ACLVB. bouw.

Transcriptie

1 ACLVB bouw

2 D/1831/2009/17/14500 V.U.: Jan Vercamst, Koning Albertlaan Gent

3 Inhoud Voorwoord...7 Loon- en arbeidsvoorwaarden...9 Lonen...9 Categorieën van de arbeiders...10 Categorie I...10 Categorie IA...10 Categorie II...11 Categorie IIA...11 Categorie III...11 Categorie IV...12 Studentenovereenkomst...12 Interim...13 Reiskosten & mobiliteitsvergoeding...15 Premies, toelagen en toeslagen...18 Loontoeslagen voor bijzondere werken...18 Arbeid in opeenvolgende ploegen...19 Vergoeding voor slijtage aan gereedschap...19 Reiniging en onderhoud van werkkledij...20 Kost en Huisvesting...20 Toekenning van een anciënniteitpremie...20 Syndicale Premie (= sociaal voordeel)...21 Bestaanszekerheid...22 Getrouwheidszegels en Weerverletzegels...22 Getrouwheidszegels...22 Weerverletzegels...23 Aanvullende werkloosheidsvergoedingen...24 Vorstvergoeding...24 Bijzondere aanvullende vorstvergoeding...25 bouw > 3

4 Vergoeding Bouw...25 Vergoeding ontslag...26 Legitimatiekaart...27 Promotievergoeding (Sefobo)...28 Vakantiegeld invalide werknemers...29 Tegemoetkoming bij arbeidsongeval met ernstige of dodelijke afloop...30 Arbeidsongeval met dodelijke afloop...30 Arbeidsongeval met arbeidsongeschiktheid van 66 % en meer...30 Langdurige arbeidsongeschiktheid wegens arbeidsongeval met niet-dodelijke afloop, beroepsziekte en ziekte of ongeval van gemeenrecht...30 Syndicale afvaardiging...31 Verlof, rust- en feestdagen...33 Rustdagen in Rustdagen in Vervanging feestdagen...33 Werken op zaterdag...34 Klein Verlet...35 Vaderschaps- en adoptieverlof...38 Geboorte van een kind van de werknemer...38 Adoptie van een kind...38 Diverse bepalingen...39 Kosten, verbonden aan medische schifting en tachograaf voor bestuurders van motorvoertuigen...39 Posttraumatische begeleiding...39 Carenzdag bij arbeidsongeschiktheid...40 Hospitalisatieverzekering...41 Brugpensioen...42 Vanaf 58 jaar > bouw

5 Vanaf 56 jaar...43 Brugpensioen op 56 jaar met 40 jaar loopbaan...45 Halftijds Brugpensioen...46 Pensio B: het aanvullend pensioen (2de pijler)...50 Inactieve bouwvakkers...50 Actieve bouwvakkers, in de overgangsregeling...50 Actieve bouwvakkers, niet in de overgangs regeling...50 Voordelen aan weduwen...51 Weduwen van inactieve bouwvakkers...51 Weduwen van actieve bouwvakkers in de overgangs regeling...51 Weduwen van actieve bouwvakkers niet in de over gangs regeling...51 Opzeggingstermijnen...52 Notities...57 bouw > 5

6 Met de term(en) arbeider(s) wordt in deze brochure verwezen naar alle mannelijke- en vrouwelijke werknemers uit het PC > bouw

7 Voorwoord Geacht lid, In deze brochure vindt je de belangrijkste loon- en arbeidsvoorwaarden voor arbeiders in de bouwsector. De bepalingen in deze brochure zijn de minima. In je eigen bedrijf kunnen gunstigere loon- en arbeidsvoorwaarden van toepassing zijn. Als u nog vragen hebt, aarzel niet om contact op te nemen met uw ACLVB secretariaat. Onze medewerkers staan altijd klaar om je te helpen en bijkomende informatie te verschaffen bij zaken die niet in het kader van deze publicatie konden worden behandeld. Deze brochure is een uitgave van de ACLVB, uw syndicale organisatie, met een vrije Visie & een eigen Stem! In het kader van onze Syndicale Werking willen wij onze specifieke sectorinformatie, én de snelheid waarmee deze informatie u bereikt, voortdurend verbeteren Wij proberen onze informatie zo veel als mogelijk te verspreiden onder onze ACLVB-ledenfamilie. Door de ontwikkelingen van de informatiesnelweg via het internet en via elektronische post, kunnen wij per vrij snel alle nuttige informatie bij onze leden krijgen. Maar, in ons ledenbestand staan er vaak foutieve adressen, adressen oversized of zelfs geen adres. Daarom, indien u over een (nieuw) adres beschikt, zouden wij het appreciëren dat u dit adres overmaakt aan uw ACLVB-secretariaat. Peter Börner Nationaal Verantwoordelijke Jan Vercamst Nationaal Voorzitter Martine Kellens Dienst Bestaanszekerheid bouw > 7

8 8 > bouw

9 Loon- en arbeidsvoorwaarden Lonen De minimumlonen van de arbeiders zijn (dd ): Categorie I 12,220 Categorie IIA 13,678 Categorie IA 12,831 Categorie III 13,854 Categorie II 13,027 Categorie IV 14,708 De minimumlonen worden per kwartaal aangepast aan de evolutie van het gezondheidsindexcijfer, waarbij het indexpercentage gelijk is aan de breuk van het gemiddelde van de eerste twee maanden van het laatste kwartaal, gedeeld door het gemiddelde van de eerste twee maanden van het voorlaatste kwartaal. Indien het resultaat van deze berekening een negatief bedrag geeft, wordt dit bedrag niet toegepast, maar verrekend met het volgend kwartaal. Het uurloon wordt afgerond tot op drie decimalen. Indien de werkgever hogere lonen uitkeert, dan worden de bij overeenkomst bepaalde verhogingen, inclusief de kwartaalaanpassingen ten gevolge van de koppeling van de minimumlonen aan het gezondheidsindexcijfer, toegevoegd bij de lonen die werkelijk uitbetaald worden op het ogenblik waarop de wijziging intreedt. De meestergasten ontvangen een uurloon dat minimum 20% hoger ligt dan het loon van Categorie IV. bouw > 9

10 De ploegbaas ontvangt een uurloon dat minimum 10% hoger ligt dan datgene wat overeenkomt met zijn eigen beroepsbekwaamheid. Voor bijzondere werken kunnen er loontoeslagen toegekend worden. Deze zijn enkel verschuldigd voor de tijd waarin de arbeiders effectief prestaties leveren. Categorieën van de arbeiders Categorie I de arbeiders die instaan voor de uitvoering van zeer eenvoudige werken, zoals de opruiming van de bouwplaats, het reinigen van de gebouwen en van de keet, alsmede de uitvoering van werken waarvoor geen enkele specialisatie vereist is, zoals voor het verplaatsen van materieel en materialen; de arbeiders die hun beroepsloopbaan beginnen en die geen bouwdiploma na voltijds onderwijs hebben behaald, alsook diegenen die een opleiding gevolgd hebben met vrucht in het kader van het industrieel leerlingenwezen en de alternerende bouwopleiding. Voor deze arbeiders evalueert de werkgever uiterlijk na 9 maanden de graad van beroepsbekwaamheid en verhoogt, in geval van gunstige evaluatie, het loon tot minimaal dat van categorie IA. Categorie IA de arbeiders uit categorie I die, naar het oordeel van de werkgever, blijk geven van een meer dan gemiddelde bekwaamheid; de arbeiders, die hun beroepsloopbaan beginnen en die een bouwdiploma na voltijds onderwijs hebben behaald. Na 6 maanden bedraagt hun loon minimaal dat van categorie II. 10 > bouw

11 Categorie II Tot de categorie II behoren de arbeiders, die niet volledig vertrouwd zijn met één van de in de artikelen 9 en 10 opgesomde beroepen van de cao dd betreffende de Arbeidsvoorwaarden in de bouwbedrijven. Ook de arbeiders, die bij de uitvoering van hun gewoon werk enige vaardigheid aan de dag moeten leggen, behoren tot deze categorie. Categorie IIA Tot de categorie IIA behoren de arbeiders uit categorie II die, naar het oordeel van de werkgever, blijk geven van een meer dan gemiddelde bekwaamheid. De chauffeurs van bedrijfsvoertuigen, met een laadvermogen van minder dan 18 ton, worden beschouwd als arbeiders van de categorie IIA. Categorie III Tot de categorie III behoren de arbeiders die hun vak grondig kennen en sedert ten minste drie jaar met een normale vaardigheid en rendement hun vak uitoefenen. De vaardigheden zijn verworven dankzij ervaring in de werkplaats, bouwplaats of vakschool. Dit driejarig tijdvak kan, naar het oordeel van de werkgever, worden verminderd. De chauffeurs van motorvoertuigen, met een nuttig draagvermogen van 18 ton en meer, worden gelijkgesteld met arbeiders van de categorie III. De chauffeurs van de andere vrachtwagens worden eveneens gelijkgesteld met arbeiders van de categorie III als zij ten minste 3 jaren ervaring hebben. bouw > 11

12 Categorie IV Tot de categorie IV behoren de arbeiders, wier beroepsbekwaamheid hoger ligt dan die van de arbeiders van categorie III. Opgelet! In de artikelen 5 tem 10 van de cao dd betreffende de Arbeidsvoorwaarden in de bouwbedrijven staat er oa een opsomming van welke taken de arbeiders van iedere categorie kunnen uitoefenen. Alleen de werkgever oordeelt de graad van beroepsbekwaamheid van zijn werknemers. De werkgever bepaalt ook het hiermee overeenstemmende loon op grond van de schaal der regelingslonen. Studentenovereenkomst De minimumlonen voor de studenten, tewerkgesteld met een studentenovereenkomst zijn (dd ): voor de studenten die een bouwopleiding volgen: 8,953; voor de overige studenten: 8,214. De uurlonen worden jaarlijks op 1 juli geïndexeerd. Het loon van de arbeiders tot 18 jaar, met een deeltijdse leerplicht, is als volgt vastgesteld: 12 > bouw

13 Leeftijd % loon arbeider van de categorie I 15 jaar 54% 15 jaar en 6 maanden 59% 16 jaar 64% 16 jaar en 6 maanden 74% 17 jaar 84% 17 jaar en 6 maanden 94% 18 jaar 100% Interim Sinds is uitzendarbeid mogelijk in de bouwsector. Er zijn wel strenge voorwaarden gekoppeld aan de interimarbeid en het stelsel is zeer specifiek voor de bouwsector. Voor welke activiteiten kan men nu een beroep doen op een interim? het aantrekken van jongeren; in het kader van de arbeidsorganisatie. Bouwinterim kan niet ter vervanging van een bestaande job en ook niet bij tijdelijke werkloosheid. Jongeren, die in de toekomst naar de bouwsector wensen te komen, kunnen dit doen via een interimkantoor. Het kantoor maakt de openstaande betrekkingen kenbaar. Indien de werkgevers jongeren aanwerven, is dit met een normaal arbeidscontract en niet met een interimcontract. bouw > 13

14 Indien men, in het kader van de arbeidsorganisatie, beroep wenst te doen op een interim, kan dit enkel maar bij tijdelijke vermeerdering van het werkvolume en bij vervanging van een werkonbekwame vaste arbeider. In deze gevallen wordt het statuut van de bouwvakarbeider gegarandeerd aan de interimwerknemer, m.a.w.: dezelfde loon- en arbeidsvoorwaarden; een tewerkstelling voor normale functies, een normale activiteit en in het normale uurrooster; in het bezit zijn van het formulier C3.2A; dezelfde voordelen FBZ. In het kader van de veiligheid moet een uitzendkracht een veiligheidsopleiding volgen van 16 uur. Tewerkstelling als uitzendkracht is beperkt in tijd: maximum 6 maand aaneensluitend of maximum 2 jaar niet aaneensluitend. Daarna wordt het een normale arbeidsovereenkomst. Het aantal uitzendkrachten is ook beperkt in aantal naargelang de grootte van het bedrijf. Voor al deze toepassingen is er controlemogelijkheid via de syndicale afvaardiging en C3.2A. Indien er geen syndicale delegatie bestaat, is er een meldingsplicht aan het bouwplatform waarin alle organisaties vertegenwoordigd zijn. Indien werkgevers en/of ondernemingen dit stelsel misbruiken, kunnen er sancties getroffen worden. 14 > bouw

15 Reiskosten & mobiliteitsvergoeding Sinds 1 oktober 2007 geldt volgende regeling betreffende de mobiliteitsvergoeding: De verplaatsingen, die de arbeiders moeten doen tussen hun woonplaats en de sociale zetel of de plaats van tewerkstelling, dienen te gebeuren op eigen kracht tenzij de werkgever voor deze verplaatsingen een voertuig ter beschikking stelt. De werkgever moet tussenkomen in de gemaakte kosten. De reiskosten worden aangevuld met een mobiliteitsvergoeding, ook wanneer de werkgever een voertuig ter beschikking stelt. De tussenkomst omvat dus een terugbetaling van de reiskosten, berekend op basis van de tarieven van het spoorwegvervoer, wanneer de arbeider zich op eigen kracht verplaatst. bouw > 15

16 De tussenkomst wordt aangevuld met een mobiliteitsvergoeding, ook wanneer de arbeider zich verplaatst met een voertuig dat de werkgever ter beschikking stelt. Wanneer de werkgever, voor de verplaatsingen, een voertuig ter beschikking stelt, genieten de arbeiders een terugbetaling van de reiskosten voor de eventuele verplaatsing tussen hun woonplaats en de opstapplaats. Een mobiliteitsvergoeding wordt over het ganse traject toegekend. Onder opstapplaats wordt verstaan de op ondernemingsniveau afgesproken plaats van waaruit en tot waar de arbeider gebruik maakt van het voertuig dat de werkgever ter beschikking stelt. Het bedrag van de tussenkomsten van de werkgever wordt bepaald op basis van het aantal werkelijk afgelegde kilometers. De wijze en de modaliteiten van de berekening van de werkelijk afgelegde afstand, worden, in overleg, op ondernemingsniveau vastgesteld. Voor verplaatsingen met de trein geldt als werkelijk afgelegde afstand steeds het aantal kilometer vermeld op de treinkaart. Indien de berekeningswijze niet is vastgelegd op ondernemingsniveau of bij betwisting wordt het aantal te vergoeden kilometers bepaald met toepassing van de routeplanner Mappy, beschikbaar op het Internet ( De werkgever is echter vrijgesteld van de betaling van de tussenkomsten indien de werkelijke totale afstand die per dag wordt afgelegd minder dan 10 km bedraagt. Voor de arbeiders, die zich met de trein verplaatsen, is het dagbedrag van de mobiliteitsvergoeding sinds gelijk aan 0,0818 vermenigvuldigd met het aantal kilometers, vermeld op de treinkaart. 16 > bouw

17 Voor de arbeiders, die zich op eigen kracht met een ander vervoermiddel dan de trein verplaatsen, is het basisbedrag van de mobiliteitsvergoeding vastgesteld in functie van de werkelijke totale afstand die per dag wordt afgelegd. (cfr. tabel hieronder) Het per dag verschuldigde bedrag van de mobiliteitsvergoeding wordt bekomen door het basisbedrag te vermenigvuldigen met het totaal aantal werkelijk afgelegde kilometers. Werkelijke totale afgelegde afstand per dag Mobiliteitsvergoeding H & T (per km) Bedrag sinds 1 juli tot 59 km 0, tot 77 km 0, tot 103 km 0, tot 129 km 0, tot 155 km 0, tot 207 km 0, tot 259 km 0, km en meer 0,0680 De arbeider, die personeel naar en van de werkplaats vervoert (buiten de werkuren) met een voertuig, ter beschikking gesteld door de werkgever, heeft, recht op een gecorrigeerde mobiliteitsvergoeding. Deze vergoeding is sinds gelijk aan 0,1237 per werkelijk afgelegde kilometer. Er wordt aanbevolen om in de ondernemingen een mobiliteitsplan op te stellen in overleg met de syndicale delegatie en de werknemers. bouw > 17

18 Premies, toelagen en toeslagen Loontoeslagen voor bijzondere werken Er bestaan loontoeslagen voor werken waarvan de arbeiders gevoelens van onzekerheid, vrees en onrust kunnen ondervinden. Voor meer informatie hierover, contacteer uw afgevaardigde of bestendig secretaris. 18 > bouw

19 Arbeid in opeenvolgende ploegen Uurprestaties tussen: en uur worden betaald tegen 110% van het loon; en uur worden betaald tegen 110% van het loon; en uur worden betaald tegen 125% van het loon. Bij werken, die de invloed van getijden ondergaan, worden de gepresteerde uren tussen: en 7.00 uur betaald tegen 115% van het loon; en uur betaald tegen 115% van het loon. Aanvullende overeenkomsten regelen bepaalde arbeidsvoorwaarden voor de baggernijverheid en betoncentrales, die stortklaar beton produceren. Vergoeding voor slijtage aan gereedschap 0,0400/uur voor de marmerbewerkers en steenhouwers; 0,0400/uur voor de schrijnwerkers, timmerlieden en trappenmakers; 0,0400/uur voor de loodgieters zinkbewerkers; 0,0350/uur voor de stukadoors; 0,0400/uur voor de timmerlieden en timmerlieden bekisters van ruwbouw-ondernemingen; 0,0350/uur voor de metselaars; 0,0400/uur voor de witsteenzagers en -houwers; 0,0350/uur voor de bevloerders. De vergoedingen moeten twee maal per jaar worden uitgekeerd, eenmaal op 15 april en eenmaal op 15 oktober. De werkgevers zijn verplicht beschermingskledij ter beschikking te stellen aan de arbeiders, die aan regen en koude worden blootgesteld. bouw > 19

20 Reiniging en onderhoud van werkkledij De werkgever staat in voor het onderhoud en de reiniging van de werkkledij. Wanneer uit de risicoanalyse blijkt dat de werkkledij geen risico vormt voor de gezondheid van de werknemer en zijn directe omgeving, en indien de werkgever niet instaat voor de reiniging en het onderhoud van de werkkledij, mag de arbeider zelf instaan voor de reiniging en het onderhoud ervan. In dit geval betaalt de werkgever een vergoeding van 0,50 per gepresteerde of aangevatte arbeidsdag. Kost en Huisvesting Indien de arbeider onmogelijk dagelijks naar huis kan terugkeren, omdat de werkplaats te ver van de woonplaats gelegen is, moet de werkgever kost en huisvesting verstrekken. Indien dit niet gebeurt, wordt een vergoeding betaald, sinds : Huisvesting: 11,43/dag Kost: 23,51/dag Deze bedragen worden bij het begin van elk kwartaal aangepast aan de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen. Toekenning van een anciënniteitpremie Een arbeider, die vanaf 1 juli 2009 een ononderbroken anciënniteit van 25 jaar binnen dezelfde onderneming bereikt, heeft recht op een éénmalige brutopremie van 500. Een arbeider, die op 1 juli 2009 een ononderbroken anciënniteit van 35 jaar 20 > bouw

21 binnen dezelfde onderneming heeft of die anciënniteit na deze datum bereikt, heeft recht op een éénmalige brutopremie van 700. De werkgever is gehouden de bedoelde premie te betalen op de dag dat de arbeider zijn anciënniteit verwerft, of ten laatste, op de eerstvolgende betaaldag. Syndicale Premie (= sociaal voordeel) Nieuw in de sector is de toekenning van een Syndicale Premie ofwel Sociaal voordeel genoemd. Elke gesyndiceerde werknemer krijgt een syndicale premie ten bedrage van 0,62 euro per dag (gepresteerd of gelijkgesteld) met een maximum van 135 euro op jaarbasis. Volgende gelijkgestelde dagen worden in rekening gebracht voor de berekening van de syndicale premie (maximum 20 dagen): dagen gewaarborgd loon bij ziekte (1e week); jaarlijkse vakantie; feestdagen; klein verlet; inhaalrust; alle dagen werkloosheid voor slecht weer; alle dagen economische- of tijdelijke werkloosheid voor andere redenen: met een maximum van 40 dagen indien de periode van economische werkloosheid 8 weken bedraagt; met een maximum van 20 dagen indien de periode van economische werkloosheid 4 weken bedraagt. bouw > 21

22 Bestaanszekerheid Getrouwheidszegels en Weerverletzegels Getrouwheidszegels Het bedrag van de getrouwheidszegels is gelijk aan 9% van het brutoloon aan 100%. Het dienstjaar loopt van 1 juli tot 30 juni van het volgend jaar. Uiterlijk tegen 31 oktober van het volgend dienstjaar, overhandigt de werkgever de getrouwheidskaart aan de arbeider. Er worden getrouwheidszegels door gelijkstelling betaald voor de dagen van 22 > bouw

23 arbeidsongeschiktheid t.g.v. een arbeidsongeval of beroepsziekte (+ 66%) en voor een gewone ziekte of een ongeval van gemeen recht, en dit volgend op de 7 dagen gewaarborgd weekloon en voor de eerste 12 maanden arbeidsonderbreking. Iedere nieuwe arbeidsonderbreking, nà een werkhervatting, van minder dan 14 dagen wordt beschouwd als de voortzetting (herval) van de vorige arbeidsonderbreking. Bij arbeidsongeval of beroepsziekte kan de periode van gelijkstelling zelfs meer dan 12 maanden bedragen, op voorwaarde dat de betrokkene meer dan 66% arbeidsongeschikt blijft, en dat hij voor die periode ook vakantiegeld heeft ontvangen. Deze periode loopt tot de datum van de vaststelling van het definitieve percentage ongeschiktheid. De getrouwheidszegels, bij gelijkstelling, worden berekend op basis van een fictief loon. Het bedrag van de getrouwheidszegel, bij gelijkstelling, is gelijk aan 4,08 per dag in het stelsel van de 6-dagenweek. De getrouwheidskaart wordt automatisch door het Fonds Bouw opgemaakt per kalenderjaar en wordt aan de rechthebbenden toegestuurd in de loop van de maand oktober van het volgende jaar. Weerverletzegels Het bedrag van de weerverletzegels is gelijk aan 2% van het brutoloon aan 100%. bouw > 23

24 Het dienstjaar loopt van 1 januari tot 31 december van hetzelfde jaar. Uiterlijk tegen 29 april van het volgend dienstjaar overhandigt de werkgever de weerverletkaart aan de arbeider. Indien dit niet van hand tot hand gebeurt, worden deze kaarten aangetekend verstuurd. Aanvullende werkloosheidsvergoedingen Zelfstandigen in bijberoep, met een activiteit in de bouwsector, hebben geen recht op aanvullende werkloosheidsvergoedingen. Wanneer de zelfstandige activiteit echter niet onder de bouwsector valt, behoudt de zelfstandige in bijberoep zijn recht op aanvullende werkloosheidsvergoedingen. Vorstvergoeding Toekenningvoorwaarden houder zijn van de legitimatiekaart rechthebbende, geldig voor het lopende dienstjaar (= tot 30.09); tijdelijk werkloos worden gesteld door een onderneming die onder het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf ressorteert; tijdelijk werkloos worden gesteld gedurende de periodes van vorst of blijvende sneeuw, waarvan de Raad van Bestuur van het Fonds voor Bestaanszekerheid heeft beslist dat zij voor vergoeding in aanmerking komen; gerechtigd zijn op de hoofdwerkloosheidsvergoeding. Het aantal vergoedbare dagen is onbeperkt (zij worden dus niet in mindering gebracht van het aantal kredietdagen, vermeld op de legitimatiekaart). 24 > bouw

25 Bijzondere aanvullende vorstvergoeding Deze vergoeding wordt toegekend aan de werknemers uit de bouwnijverheid voor de dagen waarop zij in de periode van 1 oktober tot en met 30 april van het voorbije jaar tijdelijk werkloos werden gesteld wegens weerverlet en waarvoor zij vorstvergoedingen hebben ontvangen. Het forfaitair dagbedrag van de bijzondere aanvullende vorstvergoeding is gelijk aan 5,35 bruto, in het stelsel van de 6-dagenweek. De bijzondere aanvullende vorstvergoeding wordt aan de gerechtigden respectievelijk in de loop van de maanden juni 2009 en juni 2010 uitbetaald door het Fonds voor Bestaanszekerheid. Vergoeding Bouw Toekenningvoorwaarden houder zijn van een legitimatiekaart rechthebbende, met betrekking tot het lopende dienstjaar (= tot 30.09); zowel volledig als tijdelijk werkloos worden gesteld door een werkgever die onder het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf ressorteert; werkloos worden gesteld gedurende werkloosheidsperiodes, andere dan deze die door de vorstvergoeding worden gedekt; recht hebben op de hoofdwerkloosheidsvergoeding. Het aantal vergoedbare dagen is beperkt tot 60 dagen in het stelsel van de zesdagenweek. Opmerking Voor werknemers, die GEEN recht hebben op de hoofdwerkloosheidsvergoeding, maar wel een rechthebbende kaart bezitten voor het lopende dienstjaar, bestaat er een uitzondering opdat zij toch de aanvullende vergoeding ontvangen via het FBZ. bouw > 25

26 Hiervoor zijn de volgende documenten nodig: geldige legitimatiekaart; originele formulieren C4; beslissing van de RVA dat betrokkene géén recht heeft op de werkloosheidsvergoeding of een gelijkaardig attest. Vergoeding ontslag Toekenningvoorwaarden ontslagen zijn door een werkgever die onder het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf ressorteert; minder dan 20 jaar ononderbroken in dienst zijn geweest van deze onderneming; houder zijn van een kredietkaartontslag die werd afgeleverd door de uitbetalinginstelling en die geldig is voor het lopende dienstjaar; recht hebben op de hoofdwerkloosheidsvergoeding. Het aantal vergoedbare dagen is 20 de kredietkaart ontslag wordt slechts éénmaal afgeleverd in de loop van het dienstjaar en wel bij het eerste ontslag dat er recht op geeft; indien de arbeider in de loop van de maand september ontslagen wordt, kunnen de kredietdagen van kredietontslag eventueel overgedragen worden van het ene dienstjaar naar het andere. Hiervoor zijn de volgende documenten nodig: C4 bouw (ontslag in september); kredietkaart ontslag; attest uitbetalinginstelling met de reeds genoten kredietdagen. de ontslagvergoeding wordt uitbetaald: hetzij nadat de kredietdagen Bouw zijn uitgeput van de legitimatiekaart rechthebbende (voor de dagen van volledige of tijdelijke werkloosheid). 26 > bouw

27 hetzij onmiddellijk indien de begunstigde geen houder is van een legitimatiekaart rechthebbende (voor de dagen van volledige werkloosheid). De dagbedragen (uitgedrukt in een regeling van zes vergoedbare dagen per week) van de aanvullende uitkeringen, die in de loop van deze overeenkomst worden uitgekeerd, zijn: Categorie I 6,34 Categorie IIA 8,02 Categorie IA 6,66 Categorie III 10,08 Categorie II 7,63 Categorie IV: 10,85 Legitimatiekaart Om de legitimatiekaart rechthebbende , rechtgevend op de bijkomende werkloosheidsvergoeding Vorst Bouw te kunnen bekomen, moet de arbeider in 2008 een zeker aantal gepresteerde en gelijkgestelde dagen kunnen bewijzen: 150 dagen voor de werklieden ouder dan 57 jaar; 175 dagen voor de werklieden tussen 52 en 56 jaar; 200 dagen voor de werklieden jonger dan 52 jaar. Maatregelen, ter versoepeling, zijn voorzien: ten voordele van de werklieden, houder van meerdere voorafgaande legitimatiekaarten rechthebbende ; ten voordele van de werklieden die in de loop van 2008 of 2009 met vrucht een cursus voor versnelde beroepsopleiding hebben gevolgd met het oog op het aanleren van een bouwvak, op voorwaarde in het bezit te zijn van een legitimatiekaart rechthebbende 2007; ten voordele van de werklieden wier afwezigheid ingevolge ziekte de bouw > 27

28 eerste 12 maanden van de arbeidsongeschiktheid overschreed; gelijkstelling van de dagen van economische werkloosheid in 2008 naar rato van 5 dagen per kaart rechthebbende. Afzonderlijke voorwaarden zijn voorzien voor: jonge werklieden: jonger dan 23 jaar; jonge werklieden: jonger dan 24 jaar; werklieden die in een beroepsopleiding hebben gevolgd in een centrum voor beroepsopleiding van de VDAB, Forem of BGDA; werklieden die in 2008 het werk hervatten in de bouwnijverheid, nadat zij door een arbeidsbureau van de VDAB, Forem of BGDA in een andere sector werden tewerkgesteld; werklieden ouder dan 24 jaar; werklieden die in 2008 het werk hervatten in de bouwnijverheid nadat zij door een arbeidsbureau van de VDAB, Forem of BGDA in een openbaar bestuur werden tewerkgesteld. Promotievergoeding (Sefobo) Voorwaarden tenminste 5 legitimatiekaarten rechthebbende hebben ontvangen tijdens de laatste 10 jaar of 7 kaarten tijdens de laatste 15 jaar voor de aanvraag; (deze vijf of zeven legitimatiekaarten rechthebbende moeten betrekking hebben op prestaties die na 1970 werden geleverd) een van deze kaarten moet de kaart zijn van het lopende dienstjaar; een hypothecaire lening bekomen hebben na voor het bouwen, verbouwen, kopen, verfraaien, vergroten of herstellen van een woning of een appartement welke de hoofdverblijfplaats is van de aanvrager; de lening dient toegekend te zijn volgens de modaliteiten en voorwaarden eigen aan de hypothecaire leningen en moet minimum 2 478,94 28 > bouw

29 belopen met een maximum van ; het bedrag is 1% van het nog terug te betalen kapitaal met een maximum van 383 en een minimum van 12,39. Vakantiegeld invalide werknemers Voorwaarden tenminste 15 jaar dienst gehad hebben in de bouwsector (= 15 rechthebbende legitimatiekaarten); het bewijs leveren dat hun laatste werkgever, op het ogenblik waarop de arbeidsonderbreking die voorafging aan hun invaliditeit een aanvang nam, een bouwfirma was; tenminste 5 legitimatiekaarten rechthebbende hebben ontvangen tijdens de laatste 10 jaar of 7 legitimatiekaarten tijdens de laatste 15 jaar vóór de toestand van invaliditeit; het bewijs leveren van invaliditeit tijdens het vakantiedienstjaar door middel van een attest; het recht op het wettelijk vakantiegeld hebben uitgeput; het vakantiegeld bedraagt 525 en wordt uitbetaald rond de maand juli voor het voorbije dienstjaar. Er wordt een voorheffing ingehouden van 17%. Het FBZ stuurt jaarlijks in de loop van de maand januari een hernieuwingformulier naar de gerechtigde. bouw > 29

30 Tegemoetkoming bij arbeidsongeval met ernstige of dodelijke afloop Arbeidsongeval met dodelijke afloop éénmalige hoofdvergoeding van 5350; éénmalige aanvullende vergoeding van 820 per kind; jaarlijkse uitkering van 820 aan de wezen, met ingang van het jaar volgend op het overlijden. Arbeidsongeval met arbeidsongeschiktheid van 66 % en meer éénmalige hoofdvergoeding van 670 op vraag van de invalide of zijn vakbond; éénmalige aanvullende vergoeding van 535 per kind. Langdurige arbeidsongeschiktheid wegens arbeidsongeval met niet-dodelijke afloop, beroepsziekte en ziekte of ongeval van gemeenrecht Hier wordt een dagvergoeding toegekend: de periode voor de tegemoetkoming neemt een aanvang op de 31ste dag en eindigt wanneer de ongeschiktheid ophoudt of uiterlijk op de 337ste dag. Het dagbedrag is: 2,68 vanaf de 31ste dag tot en met de 56ste dag; 3,67 vanaf de 57ste dag. De vergoeding wordt betaald voor 5/7 van het aantal kalenderdagen van de ongeschiktheid. Er wordt een rechtstreekse fiscale inhouding gedaan van 22 %. 30 > bouw

31 Syndicale afvaardiging Een syndicale afvaardiging wordt ingesteld wanneer een onderneming gemiddeld 30 arbeiders tewerkstelt tijdens het kalenderjaar voorafgaand aan de Installatie. Minimum 10% van de arbeiders moet lid zijn van één van de vakorganisaties. Deze 10% is vereist voor elke vakbond, die wil deelnemen aan de samenstelling van de syndicale afvaardiging. Het aantal leden van de syndicale delegatie is vastgesteld als volgt: van 30 tot 49 arbeiders: 2 afgevaardigden; van 50 tot 100 arbeiders: 3 afgevaardigden; van 101 tot 250 arbeiders: 6 afgevaardigden; van 251 tot 500 arbeiders: 10 afgevaardigden; meer dan 500 arbeiders: 14 afgevaardigden. Totaal aantal kredieturen per maand: van 30 tot 39 arbeiders: 6 uren in totaal; van 40 tot 49 arbeiders: 10 uren in totaal; van 50 tot 75 arbeiders: 13 uren in totaal; van 75 tot 100 arbeiders: 15 uren in totaal; van 101 tot 250 arbeiders: 21 uren in totaal; van 251 tot 500 arbeiders: 26 uren in totaal; meer dan 500 arbeiders: 41 uren in totaal. Het mandaat duurt 4 jaar, vanaf de kandidatuurbetekening. Indien er geen vakbondsinitiatief komt, tot hernieuwing van het mandaat, na de termijn van 4 jaar, worden de mandaten stilzwijgend verlengd. De werkgever kan een gsm ter beschikking stellen aan de afgevaardigde. bouw > 31

32 Enkel de kosten voor het professioneel gebruik zijn ten laste van de werkgever. Als de werknemer zijn eigen gsm voor zijn taken van afgevaardigde gebruikt, heeft hij recht op een terugbetaling van die kosten eigen aan de werkgever, forfaitair geraamd op 120 per jaar. De terugbetaling gebeurt op 1 juli. Bij gebrek aan een volledig jaar wordt een prorataregel toegepast. (= 10 euro per volledige maand). 32 > bouw

33 Verlof, rust- en feestdagen Rustdagen in 2009 dinsdag 14 april 2009 (= dinsdag na Pasen); woensdag 15 april 2009 (= woensdag na Pasen); vrijdag 22 mei 2009 (brug Hemelvaart); dinsdag 3 november Hoofdperiode: maandag 21, dinsdag 22, woensdag 23, donderdag 24, maandag 28, dinsdag 29, woensdag 30 en donderdag 31 december Rustdagen in 2010 dinsdag 6 april 2010 (= dinsdag na Pasen); vrijdag 14 mei 2010 (brug Hemelvaart); vrijdag 12 november 2010 (brug Wapenstilstand). Hoofdperiode: vrijdag 24, dinsdag 28, woensdag 29, donderdag 30 en vrijdag 31 december 2010, en dinsdag 4, woensdag 5, donderdag 6 en vrijdag 7 januari Vervanging feestdagen zondag 1 november 2009: wordt vervangen door maandag 2 november 2009; zaterdag 25 december 2010 wordt vervangen door maandag 27 december 2010; zaterdag 1 januari 2011 wordt vervangen door maandag 3 januari bouw > 33

34 Wie ontslagen wordt binnen de 60 dagen, voor het begin van de hoofdperiode, behoudt het recht op de rustdagen op voorwaarde dat hij volledig werkloos blijft tot aan de hoofdperiode. Werken op zaterdag Het verbod op zaterdagwerk in de bouw blijft behouden. Op vraag van de werkgevers, wordt zaterdagwerk mogelijk in bepaalde omstandigheden en onder strikte voorwaarden! Werken op zaterdag kan enkel bij werken: die op geen enkel ander ogenblik kunnen worden uitgevoerd; bij werken, waar de gelijktijdige uitvoering met andere activiteiten op dezelfde plaats risico s inhoudt voor de veiligheid of gezondheid van de bouwvakkers of anderen en bij werken, die om technische redenen niet combineerbaar zijn met andere activiteiten. 34 > bouw

35 Voorwaarden: alleen op vrijwillige basis. Geen enkele arbeider kan verplicht worden te werken op zaterdag; beperkt tot 64 uren per arbeider per jaar (binnen KB213); betaling van een toeslag van 50 % voor elk gepresteerd uur op zaterdag; mogelijkheid van recuperatie, volgens keuze van de bouwvakker (bij recuperatie wordt de toeslag van 50% betaald op het ogenblik van de prestatie en wordt het gewone loon betaald op het ogenblik van de recuperatie); de bouwvakker moet vóór elke arbeid op zaterdag een document ondertekenen, dat die dag op de werf beschikbaar blijft voor inspectie; mits akkoord van de vakbonden: in de bedrijven met een syndicale delegatie: het akkoord van de meerderheid van de delegatie is vereist. in de bedrijven zonder een syndicale delegatie: het akkoord van de gewestelijke vakbondssecretarissen is vereist. Klein Verlet Klein verlet (ook kort verzuim of omstandigheidverlof genoemd) is het recht dat u hebt om van het werk afwezig te blijven met behoud van uw normaal loon. De afwezigheiddagen worden vergoed zoals u normaal gezien op het werk aanwezig zou zijn geweest. Als de gebeurtenis, die aanleiding geeft tot klein verlet, samenvalt met een dag waarop u normaal gezien niet werkt, verliest u die dag. U moet uw werkgever zo snel als mogelijk op de hoogte brengen. bouw > 35

36 De gebeurtenis, die recht geeft op klein verlet, moet worden bewezen door middel van een officieel document. Bijgevoegd maken we een opsomming van gebeurtenissen, die recht geven op klein verlet. Reden van de afwezigheid Huwelijk van de arbeider Huwelijk van een kind van de arbeider of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, schoonmoeder, stiefvader, stiefmoeder, van een kleinkind van de arbeider. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de arbeider of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van de arbeider. De geboorte van een kind van de arbeider zo de afstamming van vaderszijde vaststaat. Adoptie van een kind Overlijden van de echtgenoot of echtgenote, van een kind van arbeider of van zijn echtgeno(o)t(e), van de vader, moeder, schoonvader, schoonmoeder stiefvader of stiefmoeder van de arbeider. Bij overlijden van de partner Duur van de afwezigheid Twee dagen door de arbeider te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daarop volgende week. De dag van het huwelijk. De arbeider heeft de keuze tussen de dag van het burgerlijk of de dag van het kerkelijk huwelijk. De dag van de plechtigheid 10 dagen door de arbeider te kiezen tijdens de twaalf dagen, te rekenen vanaf de dag van de bevalling. 10 dagen door de arbeider te kiezen in de maand volgend op de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister van de gemeente waar de arbeider zijn verblijfplaats heeft, als deel uitmaken van het gezin. Drie dagen door de arbeider te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis. één bijkomende dag 36 > bouw

37 Reden van de afwezigheid Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, (over)grootvader, (over)grootmoeder, (achter)kleinkind, schoonzoon of schoondochter die bij de arbeider inwoont. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, (over)grootvader, (over)grootmoeder, (achter)kleinkind, schoonzoon of schoondochter die niet bij de arbeider inwoont. Plechtige communie van een kind van de arbeider of van zijn echtgeno(o)t(e) / deelname van een kind van de arbeider of van zijn echtgeno(o)t(e)e, aan het feest van de vrijzinnige jeugd, daar waar dit wordt georganiseerd. Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter. Deelneming aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij parlements-, provincieraads-, of gemeenteraadsverkiezingen. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor stemopneming bij parlements-, provincieraads-, of gemeenteraadsverkiezingen. Uitoefening van het ambt van bijzitter in één van de hoofdbureaus bij de verkiezing van het Europees Parlement. Duur van de afwezigheid Twee dagen door de arbeider te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis. De dag van de begrafenis De dag van de gebeurtenis of activiteitsdag voorafgaand of onmiddellijk volgend op de gebeurtenis als deze met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitdag samenvalt. De nodige tijd met een maximum van één dag. De nodige tijd met een maximum van vijf dagen. De nodige tijd De nodige tijd met een maximum van vijf dagen. De nodige tijd met een maximum van vijf dagen. De personen, die een verklaring van wettelijke samenwoonst hebben afgelegd, worden gelijkgesteld met echtgeno(o)t(e) van de werknemer. bouw > 37

38 Vaderschaps- en adoptieverlof Geboorte van een kind van de werknemer Als het vaderschap vaststaat, heeft de arbeider het recht om gedurende 10 dagen van het werk afwezig te zijn. De 10 afwezigheidsdagen zijn te kiezen binnen de 30 dagen, vanaf de dag van de geboorte. Voor de eerste 3 dagen afwezigheid heeft de arbeider recht op zijn normaal loon (betaald door de werkgever). Voor de volgende 7 dagen kan de arbeider aanspraak maken op een uitkering, ten laste van de mutualiteit. Adoptie van een kind De arbeider mag 10 dagen van het werk afwezig zijn omwille van het onthaal van een kind in zijn gezin naar aanleiding van een adoptie. Deze 10 dagen zijn te kiezen binnen de 30 dagen, die volgen op de inschrijving van het kind in het bevolkings- of vreemdelingenregister. Voor de eerste 3 dagen afwezigheid heeft de arbeider recht op het normaal loon (betaald door de werkgever). Voor de volgende 7 dagen kan hij aanspraak maken op een uitkering ten laste van de mutualiteit. 38 > bouw

39 Diverse bepalingen Kosten, verbonden aan medische schifting en tachograaf voor bestuurders van motorvoertuigen De kosten, die verbonden zijn aan de geneeskundige schifting, worden gedragen door de werkgever. De kost wordt terugbetaald aan de werkgever indien de werknemer de onderneming vrijwillig verlaat of ontslagen wordt omwille van dringende reden binnen het jaar na de geneeskundige schifting. Uw werkgever neemt de kosten op zich, die verbonden zijn aan de persoonlijke kaart voor het gebruik van de tachograaf. Indien de arbeider, binnen de 5 jaar na de aankoop van de kaart de onderneming verlaat of ontslagen wordt om dringende redenen, dan dient de arbeider een deel van deze kost (pro rata temporis) terug te betalen. Posttraumatische begeleiding Ondanks de vele inspanningen moeten we elk jaar een aantal dodelijke arbeidsongevallen betreuren. Dit veroorzaakt heel wat sociaal en psychisch leed bij familie en werkmakkers van het slachtoffer. Posttraumatische begeleiding kan een grote hulp betekenen voor de collega s op de bouwplaats, de familieleden en de bedrijfsleiding van het slachtoffer. Onder welke voorwaarden kan gratis van deze begeleiding gebruik gemaakt worden? Het adviesbureau IVP/POBOS, gespecialiseerd in traumazorg en welzijnszorg, heeft een overeenkomst met het Fonds voor Bestaanszekerheid van de Bouw. bouw > 39

40 De bedoeling is de aandacht te vestigen op de mogelijke psychologische gevolgen van een dodelijk arbeidsongeval voor de betrokkenen. Wanneer zich een dodelijk arbeidsongeval voordoet, kan elke belanghebbende partij dat melden aan IVP/POBOS, zodat de begeleiding zo vlug mogelijk kan starten. De begeleiding wordt verzorgd door een ploeg van sociaal assistenten en psychologen, die zorgen voor een crisisinterventie en verdere begeleiding. De begeleiding zal in eerste instantie gebeuren op de bouwplaats en later bij de arbeider thuis. De kosten, die verbonden zijn aan de posttraumatische begeleiding, worden gedragen door het Fonds voor Bestaanszekerheid. Op deze manier hoopt de Bouwsector de impact van ernstige of dodelijke arbeidsongevallen op te vangen. Contactgegevens IVP/POBOS: tel.: website: Carenzdag bij arbeidsongeschiktheid In geval van arbeidsongeschiktheid zal de werkgever éénmaal per jaar per arbeider de carensdag betalen voor de arbeiders, die meer dan drie jaar ononderbroken anciënniteit binnen dezelfde onderneming hebben. Aan de arbeider, die een ononderbroken anciënniteit van meer dan vijf jaar heeft binnen dezelfde onderneming, betaalt de werkgever per jaar het gewaarborgd loon voor zijn tweede periode van arbeidsongeschiktheid die geen 14 dagen duurt, volgens dezelfde regels en vanaf hetzelfde ogenblik 40 > bouw

41 als voor een periode van arbeidsongeschiktheid van minstens 14 dagen. Deze carensdag maakt deel uit van de periode van gewaarborgd loon. Bij deeltijdse arbeid is de carensdag de eerste dag van arbeidsongeschiktheid waarop de arbeider normaal gewerkt zou hebben. Hospitalisatieverzekering Vanaf 1 januari 2010 krijgen alle bouwvakkers een gratis hospitalisatieverzekering. bouw > 41

42 Brugpensioen Vanaf 58 jaar Voorwaarden: ontslagen worden door een bouwfirma tussen de leeftijd van 58 en 65 jaar gegeven tijdens de duurtijd van de cao; de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt op het ogenblik van de beëindiging van de overeenkomst; elke niet-toegelaten beroepsactiviteit hebben stopgezet; werkloosheidsuitkeringen genieten; een beroepsloopbaan van 10 jaar in de bouwsector kunnen bewijzen (als beroepsloopbaan wordt beschouwd de prestaties en de gelijkgestelde periodes die in aanmerking worden genomen voor het toekennen van een legitimatiekaart) (= over minimum 10 rechthebbende legitimatiekaart beschikken); 42 > bouw

43 vóór de inactiviteitstelling: tenminste 5 legitimatiekaarten rechthebbende hebben ontvangen tijdens de laatste 10 jaar of 7 kaarten tijdens de laatste 15 jaar; voldoen aan de criteria, bepaald in het KB van 7 december 1992; (indien het brugpensioen van de arbeider valt onder toepassing van het KB van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact, moet hij voldoen aan de criteria die dit KB bepaalt voor de brugpensioenregeling vanaf 58 jaar voor werknemers die 35 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen) de arbeidsovereenkomst van de arbeiders moet een einde nemen tijdens de geldigheidsduur van de cao; de opzeggingstermijn of de door de opzeggingsvergoeding gedekte periode van de ontslagen arbeiders, mag een einde nemen buiten de geldigheidsduur van de cao, voor zover deze arbeiders de minimumleeftijd van 58 jaar hebben bereikt tijdens de geldigheidsduur van de cao. Vanaf 60 jaar is er geen vervangingsplicht. Vanaf 56 jaar Voorwaarden: de minimumleeftijd van 56 jaar bereikt hebben op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst; aan de werkgever een attest van de arbeidsgeneesheer overhandigd hebben dat de ongeschiktheid tot de voortzetting van de beroepsactiviteit bevestigt; (deze attestatie moet gebeuren vóór iedere andere stap in de procedure) een beroepsloopbaan van 10 jaar in de bouwsector kunnen bewijzen; (= 10 rechthebbende legitimatiekaarten) bouw > 43

44 tenminste 5 legitimatiekaarten rechthebbende hebben ontvangen tijdens de laatste 10 jaar of 7 kaarten tijdens de laatste 15 jaar vóór de inactiviteitstelling en een beroepsloopbaan van tenminste 33 jaar als loontrekkende kunnen bewijzen; werkloosheidsuitkeringen genieten; elke niet-toegelaten beroepsactiviteit hebben stopgezet; de arbeidsovereenkomst van de arbeiders moet een einde nemen tijdens de geldigheidsduur van de cao; de opzeggingstermijn of de door de opzeggingsvergoeding gedekte periode van de ontslagen arbeiders mag een einde nemen buiten de geldigheidsduur van de cao, voor zover deze arbeiders de minimumleeftijd van 56 jaar hebben bereikt tijdens de geldigheidsduur van de cao. Maandbedrag van de aanvullende vergoeding voor de 3 categorieën: 161,24 als het uurloon van de arbeider lager is dan het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie IA. 168,99 als het uurloon van de arbeider minstens gelijk is aan het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie IA, maar lager dan het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie II. 191,25 als het uurloon van de arbeider minstens gelijk is aan het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie II, maar lager dan het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie IIA. 200,49 als het uurloon van de arbeider minstens gelijk is aan het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie IIA, maar lager dan het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie III. 225,61 als het uurloon van de arbeider minstens gelijk is aan het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie III, maar lager dan het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie IV. 254,52 als uurloon van de arbeider minstens gelijk is aan het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie IV. 44 > bouw

45 289,92 voor de arbeider die gedurende 10 jaar ononderbroken ten minste de kwalificatie ploegbaas B heeft genoten. 325,32 voor de arbeider die gedurende 10 jaar ononderbroken de kwalificatie meestergast heeft genoten. Voor de arbeiders, die behoren tot de categorie werknemers die samenwonen met echtgenoot of echtgenote die niet over een beroepsinkomen beschikt, zoals gedefinieerd in artikel 110 1, 1 van het KB van houdende de werkloosheidsreglementering, worden de bedragen vermeerderd met 55,50. Het bedrag van de aanvullende vergoeding, die uitgekeerd wordt in de maand december wordt verhoogd met: 122,50 voor de gezinshoofden (werknemers met gezinslast); 61,25 voor de niet-gezinshoofden. Bij niet-gezinshoofden wordt een solidariteitsbijdrage van 3,5 % ingehouden op het totale bedrag werkloosheid + brugpensioen. Deze inhouding wordt integraal afgehouden van de bijkomende vergoeding brugpensioen. Bij moeilijkheden rond de toegang tot het regime, kan deze problematiek aanhangig gemaakt worden bij het verzoeningsbureau van het paritair comité. Brugpensioen op 56 jaar met 40 jaar loopbaan De gewone anciënniteitvoorwaarden van de bouw zijn ook hier van toepassing. De werknemers moeten beschikken over 10 rechthebbende legitimatiekaarten waarvan 5 in de laatste 10 of 7 in de laatste 15 jaar. bouw > 45

46 Halftijds Brugpensioen Voorwaarden: 57 jaar oud zijn; minstens 25 jaar loopbaan als loontrekkende hebben; een beroepsloopbaan van minstens 10 jaar in de bouwsector kunnen bewijzen; (= 10 Rechthebbende legitimatiekaarten) minstens één jaar anciënniteit hebben in de onderneming waar zij hun arbeidsprestaties verminderen; minstens 5 legitimatiekaarten rechthebbende hebben ontvangen tijdens de laatste 10 jaar vóór de vermindering van de arbeidsprestaties of 7 kaarten in de loop van de laatste 15 jaar; met de werkgever de modaliteiten van de vermindering van de arbeidsprestaties hebben overeengekomen. Maandbedrag van de aanvullende vergoeding vanaf 1 januari 2009 Categorie I 80,62 Categorie IIA 100,25 Ploegbaas 144,96 Categorie IA 84,50 Categorie III 112,81 Meestergast 162,66 Categorie II 95,63 Categorie IV 127,26 Begeleidende maatregelen Voorwaarden: de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt en op dat ogenblik tenminste 15 jaar dienst hebben in de bouwsector (= 15 rechthebbende legitimatiekaarten); tenminste 5 legitimatiekaarten rechthebbende hebben ontvangen tijdens de laatste 10 jaar of 7 kaarten tijdens de laatste 15 jaar vóór de op inactiviteitstelling; rechthebbende zijn op een prestatie die wordt toegekend in geval van 46 > bouw

47 volledige inactiviteit in het kader van één der volgende takken van de sociale zekerheid: de werkloosheidsverzekeringen, voor zover de uitkeringen werden toegekend ten vroegste vanaf de leeftijd van 52 jaar. Indien de werkloosheid een aanvang nam vóór de leeftijd van 52 jaar moet de gerechtigde over tenminste 25 rechthebbende kaarten beschikken; de ziekte- en invaliditeitsverzekering, de arbeidsongevallenverzekering of het regime van de beroepsziekten. Indien dergelijke inactiviteit een aanvang nam vóór de leeftijd van 52 jaar, moet de gerechtigde over tenminste 20 rechthebbende kaarten beschikken. de laatste werkgever moet tot de bouwsector behoren. De arbeiders kunnen slechts tot de laatste dag van de maand waarin ze de leeftijd van 60 jaar bereiken, aanspraak maken op de bijkomende sociale uitkering. De bruto maandbedragen zijn: 109,07 als het uurloon van de arbeider lager is dan het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie II. 130,37 als het uurloon van de arbeider minstens gelijk is aan het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie II, maar lager dan het conventioneel uurloon van de arbeider categorie III. 151,64 als het uurloon van de arbeider minstens gelijk is aan het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie III, maar lager dan het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie IV. 172,93 als het uurloon van de arbeider minstens gelijk is aan het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie IV. bouw > 47

48 De werknemers, die in het bezit zijn van tenminste 20 legitimatiekaarten rechthebbende en aan de voorwaarden voldoen, ontvangen de volgende bruto maandbedragen: 127,27 als het uurloon van de arbeider lager is dan het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie II. 151,88 als het uurloon van de arbeider minstens gelijk is aan het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie II maar lager dan het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie III. 179,90 als het uurloon van de arbeider minstens gelijk is aan het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie III maar lager dan het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie IV. 203,87 als het uurloon van de arbeider minstens gelijk is aan het conventioneel uurloon van de arbeider van categorie IV. Voor de begeleidende maatregelen in het statuut van werkloosheid wordt de anciënniteittoeslag in mindering gebracht van de bijkomende vergoeding. Er blijft echter steeds een minimum bedrag van 49,58 gewaarborgd vanaf 1 januari Voor de begeleidende maatregelen in de andere statuten wordt de bijkomende vergoeding met 11% voorheffing verminderd. Er is geen cumul mogelijk tussen de maandelijkse vergoeding begeleidende maatregelen en de jaarlijkse vergoeding invalidenvakantiegeld. Vanaf de leeftijd van 58 jaar wordt het invalidenvakantiegeld nog uitbetaald voor de resterende twaalfden van het voorbije jaar. 48 > bouw