Inwoners: Belasting over het Inkomen van Natuurlijke Personen (IRPF Ley ).

Transcriptie

1 Blok 3. IRPF 1: tarieven, inkomsten uit arbeid. Inwoners: Belasting over het Inkomen van Natuurlijke Personen (IRPF Ley ). 1. Tarieven. (tarieven Spaanse inkomstenbelasting; tarieven inkomstenbelasting Spanje) De IRPF belast het wereldinkomen van natuurlijk personen, inwoners van Spanje. Het inkomen bestaat uit inkomsten en vermogenswinsten. De tarieven omvatten een deel van de centrale staat 63 IRPF) en een deel van de autonome gebieden (CCAA) (74 IRPF). De gecombineerde tarieven gaan van 24% (TOT , in 2007) tot 43% (vanaf een belastbare basis van ,- (2007). Tenzij de deelregering een ander tarief heeft bepaald, zijn de tarieven als volgt voor het progressief belaste inkomen (renta general of algemeen inkomen):. Voor het jaar 2009: vanaf tot belasting tarief ,20 0, , , , , , , ,20 en adelante ,73 43 Voor het jaar 2008 gelden de volgende tarieven over de algemene basis, het progressief velaste inkomen: vanaf tot belasting tarief ,20 0, , , , , , , ,20 en verder ,72 43 Op de spaarinkomsten uit roerend goed en op vermogenswinsten (46 IRPF) is het vaste tarief van 18% (66 IRPF) van toepassing. Zo zijn dividenden en rentes dan belast tegen het vaste tarief van 18%. Deze opbrengsten vormen de het belastbare spaarinkomen (base imponible del ahorro) (46; 66,1 en 76 IRPF). De andere inkomsten als inkomen uit arbeid, winst uit onderneming, het toegerekend inkomen uit onroerend goed en de internationale fiscale transparantie vormen het algemene inkomen (renta general van 44 en 45 IRPF). De belastingplichtige heeft recht op een persoonlijk minimum vrij van belastingen van 5.151,- (in 2009 en 2008) (56 y 57 IRPF). Dit kan meer zijn, afhankelijk van zijn

2 persoonlijke omstandigheden, zoals familieleden, die te zijner last komen, zoals nakomelingen (58 IRPF), zoals kinderen en kleinkinderen en (groot)ouders (59 IRPF). De familieomstandigheden worden beoordeeld op het moment van verschuldigdheid van de belasting te weten 31 december van het jaar (61, 3ª en 12,2 IRPF). Invaliditeit beïnvloedt eveneens het belastingvrij bedrag (60 IPRF). Indien het belastbare inkomen lager is dan dit belastingvrije minimum, dan wordt het verschil overgeheveld naar de belastingvrije basis voor de spaarinkomsten (renta de ahorro inclusief de vermogenswinsten) (56,2 IRPF). Op dit inkomen is dan het vaste tarief van 18% van toepassing. Het totaal aan niet aan de voet belaste bedragen heet het levensminimum (mínimo vital). Dit is dan vrij van belasting. De techniek is niet die van een aftrek van het belastbaar inkomen maar van een aftrek van de berekende belasting tegen het laagste percentage van de progressieve schaal over dit minimum. Een voorbeeld met de tarieven 2009): base liquidable general = basis van heffing algemeen inkomen ,- hierover wordt de IRPF berekend: cuota íntegra previa (voorlopig berekende IRPF) tot , ,40 verschil 6.992,80 a 37% 2.826, totaal IRPF ,73 persoonlijk minimum 5.151,- af: het negatieve bedrag vanwege persoonlijk minimum: 24% x 5.151,- = , totaal aan IRPF (cuota íntegra total) ,49 Deze heffingstechniek heeft een nivellerend effect voor hogere inkomens. De inkomsten ontstaan in meer dan 2 jaren en wettelijk gedefinieerde onregelmatige inkomsten genieten een vermindering van hun bedrag van 40%. Dan wordt effectief dus 60% belast. Voorbeelden daarvan zijn een vergoeding, die ontvangen wordt van een huurder, de opbrengst van intellectuele eigendom e.d. De tarieven past men toe op het belastbare inkomen. Een aantal posten zijn vrijgesteld, indien en voorzover zij aan de normen voldoen, zoals een schadevergoeding uit hoofde van terrorisme, vergoedingen bij beëindiging van het arbeidscontract, uitkeringen vanwege blijvende arbeidsongeschiktheid of volledige invaliditeit, pensioenen bij arbeidsongeschiktheid, beurzen van regeringswege, literaire, artistieke of wetenschappelijke prijzen, werkloosheidsuitkeringen in de vorm van eenmalige betalingen, loterijprijzen en buitengewone beloningen, die toegekend worden door de Spaanse Staat voor het deelnemen aan internationale missies. Het inkomen uit arbeid, die wordt geleverd in het buitenland en ontvangen wordt van een buitenlandse onderneming is vrijgesteld tot ten hoogste ,-, indien de andere staat op dit inkomen een met de IRPF vergelijkbare belasting heft in een land, dat door Spanje niet als belastingparadijs wordt beschouwd.

3 Het moment van genieten van een inkomst is het moment van ontstaan van de vordering en niet de ontvangst van de vergoeding (14 IRPF). Compensatie van verschillende soorten inkomen. 1. De bestanddelen van het algemene inkomen (inkomen uit arbeid, winst uit onderneming, toegerekend inkomen) worden onderling verrekend en niet met de bestanddelen van het spaarinkomen. Zo kan dus een verlies uit een ondernemingsactiviteit niet verrekend worden met een vermogenswinst bijvoorbeeld. 2. De verschillende inkomsten van de spaarbasis (dividend, rente, verzekeringen) worden onderling verrekend en kunnen niet gecompenseerd worden met positief inkomen van de algemene basis noch met de vermogenswinsten, hoewel ze tot dezelfde basis behoren (49,1, a IRPF). 3. De vermogenswinsten worden onderling verrekend. Verrekening met de algemene basis of met de spaaropbrengsten is niet mogelijk. Een vermogensverlies dient gecompenseerd te worden met een vermogenswinst. Een vermogensverlies kan dus bijv. niet verrekend worden met een salaris (algemeen inkomen) of een dividend (spaarinkomen) (49,1,b IRPF). Een negatief algemeen inkomen kan verrekend worden met de positieve algemene inkomens(onderworpen aan het progressieve tarief) van de volgende vier jaren (50,3 IRPF). De spaarinkomsten kunnen niet negatief zijn, zelf niet na toepassing van de aftrek voor uitkeringen aan familieleden (50,2 en 55 IRPF). De belastingplichtige kan 0,7% van het door hem te betalen bedrag aan IRPF bestemmen voor de Katholieke Kerk en/of andere sociale doelstellingen zoals het Spaanse Rode Kruis en andere Niet Gouvernementele Instellingen (ONG of NGO) ((Disp. Adicionales 17 en 18) 2. Inkomsten in natura. Inkomsten in natura: verhoging met het bedrag van de inhouding (inkomsten in natura Spaanse inkomstenbelasting; inkomsten in natura inkomstenbelasting Spanje) Om hun gebruik af te remmen worden de inkomsten in natura verhoogd met het bedrag van de inhouding. Er zijn uitzonderingen zoals bij een pensioenplan (43,2 IRPF). De belastingplichtige kan echter het bedrag van de inhouding weer verrekenen met de uiteindelijk verschuldigde IRPF. De verhoging blijft achterwege, wanneer de begunstigde het bedrag aan de inhouding voor zin rekening neemt. Bijvoorbeeld: Waarde van de inkomst in natura 1.000,- Inhouding: 18% 180,- Waardering v.d. inkomst in natura 1.180,- Te verrekenen met de uiteindelijk te betalen IRPF 180,- 3. Inhoudingen. Ondernemingen en lichamen: inhoudingsverplichting, ook op de betalingen aan beoefenaren van een vrij beroep. (loonbelasting; inhoudingen Spaanse inkomstenbelasting; loonbelasting Spanje; inhoudingen Spanje) Lichamen bijv. van de overheid en ondernemingen zijn verplicht om een inhouding toe te passen op het bedrag, dat zij aan een derde betalen, bijvoorbeeld aan een vrije

4 beroepsbeoefenaar, de houder van een bankrekening en een werknemer. Afgezien van nuances zijn de inhoudingspercentages in het algemeen als volgt: loon en salaris (inkomsten uit arbeid) volgens een schaal inkomsten uit arbeid van een bestuurder 35% (101,2 IRPF) inkomsten andere arbeid bijv. geven v.e. cursus 15% (101,3 IRPR) interesten 18% dividenden 18% de vrijstelling voor de eerste 1.500,- wordt daarbij niet in aanmerking genomen vermogenswinst collectieve investering 18% (101,6 IRPF) honorarium vrije beroepsbeoefenaar : - normaal tarief 15% (101,5 IRPF) - jaar van aanvang en volg. 2 jaren 7% (95,1 Regl. IRPF) prijzen 18% (101,7 IRPF) verhuur van onroerende goederen 18% (101,8 IRPF) beeldrechten 18% (101,10 IRPF) Het systeem van inhoudingen houdt in, dat de personen, die de inhouding verrichten, hun gegevens aan Hacienda Pública mededelen. Zij zijn verplicht om een certificaat van de gepleegde inhoudingen af te geven (105 IRPF). De bedragen, die door de inhoudingsplichtigen zijn afgedragen,kunnen door de belastingplichtige verrekend worden met de verschuldigde inkomstenbelasting (99,5 IRPF). Bijvoorbeeld: Verschuldigde IRPF over inkomsten uit vermogen ,- Total aan gepleegde inhoudingen (banken e.d.) 5.500,- Nog te betalen 4.500,- Samenvatting inkomsten uit arbeid. 1. Belastbaar: elke vorm van beloning. Alles wat een werknemer ontvangt is belastbaar, tenzij het uitdrukkelijk is vrijgesteld. (loonheffing Spanje; Spaanse loonheffing; inkomstenbelasting Spanje loon; Spaanse inkomstenbelasting loon) De inkomsten uit arbeid omvat het geheel aan ontvangen vergoedingen in geld en in natura als gevolg van een arbeidsrelatie. Er zijn onmiddellijk ontvangen beloningen zoals loon en representatievergoedingen alsmede werkloosheidsuitkeringen. Het kan gaan om uitgestelde beloningen zoals het pensioen. De werkgever is verplicht om een inhouding toe te passen volgens de tabel (85 IRPF). Anderzijds zijn andere betalingen onder voorwaarden vrijgesteld, zoals eerder vermeld. Het Spaanse fiscale recht kent geen afzonderlijke loonbelasting. De genoemde inhoudingen vormen een onderdeel van de inkomstenbelasting (IRPF). 2. Vervoer. Belast zijn de vergoedingen betaald door de werkgever voor vervoerskosten van huis naar het werk zowel voor privé als openbaar vervoer. Niet belast zijn de ontvangen bedragen, voorzover het vervoer voortkomt uit redenen van de onderneming en met documenten gestaafd wordt en wel tot de volgende bedragen: 1. de vergoeding boven een bedrag van 0,19 (2007) per km. plus de kosten van tol en parkeren ingeval van vervoer met de eigen auto buiten de woonplaats en buiten de

5 gebruikelijke plaats van werken. Daarbij is niet van belang, dat de werkplek zich binnen of buiten dezelfde gemeente bevindt. 2. het deel van de vergoeding voor openbaar vervoer tot de kosten ervan. (17,1,d IRPF; Regl. 9,A,2 IRPF). 3. Uitgaven van onderhoud en verblijf. Indien de werknemer overnacht heeft en/of eten heeft gehad op een plaats niet zijnde zijn woonplaats of zijn gewoonlijke arbeidsplaats, kan de werkgever de kosten vergoeden, indien het verblijf de 9 maanden niet te bovengaat. De volgende kosten zijn dan vrijgesteld van heffing en het bovenmatige is belast. De kosten hebben uitsluitend betrekking op onderdak in een officiële inrichting van horeca en geen privé onderdakmogelijkheden. De werknemer dient de kosten wel de onderbouwen (reden, plaats). Als de kosten in werkelijkheid hoger zijn geweest, is het hogere bedrag niet aftrekbaar voor de werknemer. Evenmin zijn de hogere bedragen aftrekbaar indien de werkgever het bedrag niet volledig vergoedt. De volgende bedragen zijn dan vrijgesteld en het bovenmatige is belast (17,1,d IRPF; 9,A,3 Regl. IRPF): vrijgestelde bedragen (2008) plaats situatie (per dag) Spanje buitenland a. overnachten in andere gemeente dan waar de werknemer werkt en woont - verblijfskosten aangetoonde kosten aangetoonde kosten - voeding 53,34 91,35 b. zonder overnachten - voeding 26,67 48,08 4. Gebruik van auto van de werkgever. Het privé gebruik van de auto van de werkgever wordt gesteld op een waarde van 20% van de verwervingskosten voor de onderneming plus de kosten van het voertuig. Indien de auto geen eigendom is van de onderneming, dan is de basis de marktwaarde nieuw (43,1,b IRPF). Het privé gebruik berekent men naar rato van het aantal uren per jaar, dat niet gewerkt hoeft te worden. Bij het bedrag wordt het totaal aan onderhoudskosten en brandstof toegevoegd. Hierboven op komt het inhoudingspercentage voor inkomsten in natura (43,2 IRPF). Het totaal is onderworpen aan de IRPF. 5. De naar het buitenland uitgezonden werknemer. De uitgezonden werknemer heeft recht op een vrijstelling. De eisen zijn de volgende: 1. de werknemer blijft inwoner van Spanje en dus onderworpen aan de IRPF 2. hij verricht werk in het buitenland voor een onderneming, die geen inwoner is van Spanje of voor een vaste inrichting in het buitenland 3. indien het om een groepsmaatschappij gaat in het buitenland, dan dient het werk nuttig te zijn voor de buitenlandse onderneming van de groep. 4. het land, waarin hij werkt, past een met de Spaanse inkomstenbelasting vergelijkbare belasting toe. Wanneer er een belastingverdrag bestaat met het land met een bepaling tot uitwisseling van informatie, dan wordt het land geacht aan de voorwaarde te voldoen. Het is niet nodig, dat het inkomen ook effectief aan de heffing is onderworpen. 5. het land wordt niet aangemerkt als een belastingparadijs

6 6. de vrijstelling heeft een limiet van ,-. (7,p IRPF; 6 Regl.). De vrijstelling heeft in beginsel geen invloed op de methoden ter vermijding van dubbele belasting, wanneer blijkt dat deze tot een gunstiger resultaat leiden. Deze vrijstelling laat zich niet combineren met de vrijstelling over de "plus de expatriación", de extra vergoeding voor het werken in het buitenland (7,p,2 IRPF). Een uitgezonden werknemer ontvangt vaak een hogere beloning, dan die welke hij in Spanje ontving. Deze extra beloning is vrijgesteld in de inkomstenbelasting (9,A,3,b,4 Regl). Beide vrijstellingen zien op inkomen, dat een inwoner van Spanje geniet als werknemer in het buitenland en niet op een arbeidsbeloning, die ontvangen wordt door een uitgezonden werknemer, die in Spanje werkt. 6. De naar Spanje uitgezonden werknemer. Voor werknemers, die naar Spanje uitgezonden zijn, bestaat sinds een bijzonder regime (93 IRPF), dat vaak in verband wordt gebracht met de komst van buitenlandse voetballers. De belasting voor de niet inwoners IRNR wordt dan op deze inwoners toegepast. Het tarief van deze belasting is 24%, waardoor dus niet de progressieve tarieven van de IRPF op de inkomsten uit arbeid, behaald in Spanje, worden toegepast en wel gedurende het jaar, dat men inwoner wordt van Spanje en de 5 volgende jaren. De voorwaarden voor toepassing van dit regime zijn: 1. Een werknemer komt naar Spanje vanuit het buitenland tengevolge van een arbeidsovereenkomst zonder dat hij in de laatste 10 jaren in Spanje gewoond heeft. 2. Volgens de normen wordt hij fiscaal inwoner van Spanje en verricht zijn werk in Spanje. Ten hoogste een 15% van de inkomsten wordt niet in Spanje verworven. Dit % stijgt naar 30%, wanneer de betrokken persoon functies bekleedt in een onderneming van de groep buiten Spanje. 3. Het werkt wordt verricht voor een onderneming in Spanje. 4. De inkomsten uit arbeid zijn niet vrijgesteld in de IRNR. Wanneer een inwoner van Spanje inwoner wordt van een ander land, kan hij opteren om in de vermogensbelasting IP als inwoner te blijven worden aangemerkt (5,1,a IP). Zijn hele vermogen wordt daarmee in beginsel onderworpen aan deze belasting, maar hij kan gebruik maken van de vrijstellingen. 7. Aftrekbare kosten. Slechts bepaalde kosten zijn aftrekbaar van de bruto inkomsten (19,2 IRPF). De meest voorkomende zijn: 1. de premies aan de verplichte Sociale Verzekeringen of Onderlinge verzekeringen voor de ambtenaren 2. de bijdragen aan de vakbond 3. de bijdragen aan de verplichte beroepsorganisatie (colegios profesionales) bijvoorbeeld voor advocaten en medici en wel tot 500 per jaar. 4. de kosten van juridische verdediging ingeval van een conflict met de werkgever tot maxima van 300,- per jaar.

7 Na aftrek van deze kosten komt men tot de netto inkomsten uit arbeid. Een vast percentage van kostenaftrek wordt niet toegepast. De bijdragen aan pensioenstelsels komen niet in mindering op de inkomsten uit arbeid. Deze worden in aanmerking genomen bij de algemene aftrekken op het inkomen. 8. Aftrek op de inkomsten uit arbeid. Na berekening van de netto inkomsten uit arbeid (= bruto inkomsten /_ de aftrekbare kosten) past men een aftrek toe om te komen tot de netto inkomsten uit arbeid na aftrek. Het laatste bedrag is belastbaar. Het saldo kan niet negatief zijn. Er bestaan verschillende aftrekken: a. Vermindering afhankelijk van het bedrag aan inkomsten uit arbeid (20,1 IRPF) voor het jaar 2008 en 2009: inkomsten na kosten andere omstandigheid vermindering =< 9.180, ,- > 9.180,- < ,- 0,35 x netto inkomsten -/ > , ,- Elk ander bedrag andere inkomsten 2.652,- b. Vermindering vanwege het voortzetten van het werk (20,2,a IRPF; 12 Regl). De werknemers ouder dan 65 jaar, die hun arbeidsrelatie voortzetten, kunnen de eerder genoemde vermindering verdubbelen. c. Vermindering vanwege geografische mobiliteit (20,2,b IRPF; 12,2 Regl.) Om de eerste vermindering te kunnen verdubbelen, dienen de volgende voorwaarden vervuld et zijn: 1. Als werkloze geregistreerd staan in een arbeidsburo 2. Het aanvaarden van een arbeidsplaats in een gemeente, die een andere is dan de gemeente van de gewoonlijke verblijfplaats. 3. De wijziging vereist de verhuizing naar de andere gemeente. d. Vermindering vanwege arbeidsongeschiktheid van actieve werknemers (20,3,1,b IRPF; 72,2 Regl.). Een minder valide werknemer kan zijn inkomsten uit arbeid verminderen met (2009) of 3.200,- (2008). De vermindering is 7.242,- (2009) of 7.100,- (2008), indien de werknemer de hulp nodig heeft van derden om naar zijn arbeidsplaats toe te gaan. Indien de mate van arbeidsongeschiktheid tenminste 65% is, dan is de vermindering eveneens 7.242,- (2009 of 7.100,- (2008). 9. Vermindering van onregelmatige inkomsten. Op de inkomsten uit arbeid worden normaal gesproken de progressieve tarieven toegepast (tot 43%). Indien het gaat om inkomsten, die onregelmatig zijn en gedurende meer dan twee jaren zijn ontstaan, dan worden deze inkomsten verminderd met 40%. Het kan gaan om: Inkomsten die periodiek worden ontvangen (18, 2 IRPF; 11,2 Regl.). De uitkomst van de breuk aantal jaren ontstaan van de inkomsten gedeeld door het aantal jaren dat de inkomst ontvangen zal worden moet groter zijn dan 2. Bijv.: indien

8 iemand een schadeloosstelling ontvangt terzake van zijn werk gedurende 4 jaren en hij heeft 10 jaren in een onderneming gewerkt, dan is de breuk 10/4 en dus > 2. In dat geval kan over de jaarlijkse uitkering een vermindering van 40% worden toegepast. Inkomsten, die in een betaling ineens worden ontvangen (18,2 IRPF; 11,1 Regl.). De vermindering van 40% over een betaling ineens vindt bijv. plaats ingeval van een schadeloosstelling van de Sociale Zekerheidsinstellingen, een uitkering vanwege blijvende arbeidsongeschiktheid, voortijdige pensionering, literaire, artistieke en wetenschappelijke prijzen, die niet vrijgesteld zijn.. De wetgeving kende voordien andere percentages van vermindering. Voor deze gevallen uit het verleden is er een overgangsregime. Deze materie vereist altijd een gedetailleerde studie. 10. Inkomsten uit arbeid: optiecontracten (18,2 IRPF; 11,4 Regl. Maximale vermindering. Wanneer een werknemer zijn optie uitoefent binnen het kader van een optieplan van de onderneming of een groepsonderneming, dan is het mogelijk, dat hij een voordeel behaalt dat gedurende meer dan twee jaren ontstaan is. In die gevallen wordt de vermindering van 40% met een limiet toegepast. Deze limiet is het gemiddelde salaris van alle belastingplichtigen in de IRPF Vermenigvuldigd met het aantal jaren dat de inkomst is gegenereerd. Voor het jaar 2007 is dit gemiddelde salaris vastgesteld op ,-. Indien de werknemer de ontvangen aandelen gedurende tenminste 3 jaren houdt en het optieplan staat open voor alle werknemers van de onderneming en groep, dan wordt de limiet verdubbeld. Bijvoorbeeld: Een werknemer oefent zijn optie uit. De onderneming geeft hem de aandelen. De waarde van de aandelen is hoger dan de optieprijs en de werknemer behaalt aldus een voordeel zijnde een inkomst uit arbeid. Stel het verschil is ,- en het aantal jaren tussen het moment van ontvangen van de optie en de uitoefening ervan is 4. Het bedrag van ,- komt niet in aanmerking voor de gehele vermindering van 40%. De limiet voor de vermindering van 40% dient berekend te worden: De limiet v.d. vermindering (gem. salaris) x 4 (aantal jaren bezit) = ,-. De vermindering is 40% x ,- (de limiet) = ,-. Belastbare inkomst ,- (voordeel) -/ ,- (de vermindering) = ,- Deze inkomst is onderworpen aan de progressieve tarieven. Wanneer het optieplan open staat voor alle werknemers en de werknemer behoudt de verworven aandelen gedurende tenminste 3 jaren, dan is de vermindering het dubbele zijnde ,- en het belastbare inkomen uit arbeid is dan slechts ,-. Voor het jaar 2008 is het bedrag gestegen van naar