Neurowetenschap en Onderwijs W O E N S D A G 2 9 A P R I L B R U S S E L

Transcriptie

1 Neurowetenschap en Onderwijs W O E N S D A G 2 9 A P R I L B R U S S E L

2 Stelling Stelling: Goed onderwijs betrekt de resultaten van cognitieve neurowetenschappen en de neuropedagogiek in de besluitvorming bij het maken van didactische en pedagogische keuzes Genuanceerd antwoord Een open en positieve intentie Onderwijs is normatief

3 Positieve intentie Positieve intentie om tot een vruchtbare wisselwerking te komen Aanleveren van onderzoeksvragen en ervaringen vanuit de onderwijspraktijk. Een open houding bij leraren en in het beleid nastreven t.a.v. onderzoeksresultaten die cognitief psychologische theorieën onderbouwen of ontkrachten en aldus consequenties hebben voor de klaspraktijk.

4 Normatief perspectief Wat is goed onderwijs -> normatief karakter van onderwijs Dit geldt ook voor andere cultuurgebieden Een rechtvaardig economisch bestel Kennisontwikkeling in de gezondheidszorg en kwaliteit van leven..

5 Relatieve autonomie Relatieve autonomie van de cultuurgebieden Er bestaan altijd relaties tussen verschillende cultuurgebieden Kunst - economie Wetenschap - economie Onderwijs - economie Onderwijs - cognitieve neurowetenschappen.. Ieder cultuurgebied heeft een eigen intrinsieke betekenis en kan nooit gereduceerd worden tot een instrument in functie van een ander cultuurgebied Onderwijs: opleiding en vorming binnen een (ped)agogische relatie Wetenschap: het verwerven van kennis op zich is waardevol

6 Onderwijs en identiteit Binnen de intrinsieke betekenis die onderwijs heeft als cultuurgebied verwijzen onderwijskoepels naar een eigen identiteit waarbij accenten worden gelegd voor wat betreft de visie op goed onderwijs en de maatschappelijke betekenis ervan.

7 Wederzijdse afstemming Neurowetenschappelijke onderzoeksresultaten die vertaald worden naar de cognitieve wetenschappen kunnen een ondersteuning zijn bij de realisatie van deze visie Onderzoek omtrent zelfregulatie als voorbeeld Onderzoek omtrent actief leren als voorbeeld Onderwijskoepels kunnen vanuit hetgeen ze gemeenschappelijk vinden in hun visie op goed onderwijs of vanuit eigen accenten mee onderzoeksvragen suggereren naar de cognitieve neurowetenschappers toe.

8 Wederzijdse afstemming Katholiek onderwijs -> Emancipatorische visie op de pedagogische relatie -> leerlingen bekwamen zich om met engagement, kritische zin en creativiteit aan de slag te gaan in een steeds complexere wereld. De cognitieve wetenschappen onderbouwen de mogelijkheid tot beïnvloeding van de executieve functies in het kader van zelfregulatie ->Wat kan dit betekenen vanuit een emancipatorische visie op onderwijs De plaats die het ondersteunen van zelfregulatie krijgt in curricula en leerplannen Didactische consequenties voor de klaspraktijk om de ontwikkeling van de executieve functies te ondersteunen

9 Wederzijdse afstemming Katholiek onderwijs: emancipatorische visie Cognitieve wetenschappen: randvoorwaarden m.b.t. actief leren waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen declaratieve en procedurele kennisverwerving -> welke plaats geven we aan actief leren binnen een krachtige leeromgeving waarin leerlingen kunnen oefenen in zelfstandig, kritisch en creatief leren en denken.

10 Wederzijdse afstemming Katholiek onderwijs -> bijzondere aandacht voor wie het moeilijk heeft Cognitieve wetenschap: invloed van SES op de ontwikkeling van zelfregulatie en de onderliggende hersenstructuren -> wat kan dit betekenen voor de onderwijspraktijk vanuit onze visie Opvolgen van onderzoeksresultaten omtrent mogelijke onderliggende mechanismen Opvolgen van onderzoeksresultaten m.b.t. randvoorwaarden om tekorten te compenseren en vertaling ervan in de onderwijspraktijk

11 Wederzijdse afstemming Onderwijs behoudt een zekere reflectieve autonomie waarbij keuzes worden gemaakt door onderwijsactoren op verschillende niveau s m.b.t. implementatie van wetenschappelijke onderzoeksresultaten Voorbeelden Vanuit wetenschappelijke hoek is er geen evidentie voor wat betreft het leereffect bij groeperen op leerstijlen -> leerkrachten/scholen kunnen er voor kiezen om dit toch te doen op basis van bijvoorbeeld motivationele factoren. Vanuit visie op onderwijs kan gekozen worden voor coöperatieve werkvormen ook al is er nog geen wetenschappelijke evidentie voor wat betreft (cognitieve) leereffecten.

12 Besluit Een pleidooi voor een intense samenwerking en uitwisseling met respect voor de relatieve autonomie van wetenschap en onderwijs die elk hun intrinsieke betekenis hebben binnen onze samenleving.