SZ W.. Sociaal-Economische Raad Postbus LK s-gravenhage

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SZ W.. Sociaal-Economische Raad Postbus LK s-gravenhage"

Transcriptie

1 SZ W.. l Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Sociaal-Economische Raad Postbus LK s-gravenhage Postbus LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) Telefax (070) Uw brief Onderwerp Kabinetsstandpunt SER-advies arbeidsongeschiktheidsregelingen Ons kenmerk SV/A&L/O4/13866 Datum 12 maart 2004 Doorkiesnummer (070) Contactpersoon M. Rovers Hierbij doe ik u een afschrift toekomen van het kabinetsstandpunt SER-advies arbeidsongeschiktheidsregelingen, inclusief bijlage, die ik vandaag aan de voorzitter van de Tweede Kamer heb gezonden. De Minister van Sociale Zaken

2 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof la 2513 AA s-gravenhage Postbus LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) Telefax (070) Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer SV/A&LlO4/13866 (070) Onderwerp Kabinetsstandpunt SER-advies arbeidsongeschiktheidsregelingen Datum 12 maart 2004 Contactpersoon M. Rovers In het Strategisch Akkoord en het Hoofdlijnenakkoord zijn de hoofdlijnen geschetst voor het nieuwe stelsel van arbeidsongeschiktheidsregelingen. Bij brief van 16 september 2003 heb ik de contouren van dit nieuwe stelsel verder uitgewerkt. In de brief van 17 oktober 2003 zijn de uitkomsten van het Najaarsoverleg gemeld. Op aanvullende vragen is door de SER op 20 februari geadviseerd. Wat betreft de uitvoering van de WGA is op 24 oktober de analyse van Kist en Keuzenkamp aan u toegezonden. Onlangs zijn inschattingen van produkt en prijs ontvangen van verzekeraars en van UWV. Het CPB heeft deze inschattingen beoordeeld (bijlage 1). Hiermee beschikt het kabinet thans over voldoende inzichten om knopen door te hakken en over te gaan tot voorbereiding van wetsvoorstellen. Uitgangspunten Het doel van de stelselwijziging is onverminderd dat werknemers ondanks belemmeringen in de gezondheid toch maximaal kunnen meedoen in het arbeidsproces en zich daarin ook verder kunnen ontplooien. Werk is immers meer lonend dan een uitkering. Op deze wijze wordt bereikt dat degenen die nog kunnen werken, door middel van werk beter in staat zullen zijn zich te ontplooien en deel te nemen aan de samenleving. Niet langer blijven deze mensen uitgesloten van maatschappelijke participatie. Daarmee groeit het economisch draagvlak en neemt de economische groei toe. Voor mensen die echt niet meer aan de slag kunnen, voorziet het stelsel in een solide inkomensregeling. Het stelsel sluit aan bij eerdere beleidskeuzen om de verantwoordelijkheden van werkgevers en werknemers en de effectiviteit van de uitvoering te vergroten. De wet verbetering poortwachter blijft intact. Het nieuwe stelsel van arbeidsongeschiktheidsregelingen is gericht op werk. De nadruk ligt op arbeidsgeschiktheid in plaats van arbeidsongeschiktheid. Gedeeltelijk arbeidsgeschikten blijven in het arbeidsproces. Daartoe komt er voor hen een nieuwe werkhervattingsregeling. In deze regeling zit zowel een reïntegratiepakket als ook een recht op loonsuppletie. Indien

3 2 werkhervatting onverhoopt niet lukt, ontvangt een gedeeltelijk arbeidsgeschikte een uitkering conform de WW, gevolgd door, als resultaat van het najaarsoverleg, een uitkering op minimumniveau naar rato van de mate van arbeidsongeschiktheid. Alleen mensen die geen enkele mogelijkheid hebben om (op termijn) aan het arbeidsproces deel te nemen, krijgen recht op een uitkering op grond van de nieuwe regeling voor volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid. De inzet is het aantal volledig en duurzaam arbeidsongeschikten te verminderen. De inschatting van de SER dat de instroom van voledig en duurzaam arbeidsongeschiken tot maximaal personen kan worden beperkt, is door het kabinet overgenomen als een politieke doelstelling Aan het realiseren van deze doelstelling zijn in het kader van het Najaarsoverleg toezeggingen verbonden. Indien dit aantal blijvend wordt gehaald, zullen de uitkeringen met 5%-punt worden verhoogd en zal Pemba worden afgeschaft. A. Arbeidsongeschiktheidscriterium en Schattingsbesluit In het kader van het Najaarsakkoord is afgesproken dat het kabinet het arbeidsongeschiktheidscriterium van de SER overneemt, als de SER aannemelijk kan maken dat de instroom van volledig en duurzaam arbeidsongeschikten beperkt blijft tot ten hoogste per jaar. De SER is daartoe gevraagd voorstellen te doen voor concrete uitwerking van het arbeidsongeschiktheidscriterium zodat op basis daarvan wetteksten geformuleerd zouden kunnen worden en een beeld kan ontstaan voor een adequaat claimbeoordelingsproces. Het kabinet kan zich niet vinden in de operationalisering van het begrip duurzaamheid zoals de SER voorstelt, maar neemt wel het voorstel met betrekking tot verdiencapaciteit van de SER over. Naar de mening van het kabinet heeft de SER niet aannemelijk gemaakt dat de instroom blijft beperkt tot maximaal personen. Het kabinet acht voor de aanpak van de SER het scenario waarschijnlijk waarbij de instroomkans 65% van het huidige aantal volledig arbeidsongeschikten bedraagt. Afhankelijk van het aantal personen dat aan het einde van de loondoorbetaling nog niet is hersteld, is het daarom een groot risico dat de instroom meer dan volledig en duurzaam arbeidsongeschikten zal zijn. De SER is in zijn advies van 20 februari jl. uitgebreid ingegaan op de definitie van de begrippen duurzaam en volledig arbeidsongeschikt. Wat betreft het element duurzaamheid had de SER in zijn advies van 2002 de volgende invulling gegeven van het begrip duurzaamheid: een voorzienbare langdurige arbeidsbeperking, in die zin dat binnen een periode van vijf jaar geen reële mogelijkheden tot herstel kunnen worden verwacht. De SER heeft geconstateerd dat nadien uit vele signalen is gebleken dat deze invulling moeilijk uitvoerbaar bleek. Om deze reden heeft de SER gepoogd het begrip duurzaamheid verder te operationaliseren, zonder daaraan, aldus de SER, een versoepeling te willen aanbrengen. De SER stelt nu voor het duurzaamheidscriterium van toepassing te verklaren als herstel uitgesloten is of als er na twee jaar ziekte een geringe kans op herstel is op lange termijn. Het kabinet staat een stelsel voor waarbij alleen personen bij wie op objectief-medische gronden het vermogen ontbreekt om arbeid te verrichten en bij wie herstel binnen vijf jaar niet mogelijk is, een uitkering op grond van de regeling Inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) kunnen krijgen. Indien iemand nog enig inkomen kan verwerven

4 3 of indien er nog perspectief bestaat tot het verrichten van arbeid, komt hij in aanmerking voor een uitkering op grond van de WGA. Het kabinet heeft het voorstel van de SER zorgvuldig bestudeerd. Het kabinet constateert dat het voorstel van de SER een versoepeling is ten opzichte van het eerdere SER-advies en ten opzichte van het kabinetsvoorstel. Het kabinet is evenwel niet overtuigd dat de nadere uitwerking die de SER geeft, voldoende garantie biedt om het doel te bereiken. De toevoeging van het begrip geringe kans betekent in de ogen van het kabinet dat ook personen kunnen worden toegelaten tot de regeling voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten, waarvan na verloop van tijd blijkt dat er wel herstel is opgetreden. Het kabinet zet daarnaast vraagtekens bij de uitvoerbaarheid van het begrip geringe kans. De kernvraag daarbij is namelijk wanneer sprake is van gering en welke termijn in ogenschouw moet worden genomen. De SER stelt wel een stappenplan voor ter beoordeling van duurzame arbeidsongeschiktheid, maar geeft ook in dit stappenplan geen concrete invulling van het begrip geringe kans. De SER accepteert dan ook dat personen in eerste instantie toegang krijgen tot de regeling voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten, die later alsnog niet duurzaam blijken te zijn. De SER impliceert dat deze personen door middel van herbeoordelingen later weer uit de regeling zouden moeten uitstromen. Deze laatste weg acht het kabinet problematisch. Het kabinet kiest ervoor dat deze personen recht krijgen op een uitkering uit hoofde van de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten; mocht na verloop van tijd blijken dat deze personen alsnog duurzaam arbeidsongeschikt zijn, dan krijgen zij op termijn toegang tot de regeling voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten. Het kabinet acht deze aanpak ook in het belang van vele betrokken partijen. Werknemers worden zo immers niet onnodig en ontijdig afgeschreven. Wat betreft het begrip volledige arbeidsongeschiktheid houdt de SER, rïet als in zijn advies van 2002, vast aan het criterium verdiencapaciteit om te bepalen of er sprake is van volledige arbeidsongeschiktheid. Gehoord de argumenten van de SER, alsmede het principiële belang dat werkgevers en werknemers als direct betrokkenen hechten aan hun standpunt neemt het kabinet dit advies over. Het kabinet heeft tevens een aantal wijzigingen in het Schattingsbesluit voorgesteld. Het kabinet constateert dat het SER-advies op veel punten met betrekking tot het Schattingsbesluit niet afwijkt van de voornemens van het kabinet. Deze punten, betrekking hebbend op de bepaling van de resterende verdiencapaciteit, kunnen dus zonder meer worden overgenomen. Ten aanzien van twee voorstellen adviseert de SER anders. Het eerste punt betreft het maximeren van het maatmanloon bij de schatting. Dit voorstel voorzag er in dat het inkomen boven de maximumpremiegrens niet langer wordt meegenomen bij de vergelijking tussen het inkomen dat iemand verdiende en het inkomen dat iemand nog kan verdienen. Op dit punt heeft de argumentatie van de SER het kabinet overtuigd. Het kabinet ziet er in overeenstemming met de SER dus van af om het maatmanloon te maximeren. Het tweede punt betreft het aantal arbeidsplaatsen dat bij de schatting mag worden betrokken. Thans mogen alleen functies in de schatting worden betrokken die tezamen minimaal dertig arbeidsplaatsen vertegenwoordigen. Het kabinet had voorgesteld dit aantal arbeidsplaatsen te reduceren tot drie, te weten één per functie.

5 .. 4 Het kabinet heeft oog voor de motivering van de SER. Het kabinet stelt om deze reden voor om niet uit te gaan van één arbeidsplaats per functie, maar van drie. Daarmee wordt in de ogen van het kabinet enerzijds recht gedaan aan de argumenten van de SER, terwijl anderzijds - meer dan nu het geval is - de mogelijkheden tot het verrichten van arbeid bij de schatting worden betrokken. Het kabinet zal binnen korte tijd de voorhangprocedure voor de wijzigingen van het Schattingsbesluit starten. De SER heeft voorts zijn voorstellen voor verbetering van de kwaliteit van het claimbeoordelingsproces herhaald. Deze voorstellen komen in hoge mate overeen met die van het kabinet. Het kabinet zal daarom zo spoedig mogelijk in overleg treden met het UWV over de vraag hoe deze verbeteringen gerealiseerd kunnen worden. Onderdeel van het claimbeoordelingsproces is het gebruik van lijsten. Deze lijsten die indicatief van karakter moeten zijn, zouden volgens de SER de gebruikelijke hersteltermijnen van ziektes, gegeven een geëigende behandeling, moeten bevatten. Het kabinet onderschrijft dit voorstel en zal op korte termijn een procedure starten om deze lijsten te ontwikkelen. Deze lijsten zullen ook een functie vervullen bij de poortwachtertoets, omdat iemand met een ziekte die een normale herstelduur kent van minder dan twee jaar, met in aanmerking zou kunnen komen voor een uitkering voor gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Onder een indicatieve lijst verstaat het kabinet dat er als het ware sprake is van een omgekeerde bewijslast: een verzekeringsarts kan er in een individueel geval wel van afwijken, maar hij kan dit alleen beslissen indien hij volgens een geprotocolleerde werkwijze precies aangeeft waarom er in dat individuele geval moet worden afgeweken van de standaard. In het nieuwe stelsel zal, gehoord de SER en in overeenstemming met het gevoelen in de Tweede Kamer de mogelijkheid van een flexibele keuring voor de NA-regeling worden opgenomen. Hierdoor wordt bereikt dat iemand eerder dan na twee jaar ziekte een uitkering voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten kan krijgen. Een flexibele keuring is alleen mogelijk onder strikte voorwaarden en voor de groep evidente gevallen, namelijk volledig arbeidsongeschikten waarbij een stabiele situatie van mogelijkheden opgetreden is en waarbij herstelkans of twijfel in het geheel niet aan de orde zijn. Overgangsrecht Over het overgangsrecht tenslotte heeft de SER zijn mening uit het advies van 2002 herhaald. De SER meent dat het nieuwe stelsel alleen voor nieuwe gevallen moet gelden, omdat het nieuwe stelsel een nieuw geheel van rechten en plichten is dat zich niet leent voor bestaande WAO-ers. Wat betreft de overgang van het huidige naar het nieuwe stelsel neemt het kabinet het advies van de SER over. Daar waar voor nieuwe uitkeringsgerechtigden nog sprake is van een band met een werkgever, en dus mogelijkheden voor reïntegratie bij de eigen werkgever bestaan, geldt dit voor bestaande uitkeringsgerechtigden niet. Het kabinet onderschrijft met andere woorden het SER-standpunt dat het juist is om het nieuwe stelsel alleen van toepassing te laten zijn op personen die arbeidsongeschikt worden na inwerkingtreding van het nieuwe stelsel. Dit standpunt betekent dat de huidige WAO van toepassing blijft op de bestaande WAO-ers. Dit betekent echter niet dat de huidige WAO-ers niet herbeoordeeld zouden kunnen worden met bovengenoemde strengere regels binnen de bestaande WAO. Het kabinet houdt vast aan

6 5 de, in combinatie met het Schattingsbesluit, voorgestelde herbeoordelingsoperatie, zij het dat het kabinet hier een uitzondering maakt voor alle arbeidsongeschikten die bij eerdere herbeoordelingsoperaties zijn ontzien en degenen die op 1 juli jaar of ouder zijn, Voor hen acht het kabinet de leeftijd, gelet op het verblijf in de WAO, waardoor de afstand tot de arbeidsmarkt is toegenomen, onvoldoende kansrijk. B. Uitvoering van de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten Het Voorlopig Kader regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten opgesteld is op 22 december 2003 aan uw Kamer toegezonden. Voorts zijn de verzekeraars en het UWV uitgenodigd om op basis van het Voorlopig Kader een offerte uit te brengen. De door het Verbond van Verzekeraars en het UWV uitgebrachte inschattingen met betrekking tot de kosten van de WGA brengen het kabinet ertoe om te kiezen voor een keuzevrijheid voor werkgevers om het risico zelf te dragen dan wel te verzekeren bij een private verzekeraar. Indien deze keuzevrijheid niet wordt gebruikt, geldt de publieke verzekering die door het UWV wordt uitgevoerd. In die publieke verzekering zal de premie op ondememingsniveau worden gedifferentieerd, teneinde risicoselectie te voorkomen. In de brief van 16 september 2003 over de hoofdlijnen van het nieuwe stelsel van arbeidsongeschiktheidsregelingen is aangegeven dat er voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten een aparte regeling zal komen, te weten de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). In die regeling zal onderscheid worden gemaakt tussen werkende en niet-werkende gedeeltelijk arbeidsgeschikten. Beide groepen komen eerst in aanmerking voor een loongerelateerde uitkering die qua hoogte en duur overeenkomt met de loongerelateerde WW-uitkering. Daarna is voor de eerstgenoemde groep (de werkende gedeeltelijk arbeidsgeschikten) voorzien in een loonsuppletie die in beginsel tot de leeftijd van 65 jaar kon worden ontvangen, mits in voldoende mate wordt gewerkt. De hoogte van deze loonsuppletie bedraagt 70% van het verschil tussen het laatstverdiende loon en het met werken verdiende loon. De laatstgenoemde groep (de niet-werkende gedeeltelijk arbeidsgeschikten) zou na de loongerelateerde periode geen aanspraak op een individuele uitkering hebben, maar zou wel zonodig een beroep kunnen doen op een (gezins)inkomensgetoetste minimumuitkering die inhoudelijk overeenkomt met de IOAW. In het Najaarsoverleg 2003 is in aanvulling daarop afgesproken dat niet-werkende gedeeltelijk arbeidsgeschikten, na afloop van de hiervoor bedoelde loongerelateerde periode, toch een individuele uitkering ingevolge de WGA zullen ontvangen. Deze uitkering bedraagt 70 procent van het wettelijk minimumloon, vermenigvuldigd met het arbeidsongeschiktheidspercentage. Het doel van de WGA is zoveel mogelijk gedeeltelijk arbeidsgeschikten aan het werk te helpen dan wel houden. De wijze van uitvoering van de WGA kan hierbij een belangrijk middel zijn. Over de wijze van uitvoering van de WGA heeft het kabinet in het Strategisch Akkoord een voorkeur uitgesproken voor private uitvoering, zij het onder voorwaarden. In zijn brief van 17 oktober 2003 heeft het kabinet aangegeven kennis te hebben genomen van de opvatting van de Stichting van de Arbeid, dat private uitvoering van de WGA wenselijk is. Voorts hebben in oktober onder leiding van de heren Mr. A.W. Kist en Prof. Dr. H.A. Keuzenkamp - gesprekken plaatsgevonden met private verzekeraars en met het UWV. Naar aanleiding van deze gesprekken hebben de heren Kist en Keuzenkamp een notitie

7 SZ W opgesteld waarin de overwegingen worden genoemd die relevant zijn bij de keuze over de wijze van uitvoering van de WGA. Deze notitie is op 24 oktober 2003 aan uw Kamer toegezonden. Het kabinet erkent dat verzekeraars een evident financieel belang hebben bij reïntegratie. Deze voordelen zijn met name gelegen in het continueren van verzekeringen na de eerste twee jaren van loondoorbetaling. Daar staat tegenover dat de kosten van een private uitvoering in de eerstkomende jaren fors hoger zijn dan in geval van een publieke uitvoering. Dat de overgang van publiek naar privaat tijdelijk extra lasten meebrengt, onder meer vanwege een andere fïnancieringsvorm (van omslagstelsel naar rentedekkingsstelsel), is evident. De meerkosten van private uitvoering ten opzichte van publieke uitvoering bedragen naar schatting e 4 á 6 miljard in de periode Ook daarna is het kostenniveau mogelijk hoger. Het kabinet acht de risico s, bij een volledig private uitvoering voor werkgevers, werknemers en overheid te hoog, zeker gezien de financieel-economische situatie waarin Nederland thans verkeert. Het kabinet kiest derhalve voor een systeem waarin een keuzevrijheid voor werkgevers bestaat om het risico zelf te dragen of te verzekeren bij een private verzekeraar dan wel verzekerd te blijven bij het UWV. Zodoende ontstaat ruimte voor verzekeraars om zich te bewijzen qua product en prijs. Het kabinet is daarbij tevens bereid om de verschillen die het gevolg zijn van de voor verzekeraars vereiste kapitaaldekking, te mitigeren. C. Flexibele arbeidsrelaties en militairen Het kabinet heeft in zijn adviesaanvraag de SER vragen voorgelegd mei betrekking tot de verlenging van de ziekteperiode naar twee jaar voor zieke werknemers zonder werkgever, de wenselijkheid van een bijzondere regeling voor deze groep in het kader van de regeling voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten en de positie van militairen. De SER adviseert dat de reeds ingevoerde verlenging van de vangnet-zw-periode tot twee jaar alsnog niet van toepassing wordt verklaard op die uitzendkrachten voor wie ziekte leidt tot beëindiging van het uitzendcontract. Hierna hebben betrokken uitzendkrachten de mogelijkheid vervroegd in te treden in de door de SER voorgestelde nieuwe arbeidsongeschiktheidsregelingen. Voorts adviseert de SER om de toepassing van de no riskpolis van artikel 29b ZW alsnog mogelijk te maken bij uitzendrelaties en vergelijkbare situaties. De SER adviseert bovendien om voor de individuele uitzendbedrijven de bestaande gedifferentieerde WAO-premie te maximeren tot het landelijk gemiddelde percentage, en wel met terugwerkende kracht tot 1 januari Wat betreft de uitvoering van de regeling voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten voor werknemers zonder werkgever adviseert de SER om, uitgaande van een private uitvoering van de loonaanvullingsregeling, voor werknemers die bij ziekte aanspraak hebben op een vangnet-zw-uitkering een vangnet-loonaanvullingsregeling te treffen met een publieke uitvoering. De SER bepleit daarbij om lastenverevening op landelijk of sectoraal niveau vorm te geven of een combinatie van beide. Het kabinet is, na goede notie te hebben genomen van het SER-advies en zorgvuldige overweging, tot de conclusie gekomen dat het inderdaad gewenst is de lasten voor de uitzendsector te beperken, maar heeft daarbij een bredere afweging gemaakt. Het kabinet

8 7 acht het wenselijk om de lasten voor de uitzendsector in de ziekteperiode te begrenzen door, in aansluiting bij een van de opties die de SER noemt, een plafond te stellen aan de lasten die voor rekening komen van de sector. Het kabinet wil dit doen voor het eerste en het tweede jaar van ziekte. De lasten boven dat plafond komen dan voor rekening van alle werkgevers. Een dergelijk plafond bestaat nu reeds voor de WW-lasten van het eerste half jaar. Het kabinet zal de hiervoor benodigde wetswijziging met voortvarendheid ter hand nemen. Het kabinet wijst er verder op dat de no risk polis op grond van art. 29b ZW ook van toepassing is, wanneer arbeidsgehandicapte werknemers als uitzendkracht, dan wel anderszins, bij een nieuwe werkgever werkzaamheden gaan verrichten en daarna wegens ziekte uitvallen waarbij recht op ziekengeld ontstaat. Hetzelfde geldt voor de bestaande no riskpolis in de Pembaperiode. Mochten zich niettemin bij de toepassing van de no riskpolis in de praktijk knelpunten voordoen, dan is het kabinet bereid om, in overleg met betrokkenen, daarnaar onderzoek te doen. De door de SER voorgestelde afwijkende regeling voor de ziekteperiode en aftopping WAO-premie neemt het kabinet niet over. Deze voorstellen zouden een te veel afwijkend regime betekenen voor de uitzendsector (bijlage 2). De SER is tot slot van oordeel dat bij de positie van militairen sprake is van een specifieke voor deze groep geldende problematiek waarvoor bijzondere regelingen tot stand zijn gebracht. De Raad ziet geen aanleiding in het kader van de herziening van de WAO met specifieke voorstellen ten aanzien van militairen te komen of om geldende specifieke regelingen voor militairen te wijzigen. Dit sluit aan bij de opvatting van het kabinet en komt neer op handhaving van de voor militairen bestaande regelingen. Overleg over deze regelingen hoort volgens de SER thuis in het Sectoroverleg Defensie. De Raad acht het gewenst dat deze positionering een expliciete plaats luijgt in de considerans van eventuele toekomstige wijzigingen van de WAO. Op het punt van de uitvoering van de regeling voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten is eerder in deze brief ingegaan. Bij de nadere uitwerking van deze regeling zal specifiek aandacht worden besteed aan de wijze van financiering van de lasten van werknemers die hun aanspraken bij ziekte ontlenen aan het vangnet-ziektewet. Daarbij zal het SER-advies als uitgangspunt worden betrokken. D. Extra Garantieregeling Beroepsrisico s De SER acht het niet nodig om thans tot wetwijziging over te gaan, doch zou deze materie nader willen bezien in het kader van een verkenning van de toekomst van het stelsel van sociale zekerheid, alsmede in het licht van maatschappelijke ontwikkelingen, zoals claimcultuur, aansprakelijkheidsverzekeringen en civielrechtelijke procedures. Het kabinet respecteert dit voornemen van de SER.

9 SZ W.. *. 8. Het kabinet zal wel, tijdig voor de invoering van het nieuwe stelsel, een zelfstandige afweging maken met betrekking tot de verdragsrechterlijke noodzaak tot het treffen van een Extra Garantieregeling voor Beroepsrisico s. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

10 Analyse WGA-premieberekeningen Verbond van Verzekeraars en UWV Samenvatting Opmerkingen vooraf l Vooraf zij opgemerkt dat de berekening van het Verbond van Verzekeraars op een essentieel punt uitgaat van een andere aanname dan door SZW met het oog op de vergelijkbaarheid van de offertes gevraagd. Het Verbond gaat in zijn premieberekening uit van herziening van het schattingsbesluit terwijl het UWV cf. offerte-aanvraag de herziening van het schattingsbesluit buiten beschouwing heeft gelaten. Er is door het. Verbond van Verzekeraars geen precieze onderbouwing gegeven van de berekeningen. Deze kunnen daarom niet volledig getoetst worden op juistheid en plausibiliteit. l Van geen van beide berekeningen gaat een verplichtend karakter uit. Er is dan ook geen sprake van offertes in de strikte zin van het woord. Relevant is nog dat waar het Verbond eerder (in zijn brieven van en ) een marge van 0,2% naar boven en naar beneden hanteerde, mede om recht te doen aan de premiestelling van individuele verzekeraars, nu één gemiddelde premie wordt gepresenteerd. Het Verbond stelt overigens in zijn brief van dat de inschatting van het CVS door de offrerende verzekeraars onderschreven wordt. l De premiestelling van het Verbond (gelijke premie o.b.v. 5-jaarscontracten) behoeft niet de goedkeuring van de PVK. Een verzekeraar is vrij om verlies- dan wel winstgevende premies te rekenen. In geval een premie verliesgevend is, dan zal de verzekeraar wel de PVK moeten aantonen dat deze verliezen met de vrije reserves kunnen worden opgevangen. Belangrijker aspect van de premiestelling is dat het Verbond aan zijn leden mag communiceren dat op basis van actuariële uitgangspunten een bepaalde premie berekend kan worden (hiervoor geldt Europeesrechtelijk de zogeheten Groepsvrijstellingsverordening). Het Verbond mag overigens niet haar leden daadwerkelijk een premieadvies geven, of zo n advies dwingend opleggen. Dat is immers een zaak van het commerciële beleid van de individuele verzekeraars. De Nma ziet hier op toe. l Het Verbond gaat uit van 5-jaarscontracten tussen werkgevers en verzekeraars met een gemiddelde premie van 1,3% gedurende deze 5 jaar. In deze benadering van het Verbond zijn de extra fínancieringskosten voor de noodzakelijke kapitaalopbouw meer gespreid in de tijd. Of in dat geval een garantiestelling door de overheid nog opportuun is, is in dit stadium nog niet te zeggen. Het Verbond heeft aangegeven dat naar haar oordeel de rentehobbel al behoorlijk is afgenomen a.g.v. de 5-jaarstermijn en dat verdere verkenningen i.s.m. Financiën en SZW mogelijk zijn om te zien of deze rentehobbel verder is af te vlakken. Een aandachtspunt daarbij is het afdekken van het risico van faillissement van bedrijven gedurende de 5-jaarstermijn. l Over de lange-termijn premie-ontwikkeling (na 2010) is op basis van de beide premieberekeningen geen eenduidige uitspraak te doen. Kernpunten vergelijking berekeningen l Het Verbond van Verzekeraars offreert een startpremie van 1,3% van de loonsom ( 2,3 miljard) uitgaande van 5-jaarscontracten en gebaseerd op storting in een privaat fonds waaruit reservevorming bekostigd wordt. Bij storting in een publiek fonds valt de Verbond-premie ca. 0,2% hoger uit. l Het UWV schat de structurele omslagpremie excl. storting in op tussen de 0,78% (variant met lage instroom) en 1,03% (variant met hoge instroom). Bij storting in een publiek fonds vallen de UWV-premies ca. 0,2% hoger uit, maar aangezien het Verbond in zijn berekeningen ook niet uitgaat van storting in een publiek fonds, is deze storting in de 1

11 l l l vergelijking buiten beschouwing gelaten. Deze premiehoogten van het UWV kunnen qua orde van grootte als plausibel worden beoordeeld. Gegeven deze startpremie en de gegevens uit de premieberekening van het UWV bedragen de meerkosten van privaat t.o.v. publiek over de periode (de overgangsfase van omslagfinanciering naar rentedekking) minimaal e 4,3 miljard en maximaal fz 6,0 miljard. Op basis van de verstrekte informatie is volgens de huidige inzichten in 2006 sprake van meerkosten van privaat t.o.v. publiek van +Z 1,6 á E 1,7 miljard. In 2006 zal de stelselherziening WAO t.o.v een besparing van ca. e 0,5 miljard opleveren, maar deze valt ten goede aan het EMU-saldo. Door de meerkosten van C 1,6 á & 1,7 miljard wordt bij privatisering het EMU-saldo als. gevolg van premie- en belastingderving in 2006 met ca. O,l% belast. 1. Kostenvergeliiking tussen de premieberekeningen 2.1 vergelijking korte-termijn ( ) Iu onderstaande tabel staat een decompositie van de premieberekeningen op basis van de door UWV en Verbond van Verzekeraars verstrekte gegevens. Hierbij is voor de omslagpremie van het UWV het structurele niveau gekozen, in het jaar dat het WGA-bestand volgroeid is (2010). In beide gevallen is geabstraheerd van een storting in het IVA-fonds. Bij private uitvoering is een dergelijke storting nodig in verband met het afwentelingsrisico, maar het Verbond zet deze storting in ter financiering van de reserves (in de vorm van WWvereveningsfonds, waarborgfonds en no-riskpolis). Het Verbond geeft aan gedurende vijf jaar aan deze reservevorming te willen doen zodat in 2011 voor het eerst de reservevormingscomponent uit de premie wegvalt. Bij publieke uitvoering is zo n storting in principe niet nodig. Alle bedragen zijn uitgedrukt in percentages van de loonsom (afgerond op eenheden van O,Ol%), waarbij 1% van de loonsom neerkomt op 1,75 miljard. Aan beide partijen is gevraagd om naast het basisscenario, dat gebaseerd is op de oorspronkelijke offerte van het Verbond en uitgaat van een instroomniveau van , een alternatief scenario door te rekenen dat uitgaat van een instroomniveau zoals dat gerealiseerd is in 2003 van Het UWV heeft hieraan voldaan en komt op aantallen instromers in de WGA van resp en Het Verbond heeft aangegeven hier niet aan te kunnen voldoen. Het Verbond gaat in het hoge-instroomscenario uit van instromers in de WGA, en calculeert vervolgens een instroomdaling tot in, die deels het gevolg is van exogene factoren, m.n. de herziening van het schattingsbesluit. Hierdoor is onduidelijk van welk basisinstroomniveau precies is uitgegaan. In de onderstaande tabel wordt daarom bij het UWV volledigheidshalve ook het lage-instroom scenario gepresenteerd omdat de berekening van het Verbond vanwege bovengenoemde onzekerheid niet meer zonder meer te vergelijken is met één van beide varianten van UWV. Hier sluit het Verbond aan op eerdere berekeningen waarin onderscheid werd gemaakt tussen een startpremie uitgaande van WGA-instromers en een perspectiefpremie uitgaande van WGA-instromers. 2

12 sociale werkgeverslasten O,lO% 411% ö,os% uitvoeringskosten 0,22% 0,03% 0,02% reïntegratiekosten 0,17% 0,05% 0,04% no-riskpolis 0,05% 0,04% voorziening premiedebiteuren O,Ol% O,OO% reservevorming (ww-verevening, waarborgfonds, no-riskpolis) 413% Hoewel onduidelijk is welk instroomscenario het Verbond bij de berekening van de vijfjaarspremie precies heeft gevolgd, kan in ieder geval geconcludeerd worden dat de uitvoeringskosten volgens beide berekeningen bij het Verbond ca. 0,2% hoger uitvallen dan bij het UWV. Tevens trekt het Verbond ca. O,l% meer uit voor reïntegratie. Deze ca. 0,3% of ruim 0,5 miljard aan jaarlijkse meerkosten zouden terugverdiend moeten worden uit reductie van het aantal uitkeringen door betere reïntegratie. Gezien de totale kosten van de WGA (maximaal t5 1,s miljard in de hoge-instroomvariant van het UWV) is een dergelijke reductie ambitieus. In onderstaande tabel staat de inschatting van het UWV omtrent de ontwikkeling van de omslagpremie in vijf jaar naar het structurele niveau (1,03% in de hoge-instroomvariant resp. 0,78% in de lage-instroomvariant) afgezet tegen de premie van het Verbond, die gedurende de eerste vijfjaar 1,30% bedraagt. Het UWV is in beide varianten cf. verzoek van SZW uitgegaan van een constant instroomniveau. Het Verbond gaat uit van een instroomdaling die deels het gevolg is van effectievere reïntegratie en deels het gevolg van wijzigingen in het schattingsbesluit. Uitgaande van de verstrekte informatie bedraagt de rentehobbel, gedefinieerd als het verschil tussen publieke en private premie gedurende de overgangsfase van omslagfinanciering naar rentedekking, minimaal (? 4,3 miljard (in de hoge-instroomvariant) en maximaal 6,0 miljard (in de lage-instroomvariant). De rentehobbel is het grootst in 2006, te weten E 1,6 á E 1,7 miljard of bijna 1% van de loonsom. 1.2 vergelijking lange-termijn (2011 en verder) Het Verbond van Verzekeraars stelt dat, als gevolg van effectieve reïntegratieinspanningen en wijzigingen in het schattingsbesluit, de premie vanaf 2011 kan dalen tot l,o% van de loonsom (de zgn. perspectiefpremie). De waarde van deze premieverwachting is echter onzeker en zal mede afhangen van de ontwikkelingen in de verzekeringsmarkt. Het UWV berekent vanaf 2010 structurele premieniveaus van 0,78% van de loonsom in het lage-instroomscenario en 1,03% in het hoge-instroomscenario. 3

13 Beide premieniveaus zouden anders kunnen uitvallen, bij het Verbond omdat onduidelijk is welke basisinstroomaannames precies zijn gehanteerd en bij het UWV omdat cf. offerteaanvraag gerekend is met een ongewijzigd schattingsbesluit. 2. Overige relevante punten m.b.t. de premieberekeningen 2.1 algemeen Bij de premieberekening van het Verbond kunnen nog de volgende opmerkingen gemaakt worden: l. Anders dan gevraagd in het Voorlopig kader, zet het Verbond de storting in voor reservevorming. Hierdoor valt de premie 0,2% lager uit (de startpremie zou bij storting in een publiek fonds dus 1,5% worden). Het W geeft wel premieniveaus aan bij storting in een publiek fonds, maar geeft expliciet aan dit onnodig te achten in geval van publieke verzekering. l Bij keuze voor privaat is sprake van drie additionele kostenposten die niet in de premieberekening van het Verbond zijn gekwantificeerd. o aanloopkosten voor zieken uit 2004; o initiële vulling WW-vereveningsfonds; o kosten van gegevensuitwisseling tussen UWV en verzekeraars. l Het Verbond stelt dat een private WGA in 10 jaar tijd e 15 miljard bespaart. Het Verbond rekent hierbij de volledige gecumuleerde besparingen van de stelselherziening aan privatisering toe. Zo bezien zou ook een publieke WGA dus tot grote besparingen leiden. Bij de premieberekening van het W kunnen de volgende opmerkingen gemaakt worden: l W rekent slechts de extra uitvoeringskosten in geval van volledig publieke uitvoering t.o.v. gemengd privaatipublieke uitvoering. Voorts houdt W geen rekening met de kosten van premie-inning. l UWV financiert een deel van de reïntegratiekosten (C 40 miljoen of 0,02% van de loonsom) uit het IVA-fonds op basis van interpretatie van het Voorlopig kader WGA. l W noemt een bedrag van e 90 miljoen als gebruikelijke reserve voor een publiek fonds van de omvang van de toekomstige WGA. Hiermee is geen rekening gehouden in de premie. Als zo n bedrag, net als verzekeraars doen, in vijf jaar tijd opgebouwd zou worden, dan zou de premie jaarlijks met O,Ol% verhoogd moeten worden. l UWV reserveert geen middelen voor perioden van extreme laagconjunctuur. In geval van dergelijke calamiteiten zal UWV de omslagpremie moeten verhogen tenzij geput kan worden uit het vermogen van het WW-fonds dat mede hiervoor opgebouwd is. l Een punt van aandacht is nog dat UWV in de opbouw van de premie van geen rekening lijkt te houden met het zgn. halfjaarseffect, het feit dat doordat instromers in het beginjaar verspreid over dat jaar instromen, de premie in dat beginjaar lager uitvalt dan op basis van het aantal instromers gedacht zou kunnen worden. Hierdoor wordt de premie in de opbouwfase mogelijk iets te hoog ingeschat. 2.2 uitvoeringskosten De door W uitgebrachte tweede premieberekening inzake de publieke uitvoering van de WGA-regeling komt in grote lijnen overeen met de eerdere uitgebrachte premieberekening inzake dit onderwerp. De in de tweede premieberekening berekende uitvoeringskosten zijn in de orde van grootte plausibel. Er zijn drie redenen waarom de uitvoeringskosten van het W lager zijn dan die van het Verbond: 4

14 l l l UWV rekent alleen de extra kosten van volledig publieke uitvoering van de WGA t.o.v. private uitvoering gedurende de eerste vijf jaar. Een gemengd systeem is vanwege o.m. dubbelingen altijd duurder dan een volledig publiek of een volledig privaat systeem. Verzekeraars hebben waarschijnlijk marketingkosten en een winstopslag in de uitvoeringskosten ingecalculeerd. 2.3 reïntegratie UWV trekt ca. e 135 miljoen per jaar uit voor reïntegratie, waarvan CZ 95 miljoen voor trajecten. In vergelijking met de huidige SZW-ramingen zet UWV meer trajecten in ( i.p.v ) en rekent een 20% hogere gemiddelde prijs. UWV lijkt voor het grootste deel van de tijdelijk volledig arbeidsongeschikten ook trajecten in te zetten. De verhouding tussen inzet van middelen en resultaat lijkt plausibel, hoewel geen onderbouwing is gegeven van de precieze wijze waarop het resultaat bereikt wordt. Het Verbond trekt ca. C? 300 miljoen per jaar uit voor reïntegratie. Er is geen onderbouwing beschikbaar van de wijze waarop deze middelen worden ingezet noch van de precieze wijze waarop het reïntegratieresultaat bereikt wordt. Het Verbond stelt in zijn brief dat private uitvoering 30% meer reïntegratiesucces haalt dan publieke uitvoering. Het Verbond wijst hierbij op het feit dat de WAO-instroom in 2003 met 30% gedaald is, dat het ziekteverzuim bij onverzekerde bedrijven 50% hoger ligt dan bij verzekerde bedrijven, dat de WAO-instroom bij eigenrisicodragers 50% lager ligt dan bij publiek verzekerden en dat de private Pemba-premies 50% lager zijn dan de publieke Pemba-premies. Hier wordt echter voorbijgegaan aan het feit dat een complex aan factoren (W.O. Poortwachter en aankondigingseffecten) ten grondslag ligt aan de daling van de WAO-instroom, dat juist kleine bedrijven (met lagere risico s dan grote bedrijven) zich verzekeren tegen kosten van ziekteverzuim, dat juist bedrijven met een lager dan gemiddeld risico eigenrisicodrager zijn geworden en dat de lagere private Pemba-premies slechts gelden voor kleinere werkgevers zonder lopende WAO-gevallen en zonder lopende langdurige ziektegevallen. 3. Macro-economische gevolgen van privatisering Bij de voorgenomen private verzekering van de regeling voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten verandert de financiering van omslag naar rentedekking. In de eerste jaren ontstaan dan extra fïnancieringskosten door noodzakelijke kapitaalopbouw. In discussie is een garantiestelling door de overheid om deze tijdelijke lasten meer te spreiden in de tijd. Deze garantiestelling beïnvloedt het EMU-saldo niet. Een eventuele achtergestelde lening beïnvloedt evenmin het EMU-saldo maar wel de EMU-schuld. Bij de 5-jaarscontracten zoals deze thans door het Verbond zijn genoemd, is dit waarschijnlijk niet meer aan de orde. De noodzakelijke kapitaalopbouw zal de loonkosten voor werkgevers verhogen danwel de koopkracht belasten. Dit is afhankelijk van hoe de lasten worden verdeeld over werkgevers en werknemers. Deze last voor werkgevers en werknemers zal per saldo lager uitvallen door het optreden van secundaire effecten; de last moet immers als een aftrekpost worden gezien voor de vennootschapsbelasting en de loon- en inkomstenbelasting. De keerzijde is dat daardoor tijdelijk - voor zolang er sprake is van kapitaalopbouw - premie- en belastingderving zal optreden, die het EMU-saldo zal belasten met ca. O,l% in 2006 aflopend tot 0% in Over dit secundaire effect op de inkomsten is in de begrotingsregels (Miljoenennota 2004 pagina 241) het volgende opgemerkt: Inkomstentegenvallers komen ten laste van het EMU-saldo, 5

15 met dien verstande dat nadere maatregelen worden getroffen indien tegenvallers het in het kader van het Stabiliteits- en Groei-pact noodzakelijk structurele reductietraject van 05% BBP per jaar en/of de feitelijke grens van een EMU-tekort - om redenen van prudentie te stellen op 21/2% BBP als signaalwaarde -bedreigen. Indien in de periode de reductie van het structurele EMU-saldo 05% BBP blijft bedragen en/of het EMU-tekort lager blijft uitkomen dan 2X% zal de inkomstenderving voortvloeiend uit de private regeling voor gedeeltelijke arbeidsongeschikten geen nadere maatregelen op de uitgaven van de rijksbegroting vergen. Het is evenwel thans nog niet duidelijk in hoeverre voor 2006 en latere jaren ook te hoge EMU-tekorten - zoals deze voor 2004 en 2005 al zijn gesignaleerd - zullen resulteren. Dit zal moeten blijken uit de doorrekening voor de komende besluitvormingsronde in het kader van de Voorjaarsnota. 4. Aandachtspunten Indien wordt gekozen voor een private uitvoering van de WGA vergt dat additionele regelgeving. Deze zal in overleg met het Verbond van Verzekeraars tot stand moeten komen. Het wetgevingsproces zal met andere woorden ná een definitieve beslissing voor een private uitvoering nog minimaal drie maanden extra (ten opzichte van een keuze voor publieke uitvoering) in beslag nemen; deze periode moet worden beschouwd als absolute ondergrens. Er dienen met de verzekeraars nog afspraken te worden gemaakt over de volgende punten: WW-verevening: verzekeraars stellen voor om uitzonderlijke werkloosheid (verplicht) onderling te verevenen; dit om te voorkomen dat één verzekeraar onevenredig wordt getroffen door een zeer sterke economische recessie. De concrete uitwerking van een dergelijke vereveningsregeling vergt nader overleg. Toezicht: een vorm van publiek toezicht op de rechtmatigheid is wenselijk; de WGA is immers een publieke regeling. De PVK (straks DNB) houdt alleen toezicht op de soliditeit van verzekeraars en niet op het gedrag van verzekeraars. Keurings- en herbeoordelingsprotocollen: er zullen protocollen worden opgesteld, waarin onder meer wordt geregeld welke gegevens tussen het UWV en de verzekeraars onderling moeten worden uitgewisseld. Waarborgfonds: er zal een Waarborgfonds WGA worden ingesteld voor werknemers wier werkgever geen overeenkomst heeft gesloten met een verzekeraar. Waarborgmaatschappij: voorts zal er een waarborgmaatschappij moeten worden opgericht, waarmee moeilijk verzekerbare werkgevers een overeenkomst kunnen sluiten. Bestemming bijdrage bij onvolledige benutting van de resterende verdiencapaciteit: met de verzekeraars zullen definitieve afspraken worden gemaakt voor welke doelen de bijdrage bij niet-werken kan worden aangewend. Sluitende aanpak: verzekeraars zullen iedere werknemer een recht op reïntegratie aanbieden. Sancties: verzekeraars kunnen sanctioneren, uiteraard binnen een door de wetgever vastgesteld normenkader. Klantvriendelijkheidscode: verzekeraars zullen een klantvriendelijkheidscode opstellen. Gegevensverstrekking: er zullen protocollen worden opgesteld met betrekking tot het aanleveren van gegevens aan verzekeraars en de vergoeding van de kosten die daarmee gepaard gaan. 6

16 Bijlage 2 Kanttekeningen bij SER-advies inzake flexibele arbeidsrelaties De SER bepleit in zijn advies zowel ten aanzien van de ziekteperiode als ten aanzien van de Pembasystematiek afivijkende regelingen. In deze bijlage worden beide onderdelen van kanttekeningen voorzien. Aan de door de SER voorgestelde afwijkende regeling voor de ziekteperiode kleven belangrijke bezwaren. Een dergelijke afwijkende regeling creëert een breuk in het stelsel, omdat wordt afgeweken van het uitgangspunt van een uniforme wachttijd van twee jaar. Het kabinet hecht hier zeer aan. Dit uitgangspunt is recent vastgelegd in de Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte Bovendien zou dan het uitgangspunt worden verlaten dat bij de invoering van de Wet uitbreiding loondoorbetalingsverplichting bij ziekte (1996) gold om geen tweedeling te maken in polisvoorwaarden tussen vaste en flexibele werknemers. Voorts roept een afwijkend regime het risico van precedentwerking op naar andere categorieën werknemers en andere sectoren, waarin veel met andersoortige flexibele contracten wordt gewerkt. Een afwijkende regeling biedt verder geen voordelen uit oogpunt van reïntegratie, omdat het UWV zowel in de ziekteperiode als in de periode van arbeidsongeschiktheid verantwoordelijk is voor verzuimbegeleiding en reïntegratie. De situatie van uitzendkrachten die bij ziekte aangewezen zijn op het vangnet-zw verschilt hierin niet wezenlijk van andere vangnetwerknemers. Voorts ontbreekt het de sector niet aan mogelijkheden tot preventie en tot aanpak van het verzuim en arbeidsongeschiktheid. Gewezen kan worden op het recent gesloten arboconvenant voor de uitzendsector en de mogelijkheid voor uitzendbedrijven om eigenrisicodrager te worden. Het SER-voorstel heeft verder het risico dat het de bestaande prikkelwerking geheel wegneemt. Het treffen van een afwijkende regeling levert tot slot geen bijdrage aan eenvoud van regelgeving en uitvoering. Het kabinet constateert verder dat het advies van de SER tot aftapping van de WAO-premie er feitelijk op neerkomt dat de Pembasystematiek voor de uitzendsector voortijdig wordt afgeschaft, behoudens de Pembakorting aan uitzendwerkgevers die een benedengemiddeld arbeidsongeschiktheidsrisico hebben. Dit voorstel ontmoet eveneens bezwaren. Er zou dan voor één sector vooruitgelopen worden op de afspraken die in het Najaarsakkoord zijn gemaakt om Pemba onder voorwaarden, materieel per 1 januari 2006, af te schaffen. Het kabinet is van mening dat hiervan een verkeerd signaal zou uitgaan en wijst voorts op het risico van precedentwerking. Ook acht het kabinet het niet evenwichtig om wel de Pembaopslag af te schaffen, maar niet de Pembakorting. Tot slot acht het kabinet het ongewenst de hiervoor vereiste aanpassing van regelgeving en uitvoering te verrichten voor een in beginsel beperkte periode en met terugwerkende kracht.

17 CPB Notitie Nummer : Datum : 9maart2004 Aan : ministerie SZW Uitvoering van regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) l l l l Samenvatting Het Verbond van Verzekeraars en het UWV hebben geen offerte geboden, maar een vrijblijvende WGA premie-indicatie. Door een verschil in gehanteerde uitgangspunten en een gebrek aan transparantie van de verdere berekeningen zijn de premies van UWV en Verbond moeilijk te vergelijken. De rentehobbel in 2006 leidt direct tot een verslechtering van het EMU-saldo met circa % mld euro. Deze verslechtering heeft een tijdelijk karakter. Het is ongewis of het voordeel van private uitvoering in de toekomst de nadelen zal overtreffen. Inleiding SZW heeft het CPB verzocht om een plausibiliteitsbeoordeling van een aantal analyses van SZW over de wijze van uitvoering van de regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA). De keuze gaat tussen publieke uitvoering door het UWV en private uitvoering door verzekeraars. Ten behoeve van de beoordeling zijn ook de achterliggende offertes van het UWV en het Verbond van Verzekeraars ter beschikking gesteld. Vanwege de beperkte tijd voor de gevraagde beoordeling biedt deze notitie alleen een kwalitatieve analyse op enkele hoofdpunten. Rentehobbel en schadelastbeperking Private verzekering vereist financiering op basis van rentedekking, terwijl bij publieke financiering sprake is van omslagfinanciering. Bij invoering van private verzekering treedt de zogenoemde rentehobbel op. Daarentegen wordt in de SZW-analyse in navolging van Kist en Keuzenkamp verondersteld dat concurrerende verzekeraars grotere prikkels tot schadelastbeperking hebben dan een publieke monopolist. Op basis hiervan concludeert SZW:

18 De kostenafweging tussen publiek en privaat is dan ook een afweging tussen een empirisch onderbouwd initieel publiek kostenvoordeel tegenover een kwalitatief beredeneerbaar maar thans niet aantoonbaar privaat kostenvoordeel op de lange termijn. Bij deze conclusie kan een aantal kanttekeningen worden geplaatst: 1. Tegenover een mogelijk premieverlagende effect van de prikkels tot schadelastbeperking bij private uitvoering op lange termijn staat het premieverhogende effect van een winstopslag en hogere uitvoeringskosten. Onduidelijk is hoe deze twee effecten zich tot elkaar verhouden. 2. De omvang van het private kostenvoordeel op lange termijn zal mede afhangen van de mate waarin een concurrerende markt voor particuliere WGA-verzekeringen, eventueel gekoppeld aan een verzekering voor kosten van ziekteverzuim gedurende de eerste 2 jaar, ontstaat. Een concurrerende markt vereist een voldoende aantal aanbieders. In een dergelijke markt zal schadelastbeperking door succesvolle reïntegratie-inspanningen zich snel vertalen in lagere premies teneinde een concurrentievoordeel te behalen. Voorts kan worden opgemerkt dat de concurrentie beperkt kan worden door zogenoemde lock-in effecten. Wanneer een klant zowel de verzuimbegeleiding als de reïntegratie-inspanningen als de WGA- en ziekteverzuimverzekering bij een particuliere verzekeraar onderbrengt vergt dit van de klant ook een investering van tijd en energie in een veelal klantspecifiek dienstenpakket. De kosten die overschakeling op een andere verzekeraar voor dit dienstenpakket met zich mee brengt, kan de concurrentie beperken. 3. Ervaringen met private ziekteverzuimverzekeringen die na introductie van de loondoorbetaling bij ziekte gedurende een jaar werden aangeboden vanaf 1996, geven geen duidelijke indicaties over het effect van de grotere prikkel tot schadelastbeperking op de premiestelling. In 1996 lag de gemiddelde premie van de particuliere ziekteverzuimverzekering duidelijk lager dan de gemiddelde werkgeverspremie in het publieke stelsel in voorgaande jaren. Echter, de premievaststelling was aanvankelijk te laag en de verzekeraars hebben de eerste jaren verlies geleden op de ziekteverzuimverzekeringen. Onduidelijk is of dit verlies komt door gebrek aan inzicht in de verzuimrisico s of dat dit een bewuste keuze is geweest om marktaandeel te verwerven. Na 1998 zijn de premies van private ziekteverzuimmaatregelen aanzienlijk gestegen, in ieder geval sterker dan op grond van de toename van het ziekteverzuim in die jaren verwacht had mogen worden.3 4. Aangetekend kan worden dat de prikkel tot schadelastbeperking bij private uitvoering in de loop der tijd afneemt omdat de uitkering aan personen die 5 jaar in de WGA zitten, publiek wordt. In een concurrerende markt leveren SuCCesvOIle extra reïntegratie-inspanningen de particuliere verzekeraars dus slechts tijdelijk een hogere winst. Zie J.M. Van Sonsbeek en J.H. Schepers, Evaluatie van arbeidsongeschiktheids-en ziekteverzuimmaatregelen sinds,992, SZW notitie, oktober s Zie Sonsbeek en Schepers,

Analyse WGA-premieberekeningen Verbond van Verzekeraars en UWV

Analyse WGA-premieberekeningen Verbond van Verzekeraars en UWV Analyse WGA-premieberekeningen Verbond van Verzekeraars en UWV Samenvatting Opmerkingen vooraf Vooraf zij opgemerkt dat de berekening van het Verbond van Verzekeraars op een essentieel punt uitgaat van

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage SV/A&L/04/13866

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage SV/A&L/04/13866 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

BIJLAGE 1. SER-adviezen WAO 2002 en 2004 Kabinetsvoorstellen WAO maart 2004

BIJLAGE 1. SER-adviezen WAO 2002 en 2004 Kabinetsvoorstellen WAO maart 2004 BIJLAGE 1 SER-adviezen WAO 2002 en 2004 Kabinetsvoorstellen WAO maart 2004 A. Algemene opzet a.o.-regelingen* 1) verlenging wettelijk verplichte loondoorbetaling bij ziekte tot in beginsel twee jaar 2)

Nadere informatie

Uitvoering van regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA)

Uitvoering van regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) CPB Notitie Datum : 9 maart 2004 Aan : ministerie SZW Uitvoering van regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) Samenvatting Het Verbond van Verzekeraars en het UWV hebben geen offerte

Nadere informatie

Voorlopig kader regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten Het nieuwe stelsel van arbeidsongeschiktheidsregelingen

Voorlopig kader regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten Het nieuwe stelsel van arbeidsongeschiktheidsregelingen Voorlopig kader regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten Het kabinet is, zoals bekend, voornemens om per 1 januari 2006 een nieuw stelsel van arbeidsongeschiktheidsregelingen in te voeren.

Nadere informatie

Bijlage: Vergelijking WIA en Appa

Bijlage: Vergelijking WIA en Appa Bijlage: Vergelijking WIA en Appa 1. Inleiding In deze notitie wordt een vergelijking gemaakt tussen de sregeling op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA ) en de verlengde uitkering

Nadere informatie

D e n H a a g 12 juni 2012

D e n H a a g 12 juni 2012 Aan de voorzitter en de leden van de Vaste Commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG B r i e f n u m m e r 12/10.937/12-017/MF/Gau

Nadere informatie

Bijlage(n): Notitie maximering ziekengeldlasten uitzendsector

Bijlage(n): Notitie maximering ziekengeldlasten uitzendsector De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

WIA door de Tweede Kamer. Stand van zaken juli 2005

WIA door de Tweede Kamer. Stand van zaken juli 2005 WIA door de Tweede Kamer. Stand van zaken juli 2005 Van WAO naar WIA. Het kabinet wil de WAO per 1 januari 2006 vervangen door de nieuwe Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). De WIA benadrukt

Nadere informatie

Modernisering Ziektewet

Modernisering Ziektewet Modernisering Ziektewet 1. Inleiding Per 1 januari 2013 is de Wet Beperking Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid Vangnetters (BeZaVa) in werking getreden. Deze wet heeft tot doel het aantal vangnetters

Nadere informatie

Sociale Zaken Loondoorbetaling bij ziekte

Sociale Zaken Loondoorbetaling bij ziekte Sociale Zaken Loondoorbetaling bij ziekte 1. Loondoorbetaling bij ziekte Werkgevers moeten sinds 2002 het loon van zieke werknemers 104 weken doorbetalen. Daarvoor was dat, sinds 1996, 52 weken. Tien procent

Nadere informatie

Modernisering Ziektewet Hoofdlijnen van de wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa)

Modernisering Ziektewet Hoofdlijnen van de wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa) Modernisering Ziektewet Hoofdlijnen van de wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa) 1. Inleiding De overheid heeft besloten de Ziektewet (ZW) per 1 januari 2013 aan te

Nadere informatie

Eigen risico dragen voor de WGA vaak financieel aantrekkelijk

Eigen risico dragen voor de WGA vaak financieel aantrekkelijk Binnenkort voert het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een aantal veranderingen door in de wijze waarop de WGA wordt gefinancierd. Deze wijzigingen maken het voor zorginstellingen aantrekkelijker

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 498 Wijziging van de arbeidsongeschiktheidswetten in verband met de wijziging van de systematiek van de herbeoordelingen (Wet wijziging systematiek

Nadere informatie

Zienswijze UWV maatregel loondoorbetaling RA 2017 en voorstel NVIA. Michel Rovers Directeur Strategie, Beleid en Kenniscentrum

Zienswijze UWV maatregel loondoorbetaling RA 2017 en voorstel NVIA. Michel Rovers Directeur Strategie, Beleid en Kenniscentrum Zienswijze UWV maatregel loondoorbetaling RA 2017 en voorstel NVIA Michel Rovers Directeur Strategie, Beleid en Kenniscentrum NVIA congres 18-4-2018 Agenda q Historie q Hoofdboodschappen uit onderzoeken

Nadere informatie

WGA Financieringskeuze

WGA Financieringskeuze WGA Financieringskeuze Wanneer een medewerker na twee jaar ziekte gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt beoordeeld, krijgt hij recht op een WGA-uitkering. Als werkgever bent u daar tot tien jaar lang verantwoordelijk

Nadere informatie

WIA Opvang Polis. op de WIA. Het antwoord van de. Van Kampen Groep. (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen)

WIA Opvang Polis. op de WIA. Het antwoord van de. Van Kampen Groep. (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) WIA Opvang Polis Het antwoord van de Van Kampen Groep op de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) Pagina 1 WIA Opvang Polis. Hoe wordt de hoogte van de WIA-uitkering berekend? De hoogte van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-1991 22187 Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid IMr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARIS VAIM SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 506 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID 29544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 506 Brief van de minister

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Businesscase WAO. 1. Inleiding. 2. Pilot en uitvoerbaarheid

Businesscase WAO. 1. Inleiding. 2. Pilot en uitvoerbaarheid Businesscase WAO 1. Inleiding In de begrotingsafspraken 2014 van de regeringspartijen met D66, CU en SGP is het volgende afgesproken: Het UWV maakt een businesscase over hoe en voor welke groepen de kansen

Nadere informatie

Het Bestuur van de Stichting van de Arbeid vraagt uw aandacht voor het volgende.

Het Bestuur van de Stichting van de Arbeid vraagt uw aandacht voor het volgende. Bezuidenhoutseweg 60 postbus 90405 2509 LK Den Haag tel. 070-3499 577 fax 070-3499 796 e-mail: broekema@ser.nl Aan de Voorzitter en de leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

De prikkel voor de vangnetter om eerder aan het werk te gaan neemt toe door:

De prikkel voor de vangnetter om eerder aan het werk te gaan neemt toe door: Ziektewet 2013 Update 3-10-2012: Dit wetsvoorstel is gisteren aangenomen door de Eerste Kamer, maar de aanpassingen met betrekking tot het Ziektewetcriterium en de arbeidsverledeneis worden een jaar uitgesteld.

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van,

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van, Besluit van., houdende wijziging van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten in verband met de verlaging van de leeftijdsgrens voor de toepasselijkheid van het aangepaste Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Verzekerbaarheid werknemers

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Verzekerbaarheid werknemers De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Arbeidskracht op Krachten. Kosten door arbeidsongeschiktheid beheersen met duurzaam inzetbare werknemers

Arbeidskracht op Krachten. Kosten door arbeidsongeschiktheid beheersen met duurzaam inzetbare werknemers Arbeidskracht op Krachten Kosten door arbeidsongeschiktheid beheersen met duurzaam inzetbare werknemers De Nederlandse samenleving is erop gericht om burgers zo lang mogelijk te laten meewerken op de arbeidsmarkt.

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen

MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen 1. Inleiding en doel De arbeidsmarkt moet zekerheid en kansen bieden aan iedereen. De huidige vormgeving van de arbeidsmarkt knelt in de visie van het kabinet voor werkgevers

Nadere informatie

Datum 17 mei 2016 Betreft Memorie van antwoord voorstel van Wet verbetering hybride markt WGA

Datum 17 mei 2016 Betreft Memorie van antwoord voorstel van Wet verbetering hybride markt WGA > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333 44

Nadere informatie

Het Bestuur van de Stichting van de Arbeid vraagt uw aandacht voor het volgende.

Het Bestuur van de Stichting van de Arbeid vraagt uw aandacht voor het volgende. Bezuidenhoutseweg 60 postbus 90405 2509 LK Den Haag tel. 070-3499 577 fax 070-3499 796 e-mail: e.broekema@ser.nl Aan de Voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Productinformatie WGA Eigenrisicodragerschap

Productinformatie WGA Eigenrisicodragerschap Productinformatie WGA Eigenrisicodragerschap 1. Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen De WIA bestaat uit twee onderdelen: De regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA) De regeling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 034 Bevordering van het naar arbeidsvermogen verrichten van werk of van werkhervatting van verzekerden die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn

Nadere informatie

Hoofdlijnenakkoord inzake aanpassing ABP-regelingen aan WIA-wetgeving (definitief vastgesteld in de Pensioenkamer van de ROP op 7 juni 2006)

Hoofdlijnenakkoord inzake aanpassing ABP-regelingen aan WIA-wetgeving (definitief vastgesteld in de Pensioenkamer van de ROP op 7 juni 2006) Hoofdlijnenakkoord inzake aanpassing ABP-regelingen aan WIA-wetgeving (definitief vastgesteld in de Pensioenkamer van de ROP op 7 juni 2006) Partijen De Stichting Verbond Sectorwerkgevers Overheid De Samenwerkende

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 446 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 25 april 2013 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

CPB Notitie. Instroom in de WGA en rentehobbel. 1 Inleiding. 2 WGA-instroom. Nummer : 2006/20 Datum : 24 mei 2006 Aan : SZW

CPB Notitie. Instroom in de WGA en rentehobbel. 1 Inleiding. 2 WGA-instroom. Nummer : 2006/20 Datum : 24 mei 2006 Aan : SZW CPB Notitie Nummer : 2006/20 Datum : 24 mei 2006 Aan : SZW Instroom in de WGA en rentehobbel 1 Inleiding Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft 8 mei jongstleden het CPB verzocht om

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Postbus LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon Telefax

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Postbus LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon Telefax Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 673 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Herwin Schrijver. Landelijk Arbo congres Reed Business 7 oktober 2013 Wat kunt u verwachten in 2014

Herwin Schrijver. Landelijk Arbo congres Reed Business 7 oktober 2013 Wat kunt u verwachten in 2014 Herwin Schrijver Landelijk Arbo congres Reed Business 7 oktober 2013 Wat kunt u verwachten in 2014 door Marjol Nikkels-Agema directeur CS Opleidingen B.V. Keuzes overheid en nieuwe ontwikkelingen Werk,

Nadere informatie

Wijziging Wfsv. Toerekening WGA van 10 jaar terug naar 5 jaar en wijziging WIA. Marjol Nikkels-Agema. VeReFi Zomermarkt 2018

Wijziging Wfsv. Toerekening WGA van 10 jaar terug naar 5 jaar en wijziging WIA. Marjol Nikkels-Agema. VeReFi Zomermarkt 2018 Wijziging Wfsv Toerekening WGA van 10 jaar terug naar 5 jaar en wijziging WIA Marjol Nikkels-Agema VeReFi Zomermarkt 2018 1 Wijziging Wfsv WGA van tien jaar terug naar vijf jaar Bij ziek na 1 januari 2020

Nadere informatie

UWV Tijdreeksen 2017

UWV Tijdreeksen 2017 UWV Tijdreeksen 217 Inhoudsopgave Inleiding 2 1. WW 3 2. WIA (IVA + WGA) 4 2.1. WIA Totaal 4 2.2. IVA 5 2.3. WGA 6 3. WAO 7 4. WAZ 8 5. Wajong 9 6. Ziektewet 1 7. Uitgekeerde bedragen 11 Colofon 12 UWV

Nadere informatie

Beperken van de WGA kosten

Beperken van de WGA kosten Beperken van de WGA kosten De tijd dat de overheid zorgde voor de Sociale Zekerheid is definitief voorbij. De overheid legt steeds meer taken en verantwoordelijkheden bij werkgevers neer. De regels voor

Nadere informatie

Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 29544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 514 Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 7 april 2014 Bijgaand treft u het rapport

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Artikel III. Wijziging van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

Artikel III. Wijziging van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen 29738 Wijziging van de Werkloosheidswet en enige andere wetten in verband met aanscherping van de wekeneis DERDE NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 1 Artikel I komt te luiden:

Nadere informatie

AV/PB/04/ Datum 3 mei 2004

AV/PB/04/ Datum 3 mei 2004 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA 's Gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

De risico s van de WIA

De risico s van de WIA De risico s van de WIA De Wet Werk in Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) is aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer zal de WIA na het zomerreces behandelen. De verwachting is dat ook de Eerste

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage SV/A&L/03/71528

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage SV/A&L/03/71528 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 034 Bevordering van het naar arbeidsvermogen verrichten van werk of van werkhervatting van verzekerden die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn

Nadere informatie

UWV Tijdreeksen 2018

UWV Tijdreeksen 2018 UWV Tijdreeksen 218 Inhoudsopgave Inleiding 2 1. WW 3 2. WIA (IVA en WGA) 4 2.1. WIA Totaal 4 2.2. IVA 5 2.3. WGA 6 3. WAO 7 4. WAZ 8 5. Wajong 9 6. Ziektewet 1 7. Uitgekeerde bedragen 11 Colofon 12 UWV

Nadere informatie

ONTWIKKELINGEN WIA TRIPLE A & NATIONALE BORG 1 JULI 2019

ONTWIKKELINGEN WIA TRIPLE A & NATIONALE BORG 1 JULI 2019 ONTWIKKELINGEN WIA TRIPLE A & NATIONALE BORG 1 JULI 2019 Actualiteiten Samenhang Wet Arbeidsmarkt in Balans, MKB/loondoorbetaling en ZZP Andere Whk-berekening (formule en parameters) Instroom WIA Onderzoeken

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Voorhangprocedure van het ontwerpbesluit, houdende wijziging van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (29544)

Voorhangprocedure van het ontwerpbesluit, houdende wijziging van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (29544) Voorhangprocedure van het ontwerpbesluit, houdende wijziging van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (29544) Schriftelijke reactie op het verslag Met belangstelling heeft de regering kennis

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 159 Regels betreffende openbaarmaking van gegevens per werkgever met betrekking tot verkrijging van rechten op WAO-uitkeringen door werknemers

Nadere informatie

2-10-2013. Modernisering Ziektewet. Wet BeZaVa. Waarom Modernisering Ziektewet. door Anja Heijstek

2-10-2013. Modernisering Ziektewet. Wet BeZaVa. Waarom Modernisering Ziektewet. door Anja Heijstek Modernisering Ziektewet door Anja Heijstek Wet BeZaVa Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid Vangnetters ofwel Modernisering van de Ziektewet Waarom Modernisering Ziektewet U doet het goed

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AV/IR/2003/20105. Datum 10 maart 2003

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AV/IR/2003/20105. Datum 10 maart 2003 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a DEN HAAG Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333

Nadere informatie

Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa)

Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa) Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa) Ingangsdatum 01-01-2013 en later Stapsgewijze privatisering Ziektewet Ontwikkelingen aantal nieuwe WGA-uitkeringen (in procenten

Nadere informatie

WIA Opvang Polis. www.vkg.com. Het antwoord van de Van Kampen Groep op de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) Terecht méér dan verzekeraars

WIA Opvang Polis. www.vkg.com. Het antwoord van de Van Kampen Groep op de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) Terecht méér dan verzekeraars WIA Opvang Polis Het antwoord van de Van Kampen Groep op de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) Terecht méér dan verzekeraars www.vkg.com WIA Opvang Polis Versie 2008 Hoe wordt de hoogte van

Nadere informatie

Premies en parameters Werkhervattingskas (Whk) 2008

Premies en parameters Werkhervattingskas (Whk) 2008 Premies en parameters Werkhervattingskas (Whk) 2008 Augustus 2007 Colofon Uitgave Uitvoering Werknemersverzekeringen (UW) Afdeling FEZ/PC&A Postadres Postbus 58285 1040 HG Amsterdam Bezoekadres UW Hoofdkantoor

Nadere informatie

Het antwoord van VKG op de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen)

Het antwoord van VKG op de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) Het antwoord van VKG op de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) Versie 16-08-2011 WIA Opvang Polis. Hoe wordt de hoogte van de WIA-uitkering berekend? De hoogte van de WIA-uitkering hangt niet

Nadere informatie

Premievaststelling vrijwillige verzekering ZW, WW, WAO en WIA 2014

Premievaststelling vrijwillige verzekering ZW, WW, WAO en WIA 2014 Premievaststelling vrijwillige verzekering ZW, WW, WAO en WIA 2014 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 2 2. Premie vrijwillige verzekeringen 2014 3 2.1. ZW 3 2.2. WW 3 2.3. WAO/WIA 4 Colofon 5 Premievaststelling

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

S A M E N V A T T I N G

S A M E N V A T T I N G 5 6 Samenvatting Adviesaanvraag, opvattingen kabinet In dit advies reageert de SER op een drietal voorgenomen maatregelen van het kabinet om de toetredingsvoorwaarden van de WW aan te scherpen. Het betreffen:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 Herziening van het stelsel van sociale zekerheid BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Een kijkje achter de schermen van de WIA

Een kijkje achter de schermen van de WIA Een kijkje achter de schermen van de WIA Even voorstellen Otwin Nonnekes Adviseur Sociale Zekerheid SV Land Röntgenlaan 13 2719 DX Zoetermeer T 079 3634400 info@svland.nl www.svland.nl Wet beperking ziekteverzuim

Nadere informatie

Eigenrisicodragen Publieke of private verzekering? De keuze is aan u

Eigenrisicodragen Publieke of private verzekering? De keuze is aan u Eigenrisicodragen Publieke of private verzekering? De keuze is aan u UWV Werkgeverscongres 2016 Frank Gevers Programma Eigenrisicodragen werknemersverzekeringen Historisch perspectief Wet BEZAVA Eigenrisicodragen

Nadere informatie

STICHTING VAN DE ARBEID. Aan: decentrale cao-partijen. Geachte mevrouw, heer,

STICHTING VAN DE ARBEID. Aan: decentrale cao-partijen. Geachte mevrouw, heer, STICHTING VAN DE ARBEID Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK DEN HAAG Aan: decentrale cao-partijen T 070. 3 499 577 F 070. 3 499 796 E info@stvda.ni www.stvda.ni Den Haag : 17 april 2015 Ons kenmerk

Nadere informatie

Gezondheids-RisicoManagement

Gezondheids-RisicoManagement Gezondheids-RisicoManagement - Onafhankelijk advieskantoor - Advisering - Afdekken risico s - Second opinion Informatie over EBEX: eenvoud en gemak bij beheersen van verzuim-, ziektewet- en WIA-risico

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Modernisering Ziektewet (met gevolgen WGA) Janthony Wielink

Modernisering Ziektewet (met gevolgen WGA) Janthony Wielink Modernisering Ziektewet (met gevolgen WGA) Janthony Wielink De WIA evaluatie Vermindering jaarlijkse instroom: WAO 2000/2001 100.000 WIA 2009 29.000 Belangrijkste oorzaken: Poortwachter Verlenging loondoorbetaling

Nadere informatie

1. INLEIDING. 2. BeZaVa EN DE GEVOLGEN VOOR DE PUBLIEKE PREMIES

1. INLEIDING. 2. BeZaVa EN DE GEVOLGEN VOOR DE PUBLIEKE PREMIES 1. INLEIDING Op 1 januari 2013 is de wet BeZaVa in werking getreden. De overheid wil met deze wet een beperking in de uitkeringslasten voor flexwerkers bereiken door de meer actief bij de re-integratie

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Premievaststelling vrijwillige verzekering ZW, WW, WAO en WIA 2017

Premievaststelling vrijwillige verzekering ZW, WW, WAO en WIA 2017 Premievaststelling vrijwillige verzekering ZW, WW, WAO en WIA 2017 Inhoudsopgave Managementsamenvatting 2 1. Vrijwillige verzekeringen 2017 3 1.1. Algemeen 3 1.2. Het verzekerdenbestand 3 1.3. Premie ZW

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:218

ECLI:NL:CRVB:2016:218 ECLI:NL:CRVB:2016:218 Instantie Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 21-01-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/4909 WIA Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

WELKOM. Wet WIA 28 oktober 2015 Jos Walraven

WELKOM. Wet WIA 28 oktober 2015 Jos Walraven WELKOM Wet WIA 28 oktober 2015 Jos Walraven Onderwerpen Algemene uitleg WIA Rekenvoorbeelden WGA-uitkering Wat is een maatman? Beschikking WGA-uitkering Productoplossingen Werkgeversrisico s Aandachtspunten

Nadere informatie

U kunt het boek bestellen via

U kunt het boek bestellen via 4 Deze tekst is (deels) afkomstig uit de zesde uitgave van het boek Ondernemen in Flex Eigenrisicodragen wordt u ZW aangeboden en WGAdoor Professionals in Flex. Heeft u advies of ondersteuning nodig bij

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Daar word je samen beter van! Modernisering Ziektewet

Daar word je samen beter van! Modernisering Ziektewet Daar word je samen beter van! Modernisering Ziektewet Verschillende vormen van wetgeving hebben er de afgelopen jaren voor gezorgd dat u als werkgever een grote rol speelt in het terugdringen van het aantal

Nadere informatie

STICHTING. Aan de voorzitter en leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Geachte dames en heren,

STICHTING. Aan de voorzitter en leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Geachte dames en heren, STICHTING Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK DEN HAAG Aan de voorzitter en leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2001 8 2500 EA DEN HAAG 070-3 499 577 070-3 499 796 info@stvda.nl

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage. Project Walvis/SUB/ 04/9300

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage. Project Walvis/SUB/ 04/9300 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Premievaststelling vrijwillige verzekering Ziektewet, WW, WAO en WIA 2019

Premievaststelling vrijwillige verzekering Ziektewet, WW, WAO en WIA 2019 Premievaststelling vrijwillige verzekering Ziektewet, WW, WAO en WIA 2019 Inhoudsopgave Managementsamenvatting 2 1. Vrijwillige verzekeringen 2019 3 1.1. Algemeen 3 1.2. Het verzekerdenbestand 3 1.3. Premie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 268 Wijziging van de Werkloosheidswet in verband met afschaffing van de vervolguitkering Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder

Nadere informatie

Premievaststelling vrijwillige verzekering Ziektewet, WW, WAO en WIA 2018

Premievaststelling vrijwillige verzekering Ziektewet, WW, WAO en WIA 2018 Premievaststelling vrijwillige verzekering Ziektewet, WW, WAO en WIA 2018 Inhoudsopgave Managementsamenvatting 2 1. Vrijwillige verzekeringen 2018 3 1.1. Algemeen 3 1.2. Het verzekerdenbestand 3 1.3. Premie

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Langdurigheidstoeslag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Langdurigheidstoeslag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

BeZaVa, de premieveranderingen voor de werkgever 1. INLEIDING

BeZaVa, de premieveranderingen voor de werkgever 1. INLEIDING BeZaVa, de premieveranderingen voor de 1. INLEIDING Op 1 januari 2013 is de wet BeZaVa in werking getreden. De overheid wil met deze wet een beperking in de uitkeringslasten voor flexwerkers bereiken door

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) Nr. 399 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 32 716 Evaluatie Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) Nr. 30 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Langdurig arbeidsongeschikt. VOP0034_arbeidsongeschikt-2.indd 1 18-01-10 10:36

Langdurig arbeidsongeschikt. VOP0034_arbeidsongeschikt-2.indd 1 18-01-10 10:36 Langdurig arbeidsongeschikt VOP0034_arbeidsongeschikt-2.indd 1 18-01-10 10:36 1 Inleiding Arbeidsongeschikt worden is iets waar niemand graag aan denkt. Toch is het goed af en toe na te denken over wat

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer drs. W. Koolmees Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Koolmees,

Aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer drs. W. Koolmees Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Koolmees, Retouradres: Postbus 16228 2500 BE Den Haag Aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer drs. W. Koolmees Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Datum 25 mei 2018 Onderwerp Wet, AMvB en Min. Regeling

Nadere informatie

Modernisering Ziektewet. P. (Ploni) Nieboer mr. J.F.H. (Jannet) Terpstra

Modernisering Ziektewet. P. (Ploni) Nieboer mr. J.F.H. (Jannet) Terpstra Modernisering Ziektewet P. (Ploni) Nieboer mr. J.F.H. (Jannet) Terpstra Modernisering Ziektewet Programma 1. toelichting & achtergrond 2. hoe toepassen in de praktijk 20/10/10 2 BeZaWe Wet beperking ziekteverzuim

Nadere informatie

WGA Beheerverzekering

WGA Beheerverzekering WGA Beheerverzekering De tijd dat de overheid zorgde voor de sociale zekerheid is definitief voorbij. De overheid legt steeds meer taken en verantwoordelijkheden bij werkgevers neer. De regels voor sociale

Nadere informatie

Bijlage(n): Beantwoording Kamervragen 2060704460 lid Smeets (PvdA)

Bijlage(n): Beantwoording Kamervragen 2060704460 lid Smeets (PvdA) De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Modernisering Ziektewet [BeZaVa] Poortwachtercentrum / Land van Horne Weert

Modernisering Ziektewet [BeZaVa] Poortwachtercentrum / Land van Horne Weert Modernisering Ziektewet [BeZaVa] Poortwachtercentrum / Land van Horne Weert 12-03-2013 2 Wet Beperking Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid Vangnetters (BeZaVa) Ingangsdatum 01-01-2013 en later 3 Stapsgewijze

Nadere informatie

Adviesaanvraag met betrekking tot het arbeidsongeschiktheidscriterium

Adviesaanvraag met betrekking tot het arbeidsongeschiktheidscriterium Adviesaanvraag met betrekking tot het arbeidsongeschiktheidscriterium 1. Inleiding In verband met het nieuw te ontwikkelen arbeidsongeschiktheidsstelsel is in het najaarsakkoord van 14 oktober 2003 afgesproken

Nadere informatie

Verzekering WGA-eigen risicodragers

Verzekering WGA-eigen risicodragers Productwijzer Verzekering WGA-eigen risicodragers Wat leest u in deze productwijzer? In deze productwijzer vindt u algemene informatie over de verzekering voor WGA-eigen risicodragers. WGA betekent Regeling

Nadere informatie

Marz/CvA/U200516003 Lbr. 05/136 CVA/LOGA 05/40

Marz/CvA/U200516003 Lbr. 05/136 CVA/LOGA 05/40 Brief aan de leden T.a.v. het college informatiecentrum tel. (070) 373 8021 onderwerp WIA en wijziging CAR-UWO uw kenmerk ons kenmerk Marz/CvA/U200516003 Lbr. 05/136 CVA/LOGA 05/40 bijlage(n) 2 datum 21

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 XV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het

Nadere informatie