Kennis uit NWO-programma. Netwerk van Netwerken. in beeld gebracht. Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kennis uit NWO-programma. Netwerk van Netwerken. in beeld gebracht. Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek"

Transcriptie

1 Kennis uit NWO-programma Netwerk van Netwerken in beeld gebracht Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

2 N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N

3 Kennis uit NWO-programma Netwerk van Netwerken in beeld gebracht NVN NVN NVN NVN NVN NVN NVN NVN NV N NV NVN NVN NVN NVN NVN NVN NVN NVN NVN NVN NVN NVN NVN NVN NVN NVN NV N NV

4 Teksten Nico Baken (KPN), Anne Beaulieu (RUG), Peter van den Besselaar (VU), Antoinette de Bont (EUR), Marcel Boogers (UvT), Alex Brenninkmeijer (Nationale ombudsman), Hans de Bruijn (TUD), Martin Dijst (UU), Jan van den Ende (EUR), Hans Fischer, Koen Frenken (TUE), Frank Heemskerk (ECP.nl), Maarten Hijink (SP), Anique Hommels (UM), Jos Huigen (KPN), Patrick Kenis (UvT), Ad Ketelaars (Gemeente Eindhoven), Ton de Kok (TUE), Nicole Kroon (Ministerie van E, L en I), Jan de Leede (UT), Bastiaan van Loenen (TUD), Nelly Oudshoorn (UT), Corien Prins (UvT en WRR), Bert Sadowski (TUE) Eindredactie Ymkje de Boer (YM de Boer Advies) Medewerking en adviezen Paul Berendsen (NWO), Fleur Duijndam (NWO), Niek Marcelis (Ministerie van BZK), Corien Prins (UvT en WRR) Fotografie Peter Smith, Amsterdam (portretten Oudshoorn, Prins, Boogers, Van den Ende en bewerking portret Sadowski) en Rob van Hilten (portret Brenninkmeijer) Grafisch ontwerp en illustraties Drukwerk Lecturis Uitgave Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek ISBN/EAN April 2012 NWO De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) is met een budget van ruim 500 miljoen euro per jaar een van de grootste wetenschapsfinanciers in Nederland. NWO stimuleert kwaliteit en vernieuwing in de wetenschap. Wilt u reageren of meer exemplaren aanvragen? Neem contact op met Fleur Duijndam, f.duijndam@nwo.nl, Zie ook

5 Voorwoord Maatschappelijke uitdagingen in een Netwerk van Netwerken Frank Heemskerk (ECP Platform voor de InformatieSamenleving) 5 1 Passieve consument passé de gebruiker als actieve ontwikkelaar Nelly Oudshoorn (UT), met een reactie van Nicole Kroon (Ministerie van E, L en I) 7 2 Digitale identiteit dilemma s rond privacy Corien Prins (UvT / WRR), met een reactie van Alex Brenninkmeijer (Nationale Ombudsman) 17 3 Mobiliserende media de maatschappelijke gevolgen van internet Marcel Boogers (UvT), met een reactie van Maarten Hijink (SP) 25 4 Netwerken als nutsfunctie publiek-private samenwerking in ICT Bert Sadowski (TUE), met een reactie van Ad Ketelaars (Gemeente Eindhoven) 35 5 Spanning op het speelveld organisatie van ICT-innovatietrajecten Jan van den Ende (EUR), met een reactie van Jos Huijgen en Nico Baken (KPN) 43

6

7 Voorwoord Maatschappelijke uitdagingen in een Netwerk van Netwerken Informatietechnologie drong de afgelopen drie decennia door tot in de haarvaten van onze samenleving. Het leverde in de industrie en de dienstensector aanzienlijke productiviteitsgroei en daarmee verhoging van de welvaart op. De toepassing van ICT in onder meer de zorg, de veiligheidsvoorziening, entertainment, het verkeer, het onderwijs en in andere domeinen heeft ons welzijn aanzienlijk vergroot. Wezenskenmerk van deze moderne samenleving is de alom beschikbaarheid van data; anywhere and anytime. Via het world wide web zijn mensen zakelijk en persoonlijk nog intensiever met elkaar verbonden, evenals de computers die de informatiestromen mogelijk maken. The world is flat, zo verwoordde de filosoof en columnist Thomas Friedman het in We zijn economisch en sociaal afhankelijk geworden van internet, dat meer en meer vervlochten raakt met ons leven. Het tempo van de digitalisering en verknoping van netwerken versnelt nog steeds en de impact ervan wordt bepaald niet minder. Alledaagse apparatuur zoals wasmachines en auto s wordt voorzien van een elektronisch label waardoor die deel gaat uitmaken van het nieuwe web, het Internet of Things. Uiteindelijk leven we meer in cyberspace dan dat we op het internet gaan, we leven in een netwerk van netwerken. Het multidisciplinaire onderzoeksprogramma Netwerk van Netwerken (NVN) dat op initiatief van het Nationaal Actieprogramma Elektronische Snelwegen (NAP) door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) is opgezet richt zich op de vraag: wat zijn de voornaamste wetenschappelijke, maatschappelijke en beleidsvragen die als gevolg van de ontwikkeling van elektronische netwerken beantwoord moeten worden? ECP Platform voor de InformatieSamenleving schenkt rond dit vraagstuk in het bijzonder aandacht aan twee aspecten, namelijk privacy en interoperabiliteit. In mijn hoedanigheid van voorzitter van ECP juich ik het dan ook toe dat vele onderzoekers (in onder meer in de domeinen economie, sociologie, het recht, bedrijfskunde, de technologie/ infrastructuur, en beleidsstudies) wetenschappelijke bijdragen hebben geleverd. Daarmee wordt een helder zicht geboden op de dynamiek van complexe ICT-netwerken en de maatschappelijke implicaties van hun uitbreiding. 5 Frank Heemskerk lid van de Raad van Bestuur van Royal Haskoning en tevens voorzitter van ECP Platform voor de InformatieSamenleving

8

9

10 Nelly Oudshoorn: Geef gebruikers een grotere plaats in het innovatiebeleid.

11 1 Passieve consument passé de gebruiker als actieve ontwikkelaar Het gangbare beeld van gebruikers heeft een update nodig. Gebruikers zijn niet alleen passieve consumenten die een professioneel uitontwikkeld product aanschaffen en het gebruiken waarvoor het is bedoeld. Tegenwoordig ontwikkelen en ontwerpen gebruikers, samenwerkend via internet, producten steeds vaker zelf. Of ze ontdekken een volledig nieuwe toepassing. In innovatiebeleid is hiervoor nog maar weinig aandacht, betoogt Nelly Oudshoorn, hoogleraar Technology Dynamics and Health Care aan de Universiteit Twente. Het innovatiebeleid heeft een blinde vlek voor de veranderende rol van gebruikers van ICTnetwerken. Nog steeds is het traditionele diffusiemodel van innovatie dominant. Hierin worden gebruikers alleen als relevante actoren beschouwd op het moment dat technologie als product op de markt komt en wordt de gebruiksfase niet als innovatief gezien. Zo benutten we een groot potentieel van input en creativiteit die nodig zijn voor innovatie van ICT-netwerken niet. En zo blijft het innovatiebeleid beperkt tot bedrijven en kennisinstituten, terwijl ook anderen in beeld zouden moeten zijn. Een tweede probleem van het innovatiebeleid is dat het voornamelijk gericht is op commercieel succes. Alle niet-economisch gemotiveerde actoren en activiteiten blijven zo buiten beeld. Een voorbeeld hiervan is het belang van de meestal onzichtbare sociale netwerken voor informele support van vastlopende computer- gebruikers. Juist dankzij deze onbetaalde hulp van familie, vrienden, collega s en handige kennissen is de computer een innovatie die ook daadwerkelijk werkt in het dagelijks leven. Ons onderzoek laat zien dat innovatie niet alleen een katalysator is voor commerciële innovatie en economische groei voor bedrijven. Gebruikers spelen een belangrijke rol in innovatie die een sociale en culturele meerwaarde heeft. Mountainbiken, windsurfen en snowboarden Volgens Oudshoorn kan wetenschappelijk onderzoek een belangrijke rol spelen in het ontwikkelen van een andere manier van denken over en beleid voor innovatie. Onderzoekers op het terrein van innovatie, wetenschap en technologie hebben op basis van empirisch onderzoek een ander model voor innovatieprocessen ontwikkeld. Hierin wordt innovatie niet beperkt tot de fase van de ontwikkeling van nieuwe technologie, 9

12 10 maar is ook de fase van gebruik een bron van innovatie. Via herontwerp kunnen gebruikers nieuwe innovatieve praktijken en producten laten ontstaan. Kortom, innovatie die niet door de producenten was voorzien. Zo beschrijft eerder techniekhistorisch onderzoek hoe zowel bij de radio, de telefoon als de computer gebruikers op grote schaal aan de wieg stonden van nieuwe uitvindingen en ontwikkelingen. Het was bijvoorbeeld geen bedrijf maar een amateur die in 1916 voor het eerst radio gebruikte voor het uitzenden van muziek als bron van huiskamervermaak. Een ander voorbeeld is de pioniersrol die hobbyisten van de Homebrew Computer Club in Silicon Valley hebben gespeeld bij het ontstaan van de personal computer, en waaruit een bedrijf als Apple is voortgekomen. Er kunnen zelfs compleet nieuwe bedrijfstakken ontstaan uit innovatie door gebruikers, zoals is gebeurd in het geval van mountainbiken, windsurfen en snowboarden. De manier waarop gebruikers zich technologie toe-eigenen en deze inpassen in hun dagelijks leven is dus een belangrijke bron van innovatie. Gebruikers zijn belangrijk in innovatie die een sociale en culturele meerwaarde heeft. Geheel nieuwe alternatieven Gebruikers kunnen zelfs alternatieven ontwikkelen voor bestaande technologie, vertelt Oudshoorn. Door de beschikbaarheid van internet en betaalbare pc s, en door de digitalisering van tekst, beeld en geluid, is het delen van informatie onder gebruikers veel makkelijker, sneller en goedkoper geworden. Hierdoor kunnen gebruikers met dezelfde problemen of wensen rond een nieuwe technologie elkaar sneller vinden en vervolgens samen aan oplossingen werken, of, nog radicaler, zelf een nieuwe technologie ontwikkelen. Denk hierbij aan het besturingssysteem Linux, of aan stadsdekkende draadloze communicatienetwerken op basis van de licentievrije WiFi-standaard. Nieuwe gemeenschappen Innovatie door gebruikers verschilt in haar dynamiek van innovatie door bedrijven. Oudshoorn: In de eerste plaats wordt de motor van innovatie niet zozeer aangedreven door commerciële belangen, maar vooral door democratische idealen over het vrij delen van informatie. Het tweede belangrijke verschil is dat innovatie zich niet alleen beperkt tot het ontwikkelen van nieuwe technologie, maar ook tot sociale innovatie leidt. Zo zijn gebruikers niet alleen actief in het ontwerpen, testen, produceren, distribueren, en onderhouden van hun eigen innovatie, maar ontwikkelen zij tevens een sociale organisatiestructuur om het collectieve werk te verdelen, te integreren, en op kwaliteit te beoordelen. Ze vormen een gemeenschap. Technische en sociale innovatie zijn onlosmakelijk met elkaar verweven. Wireless Leiden Het onderzoeksproject The Dynamics of User-initiated Innovation in ICT networks, uitgevoerd door promovendus Stefan

13 Verhaegh, was een van de projecten die Oudshoorn leidde. Het bestond uit een kwalitatief onderzoek naar de dynamiek van gebruikersgeïnitieerde innovatie, namelijk de ontwikkeling van een innovatief draadloos communicatienetwerk in Leiden (Wireless Leiden). Deze casus stond model voor gelijksoortige initiatieven van innovatie door gebruikers van netwerken van informatie- en communicatietechnologie. Oudshoorn: Het bouwen van dit netwerk was een opmerkelijke prestatie, omdat tot dan toe alleen partijen met grote budgetten en de juiste vergunningen, zoals overheden, telecombedrijven en kabelbedrijven, dit soort infrastructuur konden realiseren. Als innovatie op het gebied van openbare draadloze computernetwerken is Wireless Leiden in meerdere opzichten vernieuwend. De technische assemblage op basis van een nieuw gebruik van WiFi-technologie buitenshuis, de combinatie van bestaande en nieuwe open broncode-programmatuur, en het organisatorische arrangement in de vorm van een niet-commerciële stichting met onbetaalde vrijwilligers. De boel bij elkaar houden De onderzoekers ontdekten een aantal belangrijke onderliggende mechanismen. Dit type innovatie is niet alleen het resultaat van het werk van individuele gebruikers met creatieve ideeën en technisch vernuft. Het komt tot stand door een collectief van gebruikers. Parallel aan de ontwikkeling van nieuwe technologie, ontstonden er nieuwe soorten gebruikers, waaronder organisatorische gebruikers die als sponsor optraden, de vrijwilliger-gebruiker, en de thuisgebruiker. De aanwezigheid van een uitgebreid palet van kunde en kennis op het gebied van techniek, bestuur, recht en marketing, was een belangrijke hulpbron voor het oplossen van de vele puzzels voor verdere groei en stabilisering van Wireless Leiden. Ook bleek dat het werk dat nodig is bij dit type innovatie niet alleen uit het ontwikkelen van nieuwe apparaten of software bestaat, maar ook uit het vormen en bij elkaar houden van een gemeenschap. Deze vorm van innovatie kan daarom getypeerd worden als gemeenschapsinnovatie (community innovation), waarbij de sociale gemeenschap van gebruikers een onlosmakelijk onderdeel vormt van de innovatie, aldus de onderzoekers. Gebruikerswaarden, virtuositeitswaarden en gemeenschapswaarden spelen een belangrijke rol in dit type innovatie. Tussen mensen die handelen vanuit verschillende waarden kunnen echter wel conflicten ontstaan. Coördinatiewerk dat is gericht op het hanteren en oplossen van deze conflicten is daarom een essentieel onderdeel van het slagen van innovatie door gebruikerscollectieven, vertelt Oudshoorn. Gebruikers innoveren vaak als collectief. Onderhoud als bron van innovatie Een horizontale organisatiestructuur waarin informa - tie vrij circuleert, is essentieel om een iteratief leerproces te stimuleren waarbij mensen van elkaar kunnen leren en op elkaars werk kunnen voortbouwen, vertelt Oudshoorn verder. Verder is onderhoudswerk een belang- 11

14 rijk deel van innovatie. Ons onderzoeksproject laat zien dat onderhoudswerkzaamheden essentieel zijn voor het stabiliseren en continueren van gemeenschaps innovatie. We kunnen daarbij twee vormen van zorgwerk onderscheiden. Je hebt zorgen voor technologie, dat bestaat uit routinematig onderhoud. De andere vorm van zorg is vooral gericht op geven om technologie en bestaat uit het creatief herontwerpen om problemen die ontstaan op te lossen. Onderhoud kan dus op zichzelf ook al een belangrijke bron van innovatie zijn! 12 Aanbevelingen voor beleidsmakers en professionals Aanbevelingen voor innovatieve gebruikerscollectieven 1. Verbreed het innovatiebeleid. Ga van een eenzijdig economische benadering, waarin het alleen gaat om technologische vernieuwing, naar een benadering met daarin ook ruimte voor sociale vernieuwing, met name de veranderende rol van burgerschap die vorm krijgt in innovatie door gebruikerscollectieven. 2. Breid de samenstelling van denktanks of andere platforms voor het ontwikkelen van innovatiebeleid uit. Betrek behalve de traditionele stakeholders, zoals professionals uit bedrijven en kennisinstituten, ook burgers, consumenten, hobbyisten en hackers, als lokale experts van innovatie-in-gebruik. 1. Zorg voor een goede sociale infrastructuur waarin niet alleen de initiatiefnemers van de innovatie (de zogenaamde lead users ) en gebruikers met technische expertise betrokken zijn, maar ook de niet-technische geïnteresseerde gebruikers die meer gericht zijn op de gebruikers- en gemeenschapswaarden van het innovatiecollectief. 2. Zorg voor een goede mix tussen idealistische doelen en commerciële activiteiten. Een organisatiestructuur, waarin zowel de economische als ideële perspectieven een plaats krijgen en behouden, voorkomt fragmentatie of uiteenvallen van de gemeenschapsinnovatie.

15 Nicole Kroon, directeur Regeldruk & ICT-beleid bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie: Een belangrijk aspect in de ontwikkeling van ICT is dat het voor alle type gebruikers eenvoudiger is geworden om ermee te werken. Dat geldt voor het gebruik van ICT op je werk, in je opleiding, maar ook gewoon thuis. Dit maakt juist dat ICT de toepassingstechnologie is van onze tijd. Het interessante vandaag de dag is dat we ICT niet alleen gebruiken, of consumeren, maar er zelf mee aan de slag gaan. We innoveren steeds meer zelf, of liever, samen met anderen. We gaan ons anders organiseren en daarmee innoveren we dus ook op sociaal gebied en noemen we dat co-creatie of crowd sourcing door gebruik te maken van de wisdom of the crowds. Vanuit het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie staan wij voor economische groei en innovatie. Dat is onze primaire taak en komt tot uitvoering in het bedrijfslevenbeleid en de topsectorenaanpak. Innovatie van ICT en door ICT-gebruik speelt daarbij een belangrijke doorsnijdende rol. Wij hebben eind vorig jaar de Digitale implementatie agenda, DIA.nl, gelanceerd met daarin verschillende publiek-private programma s gericht op het bedrijfsleven. Belangrijk element om te noemen is dat de behoefte van de gebruiker daarbij centraal staat. Dat zijn uiteraard ondernemers maar ook hun medewerkers, onderzoekers of consumenten. Een ander belangrijk aspect is de bevordering van organisatorische innovatie door ICT slim in te zetten. Programma s als Open Data, Cloud Computing en Digivaardig uit de DIA.nl dragen daar aan bij. Ik ben het eens met Nelly Oudshoorn als zij zegt dat innovatie ook sociaal-cultureel gedreven moet zijn. Wel is het zo dat het huidige economische klimaat prioriteiten stellen noodzakelijk maakt. Hierbij blijkt het opbouwen van wetenschappe lijke kennis belangrijk. Dat is ook de reden waarom wij destijds de subsidieaanvraag voor het ambitieuze programma Netwerk van Netwerken hebben ge - honoreerd. Mij gaat het vooral om de toepassing van deze wetenschappelijk kennis. Als overheid vervullen wij een brugfunctie tussen wetenschap en bedrijfsleven. Op het terrein van ICT heeft de gouden driehoek van kennisinstellingen, bedrijven en overheid in het kader van de topsectoren ook een ICT Roadmap ontwikkeld. In deze Roadmap zitten tal van ICT-onderzoeksgebieden, zoals de veiligheid van onze digitale infrastructuur, duurzame productie in de land- en tuinbouw, en energiebesparing. Ik ben ervan overtuigd dat de opgebouwde kennis uit Netwerk van Netwerken hier ook een belangrijke rol kan vervullen. 13

16 Continuïteit en betrouwbaarheid van diensten via open source gemeenschappen J.A. de Bruijn, R.W. Wagenaar, R. van Wendel de Joode ( ) 14 Bedrijven en overheden worden steeds afhankelijker van open source infrastructuur en aanverwante diensten. Door de jaren heen is open source software namelijk een serieus alternatief geworden in de markt van software. Open source diensten worden geleverd via een netwerk van hobbyisten, individuele professionals en commerciële dienstverleners. De groeiende afhankelijkheid van gebruikers van open source-diensten verhoogt het belang om inzicht te krijgen in de betrouwbaarheid en continuïteit van deze diensten. Uit het onderzoek blijkt dat open source-gemeenschappen zichzelf organiseren. Dit betekent dat de processen die hier plaatsvinden nauwelijks gestuurd of beheerst kunnen worden. De betrouwbaarheid van open source software blijkt verrassend hoog te zijn. Zo hebben twee van de meest bekende open source softwareproducten (Apache en Linux) betrouwbaarheidsniveaus bereikt die op zijn minst kunnen concurreren met die van privaat ontwikkelde software. De onderzoekers hebben, mede aan de hand van eerdere model- en theorievorming, zowel eigenschappen gevonden die tot betrouwbaarheid leiden, als mechanismen die een positieve rol spelen bij continuïteit in open sources. De Nederlandse overheid zou een tweevoudige rol kunnen spelen bij het bevorderen van open source: als gebruiker en als wetgever. Het onderzoek sluit zeer goed aan bij de groeiende aandacht voor open source software, omdat het de volgende hoofdresultaten heeft opgeleverd: inzicht in wat open source software is; groter begrip van de wijze waarop open source communities functioneren en de software tot stand komt, vooral op het gebied van continuïteit; inzicht in de wijze waarop gebruikers, leveranciers en open source communities samenwerken en soms zelfs concurreren. De uitkomsten zijn interessant voor elke organisatie die te maken heeft of krijgt met open source software en open source communities, zoals gemeenten, maar ook provincies, rijksdiensten en softwareleveranciers. De inzichten in continuïteit zijn ook relevant voor online burgerparticipatie en het werken met on line communities.

17 De dynamiek van gebruikersgeïnitieerde innovatie in ICT-netwerken N.E.J. Oudshoorn, S.J.S. Verhaegh, E.C.J. Oost ( ) Sociale constructie van kennisnetwerken, en de implicaties voor de productie, uitwisseling en het gebruik van kennis P.A.A. van den Besselaar, F. Daemen, A.T. Somers ( ) Dit onderzoek beoogde een bijdrage te leveren aan het maatschappelijk debat over de rol van burgers in de kenniseconomie. Door de focus te verschuiven van de producent naar de gebruikerscollectieven als bron van innovaties, heeft het onderzoek bijgedragen aan het verbreden van de manier van denken en de beleidsontwikkeling op het terrein van innovatie waarin meer recht wordt gedaan aan bottom-up innovatie. Niet alleen producenten, maar ook gebruikers innoveren immers in ICT. De netwerken waarin zowel de innovaties als de gebruikers zijn ingebed, waren het object van studie. Aangezien innovatie door gebruikers al is beschreven in verschillende domeinen zoals sport, radiotechnologie, of duurzame energie, richtte dit onderzoek zich exclusief op ICT-netwerktechnologie. De onderzoekers kozen het Nederlandse vrijwilligersinitiatief Wireless Leiden uit dat met behulp van de ongelicenseerde radiotechnologie WiFi een draadloze netwerkinfrastructuur heeft weten te realiseren die zich kan meten met vergelijkbare configuraties van commerciële telecomoperators zoals T-Mobile of KPN. Op basis van empirische data in de vorm van observaties, interviews en (elektronische) documentanalyse zijn nieuwe concepten geformuleerd die een beter begrip van gebruikersgeïnitieerde innovatie mogelijk maken. De belangrijkste conclusie van het onderzoek is dat innovaties door gebruikers niet alleen bestaan uit louter knutselen met technologie door individuele gebruikers, maar dat er sprake is van community innovation. Een belangrijk inzicht voor beleidsmakers is dat het overwegend economisch perspectief op innovatie veel te beperkt is, waardoor het beleid zich niet richt op de huidige, door burgers gerealiseerde innovatie. Op basis van deze studie kan het beleid verbreed worden naar innovatie door gebruikerscollectieven, waardoor er voor beleidsmakers een nieuwe manier ontstaat voor governance van innovatie. Kennisproductie en -gebruik vindt in toenemende mate plaats in heterogene netwerken, zoals communities of practice. Wat zijn de sociale factoren die de ontwikkeling van ICT-ondersteunde kennisdelingsnetwerken bevorderen en belemmeren? Wat betekent dit voor het ontwerp van ICT-ondersteunde kennisdelingsinfrastructuur? Om deze vragen te beantwoorden, hebben de onderzoekers een aantal verschillende case studies gedaan rond het thema biodiversiteit en in totaal zestig mensen geïnterviewd. Uit het onderzoek blijkt dat onder meer internationale afspraken en Europese wetgeving de rol en de economische waarde van biodiversiteitsdata en -kennis hebben veranderd. Of de communities bestaan uit alleen vrijwilligers of uit vrijwilligers en beroepskrachten maakt ook verschil. Vooral in vrijwilligersorganisaties bestaan gemeenschappen met een sterk gevoel van eigenaarschap over gegevens en met sterke (en verschillende) ideeën over wat een goed gebruik daarvan is. Verschillen in opvatting hinderen een goede samenwerking. De complexe configuratie van opvattingen, identiteiten en (economische) belangen, beperken de ontwikkeling van open kennisdeling in netwerken. Relaties, communicatie en vertrouwen lijken daarom allesbepalende factoren. De verschillende stakeholders hebben verschillende perspectieven op wat gewenst is en wat niet en dat beïnvloedt of ze bereid zijn in projecten te stappen die kennisdeling beogen en de infrastructuur ervoor ontwerpen. Tegelijkertijd lijkt het zo te zijn dat hoe vergelijkbaarder belangen zijn, en hoe groter het wederzijds vertrouwen, hoe succesvoller de infrastructuur. Investeren in sociale relaties tussen de verschillende actoren lijkt dus cruciaal. Intensieve communicatie leidt tot begrip over en weer van elkaars capaciteiten, verwachtingen, doelen en belangen, en tot groeiend vertrouwen. Dit leidt allemaal gemakkelijker tot een situatie waarin alle participanten gaan zien wat de voordelen zijn van samenwerking en kennis- en gegevensdeling. 15

18 Een netwerkaanpak voor de beoordeling van de waarde voor publiek beleid van open innovatienetwerken Het open source-business model in het multimediadomein: de combinatie van open source en commerciële diensten P.N. Kenis, D. Korssen-van Raaij, J. Lerner ( ) J.C.M. van den Ende, W.A.M. Borst ( ) 16 Dit onderzoek richtte zich op informatie die burgers vaak gebruiken (en produceren) om zich te informeren over een bepaald onderwerp, zoals informatie op Wikipedia in combinatie met informatie van de overheid. Een voorbeeld van een overheidsproject waarvoor zowel overheids- als informatie van webbased information communities op het web beschikbaar is, is het elektronische patiëntendossier. De vraag die daarbij opkomt, is: wat is de kwaliteit van informatie die wordt aangeleverd via de communities? Het is onmogelijk om de kwaliteit inhoudelijk te monitoren; daarom is er behoefte aan een efficiënt systeem waarmee de kwaliteit van dit type informatie op basis van alternatieve beoordelingscriteria kan worden beoordeeld. Het monitoren van de informatie is belangrijk omdat veelgebruikte maar minder accurate informatiebronnen verkeerde verwachtingen of gedrag bij de burger kunnen creëren. Tegelijkertijd kunnen kwalitatief goede websites door webbased information communities ook een interessante bron van informatie zijn voor de overheid, bijvoorbeeld over hoe burgers zichzelf over bepaalde dingen informeren. Deze sites kunnen ook producten generen die direct ten dienste staan van het overheidsbeleid. De onderzoekers veronderstelden dat de architectuur van open innovatienetwerken waarin dit type informatie tot stand komt, een goede voorspeller van de kwaliteit van dergelijke netwerken is. Zij hebben op basis van theoretische analyses en case studies van enkele open innovatienetwerken onderzocht hoe het type architectuur van open innovatienetwerken de kwaliteit van deze netwerken bepaalt. Op basis van deze inzichten kunnen beleidsmakers beslissen of een specifiek open innovatienetwerk moet worden aangemoedigd, getolereerd of beperkt. Bedrijven besteden in toenemende mate activiteiten uit aan internetgebruikers die op basis van vrijwilligheid daaraan meewerken. Dit fenomeen wordt crowd sourcing genoemd ofwel het uitbesteden van bedrijfsactiviteiten aan de internetmenigte. Meestal krijgen deze vrijwillige internetgebruikers geen beloning voor hun activiteiten; in sommige gevallen worden de beste bijdragen beloond door het verhogen van iemands reputatie op de website of met financiële beloningen. Om effectief gebruik van crowd sourcing te maken, is het belangrijk om te begrijpen wat deze online vrijwilligers motiveert en wat de invloed van beloningen is. Dit onderzoek betrof de toepassing van crowd sourcing voor commerciële doeleinden en richtte zich specifiek op de vraag welke vormen van beloningen een positieve invloed hebben op de motieven en de prestaties van leden van de gemeenschap om vrijwillig bij te dragen. Het project paste kwantitatieve analyse in een drietal cases toe en voorzag in een enquête onder leden van drie online gemeenschappen: Tweakers.net, NUfoto.nl en Green challenge. Uit het onderzoek bleek dat de groep personen die met name gedreven worden door intrinsieke motivatie de beste prestaties levert. De studie toonde ook aan dat de effecten van financiële beloningen anders zijn dan die van reputatiebeloningen. Ten slotte bleek dat de effecten van extreme monetaire beloningen de in het algemeen positieve effecten van motivatie op gedrag verstoren. Door de onderstaande regels voor beloning te volgen, kan de effectiviteit van een crowd sourcing-initiatief worden geoptimaliseerd. Deze regels maken een onderscheid in beloning voor verschillende crowd sourcing-activiteiten in termen van complexiteit en tijdsbesteding. Bied geen financiële beloningen voor simpele en kortstondige crowd sourcing activiteiten (free sourcing); Bied uitsluitend financiële beloningen voor complexe crowd sourcing activiteiten (expert sourcing); Bied een redelijke financiële beloning om hoge kwaliteit bijdragen te krijgen; Bied alleen grote financiële beloningen vanwege marketingdoeleinden (game sourcing); Verzeker je ervan dat de beloningscriteria de gewenste prestatie en kwaliteit benadrukken; Beperk het aantal bijdragen per vrijwilliger.

19

20 Corien Prins: Bescherm burgers beter als het om de hen toebedeelde identiteit gaat.

21 2 Digitale identiteit dilemma s rond privacy Het heeft vele voordelen dat overheden en bedrijven ons leven in detail in kaart brengen. Dit biedt immers de mogelijkheid tot meer maatwerk in de overheidsdienstverlening, potentieel meer veiligheid in de samenleving en meer commerciële successen als Facebook. Maar deze ontwikkeling zorgt er ook voor dat overheden en bedrijfsleven de burger dichter op de huid komen te zitten. Tijd voor een zorgvuldige, transparante en te verantwoorden belangenafweging, waarbij wetenschappelijke kennis een wezenlijke basis kan bieden, zegt Corien Prins, hoogleraar Recht en Informatisering aan de Universiteit van Tilburg en lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Dat zowel overheden als bedrijven vele facetten van het leven van burgers kennen, kan zeer waardevol zijn vanuit het belang van een effectieve en efficiënte dienstverlening. De overheid kan zo ook tijdig ingrijpen als situaties uit de hand dreigen te lopen, de openbare orde handhaven en criminaliteit bestrijden. Maar of het nu om de nieuwste toepassingen van Google en Facebook gaat, om camera s boven de snelweg, de OV-chipkaart of het biometrisch paspoort de applicaties worden gepresenteerd en bediscussieerd, alsof ze een neutraal instrument zijn in handen van politici, beleidsmakers, bestuurders van bedrijven en burgers. Maar zo neutraal ligt dat niet! vertelt Corien Prins. Als ik kijk naar de context waarin de overheid de instrumenten gebruikt en verder ontwikkelt, dan zie ik wel degelijk veranderingen en effecten in zowel commerciële als beleidsambities, en in hoe bedrijven en overheden op het handelen van burgers sturen. De technologische toepassingen veranderen niet alleen de doelen en het handelen van deze organisaties, maar in feite ook de gedaante van de overheid. De burger wordt dichter op de huid gezeten, met alle meer en minder wenselijke consequenties van dien. De menselijke maat wordt een digitale maat Het gaat om toepassingen op het terrein van identificatie en identiteitsmanagement. Bekend zijn de gepersonaliseerde reclames die Google aan de hand van surfgedrag kan aanbieden of de unieke en centrale identificatie door de overheid via het Burger Service Nummer. Deze ontwikkelingen nopen tot een betere doordenking van de sprong die wordt gemaakt, stelt Prins. Neem de inzet van camera s. Bij de discussie op beleidsniveau zal de aandacht niet alleen uit moeten gaan naar de vraag of de applicatie wel conform de privacyregelgeving is. Het gaat ook om de kenmerken en implicaties van de overgang die we maken van menselijke waarneming naar technologische waarneming. Een netwerk van 19

22 20 duizenden camera s betekent een volcontinue en vrijwel allesomvattende vorm van observatie door een diversiteit aan actoren. Dat is heel wat anders dan met menselijke waarneming ooit mogelijk is. De burger wordt steeds dichter op de huid gezeten. Ongelijksoortige belangen toch kunnen afwegen Wetenschappers kunnen de diverse belangen privacy, autonomie, veiligheid en efficiëntie en effectiviteit die aan de orde zijn bij de inzet van identiteitsmanagement nader conceptualiseren, gaat Prins verder. Vaak nemen we de term die deze belangen afdekt heel makkelijk ter hand, zonder scherp en helder te maken waar we het nu exact over hebben. Wat bedoelen we bijvoorbeeld precies met een waarde als autonomie of keuzevrijheid als het gaat om de inzet van toepassingen die ons handelen in toenemende mate in technische zin sturen en soms ook dicteren? Verder levert de wetenschap een bijdrage in het op nieuwe manieren omgaan met het wegen van ongelijksoortige belangen als veiligheid enerzijds en privacy anderzijds. Het zijn volstrekt andersoortige belangen, maar toch zullen we ze tegen elkaar af moeten wegen bij bijvoorbeeld de keuze of we wel of niet grootschalig biometrische identificatie gaan inzetten. Is de burger voldoende beschermd? Prins leidde twee NVN-projecten over personalisering en identiteitsmanagement met behulp van nieuwe technologie. Ons onderzoek laat zien dat het tegenwoordig niet meer alleen gaat om het gebruik van losse persoonsgegevens, maar dat er steeds vaker sprake is van het combineren en verrijken van gegevens. Dit wierp de vraag op of we als burgers voldoende beschermd zijn tegen de risico s hiervan, bijvoorbeeld via de Wet bescherming persoonsgegevens. Op een meer fundamenteler niveau moeten we deze ontwikkeling doordenken op implicaties en beschermingsmodaliteiten voor burgers. Is de ontwikkeling transparant genoeg? Hoe gaan we om met accountability als vele actoren tezamen gegevens combineren en verrijken? En hoe zit het met het concept persoonsgegeven wanneer de grens tussen lichaamsmateriaal, zoals wangslijm met DNA, en de informatie die daaruit is af te leiden diffuus wordt? Het concept persoonsgegeven staat bovendien onder druk omdat profielen en identiteiten de sleutel worden voor de ontsluiting van de enorme berg aan gegevens die de overheden of een mondiale informatiegigant als Google accumuleren. Mede door het gebruik van nieuwe technieken zoals profiling en datamining groeien identificatie en classificatie van burgers en consumenten uit tot sturingsinformatie voor commercie, beleid en uitvoering. Zeker is dat identiteitsmanagement en de bijbehorende classificerende processen een vitale rol zullen spelen bij het benutten van informatie door zowel overheid als bedrijfsleven. Digitale voetstappen en schaduwen Sinds de publicatie van de NVN-projectresultaten is de thematiek alleen maar pregnanter geworden, vertelt Prins. Zo zien we een groeiende populariteit van informatie die langs indirecte weg valt af te leiden uit het gedrag van individuen. Het Amerikaanse bedrijf Facebook zou niet de

23 miljarden aan beurswaarde hebben als het niet in staat was geweest uit het surfgedrag van gebruikers heel veel nieuwe kennis te destilleren. Kennis die weer gebruikt kan worden voor reclamedoeleinden en daartoe aan andere bedrijven verkocht kan worden. De informatiebehoefte van de private en publieke sector beperkt zich hierbij niet langer tot onze digital footprint. Dat zijn gegevens die burgers al dan niet bewust c.q. vrijwillig zelf genereren. Het gaat steeds vaker ook om informatie die anderen uit ons gedrag afleiden, waarvan wij niet bewust zijn dat we die ook achterlaten. We noemen dit ook wel onze digital shadow. Een goede en zorgvuldige discussie over maatvoering bij gebruik van persoonsgegevens en profielen is dus van belang, zegt Prins. Daarvoor moet er meer aandacht komen voor het evalueren van digitaliseringsinitiatieven en met name voor de parameters waarmee de (geclaimde) kosten en baten van een initiatief inzichtelijk worden gemaakt. Daarnaast zullen de motieven voor de introductie van een applicatie veel meer dan nu het geval is richting consumenten en burgers transparant en begrijpelijk uitgelegd moeten worden. de verantwoordelijkheid droeg, aldus Prins. In het algemeen is er momenteel geen helder kader voorhanden voor transparantie, betrouwbaarheid, variëteit, controleerbaarheid, verantwoordelijkheid en zeker ook maatvoering. Onduidelijk is waar de grenzen liggen voor het gebruik van gegevens voor profilering en classificatie door publieke en private sector. Ook is er onduidelijkheid over hoe lang de gegenereerde profielen en onderliggende informatie beschikbaar kunnen en mogen blijven. Tegelijkertijd is het belangrijk dat individuen niet voor onbepaalde tijd vast blijven zitten aan een hen door de overheid of een bedrijf aangemeten en toebedeelde identiteit op basis waarvan zij door diezelfde overheden en bedrijven worden beoordeeld. Bestaat de mogelijkheid om profielen aan te passen, verouderde typen te wissen? Burgers zullen in ieder geval niet zo snel weten dat overheidsinstanties hen als burger type A of type B categoriseren, laat staan dat zij aan kunnen tonen in werkelijkheid niet (langer) in het toebedeelde profiel thuis te horen. Aandacht voor corrigeren, herijken, maar ook vergeten van identiteiten is daarom van groot belang. 21 Het recht om vergeten te worden Van de overheid mogen we verwachten dat zij niet alleen haar gegevenshuishouding maar ook haar identiteitsinfrastructuur vanuit een samenhangende visie inricht. Juist ook met het oog op de machtspositie die de overheid inneemt en de noodzakelijke weging van uiteenlopende belangen. Vooralsnog ontbreekt het echter aan zo n samenhangend overheidsbeleid. Dat is ook vastgesteld in het rapport ioverheid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, waarvoor ik Er is geen samenhangend overheids beleid rond identiteitsmanagement.

24 Alex Brenninkmeijer, Nationale ombudsman: 22 Onderzoek naar de digitale identiteit van burgers en hun privacybescherming is voor mijn dagelijkse werk van cruciaal belang. Zelfstandigen zonder personeel werden op grote schaal van fraude beschuldigd, omdat politiek besloten was tot inzet van bestandkoppeling bij fraudeonderzoek. Klinkt politiek veelbelovend, maar uit ons onderzoek bleek dat duizenden zelfstandigen ten onrechte als misdadiger in de hoek zijn gezet. De gegevens van burgers in overheidsbestanden worden overgedragen en steeds weer anders gekoppeld. Weet ik in welke bestanden ik zit en welke gegevens over mij bekend zijn en waarvoor zij gebruikt worden? En als het misgaat en er foute gegevens zijn of foute koppelingen, hoe kan de burger daar een einde aan maken? Herstel is, zo bleek uit ons onderzoek, soms nauwelijks of niet mogelijk. De politie fotografeert massaal supporters en toen we vroegen waarom, luidde de reactie dat ze geen tijd hadden om die foto s te bekijken. Ze zitten echter wel in databases. Databases die steeds meer dienen voor strafpreventie: je hebt niets gedaan, maar op basis van je profiel word je als een gevaar beschouwd. Corien Prins heeft gelijk als zij stelt dat de toepassing van ICT niet neutraal is en terecht is in het kader van het rapport ioverheid een wegingskader ontwikkeld. Voor ons worden langs deze weg instrumenten aangereikt die wij bij onze toetsing kunnen gebruiken. De wisselwerking tussen theorie en praktijk is intensief. In verschillende fasen van het onderzoek komt de wetenschap bij de Nationale ombudsman langs om te kijken wat in de praktijk speelt. Omgekeerd laat de ombudsman zich inspireren door de grote lijnen en kaders die in het wetenschappelijk onderzoek ontwikkeld worden. De ombudsman geeft inhoud aan de behoorlijkheid in de verhouding burger-overheid. Hoe ziet de behoorlijkheid er in een digitale context uit? Voor de praktijk van de ombudsman is het belangrijk om een goede focus te vinden als het om de digitale identiteit van burgers en hun privacybescherming gaat. Je ziet vaak pas dat wat van belang is, als je weet waar je naar moet kijken. Daarin vervult de wetenschap een essentiële rol. Extra boeiend is dat die rol over-en-weer bepaald wordt, omdat de ombudsman natuurlijk ook veel ziet wat juist voor de wetenschap ook weer van belang is.

25 Personalisatie in online commerciële en publieke dienstverlening J.E.J. Prins, S. van der Hof, M. de Vries ( ) Persoonlijke identificatie en identiteitsmanagement in e-government-relaties J.E.J. Prins, R.E. Leenes, S. van der Hof, S. van Esch ( ) Personalisatie betekent dat online diensten op maat van de klant en de burger worden gesneden. De vraag is wel: onder welke voorwaarden mag die personalisatie plaatsvinden? Het centrale doel van het eerstgenoemde onderzoeksproject (Personalisatie) was de exploratie van de verschillende manieren waarop en condities waarbinnen ((politiek-)bestuurlijke, juridische, sociale, economische en technische) personalisatie kan worden geïmplementeerd in het online aanbieden van commerciële en openbare diensten. Het tweede onderzoeksproject (Identiteitsmanagement) vloeide voort uit de noodzaak voor de overheid om persoonlijke informatie die wordt verstrekt door burgers in e-government-relaties te kunnen verifiëren. Het project was gebaseerd op een toenemende behoefte aan digitale in plaats van fysieke vormen van persoonlijke identificatie en authentificatie, een trend die in veel landen leidt tot de bouw van volledige identiteitprofielen van burgers. Bovendien kunnen de persoonlijke gegevens die door de burger worden aangeleverd, onderworpen worden aan verschillende managementpraktijken in verschillende back-offices, inclusief een mate van gegevensdeling. Dit onderzoek richtte zich op specifieke technologieën, waaronder internet, smartcard-technologie, biometrische technologie, en vaste en mobiele telefonie, die worden gebruikt voor het verzamelen en compileren van persoonsgegevens voor identiteitsmanagementdoeleinden in verschillende institutionele e-government-instellingen in Nederland. Beide projecten toonden aan dat er grote kansen in persoonsgerelateerde technologie liggen. Tegelijkertijd nemen de risico s rond privacy van de gebruiker toe. Privacy moet hoger op de maatschappelijke agenda. Identificatieprocessen worden kwetsbaarder. Ook staan de beginselen van de rechtsstaat onder druk. De bestaande wetgeving is wellicht te beperkt en reflectie op inleveren van privacy is geboden, concludeerden de onderzoekers. 23

26 Internetverkeersdata en privacy op internet E.J. Dommering, J.M Smits, N.A.N.M. van Eijk, J.C. Fischer ( ) Locatieprivacy versus nationale veiligheidseisen omtrent informatieverwerking rond verblijfplaatsen en bewegingen J.A. Zevenbergen, B. van Loenen ( ) 24 Sinds de introductie van communicatie via internet, is het concept verkeersdata problematisch geworden. De demarcatielijn tussen inhoud en dataverkeer is niet zo duidelijk als bij traditionele telecommunicatie. De traditionele communicatie is te vergelijken met een brief in een gesloten envelop; de internetcommunicatie met een briefkaart zonder envelop. De communicatie-inhoud kan zeer gevoelig zijn voor het persoonlijke leven van gebruikers. Internet vraagt dus om een herziening van het concept verkeersdata en de daarmee verbonden wettelijke regels. Het onderzoek is uitgevoerd in drie delen. Deel I betrof het onderzoek naar de begripsafbakening. Er is behoefte aan een soort lakmoesproef waarmee voor elk type gegevens uit de digitale gegevenswolk kan worden vastgesteld of deze gegevens wel of niet tot de verkeersgegevens moeten worden gerekend. Zo n lakmoesproef is ontworpen vanuit de juridische kern van het begrip verkeersgegevens. Vervolgens is de toets toegepast op drie belangrijke communicatietechnologieën: vaste telefonie, mobiele telefonie en internet. Daarna zijn de door middel van de toets gevonden verkeersgegevens onderverdeeld in twee klassen van privacygevoeligheid: de reguliere verkeersgegevens (Type I) en de bijzondere verkeersgegevens (Type II). Deel II betrof het onderzoek naar bepaalde afgeleide gebruiksvormen van verkeersgegevens door aanbieders van communicatienetten. Deel III betrof het gebruik van verkeersgegevens in processen van strafvordering. Centraal in dit deel staat de Richtlijn dataretentie, de in EU-verband geldende bewaarplicht voor bepaalde in de richtlijn aangewezen verkeersgegevens. De bewaarplicht en de verplichtingen om bepaalde verkeersgegevens uit te leveren aan autoriteiten zijn onderzocht in de context van de eerder bepaalde gevoeligheidsklassen (verkeersgegevens Type I en II). Het wordt steeds beter mogelijk om de verblijfplaatsen en tijdstippen van verblijven te bepalen van mensen die mobiele telefoons en andere producten gebruiken die onderdeel uitmaken van location based services (LBS). In verband met de nationale veiligheid komt de locatie-privacy in het geding. De reikwijdte van het recht op locatie-privacy versus de vereiste in het kader van de nationale veiligheid om de verblijfplaats van mensen te kennen, is ook expliciet aan de orde bij de interpretatie en uitvoering van artikel 15 EU-richtlijn 2002/58. Dit onderzoeksproject was erop gericht een beslissings ondersteunend model te ontwikkelen met daarin verschillende juridische en technologische opties, die balans zouden kunnen brengen in de vereisten van locatie-privacy versus die van de (nationale) veiligheidssector. Uit het onderzoek blijkt dat hoe ver het recht op privacy-van-plaats precies moet reiken, afhangt van het geheel van de omstandigheden. Het dilemma is contextgevoelig; een echte balans moet dus per geval gevonden worden. In de verschillende case studies zijn voorwaarden geïdentificeerd die moeten worden meegenomen in de beslissing welke middelen te gebruiken zijn in welke gevallen. Het afwegingsproces moet rechtmatig zijn met voldoende waarborgen tegen misbruik. Een goed voorbeeld is hoe men het in Canada aanpakt. Het Canadese beslissingskader voor het inzetten van middelen (hier: telecommunicatiegegevens) om een nationale bedreiging voor de veiligheid te neutraliseren, voldoet het best aan de eisen van het respecteren van de totaliteit van de omstandigheden en adequate waarborgen. De wet specificeert niet welke middelen of data er onder specifieke omstandigheden mogen worden gebruikt, maar laat deze beslissing aan een onafhankelijke instantie (federale rechter). Het gebruik van speciale middelen wordt actief beoordeeld door een onafhankelijke commissie, en er wordt informatie over het aantal en de aard van de inzet van bijzondere middelen door de veiligheids- en inlichtingendienst gepubliceerd.

27

28 Marcel Boogers: Politieke partijen moeten zichzelf opnieuw uitvinden in het digitijdperk.

29 3 Mobiliserende media de maatschappelijke gevolgen van internet De middelen waarmee we met elkaar communiceren over politiek zijn de laatste jaren ingrijpend veranderd. De opkomst van de sociale media leidt tot nieuwe vragen over de relatie tussen burgers, politici en politieke partijen. Zo is het de vraag hoe politieke organisaties moeten omgaan met politici die zelfstandig een achterban met een paar korte tweets kunnen mobiliseren, zegt dr. Marcel Boogers, bestuurskundige aan de Universiteit van Tilburg. Marcel Boogers leidde twee NVN-onderzoeksprojecten over de rol van partijwebsites bij verkiezingen. Toen we met de onderzoeken begonnen, waren er allerlei vragen over in hoeverre communicatie via internet de politieke participatie van burgers zou verhogen. We wisten weinig over bijvoorbeeld het bezoek aan websites van politieke partijen. Welke mensen kwamen daar en wat zochten ze daar? Daar hebben we veel inzicht in gekregen, maar die kennis is in zoverre achterhaald, dat sociale media als blogs, Facebook en Twitter inmiddels een veel grotere rol zijn gaan spelen, vertelt Boogers. Er is veel politieke discussie via internet, politici hebben veel volgers. Maar nog onduidelijk is wat dit voor de partijpolitieke organisaties betekent. Net als in Amerika zie je nu dat politici rechtstreeks contact onderhouden met hun eigen kiezers. Ze kunnen als het ware campagne voeren via Twitter. Hebben zij de partijorganisatie nog wel nodig? Twitteren is nog geen politieke participatie Een andere belangrijke actuele vraag is hoe het precies zit met de politieke participatie. In tegenstelling tot wat sommigen misschien hadden verwacht, neemt die per saldo niet toe door internet. Boogers: Aan de ene kant is er een grote politieke betrokkenheid bij burgers waarneembaar. Mensen maken zich druk over allerlei maatschappelijke kwesties. Maar dit resulteert niet in een grotere participatie. Hoewel er in Nederland nog door een aardig hoog percentage van de stemgerechtigden wordt gestemd, is slechts 2,5% lid van een politieke partij. En hiervan is maar een half procent daadwerkelijk actief. Een interessante vraag is hoe je politieke betrokkenheid op een meer eigentijdse manier kunt vormgeven. Met de sociale media van nu is er van alles mogelijk. Deze media veranderen echt de manier van interactie. Maar politieke partijen hebben daar geen krachtig antwoord op. Er is alle aanleiding om zichzelf opnieuw uit te vinden, maar ze doen dat niet. 27

30 28 Niet alle politieke partijen maken evenveel werk van internet. Een stelsel op z n laatste benen Zou je kunnen zeggen dat nieuwe technologie ook noopt tot nieuwe sociale manieren van doen? Het zogenoemde technologische determinisme ligt inderdaad op de loer, maar de vorm waarin we communiceren en participeren is zeker niet altijd leidend. Het is eerder zo dat politieke participatie via sociale media zo n hoge vlucht neemt, doordat partijorganisaties zwak zijn. Zwakker dan in andere democratische landen. Ook als Boogers nadenkt over de bijdrage van wetenschap aan kennis over deze onderwerpen, verbreedt hij bij voorkeur zijn blik voorbij de techniek. De techniek is belangrijk, maar het gaat ook om de context waarin deze wordt toegepast. Als je internetgebruik onder burgers en politici wilt onderzoeken, moet je veel weten over hoe partijorganisaties werken. Ik heb dus veel geleerd over internet, maar vooral ook over het functioneren van politieke partijen. Wat we als onderzoekers bijdragen, is kennis over politieke organisatie en mobilisatie in de context van een partijenstelsel dat op z n laatste benen loopt. Meer kiezers en sympathisanten dan leden Dat internet veel betekent voor politieke partijen is evident. Toch maken ze er niet allemaal werk van, vertelt Boogers. Politieke partijen hebben subsidie gekregen van het Rijk om te investeren in internet. Er zijn grote verschillen te zien. Sommige partijen doen veel met interactie, zoals de SP. Andere beschouwen hun website slechts als digitale folder of uithangbord. Die bieden op geen enkele manier een platform voor uitwisseling. Wel zien we in de loop van de tijd wat veranderingen bij de partijen. Ze worden afhankelijker van kiezers en sympathisanten in plaats van leden. Maar nog steeds wordt er van websitebezoekers vooral verwacht dat ze zich opgeven voor iets dat zich buiten internet zelf afspeelt en niet zozeer voor discussie via internet zelf. Vaarwater van anderen is erg dichtbij Politieke partijen hebben het moeilijk in het Nederlandse versplinterde landschap. Boogers: We hebben relatief veel en kleine partijen, die zich allemaal van elkaar moeten onderscheiden. Er is maar weinig ruimte in het debat. Als je als politicus ook maar even afwijkt van het partijstandpunt, dan zit je al in het vaarwater van een collegapartij, de concurrent dus. Wat wij tijdens ons onderzoek dan ook wel eens gezien hebben, is dat de interactiemogelijkheden op internet vlak voor de verkiezingen werden afgesloten. Het risico dat discussie als interne verdeeldheid werd uitgelegd, was dan kennelijk te groot. Overigens is de behoefte aan politieke interactie en discussie wel degelijk aanwezig. Als het in Nederland tot een herverkaveling van partijen tot drie

31 of vier grote blokken zou komen, zou dat gemakkelijker worden. In Amerika, waar minder partijen zijn met grotere onderlinge verschillen, werkt het dan ook heel anders. Daar zijn de discussies ook op internet veel levendiger en belangrijker dan hier. Zo zie je weer dat niet de techniek leidend is, maar de context voor de vraag welke invloed internet heeft op politieke participatie. Geen preken voor eigen parochie Boogers denkt met plezier terug aan de contacten die hij tijdens het onderzoek heeft gehad met de webmasters van de politieke partijen. Zij hebben allemaal meegewerkt door links naar onze gebruikersenquêtes op hun sites te zetten. Wij hebben op onze beurt duidelijk kunnen maken wie er nu precies op de sites komen. Verrassend was dat politieke websites geen preken voor eigen parochie zijn, maar dat er juist veel burgers komen kijken die niet direct lid of sympathisant zijn. Heel aardig was trouwens dat we sessies hebben kunnen organiseren waarop webmasters van de verschillende partijen tegelijk aanwezig waren. Men gunde elkaar als het ware een kijkje in de keuken. Als ik dat wel eens aan Engelse collega s vertel, vallen ze van hun stoel van verbazing. Typisch Nederlands! tussen de traditionele en de nieuwe media. Inmiddels weten we dat de verschillende media elkaar niet kunnen vervangen, maar wel versterken. Ik ben heel benieuwd welke rol Twitter zal gaan spelen bij de volgende Tweede Kamerverkiezingen. Ik denk dat Twitter zowel gebruikt zal worden om het woord te verspreiden, maar bijvoorbeeld ook om mensen letterlijk te mobiliseren en ontmoetingen te organiseren. Dat gaat razendsnel en makkelijk. Ik denk dat virtuele ontmoeting en ontmoetingen in real life elkaar zeker zullen versterken. Twitter kan mensen in real life mobiliseren. 29 Mobilisatiekracht van de tweet De belangrijkste uitkomst van de NVN-projecten over het gebruik van partijwebsites was dat politieke partijen bewuster zijn gemaakt van het potentiële marketinginstrument dat internet is, vat Boogers samen. Nu is iedereen daar wel van doordrongen. Destijds was men erg op zoek naar de verhouding

32 Maarten Hijink, communicatiemedewerker en persvoorlichter bij de SP: 30 Boogers stelt terecht dat de techniek niet los gezien kan worden van de inhoud en organisatie van de partij. De SP kan, dankzij een grote en vooral ook erg actieve achterban, rekenen op een grote slagkracht op internet. Die leden stuur je niet op pad voor het opdreunen en doorsturen van partijstandpunten, dat begint al snel op spam te lijken. De toegevoegde waarde zit, wat de SP betreft, meer in de kwaliteit dan in de kwantiteit. Op de wekelijkse digitale nieuwsbrief van Emile Roemer komen regelmatig honderden reacties binnen. Mensen vertellen hun eigen verhaal over het onderwerp dat Emile aansnijdt. Dat levert waardevolle kennis, contacten en verhalen op. Daar heb je veel meer aan dan aan websites waar vooral meningen worden gedropt. Het internet is anoniem en vluchtig, terwijl de kracht van de SP juist zit in het van onderop opbouwen van vertrouwen en aanwezigheid in de buurt. Het internet is een belangrijke aanvulling, maar nog geen vervanging van dat contact van mens tot mens. Interessant zou zijn om te analyseren hoe groot het belang van online discussie is. Zijn deze discussies werkelijk een afspiegeling van de gesprekken aan de keukentafel of gaapt er nog een grote kloof tussen de echte en de virtuele wereld? Als politieke partij volgen we alle wetenschappelijke en innovatieve ontwikkelingen rond ICT op de voet, al gaan we echt onze eigen weg. De peperdure seminars en congressen over social media zijn aan de SP niet besteed. Wij werken vanuit onze traditie van grassroots activisme. Het internet en sociale media zijn uitstekend geschikt voor die werkwijze, zoals ook ons crowdsourcingexperiment met Maurice de Hond heeft laten zien. Door gebruik te maken van de crowd op internet kwamen vele honderden slimme tips binnen om geld te besparen in de zorg. Uiteindelijk gaat het erom dat de politieke inhoud en partijorganisatie op orde moeten zijn. Is dat het geval, dan kun je op je actieve kaderleden vertrouwen om de juiste dingen te doen op internet.

33 Virtueel werken. De impact van virtuele organisaties op prestaties en stress J. de Leede, N. Torka, P.R.A. Oeij, T. Kwakkelstein, J.C. Looise ( ) De beschikbaarheid van informatienetwerken, internet (inclusief ) en mobiele telefonie verhoogt de virtualiteit van de werkwereld; denk hierbij bijvoorbeeld aan Het Nieuwe Werken. Een verhoogde productiviteit, besparingen op vastgoed en een betere verspreiding van kennis zijn mogelijke voordelen. Maar er zijn ook nieuwe risico s voor organisaties en werknemers ontstaan. Virtuele samenwerking is moeilijk, stressvol en niet altijd efficiënt en technisch haalbaar. Dit onderzoek ging over de kritieke succesfactoren van virtualisering: de technologie, de samenwerking en communicatie, de sturing en controle en sociale aspecten als betrokkenheid en teamontwikkeling. De onderzoekers hebben vier gevallen van virtueel werken (verschillend op de variabelen tijd, plaats en organisatie), en daarbij de impact op prestaties en stress geanalyseerd. Ook is er een enquête gehouden om de bevindingen verder te toetsen. De onderzoekers kwamen tot de volgende aanbevelingen voor virtuele teams. Werk activiteitengerelateerd, ofwel kies bewust voor het werken op afstand of face-to-face; face-to-face contact is noodzakelijk als er sprake is van hoge tijdsdruk, hoge complexiteit en hoge kans op (sociale) conflicten; Zorg voor de juiste competenties bij teamleden: 1. zelfstandigheid in het werken; 2. zelfdiscipline (op tijd beginnen met werken, op tijd stoppen met werken); 3. zij moeten de juiste communicatiemiddelen kunnen toepassen. Zorg voor de juiste competenties bij teamleiders: 1. zij moeten kunnen sturen op output en dus de resultaten meetbaar kunnen maken; 2. zij moeten zich extra inspannen voor sociale cohesie en commitment; 3. zij moeten de juiste communicatiemiddelen kunnen toepassen. 31 Het onderzoek richtte zich vooral op de organisatorische en sociale condities voor Het Nieuwe Werken. Die zijn nog steeds actueel. Een uitzondering is het gebruik van technologie. De indeling in drie soorten ( , online en multimediatechnologie) is door de enorme toename in mobiel internet inmiddels achterhaald: en online werken is nu mogelijk op hetzelfde apparaat.

34 Nederlandse politiek op het web: de impact van internet op partijorganisaties en verkiezingscampagnes Interacties tussen face-to-face contacten en telecommunicatie en de implicaties voor technische en stedelijke netwerken M.J.G.J.A. Boogers ( ) M.J. Dijst, T. Tillema ( ) 32 Wat zijn de gevolgen van internet voor de politieke betrokkenheid? Dat was een van de vragen in dit onderzoek uit 2003, nog voor het grote succes van de social media. Het feitelijke gebruik van internet door partijen, kiezers en partijleden laat zien, dat veel hooggespannen verwachtingen over een toegenomen politieke participatie niet zijn uitgekomen: partijwebsites zijn maar ten dele in staat om die mensen bij de politiek te betrekken die zich tot nu toe hiervan afzijdig hebben gehouden. Het bezoek aan politieke sites beperkt zich voor een belangrijk gedeelte tot de groepen die vaak al politiek actief zijn. Partijwebsites zijn anno 2003 wel succesvol in het bereiken van jongeren, een groep die normaal minder politiek actief is, maar wel vaker internet gebruikt. Een andere verwachting rond partijwebsites was dat zij tot rechtstreekse contact zouden leiden tussen kiezers, partijen en politici. Voor zover partijwebsites deze interactieve mogelijkheden boden, werd hier weinig gebruik van gemaakt. De voornaamste reden om een politieke website te bezoeken was het vinden van informatie over partijstandpunten, over de partij of over de verkiezingscampagne. Het gebruik van partijwebsites (en andere politieke sites) liet wel zien dat deze sites weer opnieuw de nadruk legden op inhoudelijke standpunten van politieke partijen, waarmee ze een tegenwicht boden aan de dominante focus op het imago van lijsttrekkers. Opmerkelijk was dat veel bezoekers van partijwebsites in de periode voor de verkiezingen hun keuze nog niet definitief hadden bepaald. In de periode na de verkiezingen bleek dat de politieke interesse van de bezoekers van de websites hoger lag dan tijdens de verkiezingen. Ook waren het vaak vaste bezoekers van de website en in de helft van de gevallen partijleden. Dit alles wijst erop dat de partijwebsites na de verkiezingen nog minder in staat zijn nieuwe mensen bij de politiek te betrekken. Ruimtelijke en sociale ontwikkelingen (een drukker leven krijgen, bijvoorbeeld) hebben betekenis voor de wijze waarop we elkaar ontmoeten. Hoe verder weg, hoe minder fysieke ontmoeting, bijvoorbeeld. Een andere consequentie van de ontwikkelingen kan zijn dat het steeds meer geaccepteerd wordt dat in treinen (en wellicht andere openbare ruimten) elektronisch gecommuniceerd wordt met mensen op afstand. Er ontwikkelen zich als het ware privéruimten binnen openbare ruimten. Het doel van dit onderzoek was om vanuit het oogpunt van de gebruiker de kenmerken van het communicatieverkeer via de nieuwe mogelijkheden van mobiel bellen te analyseren. Daarbij werd een vergelijking gemaakt tussen face-to-face communicatie, vast bellen en mobiele telecommunicatie. Een van de uitkomsten was dat face-to-face en elektronisch contact elkaar aanvullen.wie elkaar veel ziet, belt ook veel met elkaar. Verder werd duidelijk dat naarmate de boodschap dringender is, mensen meer synchroon communiceren dus bellen in plaats van mailen. Ook bleek dat hoe verder men (sociaal en geografisch) van elkaar af staat, hoe minder men communiceert. En: als de reistijd kort is, zijn mensen die gebruik maken van de telefoon minder geneigd om te kiezen voor een face-to-face gesprek. Die relatie blijkt er niet te zijn bij een lange reistijd. Bij een korte reistijd prefereren mensen face-toface contact boven telefonisch contact. Bij een lange reistijd prefereert men telefonisch contact. Bij langere reistijden zijn mensen die zich onder tijdsdruk voelen staan meer geneigd om de telefoon te gebruiken. Ook blijkt uit het onderzoek dat mannen een minder positieve houding hebben als het gaat om het hebben van een face-toface gesprek, en ze zijn ook minder geneigd dingen face-to-face te bespreken. Wat het reizen en communiceren in de trein betreft, geeft de studie aan dat met name het eerdere sms-gedrag, het verlangen om te communiceren, en de inschatting van treinreizigers om op een effectieve en beheersbare manier een vertrouwelijk telefoongesprek te kunnen voeren, de neiging beïnvloeden om dit inderdaad te doen. De invloed van de sociale omgeving (bijvoorbeeld afluisteren) lijkt minder belangrijk. Wel is het zo dat naarmate mensen ouder zijn, zij een negatievere houding hebben ten opzichte van telefoneren tijdens het reizen met de trein. Ouderen vinden het ook moeilijk om andere mensen aan te spreken in een dergelijke situatie. Tot slot hebben ze een lagere intentie dan jongere respondenten om een vertrouwelijk gesprek te voeren over de telefoon tijdens het reizen.

35 Websites van politieke partijen en de verandering van verkiezingscampagnes en partijorganisaties M.J.G.J.A. Boogers, dr. G. Voerman ( ) Metaforen van databases als vroege indicatoren van integratie en ondersteuning in wetenschappelijke onderzoeksnetwerken J.A. Beaulieu, M. Ratto ( ) Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2003 werden de websites van de deelnemende partijen meer dan 2 miljoen keer bezocht. Ook buiten verkiezingstijd spelen partijwebsites een belangrijke rol in het onderhouden van contacten tussen de partij, politici, partijleden en kiezers. Door het gecombineerd gebruik van inter- en intranettoepassingen ontwikkelen partijen zich in de richting van virtuele organisaties die permanent campagne voeren. Waar bij eerdere onderzoeken de vraag centraal stond of de hooggespannen verwachtingen over het politiek gebruik van internet wel werden waargemaakt, ging het bij dit onderzoek over de vraag welke feitelijke ontwikkelingen zich hebben voltrokken in de manier waarop verkiezingscampagnes worden gevoerd en politieke partijen zijn georganiseerd. De conclusies laten zich kort samenvatten: Er komt steeds meer bezoek op de partijwebsites. Er worden geen nieuwe/andere groepen bereikt via internet. Partijwebsites mobiliseren de eigen achterban. De zwevende kiezer is gebaat bij partijwebsites. Sites zijn een aanvulling op traditionele media. Er zijn drie bezoekersprofielen: nieuw rechts, midden-rechts, christelijk en links. Partijwebsites voorzien in behoefte aan inhoudelijke informatie. Gebruikers zijn politieke consumenten, partijsympathisanten en digitale activisten. Er komt steeds meer nadruk te liggen op informatie over de persoon van de politicus. Bloggen doet niet iedere politicus (op correcte wijze). Partijwebsites bieden dus nieuwe ruimte voor een inhoudelijke vergelijking van partijstandpunten. Ze geven een extra impuls aan de personalisering van verkiezingscampagnes, een trend die zich met het toenemende belang van tv-campagnes al had ingezet. In tegenstelling tot wat bij tv-campagnes het geval is, krijgen behalve de lijsttrekker nu ook de andere kandidaten ruimte om zich te profileren met alle gevolgen van dien voor de interne organisatie van partijen. Buiten verkiezingstijd blijken partijwebsites steeds belangrijker bij het onderhouden van contacten met partijleden en sympathisanten. Partijwebsites worden zo een steeds belangrijkere toegangspoort, vraagbaak en ontmoetingsplek voor leden en sympathisanten van politieke partijen. Binnen verschillende wetenschappen en beroepsgroepen wordt gewerkt met wetenschappelijke databases. De gebruikers van deze databases duiden ze soms aan met metaforen, zoals een te ontginnen bron. Het doel van dit onderzoeksproject was om de complexe interacties binnen de bedoelde netwerken te bestuderen door het analyseren van de communicatie binnen deze netwerken over databases. De onderzoekers analyseerden de belangrijkste metaforen rond drie database-projecten op het gebied van de menselijke en populatiegenetica. De studie wees uit dat metaforen iets zeggen over de verwachtingen over en gebruik van databases. Metaforen gaan niet alleen over de definitie van de databank (databank, community repository, digitale werkbank), maar ook over de aansturing ervan (via een gemeenschap, federatief) en het doel (data-mining, virtuele experimenten). Het zijn belangrijke instrumenten van communicatie tussen de wetenschappelijk onderzoekers zelf, maar ook van communicatie tussen wetenschappers en publiek, en wetenschappers en beleidsmakers. Door metaforen te volgen, zijn veranderingen en controverses in een netwerk te observeren. De onderzoekers konden onder meer zien of een groep het voldoende eens is om samen te kunnen werken of juist niet. Zij vergeleken hun resultaten ook met communicatie door dezelfde actoren in andere contexten (binnen en buiten de bestudeerde projecten). Een aantal metaforen bleek specifiek binnen het project gebruikt te worden; andere niet. Metaforen zijn ook goede indicatoren gebleken voor de structuur van netwerken rond databases. Zo veranderde bij een van de databanken de metaforen gedurende de tijd van knooppunten en spaken naar samenwerking en partners en de organisatie van het netwerk verschoof van erg gecentraliseerd naar meer gedecentraliseerd. 33

36 De rol van medische databases in beleidsnetwerken A.A. de Bont, K.J. Grit, M.G.H. Niezen-Van der Zwet ( ) 34 Databases worden beschouwd als nieuwe wetenschappelijke instrumenten voor (overheids)beleidsontwikkeling in de gezondheidszorg. Hoewel het effect van informatietechnologie op onderzoek duidelijk is aangetoond, zijn er weinig studies gericht op de effecten van databanken buiten wetenschappelijk onderzoek. Het doel van deze studie was om de effecten van databases op de steeds verder vernetwerkte organisatie van beleid te begrijpen. De onderzoekers waren geïnteresseerd in de rol van databases in de productie, het onderhoud en de regulatie van zowel klinische en beleidsmatige praktijken. Zij onderzochten vier databases rond geneesmiddelen. Uit de studie bleek dat klinische databases niet zomaar geschikt zijn voor en gebruikt worden door beleidsmakers. De databases dichten de kloof tussen beleid en praktijk niet. De afstand tussen beleid en praktijk is overigens ook functioneel. Betrokkenheid van stakeholders kan voorkomen dat beleidsmaatregelen al te ver van de praktijk afstaan en een voorwaarde zijn voor de naleving van weten regelgeving. Deze studie laat echter zien dat de afstand tussen de actoren een belangrijke voorwaarde is om naleving te bereiken en tegemoet te komen aan de beleidsdoeleinden. In de studie is beschreven hoe enerzijds verzekeraars en de overheid en anderzijds huisartsen en apothekers een afstand tussen beleid en praktijk creëren. De verzekeraars vragen bijvoorbeeld apothekers en huisartsen om gegevens over de voorgeschreven medicijnen aan te leveren. Dit zijn gegevens die de verzekeraars zelf als declaratiedata gebruiken. Door geen declaratiegegevens te verstrekken maar voorschrijfgegevens wordt de afstand tussen de partijen bewaard. De studie gaf aan dat het gebruik van databases zowel het werk van artsen als dat van beleidsmakers beïnvloedt. Databases fungeren zo als een platform waarop wetgeving en medisch werk op nieuwe manieren interacteren. Ook op andere terreinen dan de zorg kunnen professionals gegevens mogelijk efficiënter en effectiever gebruiken, als zij met simpele indicatoren werken. De inzichten uit dit onderzoek kunnen hierbij behulpzaam zijn.

37

38 Bert Sadowski: Nederlandse huishoudens zijn innovatief bezig.

39 4 Netwerken als nutsfunctie publiek-private samenwerking in ICT De netwerktechnologie schrijdt voort. Dat is niet alleen een zaak voor de private sector en het Rijk, maar ook een agendapunt voor decentrale overheden. Zij investeren de laatste jaren veel in breedbandinfrastructuur, zoals met name glasvezelnetwerken. Het gaat hier om een nieuwe nutsfunctie, vergelijkbaar met gas, elektriciteit en water. Overheden en private sector moeten meer nadenken over hoe ze hierbij kunnen samenwerken, stelt dr. Bert Sadowski, technisch econoom aan de Technische Universiteit Eindhoven. We leven in een tijd waarin de taken van de overheid ter discussie staan en de technologische ontwikkelingen haast niet zijn bij te houden. Bij elkaar opgeteld leiden deze twee trends tot de vraag hoeveel overheidsingrijpen er nodig en gewenst is bij de verdere ontwikkeling en implementatie van netwerktechnologie. Bert Sadowski deed er in drie NVN-projecten onderzoek naar. Hij richtte zich op draadloze netwerktechnologie (WiFi) en op breedbanddiensten via glasvezelinfrastructuur. Een derde project had meer een techniekhistorische invalshoek. De onderzoekers bestudeerden hierin de overgang van analoge naar digitale schakeltechnologieën in de telefonie in de jaren 90 van de vorige eeuw. We hebben daarbij inzichten uit de evolutionaire economie gebruikt, wat een bruikbare invalshoek is gebleken, vertelt Sadowski. Directe input van kennis in beleid Sadowski s onderzoek zit vaak dicht op de actualiteit en de beleidsrealiteit van overheden. In 2010 bracht een speciale taskforce een rapport uit over de ontwikkeling van breedbandtechnologie. Ferd Crone, burgemeester van Leeuwarden, was voorzitter van die Task Force Supersnel Breedband. Het rapport werd aangeboden aan het toenmalige Ministerie van Economische Zaken. De taskforce kwam tot de conclusie dat lokale overheden, provincies en woningbouwcorporaties verschillende mogelijkheden hebben om investeringen in glasvezelinfrastructuur en in diensten te ondersteunen. Hierbij zijn ook de resultaten van ons NWO-onderzoek over gemeentelijke netwerken meegenomen. Verder heeft ons onderzoek ertoe geleid dat er een aantal studies op provinciaal en lokaal niveau is uitgevoerd. Dit gebeurde in 37

40 38 samenwerking met de provincie Noord-Brabant en de Kamer van Koophandel Noord-Brabant, en met de gemeente Eindhoven. Hierin ging het om vragen naar investeringsstrategieën van telecombedrijven in glasvezeltechnologieën en het adoptiegedrag van thuisgebruikers en gebruikers in het midden- en kleinbedrijf, aldus Sadowski. Er is veel mogelijk in e-health, e-government en e-business. Huishoudens innovatiever dan MKB Verrassend was dat thuisgebruikers in Nederland blijkbaar heel innovatief bezig zijn. Van de gebruikers wil 78 procent graag nieuwe breedbanddiensten op gebied van e-health of e-security thuis uitproberen en ook daarvoor betalen! Ze willen internet service providers ondersteunen om deze diensten te ontwikkelen. Het midden- en kleinbedrijf is veel huiveriger voor het afnemen van nieuwe diensten zoals voice-over-ip, shared services of outsourcing, bijvoorbeeld in de cloud. Behoefteontwikkeling van het midden- en kleinbedrijf op IT-gebied is een moeilijk proces waarvoor heel veel voorlichting, uitproberen van nieuwe diensten en duidelijke inzichten over kostenbesparingen nodig zijn. Onze projecten hebben input geleverd om plannen voor infrastructuur op lokaal en provinciaal niveau te ondersteunen. Nationaal debat Het glasvezelonderzoek bood de onderzoekers gelegenheid om de verdere ontwikkeling van gemeentelijke breedbandnetwerken te bestuderen en om een bijdrage te leveren aan het groeiende nationale en internationale debat hierover. Door de analyse van gegevens en rapporten, de interviews met professionals uit de sector en deskundigen, en de deelname aan nationale en internationale workshops en conferenties, kregen we een breed en gedetailleerd beeld van de mogelijkheden van gemeentelijke initiatieven in de breedbandsector. Met onze Nederlandse case studies en businessmodellen hebben we zeker een bijdrage geleverd aan de discussie over gemeentelijke en nationale strategieën voor glasvezelimplementatie. Ook zijn wij actief betrokken bij de discussie over de regulering van glasvezelnetwerken door de OPTA. Een belangrijke onderzoeksvraag was in hoeverre draadloze technologieën de bestaande markt verstoren en wat de verschillende strategieën van bestaande marktpartijen zijn om verstoringen te voorkomen. Er is trouwens een sterke interesse van gemeenten, woningbouwcorporaties en banken naar onderzoek op het gebied van socio-economische effecten van telecommunicatie-infrastructuur, juist omdat het hier om de vraag gaat hoe veilig dit type investeringen op de lange termijn is. De publieke functie van netwerken De belangrijkste vraag in ons Brabantse onderzoek was in hoeverre glasvezeltechnologieën in de toekomst een publieke nutsfunctie moeten

41 vervullen, vergelijkbaar met energie- of watervoorzieningen. Stel dat dit zo is, dan zijn interventies en investeringen van de overheid in deze technologieën van groot belang. Ons onderzoek heeft aangetoond dat glasvezeltechnologie inderdaad zo n publieke functie heeft. Er zijn kostenbesparingen mogelijk voor publieke en semi-publieke instellingen en organisaties. Een interessant gebruik van de infrastructuur is bijvoorbeeld de tele-radiologie. Deze maakt het mogelijk om high resolution radio logische beelden via glasvezel uit te wisselen. Medische specialisten kunnen dit gebruiken, maar bijvoorbeeld ook docenten en scholieren die dan op basis van real-time videocamerabeelden met elkaar kunnen communiceren. Ruimte geven aan experimenten Wij hebben geconcludeerd dat er altijd ruimte moet worden gemaakt voor experimenten met nieuwe diensten, zoals e-health, e-government en e-business voor het midden- en kleinbedrijf. Deze nieuwe diensten zorgen voor nieuwe economische impulsen in de toekomst. Inmiddels zijn er ook resultaten bekend van het effect van dit soort diensten. Je moet dan denken aan het besparen van reistijd door tele-commuting, de meer flexibele inzet van leerkrachten door e-learning of het stimuleren van ondernemerschap door e-commerce applicaties. Een laatste belangrijke uitkomst van de drie projecten is dat een open toegang tot infrastructuur de dienstenontwikkeling op breedbandgebied bevordert. Open toegang maakt het mogelijk dat concurrerende bedrijven nieuwe business modellen kunnen ontwikkelen op basis van nieuwe glasvezelnetwerken. Bestaande bedrijven die deze netwerken aanbieden, hebben dan geen monopolie meer en moeten deze diensten aanbieden in concurrentie met nieuwe toetreders. Belangrijke rol voor woningbouwcorporaties en gemeenten Volgens Sadowski moet er meer worden nagedacht over alternatieve manieren voor het aanbieden van diensten via glasvezel via publieke-private samenwerkingsverbanden op lokaal niveau. Woningbouwcorporaties en gemeenten zijn bij het opstarten van een aantal glasvezelinitiatieven belangrijke partners geweest voor private partijen zoals KPN of Reggefiber. Zij hebben niet alleen meer zekerheid gegeven over de mogelijke vraag naar nieuwe Triple Play-diensten dat zijn tv, internet en telefonie. Zij hebben ook een functie bij het uitrollen en ontwikkelen van nieuwe diensten in bijvoorbeeld e-government. Zo kunnen lokale overheden de communicatie met de burgers verbeteren. E-government kan ook helpen bij het creëren van sociale cohesie in buurten. Nieuwe diensten zijn de economische impulsen van de toekomst. 39

42 Ad Ketelaars, Programmamanager Externe ICT/Breedband bij de gemeente Eindhoven: 40 Zonder innovatieve ICT-toepassingen en de daarbij behorende open infrastructuren kunnen we de grote maatschappelijke en economische uitdagin gen niet voldoende en snel genoeg oppakken. De markt is geliberaliseerd, dus komt er geen overheidsnetwerk. Wel zijn er netwerken mogelijk met een concrete nutsfunctie. Voor die nutsfunctie is wel een integrale benadering nodig. Overheden en maatschappelijke sectoren moeten samen invulling geven aan bestaande en nieuwe stimuleringsmaatregelen. De vraag wat er nodig is voor de innovatie en opschaling van maatschappelijke diensten zal veel integraler neergelegd moeten worden bij beleidsmakers en netwerkexploitanten. Dit vraagt van de verschillende partijen dat ze meer en meer over hun eigen schaduw en deelbelangen moeten gaan regeren. Het maatschappelijke collectief moet eisen stellen aan marktpartijen voor bijvoorbeeld de vereenvoudiging van de business case voor de verdere implementatie van open op glasvezel gebaseer de netwerken. Zo kunnen aanleg- en exploitatiekosten omlaag en komen er sneller nieuwe netwerken, ook in onrendabele gebieden. We zien bijvoorbeeld in Frankrijk dat landelijk beleid rond verplichte gezamenlijke aanleg en exploitatie van ondergrondse infrastructuur enorm versnellend werkt. De infrastructuur groeit heel snel, de kosten van dienstverlening dalen sterk en er ontstaat ruimte voor maatschappelijke innovatie. Als gemeente Eindhoven willen we zeer laagdrempelige netwerkdiensten voor maatschappelijke toepassingen mogelijk maken. Er moet in de komende jaren één universele open glasvezelinfrastructuur ontstaan voor inwoners, bedrijven, instellingen en objecten in Eindhoven en de omliggende regio. Daarbij hoort dat deze infrastructuur vele malen goedkoper kan worden en geschikt is voor brede opschaling van innovatieve maatschappelijke diensten. Een integraal Living Lab voor maatschappelijke diensten, nuttig voor gebruikers en nieuwe innovatieve bedrijven en instellingen. Ook willen we de nutsfuncties samen met innovatieve netwerk- en dienstenpartners opschalen naar Nederlands en Europees niveau, een geweldige kans voor maatschappelijke innovatie en nieuwe economische dienstverlening. Essentieel in onze aanpak is dat de nutsfunctie niet meer ondergeschikt is aan de commerciële belangen van bedrijven, maar daaraan gelijkwaardig is. Dat is in onze ogen publiek-private samenwerking. Het onderzoek van Sadowski is voor de gemeente Eindhoven zeker relevant. Ik wil ook pleiten voor meer wetenschappelijk onderzoek naar de verschillende maatschappelijke en economische effecten van ICT. Nu is veel onderzoek nog gericht op aantallen in plaats van effecten. Daarnaast zouden onderzoekers meer moeten kijken naar de randvoorwaarden van netwerken openheid, tarieven, functionaliteit en minder naar de technologie-aspecten van glasvezelinfrastructuren.

43 Toenemende schaalopbrengsten, technologieconcurrentie en de opkomst van nieuwe netwerktechnologieën: de casus van draadloze technologieën B.M. Sadowski; M.A.J. de Rooij, S.M. Straathof ( ) Sinds 2005 is de markt voor netwerktechnologieën op basis van breedband heel sterk in beweging geweest. In gebieden waar gevestigde marktpartijen niet actief zijn, is de overheid gevraagd om deze draadloze netwerken aan te bieden. Dit onderzoek richtte zich op de opkomst van WiFi-technologieën en hun aanbieders in de lokale toegangsnetwerken. Via literatuurstudie en interviews is een beeld opgebouwd van de huidige evolutie en mogelijke toekomstscenario s van de WiFi-industrie. Door een theoretisch en empirisch perspectief te combineren, konden de onderzoekers universeel toepasbare uitkomsten voor andere vergelijkbare technologieën in de netwerk industrieën en een aantal interessante proposities voor ondernemings strategieën en overheidsbeleid afleiden. Belangrijke uitkomsten zijn de volgende: De overheid moet voortdurend kritisch naar de imperfecties van de markt voor telecommunicatietoegang kijken ook om overheidsinterventies in deze markten op de juiste manier te rechtvaardigen. Investeringsonzekerheid in combinatie met fluctuaties in de vraag leiden op zichzelf niet tot gerechtvaardigd overheidsingrijpen; de analyse moet gericht zijn op de mate van marktfalen. Ten tweede, de timing van overheidsingrijpen wordt steeds kritischer. Voor nieuwe toetreders op de markt kan het probleem van technische uitsluiting hun vooruitzicht op toetreding en winstgevendheid op de markt in de weg staan. Voor Fiber-to-the-home-netwerken (glasvezelnetwerken) in gemeenten is het investeren via publiekprivate samenwerking wel een optie om nieuwe (triple play) diensten te bieden aan lokale gemeenschappen, maar deze optie zou in de nabije toekomst kunnen verdwijnen wanneer bestaande marktpartijen hun traditionele dienstverlening uitbreiden. Ten derde, om de dynamiek van de verschillende telecommunicatiemarkten in ogenschouw te kunnen nemen, is er behoefte aan nieuwe investeringstheorieën die gecombineerd kunnen worden met traditionele instrumenten voor beleidsanalyse. 41

44 Regulerend ingrijpen, technologieconcurrentie en de opkomst van nieuwe netwerktechnologieën: een toepassing van geschiedenisvriendelijke modellen van industrie-evolutie op telecommunicatie B.M. Sadowski; A. Martinelli ( ) Een casus rond diensten van algemeen economisch belang? Een Real Options Analysis van gemeentelijke breedbandnetwerken in Nederland B.M. Sadowski; A. Nucciarelli ( ) 42 Hoeveel overheidsingrijpen is gewenst bij het stimuleren van nieuwe technologieën? Sinds 2000 is de regulering op telecommunicatiegebied verschoven van liberalisering en een primair vertrouwen op concurrentie, naar een grotere zorg voor investeringen in nieuwe netwerktechnologieën. Er bestaat brede consensus over de versnelling van de verspreiding van nieuwe netwerktechnologieën, maar er is wat onenigheid over de vraag of het beleid gericht moet blijven op de bevordering van nieuwe netwerktechnologieën door het openstellen van bestaande faciliteiten aan service providers. Er is wel beargumenteerd dat al te genereuze toegangsvoorwaarden tot de gevestigde netwerken investeringen in vaste netwerken hebben ontmoedigd. Modelontwikkeling tot nu toe op dit terrein bood te weinig inzicht. Omdat de dynamiek en transformatie van de telecommunicatieindustrie niet alleen kan worden beschreven op basis van veronderstellingen, hebben de wetenschappers onderzocht hoe radicale veranderingen plaatsvinden in de telecommunicatie-industrie. Zo n verandering was in de jaren negentig de overgang van analoge naar digitale schakeltechnologieën. Een belangrijke vraag in deze context was in hoeverre de overgang effecten heeft gehad op de strategieën en de prestatie van bedrijven. In deze context was het doel van het project om een toegepast model gericht op beleidsanalyse te ontwikkelen, met behulp van inzichten uit de evolutionaire economie. Het onderzoek heeft een aantal unieke inzichten opgeleverd met betrekking tot de dynamiek en transformatie van de telecommunicatie-industrie in het verleden, inclusief indicaties voor toekomstige scenario s. Een belangrijk vraagstuk was in hoeverre de overheid invloed heeft op de ontwikkeling van nieuwe netwerktechnologieën binnen de telecommunicatieschakelindustrie. Voor alle indicatoren die zijn onderzocht zoals regulering, aanbesteding etc. hebben de onderzoekers empirisch geen effecten kunnen vinden. Dat heeft zeker iets te maken met de onvolledigheid van de gebruikte indicatoren en data, maar ook met het feit dat dit soort relaties in de praktijk en theoretisch heel moeilijk te vinden zijn. De onderzoekers hebben wel kunnen aantonen wat de dynamieken zijn achter radicale veranderingen op het gebied van onderzoek en ontwikkeling binnen het bedrijfsleven. Hoe ver moet de overheid gaan met investeren in breedband? Daar is onzekerheid over ontstaan sinds de Europese Commissie van geval tot geval besluit of investeringen door de overheid kunnen worden aangemerkt als staatssteun of niet. In het geval van de zogenoemde Fiber-to-the-home-netwerken (FTTH) kunnen gemeenten de groei vergemakkelijken door voldoende te investeren in het opstarten van en de flexibiliteit in deze netwerken, waarbij ze ook het ontwerp van open access-overeenkomsten kunnen beïnvloeden. In Nederland zijn de investeringen in FTTH-netwerken door gemeenten van cruciaal belang geweest in gebieden met kleine netwerken en gemeenten met een onzekere vraag in verschillende districten. De onderzoeksvraag was in hoeverre investeringen in FTTH-netwerken door gemeenten de onzekerheid van nieuwe concurrerende dienstverleners verminderen en zorgen voor een concurrerende industriestructuur. Via toepassing van de Real Options Theory, hebben de onderzoekers aangetoond dat de optie om te wachten tot veranderingen in de waardering van investeringen door gemeenten in FTTH-netwerken kan bijdragen aan het gewenste resultaat. De onderzoekers concludeerden dat de optie om te wachten gemeenten in staat stelt niet alleen FTTH-netwerken op te starten, maar ook een stimulans kan zijn voor een concurrerende industriestructuur door het ontwerpen van open toegangsovereenkomsten. De onderzoekers hebben een conceptueel model ontwikkeld voor de communicatie tussen verschillende marktpartijen en de overheid, gericht op een succesvolle lokale en regionale implementatie van glasvezel. Op basis van de resultaten van dit onderzoek hebben de onderzoekers deelgenomen aan discussies rondom de ontwikkeling glasvezelnetwerken op industrieterreinen in Noord-Brabant, over de toekomst van de nationale glasvezelinfrastructuur in Nederland in 2010 en de noodzakelijkheid van open toegang tot glasvezelnetwerken georganiseerd van Berkeley University in California (VS).

45

46 Jan van den Ende: Vertrouwen is een belangrijke factor bij samen werking tussen innovatieve bedrijven.

47 5 Spanning op het speelveld organisatie van ICT-innovatietrajecten Voor de concurrentiepositie van de BV Nederland is het van belang hoe bedrijven hun innovatie organiseren en hoe de overheid daar ruimte aan geeft. Innovatie in de ICT betekent per definitie dat bedrijven over hun grenzen gaan. De factor vertrouwen haalt de scherpe kantjes van de onzekerheid waarin ze dan terecht komen af, vertelt Jan van den Ende, hoog leraar Management of Technology and Innovation aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Het probleem waarvoor bedrijven zich gesteld zien, is de vraag: wat doen we zelf en wat besteden we uit? Innoveren betekent per definitie dat je je grenzen als organisatie moet overschrijden. Of je verbreedt je eigen expertise of je werkt samen met anderen die die expertise hebben of kunnen ontwikkelen. Neem nu het voorbeeld van de e-reader. Daarvoor moet je niet alleen de technologie kennen, maar ook contacten met de uitgeverijen en afzet kanalen hebben. Voor veel bedrijven zijn dat zaken die ze niet zomaar in huis hebben, legt Jan van den Ende uit. Wij hebben in onze NVN-projecten met name onderzoek gedaan naar telecomoperators die bezig zijn met mobiele diensten en naar de ontwikkeling van televisiegerelateerde diensten. De ontwikkelingen gaan enorm snel. Bij innovatie in mobiele diensten moet je met name denken aan apps, die nu iedereen kan downloaden op een smartphone of tablet. Toen wij ons onder- zoek startten, waren die er nog helemaal niet! En nu kunnen we al spreken van een compleet nieuwe bedrijfstak. Tijdelijke monopolies toestaan Niet alleen bedrijven zitten met strategische en praktische vragen rond de organisatie van de innovatie. Ook de overheid heeft er een rol in. Wij hebben in onze onderzoeken vooral gekeken naar de regelgeving op het terrein van concurrentie. Normaal gesproken wil je als Nederlandse overheid altijd een zo open mogelijk economisch speelveld hebben voor alle commerciële partijen die iets aanbieden op de markt. Maar soms kan het om innovatiegerelateerde redenen heel goed zijn om een tijdelijk monopolie van een bedrijf toe te staan. Dan geef je een nieuw product de kans om zich goed te ontwikkelen. Let wel, ik heb het hier niet over het ingrijpen aan de vraagkant van de markt, zoals de overheid momenteel bijvoor- 45

48 46 beeld doet bij elektrische auto s. Het gaat er meer om de aanbiedende partij te steunen, terwijl er al wel een vraag in de markt is. Als een product dan eenmaal staat, kun je vervolgens het speelveld open gooien als overheid. De reden waarom de overheid af en toe zou moeten kunnen ingrijpen in de vrije markt heeft alles te maken met de internationale concurrentiepositie van Nederland als geheel. Van den Ende: Hoe je als land je innovatie organiseert, is een van de belangrijke factoren hierbij. Andere zijn bijvoorbeeld het opleidingsniveau van de beroepsbevolking en een flexibele arbeidsmarkt. Als eenmaal bekend is dat innovatietrajecten in Nederland goed zijn georganiseerd, dan trekt dat natuurlijk ook weer nieuwe innovatieve bedrijven uit het buitenland aan. Soms is er een goede reden voor een tijdelijk monopolie. De klassieke Apple-case In het NVN-project over telecomdiensten hebben de onderzoekers een model ontwikkeld waarmee bedrijven kunnen bepalen welke organisatievormen handig zijn in verschillende fases van de productinnovatie. Van den Ende vertrouwt erop dat dit model eenvoudig en toegankelijk genoeg is om daadwerkelijk te kunnen worden gebruikt in de praktijk. Wij publiceren niet alleen in wetenschappelijke tijdschriften over dit onderwerpen, maar juist ook in vakbladen die door de marktpartijen zelf worden gelezen. Globale uitkomsten van het model zijn dat als een dienst nog heel erg nieuw en in ontwikkeling is, het slim is om als systeemeigenaar alles in eigen hand te houden en geen andere bedrijven in te huren. Je ziet dit bij Apple, waar ze wat dit type innovatietrajecten betreft heel klassiek opereren. Apple creëerde de iphone en heeft zelf itunes ontwikkeld. Vervolgens maakte Apple in eerste instantie alle apps zelf. Toen het concept van de app een beetje was uitontwikkeld, en de markt er helemaal rijp voor was, heeft Apple de standaards bepaald en heeft Apple andere aanbieders toegelaten. Die moesten zich vervolgens dan wel houden aan de standaards, soms tot hun verdriet. Maar zo gaat dat. Op andere terreinen heeft Apple de zaak wel verder in eigen hand gehouden, zoals bij itunes en de ipod. Dat is een beetje tegen de trend van open innovatie in. Maar ons model laat zien dat in een bepaalde fase van de levenscyclus dat de beste benadering kan zijn. Liever met bekenden werken Bij het onderzoek naar televisiegerelateerde diensten ging het bijvoorbeeld om de ontwikkeling van speciale sportkanalen, al dan niet via internet. Bij dit onderzoek hebben we ontdekt dat de factor vertrouwen heel bepalend is voor hoe bedrijven hun innovatie organiseren, met name weer in de vroege fase van de levenscyclus. Innovatie brengt allerlei vormen van onzekerheid met zich mee. Je weet nog niet hoe het nieuwe product er uit zal zien, wat de opbrengst zal zijn en wanneer die zal komen na een periode van investeringen.

49 In dit soort situaties werken bedrijven het liefst samen met partners die ze al kennen, zodat er een zekere flexibiliteit ontstaat. Ze werken dan bij wijze van spreken nog liever samen met een bekende partij die het ook allemaal niet precies weet met die nieuwe techniek, dan met een onbekende partij die qua expertise de beste papieren heeft. De overheid zou bedrijven kunnen stimuleren om elkaar te leren kennen op evenementen en beurzen maar het vertrouwen ontstaat pas in de loop van een eerste samenwerkingsproject, denkt Van den Ende. Apple begon met apps, nu is het een aparte bedrijfstak. KPN doet het goed Hoe doet een groot, innovatief bedrijf als KPN het eigenlijk? Van den Ende: KPN is internationaal gezien helemaal niet zo n grote speler. Toch is dit een behoorlijk geïntegreerd bedrijf. Daarmee bedoel ik dat ze zich breed hebben ontwikkeld en veel product innovatie in eigen huis doen. Ook KPN is actief geworden op het terrein van de televisie. Het maken van programma s laten ze uiteraard aan anderen over, maar ze zijn duidelijk over de grenzen van de oorspronkelijke telecom gegaan. Dat getuigt van durf. Wat mij bij KPN ook opvalt, is dat ze goed zijn in de timing van het aanbieden van de nieuwe diensten. Innovatie begint met het exploreren van de markt en dan na een periode van ontwikkelen de markt op het juiste moment instappen. Het risico is dat je dat te vroeg doet. Dan maak je bedrijfseconomisch gesproken veel te lang kosten voor je eens iets verdient. Maar ik heb bewondering voor wat KPN bijvoorbeeld rond Digitenne, het digitale televisieproduct, heeft gedaan. 47

50 Jos Huigen, Director of Public and Regulatory Affairs, en Nico Baken, visionair, beiden bij KPN: 48 Bij de inrichting van het speelveld voor telecommunicatie zou het niet meer moeten gaan over de vraag of er monopolies moeten zijn of niet. De aansluiting van eenieder op internet, telefoon, televisie, radio is essentieel en moet state-of-theart zijn. De ervaring van de afgelopen jaren leert dat concurrentie daartoe nu eenmaal beter prikkelt dan monopolies. In de telecommunicatieen IT-sector kan je ook bijna geen monopolies bedenken: Windows werd lang als monopolie beschouwd, maar de markt heeft hierin toch veel veranderd. Wel is er het netwerkeffect van telecommunicatie en IT: de extra gebruiker of aansluiting is meer waard dan alleen die extra gebruiker. Bedrijven als KPN maar ook andere grote bedrijven hebben het met dat netwerkeffect in combinatie met een radicaal goedkopere distributiewijze als internet niet zo gemakkelijk. Vele diensten waarop goed wordt verdiend, kunnen gemakkelijk worden gesubstitueerd. En ook dat prikkelt dan weer tot vernieuwing. Dat gaat met pijn gepaard, ook omdat gebruikers heel goed weten wat voor verandering zij wel en niet willen. KPN is geïnteresseerd in nieuwe inzichten in deze dynamiek, zoals Jan van den Ende die verwoordt. Die beschrijven niet alleen inzichten op intraorganisationeel niveau, maar ook over grenzen van organisaties heen. En wellicht kan daar dan nog een schepje bovenop. Eén van ons, Nico Baken, beschrijft op vele plaatsen en bij vele gelegenheden de (noodzaak van) verandering over systeemgrenzen heen van gesloten sectoren als zorg, mobiliteit, telecom, veiligheid: transsectorale innovatie. De beschrijving en verklaring van succesvolle innovaties van die soort zouden wel eens nog belangrijker kunnen zijn dan alle innovatieprocessen binnen die sectoren. Immers, dit vergt samenwerking tussen de sectoren en maakt een exponentieel aantal nieuwe zinvolle combinaties mogelijk.

51 Organisatievormen voor de ontwikkeling van diensten voor mobiele netwerken J.C.M. van den Ende, K. Dittrich, F.P.H. Jaspers ( ) In de afgelopen jaren heeft de mobiele telecommunicatiesector een onstuimige ontwikkeling doorgemaakt. We zitten in een periode van systeemverandering: de netwerken (UMTS), de telefoons (smartphones), de diensten (van voice naar data; apps) alle onderdelen van het systeem zijn radicaal veranderd. Dit veranderingsproces vereist succesvolle organisatie van de (internationale) relaties tussen een groot aantal partijen, zoals overheden, operators, en ontwikkelaars van apparatuur, software en diensten. Dit onderzoek richtte zich op de ontwikkeling van applicaties en diensten en bestudeerde welke organisatievormen het meest geschikt zijn, daarbij de levenscyclus van het mobiele telecommunicatiesysteem en de nieuwheid van de mobiele dienst zelf in ogenschouw nemend. De onderzoekers ontwikkelden een bruikbaar model, waarin levenscyclus, organisatievorm en projectprestaties samenhangen. Mobiele netwerkbeheerders kunnen dit model gebruiken om te bepalen hoe zij betrokken zouden moeten worden bij de ontwikkeling van complementaire producten, zoals mobiele diensten. Het model is dynamisch omdat het aangeeft hoe organisatievormen moeten veranderen naarmate het netwerk volwassen wordt. Het onderzoek wees uit: dat bij een nieuw netwerk een grote coördinerende rol van mobiele operators van belang is; dat bij een nieuwe dienst een hoge mate van eigendom en controle door mobiele operators wenselijk is; dat bij een volwassen systeem minder betrokkenheid van systeembedrijven nodig is; dat bij een zeer innovatief complementair product beter externe ontwikkelaars kunnen worden ingeschakeld. 49 De onderzoeksresultaten zijn relevant voor overheidsbeleid dat zich richt op het onderzoeken van samenwerkingsverbanden tussen partijen in de ICT-sector. In situaties van snelle technologische verandering kan het voordelig zijn dat partijen verschillende producten en diensten geïntegreerd ontwikkelen. De uitkomsten zijn ook interessant voor alle instanties die zich bezighouden met nieuwe technologische systemen, zoals nieuwe communicatie-infrastructuur. Dit zijn bijvoorbeeld gemeenten of woningbouwcorporaties die bezig zijn met de aanleg van glasvezelnetwerken, of aanbieders van digitale televisie die nieuwe diensten willen aanbieden en implementeren.

52 Evolutie in waarde-netwerken en ICT-infrastructuur A.G. de Kok, B. Vermeulen ( ) De geografie en evolutie van het Europese academische internet K. Frenken, S. Vinciguerra ( ) 50 In de ICT-sector zijn bedrijven activiteiten gaan uitbesteden. Dit heeft geleid tot de opkomst van een nieuw soort internationale bedrijven, de zogenaamde service providers. Hun diensten variëren van transport en warehousing tot productie en research & development rond elementen van de eindproducten die op de markt worden gebracht door merk eigenaren. Deze uitbesteding van niet-kernactiviteiten heeft geleid tot een versnippering van de supply chain, zowel in geografisch opzicht als in termen van activa-eigendom. De vraag in dit onderzoek was hoe partners in deze keten het beste kunnen samenwerken. De onderzoekers hebben een model voor productie- en distributienetwerken in de ICT geformuleerd, waarin een expliciet onderscheid wordt gemaakt tussen het productvoorbrengingsnetwerk en het productontwikkelingsnetwerk. Afhankelijk van de stand van de relevante producttechnologie zijn beide netwerken meer en minder intensief met elkaar verweven en wisselen zij meer of minder informatie met elkaar informatie uit. Het onderzoek wees onder meer uit dat in de ontwikkelingsfase van producten er van een nauwe verbondenheid tussen de netwerken en een verticale integratie voor de voortbrenging van het product sprake is. Een ander belangrijk resultaat is dat een perceived-as-best design in een technologisch stabiele markt op den duur altijd als dominant design naar boven komt. Soms kan echter een kwalitatief minder ontwerp tijdelijk dominant zijn, doordat voor dit design snel voldoende capaciteit wordt opgebouwd om de groeiende markt te bedienen. Aangezien in de realiteit markten technologisch nooit stabiel zijn, kan dit betekenen dat zo n kwalitatief minder ontwerp voor de relevante productlevenscyclus de facto dominant is (VHS versus Video2000). De onderzoekers hebben een aantal product-markt-indices ontwikkeld, waarmee een bedrijf kan toetsen of het voor de gegeven fase in de productlevenscyclus de juiste productstructuur heeft. Ook heeft het onderzoek meer inzicht gegeven in wanneer verticale integratie een concurrentieel voordeel biedt en wanneer outsourcing van een competentie voordelen biedt. De onderzoeksvraag van dit project was: hoe kunnen we de structuur van het glasvezelnetwerk tussen Europese steden en regio s en het effect hiervan op wetenschap gebaseerde innovatie verklaren? Het project had als doel om te begrijpen waarom bepaalde knooppunten zijn uitgegroeid tot de belangrijkste Europese hubs van high-end internet en andere knooppunten niet. De onderzoekers verwachtten dat, naast de traditionele determinanten van geografische ligging en bevolkingsdichtheid, twee andere factoren de groei van de bandbreedte van een knooppunt beïnvloeden. Ten eerste zorgt het mechanisme van preferential attachment er voor dat knooppunten met veel connecties ook knooppunten zijn die veel nieuwe connecties krijgen. Het moment dat een knoop is opgericht zal dus invloed hebben op de huidige bandbreedte. Ten tweede, hoe meer een host-regio gespecialiseerd is in specifieke internetintensieve activiteiten (zowel in de academische wereld als de industrie), des te sneller groeit de bandbreedte, omdat high-end internet niet zozeer afhankelijk is van de algemene vraag, maar van hightech toepassingen in bepaalde sectoren. Het project had tot doel deze relaties met behulp van grafentheorie te modelleren, en vervolgens statistisch te valideren aan de hand van gegevens over bandbreedte, locatie, bevolkingsdichtheid, het jaar van oprichting, en specialisatie in internetintensieve activiteiten (onafhankelijke variabelen). De studie wees inderdaad uit dat de structuur van netwerken onder meer bepaald wordt door al bestaande knooppuntfuncties. Ook werd duidelijk dat de aanwezigheid van een glasvezelnetwerk het innovatief vermogen van een regio verhoogt. Daarbij zijn lokale innovatieprocessen gebaat bij hoogwaardige verbindingen op globaal niveau. De inspanningen die in Nederland momenteel worden ondernomen om het glasvezelnetwerk tussen wetenschappelijke instituten blijvend te verbeteren, zijn overeenkomstig de statistische bevindingen van dit onderzoek. Amsterdam lijkt hierbij het logische knooppunt vanwege de complementariteit van hoogwaardig glasvezel en andere sectoren zoals luchtvaart, wetenschap en banken.

53 Organisatorische vormen voor innovatie in nieuwe televisiegerelateerde diensten Complexe interacties tussen internationale standaardisatie en nationale innovatieprojecten J.C.M. van den Ende, S.A. Rijsdijk ( ) A.M. Hommels, T.M. Egyedi, E.M. Cleophas ( ) De centrale vraag van dit onderzoek was: wat zijn de effecten van de organisatorische vorm van de ontwikkeling van activiteiten op de prestaties van de nieuwe diensten? In het project zijn case studies uitgevoerd en zijn gegevens verzameld over meer dan 400 ontwikkelingsprojecten. De uitkomsten hebben daarmee directe gevolgen voor bedrijfsstrategieën met betrekking tot de samenwerking voor innovatie en voor overheidsbeleid met betrekking tot concurrentie inzake innovatie. Het uitgangspunt voor de studie was dat de geschiktheid van de organisatievorm voor de ontwikkelingsactiviteiten afhangt van de nieuwheid van de dienst. Eerste verkennende case studies van televisiegerelateerde dienstenontwikkeling toonden aan dat, hoewel aanvankelijk niet opgenomen in het onderzoek als belangrijke factor, bovendien vertrouwen een belangrijke determinant is van de organisatorische vorm die bedrijven kiezen. Onderling vertrouwen haalt de scherpe kantjes van de onzekerheid waarbinnen bedrijven opereren. Ook bleek uit het onderzoek dat projectmanagers met informele controle de creativiteit stimuleren. Projectmanagers met veel inhoudelijke kennis stimuleren weliswaar een tijdige oplevering, maar dempen de creativiteit. Ook voor de relatie tussen klant en leverancier bleek een informele aansturing het meest effectief. Tot slot, innovatie die voorkomt uit samenwerkingsverbanden tussen organisaties is eveneens het meest gebaat bij een hoge mate van vertrouwen tussen partijen. De resultaten van het onderzoek sluiten aan bij de trend van meer openheid tussen samenwerkende bedrijven of klanten en hun leveranciers. Het delen van data en gegevens tussen bedrijven met behulp van bijvoorbeeld cloud computing is een eerste stap die mogelijk voortkomt uit vertrouwen en bij goede resultaten tot meer vertrouwen en effectieve samenwerking kan leiden. Ook pleiten de bevindingen voor het gebruik van bijvoorbeeld video conferencing. Wanneer interpersoonlijk contact moeizaam is door grote geografische afstanden kan een techniek zoals video conferencing de kwaliteit van relaties mogelijk behouden en versterken. ICT-netwerken krijgen steeds meer een internationaal karakter, waardoor het voor nationale overheden steeds moeilijker is om hun ontwikkeling te beïnvloeden. De standaarden die ze gebruiken, komen tegemoet aan gezamenlijke internationale behoeften, terwijl tegelijkertijd de roep om op maat gemaakte, lokale en flexibele netwerktechnologieën steeds urgenter wordt. Er is dus een spanning tussen de behoefte aan standaarden en stabiliteit aan de ene kant en aan flexibiliteit en aanpassing aan lokale voorkeuren aan de andere kant. De onderzoekers hebben onderzocht hoe nationale overheden omgaan met deze spanning en welke strategieën gebruikt kunnen worden om in innovatie- en standaardisatieprocessen met een sterk internationale dimensie te interveniëren. Ze deden dit aan de hand van een historische casus: het C2000- netwerk voor de hulpdiensten. De focus lag op een gedetailleerd onderzoek van twee mechanismen die de beleidsruimte van nationale overheden in internationale standaardisatieprocessen beperken: de neiging van standaarden om te stollen (weerstand te geven tegen verandering), zodra ze zijn ontwikkeld en geïmplementeerd, en de neiging van standaarden om weg te drijven van hun oorspronkelijke omvang en doel. Op basis van hun studie stellen de onderzoekers dat de overheid er goed aan doet om in nieuwe ICT-ontwikkelingen en standaardisatieprocessen goed mee te bewegen met de internationale context waarin de ontwikkelingen plaatsvinden. Het feit dat Nederland een van de eerste landen in Europa was die de keuze voor Tetra (Terrestrial Trunked Radio) maakte, heeft het moeilijk gemaakt om een goed beredeneerde keuze te maken. Er waren veel onzekerheden rond Tetra, zowel technisch als politiek (rol EC, wat doen buurlanden). Ondanks deze onzekerheden is C2000 op basis van Tetra doorgezet. Ook bevelen de onderzoekers aan om gebruikersorganisaties beter bij de totstandkoming van standaarden te betrekken. 51

54 NV NV NV NV NV NV NV NV NV NV NV NV NV NV NV NV NV NV NV NV

55 N NVN NVN N NVN NVN N NVN NVN N NVN NVN N NVN NVN N NVN NVN N NVN NVN N NVN NVN N NVN NVN N NVN NVN N NVN NVN N NVN NVN N NVN NVN N NVN NVN N NVN NVN N NVN NVN N NVN NVN N NVN NVN N NVN NVN N NVN NVN

Nelly Oudshoorn: Geef gebruikers een grotere plaats in het innovatiebeleid.

Nelly Oudshoorn: Geef gebruikers een grotere plaats in het innovatiebeleid. Nelly Oudshoorn: Geef gebruikers een grotere plaats in het innovatiebeleid. 1 Passieve consument passé de gebruiker als actieve ontwikkelaar Het gangbare beeld van gebruikers heeft een update nodig. Gebruikers

Nadere informatie

De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen

De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen 1 De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen In het publieke domein worden allerlei nieuwe technieken gebruikt: ambtenaren gebruiken Twitter, games, webplatformen en monitoringtools om de

Nadere informatie

ESSAY. Hoe kan Oxford House efficiënter online communiceren naar zijn potentiele opdrachtgevers? Essay. Lexington Baly 1592180

ESSAY. Hoe kan Oxford House efficiënter online communiceren naar zijn potentiele opdrachtgevers? Essay. Lexington Baly 1592180 ESSAY Hoe kan Oxford House efficiënter online communiceren naar zijn potentiele opdrachtgevers? Essay Lexington Baly 1592180 Seminar: Dream Discover Do Essay Docent: Rob van den Idsert Effectief gebruik

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/32003 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Yuanyuan Zhao Title: Modelling the dynamics of the innovation process : a data-driven

Nadere informatie

Impact Cloud computing

Impact Cloud computing Impact Cloud computing op de Nederlandse zakelijke markt 2 inleiding De economische omstandigheden zijn uitdagend. Nederland is onder invloed van de schuldencrisis in een nieuwe recessie beland; de economische

Nadere informatie

Mastermind groep. Business Development. Leiderschap in het creëren van een sterke business

Mastermind groep. Business Development. Leiderschap in het creëren van een sterke business Mastermind groep Business Development Leiderschap in het creëren van een sterke business Business Development Leiderschap in het creëren van een sterke business In turbulente tijden staat uw business voortdurend

Nadere informatie

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Doel en beoogde opbrengst van de dialoog De opdracht van het platform is te komen tot een integrale, maatschappelijk breed gedragen en

Nadere informatie

Impact Cloud computing

Impact Cloud computing Impact Cloud computing op de Nederlandse zakelijke markt De impact van Cloud Computing op de Nederlandse zakelijke markt De economische omstandigheden zijn uitdagend. Nederland is en bedrijven informatietechnologie

Nadere informatie

Diensteninnovatie: wat is dat?

Diensteninnovatie: wat is dat? Over de AWT De Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) adviseert regering en parlement over beleid voor wetenschap, technologie en innovatie De AWT adviseert gevraagd en ongevraagd.

Nadere informatie

1 Visie op de webpresentatie

1 Visie op de webpresentatie 1 Visie op de webpresentatie De gemeente Eindhoven gaat haar presentatie op het web verbeteren We spreken met opzet over presentatie omdat de vorm wat ons betreft nog open is. Concreet betekent dit dat

Nadere informatie

BIG DATA: OPSLAG IN DE CLOUD

BIG DATA: OPSLAG IN DE CLOUD BIG DATA & ANALYTICS BIG DATA: OPSLAG IN DE CLOUD FLEXIBEL EN SCHAALBAAR BEHEER VAN ENORME HOEVEELHEDEN INFORMATIE IN GROTE ORGANISATIES EFFICIËNT EN SCHAALBAAR OMGAAN MET INFORMATIE-EXPLOSIE De hoeveelheid

Nadere informatie

Digitale transformatie ontwricht en verbindt

Digitale transformatie ontwricht en verbindt Digitale transformatie ontwricht en verbindt adviesartikel 2016 Digitale transformatie verandert communicatie De zorg verandert onomkeerbaar door toenemende marktwerking en technische ontwikkelingen. Om

Nadere informatie

Meer met Minder Dankzij Een Visie op de Elektronische overheid

Meer met Minder Dankzij Een Visie op de Elektronische overheid Meer met Minder Dankzij Een Visie op de Elektronische overheid Prof. Dr. Jan A.G.M. van Dijk Center for egovernment Studies Waarom is een Visie op de Digitale Overheid juist Nu Nodig? ICT is veel meer

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst

In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst Leraar Schoolleider Bestuurder Doe mee en praat mee! Antwoord of reactie op deze vraag? Dé landelijke dialoog over ons onderwijs en de toekomst.

Nadere informatie

Wat is de cloud? Cloud computing Cloud

Wat is de cloud? Cloud computing Cloud The Cloud Agenda Wat is de cloud? Ontwikkelingen en trends in de markt Bedrijfsstrategie Voordelen en vraagtekens Werken in de cloud: Hoe? Veiligheid & privacy Toepasbaarheid in breder verband Demo Borrel

Nadere informatie

E-participatie via sociale media: hoe doe je dat? Door: Janine Bake

E-participatie via sociale media: hoe doe je dat? Door: Janine Bake E-participatie via sociale media: hoe doe je dat? Door: Janine Bake Kijkt u eens om u heen, zit u ook met een computer, mobiele telefoon, misschien wel twee en mogelijk ook nog andere type computer zoals

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

Wetgeving(s)Techniek. Corien Prins Voorzitter WRR

Wetgeving(s)Techniek. Corien Prins Voorzitter WRR Wetgeving(s)Techniek Corien Prins Voorzitter WRR 3 juli 2017 Wat wil ik met u delen? Kenmerken technologie en implicaties daarvan voor wetgevers en overheidsjuristen Big data ter illustratie Implicaties

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Bij Creative Event Organization doen we ons uiterste best ervoor te zorgen dat uw persoonsgegevens beveiligd zijn en nooit worden misbruikt.

Bij Creative Event Organization doen we ons uiterste best ervoor te zorgen dat uw persoonsgegevens beveiligd zijn en nooit worden misbruikt. Introductie Bij Creative Event Organization doen we ons uiterste best ervoor te zorgen dat uw persoonsgegevens beveiligd zijn en nooit worden misbruikt. In ons privacybeleid wordt uitgelegd welke persoonsgegevens

Nadere informatie

Trendopedia Web 2.0 in organisaties

Trendopedia Web 2.0 in organisaties Trendopedia Web 2.0 in organisaties Mariëlle Nijsten, Menno Manschot Web 2.0 revolutie op internet Web 2.0 is interactieve webtechnologie die de wisdom of the crowds aanboort Voorbeelden: forum blog wiki

Nadere informatie

Programma van vanmiddag:

Programma van vanmiddag: Programma van vanmiddag: Hoe worden sociale media in Nederland gebruikt? Wat zijn de ontwikkelingen binnen gemeenten? Case: stad zonder afval via sociale media? Social tips (vanuit de Gemeente Almere als

Nadere informatie

NATIONALE COALITIE DIGITALE DUURZAAMHEID BEGINSELVERKLARING. CONCEPT 4 juni 2007 DE UITDAGING

NATIONALE COALITIE DIGITALE DUURZAAMHEID BEGINSELVERKLARING. CONCEPT 4 juni 2007 DE UITDAGING NATIONALE COALITIE DIGITALE DUURZAAMHEID BEGINSELVERKLARING CONCEPT 4 juni 2007 DE UITDAGING Versterking van de wetenschap en een betere benutting van de resultaten zijn een onmisbare basis, als Nederland

Nadere informatie

Cyber Security Raad. Jos Nijhuis Voormalig covoorzitter CSR.

Cyber Security Raad. Jos Nijhuis Voormalig covoorzitter CSR. Cyber Security Raad Jos Nijhuis Voormalig covoorzitter CSR www.cybersecurityraad.nl Over de CSR Onafhankelijk en strategisch adviesorgaan van het kabinet en bedrijfsleven als het gaat om cybersecurity

Nadere informatie

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer AUTEURS Jonathan Desdemoustier, onderzoeker-doctorandus, Smart City Institute, HEC-Liège, Universiteit van Luik (België)

Nadere informatie

T Titel stage/afstudeeropdracht : Toekomstvaste Applicatie Integratie - Interconnectiviteit

T Titel stage/afstudeeropdracht : Toekomstvaste Applicatie Integratie - Interconnectiviteit Titel stage/afstudeeropdracht : Toekomstvaste Applicatie Integratie - Interconnectiviteit Duur van stage/afstuderen Manager Begeleider Locatie : 6 à 9 Maanden : dr. ir. J.J. Aue : dr. ir. H.J.M. Bastiaansen

Nadere informatie

Leiderschap in Turbulente Tijden

Leiderschap in Turbulente Tijden De Mindset van de Business Leader Leiderschap in Turbulente Tijden Onderzoek onder 175 strategische leiders Maart 2012 Inleiding.. 3 Respondenten 4 De toekomst 5 De managementagenda 7 Leiderschap en Ondernemerschap

Nadere informatie

Energie van ons allemaal

Energie van ons allemaal VNO-NCW Themabijeenkomst Energietransitie Michael Fraats Trianel Energie B.V. 28 November 2011 1 Energie van ons allemaal 30-11-2011 2 Energie van ons allemaal is de essentie van Trianel Energie: Gericht

Nadere informatie

Welkom in het Horizon College

Welkom in het Horizon College Welkom in het Horizon College Bij het Horizon College maken we onze naam waar: we geven middelbaar beroepsonderwijs dat bij jou past en jouw horizon groter maakt. We leren je niet alleen een vak met toekomst,

Nadere informatie

Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft.

Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft. Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft. Webtechniek is gespecialiseerd in technische oplossingen voor internet en applicaties. Sinds 2000 is het

Nadere informatie

Samenwerken aan een toekomstbestendige retailsector

Samenwerken aan een toekomstbestendige retailsector Samenwerken aan een toekomstbestendige retailsector Wie wij zijn Het Retail Innovation Platform helpt de innovatie- en concurrentiekracht van de retailsector te versterken. Samen met retailers en andere

Nadere informatie

10 Innovatielessen uit de praktijk 1

10 Innovatielessen uit de praktijk 1 10 Innovatielessen uit de praktijk 1 Geslaagde gastoudermeeting levert veel ideeën op voor innovatie! Wat versta ik onder innoveren? Innoveren is hot. Er zijn vele definities van in omloop. Goed om even

Nadere informatie

Propositie City/Regio MAEXchange

Propositie City/Regio MAEXchange Maakt de waarde van maatschappelijke initiatieven inzichtelijk en bevordert investeren en participeren daarin Propositie City/Regio MAEXchange Achtergrond City/Regio MAEXchange De MAEXchange is een landelijk

Nadere informatie

Verandering en innovatie in de zorg met de REGIE Zorg app

Verandering en innovatie in de zorg met de REGIE Zorg app Verandering en innovatie in de zorg met de REGIE Zorg app De zorg app Regie is ontwikkeld om cliënten meer inzicht en controle te geven en tegelijkertijd efficiënter te werken. Veranderingen in de zorg

Nadere informatie

Sessie Data Science Centers

Sessie Data Science Centers Sessie Data Science Centers Anja Lelieveld en Jaron Haas, Directie Informatiesamenleving en Overheid, Ministerie van BZK Congres 'Data gedreven Beleidsontwikkeling 28 november 2017 Regeerakkoord 2017-2021

Nadere informatie

Optimaliseren van Impact door

Optimaliseren van Impact door Optimaliseren van Impact door Alfa- en Gammawetenschappen Aantonen en stimuleren van Societal Impact in synergie met andere wetenschappen Wifi: CongresAlfaGamma Wachtwoord: Impact2016 Optimaliseren van

Nadere informatie

Verslag bijeenkomst Democratie en Digitalisering

Verslag bijeenkomst Democratie en Digitalisering Verslag bijeenkomst Democratie en Digitalisering Op 19 juni 2018 vond een discussiebijeenkomst plaats over democratie en digitalisering. De bijeenkomst is onderdeel van het ROB-onderzoek naar kansen en

Nadere informatie

Native archetypemodel

Native archetypemodel Native archetypemodel strategie vorming voor en door gemeenten (Het archetypemodel is niet voor commercieel gebruik) Deze presentatie gaat over: Behoefte voor gemeenten om scherp te kiezen Belofte: hoe

Nadere informatie

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs Werkgevers Ondernemers In gesprek over de inhoud van het onderwijs 1 Algemeen Doe mee en praat mee! Antwoord of reactie op deze vraag? Dé landelijke dialoog over ons onderwijs en de toekomst. Deel gedachten,

Nadere informatie

Van Wikipedia naar Onderwijs, de kracht van het open domein. sambo-ict conferentie 27 januari 2017

Van Wikipedia naar Onderwijs, de kracht van het open domein. sambo-ict conferentie 27 januari 2017 Van Wikipedia naar Onderwijs, de kracht van het open domein sambo-ict conferentie 27 januari 2017 Even Voorstellen Jan-Bart de Vreede Domeinmanager Leermiddelen & Metadata, Stichting Kennisnet 9 jaar lang

Nadere informatie

Cocreatie in de opsporing. Dr. Albert Meijer Universiteit Utrecht

Cocreatie in de opsporing. Dr. Albert Meijer Universiteit Utrecht Cocreatie in de opsporing Dr. Albert Meijer Universiteit Utrecht Cocreatie in de opsporing: Perspectief van de wetenschap Albert Meijer Universiteit Utrecht Politieacademie 11 september 2012 Even voorstellen

Nadere informatie

Factsheet LABS Mirabeau

Factsheet LABS Mirabeau Factsheet LABS Mirabeau LABS We helpen u met nieuwe innovaties om relevant te blijven in de digitale wereld De digitale transformatie is in volle gang. Consumenten sluiten nieuwe technologie tegenwoordig

Nadere informatie

Inschrijving RBB- AWARD 2018

Inschrijving RBB- AWARD 2018 Inschrijving RBB- AWARD 2018 Organisatie: Kamer van Koophandel Contactpersoon voor de RBB over deze good practice: Menno Zwart E- mail adres: menno.zwart@kvk.nl Mobiele telefoon: 06 1135 8182 Akkoord lid

Nadere informatie

Het veilig delen van informatie in de zorg

Het veilig delen van informatie in de zorg Het veilig delen van informatie in de zorg Presentatie Duurzaam informatiestelsel voor de zorg 26 juni 2017 Loek Hassing Edwin van Leeuwen Loek.hassing@oracle.com Mob +31 6 55248998 1 Topic: Het veilig

Nadere informatie

Samen, duurzaam doen!

Samen, duurzaam doen! Samen, duurzaam doen! Een online platform voor duurzaamheid in de Kromme Rijn en Utrechtse Heuvelrug Transitie: We leven niet in een tijdperk van verandering maar in een verandering van tijdperken Jan

Nadere informatie

Grond moet leren stromen

Grond moet leren stromen Grond moet leren stromen Dynamische vraag vereist fluïditeit in inzet Geert Teisman Hoogleraar Bestuurskunde Complex System Thinking Trainer en adviseur in samengesteld denken en doen De opdracht We hebben

Nadere informatie

De 'verantwoordelijke' voor dataprotectie bij C-ITS toepassingen

De 'verantwoordelijke' voor dataprotectie bij C-ITS toepassingen De 'verantwoordelijke' voor dataprotectie bij C-ITS toepassingen 1e Concept Landelijke Tafel Juridische Aspecten van Smart Mobility DITCM INNOVATIONS WWW.DITCM.EU XX-XX-XXXX De 'verantwoordelijke' voor

Nadere informatie

Samen, duurzaam doen!

Samen, duurzaam doen! Samen, duurzaam doen! Een E-platform voor duurzaamheid in de Utrechtse Heuvelrug Transitie: We leven niet in een tijdperk van verandering maar in een verandering van tijdperken Jan Rotmans hoogleraar transitie-management,

Nadere informatie

intelligent software for monitoring centres

intelligent software for monitoring centres intelligent software for monitoring centres Waarom UMO? Binnen Europa en daarbuiten hebben landen te maken met de vergrijzing. Daardoor stijgt de zorgvraag in het komende decennium sterk. Hoe wordt die

Nadere informatie

Over Ren Steenvoorden

Over Ren Steenvoorden Over Ren Steenvoorden Ren Steenvoorden is als CIO en Chief Digital Officer bij Randstad verantwoordelijk voor het ontwikkelen en implementeren van de digitale strategie. Wie met hem praat over de impact

Nadere informatie

Data-analyse voor Doelmatig Overheidsbeleid

Data-analyse voor Doelmatig Overheidsbeleid Conceptprogramma Driedaagse Leergang Data-analyse voor Doelmatig Overheidsbeleid Vrijdagen 2, 9 en 16 juni 2017 Hotel NH Utrecht Doelgroepen: Managers van kennis en informatie bij de overheid, waaronder:

Nadere informatie

Klaar voor de cloud! Stap voor stap naar cloudtransformatie

Klaar voor de cloud! Stap voor stap naar cloudtransformatie Klaar voor de cloud! Stap voor stap naar cloudtransformatie Stap mee in de cloudrevolutie Cloud is vandaag in volle expansie. Sinds de popularisering van de technologie de laatste jaren, heeft cloud de

Nadere informatie

1 www.rijksoverheid.nl/i-strategie-venj 2 I-Strategie VenJ 2017-2022 Aanleiding Een moderne en veilige informatievoorziening is essentieel voor VenJ om haar doelstellingen te behalen De medewerkers hebben

Nadere informatie

Trends in de Campusinfrastuctuur. In samenwerking met Stratix

Trends in de Campusinfrastuctuur. In samenwerking met Stratix Trends in de Campusinfrastuctuur In samenwerking met Stratix Agenda Workshop Trends in Campusinfrastructuur 30-4-2015 Agenda Introductie: SURFnet Automated Networks IaaS en SaaS Wireless Privacy en Security

Nadere informatie

De belangrijkste trends voor het genereren van bedrijfskansen in 2019

De belangrijkste trends voor het genereren van bedrijfskansen in 2019 De belangrijkste trends voor het genereren van bedrijfskansen in 20 MONDIALE TRENDS IN DE GROOTFORMAAT GRAFISCHE INDUSTRIE IN 20 Waarom volgen als u kunt leiden? Succesvolle ondernemers bepalen het tempo.

Nadere informatie

SaaS en cloud computing: in de mist of in de wolken? Karin Zwiggelaar, partner 20 september 2010

SaaS en cloud computing: in de mist of in de wolken? Karin Zwiggelaar, partner 20 september 2010 SaaS en cloud computing: in de mist of in de wolken? Karin Zwiggelaar, partner 20 september 2010 We staan aan de vooravond van de volgende Internetrevolutie De klassieke werkwijze van organisaties zal

Nadere informatie

Azure in de praktijk o.a. case van Heineken en Talpa

Azure in de praktijk o.a. case van Heineken en Talpa consulting - sourcing - solutions Azure in de praktijk o.a. case van Heineken en Talpa Marcel van Rijn Marco van Veen 9 januari 2014 Marcel van Rijn Mede oprichter Connect2Crowd Meer dan 15 jaar corporate

Nadere informatie

waarom? externe drivers Technologie Digitalisering Globalisering

waarom? externe drivers Technologie Digitalisering Globalisering waarom? externe drivers 1 Technologie Digitalisering Globalisering Wat zijn de dominante factoren die leren en werken veranderen in de 21ste eeuw? externe drivers Voortgaande digitalisering veroorzaakt

Nadere informatie

Aanvulllende info Workshop Social Media Humanitas district Noord

Aanvulllende info Workshop Social Media Humanitas district Noord Aanvulllende info Workshop Social Media Humanitas district Noord Defintie SocialMedia is een verzamelbegrip voor online platformen waar de gebruikers, zonder of met minimale tussenkomst van een professionele

Nadere informatie

Co-creatie. en haar toekomst. Tom Zeegers

Co-creatie. en haar toekomst. Tom Zeegers Co-creatie en haar toekomst. Tom Zeegers Tom Zeegers 16-10-2014 Nijmegen Anticiperen heeft de toekomst: weet wat de klant wil, voordat hij dat zelf weet is een artikel wat recentelijk op Frankwatching

Nadere informatie

BIJ. Waar het economische en het sociale met elkaar wordt verenigd en waar vanuit kennis delen initiatieven duurzaam kunnen groeien en bloeien...

BIJ. Waar het economische en het sociale met elkaar wordt verenigd en waar vanuit kennis delen initiatieven duurzaam kunnen groeien en bloeien... 4 PIJLERS PRAKTIJK ACHTERGROND WIE ZIJN WIJ Waar het economische en het sociale met elkaar wordt verenigd en waar vanuit kennis delen initiatieven duurzaam kunnen groeien en bloeien... TOON geeft leegstaande

Nadere informatie

Portability, Interoperability of toch maar Connectivity Portability, Interoperability of toch maar Connectivity.

Portability, Interoperability of toch maar Connectivity Portability, Interoperability of toch maar Connectivity. Portability, Interoperability of toch 1 Even Voorstellen Diploma s: 1980 Bachelor of Science Civil Engineering (Cairo, Egypte) 1986 Doctoraal in Geodesie (TU Delft, Nederland) Enige Automatiseringservaring:

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Stettina, Christoph Johann Title: Governance of innovation project management

Nadere informatie

PRACTICUM PROCESMANAGEMENT. Open inschrijving

PRACTICUM PROCESMANAGEMENT. Open inschrijving PRACTICUM PROCESMANAGEMENT Open inschrijving 1 ONTWIKKELEN VAN IDEEËN TOT DUURZAME UITKOMSTEN edereen stond achter het idee, en enthousiasme overheerste. Er gebeurt nu alleen niets meer. Hoe had ik dit

Nadere informatie

GETTING THE BEST OUT OF YOUR SOURCE CODE MODERNISEREN MET UNIFACE

GETTING THE BEST OUT OF YOUR SOURCE CODE MODERNISEREN MET UNIFACE GETTING THE BEST OUT OF YOUR SOURCE CODE MODERNISEREN MET UNIFACE 2 OMNEXT IN HET KORT Broncode als bron van informatie Gevestigd in NL, UK en USA Kennis van meer dan 40 diverse technologieën Verschillende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 000 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2019 Nr. 116 BRIEF

Nadere informatie

Informeren: Verzameling beperken: Geen marketing op basis van persoonsgegevens: Uw gegevens blijven bij ons: Beveiligen:

Informeren: Verzameling beperken: Geen marketing op basis van persoonsgegevens: Uw gegevens blijven bij ons: Beveiligen: Bij Gezondheidscentrum Marne, hechten wij groot belang aan de privacy van de gebruikers van de website. Om uw privacy zo goed mogelijk te waarborgen, hanteren wij een aantal kernwaarden. Informeren: Wij

Nadere informatie

Imrat Verhoeven Uva/AISSR. Vormgeven aan overheidsparticipatie

Imrat Verhoeven Uva/AISSR. Vormgeven aan overheidsparticipatie Imrat Verhoeven Uva/AISSR Vormgeven aan overheidsparticipatie In een notendop Activerende verzorgingsstaat leidt tot meer nadruk verhoudingen burgers onderling Hoe democratisch zijn die verhoudingen eigenlijk?

Nadere informatie

REMIND. Bij u op SCHOOL?

REMIND. Bij u op SCHOOL? REMIND Bij u op SCHOOL? Inhoudsopgave Slim jezelf zijn voor professionals 3 Slim jezelf zijn 3 Programma over persoonlijke ontwikkeling 3 Kostenoverzicht 4 Over Remind 5 Wij willen 5 Trainersopleiding

Nadere informatie

Plan van aanpak Het plan van aanpak voor dit project bestaat uit drie fasen:

Plan van aanpak Het plan van aanpak voor dit project bestaat uit drie fasen: Samenvatting tussenrapport Toekomstvisie FNV KIEM Testen van de geformuleerde visies op de vakbond van de toekomst aan de huidige behoeften van leden en potentiële leden. Aanleiding Project FNV KIEM in

Nadere informatie

Samen voor een sociale stad

Samen voor een sociale stad Samen voor een sociale stad 2015-2018 Samen werken we aan een sociaal en leefbaar Almere waar iedereen naar vermogen meedoet 2015 Visie VMCA 2015 1 Almere in beweging We staan in Almere voor de uitdaging

Nadere informatie

01/05. Websites Nederland over. Mobile marketing. Whitepaper #03/2013. Mabelie Samuels internet marketeer

01/05. Websites Nederland over. Mobile marketing. Whitepaper #03/2013. Mabelie Samuels internet marketeer 01/05 Websites Nederland over Mobile marketing Mabelie Samuels internet marketeer 02/05 Mobile marketing Kunt u zich uw eerste mobiele telefoon nog herinneren? Die van mij was een Motorola, versie onbekend,

Nadere informatie

Typo3 Usergroep bijeenkomst Skillsontwikkeling in Typo3 community. - Luuk Roovers - www.vicus.nl info@vicus.nl

Typo3 Usergroep bijeenkomst Skillsontwikkeling in Typo3 community. - Luuk Roovers - www.vicus.nl info@vicus.nl Typo3 Usergroep bijeenkomst Skillsontwikkeling in Typo3 community - Luuk Roovers - www.vicus.nl info@vicus.nl Agenda Even voorstellen Vicus ebusiness Solutions Geluiden uit de markt Belangrijke verschillen

Nadere informatie

RiskCongres PublicValues Donderdag 6 april 2017 Venue New Babylon, Den Haag Thema: Risicomanagement in de publieke sector: De paarse krokodil? Het gaat om wat je niet ziet! www.riskcongrespublicvalues.nl

Nadere informatie

KRACHTENBUNDELING VOOR 2009 Corporate Identity BM-Support.org STICHTING BUSINESS MANAGEMENT SUPPORT STICHTING BUSINESS MANAGEMENT SUPPORT

KRACHTENBUNDELING VOOR 2009 Corporate Identity BM-Support.org STICHTING BUSINESS MANAGEMENT SUPPORT STICHTING BUSINESS MANAGEMENT SUPPORT STICHTING BUSINESS MANAGEMENT SUPPORT STICHTING BUSINESS MANAGEMENT SUPPORT OPEN BUSINESS INNOVATIE KRACHTENBUNDELING VOOR SUCCES OPEN BUSINESS INNOVATIE KRACHTENBUNDELING VOOR 2009 Corporate Identity

Nadere informatie

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) De Hoge Raad voor Vrijwilligers (HRV) kijkt relatief tevreden terug op 2011, het Europees Jaar voor het Vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

Tilburg University 2020 Toekomstbeeld. College van Bestuur, april 2013

Tilburg University 2020 Toekomstbeeld. College van Bestuur, april 2013 Tilburg University 2020 Toekomstbeeld College van Bestuur, april 2013 Strategie in dialoog met stakeholders Open voor iedere inbreng die de strategie sterker maakt Proces met respect en waardering voor

Nadere informatie

1. Waarom is het een goed idee om als gemeenten samen op te trekken op het terrein van de uitvoering?

1. Waarom is het een goed idee om als gemeenten samen op te trekken op het terrein van de uitvoering? 1. Waarom is het een goed idee om als gemeenten samen op te trekken op het terrein van de uitvoering? 2. Waarom zijn standaard basisprocessen Meerdere redenen, de belangrijkste: - Juist door digitalisering

Nadere informatie

Nedap Varkens Prestatie Test

Nedap Varkens Prestatie Test Complete oplossingen voor varkenshouderij Nedap biedt middels elektronische individuele dieridentificatie efficiënte en slimme oplossingen voor dierverzorging in de gehele varkenshouderij. Nedap Varkens

Nadere informatie

INLEIDING. Deelrapport Samenwerken voor Innovatie Innovatiemonitor Noord-Nederland Pagina 2 van 10

INLEIDING. Deelrapport Samenwerken voor Innovatie Innovatiemonitor Noord-Nederland Pagina 2 van 10 1 INLEIDING SAMENWERKINGSPROJECT NOORD-NEDERLANDSE INNOVATIEMONITOR Dit rapport is opgesteld in het kader van de Noord-Nederlandse Innovatiemonitor. De monitor is het resultaat van een strategische samenwerking

Nadere informatie

Communicatie, PR & Publieksbereik 2012 Netwerk Democratie INHOUDSOPGAVE

Communicatie, PR & Publieksbereik 2012 Netwerk Democratie INHOUDSOPGAVE Communicatie, PR & Publieksbereik 2012 Netwerk Democratie INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. Terugblik 2011 3. Communicatiestrategie en doelgroepen 2012 4. Communicatiemiddelen 5. Direct en indirect publieksbereik

Nadere informatie

Privacy en Cookie statement FlexFG B.V.

Privacy en Cookie statement FlexFG B.V. Privacy en Cookie statement FlexFG B.V. Laatst bijgewerkt op 25 mei 2018 Het waarborgen van de privacy en de vertrouwelijkheid van informatie die hem is toevertrouwd is belangrijk voor FLEXFG B.V.. Als

Nadere informatie

Beleidsplan Tellus Film Fundering

Beleidsplan Tellus Film Fundering Beleidsplan 2018-2022 Tellus Film Fundering Indeling: 1. Samenvatting 2. Inleiding 3. Missie en visie 4. Wat biedt de stichting? 5. Speerpunten voor de komende jaren 6. Professionalisering van de organisatie

Nadere informatie

Agenda publiek- private tafels Doorbraakproject Onderwijs en ict

Agenda publiek- private tafels Doorbraakproject Onderwijs en ict Inleiding Dit document beschrijft de 10 thema s die samen de agenda voor de publiek- private tafels voor het Doorbraakproject Onderwijs en ict vormen. Deze agenda is samengesteld op basis van de input

Nadere informatie

LinkedIn is het meest gebruikte platform van Nederlandse bedrijven, gevolgd door Facebook en Twitter

LinkedIn is het meest gebruikte platform van Nederlandse bedrijven, gevolgd door Facebook en Twitter 1 Huidig gebruik van social media LinkedIn is het meest gebruikte platform van Nederlandse bedrijven, gevolgd door Facebook en Twitter Huidig gebruik van social media % van respondenten, meerdere antwoorden

Nadere informatie

Native Learning - Werkatelier Digitale Transformatie

Native Learning - Werkatelier Digitale Transformatie Dit jaar stuurt Native Consulting u daadwerkelijk het veld in. Leer meer over door een maatschappelijke uitdaging aan te pakken. Ontwerp de (dienstverlenende) gemeente van de toekomst door gebruik te maken

Nadere informatie

STICHTING CROWD FOR CURE

STICHTING CROWD FOR CURE STICHTING CROWD FOR CURE Hoofdlijnen meerjarenplan 2016-2019 1. INLEIDING 1.1. AANLEIDING De farmaceutische industrie heeft gezorgd voor veel nieuwe medicijnen, waarmee steeds meer aandoeningen goed kunnen

Nadere informatie

Duiden, verbinden en vakmanschap

Duiden, verbinden en vakmanschap Effectieve managementstrategieën: Duiden, verbinden en vakmanschap www.divosa.nl Effectieve managementstrategieën: Duiden, verbinden en vakmanschap dr. Duco Bannink, Chris Goosen Het management van sociale

Nadere informatie

Ingrid Mulder Jaap van Till Jos van Hillegersberg

Ingrid Mulder Jaap van Till Jos van Hillegersberg Ingrid Mulder Jaap van Till Jos van Hillegersberg Toenemende druk door veranderde wensen omgeving Overheid eist nog steeds aantallen en fabrieksmatige productie Als tegenreactie wordt kwaliteits- en efficiency

Nadere informatie

Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)?

Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)? Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)? Chris Aalberts Internet en sociale media hebben de wereld ingrijpend veranderd, dat weten we allemaal. Maar deze simpele waarheid zegt maar weinig

Nadere informatie

VAN DUIZEND BLOEMEN NAAR EEN HORTUS BOTANICUS Het Portaal 21 januari 2010 sambo~ict Coen Free Faraday van der Linden Maarten van den Dungen

VAN DUIZEND BLOEMEN NAAR EEN HORTUS BOTANICUS Het Portaal 21 januari 2010 sambo~ict Coen Free Faraday van der Linden Maarten van den Dungen VAN DUIZEND BLOEMEN NAAR EEN HORTUS BOTANICUS Het Portaal 21 januari 2010 sambo~ict Coen Free Faraday van der Linden Maarten van den Dungen Missie-Visie Het succes van de leerling is de reden van ons bestaan.

Nadere informatie

De gemeente van de toekomst

De gemeente van de toekomst De gemeente van de toekomst De gemeente van de toekomst Focus op strategie Sturen op verbinden Basis op orde De zorg voor het noodzakelijke Het speelveld voor de gemeente verandert. Meer taken, minder

Nadere informatie

Drempels. droom. werkelijkheid

Drempels. droom. werkelijkheid Drempels tussen droom en werkelijkheid Een dynamisch groen kennissysteem, midden in de praktijk In de groene sector spelen vraagstukken waar direct en gerichte antwoorden voor nodig zijn. Goede oplossingen

Nadere informatie

Factsheet SECURITY DESIGN Managed Services

Factsheet SECURITY DESIGN Managed Services Factsheet SECURITY DESIGN Managed Services SECURITY DESIGN Managed Services We ontwerpen solide security-maatregelen voor de bouw en het gebruik van digitale platformen. Met onze Security Management diensten

Nadere informatie

Editie Noord Limburg 3 7 juni POM Limburg Corda Campus, 3500 Hasselt T

Editie Noord Limburg 3 7 juni POM Limburg Corda Campus, 3500 Hasselt T Editie Noord Limburg 3 7 juni 2019 POM Limburg Missie, Visie & Activiteiten Missie De organisatie inspireert, ontwikkelt en versterkt de basisvoorwaarden voor duurzame sociaaleconomische groei in de provincie

Nadere informatie

Topsectoren. Hoe & Waarom

Topsectoren. Hoe & Waarom Topsectoren Hoe & Waarom 1 Index Waarom de topsectorenaanpak? 3 Wat is het internationale belang? 4 Hoe werken de topsectoren samen? 5 Wat is de rol voor het MKB in de topsectoren? 6 Wat is de rol van

Nadere informatie

Informational Governance

Informational Governance Story Informational Governance Juli 2013 Nog niet zo heel lang geleden voltrokken veranderingen in de maatschappij zich volgens logische, min of meer vaste patronen. Overheden, bedrijven, wetenschappers,

Nadere informatie

afgelopen jaren beweren vele professionele organisaties specifieke human resource (HR)

afgelopen jaren beweren vele professionele organisaties specifieke human resource (HR) Nederlandse Samenvatting Welke mensen bekleden de top posities van professionele organisaties? In Nederland, net zoals in veel andere westerse landen, klinkt waarschijnlijk het antwoord op deze vraag ongeveer

Nadere informatie

Gelderland Arbeidswijs

Gelderland Arbeidswijs Gelderland Arbeidswijs Inspiratiedocument 2018 v1.0 Heb jij een goed idee voor Gelderland Arbeidswijs? 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Gelderland Arbeidswijs in het kort... 4 3. Gelderland Arbeidswijs...

Nadere informatie