Zorgmonitor Rotterdams Leefstijlprogramma Van Klacht naar Kracht. Resultaten van de deelnemers. Eindrapportage

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zorgmonitor 2007-2010. Rotterdams Leefstijlprogramma Van Klacht naar Kracht. Resultaten van de deelnemers. Eindrapportage"

Transcriptie

1 Zorgmonitor Rotterdams Leefstijlprogramma Van Klacht naar Kracht Resultaten van de deelnemers Eindrapportage

2 Rotterdams Leefstijlprogramma VAN KLACHT NAAR KRACHT Resultaten van de deelnemers Eindrapportage Eva Mandos, Kees van Veldhuizen en Staf van Zeele Cluster Zorgregie, Staf Onderzoek & Projecten Oktober 2010 GGD Rotterdam-Rijnmond

3 INHOUDSOPGAVE Voorwoord Samenvatting Inleiding Het programma Van Klacht naar Kracht Context Leeswijzer Omvang en kenmerken van de deelnemers Persoonskenmerken van de deelnemers Spreiding over de stad Gezondheid van de deelnemers bij aanvang Medische maten Gezondheid en pijnklachten Beweeggedrag Roken en alcohol Eten en drinken Gevoel van regie over eigen leven Conclusies Resultaten van de deelnemers Resultaten op de uitkomstmaten Verloop resultaten Resultaten van de follow-up meting Conclusies Deelnemers die vroegtijdig stoppen Omvang en redenen Persoonskenmerken en gezondheid Resultaten van de vroegtijdige stoppers Uitval vergeleken Conclusies Conclusies en discussie Conclusies Aanbevelingen en discussie Bijlage I Aantal ingevulde vragenlijsten Bijlage II Gezondheidswinst deelnemers met afgeronde onderdelen Bijlage III Gezondheidswinst deelnemers een half jaar na afloop Bijlage IV Gezondheidswinst uitvallers Bijlage V Indicatieformulier huisarts Literatuur

4 Voorwoord Voor u ligt het resultaat van drie jaar monitoren van deelnemers aan het beweegprogramma Van Klacht naar Kracht. Het programma zet mensen fysiek en mentaal in beweging en slaat een brug tussen huisartsenzorg en wijkactiviteiten. Het maakt gebruik van leefstijladviseurs en een beweegactiviteitentraject op maat. Wat is er veel gebeurd in drie jaar! Het programma is uit de ontwikkelfase getreden en is nu praktijk in een groot aantal Rotterdamse wijken. En al die tijd hebben leefstijladviseurs de moeite genomen om heel systematisch de vorderingen van iedere deelnemer te registreren. Met als doel een helder en eerlijk beeld te geven van wat het programma oplevert. De resultaten mogen er zijn. Niet alleen boeken de deelnemers gezondheidswinst, ze houden deze ook vast gedurende de loop van het activiteitentraject. Ook de follow-up meting zes maanden na het beëindigen van het traject laat behoud van de winst zien. Naast meer gezondheid is er resultaat op activering: een derde van de deelnemers geeft aan maatschappelijk actiever te zijn geworden. De analyse van de groep voortijdige stoppers laat zien dat vooral vroeg in de eerste fase mensen afhaken. Maken ze een goed begin, dan gaat men ook door en maakt men het traject af. Dit is een intrigerende uitkomst die het verdient om verder onderzocht te worden. Van Klacht naar Kracht heeft samen met andere gecombineerde leefstijlinterventies model gestaan voor de in opdracht van het Ministerie van VWS ontwikkelde BeweegKuur, die door het College voor Zorgverzekeringen is voorgedragen voor opname in de basisverzekering in De Raad voor Volksgezondheid en Zorg publiceerde onlangs een rapport met als hoofdadvies een betere balans tussen focus op Ziekte & Zorg en Gezondheid & Gedrag in de huisartsenzorg. Van Klacht naar Kracht levert met dit rapport en de mooie resultaten van de deelnemers van Van Klacht naar Kracht een waardevolle bijdrage aan de onderbouwing van deze nieuwe benadering. Tine de Hoop, programmaleider - 5 -

5 Samenvatting In september 2007 is de uitvoering van het Rotterdamse leefstijlprogramma Van Klacht naar Klacht gestart. Doel van het programma is te voorkomen dat beginnende symptomen van diabetes of depressie leiden tot chronische aandoeningen. Patiënten die extra risico lopen op deze aandoeningen, of deze al hebben ontwikkeld, krijgen leefstijlactiviteiten aangeboden om hun gezondheid te verbeteren. Voorbeelden hiervan zijn beweegactiviteiten en voedingsadvies. De deelnemer krijgt bij het doorlopen van het leefstijltraject persoonlijke begeleiding van een leefstijladviseur. Het programma heeft de volgende onderdelen: Fase 1: bewegen in groepsverband bij de fysiotherapeut; maximaal 3 maanden Fase 2: de cursus Samen Sportief Afvallen of de preventieve GGZ- cursus Liever Bewegen Dan Moe; maximaal 3 maanden Fase 3: deelname aan een beweegactiviteit in de wijk, maximaal 6 maanden De precieze invulling van het traject is afhankelijk van de individuele gezondheidsklachten en motivatie van de cliënt: cliënten hoeven niet altijd alle fasen te doorlopen. Het programma duurt maximaal één jaar. De deelnemers krijgen op verschillende momenten in het traject een vragenlijst voorgelegd ten behoeve van de monitoring van het programma. Deze krijgen zij bij aanvang van het traject, na drie maanden, na zes maanden, na een jaar c.q. bij beëindiging van het traject en zes maanden na afloop van het traject. In de afgelopen drie jaar zijn voor 1026 deelnemers aan het leefstijlprogramma Van Klacht naar Kracht resultaatgegevens beschikbaar gekomen. Deze rapportage doet verslag van de resultaten die de deelnemers hebben geboekt. De deelnemers aan het programma voldoen aan het vooraf opgestelde profiel van de doelgroep. Zij hebben: (pre-)diabetes (hoge glucosewaarde, HbA1c-niveau, bloeddruk, etc.), chronische a-specifieke pijnklachten of milde depressieve klachten. Verder blijkt uit de achtergrondkenmerken dat vooral personen met een laag opleidingsniveau instromen. Er doen relatief veel vrouwen en allochtonen mee. Uit de eindmeting van de deelnemers blijkt dat hun resultaten op de uitkomstmaten positief zijn en dat zij gezonder zijn geworden. Deze uitkomstmaten zijn: een aantal medische maten (bijvoorbeeld buikomvang, gewicht) de ervaren gezondheid en psychische gezondheid, beweegangst, hinder van psychische klachten en pijnklachten conditie en motivatie attitude ten opzichte van bewegen en gezondheid zelfgerapporteerde gedragsveranderingen Op alle onderdelen is sprake van een verbetering. Zo is de gemiddelde buikomvang afgenomen met bijna vier centimeter en zijn de diabetes maten (onder andere HbA1c) in waarde gedaald. Een half jaar nadat deelnemers het programma hebben afgerond is de buikomvang zelfs verder gedaald met ruim twee centimeter. Ook de door de deelnemers zelf ervaren gezondheid is toegenomen. Bij degenen die beweegangst hadden is deze afgenomen. Ook heeft men minder last van pijnklachten. De deelnemers zeggen meer te bewegen dan bij de aanvang van het programma en daar bovendien meer plezier in te hebben. Ook de psychische gezondheid is beter geworden en een aanzienlijke groep deelnemers zegt meer - 7 -

6 maatschappelijk actief te zijn en meer sociale contacten te hebben. Driekwart van de deelnemers zegt zich beter te voelen dan voorafgaand aan het programma. Een uitsplitsing van de resultaten naar aard van de indicatie laat zien dat de daling van de buikomvang van deelnemers met (pre-)diabetes het grootst is. Voor deelnemers met diabetes daalt de buikomvang met gemiddeld tien centimeter. Deelnemers met a-specifieke pijnklachten rapporteren een sterke daling van de beweegangst. Deelnemers met een depressie rapporteren een verbetering van hun psychische gezondheid sinds deelname aan Van Klacht naar Kracht. Een half jaar nadat deelnemers het programma hebben afgerond, zijn er naast de verdere daling van de buikomvang nog andere verbeteringen in de gezondheid te zien. De deelnemers zijn meer gaan bewegen en sporten en voelen zich gezonder. Het eindoordeel van de leefstijladviseurs over de vorderingen van de deelnemers is in de meeste gevallen eveneens positief. Van de 1026 deelnemers aan het programma is één op de drie deelnemers vroegtijdig gestopt. 19% van de vroegtijdige stoppers heeft geen behoefte aan het programma of is niet gemotiveerd om deel te nemen. Deelnemers van Turkse, Marokkaanse en overige niet-westerse herkomst vallen iets vaker uit dan deelnemers uit andere bevolkingsgroepen. Lager opgeleiden, deelnemers jonger dan 45 jaar, mannen en gehuwde en samenwonende deelnemers stoppen vaker vroegtijdig met het programma. We zien hier de lage SES groep vertegenwoordigd. Ook landelijk onderzoek laat een hogere uitval uit leefstijlprogramma s zien bij lage SES groepen. De psychische gezondheid van uitvallers is minder goed dan die van de andere deelnemers. Naar verwachting ligt de uitval van deelnemers aan Van Klacht naar Kracht op een hoger niveau dan bij soortgelijke gecombineerde leefstijlinterventies als de BeweegKuur en Bewegen Op Recept. Nader onderzoek van deze programma s moet uitwijzen of dat inderdaad zo is

7 1 Inleiding In dit hoofdstuk bespreken we de hoofdkenmerken van het programma Van Klacht naar Kracht (VKnK) en de wijze waarop de monitoring van het programma is opgezet (1.1). Daarna plaatsen we VKnK in een breder perspectief door de context van het programma te beschrijven (1.2). De leeswijzer volgt in paragraaf Het programma Van Klacht naar Kracht In de afgelopen drie jaar zijn voor 1026 deelnemers aan het leefstijlprogramma Van Klacht naar Kracht resultaatgegevens beschikbaar gekomen. Na drie jaar is de onderzoekspilot afgerond en presenteren we in deze rapportage de resultaten van de deelnemers. In september 2007 is de uitvoering van het Rotterdamse leefstijlprogramma Van Klacht naar Klacht gestart. Het programma is een gezamenlijke inspanning van het samenwerkingsverband van Van Klacht naar Kracht. Doel van het programma is te voorkomen dat beginnende symptomen van diabetes of depressie leiden tot chronische aandoeningen. Patiënten die extra risico lopen op deze aandoeningen, of deze al hebben ontwikkeld, krijgen leefstijlactiviteiten aangeboden om hun gezondheid te verbeteren. Voorbeelden hiervan zijn beweegactiviteiten en voedingsadvies. De deelnemer krijgt bij het doorlopen van het leefstijltraject persoonlijke begeleiding van een leefstijladviseur. De deelnemers aan het programma hebben: (pre-) diabetes, chronische a-specifieke pijnklachten of depressieve klachten. De huisarts verwijst op basis van een indicatieformulier door naar de leefstijladviseur (zie Bijlage V). Het traject is als volgt opgebouwd: Fase 1 De patiënt is door de huisarts doorverwezen naar de leefstijladviseur (LSA). LSA neemt intake af. De patiënt komt via de LSA bij de fysiotherapeut. Patiënten bewegen in groepjes van 7-10 personen in het centrum (maximaal 3 maanden). LSA neemt tussenmeting af en meldt patiënt aan voor cursus Samen Sportief Afvallen (SSA) of de preventieve GGZ- cursus Liever Bewegen Dan Moe (LBDM). Fase 2 De patiënt komt via LSA bij een cursus SSA of LBDM. De cursus wordt gegeven op een locatie in de buurt van het centrum (bijvoorbeeld buurthuis). Patiënt/deelnemer gaat terug naar de LSA voor een tussenmeting en bespreekt met de LSA aan welke activiteit in de buurt hij deel gaat nemen. Patiënten volgen een cursus van 12 weken SSA of 7 weken LBDM. Fase 3 Patiënt/deelnemer komt via LSA bij de beweegaanbieder voor onder andere zwemles, aquarobics, fietsles, dansles, aerobics, sportief wandelen (in de wijk aangeboden). LSA neemt na 6 maanden de eindmeting af. 1 De precieze invulling van het traject is afhankelijk van de individuele gezondheidsklachten en motivatie van de cliënt: het is een traject op maat. Het is dus ook mogelijk dat een deelnemer bijvoorbeeld fase 1 overslaat en direct instroomt in fase 2. De leefstijladviseur en de cliënt beslissen samen welke activiteiten het meest geschikt zijn. Het totale programma duurt voor de deelnemer maximaal één jaar. 1 Zie de website voor meer informatie over het programma

8 In het hele traject werken verschillende partners samen en realiseren zij een keten van activerende zorg in de wijk: eerstelijns zorgaanbieders, ROS Zorgimpuls, Achmea Zorg, Thuiszorg Rotterdam, preventieve GGZ instellingen, Gemeente Rotterdam en deelgemeenten. Het programma Van Klacht naar Kracht is niet het enige in zijn soort. Voorbeeldprogramma s zijn Big!Move (dat draait in onder andere Amsterdam en Utrecht) en het programma Bewegen op Recept (dit is al geruime tijd onder andere in Den Haag actief). Samen met Van Klacht naar Kracht hebben ze model gestaan voor het programma BeweegKuur van VWS, dat is uitgewerkt door het NISB (Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen). Aan BeweegKuur is een uitgebreide effectevaluatie verbonden die elders wordt uitgevoerd. Monitor Van Klacht naar Kracht Het samenwerkingsverband van Van Klacht naar Kracht heeft afgesproken om de resultaten van de deelnemers aan het programma te monitoren. Deze monitoring wordt uitgevoerd door de Zorgmonitor van het cluster Zorgregie van de GGD Rotterdam-Rijnmond. Twee vragen zijn richtinggevend bij de monitor, namelijk: 1. Bereikt het programma de beoogde doelgroep? 2. Welke resultaten boeken de deelnemers op de volgende uitkomstmaten 2 : een aantal medische maten (waaronder buikomvang en HbA1c niveau) de ervaren gezondheid en psychische gezondheid, beweegangst, hinder van psychische klachten en pijnklachten conditie en motivatie attitude ten opzichte van bewegen en gezondheid zelfgerapporteerde gedragsveranderingen (waaronder beweeggedrag en activering) Tijdens het eerste gesprek van de deelnemer met de leefstijladviseur wordt een vragenlijst (intake) afgenomen en wordt een aantal metingen verricht, bijvoorbeeld gewicht en bloeddruk. Na elke fase die is doorlopen, wordt opnieuw een vragenlijst ingevuld, die inzicht moet geven in de vorderingen van de deelnemer. Er is per deelnemer sprake van maximaal vijf meetmomenten: Naam Meting Evaluatiemoment T0 Nulmeting Intake bij start traject T1 Eerste tussenmeting Na drie maanden T2 Tweede tussenmeting Na zes maanden T3/T4 3 Eindmeting Na maximaal een jaar T5 Follow-up Zes maanden na afloop van het programma Alle gegevens uit de vragenlijsten zijn ingevoerd in een databestand. Door de scores op de diverse metingen te vergelijken is vast te stellen welke resultaten de deelnemers boeken. De belangrijkste resultaten hebben we bepaald door de gemiddelde scores van de deelnemers te vergelijken. Door middel van een statistische test hebben we vervolgens bepaald of verschillen statistisch significant zijn. 4 In het kader van de monitor zijn tot nu toe twee tussenrapportages afgerond. In november 2008 is de eerste tussenevaluatie uitgevoerd (Zorgmonitor GGD Rotterdam-Rijnmond, 2008). In 2009 de tweede (Van Zeele & Mandos, 2009). Voor u ligt de eindrapportage. Deze eindrapportage is gebaseerd op de vragenlijsten die zijn ingevuld bij T0, T1, T2, T3/T4 en T5. Het gaat om vragenlijsten die zijn ingevuld tot eind april Overigens merken we op dat het in dit onderzoek gaat om een monitor en niet om een evaluatie of effectmeting. De lezer treft in deze rapportage een beschrijving aan van de resultaten 2 De uitkomstmaten zijn beschreven in de Basisset onderzoeksindicatoren (VKnK, 2007). 3 In eerste instantie was de vragenlijst T3 inhoudelijk gelijk aan T1 en T2. Later is T3 vervangen door de vragenlijst T4 waaraan een aantal nieuwe vragen is toegevoegd. 4 De statistische toets die we gebruikt hebben is de gepaarde T-Toets voor het verschil tussen gemiddelden. We noemen een verschil statistisch significant als de kans dat een gemeten verschil op toeval berust kleiner is dan 5%

9 van de deelnemersgroep en geen toetsing waarbij de effecten worden afgezet tegen de resultaten van een controlegroep. Naast de eindrapportage verschijnt dit najaar eveneens een procesevaluatie van het programma Van Klacht naar Kracht (Schouten, 2010) en een klanttevredenheidsonderzoek (Jagmohansingh, 2010). Dit klanttevredenheidsonderzoek is gebaseerd op groepsgesprekken met deelnemers. Een eerder klanttevredenheidsonderzoek werd in 2008 uitgevoerd (Matthijssen, 2008)

10 1.2 Context Het programma Van Klacht naar Kracht geeft invulling aan gezondheidsbevordering vanuit de eerstelijnszorg, zo staat in Gezond in de Stad, de kadernota gezondheidszorg van de gemeente Rotterdam. In deze nota wordt de inzet op het verbeteren van de leefstijl van Rotterdammers als één van de speerpunten benoemd. De drie grote steden en Zuidelijk Limburg scoren slecht op een aantal leefstijlindicatoren (% rokers, % drinkers, % gezond bewegers, % obesitas). Een ongezonde leefstijl komt vaker voor onder lager opgeleiden en mensen die moeite hebben om financieel rond te komen (Gemeente Rotterdam, 2006). Ook uit andere cijfers blijkt dat de gezondheid van de Rotterdamse bevolking matig is: 48% van de bevolking van 16 jaar en ouder heeft overgewicht, 55% heeft minstens één chronische ziekte, 16% heeft een hoge bloeddruk, 6% heeft diabetes en 8% heeft een hoog risico op een depressie of angststoornis (Van Veelen et al, 2009). Met het programma Van Klacht naar Kracht moet voorkomen worden dat mensen met beginnende klachten chronische aandoeningen als diabetes of depressie ontwikkelen of dat bij patiënten deze aandoeningen zich verergeren. Door patiënten gezonde leefstijlactiviteiten als bewegen, voedingsadvies en coaching aan te bieden, zet het programma patiënten aan tot een gezondere leefstijl waardoor minder gezondheidsklachten ontstaan. Van Klacht naar Kracht is een gecombineerde leefstijlinterventie. Een gecombineerde leefstijlinterventie bestaat uit adviseren over en begeleiden bij dieet, beweging en gedragsverandering (CVZ, 2009 en 2010). Soortgelijke gecombineerde leefstijlinterventies (GLI s) zijn Big!Move, BeweegJeBeter, Bewegen Op Recept en de BeweegKuur. Kenmerkend zijn de verwijzing naar de interventie vanuit de eerstelijns zorg, de coaching, de nadruk op groepsactiviteiten en plezier in bewegen en de aansluiting op activiteiten voor gezond en actief leven in de woonomgeving van de deelnemer. Kenmerkend voor VKnK is het opbouwen van een wijkgerichte infrastructuur voor preventie vanuit de zorg met een optimaal gebruik van al bestaande activiteiten en cursussen, waarin VKnK deelnemers kunnen doorstromen en waaraan ook andere wijkbewoners kunnen deelnemen. Dit maakt dat VKnK eenvoudig lokaal is in te richten en flexibel is. Daarnaast beantwoordt het programma aan professionele kwaliteitseisen en genereert het een belangrijke spin-off aan gezond en actief leven activiteiten in de deelnemende wijken. Van een aantal met VKnK vergelijkbare interventies is de (kosten)effectiviteit van de interventies onderzocht. Zo wijst de SLIM studie uit dat bij mensen met hoogrisico op DMII in de interventiegroep 47% minder DMII is ontwikkeld ten opzichte van de controlegroep. Lange termijn leefstijlinterventie verlaagt het risico op type 2 diabetes in een hoog-risico groep, zelfs zonder grote veranderingen in lichaamsgewicht. De SLIM interventie is kosteneffectief (Roumen, 2009). De NEMESIS-studie van het Trimbos-Instituut heeft in 2009 aangetoond dat sporten/bewegen helpt om depressieve klachten te verhelpen en depressie te voorkomen (ten Have et al, 2009). Een tot drie uur sporten per week is voldoende om de positieve effecten te bereiken. Uit de GIDS modelleringstudie blijkt dat leefstijlinterventies bij volwassenen het meest succesvol zijn als zij via de huisarts worden ingezet (Burdorf et al, 2008). VKnK is zo ingericht dat het programma mensen met een lage sociaal-economische status en allochtone groepen aanspreekt en voor hen laagdrempelig is. De activiteiten zijn goedkoop, dichtbij huis en gericht op plezier in bewegen. Er is een cultuursensitieve begeleiding en inrichting van de activiteiten en waar gewenst aparte mannen/vrouwengroepen en inzet van tolken of allochtone zorgconsulenten. Ook zijn meetinstrumenten voor monitoring zoveel mogelijk aangepast op laaggeletterden (van Hooijdonk et al, 2010). De door het NISB ontwikkelde BeweegKuur is op essentiële punten gelijk aan VKnK: ook in de BeweegKuur is er een leefstijladviseur die coacht en begeleidt en wordt de verbinding met

11 leefstijlactiviteiten in de wijk vanuit de zorg gerealiseerd. De Pakketten 1 en 2 van de BeweegKuur (achtereenvolgens het zelfstandig beweegprogramma en het opstartprogramma) zijn de minimumvarianten van VKnK, Pakket 3 (het begeleid beweegprogramma) is het meest vergelijkbaar met VKnK. De pakketten 1 en 2 zijn door het College van Zorgverzekeringen voorgedragen om opgenomen te worden in het basispakket voor verzekerde zorg (CVZ, 2010); ze zijn kosteneffectief (Bemelmans et al, 2008). De onderzoekspilot VKnK is nu afgelopen. De diverse partijen willen het programma graag voorzetten op de wijze waarop het nu wordt uitgevoerd. Een heel belangrijke voorwaarde bij de reguliere inbedding is het opnemen van de BeweegKuur in de basisverzekering. 1.3 Leeswijzer Allereerst komen in hoofdstuk 2 de omvang van de onderzoeksgroep en de persoonskenmerken van de deelnemers aan het programma aan de orde. Vervolgens bespreken we in hoofdstuk 3 de gezondheid en gezondheidsbeleving van de deelnemers bij aanvang van het programma. Daarna kijken we in hoofdstuk 4 naar de resultaten in termen van gezondheidswinst van de deelnemers. Hierbij zetten we de gezondheid op verschillende tijdsmomenten van het programma af tegen de gezondheid bij het intakegesprek. In hoofdstuk 4 bespreken we ook de gezondheidswinst van de deelnemers naar de aard van de indicatie voor deelname. We onderscheiden hier deelnemers met (pre-)diabetes, depressie of a-specifieke pijnklachten. Tenslotte wordt de gezondheid beschreven van deelnemers op het moment dat zij het programma een half jaar hebben afgerond. In hoofdstuk 5 bespreken we hoeveel deelnemers vroegtijdig stoppen met deelname aan VKnK en welke redenen hierbij een rol spelen. We gaan in op de achtergrondkenmerken van de uitvallers en op de gezondheidswinst die zij desondanks boeken. Tevens maken we een korte vergelijking met de uitval bij andere leefstijlprogramma s. We eindigen met conclusies (hoofdstuk 6)

12 2 Omvang en kenmerken van de deelnemers In dit hoofdstuk bespreken we de persoonskenmerken van de deelnemers en gaan we in op de spreiding van de deelnemers over de stad. 2.1 Persoonskenmerken van de deelnemers In tabel 2.1 staan de persoonskenmerken van de deelnemers aan het programma. Eind april 2010 zijn er 1026 deelnemers in het onderzoek opgenomen. 5 Bijna vier van de vijf deelnemers (78%) is vrouw en bijna vier van de vijf (78%) is 45 jaar of ouder. 41% is alleenstaand. Ruim een derde van de deelnemers is van Nederlandse herkomst (39%); iets meer dan een derde (34%) is Surinaams of van Turkse komaf. Het opleidingsniveau van de deelnemers is laag. 16% heeft geen afgeronde opleiding en 22% heeft alleen lager onderwijs gevolgd. Een vijfde heeft een opleiding op MBO-niveau of hoger. In Rotterdam als geheel hebben veel meer mensen een opleiding op MBO-niveau of hoger (62%). Tabel 2.1 Achtergrondkenmerken van de deelnemers Geslacht (n=914) man 22% Vrouw 78% Leeftijd (n=903) <= 34 jaar 6% jaar 16% jaar 31% jaar 30% >= 65 jaar 17% Burgerlijke staat (n=928) Getrouwd, samenwonend 59% Ongehuwd, nooit getrouwd geweest 12% Gescheiden, gescheiden levend 21% Weduwe, weduwenaar 8% Etniciteit (n=851) Nederlands 39% Surinaams 17% Turks 17% Marokkaans 12% Antilliaans/Arubaans 6% Overig niet-westers 5% Overig westers 4% Opleiding (n=915) Geen opleiding 16% Lager onderwijs 22% Lager of voorbereidend beroepsonderwijs 20% Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs 20% Middelbaar beroepsonderwijs en beroepsbegeleidend onderwijs 9% Hoger (beroeps)onderwijs (incl. HAVO en VWO) 10% Wetenschappelijk onderwijs 1% Anders 2% 5 In Bijlage I staat een overzicht van het aantal ingevulde vragenlisten dat in het registratiebestand is opgenomen

13 Indicatie Van een kwart van de deelnemers is in het onderzoeksbestand geregistreerd wat de exacte indicatie is voor deelname aan het programma. 6 Het blijkt hier vooral te gaan om mensen met diabetes of prediabetes symptomen (respectievelijk 34% en 33%). 11% van de deelnemers heeft depressieve klachten en 22% a-specifieke pijnklachten (figuur 2.1). Figuur 2.1 Indicatie voor deelname (n=254) 22% 34% pre-diabetes diabetes 11% depressie a-specifieke pijnklachten 33% Persoonskenmerken naar indicatie Bijna alle deelnemers met a-specifieke pijnklachten zijn vrouw (tegen 78% van alle deelnemers). Onder hen zijn personen tussen 35 en 45 jaar ruim vertegenwoordigd (28% tegen 18% van alle deelnemers). Personen zonder opleiding (24,5% tegen 13,4% van alle deelnemers) en personen van Turkse en Marokkaanse herkomst (52% tegen 29% van alle deelnemers) komen eveneens relatief vaker voor onder deelnemers met a-specifieke pijnklachten. Van de deelnemers met diabetes is 60% ouder dan 54 jaar (tegen 41% van alle deelnemers). Meer dan de helft is van Nederlandse herkomst (53% tegen 43% van alle deelnemers). De persoonskenmerken van deelnemers met pre-diabetes wijken nauwelijks af van die van alle deelnemers. De deelnemers met een indicatie voor depressie zijn vaker tussen 35 en 45 jaar oud (29% tegen 18% van alle deelnemers) en zijn relatief vaker gescheiden (38% tegen 24% van alle deelnemers). 2.2 Spreiding over de stad De begeleiding van de deelnemers vindt in de meeste gevallen plaats door een leefstijladviseur in een gezondheidscentrum (GC). De leefstijladviseur is in de meeste gevallen een fysiotherapeut, een praktijkondersteuner van een huisarts (POH) en soms een diëtiste. In één geval betreft het een gewichtsconsulente en in een ander geval een maatschappelijk werker (die inmiddels niet meer actief is). Behalve vanuit gezondheidscentra opereren de leefstijladviseurs ook vanuit fysiotherapiepraktijken en andere eerstelijnssamenwerkingsverbanden. De deelnemers die in het onderzoeksbestand zijn opgenomen zijn verspreid over 17 locaties in de stad (zie tabel 2.2). Het aantal deelnemers is gelijkmatig verspreid over de diverse locaties. Bij gezondheidscentra waar het deelnemersaantal enigszins achterblijft, is men later begonnen of kent men problemen met de instroom. Personele wisselingen spelen ook een rol. De meeste deelnemende gezondheidscentra zijn gesitueerd in wijken met een gezondheidsachterstand. In de deelgemeenten Charlois, Feijenoord en Prins Alexander doen elk drie centra mee; in Delfshaven en IJsselmonde twee centra. Verder doen er in het Stadscentrum en in Noord één centrum mee. Het enige centrum in Kralingen/Crooswijk is in het tweede kwartaal van Vanaf oktober 2009 is een vraag naar de indicatie van de deelnemers in de vragenlijsten opgenomen

14 gestopt. In de gemeente Capelle aan de IJssel doet het IJssellandziekenhuis, een tweedelijnsinstelling mee. Tabel 2.2 Deelnemers VKnK die in het onderzoeksbestand zijn opgenomen, naar locatie en deelgemeente Deelgemeente Aantal VKnK locaties Aantal deelnemers % van totaal Delfshaven % Stadscentrum % Prins Alexander % IJsselmonde % Charlois % Feijenoord % Kralingen/Crooswijk % Noord % Capelle a/d IJssel % Onbekend 3 0% Totaal % Sinds april 2010 zijn er in Rotterdam nieuwe VKnK en BeweegKuur locaties gestart in drie nieuwe deelgemeenten. In de deelgemeente Kralingen/Crooswijk vindt een herstart plaats. De deelnemers die op deze locaties worden begeleid, zijn niet opgenomen in het onderzoeksbestand. Hetzelfde geldt voor de deelnemers die begeleid worden op twee al langer bestaande BeweegKuurlocaties in de deelgemeenten Feijenoord en Prins Alexander

15 3 Gezondheid van de deelnemers bij aanvang In dit hoofdstuk schetsen we de gezondheidskenmerken van de deelnemers bij aanvang van het programma Van Klacht naar Kracht. We beginnen met de resultaten van een aantal medische testen die zijn afgenomen (3.1). Daarna volgt een bespreking van gezondheid en pijnklachten (3.2) en het beweeggedrag van de deelnemers (3.3). Vervolgens gaan we in op roken en alcoholgebruik (3.4), eeten drinkgewoonten (3.5) en op de mate waarin deelnemers regie denken te hebben over hun eigen leven (3.6). 3.1 Medische maten Van de deelnemers zijn medische gegevens verzameld. Hierbij is gekozen voor maten die een indicatie zijn voor een verhoogd risico op diabetes mellitus. Allereerst gaan wij in op buikomvang, gewicht en BMI. Daarna komen bloeddruk, glucosewaarde, het HbA1c-niveau en het cholesterolniveau van het bloed aan de orde. Buikomvang Voor mannen is een buikomvang van maximaal 102 centimeter wenselijk. Bij vrouwen is dat maximaal 88 centimeter. Bijna alle deelnemers scoren boven deze norm: 46% heeft een licht vergrootte buikomvang en 45% een sterk vergrootte buikomvang (figuur 3.1.1). Figuur Buikomvang (n=776) 9% normaal (m 102 cm; v 88 cm) 45% licht vergroot (m cm; v cm) sterk vergroot (m > 122 cm; v >108 cm) 46% In tabel wordt de buikomvang van de deelnemers uitgesplitst naar indicatie. Bijna de helft van de (pre-) diabeten heeft een sterk vergrootte buikomvang. De buikomvang van deelnemers met een depressie en a-specifieke pijnklachten is minder groot, maar nog altijd heeft meer dan de helft een licht vergrootte buikomvang; een kwart heeft een normale buikomvang. Tabel Buikomvang naar indicatie normaal licht vergroot sterk vergroot totaal n (m 102 cm) (m cm) (m > 122 cm) (v 88 cm) (v cm) (v >108 cm) Pre-diabetes 8% 45% 47% 100% 75 Diabetes 3% 48% 49% 100% 75 Depressie 24% 62% 14% 100% 21 A-specifieke pijnklachten 26% 51% 23% 100%

16 Gewicht en BMI Het gewicht van deelnemers aan het programma varieert van 47 tot 171 kilogram. Het gemiddelde gewicht van vrouwen is 90 kilogram; het gemiddelde van mannen is 102 kilogram. De Body Mass Index (BMI) is een index voor het gewicht in verhouding tot de lichaamslengte. De BMI geeft een schatting van het gezondheidsrisico van het lichaamsgewicht. Bij een BMI van boven de 30 is er sprake van ernstig overgewicht en is het medisch gezien noodzakelijk af te vallen. Van de deelnemers aan het programma heeft 72% een ernstig overgewicht (figuur 3.1.2). Figuur Body Mass Index (BMI) (n=816) 5% 23% normaal gewicht (BMI 25) matig overgewicht (BMI 25-30) ernstig overgewicht (BMI > 30) 72% Vooral de (pre-) diabeten hebben een ernstig overgewicht (tabel 3.1.2). Deelnemers met depressie of a-specifieke pijnklachten hebben in mindere mate overgewicht. Toch heeft nog altijd meer dan 40% van deze groep een ernstig overgewicht. Tabel BMI naar indicatie normaal gewicht matig overgewicht ernstig overgewicht totaal (BMI 25) (BMI 25-30) (BMI > 30) Pre-diabetes 1% 18% 81% 100% 73 Diabetes 0% 27% 73% 100% 73 Depressie 16% 42% 42% 100% 19 A-specifieke pijnklachten 12% 44% 44% 100% 41 n

17 Bloeddruk Een bloeddruk waarvan de bovendruk hoger is dan 140 en/of de onderdruk hoger is dan 90, geldt als afwijkend. 40% van de deelnemers heeft een verhoogde bloeddruk (figuur 3.1.3). Figuur Bloeddruk (n=705) 40% normaal ( 140/90) verhoogd (> 140/90) 60% Er zijn geen grote verschillen in bloeddruk tussen de vier groepen. Bij deelnemers met a-specifieke pijnklachten is de bloeddruk iets vaker normaal (80%) dan bij de overige drie (tabel 3.1.3). Tabel Bloeddruk naar indicatie normaal verhoogd totaal n ( 140/90) (> 140/90) Pre-diabetes 67% 33% 100% 66 Diabetes 62% 38% 100% 68 Depressie 62% 38% 100% 16 A-specifieke pijnklachten 80% 20% 100% 35 Glucose en HbA1c (bloedsuikerwaarde) Wanneer mensen iets eten of drinken dat koolhydraten bevat, stijgt de concentratie glucose in het bloed. Deze bloedglucosewaarde (ook wel bloedsuikerwaarde genoemd) daalt vrijwel onmiddellijk weer onder invloed van insuline; een hormoon dat door het eigen lichaam wordt aangemaakt. Bij gezonde mensen is er een natuurlijke balans tussen de bloedsuikerwaarde en de afgifte van insuline. Wanneer de insulineaanmaak of de gevoeligheid van cellen voor insuline echter ontregeld is, zal de bloedglucosewaarde hoger zijn dan normaal. Door middel van een vingerprik kan de bloedglucosewaarde op dat exacte moment worden gemeten. Het acceptabele niveau van deze glucosewaarde (nuchter) is 6,1 millimol per liter of lager. Daarnaast is het via bloedonderzoek mogelijk een indicatie te krijgen van de gemiddelde bloedsuikerwaarde over een langere periode (bijvoorbeeld 3 maanden). Deze zogenoemde HbA1c zal bij mensen die geen diabetes hebben rond de 31 millimol per mol liggen. 7 De veilige norm ligt volgens het Nederlands Huisartsen Genootschap op 53 millimol per mol. 8 Van de mensen met een (pre-)diabetes indicatie is de actuele bloedglucosewaarde vastgesteld. Van deze groep heeft 60% een verhoogde glucosewaarde (zie figuur 3.1.4). Bij een wat kleiner aantal deelnemers is ook de HbA1c vastgesteld. Op de nulmeting voldoet bijna de helft van deze deelnemers (46%) niet aan de veilige norm (figuur 3.1.5). 7 In april 2010 is de eenheid waarin de HbA1c-waarde wordt weergegeven, veranderd van % in millimol per mol. 31 millimol per mol komt overeen met 5% in de oude weergave millimol per mol komt overeen met 7% in de oude weergave

18 Figuur en Actuele bloedglucosewaarde (nuchter) en HbA1c (n=545, 440) Bloedglucosewaarde HbA1c 40% 46% 60% 54% acceptabel: < 6,1 mmol/l verhoogd: 6,1 mmol/l voldoet aan veilige norm (< 53 mmol/mol) voldoet niet aan veilige norm ( 53 mmol/mol) Deelnemers met een indicatie voor diabetes hebben bijna allemaal (84%) een verhoogde glucosewaarde; een iets lager percentage (59%) voldoet bovendien niet aan de veilige norm voor HbA1c (tabel en 3.1.5). Voor pre-diabeten liggen deze percentages lager (respectievelijk 40% en 24%). Uit de tabellen blijkt dat in een aantal gevallen ook de glucosewaarde en de HbA1c is vastgesteld bij deelnemers met depressie en a-specifieke pijnklachten. Bijna allemaal hebben zij acceptabele waarden. Tabel Bloedglucosewaarde naar indicatie acceptabel verhoogd totaal n (< 6,1 mmol/l) ( 6,1 mmol/l) Pre-diabetes 59% 41% 100% 54 Diabetes 16% 84% 100% 64 Depressie 100% 0% 100% 4 A-specifieke pijnklachten 81% 19% 100% 16 Tabel HbA1c naar indicatie voldoet aan voldoet niet totaal n veilige norm aan veilige norm (< 53 mmol/mol) ( 53 mmol/mol) Pre-diabetes 76% 24% 100% 34 Diabetes 41% 59% 100% 58 Depressie 100% 0% 100% 3 A-specifieke pijnklachten 83% 17% 100%

19 Cholesterol Van een deel van de deelnemers (521) is bij aanvang van het programma de cholesterolwaarde gemeten. 41% van de deelnemers blijkt een verhoogd cholesterolniveau te hebben. Acceptabel is een waarde lager dan 5,2 millimol per liter (figuur 3.1.6). Figuur Cholesterolgehalte (n=514) 40% acceptabel cholesterolgehalte (< 5,2) verhoogd cholesterolgehalte ( 5,2) 60% Meer dan de helft van de pre-diabeten heeft een verhoogd cholesterolniveau. Diabeten hebben minder vaak een verhoogd niveau (tabel 3.1.6). Bij deelnemers met een depressie en a-specifieke pijnklachten is het cholesterolniveau slechts in enkele gevallen gemeten. Tabel Cholesterolniveau naar indicatie acceptabel verhoogd totaal n (< 5,2 mmol/l) ( 5,2 mmol/l) Pre-diabetes 45% 55% 100% 53 Diabetes 58% 42% 100% 55 Depressie 75% 25% 100% 4 A-specifieke pijnklachten 43% 57% 100%

20 3.2 Gezondheid en pijnklachten Ervaren gezondheid In figuur staat de ervaren gezondheid van de deelnemers aan het programma weergegeven. Een derde (34%) van de deelnemers ervaart een goede tot uitstekende gezondheid. Bijna tweederde (66%) noemt zijn eigen gezondheid matig tot slecht. Vergelijken we de gezondheid van de deelnemers met de gezondheid van alle Rotterdammers, dan voelen (in lijn met de verwachting) laatstgenoemden zich gemiddeld veel gezonder. Slechts 19% van de Rotterdammers ervaart een matige tot slechte gezondheid (Christiaanse et al, 2010). Figuur Ervaren gezondheid van deelnemers (n=927) en algemene bevolking van Rotterdam (16 jaar en ouder) 60% 50% 51% 47% 40% 30% 20% 10% 0% 31% 20% 19% 16% 10% 1% 2% 3% Uitstekend Zeer goed Goed Matig Slecht Rotterdam Deelnemers VKnK Psychische gezondheid Het psychisch functioneren van de deelnemers is nagevraagd door middel van vijf vragen die gezamenlijk het MHI5-meetinstrument voor psychische gezondheid vormen. De resultaten hieruit zijn weergegeven in figuur Iets minder dan de helft van de deelnemers voelt zich psychisch gezond (46%). De andere deelnemers voelen zich licht tot ernstig psychisch ongezond (54%). In lijn met de verwachting ligt dit percentage voor Rotterdam als geheel lager, namelijk op 22% (Kuilman & Schouten, 2007). 9 9 De cijfers van Rotterdam zijn afkomstig uit de Gezondheidsnquête In de Gezondheidsnquête 2008 is psychische gezondheid op een andere manier gemeten, waardoor vergelijking met Van Klacht naar Kracht wordt bemoeilijkt

21 Figuur Psychische gezondheid van deelnemers (n=815) en algemene bevolking van Rotterdam (16 jaar en ouder) 90% 80% 78% 70% 60% 50% 46% 40% 30% 27% 20% 10% 0% 14% 5% 15% 3% 12% Psychisch gezond Psychisch licht ongezond Psychisch matig ongezond Psychisch ernstig ongezond Rotterdam Deelnemers VKnK Pijnklachten en activiteiten om aan te werken Aan de deelnemers is gevraagd bij welke activiteiten zij pijnklachten hebben en waaraan men zou willen werken om die klachten te verminderen. Lopen is verreweg de meest genoemde activiteit waarbij men pijn ervaart en waaraan men zou willen werken om de daarbij ervaren klachten te verhelpen. In tabel zijn de twaalf meest genoemde activiteiten weergegeven. Tabel Twaalf belangrijkste activiteiten om aan te werken bij pijnklachten 1 (langer) Lopen 2 Sporten/fitness 3 Traplopen 4 Bukken/knielen/opstaan/omdraaien/dragen/pakken/tillen 5 Wandelen 6 (zwaar) Huishoudelijk werk 7 Afvallen 8 Fietsen 9 Conditie verbeteren 10 (Langer) staan 11 Zwemmen 12 Contacten leggen/ op bezoeken gaan/naar buiten gaan Naast concrete activiteiten die gepaard gaan met pijn, worden overigens ook veel antwoorden gegeven die een meer mentale component hebben, zoals afleiding en rust in hoofd hebben of een meer algemeen karakter hebben, zoals meer bewegen en fitter worden. Naast de belangrijkste activiteit met pijnklachten is tevens gevraagd hoeveel moeite het nu kost om die activiteit uit te voeren. Op een schaal van 0 (onmogelijk) tot en met 10 (geen enkele moeite) geven de deelnemers gemiddeld de score 4 (enige moeite). Hinder van pijn en psychische klachten In welke mate worden de deelnemers gehinderd door pijnklachten en gevoelens of emoties? In tabel zijn de antwoorden van de deelnemers op deze vraag opgenomen. Een aanzienlijke groep deelnemers (40%) zegt (heel) veel hinder te hebben van hun pijnklachten. Het aantal deelnemers dat (heel) veel hinder heeft van hun gevoelens en emoties is wat lager (30%)

22 Tabel Hinder door pijn en psychische klachten Mate van hinder Door pijnklachten (n=847) Door gevoelens/emoties (n=823) Helemaal geen hinder 12% 19% Weinig hinder 21% 25% Enige hinder 27% 26% Veel tot heel veel hinder 40% 30% Totaal 100% 100% 3.3 Beweeggedrag In deze paragraaf gaan we in op de attitude van de deelnemers ten aanzien van bewegen en op de angst en vermoeidheid bij bewegen. Daarna komen de sportparticipatie en de conditie van de deelnemers aan de orde. Als laatste wordt de motivatie van de deelnemers om te bewegen besproken. Attitude ten aanzien van bewegen Hoe kijken de deelnemers tegen bewegen aan en welke plaats neemt dit in hun dagelijkse leven in? De deelnemers hebben enkele vragen hierover voorgelegd gekregen en de antwoorden worden gepresenteerd in tabel Een viertal stellingen wordt door tenminste de helft van de deelnemers onderschreven. Vrijwel alle deelnemers willen meer bewegen om zich fit te voelen en/of gewicht te verliezen (97%). Een deel van hen zegt ook plezier te hebben in bewegen (61%). Meer dan zes van de tien deelnemers (61%) voelt zich schuldig als ze niet bewegen. Iets meer dan de helft van de deelnemers geeft aan dat zij meer zouden bewegen als het aanbod van activiteiten beter aansloot op hun wensen (51%). Een aanzienlijke groep (40%) geeft aan niet voldoende geld te hebben om te bewegen. Een minderheid van de deelnemers vindt dat hij/zij geen tijd heeft om te bewegen (26%) en een nog kleinere groep zegt al genoeg te bewegen om de gezondheid op peil te houden (22%). Tabel Attitude ten aanzien van bewegen bij aanvang (percentage deelnemers dat het eens is met de stelling) % eens met stelling N Ik wil meer bewegen om me fit te voelen/gewicht te verliezen 97% 646 Ik beweeg omdat ik er plezier in heb 61% 728 Ik voel me schuldig als ik niet genoeg beweeg 61% 750 Ik zou meer gaan bewegen als het aanbod van activiteiten (beter) aansluit bij mijn wensen 51% 562 Ik heb geen geld om te bewegen 40% 700 Ik doe vaak activiteiten waarbij ik moet zweten 34% 667 Ik voel me niet op mijn gemak in een groepsactiviteit 29% 658 Ik heb geen tijd om te bewegen 26% 699 Ik vind dat ik genoeg beweeg om mijn gezondheid op peil te houden 22% 719 Angst en vermoeidheid bij beweging Vermoeidheid en angst kunnen een belemmering vormen om te gaan bewegen. Vooral vermoeidheid wordt door de deelnemers herkend: 37% zegt veel te moe te zijn om te bewegen en nog eens 35% is enigszins te moe om te bewegen. De deelnemers zijn in mindere mate bang dat door beweging hun klachten verergeren. Toch is bijna een op de vijf deelnemers hier erg bang voor (17%). Een iets grotere groep (22%) is erg bang dat er iets ernstigs aan de hand is met hun lichaam

23 Tabel Angst en vermoeidheid bij bewegen (n=880, 869, 851) Helemaal Weinig niet In enige mate Veel tot heel veel Ik voel me te moe om te bewegen 7% 21% 35% 37% Ik ben bang dat bewegen mijn klachten verergert 27% 36% 20% 17% Ik denk dat er iets ernstigs aan de hand is met mijn lichaam 20% 34% 24% 22% Sporten In onderstaand figuur staat de verdeling van de deelnemers naar beweeg- of sportgedrag. 80% van de deelnemers sport niet; 5% sport bij een vereniging en 4% sport onder begeleiding waarbij rekening wordt gehouden met hun klachten. De overige 11% sport ook, maar niet in georganiseerd verband. Figuur Sportgedrag (n=656) 10 5% 4% 11% Sport bij gewone vereniging Sport in georganiseerd verband met begeleiding Sport wel, maar niet bij vereniging of groep Sport niet 80% Conditie De conditie van de deelnemers wordt gemeten met de zes minuten wandeltest die de submaximale inspanning van een deelnemer test. Het is de bedoeling dat de deelnemers tijdens de wandeltest een zo groot mogelijke afstand afleggen zonder de gezondheid in gevaar te brengen. De door de deelnemers gelopen afstand op de nulmeting varieert van slechts 10 meter tot 772 meter en is gemiddeld 410 meter. 50% van de deelnemers loopt meer dan 420 meter. Motivatie De motivatie om te bewegen wordt voor een deel bepaald door het belang dat deelnemers hechten aan gezond leven. Daarnaast telt het vertrouwen dat zij erin hebben om zelf te kunnen veranderen. Beide aspecten zijn bij de deelnemers gemeten door hen de vraag te stellen Hoe belangrijk is het voor u om gezond te leven? en Stel dat u zou besluiten om gezond te gaan leven, hoeveel vertrouwen hebt u dat dit zou lukken? Op beide vragen scoren zij hoog. We concluderen dat de deelnemers er veel belang aan hechten om gezond te leven (gemiddelde score 8,8) en dat zij er een redelijke mate van vertrouwen in hebben dat hen dit ook zou lukken als zij daartoe besluiten (gemiddelde score 7,2) De n is relatief laag omdat in een vernieuwde versie van de vragenlijst de vraag naar sportgedrag is komen te vervallen. 11 De antwoordcategorieën lopen van 0, helemaal niet belangrijk/geen vertouwen, tot en met 10, heel erg belangrijk/veel vertrouwen

24 3.4 Roken en alcohol Roken Roken verhoogt het risico op verschillende vormen van kanker (bijvoorbeeld longkanker), COPD, beroerte en hartfalen. Daarnaast is door roken het risico op veel andere aandoeningen verhoogd. In Rotterdam rookt 28% van de inwoners (figuur 3.4). De deelnemers aan VKnK steken daarbij gunstig af, omdat slechts 19% rookt. De helft van de deelnemers heeft nooit gerookt; 31% heeft vroeger wel gerookt. Van de mannelijke deelnemers rookt 23%, van de vrouwelijke 18%. Alcohol Alcoholgebruik heeft invloed op alle organen in het lichaam en hangt samen met ongeveer 60 aandoeningen. Voor de meeste aandoeningen geldt dat hoe meer alcohol er gedronken wordt, hoe groter het risico is op de aandoening. Voor een kleine groep van aandoeningen geldt dat een gemiddeld drinkniveau van één tot enkele glazen per dag een lager risico geeft, terwijl meer drinken weer aan hogere risico's bijdraagt (onder meer coronaire hartziekten, diabetes type II en dementie). In Rotterdam drinkt drie op de vier inwoners wel eens alcohol (Christiaanse et al, 2010). Van de deelnemers aan VKnK drinkt bijna een derde wel eens alcohol (figuur 3.4). In de vragenlijst zijn meerdere vragen opgenomen over het gebruik van alcohol. Naast de vraag of de persoon wel of geen alcohol drinkt, werd gevraagd naar de frequentie en het aantal glazen dat er per keer gemiddeld gedronken wordt. Op basis van deze laatste vraag kan het zwaar alcoholgebruik (voor mannen minimaal één keer per week zes of meer glazen, voor vrouwen minimaal één keer per week vier glazen of meer) berekend worden. Het begrip zware drinker zegt iets over het piekgedrag in het drinkpatroon. Twaalf procent van de inwoners van Rotterdam is een zware drinker. Van de deelnemers aan VKnK is twee procent een zware drinker. Figuur 3.4 Rokers en alcoholgebruikers onder deelnemers (n=882, 854) en algemene bevolking van Rotterdam (16 jaar en ouder) 80% 70% 75% 60% 50% 43% 50% 40% 30% 20% 28% 29% 19% 31% 32% 10% 0% Rokers Niet-rokers (vroeger wel) Niet-rokers (nooit) Alcoholgebruikers Rotterdam Deelnemers VKnK

25 3.5 Eten en drinken Dagelijkse eet- en drinkgewoonten In tabel is aangegeven in welke mate de deelnemers dagelijks ontbijten, lunchen en dergelijke. De meeste deelnemers gebruiken dagelijks een ontbijt, lunch en warme maaltijd. De groep die nooit ontbijt of luncht is klein; het gaat hier om respectievelijk 8% en 5% van de deelnemers. Ongeveer tweederde van de deelnemers zegt dagelijks groente en fruit te eten. 7% van de deelnemers eet nooit fruit. Tabel Dagelijkse eet- en drinkgewoonten Hoe vaak per week eet u Iedere dag Niet elke dag Nooit N een ontbijt? 80% 12% 8% 860 een lunch? 76% 19% 5% 837 een warme maaltijd? 85% 14% 1% 846 groente? 65% 34% 1% 849 fruit? 61% 32% 7% 848 Voor zover deelnemers maaltijden overslaan is hen gevraagd wat daarvan de reden is. Meestal hebben de deelnemers geen zin om te eten (29%) of kan men niet eten (28%).Geen geld is zelden een reden, evenmin als dat men niet zou mogen eten (zie tabel 3.5.2). Tabel Belangrijkste redenen waarom maaltijden worden overgeslagen (n=329) Geen zin 29% Ik kan niet eten ( bv. Krijg geen hap door mijn keel ) 28% Geen tijd 20% Om af te vallen 14% Ik mag niet eten (bv van diëtiste, familie, zelf) 1% Geen geld 1% Andere reden 7% Totaal 100% De deelnemers is ook gevraagd wat men drinkt, de melkproducten die men gebruikt, de tussendoortjes en fastfood. We lopen de antwoorden hier kort langs. Dranken De deelnemers drinken overwegend koffie/thee zonder suiker of met zoetjes, water en lightdranken (76%). 18% drinkt vooral koffie/thee met suiker, vruchtensap en limonadesiroop. Een kleine groep (4%) drinkt vooral cola, fanta of andere suikerhoudende frisdranken. Melkproducten Magere en halvolle melkproducten worden het meest gebruikt (68%). Veel meer dan de volle melkproducten (9%). Een kleine groep gebruikt soms volle, soms halfvolle en magere melkproducten (15%). 8% gebruikt in het geheel geen melkproducten. Tussendoortjes Bijna vier van de tien deelnemers eet nooit of zelden een tussendoortje (37%). Een iets grotere groep (43%) doet dit niet elke dag, maar wel een keer of drie per week. 20% eet dagelijks iets tussendoor. Fastfood Het gros van de deelnemers (74%) zegt nooit of zelden fastfood te eten. 20% eet dit ongeveer twee tot drie keer per week en 6% eet dagelijks fastfood

26 3.6 Gevoel van regie over eigen leven Tijdens de nulmeting is de deelnemers gevraagd naar de mate waarin zij het gevoel hebben dat zij zelf invloed hebben op gebeurtenissen. We vatten dit samen onder de noemer regie over eigen leven. Aan de deelnemers is een zestal beweringen voorgelegd, waarvan men kon aangeven in hoeverre men ermee instemt. Op verzoek van de Leefstijladviseurs zijn deze vragen in een latere versie van de vragenlijst weggelaten omdat de deelnemers het erg moeilijk vonden deze vragen te beantwoorden. Van een aanzienlijk deel van de deelnemers zijn de antwoorden echter wel bekend. Het resultaat is weergegeven in tabel 3.6. In de tabel is te zien dat de verdeling van het percentage deelnemers over de drie antwoordcategorieën op elke vraag ongeveer hetzelfde is. Ongeveer een derde is het telkens eens met de stelling en heeft dus het gevoel zelf weinig regie te hebben over het eigen leven. Ruim 20% antwoordt op elke vraag neutraal en ruim 40% is het niet eens met de stelling en ziet dus wél mogelijkheden om het eigen leven te beïnvloeden. Meest in het oog springend is dat 40% aangeeft dat ze sommige van hun problemen met geen mogelijkheid kunnen oplossen. Daar staat tegenover dat slechts 25% denkt dat er weinig is dat ze kunnen doen om belangrijke dingen in het eigen leven te veranderen. Tabel 3.6 Gevoel van regie over eigen leven (n= ) (helemaal) oneens neutraal (helemaal) eens Ik heb vrij weinig controle over de dingen die mij overkomen 42% 24% 34% Wat er in die toekomst met mij gebeurt, heb ik niet zelf in de hand* 44% 22% 34% Sommige van mijn problemen kan ik met geen mogelijkheid oplossen 40% 20% 40% Er is weinig wat ik kan doen om belangrijke dingen in mijn leven te veranderen 51% 24% 25% Bijna niets waar ik mijn zinnen op gezet heb, kan ik doen* 45% 19% 36% Ik voel me vaak hulpeloos bij het omgaan met de problemen van het leven 45% 21% 34% * Deze items zijn oorspronkelijk positief geformuleerd maar t.b.v. de vergelijkbaarheid omgecodeerd en negatief geformuleerd Nemen we alle zes de beweringen gezamenlijk in ogenschouw, dan kunnen we een overallgemiddelde berekenen waarin tot uiting komt hoe de verhouding is tussen de groep die wel en de groep die geen gevoel heeft van regie over het eigen leven. Deze verhouding is weergegeven in figuur 3.6. Het merendeel van de deelnemers (62%) heeft dit gevoel wel. 38% heeft dit gevoel niet. Figuur 3.6 Gevoel van regie over eigen leven (n=554) 38% gevoel voldoende regie eigen leven gevoel onvoldoende regie eigen leven 62%

Rotterdams Leefstijlprogramma VAN KLACHT NAAR KRACHT

Rotterdams Leefstijlprogramma VAN KLACHT NAAR KRACHT Rotterdams Leefstijlprogramma VAN KLACHT NAAR KRACHT Tweede tussenrapportage: De eerste twee jaar Staf van Zeele en Eva Mandos Zorgmonitor Cluster Zorgregie November 2009 GGD Rotterdam-Rijnmond 2 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 2010-2011

Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 2010-2011 Feitenkaart Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 010-011 In september 007 is de uitvoering van het Rotterdamse leefstijlprogramma Van Klacht naar Kracht gestart. Het doel van het programma

Nadere informatie

Van Klacht naar Kracht

Van Klacht naar Kracht Rotterdams Leefstijlprogramma Van Klacht naar Kracht ZORGMONITOR GGD Rotterdam-Rijnmond Postbus 70032 3000 LP Rotterdam tel (010) 433 99 66 info@ggd.rotterdam.nl www.ggd.rotterdam.nl % Cluster Zorgregie

Nadere informatie

V O LW A S S E N E N

V O LW A S S E N E N LICHAAMSBEWEGING EN GEWICHT V O LW A S S E N E N Volwassenen 2009 4 Volwassenenonderzoek 2009 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland West in

Nadere informatie

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over.

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over. Pre-diabetes Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over. Wat is pre-diabetes Pre-diabetes is het stadium vóór diabetes (suikerziekte). Het

Nadere informatie

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Samenvatting Jong; dus gezond!? Samenvatting Jong; dus gezond!? Deel III Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Jong; dus gezond!? Gezondheidssituatie van de Jeugd (2004-2006) Regio Nieuwe Waterweg

Nadere informatie

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013 Samenvatting Twente Versie 2, oktober 2013 Twente varieert naar stad en platteland In Twente wonen 626.500 mensen waarvan de helft woont in één van de drie grote steden. Tot 2030 zal de Twentse bevolking

Nadere informatie

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 SAMENVATTING Dit proefschrift is gewijd aan Bouwen aan Gezondheid : een onderzoek naar de effectiviteit van een leefstijlinterventie voor werknemers in de bouwnijverheid met een verhoogd risico op hart

Nadere informatie

Kinderen in West gezond en wel?

Kinderen in West gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in West gezond en wel? 1 Wat valt op in West? Voor West zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Kernboodschappen Gezondheid Almelo Kernboodschappen Gezondheid Almelo De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Almelo epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Almelo en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over.

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over. Pre-diabetes Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over. Wat is pre-diabetes Pre-diabetes is het stadium vóór diabetes (suikerziekte). Het

Nadere informatie

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming incijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Uitkomsten GGD-gezondheidspeiling 2016 Gezondheid van aren BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Enschede

Kernboodschappen Gezondheid Enschede Kernboodschappen Gezondheid Enschede De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Enschede epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Enschede en de factoren die hierop van

Nadere informatie

CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle

CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle Onderzoekscentrum Preventie Overgewicht CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in ZWOLLE Een onderzoek naar het eet- en beweeggedrag van leerlingen van de 2 e klas

Nadere informatie

BeweegKuur. Algemene informatie

BeweegKuur. Algemene informatie BeweegKuur Algemene informatie De BeweegKuur is met subsidie van het ministerie van VWS ontwikkeld door het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen, in samenwerking met veel partners in de gezondheidszorg.

Nadere informatie

Kinderen in Zuid gezond en wel?

Kinderen in Zuid gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Zuid gezond en wel? 1 Wat valt op in Zuid? Voor Zuid zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Kinderen in Centrum gezond en wel?

Kinderen in Centrum gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Centrum gezond en wel? 1 Wat valt op in Centrum? Voor Centrum zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van

Nadere informatie

VirtueleThuiszorg = preventieve inzet Voor Diabetes Mellitus Type 2 en Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico

VirtueleThuiszorg = preventieve inzet Voor Diabetes Mellitus Type 2 en Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico VirtueleThuiszorg = preventieve inzet Voor Diabetes Mellitus Type 2 en Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico Diabetes Mellitus type 2 (DM2) wordt door verschillende experts aangeduid als een leefstijlziekte

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R VOEDING, BEWEGING EN GEWICHT K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Jeugd 2010 6 Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD

Nadere informatie

Conclusies en aanbevelingen

Conclusies en aanbevelingen Achtergrondinformatie Opvoeding en opvoedingsondersteuning Gezondheid Lichamelijke en leefstijl gezondheid leefstijl en psychosociaal welbevinden Conclusies en aanbevelingen Ouderenmonitor Monitor kinderen

Nadere informatie

Overgewicht en Obesitas op Curaçao

Overgewicht en Obesitas op Curaçao MINISTERIE VAN Gezondheid, Milieu & Natuur Volksgezondheid Instituut Curaçao Persbericht Overgewicht en Obesitas op Curaçao In totaal zijn 62,6% van de mannen en 67,3% van de vrouwen op Curaçao te zwaar,

Nadere informatie

Cliënttevredenheidsonderzoek Van Klacht naar Kracht. Shantie Jagmohansingh en Fred Reelick

Cliënttevredenheidsonderzoek Van Klacht naar Kracht. Shantie Jagmohansingh en Fred Reelick Cliënttevredenheidsonderzoek Van Klacht naar Kracht Shantie Jagmohansingh en Fred Reelick Cliënttevredenheidsonderzoek Van Klacht naar Kracht Deel 2 september 2010 Shantie Jagmohansingh en Fred Reelick

Nadere informatie

Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen Versie 1, oktober 2013 Bevolkingskrimp en vergrijzing punt van aandacht in Noaberkracht Dinkelland Tubbergen In Noaberkracht Dinkelland Tubbergen wonen 47.279

Nadere informatie

Kinderen in Noord gezond en wel?

Kinderen in Noord gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Noord gezond en wel? 1 Wat valt op in Noord? Voor Noord zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen De GGD Twente verzamelt in opdracht van Noaberkracht Dinkelland Tubbergen epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Noaberkracht

Nadere informatie

Deelnemers over Van Klacht naar Kracht

Deelnemers over Van Klacht naar Kracht Deelnemers over Van Klacht naar Kracht GGD Rotterdam-Rijnmond Marion Matthijssen Cluster Zorgregie November 2008 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 2. Beoordeling programma Van Klacht naar Kracht 7 2.1 De

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Zorgketen c.q. Netwerkaanpak actieve leefstijl. Anneke Hiemstra en Marloes Aalbers, NISB

Zorgketen c.q. Netwerkaanpak actieve leefstijl. Anneke Hiemstra en Marloes Aalbers, NISB Zorgketen c.q. Netwerkaanpak actieve leefstijl Anneke Hiemstra en Marloes Aalbers, NISB Ketenaanpak / netwerkaanpak actieve leefstijl De oplossing om meer mensen met een hoog gezondheidsrisico in beweging

Nadere informatie

Kinderen in Oost gezond en wel?

Kinderen in Oost gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Oost gezond en wel? 1 Wat valt op in Oost? Voor Oost zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Onderzoek in de wat leren we er van Informatiesysteem

Onderzoek in de wat leren we er van Informatiesysteem Onderzoek in de wat leren we er van Informatiesysteem Liesbeth Preller (NISB), Dave van Dijk (Vital Health) Experimenteel onderzoek Vooronderzoek Behandeling Experiment Controle Verschil Implementatie

Nadere informatie

Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin. Resultaten evaluatie JOGG December 2017

Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin. Resultaten evaluatie JOGG December 2017 Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin Resultaten evaluatie JOGG December 2017 Inleiding Achtergrond In het kader van de JOGG aanpak in de gemeente Roosendaal heeft op basisschool de Vlindertuin

Nadere informatie

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172 SAMENVATTING MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172 ALIFE@WORK DE EFFECTEN VAN EEN LEEFSTIJLPROGRAMMA MET BEGELEIDING OP AFSTAND VOOR GEWICHTSCONTROLE BIJ WERKNEMERS ACHTERGROND Overgewicht, waarvan

Nadere informatie

Resultaten vragenlijst ouders basisschool (4-12 jarigen) Nulmeting (T0) voorjaar 2017

Resultaten vragenlijst ouders basisschool (4-12 jarigen) Nulmeting (T0) voorjaar 2017 Resultaten vragenlijst ouders basisschool (4-12 jarigen) Nulmeting (T0) voorjaar 2017 Inleiding In mei 2016 is in Nieuw-Lekkerland het project 'Gezond Nieuw-Lekkerland' (GNL) gestart: met subsidie van

Nadere informatie

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 64%.

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 64%. Samenvatting gezondheidsbeleving, 2015 Het Internet Panel (DIP) is in maart 2015 benaderd over het onderwerp gezondheidsbeleving. De GGD doet elke 4 onderzoek naar de gezondheid van bewoners. Dit doen

Nadere informatie

Rotterdam Lekker Fit! Gezinsaanpak draagt bij aan vermindering consumptie gezoete dranken door kinderen.

Rotterdam Lekker Fit! Gezinsaanpak draagt bij aan vermindering consumptie gezoete dranken door kinderen. Februari 2013 Rotterdam Lekker Fit! Gezinsaanpak draagt bij aan vermindering consumptie gezoete dranken door kinderen. In Rotterdam heeft een kwart van de basisschoolkinderen overgewicht, met alle gezondheidsrisico

Nadere informatie

Ouderenmonitor 2011. Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen

Ouderenmonitor 2011. Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen Ouderenmonitor 2011 Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen De Ouderenmonitor is een onderzoek naar de lichamelijke, sociale en geestelijke

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en en gemeente Staphorst GGD IJsselland verzamelt jaarlijks gegevens over de gezondheid van inwoners, zo ook in 2016. Met deze

Nadere informatie

Stadsdeelprofielen Den Haag 2017

Stadsdeelprofielen Den Haag 2017 Stadsdeelprofielen 17 April 18 Stadsdeelprofielen 17 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Loosduinen 5 Escamp 13 Segbroek Scheveningen 28 Centrum 36 Laak 44 Haagse Hout 51 Leidscheveen-Ypenburg 58 Tabel 1: Gezondheidsindicatoren

Nadere informatie

Kinderen in Nieuw-West gezond en wel?

Kinderen in Nieuw-West gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Nieuw-West gezond en wel? 1 Wat valt op in Nieuw-West? Voor Nieuw-West zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor

Nadere informatie

Inhoud Hoe BRAVO ben jij?

Inhoud Hoe BRAVO ben jij? Inhoud Hoe BRAVO ben jij? Inleiding 2 De behandeling van een aandoening 2 Medicijnen 2 Leefstijl 5 Een verergering van je klachten 6 Jouw behandelplan 8 Bewegen 8 Roken 8 Alcohol en voeding 8 Ontspanning

Nadere informatie

BeweegKuur. Algemene informatie

BeweegKuur. Algemene informatie BeweegKuur Algemene informatie Start in huisartsenpraktijk Vaak start de BeweegKuur bij de huisarts. De huisarts signaleert of iemand in aanmerking komt om mee te doen met de BeweegKuur. Van belang is

Nadere informatie

V O LW A S S E N E N

V O LW A S S E N E N GENOTMIDDELEN V O LW A S S E N E N Volwassenen 2009 5 Volwassenenonderzoek 2009 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland West in 2009 een schriftelijke

Nadere informatie

Meer inzicht in uw gezondheid?

Meer inzicht in uw gezondheid? Meer inzicht in uw gezondheid? Maak een afspraak voor de Gezondheids-APK bij uw Alphega apotheek. Meten is weten Bij uw Alphega apotheek kunt u terecht voor hulpmiddelen of medicatie wanneer u ziek bent.

Nadere informatie

Gezondheid van volwassenen en ouderen; een gebiedsgerichte

Gezondheid van volwassenen en ouderen; een gebiedsgerichte epidemiologie Gezondheid van volwassenen en ouderen; een gebiedsgerichte analyse Een rapportage met gezondheidsgegevens per Haagse aandachtswijk 1 Stationsbuurt/ Rivierenbuurt 2 Schildersbuurt 3 Transvaalkwartier

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen

Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Haaksbergen epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Haaksbergen en de factoren die hierop

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Rijssen-Holten epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Rijssen-Holten en de factoren

Nadere informatie

Bouwstenen nota volksgezondheid Renate Martens en Ivanka van der Veeken. Gemeente Drimmelen GGD West-Brabant:

Bouwstenen nota volksgezondheid Renate Martens en Ivanka van der Veeken. Gemeente Drimmelen GGD West-Brabant: Bouwstenen nota volksgezondheid 2013-2016 Gemeente Drimmelen GGD West-Brabant: Renate Martens en Ivanka van der Veeken Bouwstenen Evaluatieverslag nota volksgezondheid 2008-2011 Landelijke nota gezondheidsbeleid

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Deventer? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Deventer? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Zwartewaterland Staphorst 1.392 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd

Nadere informatie

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT IJsselland VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT Jongerenmonitor 2015 77% ontbijt dagelijks 10.3 jongeren School 13-14 jaar 15- jaar 76% een gezond gewicht 15% beweegt voldoende Genotmiddelen Psychosociale gezondheid

Nadere informatie

Beweegrichtlijnen Nr. 2017/08. Samenvatting

Beweegrichtlijnen Nr. 2017/08. Samenvatting Beweegrichtlijnen 2017 Nr. 2017/08 Samenvatting Beweegrichtlijnen 2017 pagina 2 van 6 Achtergrond In Nederland bestaan drie normen voor bewegen: de Nederlandse Norm Gezond Bewegen, die adviseert op minstens

Nadere informatie

Noord gezond en wel?

Noord gezond en wel? Factsheet Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2012 gezond en wel? Meer dan twee derde van de inwoners van heeft een positief oordeel over de eigen gezondheid, zo blijkt uit de gegevens van de Amsterdamse Gezondheidsmonitor

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Zwartewaterland Staphorst 1.589 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwartewaterland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwartewaterland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Staphorst 875 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd gezondheid gedefinieerd

Nadere informatie

Vitale Vaten. Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011

Vitale Vaten. Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011 Vitale Vaten Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011 Dé Gezonde regio: waar? Dé Gezonde regio: wie? Verleiden Opbouw presentatie Inleiding hart- en vaatziekten Project Vitale Vaten Gorinchem

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Steenwijkerland 1.589 inwoners deden mee Kampen Zwartewaterland Staphorst Hardenberg Dalfsen Ommen Olst-Wijhe Raalte

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Kernboodschappen Gezondheid Losser Kernboodschappen Gezondheid Losser De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Losser epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Losser en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Factsheet Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2012

Factsheet Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2012 Factsheet Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2012 Zuid gezond en wel? Van de inwoners van Zuid heeft 81% een positief oordeel over de eigen gezondheid, zo blijkt uit de gegevens van de Amsterdamse Gezondheidsmonitor

Nadere informatie

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer IJsselland Wijkgezondheidsprofiel Deventer Januari 2015 Wijkgezondheidsprofiel Dit wijkgezondheidsprofiel bestaat uit gegevens afkomstig van diverse bronnen, registraties en (bewoners)onderzoeken. Voor

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Zwartewaterland Staphorst 1.036 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd gezondheid gedefinieerd

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Ommen? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Ommen? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Zwartewaterland Staphorst 961 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd gezondheid

Nadere informatie

Dagelijks ontbijten en elke dag groente en fruit eten zijn gedragingen die bijdragen aan een gezonde leefstijl.

Dagelijks ontbijten en elke dag groente en fruit eten zijn gedragingen die bijdragen aan een gezonde leefstijl. De Vlieger 3 CHECKID ChecKid is een grootschalig leefstijlonderzoek onder basisschoolleerlingen in Zwolle. Het brengt (on)gezond gedrag, leefstijl en de leefomgeving van kinderen in Zwolle in kaart. ChecKid

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente 1.036 inwoners deden mee Kampen Zwartewaterland Staphorst Hardenberg Zwolle Dalfsen Ommen Olst-Wijhe Raalte Deventer

Nadere informatie

P Doe de risicotest P Laat uw bloedsuikerwaarde meten P Lees wat u zelf kunt doen

P Doe de risicotest P Laat uw bloedsuikerwaarde meten P Lees wat u zelf kunt doen Diabetes en uw apotheek Als bij u diabetes is vastgesteld, dan kunt u natuurlijk terecht bij uw apotheek. Het apotheekteam zorgt ervoor dat u: Op tijd het juiste medicijn krijgt. Medicijnen krijgt die

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Borne

Kernboodschappen Gezondheid Borne Kernboodschappen Gezondheid Borne De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Borne epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Borne en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Centrum gezond en wel?

Centrum gezond en wel? Factsheet Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2012 gezond en wel? Van de inwoners van heeft 85% een positief oordeel over de eigen gezondheid, zo blijkt uit de gegevens van de Amsterdamse Gezondheidsmonitor

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Hardenberg? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Hardenberg? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Steenwijkerland 1.529 inwoners deden mee Kampen Zwartewaterland Staphorst Zwolle Dalfsen Ommen Olst-Wijhe Raalte Deventer

Nadere informatie

Zet uzelf in beweging!

Zet uzelf in beweging! informatie voor mensen die de BeweegKuur gaan volgen Zet uzelf in beweging! Het programma van de BeweegKuur Tijdens de BeweegKuur krijgt u professionele begeleiding om uw leefstijl aan te passen. U staat

Nadere informatie

93% van de deelnemers beweegt om zich fit te voelen/gewicht te verliezen. Daarnaast beweegt 65% omdat hij/zij er plezier in heeft.

93% van de deelnemers beweegt om zich fit te voelen/gewicht te verliezen. Daarnaast beweegt 65% omdat hij/zij er plezier in heeft. Evaluatie en monitoring pilots BeweegKuur en Allochtone deelnemers Marieke van Dijk. NISB, december 2012 Samenvatting Op zeven locaties door het land zijn in 2012 beweegprojecten gestart die zich richtten

Nadere informatie

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013 Samenvatting Losser Versie 1, oktober 2013 Lage SES, bevolkingskrimp en vergrijzing punt van aandacht in Losser In de gemeente Losser wonen 22.552 mensen; 11.324 mannen en 11.228 vrouwen. Als we de verschillende

Nadere informatie

Kinderen in Zuidoost gezond en wel?

Kinderen in Zuidoost gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Zuidoost gezond en wel? 1 Wat valt op in Zuidoost? Voor Zuidoost zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor

Nadere informatie

INFOKAART OUDEREN EN ROKEN

INFOKAART OUDEREN EN ROKEN INFOKAART OUDEREN EN ROKEN Roken Roken is de risicofactor die de meeste sterfte en het meeste gezondheidsverlies met zich brengt en zodoende ook zorgt voor veel verlies aan kwaliteit van leven (1). Vijftien

Nadere informatie

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie.

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. Leeswijzer Gezondheidspeiling tabellen Deze leeswijzer geldt ook voor tabellen van de Inwonersenquête van Interne Bedrijven Onderzoek, Gemeente Utrecht In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Zwartewaterland 1.129 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd gezondheid

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal

Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Oldenzaal epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Oldenzaal en de factoren die hierop

Nadere informatie

Nieuw-West gezond en wel?

Nieuw-West gezond en wel? Factsheet Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2012 Nieuw-West gezond en wel? Twee derde van de inwoners van Nieuw-West heeft een positief oordeel over de eigen gezondheid, zo blijkt uit de gegevens van de Amsterdamse

Nadere informatie

Gezondheidsbeleid 2013. Onderzoek onder gemeentepanel Venlo

Gezondheidsbeleid 2013. Onderzoek onder gemeentepanel Venlo Gezondheidsbeleid 2013 Onderzoek onder gemeentepanel Venlo Afdeling Bedrijfsvoering Team informatievoorziening Onderzoek en Statistiek Venlo, mei 2013 2 Samenvatting Inleiding In mei 2011 is de landelijke

Nadere informatie

Beweging, voeding en. (over)gewicht

Beweging, voeding en. (over)gewicht JONGERENPEILING 2008 ZUID-HOLLAND NOORD De jongerenpeiling heeft als doel om periodiek op systematische wijze ontwikkelingen in gezondheid en gewoonten van jongeren in kaart te brengen. Dit is het eerste

Nadere informatie

Volwassenen (19-65 jaar) Regio Nijmegen Opleidingsniveau jaar

Volwassenen (19-65 jaar) Regio Nijmegen Opleidingsniveau jaar Volwassenen (19-65 jaar) Regio Nijmegen Opleidingsniveau man vrouw 19-35 jaar 35-50 jaar 50-65 jaar laag midden hoog Totaal 2012 Oost NL 2012 Totaal 2008 Aantal correct ingevulde vragenlijsten, bruikbaar

Nadere informatie

Factsheet nulmeting pilot-onderzoek B-Fit bij kinderen, jongeren en volwassenen

Factsheet nulmeting pilot-onderzoek B-Fit bij kinderen, jongeren en volwassenen TNO-rapport KvL/GB 2009.111 Factsheet nulmeting pilot-onderzoek B-Fit bij kinderen, jongeren en volwassenen Preventie en Zorg Wassenaarseweg 56 Postbus 2215 2301 CE Leiden www.tno.nl T +31 71 518 18 18

Nadere informatie

Volwassenen (19-65 jaar) Groesbeek

Volwassenen (19-65 jaar) Groesbeek Volwassenen (19-65 jaar) Groesbeek man vrouw 19-35 jaar 35-50 jaar opleidingsniveau 50-65 jaar laag midden hoog Totaal Regio Nijmegen Oost NL 2012 Totaal 2008 Aantal correct ingevulde vragenlijsten, bruikbaar

Nadere informatie

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer IJsselland Wijkgezondheidsprofiel Deventer Januari 2015 Wijkgezondheidsprofiel Dit wijkgezondheidsprofiel bestaat uit gegevens afkomstig van diverse bronnen, registraties en (bewoners)onderzoeken. Voor

Nadere informatie

HEALTHCHECK VRAGENLIJST GEZONDHEIDSDAG 2014

HEALTHCHECK VRAGENLIJST GEZONDHEIDSDAG 2014 HEALTHCHECK VRAGENLIJST GEZONDHEIDSDAG 2014 Voor een beoordeling van mogelijke gezondheidsrisico s en een advies m.b.t. leefstijl verzoeken wij u de vragenlijst ingevuld mee te nemen naar de healthcheck.

Nadere informatie

Factsheet Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2012

Factsheet Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2012 Factsheet Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2012 West gezond en wel? Driekwart van de inwoners van West heeft een positief oordeel over de eigen gezondheid, zo blijkt uit de gegevens van de Amsterdamse Gezondheidsmonitor

Nadere informatie

DE COACH METHODE BIJ MENSEN MET DIABETES TYPE 2

DE COACH METHODE BIJ MENSEN MET DIABETES TYPE 2 DE COACH METHODE BIJ MENSEN MET DIABETES TYPE 2 Dr. M.H.G. de Greef, Bewegingswetenschappen van Rijksuniversiteit Groningen. Drs. S.R. Sprenger, Centrum voor Beweging en Onderzoek Groningen. B.J. Houët,

Nadere informatie

Depressie in Zeeland

Depressie in Zeeland Depressie in Zeeland Kernpunten 15.000 119.000 19 jr en ouder ernstige depressieve klachten milde depressieve klachten ernstig depressieve klachten 19-24 jarigen 10 % 2012-2016 34% 57% 19-24 jarigen milde

Nadere informatie

Gezondheidsenquête 2008

Gezondheidsenquête 2008 Gezondheidsenquête 008 De gezondheid van volwassenen in deelgemeente Hoogvliet Wijkrapportage (CBS-buurt) Augustus 009 GGD Rotterdam-Rijnmond Berdi Christiaanse Gea Schouten Bianca Stam Voorwoord In dit

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Twenterand

Kernboodschappen Gezondheid Twenterand Kernboodschappen Gezondheid Twenterand De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Twenterand epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Twenterand en de factoren die hierop

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R ROKEN EN ALCOHOLGEBRUIK Jeugd 2010 5 K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Gezonde leefstijl wint langzaam terrein. Licht dalende trend van zware drinkers

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Gezonde leefstijl wint langzaam terrein. Licht dalende trend van zware drinkers Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-018 18 maart 2008 9.30 uur Gezonde leefstijl wint langzaam terrein De laatste jaren zijn Nederlanders iets gezonder gaan leven. Het percentage rokers

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Wierden

Kernboodschappen Gezondheid Wierden Wierden Twente Nederland Kernboodschappen Gezondheid Wierden De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Wierden epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Wierden en de factoren

Nadere informatie

Zuidoost gezond en wel?

Zuidoost gezond en wel? Factsheet Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2012 Zuidoost gezond en wel? Zeven op de tien inwoners van Zuidoost hebben een positief oordeel over de eigen gezondheid, zo blijkt uit de gegevens van de Amsterdamse

Nadere informatie

V O LW A S S E N E N

V O LW A S S E N E N PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID V O LW A S S E N E N Volwassenen 2009 3 Volwassenenonderzoek 2009 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland West in 2009

Nadere informatie

Individueel Zorgplan Cardiometabool

Individueel Zorgplan Cardiometabool Individueel Zorgplan Cardiometabool Vasculair Centrum Naam: Geboortedatum: Patiëntnummer: Vasculair centrum Rijnstate Het Rijnstate Vasculair Centrum is een kennis- en behandelcentrum voor patiënten met

Nadere informatie

Volwassenen (19-65 jaar) Wijchen

Volwassenen (19-65 jaar) Wijchen man vrouw 19-35 jaar Aantal correct ingevulde vragenlijsten, bruikbaar voor analyse Achtergrond en algemene kenmerken Volwassenen (19-65 jaar) Wijchen 35-50 jaar Opleidingsniveau 50-65 jaar laag midden

Nadere informatie

2. Overgewicht. allochtone kinderen. autochtone kinderen. eenouder ouder+stiefouder. beide ouders. % kinderen met overgewicht. laag.

2. Overgewicht. allochtone kinderen. autochtone kinderen. eenouder ouder+stiefouder. beide ouders. % kinderen met overgewicht. laag. 2. Overgewicht De gevolgen van overgewicht op de kinderleeftijd zijn uiteenlopend van psychosociale problemen, zoals gepest worden, negatief zelfbeeld en depressiviteit, tot lichamelijke problemen zoals

Nadere informatie

Effectieve voeding en beweging bij overgewicht Esther van Etten Sportdietist

Effectieve voeding en beweging bij overgewicht Esther van Etten Sportdietist Effectieve voeding en beweging bij overgewicht Esther van Etten Sportdietist - Sportdietist: - Eigen praktijk: SMC Fysiomed Amsterdam - Nationale roeiselectie: KNRB - Schrijven van blogs en columns: JOGG,

Nadere informatie