46 (12): Opdam, P. & R. Hengeveld, Effecten op plante- en dierpopulaties. In: De versnippering

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "46 (12): Opdam, P. & R. Hengeveld, Effecten op plante- en dierpopulaties. In: De versnippering"

Transcriptie

1 gaan met de nodige voorlichting bij zowel de aangewezen functionarissen als bij de genoemde categorieën (bijvoorbeeld middels publikaties in verenigingsbladen en tijdschriften). Tot slot Het hier beschreven onderzoek aan rode bosmieren kan beschouwd worden als een (kortstondige) transversale studie, waarbij de kans op het voorkomen van een volk van één van de drie soorten gerelateerd wordt aan een tweetal ruimtelijke kenmerken van het landschap: oppervlakte en isolatie van een (potentiële) habitat. Er kan een indruk worden verkregen van het huidige voorkomen van (sub-)populaties in het gebied. Het is echter de vraag in hoeverre de dynamiek van de metapopulaties een rol speelt bij het toetsen van de invloed van grootte, isolatie en kwaliteit van de habitats op basis van een 'momentopname'. De opname geeft een indruk van het kolonisatiesucces op basis van de milieuinvloeden uit de afgelopen jaren. Hierbij moet echter betrokken worden dat een koningin (en daarmee een kolonie) 20 tot 25 jaar oud kan worden. Aspecten van handhaving, uitbreiding en verval van kolonies en (meta-)populaties dienen derhalve over zeer lange termijn bestudeerd te worden! De vraagstelling is echter van essentieel belang in het kader van het opstellen van beheersregelingen, natuurtechnische maatregelen en dergelijke (Opdam & Hengeveld, 1990). Verder onderzoek aan rode bosmieren, uitgevoerd in diverse gebieden en over enkele decennia, zal deze vraag mogelijk kunnen beantwoorden. Literatuur Boven, J.K.A. van & A.A. Mabelis, De mierenfauna van de Benelux (Hymenoptera: Formicidae). Wetenschappelijke Mededeling 173. Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging. Hoogwoud. Gösswald, K., Die Waldameise. Band 1. Biologische Grundlagen, Okologie und Verhalten. Aula-Verlag. Wiesbaden. Mabeiis, A.A., De verspreiding van rode bosmieren in Nederland. Natura 81 (5): Mabeiis, A.A., Why do young queens fly? (Hymenoptera, Formicidae). Proceedings 3rd European Congress of Entomology. Amsterdam: Mabelis, A.A., Wood ants in fragmented woodlands. Gödöllö (Hongarije); Proceedings 4th European Congress of Entomology. Mabelis, A.A. & M. Soesbergen, Verspreiding van rode bosmieren in relatie tot grootte en isolatie van hun woongebieden. In: Insektenfauna en natuurbeheer. Suchting Uitgeverij Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging. Wetenschappelijke mededeling 192: Mabelis, A.A., P.H. Boting, P.J. Dijkstra & P.M. Zaaijer, De stronkmier (Formica truncorum Fabricius) toch inheems! (Hymenoptera; Formicidae). Entomologische Berichten 46 (12): Opdam, P. & R. Hengeveld, Effecten op plante- en dierpopulaties. In: De versnippering van het Nederlandse landschap. Onderzoeksprogrammering vanuit zes disciplinaire benaderingen. Publikatie Raad voor het Milieu- en Natuuronderzoek nr. 45: Wuorenrinne, H., Effects of urban pressure on colonies of Formica nrfa group (Hymenoptera, Formicidae) in the town of Espoo (Finland). Annales Zoologici 42 (15): Summary W building wood ants in fragmented woodlands in Central-Limburg In 1989 and 1990, in a fragmented woodland in the middle of the province Limburg 81 woods, copses and woodfragments have been examined to the occurrence of the hill building wood mts from the 'Formica w$'- group. The totai area of woodland amounts about 770 hectares. More than half of the 45 cdonies (each containing a single or several nests) of Formica polyctena have been found in smal1 oakbirch groves which are situated close to each other, or near a larger wood. The 15 colonies of Formica m$ occur scattered over the area. Formica bratensis however, is confined to the larger coniferous woods. In total 20 colonies of this species have been found. The hypothesis put forward by Mabelis & Soesbergen (1989) and Mabelis (1991) is applicable in the area of investigation. Most colonies of the polygonous Formica polyctena do indeed maintain themselves in the larger woods or in the groves in the neighbourhood. With the monogynous Formica wji3 it is not possible to demonstrate a preference for woods of a certain area or isolation distan- Ce. Fomicapratensis has not been capable of populating the smal1 isolated copses and acts as a polygenous species. Furthermore in this article some preservation and protection measures for the habitats are suggested. Dankwoord Bij deze wil ik A.A. Mabelis en G.J. de Bruyn bedanken voor hun hulp bij het tot stand komen van dit artikel. Drs. H.J.M. van Buggenum Rijdtstraat AM Susteren Cot in de zeventiger jaren was de 3uinbuntgrasgemeenschap in de rastgelegde Middenduinen op Cerschelling zeer rijk aan korstnossen. Recent onderzoek wijst )p achteruitgang van zowel het Buntgras (Corynephorm canes- :ens) als de korstmossen. Rita Ketner-Oostra langs de gehele Nederlandse kust wordt n de oudere, droge duinen een toenenende uitbundige groei van grassen, ceggen en mossen waargenomen (Van <eist, 1986; Vertegaal, 1989). Dit verìchijnsel doet zich voor in de van ooriprong uit relatief kalkarm zand opge- 3ouwde Middenduinen van het Wadjendistrict, maar ook in de oudere, geieeltelijk ontkalkte duingebieden van let Renodunaal- (voorheen Duin-) dis-.riet. Er wordt gespeculeerd over de oorden (o.a. Van Tooren, 1990) en deze worden gezocht bij de 'zure regen', die liet alleen een versnelde ontkalking van ie bovenste bodemlagen tot gevolg zou lebben maar ook eutrofiërend zou werren. Resultaten van veldstudies in de Iroge duinen zijn echter zeer schaars.

2 Fig. 1. De ligging van enkele grote secundaire barchanen op oostelijk Terschelling. a, het onderzoeksgebied, het zg. R.D.- duin; b, Jan Thijssensduin; c, het zg. Dûne. Gepubliceerde vergelijkingen van de huidige situatie met vroegere studies aan de hand van permanente proefvlakken ontbreken totnog toe. - Voor een overzicht van de situatie van twintig jaar geleden kunnen de resultaten dienen van een onderzoektrainings project van de Universiteit van Utrecht betreffende van oorsdrong kalk- A " arme Middenduinen in het Waddendistrict (Ketner-Oostra, 1989). Het onderzoek vond plaats op Terschelling van en betrof de zg. 'grey dunes', de door Buntgras gekenmerkte duingraslandvegetatie en de overgangsvege- Foto 1. Een tamelijk open vegetatie, kort van structuur en riik aan korstmossen. OD de westhelling van het R.D.-duin, ooite;- end, in tacie daarvan naar duinheide, de zg. 'black dunes' (Chapman, 1964). De ecologie van korstmossen (lichenen) en mossen in genoemde duintypen is beschreven binnen het kader van een nieuwe, gedetailleerde indeling (Ketner- Oostra, 1989) van de Duinbuntgrasgemeenschap (het Violo-Corynephoreturn). Bovendien zijn de resultaten van vegetatie- en bodemonderzoek die betrekking hebben op de Duinbuntgrasgemeenschap uit tien studentenrapporten verwerkt. Uit deze informatie blijkt dat omstreeks 1970 de droge graslandvegetatie van de gestabiliseerde duinen op Terschelling vrij open en kort van structuur was en kwalitatief en kwantitatief zeer rijk aan lichenen (foto 1). Onlangs is een detailstudie uit 1966 (Oostra, 1968) op oostelijk Terschelling herhaald, waarvan hier de beschrijving en de resultaten volgen. Onderzoeksgebied en methode De studie is uitgevoerd op een groot duin, het zg. R.D. -duin (genoemd naar de 'Rijks Dienst'-gemerkte paal op de top) in het duingebied ten noorden van Oosterend (fig. 1, bij a). Het duin is een secundaire barchaan, een duintype kenmerkend voor oostelijk Terschelling, waar deze grote, verspreid liggende duinen zijn ontstaan uit loopduinen. Door helmbeplantingen aan het eind van de 19e eeuw zijn deze vastgelegd (Van Dieren, 1934). Typerend zijn de zeer geleidelijk oplopende loefhellingen met west- tot zuidwestexpositie en de steile lijzijde met oost-tot noordoost-expositie (Van Dieren, 1934; Klijn, 1981).

3 Tabel 1. Synoptische tabel van opnamen uit 1966 en 1990 van de proefvlakken op het R.D.-duin. *) F.K., frequentieklasse: I, voorkomend in 0-20% van de opnamen; II, in 20-40%; 111, in 40-60%; IV, in 60-80%; V, in %. **) G.B., gemiddelde bedekking: xp en lp, bedekkingspercentage < 1%; xa en la, 1-2%; xb en lb. 2-5%; 2m, < 5%; 2a, 5-12%; 2b, 12-25%; 3(a,bl, 25-50%; 4(a,b), 50-75%; 5(a,b), %. 3) de zg. lichenenvallei, een aangrenzende vlakke droge duinvallei, beide ge- In 1966 waren de volgende loca- kenmerkt door halfgesloten en gesloten ties voor proefvlakken uitgekozen Duinbuntgrasvegetatie, rijk aan liche- (Oostra, 1968): nen (Ketner-Oostra, 1989). 1) de zuidhelling, gekenmerkt door De proefvlakken op de zuidhelopen Duinbuntgrasvegetatie, rijk aan li- ling en in de lichenenvallei waren samen chenen; ongeveer zo groot als het proefvlak op de 2) de westhelling en westhelling, dat 72 m lang was, boven- aan 24 m en aan de voet van het duin 36 m breed. De proefvlakken waren verdeeld in totaal 210 subplots van 4 x 4 m, die gedetailleerd onderzocht zijn. In 1990 is de analyse van de subplots beperkt tot stroken van 8 m breed over de totale lengte van de vroegere proefvlakken, zodat totaal 100 subplots zijn onderzocht.

4 a. Westhelling L ichenenvallei 1990 b. Zuidhelling 1966 d. Vlak deel van westhelling Verder zijn in 1966 op de zuidhelling, in de lichenenvallei en op de westtot zuidwesthelling 75 gedetailleerde Braun-Blanquet-opnamen van gemiddeld 0,5 x O,5 m gemaakt volgens de schaal van Barkman, Doing en Segal (Barkman et al., 1964). In 1990 is de vegetatie beschreven met gemiddeld zes graslandopnamen van 2 x 2 m per locatie. Deze onderzoeksgegevens zijn verwerkt in tabel 1, waarbij tevens de gemiddelde bedekking van de soorten is weergegeven. Voor de cryptogamen wordt duidelijk de veldsituatie weergegeven. Buntgras was in 1990 oververtegenwoordigd, omdat de opnamen daar gelegd zijn waar nog soortsdiversiteit aanwezig was. Dit betekent, dat de resultaten een positiever beeld geven dan de veldsituatie in 1990 was. 0 kaal zand lichenen Van de subplots van 4 x 4 m zijn de volgende parameters genoteerd: a) de bedekking aan hogere planten, mossen, lichenen en de hoeveelheid kaal zand; b) expositie en inclinatie (hellingshoek); en c) lichenen naar dominantie en zeldzaamheid. Om de resultaten van 1990 met die van 1966 te kunnen vergelijken is voor de hellingen en de vallei een gemiddelde bedekking over zes subplots berekend, terwijl voor het vlakke stuk van de westhelling een gemiddelde over vier is genomen. Zowel in 1966 als in 1990 was er een aanzienlijke spreiding in bedekkingswaarde van de soortsgroepen tussen de subplots onderling, maar een verdubbeling van 6 naar 12 plots op de westhelling bij eenzelfde hellingshoek levert slechts geringe verschillen op. De resultaten van deze grove analyse zijn verwerkt tot staafdiagrammen (fig. 2). w mossen Fig. 2. Veranderingen in bedekking van hogere planten* mossen, h~henen en kaal zand tussen 1966 en 1990 in de proefvlakken op het R.D.-duin. 1 standing dead hogere planten Foto 2. Dezelfde westhelling van het R.D.- duin als op foto 1, maar nu in 1990: lange grassen en Zandzegge overheersen en er zijn nauwelijks nog korstmossen.

5 Lemnde 1993nummer, 14 Natuur genoemde reden wat overschat, en vertoont veel dood materiaal. Schapezuring (Rumex acetoselia) is frequent en met een relatief hoge bedekking aanwezig, wat ook elders, bv. op Texel, gesignaleerd is. Dit duidt op toename van ruwe humus in duingrasland (mondelinge mededeling G. Londo). Op het vlakke stuk van de westhelling (fig. 2d) waren in 1966 geen mossen aanwezig, nu is de bedekking 55?h. De mossen vestigden zich vóór of tegelijk met de Kraaiheidebegroeiing (Empetmm nigmm) die in 1966 nog niet aanwezig was, maar in % bedraagt. Dit geeft een indicatie voor de verdere vegetatie-ontwikkeling in de lichenenvallei, waar de mosbedekking nu reeds 55 % bedraagt en jonge Kraaiheide zich gevestigd heeft. Foto 3. De zuidwesthelling van het Jan Thijssensduin, Oosterend, in 1991 met een dichte begroeiing van Helm en Zandzegge. Op de achtergrond Rimkeskooi. Resultaten Op de westhelling (fig. 2a, foto 1 en foto 2) is de bedekking aan hogere planten sterk toegenomen, namelijk van gemiddeld 30% (20-40%) naar gemiddeld 90% (70-95 %). Helm (Ammophila arenanà) is zeer vitaal, maar er staat ook een grote hoeveelheid afgestorven materiaal, zg. 'standing dead' (gemiddeld 35 % ; 0-50%). Buntgras is nog aanwezig, maar alleen vitaal in enkele subplots en verder vooral als afgestorven gras (tabel 1). Bijna alle lichenen zijn verdwenen, de bedekking is van gemiddeld 50% (40-60%) afgenomen tot gemiddeld 3 % (0,5-8 % ) met alleen nog Rendiermos (Cladina portentosa) en enkele Meine specimen van Gevorkt bekermos (Cladonia farcata), Rood bekermos (Cl. coccifer~) en Krulloof (CL foliaea) (tabel l). Ook de bijzondere vindplaatsen op het duinzand (terrestrisch) van elders in Nederland op bomen en struiken groeiende (epifytische) korstmossen (Brand & Ketner-Oostra, 1983) zijn verdwenen. Hierbij gaat het om Pletmos (Hypogymnia ph~sodes), Boerenkoolmos (Platismatia glaaca) en Pseudevernia farjuracea (tabel 1). Bij berekening over de 12 subplots blijkt de hoeveelheid mossen iets toegenomen te zijn, van gemiddeld 20% (0-40%) naar gemiddeld 23% (8-50%). Het Grijs kronkelsteeltje (Campylopus introfixas (zg. Duinpest of Tankmos)) was in 1966 nog niet aanwezig en komt in 1990 op deze helling plaatselijk met bedekking tot 25 % voor (tabel 1). De resultaten van de zuidhelling (fig. 2b) zijn vergelijkbaar met die van de westhelling. Opvallend is de hoeveelheid en de vitaliteit van de hoge, grasachtige soorten als Heim, Duinriet (Calamagrostis epigejos) en Zandzegge (Carex arena&) (tabel l). Buntgras is bijna geheel verdwenen. De afname van de hoeveelheid lichenen van 15 % tot 1 % is duidelijk, maar is minder dramatisch dan op de westhelling, waar in 1966 het bedekkingspercentage driemaal groter was. De hoeveelheid mossen is ongeveer dezelfde als in De lichenenvallei had in 1966 een lichenenbedekking die overeenkomt met die van de westhelling, maar er waren nauwelijks mossen aanwezig (fig. 2c). In 1990 is een duidelijke afname van de lichenen (van 50% naar 12%) en een toename van de mossen (van 3% naar 55%) waar te nemen. De hoeveelheid hogere planten, bestaande uit grasachtigen en Zandzegge, is hier verdubbeld (van 30% naar 60%), waarvan 20% als staand dood materiaal. Buntgras (tabel 1) is evenals op de westhelling nog wel aanwezig, zij het om de eerder Discussie Het duinzand is van oorsprong zeer voedselarm, hetgeen een voordeel is voor de lichenen in hun strijd om het bestaan ten opzichte van de hogere planten. Wat we nu waarnemen is, dat grasachtigen zoals Helm, Duinriet en Zandzegge toegenomen zijn in vitaliteit en in bedekking over het hele onderzochte duin, maar vooral op de hellingen. Het afbraakproces schijnt langzaam te zijn, wat blijkt uit veel staand dood materiaal en strooisel. Het Buntgrasbestand kan deze toestand nauwelijks overleven. Het verjongt zich over een periode van 2 tot maximaal 6 jaar door kieming van zaad. Hierin treedt echter een stagnatie op als de geschikte plaatsen niet open genoeg zijn en voldoende vrij van concurrerende hogere planten (Marshall, 1967). Uit tabel 1 is af te leiden welke korstmossen verdwenen zijn. Opvallend is, dat behalve de soorten van open zand, zoals Kraakloof (Coelocaulon aculeatzlm) en Slank heidestaartje (Cladonia gracilis), ook de soorten verdwijnen die op humusresten groeien en tamelijk zuurtolerant zijn, zoals bv. Cladonia glauca, CL. chlorophaea en CL ramulosa (voorheen CL pityrea; voor de naamgeving: Brand et al., 1988). Dit zou er op kunnen wijzen, dat de veranderingen in de vegetatie niet alleen of niet direct door verzuring worden veroorzaakt. Een belangrijke ecologische factor voor het geleidelijk verdwijnen van de lichenen tussen 1966 en 1990 is kennelijk de beschikbare hoeveelheid licht. Voor toenemende verdichting van het hogere plantendek is echter het Rendiermos

6 (Cladina portentosa) niet zo gevoelig, wat ook elders blijkt in de successie van heide en graslanden. Ook hier, met name in de lichenenvallei, is deze soort in 1990 nog frequent en vitaal aanwezig. In het droge duin is, door de toename van de grasachtigen, vooral in de zomer een milder licht- en temperatuurklimaat ontstaan en wordt de vochthuishouding voor de mossen steeds gunstiger. Zo profiteren de grassen en mossen van de voortgaande stabilizering van het duinzand en mogelijk ook van de verzuring, die minder gunstig is voor een aantal licheensoorten. Die verzuring is een gevolg van de toegenomen humusvor- ming (natuurlijke successie), maar kan ook te maken hebben met 'zure regen', die enerzijds een lage ph heeft en anderzijds eutrofiërend werkt (N-depositie). In de binnenlandse duinen, bv. op de Veluwe, wordt de toename van grasachtigen in stuifzand- en heidevegetatie in verband gebracht met die sterk toegenomen N-depositie vanuit de atmosfeer (Van Dobben, 1990). Recent is echter onderzocht (Heil et al., 1990), dat stikstofbemesting niet de enige factor is die vergrassing veroorzaakt. We1 zet deze in stikstofarme duinecosystemen de veranderingen in gang. De natuurlijke grazers, de konij- nen, oefenen echter op de duingraslandvegetatie een variërende graasdruk uit, afhankelijk van natte en droge zomers en het fluctuerend optreden van myxomatose. Bij een lage graasdruk kan zo een drempelwaarde overschreden worden, waardoor na verloop van tijd de konijnen de vegetatie niet meer kort kunnen houden. Ook elders op Terschelling is duidelijk, dat Helm, Zandzegge en Duinriet in de droge duinen in opmars zijn, evenals ook Noordse helm (Calammophila baltica), bv. in Eldorado, een duingebied ten westen van paal 8, West- Terschelling (mededeling F. van der Meulen). Zeer duidelijk is het vergrassingsverschijnsel echter op de grote, secundaire barchanen op het oostelijk deel van het eiland. Behalve op het R.D.-duin is daar in 1967 op het Jan Thijssensduin (fig. l, bij b) en in 1970 op het zg. Dûne (fig. l, bij c) onderzoek gedaan (resp. Sipman, 1969 en Brouwer-van der Loo, 1971). De nu totaal vergraste hellingen van het Jan Thijssensduin zijn een duidelijk bewijs, dat het in de hier besproken detailstudie niet om een lokaal effect gaat (foto 3). De vitaliteit van Helm op de genoemde duinen verschilt in 1990 duidelijk van die in 1966 en uit zich in de hogere bedekkingsgraad van de pollen, de meer groene dan gele kleur en soms de bloei. Die vitaliteit kan niet uit successie verklaard worden. Van der Putten (1989) vond juist dat in droge, kalkarme duinen (bv. op Texel) na stabilisatie van het duinzand de vermindering van beschikbare voedingsstoffen voor Helm een belangrijke stressfactor werd. De vatbaarheid van het wortelstelsel voor aantasting door bodemorganismen als bv. aaltjes nam toe en leidde uiteindelijk tot degeneratie van de planten. Hiermee zijn de genoemde waarnemingen aan Helm op Terschelling in tegenspraak en het is aannemelijk dat stikstofbemesting via de atmosfeer hier de natuurlijke successie doorkruist. Foto 4. Een gewoonlijk epifytisch korstmos Eikemos (Evernia prunastrri groeit op Terschelling in het Buntgrasduin op de Noordsvaarder (West-Terschelling) ook nog in 1991 terrestrisch. I

7 f Conclusie Behalve dat er sprake is van een natuurlijke successie op het onderzochte duin, met name op de vlakke delen, is het waarschijnlijk dat ook in het kustgebied de vegetatieveranderingen mede door N-depositie veroorzaakt worden. Daarbij speelt echter de fluctuerende graasdruk van konijnen een belangrijke rol. Het meest opvallend is een toename van de vitaliteit van Helm, Zandzegge en Duinriet en het verdwijnen van de kortgrazige, korstmosrijke Buntgrasvegetatie. Of het in het voedselarme Buntgrasduin zinnig is om grazers in te zetten, is gezien de kwetsbare Cladonia- vegetaties riskant en doet de verruiging waarschijnlijk toenemen. Dynamiek in de vegetatie kan ook bevorderd worden door plaatselijk verstuiving op gang te brengen. Experimenten daartoe vinden sinds 1991 plaats in het kader van Effect Gerichte Maatregelen Verzuring Droge Duinen (Vertegaal et al., 1991). In een viertal kustduingebieden worden ontwikkelingen in natuurlijke en kunstmatige verstuivingen op de voet gevolgd, waarbij voor laatstgenoemde met groot materieel afgravingen van op de wind geëxponeerde hellingen verricht zijn (Veer et al., 1992). Op Terschelling liggen deze kunstmatige windkuilen in het reeds genoemde Eldorado. Voor kleinschalige experimenten is de vergraste westheiling van het R.D.-duin gekozen, in dat kader 'Rita's duin' genoemd. Naast geplagde proefvlakken wordt daar jaarlijks gemaaid en met zand- en mineraalgiften geëxperimenteerd (Veer et al., 1992). Van nature nog dynamische duinterreinen op Terschelling, bv. met veel inwaaiend zand vanuit de zeereep of met steile hellingen, vertonen nog steeds relatief korstmosrijke Buntgrasvegetaties (foto 4). Literatuur Barkman, J.J., H. Doing & S. Segal, 1%4. Kritische Bemerkungen und Vorschlage zur quantitativen Vegetationsanalyse. Acta Botanica Neerlandica 13 : Brand, A.M. & R. Ketner-Oostra, Lichens. In: Flora and Vegetation of the Wadden Sea Islands and Coastal Areas. Stichting Veth tot Steun aan Waddenonderzoek, Leiden: Brand, A.M., A. Aptroot, A.J. de Bakker & H.F. van Dobben, Standaardlijst van de Nederlandse Korstmossen. Wetenschappelijke Mededeling K.N.N.V. nr. 188, Utrecht. Brouwer-van der Loo, H.J., Een kwalitatieve en kwantitatieve analyse van de kryptogamen vegetatie op diverse hellingen van duinen op Terschelling. R.U. Utrecht, Instituut Systematische Plantkunde, Verslag. Chapman, V.J., Coastal Vegetation. Pergamon Press, Oxford. Dieren, J.W. van, Organogene Dunenbildung. Eine geomorphologische Analyse der Dunenlandschaft der West-Friesischen Insel Terschelling mit pflanzensoziologischen Methoden. Martinus Nijhoff, 's-gravenhage. Dobben, H.F. van, Effects of air pollution on Dutch heathland. In: Dutch priority programme on acidificatio~. RJ.V.M. BJthoven, nr Heil, G.W., F. van der Meulen & M$ ten Harkel, Invloed van atmosferische depositie op de ontwikkeling van droge duingrasland vegetaties. K.N. A. G. Geografisdi Tijdschrift XXIV: (Themanummer Kustduinen). Heist, M. van, Vermossing in het Noordhollands Duinreservaat. Duin 9: Ketner-Oostra, R., Lichenen en mossen in de duinen van Terschelling. R.I.N. Leersum, Rapport Klijn, J.A., De Nederlandse Kustduinen. Geomorphologie en Bodems. PUDOC, Wageningen. Marshall, J.K., 1%7. Biologica1 flora of the British Isles. Co~ynephoma canescens (L.) Beauv. Journal of Ecology 55: Oostra, R.G.M., Verslag over een onderzoek naar licheenvegetaties in de droge duinen van Terschelling. R.U. Utrecht, In&- tuut Systematische Plantkunde, Verslag; R.I.V.O.N. Zeist, Rapport. Putten, W.H. van der, Establishment, growth and degeneration of Aamopbda arenaria in coastal sand dunes. Landbouwuniversiteit Wageningen, Dissertatie. Sipman, H.J.M., Veelag over een onderzoek naar de vegetatie op de noordheilingen van enkele duinen op Terschelling. R.U. Utrecht, Instituut Systematische Plantkunde. Tooren, B. van, Luchtverontreiniging in de duinen. Duin 13: 4-6. Veer, M.A.C., F. van der Meulen & A.M. Kooijman, Monitoring van effectgerichte maatregelen tegen verzuring en eutrofiëring in open droge duinen. Tussenrapportage U.v.A,, Vakgroep Fysische Geogr&e en Bodemkunde. vertegaal, C.T.M., O ken van effecten van at in de duinen. Resultaten va onder duinkenners langs d kust. Bureau Duin & Kust L Vertegaal, C.T.M., T.W.M. Bakker, J.A. Meden, Monitoring van e maatregelen tegen verzuring en in open droge duinen. Pr Duin & Kust Leiden, Rapport 91 ll. Sumrnary r. j Grey hairgrass (Corynephorus canesceizs) dune re-investigated In recent years in the dutch coastal dunes a vegetation succession is observed, probably innuenced bij N-deposition and acidification. To collect some observations about these changes, in 1990 a study from 1966 in the non-calcareous, so-called grey dunes on the island of Terschelling, was repeated. On the same secondq barchan as in 1966 three plots were investigated on cover of higher plants, mosses, lichens and bare sand. The results (fig. 2) show a large increase of higher plants (as for example on the western dope from 30% to 90%, with a standing dead of about 35 %; fig. Za), and a dramatic decrease in the lichen cover (from 50% to 3% for the same dope). Table 1 shows a comparison of vegetation relevés illustrating the disappearance of pioneer lichen species and humicole Iichen species. Be~ides a natura1 succession in the coastal dunes, the influence of N-deposition is probable and most visible on the vitality of Maram (Ammophila arenaria). In the transition of a short Grey hairgrass vegetation into a long grassy vegetation, the fluctuating grazing pressure of rabbits must also be taken into account. Eor practica1 advise on saving lichen-rich coastal dune vegetation a programme on dynamic intervention in grassy coastal dunes is started. Dankwoord Dr. G. Londo (Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek, Wageningen) en Dipl. Biol. Jutta Schilling (Universiteit van Brei men) wil ik bedanken voor hun inspirerende bemokkenheid bij dit onderzoek, Dr. F. van der Meuien (Universiteit van Amsterdam) en Drs. A. K. Masselink (Landbouwuniversiteit 1 Wageningen) voor hun kritische opmerkin- S gen en waardevolle aanvullingen bij het manuscript. Dank ook aan H. Klees (Landi bouwuniversiteit), die de illustraties ver-

smieren in Midden-Limburg

smieren in Midden-Limburg H.J.M. van Buggenurn smieren in Midden-Limburg Het gaat slecht met de rode bosmieren. In een groot deel van hun verspreidingsgebied in Europa gaan de rode bosmieren achteruit. In het Invertebrate Red Data

Nadere informatie

(fig. 1, a). Het thallus is bruin tot zwart van kleur verder en glad en enigszins glanzend.

(fig. 1, a). Het thallus is bruin tot zwart van kleur verder en glad en enigszins glanzend. Het terrestrisch voorkomen van Alectoria fuscescens Gyeln. s.l. in de droge duinen van Terschelling door Rita Ketner-Oostra (Instituut voor Systematische Plantkunde, Utrecht) Inl966 werd door Mevr. W.

Nadere informatie

Effect van overstuiving op korstmosrijke duinen op Terschelling

Effect van overstuiving op korstmosrijke duinen op Terschelling Rita Ketner-Oostra & Karlè Sy kora Effect van overstuiving op korstmosrijke duinen op Terschelling De botanische verscheidenheid in kalkarme droge duinen wordt o.a. door korstmossen gevormd. Sinds de jaren

Nadere informatie

Veranderingen van de mos- en licheenvegetatie in de droge duinen van Terschelling sinds 1970

Veranderingen van de mos- en licheenvegetatie in de droge duinen van Terschelling sinds 1970 2 Buxbaumiella 68 (2004) Veranderingen van de mos- en licheenvegetatie in de droge duinen van Terschelling sinds 1970 Rita Ketner-Oostra Algemeer 42, 6721 GD Bennekom (rita.ketner-oostra@wur.nl) Abstract:

Nadere informatie

Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries,

Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries, Zijn effecten van begrazing te voorspellen? Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries, Ingo Jansen,

Nadere informatie

Veranderingen van de mos- en licheenvegetatie in de droge duinen van Terschelling sinds II. Microklimaat

Veranderingen van de mos- en licheenvegetatie in de droge duinen van Terschelling sinds II. Microklimaat Veranderingen van de mos- en licheenvegetatie in de droge duinen van Terschelling sinds 1970. II. Microklimaat Rita Ketner-Oostra Vergelijkend microklimaatonderzoek in het Buntgrasduin op Terschelling

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK!

Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK! Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK! Verstuivingen in de duinen Verstuivingen in de kustduinen zijn een belangrijk proces waardoor weer nieuwe duinen en duinvalleien kunnen ontstaan en

Nadere informatie

Effecten van begrazing in kustduinen

Effecten van begrazing in kustduinen Effecten van begrazing in kustduinen een wereld van verschil Marijn Nijssen Stichting Bargerveen Geschiedenis van begrazing in kustduinen Huidige kustduinen ontstaan tussen 1100-1600 n.chr. Natuurlijke

Nadere informatie

Accumulatie van C en N gedurende successie in kalkrijke en kalkarme duinen

Accumulatie van C en N gedurende successie in kalkrijke en kalkarme duinen Veldwerkplaats, 16 juni2015 1 Accumulatie van C en N gedurende successie in kalkrijke en kalkarme duinen Yuki Fujita & Camiel Aggenbach 2 Overzicht Wat zijn Grijze duinen? Atmosferische N-depositie en

Nadere informatie

Vraag 1. Geologie en Sedimentatie

Vraag 1. Geologie en Sedimentatie Vraag 1. Geologie en Sedimentatie Geef korte antwoorden op onderstaande vragen (gebruik volgend vel papier), ca. 5 min. per vraag. Noordzee Waddenzee zee niveau zee niveau ca. 1 km 1 m Figuur 1. Schematische

Nadere informatie

Natuurherstel in Duinvalleien

Natuurherstel in Duinvalleien Natuurherstel in Duinvalleien Kan het natuurlijker? A.P.Grootjans@rug.nl 1 Universiteit Groningen, IVEM 2 Radboud Universiteit Nijmegen Opbouw lezing Hydrologisch systeem van een duinvallei Relatie hydrologie,

Nadere informatie

Vegetatie duinen,

Vegetatie duinen, Indicator 11 december 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In zowel droge als vochtige

Nadere informatie

Konijnen en vergrassing en verstruiking duinen,

Konijnen en vergrassing en verstruiking duinen, Indicator 25 september 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Konijnen zijn in de tweede

Nadere informatie

Eco-hydrologische aspecten van beheer op landschapsniveau; Duinvalleien op de Waddeneilanden

Eco-hydrologische aspecten van beheer op landschapsniveau; Duinvalleien op de Waddeneilanden Eco-hydrologische aspecten van beheer op landschapsniveau; Duinvalleien op de Waddeneilanden Ab Grootjans, Rijksuniversiteit Groningen/ Radboud Universiteit Nijmegen E-mail; A.P.Grootjans@rug.nl Groenknolorchis

Nadere informatie

Lange-termijneffecten van een invasie van Grijs kronkelsteeltje

Lange-termijneffecten van een invasie van Grijs kronkelsteeltje Lange-termijneffecten van een invasie van Grijs kronkelsteeltje in kustduinen en stuifzanden L.B. Sparrius A.M. Kooijman Bosschap, bedrijfschap voor bos en natuur, augustus 2012 2012 Directie Agrokennis,

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Relatie bodem en vegetatie in de duinen

Relatie bodem en vegetatie in de duinen Relatie bodem en vegetatie in de duinen en implicaties voor N-depositieN Dr. Annemieke Kooijman Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica, Universiteit van Amsterdam Vegetatie en bodem Bodem

Nadere informatie

*Vastgelegde ontkalkte duinen met Empetrum nigrum (H2140) Verkorte naam: Duinheiden met kraaihei

*Vastgelegde ontkalkte duinen met Empetrum nigrum (H2140) Verkorte naam: Duinheiden met kraaihei Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. *Vastgelegde ontkalkte duinen

Nadere informatie

Heideblauwtje Argus-Bläuling en Heivlinder Ockerbindinger Samtfalter. in de Nederlands-Duitse Grensstreek. Jan Hermans NHGL Peter Kolshorn - BSKS

Heideblauwtje Argus-Bläuling en Heivlinder Ockerbindinger Samtfalter. in de Nederlands-Duitse Grensstreek. Jan Hermans NHGL Peter Kolshorn - BSKS Heideblauwtje Argus-Bläuling en Heivlinder Ockerbindinger Samtfalter in de Nederlands-Duitse Grensstreek Jan Hermans NHGL Peter Kolshorn - BSKS Heideblauwtje Argus-Bläuling en Heivlinder Ockerbindinger

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Vegetatie duinen,

Vegetatie duinen, Indicator 5 december 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In zowel droge als vochtige

Nadere informatie

Zoet-Zout gradiënten met en zonder Dynamisch kustbeheer

Zoet-Zout gradiënten met en zonder Dynamisch kustbeheer Zoet-Zout gradiënten met en zonder Dynamisch kustbeheer Met speciale aandacht voor de Groenknolorchis Ab Grootjans Pieter Stuyfzand Marijn Nijssen Bart Wouters Henk Everts Nico de Vries Annemieke Kooijman

Nadere informatie

Motivaties in het beheer van de duinen

Motivaties in het beheer van de duinen Motivaties in het beheer van de duinen Ter gelegenheid van het Lymesymposium 1 november 2013 Marianne Snabilie Manager Onderhoud en Administratie PWN Waterleidingbedrijf Afdeling Natuur en Recreatie Inhoud

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Vegetatie duinen,

Vegetatie duinen, Indicator 13 december 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In zowel droge als vochtige

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Opmerkelijke facies van korstmossen op het spoorwegemplacement bij NS-station Nijmegen-Heijendaal

Opmerkelijke facies van korstmossen op het spoorwegemplacement bij NS-station Nijmegen-Heijendaal Buxbaumiella 59 (2002) 47 Opmerkelijke facies van korstmossen op het spoorwegemplacement bij NS-station Nijmegen-Heijendaal H.G.M. (Rita) Ketner-Oostra 1 & A.A.M. (Sandra) de Goeij 2 1 Algemeer 42, 6721

Nadere informatie

Wat valt er te kiezen?

Wat valt er te kiezen? Marijn Nijssen Effecten van duinbegrazing op faunadiversiteit Begrazing Wat valt er te kiezen? Effecten van duinbegrazing op faunadiversiteit Wat valt er te kiezen? Marijn Nijssen Bart Wouters Herman van

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Maatregelen voor bosherstel

Maatregelen voor bosherstel Veldwerkplaats Voedselkwaliteit en biodiversiteit in bossen Maatregelen voor bosherstel Gert-Jan van Duinen Arnold van den Burg Conclusie OBN-onderzoek bossen Te hoge atmosferische stikstofdepositie Antropogene

Nadere informatie

De geohydrologie van een eiland: en wat dat betekent voor het natuurbehoud

De geohydrologie van een eiland: en wat dat betekent voor het natuurbehoud De geohydrologie van een eiland: en wat dat betekent voor het natuurbehoud Ab Grootjans 1,2 Evert Jan Lammerts 3 1 Universiteit Groningen 2 Radboud Universiteit Nijmegen 3 Staatsbosbeheer Korte inhoud

Nadere informatie

Kleinschalige verstuiving/dynamiek

Kleinschalige verstuiving/dynamiek Kleinschalige verstuiving/dynamiek Bas Arens, Bureau voor Strand en Duinonderzoek m.m.v. Tessa Neijmeijer, Luc Geelen, Marc van Til Veldwerkplaats Begrazing en Kleinschalige Dynamiek 5 september 2014 Grootschalig

Nadere informatie

Inleiding. Thuidium tamariscinum in Friesland. meldingen van Thuidium tamariscinum. Van. meldingen. Buxbaumiella 33 (

Inleiding. Thuidium tamariscinum in Friesland. meldingen van Thuidium tamariscinum. Van. meldingen. Buxbaumiella 33 ( Buxbaumiella 33 (19941 61 Thuidium tamariscinum in Friesland Jacob Koopman & Karst Meijer A preliminary distribution map of Thuidiumtamariscinum in Friesland is presented. This map has been based 2 on

Nadere informatie

Elf jaar veranderingen in de Nederlandse stuifzanden in kaart gebracht

Elf jaar veranderingen in de Nederlandse stuifzanden in kaart gebracht Elf jaar veranderingen in de Nederlandse stuifzanden in kaart gebracht Laurens Sparrius (m.m.v. Michel Riksen & André Aptroot) BLWG Lezingendag 2-2-2019 Leefgebied voor korstmossen en mossen 4,8 Ammoniakconcentratie

Nadere informatie

Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis

Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden Gemeente Beverwijk 09.112 december 2009

Nadere informatie

Flora van naaldbossen,

Flora van naaldbossen, Indicator 7 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de naaldbossen in Nederland

Nadere informatie

CHROMA STANDAARDREEKS

CHROMA STANDAARDREEKS CHROMA STANDAARDREEKS Chroma-onderzoeken Een chroma geeft een beeld over de kwaliteit van bijvoorbeeld een bodem of compost. Een chroma bestaat uit 4 zones. Uit elke zone is een bepaald kwaliteitsaspect

Nadere informatie

Begrazing in kustduinen Marijn Nijssen & Annemieke Kooijman

Begrazing in kustduinen Marijn Nijssen & Annemieke Kooijman Begrazing in kustduinen Marijn Nijssen & Annemieke Kooijman Herman van Oosten Bart Wouters Chris van Turnhout Jasja Dekker Arnold van den Burg Stichting Bargerveen Ontwikkelen van ecologische kennis voor

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Fauna van de duinen,

Fauna van de duinen, Indicator 3 januari 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Veel kenmerkende diersoorten

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

Wind en regen in de toekomst - wat zeggen de KNMI'14 scenario's?

Wind en regen in de toekomst - wat zeggen de KNMI'14 scenario's? Wind en regen in de toekomst - wat zeggen de KNMI'14 scenario's? Andreas Sterl (KNMI) wind hurricanes (orkanen) regen zicht + mist weer van de toekomst Achtergrond: CO 2 en temperatuurstijging Stijging

Nadere informatie

Eindexamen biologie pilot vwo I

Eindexamen biologie pilot vwo I West-Europese duinvalleien bedreigd Natte kalkrijke duinvalleien met hun typische plantengemeenschappen worden steeds zeldzamer, niet alleen in Nederland maar in heel West-Europa. Dit komt niet alleen

Nadere informatie

Stikstofdepositie in kalkrijke en kalkarme duinen: gaat het wel zo goed?

Stikstofdepositie in kalkrijke en kalkarme duinen: gaat het wel zo goed? Stikstofdepositie in kalkrijke en kalkarme duinen: gaat het wel zo goed? Annemieke Kooijman, Arjan van Hinsberg, Erik Noordijk, Mark van Til & Casper Cusell Volgens de Natuurbalans van 2006 gaat het al

Nadere informatie

Luister alsjeblieft naar een opname als je de vragen beantwoordt of speel de stukken zelf!

Luister alsjeblieft naar een opname als je de vragen beantwoordt of speel de stukken zelf! Martijn Hooning COLLEGE ANALYSE OPDRACHT 1 9 september 2009 Hierbij een paar vragen over twee stukken die we deze week en vorige week hebben besproken: Mondnacht van Schumann, en het eerste deel van het

Nadere informatie

Kleine bosmieren versus grote grazers

Kleine bosmieren versus grote grazers Kleine bosmieren versus grote grazers Hollands duinen bezitten geschikt leefgebied voor bosmieren, vooral op plaatsen waar een eikenberkenbos tot ontwikkeling is gekomen, zoals in de vallei Bierlap in

Nadere informatie

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla

Nadere informatie

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Quality of Life and Depressive Symptoms of People with Multiple Sclerosis:

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

Insecten in grasbermen: kansen, maar geen wonderen. Jinze Noordijk, Theo Zeegers EIS Kenniscentrum Insecten (Naturalis)

Insecten in grasbermen: kansen, maar geen wonderen. Jinze Noordijk, Theo Zeegers EIS Kenniscentrum Insecten (Naturalis) Insecten in grasbermen: kansen, maar geen wonderen Jinze Noordijk, Theo Zeegers EIS Kenniscentrum Insecten (Naturalis) Variatie in bermen grazige berm op klei berm met heide berm met bomen Schrale berm

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Leefgebieden in de duinen. Les met werkblad - biologie

Leefgebieden in de duinen. Les met werkblad - biologie Groep 5 t/m 8 Les met werkblad - biologie Doel: Leerlingen weten na de les dat leefomstandigheden op kleine stukjes van een gebied sterk kunnen verschillen. Leerlingen kunnen noemen dat er door hoogteverschillen

Nadere informatie

Rode bosmieren van de Einderheide in 2017 Inventarisatie ten behoeve van het groene spechten onderzoek

Rode bosmieren van de Einderheide in 2017 Inventarisatie ten behoeve van het groene spechten onderzoek Rode bosmieren van de Einderheide in 2017 Inventarisatie ten behoeve van het groene spechten onderzoek Jan Kolsters December 2017 Inleiding Zoals in ons eerder onderzoek is gebleken maken de rode bosmieren

Nadere informatie

Veldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer).

Veldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer). Bijenvraagbaak casus 1: Zoetermeer Westerpark Menno Reemer (EIS Kenniscentrum Insecten) & Robbert Snep (Alterra) 6 oktober 2014 Vraagsteller: Hendrik Baas (Gemeente Zoetermeer) Gebied: Zoetermeer, Westerpark,

Nadere informatie

GPS Wandeling Kootwijkerzand

GPS Wandeling Kootwijkerzand In deze folder vindt u de beschrijving van een gps route door het Kootwijkerzand, een prachtig stuifzandgebied in Kootwijk. Deze route is ontwikkeld door het IVN, een vereniging die zich inzet voor natuur-

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Health targets: navigating in health policy. van Herten, L.M. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Health targets: navigating in health policy. van Herten, L.M. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Health targets: navigating in health policy van Herten, L.M. Link to publication Citation for published version (APA): van Herten, L. M. (2001). Health targets: navigating

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering The Relationship between Daily Hassles and Depressive Symptoms and the Mediating Influence

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe. Als je een onderdeel

Nadere informatie

Quick scan ecologie Grote Sloot 310 te Schagerbrug

Quick scan ecologie Grote Sloot 310 te Schagerbrug Quick scan ecologie Grote Sloot 310 te Schagerbrug Quick scan ecologie Grote Sloot 310 te Schagerbrug Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag T. Ursinus 12.011 maart 2012 Gedeelte van het

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

Monitoring bodemdaling Ameland. Grote rapportage 2011

Monitoring bodemdaling Ameland. Grote rapportage 2011 Monitoring bodemdaling Ameland Grote rapportage 2011 Voorspellingen Geomorfologie, Wad, Kwelders en Duinen Geschiedenis vanaf 1986 Luchtfoto van centrum bodemdalingsgebied Prognoses Bodemdaling Prediction

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Organochloorbestrijdingsmiddelen en lood en cadmium in wild

Organochloorbestrijdingsmiddelen en lood en cadmium in wild Organochloorbestrijdingsmiddelen en lood en cadmium in wild K.M. Jonker S.J.M. Ottink H.P.G.M. Bos I. ten Broeke KEURINGSDIENST VAN WAREN OOST AFDELING SIGNALERING SECTOR: LABORATORIUM Postbus 202 7200

Nadere informatie

Programmatische Aanpak Stikstof TERSCHELLING

Programmatische Aanpak Stikstof TERSCHELLING Programmatische Aanpak Stikstof TERSCHELLING Programma informatieavond Programma Aanpak Stikstof (PAS) 19.30-20.00 uur Inloop 20.00-20.05 uur Opening door voorzitter Piet Dijkstra - Programma en doel van

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

ETIKETTERING EN SAMENSTELLING VAN TEXTIEL

ETIKETTERING EN SAMENSTELLING VAN TEXTIEL ETIKETTERING EN SAMENSTELLING VAN TEXTIEL Stof van de rol nader onderzocht Rapportnummer ND03R015 drs. H.R. Reus G.A. Busser K. Stavenga VWA/Keuringsdienst van Waren Regionale Dienst Noord Postbus 465

Nadere informatie

Biotoop heide. Cursus natuurmanagement, 2019

Biotoop heide. Cursus natuurmanagement, 2019 Biotoop heide Cursus natuurmanagement, 2019 Natura 2000 Wat doen we vandaag? Heide Heide in Vlaanderen Begin 19 de eeuw Grootste uitbreiding heidelandschap (woeste grond) De mens vecht om er te overleven.

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

Outline A PERMANENT PASTURE LAYER BASED ON OPEN DATA 11/24/2014. The creation and monitoring of a permanent pasture layer

Outline A PERMANENT PASTURE LAYER BASED ON OPEN DATA 11/24/2014. The creation and monitoring of a permanent pasture layer A PERMANENT PASTURE LAYER BASED ON OPEN DATA The creation and monitoring of a permanent pasture layer 20 th of November 2014, Marcel Meijer Outline Open Data in the Netherland Greening elements Calculating

Nadere informatie

Korstmossen op zand van verschillende herkomst in Proeftuin Broekhuizen te Leersum ( )

Korstmossen op zand van verschillende herkomst in Proeftuin Broekhuizen te Leersum ( ) Korstmossen op zand van verschillende herkomst in Proeftuin Broekhuizen te Leersum (1972-1997) Rita Ketner-Oostra & Ger Londo Inleiding In 1971 werd een van de vestigingen van het Rijksinstituut voor Natuurbeheer

Nadere informatie

Duinen met Hippophaë rhamnoides (H2160) Verkorte naam: Duindoornstruwelen

Duinen met Hippophaë rhamnoides (H2160) Verkorte naam: Duindoornstruwelen Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Duinen met Hippophaë rhamnoides

Nadere informatie

Effecten van steenmeel op de bodemecologie gefinancierd door provincies Noord-Brabant en Gelderland

Effecten van steenmeel op de bodemecologie gefinancierd door provincies Noord-Brabant en Gelderland Effecten van steenmeel op de bodemecologie gefinancierd door provincies Noord-Brabant en Gelderland Jaap Bloem 1, Gert-Jan van Duinen 2, Maaike Weijters 3 1 Wageningen Environmental Research 2 Stichting

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1 De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress en Energie bij Moeders The Effect of MBSR-training on Mindfulness, Perceived Stress

Nadere informatie

Bedrijven & Biodiversiteit = 3!

Bedrijven & Biodiversiteit = 3! Bedrijven & Biodiversiteit... 1+ 1 = 3! Context, praktijk en kansen 6 Oktober 2016, Robbert Snep Verspreiding van bedrijventerreinen in Nederland Bedrijventerrein ?? ?? Infra-rood beeld: rood is bomen,

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Waarnemingen. AIC te Castricum

Waarnemingen. AIC te Castricum 7 AIC te Castricum Waarnemingen Op het braakliggend terrein grenzend aan de Beverwijkerstraatweg is de vegetatie nauwelijks ontwikkeld. Oude restanten van een fundering zijn nog zichtbaar. Overal ligt

Nadere informatie

Bermenplan Assen. Definitief

Bermenplan Assen. Definitief Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL-COMPEX 2006

Bijlage VMBO-GL en TL-COMPEX 2006 Bijlage VMBO-GL en TL-COMPEX 26 tijdvak 1 BIOLOGIE CSE GL EN TL COMPEX Deze bijlage bevat informatie. 613-1-589b DUINEN INFORMATIE 1 DUINGEBIEDEN Het grootste deel van de Nederlandse kust bestaat uit duingebieden.

Nadere informatie

Flora van open moerassen,

Flora van open moerassen, Indicator 18 november 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de Nederlandse moerassen

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead 7.1 Exploring Combinations of Ten Look at these cubes. 2. Color some of the cubes to make three parts. Then write a matching sentence. 10 What addition sentence matches the picture? How else could you

Nadere informatie

ECOTOOPBEHEER IN DROGE DUINEN:STURENDEPROCESSENEN LIMITERENDEFACTOREN

ECOTOOPBEHEER IN DROGE DUINEN:STURENDEPROCESSENEN LIMITERENDEFACTOREN ECOTOOPBEHEER IN DROGE DUINEN:STURENDEPROCESSENEN LIMITERENDEFACTOREN M.Veer 1, F. van der Meulen 1, G.W. Heil 2 en A.M.Kooijman' 1 Vakgroep Fysische Geografie en Bodemkunde, Universiteit van Amsterdam,

Nadere informatie