Verkenning Natuurbeschermingswet Waalweelde Beuningse Waarden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verkenning Natuurbeschermingswet Waalweelde Beuningse Waarden"

Transcriptie

1 Verkenning Natuurbeschermingswet Waalweelde Beuningse Waarden Inventarisatie en beoordeling in het kader van de Natuurbeschermingswet september in opdracht van Provincie Gelderland

2 Colofon Titel Verkenning Natuurbeschermingswet Waalweelde Beuningse Waarden Subtitel Inventarisatie en beoordeling in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 Projectcode /04 Status definitief Datum 3 september 2014 Auteurs Tweede lezer ir. D.J. (David) Sietses & drs. E. (Etienne) de Vries drs. ing. F. (Frank) Samsen Opdrachtgever Provincie Gelderland is ee n o nafh an kelijk advi es- en i ng enieu rsb ure au ges peci alise erd i n eco logisch onderzoek & natuurontwikkeling Emmastraat 16, 8011 AG Zwolle EcoGroen Advies (2014) Alles uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt, mits onder vermelding van bron en status: Sietses D.J. & E. de Vries (2014). Verkenning Natuurbeschermingswet Waalweelde Beuningse Waarden. Inventarisatie en beoordeling in het kader van de Natuurbeschermingswet Rapport /04. EcoGroen Advies BV, Zwolle.

3 Inhoud 1 Inleiding Aanleiding en doelstelling van dit onderzoek Voorgenomen ontwikkeling Scope van deze verkenning Wettelijk kader en selectie van aanwezige waarden Reikwijdte van de Natuurbeschermingswet Toetsingskader Natuurbeschermingswet Natura 2000-gebied Rijntakken Effectbeoordeling Broedvogels Niet-Broedvogels Kamsalamander Aanleg struinroute Conclusies en advies Geraadpleegde bronnen...22 Bijlagen 1 Maatregelenkaart 2 Instandhoudingsdoelen Natura 2000-gebied Rijntakken

4 Klik hier als u tekst wilt invoeren. 1 Inleiding 1.1 AANLEIDING EN DOELSTELLING VAN DIT ONDERZOEK Provincie Gelderland en de Dienst Landelijk Gebied werken samen aan de herinrichting van de Beuningse Waarden, als onderdeel van het programma Waalweelde. Het programma Waalweelde heeft tot doel een beleefbaar, eigen en aantrekkelijk rivierlandschap te ontwikkelen binnen de randvoorwaarden van (rivier)veiligheid en budget. De visie Weelde in de Beuningse Uiterwaarden van Bureau Stroming (2008) dient daarbij als vertrekpunt. EcoGroen Advies heeft in opdracht van de provincie Gelderland een verkenning van effecten op natuurwaarden uitgevoerd. Deze verkenning heeft betrekking op natuurwaarden die zijn beschermd via de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet en het Gelders natuurbeleid. Het doel van de initiatiefnemers is om in 2015 over een vergunbaar ontwerp te beschikken en de vergunningenprocedures te starten. In voorliggende rapportage wordt verslag gedaan van de verkenning van de mogelijke effecten van herinrichting van de Beuningse Waarden op natuurwaarden die zijn beschermd middels de Natuurbeschermingswet. De verkenning van de doorwerking van de Flora- en faunawet en het Gelders natuurbeleid worden in separate rapporten beschreven, respectievelijk Lindenholz (2014 ) en Sietses & De Vries (2014). 1.2 VOORGENOMEN ONTWIKKELING De Beuningse Waarden liggen ten zuiden van de Waal, tussen rivierkilometer 888,1 en 892,0. De uiterwaarden worden in het zuiden begrensd door de winterdijk en in het westen door de Sluiswaard (figuur 1.1). De locaties waar de maatregelen worden uitgevoerd liggen allen in de Beuningse Waarden. Op de soortenkaarten in bijlage 3 is de term maatregelengebied gebruikt om de buitengrenzen van het gebied waarbinnen de maatregelen worden uitgevoerd te duiden. De term maatregelengebied is in dit rapport uitwisselbaar met de term plangebied. De enige maatregel die buiten deze begrenzing valt is de dijkverzwaring, waarvan de lengte en ligging nog indicatief is. Deze maatregel wordt apart besproken. Het onderzoeksgebied is het gebied dat onderzocht is op de aanwezigheid van beschermde en bedreigde soorten. Dit is gedefinieerd als de Beuningse waarden inclusief de Sluiswaard en de beide grindgaten. 1

5 De speerpunten uit de visie van Bureau Stroomlijn (2008) zijn vertaald in een voorlopig inrichtingsplan en schetsontwerp zoals opgenomen in het rapport Weelde in de Beuningse Uiterwaard: Schetsontwerp & Realisatiestrategie (DLG, 2013). Het inrichtingsplan is vertaald in een aantal inrichtingsmaatregelen. Deze maatregelen zijn weergegeven op een concept maatregelenkaart (d.d. 22 april 2014, figuur 1.1 en bijlage 1). Het ontwerpproces is echter nog niet afgerond: de maatregelen kunnen nog worden bijgesteld op basis van nieuwe inzichten. De maatregelen bestaan onder andere uit: Realisatie van de geul met kwelremmende maatregelen, na kap van bestaand bos; Vrijmaken van de stroombaan; Kruinverhoging bandijk; Herprofileren kade; Renovatie (cultuurhistorisch waardevolle) sluizen; Realisatie van fiets- en wandelpaden; Verwijderen bestaande en realisatie nieuwe ontsluitingswegen (inclusief bruggen en dijklichaam); Aanplant van bos. Sluiswaard Moespotsewaard buizenterrein strang Staartjeswaard Bunswaard terrein oude steenfabriek Het Nieuwe Grindgat Het Grindgat Moespotse Waai Duivelswaai Figuur 1.1: Plangebied met voorgenomen maatregelen en toponiemen (DLG, april 2014). 2

6 1.3 SCOPE VAN DEZE VERKENNING De inrichtingsmaatregelen uit het voorlopig ontwerp van april 2014 zijn getoetst aan de Natuurbeschermingswet. In de beoordeling is gekeken naar zowel effecten van de realisatiefase ( uitvoering ), als de lange termijneffecten (die overwegend positief voor natuurwaarden zullen zijn). De voorliggende rapportage heeft het niveau van een risicoverkenning. Dit betekent dat effecten van maatregelen op Natura 2000-gebied Rijntakken alleen worden uitgesloten wanneer dit met een beperkte onderbouwing mogelijk is. Wanneer effecten in dit stadium van onderzoek niet of met onvoldoende zekerheid kunnen worden uitgesloten is aangegeven welke aanvullende informatie nodig is om deze zekerheid wel te bereiken. Deze beoordeling vindt plaats in hoofdstuk 3 van deze rapportage. Om de effecten van de voorgenomen ontwikkeling in beeld te brengen, zijn de maatregelen ingedeeld in vier categorieën en zijn de conclusies van de effectbeoordeling samengevat weergegeven in tabelvorm. Deze tabel is in hoofdstuk 4 opgenomen. 3

7 2 Klik hier als u tekst wilt 2 Wettelijk kader en selectie van aanwezige waarden 2.1 REIKWIJDTE VAN DE NATUURBESCHERMINGSWET 1998 De Natuurbeschermingswet 1998 regelt de bescherming van gebieden met bijzondere natuur- en landschapswaarden. De Natuurbeschermingswet omvat samengevat de Natura 2000-gebieden en de Beschermde Natuurmonumenten. Natura 2000 is het netwerk van natuurgebieden in de Europese Unie, die worden beschermd op grond van de Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992). Deze richtlijnen geven aan welke typen natuur en welke soorten beschermd moeten worden. De lidstaten wijzen daarvoor speciale beschermingszones aan en moeten instandhoudingsmaatregelen nemen om deze gebieden te beschermen. Als gevolg van de Natuurbeschermingswet is een vergunningenstelsel van kracht voor handelingen die schade toebrengen aan beschermde soorten of gebieden binnen de Natuurbeschermingswetgebieden. Hiermee is een zorgvuldige afweging gewaarborgd: activiteiten en projecten mogen in principe alleen uitgevoerd worden wanneer geen significante schade aan de beschermde natuurwaarden ontstaat. Het plangebied ligt binnen de begrenzing van het Natura 2000-gebied Rijntakken en is uitsluitend aangemerkt als Vogelrichtlijngebied (figuur 2.1). Figuur 2.1 Ligging van het projectgebied Beuningse Waarden (rode onderbroken lijn) ten opzichte van de begrenzing van Natura 2000-gebied Rijntakken. Ter hoogte van het plangebied betreft het alleen Vogelrichtlijngebied (lichtblauwe arcering). Habitatrichtlijngebied (groene arcering) ligt op ruim een kilometer naar het westen. 4

8 Negatieve effecten van het project Waalweelde Beuningse Waarden op de beschermde waarden van het Natura 2000-gebied Rijntakken kunnen niet op voorhand met voldoende zekerheid worden uitgesloten en worden daarom nader beoordeeld. Negatieve effecten van het project op andere Natura 2000-gebieden of Beschermde Natuurmonumenten worden als gevolg van het project niet verwacht. Het meest nabij gelegen gebied dat bescherming geniet onder de Natuurbeschermingswet is Beschermd Natuurmonument Oude Waal, circa vijf kilometer stroomopwaarts en direct ten oosten van de stad Nijmegen. Gezien de afstand en de lokale invloed van de inrichtingsmaatregelen, ontbreekt een directe ecologische relatie met de Oude Waal en zijn negatieve effecten uitgesloten. De voorliggende verkenning blijft dan ook beperkt tot het Natura 2000-gebied Rijntakken. 2.2 TOETSINGSKADER NATUURBESCHERMINGSWET 1998 Wanneer op voorhand negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen door een plan of project niet uitgesloten kunnen worden, dient dit plan of project getoetst te worden aan de Natuurbeschermingswet. In de regel wordt begonnen met een verkennende risico-inschatting, of zogenaamde Voortoets. Hierin wordt bepaald of er sprake kan zijn van mogelijke negatieve effecten en of verwacht wordt dat deze effecten significant negatief kunnen zijn. Een risicoverkenning kan de volgende uitkomsten hebben: Er is geen verslechtering van de kwaliteit van habitattypen of habitats van soorten en hoogstens sprake van niet significante verstoring van soorten. In dit geval hoeft geen nader onderzoek te worden uitgevoerd en is het aanvragen van een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet niet aan de orde; Er is sprake van een verslechtering van de kwaliteit van habitattypen of habitats van soorten, maar deze is zeker niet significant. In dat geval dient een vergunning te worden aangevraagd met behulp van een Verslechteringstoets; Er is kans op significante verslechtering van de kwaliteit van habitattypen of habitats van soorten en/of significante verstoring van soorten. In dat geval dient een vergunning te worden aangevraagd met behulp van een Passende Beoordeling. Indien uit een Passende Beoordeling volgt dat significant negatieve gevolgen optreden of niet uitgesloten kunnen worden, wordt het plan of project alleen toegestaan wanneer gelijktijdig voldaan wordt aan drie criteria, de zogenoemde ADC-criteria: zijn er alternatieven, is het een dwingende reden en is er compensatie? De negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen moeten tevens beoordeeld worden in samenhang met die van andere plannen en projecten. Dit laatste wordt aangeduid met cumulatieve effecten. 5

9 2.3 NATURA 2000-GEBIED RIJNTAKKEN Algemene beschrijving Het Natura 2000-gebied Rijntakken is op 29 mei 2014 aangewezen. Het betreft een samenvoeging van tot dat moment vier gescheiden Natura 2000-gebieden, namelijk: Uiterwaarden IJssel, Uiterwaarden Neder-Rijn, Gelderse Poort en Uiterwaarden Waal. De Beuningse Waarden liggen in het voormalige Natura 2000-gebied Uiterwaarden Waal. Het deelgebied Uiterwaarden Waal omvatten het winterbed van de Waal en daarmee alle uiterwaarden langs de noord- en de zuidoever van de Waal van Nijmegen tot aan Zaltbommel. De Waal heeft een vrije afvoer naar zee en is de belangrijkste route voor trekvissen van en naar de bovenstroomse delen van de Rijn. De uiterwaarden zijn op de meeste plaatsen breed en - door vergraving - relatief laaggelegen. Hier overheersen natte biotopen als geulen, strangen, vochtige graslanden, moerassige ruigten en zachthoutooibos. Deze zijn gedurende het hele seizoen belangrijk als rust- en foerageergebied voor talloze water- en graslandvogels. Slechts een deel van Uiterwaarden Waal is aangemerkt als Habitatrichtlijngebied. Het hele gebied is beschermd onder de Vogelrichtlijn. (Ministerie van EZ 2014b) Tabel 2.1 Beschermde waarden van Natura 2000-gebied Rijntakken. Habitattypen Meren met Krabbenscheer en fonteinkruiden Beken en rivieren met waterplanten (grote fonteinkruiden) Slikkige rivieroevers Stroomdalgraslanden Ruigten en zomen (moerasspirea) Ruigten en zomen (droge bosranden) Glanshaver- en vossenstaarthooilanden (glanshaver) Glanshaver- en vossenstaarthooilanden (grote vossenstaart) Vochtige alluviale bossen (zachthoutooibossen) Vochtige alluviale bossen (essen-iepenbossen) Droge harthoutooibossen Habitatrichtlijnsoorten Zeeprik Rivierprik Elft Zalm Bittervoorn Grote modderkruiper Kleine modderkruiper Rivierdonderpad Kamsalamander Meervleermuis Bever Broedvogels Dodaars Aalscholver Roerdomp Woudaap Porseleinhoen Kwartelkoning Watersnip Zwarte Stern IJsvogel Oeverzwaluw Blauwborst Grote karekiet Niet-broedvogels Fuut Aalscholver Kleine Zwaan Wilde zwaan Toendrarietgans Kolgans Grauwe Gans Brandgans Bergeend Smient Krakeend Wintertaling Wilde eend Pijlstaart Slobeend Tafeleend Kuifeend Nonnetje Meerkoet Scholekster Goudplevier Kievit Kemphaan Grutto Wulp Tureluur 6

10 Instandhoudingsdoelen Het Natura 2000-gebied Rijntakken is aangewezen als speciale beschermingszone voor elf (sub)habitattypen, elf habitatrichtlijnsoorten, twaalf broedvogelsoorten en 26 niet-broedvogelsoorten. In tabel 2.1 zijn deze opgesomd. Een toelichting op de instandhoudingsdoelen voor deze beschermd waarden is in bijlage 2 gegeven. Te toetsen waarden Juridische toetsing Omdat Natura 2000-gebied Rijntakken ter hoogte van het plangebied alleen is aangewezen als Vogelrichtlijngebied (zie figuur 2.1) hoeven waarden die op grond van de Habitatrichtlijn zijn aangemeld niet meebeoordeeld te worden. Een uitzondering hierop vormen de instandhoudingsdoelen die zijn opgesteld voor de habitatrichtlijnsoort Kamsalamander. In het aanwijzingsbesluit van de Rijntakken wordt namelijk aangegeven dat voor Kamsalamander de verbindingen tussen populaties van groot belang zijn. Dit impliceert dat er ook tussen Habitatrichtlijngebieden - en daarmee binnen Vogelrichtlijngebied - behoud- en ontwikkelingsopgaven gelden ten aanzien van de soort. Geconcludeerd wordt daarom dat getoetst moet worden of de plannen leiden tot negatieve gevolgen voor kwalificerende (niet-) broedvogelsoorten en dat daarnaast bepaald dient te worden of negatieve effecten kunnen optreden op de instandhoudingsdoelen voor Kamsalamander. Kader 2.1 Ambities en kerngebieden volgens concept beheerplan Natura 2000 Rijntakken Uit het concept beheerplan Natura 2000 Rijntakken (Provincie Gelderland 2012), blijkt dat binnen de Beuningse waarden kerngebieden voor Droge graslanden en Kamsalamander zijn aangewezen. Daarnaast zijn de Beuningse waarden aangewezen als gebied met belangrijke boskernen. Droge graslanden Kerngebieden Droge graslanden (corresponderend met de habitattypen Stroomdalgrasland en Glanshaverhooiland) zijn gekoppeld aan het Habitatrichtlijngebied dat binnen de Beuningse Waarden ligt. Omdat het plangebied enkel onder de Vogelrichtlijn valt liggen hier geen ambities voor de uitbreiding van Droge graslanden. Kamsalamander Het plangebied is aangewezen als kerngebied Kamsalamander. Voor de soort geldt dat op basis van het aanwijzingsbesluit van het Natura 2000-gebied Rijntakken getoetst moet worden of negatieve effecten als gevolg van de plannen op het leefgebied van de soort kunnen optreden. Boskernen Een belangrijke kwaliteitsfactor voor zachthoutooibos en voor habitatsoorten als Bever en Aalscholver is een goede spreiding van boskernen over de verschillende Rijntakken (maximaal 10 km uit elkaar). De habitatgebieden binnen de Rijntakken liggen hier voor vaak te ver uit elkaar. Om die reden zijn, naast de boskernen binnen de Habitatrichtlijngebieden, ook geschikte locaties voor boskernen in de tussengelegen Vogelrichtlijngebieden aangegeven. Deze boskernen buiten het Habitatrichtlijngebied zullen een belangrijke bijdrage leveren aan de ecologische kwaliteit van de Rijntakken. De goede verspreiding van boskernen kent echter geen wettelijke bescherming op basis van de Natuurbeschermingswet. Het is een aandachtspunt, maar hoeft niet meegenomen te worden in de toetsing aan de Natuurbeschermingswet. Het onderdeel wordt wel behandeld in de toetsing aan het Gelders Natuurbeleid (Sietses 2014). 7

11 Ambities volgens het beheerplan Natura 2000 Rijntakken In het concept beheerplan Natura 2000 Rijntakken (Provincie Gelderland 2012) zijn kerngebieden aangewezen voor enkele habitattypen en habitatsoorten waarvoor een uitbreidingsopgave geldt. Het beheerplan heeft echter nog geen juridische status, maar geeft enkel weer waar welke ambities liggen met betrekking tot de uitbreidingsdoelen van habitattypen en leefgebied van soorten. In een toetsing aan de Natuurbeschermingswet hoeft zodoende niet beoordeeld te worden of aantasting van de ambities binnen kerngebieden kan plaatsvinden. De ambities en kerngebieden die in het beheerplan benoemd worden geven evenwel inzicht in de aanwezige waarden. Daarnaast is het goed om in beeld te hebben welke ambities hier liggen, zodat hier eventueel rekening mee kan worden gehouden ook in verband met ander beleid, zoals het Gelders natuurbeleid (zie ook Sietses 2014). In kader 2.1 is daarom kort ingegaan op de ambities en kerngebieden die binnen de Beuningse waarden zijn aangewezen volgens het concept beheerplan Natura 2000 Rijntakken. 8

12 3 Klik hier als u tekst wilt 3 Effectbeoordeling 3.1 BROEDVOGELS Gebru ikte gegevens en aanwezigheid van broedvogels Om te bepalen of kwalificerende broedvogels in het plangebied aanwezig zijn, is gebruik gemaakt van verspreidingsgegevens die beschikbaar zijn gesteld door provincie Gelderland. Deze gegevens zijn gebaseerd op broedvogeltellingen in de Rijntakken tussen 1990 en 2007 op kilometerhokniveau. Meer recentere gegevens zijn verkregen uit Tauw (2013). Ook is gebruik gemaakt van losse waarnemingen van kwalificerende broedvogels in het plangebied tussen 2004 en 2014 via de NDFF. Daarnaast is informatie geput uit waarneming.nl, SOVON.nl en diverse documenten (SOVON 2011, 2012, 2013; Boele et al. 2013). Op basis van de verzamelde gegevens wordt geconcludeerd dat van de twaalf kwalificerende broedvogelsoorten alleen Dodaars, IJsvogel, Oeverzwaluw en Blauwborst in de Beuningse waarden tot broeden komen. Overige soorten broeden niet in het gebied. Wel wordt het plangebied gebruikt als foerageergebied door Aalscholver. Hoewel overige soorten niet binnen het plangebied broedend verwacht worden, geldt voor Roerdomp, Woudaap, Porseleinhoen, Kwartelkoning, Zwarte stern en Grote karekiet wel een uitbreidingsdoelstelling voor het oppervlakte leefgebied. De plannen mogen potenties voor uitbreiding van leefgebied van deze soorten niet in de weg staan. De effectbeoordeling richt zich daarom op deze soorten met een uitbreidingsdoelstelling en op Aalscholver, Dodaars, IJsvogel, Oeverzwaluw en Blauwborst. Effec tbeoorde ling Dodaars, IJsvogel, Oeverzwaluw en Blauwborst In de Beuningse Waarden zijn broedgevallen bekend of te verwachten van Dodaars, IJsvogel, Oeverzwaluw en Blauwborst. In figuur 3.1 zijn de broedterritoria weergegeven op basis van broedvogelmonitoring (BMP) door de SOVON, uitgevoerd in de jaren 2000, 2004, 2009 en 2011.(provincie Gelderland 2014). Effecten op deze vier vogelsoorten kunnen op twee manieren optreden. Ten eerste kunnen de werkzaamheden leiden tot verstoring of vernietiging van nesten wanneer gewerkt wordt in het broedseizoen. Indien werkzaamheden worden uitgevoerd in het broedseizoen van genoemde vogelsoorten, dan is het nodig om de exacte broedlocaties in beeld te brengen. Werkzaamheden dienen dan op een zodanige afstand van nesten uitgevoerd te worden dat geen verstoring meer optreedt. Verstoring en aantasting van in gebruik zijnde nesten kan echter voorkomen worden door de werkzaamheden buiten het broedseizoen van aanwezige broedvogelsoorten uit te voeren. In dat geval zijn geen effecten te verwachten als gevolg van de aanlegfase. 9

13 Figuur 3.1 Verspreiding van broedterritoria van kwalificerende broedvogels van Natura 2000-gebied Rijntakken, op basis van broedvogelmonitoring tussen 2000 en 2011 (provincie Gelderland 2014). Ten tweede kan een negatief effect ontstaan wanneer belangrijk broed- en foerageerbiotoop van de soorten verdwijnt als gevolg van de plannen. Dit effect kan ook buiten het broedseizoen optreden en kan tot gevolg hebben dat genoemde soorten hier niet of in mindere mate tot broeden kunnen komen. Indien hierdoor de draagkracht van het Natura-2000 voor deze soorten achteruit gaat, dan is sprake van een negatief effect. Onderstaand wordt hier per soort nader op ingegaan. Dodaars Natura 2000-gebied Rijntakken heeft een behouddoelstelling voor de oppervlakte en kwaliteit van het leefgebied van de Dodaars, met een draagkracht van 45 paar (zie bijlage 2). Landelijk is er sinds 1990 sprake van een significante toename van de broedvogelpopulatie met meer dan 5% per jaar (sovon.nl). Voor het Natura 2000-gebied Rijntakken zijn nog geen trends gepubliceerd voor deze soort. Dodaars was van de vier Natura 2000-gebieden die zijn samengevoegd tot Natura 2000-gebied Rijntakken uitsluitend aangewezen in de Gelderse Poort. Dodaars is een vrij schaarse broedvogel van ondiepe, voedselarme tot matig voedselrijke zoete wateren met een weelderige oevervegetatie. De soort broedt veelal in vennen, duinplassen, wielen, oude kleiputten of kreken. De eerste verlandingsstadia zijn zeer geschikt om te nestelen. Dodaars bouwt zijn nest veelal te midden van riet- of zeggenvegetaties of op losse pollen van bijv. pitrus, in hooguit 1 m diep water. Vaak ligt het nest op 1-5 m afstand van de oever. Binnen de projectgrenzen van Waalweelde Beuningse Waarden zijn broedgevallen bekend in de in het ooibos gelegen plassen van de Staartjeswaard. In 2000 en 2004 zijn hier in beide jaren twee territoria vastgesteld (zie figuur 3.1). Nadien zijn geen broedgevallen meer bekend uit de BMP van SOVON. Op waarneming.nl zijn 10

14 wel waarnemingen van dodaars met territoriumindicerend gedrag gemeld in 2007, 2008 en 2009, op dezelfde locaties als de waarnemingen uit 2000 en 2004 (zie figuur 3.1). In een enkel geval werden ook roepende exemplaren vastgesteld in de strang (zie figuur 1.1 voor ligging). Bekend is dat de plassen in de Staartjeswaard waar Dodaars broed niet jaarlijks waterhoudend zijn. Zo zijn door de relatief lage waterstand van de Waal dit jaar de plassen al in het voorjaar drooggevallen, reden dat hier dit seizoen ook geen voortplanting van Kamsalamander is vastgesteld. Ook uit de Gelderse Poort is bekend dat het broedsucces van de Dodaars sterk bepaald wordt door de waterstand van de rivier (Majoor & Van Diermen 2013) De broedlocaties van Dodaars blijven in het huidige ontwerp behouden. Negatieve effecten op deze soort zijn daarom met zekerheid uit te sluiten. Wel wordt geadviseerd na te gaan of het mogelijk is de plassen te optimaliseren, zowel voor Kamsalamander als Dodaars, maar ook voor kwaliteitsverbetering van het ooibos. Hier wordt bij de bespreking van Kamsalamander nader op ingegaan. IJsvogel Natura 2000-gebied Rijntakken heeft een behouddoelstelling voor de oppervlakte en kwaliteit van het leefgebied van de IJsvogel, met een draagkracht van 25 paar (zie bijlage 2). Landelijk is er sinds 1990 sprake van een significante toename van de broedvogelpopulatie met meer dan 5% per jaar, maar de laatste 10 jaar is er een significante afname van >5% per jaar (sovon.nl). De trend van de soort wordt sterk bepaald door het voorkomen van strenge winters. Voor het Natura 2000-gebied Rijntakken zijn nog geen trends gepubliceerd voor deze soort. IJsvogel was van de vier Natura 2000-gebieden die zijn samengevoegd tot Natura gebied Rijntakken alleen niet aangewezen voor de Uiterwaarden Waal. IJsvogel is een uiterst schaarse tot schaarse broedvogel van beschutte visrijke, ondiepe, heldere en doorgaans langzaam stromende wateren van minimaal twee meter breed. Het nest is een gegraven hol in steile, vaak afkalvende oevers, wanden van afgravingen of aardkluiten van omgewaaide bomen. De soort vertoont daarbij voorkeur voor een steilwand van minimaal 2 meter, de grondsoort is bij voorkeur leemhoudend zand. Het nest ligt doorgaans direct aan of binnen 200 meter van de waterkant. Het foerageergebied kan zich uitstrekken tot op enkele kilometers van het nest. Binnen de projectgrenzen van Waalweelde Beuningse Waarden is alleen uit 2000 een zeker broedgeval bekend langs de zuidwestoever van Het Grindgat. Nadien zijn geen broedgevallen meer bekend uit de BMP van SOVON. Op waarneming.nl zijn waarnemingen met territoriumindicerend gedrag gemeld in 2007 en 2008, verspreid in het gebied. Gezien de nestvoorkeur in steilwanden is het aannemelijk dat de soort - net als Oeverzwaluw tot broeden kan komen langs Het Grindgat en mogelijk langs de Waal ter hoogte van de monding van de effluentleiding. Beide mogelijke broedlocaties van IJsvogel blijven in het huidige ontwerp behouden. Negatieve effecten op deze soort zijn daarom met zekerheid uit te sluiten. De aanleg van de nieuwe geul zal bovendien extra broedgelegenheid en foerageermogelijkheden opleveren, zodat de inrichtingsmaatregelen een gunstig effect zullen hebben en bijdragen aan het instandhoudingsdoel voor IJsvogel. 11

15 Oeverzwaluw Natura 2000-gebied Rijntakken heeft een behouddoelstelling voor de oppervlakte en kwaliteit van het leefgebied van de Oeverzwaluw, met een draagkracht van 680 paar (zie bijlage 2). Landelijk is er sinds 1990 sprake van een significante toename van de broedvogelpopulatie van minder dan 5% per jaar, de laatste 10 jaar is er geen significante aantalverandering (sovon.nl). Voor het Natura 2000-gebied Rijntakken zijn nog geen trends gepubliceerd voor deze soort. Oeverzwaluw was van de vier Natura 2000-gebieden die zijn samengevoegd tot Natura 2000-gebied Rijntakken alleen aangewezen voor de Uiterwaarden Neder-Rijn en de Gelderse Poort. Oeverzwaluw is een vrij talrijke broedvogel van open terreinen met zand-, leem- of kleiwanden in de omgeving van water. De nesten worden gegraven in steile afgekalfde oevers van meren, rivieren en beken, maar ook in steilwanden van gronddepots, afgravingen, stuifduinen en greppels. Het landschap moet open zijn zodat de aanvliegroutes niet worden onderbroken door vegetatie. Binnen de projectgrenzen van Waalweelde Beuningse Waarden zijn uit 2000 en 2004 broedgevallen bekend langs de noordwestoever van Het Grindgat en de monding van de effluentleiding. Uit 2009 en 2011 zijn geen broedgevallen meer bekend uit de BMP van SOVON. Op waarneming.nl zijn eveneens geen waarnemingen met territoriumindicerend gedrag gemeld. Gezien de nestvoorkeur in steilwanden is het aannemelijk dat de soort - net als Oeverzwaluw tot broeden kan komen langs Het Grindgat en mogelijk langs de Waal ter hoogte van de monding van de effluentleiding. Beide mogelijke broedlocaties van Oeverzwaluw blijven in het huidige ontwerp behouden. Negatieve effecten op deze soort zijn daarom met zekerheid uit te sluiten. De aanleg van de nieuwe geul zal bovendien extra broedgelegenheid en foerageermogelijkheden opleveren, zodat de inrichtingsmaatregelen een gunstig effect zullen hebben en bijdragen aan het instandhoudingsdoel voor Oeverzwaluw. Blauwborst Natura 2000-gebied Rijntakken heeft een behouddoelstelling voor de oppervlakte en kwaliteit van het leefgebied van de Blauwborst, met een draagkracht van 95 paar (zie bijlage 2). Landelijk is er sinds 1990 en de laatste 10 jaar sprake van een significante toename van de broedvogelpopulatie met minder dan 5% per jaar (sovon.nl). Voor het Natura 2000-gebied Rijntakken zijn nog geen trends gepubliceerd voor deze soort. Blauwborst was van de vier Natura 2000-gebieden die zijn samengevoegd tot Natura 2000-gebied Rijntakken uitsluitend aangewezen voor de Gelderse Poort. Blauwborst is een vrij talrijke broedvogel van verruigd rietland met wilgenopslag, moerasstruwelen of niet te dicht wilgen- en elzenbroekbos. In agrarisch cultuurland nestelt de soort in verruigde slootranden en koolzaadakkers. Belangrijk voor de Blauwborst is een combinatie van kale bodem voor gebruik als voedselplek, dichte vegetatie voor zijn nestplaats en opgaande elementen zoals struiken voor zijn zang- en uitkijkpost. Het nest wordt gebouwd in de dichte vegetatie of rietruigte, op of net boven de bodem, of in een ondiepe holte langs een oever. Binnen de projectgrenzen van Waalweelde Beuningse Waarden zijn broedgevallen uit de Staartjeswaard. In 2004 zijn hier drie territoria vastgesteld (zie figuur 3.1). Uit 2009 en 2011 zijn geen broedgevallen meer 12

16 bekend uit de BMP van SOVON. Waarneming.nl maakt melding van een mogelijk broedgeval in 2007, eveneens in de Staartjeswaard. Hoewel de landelijke trend voor Blauwborst stijgende is, is bijvoorbeeld in de oostelijke Rijnstrangen (Gelderse Poort) deze eeuw sprake van een stagnatie van de ontwikkeling van de broedvogelpopulatie. Deze stagnatie wordt ondermeer geweten aan verlies van het voorkeurshabitat door de steeds verder gaande verbossing (Majoor, De Boer & Van Diermen 2008). Mogelijk speelt dit proces ook hier een rol bij het verdwijnen van de soort als broedvogel. Door de aanleg van de geul zal een deel van het resterende voorkeurshabitat verdwijnen. Ingeschat wordt dat maximaal 50% van de potentiële broedhabitat van Blauwborst wordt weggenomen. Dit komt overeen met leefgebied voor 1-2 broedparen. Hoewel betrouwbare inventarisatiegegevens ná 2011 ontbreken, zijn er de afgelopen 7 jaar waarschijnlijk geen blauwborsten meer in het gebied tot broeden gekomen. Het is aannemelijk dat het broedhabitat door verbossing ongeschikt is geraakt. Blauwborst heeft in Natura 2000-gebied Rijntakken een behouddoelstelling voor de oppervlakte en kwaliteit van het leefgebied. Maar omdat geschikt broedhabitat al geruime tijd ontbreekt wordt geconcludeerd dat het project Waalweelde Beuningse Waarden geen effect heeft op het instandhoudingsdoel van de soort. De aanleg van de nieuwe geul kan bijdragen aan herstel van het broedbiotoop. Voorwaarde is dan wel dat de geul zeer flauwe oevers krijgt, zodat ruimte ontstaat voor moerasontwikkeling en opslag van struweel. Effec tbeoorde ling Aalscholver Natura 2000-gebied Rijntakken heeft een behouddoelstelling voor de oppervlakte en kwaliteit van het leefgebied van de Aalscholver, met een draagkracht van 660 paar (zie bijlage 2). Landelijk is er sinds 1990 sprake van een significante toename van de broedvogelpopulatie met minder dan 5% per jaar. De laatste 10 jaren is er geen significante aantalsverandering (sovon.nl). Voor het Natura 2000-gebied Rijntakken zijn nog geen trends gepubliceerd voor deze soort. Aalscholver was van de vier Natura 2000-gebieden die zijn samengevoegd tot Natura 2000-gebied Rijntakken uitsluitend aangewezen voor de Uiterwaarden IJssel en de Gelderse Poort. Broedkolonies van Aalscholver zijn niet aanwezig in de Beuningse Waarden. Aantasting hiervan is dan ook uitgesloten. Wel fungeren de zandwinplassen Het Grindgat en Het Nieuwe Grindgat jaarrond als foerageergebied voor de soort. De functie van deze plassen blijft behouden. Alleen tijdens de werkzaamheden rond de westzijde van Het Nieuwe Grindgat kan verstoring optreden op foeragerende exemplaren. Een deel van het Nieuwe Grindgat wordt dan tijdelijk ongeschikt als foerageergebied. Omdat de aanlegwerkzaamheden tijdelijk van aard zijn, wordt geen effect verwacht op de draagkracht van het gebied. Geconcludeerd wordt dat tijdens de aanlegfase geen negatieve effecten optreden op het instandhoudingsdoel van Aalscholver. Door de aanleg van geulen wordt het oppervlakte foerageergebied vergroot. Tevens worden twee geïsoleerde eilanden gecreëerd. Met name het westelijk gelegen grote eiland ligt geïsoleerd: de recreatieve druk zal hier zeer beperkt zijn. Dit biedt potenties voor de vestiging van een broedlocatie of slaapplek broedende. Geconcludeerd wordt dat de maatregelen een positief bijdrage leveren aan het instandhoudingsdoel voor Aalscholver. 13

17 Effec tbeoorde ling over ige soor ten met een uitbre idingsdoe lstelling Potenties voor de ontwikkeling van specifiek leefgebied voor overige kwalificerende broedvogelsoorten zijn binnen de plangrenzen nihil. Roerdomp, Woudaap en Grote karekiet zijn afhankelijk van grote moerasoppervlakken met open water en overgangen tussen dichte, brede rietvegetaties (profielendocumenten vogelrichtlijnsoorten, Ministerie van EZ 2014a). Kerngebied voor de uitbreiding van het leefgebied voor moerasvogels ligt volgens het concept beheerplan Natura 2000 Rijntakken dan ook niet binnen de Beuningse Waarden. Zwarte stern is gebonden aan het habitattype Meren met krabbenscheer. Dit habitattype is afwezig binnen het plangebied en de Beuningse Waarden zijn dan ook niet aangemerkt als kerngebied voor de uitbreiding van dit habitattype. Porseleinhoen is afhankelijk van minimaal 1-2 hectare grote en open moerassige terreinen die periodiek inunderen. Kwartelkoning wordt aangetroffen in gesloten kruidenrijke hooilanden die pas laat in het jaar gemaaid worden. Voor beide soorten ontbreken geschikte omstandigheden binnen het projectgebied. De Beuningse Waarden vormen volgens het concept beheerplan dan ook geen kerngebied voor de uitbreiding van het leefgebied van deze beide soorten. Negatieve effecten op de overige kwalificerende broedvogelsoorten waarvoor een uitbreidingsdoelstelling voor het oppervlak van het leefgebied geldt, worden op basis van bovenstaande uitgesloten. Figuur 3.2 Begrenzing van het watervogeltelgebied RG5121, met in het rood het gebied waar in het kader van het project Waalweelde Beuningse Waarden inrichtingsmaatregelen worden genomen. (Bron: SOVON). 3.2 NIET-BROEDVOGELS Gebru ikte gegevens en aanwezigheid van kwalificerende niet-broedvogels Om een inschatting te kunnen maken van het mogelijke effect op niet-broedvogels die zich kwalificeren voor Natura 2000-gebied Rijntakken, is het van belang om weten wat de functie van het plangebied is voor de verschillende soorten. Dit is gedaan op basis van de habitateisen van de vogelsoorten, in combinatie met 14

18 bekende verspreidingsgegevens en habitat ter plaatse. Voor de verspreiding van soorten binnen het plangebied zijn watervogeltelgegevens opgevraagd bij de provincie Gelderland. Het gaat om de vijf telseizoenen 2007/2008 tot en met 2011/2012 voor het telgebied RG5121, waarbinnen het plangebied gelegen is (figuur 3.2). Te zien valt dat het onderzoeksgebied minder dan 1/3 van het totale telgebied in beslag neemt. Voor het telgebied RG5121 zijn de gemiddelde seizoensgemiddelden over de periode 2007/2008 tot en met 2011/2012 bepaald. De instandhoudingsdoelen voor Natura 2000-gebied Rijntakken zijn eveneens uitgedrukt als seizoensgemiddelde, maar betreffen het gemiddelde seizoensgemiddelde over de periode 1999/2000 tot 2003/2004. Door beide waarden met elkaar te vergelijken kan worden bepaald welk aandeel van het instandhoudingsdoel van een niet-broedvogel aanwezig is in het telgebied. De resultaten zijn in tabel 3.1 weergegeven. Tabel 3.1 Aanwezige niet-broedvogels van Natura 2000-gebied Rijntakken in watervogeltelgebied RG5121 in de periode 07/ 08 11/ 12, en het aandeel ten opzichte van het instandhoudingsdoel (ID). Soort Draagkracht (ID) RG 5121 '07/'08 - '11/'12 % tov ID Fuut 570 8,9 1,6% Aalscholver ,0 0,8% Kleine Zwaan 100 0,0 0,0% Wilde Zwaan 30 0,0 0,0% Toendrarietgans ,1 0,0% Kolgans ,8 0,1% Grauwe Gans ,5 0,5% Brandgans ,3 0,0% Bergeend 120 1,5 1,3% Smient ,2 0,4% Krakeend 340 9,1 2,7% Wintertaling ,5 1,2% Wilde Eend ,9 0,5% Pijlstaart 130 0,5 0,4% Slobeend 400 9,7 2,4% Tafeleend 990 7,8 0,8% Kuifeend ,0 1,8% Nonnetje 40 0,1 0,3% Meerkoet ,0 0,5% Scholekster 340 2,9 0,8% Goudplevier 140 0,0 0,0% Kievit ,6 0,1% Kemphaan ,0 0,0% Grutto 690 0,1 0,0% Wulp 850 0,0 0,0% Tureluur 65 0,2 0,3% Voor de meeste soorten geldt dat minder dan 1 % van het instandhoudingsdoel voorkomt binnen het telgebied. Voor zes soorten geldt dat meer dan 1 % ten opzichte van het instandhoudingsdoel voorkomt binnen het telgebied met een maximum van 2,7 % voor Krakeend. Aangezien het onderzoeksgebied slechts een deel vormt van het totale telgebied, moeten deze percentages gezien worden als een worst-casebenadering. De werkelijke percentages zullen in het onderzoeksgebied lager liggen. 15

19 Effec tbeoorde ling van kwalificerende niet -broedvogels Selectie van effecten Alle soorten niet-broedvogels hebben een instandhoudingsdoel voor behoud van oppervlakte en kwaliteit van het leefgebied. Effecten op niet-broedvogels kunnen optreden als gevolg van verstoring door de aanlegwerkzaamheden of door permanente vernietiging van het leefgebied. Voor deze verkenning hebben we aangenomen dat de werkzaamheden plaatsvinden in de periode september tot en met maart. Voor beide effecten geldt dat er sprake is van een negatief effect, indien de draagkracht van het Natura-2000 gebied voor genoemde niet-broedvogelsoorten achteruitgaat. Effecten als gevolg van de aanlegfase Omdat de aanlegwerkzaamheden tijdelijk zijn en binnen één watervogelseizoen worden uitgevoerd, zijn alleen tijdelijk verstoringseffecten te verwachten. Tijdelijke verstoring heeft geen invloed op de langjarige gemiddelden, gezien de natuurlijke fluctuaties van populaties. Mede omdat de Beuningse Waarden een beperkte bijdrage leveren ten aanzien van de instandhoudingsdoelen van de niet-broedvogels (zie tabel 3.1), zijn effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van niet-broedvogels als gevolg van de aanlegfase uitgesloten. Effecten na de uitvoeringsfase De soorten die in de Beuningse Waarden voorkomen zijn gebonden aan voedselrijke graslanden (ganzen en Smient), slikranden (Scholekster, Kievit, Grutto en Tureluur) en open water (ganzen, eenden, Fuut, Nonnetje, Meerkoet, Aalscholver) waarop gerust, gedronken en/of gefoerageerd wordt. In het plangebied biedt het open water van Het Grindgat en Het Nieuwe Grindgat de functie van foerageergebied en/ of rust- en slaapplaats voor ganzen en eenden. De open graslanden worden in beperkte mate gebruikt als foerageergebied door de grasetende watervogels Toendrarietgans, Brandgans, Kolgans, Grauwe gans en Smient. Slikranden komen binnen het plangebied niet voor, omdat de grindgaten steile oevers hebben. Kwalificerende steltlopers komen op basis van tabel 3.1 dan ook niet of in zeer kleine aantallen voor binnen het telgebied waarin het plangebied gelegen is. Door de maatregelen gaat een beperkt oppervlak van het open grasland verloren. Tegelijkertijd wordt ook weer open grasland gecreëerd door het vrijmaken van de stroombaan. Per saldo vindt mogelijk een beperkte afname van het oppervlak open grasland plaats, maar het beheerplan Natura 2000 Rijntakken geeft aan dat afname van de foerageercapaciteit binnen het Natura 2000-gebied toelaatbaar is, mits er in de omgeving ruim voldoende grasland aanwezig is. In de omgeving van het plangebied is zowel binnen- als buitendijks voldoende grasland aanwezig dat als foerageergebied kan dienen voor grasetende watervogels. Daarnaast leveren de Beuningse Waarden een beperkte bijdrage ten aanzien van de instandhoudingsdoelen van grasetende niet-broedvogels - met een maximum van 0,5 % ten opzichte van het instandhoudingsdoel voor Grauwe gans. Negatieve effecten op foerageergebied van grasetende watervogels zijn dan ook uitgesloten. Gedurende en na uitvoering van de werkzaamheden blijft de functie van Het Grindgat en Het Nieuwe Grindgat behouden als rust- en slaapplaats voor ganzen en eenden. Door het aanleggen van de geul is straks zelfs meer oppervlaktewater aanwezig, waarvan soorten als Fuut, Nonnetje, Aalscholver en duik- en grondeleenden kunnen profiteren. Ook steltlopers zullen profiteren omdat de verwachting is dat zich in de toekomstige situatie meer slikranden zullen vormen langs de nieuwe geul. 16

20 Het enige aandachtspunt betreft de aanleg het fietspad langs de noordoostkant van Het Nieuwe Grindgat. Hier ligt nu al een onverharde weg die gebruikt wordt door wandelaars, fietsers en af en toe gemotoriseerde voertuigen. De bomensingel tussen Het Nieuwe Grindgat en de weg voorkomt dat vogels op de plas sterk verstoord worden. Deze bomenrij dient bij voorkeur behouden te blijven zodat ook in de toekomstige situatie geen extra verstoring zal optreden. Op basis van het aanwezige habitat, de voorgenomen maatregelen en het feit dat het telgebied RG5121 voor alle soorten slechts van beperkt belang is ten opzichte van de instandhoudingsdoelen, wordt geconcludeerd dat met zekerheid geen negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen van niet-broedvogels optreden na de uitvoeringsfase. Voor een aantal soorten wordt juist een positief effect verwacht. 3.3 KAMSALAMANDER Doelste lling Het instandhoudingsdoel voor Kamsalamander is volgens het aanwijzingsbesluit Rijntakken gericht op uitbreiding van de verspreiding, omvang van het leefgebied en verbetering van de kwaliteit van het leefgebied. In het beheerplan Natura 2000 Rijntakken staan de ambities beschreven ten aanzien van het behoud en uitbreiding van de populaties Kamsalamander. Hoewel het beheerplan geen juridische status heeft, geven de ambities wel een bruikbare richting voor de beoordeling van effecten op het instandhoudingsdoel voor Kamsalamander. Binnen het Natura2000-gebied Rijntakken vormen kleine, laagdynamische, geïsoleerd gelegen, niet aan de rivier aangetakte wateren het belangrijkste voortplantingswater voor de Kamsalamander. Geschikt landhabitat is hoogwatervrij, en bestaat uit bosjes, ruigten en /of singels waar de Kamsalamander op vorstvrije plekken kan wegkruipen. De hoofdloop van de grote rivieren vormt voor de Kamsalamander een niet te overbruggen barrière, zodat populaties aan weerszijden van de rivier van elkaar geïsoleerd zijn. Binnen het Natura2000-gebied Rijntakken komt de Kamsalamander zowel binnen- als buitendijks verspreid voor. Het zwaartepunt ligt in de Gelderse Poort en langs de zuidoever van de Waal. De kamsalamanderpopulaties in het Natura2000-gebied Rijntakken liggen vaak geïsoleerd van elkaar en van binnendijkse populaties. Om de populaties duurzaam te kunnen laten voortbestaan zijn niet alleen maatregelen binnen Habitatrichtlijngebied nodig, maar ook binnendijks en in delen van Vogelrichtlijngebied. Voor Kamsalamander geldt dat bij ruimtelijke ontwikkelingen, waarbij landhabitat of voortplantingswater verloren gaat, maatregelen zijn vereist om de kwaliteit van het leefgebied op peil te houden. Effectbeoorde ling Binnen het plangebied komt Kamsalamander voor (onder andere Struijk 2013 en Lindenholz 2014). De ooibossen in de Staartjeswaard vormen overwinteringsbiotoop. Voortplantingsbiotoop komt voor in de vorm van een drietal geïsoleerde poelen. De nabijgelegen Moespotse Waai en de Duivels Waai vormen zeer waarschijnlijk binnendijks voortplantingsbiotoop. 17

21 Effecten die kunnen optreden zijn: Aantasting van landhabitat/ overwinteringsbiotoop door het verwijderen van bos op de locatie van de nieuwe geul; Verdwijnen van één voortplantingwater door het graven van de nevengeul. Deze komt geïsoleerd om een eiland te liggen en verliest daarmee haar functie; Versnippering van de populatie door de aanleg van de geul. Eén voortplantingswater komt geïsoleerd te liggen ten noorden van de geul. Ook het omliggende landhabitat komt geïsoleerd te liggen. Naar verwachting blijft voldoende landhabitat/ overwinteringbiotoop over na uitvoering van de inrichtingsmaatregelen, temeer omdat ook weer nieuw bos aangeplant wordt. Voor deze inrichtingsmaatregelen is een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet noodzakelijk. Deze wordt enkel verleend indien effecten worden gemitigeerd binnen het plan. De volgende mitigerende maatregelen worden voorgesteld: Aanleg van nieuwe voortplantingswateren, bijvoorbeeld ten zuiden van de geul en binnendijks; Optimaliseren van de twee te handhaven voortplantingswateren; Het realiseren van een verbindingszone tussen het leefgebied ten noorden van de geul met leefgebied ten zuiden van de geul en binnendijkse populaties ; Het realiseren van faunapassages in de winterdijk als onderdeel van deze verbindingszones, om verkeersslachtoffers te voorkomen. Een goed voorbeeld is een recent aangelegde passage in de winterdijk ter hoogte van de Oude Waal in de Ooijpolder bij Nijmegen; Het opstellen van een ecologisch werkprotocol om effecten op Kamsalamander tijdens de realisatiefase te minimaliseren. Aangeraden wordt om de mitigerende maatregelen samen met RAVON verder uit te werken. 3.4 AANLEG STRUINROUTE Onderdeel van het inrichtingsplan is de aanleg van een struinroute. De situering van deze route is nog niet bekend en wordt mede bepaald aan de hand van de aanwezige waarden in het gebied. De route mag daarbij geen negatieve effecten veroorzaken op verstoringsgevoelige soorten of habitats. Verstoring van het gebruik van de struinroute kan vooral optreden op broedvogels en niet-broedvogels. Om deze reden wordt aanbevolen de struinroute niet te situeren nabij de beide grindgaten vanwege de aanwezigheid van watervogels en eveneens niet door de graslanden ten zuiden van het Nieuwe Grindgat vanwege grasetende eenden- en ganzensoorten. Een route door de Moespotse Waard en Staartjeswaard, met een uitzichtpunt op de nieuw aan te leggen geul, lijkt vanwege de afwisseling in het landschap en beperkte verstoring op vogels ideaal. 18

22 Klik hier als u tekst wilt invoeren. 4 Conclusies en advies Op basis van het voorlopige ontwerp van april 2014 in relatie tot de doorwerking van de Natuurbeschermingswet 1998 is het volgende geconcludeerd: Van de kwalificerende broedvogelsoorten van Natura 2000-gebied Rijntakken zijn broedgevallen bekend van Dodaars, IJsvogel, Oeverzwaluw en Blauwborst binnen de invloedssfeer van het project. Er zijn echter met zekerheid geen negatieve effecten te verwachten op de instandhoudingsdoelen van deze soorten. Door de inrichtingsmaatregelen zijn positieve effecten te verwachten op Aalscholver, IJsvogel, Oeverzwaluw en afhankelijk van de morfologie van de nieuwe geul - ook op Blauwborst; Er zijn met zekerheid eveneens geen negatieve effecten te verwachten op de instandhoudingsdoelen van kwalificerende niet-broedvogelsoorten. Tijdens de aanlegfase kan sprake zijn van tijdelijke verstoring op met name watervogels die op het Nieuwe Grindgat rusten of foerageren, maar deze verstoring is niet-significant. Positieve effecten van de inrichtingsmaatregelen zijn te verwachten op Fuut, Nonnetje, Aalscholver en duik- en grondeleenden vanwege de toename van wateroppervlak. Steltlopers kunnen profiteren wanneer de nieuwe geul en de westzijde van het Nieuwe Grindgat flauwe oevers krijgt. Tijdens de gebruiksfase kan sprake zijn van permanente verstoring op met name broedvogels en nietbroedvogels door (toenemend) gebruik van paden voor recreatieve doeleinden en ter ontsluiting van bedrijfslocaties en woningen. De meeste paden worden momenteel echter ook al voor dit doel gebruikt. De meest verstoringsgevoelige route is het fietspad tussen beide grintgaten. Deze ligt relatief beschut door de aanwezige beplanting. Verwacht wordt dat gebruik van dit fietspad niet leidt tot significante verstoring in de zin van de Natuurbeschermingswet. Deze conclusie vraagt nog wel om een nadere onderbouwing. De situering van een struinpad zonder negatieve gevolgen op Natura 2000-waarden is mogelijk in de Moespotse Waard en Staartjeswaard. De randen van de beide grindgaten en de graslanden ten zuiden van het Nieuwe Grindgat kunnen het beste vermeden worden, vanwege mogelijke verstorende effecten op broed- en niet-vogels. Wanneer het struinpad wel op deze locaties wenselijk is, is een uitgebreide nadere toetsing noodzakelijk; Er zijn wel negatieve effecten te verwachten op Kamsalamander. Voor deze soort geldt dat mitigerende maatregelen noodzakelijk zijn om het verlies van voortplantingswater en de versnippering van de huidige populatie te niet te doen. Voor deze soort moet dan ook een vergunning onder de Natuurbeschermingswet worden aangevraagd. Omdat de werkzaamheden in Natura 2000-gebied plaatsvinden is het aan te bevelen broedvogels en niet-broedvogels ook in de vergunningaanvraag mee te nemen. 19

23 Bovenstaande conclusies zijn gebaseerd op het voorlopige ontwerp van april Wanneer het ontwerp wordt aangepast kunnen de conclusies wijzigen. Ook is het mogelijk dat bepaalde veronderstelde mitigerende maatregelen in de praktijk niet passen in de planning of uitvoeringswijze. Ten behoeve van de aanvraag van een vergunning Natuurbeschermingswet is uitgebreidere onderbouwing noodzakelijk dan in de onderhavige rapportage is gegeven. Zo zal voor elke inrichtingsmaatregel de planning en uitvoeringswijze apart beschreven moeten worden en nogmaals moeten worden getoetst. Veel grote ruimtelijke projecten worden tegenwoordig via UAV-GC of soortgelijke aanbestedingen op de markt gezet. Dat betekent dat de aannemer grote vrijheid krijgt in de planning en uitvoeringswijze. Dat betekent ook dat een complete en definitieve vergunningaanvraag Nb-wet (en ontheffingsaanvraag Ff-wet) vóór dat de aanbesteding heeft plaatsgevonden lastig op te stellen is. Een goed alternatief is om Bevoegd gezag een voorlopige vergunning/ ontheffing af te laten geven, op voorwaarde dat de aannemer voor aanvang ecologische werkprotocollen en indien nodig ook compensatieplannen indient. Na goedkeuring door bevoegd gezag komt de definitieve vergunning dan op naam van de aannemer te staan. Het grote voordeel is dat de aannemer dan niet met voorschriften wordt geconfronteerd die niet passen in zijn werkwijze en planning, waardoor de vergunning opnieuw moet worden aangevraagd. In het overzicht van tabel 4.1 op de volgende pagina zijn de effecten van voorgenomen maatregelen op kwalificerende waarden in beeld gebracht. Hierbij is onderscheid gemaakt in vier categorieën: Groen: maatregelen waarvoor geen vergunning Nb-wet nodig is. Dit betekent dat er met zekerheid geen negatieve effecten op een specifiek instandhoudingsdoel van Natura 2000-gebied Rijntakken optreedt. Geel: maatregelen waarvoor uitzicht bestaat op vergunning mits mitigerende maatregelen worden getroffen. Maatregelen waarbij op basis van de huidige informatie geen negatieve effecten op instandhoudingsdoelen worden verondersteld, maar waarvoor wel een uitgebreide onderbouwing noodzakelijk is ten behoeve van een vergunningaanvraag, zijn tussen haakjes weergegeven. Rood: maatregelen die op voorhand kunnen worden uitgesloten, vanwege ontoelaatbare effecten op beschermde waarden ( blijf-af-gebied ). Voor deze maatregelen zal naar verwachting geen vergunning worden verleend. Blauw: maatregelen waarvan de effecten en doorwerking van de Nb-wet onduidelijk is, omdat de juiste ecologische informatie ontbreekt. Hiervoor is aanvullend veldonderzoek nodig, meer gedetailleerde informatie of bijvoorbeeld een uitgebreidere toets (bijvoorbeeld een Passende Beoordeling). 20

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 24 juni 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-001656 - gemeente Lingewaard Activiteit : Festival

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 8 oktober 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-021574 - gemeente Zaltbommel Activiteit : productie chemische

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 1 juni 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 - gemeente Rijnwaarden Activiteit : Natuurontwikkeling

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 3 november 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-011120 - gemeente Gennep (Li.) Activiteit : compostfabriek

Nadere informatie

Notitie. Voortoets Spoorallee Zevenaar

Notitie. Voortoets Spoorallee Zevenaar Notitie Contactpersoon Marike Aalbers en Elles van Drunen Datum 12 juni 2014 Kenmerk N005-1222424XMA-baw-V02-NL Aanleiding Voor het terrein aan de Spoorallee te Zevenaar wordt een nieuw bestemmingsplan

Nadere informatie

Aantalsontwikkeling van vogels langs het Pannerdensch kanaal in

Aantalsontwikkeling van vogels langs het Pannerdensch kanaal in Olaf Klaassen Aantalsontwikkeling van vogels langs het Pannerdensch kanaal in 2011-2015 In opdracht van: Sovon Vogelonderzoek Nederland E info@sovon.nl I www.sovon.nl Sovon-rapport 2015/47 Postbus 6521

Nadere informatie

Overwegingen definitief besluit Wet natuurbescherming project Stroomlijn Nederrijn en Lek, spoor 6

Overwegingen definitief besluit Wet natuurbescherming project Stroomlijn Nederrijn en Lek, spoor 6 Overwegingen definitief besluit Wet natuurbescherming project Stroomlijn Nederrijn en Lek, spoor 6 Behandeld door T 070 379 7976 F 088 223 3334 Datum 20 juli 2017 Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk 17118551

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 5 september 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-001656 - gemeente Lingewaard Activiteit : Festival

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet natuurbescherming hoofdstuk 2 gebieden Datum besluit : 16 februari 2018 Onderwerp : Wet natuurbescherming 2016-003244 - gemeente

Nadere informatie

Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever

Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever Inhoudelijke overwegingen Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever Directoraat-generaal Natuur Behandeld door A. de Noord T 050 750 8333 F 050 750 8399 a.denoord@mineleni.nl Bijlage nummer

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Status: Site code: Beschermd natuurmonument: Beheerder: Provincie: Gemeente: Oppervlakte:

Nadere informatie

Bijlagen van Plan-MER windenergie Dordrecht. Opdrachtgever:

Bijlagen van Plan-MER windenergie Dordrecht. Opdrachtgever: Bijlagen van Plan-MER windenergie Dordrecht Opdrachtgever: Bijlagen van Plan-MER windenergie Dordrecht 5 juni 2015 Auteurs: Drs. Ing. Jeroen Dooper Steven Velthuijsen Msc. Bosch & Van Rijn Prins Bernhardlaan

Nadere informatie

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis 3 april 2014 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 3 april

Nadere informatie

Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk Pannerden [R SIH-evp-V03-NL] ten behoeve van de beoordeling voor een NB-wet vergunning

Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk Pannerden [R SIH-evp-V03-NL] ten behoeve van de beoordeling voor een NB-wet vergunning Notitie Contactpersoon Hanneke Oudega (telefoon: +31 65 46 80 79 5 / email: hanneke.oudega@tauw.nl) Datum 21 februari 2012 Kenmerk N002-4798963OJT-evp-V03-NL Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen; Nb-wet 1998 vergunning 'Ruimte voor de Rivier Deventer' Besluit Uiterwaardvergraving Deventer

Inhoudelijke overwegingen; Nb-wet 1998 vergunning 'Ruimte voor de Rivier Deventer' Besluit Uiterwaardvergraving Deventer Inhoudelijke overwegingen; Nb-wet 1998 vergunning 'Ruimte voor de Rivier Deventer' Verzetslaan 30 7411 HX DEVENTER Postbus 554 7400 AN DEVENTER T 070 888 31 60 F 070 888 31 70 Bijlage nummer 1 Horend bij

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 15 december 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-013001 - gemeente Renkum Activiteit : Papierfabriek Parenco

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen; Nb-wet 1998; vergunning 'Ruimte voor de Rivier Deventer'

Inhoudelijke overwegingen; Nb-wet 1998; vergunning 'Ruimte voor de Rivier Deventer' Inhoudelijke overwegingen; Nb-wet 1998; vergunning 'Ruimte voor de Rivier Deventer' Verzetslaan 30 7411 HX DEVENTER Postbus 554 7400 AN DEVENTER T 070 888 31 60 F 070 888 31 70 Bijlage nummer 1 Horend

Nadere informatie

Ligging Natura2000-gebieden, Nb-wetgebieden en overige natuurgebieden (EHS)

Ligging Natura2000-gebieden, Nb-wetgebieden en overige natuurgebieden (EHS) Ligging Natura2000-gebieden, Nb-wetgebieden en overige natuurgebieden (EHS) Natura2000-gebieden: Uiterwaarden Waal (Gelderland), circa 14,3 kilometer; Sint Jansberg (Limburg), circa 15,9 kilometer; Gelderse

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 23 oktober 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-009267 - gemeente Oldebroek Activiteit : het in bedrijf hebben

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 17 december 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-008838 - gemeente Beuningen, Neder Betuwe, Maasdriel, Zaltbommel

Nadere informatie

Vergunning Nb-wet 1998; project Stroomlijn; Beuningse Waarden in het Natura 2000-gebied Uiterwaarden Waal

Vergunning Nb-wet 1998; project Stroomlijn; Beuningse Waarden in het Natura 2000-gebied Uiterwaarden Waal Inhoudelijke overwegingen Vergunning Nb-wet 1998; project Stroomlijn; Beuningse Waarden in het Natura 2000-gebied Uiterwaarden Waal Directoraat-generaal Natuur Behandeld door A. de Noord T 050 750 8333

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 15 december 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2016-009945 - gemeente Zutphen Activiteit : aanpassen

Nadere informatie

Bijlage bij besluit DRZO/ Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Bijlage bij besluit DRZO/ Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Bijlage bij besluit DRZO/2010-3270 Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km 902-905 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN De aanvraag De aanvraag betreft de realisatie van het project Kribverlaging

Nadere informatie

Bij besluit Wet natuurbescherming Project Peilbesluit IJsselmeergebied 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER...

Bij besluit Wet natuurbescherming Project Peilbesluit IJsselmeergebied 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... Bij besluit Wet natuurbescherming Project Peilbesluit IJsselmeergebied Directoraat-generaal Agro en Directie en Biodiversiteit Behandeld door Datum 29 september 2017 Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder

Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL3004002 + NL4000056 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

Notitie. 1 Aanleiding

Notitie. 1 Aanleiding Aan Bart van Eck Onderwerp Advies over natuurwetgeving bij de inrichtingsplannen voor de waterberging de Ronde Hoep 1 Aanleiding De polder de Ronde Hoep is aangewezen voor calamiteitenberging in de deelstroomgebiedsvisie

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 1 augustus 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-001161 gemeente Brummen Activiteit : Realisatie fietspad

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 8 oktober 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2010-005930- gemeente Harderwijk Activiteit : Uitbreiding

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 36 Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht

Natura 2000 gebied 36 Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht Natura 2000 gebied 36 Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Rivierengebied Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL1000005 + NL9902003 Beschermd

Nadere informatie

Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei. Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos

Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei. Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos 183 Natuurdoelen SBZ-V IJzervallei Infomoment Blankaartwaterlopen 19 juni 2017 Europees beschermde

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 26 september 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-006180 - gemeente Rheden en gemeente Zevenaar Activiteit

Nadere informatie

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2 Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2 Directie en Biodiversiteit Behandeld door T 070 379 7976 F 088 223 3334 Datum 20

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 23 oktober 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-009379 - gemeente Neerijnen Activiteit : het in bedrijf hebben

Nadere informatie

De wijziging betreft een verlenging van de periode dat werkzaamheden worden uitgevoerd.

De wijziging betreft een verlenging van de periode dat werkzaamheden worden uitgevoerd. Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 TenneT TSO de heer L. den Otter Postbus 718 6800 AS

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 29 april 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-001161 gemeente Brummen Activiteit : Realisatie fietspad aan

Nadere informatie

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten BIJLAGE 5 Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten Hollands Diep Habitattypen SVI Landelijk Opp.vl. Kwal. H6430B Ruigten en zomen (harig - = = wilgenroosje)

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk 317645.ehv.N001 14 februari 2012 SKu/RvS

Referentienummer Datum Kenmerk 317645.ehv.N001 14 februari 2012 SKu/RvS Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 317645.ehv.N001 14 februari 2012 SKu/RvS Betreft Risico inventarisatie ecologie voor percelen Brabantse Wal 1 Inleiding De Buisleidingenstraat N.V. onderzoekt op

Nadere informatie

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 en zonder vogeldoelen Er zijn acht Natura 2000 en waarvoor geen vogeldoelen zijn geformuleerd, maar die wel binnen één van de helikopterlaagvliegen

Nadere informatie

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 en zonder vogeldoelen Erratum Bijlage 9 Toetsing typische soorten in Natura 2000 en zonder vogeldoelen Onderstaande tekst vervangt bijlage 9 bij het

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verantwoording Titel : Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Subtitel : Projectnummer : Referentienummer : Revisie : C1 Datum : 30-10-2012 Auteur(s) :

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer

Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003056 + NL9802031 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus AA Ede. Geldermalsen, 28 oktober Geachte heer Van den Top,

De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus AA Ede. Geldermalsen, 28 oktober Geachte heer Van den Top, De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus 8029 6710 AA Ede Geldermalsen, 28 oktober 2015 betreft: project: referentie: behandeld door: bijlage(n): Toetsing herinrichting aan NNN en Natura-2000

Nadere informatie

gemeente Millingen aan de Rijn en gemeente Beek-Ubbergen uitvoering project Millingerwaard, voor veiligheid en natuur

gemeente Millingen aan de Rijn en gemeente Beek-Ubbergen uitvoering project Millingerwaard, voor veiligheid en natuur ONTWERPBESCHIKKING D.D. XXXX - ZAAKNUMMER 2012-021851 - VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Natuurbeschermingswet 1998 2012-021851 - gemeente Millingen aan de Rijn en gemeente Beek-Ubbergen uitvoering

Nadere informatie

Toetsing Leeuwenveld III en IV te Weesp Onderzoek in kader van Natuurbeschermingswet en EHS

Toetsing Leeuwenveld III en IV te Weesp Onderzoek in kader van Natuurbeschermingswet en EHS projectnr. 249939 rev. 00 13 augustus 2012 auteur ir. M. Korthorst Opdrachtgever Blauwhoed Eurowoningen B.V. Piet Heinkade 201 1019 HC Amsterdam datum vrijgave beschrijving revisie 0.0 goedkeuring Vrijgave

Nadere informatie

Passende beoordeling Ruimte voor de Rivier uiterwaarden Nederrijn

Passende beoordeling Ruimte voor de Rivier uiterwaarden Nederrijn Passende beoordeling Ruimte voor de Rivier uiterwaarden Nederrijn Deelgebied Middelwaard Definitief Boskalis Grontmij Nederland B.V. Houten, 5 maart 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Aanleiding...

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 16 maart 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-001184 gemeente Voorst, gemeente Deventer Activiteit

Nadere informatie

Stappenplan vergunningaanvraag

Stappenplan vergunningaanvraag Stappenplan vergunningaanvraag Op grond van de natuurbeschermingswet 1998 1 De Natuurbeschermingswet 1998 regelt de bescherming van gebieden, die als Natura 2000-gebied zijn aangewezen. Een belangrijk

Nadere informatie

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/ Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/6 Afbeelding 2. Impressie plangebied met mogelijk te kappen bomen. 1.2 Wijzigingen toetsingskader Het project wordt uitgevoerd in 2017. Op 1 januari 2017

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 8 april 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-014343 - gemeente Lingewaard Activiteit : Herinrichting

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 16 december 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-008636 - gemeenten Harderwijk, Nunspeet en

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 3 oktober 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-011430 gemeente Apeldoorn Activiteit : plaatsen

Nadere informatie

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins Quickscan Spankerenseweg 20 Dieren februari 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Gegevens plangebied... 2 3 Methode... 3 4 Resultaten... 3 4.1 Bureaustudie...

Nadere informatie

Effecten op Natura 2000-gebieden herinrichting Spoorstraat te Lent

Effecten op Natura 2000-gebieden herinrichting Spoorstraat te Lent Effecten op Natura 2000-gebieden herinrichting Spoorstraat te Lent Oriëntatiefase Natuurbeschermingswet 1998 K.D. van Straalen J.A.M. van Zundert Effecten op Natura 2000-gebieden herinrichting Spoorstraat

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 23 januari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-014004 gemeente Nunspeet Activiteit : Nestlé Nederland

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 22 februari 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-015514 - gemeente Nijmegen Activiteit : een

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder

Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003054 + NL9802058

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 8 september 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-008633 - gemeente Voorst Activiteit

Nadere informatie

Vergunning Nb-wet 1998; project Stroomlijn; IJssel Hagen en singels

Vergunning Nb-wet 1998; project Stroomlijn; IJssel Hagen en singels Inhoudelijke overwegingen Vergunning Nb-wet 1998; project Stroomlijn; IJssel Hagen en singels Directoraat-generaal Natuur Behandeld door A. de Noord T 050 750 8333 F 050 750 8399 a.denoord@mineleni.nl

Nadere informatie

Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel en toetsing van het plan aan de Natuurbeschermingswet

Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel en toetsing van het plan aan de Natuurbeschermingswet Samenvatting Het project Dijkverlegging Westenholte De verlegging van de IJsseldijk ter hoogte van Westenholte in de gemeente Zwolle is één van de eerste maatregelen die in het kader van het landelijke

Nadere informatie

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 21 oktober 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-008636 Activiteit : faunabeheer in Gelderland Verlenen/weigeren

Nadere informatie

Betreft: Zienswijze ontwerp-aanwijzingsbesluit Natura2000-gebied #79 Lepelaarplassen

Betreft: Zienswijze ontwerp-aanwijzingsbesluit Natura2000-gebied #79 Lepelaarplassen Aan het Inspraakpunt Natura 2000 t.a.v. gebied 79 (Lepelaarplassen) Postbus 30316 2500 GH Den Haag Betreft: Zienswijze ontwerp-aanwijzingsbesluit Natura2000-gebied #79 Lepelaarplassen Almere, 15 februari

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 3 februari 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-005097 - gemeente Neerijnen Activiteit : Herinrichting

Nadere informatie

Ecologische toetsing Tichelbeeksewaard-noord

Ecologische toetsing Tichelbeeksewaard-noord Ecologische toetsing Tichelbeeksewaard-noord 31 mei 2016 Ecologische toetsing Tichelbeeksewaard-noord Toetsing aan de Natuurbeschermingswet en Flora- en faunawet erantwoording Titel Ecologische toetsing

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 18 maart 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-012117 - gemeente Ermelo Activiteit : verbreden van het

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 9 februari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-010956 - gemeente Voorst Activiteit

Nadere informatie

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 In en in de ruimere omgeving van het plangebied zijn verschillende Natura 2000-gebieden gelegen. Binnen het plangebied zijn geen ontwikkelingen voorzien in de Natura

Nadere informatie

TOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110)

TOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110) TOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110) STATUS Het gebied valt onder de volgende beschermingsregimes: N2000 gebied Oudeland van Strijen (Aanwijzingsbesluit is definitief) BESTAAND

Nadere informatie

Achter de Schotbalken. Een evaluatie

Achter de Schotbalken. Een evaluatie Achter de Schotbalken Een evaluatie Sinds 2010 is de regeling van de toegang tot het gebied achter de schotbalken opnieuw onder de loep genomen. In het verleden was er een ontheffing nodig die was aan

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wnb hfdst 2 gebieden Artikelen 2.7 lid 2 en lid 3, 2.8 leden 3 en 9 en 1.13 Wet natuurbescherming en artikel 2.7 Besluit natuurbescherming

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

Natura 2000 gebied Markiezaat

Natura 2000 gebied Markiezaat Natura 2000 gebied 127 - Markiezaat (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Noordzee, Waddenzee en Delta Status: Vogelrichtlijn Site code: NL3009015 Beschermd natuurmonument: Markiezaatsmeer

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 2 juni 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-017295 - gemeente Arnhem Activiteit : Aanpassingen van

Nadere informatie

Autorisatieblad. Naam Akkoord Datum

Autorisatieblad. Naam Akkoord Datum Passende beoordeling verlaging zomerkade Scherpekamp Passende beoordeling Natuurbeschermingswet 1998 22 september 2016- Versie 4.0 Autorisatieblad Naam Akkoord Datum Opgesteld door Gecontroleerd door Vrijgegeven

Nadere informatie

Natuurtoets realisatie horecagelegenheid loswal Wijhe. Inventarisatie en beoordeling van natuurwaarden in het kader van natuurwet- en regelgeving

Natuurtoets realisatie horecagelegenheid loswal Wijhe. Inventarisatie en beoordeling van natuurwaarden in het kader van natuurwet- en regelgeving Natuurtoets realisatie horecagelegenheid loswal Wijhe Inventarisatie en beoordeling van natuurwaarden in het kader van natuurwet- en regelgeving Colofon Titel: Natuurtoets realisatie horecagelegenheid

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna Vijfheerenlanden Vianen 12 december 2013

Quickscan flora en fauna Vijfheerenlanden Vianen 12 december 2013 Quickscan flora en fauna Vijfheerenlanden Vianen 12 december 2013 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan flora en fauna Vijfheerenlanden Vianen Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 24 juli 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-000028 - gemeente Maasdriel Activiteit

Nadere informatie

Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, Volendam

Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, Volendam Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, Volendam 29 juni 2015 Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, VolendamVolendam Verantwoording Titel Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 67 Gelderse Poort

Natura 2000 gebied 67 Gelderse Poort Natura 2000 gebied 67 Gelderse Poort CONCEPT GEBIEDENDOCUMENT Kenschets 067_gebiedendocument_Gelderse Poort_november 2007 Natura 2000 Landschap: Rivierengebied Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

p- iiiiiiniiii uil ii nu ii

p- iiiiiiniiii uil ii nu ii V il Ik M I- ' mam s IN12.03325 p- iiiiiiniiii uil ii nu ii l_yi_l\l_/~vi X L / Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem Het college van Burgemeester

Nadere informatie

BIJLAGE 1: EXPERT JUDGEMENT OVER EFFECT WIJZIGING OP MILIEUEFFECTEN EN PROCEDURES

BIJLAGE 1: EXPERT JUDGEMENT OVER EFFECT WIJZIGING OP MILIEUEFFECTEN EN PROCEDURES BIJLAGE 1: EXPERT JUDGEMENT OVER EFFECT WIJZIGING OP MILIEUEFFECTEN EN PROCEDURES INHOUD 1 Beschrijving van de wijziging... 1 2 Vraagstelling... 1 3 Beschrijving effecten aanvullend op Passende Beoordeling...

Nadere informatie

Vragen van de heer A. Hietbrink en mevrouw ing. V.M. Dalm (GroenLinks) over vuurwerkshow nabij Natura-2000 gebied in Huizen

Vragen van de heer A. Hietbrink en mevrouw ing. V.M. Dalm (GroenLinks) over vuurwerkshow nabij Natura-2000 gebied in Huizen Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland Haarlem, 19 mei 2015 Vragen nr. 31 Vragen van de heer A. Hietbrink en mevrouw ing. V.M. Dalm (GroenLinks) over vuurwerkshow nabij Natura-2000 gebied

Nadere informatie

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM Liandon B.V. Aan Stefan Buskermolen Liandon B.V. Van Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults Memo Contactpersoon drs. Sander van Rijn Telefoon +31 6 21 47 95 82 sander.van.rijn@alliander.com Datum Betreft

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 30 mei 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2016-002095 - gemeente Ede Activiteit : sloop en bouw van nieuwe

Nadere informatie

Soortenonderzoek Julianahof Zeist

Soortenonderzoek Julianahof Zeist Soortenonderzoek Julianahof Zeist 21 sept 2013 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Soortenonderzoek Julianahof Zeist Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 21 sept 2013 ZOON ECOLOGIE

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking 00490424 ODH-2017-00073147 2 8 JULI 2017 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 14 juli 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-016050 - gemeente Apeldoorn Activiteit : mestverwerkingsinstallatie

Nadere informatie

Vergunning Nb-wet 1998; project Stroomlijn; Duursche waarden; Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel

Vergunning Nb-wet 1998; project Stroomlijn; Duursche waarden; Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel Inhoudelijke overwegingen Vergunning Nb-wet 1998; project Stroomlijn; Duursche waarden; Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel Directoraat-generaal Natuur Behandeld door A. de Noord T 050 750 8333 F 050

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 25 maart 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-017295 - gemeente Arnhem Activiteit : Aanpassingen

Nadere informatie

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet natuurbescherming hoofdstuk 2 gebieden Datum besluit : 9 mei 2017 Onderwerp : Wet natuurbescherming gebieden - 2016-009945 - gemeente

Nadere informatie

Reactienota zienswijzen Project natuurontwikkeling Elster Buitenwaard

Reactienota zienswijzen Project natuurontwikkeling Elster Buitenwaard Reactienota zienswijzen Project natuurontwikkeling Elster Buitenwaard 1. In voorliggende reactienota wordt door de bevoegde gezagen ingegaan op de binnengekomen zienswijzen over de ontwerpbesluiten ten

Nadere informatie

Notitie Quickscan flora en fauna

Notitie Quickscan flora en fauna Notitie Quickscan flora en fauna De Uithof/ Kromhout te Utrecht Projectnummer: 5755.9 Datum: 5-5-2017 Projectleider: Opgesteld: Opdrachtgever: Universiteit Utrecht Universiteit Utrecht laat jaarlijks bomen

Nadere informatie

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Bijlage C. Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Waddenzee Habitat H1110A H1140A Permanent overstroomde zandbanken (getijdengebied) Slik- en zandplaten, (getijdengebied) Behoud oppervlakte

Nadere informatie

Koppel kuifeenden. Kuifeenden

Koppel kuifeenden. Kuifeenden 42 Ecologie en natuurfuncties Het IJsselmeergebied is een uniek natuurgebied van (inter-)nationale betekenis. Het is een van de zee afgesloten, benedenstrooms gelegen, zoet laaglandmeer met een relatief

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen RvR Project Vier Maatregelen Nederrijn; deelgebied Tollewaard

Inhoudelijke overwegingen RvR Project Vier Maatregelen Nederrijn; deelgebied Tollewaard Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG www.rijksoverheid.nl/eleni Bijlage nummer 1 Horend bij Vergunning Nb-wet 1998 Onze referentie Contactpersoon Inhoudelijke overwegingen RvR Project Vier Maatregelen Nederrijn;

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Verbeterd exemplaar BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 30 april 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-013269 - gemeente

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking 00490425 ODH-2017-00081885 2 8 AUG. 2017 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899

Nadere informatie