Relatie tussen factor VIII-genotype en risico van remmervorming bij hemofilie A-patiënten
|
|
- Emiel Eilander
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Relatie tussen factor VIII-genotype en risico van remmervorming bij hemofilie A-patiënten Auteurs Trefwoorden W.L. van Heerde, J. Boekhorst, I.R.O. Nováková, M.G. van Kraaij en H.W. Verbruggen alloantistoffen, factor VIII, genotype, hemofilie A, remmers Samenvatting De ontwikkeling van remmende antistoffen (remmers of inhibitors) tegen factor VIII is een ernstige complicatie bij de behandeling van hemofilie met zowel factor VIII dat is bereid uit normaal humaan plasma, als recombinant factor VIII. Uit analyses is gebleken dat de kans op remmervorming tussen de 20 en 30% ligt en dat patiënten met ernstige hemofilie A het meest zijn aangedaan. Het ontstaan van remmers bij hemofilie A-patiënten is een multifactorieel proces waarbij zowel omgevings- als genetische factoren een rol spelen. Hoewel behandeling met producten die factor VIII bevatten de belangrijkste risicofactor is voor de ontwikkeling van remmende antistoffen, speelt de genetische afwijking in het factor VIII-gen eveneens een belangrijke rol. In dit overzicht wordt ingegaan op de genetische achtergrond van hemofilie A en de relatie tussen het factor VIII-genotype en het risico van remmervorming. Bovendien wordt de detectie van remmers besproken. (Ned Tijdschr Hematol 2006;3:207-12) Inleiding Hemofilie A is een X-gebonden, recessieve aandoening met een toegenomen bloedingsrisico door een tekort aan of niet goed functionerende factor VIII. Afhankelijk van de factor VIII-activiteit, wordt hemofilie A ingedeeld in een ernstige (factor VIIIactiviteit<1%), matig ernstige (1-5%) en een milde vorm (6-30%). Spontane bloedingen in gewrichten en spieren komen voornamelijk voor bij patiënten met ernstige en matig ernstige hemofilie A. Nabloedingen na traumata en operaties komen voor bij alle hemofiliepatiënten. De bloedingscomplicaties worden behandeld met i.v. toediening van uit plasma bereide of recombinant factor VIII of, bij milde hemofilie A, met 1-desamino-8-D-argininevasopressine (DDAVP; Octostim ). DDAVP is een vasopressineanalogon dat de afgifte van factor VIII en Von Willebrandfactor (VWF) uit endotheelcellen en trombocyten stimuleert. 1 Patiënten met ernstige hemofilie A worden ter voorkoming van bloedingen vaak profylactisch behandeld met plasma gezuiverd of recombinant factor VIII. De belangrijkste complicaties van de behandeling van hemofilie met bloedproducten zijn virusinfecties (hiv, hepatitis B en C) en de ontwikkeling van remmende alloantistoffen. Deze remmers zijn gericht tegen het, voor de hemofilie A-patiënt, lichaamsvreemde eiwit factor VIII. De ontwikkeling van remmers treedt slechts op als reactie op een behandeling met producten die factor VIII bevatten. In de jaren 80 van de vorige eeuw zijn veel hemofiliepatiënten overleden, vooral door hiv-infecties. Veel energie is daarom gestoken in de ontwikkeling van betere zuiveringstechnieken en virusinactivatieprocessen van uit plasma bereide factor VIII en in de ontwikkeling van recombinant factor VIII-producten. Recombinant factor VIII is echter afkomstig uit celkweken van niet-humane zoogdiercellijnen en zal daardoor licht afwijken van de humane factor VIII. Het testen van factor VIII-remmers is in n e d e r l a n d s t i j d s c h r i f t v o o r H E M a t o l o g i e v o l. 3 n r
2 29% ernstige hemofilie A 0% 20% het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw sterk toegenomen. Dit kwam mede door een toegenomen aantal patiënten met remmende alloantistoffen na de introductie van een nieuw gezuiverde factor VIII en recombinant factor VIII. 2 Daarnaast is veel aandacht besteed aan de etiologie van deze remmers. 3 In dit overzichtsverhaal wordt vooral aandacht besteed aan de relatie tussen het ontstaan van factor VIII-remmers bij hemofilie A-patiënten en de genotypische afwijking in het factor VIII-gen. Daarnaast wordt kort ingegaan op het meten van remmende factor VIII-antistoffen. 16% 14% 0% 10% 1% 0% 0% 1% 88% 13% missensemutaties nonsensemutaties splice-sitemutaties inserties grote deleties kleine deleties inversies 8% 2% 7% 3% matig ernstige hemofilie A 11% 0% missensemutaties nonsensemutaties splice-sitemutaties inserties grote deleties kleine deleties inversies milde hemofilie A 69% missensemutaties nonsensemutaties splice-sitemutaties inserties grote deleties kleine deleties inversies Figuur 1. De verdeling van de verschillende typen mutaties in het factor VIII-gen bij hemofilie A. In het figuur is onderscheid gemaakt naar de ernst van de hemofilie. De gegevens zijn afkomstig uit de databank van de Haemophilia A mutation, structure, test and resource site (HAMSTeRS). 11 8% Hemofilie A Hemofilie A is een aandoening met een verhoogde kans op bloedingen, met als gevolg een toegenomen morbiditeit en voorheen ook een verhoogde mortaliteit. De aandoening wordt veroorzaakt door een afwijkende of in het plasma ontbrekende factor VIII. In de meeste gevallen is de oorzaak een genetische afwijking in het factor VIII-gen. Afwijkingen in VWF, het dragereiwit van factor VIII, of een verlaagde VWF-concentratie kunnen ook aanleiding geven tot een verlaagde factor VIII-concentratie. Door het ontbreken van factor VIII is vooral de trombinegeneratie gestoord, waardoor ook de fibrinolyse, via de trombineactiveerbare fibrinolyseremmer ( thrombin activatable fibrinolysis inhibitor ; TAFI) onvoldoende wordt geremd. 4 Zowel de gestoorde trombinegeneratie als de versnelde fibrinolyse geeft aanleiding tot bloedingscomplicaties. Hemofilie A komt voornamelijk voor bij mannen, met een incidentie van 1: Vrouwen zijn voornamelijk draagster van deze X-gebonden, recessieve ziekte. In zeldzame gevallen hebben ook vrouwen hemofilie A. De hoge frequentie van hemofilie A heeft onder andere te maken met de seksegebonden overerving en de hoge mutatiegraad in het factor VIII-gen. 5,6 Dertig procent van de factor VIII-mutaties ontstaat spontaan en is niet familiegerelateerd. Het is interessant dat spontane mutaties significant vaker voorkomen in mannelijke kiemcellen. 7 De ernst van de ziekte komt grotendeels overeen met de gevonden afwijking op het factor VIII-gen. Het factor VIII-gen is gelegen op de lange arm van het X-chromosoom. Het gen overspant 186 kilobasen (kb) en de coderende sequentie voor de aminozuren is verdeeld over 26 exonen. Het in het bloed circulerende eiwit is 19 aminozuren korter doordat het leaderpeptide dat betrokken is bij de secretie van factor VIII, wordt afgesplitst. Met name exon 14, dat bestaat uit basenparen (bp), en exon 26 (1.958 bp) zijn groot. Het gen bevat ook 6 grote intronsequenties (>14 kb), waarvan intron 22 met 32 kb het grootst is Factor VIII-mutaties bij hemofilie A Patiënten met ernstige hemofilie A hebben een plasmafactor VIII-concentratie van minder dan 208 v o l. 3 n r n e d e r l a n d s t i j d s c h r i f t v o o r H E M a t o l o g i e
3 Tabel 1. Overzicht van de incidentie van de diverse typen mutaties bij de totale hemofilie A- populatie en bij patiënten met ernstige hemofilie A. totale hemofilie A-populatie (n=846) Incidentie (%) populatie met ernstige hemofilie A (n=147) missensemutaties 38,2 18,4 nonsensemutaties 9,3 13,6 splice-sitemutaties 2,6 0,0 inserties 2,6 1,4 grote deleties 3 5,4 kleine deleties 7,5 9,5 inversie-intron 22 35,7 37,4 inversie-intron 1 1 n.b. onbekende mutatie 0,1 14,3 n.b.=niet bepaald. 1%, die wordt veroorzaakt door inversies, deleties, inserties, splice-site-, nonsense- en ook missensemutaties van het factor VIII-gen. Bij inversies, splice-site- en nonsensemutaties, deleties en inserties die vervolgens een veranderd open reading frame geven, leidt dit tot null-allelen. Figuur 1 geeft een overzicht van de verschillende percentages afwijkingen die zijn gevonden bij ernstige, matig ernstige en milde hemofilie A. Matig ernstige en milde hemofilie A worden vooral veroorzaakt door missensemutaties in het factor VIII-gen. Splice-sitemutaties zijn in de 3 subgroepen voor ongeveer 8% verantwoordelijk voor het ontstaan van hemofilie A. De in de Figuur 1 weergegeven verdeling van de diverse typen mutaties is niet representatief voor het voorkomen van deze mutaties bij met name ernstige hemofilie. De reden is onder andere dat de inversies niet in de databank van de Haemophilia A mutation, structure, test and resource site (HAMSTeRS) zijn opgenomen. 11 Bij ongeveer 35% van de patiënten met ernstige hemofilie A is een inversie in intron 22 aanwezig De door Bagnall et al. in 2002 beschreven inversie in intron 1 komt daarnaast bij ongeveer 1 tot 5% van de populatie met ernstige hemofilie A voor. 7,15 De nonsense- en missensemutaties komen in grote verscheidenheid voor en vertegenwoordigen ongeveer 32% van de mutaties in de populatie met ernstige hemofilie. 16 In Tabel 1 is de relatieve incidentie van de diverse typen mutaties bij de totale hemofilie A-populatie afgezet tegen die bij patiënten met ernstige hemofilie A. 7 Remmende alloantistoffen tegen factor VIII Het risico op het ontwikkelen van remmers bij hemofilie A-patiënten is gerelateerd aan de behandeling met producten die factor VIII bevatten. De aanwezigheid van remmers uit zich vaak door een toename van het aantal bloedingen en wordt vaak gezien bij een verhoogd gebruik van factor VIII-producten. Op basis van de antistofspiegel na de toediening van factor VIII, worden de patiënten met remmers ingedeeld in high en low responders. High-responderpatiënten hebben een piekwaarde van >5 BU/ml. Low responders hebben hun piekwaarde onder de 5 BU/ml. Tijdelijke remmers kunnen ook aanwezig zijn. De factor VIII-opbrengst na factor VIII-infusie is bij deze categorie remmers over het algemeen normaal. Factor VIII-remmers ontstaan meestal vlak na de start van een therapie (gemiddeld na 10 behandelingen). Als gevolg daarvan worden factor VIIIremmers met name aangetroffen bij jonge kinderen met ernstige hemofilie A of na verandering van het factor VIII-concentraat. 17,18 De remmende antistoffen zijn voornamelijk van de IgG4- en soms ook van de IgG1-subklasse. Etiologie van factor VIII-remmers In het verleden is gesuggereerd dat bij patiënten die zijn behandeld met recombinant factor VIII de kans op remmervorming groter is. Tot op heden is dit echter niet bewezen. Wel is door de toegenomen interesse in factor VIII-remmers duidelijk geworden dat zowel genetische als omgevingsfactoren een belangrijke rol spelen bij het ontstaan van remmende n e d e r l a n d s t i j d s c h r i f t v o o r H E M a t o l o g i e v o l. 3 n r
4 0,75 0,5 prevalentie 0,25 0 grote deleties inversie intron 22 nonsensemutaties inserties kleine deleties splice-sitemutaties missensemutaties Figuur 2. Relatie tussen het genotype en de prevalentie van remmervorming bij patiënten met ernstige hemofilie A. De gegevens zijn geëxtraheerd uit de databank van de Haemophilia A mutation, structure, test and resource site (HAMSTeRS). Voor de inversie in intron 22-mutaties is gebruik gemaakt van de getallen van Schwaab et al. 20 Gemiddelde en 95% betrouwbaarheidsinterval zijn weergegeven. antistoffen. Zo zijn naast de leeftijd waarop wordt gestart met profylaxe, ook het ras, het type factor VIII-product dat wordt gesubstitueerd en een positieve familieanamnese gerelateerd aan de vorming van remmers. Recentelijk zijn polymorfismen in immunomodulatoire moleculen eveneens in verband gebracht met de ontwikkeling van remmers. 19 Een belangrijke risicofactor voor het ontstaan van remmende antistoffen is de genetische afwijking in het factor VIII-gen. Vanwege de variatie in genetische afwijkingen bij patiënten met ernstige hemofilie en de grote kans op remmervorming bij deze patiëntengroep, is de relatie tussen de genotypische afwijking en het risico op remmervorming bij deze populatie onderzocht (zie Figuur 2). De incidentie is het hoogst bij patiënten met een grote exonoverstijgende deletie, gevolgd door nonsensemutaties geïntroduceerd door een no-nonsense(stop)codon en de inversie in intron 22. De kans op remmers bij inserties of kleine deleties is relatief klein in een hotspot (ongeveer 30%) van kleine inserties en deleties in een streng van adenines in exon 14. Een mogelijke verklaring hiervoor is beschreven door Young en collega s bij de bestudering van mrnatranscriptie van factor VIII. 21 Zij vonden mrnatranscripten van verschillende lengtes, wat mogelijkerwijs wordt veroorzaakt doordat DNA- en RNA-polymerase in polyadeninegebieden relatief meer fouten kunnen maken. Dit zou kunnen leiden tot de aanwezigheid van zeer kleine hoeveelheden (<1%, met standaardtechnieken niet detecteerbaar) normale factor VIII in de circulatie, wat bescherming biedt tegen remmerontwikkeling. De kans op remmervorming bij kleine deleties en inserties buiten deze hotspot is groter. Grofweg kan worden gesteld dat de kans toeneemt bij de afwezigheid van al dan niet gemuteerd factor VIII-eiwit in de circulatie. Detectie van remmers Sinds in de jaren 90 van de vorige eeuw bij patiënten die waren behandeld met een nieuw, uit plasma bereide, gepasteuriseerde factor VIII het aantal remmers plotseling toenam en nieuwe recombinant factor VIII-producten werden geïntroduceerd, is er veel aandacht voor remmerontwikkeling. 22 Het aantal analyses is ook enorm toegenomen. De achterliggende gedachte bij een mogelijk groter risico bij recombinant factor VIII-producten was dat recombinant factor VIII licht kan afwijken van humaan factor VIII, omdat het in niet-humane zoogdiercellen wordt geproduceerd. Recentelijk is de discussie over de toegenomen kans op remmervorming bij 210 v o l. 3 n r n e d e r l a n d s t i j d s c h r i f t v o o r H E M a t o l o g i e
5 klassieke Bethesdatest Nijmegenmodificatie patiëntenplasma normaalpoolplasma imidazolbuffer ph=7,4 patiëntenplasma gebufferd normaalpoolplasma (ph=7,4) factor VIIIdeficiënt plasma testmengsel 50/50-mix controlemengsel testmengsel 50/50-mix controlemengsel incubatie 2 uur, 37ºC incubatie 2 uur, 37ºC factor VIII-activiteitstest factor VIII-activiteitstest remmertiter (BU/ml) remmertiter (NBU/ml) Figuur 3. Factor VIII-remmerdetectie volgens de klassieke Bethesdatest en volgens de Nijmegenmodificatie. BU=Bethesdaunit, NBU=Nijmegen-Bethesda-unit. gebruik van recombinant factor VIII weer opgelaaid, hoewel in het verleden prospectieve studies met recombinant factor VIII hebben aangetoond dat de kans op remmervorming niet significant afwijkt in vergelijking met patiënten die zijn behandeld met plasmagezuiverde factor VIII-producten. 23,24 Niettemin worden hemofilie A-patiënten tegenwoordig frequenter gecontroleerd op de aanwezigheid van remmende antistoffen. De detectie van remmers is vooral gebaseerd op stollingstests waarbij het patiëntenplasma wordt gemengd met normaal plasma. Na 2 uur incubatie wordt de residuale factor VIII-concentratie gemeten. In het verleden werd dit vooral uitgevoerd met de klassieke Bethesdatest, waarbij gebruik werd gemaakt van een interne controle die bestond uit een imidazolbuffer. 25 Een recentere aanpassing van de Bethesdatest, waarbij de imidazolbuffercontrole wordt vervangen door factor VIII-deficiënt plasma en het normaalpoolplasma wordt gebufferd met imidazol, heeft een betere specificiteit (detectielimiet 0,4 BU/ml, zie Figuur 3). 26,27 De Scientific and Standardization Committee van de International Society of Thrombosis and Haemostasis adviseert de Nijmegenmodificatie van de Bethesdatest. Onlangs is in het Centraal Hematologisch Laboratorium van het UMC St Radboud de Nijmegen-Bethesdatest opnieuw gemodificeerd, waardoor de sensitiviteit een factor 15 is verbeterd. Om kosten te besparen, wordt echter nog vaak met de klassieke Bethesdatest gewerkt. De HAMSTeR-databank registreert daarnaast noch de remmertiter, noch de gebruikte analytische methode. Beide aspecten kunnen aanleiding geven tot vervuiling van de databank en mogelijke misinterpretatie van de remmerincidentie. Conclusie In de westerse wereld is de levensverwachting van hemofilie A-patiënten genormaliseerd. Gezien de levensverwachting en de relatief hoge incidentie van spontane mutaties, zal het aantal hemofilie A- patiënten toenemen. Het is mede daarom van groot belang meer inzicht te krijgen in de etiologie van remmervorming bij deze patiënten. Hoewel remmers alleen ontstaan na behandeling met factor VIII, is gedurende het laatste decennium ook veel aandacht besteed aan de relatie tussen genotype en remmervorming. Desondanks is de kennis van remmers gebrekkig, wat (vooralsnog) de ontwikkeling van alternatieve therapieën ter voorkoming van remmervorming bemoeilijkt. Het is dan ook een uitdaging om nieuwe aangeboren en verworven risicofactoren op te sporen. n e d e r l a n d s t i j d s c h r i f t v o o r H E M a t o l o g i e v o l. 3 n r
6 Aanwijzingen voor de praktijk 1. Remmende antistoffen ontwikkelen zich alleen nadat hemofilie A-patiënten zijn blootgesteld aan lichaamsvreemde factor VIII. 2. De kans op remmervorming bij hemofilie A is het grootst bij patiënten met ernstige hemofilie. 3. De kans op remmervorming is afhankelijk van de genotypische afwijking in het factor VIII-gen. Referenties 1. Mannucci PM. Desmopressin (DDAVP) in the treatment of bleeding disorders: the first 20 years. Blood 1997;90: Rosendaal FR, Nieuwenhuis HK, Van den Berg HM, Heijboer H, Mauser-Bunschoten EP, Van der Meer J, et al. A sudden increase in factor VIII inhibitor development in multitransfused hemophilia A patients in The Netherlands. Dutch Hemophilia Study Group. Blood 1993;81: Scharrer I, Ehrlich HJ. Lack of evidence for increased inhibitor incidence in patients switched from plasma-derived to recombinant factor VIII. Haemophilia 2001;7: Broze GJ Jr., Higuchi DA. Coagulation-dependent inhibition of fibrinolysis: role of carboxypeptidase-u and the premature lysis of clots from hemophilic plasma. Blood 1996;88: Vogel F. A probable sex difference in some mutation rates. Am J Hum Genet 1977;29: Strauss HS. The perpetuation of hemophilia by mutation. Pediatrics 1967;39: Oldenburg J, Ananyeva NM, Saenko EL. Molecular basis of haemophilia A. Haemophilia 2004;10 Suppl 4: Wood WI, Capon DJ, Simonsen CC, Eaton DL, Gitschier J, Keyt B, et al. Expression of active human factor VIII from recombinant DNA clones. Nature 1984;312: Toole JJ, Knopf JL, Wozney JM, Sultzman LA, Buecker JL, Pittman DD, et al. Molecular cloning of a cdna encoding human antihaemophilic factor. Nature 1984;312: Gitschier J, Wood WI, Goralka TM, Wion KL, Chen EY, Eaton DH, et al. Characterization of the human factor VIII gene. Nature 1984;312: Homepage van de Haemophilia A mutation, structure, test and resource site (HAMSTeRS). Zie: mrc.ac.uk/webpages/main/main.htm (9 oktober 2006). 12. Lakich D, Kazazian HH Jr., Antonarakis SE, Gitschier J. Inversions disrupting the factor VIII gene are a common cause of severe haemophilia A. Nat Genet 1993;5: Antonarakis SE, Rossiter JP, Young M, Horst J, De Moerloose P, Sommer SS, et al. Factor VIII gene inversions in severe hemophilia A: results of an international consortium study. Blood 1995;86: Neerman-Arbez M, Antonarakis SE, Blouin JL, Zeinali S, Akhtari M, Afshar Y, et al. The locus for combined factor V-factor VIII deficiency (F5F8D) maps to 18q21, between D18S849 and D18S1103. Am J Hum Genet 1997;61: Bagnall RD, Waseem N, Green PM, Giannelli F. Recurrent inversion breaking intron 1 of the factor VIII gene is a frequent cause of severe hemophilia A. Blood 2002;99: Becker J, Schwaab R, Moller-Taube A, Schwaab U, Schmidt W, Brackmann HH, et al. Characterization of the factor VIII defect in 147 patients with sporadic hemophilia A: family studies indicate a mutation type-dependent sex ratio of mutation frequencies. Am J Hum Genet 1996;58: Ehrenforth S, Kreuz W, Scharrer I, Kornhuber B. Factor VIII inhibitors in haemophiliacs. Lancet 1992;340: Peerlinck K, Arnout J, Di Giambattista M, Gilles JG, Laub R, Jacquemin M, et al. Factor VIII inhibitors in previously treated haemophilia A patients with a double virus-inactivated plasma derived factor VIII concentrate. Thromb Haemost 1997;77: Astermark J. Why do inhibitors develop? Principles of and factors influencing the risk for inhibitor development in haemophilia. Haemophilia 2006;12 Suppl 3: Schwaab R, Brackmann HH, Meyer C, Seehafer J, Kirchgesser M, Haack A, et al. Haemophilia A: mutation type determines risk of inhibitor formation. Thromb Haemost 1995;74: Young M, Inaba H, Hoyer LW, Higuchi M, Kazazian HH Jr., Antonarakis SE. Partial correction of a severe molecular defect in hemophilia A, because of errors during expression of the factor VIII gene. Am J Hum Genet 1997;60: Briet E, Rosendaal FR, Kreuz W, Rasi V, Peerlinck K, Vermylen J, et al. High titer inhibitors in severe haemophilia A. A meta-analysis based on eight long-term follow-up studies concerning inhibitors associated with crude or intermediate purity factor VIII products. Thromb Haemost 1994;72: Goudemand J, Rothschild C, Demiguel V, Vinciguerrat C, Lambert T, Chambost H, et al. Influence of the type of factor VIII concentrate on the incidence of factor VIII 212 v o l. 3 n r n e d e r l a n d s t i j d s c h r i f t v o o r H E M a t o l o g i e
7 inhibitors in previously untreated patients with severe hemophilia A. Blood 2006;107: Scharrer I, Bray GL, Neutzling O. Incidence of inhibitors in haemophilia A patients - a review of recent studies of recombinant and plasma-derived factor VIII concentrates. Haemophilia 1999;5: Kasper CK, Aledort L, Aronson D, Counts R, Edson JR, Van Eys J, et al. A more uniform measurement of factor VIII inhibitors. Thromb Diath Haemorrh 1975;34: Verbruggen B, Novakova I, Wessels H, Boezeman J, Van den Berg M, Mauser-Bunschoten E. The Nijmegen modification of the Bethesda assay for factor VIII:C inhibitors: improved specificity and reliability. Thromb Haemost 1995;73: Giles AR, Verbruggen B, Rivard GE, Teitel J, Walker I. A detailed comparison of the performance of the standard versus the Nijmegen modification of the Bethesda assay in detecting factor VIII:C inhibitors in the haemophilia A population of Canada. Association of Hemophilia Centre Directors of Canada. Factor VIII/IX Subcommittee of Scientific and Standardization Committee of International Society on Thrombosis and Haemostasis. Thromb Haemost 1998;79: Ontvangen 6 maart 2006, geaccepteerd 15 augustus C o r r e s p o n d e n t i e a d r e s Dr. W.L. van Heerde, stollingsfysioloog Mw. drs. J. Boekhorst, arts-onderzoeker Dr. H.W. Verbruggen, stollingsfysioloog UMC St Radboud Centraal Hematologisch Laboratorium CHL 462 Postbus HB Nijmegen Tel.: Mw. dr. I.R.O. Nováková, internist-hematoloog Mw. dr. M.G. van Kraaij, internist-hematoloog Afdeling Hematologie Correspondentie graag richten aan de eerste auteur. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Kansloos bestaat niet! n e d e r l a n d s t i j d s c h r i f t v o o r H E M a t o l o g i e v o l. 3 n r
Hemofilie iseen zeldzame aandoening.in Nederlandbedraagt de prevalentie 8á9per
Hemofilie iseen zeldzame aandoening.in Nederlandbedraagt de prevalentie 8á9per 100,000inwoners.Dit komt in Nederlandneeropongeveer1600patiënten.Van deze patiënten heeft het merendeel(85%)hemofilie A (een
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository) Inhibitor development in nonsevere hemophilia A Eckhardt, C.L. Link to publication
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Inhibitor development in nonsevere hemophilia A Eckhardt, C.L. Link to publication Citation for published version (APA): Eckhardt, C. L. (2014). Inhibitor development
Nadere informatieHet werkingsmechanisme van recombinant factor VIIa (NovoSeven)
Het werkingsmechanisme van recombinant factor VIIa (NovoSeven) Ton Lisman Chirurgisch Onderzoekslaboratorium, UMC Groningen Behandeling van hemofilie A/B Suppletie FVIII/FIX Remmende antistoffen? Bypassing
Nadere informatieINZICHT in antistofvorming tegen FVIII bij matig ernstige en milde hemofiliepatiënten
INZICHT in antistofvorming tegen FVIII bij matig ernstige en milde hemofiliepatiënten Karin Fijnvandraat, Kinderhematoloog Emma Kinderziekenhuis/AMC Sanquin Research, afdeling Plasma Eiwitten Klinische
Nadere informatieBloedingscores en het voorspellen van bloedingen
Bloedingscores en het voorspellen van bloedingen Moderator Prof. dr H.C.J. Eikenboom Spreker Prof. dr H.C.J. Eikenboom Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Belangenverklaring In overeenstemming met de regels
Nadere informatiestudie Medische Biologie aan de Universiteit Utrecht. Na het afronden van een stage van
urriculum vitae De schrijver van dit proefschrift werd geboren of 27 april 1971 te ilburg. Het VWO-diploma werd behaald in 1989 aan het heresia yceum te ilburg, waarna werd aangevangen met de studie Medische
Nadere informatiePlasma FVIII beter dan recombinant FVIII? Duiding SIPPET resultaten
Plasma FVIII beter dan recombinant FVIII? Duiding SIPPET resultaten Prof. Anske van der Bom Center for Clinical Transfusion Research, Division Research (www.cctr.org) 9 maart 2016 1 SIPPET studie 9 maart
Nadere informatieVerworven stollingsinhibitoren. Marc Jacquemin
Verworven stollingsinhibitoren Marc Jacquemin 1 AUTO-immune respons tegen eigen eiwitten Verworven stollingsinhibitor Lupus anticoagulans Copyright Excorim 2 AB Coagulation in a blood vessel: fibrin stabilises
Nadere informatieNederlandse samenvatting. (summary in Dutch)
(summary in Dutch) Type 2 diabetes is een chronische ziekte, waarvan het voorkomen wereldwijd fors toeneemt. De ziekte wordt gekarakteriseerd door chronisch verhoogde glucose spiegels, wat op den duur
Nadere informatieInformatiebrochure voor laboratoriumpersoneel
De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel hemlibra. Het verplicht plan voor risicobeperking in België en het Groothertogdom
Nadere informatieTromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC
Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC achtergrond veneuze trombose komt frequent voor Medisch jaarverslag FNT 2014
Nadere informatieCasuïstiek stiek en externe kwaliteitscontrole. SKS symposium 30 oktober 2008 Ad Castel Ton van den Besselaar
Casuïstiek stiek en externe kwaliteitscontrole SKS symposium 30 oktober 008 Ad Castel Ton van den Besselaar Conclusies uit 006: De indicatie tot, en de interpretatie van laboratoriumonderzoek zijn wezenlijke
Nadere informatieNederlandse samenvatting
169 Nederlandse samenvatting Het aantal ouderen boven de 70 jaar is de laatste jaren toegenomen. Dit komt door een significante reductie van sterfte op alle leeftijden waardoor een toename van de gemiddelde
Nadere informatieSamenvatting en Discussie
101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een
Nadere informatieHematologie. Hemofilie B Leyden
Hematologie Hemofilie B Leyden Hematologie Deze brochure is bedoeld voor patiënten met en draagsters van hemofilie B Leyden. Hemofilie type B Leyden is een variant van hemofilie B. Bij hemofilie B is
Nadere informatieHemofilie aan het begin van de 21 e eeuw
O V E R Z I C H T S A R T I K E L E N Hemofilie aan het begin van de 21 e eeuw Auteurs Trefwoorden I. Plug, J.G. van der Bom, M. Peters, E.P. Mauser-Bunschoten, A. de Goede-Bolder, L. Heijnen, C. Smit,
Nadere informatie5.2.1.3 Restrisico na laboratoriumtesten (tekst 2008, update in 2014)
53 54 55 56 57 58 59 530 53 53 533 534 535 536 537 538 539 540 54 54 543 544 545 546 547 548 549 550 55 55 553 554 555 556 557 558 559 560 56 56 563 564 565 566 567 568 569 570 57 57 573 574 575 5...3
Nadere informatieNederlandse Vereniging van Hemofilie-Patiënten
Nederlandse Vereniging van Hemofilie-Patiënten De in 1971 opgerichte Nederlandse Vereniging van Hemofilie- Patiënten (NVHP) is een belangenvereniging van en voor mensen met hemofilie en aanverwante erfelijke
Nadere informatiePAROXYSMALE NACHTELIJKE HEMOGLOBINURIE
PAROXYSMALE NACHTELIJKE HEMOGLOBINURIE Henk Wind Afdeling Immunologie Erasmus MC Woerden 30-10-2008 INTRODUCTIE PNH is het gevolg van een klonale expansie van een gemuteerde hematopoëtische stamcel. Klinisch
Nadere informatieNieuwe behandeltargets en behandelconcepten in stolling
Nieuwe behandeltargets en behandelconcepten in stolling Moderator Prof. dr R.E.G. Schutgens Spreker Prof. dr H.C.J. Eikenboom Belangenverklaring In overeenstemming met de regels van de Inspectie van de
Nadere informatieDe Thrombine Generatie Test: Theorie en Praktijk
De Thrombine Generatie Test: Theorie en Praktijk J. Rosing Cardiovascular Research Institute Maastricht The Netherlands Dia 1 Vroeger was de stolling erg eenvoudig Morawitz 1905: Thrombokinase Prothrombine
Nadere informatieMolecular Pathology for Pathologists. Pr P. Pauwels
Molecular Pathology for Pathologists Pr P. Pauwels NGS moleculair pathologie rapport ontcijferen Nomenclatuur waarin gerapporteerd wordt: EGFR c.2573t>g, p.(leu858arg) Coderende sequentie Eiwit/proteïne
Nadere informatieNederlandse Vereniging van Hemofilie-Patiënten
Nederlandse Vereniging van Hemofilie-Patiënten 1 Nederlandse Vereniging van Hemofilie-Patiënten De in 1971 opgerichte Nederlandse Vereniging van Hemofilie-Patiënten (NVHP) is een belangenvereniging van
Nadere informatieHaemostase. Samenvatting
181 Haemostase Haemostase is het proces wat ervoor zorgt dat een beschadiging in een bloedvat snel en effectief wordt hersteld om overtollig bloedverlies te voorkomen. Het haemostatische proces is in normale
Nadere informatieGeslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive
1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieHot topics in de behandeling van VTE
Hot topics in de behandeling van VTE Saskia Middeldorp Academisch Medisch Centrum Afdeling Vasculaire Geneeskunde IVG feburari 2012 VTE hot topics n Deel 1 u Lange versus korte kousen u Aggressieve behandeling
Nadere informatieDe plaats van hooggezuiverd vonwillebrandfactor-concentraat in de behandeling van de ziekte van von Willebrand
De plaats van hooggezuiverd vonwillebrandfactor-concentraat in de behandeling van de ziekte van von Willebrand The place of high-purity von Willebrand factor concentrate in the treatment of von Willebrand
Nadere informatieDe Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior
De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:
Nadere informatieGeautomatiseerde medicatiereviews bij polyfarmacie patiënten in de eerstelijn: een retrospectieve studie Eerstelijnsgeneeskunde (ELG) Radboudumc
Geautomatiseerde medicatiereviews bij polyfarmacie patiënten in de eerstelijn: een retrospectieve studie Eerstelijnsgeneeskunde (ELG) Radboudumc Jorrit Harms OSV: Dr. Kees van Boven Inhoud Achtergrond
Nadere informatieToepassing van plasmafactoren voor de hemostase - Huidige inzichten in de hemostatische balans
Klinisch Transfusieonderwijs NVB-TRIP 2018 Toepassing van plasmafactoren voor de hemostase - Huidige inzichten in de hemostatische balans Dr. Erik AM Beckers Internist-hematoloog/transfusiespecialist 2
Nadere informatieVoortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden
Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden Traditionele behandeling van VTE UFH LMWH Fondap. Vitamin-K antagonists Vitamin-K
Nadere informatieWelke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline?
Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline? Joost Hoekstra, internist, AMC Potentiële belangenverstrengeling Klinische Diabetologie AMC ontvangt sponsoring van cq doet projecten met
Nadere informatie(hoofdstuk 2) vatting Samen
The Multiple Environmental and Genetic Assessment of risk factors for venous thrombosis (MEGA studie) is een groot patiënt-controle onderzoek naar risicofactoren voor veneuze trombose. In deze studie zijn
Nadere informatieSAMENVATTING. Samenvatting
SAMENVATTING X-gebonden creatine transporter deficiëntie. Creatine is een natuurlijke stof die vooral in de spieren zit. De stof heeft een belangrijke rol in de energiehuishouding van de cel. Creatine
Nadere informatiePegfilgrastim. Het afbeeldingonderdeel met relatie-id rid12
Pegfilgrastim Jacqueline Wallage AIOS Anesthesiologie 21 augustus 2017 Het afbeeldingonderdeel met relatie-id rid2 is niet aangetroffen in het bestand. Casus Man met lymfoom en darmperforatie Na CHOP-kuur
Nadere informatiePositieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic
Nadere informatieThe relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope
The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20119 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Lotta, Luca Andrea Title: Pathophysiology of thrombotic thrombocytopenic purpura
Nadere informatieNederlandse samenvatting. Baarmoederhalskanker en het humaan papillomavirus
Nederlandse samenvatting Baarmoederhalskanker en het humaan papillomavirus Baarmoederhalskanker is de op een na meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Elk jaar krijgen wereldwijd ongeveer 500.000
Nadere informatieDe rol van de pathologie en genetica bij de herkenning van Lynch syndroom
De rol van de pathologie en genetica bij de herkenning van Lynch syndroom Marjolijn Ligtenberg Laboratorium specialist klinische genetica Klinisch moleculair bioloog in de Pathologie VAP dag 28-3-2017
Nadere informatieAlgemene aspecten van erfelijkheid. Waarom is kennis over erfelijke aspecten van een ziekte belangrijk? Wanneer erfelijkheidsadvies/onderzoek?
Erfelijke nierziekten: algemene aspecten van erfelijkheid, overerving en erfelijkheidsadvies Nine Knoers Klinisch Geneticus Commissie Erfelijke Nierziekten NVN 4 november 2006 HUMAN GENETICS NIJMEGEN Inhoud
Nadere informatieDenken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten
Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking
Nadere informatiePlaats van de collageen binding analyse in de VWD diagnostiek?
Plaats van de collageen binding analyse in de VWD diagnostiek? Van Aelst Sophie Prof. Dr. M. Jacquemin 08/03/2016 INLEIDING Ziekte van Von Willebrand (VWD) Meest voorkomende erfelijke bloedingsziekte Prevalentie
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28736 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Debeij, Jan Title: The effect of thyroid hormone on haemostasis and thrombosis
Nadere informatie- 172 - Prevention of cognitive decline
Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing
Nadere informatieBloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige
Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij patiënten met type 2 diabetes? A. Huidige richtlijn CVRM is achterhaald
Nadere informatieWaar moet het heen? Wat is het doel? What works? (Andrews & Bonta, 2010) What works? Hoe kunnen we het risico per individu bepalen?
Waar moet het heen? Wat is het doel? Wineke Smid wsmid@hoevenkliniek.nl VFS Symposium, Utrecht, Nederland, 22-01-2014 Het terugbrengen van het aantal slachtoffers! What works? What works? (Andrews & Bonta,
Nadere informatiePATIËNTEN INFORMATIE BRIEF PROSPECTIEVE DATA REGISTRATIE VAN PATIËNTEN MET EEN AANGEBOREN ZELDZAME STOLLINGSAFWIJKING (PRO-RBDD)
PATIËNTEN INFORMATIE BRIEF PROSPECTIEVE DATA REGISTRATIE VAN PATIËNTEN MET EEN AANGEBOREN ZELDZAME STOLLINGSAFWIJKING (PRO-RBDD) Geachte mevrouw / mijnheer, Uw behandelend arts heeft u geïnformeerd over
Nadere informatieHet HLA-systeem De relatie tussen HLA en bloedtransfusie
Het HLA-systeem De relatie tussen HLA en bloedtransfusie HLA, Ig-allotypen en erytrocytenbloedgroepen De werking van ons immuunsysteem is gebaseerd op het vermogen om onderscheid te maken tussen eigen
Nadere informatieGenetica van hemochromatose
Genetica van hemochromatose 28-11-2015 Prof.Dr. M.H. Breuning, klinisch geneticus M.H.Breuning@lumc.nl Wat is ijzer? Twee oxidatietoestanden: Fe 2+ Fe 3+ (divalent) (trivalent) IJzer is noodzakelijk voor
Nadere informatieLichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Nadere informatieDNA knip techniek (CRISPR/Cas9) bij cystinose
Technologie & Innovatie DNA knip techniek (CRISPR/Cas9) bij cystinose Dr. Manoe Janssen Onderzoeker bij de afdeling Farmaceutische wetenschappen, Universiteit Utrecht David de Wied building Opbouw presentatie
Nadere informatieipsc-derived insights into Motor Neuron Disease and Inflammatory Neuropaties Oliver Härschnitz
Nederlandse samenvatting proefschrift ipsc-derived insights into Motor Neuron Disease and Inflammatory Neuropaties, 15 september 2017, UMC Utrecht Stamcellen zijn in staat tot het veranderen, oftewel differentiëren,
Nadere informatieDe Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen
Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development
Nadere informatiePositieve 12de week screening Rol van de foetale rhesus D typering
Positieve 12de week screening Rol van de foetale rhesus D typering Joyce van Beers Laboratoriumspecialist Medische Immunologie i.o. Laboratoriumspecialist Klinische Chemie i.o. Centraal Diagnostisch Laboratorium
Nadere informatieDuchenne/Becker spierdystrofie in de familie, zijn. vrouwen getest met behulp van DNA onderzoek?
Duchenne/Becker spierdystrofie in de familie, zijn vrouwen getest met behulp van DNA onderzoek? Paula Helderman-van den Enden, klinisch geneticus, Leiden en Maastricht Inleiding: In het kader van mijn
Nadere informatieInvloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur
Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen
Nadere informatieVoorbereiding Eindwerk
Voorbereiding Eindwerk Dirk Devroey 29 september 2006 Lesdoelstellingen Hulp bij het maken van het eindwerk Hoe doe ik een literatuur onderzoek - Systemic review - Meta-analyse Hoe verzamel ik mijn gegevens
Nadere informatieSAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie
166 Samenvatting SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie Deel I Introductie In de introductie van dit proefschrift (Hoofdstuk
Nadere informatieDarmkanker. darmkanker nederland. lotgenotencontact voorlichting belangenbehartiging
Darmkanker en uw DNA darmkanker nederland lotgenotencontact voorlichting belangenbehartiging Darmkanker Nederland Darmkanker Nederland wordt gesteund door een Raad van Advies. Deze bestaat uit specialisten
Nadere informatie1. Mendeliaanse overerving - koppelingsanalyse
1. Mendeliaanse overerving - koppelingsanalyse 1.1 Inleiding Genetische kenmerken die afhangen van één enkel gen (meer precies : locus) noemen wij mendeliaans. Mendeliaanse kenmerken segregeren in families
Nadere informatieSamenvatting, discussie en vooruitzichten
Leuko-encefalopathie met betrokkenheid van de hersenstam en ruggenmerg en lactaatverhoging: moleculaire mechanismen, klinische aspecten en opening voor behandeling Samenvatting, discussie en vooruitzichten
Nadere informatieSummary Samenvatting. Chapter 9
Summary Samenvatting Chapter 9 Chapter 9 Summary In this thesis we describe the clinical spectrum of Enterovirus (EV) and Human Parechovirus (HPeV) infection in children, with the focus on clinical symptoms,
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting In dit proefschrift wordt de ontwikkeling van twee nieuwe testen beschreven die kunnen helpen bij de detectie van verhoogde bloedings- of tromboseneigingen. In hoofdstuk 1 wordt
Nadere informatieSamenvatting voor niet-ingewijden
Samenvatting 188 Samenvatting Samenvatting voor niet-ingewijden Diabetes mellitus type 2 (DM2), oftewel ouderdomssuikerziekte is een steeds vaker voorkomende aandoening. Dit heeft onder andere te maken
Nadere informatieAmyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer
Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer Introductie onderzoeksproject De ziekte van Alzheimer De ziekte van Alzheimer is een neurologische aandoening en is de meest voorkomende vorm van dementie.
Nadere informatieK-immunisatie en zwangerschap
K-immunisatie en zwangerschap 1. immunisatie voorkomen door K-gematchte transfusie 2. nieuws over laboratoriummonitoring bij anti-k Jessie Luken, Sanquin Diagnostiek Yolentha Slootweg, Sanquin en LUMC
Nadere informatieHoe kijken we naar het DNA van een patiënt?
Hoe kijken we naar het DNA van een patiënt? Ies Nijman UMC Utrecht Dept of Genetics, Centre for Molecular Medicine Center for Personalized Cancer Treatment (CPCT), Hartwig Medical Foundation 1994 DNA sequenties,
Nadere informatieHOOFDSTUK 13 SAMENVATTING EN DISCUSSIE
HOOFDSTUK 13 SAMENVATTING EN DISCUSSIE 146 Hoofdstuk 13 13.1 SAMENVATTING Het wordt steeds duidelijker dat veneuze trombo-embolie vaak optreedt insamenhang met erfelijke en/of exogene risicofactoren. Het
Nadere informatieWorkshop 27 april ROTEM voor perioperative monitoring van de stolling
Workshop 27 april 2010 ROTEM voor perioperative monitoring van de stolling Dr. Christa Boer Research Manager Perioperative Care Afdeling Anesthesiologie Thromboelastometrie Diagnostiek Educatie Onderzoek
Nadere informatieWat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig. Start behandeling in het ziekenhuis. Na 1 dag naar huis. Na 2 dagen naar huis
Wat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig Start behandeling in het ziekenhuis Na 1 dag naar huis Na 2 dagen naar huis Na 5-7 dagen naar huis als de INR goed is Menno Huisman afdeling Interne
Nadere informatieVerworven stollingsinhibitoren. Marc Jacquemin
Verworven stollingsinhibitoren Marc Jacquemin 1 ALLO-immune respons tegen toegediende stollingsfactoren hemofilie A behandeld met FVIII antistoffen tegen FVIII 2 GEEN mutatie in de genen van stollingsfactoren
Nadere informatieLandelijk Diabetes Congres Diabetes bij ouderen Dr Majon Muller Internist-ouderengeneeskunde
Landelijk Diabetes Congres 2016 Diabetes bij ouderen Dr Majon Muller Internist-ouderengeneeskunde Disclosures (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven
Nadere informatieDe cascade of care van hepatitis B en C in beeld. Irene Veldhuijzen
De cascade of care van hepatitis B en C in beeld Irene Veldhuijzen Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring
Nadere informatieFarmacotherapeutische behandelmogelijkheden bij alcoholafhankelijkheid. Dr. De Mulder Psychiater-PsychotherapeutePAAZ H.-Hartziekenhuis Lier
Farmacotherapeutische behandelmogelijkheden bij alcoholafhankelijkheid Dr. De Mulder Psychiater-PsychotherapeutePAAZ H.-Hartziekenhuis Lier Alcohol: Epidemiologische gegevens WHO: Europa, regio hoogste
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21710 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Buurma, Aletta Title: On the pathology of preeclampsia : genetic variants, complement
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting Nederlandse samenvatting In dit proefschrift wordt het gebruik van aspirine (een bloedverdunner in tabletvorm) en laag-moleculair-gewicht heparine (een injectie die zorgt voor
Nadere informatieWorkshop Bloedstollings apparaat
Workshop Bloedstollings apparaat ASZ Dordrecht Zaterdag 13 december 2014 Wibo van Run Key Account Manager The Nederlands & België page 2 Rondom Bloedmanagement Bij bloedtransfusies staat de veiligheid
Nadere informatieChapter 10 C H A P T E R. Nederlandse Samenvatting
Chapter 10 C H P R ederlandse Samenvatting 10 175 S M V I G Haemostase Hartinfarct en beroerte zijn het gevolg van trombi (bloed stolsels) die belangrijke vaten afsluiten en daardoor weefsel beschadiging
Nadere informatieInfluenza A(H1N1) Overzicht Week 1 (t/m 12 januari 2011)
Influenza A(H1N1) 2009 Overzicht Week 1 (t/m 12 januari 2011) kldk Samenvatting Vanaf 4 oktober 2010 zijn in totaal 148 ziekenhuisopnames gemeld wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Influenza
Nadere informatieChapter IV-3. Nederlandse samenvatting
Chapter IV-3 Nederlandse samenvatting 169 Chapter 4 In 1956 werd door Tjio en Levan het correcte aantal chromosomen in een menselijke cel gepubliceerd (n = 46). Op basis van deze bevinding werd een techniek
Nadere informatieChapter. Moleculaire diagnose van orale premaligne laesies. Samenvatting, discussie en perspectieven
Chapter 7 Moleculaire diagnose van orale premaligne laesies Samenvatting, discussie en perspectieven Samenvatting, discussie en perspectieven Samenvatting Ondanks belangrijke vooruitgang in de behandelingsmogelijkheden
Nadere informatieVon Willebrand in Nederland (WiN) Verslag voor de deelnemers
Von Willebrand in Nederland (WiN) Verslag voor de deelnemers Werkgroep Willebrand in Nederland, Rotterdam 2012 Willebrand in Nederland Verslag van een landelijk onderzoek naar matig ernstige en ernstige
Nadere informatieInformatiebrief DAVID-studie. Geachte patiënt,
Informatiebrief DAVID-studie Geachte patiënt, Graag willen wij u met deze brief informeren over de DAVID-studie. DAVID staat voor DDAVP treatment combined with factor VIII clotting factor concentrates
Nadere informatieAddendum. Nederlandse Samenvatting
Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.
Nadere informatie212
212 Type 2 diabetes is een chronische aandoening, gekarakteriseerd door verhoogde glucosewaarden (hyperglycemie), die wereldwijd steeds vaker voorkomt (stijgende prevalentie) en geassocieerd is met vele
Nadere informatieFiguur 1: schematische weergave van een cel
Inleiding De titel van het proefschrift is Preventing the transmission of mitochondrial diseases. Dat wil zeggen: het tegengaan dat mitochondriële ziekten worden doorgegeven aan het nageslacht. Mitochondriën
Nadere informatieVoorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel
Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nieuwe vooruitzichten in de karakterisering en behandeling van acute myeloïde leukemie Nederlandse samenvatting 134 Acute myeloïde leukemie (AML) is een vorm van bloedkanker, een kwaadaardige aandoening
Nadere informatieHet verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij
Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method
Nadere informatiePoint-of-care INR monitoring in patiënten op vitamine K antagonisten. Jossi Biedermann Erasmus MC Star-MDC
Point-of-care INR monitoring in patiënten op vitamine K antagonisten Jossi Biedermann Erasmus MC Star-MDC Patiënten behandeld met VKA in Nederland Federatie Nederlandse Trombosediensten: Samenvatting medisch
Nadere informatiechapter 10 Nederlandse samenvatting (Dutch summary)
Nederlandse samenvatting (Dutch summary) De bloedstolling speelde in de prehistorie al een grote rol om te voorkomen dat de jagende mens bij een bloeding geveld zou raken. Ook zorgde het stollingssysteem
Nadere informatieVoorspellende factoren voor terugkeer naar werk en arbeidsongeschiktheid na behandeling voor colorectaal carcinoom
Voorspellende factoren voor terugkeer naar werk en arbeidsongeschiktheid na behandeling voor colorectaal carcinoom KRING BIJEENKOMST 2 OKTOBER 2017 Chantal den Bakker Onderzoeksvraag Welke factoren zijn
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33078 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Daha, Nina Ashira Title: Candidate gene studies in rheumatoid arthritis Issue
Nadere informatieIdentification of senior at risk (ISAR)
Identification of senior at risk (ISAR) McCusker, J., Bellavance, F., Cardin, S., Trepanier, S., Verdon, J., and Ardman, O. (1999) "Detection of Older People at Increased Risk of Adverse Health Outcomes
Nadere informatieBack to lipids lange termijn effecten van sta6nes
Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes Prof Dr Johan De Su.er Universiteit Gent AZ Maria Middelares Gent Sta:ne gebruikers in België : 2005-2015 CM rapport 2015 ZIV uitgaven voor sta:nes: 2005-2015
Nadere informatieProtocol massale bloedtransfusie op de SEH
Spoedeisende hulp Protocol massale bloedtransfusie op de SEH J.Rebel, 9/9/2013 OLVG Oosterpark 9 1091AC Amsterdam T (020) 5999111 F (020)5992996 Jasper_rebel@hotmail.com www.olvg.nl Doel: Beschrijving
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/23449 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Roach, Rachel Elizabeth Jo Title: Sex-specific aspects of venous thrombosis Issue
Nadere informatieComparison: Kinderen zonder deze risicofactor.
Zoekstrategieën JGZ-richtlijn Taalontwikkeling oekstrategie Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken tot beantwoordbare vragen zijn deze eerst omgewerkt tot PICO uitgangsvragen.
Nadere informatie