Reeducatief. Specialisme. Risicomanagement is een onmisbaar instrument om in control te zij n.

Transcriptie

1 Reeducatief is een uitgave van Van Ree Accountants Alphen aan den Rijn, Barneveld, Doorn en Geldermalsen Reeducatief. Interview. De uit eindelij ke uitdaging zal zij n het kind nog beter te bedienen, zodat het zich nog beter kan ontwikkelen. Specialisme. Risicomanagement is een onmisbaar instrument om in control te zij n. Passend onderwij s. Meer duidelij kheid over de Wet passend onderwij s Goed onderwij s, goed bestuur Per 1 augustus is de wet ingegaan Nummer 7 Oktober 2011 VAN REE. EEN FRISSE KIJK OP CIJFERS. Pagina 1

2 Audit & Assurance Accountancy Belastingen Consultancy Dynamiek in het onderwijs! Er is weer volop beweging in het onderwijs. De voorstellen voor passend onderwijs werden bekend, de invoering van de nieuwe Wet goed onderwijs, goed bestuur is een feit en in het hoger onderwijs gaat volgens de minister het roer om. Reeducatief verschijnt sinds dit jaar één maal per jaar. Periodiek informeren wij onze relaties middels onze digitale nieuwsbrief. Bent u nog niet op onze digitale nieuwsbrief voor onderwijsinstellingen geabonneerd? Meld u dan aan voor een gratis abonnement via Voor dit nummer van Reeducatief hebben we weer een aantal boeiende onderwerpen geselecteerd. In de rubriek actueel gaan we in op actuele ontwikkelingen binnen de wet- en regelgeving. Verder treft u een interview aan met Peter Schot, algemeen directeur van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Winterswijk. Hij geeft onder andere zijn visie op passend onderwijs. In de rubriek specialisme geven wij u onze visie op risicomanagement. Risicomanagement is geen noodzakelijk kwaad, maar een goed instrument om uw organisatie te beheersen en u niet te laten verrassen door onverwachte zaken. Wij hebben een praktische tool, de RMToolbox, ontwikkeld die wij graag voor u demonstreren. Tot slot gaan we verder in op de ontwikkelingen rond passend onderwijs en good governance. Wij vertrouwen erop u met deze uitgave te hebben voorzien van nuttige informatie. Wilt u reageren of heeft u een concrete (advies-)vraag? Neemt u dan contact op met uw relatiebeheerder of met één van onze onderwijsadviseurs. M.A. (Marien) Rozendaal RA, directeur Risicomanagement is geen noodzakelij k kwaad, maar een goed instrument om uw organisatie te beheersen. Pagina 2 Oktober 2011

3 Interview. met Peter Schot van SOPOW Peter Schot is algemeen directeur van SOPOW, Stichting Openbaar Primair Onderwijs Winterswijk. Hij vertelt u iets over de uitdagingen waar zijn organisatie voor staat. Kunt u iets vertellen over SOPOW en de belangrijkste uitdagingen waar u voor staat? De Stichting Openbaar Primair Onderwijs Winterswijk is sinds 1 januari 2005 een feit en heeft 8 scholen in de gemeente Winterswijk. Binnen onze organisatie zijn 130 medewerkers werkzaam die het onderwijs voor leerlingen verzorgen. Voor de komende planperiode van 4 jaren zal worden ingezet op de ambitie van de organisatie, opbrengstgericht leiderschap, handelingsgericht werken, de vitaliteit van het personeel en het opvangen van de verwachte krimp van het leerlingaantal in Winterswijk. Zorgdragend voor een consistent beleid, is in het strategisch plan aangegeven hoe na 4 jaren van inhoudelijke aansturing (strategisch plan ) de schoolontwikkelingen gevolgd zullen gaan worden. De uit eindelijke uitdaging zal zijn het kind nog beter te bedienen, zodat het zich nog beter kan ontwikkelen en bekwamen. Hoe kijkt u tegen de invoering van passend onderwijs aan? De invoering van passend onderwijs verdient natuurlijk niet de schoonheidsprijs en heeft voor grote onrust gezorgd. De stelselwijziging op zich beoordeel ik als positief, maar tegelijkertijd zie ik de bezuinigingen als een groot probleem voor een succesvolle implementatie. De bezuinigingen worden nu getemporiseerd, maar blijven wel gehandhaafd. Daarmee krijgt ieder schoolbestuur te maken en zal daarop moeten anticiperen. SOPOW is met de overige onderwijsorganisaties in de regio al jaren bezig om voorbereidingen te treffen voor het vormgeven van een goede regionale zorgstructuur. Er wordt al intensief samengewerkt binnen de samenwerkingsverbanden en met de gemeente en de jeugdzorg. Komend schooljaar zullen de zorgprofielen opgesteld zijn om te zien of voor alle leerlingen een zo passend mogelijk onderwijsaanbod kan worden gerealiseerd. Hoe ervaart u de relatie met Van Ree Accountants? Als zeer prettig en waardevol. Zowel de momenten dat de controlemedewerkers van Van Ree Accountants voor de controle op ons bestuurskantoor aanwezig zijn als ook het jaarlijks gesprek inzake het accountantsverslag worden als prettig en waardevol ervaren. Van Ree Accountants heeft een proactieve houding die er voor zorgt dat wij in control zijn. Passend onderwijs. Inmiddels is er meer duidelij kheid gekomen over de Wet passend onderwij s die de minister aan het voorbereiden is. De invoering van deze wet gaat gepaard met een structurele bezuinigingsoperatie van 300 mln. en heeft daarom belangrij ke financiële consequenties. Ook vinden er verschuivingen in de financieringsstroom De bezuinigingen op passend onderwij s zullen als volgt worden getemporiseerd: 2012: geen bezuinigingen 2013: 100 mln. 2014: 200 mln. plaats van de scholen naar de samenwerkingsverbanden. De belangrij kste financiële consequenties zij n: Vanaf 2015: 300 mln. De samenwerkingsverbanden krijgen een vast budget. Stijging van het aantal zorgleerlingen leidt dus niet tot meer zorgbudget. Het instrument rugzak verdwijnt. De budgetten die hiervoor landelijk beschikbaar zijn blijven voor ongeveer driekwart bestaan en worden overgeheveld naar de samenwerkingsverbanden. Er wordt voor 81,8 mln. bezuinigd op ambulante begeleiding. Besparing door grotere klassen in het (voortgezet) speciaal onderwijs. De financiële consequenties voor de scholen zullen vrij groot zij n. Door de sectororganisaties worden modellen ontwikkeld om de financiële consequenties in kaart te brengen. De scholen zullen dan ook forse bezuinigingsmaatregelen moeten treffen. Een belangrij k deel van deze bezuinigingen zal in de personele sfeer moeten plaats vinden. Het is belangrij k dat de instellingen tij dig een betrouwbare meerjarenbegroting en een plan van aanpak om de bezuinigingen te realiseren, opstellen. Door onze expertise kunnen wij u adviseren en ondersteunen bij het opstellen van de meerjarenbegroting en het doorrekenen van de consequenties Door de temporisering van de bezuinigingen op passend onderwij s en de fasering van de invoering hebben schoolbesturen en samenwerkingsverbanden meer tij d van de invoering van passend onderwij s voor uw organisatie. Ook bieden wij ondersteuning bij de financiële afwikkeling van de oude samenwerkingsverbanden. gekregen voor de inrichting van het samenwerkingsverband. Pagina 3

4 Actueel. tips en actuele zaken Algemeen Herziening onderwijssubsidies Met de herziening van de onderwijssubsidies moeten scholen minder last krijgen van administratieve rompslomp en versnippering van budgetten. Zo kunnen zij zich beter concentreren op hun kerntaak: het onderwijs. De ministerraad heeft met de herziening ingestemd op voorstel van minister Van Bijsterveldt en staatssecretaris Zijlstra (OCW). Met deze herziening geeft het kabinet uitvoering aan de ombuigingsoperatie uit het regeerakkoord. Het kabinet komt hiermee tevens een toezegging van het vorige kabinet na om het subsidiestelsel nader te bezien. Het subsidiebeleid zal worden geconcentreerd op de beleidsprioriteiten van dit kabinet. Subsidies die hieraan niet ten dienste staan worden geschrapt of versneld afgebouwd. Ook wordt het specifiek doelgroepenbeleid beëindigd. Uitgangspunt is dat de subsidies die beschikbaar worden gesteld een aanjaagfunctie hebben binnen de onderwijsinstellingen. Op het moment dat die aanjaagfunctie is vervuld, worden de subsidies beëindigd. balans opgenomen actief te vermelden. De onderwijsinstelling dient haar keuze in de jaarrekening toe te lichten en daarbij de omvang van de post te vermelden. Er is een nieuwe model G, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen subsidies met en zonder verrekeningsclausule. Dit model moet met ingang van het verslagjaar 2011 worden toegepast. Wat het eerste punt betreft: gezien het feit dat de vordering in de praktijk vrijwel nooit geïnd kan worden, heeft het naar onze mening de voorkeur om de vordering niet op te nemen in de balans, maar deze in de toelichting als niet in de balans opgenomen actief te vermelden. BAPO-regeling In een brief aan de Stichting van het Onderwijs heeft de staatsecretaris de wens te kennen gegeven dat de BAPO-regeling in het onderwijs wordt afgeschaft. Deze regeling geeft organisatorische problemen in het onderwijs en leidt tot hoge kosten. De bij de afschaffing vrijkomende middelen zouden ingezet moeten worden voor een duurzame inzetbaarheid van onderwijspersoneel. Naast de taakstelling op subsidies wil het kabinet de basisfinanciering van onderwijsinstellingen, de lumpsum, vereenvoudigen. Bij de huidige bekostiging moeten scholen in sommige gevallen soms een uitgebreide aanvraagprocedure doorlopen. Bezien wordt of dat transparanter en minder bureaucratisch kan. Jaarverslaggeving Er is een nieuwe RJ-uiting uitgekomen waarin enkele wijzigingen in RJ 660 zijn aangegeven. De belangrijkste wijzigingen zijn: Met onmiddellijke ingang is paragraaf 204 van RJ 660 ingetrokken en vervangen door een nieuwe paragraaf. Deze paragraaf gaat over het opnemen van een overlopende vordering betreffende de rijksvergoeding in het voortgezet onderwijs op grond van de Regeling onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs. Stond de Raad voor de Jaarverslaggeving aanvankelijk afwijzend tegenover het opnemen van een dergelijke vordering, nu is het opnemen van een dergelijke vordering weer toegestaan. De instelling heeft de keuze om de overlopende vordering op te nemen op de balans, dan wel deze vordering niet op de balans op te nemen, maar in de toelichting als niet in de Fusietoets Met ingang van 1 oktober 2011 treden de Wet fusietoets in het onderwijs en de bijbehorende ministeriële regeling in werking. Hiermee hebben de ministers van OCW en EL&I een instrument gekregen om voornemens tot fusie te beïnvloeden. Alle institutionele en bestuurlijke fusies die op of na 1 oktober 2011 geëffectueerd worden, moeten ter goedkeuring worden voorgelegd aan de minister. De Wet fusietoets geldt voor alle fusies in het basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en volwasseneneducatie, alsmede het hoger onderwijs. Het gaat volgens de minister niet om een fusiestop of een fusieverbod, maar om een voorafgaande ministeriële toestemming bij voorgenomen institutionele en bestuurlijke fusies. Onder bepaalde omstandigheden zal een fusie immers noodzakelijk blijven. De nieuwe wet voorziet op hoofdlijnen in een zorgvuldig proces en draagvlak binnen de onderwijsinstelling en een beoordeling door een onafhankelijke adviescommissie. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de nieuwsrubriek op onze website: Pagina 4 Oktober 2011

5 Ontslagvergoedingen In december 2010 is er een brief van het ministerie verschenen waarin gesteld werd dat in het PO en VO ontslagvergoedingen die buiten de rechter om toegekend werden, onrechtmatig waren. Hier zijn in het veld veel vragen en reacties op gekomen. In een brief van 21 juni 2011 aan de PO-raad en de VO-raad komt de minister op deze brief terug. De kern van de brief is dat ontslagvergoedingen toegestaan zijn, mits aan bepaalde voorwaarden voldaan is. De minister geeft aan dat in sommige situaties een ontslagvergoeding is te verdedigen vanuit het oogpunt van efficiënt omgaan met overheidsmiddelen (soms is een ontslagvergoeding de goedkoopste oplossing) of kwaliteitsbeleid. Als er sprake is van een weloverwogen en goed onderbouwde beslissing en de kosten die eruit voortvloeien niet bovenmatig zijn, zal er geen aanleiding bestaan om over te gaan tot het terugvorderen van bekostiging. Bij de zorgvuldige afweging die het bevoegd gezag moet maken zal zij moeten betrekken dat het onderwijspersoneel over het algemeen een rechtspositie heeft met voorzieningen in geval van ontslag, te weten een (bovenwettelijke) werkloosheidsuitkering. Een extra voorziening in de vorm van een ontslagvergoeding boven op de werkeloosheidsuitkering is in principe niet nodig. Bovendien mag van de instelling worden verwacht dat zij een gedegen HRMbeleid voert, dat helpt om ontslagvergoedingen te voorkomen. Het is uiteraard niet de bedoeling dat nalatigheid of slecht management wordt afgekocht met een afkoopsom. Indien daarvoor middelen uit de rijksbekostiging worden gebruikt, kunnen die worden terggevorderd. Dat geldt ook voor ontslagvergoedingen waarvan de hoogte bovenmatig is (kantonrechtersformule is ijkpunt). Primair onderwijs Vervangingsfonds Op 8 juni 2011 heeft de minister de Tweede Kamer een brief gestuurd waarin zij aangeeft dat op termijn de verplichte aansluiting bij het Vervangingsfonds in het primair onderwijs komt te vervallen. De verplichte aansluiting past niet binnen het huidige lumpsumstelsel en er gaat onvoldoende prikkel vanuit om het ziekteverzuim terug te dringen. Het proces zal zorgvuldig moeten verlopen, waarbij vooral de aandacht naar de kleine schoolbesturen uitgaat, omdat zij de risico s minder goed kunnen spreiden dan grote besturen. De PO-Raad onderzoekt of verzekeraars een passend aanbod kunnen doen. Voortgezet onderwijs Einde dislocaties voortgezet onderwijs Vóór 1 augustus 2013 moeten alle dislocaties in het voortgezet onderwijs zijn beëindigd. DUO kan bestaande dislocaties op aanvraag omzetten naar een nevenvestiging of een tijdelijke nevenvestiging. Hiervoor is deelname aan een Regionaal Plan Onderwijsvoor-zieningen (RPO) niet vereist. Op dit moment moeten nog honderd (van de oorspronkelijke tweehonderd) dislocaties worden omgezet naar een (tijdelijke) nevenvestiging. Een bevoegd gezag kan vóór 1 november 2011 en vóór 1 november 2012 een aanvraag indienen. Wanneer een bevoegd gezag niet tijdig een aanvraag indient, worden de dislocaties per 1 augustus 2013 automatisch in de Basis Registratie Instellingen (BRIN) beëindigd. Dit betekent dat DUO onderwijs aan leerlingen op deze locaties niet meer bekostigt. Leerlingen inschrijven op een (bekostigde) vestiging waar zij niet feitelijk onderwijs volgen, is niet toegestaan. >> Pagina 5

6 Actueel. >> tips en actuele zaken Maatschappelijke stage vanaf nieuw schooljaar een feit Na instemming door de Tweede Kamer, is nu ook de Eerste Kamer akkoord met de invoering van de maatschappelijke stage. Hierdoor is de maatschappelijke stage officieel een feit. Alle scholieren in het voorgezet onderwijs moeten vanaf september 2011 minimaal 30 uur maatschappelijke stage lopen. Door de maatschappelijke stage maken scholieren kennis met het vrijwilligerswerk en leveren zij een onbetaalde bijdrage aan de samenleving. Zo leren zij verder te kijken dan hun eigen omgeving en zich verantwoordelijk te voelen voor de samenleving. De afgelopen jaren hebben bijna alle scholen in het voortgezet onderwijs de maatschappelijke stage al opgenomen in hun onderwijsprogramma. In het schooljaar betrof dit 646 scholen, een dekking van 98% van de scholen in het voortgezet onderwijs. Ter compensatie van de kosten die de scholen maken heeft het ministerie van OCW voor het schooljaar ruim 51 miljoen euro gereserveerd. Scholen krijgen deze vergoeding via de lumpsum uitgekeerd. CAO-VO In mei 2011 sloten de VO-raad, CNV Onderwijs en CMHF een akkoord over de CAO-VO In augustus 2011 is de tekst van de nieuwe CAO-VO beschikbaar gekomen. Hierin zijn de onderdelen van het akkoord uitgewerkt en een aantal technische punten aangepast. De nieuwe cao loopt van 1 augustus 2011 tot 1 augustus Met dit akkoord is het maximaal haalbare bereikt. Als gevolg van het ontbreken van financiële middelen waren grote wijzigingen niet mogelijk. Daarom hebben de onderhandelingspartners de looptijd beperkt tot één jaar. Enkele kernpunten uit de nieuwe cao zijn: De inkorting van de zomervakantie voor leerlingen leidt niet tot minder vrije dagen voor docenten. De lonen blijven dit jaar gelijk en het entreerecht wordt versoepeld. Het onderwijsondersteunend personeel krijgt een hogere eindejaars - uitkering. Er zijn geen centrale afspraken gemaakt over de werkdruk. Dit blijft een gedeelde verantwoordelijkheid tussen werkgever en werknemer. Hoger onderwijs Het roer gaat om in hoger onderwijs en onderzoek Om de Nederlandse kenniseconomie klaar te maken voor 2025 is een forse koerswijziging nodig. Met zijn Strategische Agenda voor het Hoger Onderwijs, Onderzoek en Wetenschap gooit staatssecretaris Zijlstra, mede namens minister Verhagen, het roer om. De ministerraad is op 1 juli 2011 akkoord gegaan met de uitvoering van het ambitieuze pakket van maatregelen waar al jaren over wordt gesproken: selectie aan de poort en collegegelddifferentiatie krijgen een vaste plek in het stelsel, de informatievoorziening voor studenten wordt beter, instellingen moeten zich sterker profileren en versnippering van onderwijsaanbod tegengaan, en er komt meer samenhang tussen onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven. Hogescholen en universiteiten kiezen een duidelijker profiel. Ze concentreren zich op datgene waar ze goed in zijn. Dit betekent ook: opleidingen afstoten die anderen beter doen. Tegelijkertijd zorgen hogescholen voor meer verscheidenheid in het onderwijsaanbod voor de verschillende groepen instromers, zoals Associate degree-opleidingen voor mbo ers en verkorte trajecten voor vwo ers. Voor bijzondere, dure excellentietrajecten mogen instellingen een hoger collegegeld gaan vragen. Om dit in goede banen te kunnen leiden krijgen HO-instellingen meer ruimte om studenten te selecteren. Om deze maatregelen vorm te kunnen geven is een bedrag oplopend tot 310 miljoen euro in 2015 beschikbaar (7% van het totale onderwijsbudget). De instellingen krijgen dit geld uitgekeerd naar prestatie. Het grootste deel ervan wordt toegekend op basis van een bonus/malus-regeling, en een deel (50 miljoen) wordt in competitie toegewezen. Na deze kabinetsperiode kan genoemd percentage mogelijk omhoog naar 20 procent. Wilt u regelmatig op de hoogte gehouden worden van actuele ontwikkelingen in het onderwijs en ontvangt u onze digitale nieuwsbrief nog niet? Neem dan nu een gratis abonnement op onze digitale nieuwsbrief en meld u hiervoor aan via Pagina 6 Oktober 2011

7 Specialisme. Risicomanagement Het besturen van onderwijsinstellingen heeft overeenkomsten met autorijden. Net als met uw auto wilt u met uw organisatie een vooraf vastgestelde bestemming bereiken. Bij het autorijden is u geleerd om goed te letten op uw omgeving, om zo tijdig op gevaren te kunnen reageren die zich kunnen voordoen. Kortom, tijdig anticiperen! Op deze wijze stelt u de randvoorwaarden veilig om op uw bestemming aan te komen. In uw organisatie evalueert u ook wat nieuwe ontwikkelingen, politieke besluitvorming, demografische ontwikkelingen en dergelijke betekenen voor het bereiken van de doelstellingen van uw school. Dit is waar het in de kern bij risicobeheersing om draait. Door risicobeheersing te professionaliseren naar risicomanagement zorgt u, net als bij beleidsformulering, dat elke medewerker bekend is met potentiële gevaren die de instelling bedreigen en welke aanpak u voorstaat bij de beheersing van deze risico s. Hiermee voorkomt u dat medewerkers te gemakkelijk of juist te kramp achtig omgaan met risico s. Ook voorkomt u dat verschillende medewerkers vanuit hun eigen ideeën tot afzonderlijke maatregelen komen die hierdoor averechts uitwerken. Risicomanagement is daarom een onmisbaar instrument om in control te zijn. Wij adviseren en begeleiden onderwijsinstellingen bij de implementatie van risicomanagement. Hiervoor hebben wij een praktische tool ontwikkeld: de RMToolbox, waarvan inmiddels diverse instellingen gebruik maken. Veelal vindt de implementatie plaats onder begeleiding van specialisten van onze organisatie. Wij stellen gezamenlijk met u een plan van aanpak op en begeleiden u bij het in kaart brengen van de risico s, de ontwikkeling van interne beheersingsmaatregelen om de risico s te beheersen en de inbedding van risicomanagement in de planning & control cyclus. Bent u geïnteresseerd in de mogelijkheden die wij voor uw organisatie hebben? Neemt dan contact op met drs. Jaap Bergman RA, Marien Rozendaal RA of drs. Wim van Dijk RA. Zij zijn graag bereid geheel vrijblijvend een presentatie voor uw organisatie te verzorgen. Kijk voor meer informatie op onze website Pagina 7

8 Governance. Het is 1 augustus geweest! Op grond van de wet Goed onderwijs, goed bestuur moet iedere onderwijsinstelling op 1 augustus jl. een scheiding tussen bestuur en toezicht geregeld hebben. Scheiding van bestuur en toezicht is één van de vier hoofdpunten van deze wet. Uiteraard voldoet u, op een bij u passende wijze, aan de nieuwe regelgeving. Het formeel voldoen aan de regelgeving is echter wat anders dan er praktisch mee werken. In dit artikel geven wij in kort bestek de implicaties van scheiding tussen bestuur en toezicht weer. We doen dit vanuit twee gezichtspunten: het bestuur en het toezichthoudende orgaan. Alleen wanneer beide partijen zich bewust zijn van hun taken en bevoegdheden heeft de scheiding echt nut en zal het ten goede komen aan het onderwijs. Overigens is invoering van deze scheiding niet vrijblijvend maar is het een bekostigingsvoorwaarde! Bestuurder Als bestuurder hebt u in beginsel onder meer de volgende taken en bevoegdheden: Besturen van de instelling waaronder verwerving, besteding en beheer van de middelen. Uitvoeren van de aan u in de statuten en reglementen toebedeelde taken. Naleven van de Code Goed Bestuur. op haar toezichtstaken. U hebt een onafhankelijke positie tegenover de toezichthouder. Wel is het belangrijk dat u de toezichthouder voorziet van relevante en adequate informatie. Toezichthouder De toezichthouder heeft in beginsel onder andere de volgende taken en bevoegdheden: Goedkeuren begroting en jaarverslag. Toezien op de naleving van wet- en regelgeving en afwijkingen van de branchecode. Toezicht op verwerving, bestemming en aanwending van middelen. Benoemen van de accountant. Optreden als werkgever van het bestuur. De toezichthouder dient jaarlijks, door middel van een verslag, verantwoording af te leggen over haar handelen en de wijze waarop het toezicht is uitgeoefend. Zoals uit bovenstaande opsomming blijkt, zijn de taken en verantwoordelijkheden van de toezichthouder breed gedefinieerd. Het is belangrijk een en ander vast te leggen in de statuten en reglementen. Een belangrijke leidraad hierbij is de Code Goed Bestuur waar u gebruik van moet maken. Een belangrijk item is dat u als toezichthouder niet alleen formeel maar ook daadwerkelijk onafhankelijk bent van het bestuur. Het doel van dit artikel is niet een compleet inzicht te geven in alle aspecten rond de scheiding tussen bestuur en toezicht. Dat zou ook niet kunnen. Iedere situatie vraagt om een eigen aanpak. Wel hebben wij u willen wijzen op het belang van een goede implementatie. De belangen en risico s zijn te groot om niet serieus te nemen. Wij praten u graag bij over een praktische invulling! In een situatie waarin het voormalige bestuur is getransformeerd in een toezichthoudend orgaan kan dat best wel eens wrijvingen opleveren. De rol als toezichthouder is wezenlijk verschillend van die van bestuurder. Dat is soms best even wennen. U moet daarom stevig in uw schoenen staan en de toezichthouder, indien nodig, wijzen op het domein waarbinnen hij mag opereren. De toezichthouder moet zich onthouden van bestuurstaken en zich volledig richten Colofon. Reeducatief is een uitgave van Van Ree Accountants. Ondanks de zorgvuldige wijze waarop onze bericht geving tot stand komt, kan er natuurlijk altijd iets mis gaan. Van Ree Accountants kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de gevolgen van eventuele onjuiste berichtgeving. Voor nadere informatie over de onderwerpen in deze uitgave kunt u contact opnemen met uw contactpersoon. Aangesloten bij en Kantoor Alphen aan den Rijn Kantoor Barneveld Leidse Schouw 2, 2408 AE Alphen aan den Rijn Postbus 352, 2400 AJ Alphen aan den Rijn T (0172) alphenaandenrijn@vanreeacc.nl Koolhovenstraat 11, 3772 MT Barneveld Postbus 272, 3770 AG Barneveld T (0342) F (0342) barneveld@vanreeacc.nl Kantoor Doorn Kantoor Geldermalsen Sitiopark 2-4, 3941 PP Doorn Postbus 294, 3940 AG Doorn T (0343) F (0343) doorn@vanreeacc.nl De Panoven 29A, 4191 GW Geldermalsen Postbus 241, 4190 CE Geldermalsen T (0345) F (0345) geldermalsen@vanreeacc.nl Pagina 8 Oktober 2011