Tweede Kamer der Staten-Generaal
|
|
- Emma de Smedt
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar Jeugdwelzijnsbeleid Nr. 139 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN WELZIJN, VOLKSGE- ZONDHEID EN CULTUUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Rijswijk, 20 februari 1986 Tijdens de UCV van 16 september 1984 is o.a. gesproken over de mogelijk te nemen maatregelen t.a.v. de vrijwillige pleegzorg in verband met de grote groei in deze sector. Toegezegd is toen dat ik geen maatregelen zou treffen dan nadat met de Kamer gesproken is over de resultaten van een onderzoek naar de oorzaken van de groei in de vrijwillige pleegzorg. Na overleg met provincies en organisaties van het particulier initiatief heb ik besloten tot een onderzoek in twee fasen. Ik berichtte u daarover reeds in mijn brief d.d. 14 november 1985 (15317, nr. 128). In een eerste fase zal vooral de nadruk liggen op kwantitatieve aspecten. De tweede fase zal betrekking hebben op de kwalitatieve aspecten. Deze tweede fase zal worden uitgevoerd onder supervisie van de Coördinatiecommissie Wetenschappelijk Onderzoek Kinderbescherming (CWOK) en kan naar verwachting in april zijn afgerond. De resultaten van de eerste fase treft u hierbij aan. Op basis van het zogenaamde subsidieverplichtingenbestand dat in een geautomatiseerd systeem op dit ministerie is vastgelegd heeft een analyse plaatsgevonden. Uit de veelheid aan beschikbare informatie zijn de meest relevante gegevens in het bijgesloten stuk verzameld. De groei van het aantal vrijwillige pleeggezinplaatsingen heeft zich niet voortgezet. Er is zelfs sprake van een lichte daling. Een vergelijk met de meest recente cijfers uit de pleegzorgadministratie wijst op een stabilisering tussen 4100 en 4200 plaatsen. De vraag of deze tendens zich in 1986 voortzet of dat de groei opnieuw aantrekt zal echter eerst later beantwoord kunnen worden. Daarom meen ik dat er gesproken dient te worden over de financiering van de vrijwillige pleegzorg. Deze dreigt immers nu een open-eind karakter te verkrijgen, hetgeen ongewenst is. In dit verband zal aandacht moeten worden gegeven aan een duidelijker stelsel van regelgeving voor dit terrein, die het mogelijk dient te maken dat de vrijwillige pleegzorg zich beter dan thans kan ontwikkelen in de richting die beleidsmatig gewenst is. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr
2 Een mogelijke aanpak van deze problematiek zou kunnen liggen in: 1. een beperking van het aantal plaatsende/begeleidende instellingen; 2. een beperking van de mogelijkheid tot crisisplaatsingen gedurende minder dan 30 dagen in relatie tot de mogelijkheden die in de sfeer van de Algemene Bijstandswet bestaan; 3. het eventueel alleen openstellen van de vrijwillige pleegzorg voor de 0-17-jarigen in relatie tot de mogelijkheden die in de sfeer van de Algemene Bijstandswet bestaan voor de 18-jarigen en ouder respectievelijk het minder aantrekkelijk maken van de vrijwillige pleegzorg voor oudere leeftijdsgroepen door, indachtig het huidige bijstandsniveau voor zelfstandig wonende jongeren, de pleegvergoeding voor oudere leeftijdsgroepen, die immers niet zelfstandig wonen, te verlagen tot even onder dit niveau. De eerste mogelijkheid is thans in discussie met de organisaties van het particulier initiatief. Overeengekomen is dat gezamenlijk criteria worden ontwikkeld waaraan plaatsende/begeleidende instellingen zullen moeten gaan voldoen om voor een erkenning in aanmerking te komen. Ik verwacht u begin mei van de resultaten van dat overleg, dat ook betekenis heeft voor de problematiek van de ouderbijdrageregeling en de plaatsingsregeling, op de hoogte te kunnen stellen. Over de andere mogelijkheden zal ik u berichten nadat overleg met mijn collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft plaatsgevonden. De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, J. P. v.d. Reijden Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr
3 EEN ONDERZOEK NAAR DE GROEI IN DE VRIJWILLIGE PLEEG- ZORG; DEELI Enige relevante kwantitatieve gegevens met betrekking tot vrijwillige pleegzorg 1. Inleiding Reeds langere tijd is het Ministerie van WVC geconfronteerd met een sterke stijging van het aantal op vrijwillige basis geplaatste kinderen in pleeggezinnen. Medio 1985 was het aantal zo sterk gestegen dat de Staatssecretaris van WVC zich wendde tot de provinciale besturen om hem te adviseren over het begrenzen van de vrijwillige pleegzorg (bijlage 1 ) 1. Er waren structureel geen middelen beschikbaar om de vrijwillige pleegzorg op het toen bereikte niveau van ca pleeggezinnen te financieren. De gedachten van het Ministerie van WVC gingen uit naar een verdeling van een zeker aantal pleeggezinnen over de provincies. Dit aantal zou - gezien de beschikbare middelen - op ongeveer 3600 pleeggezinnen moeten worden bepaald. Het was de bedoeling om deze beperking via natuurlijk verloop te realiseren. In de Uitgebreide Commissie Vergadering van de Bijzondere Commissie Jeugdwelzijn van de Tweede Kamer van 1 6 september jl. is uitvoerig gediscussieerd over de voorstellen van de Staatssecretaris van WVC. Een beperking werd door de Kamer afgewezen totdat de Staatssecretaris de resultaten van een onderzoek naar de groei in de vrijwillige pleegzorg aan de Kamer heeft gepresenteerd. Inmiddels is met dit onderzoek gestart. De onderzoeksopzet is besproken met de organisaties van het particulier initiatief en met de provinciale besturen (bijlage 2) 1. Het onderzoek omvat een aantal fasen. In dit eerste deel wordt verslag gedaan van een kwantitatieve analyse uitgevoerd door het Ministerie van WVC. In een tweede deel zal nader worden ingegaan op de inhoudelijke achtergronden van de groei in de vrijwillige pleegzorg. Daartoe zal onder auspiciën van de Coördinatiecommissie Wetenschappelijk Onderzoek Kinderbescherming (CWOK) een onderzoek worden verricht in een drietal provincies naar de vraag «wie plaatst waarom een kind in de vrijwillige pleegzorg». Mede aan de hand van de uitkomsten van dat onderzoek zullen interviews worden gehouden met instanties die een belangrijke rol spelen bij (de financiering van) de vrijwillige pleegzorg. Of na dit tweede onderzoeksgedeelte voortgezet onderzoek wenselijk of noodzakelijk is kan thans niet worden voorzien. 2. Opzet van de kwantitatieve analyse De gegevens waaruit geput is zijn de gegevens zoals deze verstrekt worden bij een subsidie-aanvraag vrijwillige pleegzorg. Deze gegevens betreffen onder andere geboortejaar van het pleegkind, datum aanvang verblijf, naam begeleidende instantie en tenslotte de datum beëindiging verblijf. Een en ander heeft betrekking op pleegzorgsituaties vanaf 1 januari 1984, de ingangsdatum van de geautomatiseerde administratie. Dit bestand bevat de geboortedata van alle pleegkinderen. Hoewel in principe ook in de eerste perioden van 1984 elk pleeggezin begeleid dient te worden door een begeleidende instelling (adviesbureau jeugd en gezin en dergelijke) blijkt dat niet altijd de naam van de begeleidende instelling bekend is, c.q. opgenomen is in het geautomatiseerde systeem. Om een realisatische vergelijking te krijgen gedurende de periode die onderzocht is (1 januari november 1985) is het aantal begeleidende 1 Ter inzage gelegd op de bibliotheek. instellingen telkens Op 100% gesteld. Tweede Kamer, vergaderjaar , 15317, nr
4 De onderzochte periode is verdeeld in perioden van 3 maanden. Er zijn derhalve acht peildata gekozen namelijk 1 februari, 1 mei, 1 augustus, 1 november 1984 en Aandacht is voorts besteed aan het aantal aan- en afmeldingen en aan de verblijfsduur gedurende deze periode. De leeftijd als zodanig is geen variabele. Om een zo zuiver mogelijk beeld te krijgen is het geboortejaar in de tellingen betrokken. Zo wordt onder andere een opgave verstrekt van de verdeling naar geboortejaar per 1 januari 1985 en per 1 november Een vergelijk is daarbij gemaakt met de C.B.S. cijfers omtrent de bevolking per 1 januari Het is gebleken dat de vergelijking met de cijfers van het CBS van 1 januari 1985 in de uitkomst verschillen van maximaal Vz% opleveren bij vergelijking met de cijfers van een jaar eerder. Voorzover een vergelijk is gemaakt met het aantal aanwezige jeugdigen is dan ook één cijfer gehanteerd, te weten dat van 1 januari Het bovenstaande is een van de vele voorbeelden van cijfers die ons inziens minder relevant zijn voor de discussie over de groei van de vrijwillige pleegzorg. Uit de vele tabellen is dan ook een zeer beperkte keuze gemaakt. Vanzelfsprekend zijn steeds die cijfers opgenomen die inzicht kunnen geven in de mogelijke oorzaken van de onstuimige groei. Veel discussie is in de Kamer gevoerd over de juistheid van de cijfers. In dit stuk worden de subsidieverplichtingen op een bepaald moment weergegeven. In sommige gevallen wordt subsidie alsnog met terugwerkende kracht verleend, terwijl soms een subsidieverplichting nog geboekt staat als er al geen pleegzorgsituatie meer is. Begeleidende instellingen en pleegouders geven de aanvang en de beëindiging van de pleegzorgsituatie nog wel eens laat aan het Ministerie door. De daardoor ontstane afwijking blijft over het algemeen onder de 2%. Uitgangspunt voor de berekeningen in dit stuk is het aantal subsidieverplichtingen dat per 1 november 1985 in het geautomatiseerde systeem was vastgelegd. 3. De cijfermatige groei In de brief aan de voorzitter van de Bijzondere Commissie Jeugdwelzijn van 19 september 1985 is al eerder een overzicht gegeven over de periode 1984/1985. Aangevuld met de meest recente gegevens levert dit het volgende beeld. Tabel januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december (voorlopig) Zoals hierboven te zien vertoont het aantal vrijwillige pleeggezinplaatsingen een dalende tendens. Het cijfer van 1 november is 4121 subsidieverplichtingen. Daarmee lijkt een eind gekomen aan de groei in het aantal plaatsingen. Zoals uit bovenstaande tabel blijkt is het hoogste aantal Tweede Kamer, vergaderjaar , 15317, nr
5 plaatsingen bereikt rondom augustus Vanaf dat moment is een lichte daling te constateren. De groei is per provincie verschillend. Een grote groei - omstreeks 40% - vond plaats in de provincies Overijssel, Gelderland, Utrecht, Zuid-Holland en Noord-Brabant; ook daar is sinds 1 augustus echter weer sprake van een lichte daling. In de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Zeeland is in de onderzochte periode sprake van een stabiele situatie: nauwelijks groei, en ook een lichte daling vanaf 1 augustus. In dit kader kan geen eenduidige verklaring van de daling sinds augustus worden gegeven. De indruk bestaat dat de negatieve publiciteit rond de pleegzorg - en met name rond de zogenaamde plafonnering - die vanaf augustus/september aan de orde is geweest een belangrijke oorzaak zou kunnen zijn geweest. Het gebruik van de vrijwillige pleegzorg afgezet tegen het aantal 0-21-jarigen vertoont per provincie een verschillend beeld. Dit beeld is een bekend gegeven in de jeugdhulpverlening. In de randstadprovincies is over het algemeen een relatief grotere hulpvraag dan in de rest van het land. Was deze verhouding in begin 1984 nog 5 tot 11 pleegkinderen per jeugdigen (van 0-21 jaar) in november bleek deze verhouding 8 tot 11 pleegkinderen te bedragen. Onderstaande tabel geeft deze verhoudingscijfers. Tabel per jeugdigen Groningen Friesland 8 8 Drenthe 8 8 Overijssel 6 8 Gelderland 6 8 Utrecht 7 11 Noord-Holland 8 10 Zuid-Holland 8 11 Zeeland Noord-Brabant 6 8 Limburg 5 6 Opvallend is dat de provincie Limburg achter blijft bij het landelijk beeld. Daar vond in de periode februari 1984-november 1985 een stijging van 5 naar 6 pleegkinderen per jeugdigen plaats. 4. Leeftijd van de pleegkinderen Het streven is erop gericht geweest om in relatie tot de bezuinigingen op de residentiële sector vooral de plaatsingen van 0-1 O-jarigen in de vrijwillige pleegzorg sterk te bevorderen. Pleegzorg wordt veelal ook geassocieerd met jongere kinderen geplaatst bij pleegouders. Oudere kinderen - zo wordt vaak gesteld - zijn vaak «te moeilijk» voor pleegouders. In de vrijwillige pleegzorg is al vanaf het begin van de bemoeienissen van WVC sprake van een ander beeld. Onderstaande tabel illustreert dit: Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr
6 Tabel 3'. Aandeel in % 1 februari februari november jaar 3,2 3,4 2,7 3-5 jaar 4,5 4,4 5,2 6-8 jaar 5,0 5,7 5, jaar 8,0 7,4 7, jaar 16,7 14,9 14, jaar 42,5 40,6 34, jaar 20,3 23,6 28,4 IN = 3121 IN 3930 IN = De leeftijd op 1 februari is gelijkgesteld met 1 januari, 1 november met 1 januari van het volgende jaar. Het aandeel per leeftijd is zeer verschillend. Per 1 november 1985 zijn er 0,6% O-jarigen in het bestand, hetgeen oploopt tot 3,4% 12-jarigen en dan sterk stijgt tot een maximum van 1 5,3% bij de 1 7-jarigen. Vervolgens daalt het aandeel weer bij de 18,- 19- en 20-jarigen. Ter illustratie van de bewegingen die in de hoogste leeftijdsgroep plaatsvinden is een tabel opgenomen over de periode 1 februari november Tabel 4. Geboor tejaar/ leeftijd (15) (16) (17) (18) 9,5% 13,9% 17,2% 12,6% 10,1% 14,2% 1 6,1 % 11,8% 10,6% 14,9% 15,2% 10,3% 11,1% 15,3% 13,8% 9,4% (16) (17) (18) (19) Totaal 43,7% 42,1% 40,4% 38,8% Duidelijk is het omslagpunt bij het bereiken van de 18-jarige leeftijd. Dit blijkt uit de piek begin 1985 bij het aantal jongeren dat in 1967 geboren is. Gaande dat jaar bereiken zij de 18-jarige leeftijd en hun aantal daalt daarmee. Dit is een beweging die in zowel 1984 als 1985 te constateren is. De opbouw naar leeftijd uitgesplitst over de provincies geeft een beeld dat vergelijkbaar is met het landelijk beeld. Alleen de provincie Overijssel heeft relatief wat minder jarigen, hetgeen gecompenseerd wordt door enkele andere provincies. De periode van groei (1 februari augustus 1985) kenmerkt zich door een groei over alle leeftijdsgroepen. De toename in vrijwel elke leeftijdsgroep staat in hoofdzaak in verhouding tot het aandeel dat elke leeftijdsgroep begin 1984 had. Alleen in de oudste leeftijdsgroepen is de ontwikkeling wat afwijkend. De groei in de leeftijdsgroep jaar blijft in vergelijking tot andere leeftijdsgroepen wat achter. De groei in de groep 18 jaar en ouder is wat sterker. Dit laatste wordt met name veroorzaakt door een vertraagde afname van het aantal boven 17-jarigen ten opzichte van De plaatsende en begeleidende instanties De begeleiding van een vrijwillig geplaatst pleegkind is subsidievoorwaarde. Zoals gezegd (zie 2) bleek met name in de beginperiode niet altijd de naam van de plaatsende begeleidende instanties te zijn vastgelegd Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr
7 in het geautomatiseerde systeem. Navraag leerde dat ook in die periode toch bijna altijd sprake was van begeleidende instanties. Gemakshalve wordt om een betere vergelijking tussen de plaatsings- en begeleidingsstromen op de diverse peildata mogelijk te maken het aantal instanties steeds op 100% gesteld. De grootste categorieën begeleidende instanties zijn: - deadviesbureau's voor jeugd en gezin en (gezins) voogdij- instellingen (veelal Stichtingen voor Jeugd en Gezin genoemd); - het algemeen maatschappelijk werk (AMW); - de regionale instellingen voor ambulante geestelijke gezondheidszorg (RIAGG); - de jongerenadviescentra (alternatieve hulpverlening); - de Raden voor de Kinderbescherming; - de Gemeentelijke Sociale Diensten. Ten aanzien van een plaatsing treedt de begeleidende instantie over het algemeen eerst op als plaatsende instantie. Alleen de Adviesbureau's en het AMW treden wat vaker op als begeleider dan als plaatser. Het aandeel in de geboden begeleiding per instantie levert het volgende beeld. Tabel 5. Instantie 1 februari februari november 1985 Adviesbureau's 44% 48% 51% AMW 22% 21% 21% RIAGG 6% 6% 5% JAC 6% 7% 6% Raad 6% 5% 4% GSD 7% 5% 4% Hieruit blijkt dat het grootste aandeel in de begeleidingen gegeven wordt door de Adviesbureau's voor jeugd en gezin (en gezinsvoogdij-instellingen) te weten van 44% begin 1984 tot 51 % eind Het aandeel van het algemeen maatschappelijk werk blijft redelijk stabiel rond de ca. 20%. Het aandeel van de Raden voor de Kinderbescherming en de Gemeentelijke Sociale Diensten neemt in de onderzoeksperiode verder af. De RIAGG's hebben een redelijk stabiel aandeel van ca. 6%, hetzelfde geldt voor de jongerenadviescentra. Het aandeel van alle andere instanties tesamen, zoals de RIOM-bureau's dagbehandelingscentra en enkele residentiële instellingen neemt in de onderzochte periode verder af. Alleen de begeleiding vanuit Sociaal-Pedagogische Diensten neemt ook iets toe (van 1,5 naar 2% per 1 november 1985). Het beleid is erop gericht te komen tot concentratie en beperking van plaatsende/begeleidende instellingen. Ten aanzien van de Adviesbureau's lijkt dit z'n vruchten af te gaan werpen. Het aandeel van de instanties blijkt per provincies nogal verschillend. De Adviesbureau's scoren in alle provincies hoog. Het algemeen maatschappelijk werk is vooral van belang in de drie noordelijke provincies (ca. 40%), terwijl deze instellingen van relatief geringe betekenis zijn in de randstad (ca. 10%). De alternatieve hulpverlening is van relatief grotere betekenis in de provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant en Limburg (meer dan 10%) dan in de rest van het land. Het aandeel van de instanties per leeftijdsgroep verschilt vooral bij het AMW en de alternatieve hulpverlening. Het algemeen maatschappelijk werk heeft wat meer betekenis voor de groep van 16 jaar en ouder (het grootste aandeel bij de 19-jarigen). De alternatieve hulpverlening heeft Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr
8 - zoals te verwachten - vooral een goede positie in de plaatsingen en de begeleidingen van de 17- en 18-jarigen met een uitstraling naar de jarigen en de jarigen. De Adviesbureau's blijken plaatsingen en begeleidingen in vrijwel alle leeftijdsgroepen te verrichten, zij het dat het aandeel bij de jarigen relatief wat minder is. 6. Verblijfsduur In de onderzochte periode (1 januari november 1985) zijn uiteindelijk ruim kinderen op vrijwillige basis in een pleeggezin geplaatst. Onderzocht is hoe lang de geplaatste kinderen in dat pleeggezin hebben verkeerd, of beter gezegd voor welke periode de subsidieverplichting uiteindelijk is aangegaan. Het blijkt dat relatief veel kinderen - namelijk 21% maximaal - een maand in het gezin zijn geplaatst. Een derde deel van deze groep bleef zelfs minder dan 14 dagen in een pleeggezin. Driekwart van de in de onderzochte periode geplaatste kinderen verblijft maximaal een jaar in het pleeggezin, 40% minder dan 3 maanden. Een relatief kleine groep van 11% verblijft vrij lang in een pleeggezin, namelijk meer dan 23 maanden. Deze laatste groep, die dus de gehele periode tussen 1 februari 1984 (de eerste peildatum) en 1 november 1985 (de laatste peildatum) in het pleeggezin verbleef, heeft een omvang van ca jeugdigen. Afgezet tegen het aantal subsidieverplichtingen op 1 november 1985 gaat het c*an om 32% van dit aantal. Met andere woorden: bijna éénderde van het subsidiebestand op een bepaalde peildatum betreft een langdurige plaatsing. De overige tweederde van het subsidiebestand betreft plaatsingen minder dan twee jaar, waarbinnen een relatief grote groep kortdurende plaatsingen (minder dan drie maanden). De verblijfsduur per provincie correspondeert goeddeels met het landelijk beeld. Uitzonderingen zijn: - Zeeland heeft meer kortdurende plaatsingen evenals Friesland; - Limburg en Groningen plaatsen wat langduriger. Terwijl landelijk 32% van het subsidiebestand tijdens de onderzochte periode niet gewisseld is, is dit in Zeeland en in Limburg 40%. De verblijfsduur per leeftijdsgroep blijkt vooral bij de 15- en 16-jarigen relatief kortdurend te zijn (veel cirsisplaatsingen). Ook hele jonge kinderen (beneden de vijf jaar) worden vaak relatief kort geplaatst. De plaatsingen van kinderen rondom de 10 jaar zijn gemiddeld relatief van de langste duur, maar ook de alleroudste groep (19-20-jarigen) wordt gemiddeld langer geplaatst. In de onderzochte periode neemt de verblijfsduur gemiddeld in bijna alle leeftijdsgroepen toe. De verblijfsduur uitgezet tegen de plaatsende/begeleidende instantie toont aan dat jongerenadviescentra en Raden voor de Kinderbescherming relatief veel kortdurende plaatsingen realiseren. Het aandeel in de langdurige plaatsingen (23 maanden of langer) ligt bij alle instanties ongeveer even hoog; alleen de jongerenadviescentra plaatsen relatief weinig langdurig (3% tegen landelijk 11%). Bij 40% van de geplaatste kinderen die gedurende de gehele onderzochte periode in een pleeggezin verbleven (dus ca. 500 kinderen) bleek deze plaatsing door de Gemeentelijke Sociale Dienst te zijn verricht. De Gemeentelijke Sociale Diensten zijn in de periode voor 1 januari 1983 de financiers van de vrijwillige pleegzorg geweest. 7. Enige samenvattende conclusies Uit een kwantitatieve analyse die gedurende de maanden december 1985 en januari 1986 heeft plaatsgevonden op basis van het bestand aan Tweede Kamer, vergaderjaar , 15317, nr
9 subsidieverplichtingen in de periode 1 januari november 1985 zijn een aantal conclusies te trekken. a. de groei van het aantal vrijwillige plaatsingen heeft zich sinds 1 augustus 1985 niet voortgezet; in de periode 1 augustus 1985 tot 1 november 1985 is zelfs een lichte daling te constateren (±3%); b. de groei in de periode tot 1 augustus 1985 heeft vooral plaatsgevonden in de provincies Overijssel, Gelderland, Utrecht, Zuid-Holland en Noord-Brabant; de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Zeeland bleven relatief stabiel; c. de groei was in wezen vooral een «inhaaleffect»; de provincies met een relatief laag percentage pleeggezinnen per jeugdigen hebben het meest van de groei geprofiteerd; d. de provincie met relatief het minste aantal vrijwillige plaatsingen bleef ook na de groeiperiode op een lage positie staan. e. ruim de helft van de vrijwillig geplaatste pleegkinderen zijn jongeren en jongvolwassenen; het aandeel 0-12-jarigen is relatief gering; f. tot de leeftijd van 18 jaar neemt het aandeel in pleegzorg met het stijgen van leeftijd ook toe. Vanaf 18 jaar neemt het aandeel weer af; g. de groei heeft plaatsgevonden in alle leeftijdsgroepen. Opvallend is daarbij de toename van de groep 18 jaar en ouder; h. de Adviesbureaus voor jeugd en gezin blijken de grootste plaatsers/ begeleiders in de vrijwillige pleegzorg te zijn; het algemeen maatschappelijk werk is een goede tweede; i. jongerenadviescentra vervullen vooral een grote rol voor de oudere pleegkinderen; j. het aandeel van de adviesbureaus blijkt als enige in de vrijwillige pleegzorg toe te nemen; k. het algemeen maatschappelijk werk vervult vooral een belangrijke rol in de drie noordelijke provincies; de alternatieve hulpverlening vooral in Zuid-Holland, Noord-Brabant en Limburg. Bijna eenderde van het bestand aan pleegkinderen wordt langdurig geplaatst (twee jaar of langer); de Gemeentelijke Sociale Diensten hebben daarbij een belangrijke rol gespeeld; I. de vrijwillige pleegzorg wordt relatief veel gebruikt voor kortdurende (crisis)plaatsingen; ca. 800 van de plaatsingen zelfs voor een periode van 14 dagen of minder, ruim 2000 voor minder dan een maand; jongerenadviescentra en Raden voor Kinderbescherming zijn relatief meer dan andere instellingen betrokken bij deze (crisis)plaatsingen, het gaat daarbij relatief vaak om 15- en 16-jarigen; m. in de provincies Limburg en Groningen wordt relatief meer langdurig geplaatst; in de provincies Zeeland en Friesland minder. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 Jeugdwelzijn BRIEF VAN DE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN CULTUUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Rijswijk,
Nadere informatieFiguur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)
Het aantal leerlingen in het basisonderwijs is tussen 2011 en 2015 gedaald. In de provincie Limburg nam het aantal leerlingen in deze periode het sterkst af. In het voortgezet onderwijs is het aantal leerlingen
Nadere informatieFiguur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen 2009-2013 1 (index: 2009 = 100) 2014-2019 (index: 2014 = 100)
Het aantal leerlingen in het basisonderwijs is tussen 2010 en 2014 gedaald. In de provincie Limburg nam het aantal leerlingen in deze periode het sterkst af. In het voortgezet onderwijs is het aantal leerlingen
Nadere informatieOntwikkeling leerlingaantallen
Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging
Nadere informatieLeenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2017 vs 2016
MAAKT HET WAAR Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2017 vs 2016 Geldshop, onafhankelijk adviseur en bemiddelaar in consumptief krediet, heeft een grootschalig onderzoek gedaan naar leningaanvragen voor
Nadere informatie(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar
Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.
Nadere informatieJeugdzorg Plus plaatsingsgegevens
Jeugdzorg Plus plaatsingsgegevens 1 januari tot en met 30 juni 2018 Wat is Jeugdzorg Plus Jeugdzorg Plus is een vorm van gesloten jeugdhulp die wordt geboden aan kinderen en jongeren die niet bereikbaar
Nadere informatieFORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009
FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-145 29 juni 2000 9.30 uur Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot Door de gunstige ontwikkeling op de arbeidsmarkt
Nadere informatieJeugdzorg Plus. Plaatsings- en uitstroomgegevens Vijf zorggebieden. Leeswijzer. 1 Zorggebied Noord-West: de provincies Noord-Holland en Utrecht
Jeugdzorg Plus Plaatsings- en uitstroomgegevens 2018 In deze factsheet geven we u een beeld van het aantal plaatsingen in Jeugdzorg Plus instellingen in 2018, cliëntgegevens en uitstroomgegevens. De cijfers
Nadere informatieWet op de jeugdzorg REGELING PLEEGZORG
Nadere regelgeving Wet op de jeugdzorg REGELING PLEEGZORG Tekst zoals deze geldt op 29 januari 2011 van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 december 2004, nr. DJB/JZ- 2540277,
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer de Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 17 juli 2017 Betreft Monitor betaaltermijnen overheid
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer de Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres
Nadere informatieLeenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015
Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015 Geldshop, onafhankelijk adviseur en bemiddelaar in consumptief krediet, heeft een grootschalig onderzoek gedaan naar leningaanvragen voor het leendoel
Nadere informatieDe Staten na de verkiezingen van 2015
Ing. 12 oktober 2015 PS2015-629 2015-013520 PS 16 dec De Staten na de verkiezingen van 2015 Stichting Decentraalbestuur.nl 12 oktober 2015 Colofon Onderzoeker Dr. P. Castenmiller (Stichting DecentraalBestuur.nl)
Nadere informatieFactsheet Jeugdzorg Plus instroomgegevens 2015
Factsheet Jeugdzorg Plus instroomgegevens 2015 Wat is Jeugdzorg Plus Er is een categorie jongeren waarvan de normale ontwikkeling dermate wordt bedreigd dat onontkoombare hulp noodzakelijk is. Het gaat
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 31 839 Jeugdzorg Nr. 75 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieRapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003
Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Inleiding In het arboconvenant Sociale Werkvoorziening is bepaald dat jaarlijks een vergelijkend onderzoek naar de hoogte van het ziekteverzuim
Nadere informatieJeugdzorg Plus plaatsingsgegevens 2017
Jeugdzorg Plus plaatsingsgegevens 2017 Wat is Jeugdzorg Plus Jeugdzorg Plus is een vorm van gesloten jeugdhulp die wordt geboden aan kinderen en jongeren die niet bereikbaar zijn voor lichtere vormen van
Nadere informatieActualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009
Aan: Van: Ashna Nakched Evert Pommer en Klarita Sadiraj Inlichtingen bij Evert Pommer e.pommer@scp.nl T 7947 kamer D-0608 Datum 24 januari 2010 Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009 Het ministerie van
Nadere informatiePersbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald
Persbericht PB99-191 28 juli 1999 9.30 uur Werkloosheid in alle provincies gedaald De gunstige ontwikkeling op de arbeidsmarkt in 1998 leidde in alle provincies tot een daling van de werkloosheid en een
Nadere informatieFactsheet Bos en Natuur Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013
Factsheet Bos en Natuur 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013 Colland Bestuursbureau, 8 december 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting 3 Samenvatting
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1985-1986 15317 Jeugdwelzijnsbeleid Nr. 138 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN CULTUUR EN VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 november 2009
> Retouradres Postbus 16166 2500 BD Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 50 30 F 070 340
Nadere informatiePersoonlijke gegevens van wethouders
Persoonlijke gegevens van wethouders Dit document bevat de volgende gegevens van wethouders: Aantal wethouders naar gemeentegrootte 1998-2016. Aandeel wethouders naar politieke partij 1998-2016. Aandeel
Nadere informatieProvinciale ambtsdragers Inleiding en werkwijze
Provinciale ambtsdragers 2014 1. Inleiding en werkwijze Sinds 2011 inventariseert de Stichting Decentraalbestuur.nl In opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties enkele kenmerken
Nadere informatieLeningen oversluiten Oversluitonderzoek 2017
Leningen oversluiten Oversluitonderzoek 2017 Geldshop, onafhankelijk adviseur en bemiddelaar in consumptief krediet, heeft in de eerste acht maanden van 2017 onderzoek gedaan naar leningaanvragen ten behoeve
Nadere informatieDe aanvullende tandzorgverzekering Samenvatting Bijna iedereen heeft een aanvullende verzekering Aanvullend verzekerd voor: 2006 2007
Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Judith de Jong, Marloes Loermans, Marjan van der Maat, De aanvullende tandzorgverzekering, NIVEL, 2008) worden gebruikt.u
Nadere informatieRapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012
Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Oktober 2013 Samenvatting Provinciebreed wordt er in 2012 met 91% van de medewerkers een planningsgesprek gevoerd, met 81% een voortgangsgesprek en met
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Sterke stijging werkloosheid
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-013 21 februari 9.30 uur Sterke stijging werkloosheid Werkloosheid in januari opgelopen naar 7,5 procent Jeugdwerkloosheid gestegen tot 15 procent Aantal
Nadere informatieJeugdzorg Plus instroomgegevens 2016
Jeugdzorg Plus instroomgegevens 2016 Wat is Jeugdzorg Plus Jeugdzorg Plus is een vorm van gesloten jeugdhulp die wordt geboden aan kinderen en jongeren die niet bereikbaar zijn voor lichtere vormen van
Nadere informatieLeningen oversluiten Het oversluitonderzoek
Leningen oversluiten Het oversluitonderzoek Geldshop, onafhankelijk adviseur en bemiddelaar in consumptief krediet, heeft in het eerste kwartaal van 2017 onderzoek gedaan naar leningen voor het oversluiten
Nadere informatieBegrote gemeentelijke uitgaven aan openbare bibliotheken
Begrote gemeentelijke uitgaven aan openbare bibliotheken 2004-2005 Maart 2005 Colofon Samenstelling drs. K.A.P.W. (Karianne) Smeets Vormgeving binnenwerk V. Loppies Druk Sector Document Processing, VNG
Nadere informatieHypotheek Index Q1 2018
Hypotheek Index Q1 2018 De Hypotheker schetst de situatie op de huizenmarkt. Waterbedeffect goed zichtbaar in Randstad Huizenkopers wijken uit naar gemeenten rondom de grote steden. Zo steeg het aantal
Nadere informatieBasisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018
Basisscholen in krimpgebieden in 2017/2018 In welke provincies sluiten de meeste basisscholen? Aan het begin van 2017/2018 zijn in Groningen, Zeeland, Limburg en Flevoland rond 2% van de basisscholen gesloten
Nadere informatieMINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Welzijnswerk en Jeugdhulpverlening Fonds Collectieve Belangen 1995/1996 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I-SZW Nr. 8256 Bijvoegsel Stcrt. d.d.
Nadere informatieJoost Meijer, Amsterdam, 2015
Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom
Nadere informatieBijlage 1 Spreiding en fluctuaties leerplichtige asielzoekers
Bijlage 1 Spreiding en fluctuaties leerplichtige asielzoekers p 1 Totaal aantal leerplichtige asielzoekers In het onderzoek is het aantal leerplichtige asielzoekers bepaald op basis van het aantal asielzoekers
Nadere informatiePersoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters
Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters Dit document bevat de volgende gegevens: Een overzicht van de burgemeesters naar politieke partij in de periode 1998-2016. Een overzicht van het aandeel vrouwelijke
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 31 482 Cultuursubsidies Nr. 94 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 22 april 2015 De commissie voor de Rijksuitgaven en de vaste commissie
Nadere informatieFactsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013
Factsheet Groothandel in Bloembollen 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 31 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting
Nadere informatieFinanciering in het MKB
M201004 Financiering in het MKB Onderzoek naar de financieringsbehoefte per provincie Johan Snoei Abdelfatah Ichou Zoetermeer, maart 2010 Financiering in het MKB Financieringsbehoefte in het MKB verschilt
Nadere informatieBijlage bij hoofdstuk 11 Wonen
Bijlage bij hoofdstuk 11 Wonen Figuur B11.1 Woningvoorraad naar eigendom, en naar provincie, 1 januari 2008 % 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht
Nadere informatieNieuwe verdeelmodel provinciefonds
Nieuwe verdeelmodel provinciefonds vertaling ijkpunten naar inclusief actualisering Eindrapport Cebeon, 24 mei 2011 I Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Bestuur... 4 3 Verkeer en vervoer... 6 4 Water en
Nadere informatieJeugdzorg Plus plaatsingsgegevens
Jeugdzorg Plus plaatsingsgegevens 2017-1 Wat is Jeugdzorg Plus Jeugdzorg Plus is een vorm van gesloten jeugdhulp die wordt geboden aan kinderen en jongeren die niet bereikbaar zijn voor lichtere vormen
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid in augustus licht gestegen
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-054 20 september 9.30 uur Werkloosheid in augustus licht gestegen Ruim een jaar stijgende lijn werkloosheid Vooral meer jongeren werkloos dan een jaar
Nadere informatiePersoonlijke gegevens raadsleden
Persoonlijke gegevens raadsleden Dit document bevat de volgende gegevens van raadsleden: Aantal raadsleden naar gemeentegrootte 1998-2016. Aantal raadsleden naar politieke partij 1998-2016. Aandeel vrouwelijke
Nadere informatiePersoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters
Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters Dit document bevat de volgende gegevens: Een overzicht van de burgemeesters naar politieke partij in de periode 2002-2017. Een overzicht van het aandeel vrouwelijke
Nadere informatieGrote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025
Persbericht PB13 062 1 oktober 2013 9:30 uur Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Tussen 2012 en 2025 groeit de bevolking van Nederland met rond 650 duizend tot 17,4 miljoen
Nadere informatieStoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages
Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de
Nadere informatiePersoonlijke gegevens van Wethouders
Persoonlijke gegevens van Wethouders Dit document bevat de volgende gegevens van wethouders: Aantal wethouders naar gemeentegrootte 1998-2014 Aandeel wethouders naar politieke partij 1998-2014 Aandeel
Nadere informatieGemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies
Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies Stichting Duurzame Samenleving www.gdindex.nl info@gdindex.nl 0317-750645 1 De GDI omvat de 3 dimensies van duurzaamheid: Mens & Maatschappij,
Nadere informatieGraydon Kwartaalmonitor Q3 2018
Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud De economie zit duidelijk in de lift. Na eerdere positieve berichten over de groeiende omvang van het Nederlandse bedrijfsleven, blijkt ook uit deze Graydon
Nadere informatieNationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen
Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen Geldshop, intermediair in consumptieve leningen, heeft uitgebreid onderzoek naar leningaanvragen uit en in Nederland uitgevoerd. In totaal
Nadere informatieZicht op veiligheid kind bij start netwerkpleegzorg. Rapportage implementatie protocol netwerkpleegzorg
Zicht op veiligheid kind bij start netwerkpleegzorg Rapportage implementatie protocol netwerkpleegzorg Inspectie Jeugdzorg Utrecht, maart 2012 Pagina 2 van 16 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding... 5 Hoofdstuk
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder toegenomen. Minder WW-uitkeringen aan jongeren, meer aan ouderen
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-035 15 mei 9.30 uur Werkloosheid verder toegenomen In april 8,2 procent van de beroepsbevolking werkloos Stijging werkloosheid in afgelopen maanden sterker
Nadere informatieFactsheet Varkensverbetering Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013
Factsheet Varkensverbetering 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 13 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting
Nadere informatieRapportage wachtlijsten jeugdzorg 2004
Rapportage wachtlijsten jeugdzorg 2004 Deze rapportage geeft informatie over het verloop van de wachtlijsten in het jaar 2004. De laatste peildatum van de rapportage is 1 januari 2005. Nu de rapportage
Nadere informatieWoningtransacties per maand, Nederland 2013-2015
Uitstekend eerste halfjaar 2015 Nederlandse woningmarkt De Nederlandse woningmarkt heeft een prima eerste half jaar achter de rug. In de eerste 6 maanden van 2015 werden door het Kadaster 75.249 woningtransacties
Nadere informatieRapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2007
Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2007 24-06-2008, Bussum Etienne Lemmens, Orbis Inleiding Vergelijking Respons Regionale spreiding In de CAO voor de sector SW is opgenomen dat de verzuimbenchmark,
Nadere informatie.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag
Algemene Rekenkamer.., BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070 3424344 070 3424130 voorlichting@rekenkamer.nl
Nadere informatieDiversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011
Onderzoek Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011 Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale
Nadere informatieFactsheet Jeugdzorg Plus Instroomgegevens
Factsheet Jeugdzorg Plus Instroomgegevens 2016-1 Wat is Jeugdzorg Plus Er is een categorie jongeren waarvan sprake is van een ernstige ontwikkelbedreiging dat onontkoombare hulp noodzakelijk is. Het gaat
Nadere informatieAllochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010
FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage
Nadere informatieSCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012
SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 Utrecht, januari 2013 INHOUD Samenvatting 4 Inleiding 6 1 Trends en wetenswaardigheden 8 1.1 Inleiding 8 1.2 Trends 8 1.3 Wetenswaardigheden 11 2 Wet-
Nadere informatieOntwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003.
Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003. In deze notitie wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt. De notitie is als volgt ingedeeld: 1. Samenvatting.
Nadere informatieCIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003
CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003 R.J. Kenens L. Hingstman Februari 2004 NIVEL Postbus 1568, 3500 BN UTRECHT Telefoon: 030-27 29 700 www.nivel.nl Pagina 2 van 6 INLEIDING In
Nadere informatieOntwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2004.
Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2004. 1 In deze notitie wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt over de periode vanaf 1 januari tot 1 juli 2004.
Nadere informatieGebruik jeugdhulp in Drenthe: 2016 vergeleken met 2015
Gebruik jeugdhulp in Drenthe: 2016 vergeleken met 2015 In 2015 is de jeugdhulp overgegaan naar de gemeenten. Om deze transitie goed te kunnen monitoren verstrekken gemeenten en jeugdhulp aanbieders gegevens
Nadere informatieHoofdstuk 13 Triangel, Centrum voor Pleeggezinnen
Hoofdstuk 13 Triangel, Centrum voor Pleeggezinnen Geschiedenis Pleegzorg maakte vroeger onderdeel uit van meestal ambulante instellingen, zoals de Stichting Jeugdzorg, het Bureau Maatschappelijk Werk,
Nadere informatieDiversiteit in de Provinciale Staten
Onderzoek Diversiteit in de Provinciale Staten Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale Staten (PS) onderzocht. Het gaat
Nadere informatieFactsheet Groenvoederdrogerijen 2016
Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 28 oktober 2016 1609-0455 Pagina 2 33 Inhoudsopgave
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder opgelopen
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-042 19 juli 9.30 uur Werkloosheid verder opgelopen In juni 6,3 procent werkloos Een jaar lang stijgende lijn werkloosheid 291 duizend WW-uitkeringen
Nadere informatieFACTSHEET PLEEGZORG 2012
FACTSHEET PLEEGZORG 2012 In Nederland worden veel kinderen door familieleden of bekenden opgevoed wanneer dat door omstandigheden in de thuissituatie niet mogelijk is. Bij deze informele zorg is geen jeugdzorg-
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 31 977 Wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met het opnemen van een gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de jeugdketen Nr. 9 DERDE
Nadere informatieFactsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt
Factsheet Groothandel in Bloembollen 2013 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt Colland Bestuursbureau, 5 februari 2014 Pagina 2 26 Inhoudsopgave Toelichting
Nadere informatieNationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen uit 2016
Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen uit 2016 Geldshop heeft uitgebreid onderzoek naar leningaanvragen in Nederland 2016 uitgevoerd. In totaal werd de data van 29.501 aanvragen
Nadere informatieKWARTAALMONITOR JULI Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland
KWARTAALMONITOR JULI 2017 Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland Inhoud 3 HERSTELLENDE MARKT HUNKERT NAAR HERZIENINGEN 4 FREELANCERS EN FLEXWERKERS ONVERMINDERD POPULAIR 5 JONGE
Nadere informatieLangdurige werkloosheid in Nederland
Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.
Nadere informatie(* *) (* WAARDEN GEVEN AAN VARIABELEN DIE NODIG ZIJN BIJ BEREKENEN DYNAMIEK LTV (GEBEURT IN MODEL) *) (* *)
(* *) (* WAARDEN GEVEN AAN VARIABELEN DIE NODIG ZIJN BIJ BEREKENEN DYNAMIEK LTV (GEBEURT IN MODEL) *) (* *) (* BEDRIJVENTERREINEN *) (* OPGEVEN OF MUTATIE VOOR LTV VOOR EEN BEPAALD JAAR BEKEND IS *) SAMPLE
Nadere informatieCBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen
CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen Het aantal mensen met werk is in de periode februari-april met gemiddeld 2 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren en 45-plussers gingen aan de slag.
Nadere informatieOpvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).
Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 12 juli 2018 Betreft Monitor betaaltermijnen Overheid 2017
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres
Nadere informatiePLEEGCONTRACT. Adres : Postcode en plaats : : 088 1240000 (tijdens kantooruren)
PLEEGCONTRACT Pleegzorgaanbieder : Parlan jeugd- en opvoedhulp Afdeling : Pleegzorg Telefoon : 088 1240000 (tijdens kantooruren) Telefoon bereikbaarheid : 06 53815038 (buiten kantooruren) Regiomanager
Nadere informatiePLEEGZORGCONTRACT. Naam instelling : Naam pleegzorgbegeleider : Adres : Postcode : Plaats : Tel. : Fax : E-mail : Pleegouder(s):
PLEEGZORGCONTRACT De Rading stelt het zeer op prijs dat u zich als pleegouder beschikbaar heeft gesteld. Zonder pleegouders is het voor De Rading niet mogelijk om kinderen een pleeggezin te bieden. Aan
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 mei 2019 Betreft Brief Tweede Kamer kader pleegzorg CN
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340
Nadere informatieVoorstel vergoeding bijzondere kosten pleegzorg
Voorstel vergoeding bijzondere kosten pleegzorg Inleiding Met de invoering van de Jeugdwet zijn gemeenten per 1 januari 2015 verantwoordelijk geworden voor de pleegzorg. Pleegouders die met de pleegzorgaanbieder
Nadere informatieFactsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013
Factsheet Open teelten Landbouw 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 14 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting
Nadere informatieWoningmarktcijfers Nederland derde kwartaal 2008
Woningmarktcijfers Nederland derde kwartaal 2008 In dit kwartaalbericht van Woningmarkcijfers.nl de volgende onderwerpen: - prijsontwikkelingen en transacties september - prijsontwikkelingen en transacties
Nadere informatieFactsheet Schorsingen en verwijderingen
Factsheet Schorsingen en verwijderingen Elektronische meldingen 2009/2010 tot en met 2013/2014 Kern Scholen voor voortgezet onderwijs zijn verplicht aan de inspectie te melden als zij een leerling langer
Nadere informatieAantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari
Februari 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW
Nadere informatieMARKTFLITSEN SPECIAL: Leeftijd intermediaire bedrijven. Bedrijfsleeftijd is een goede indicatie voor financiële soliditeit en omvang
: Leeftijd intermediaire bedrijven Bedrijfsleeftijd is een goede indicatie voor financiële soliditeit en omvang INLEIDING Het Ratinginstituut Financieel Dienstverleners (RiFD) publiceert regelmatig actuele,
Nadere informatieVoorpublicatie Diversiteit in cijfers 2005
08 07 Voorpublicatie Diversiteit in cijfers 2005 Karin Hagoort, Kathleen Geertjes en Osman Baydar Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Voorburg/Heerlen, 2008 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken
Nadere informatieOntwikkeling naar duurzaamheid is te belangrijk om aan het toeval over te laten.
Ing. maart 2014 PS2014-1 2014-0039 PS23/4 Van: geurt van de kerk Verzonden: maandag 10 maart 2014 9:44 Aan: info@gdindex.nl Onderwerp: Gemeentelijke duurzaamheidsindex GDI#2014
Nadere informatieUitkomst vragenlijst Behoefte Bezinningshuis
Uitkomst vragenlijst Behoefte Bezinningshuis 1 Analyse kwantitatief onderzoek Stichting Het Bezinningshuis Er heeft een kwantitatief onderzoek plaatsgevonden in mei 2017. Er zijn 29 respondenten. Dit betreft
Nadere informatieAantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen
Juni 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting
Nadere informatieHypotheek Index Q2 2017
Hypotheek Index Q2 2017 De Hypotheker vergeleek de cijfers in 2017 met die van 2016. Sterke groei jonge huizenkopers Het aandeel jonge starters op de woningmarkt is in het tweede kwartaal van 2017 sterk
Nadere informatieUitstroommonitor praktijkonderwijs
Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2016-2017 Samenvatting van de monitor 2016-2017 en de volgmodules najaar 2017 Sectorraad Praktijkonderwijs december 2017 Versie definitief 1 Vooraf In de periode 1 september
Nadere informatieLandelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006
Resultaten eindmeting, januari 2006 O&S Nijmegen januari 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen de
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Forse toename werkloosheid in maart Lichte stijging aantal WW-uitkeringen
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-026 18 april 9.30 uur Werkloosheid gestegen naar ruim 8 procent Forse toename werkloosheid in maart Lichte stijging aantal WW-uitkeringen De voor seizoeninvloeden
Nadere informatieLeenonderzoek Het autolening onderzoek 2017
Leenonderzoek Geldshop heeft een grootschalig onderzoek naar leningaanvragen voor auto s in Nederland uitgevoerd. In totaal werd de data van duizenden aanvragen in de periode januari 2016 tot en met augustus
Nadere informatie