijs doel ondersteunen. In groep 6, 7 en 8 hebben wij een Predia Touch bord, dit is een hypermodern schoolbord van 55. Wij hebben bewust voor deze maat gekozen omdat er nu plaats is voor een groot krijt bord naast het digitale bord. Hierop kan goed geschreven worden, ook door leerlingen. Tot groep 6 is er geen digitaal bord omdat het schrijven met de hand van groot belang voor de hersenontwikkeling van het kind. Door het leren schrijven in het zogenaamde verbonden schrift leggen kinderen nieuwe verbindingen aan in de hersenen. Ook wordt door het schrijven de werking tussen de linker en de rechter hersenhelft gestimuleerd. Het leren en ontwikkelen van schrijven gaat op dit moment het beste met een analoog bord. Wij hebben recent geïnvesteerd in ons schoolplein, leerlingen hebben nu meer mogelijkheden om zich creatief te bewegen. Wij hebben een basketbal veld en daarnaast vele speeltoestellen geplaatst. Dit omdat volgens (Korczak, 1929) de meeste kinderen van beweging en drukte houden. Hun lichamelijke en geestelijke gezondheid is afhankelijk van de vrijheid om te rennen en te schreeuwen, als een kind deze ruimte dus niet heeft, is dat niet fijn. Wij staan kritisch ten opzichte van het zitten in groepjes, dit omdat er altijd leerlingen met de rug naar de docent toe zitten. Wij willen dat alle leerlingen de kans krijgen de leraar te zien, zodat ook op dit aspect iedereen een gelijke kans krijgt. Wij vinden het belangrijk dat er gezocht wordt naar een goede mix tussen theorie en praktijk in het onderwijs. Natuurlijk is het goed om als schoolleiding te weten wat voor vlees je in de kuip hebt, waar je als school rekening mee moet houden. Ook voor het aanspreken van de zone van naaste ontwikkeling is het goed te weten, in welke richting het kind zich vanbinnen uit al ontwikkelt. (Vygotsky, 2012) De informatie en wijsheden die het kind opdoet vormen het kind in negatieve en positieve zin. Hoewel een kind dat opgroeit in de stad minder goed beschermd kan worden tegen de harde buitenwereld, en dus eerder, harder zal worden. Moeten we de invloed van de buitenwereld in het leven van een dorpskind niet onderschatten, ook daar zal er invloed zijn van bijv. agressie in de media. In (artikel 17 VIRK, lid e) staat dat het kind het recht heeft om beschermd te worden, hoewel dit in een dorp eenvoudiger gaat als in de stad, is het in de stad actueler. Daarom besteden wij er op onze school ontzettend veel aandacht aan. Persoonlijke vorming is dagelijks onderdeel van het rooster. Maar tijdens gym doen we daarin tegen weer aan teamsport, als we niet met de boks training bezig zijn

4

5 3 Bronnen. Bron 1: je hersenen net zo hard werken tijdens het kijken naar dingen die een ander doet, als tijdens het zelf doen van de werkzaamheden. (Aartje Schoemaker, 2014) Bron 2: De meeste kinderen houden van beweging en drukte. (Korczak, 1929) Bron 3: De cognitieve ontwikkeling ziet Vygotsky als een dynamisch proces waarbij een constante wisselwerking bestaat tussen rijping en leren. (Vygotsky, 2012)