Schoolmanagementstatuut

Transcriptie

1 Schoolmanagementstatuut Behorende bij de Statuten van de stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs en het Managementstatuut LVO. Afwijkingen op dit schoolmanagementstatuut zijn niet mogelijk, differentiatie per school vindt plaats d.m.v. de bijlage.

2 Preambule De stichting oefent conform artikel 53c lid 3 WVO in formele zin alle taken en bevoegdheden van het bevoegd gezag uit. Artikel 8 van de statuten van de stichting LVO bepaalt dat de stichting in en buiten rechte wordt vertegenwoordigd door het College van Bestuur. In artikel 32c WVO is bepaald dat het bevoegd gezag van een school een managementstatuut vaststelt. In het managementstatuut is beschreven welke bevoegdheden het College van Bestuur zelf uitoefent en welke taken en bevoegdheden zij mandateert aan de Centrale Directie en welke voorschriften hierop van toepassing zijn. De gemandateerde taken en bevoegdheden worden uitgeoefend namens het College van Bestuur. Het College van Bestuur kan ten aanzien van bepaalde aan de Centrale Directie opgedragen taken en bevoegdheden bepalen dat deze kunnen worden doorgemandateerd aan de locatiedirecteur. Artikel 7 lid 2 juncto artikel 16 van de statuten alsmede artikel V van het reglement College van Bestuur bieden de mogelijkheid om, onder eindverantwoordelijkheid van het College van Bestuur, de dagelijkse leiding van en het beheer over een onder de stichting ressorterende school, scholengemeenschap of cluster van (scholen)gemeenschappen (door) te mandateren. Het managementstatuut bepaalt dat de verhouding tussen de Centrale Directie en de locatiedirecteur en de overdracht van taken en bevoegdheden van de Centrale Directie aan de locatiedirecteur worden vastgelegd in een schoolmanagementstatuut. Algemeen uitgangspunt is om verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie neer te leggen. De Centrale Directie dient bij het uitoefenen van de hun gemandateerde taken en bevoegdheden te allen tijde de kaders en (beleids-)richtlijnen die door het College van Bestuur zijn gesteld in acht te nemen. Locatiedirecteuren dienen bij het uitoefenen van de hun gemandateerde taken en bevoegdheden te allen tijde de kaders en (beleids-)richtlijnen die door het College van Bestuur dan wel de Centrale Directie zijn gesteld in acht te nemen. Voor u ligt het schoolmanagementstatuut van de LVO-scholen. Dit schoolmanagementstatuut is voor alle LVO-scholen gelijkluidend. In bijlage 2 kunnen de scholen afzonderlijk de op hun school van toepassing zijnde situatie aangeven.voor het United World College te Maastricht, secondary school, zal een separaat Engelstalig schoolmanagementstatuut worden opgesteld. Het schoolmanagementstatuut is gebaseerd op de vigerende wet- en regelgeving, de statuten van de stichting LVO, het managementstatuut en overige reglementen die voor de school van toepassing zijn. Op 21 oktober 2015 heeft de GMR ingestemd met het schoolmanagementstatuut. Sittard, 4 november

3 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK I ALGEMEEN... 4 Artikel 1 Definities... 4 Artikel 2 Werkingsomvang... 4 Artikel 3 Mandaat... 5 HOOFDSTUK II TAKEN EN BEVOEGDHEDEN... 5 Artikel 4 Taken en bevoegdheden van de Centrale Directie... 5 Artikel 5 Taken en bevoegdheden van de locatiedirecteur... 5 HOOFDSTUK III SCHOOL EN SCHOOLONTWIKKELING... 5 Artikel 6 Onderwijskundige aangelegenheden... 5 Artikel 7 Leerlingen... 6 Artikel 8 Overleg met medezeggenschapsraad... 6 HOOFDSTUK IV BEHEER... 7 Artikel 9 Veiligheid... 7 Artikel 10 Financiën... 7 Artikel 11 Personeel en organisatie... 7 Artikel 12 Huisvesting... 7 HOOFDSTUK V UITVOERING... 8 Artikel 13 Totstandkoming, ingangsdatum en wijziging... 8 Artikel 14 Slotbepalingen...8 BIJLAGE 1 Overzicht specifiek benoemde taken en bevoegdheden welke als. 9 bijlage 1 in het Managementstatuut zijn opgenomen BIJLAGE 2 Overzicht door te mandataren taken en bevoegdheden

4 HOOFDSTUK I ALGEMEEN Artikel 1 Definities In dit statuut wordt verstaan onder: a. stichting (LVO): stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs, samenwerkingsbestuur voor bijzonder en openbaar onderwijs; b. Raad van Toezicht: orgaan dat de leden van het College van Bestuur benoemt, schorst en ontslaat en integraal toezicht houdt op het beleid van het College van Bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting zoals omschreven in artikel 12 van de statuten; c. College van Bestuur: orgaan dat statutair belast is met het besturen van de stichting; d. bevoegd gezag: de stichting LVO, vertegenwoordigd door het College van Bestuur; e. Centrale Directie: directie zoals bedoeld in artikel 32a van de WVO, bestaande uit een voorzitter en één of meerdere leden. De Centrale Directie kent een taakverdeling, de eindverantwoordelijkheid berust echter bij de voorzitter; f. school: een school voor voortgezet onderwijs, voor zover in stand gehouden door het bevoegd gezag, daaronder mede begrepen het OPDC-St. Michael en het United World College Maastricht-secondary school; g. cluster: meerdere scholen(gemeenschappen) in een regio die gezamenlijk door één Centrale Directie worden aangestuurd; h. locatiedirecteur: de persoon van een school of een locatie van een school belast met de dagelijkse leiding van die school of locatie, hiërarchisch direct vallend onder de Centrale Directie, daaronder mede begrepen de directeur van het OPDC St.-Michael en de directeur van Terra Nigra. Sommige scholen kennen in plaats van een locatiedirecteur nog sectordirecteuren. Dit is binnen de stichting echter een uitgroeifunctie. Voor zover de sectordirecteur direct onder de Centrale Directie opereert komen hem de bevoegdheden van de locatiedirecteur toe; i. statuten: de statuten van de stichting LVO; j. managementstatuut: het managementstatuut van de stichting LVO; k. bestuursbureau: het ondersteunend apparaat voor de bestuursorganen en voor de scholen van de stichting LVO, bestaande uit de afdeling Personeel & Organisatie (P&O), de afdeling Financiën (F), de afdeling Vastgoed, Facilitair en inkoop (VFI) en de afdeling ICT; l. bureaudirecteur: eindverantwoordelijk leidinggevende van het bestuursbureau; m. WVO: Wet op het Voortgezet Onderwijs; n. Eindexamenbesluit: Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o; o. Inrichtingsbesluit: Inrichtingsbesluit WVO. Artikel 2 Werkingsomvang Dit schoolmanagementstatuut geeft een overzicht van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden die de Centrale Directie van het cluster <NAAM> aan de locatiedirecteuren van de onder het cluster vallende scholen heeft overgedragen en is tevens een nadere uitwerking van de verhouding tussen de Centrale Directie en de locatiedirecteuren en andere functionarissen, zoals genoemd in artikel 2 lid 4 van het managementstatuut. 4

5 Artikel 3 Mandaat 1. Op grond van artikel 2 lid 4 van het managementstatuut kunnen binnen het goedgekeurde schoolmanagementstatuut de aan de Centrale Directie toegewezen taken en bevoegdheden worden doorgemandateerd aan de locatiedirecteur. 2. In het managementstatuut wordt artikelsgewijs aangegeven welke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden kunnen worden doorgemandateerd aan de locatiedirecteur. Indien het managementstatuut niet expliciet vermeld dat de bevoegdheid, taak of verantwoordelijkheid kan worden doorgemandateerd blijft deze bij de Centrale Directie. 3. Bij het managementstatuut is als bijlage 1 een lijst opgenomen van specifieke taken en bevoegdheden die kunnen worden doorgemandateerd door de Centrale Directie aan de locatiedirecteur. Deze bijlage is eveneens als bijlage 1 bij dit schoolmanagementstatuut opgenomen. HOOFDSTUK II TAKEN EN BEVOEGDHEDEN Artikel 4 Taken en bevoegdheden van de Centrale Directie 1. De Centrale Directie heeft de dagelijkse leiding van en voert het beheer over een cluster van scholen(gemeenschappen). 2. De Centrale Directie is bevoegd de school te vertegenwoordigen met betrekking tot alle uit het managementstatuut voortvloeiende taken en bevoegdheden die aan haar zijn doorgemandateerd. De Centrale Directie is gehouden deze taken uit te voeren binnen de vastgestelde kaders. Artikel 5 Taken en bevoegdheden van de locatiedirecteur 1. De locatiedirecteur is, onder verantwoordelijkheid en aansturing van de Centrale Directie, belast met de feitelijke dagelijkse leiding van een school of locatie. 2. De locatiedirecteur is verantwoordelijk voor de uitoefening van de aan hem/haar gemandateerde taken binnen de vastgestelde kaders. 3. De locatiedirecteur is bevoegd de school te vertegenwoordigen met betrekking tot alle uit dit schoolmanagementstatuut voortvloeiende taken en bevoegdheden die aan hem/haar zijn doorgemandateerd conform bijlage 2. De locatiedirecteur is niet bevoegd ten aanzien van school- of locatieoverstijgende zaken. HOOFDSTUK III SCHOOL EN SCHOOLONTWIKKELING Artikel 6 Onderwijskundige aangelegenheden 1. De Centrale Directie is, binnen de (beleids)richtlijnen verantwoordelijk voor de inrichting van het onderwijs en zorgt ervoor dat de onderwijsinrichting voldoet aan het bepaalde in de WVO en andere toepasselijke wet- en regelgeving. Binnen de gestelde kaders stelt de Centrale Directie de schoolgids vast. 2. De Centrale Directie draagt er zorg voor dat - zoals bedoeld in artikel 24a lid 3 WVO - de schoolgids beschikbaar wordt gesteld aan de ouder(s), voogd(en) en verzorger(s), dan wel de meerderjarige leerling bij de inschrijving en jaarlijks na vaststelling van de schoolgids. 3. De Centrale Directie draagt zorg voor het voeren van een deugdelijke onderwijsadministratie, met inachtneming van de eerder genoemde (beleids)richtlijnen. 4. De Centrale Directie zorgt voor de leerlingenwerving, de leerlingbegeleiding, een goede aansluiting met het toeleverende onderwijs en een goede doorstroming. 5

6 5. Op grond van artikel 24c lid 1 WVO en artikel 6 lid 3 van het managementstatuut stelt de Centrale Directie tenminste een maal in de vier jaar een schoolplan vast dat voldoet aan alle wettelijke vereisten en beleidsrichtlijnen. Het schoolplan bevat in ieder geval een beschrijving van het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs dat binnen de school wordt gevoerd. Het schoolplan, alsmede bijstellingen daarvan, behoeft goedkeuring van het College van Bestuur. De locatiedirecteur is verantwoordelijk voor de uitvoering van het schoolplan en zorgt ervoor dat het schoolplan regelmatig wordt geëvalueerd en bijgesteld. 6. De Centrale Directie is bevoegd tot het vaststellen van het leerplan, het lesrooster en het reglement van de school. Voor zover het een leerplan, het lesrooster en het reglement van een openbare school betreft, gaat de Centrale Directie niet over tot de vaststelling dan nadat de gemeente waarin de school is gelegen, gedurende een termijn van tenminste vier weken in de gelegenheid is gesteld overleg te voeren over de plannen en/of reglementen. 7. De Centrale Directie kan de hiervoor vermelde taken en bevoegdheden doormandateren aan de locatiedirecteur, met uitzondering van het bepaalde in lid 1 en lid 5 eerste zin. Artikel 7 Leerlingen 1. De Centrale Directie is bevoegd tot het nemen van besluiten tot (niet-)toelating, schorsing en (definitieve) verwijdering van leerlingen. Besluitvorming geschiedt met inachtneming van het bepaalde in het Inrichtingsbesluit WVO en de LVO-(beleids)richtlijnen. De wettelijke toelatingscriteria kunnen door de Centrale Directie worden aangevuld met schoolspecifieke eisen, mits deze voorafgaand aan de aanmelding bekend zijn gemaakt. 2. Op grond van artikel 7 lid 3 van het managementstatuut kan de Centrale Directie de bevoegdheid tot het nemen van besluiten omtrent schorsingen tot en met twee dagen doormandateren aan de locatiedirecteur. 3. De Centrale Directie rapporteert over de vorderingen van de leerlingen aan hun ouders, voogden of verzorgers dan wel aan de meerderjarige leerling. De Centrale Directie stelt een normenstelsel vast op grond waarvan een beslissing tot bevordering of afwijzing van een leerling naar het volgende jaar kan worden genomen. 4. De Centrale Directie stelt ten behoeve van het eindexamen een examenreglement en een programma van toetsing en afsluiting vast. De Centrale Directie stelt tevens een examencommissie in. De wettelijke bepalingen van de WVO en het geldende examenbesluit worden daarbij in acht genomen. Het tekenen van diploma s en cijferlijsten geschiedt door de Centrale Directie. 5. De Centrale Directie legt elke twee jaar in een schoolreglement en/of leerlingenstatuut de rechten en plichten van de leerlingen vast. De Centrale Directie draagt er zorg voor dat het leerlingenstatuut in de school ter inzage wordt gelegd op een voor de leerlingen toegankelijke plaats. 6. De Centrale Directie is bevoegd tot vaststelling van de vrijwillige ouderbijdrage inclusief een reductie- en kwijtscheldingsregeling met inachtneming van de door het College van Bestuur vastgestelde richtlijnen. Indien de Centrale Directie een vrijwillige ouderbijdrage vaststelt, gaat de Centrale Directie een overeenkomst vrijwillige ouderbijdrage aan met de ouders/verzorgers. 7. Onverlet het bepaalde in lid 2 van dit artikel, kan de Centrale Directie de in dit artikel vermelde taken en bevoegdheden doormandateren aan de locatiedirecteur, met uitzondering van het bepaalde in lid 5, eerste zin en lid 6, eerste zin. Artikel 8 Overleg met medezeggenschapsraad 1. Het overleg met de medezeggenschapsraad - conform de Wet Medezeggenschap op Scholen en artikel 8 van het managementstatuut - wordt gevoerd door de Centrale Directie. 2. Onder verwijzing naar artikel 1 sub g van het MR-reglement kan de Centrale Directie deze bevoegdheid doormandateren aan de locatiedirecteur, voorzover het overleg geen betrekking heeft op school- of locatieoverstijgende zaken. 6

7 HOOFDSTUK IV BEHEER Artikel 9 Veiligheid De Centrale Directie draagt, binnen de kaders van de handleiding De verantwoordelijkheid van het schoolbestuur voor het schoolgebouw, zorg voor een veilige schoolomgeving voor medewerkers, leerlingen en andere aanwezigen in het schoolgebouw en tijdens schoolactiviteiten. Deze taken en bevoegheden zijn niet overdraagbaar. Artikel 10 Financiën 1. De Centrale Directie stelt jaarlijks de begroting op van het cluster en de bijbehorende meerjarenplanning. De begroting behoeft de goedkeuring van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht. De locatiedirecteur is verantwoordelijk voor het opstellen, aanleveren en realiseren van de deelbegroting van de onder het cluster vallende school of locatie. 2. De Centrale Directie is bevoegd tot het beheren en besteden van de exploitatiemiddelen van het cluster binnen de door het College van Bestuur goedgekeurde begroting en met in achtneming van de binnen de stichting geldende procuratieregeling. 3. De Centrale Directie stelt maandelijks een financiële rapportage en formatierapportage ter beschikking aan het College van Bestuur. De Centrale Directie stelt het financieel jaarverslag van de school vast, na goedkeuring van het College van Bestuur. 4. Deze taken en bevoegdheden zijn niet overdraagbaar. Artikel 11 Personeel en organisatie 1. Binnen de kaders van het door de stichting LVO vastgestelde personeelsbeleid is de Centrale Directie belast met de uitvoering van het personeelsbeleid in de school. De werving en selectie van personeel geschiedt volgens het werving- en selectiebeleid van de stichting LVO. 2. Het benoemen en ontslaan van personeel is een bevoegdheid van het College van Bestuur. Op grond van artikel 12 lid 1 van het managementstatuut kan deze bevoegdheid worden door gemandateerd aan de manager P&O van het bestuursbureau of, bij diens afwezigheid, aan de bureaudirecteur. Het aangaan van tussentijdse wijzigingen zoals verlengingen, uitbreidingen en promoties op bestaande overeenkomsten is gemandateerd aan de Centrale Directie. 3. De Centrale Directie is bevoegd tot het vaststellen van het formatieplan van het cluster, alsmede de onderliggende meerjarenplanning binnen de door het College van Bestuur vastgestelde kaders. De locatiedirecteur is verantwoordelijk voor het opstellen, aanleveren en realiseren van het deelformatieplan van de school of locatie. 4. De Centrale Directie is bevoegd tot het vaststellen van de taken van het personeel, de taakverdeling op hoofdlijnen van de Centrale Directie daaronder begrepen. 5. De Centrale Directie is bevoegd tot het bevorderen van de totstandkoming van adequate overlegstructuren voor alle geledingen van de school en het vaststellen van reglementen hiertoe. 6. De Centrale Directie kan de aan haar toegekende taken en bevoegdheden doormandateren aan de locatiedirecteur, met uitzondering van het bepaalde in lid 1, lid 2 en lid 3 eerste zin van dit artikel. De in lid 4 van dit artikel aan de Centrale Directie toegekende bevoegdheid kan aan de locatiedirecteur worden overgedragen, voor zover het betreft het vaststellen van de taken van het personeel. 7

8 Artikel 12 Huisvesting 1. De Centrale Directie is belast met het voeren van het algemeen beheer over de gebouwen, terreinen en de inventaris van de school binnen de kaders van de handleiding De verantwoordelijkheid van het schoolbestuur voor het schoolgebouw en andere (beleids)notities van de afdeling VFI van het bestuursbureau. 2. De Centrale Directie is bevoegd tot het verhuren, verpachten of op enigerlei andere wijze contractueel in gebruik geven van onroerend goed, met inachtneming van de hierboven vermelde handleiding en de notitie terbeschikkingstelling schoolgebouwen. 3. De afdeling VFI van het bestuursbureau is verantwoordelijk voor de uitvoering van het totale planmatig en niet-planmatig onderhoud. Het aangaan van onderhoudsovereenkomsten ten behoeve van gebouwen, terreinen en inventarissen blijft voorbehouden aan het College van Bestuur. In het kader van het planmatig onderhoud vindt er regelmatig overleg plaats tussen de afdeling VFI en de Centrale Directie. 4. De in dit artikel genoemde taken en bevoegdheden zijn niet overdraagbaar, met uitzondering van het overleg dat is genoemd in lid 3, laatste zin van dit artikel. HOOFDSTUK V UITVOERING Artikel 13 Totstandkoming, ingangsdatum en wijziging 1. Dit schoolmanagementstatuut is een reglement als bedoeld in artikel 32c WVO en vloeit rechtstreeks voort uit de artikelen 5 lid 2 en 16 van de statuten en uit artikel 2 lid 4 van het managementstatuut. Het schoolmanagementstatuut wordt vastgesteld, gewijzigd of opgeheven door de Centrale Directie, na voorafgaande goedkeuring van het College van Bestuur. 2. Het schoolmanagementstatuut treedt in werking op 4 november 2015 en is van kracht voor de duur van één jaar. 3. Vóór afloop van de geldigheidsduur wordt dit schoolmanagementstatuut inclusief de doormandatering geëvalueerd door de Centrale Directie en het College van Bestuur en indien gewenst aangepast. Na de initiële periode zal dit managementstatuut voor onbepaalde tijd gelden en telkens één maal per vier jaren, of zoveel eerder als noodzakelijk, worden geëvalueerd en indien gewenst worden aangepast. Artikel 14 Slotbepalingen 1. In gevallen waarin dit statuut niet voorziet, is het College van Bestuur bevoegd. 2. Dit statuut kan worden aangehaald als Schoolmanagementstatuut LVO-scholen. 8

9 BIJLAGE 1 BIJ HET SCHOOLMANAGEMENTSTATUUT (CONFORM BIJLAGE 1 BIJ HET MANAGEMENTSTATUUT) Hiernavolgend overzicht bevat de specifieke taken en bevoegdheden die voortvloeien uit wet- en regelgeving en waarvan het College van Bestuur in artikel 5 lid 4 van het managementstatuut heeft bepaald dat die door de Centrale Directie kunnen worden doorgemandateerd aan de locatiedirecteur. Algemeen uitgangspunt is om verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie neer te leggen. Centrale Directies dienen bij het uitoefenen van de hun gemandateerde taken en bevoegdheden te allen tijde de kaders en (beleids-)richtlijnen die door het College van Bestuur zijn gesteld in acht te nemen. Locatiedirecteuren dienen bij het uitoefenen van de hun gemandateerde taken en bevoegdheden te allen tijde de kaders en (beleids-)richtlijnen die door het College van Bestuur dan wel de Centrale Directie zijn gesteld in acht te nemen. 9

10 Taak/bevoegdheid WM WEERT MTR NOORD PARKST HEUVELL Leerwerkovereenkomsten Zorgplan Handelingsplan Bekwaamheidsdossier Scholings- en begeleidingsovereenkomsten zij-instroom Arbeidstijden- en rusttijdenregeling Studieplan onbevoegde leraar LIO overeenkomsten Vrijwilligersovereenkomsten Stageovereenkomsten POP Regeling faciliteiten scholing Instructies en/of reglementen voor de vervulling van de functie Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar en ziektewet Arbobeleidsplan Registratie ongevallen en arbeidsongevallen en beroepsziekten Opstellen beleid in het kader van een gezonde en veilige leer- en werkomgeving Dit overzicht is (niet ingevuld) als bijlage 1 bij het managementstatuut opgenomen. 10

11 BIJLAGE 2 BIJ HET SCHOOLMANAGEMENTSTATUUT Taken en bevoegdheden die (kunnen) worden doorgemandateerd Art 5 Taken en bevoegdheden van de locatiedirecteur De locatiedirecteur is belast met de feitelijke dagelijkse leiding van de school/locatie. Art 6 Onderwijskundige aangelegenheden Taak/bevoegdheid WM WEERT MTR NOORD PARKST HEUVELL Beschikbaarstelling schoolgids Voeren onderwijsadministratie Zorgdragen voor leerlingenwerving, leerlingbegeleiding, goede aansluiting, goede doorstroming Uitvoeren, evalueren en bijstellen schoolplan Vaststellen leerplan Vaststellen lesrooster Vaststellen reglement school Art 7 Leerlingen Taak/bevoegdheid WM WEERT MTR NOORD PARKST HEUVELL Besluit tot (niet-) toelating, bevordering en schorsing tot 2 dagen 11

12 Opstellen normenstelsel en rapportage vorderingen Vaststellen examenreglement/pta s, instellenexamencommissie, tekenen diploma s en cijferlijsten Ter inzage leggen schoolreglement/ leerlingenstatuut Aangaan overeenkomst vrijwillige ouderbijdrage met ouders/verzorgers Art 8 Overleg met medezeggenschapsraad Taak/bevoegdheid WM WEERT MTR NOORD PARKST HEUVELL Overleg met de MR (niet over school- of locatie overstijgende aangelegenheden) Artikel 10 Financiën Taak/bevoegdheid WM WEERT MTR NOORD PARKST HEUVELL Opstellen, aanleveren en realiseren van de deelbegroting van de school of de locatie 12

13 Artikel 11 Personeel en organisatie Taak/bevoegdheid WM WEERT MTR NOORD PARKST HEUVELL Opstellen, aanleveren en realiseren deelformatieplan en onderliggende meerjarenplanning Vaststellen taken personeel Inrichting overlegstructuren Artikel 12 Huisvesting Taak/bevoegdheid WM WEERT MTR NOORD PARKST HEUVELL Overleg uitvoering planmatig onderhoud tussen VFI en Centrale Directie (of door deze aangewezen personen) Hoofd Fac. Dienst: ja Hoofd Fac. Dienst: ja Hoofd Fac. Dienst: ja Hoofd Fac. Dienst: ja Hoofd Fac. Dienst: ja Hoofd Fac. Dienst ja 13