36015/56/2/A/2. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Transcriptie

1 36015/56/2/A/2 Besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad, houdende vergunning aan O.V. MIROM ROESELARE voor het veranderen van een inrichting gelegen te ROESELARE. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals gewijzigd bij de decreten van 7 februari 1990, van 12 december 1990, van 21 december 1990, van 22 december 1993, van 21 december 1994, van 8 juli 1996, van 21 oktober 1997, van 11 mei 1999, van 18 mei 1999, van 9 maart 2001, van 21 december 2001, van 18 december 2002, van 16 januari 2004, van 6 februari 2004, van 26 maart 2004, van 22 april 2005 en van 19 mei 2006; Gelet op het besluit d.d. 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning; gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Executieve van 27 februari 1992, bij besluit van 28 oktober 1992, bij besluit van 27 april 1994, bij besluit van 1 juni 1995, bij besluit van 26 juni 1996, bij besluit van 22 oktober 1996, bij besluit van 12 januari 1999, bij besluit van 15 juni 1999, bij besluit van 29 september 2000, bij besluiten van 20 april 2001, besluit van 13 juli 2001, bij besluit van 7 september 2001, bij besluit van 5 oktober 2001 en bij besluit van 31 mei 2002, het besluit van 19 september 2003, het besluit van 28 november 2003, het besluit van 12 december 2003, het besluit van 9 januari 2004, het besluit van 6 februari 2004 het besluit van 5 december 2003, het besluit van 14 mei 2004, het besluit van 14 juli 2004, bij besluit van 23 april 2004, bij besluit van 4 februari 2005, bij besluit van 29 april 2005 en bij besluit van 3 juni 2005 en het decreet van 18 mei 1999; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II, Belgisch Staatsblad d.d. 31 juli 1995), gewijzigd bij besluit van 6 september 1995, bij besluit van 26 juni 1996, bij besluit van 3 juni 1997, bij besluiten van 17 december 1997, bij besluit van 24 maart 1998, bij besluit van 6 oktober 1998, bij besluit van 19 januari 1999, bij besluit van 15 juni 1999, bij besluit van 3 maart 2000, bij besluit van 17 maart 2000, bij besluit 17 juli 2000, bij besluit 13 oktober 2000, bij besluit 19 januari 2001, bij besluiten van 20 april 2001, bij besluit van 13 juli 2001, bij besluit van 18 januari 2002, bij besluit van 25 januari 2002, bij besluit van 31 mei 2002, bij besluiten van 14 maart 2003, bij besluit van 21 maart 2003, het besluit van 19 september 2003, het besluit van 28 november 2003, het besluit van 5 december 2003, het besluit van 12 december 2003, het besluit van 9 januari 2004, het besluit van 6 februari 2004, het besluit van 2 april 2004, het besluit van 26 maart 2004, het besluit van 23 april 2004, bij besluit van 14 mei 2004, bij besluit van 4 februari 2005, bij besluit van 7 januari 2005, bij besluit van 22 juli 2005 en bij besluit van 27 januari Gelet op het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen zoals gewijzigd tot op heden, inzonderheid art. 33 ter en de bijhorende uitvoeringsbesluiten (inzonderheid besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 2005 en van 12 mei 2006 Besluit tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2001 tot uitvoering van artikel 33 ter van het mestdecreet); Gelet op de volgende vergunning(en) en beslissingen die met betrekking tot de exploitatie van de hierna vermelde inrichting werden getroffen, en op de datum van de indiening van de hierna vermelde milieuvergunningsaanvraag van toepassing waren; Gelet op het besluit d.d. 20/01/2000, 05/06/2003, 28/09/2006 van de Bestendige Deputatie waarbij de vergunning verleend wordt voor het exploiteren en veranderen van een inrichting voor huisvuilverbranding voor een termijn tot 20/01/2020; 1

2 Gelet op de milieuvergunningsaanvraag op 1/08/2006, ingediend door O.V. MIROM ROESELARE, gevestigd te Oostnieuwkerksesteenweg Roeselare, strekkende tot het bekomen van een milieuvergunning om een inrichting gelegen te Oostnieuwkerksesteenweg 121 te Roeselare, kadastraal bekend : Afdeling Sectie Perceelnummer ROESELARE 4 AFD D 0707/D ROESELARE 4 AFD D 0720/C met als voorwerp : een inrichting voor huisvuilverbranding uit te breiden en te wijzigen Rubriek Omschrijving Kl. Advies Tijd. Coörd Audit Jv. X e f g j Afvalstoffen: opslag en verbranding of meeverbranding: opslag en verbranding van: nietgevaarlijke huishoudelijke afvalstoffen (Totale eenheden: 5000 Ton) Afvalstoffen: opslag en verbranding of meeverbranding: opslag en verbranding van: nietgevaarlijke bedrijfsafvalstoffen die vergelijkbaar zijn met huishoudelijke afvalstoffen (Totale eenheden: 1142,08 kilo watt) Afvalstoffen: opslag en verbranding of meeverbranding: opslag en verbranding van: vast niet-risicohoudend medisch afval (Totale eenheden: 2000 Ton) Afvalstoffen: opslag en verbranding of meeverbranding: opslag en verbranding van: andere niet-gevaarlijke afvalstoffen (Totale eenheden: 1142,08 kilo watt) 1 A G M O R B P J 1 A G M O R B P J 1 A G M O R B P J 1 A G M O R B P J 2

3 Installaties voor verbranding van huishoudelijk afval, afval van commerciële ondernemingen en andere afvalstoffen die gezien hun aard of samenstelling met huishoudelijk afval kunnen worden gelijkgesteld met een capaciteit van meer dan 3 ton per uur (Totale eenheden: Ton per Jaar) Elektriciteit: elektriciteitsproduktie: niet in , en 43.2 bedoelde inrichtingen voor elektriciteitsproduktie, uitgezonderd de aspecten die betrekking hebben op de kernbrandstofcyclus, met een geïnst. tot. vermogen van: 100 tem kw (Totale eenheden: 300 kilo watt) Gassen: inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen ontspannen): koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren en airconditioning installaties, met een tot. geïnst. drijfkr.: meer dan 200 kw (Totale eenheden: 93,59 kilo watt) Gassen: opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen, in verplaatsbare recipiënten met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48 met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van: meer dan l tem l (Totale eenheden: 675 liter) 1 A E G M O R 2 1 N B P J X 3

4 Gassen: opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen, in verplaatsbare recipiënten met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48 met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van: meer dan l tem l (Totale eenheden: 1060 liter) Gevaarl. stoffen: niet onder 17.2 en 17.4 vallende inricht. of opslagplaatsen: opslagplaatsen voor oxyderende, schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen, met uitz. van deze onder rubriek 48, met een tot. inhoudsvermogen van > kg tem kg (Totale eenheden: 1700 kilogram) Gevaarlijke stoffen: niet onder 17.2 en 17.4 vallende inricht. of opslagplaatsen: opslagplaatsen voor zeer licht ontvlambare en licht ontvlambare vloeistoffen, met uitz. van deze onder rubriek 48, met een tot. inhoudsvermogen van: 50 l tem 500 l (Totale eenheden: 50 liter) Gevaarlijke stoffen: niet onder 17.2 en 17.4 vallende inricht. of opslagplaatsen: opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen, met uitzondering van deze bedoeld in rubriek 48, met een totaal inhoudsvermogen van: 100 l tem l (Totale eenheden: 200 liter)

5 Verbrandingsinrichtingen: verbrandingsinrichtingen zonder elektriciteitsproduktie (stookinstallaties e.d.) met een totaal warmtevermogen van: meer dan kw (Totale eenheden: 380 kilo watt) 1 A M R 0 B P J Rubriek Product Hoeveelheid e niet gevaarlijke huishoudelijke afvalstoffen 5000 Ton f bedrijfsafvalstoffen vergelijkbaar met huishoudelijke afvalstoffen 1142,08 kilo watt g vast niet-risicohoudend medisch afval 2000 Ton j andere niet gevaarlijke afvalstoffen 1142,08 kilo watt installaties voor afvalverbranding Ton per Jaar electriciteitsproductie 300 kilo watt airco's en compressoren 93,59 kilo watt gasflessen 675 liter gasflessen 1060 liter gevaarlijke stoffen 1700 kilogram licht ontvlambare vloeistoffen 50 liter ontvlambare vloeistoffen 200 liter verwarmingsinstallaties 380 kilo watt zodat de inrichting voortaan omvat: een inrichting voor huisvuilverbranding met : Twee bunkers met een capaciteit van: 1 x m³ (400 ton) en 1 x m³ (1000 ton) Twee verbrandingsovens met een gezamenlijke verwerkingscapaciteit op jaarbasis van max ton voor het verbranden van max ton niet gevaarlijke huishoudelijke afvalstoffen, max ton niet gevaarlijke bedrijfsafvalstoffen die vergelijkbaar zijn met huishoudelijke afvalstoffen, max ton vast nietrisicohoudend medisch afval en max ton andere niet gevaarlijke bedrijfsafvalstoffen, bestaande uit: twee roosterovens met een inhoud van: 2 x 73 m³ en een verwerkingscapaciteit van 2 x 4 ton afval per uur Steunbranders met een warmtevermogen van 2 x 4,2 MW 2 lijnbranders elk kw en 2 kanaalbranders elk kw 2 warmterecuperatieketels voor afkoeling van de rookgassen: inhoud 2 x l en een warmtevermogen van 2 x 7 MW gemeenschappelijke warmtewisselaar (sec. ruimte 550 l) met een warmtevermogen van 14 MW warmtewisselaar (550 l) met een warmtevermogen van 21 MW 5

6 rookgaszuiveringsinstallatie bestaande uit: twee electrofilters voor afscheiding van vliegassen droge rookgasreiniging met reactor voor verwijdering van HCl, SO 2 en HF Natriumbicarbonaatinjectie: Kalksilo (natriumbicarbonaat): 60 m³ en stoffilter 2 kw Twee verdeel- en breekinstallaties (één per lijn) bestaande uit toevoervijzels, hoppers, doseervijzels, brekers, selecteurs, blaasventilatoren, totaal 62,3 kw DENOX- installatie bestaande uit rookgasheropwarming met behulp van een kanaalbrander (met aardgas) met elektrische tracing 2 x 16,99 kw, sperluchtverwarming 60 kw, ventilatoren 2 x 4 kw en 2 x 7,5 kw; Ammonia stockage en verdeling: Tank voor ammonia 25% 36,85 m³ ( kg); Absorptie tanks voor opvang ammoniakdampen 0,1 m³ 4 verdeelpompen elk 90 kw kw Dompelpomp afvalwater 1,5 kw Vulpomp voor ammoniatank 4 kw Ammoniakverdamper 2 x 0,2 m³ en verdamperweerstand 2 x 20 kw en elektrische tracing 2 x 5 kw 2 zuigtrekventilatoren elk 250 kw met koelventilatoren elk 0,25 kw 2 natte ontslakkers rolbruggen, transportinstallaties, ventilatoren en pompen met een totaal vermogen van 967 kw schoorsteen met een hoogte van 62 m en twee zuigtrekventilatoren van 2 x 132 kw lozen van bedrijfsafvalwater max. debiet van 100 m³/jaar in de openbare riolering van de Oostnieuwkerkesteenweg lozen van huishoudelijk afvalwater met een max. debiet van 550 m³/ jaar in de openbare riolering van de Oostnieuwkerkesteenweg noodstroomgenerator bestaande uit een alternator van kva (880 kw) en een dieselmotor van 880 kw 2 transfo's resp. 800 kva en kva Vast opgestelde batterijen met een totaal vermogen van VAh (noodstroomvoeding voor procescomputer) 2 batterijladers resp. 10 kw 3 kw stalplaats voor 6 voertuigen airco-installatie van 55,265 kw, 2 luchtcompressoren: elk 37 kw met luchtdroger 2,5 kw een koelgroep 90 kw brandstofverdeelinstallatie met 1 verdeelslang werkplaats met metaalbewerkingsmachines met een totale drijfkracht van 15,74 kw 1 spoelbak van 220 l voor ontvetten van metalen andere stookinstallaties: - hulpstookketel op aardgas voor warmwaterproductie bij stilstand van de oven met een warmtevermogen van 7 MW - 2 branders bij mouwfilters 2 x 110 kw - luchtverhitter in de werkplaats 7,5 kw inrichting voor het rondpompen van water voor het warmwatercircuit van de warmtewisselaar naar de klanten van de afstandsverwarming bestaande uit 4 pompen met een totale drijfkracht van 267,4 kw 6

7 een ORC-installatie (Organic Rankine Cyclus) bestaande uit: - een verdamper 17 MWth - een turbine kw - een generator kw - een transfo kva - een luchtcondensor 14 MWth - ventilatoren 250 kw - pomp organische stof 100 kw - opslag organische stof l (P1-product) opslag van: gassen in verplaatsbare recipiënten met een totale waterinhoud van l (stikstof 540 l, zuurstof 540 l, acetyleen 240 l, Argon/CO 2 40 l, waterstof 225 l en propaan 150 l) schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen met een totale hoeveelheid van 1000 kg (mosverdelger en waterbehandelingsproducten) P1-producten met een totale hoeveelheid 340 l (ontvetter, verf, verdunner, benzine) P2-producten met een totale hoeveelheid van 350 l (mosverdelger, deklaag, white spirit) P3-producten met een totale hoeveelheid van l (bovengrondse mazouttank van l en ontvetter 50 l) P4-producten met een totale hoeveelheid van l (minerale en hydraulische oliën) Gelet op het feit dat op datum van 11/08/2006 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning; Gelet op het proces-verbaal houdende de tijdens het openbaar onderzoek ingediende schriftelijke en mondelinge bezwaren en opmerkingen dd.17/09/2006 waaruit blijkt dat geen schriftelijke en mondelingen bezwaren en opmerkingen werden ingediend; Gelet op het gunstig advies dd. 25/09/2006 van het College van Burgemeester en Schepenen; Gelet op het horen van de aanvrager door de Provinciale Milieuvergunningscommissie; Gelet op het gunstig advies dd. 16/10/2006 van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie - afdeling milieuvergunningen; Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van de Vlaamse Overheid, Agentschap R-O Vlaanderen, ruimtelijke ordening; Gelet op het gunstig advies dd. 25/10/2006 van het Vlaamse Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid; Gelet op het gunstig advies dd. 6/10/2006 van de Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, dienst Natuurlijke Rijkdommen; Gelet op het gunstig advies dd. 5/10/2006 van de Vlaamse Milieumaatschappij; Gelet op het gunstig advies dd. 30/10/2006 van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij; Gelet op het gunstig advies dd. 6/11/2006 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie 7

8 Gelet op de ligging van de inrichting in een A.P.A. Roeselare d.d. 29/04/1991 in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen; Overwegende dat (motivering vanuit oogpunt van de stedenbouwkundige en ruimtelijke aspecten) gesteld kan worden dat de verandering van de inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; De aanvraag betreft in hoofdzaak de uitbreiding van de verbrandingscapaciteit tot ton per jaar en de regularisatie van enkele toestellen en opslagplaatsen. Deze aanvraag heeft de bedoeling om een bijkomende hoeveelheid van 8000 ton afval per jaar te verbranden. Dit is noodzakelijk en mogelijk door het volgende : - Vermits de verbrandingsinstallatie van Mirom Menen buiten werking gesteld is, is bij de installatie van Roeselare een bijkomend vergunde verwerkingscapaciteit noodzakelijk om dit afval te verwerken. - Er werden investeringen gedaan om de ovenlijnen volautomatisch te laten werken en het verbrandingsproces te optimaliseren. Door deze genomen maatregelen wordt per ovenlijn de theoretische capaciteit van 4 ton/uur gehaald. Het bedrijf behoort tot de categorie 14 van bijlage I van het Besluit van de Vlaamse Regering d.d houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage. Afvalverwijderingsinstallaties voor de verbranding, zoals gedefinieerd in punt D10 van artikel van het Vlarea, de chemische behandeling zoals gedefinieerd in punt D9 van artikel van het Vlarea, van ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 100 ton per dag. Het bedrijf is vergund voor een verbrandingscapaciteit van 8 ton/uur (192 ton/dag) en is dus MER-plichtig. Ter gelegenheid van da aanvraag voor de hernieuwing van de vergunning werd een MER opgemaakt (eindrapport ). Dit Mer werd geactualiseerd naar aanleiding van de installatie van de denox-installatie (rapport d.d ) Gezien onderhavig aanvraag een beperkte uitbreiding betreft ten opzichte van de vergunde capaciteit, dat de vergunningsaanvraag inzicht geeft in de verwachte emissies van de toekomstig situatie, dat de uitbreiding beperkt is ten opzicht van de drempels van het MER-besluit, dat kan aangenomen worden dat geen aanzienlijke nadelige milieugevolgen zullen optreden, is de dienst Mer van mening dat voor de thans gevraagde uitbreiding geen MER of ontheffing noodzakelijk is. In het Uitvoeringsplan Huishoudelijke afvalstoffen is sprake van 11 verbrandingsinstallaties tegen De installatie van IVRO is volgens het uitvoeringsplan goed voor de verwerking van ton. De installatie van IVMO (goed voor de verwerking van ton) werd eind 2005 gesloten. Deze intercommunale is met IVRO samengegaan tot de intercommunale MIROM. Hierdoor is er enkel de verbrandingscapaciteit van IVRO overgebleven voor de verwerking van het afval van de 2 oorspronkelijke intercommunales. Deze capaciteit is effectief van belang voor de verwerking van huishoudelijk afval in Vlaanderen. Gelet op de aard van de aangevraagde veranderingen is verhoging van de geluidshinder niet te verwachten. 8

9 De P1- en P2-producten worden opgeslagen in een afzonderlijk lokaal. De opslagplaats van de gasflessen wordt in de openlucht ingericht. Er wordt rekening gehouden met de afstandsregels van het Vlarem II. De ammoniak is opgeslagen in een bovengrondse dubbelwandige tank. De gevraagde uitbreiding betreft een regularisatie. In de bestaande tank (inhoud 36,85 m³ i.p.v. 35 m³) wordt kg opgeslagen in plaatse van de vergunde kg. De opslagplaatsen zijn ingericht conform de voorwaarden van het Vlarem II. De huisafvalverbrandingsinstallatie is uitgerust met 2 ovenlijnen, elk met een verbrandingscapaciteit van 4 ton per uur. De vergunde verwerkingscapaciteit bedraagt ton per jaar. Door optimalisatie van het verbrandingsproces en het volautomatisch laten werken van de ovenlijnen is het mogelijk om met dezelfde ovenlijnen op jaarbasis ton te verwerken. De emissiegrenswaarden van de afvalgassen zijn thans minstens een factor 2 strenger dan de emissiegrenswaarden die van toepassing waren in het jaar De gevraagde capaciteitsuitbreiding bedraagt slechts 13%. Er kan derhalve worden gesteld dat, niettegenstaande de gevraagde uitbreiding, de geëmitteerde vuilvrachten van verontreinigende stoffen nog lager zijn dan de vroeger vergunde en in het MER aanvaardbaar geachte situatie. De beschikbare energie van de verbranding wordt nuttig gebruikt. De beschikbare warmte wordt in eerste instantie ter beschikking gesteld voor afstandsverwarming. De rest wordt gebruikt voor de productie van elektriciteit door middel van een ORCinstallatie (vergunning dd ). Bij de aanvraag is een energiestudie gevoegd. Als besluit wordt in de studie gesteld dat geen belangrijke energiebesparende investeringen, die financieel interessant zijn, voor te stellen zijn. De verbranding van huishoudelijke afvalstoffen is een IPPC-activiteit. De toetsing, in hoever wordt gebruik gemaakt van de Beste Beschikbare Technieken uit de BREF Best Available Techniques for Waste Incineration, is gebeurd ter gelegenheid van de vorige vergunningsaanvraag. Als besluit werd gesteld dat geen bijkomende voorwaarden dienden te worden opgelegd om te kunnen voldoen aan de bepalingen van artikel 5 en 6 van de EG-Richtlijn 96/61/EG. Overwegende dat de elementen aangebracht door de aanvrager, gehoord door de Provinciale Milieuvergunningscommissie als volgt kunnen weergegeven worden: we hebben opnieuw een informatievergadering gehouden om alles uit te leggen; er zijn geen opmerkingen gekomen; Overwegende dat deze elementen niets afdoen aan de hierboven vermelde overwegingen en vaststellingen; Overwegende dat de exploitatie van het toelaatbare deel van de inrichting verenigbaar moet gemaakt worden met de omgeving, zowel wat betreft de risico s voor de externe veiligheid als wat betreft de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting; Dat het daarom noodzakelijk is vergunningsvoorwaarden op te leggen die technisch haalbaar zijn en voldoen aan de vereiste van best beschikbare schone technologie zonder overmatig hoge kosten; dat de technische criteria en de van toepassing zijnde normen vanuit dit uitgangspunt gehanteerd worden; dat deze voorwaarden kunnen worden geconcretiseerd als omschreven in bijlage; 9

10 Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde verandering, mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning volledig toe te staan; Gelet op het verslag van de heer Gedeputeerde Jan Durnez, gegeven in zitting van heden; Artikel 1 BESLUIT Aan O.V. MIROM ROESELARE, gevestigd te Oostnieuwkerksesteenweg Roeselare wordt onder de voorwaarden bepaald in onderhavig besluit vergunning verleend, om een inrichting gelegen te Oostnieuwkerksesteenweg 121 te Roeselare, kadastraal bekend : Afdeling Sectie Perceelnummer ROESELARE 4 AFD D 0707/D ROESELARE 4 AFD D 0720/C met als voorwerp : een inrichting voor huisvuilverbranding uit te breiden en te wijzigen Rubriek Omschrijving Kl. Advies Tijd. Coörd Audit Jv. X e f g Afvalstoffen: opslag en verbranding of meeverbranding: opslag en verbranding van: nietgevaarlijke huishoudelijke afvalstoffen (Totale eenheden: 5000 Ton) Afvalstoffen: opslag en verbranding of meeverbranding: opslag en verbranding van: nietgevaarlijke bedrijfsafvalstoffen die vergelijkbaar zijn met huishoudelijke afvalstoffen (Totale eenheden: 1142,08 kilo watt) Afvalstoffen: opslag en verbranding of meeverbranding: opslag en verbranding van: vast niet-risicohoudend medisch afval (Totale eenheden: 2000 Ton) 1 A G M O R B P J 1 A G M O R B P J 1 A G M O R B P J 10

11 Rubriek Omschrijving Kl. Advies Tijd. Coörd Audit Jv. X j Afvalstoffen: opslag en verbranding of meeverbranding: opslag en verbranding van: andere niet-gevaarlijke afvalstoffen (Totale eenheden: 1142,08 kilo watt) Installaties voor verbranding van huishoudelijk afval, afval van commerciële ondernemingen en andere afvalstoffen die gezien hun aard of samenstelling met huishoudelijk afval kunnen worden gelijkgesteld met een capaciteit van meer dan 3 ton per uur (Totale eenheden: Ton per Jaar) Elektriciteit: elektriciteitsproduktie: niet in , en 43.2 bedoelde inrichtingen voor elektriciteitsproduktie, uitgezonderd de aspecten die betrekking hebben op de kernbrandstofcyclus, met een geïnst. tot. vermogen van: 100 tem kw (Totale eenheden: 300 kilo watt) Gassen: inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen ontspannen): koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren en airconditioning installaties, met een tot. geïnst. drijfkr.: meer dan 200 kw (Totale eenheden: 93,59 kilo watt) 1 A G M O R B P J 1 A E G M O R 2 1 N 2 1 B P J X 11

12 Gassen: opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen, in verplaatsbare recipiënten met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48 met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van: meer dan l tem l (Totale eenheden: 675 liter) Gassen: opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen, in verplaatsbare recipiënten met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48 met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van: meer dan l tem l (Totale eenheden: 1060 liter) Gevaarl. stoffen: niet onder 17.2 en 17.4 vallende inricht. of opslagplaatsen: opslagplaatsen voor oxyderende, schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen, met uitz. van deze onder rubriek 48, met een tot. inhoudsvermogen van > kg tem kg (Totale eenheden: 1700 kilogram) Gevaarlijke stoffen: niet onder 17.2 en 17.4 vallende inricht. of opslagplaatsen: opslagplaatsen voor zeer licht ontvlambare en licht ontvlambare vloeistoffen, met uitz. van deze onder rubriek 48, met een tot. inhoudsvermogen van: 50 l tem 500 l (Totale eenheden: 50 liter)

13 Gevaarlijke stoffen: niet onder 17.2 en 17.4 vallende inricht. of opslagplaatsen: opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen, met uitzondering van deze bedoeld in rubriek 48, met een totaal inhoudsvermogen van: 100 l tem l (Totale eenheden: 200 liter) Verbrandingsinrichtingen: verbrandingsinrichtingen zonder elektriciteitsproduktie (stookinstallaties e.d.) met een totaal warmtevermogen van: meer dan kw (Totale eenheden: 380 kilo watt) A M R 0 B P J Rubriek Product Hoeveelheid e niet gevaarlijke huishoudelijke afvalstoffen 5000 Ton f bedrijfsafvalstoffen vergelijkbaar met huishoudelijke afvalstoffen 1142,08 kilo watt g vast niet-risicohoudend medisch afval 2000 Ton j andere niet gevaarlijke afvalstoffen 1142,08 kilo watt installaties voor afvalverbranding Ton per Jaar electriciteitsproductie 300 kilo watt airco's en compressoren 93,59 kilo watt gasflessen 675 liter gasflessen 1060 liter gevaarlijke stoffen 1700 kilogram licht ontvlambare vloeistoffen 50 liter ontvlambare vloeistoffen 200 liter verwarmingsinstallaties 380 kilo watt 13

14 zodat de inrichting voortaan omvat: een inrichting voor huisvuilverbranding met : Twee bunkers met een capaciteit van: 1 x m³ (400 ton) en 1 x m³ (1000 ton) Twee verbrandingsovens met een gezamenlijke verwerkingscapaciteit op jaarbasis van max ton voor het verbranden van max ton niet gevaarlijke huishoudelijke afvalstoffen, max ton niet gevaarlijke bedrijfsafvalstoffen die vergelijkbaar zijn met huishoudelijke afvalstoffen, max ton vast nietrisicohoudend medisch afval en max ton andere niet gevaarlijke bedrijfsafvalstoffen, bestaande uit: twee roosterovens met een inhoud van: 2 x 73 m³ en een verwerkingscapaciteit van 2 x 4 ton afval per uur Steunbranders met een warmtevermogen van 2 x 4,2 MW 2 lijnbranders elk kw en 2 kanaalbranders elk kw 2 warmterecuperatieketels voor afkoeling van de rookgassen: inhoud 2 x l en een warmtevermogen van 2 x 7 MW gemeenschappelijke warmtewisselaar (sec. ruimte 550 l) met een warmtevermogen van 14 MW warmtewisselaar (550 l) met een warmtevermogen van 21 MW rookgaszuiveringsinstallatie bestaande uit: twee electrofilters voor afscheiding van vliegassen droge rookgasreiniging met reactor voor verwijdering van HCl, SO 2 en HF Natriumbicarbonaatinjectie: Kalksilo (natriumbicarbonaat): 60 m³ en stoffilter 2 kw Twee verdeel- en breekinstallaties (één per lijn) bestaande uit toevoervijzels, hoppers, doseervijzels, brekers, selecteurs, blaasventilatoren, totaal 62,3 kw DENOX- installatie bestaande uit rookgasheropwarming met behulp van een kanaalbrander (met aardgas) met elektrische tracing 2 x 16,99 kw, sperluchtverwarming 60 kw, ventilatoren 2 x 4 kw en 2 x 7,5 kw; Ammonia stockage en verdeling: Tank voor ammonia 25% 36,85 m³ ( kg); Absorptie tanks voor opvang ammoniakdampen 0,1 m³ 4 verdeelpompen elk 90 kw kw Dompelpomp afvalwater 1,5 kw Vulpomp voor ammoniatank 4 kw Ammoniakverdamper 2 x 0,2 m³ en verdamperweerstand 2 x 20 kw en elektrische tracing 2 x 5 kw 2 zuigtrekventilatoren elk 250 kw met koelventilatoren elk 0,25 kw 2 natte ontslakkers rolbruggen, transportinstallaties, ventilatoren en pompen met een totaal vermogen van 967 kw schoorsteen met een hoogte van 62 m en twee zuigtrekventilatoren van 2 x 132 kw lozen van bedrijfsafvalwater max. debiet van 100 m³/jaar in de openbare riolering van de Oostnieuwkerkesteenweg lozen van huishoudelijk afvalwater met een max. debiet van 550 m³/ jaar in de openbare riolering van de Oostnieuwkerkesteenweg noodstroomgenerator bestaande uit een alternator van kva (880 kw) en een dieselmotor van 880 kw 2 transfo's resp. 800 kva en kva Vast opgestelde batterijen met een totaal vermogen van VAh (noodstroomvoeding voor procescomputer) 2 batterijladers resp. 10 kw 3 kw stalplaats voor 6 voertuigen 14

15 airco-installatie van 55,265 kw, 2 luchtcompressoren: elk 37 kw met luchtdroger 2,5 kw een koelgroep 90 kw brandstofverdeelinstallatie met 1 verdeelslang werkplaats met metaalbewerkingsmachines met een totale drijfkracht van 15,74 kw 1 spoelbak van 220 l voor ontvetten van metalen andere stookinstallaties: - hulpstookketel op aardgas voor warmwaterproductie bij stilstand van de oven met een warmtevermogen van 7 MW - 2 branders bij mouwfilters 2 x 110 kw - luchtverhitter in de werkplaats 7,5 kw inrichting voor het rondpompen van water voor het warmwatercircuit van de warmtewisselaar naar de klanten van de afstandsverwarming bestaande uit 4 pompen met een totale drijfkracht van 267,4 kw een ORC-installatie (Organic Rankine Cyclus) bestaande uit: - een verdamper 17 MWth - een turbine kw - een generator kw - een transfo kva - een luchtcondensor 14 MWth - ventilatoren 250 kw - pomp organische stof 100 kw - opslag organische stof l (P1-product) opslag van: gassen in verplaatsbare recipiënten met een totale waterinhoud van l (stikstof 540 l, zuurstof 540 l, acetyleen 240 l, Argon/CO 2 40 l, waterstof 225 l en propaan 150 l) schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen met een totale hoeveelheid van 1000 kg (mosverdelger en waterbehandelingsproducten) P1-producten met een totale hoeveelheid 340 l (ontvetter, verf, verdunner, benzine) P2-producten met een totale hoeveelheid van 350 l (mosverdelger, deklaag, white spirit) P3-producten met een totale hoeveelheid van l (bovengrondse mazouttank van l en ontvetter 50 l) P4-producten met een totale hoeveelheid van l (minerale en hydraulische oliën) Artikel 2 1. De in artikel 1 bedoelde vergunde inrichting dient in gebruik genomen binnen een termijn van 200 kalenderdagen te rekenen vanaf de datum bepaald in artikel 3,1. 2. In de mate dat voor de inrichting die het voorwerp uitmaakt van de in artikel 1 bedoelde vergunning, krachtens het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, een bouwvergunning nodig is, wordt onderhavige milieuvergunning geschorst, zolang de bouwvergunning niet is verleend. In afwijking van het bepaalde 1 wordt de aanvangsdatum van de milieuvergunning in dat geval verdaagd tot de dag dat deze bouwvergunning definitief is verworven. 3. Wordt de in 2 bedoelde bouwvergunning geweigerd, dan vervalt de in artikel 1 bedoelde milieuvergunning van rechtswege op de dag van de weigering van de bouwvergunning in laatste aanleg. 15

16 Artikel 3 De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn 1. die aanvangt op 30/11/2006 behoudens wanneer : a) onderhavige milieuvergunning is geschorst omdat de bouwvergunning, vereist krachtens artikel 42 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, op datum van onderhavige milieuvergunning niet definitief is verleend; de exploitant dient de datum waarop de bouwvergunning werd verleend bij ter post aangetekend schrijven mee te delen aan de overheid die de milieuvergunning heeft verleend; b) onderhavige milieuvergunning overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, 3 van rechtswege vervalt; in dat geval is geen enkele vergunningstermijn toegestaan; 2. die eindigt op 20/01/2020, samenvallend met de einddatum van de basisvergunning d.d. 20/01/2000, verleend door de Bestendige Deputatie, behoudens wanneer : - de inrichting overeenkomstig het bepaalde in sub 1. a), later werd in gebruik genomen; in dat geval wordt de einddatum van onderhavige vergunning met een termijn overeenstemmend met deze latere in gebruikname naar later verschoven, behalve wanneer de einddatum samenvalt met de eerder verleende lopende vergunning(en). Artikel 4 De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden : De algemene en sectorale voorwaarden voor nieuwe/bestaande inrichtingen van titel II van het Vlarem. Ter informatie volgt hierna een niet-limitatieve opsomming van toepasselijke algemene en sectorale bepalingen uit titel II van het Vlarem (waarvan, in voorkomend geval, enkel de aangeduide artikelen van toepassing zijn) : V01: Algemene milieuvoorwaarden - algemeen: Hoofdstuk 4.1 en bijlage V02: Algemene milieuvoorwaarden - geluid: Hoofdstuk 4.5 en bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, en V03: Algemene milieuvoorwaarden - oppervlaktewater: Hoofdstuk 4.2 en bijlagen , en V04: Algemene milieuvoorwaarden - grond- en bodemwater: Hoofdstuk 4.3 en bijlage V05: algemene milieuvoorwaarden - lucht: Hoofdstuk 4.4. en bijlagen 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, en V07: Verwerking van afvalstoffen - algemeen: Afdeling en subafdeling V20A: Installaties voor de verbranding van huishoudelijk afval: subafdeling en 5.2.3bis V35: Elektriciteit: Hoofdstuk 5.12 V38: Gassen - algemeen: Afdeling V40: Gassen - koelinrichtingen - compressoren: Afdeling

17 V46: Opslag van gevaarlijke stoffen - ondergrondse en bovengrondse houders: Afdelingen , en en bijlagen , , , , , en V61: Luchtverontreiniging - thermische centrales, stookinstallaties en verbrandingsovens: Hoofdstuk 5.43 Dit doet niets af van de strikte naleving van de volgende voorwaarden: Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II, Belgisch Staatsblad dd. 31 juli 1995), gewijzigd bij besluit van 6 september 1995, bij besluit van 26 juni 1996, bij besluit van 3 juni 1997, bij besluiten van 17 december 1997, bij besluit van 24 maart 1998, bij besluit van 6 oktober 1998, bij besluit van 19 januari 1999, bij besluit van 15 juni 1999, bij besluit van 3 maart 2000, bij besluit van 17 maart 2000, bij besluit van 17 juli 2000, bij besluit van 13 oktober 2000, bij besluit van 19 januari 2001 bij besluiten van 20 april 2001, bij besluit van 13 juli 2001, bij besluit van 18 januari 2002, bij besluit van 25 januari 2002, bij besluit van 31 mei 2002, bij besluiten van 14 maart 2003, bij besluit van 21 maart 2003, het besluit van 19 september 2003, het besluit van 28 november 2003, het besluit van 5 december 2003, het besluit van 12 december 2003, het besluit van 9 januari 2004, het besluit van 6 februari 2004, het besluit van 2 april 2004, bij besluit van 26 maart 2004 en bij besluit van 23 april 2004, bij besluit van 14 mei 2004, bij besluit van 4 februari 2005, bij besluit van 7 januari 2005, bij besluit van 22 juli 2005 en bij besluit van 27 januari In het geval van verandering (uitbreiding) van een lopende vergunning gelden voor de tot op heden nog niet vergunde inrichtingen in principe steeds de voorwaarden voor nieuwe inrichtingen van titel II van het Vlarem (met uitzondering van de inplantingsregels indien vergroting minder dan 100 % bedraagt), en dit voor zover de sectorale voorwaarden geen afwijkende regeling bevatten. De in de vroegere vergunningen reeds opgelegde voorwaarden blijven eveneens van kracht. Artikel 5 Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. Artikel 6 1. Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van hoofdstuk III bis van titel I van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning. 2. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient voor de datum van inwerkingtreding van de overname gemeld aan de vergunning verleende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning. 17

18 Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning uiterlijk tussen de 18 de en de 12 de maand voor het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. Brugge, de 30/11/2006 Waren aanwezig: de HH. Paul BREYNE, Gouverneur-voorzitter; de Heer Jan DURNEZ, de heer Patrick VAN GHELUWE, de heer Gabriël KINDT, de heer Dirk DE FAUW, de heer Gunter PERTRY, mevrouw Marleen TITECA-DECRAENE, leden; de Heer Hilaire OST, Provinciegriffier De provinciegriffier, De voorzitter, Hilaire Ost Paul Breyne Gouverneur AANDACHT! Ingevolge de koppeling van de bouw- aan de milieuvergunning vervalt de krachtens het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, verleende bouwvergunning in geval onderhavige milieuvergunning in beroep zou worden geweigerd, op de dag van de definitieve weigering van de milieuvergunning. Tegen onderhavige beslissing kan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse Regering, overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning. Dit beroep dient binnen de 30 kalenderdagen na verzending (voor de exploitant en de betrokken adviesinstanties en besturen) of aanplakking (derden) bij ter post aangetekend schrijven ingediend, gericht aan de Vlaamse Minister bevoegd voor het leefmilieu, op het adres van de Afdeling Milieuvergunningen van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (Graaf de Ferrarisgebouw (4de + 6de verdieping), Koning Albert II-laan 20 bus 8 te 1000 BRUSSEL) of van het Kabinet van de Vlaamse Minister. Tot staving van de ontvankelijkheid dient bij het beroepschrift een voor eensluidend verklaard afschrift van het attest van verzending resp. van aanplakking en een bewijs van betaling van de verschuldigde dossiertaks gevoegd te worden. 18