Onderwijskwaliteit: onze zorg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderwijskwaliteit: onze zorg"

Transcriptie

1 Onderwijskwaliteit: onze zorg Rapportage auditcommissie facultaire onderwijskwaliteitszorg Juli 2012

2 Rapportage Auditcommissie 2

3 Rapportage Auditcommissie Voorwoord In de eerste maanden van 2012 heeft de auditcommissie facultaire onderwijskwaliteitszorg de onderwijskwaliteitszorg bij de twaalf VU-faculteiten in kaart gebracht. Voor de commissieleden was het een leerzame ervaring om bij twaalf zeer verschillende faculteiten in de keuken te mogen kijken. Naar het oordeel van de commissie is er op het gebied van de onderwijskwaliteitszorg binnen de VU nog het nodige te verbeteren. Maar goede raad en goede oplossingen zijn niet ver weg: voor nagenoeg ieder aspect dat verbetering behoeft, is er wel een faculteit te vinden waar een min of meer kant en klare oplossing voor handen is. Het is daarom wenselijk dat faculteiten beter van elkaars doen en laten op de hoogte zijn dan nu het geval is. Gebruik maken van elkaars ervaring voorkomt dat iedere faculteit zelf het wiel (opnieuw) moet uitvinden. Graag maak ik van de gelegenheid gebruik om alle faculteiten te danken voor de medewerking aan de activiteiten van de commissie. Ook alle gesprekpartners bij de faculteiten zeg ik daarvoor hartelijk dank. In het bijzonder geldt dat voor de medewerkers die bij de faculteiten belast zijn met de onderwijskwaliteitszorg en die de commissie steeds opnieuw moesten voorzien van alle gevraagde documentatie. Namens de auditcommissie facultaire onderwijskwaliteitszorg, Peter Hollander

4 Rapportage Auditcommissie 4 Inhoudsopgave Voorwoord Inhoudsopgave 4 1 Inleiding 5 2 Commissie en werkwijze 8 Resultaten Audit Onderwijskwaliteitszorg 11 4 Het vervolg 21 Referenties 24 Bijlage I Brief CvB aan faculteiten van 20 december Bijlage II Brief commissie facultaire audits aan faculteiten 27 van 26 januari 2012 Bijlage III Uitgewerkte auditkader 29 Bijlage IV A Beoordeling onderwijskwaliteit Aard- en 1 Levenswetenschappen Bijlage IV B Beoordeling onderwijskwaliteit 9 Bewegingswetenschappen Bijlage IV C Beoordeling onderwijskwaliteit Economische 48 wetenschappen en Bedrijfskunde Bijlage IV D Beoordeling onderwijskwaliteit Exacte 58 wetenschappen Bijlage IV E Beoordeling onderwijskwaliteit Geneeskunde 66 Bijlage IV F Beoordeling onderwijskwaliteit Godgeleerdheid 74 Bijlage IV G Beoordeling onderwijskwaliteit Letteren 81 Bijlage IV H Beoordeling onderwijskwaliteit Pedagogische en 89 Psychologische wetenschappen Bijlage IV I Beoordeling onderwijskwaliteit Rechten 97 Bijlage IV J Beoordeling onderwijskwaliteit Sociale 105 wetenschappen Bijlage IV K Beoordeling onderwijskwaliteit Tandheelkunde 11 Bijlage IV L Beoordeling onderwijskwaliteit Wijsbegeerte 121 Bijlage V Overzicht onderwijsorganisatie faculteiten 129

5 Rapportage Auditcommissie 5 1. Inleiding Context Met ingang van 2011 is het accreditatiestelsel voor het hoger onderwijs gewijzigd. Vanaf 2011 geldt dat accreditatie, die plaats vindt op het niveau van de opleiding, kan plaats vinden in de vorm van een beperkte opleidingsbeoordeling of in de vorm van een uitgebreide opleidingsbeoordeling. Ook voor nieuwe opleidingen geldt een vergelijkbare optie: een beperkte toets nieuwe opleiding of een uitgebreide toets nieuwe opleiding De uitgebreide opleidingsbeoordeling en de uitgebreide toets nieuwe opleiding zijn gelijk aan de tot voor kort gebruikelijke beoordeling van opleidingen door visitatiecommissies. Het verschil tussen de beperkte en de uitgebreide opleidingsbeoordeling betreft het beoordelingskader. Bij de beperkte beoordeling wordt niet meer apart stilgestaan bij de personele inzet ten behoeve van een opleiding, de beschikbare voorzieningen en het systeem van kwaliteitsborging (NVAO, 2010 a ) Als een instelling in aanmerking wil komen voor een beperkte opleidingsbeoordeling of een beperkte toets nieuwe opleiding van haar opleidingen, dient eerst een instellingstoets kwaliteitszorg door de Nederlands-Vlaamse accreditatieorganisatie (hierna afgekort als NVAO) plaats te vinden met een positief resultaat. De NVAO stelt in een beschrijving van het (gewijzigde) stelsel: wanneer door de NVAO bij een dergelijke grondige doorlichting is vastgesteld dat de kwaliteitszorg van een instelling zó goed op orde is dat de kwaliteit van de opleidingen stelselmatig en waar nodig verbeterd wordt, komt de instelling in een ander accreditatieregime terecht en in dit regime beoordeelt een visitatiepanel van onafhankelijke deskundigen een opleiding op een klein aantal standaarden die het hart van de onderwijskwaliteit betreffen, en accrediteert de NVAO op basis daarvan al dan niet een opleiding (NVAO, 2010 b ; pagina 6). De Vrije Universiteit heeft per 28 februari 2011 aan de NVAO laten weten in aanmerking te willen komen voor de instellingstoets kwaliteitszorg en daarmee voor de optie van een beperkte opleidingsbeoordeling dan wel beperkte toets nieuwe opleiding. Naar verwachting zal een auditcommissie van de NVAO in de loop van 201 de instellingstoets kwaliteitszorg uitvoeren. Met het invoeren van dit gewijzigde accreditatiestelsel (Wijziging WHW, art 18.2, 24 juni 2010) geldt tevens dat voor instellingen die zich hebben aangemeld voor de instellingstoets kwaliteitszorg vanaf 1 januari 2011 beoordelingen van opleidingen van de betreffende instelling plaats vinden volgens de beperkte opleidingsbeoordeling of de beperkte toets nieuwe opleiding. Mocht echter de instellingstoets kwaliteitszorg niet met een positief resultaat plaats vinden, dan zal een aanvullende beoordeling alsnog dienen plaats te vinden. Bovenstaande houdt in dat vanaf 2011 de VU de kwaliteitzorg voor de opleidingen die zij verzorgt zelf dient te bewaken en, waar nodig, zorg dient te dragen voor verbeteringen. Bij de beoordeling van opleidingen door visitatiepanels komen deze aspecten niet meer aan de orde. In dat kader heeft het College van Bestuur een commissie ingesteld met als opdracht het uitvoeren van een audit, in de eerste helft van 2012, die zich met name richt op de beoordeling van de kwaliteitszorg voor de opleidingen binnen de faculteiten. Een dergelijke auditprocedure moet het College van Bestuur informeren over de stand van zaken met betrekking tot de kwaliteitszorg voor de opleidingen en de eventueel gewenste

6 Rapportage Auditcommissie 6 verbeteringen daarvan. Daarnaast kan de commissie voorstellen doen over de wijze waarop de kwaliteitszorg in de toekomst gewaarborgd dient te worden. De rapportage van deze auditcommissie kan tevens van dienst zijn wanneer de VU in 201 aan een NVAO-auditcommissie dient te tonen hoe het bij de VU is gesteld met de bewaking en bevordering van de kwaliteitszorg voor het onderwijs. Het gehanteerde auditkader Voor het te hanteren kader waarop de kwaliteitszorg voor het onderwijs is gebaseerd, is de commissie uitgegaan van de 5 standaarden zoals die door de NVAO zijn geformuleerd (NVAO, 2010 b ): 1. Visie op de kwaliteit van het onderwijs De instelling beschikt over een breed gedragen visie op de kwaliteit van haar onderwijs en op het ontwikkelen van een kwaliteitscultuur. 2. Beleid De instelling beschikt over adequaat beleid om de visie op de kwaliteit van haar onderwijs te realiseren. Dit omvat in elk geval: beleid op het gebied van onderwijs, personeel, voorzieningen, toegankelijkheid en studeerbaarheid voor studenten met een functiebeperking, verankering van onderzoek in het onderwijs, alsmede de verwevenheid tussen onderwijs en het (internationale) beroepenveld en vakgebied.. Resultaten De instelling heeft zicht op de mate waarin haar visie op de kwaliteit van haar onderwijs wordt gerealiseerd, en meet en evalueert regelmatig de kwaliteit van haar opleidingen bij studenten, medewerkers, alumni en vertegenwoordigers van het beroepenveld. 4. Verbeterbeleid De instelling kan aantonen dat zij de kwaliteit van haar opleidingen waar nodig systematisch verbetert. 5. Organisatie- en beslissingsstructuur De instelling heeft een effectieve organisatie- en beslissingsstructuur met betrekking tot de kwaliteit van haar opleidingen, waarin de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden duidelijk zijn afgebakend en waarvan de inspraak van studenten en medewerkers deel uitmaakt. Op basis van de 5 hierboven genoemde standaarden heeft de commissie 46 beoordelingsaspecten geformuleerd door de min of meer algemeen geformuleerde NVAO-standaarden te vertalen naar het facultaire niveau en van een meer concreet op de VU toegespitste invulling te voorzien. De wijze van nummeren maakt het mogelijk om de gehanteerde criteria te herleiden tot de NVAO-standaard doordat het eerste getal van een beoordelingsitem overeenkomt met de betreffende NVAO-standaard. De gehele lijst met gehanteerde criteria is opgenomen als bijlage III. Onderwijskwaliteitszorg in het verleden Tot 2011 werd de onderwijskwaliteitszorg per opleiding periodiek beoordeeld door visitatiecommissies. Naast deze decentrale beoordeling van de onderwijskwaliteitszorg heeft de VU een aantal centrale initiatieven ontplooid om de kwaliteit van het onderwijs op een hoger plan te brengen. Een van de eerste initiatieven op dit gebied, daterend uit het eind van de negentiger jaren, was het Handboek Kwaliteitszorg. In dat Handboek kwamen een aantal centrale thema s zoals toetsing, evaluaties, stage- en scriptiebegeleiding, aan de orde. De achterliggende gedachte van het Handboek was dat er een kwaliteitsverhogende werking zou uitgaan van

7 Rapportage Auditcommissie 7 het publiceren van aanbevelingen en voorschriften. De meeste faculteiten hebben indertijd een of meer voorgeschreven handleidingen geïmplementeerd, maar vanuit de VU is te weinig op invoeren, verbeteren en handhaven van de handleidingen aangedrongen. Bij faculteiten was niet altijd voldoende capaciteit aanwezig om hadleidingen in te voeren of te actualiseren. Inmiddels is een vernieuwde versie van dit handboek onder de naam Handboek Onderwijskwaliteit vrijwel gereed. Het implementeren, onderhouden en actualiseren van facultaire handleidingen naar de voorschriften in het Handboek Onderwijskwaliteit, zou een gemeenschappelijke kwaliteitszorgactiviteit van de VU en de faculteiten moeten zijn. Een ander initiatief om de onderwijskwaliteit naar een hoger plan te brengen was het in stellen van de Stuurgroep Onderwijskwaliteit (STOK), een universiteitsbrede groep van deskundigen en betrokkenen die het College van Bestuur en de faculteiten al vele jaren voorziet van adviezen over de onderwijskwaliteit. Vooruitlopend op de wijzigingen in het accreditatiestelsel is in 2008 de Werkgroep Interne Kwaliteitszorg (WIKZ) ingesteld, met als taak voorstellen te formuleren voor een instellingsbrede kwaliteitszorgsystematiek voor het onderwijs. Voorstellen van deze werkgroep resulteerden o.a. in het hanteren van een Check- & Actlist interne kwaliteitszorg waarin faculteiten de belangrijkste elementen van het kwaliteitszorgsysteem voor zichzelf van een score voorzien. Deze zelf toegekende scores werden vervolgens weer gehanteerd in het bestuurlijke overleg, tussen College van Bestuur en de faculteitsbesturen, en in het viermaandelijkse overleg tussen de portefeuillehouder uit het CvB en de faculteitsbesturen.

8 Rapportage Auditcommissie 8 1. Commissie en werkwijze Samenstelling auditcommissie De commissie die de audits over de onderwijskwaliteitszorg heeft uitgevoerd kende de volgende samenstelling: - S.C. van Dokkum, student Rechtsgeleerdheid - F. Elsenburg, MSc. projectsecretaris Instellingsaudit - Prof.dr. A.P. Hollander, voorzitter laatste VU-functie: hoogleraar Bewegingsfysiologie en decaan van de faculteit der Bewegingswetenschappen. Beëindiging dienstverband 1 oktober Drs. E.J. Kok, secretaris senior beleidsadviseur onderwijs, afdeling Onderwijs en Kwaliteitszorg, Dienst Studentenzaken VU - R.H. van Nie RE RA directeur Auditdienst VU-VUmc - Prof.dr. H.A. Verhoef, laatste VU-functie: hoogleraar Bodemecologie, directeur afdeling Ecologische Wetenschappen, faculteit der Aard- en Levenswetenschappen. Beëindiging dienstverband 1 juni Dr. E. Vester, laatste VU-functie: onderwijsdirecteur faculteit der Letteren. Beëindiging dienstverband 1 augustus 2011 De meeste commissieleden hebben een grote affiniteit met het onderwijsproces zoals zich dat binnen het WO afspeelt, hetgeen blijkt uit een diversiteit aan facultaire en universitaire functies die zij in het verleden in dat kader hebben vervuld. Vier commissieleden hebben een zekere affiniteit met een faculteit waarvan zij eerder deel uit hebben gemaakt en beschikten derhalve mogelijk ook over voorkennis met betrekking tot de onderwijskwaliteitszorg aldaar. In verband daarmee is afgesproken dat zij zich bij het voorbereiden van de gesprekken, tijdens de gesprekken en bij de beoordeling van hun faculteit zeer terughoudend opstellen. Werkwijze In eerste instantie heeft de commissie zich bezig gehouden met het opstellen van de criteria die gehanteerd zouden gaan worden bij de beoordeling van de onderwijskwaliteitszorg bij de 12 faculteiten, gebaseerd op de richtlijnen aangaande onderwijskwaliteitszorg van de NVAO. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in het auditkader zoals opgenomen in de volgende paragraaf. De faculteiten zijn door het College van Bestuur per brief van 20 december 2011 op de hoogte gesteld van de op handen zijnde auditprocedure (zie bijlage I). Omdat kwaliteitszorg gerealiseerd wordt binnen de diverse opleidingen, dient een beoordeling van de kwaliteitszorg plaats te vinden aan de hand van de zorg binnen die opleidingen. Daarom is de kwaliteitszorg per faculteit steeds beoordeeld in relatie tot twee opleidingen (een op bachelorniveau en een op master/researchmasterniveau). De betreffende opleidingen zijn door de auditcommissie geselecteerd uit het totale aanbod van de betreffende faculteit. De auditcommissie heeft de faculteiten hierover per brief van 26 januari 2012 nader geïnformeerd (zie bijlage II) De brief gaat in op de procedure, de beoordelingsaspecten zoals die voorkomen in het auditkader en de twee geselecteerde opleidingen. Tevens werd

9 Rapportage Auditcommissie 9 ingegaan op de wijze waarop faculteiten (bestaande) documenten konden aanleveren aan de hand waarvan beoordelingen van de diverse aspecten zoals voorkomend in het auditkader konden plaatsvinden. Voorts werd bij deze brief een lijst gevoegd van documenten waarover de commissie reeds beschikte. In deze brief is beschreven dat er per beoordelingsitem slechts sprake kan zijn van het voldoen (komt overeen met een beoordeling 1 of 2 ) aan de diverse criteria wanneer dat aangetoond kan worden in de beschikbare documenten. Dit uitgangspunt is tijdens de gesprekken met de faculteiten nog eens herhaald. Aan de hand van de ontvangen documenten werd vervolgens door de commissie per faculteit een eerste concept-invulling van het auditkader gemaakt. Daarbij werd tevens vastgesteld welke punten bij het gesprek van de commissie met de diverse facultaire vertegenwoordigingen aan de orde dienden te komen. In de periode van 1 januari tot en met 24 april 2012 heeft de commissie de 12 faculteiten bezocht. Daarbij sprak de commissie met a) de portefeuillehouder onderwijs, de onderwijsdirecteur en kwaliteitszorgmedewerker; b) de opleidings- en examencommissies; c) een vertegenwoordiging van de studenten uit de betreffende opleidingscommissie(s) en de facultaire studentenraad en d) een vertegenwoordiging van het faculteitsbestuur. Voor elk gesprek was 45 minuten beschikbaar. Daarnaast was tijd ingeruimd om docenten en/of studenten, die daar behoefte aan hadden, te ontvangen. Van alle gesprekken is voor intern gebruik een verslag gemaakt. In voorkomende gevallen is tijdens deze gesprekken overeengekomen dat de faculteit nog relevante documenten zou nazenden. Op basis van de beschikbare documentatie (waarvan steeds een lijst werd gevoegd bij het ingevulde kader) en de inhoud van de gevoerde gesprekken heeft de commissie voor iedere faculteit het auditkader ingevuld en daaraan een algemene indruk en de in de ogen van de commissie best practice van de faculteit toegevoegd. Dit ingevulde kader werd aan de faculteit toegezonden. Vervolgens heeft per faculteit een gesprek plaatsgevonden met een delegatie van de commissie over het ingevulde kader om eventuele misverstanden in de beoordeling te corrigeren. Daarna werd de beoordeling door de commissie definitief vastgesteld en toegezonden aan de faculteit. De resultaten zowel per faculteit als voor de gehele VU en de conclusies, die daaruit volgens de commissie getrokken kunnen worden, zijn beschreven in hoofdstuk van dit rapport. Aanbevelingen zowel voor verbeteringen in de onderwijskwaliteitszorg bij de faculteiten als voor een vervolgprocedure voor de bewaking van de onderwijskwaliteitszorg zijn opgenomen in hoofdstuk 4. Verantwoording De beoordeling van de onderwijskwaliteitszorg per faculteit heeft plaats gevonden aan de hand van twee door de commissie geselecteerde opleidingen uit het facultaire aanbod. Daarbij kan de vraag gesteld worden in hoeverre de keuze van deze opleidingen van invloed is geweest op het uiteindelijke resultaat. Die vraag is niet relevant waar het de faculteiten betreft die slechts een klein aantal opleidingen verzorgen, zoals ACTA, VUmc en de FBW. In die gevallen moet de uitkomst wel representatief zijn.

10 Rapportage Auditcommissie 10 Verder geldt dat de faculteiten die veel opleidingen aanbieden dat allen doen binnen eenzelfde facultaire onderwijsorganisatie. Bovendien is de organisatie van de diverse opleidingen binnen een faculteit nagenoeg identiek. Zowel in de gesprekken van de commissie met de diverse facultaire delegaties als in de bespreking van het ingevulde kader is slechts eenmaal gewezen op een opleiding waarbij zaken beter in orde zouden zijn dan bij de twee beoordeelde opleidingen. De commissie concludeert op bovenstaande gronden dat de uitkomst van deze audit representatief is voor de onderwijskwaliteitszorg van de faculteit als geheel. De commissie heeft zich ook afgevraagd in hoeverre de uitgebrachte beoordeling afhankelijk is van de samenstelling van de commissie. Uitgaande van de gekozen aanpak (de 46 items van het beoordelingskader, de 5 beoordelingscategorieën, en de regel dat door middel van documenten aangetoond diende te worden of aan een bepaald aspect is voldaan) bleek er in de commissie niet of nauwelijks discussie te bestaan over de toe te kennen beoordeling. Een en ander wijst erop dat ook een anders samengestelde commissie tot een vergelijkbaar oordeel zou zijn gekomen, althans op voorwaarde dat een vergelijkbare systematiek gehanteerd zou zijn.

11 Rapportage Auditcommissie 11. Resultaten Audit Onderwijskwaliteitszorg Het beoordelingskader Voor het beoordelen van de onderwijskwaliteitszorg is de commissie uitgegaan van de 5 standaarden zoals die door de NVAO zijn geformuleerd. Omdat deze NVAO-standaarden een algemene formulering kennen heeft de commissie de 5 standaarden van een meer concrete invulling voorzien. Een en ander resulteert in een auditkader, waarbij steeds eerst de NVAO-standaard wordt genoemd, waarna de uitwerking van de commissie van de betreffende standaard is geformuleerd. Dit uitgewerkte auditkader is als bijlage III toegevoegd. Additioneel aan de beoordeling van bovenstaande aspecten van onderwijskwaliteitszorg werd nagegaan in hoeverre de faculteiten te werk gaan overeenkomstig de geldende weten regelgeving. De beoordeling De commissie heeft per faculteit aan de hand van twee door de commissie geselecteerde opleidingen (steeds een bacheloropleiding en een (research)masteropleiding) alle hiervoor genoemde aspecten beoordeeld. Daarbij is steeds het criterium gehanteerd dat een faculteit door middel van bestaande documenten diende aan te tonen dat aan het betreffende aspect wordt voldaan. Daarbij zijn de volgende beoordelingen gehanteerd: 1 de faculteit voldoet op voorbeeldige wijze aan dit aspect 2 de faculteit voldoet aan dit aspect de faculteit voldoet nog niet aan dit aspect, maar een reparatie kan naar het oordeel van de commissie eind 2012 hebben plaats gevonden 4 de faculteit voldoet niet aan dit aspect en dient eind 2012 een herstelplan voor dit aspect gereed te hebben 5 de faculteit voldoet niet aan dit aspect, reparatie in 2012 is niet te verwachten evenmin als een herstelplan. In een aantal gevallen blijkt geen beoordeling van een aspect te kunnen plaats vinden. Wanneer er bij faculteit X geen visie op onderwijs en kwaliteit(scultuur) voorhanden is (aspect 1.1) dan kan niet vastgesteld worden of de onderwijsvisie van de betreffende faculteit bijdraagt aan betrokkenheid en verbetering (aspect 1.). In dit geval is aspect 1. niet beoordeelbaar (). Zo geldt eveneens dat wanneer er door een faculteit geen beleid is geformuleerd met betrekking tot de bacheloropleiding (aspect 2.1a), en de beoordeling derhalve of 4 luidt, er geen sprake kan zijn van zicht op realisatie van dat beleid (aspect.1a) waardoor dit dit laatste aspect als niet beoordeelbaar () wordt aangemerkt. Evenzo geldt dat wanneer een faculteit (nog) geen zicht heeft op resultaten als gevolg van het beleid met betrekking tot toetsen en beoordelen (aspect.1d) er ook geen maatregelen genomen kunnen worden op basis van resultaten (aspect 4.1d). Ook dan is een vermeld. In twee gevallen moest worden afgeweken van bovenstaande beoordelingsmogelijkheden en is de beoordeling nvt (niet van toepassing) toegekend. Dit betreft aspect 4.5 bij de beoordeling van FALW (omdat er zicht is op de resultaten en deze bovendien positief zijn beoordeeld is er geen reden tot maatregelen ter verbetering) en aspect 4.6 bij de beoordeling van het VUmc (omdat het onderwijsprogramma gebaseerd wordt op het landelijk vastgestelde Raamplan Geneeskunde, waarover o.a. de KNMG zich uitspreekt, is er geen behoefte aan adviezen van een locale veldadviesraad).

12 Rapportage Auditcommissie 12 De resultaten Voor de 12 faculteiten van de VU (inclusief VUmc en ACTA) is door de commissie een auditkader vastgesteld, waarin alle 46 aspecten zijn beoordeeld, dan wel voorzien van. Daarbij is per beoordeeld aspect tevens aangegeven op welk(e) document(en) dit oordeel is gebaseerd. In voorkomende gevallen is het oordeel per aspect van een korte toelichting voorzien. Aan de hand van deze beoordelingen kunnen de faculteiten een gerichte verbeteractie ondernemen. De afzonderlijke beoordelingen zijn in dit rapport opgenomen als bijlage IV-A tot en met IV-L. In tabel 1 zijn de beoordelingen van de 12 faculteiten samengevat. In de linkerkolom zijn de beoordelingsaspecten vermeld door middel van een nummer dat correspondeert met de nummering in het auditkader zoals toegelicht in de eerste paragraaf van dit hoofdstuk. In de rechter kolom wordt aangegeven hoeveel van de 12 faculteiten aan dit aspect hebben voldaan (beoordeling 1 of 2 ). In de onderste rij ist per faculteit vermeld het aantal aspecten van de 46 waaraan is voldaan. Uit deze onderste rij volgt dat sommige faculteiten redelijk gevorderd zijn met betrekking tot het realiseren van de zorg voor onderwijskwaliteit, maar dat er ook faculteiten zijn die een zeer sterke verbeterpotentie hebben en deze ook dringend behoeven.

13 Rapportage Auditcommissie 1 Tabel 1. Overzicht van de beoordeling van 46 aspecten voor onderwijskwaliteitszorg FALW FBW FEWEB FEW GEN FGG LET FPP RCH FSW ACTA WIJS 1,2 1. Visie Beleid 2.1a b c d a b a b c d a b Zicht op.1a resultaat.1b c d a b a 4 0.b c 4 0.d a b Adequate 4.1a maatre- 4.1b gelen 4.1c d a b a 0 4.b 0 4.c 0 4.d nvt nvt 0 5. Organi satie ,

14 Rapportage Auditcommissie 14 Nadere beschouwing De beoordeling op de 46 gehanteerde aspecten van onderwijskwaliteitszorg bij 12 faculteiten levert 142 maal de beoordeling voldaan (oordeel 1 of 2 ) op; een score van 25%. Daaruit kan de conclusie worden getrokken dat het met de aantoonbare onderwijskwaliteitszorg aan de VU zorgelijk gesteld is. Daarbij passen echter wel enige nuanceringen. Als eerste nuancering dient vermeld te worden dat de commissie haar oordeel steeds heeft gebaseerd op aanwezige documenten. Wanneer de betreffende documenten, waarin het beleid, de resultaten van het beleid en de maatregelen om de resultaten te verbeteren zijn beschreven, niet voorhanden waren, is door de commissie steeds geconstateerd dat aan de betreffende aspecten (nog) niet is voldaan. Uit de gesprekken met de diverse vertegenwoordigers uit de faculteiten is gebleken dat in vele gevallen wel sprake is van een soort beleid etc. op het gebied van de zorg voor onderwijskwaliteit, maar dat dit beleid voornamelijk bestaat in de hoofden van sleutelfiguren in de facultaire onderwijsorganisatie en bij een aantal docenten. Zo komt het bijvoorbeeld voor dat een examencommissie wel aandacht besteedt aan de kwaliteit van toetsen, maar de regels dienaangaande niet heeft vastgelegd en van eventuele bevindingen ook geen melding maakt in een jaarverslag. Mede op basis van de gesprekken heeft de commissie een schatting gemaakt van het aantal aspecten dat op betrekkelijk korte termijn wel als voldaan beoordeeld zou kunnen worden, mits de faculteit de moeite neemt om het bestaande informele beleid vast te leggen in documenten en deze volgens de geëigende weg formeel vast legt. Wanneer een dergelijke operatie voor het begin van 201 zou zijn uitgevoerd, stijgt het aantal aspecten dat met voldaan wordt beoordeeld naar 04 of wel ruim 55 %. De commissie heeft inmiddels voorstellen gedaan om faculteiten behulpzaam te zijn bij het zetten van dergelijke stappen en bovendien voorgesteld om, met als peildatum 1 januari 201, een aanvullende beoordeling te laten plaats vinden. Een tweede nuancering heeft betrekking op het aantal malen dat in tabel 1 is ingevuld. Bij de beoordeling van de aspecten in het blok beleid (genummerd van 2.1 tot en met 2.6) komen er geen aspecten als niet beoordeelbaar voor. In het blok aspecten die betrekking hebben op zicht op resultaat (aspecten.1 tot en met.6) komt voor in 45% van de gevallen. Behoudens wellicht een enkele uitzondering is aantal te herleiden tot het nog ontbreken van adequaat beleid: immers waar geen beleid is geformuleerd kunnen de resultaten van een dergelijk beleid ook niet zichtbaar worden. Eveneens geldt dat als er geen zicht is op resultaat, er ook geen sprake kan zijn van adequate maatregelen om de resultaten te verbeteren. Dit betreft de aspecten 4.1 tot en met 4.6, waarin totaal in 65 % van de gevallen een is ingevuld. Wanneer zoals hierboven voorgesteld in de komende 6 maanden een reparatietraject ter hand wordt genomen en daardoor een ruim aantal aspecten op het gebied van beleid (aspecten 2.1 tot en met 2.6) met voldaan kan worden beoordeeld, zal tevens het aantal malen dat een is toegekend bij de aspecten.1 tot en met 4.6 aanzienlijk afnemen. Het feit dat er geen s voorkomen in het blok beleid (aspecten 2.1 tot en met 2.6), maar dat dit in het blok zicht op resultaten (aspecten.1 tot en met.6) en het blok maatregelen (aspecten 4.1 tot en met 4.6) in respectievelijk 45 en 65 % van de beoordeelde aspecten het geval is, kan er op wijzen dat er van een planmatige aanpak van de onderwijskwaliteitszorg nog weinig sprake is bij hen die daarvoor zorg moeten dragen. Bij een dergelijke aanpak zou eerst beleid geformuleeerd moeten worden waarna er bij de

15 Rapportage Auditcommissie 15 uitvoering van dat beleid nagegaan wordt welke resultaten het oplevert om vervolgens aan de hand van de resultaten het beleid weer bij te stellen (PDCA-cyclus). Kennelijk zijn de onderwijsorganisaties van de meeste faculteiten nog onvoldoende bekend met het hanteren van een dergelijke aanpak, ondanks het feit dat deze benadering in andere sectoren binnen de VU inmiddels een goed gebruik is geworden. Het verdient derhalve aanbeveling om een dergelijke cyclische aanpak ook in de onderwijsorganisatie meer aandacht te geven. Drie faculteiten kennen een combinatie van een klein aantal opleidingen dat verzorgd wordt en een relatief hoge score bij deze auditoperatie (VUmc, ACTA en FBW). Toch kan op basis van de beschikbare gegevens niet geconcludeerd worden dat er een verband bestaat tussen het aantal opleidingen dat wordt verzorgd en de resultaten van de huidige beoordeling van de onderwijskwaliteitszorg (r= -0,5). Specifieke aspecten Hieronder wordt kort ingegaan op de afzonderlijke aspecten (of groepen daarvan) die zijn beoordeeld. Vanwege de samenhang die er bestaat tussen het (al of niet aanwezige) beleid, de beschikbaarheid van resultaten en (de daaruit voortvloeiende wens tot) maatregelen, en hetgeen daarover reeds is opgemerkt onder nadere beschouwing, komen de diverse aspecten slechts eenmaal aan de orde. Visie Driekwart van de faculteiten heeft een expliciet geformuleerde visie op het onderwijs, waarin ook wordt ingegaan op de kwaliteitszorg. Bij de helft van de faculteiten sluit deze visie aan op de visie dienaangaande van de VU en het instellingsplan. Een punt van aandacht daarbij is nog het gebruikte concept, dat niet in alle gevallen uniform gehanteerd wordt. In bijna de helft van de faculteiten is duidelijk hoe vanuit de gehanteerde visie betrokkenheid en verbeteringen worden gestimuleerd. Voor de faculteiten die niet beschikken over een (uitgeschreven) onderwijsvisie en voor de faculteiten waarbij de aansluiting op de onderwijsvisie van de VU nog niet is gerealiseerd, kunnen de betreffende paragrafen over de onderwijsvisie van de VU (Handboek Onderwijskwaliteit, Inleiding par. en Programma par en 4) uitkomst bieden. Adequaat beleid met betrekking tot de onderwijskwaliteit Voor driekwart van de faculteiten geldt dat er sprake is van een duidelijk beleid ten aanzien van de kwaliteitsbewaking en verbetering van zowel de bachelor- als de masteropleiding. Meer aandacht dan tot nu toe behoeft het beleid ten aanzien van onderwijsevaluaties (slechts 4 faculteiten voldoen). Daarentegen is het beleid met betrekking tot toetsen en beoordelen bij 10 faculteiten duidelijk vastgelegd. Opvallend is dat bij de meeste faculteiten wel evaluaties van cursussen plaats vindt, maar evaluaties op het niveau van jaarprogramma s en van complete bachelor- of masterprogramma s zijn aanzienlijk zeldzamer. Evaluaties op een cursusoverstijgend niveau verdienen meer aandacht. In een enkel geval werd cursusoverstijgend evalueren niet nodig geacht omdat de uitkomsten van de NSE hierin zouden voorzien. Naar de mening van de commissie echter ligt de verantwoordelijkheid van onderwijsevaluaties bij de opleidingen en dus bij de faculteiten. Een verwijzing naar NSE-uitkomsten is een onvoldoende invulling van deze verantwoordelijkheid. Bovendien is door de aard van de NSE een inhoudelijk specifieke

16 Rapportage Auditcommissie 16 invulling van een evaluatie niet mogelijk, terwijl die voor de kwaliteitsbewaking van de inhoud van het onderwijs wel noodzakelijk is. Personeelsbeleid Een VU-brede slechte beoordeling betreft het aspect adequaat beleid met betrekking tot formatieplanning, taaktoedeling, werving, benoeming, inwerkprocedures, professionalisering, jaargesprekken en loopbaanbegeleiding (aspect 2.2a). Met uitzondering van één faculteit ontbreekt het aan plannen waarin de toewijzing van personele formatie ten behoeve van het onderwijs inzichtelijk wordt gemaakt. Eveneens ontbreekt informatie waaruit blijkt dat onderwijstaken een belangrijk element vormen bij werving en benoeming van personeel. Hetzelfde kan gezegd worden over de rol die onderwijstaken spelen bij inwerktrajecten, scholing, jaargesprekken en loopbaanbegeleiding. Voor een organisatie waarin onderwijs een wezenlijk aandeel vormt van het takenpakket is dit eigenlijk een onaanvaardbare situatie. Zo is onbekend of in jaargesprekken met docenten of met leidinggevenden van clusters van docenten gesproken wordt naast de kwaliteit van het gegeven onderwijs over de uitvoering van het onderwijsbeleid en onderwijsvernieuwing. Voor een deel kan deze situatie verklaard worden doordat persoonlijke informatie als regel als vertrouwelijk wordt behandeld en om die reden niet in overzichten zal/kan worden opgenomen. Op dit punt dient in samenspraak met de dienst HRM een procedure ontwikkeld te worden waardoor het mogelijk is om dit soort informatie, ontkoppeld van persoonlijke informatie, beschikbaar te krijgen. Basiskwalificatie Onderwijs Min of meer gerelateerd aan het vorige punt verdient ook het beleid met betrekking tot de basiskwalificatie onderwijs (BKO) aandacht. Weliswaar geldt dat er bij de helft van de faculteiten aan dit aspect (2.2b) is voldaan, maar dat neemt niet weg dat uit de plannen blijkt dat dit duidelijk beleid vooral jong en net aangesteld wetenschappelijk personeel betreft. Dit personeel wordt als regel verplicht deel te nemen aan de beschikbare scholing en aan deze verplichting wordt redelijk voldaan. Vanwege deze aanpak neemt het aantal personeelsleden met een onderwijskwalificatie ook geleidelijk toe. Desondanks blijft het aantal personeelsleden met een dergelijke kwalificatie duidelijk achter bij de centrale afspraken, en beleid om hier verandering in aan te brengen ontbreekt bij de meeste faculteiten. Dit houdt naar alle waarschijnlijkheid verband met het ontbreken van een aanpak voor zittende docenten. Voor deze categorie docenten, vaak met meerdere jaren ervaring is het aanbieden van een beginnerscursus geen acceptabele optie. Maar alternatieve trajecten waarbij rekening gehouden wordt met reeds verworven competenties op het gebied van het verzorgen van onderwijs zijn tot op heden niet voortvarend ingevoerd. De commissie stelt voor dat de VU op korte termijn aan de docenten met ervaring een aangepast traject gaat aanbieden voor het behalen van een (aangepaste) onderwijskwalificatie. Voorzieningen Speciale aandacht behoeven de aspecten die verband houden met de voorzieningen ten behoeve van het onderwijs (aspect 2.a bibliotheek-, aspect 2.b onderwijsruimten en studieplekken-, aspect 2.c - ICT-voorzieningen-).Voor de VU geldt dat de verantwoordelijkheid voor deze voorzieningen is ondergebracht bij centrale diensten. Bij het merendeel van de faculteiten heerst de opvatting dat zij met betrekking tot deze aspecten dan ook ook geen verantwoordelijkheden hebben, en dat er dus ook geen beleid op deze punten nodig is.

17 Rapportage Auditcommissie 17 Deze opvatting acht de commissie niet terecht: de behoefte aan voorzieningen van deze aard (zouden moeten) stoelen op wensen/vereisten vanuit de opleidingen. Mede op basis van de wensen/vereisten vanuit de opleidingen zou het beleid van de betreffende centrale diensten geformuleerd en uitgevoerd dienen te worden. Daarom behoort er vanuit de opleidingen, en dus vanuit de faculteiten, wel degelijk beleid in de vorm van wensen en behoeften te worden geformuleerd. Faculteiten zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de opleidingen en moeten de centrale diensten ook kunnen aanspreken op tekortkomingen. Daarvoor is vereist dat faculteiten zicht hebben op de resultaten van het (centraal gevoerde) beleid. Indien dat ontbreekt, ontbreekt ook de kracht van argumenten voor eventuele bijstelling van het (centrale) beleid. Anderzijds geldt dat beperkingen voortvloeiend uit de mogelijkheden van de centrale diensten op het gebied van bibliotheekvoorzieningen, onderwijsruimten en werkplekken en ICT-voorzieningen randvoorwaarden vormen voor de vormgeving van onderwijsprogramma s. Ook om deze reden behoren deze onderwerpen deel uit te maken van het facultaire beleid. Indien van toepassing behoren faculteiten ook op hun verplichtingen in dezen gewezen te worden. Ten aanzien van het beleid op het gebied van de studiebegeleiding is het beter gesteld. De helft van de faculteiten heeft dit formeel op orde. Voor de andere faculteiten geldt dat wel ruime aandacht wordt geschonken aan studiebegeleiding, maar dat één en ander nog nadere explicitering, formalisering en verantwoording behoeft. Een punt van zorg betreft de nieuwe wijze van huisvesting van de wetenschappelijke staf zoals die inmiddels bij ACTA en Rechten gestalte heeft gekregen. Doordat de zitwerkplekken van het wetenschappelijk personeel niet toegankelijk is voor studenten, komt het (spontane) contact tussen student en docenten (essentieel voor de community of learners ) onder druk te staan. Toegankelijkheid voor studenten met een beperking Min of meer vergelijkbaar met het aspect voorzieningen is het aspect toegankelijkheid voor studenten met een beperking (aspect 2.4). In het (recente) verleden is er centraal beleid geformuleerd, dat mede richtinggevend kan zijn voor de maatregelen die op facultair niveau genomen kunen worden. Vanwege het bestaande centrale beleid zijn sommige faculteiten van mening dat er voor hen geen taak meer is weggelegd. Toch geldt dat studenten, en dus ook de studenten met een beperking, afhankelijk zijn van voorzieningen die rechtstreeks verbonden zijn aan de betreffende opleiding. Voor al die voorzieningen ten behoeve van de studenten met een beperking behoren faculteiten adequaat beleid te ontwikkelen. Verankering onderzoek Met de verankering van het onderzoek in het onderwijs is het nog niet best gesteld. Het lijkt erop dat vrijwel alle faculteiten uitgaan van de veronderstelling dat deze verankering naar behoren wordt gerealiseerd via een personele unie, docenten die tevens onderzoeker zijn. Van expliciet beleid dienaangaande is niet of nauwelijk sprake. Het is hoog tijd dat faculteiten zich beraden hoe de koppeling van het onderwijs aan het onderzoek dat bij die faculteiten wordt uitgevoerd gestalte dient te krijgen. In dit verband kan nogmaals gewezen worden op de onderwijsvisie van de VU, waarin deze verankering wel gestalte krijgt. Veldadviesraad, alumnibeleid Tot nu toe heeft het instellen van veldadviesraden voor het onderwijs nog geen hoge prioriteit gekregen. Dit is in tegenstelling tot de veldadviesraden ten behoeve van de onderzoeksinstituten die in vrijwel alle gevallen binnen de VU gerealiseerd zijn. Slechts

18 Rapportage Auditcommissie 18 bij van de faculteiten is een veldadviesraad actief. Bij 4 faculteiten is er sprake van een plan om een dergelijke adviesraad in te stellen, bij de overige 5 faculteiten dient er zelfs nog een plan gemaakt worden. Met betrekking tot het alumnibeleid tekent zich een vergelijkbaar beeld af. Ook ten aanzien van dit aspect zijn er faculteiten die beschikken over een duidelijk beleid ten aanzien van haar alumni. Bij 4 faculteiten leven er wel ideeën en gebeurt er wel het een en ander, maar laat een plan nog op zich wachten. Bij 5 faculteiten moet het hele alumnibeleid nog vorm gegeven worden. Onderwijsorganisatie De beschrijving van de onderwijsorganisatie, zowel voor de faculteiten als geheel als voor de afzonderlijke opleidingen, behoeft een aanzienlijke verbetering. In het algemeen geldt dat de sleutelfiguren in het facultaire onderwijs in hun hoofd wel een beeld hebben van de manier waarop het onderwijs georganiseerd is, maar een duidelijke beschrijving van een en ander werd slechts bij 2 faculteiten aangetroffen. Meestal is er weinig meer dan een organogram dat de organisatie weergeeft, maar vaak laat een dergelijk organogram aan duidelijkheid te wensen over, zeker voor outsiders. Bovendien blijkt dat de in een organogram beschreven situatie soms de dagelijkse praktijk beschrijft, maar daarbij voorbij gaat aan de wettelijke regels met betrekking tot die organisatie. Zo lijken opleidingscommissies hun advies nog al eens uit te brengen aan een opleidingsdirecteur of een portefeuillehouder onderwijs en niet, zoals voorgeschreven, aan het faculteitsbestuur. Ook komt het voor dat (een deel van de) opleidingscommissies (mede) belast zijn met de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het onderwijs en/of het ontwikkelen van het onderwijsprogramma. De wettelijke taken van de opleidingscommissie, namelijk adviseren over onderwijsprogramma s en de uitvoering daarvan, moeten voldoende onafhankelijk worden uitgevoerd. Medeverantwoordelijkheid voor de uitvoering van het onderwijs zal dit in de weg staan. Ook plaatst de commissie vraagtekens bij combinaties van functies. Het combineren van de functie portefeuillehouder Onderwijs met die van onderwijsdirecteur maakt dat het toezicht op het functioneren van de onderwijsdirecteur discutabel wordt. Wanneer hoofden van afdelingen tevens belast zijn met het leiding geven aan een opleiding kan de vraag rijzen of de belangen van een opleiding nog voldoende gescheiden worden van belangen op het gebied van onderzoek en/of personeelszorg. De commissie is van oordeel dat het scheiden van dergelijke verantwoordelijken noodzakelijk is. Een overzicht van de thans voorkomende situaties is samengevat in bijlage V. Examencommissie/opleidingscommissie Zoals eerder gemeld is door de commissie tevens nagegaan of de wetgeving op het gebied van het onderwijs correct wordt nageleefd. Dit heeft geleid tot de volgende constateringen. In enkele Onderwijs- en Examenregelingen is een passage opgenomen waarin de geldigheidsduur van tentamens wordt beperkt. Navraag leert dat dit meestal is opgenomen om studievertraging te voorkomen. De vraag is of dit strookt met de bedoeling van de wetgever die bepaalt dat in de OER per opleiding de geldende procedures en rechten en plichten vastgelegd worden met betrekking tot het onderwijs en de examens. Daaronder worden ten minste begrepen...waar nodig, de geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde tentamens, behoudens de bevoegdheid van de examencommissie die geldigheidsduur te verlengen (WHW, art 7.1 lid 2 sub k).

19 Rapportage Auditcommissie 19 In vrijwel alle OER-en wordt een nakijktermijn genoemd. Er vanuitgaande dat een dergelijke termijn genoemd wordt om te voorkomen dat studenten langer dan noodzakelijk in het ongewisse worden gelaten over hun tentamenuitslag, hebben sommige van de genoemde termijnen meer het karakter van het sanctioneren van een lange nakijktermijn (soms tot 25 werkdagen) dan het beperken van de duur van onzekerheid van de student. Heroverweging van deze termijnen dient plaats te vinden. In sommige gevallen heeft deze (te) lange termijn te maken met activiteiten van de onderwijsadministratie. Docenten die de studenten dan toch niet te lang in onzekerheid willen laten, publiceren dan soms de voorlopige uitslagen op BlackBoard, evenwel zonder de rechtmatigheid van de cijfers te controleren. Aanpassing van de publicatietermijn in de OER en de verplichting tot slechts één wijze van publiceren van tentamenuitslagen is noodzakelijk. Hoewel thans wettelijk is bepaald dat examencommissies de kwaliteit van tentamens behoren te bewaken, wordt in een aantal gevallen niet duidelijk hoe dat (kwalitatief en kwantitatief) gebeurt. Ook uit de verslaglegging van de examencommissies is lang niet altijd duidelijk wat er op dit gebied is ondernomen en wat voorgenomen acties zijn. In de reglementen van de faculteiten moet voorzien zijn hoe opleidingscommissies zijn samengesteld. Het wettelijk criterium is dat een opleidingscommissie bestaat uit een gelijk aantal docenten en studenten van de betreffende opleiding(en). Niet in alle gevallen wordt dit nageleefd. In sommige gevallen blijken ook (vaste) adviseurs te worden benoemd, hetgeen niet in overeenstemming is met de wet. Dit laat onverlet de bevoegdheid van de opleidingscommissie om adviseurs uit te nodigen. Toetsing van de samenstelling en de activiteiten van zowel de examen- als de opleidingscommissies door de betreffende faculteitsbesturen acht de commissie dringend gewenst. Best practices Naast de beoordeling van de 46 onderscheiden aspecten van onderwijskwaliteitszorg en de naleving van de wettelijke bepalingen inzake het onderwijs, heeft de commissie zich per faculteit ook afgevraagd welke zaak rondom onderwijskwaliteitszorg zo goed op orde was dat dit als voorbeeld voor andere faculteiten kon dienen. Onderstaand een lijst van deze best practices met een verwijzing naar de faculteit waar ze werd aangetroffen en het nummer van de relevante documenten zoals die voorkomen in het auditverslag. 1. Een expliciete formulering van de doelstellingen op het gebied van onderwijskwaliteit en verslagen waaruit de stand van zaken met betrekking tot de onderwijskwaliteit per opleiding wordt gepresenteerd (Aard- en Levenswetenschappen, 12, 21 en 24). 2. Korte geformaliseerde vragenlijst die docenten direct na afronding van een cursus invullen te behoeve van de opleidingscommissie (Bewegingswetenschappen).. De aanpak in het project studiesucces (rendementsverbeterende maatregelen (Exacte wetenschappen, 2, 24 en 25). 4. Het jaarverslag van de facultaire studieadviseurs (Economische wetenschappen en Bedrijfskunde, 15). 5. Duidelijke en consequente lijnen vastgesteld en uitgevoerd door faculteitsbestuur en het onderwijsinstituut gezamenlijk met daarbij een bewuste en gemotiveerde keuze voor de fasering van de aandachtpunten (Geneeskunde, G1). 6. Een gedetailleerde beschrijving van alle taken die door het onderwijsbureau van de faculteit (moeten) worden uitgevoerd (Godgeleerdheid en Wijsbegeerte, 21). 7. De scriptiehandleiding, inclusief scriptiecontract en beoordelingsschema; een breed onderwijsinformatiepakket voor studenten en docenten (Letteren, 20, 21 en 22).

20 Rapportage Auditcommissie Op zeer overzichtelijke wijze worden cursusevaluaties gepresenteerd. Daarin zijn opgenomen de belangrijkste scores en commentaar van jaarvertegenwoordigers, cursusverantwoordlijken (zoals docenten, coördinatoren), opleidingscommissie(s), examencommissie(s) en indien van toepassing ook van het faculteitsbestuur (Psychologie en Pedagogiek, 14 t/m 2). 9. De decaan wil de afstand tussen de bestuurlijke bovenlaag en de studenten overbruggen. Dat wordt gedaan door een column van decaan op de facultaire website en maandelijks een spreekuur voor studenten (Rechtsgeleerdheid 0). 10. Samenvoeging van de diverse examencommissies tot een centrale examencommissie. De overdrachtsdossiers voor (studenten van) de opleidingscommissie (Sociale wetenschappen, 17, 18 en 19; 24). 11. De aandacht voor de Basiskwalificatie Onderwijs en het percentage WP-ers dat die kwalificatie reeds heeft behaald verdient navolging (Tandheelkunde, 4, 5). 12. Intervisie als methode om de professionele kwaliteit van docenten te verhogen (Wijsbegeerte, 00, punt 8). Door het gedeelde faculteitsbureau met Godgeleerdheid geldt ook hier item 6. Samenvatting van de resultaten/aanbevelingen 1. In 25% van de uitgebrachte beoordelingen (46 aspecten x 12 faculteiten) luidt de beoordeling voldaan (beoordeling 1 of 2). 2. Wanneer faculteiten in de loop van 2012 het impliciete beleid (aanwezig in de hoofden van sleutelfiguren) schriftelijk vastleggen en formaliseren, kan het percentage beoordelingen voldaan stijgen tot boven de 55%.. De visie op onderwijskwaliteit kan worden aangescherpt, waarbij ook de verbinding met de VU-visie en het instellingsplan aandacht verdient. 4. Kwaliteitszorg voor de afzonderlijke cursussen binnen de opleidingen is redelijk op orde. Het beleid ten aanzien van cursusoverstijgende evaluaties (per studiejaar, van het gehele curriculum) laat te wensen over. 5. Met betrekking tot personeelsbeleid (formatieplanning, taaktoedeling, werving, benoeming, inwerken, professionalisering, jaargesprekken, loopbaanbegeleiding) is het moeilijk een afgewogen oordeel te vormen. De huidige procedures en de vereiste vertrouwlijkheid vragen om een herziene aanpak. 6. De wijze van het behalen van een basiskwalificatie onderwijs dient voor zittende (en ervaren) docenten te worden aangepast. 7. De verankering van het onderzoek aan het onderwijs verdient een ruimere aandacht dan tot nu toe. 8. Met betrekking tot de instelling van veldadviesraden en het alumnibeleid dienen de plannen omgezet te worden in concrete daden. 9. De beschrijving van de onderwijsorganisatie dient zowel op het niveau van de faculteit als op het niveau van de opleidingen aanzienlijk verbeterd te worden. 10. Binnen de onderwijsorganisatie dienen de wettelijke regels correct te worden uitgevoerd. 11. Uit jaarverslagen van examencommissies zou ook het voorgenomen beleid en de resultaten daarvan moeten blijken. Duidelijke centrale voorschriften over samenstelling, taken en bevoegdheden en de verslaglegging door opleidings- en examencommissie zijn nodig.

21 Rapportage Auditcommissie Het vervolg In hoofdstuk zijn de uitkomsten beschreven van het audittraject dat tot doel had de stand van zaken met betrekking tot de onderwijskwaliteitszorg bij de 12 VU-faculteiten, zoals die in het begin van 2012 was, te beschrijven. Die uitkomsten laten zien dat er in ruime mate mogelijkheden tot verbetering zijn. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de vraag hoe het vervolgtraject er in de visie van de commissie uit dient te zien. In dat vervolgtraject onderscheidt de commissie fasen. In de eerste fase, die loopt tot het einde van 2012, zijn het de faculteiten die aan het werk moeten, of dat inmiddels al zijn. Op alle aspecten van het auditkader waarvoor de beoordeling een was, dienen faculteiten stappen te ondernemen om de beoordeling te wijzigen in een beoordeling 2 of wellicht zelfs een beoordeling 1. Veelal kan de in een 2 veranderen door gericht op de betreffende aspecten het, veelal impliciet reeds aanwezige beleid, expliciet te formuleren, schriftelijk vast te leggen en door de verantwoordelijke instanties te laten formaliseren. Tevens dient door de faculteiten te worden nagegaan en te worden gedocumenteerd welke resultaten in 2012 zijn behaald. Uit overleg met kwaliteitszorgfunctionarissen is gebleken dat men niet in alle gevallen helder voor ogen heeft hoe een verbetering van naar 2 vorm gegeven kan worden. Daarom hebben leden van de auditcommissie zich bereid verklaard faculteiten die daar prijs op stellen behulpzaam te zijn door middel van het verstrekken van gerichte adviezen. Dit aanbod is inmiddels bij de kwaliteitszorgfunctionarissen bekend. Als in de komende maanden een dergelijke verbeterslag door de faculteiten wordt gerealiseerd, dient dat ook zichtbaar gemaakt te worden. Dat kan door per 1 januari 201, of kort daarna, te laten vaststellen wat op dat moment de stand van zaken is. Aan de hand van de beoordeling die thans heeft plaats gevonden moet nagegaan worden voor welke aspecten op dat moment de beoordeling gewijzigd is in een 2. De resultaten per 1 januari 201 kunnen vervolgens worden toegevoegd aan dit rapport. Uit het verschil tussen de huidige beoordeling en die per 1 januari 201 kan worden afgeleid dat een gerichte actie om de onderwijskwaliteitszorg te beoordelen tevens kan leiden tot een verbeterde onderwijskwaliteitszorg Fase 1 is slechts een stap op weg naar verbeterde onderwijskwaliteitszorg. Nu de VU gekozen heeft om als instelling de toets kwaliteitszorg te ondergaan, dient het proces van het beoordelen en bewaken van de onderwijskwaliteitszorg meer handen en voeten te krijgen. In fase 2 dient ook de universiteit in actie te komen. Dat kan door op het gebied van de onderwijskwaliteitzorg, nog duidelijker dan voorheen gebeurde, bijvoorbeeld in de vorm van het Handboek Onderwijskwaliteit, richtlijnen op dit gebied ten behoeve van de faculteiten te formuleren en de verslaglegging van de te nemen maatregelen, van de bereikte resultaten en van de voorgenomen verbeteringen te faciliteren. Omdat onderwijskwaliteitszorg bij alle 12 faculteiten de aandacht blijft vragen en omdat daardoor meer overeenkomsten dan verschillen tussen de afzonderlijke faculteiten zullen zijn, verdient een centrale aansturing de voorkeur boven een gedecentraliseerde benadering. Daarbij kunnen overigens de best practices zoals die bij de faculteiten zijn aangetroffen gebruikt worden als uitgangspunt. Op het gebied van onderwijskwaliteitszorg zijn inmiddels enkele (centrale) ontwikkelingen in voorbereiding. Zo is er op dit moment een notitie over het beleid ten aanzien van studenten met een beperking in voorbereiding. Zodra dit centrale document beschikbaar is, kunnen faculteiten het documentn gebruiken als uitgangspunt voor de facultaire uitwerking ervan.

23 januari 2014 versie 0.2.

23 januari 2014 versie 0.2. Onderwijskwaliteit onze zorg (III) Rapportage interne audit kwaliteitszorg 2 januari 2014 versie 0.2. 1 Inhoudsopgave 1. Samenvatting... 2. Opzet derde interne audit... 5 2.1. Doelstelling en vraagstelling...

Nadere informatie

Training examencommissies

Training examencommissies Training examencommissies N.a.v. midterm review instellingstoets kwaliteitszorg 5 maart 2015 Linda Verbeek 1 Voorstellen Drs Scheikunde (UU) MSc Onderwijskundig ontwerp en advisering (UU) Nu: Beleidsmedewerker

Nadere informatie

1 Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg. Universiteit Utrecht Utrecht 19 december 2016

1 Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg. Universiteit Utrecht Utrecht 19 december 2016 nuao F nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie 1 Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg datum 19 maart 2018 onderwerp Besluit instellingstoets kwaliteitszorg van de Universiteit

Nadere informatie

Welkom. Wat komt er terecht van de aanbevelingen (inmiddels accreditatie-eisen) van de Commissie Maatstaf? Nationale Dyslexie Conferentie 2013

Welkom. Wat komt er terecht van de aanbevelingen (inmiddels accreditatie-eisen) van de Commissie Maatstaf? Nationale Dyslexie Conferentie 2013 Welkom Wat komt er terecht van de aanbevelingen (inmiddels accreditatie-eisen) van de Commissie Maatstaf? Nationale Dyslexie Conferentie 2013 Expertisecentrum handicap + studie Lex Jansen www.handicap-studie.nl

Nadere informatie

Overwegende dat KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN: Artikel 1. Begripsbepalingen

Overwegende dat KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN: Artikel 1. Begripsbepalingen Archeologie, het Bestuur van de Faculteit Campus Den Haag, het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, het Bestuur van de Faculteit der Sociale

Nadere informatie

Hoe kan IR de Instellingstoets Kwaliteitszorg verbeteren? Alexander Babeliowsky Kennissessie DAIR-seminar 1 november 2017

Hoe kan IR de Instellingstoets Kwaliteitszorg verbeteren? Alexander Babeliowsky Kennissessie DAIR-seminar 1 november 2017 Hoe kan IR de Instellingstoets Kwaliteitszorg verbeteren? Alexander Babeliowsky Kennissessie DAIR-seminar 1 november 2017 Even voorstellen. Achtergrond Bedrijfskunde (UvA) en postinitieeel managementconsultancy

Nadere informatie

Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg. Radboud Universiteit Nijmegen. Nijmegen 11 oktober 2016

Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg. Radboud Universiteit Nijmegen. Nijmegen 11 oktober 2016 nuao r nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg datum 24 oktober 2017 onderwerp Besluit instellingstoets kwaliteitszorg van de Radboud

Nadere informatie

Vrije Universiteit. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2014

Vrije Universiteit. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2014 Vrije Universiteit College van Beroep voor de Examens Jaarverslag 2014 INHOUD 1. Voorwoord 2. Bevoegdheden en werkwijze van het College van Beroep voor de Examens 3. Samenstelling van het College van Beroep

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

Versie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten

Versie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten Procedure aangaande de Onderwijs- en examenregeling van Fontys Dit is een uitgave van het Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten. Het CBA ondersteunt de medezeggenschap en inspraak binnen Fontys Hogescholen

Nadere informatie

Modelregeling opleidingscommissies

Modelregeling opleidingscommissies Modelregeling opleidingscommissies Bureau van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid Kenmerk 15.0116 30-6-2015 Artikel 1: Instellen van de opleidingscommissie 1a. Het faculteitsbestuur stelt een opleidingscommissie

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4-3 0 5

U I T S P R A A K 1 4-3 0 5 U I T S P R A A K 1 4-3 0 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit Campus Den Haag, verweerder

Nadere informatie

Commissies binnen de faculteit & de rol en de taken van opleidingscommissies

Commissies binnen de faculteit & de rol en de taken van opleidingscommissies Commissies binnen de faculteit & de rol en de taken van opleidingscommissies juni 2012 1 Inhoud 1 Opleidingscommissies (OC)... 3 1.1 Samenstelling... 3 1.2 Opleidingscommissies binnen de FEB vanaf september

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2 1 2 7 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Raad van Bestuur van het Leids Universitair Medisch Centrum, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

KWALITEITSCULTUUR EN DE MEDISCHE PROFESSIONAL

KWALITEITSCULTUUR EN DE MEDISCHE PROFESSIONAL KWALITEITSCULTUUR EN DE MEDISCHE PROFESSIONAL Karl Dittrich, voorzitter NVAO Lezing voor de NVMO Egmond aan Zee, 12 november 2009 TERUGBLIK OP DE EERSTE RONDE ACCREDITATIE POSITIEVE ELEMENTEN (1) ALS PROCES

Nadere informatie

Den Haag, 26 augustus namens de KNAW-commissie Gedragswetenschappen, 1 De instelling heeft op 4 september 2015 ingestemd met het advies.

Den Haag, 26 augustus namens de KNAW-commissie Gedragswetenschappen, 1 De instelling heeft op 4 september 2015 ingestemd met het advies. Beoordeling van het herstelplan van de Vrije Universiteit Amsterdam met betrekking tot de onderzoeksgerichte wo-masteropleiding Clinical and Developmental Psychopathology (research) van de Vrije Universiteit

Nadere informatie

Toetsing en examinering voor studenten met een functiebeperking: wat zijn de mogelijkheden? Examencongres, 23 november 2017

Toetsing en examinering voor studenten met een functiebeperking: wat zijn de mogelijkheden? Examencongres, 23 november 2017 Toetsing en examinering voor studenten met een functiebeperking: wat zijn de mogelijkheden? Examencongres, 23 november 2017 Programma + Welkom en introductie + Jouw toekomstvisie: hoe toetsen we over vijf

Nadere informatie

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij obs De Zonnewijzer

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij obs De Zonnewijzer RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij obs De Zonnewijzer Plaats : Hoorn Nh BRIN-nummer : 16KL Onderzoeksnummer : 123932 Datum schoolbezoek : 25 Rapport vastgesteld te Leeuwarden

Nadere informatie

Deze notitie schetst op hoofdlijnen de opbouw en inrichting van dat stelsel.

Deze notitie schetst op hoofdlijnen de opbouw en inrichting van dat stelsel. Preambule [1] De Nederlandse Universiteiten willen naar een stelsel van kwaliteitszorg waarbij de verbeterfunctie van het onderwijs weer centraal komt te staan, en de externe verantwoording op instellingsniveau

Nadere informatie

Faculteitsreglement. van de. Faculteit Construerende Technische Wetenschappen Faculty of Engineering Technology

Faculteitsreglement. van de. Faculteit Construerende Technische Wetenschappen Faculty of Engineering Technology Kenmerk: CTW/A-08.0729 Datum: 6 oktober 2008 Faculteitsreglement van de Faculteit Construerende Technische Wetenschappen Faculty of Engineering Technology Inhoudsopgave Hoofdstuk I Artikel 1 Algemeen Begripsbepalingen

Nadere informatie

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING 2. VERSTEVIGING VAN RISICOMANAGEMENT Van belang is een goed samenspel tussen het bestuur, de raad van commissarissen en de auditcommissie, evenals goede communicatie met

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Friesland College te Leeuwarden. Ondernemer detailhandel

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Friesland College te Leeuwarden. Ondernemer detailhandel ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU Friesland College te Leeuwarden Ondernemer detailhandel November 2014 BRIN: 25LG Onderzoeksnummer: 277525 Onderzoek uitgevoerd in: September 2014

Nadere informatie

Eens per 6 jaar, voor visitatie. Evt.bijstelling bij mid-term

Eens per 6 jaar, voor visitatie. Evt.bijstelling bij mid-term Handreiking voor de adjunct-directeuren Iedere bachelor- of masteropleiding in de FWN wordt aangestuurd door een adjunct-directeur. Een adjunct-directeur kan meerdere opleidingen aansturen. Hij heeft hierbij

Nadere informatie

Archiveren toetsen. Toetsadviescommissie, Johan Jeuring Faculteit Bètawetenschappen Januari 2012

Archiveren toetsen. Toetsadviescommissie, Johan Jeuring Faculteit Bètawetenschappen Januari 2012 Archiveren toetsen Toetsadviescommissie, Johan Jeuring Faculteit Bètawetenschappen Januari 2012 Moeten we toetsen archiveren? Welke onderdelen? Waarom moeten we dat doen? Hoe lang moeten we dat doen? Wie

Nadere informatie

contactpersoon Iris Wubben telefoon (06) Opleidingscommissies 2017: de belangrijkste veranderingen op een rijtje

contactpersoon Iris Wubben telefoon (06) Opleidingscommissies 2017: de belangrijkste veranderingen op een rijtje Leer- en Innovatie Centrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE ons kenmerk datum 4 mei 2017 onderwerp Opleidingscommissies: belangrijkste veranderingen op een rij van Projectgroep opleidingscommissies

Nadere informatie

Procedure medezeggenschap bij wijzingen in het onderwijsaanbod Science in Amsterdam

Procedure medezeggenschap bij wijzingen in het onderwijsaanbod Science in Amsterdam Procedure medezeggenschap bij wijzingen in het onderwijsaanbod Science in Amsterdam Inleiding Aan de medezeggenschapsorganen 1 van de faculteiten FALW (VU), FEW (VU) en FNWI (UvA) kunnen voorstellen worden

Nadere informatie

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij r.k.b.s. Thomas van Aquino

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij r.k.b.s. Thomas van Aquino RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij r.k.b.s. Thomas van Aquino Plaats : Sneek BRIN-nummer : 07VU Onderzoeksnummer : 124713 Datum schoolbezoek : 31 januari 2012 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

Vrije Universiteit Amsterdam. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2015

Vrije Universiteit Amsterdam. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2015 Vrije Universiteit Amsterdam College van Beroep voor de Examens Jaarverslag 2015 INHOUD 1. Inleiding 2. Bevoegdheden en werkwijze van het College van Beroep voor de Examens 3. Samenstelling van het College

Nadere informatie

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij p.c.b.s. Van Haersma Buma

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij p.c.b.s. Van Haersma Buma RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij p.c.b.s. Van Haersma Buma Plaats : Hommerts BRIN-nummer : 09CH Onderzoeksnummer : 123098 Datum schoolbezoek : 9 juni 2011 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN OPLEIDINGSCOMMISSIE BINNEN DE Faculteit XXX (NAAM INVULLEN) OC XXX (naam OC invullen)

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN OPLEIDINGSCOMMISSIE BINNEN DE Faculteit XXX (NAAM INVULLEN) OC XXX (naam OC invullen) HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN OPLEIDINGSCOMMISSIE BINNEN DE Faculteit XXX (NAAM INVULLEN) OC XXX (naam OC invullen) Artikel 1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: faculteitsreglement:

Nadere informatie

Opleidingscommissies Hogeschool Utrecht

Opleidingscommissies Hogeschool Utrecht Opleidingscommissies Hogeschool Utrecht Feiten en cijfers 40 (gemeenschappelijke) opleidingscommissies 280 studenten / 30 docenten Vergoeding: 40 euro per vergadering, max. 10 vergaderingen (studenten)

Nadere informatie

Reglement Honours Academy Universiteit Leiden

Reglement Honours Academy Universiteit Leiden Herziene versie per 1 september 2018 Honours Academy Universiteit Leiden, september 2018 1 Hoofdstuk 1. Algemeen Artikel 1. Begripsbepalingen 1. In dit reglement wordt verstaan onder: a. adviesraad: de

Nadere informatie

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Fractie VUUR, Universiteitsraad www.verenigingvuur.nl info@verenigingvuur.nl - 2 - Voorwoord

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ NOORDERPOORT. Opleidingen Boekhoudkundig medewerker/administrateur Kapper/Junior Kapper Mechanisch Operator A

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ NOORDERPOORT. Opleidingen Boekhoudkundig medewerker/administrateur Kapper/Junior Kapper Mechanisch Operator A RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ NOORDERPOORT Opleidingen Boekhoudkundig medewerker/administrateur Kapper/Junior Kapper Mechanisch Operator A Plaats: BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd op:

Nadere informatie

BEOORDELING TRANSNATIONAAL ONDERWIJS

BEOORDELING TRANSNATIONAAL ONDERWIJS NVAO NEDERLAND BEOORDELING TRANSNATIONAAL ONDERWIJS PROTOCOL APRIL 2018 NVAO NEDERLAND BEOORDELING TRANSNATIONAAL ONDERWIJS PROTOCOL APRIL 2018 Dit protocol bevat de eisen behorend bij een NVAO beoordelingsprocedure

Nadere informatie

Kwaliteit is van Iedereen ( ). Avans Integrale Kwaliteitszorg Raamwerk (2006).

Kwaliteit is van Iedereen ( ). Avans Integrale Kwaliteitszorg Raamwerk (2006). Conceptvragenlijst functioneren kwaliteitssysteem Versie diensteenheden Beschrijving opdrachtgever Paul Rupp, voorzitter Regiegroep IKZ opdrachtnemer Marco Cornelissen en Amber Verrycken link met andere

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. Rescue Nederland. Verzorgende-IG

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. Rescue Nederland. Verzorgende-IG ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU Rescue Nederland Verzorgende-IG Plaats: Rotterdam BRIN-nummer: 29RH Onderzoeksnummer: 280253+283214 Datum onderzoek: 12 februari

Nadere informatie

Vrije Universiteit. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2013

Vrije Universiteit. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2013 Vrije Universiteit College van Beroep voor de Examens Jaarverslag 2013 INHOUD 1. Voorwoord 2. Bevoegdheden en werkwijze van het College van Beroep voor de Examens 3. Samenstelling van het College van

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. Studiecentrum Minerva te Almere

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. Studiecentrum Minerva te Almere ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU Studiecentrum Minerva te Almere Plaats: Almere BRIN nummer: 24KK Onderzoeksnummer: 277938 Datum onderzoek: December 2014 Datum

Nadere informatie

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool Woold. : Winterswijk Woold

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool Woold. : Winterswijk Woold RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool Woold Plaats : Winterswijk Woold BRIN-nummer : 19BC Onderzoeksnummer : 127559 Datum schoolbezoek : 8 november 2012 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie Breakout sessie 2-5 Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling De voorstellen beschreven in deze notitie dienen als uitwerking van (aangekondigde) wetswijzigingen. Op basis van deze wetswijzigingen

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Universiteit van Amsterdam (hierna: CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Universiteit van Amsterdam (hierna: CBE), verweerder. Zaaknummer : 2013/085 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 5 november 2013 Partijen : Appellant tegen CBE Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : Bevoegdheid examencommissie,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 7 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Psychologie, verweerder

Nadere informatie

NIEUW VU-INSTELLINGSBREED BELEID VOOR STUDENTEN MET EEN BEPERKING

NIEUW VU-INSTELLINGSBREED BELEID VOOR STUDENTEN MET EEN BEPERKING NIEUW VU-INSTELLINGSBREED BELEID VOOR STUDENTEN MET EEN BEPERKING DOOR: MARJOLEIN TOUWEN, MSC STUDIELOOPBAANDVISEUR & ADVISEUR STUDEREN MET EEN BEPERKING 2 PROGRAMMA Deel 1: - Introductie - Nieuw beleid:

Nadere informatie

Reglement Honours Academy Universiteit Leiden HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN

Reglement Honours Academy Universiteit Leiden HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN Reglement Honours Academy Universiteit Leiden HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN Artikel 1. Begripsbepalingen 1. In dit reglement wordt verstaan onder: a. adviesraad: de Adviesraad van de Honours Academy zoals nader

Nadere informatie

Planmatig werken aan de toegankelijkheid van toetsing en examinering

Planmatig werken aan de toegankelijkheid van toetsing en examinering Planmatig werken aan de toegankelijkheid van toetsing en examinering Hoger onderwijsinstellingen beschikken over adequaat beleid om de visie op de kwaliteit van het onderwijs te realiseren. Onderdeel van

Nadere informatie

De besturen van de faculteiten Technische Natuurkunde, Scheikundige Technologie en Wiskunde en Informatica:

De besturen van de faculteiten Technische Natuurkunde, Scheikundige Technologie en Wiskunde en Informatica: GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING ex art. 9.15 lid I WHW ten behoeve van de universitaire lerarenopleidingen TUE De besturen van de faculteiten Technische Natuurkunde, Scheikundige Technologie en Wiskunde en

Nadere informatie

Beoordeling Transnationaal Onderwijs Protocol

Beoordeling Transnationaal Onderwijs Protocol Beoordeling Transnationaal Onderwijs Protocol NVAO Afdeling Nederland April 2018 Dit protocol bevat de eisen behorend bij een NVAO beoordelingsprocedure die losstaat van het NVAO beoordelingskader. Het

Nadere informatie

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid 2015 Veiligheid en Justitie Samenvatting resultaten Aanleiding Op basis van artikel 8 van het Besluit Verstrekking Gegevens Telecommunicatie is opdracht gegeven

Nadere informatie

Planmatig werken aan de toegankelijkheid van toetsing en examinering

Planmatig werken aan de toegankelijkheid van toetsing en examinering Planmatig werken aan de toegankelijkheid van toetsing en examinering Hoger onderwijsinstellingen beschikken over adequaat beleid om de visie op de kwaliteit van het onderwijs te realiseren. Onderdeel van

Nadere informatie

Protocol PDG en educatieve minor

Protocol PDG en educatieve minor Protocol PDG en educatieve minor 28 april 2014 Inhoud Protocol voor beoordelingen door de NVAO van de kwaliteit van de afstudeerrichtingen algemeen vormend onderwijs en beroepsgericht onderwijs, het traject

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-147 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van de [naam], appellant tegen het Bestuur der

Nadere informatie

Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010

Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010 Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree 7 juni 2010 versie februari 2011 Inhoud Voorwoord 3 1 Inleiding 3 2 Wanneer kan een toets nieuwe opleiding leidend

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE MARTIN LUTHER KINGSCHOOL VSO-ZML

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE MARTIN LUTHER KINGSCHOOL VSO-ZML RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE MARTIN LUTHER KINGSCHOOL VSO-ZML Plaats : Purmerend BRIN-nummer : 15DZ Arrangementsnummer : 87324 Onderzoek uitgevoerd op : 14 september 2010

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3 2 4 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RIJN IJSSEL. SECTOR CIOS, ZORG EN WELZIJN Opleiding Sociaal-cultureel werker

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RIJN IJSSEL. SECTOR CIOS, ZORG EN WELZIJN Opleiding Sociaal-cultureel werker RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RIJN IJSSEL SECTOR CIOS, ZORG EN WELZIJN Opleiding Sociaal-cultureel werker Plaats: BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd op: Conceptrapport verzonden op: Rapport

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 3 7 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Governance and Global Affairs,

Nadere informatie

Vrije Universiteit Amsterdam. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2016

Vrije Universiteit Amsterdam. College van Beroep voor de Examens. Jaarverslag 2016 Vrije Universiteit Amsterdam College van Beroep voor de Examens Jaarverslag 2016 INHOUD 1. Inleiding 2. Bevoegdheden en werkwijze van het College van Beroep voor de Examens 3. Samenstelling van het College

Nadere informatie

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool Willem-Alexander

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool Willem-Alexander RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool Willem-Alexander Plaats : Heerde BRIN-nummer : 10QT Onderzoeksnummer : 123722 Datum schoolbezoek : 29 september 2011 Rapport

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2010 EXAMENCOMMISSIE FACULTEIT DER WIJSBEGEERTE ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM

JAARVERSLAG 2010 EXAMENCOMMISSIE FACULTEIT DER WIJSBEGEERTE ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM JAARVERSLAG 2010 EXAMENCOMMISSIE FACULTEIT DER WIJSBEGEERTE ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Rotterdam, maart 2011 Jaarverslag 2010 Examencommissie Faculteit der Wijsbegeerte 1 In de Wet Versterking Besturing

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam nuao w nederlands -vlaam se accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam datum 29 juli 2016 Onderwerp

Nadere informatie

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij RK basisschool De Fontein. : 's-gravenhage

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij RK basisschool De Fontein. : 's-gravenhage RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij RK basisschool De Fontein Plaats : 's-gravenhage BRIN-nummer : 26AY Onderzoeksnummer : 124872 Datum schoolbezoek : 24 January 2012 Rapport

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4 0 6 6

U I T S P R A A K 1 4 0 6 6 U I T S P R A A K 1 4 0 6 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geneeskunde, verweerder

Nadere informatie

6. Medezeggenschap van studenten

6. Medezeggenschap van studenten 6. Medezeggenschap van studenten De medezeggenschap van studenten is vastgelegd in een drietal reglementen: de Structuurregeling, het reglement UGV/FGV en het reglement USR/FSR. 6.1 Medezeggenschap op

Nadere informatie

Audit- en beleidsevaluatieprogramma 2017

Audit- en beleidsevaluatieprogramma 2017 Audit- en beleidsevaluatieprogramma 2017 Beschrijving opdrachtgever College van Bestuur opdrachtnemer BE&C auteur BE&C, Cors Punt documenttype Instrument beleidscyclus Evaluatie thema (sub-thema)

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU. Nova College te Haarlem. Februari 2014

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU. Nova College te Haarlem. Februari 2014 ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU Nova College te Haarlem Februari 2014 vastgesteld 29/11/2013 Plaats: Haarlem BRIN: 25PX Onderzoeksnummer: Kenmerk: 259730 4223674 Onderzoek

Nadere informatie

U I T S P R A A K 10 136

U I T S P R A A K 10 136 U I T S P R A A K 10 136 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Examencommissie Bachelor Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 0 5 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Bacheloropleiding Fiscaal Recht, verweerder

Nadere informatie

Audit Assurance bij het Applicatiepakket Interne Modellen Solvency II

Audit Assurance bij het Applicatiepakket Interne Modellen Solvency II Confidentieel 1 Audit Assurance bij het Applicatiepakket Interne Modellen Solvency II 1 Inleiding Instellingen die op grond van art. 112, 230 of 231 van de Solvency II richtlijn (richtlijn 2009/139/EC)

Nadere informatie

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden.

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden. Aan: Gemeenteraad van Druten Druten, 27 juli 2015 Geachte voorzitter en leden van de gemeenteraad, In de eerste rekenkamerbrief van 2015 komt inkoop en aanbesteding aan bod. Dit onderwerp heeft grote relevantie,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 1 6 3 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie van de opleiding Bestuurskunde, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

Doorlopend toezicht ACAM

Doorlopend toezicht ACAM Doorlopend toezicht ACAM Rekenkamerbrief 2013 10 17 september 2013 Geachte leden van de gemeenteraad, De rekenkamer is op grond van de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) toezichthouder op ACAM.

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. o.b.s. Het Groene Hart

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. o.b.s. Het Groene Hart RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK o.b.s. Het Groene Hart Plaats : Zuidwolde Dr BRIN nummer : 12TS C1 Onderzoeksnummer : 196419 Datum onderzoek : 6 juni 2013 Datum vaststelling : 11 juni 2013

Nadere informatie

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Fractie VUUR, Universiteitsraad www.verenigingvuur.nl info@verenigingvuur.nl Voorwoord De Onderwijs-

Nadere informatie

Vragenlijst opleidingsmanagers

Vragenlijst opleidingsmanagers De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft op 18 juni 2009 aan de Tweede Kamer een onderzoek toegezegd naar het functioneren van opleidingscommissies in het bekostigd hoger onderwijs. Centraal

Nadere informatie

Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein "Invoerrechten en accijnzen" over de periode

Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Invoerrechten en accijnzen over de periode Raad voor Cultuur Aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM 's-gravenhage Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein

Nadere informatie

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken. 2005-01 Utrecht, 9 februari 2005 1. Het signaal 1.1 Op 27 mei 2004 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) een verzoek om advies ontvangen over de vraag of het

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3 0 5 5

U I T S P R A A K 1 3 0 5 5 U I T S P R A A K 1 3 0 5 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam ,nvao w nederlands-vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Universiteit van Amsterdam datum 29 juli 2016

Nadere informatie

HANDBOEK ONDERWIJSKWALITEIT HOOFDSTUK KWALITEITSZORG. Versie december 2013

HANDBOEK ONDERWIJSKWALITEIT HOOFDSTUK KWALITEITSZORG. Versie december 2013 HANDBOEK ONDERWIJSKWALITEIT HOOFDSTUK KWALITEITSZORG Versie december 2013 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 3 2. UITGANGSPUNTEN VAN HET ONDERWIJSKWALITEITSBELEID OP DE VU... 3 2.1 PRESTEREN... 3 2.2 VERBETEREN...

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-1 5 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] appellant tegen de Examencommissie

Nadere informatie

Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg

Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg wao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg Datum 6 april 2018 Onderwerp Besluit Instellingstoets Kwaliteitszorg van de Erasmus Universiteit

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Talen en culturen van Latijns Amerika/ Spaans Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig

Nadere informatie

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016 Regeling Externe toezichthouders bij examens Inhoudsopgave 1. Positie en benoeming externe toezichthouders... 3 2. Taak externe toezichthouder

Nadere informatie

PORTFOLIO Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO) Naam : Functie : Faculteit : Instituut : Telefoonnummer : Datum :

PORTFOLIO Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO) Naam : Functie : Faculteit : Instituut :   Telefoonnummer : Datum : PORTFOLIO Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO) Naam : Functie : Faculteit : Instituut : Email : Telefoonnummer : Datum : 1 Inhoud Onderwijscv... 3 1. Onderwijsvisie... 7 2. Didactisch ontwerp en uitwerking

Nadere informatie

ONDERWIJS OP KOERS HET SYSTEEM VAN KWALITEITSZORG ONDERWIJS OP DE VU HET SYSTEEM VAN KWALITEITSZORG ONDERWIJS OP DE VU 1

ONDERWIJS OP KOERS HET SYSTEEM VAN KWALITEITSZORG ONDERWIJS OP DE VU HET SYSTEEM VAN KWALITEITSZORG ONDERWIJS OP DE VU 1 ONDERWIJS OP KOERS HET SYSTEEM VAN KWALITEITSZORG ONDERWIJS OP DE VU HET SYSTEEM VAN KWALITEITSZORG ONDERWIJS OP DE VU 1 INHOUD CONTEXT EN VOORGESCHIEDENIS 3 Het accreditatiestelsel voor het hoger onderwijs

Nadere informatie

Gelders Opleidingsinstituut B.V.

Gelders Opleidingsinstituut B.V. Gelders Opleidingsinstituut B.V. Onderzoek bestuur en opleiding(en) Vierjaarlijks onderzoek Datum vaststelling: 28 november 2018 Samenvatting Minstens één keer in de vier jaar onderzoekt de onderwijsinspectie

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 8 0 2 9 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Boskoop, appellant tegen [namen], in hun hoedanigheid

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam }nvao r n e d e rlcw d s- vlaam se a ccre d ita tie o rg a n is a tie les Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie studiejaar 20172018 Inhoud REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS... 1 1. Positie en benoeming externe

Nadere informatie

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 4 november 2011 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 3 Procedure 6 pagina 2 1 Inleiding Instellingsbesturen kunnen voor opleidingen met kleinschalig,

Nadere informatie

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Anne Frankschool

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Anne Frankschool RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Anne Frankschool Plaats : Doesburg BRIN-nummer : 23ED Onderzoeksnummer : 123094 Datum schoolbezoek : 17 Rapport vastgesteld te Zwolle op

Nadere informatie

Reglement van Toelating

Reglement van Toelating Reglement van Toelating Begripsbepalingen Artikel 1. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: de Orde: de Nederlandse Orde van Register EDP-Auditors; het Bestuur: het bestuur van de Nederlandse

Nadere informatie

Reglement Examencommissies. Datum 23 september 2013. Versie 2013-2014. Hogeschool Utrecht

Reglement Examencommissies. Datum 23 september 2013. Versie 2013-2014. Hogeschool Utrecht Datum 23 september 2013 Versie 2013-2014 Reglement Examencommissies FE Bronvermelding is verplicht. Verveelvoudigen voor eigen gebruik of intern gebruik is toegestaan. Voorwoord Dit reglement is een invulling

Nadere informatie

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool 't Palet

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool 't Palet RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool 't Palet Plaats : Groenlo BRIN-nummer : 06CT Onderzoeksnummer : 125052 Datum schoolbezoek : 24 januari 2012 Datum vaststelling

Nadere informatie

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij pcbs Dr. A. Kuyper

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij pcbs Dr. A. Kuyper RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij pcbs Dr. A. Kuyper Plaats : Andijk BRIN-nummer : 09NG Onderzoeksnummer : 122676 Datum schoolbezoek : 23 Rapport vastgesteld te Leeuwarden

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut Opleidingsmanager Doel Ontwikkelen van programma( s) van wetenschappenlijk onderwijs en (laten) uitvoeren en organiseren van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen de faculteit, uitgaande van een faculteitsplan

Nadere informatie

VISITATIEREGLEMENT Commissie Nationale Kwaliteitsvisitatie Intensive Care (NKIC)

VISITATIEREGLEMENT Commissie Nationale Kwaliteitsvisitatie Intensive Care (NKIC) VISITATIEREGLEMENT Commissie Nationale Kwaliteitsvisitatie Intensive Care (NKIC) A Inleiding Artikel 1 Onder visitatie van IC-afdelingen verstaat de Commissie Nationale Kwaliteitsvisitatie Intensive Care

Nadere informatie