Ondersteuningsplan Passend Onderwijs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ondersteuningsplan Passend Onderwijs"

Transcriptie

1 Ondersteuningsplan Passend Onderwijs SAMENWERKINGSVERBAND VOORTGEZET ONDERWIJS ZUID - UTRECHT REGIO Nieuwegein, Augustus 2016 Looptijd: 1 augustus 2016 tot en met 31 juli 2018

2 Inhoudsopgave Voorwoord..6 Hoofdstuk 1 Missie, uitgangspunten, visie en ambitie Missie, doelstellingen en uitgangspunten van Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid - Utrecht De missie De uitgangspunten Visie en ambities van Samenwerkingsverband VO Zuid - Utrecht Samenwerken en verbinding als de kracht van het samenwerkingsverband Gezamenlijke verantwoordelijkheid Continuïteit en samenwerking Samenvatting naar inzet en resultaat Kerndoelen overzicht t.a.v. onderwijsinhoud en ondersteuningsvoorzieningen Schooljaar Schooljaar Hoofdstuk 2 De organisatie van SWV VO Zuid - Utrecht Bestuursvorm en bestuursmodel Het ondersteuningsplan Ondersteuningsplanraad Geschillenregeling en bemiddeling Bezwaaradviescommissie Overlegstructuur Hoofdstuk 3 De regio in beeld Kwantitatieve gegevens leerlingen Monitoring leerling stromen Hoofdstuk 4 De inrichting van passend onderwijs

3 4.1 Zorgplicht Schoolondersteuningsprofielen Taken Samenwerkingsverband bij schoolondersteuningsprofielen Basisondersteuning in het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid -Utrecht Voorwaarden voor realisering basisondersteuning Standaard van basisondersteuning in de klas en in de school Extra ondersteuning Extra ondersteuning binnen Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid - Utrecht Overzicht van extra ondersteuning binnen Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid - Utrecht Een dekkend aanbod van voorzieningen? Ondersteuning in een doorgaande lijn Hoofdstuk 5 Toeleiding naar extra ondersteuning Toeleiding naar de extra ondersteuning Aanvraag extra ondersteuning Ontwikkelingsperspectief Behandeling vragen voor extra ondersteuning De Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) Extra steun Duur en kosten van de extra ondersteuning Evenredige verdeling leerlingen met extra ondersteuning binnen het regulier onderwijs Werken met een ontwikkelingsperspectief Verplichting ontwikkelingsperspectief en de inhoud ervan Vaststelling, bijstelling en betrokkenheid van de ouders Het werken met en de duur van het ontwikkelingsperspectief Toelaatbaarheidsverklaring voortgezet speciaal onderwijs

4 5.3.1 Procedure en het beleid over terug- en overplaatsing van leerlingen, bij wie de toelaatbaarheidsverklaring is verstreken Leerlingen in Justitiële Jeugdinrichting (JJi) en Gesloten Jeugdzorg Instelling (GJi) Afspraken met het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Primair Onderwijs Registratie en omgaan persoonsgegevens Beroep en bezwaar Hoofdstuk 6 Nieuwe positie van leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs Integratie van leerwegondersteuning en praktijkonderwijs in het passend onderwijs POVO procedure Toeleiding naar Leerwegondersteunend Onderwijs of het Praktijkonderwijs vanaf Jongeren op het grensvlak pro, lwoo en VSO Beroep en bezwaar Ouderbetrokkenheid Voorlichting aan ouders en leerlingen groep 7 en 8 over het voortgezet onderwijs en in het bijzonder over VMBO-lwoo en pro Hoofdstuk 7 Ouders en passend onderwijs Visie en uitgangspunten Positie van ouders in het passend onderwijs Hoofdstuk 8 Relatie met gemeenten en instellingen voor jeugdhulp Integrale samenwerking en overleg tussen gemeente, onderwijs en jeugdhulp Overleg volgens spelregels Verkenning van de vijf thema s Afstemming passend onderwijs en de jeugdhulp en andere partners Afstemming passend onderwijs en het leerlingenvervoer Afstemming passend onderwijs en leerplicht in verband met thuiszitters Afstemming passend onderwijs en onderwijshuisvesting Toeleiding naar arbeid Hoofdstuk 9 Kwaliteitszorg

5 9.1 Toezichtskader Samenwerkingsverband VO Zuid - Utrecht Toezichtskader Inspectie van het onderwijs Monitoren van de resultaten Hoofdstuk 10 Communicatie Aandachtspunten communicatie Inzet van diverse communicatiemiddelen Hoofdstuk 11 Financiën in het samenwerkingsverband Financieringsmodel Toezichtskader en financieel beleid Noodzaak financieel beleid en monitoring Financiële middelen SWV VO Zuid-Utrecht: een overzicht Bekostiging vanaf De financiële mogelijkheden op korte en lange termijn Toelichting op de lasten binnen de (meerjaren) begroting Bijlagen 55 Bijlage 1 Samenstelling van het Bestuur Bijlage 2 Toezichtkader Stichting Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid - Utrecht [Toezichtskader wordt aangepast najaar 2016] Bijlage 4 Organogram Stichting Samenwerkingsverband Zuid Utrecht Bijlage 5 Leerling kenmerken voor toelaatbaarheidsverklaring voortgezet speciaal onderwijs.. 66 Bijlage 6 Ondersteuningsroute schema Bijlage 7 Werkplan Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) Extra steun Bijlage 8 SchoolWerkt -agenda (uittreksel) Bijlage 9 Kwaliteitsmanagement systeem Samenwerkingsverband Zuid Utrecht Bijlage 10 Monitorkalender Bijlage 11 Meerjaren begroting Bijlage 13 Begrippen en afkortingen

6 Voorwoord Voor u ligt het Ondersteuningsplan Passend Onderwijs van het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid - Utrecht Regio Het voorliggende plan is na de eerste planperiode ( ) geëvalueerd en herzien. Dit ondersteuningsplan kent een looptijd van twee jaar en heeft een geldigheidsduur van 1 augustus 2016 tot en met 31 juli Door te kiezen voor een looptijd van twee jaar kan het samenwerkingsverband beter aansluiten bij veranderingen en de actualiteit in het onderwijs. Dat betekent dat in het voorjaar van 2018 een volgende versie van het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband en een volgende versie van het schoolondersteuningsprofiel door de scholen opgesteld zal worden. Uiteraard ligt daar een evaluatie van de uitgevoerde activiteiten door het samenwerkingsverband en de scholen aan ten grondslag. Hoofddoel van dit ondersteuningsplan is, samen met alle scholen voor voortgezet onderwijs en voor voortgezet speciaal onderwijs, ervoor zorg te dragen dat alle leerlingen passend onderwijs hebben. Om dat te realiseren is ook de steun nodig van partners zoals de instellingen voor jeugdhulp. Al een groot aantal jaren wordt er in deze regio gewerkt aan het realiseren van passend onderwijs en is de ondersteuningsstructuur in die periode alleen maar versterkt. Door de zorgplicht, de versterking van de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de schoolbesturen, de intensivering van de samenwerking met het voortgezet speciaal onderwijs en de ketenpartners uit de jeugdzorg draagt de wet passend onderwijs bij aan de verdieping en bestendiging van mogelijkheden in deze regio. Het huidige ondersteuningsplan is in verschillende gremia besproken. De conceptversie is besproken in het op overeenstemming gericht overleg met de gemeenten op 29 juli De ondersteuningsplanraad heeft meegedacht in de evaluatiefase en speerpunten bepaald waar het voorliggende plan aan moet voldoen. De OPR heeft op 14 juli 2016 haar instemming verleend op dit ondersteuningsplan. Op bestuurlijk niveau en in het directeurenoverleg is reflectie op missie/ visie en uitgangspunten aan de orde geweest en gesproken over de relatie van het ondersteuningsplan met de schoolondersteuningsprofielen van de scholen. Het bestuur heeft op het voorliggende ondersteungingsplan zijn goedkeuring uitgesproken op 29 augustus Vervolgens is het vastgestelde plan op 30 augustus 2016 aangeboden aan de Inspectie van het Onderwijs. Het moet voor iedereen duidelijk zijn hoe we in onze regio passend onderwijs organiseren en wie daarbij betrokken zijn. Communicatie over het realiseren van onze doelstellingen is daarom van groot belang. Wij dragen er zorg voor dat alle betrokkenen bij het samenwerkingsverband goed geïnformeerd zijn over de plannen, de inrichting en de werkwijze van passend onderwijs. Het is de bedoeling dat het voorliggende ondersteuningsplan hiertoe bijdraagt. Nieuwegein, Augustus 2016 R. van Harten, Voorzitter van het bestuur van het samenwerkingsverband 6

7 Hoofdstuk 1 Missie, uitgangspunten, visie en ambitie 1.1 Missie, doelstellingen en uitgangspunten van Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid - Utrecht De missie Alle jongeren in de regio van dit samenwerkingsverband krijgen na het basisonderwijs het voortgezet onderwijs dat bij hen past. Dit onderwijs is op een gewenst niveau en met een optimaal eindresultaat. De wet passend onderwijs dwingt samenwerkingsverbanden de samenwerking tussen het voortgezet onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs juridisch vast te leggen. In de statuten van de nieuwe stichting van het samenwerkingsverband worden in aansluiting op de wet de volgende doelstellingen geformuleerd: a. het realiseren van een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen; b. het realiseren dat zoveel mogelijk van de in de regio woonachtige leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken; c. een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs te krijgen voor in de regio woonachtige leerlingen die extra ondersteuning behoeven De uitgangspunten In de stichtingsakte sluit het bestuur direct aan op de doelstelling van de overheid maar ze geeft hieronder een nadere uitwerking in een aantal uitgangspunten: 1. Missie Het bestuur van het samenwerkingsverband is ervoor verantwoordelijk dat alle jongeren in de regio, na het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs krijgen dat bij hen past. Dit onderwijs is op een gewenst niveau en met een optimaal eindresultaat. 2. Kenmerken Het bestuur van het samenwerkingsverband hanteert deze volgorde in de kenmerken van het onderwijsaanbod in onze regio: a. passend voor de leerling; b. uitvoerbaar voor de school; c. zo mogelijk thuisnabij. 3. Kwaliteit basisondersteuning De basisondersteuning per schoolsoort heeft op de scholen van ons samenwerkingsverband een vergelijkbare kwaliteit en is omschreven in het schoolondersteuningsprofiel. Dat profiel is door het bestuur van de school vastgesteld. Uiteraard bestaan er verschillende accenten en invullingen, welke aansluiten op het eigen ontwikkelingsproces van de school. Een goed werkende interne ondersteuningsstructuur, een zorg- en adviesteam en structurele afspraken met instellingen voor jeugdhulp maken in ieder geval deel uit van het schoolondersteuningsprofiel. 4. Extra ondersteuning In het schoolondersteuningsprofiel wordt ook de aard en omvang van extra ondersteuning beschreven die kan worden aangeboden. Het gaat dan om ondersteuning die boven op de basisondersteuning gegeven wordt. Dat wordt uitgedrukt in meer tijd, inzet van materialen en expertise, aanpassingen in de schoolomgeving en inzet door instellingen voor jeugdhulp. 7

8 Voor leerlingen met extra ondersteuning geldt dat er een ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld. School, ouders en eventueel de leerling zijn betrokken bij de opstelling van dit perspectief. Verplicht onderdeel daarvan is de bepaling van het uitstroomniveau. Dat niveau is passend bij de mogelijkheden van de leerling én van de school. De wet passend onderwijs geeft dat er tenminste één maal per jaar een evaluatiegesprek met de ouders plaatsvindt en indien nodig wordt het ontwikkelingsperspectief dan bijgesteld. Het gedrag van leerlingen met ondersteuningsvragen op het regulier onderwijs mag de leerprestaties van de andere leerlingen zo min mogelijk negatief beïnvloeden en ook mag het de veiligheid van leerlingen en personeel niet in gevaar brengen. Met deze uitgangspunten streeft het samenwerkingsverband naar plaatsing van zoveel mogelijk leerlingen in het reguliere onderwijs. 5. Arrangementen Wanneer passend onderwijs in het regulier onderwijs niet realiseerbaar is zijn er binnen het dekkend aanbod bovenschoolse voorzieningen en arrangementen mogelijk. a. De bovenschoolse tussenvoorzieningen; b. De VSO scholen (cluster 3 en 4); c. Combinatie van onderwijs en zorgvoorzieningen. 6. Voortgezet Speciaal Onderwijs (cluster 1 en 2) Het bestuur van het samenwerkingsverband heeft afspraken gemaakt voor de extra ondersteuning of de toeleiding naar gespecialiseerde scholen buiten de regio voor leerlingen met cluster 1 en 2 kenmerken. 7. Expertise Het bestuur van het samenwerkingsverband zorgt ervoor dat het ondersteuningsaanbod en de (ortho)pedagogische expertise van de scholen in stand wordt gehouden. Hiervoor reguleert het samenwerkingsverband de leerlingstromen om te komen tot een evenwichtige spreiding. 8. Jeugdhulp Het bestuur is mede verantwoordelijk voor een dekkende structuur van ondersteuning in de regio. Daartoe voert zij overleg met de gemeente(n) in het kader van het op overeenstemming gerichte overleg. Ook bevordert zij een goede samenwerking met instellingen voor jeugdhulp en veiligheid in de regio Visie en ambities van Samenwerkingsverband VO Zuid - Utrecht In de missie samenwerkingsverband wordt de ambitie verwoord dat alle jongeren in de regio, na het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs krijgen dat bij hen past. Dit onderwijs is op een gewenst niveau en met een optimaal eindresultaat (passend bij de mogelijkheden van de leerling). De schoolbesturen en het samenwerkingsverband hanteren daartoe een (onderwijs)aanbod in de regio dat passend is voor de leerling, uitvoerbaar is voor de school en zo thuisnabij mogelijk is. De scholen realiseren, conform de afspraken in het samenwerkingsverband, een basisondersteuning en leggen deze vast in het schoolondersteuningsprofiel. Dat wil zeggen dat in principe voor alle leerlingen die zijn ingeschreven op de school geldt dat de school de verantwoordelijkheid heeft deze leerlingen toe te leiden naar de eindstreep. Wanneer tijdens de loopbaan van de leerling er ondersteuningsvragen komen heeft iedere school de verplichting daar conform de afspraken in het samenwerkingsverband naar te handelen. Indien blijkt dat de ondersteuningsvraag van de leerling te complex is en de mogelijkheden van de school overstijgt dan wordt gehandeld conform het principe van de zorgplicht en wordt op zoek gegaan naar een adequate oplossing. Tijdens het gehele traject kan de school rekenen op de nodige ondersteuning welke door of via het samenwerkingsverband kan worden aangereikt. Tegelijkertijd is het de ambitie van alle scholen in het samenwerkingsverband om de ondersteuningsmogelijkheden aan leerlingen op peil te houden. Tevens wil het samenwerkingsverband dat in 2019 alle leraren en onderwijsondersteuners handelingsgericht werken. 8

9 Extra onderwijsondersteuning is alle ondersteuning welke de preventieve en licht curatieve interventies van de lichte ondersteuning, die in de basisondersteuning wordt geboden, overstijgen. Het is de ambitie van het samenwerkingsverband dat de ondersteuningsmogelijkheden in het regulier voortgezet onderwijs worden uitgebreid en dat meer leerlingen van de voormalige VSO doelgroep kunnen deelnemen aan dit onderwijs. Om dit te kunnen realiseren wil het samenwerkingsverband, samen met de aangesloten scholen en ketenpartners, verder werken aan het versterken van de basisondersteuning binnen de scholen voor regulier voortgezet onderwijs. Om deze ondersteuning te schragen zullen in de nabije toekomst speciale arrangementen 1 worden ingericht. Het samenwerkingsverband zal met extra ondersteuning, middelen en expertise van het voortgezet speciaal onderwijs en de instellingen voor jeugdhulp meer leerlingen met een ondersteuningsbehoefte passend onderwijs in de reguliere locaties kunnen bieden. In hoofdstuk 4 De inrichting van passend onderwijs wordt concreter ingegaan op de huidige werkwijze en op de ambities van het samenwerkingsverband. 1.2 Samenwerken en verbinding als de kracht van het samenwerkingsverband Om bovenstaande doelstellingen en ambities te realiseren worden er hoge eisen gesteld aan de kwaliteit van het samenwerken en het belang van een goede verbinding tussen de scholen, de instellingen voor jeugdhulp en de gemeente(n). 2 De opdracht om zorg te dragen voor onderwijs op maat en voor iedere leerling een passende onderwijsplaats is zo groot dat samenwerking noodzakelijk is Gezamenlijke verantwoordelijkheid Voor de besturen is het een opgave om vorm te geven aan de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor de schoolloopbaan van de leerling en daarmee aan de zorgplicht. Gezien de inrichting van de wet- en regelgeving, ontstaat er een bijzondere relatie tussen het samenwerkingsverband en de scholen voor voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs en voor de scholen voor vmbo welke ook leerwegondersteunend onderwijs verzorgen. Immers wanneer er sprake is van een groei van het aantal leerlingen op die scholen, boven vastgestelde normaantallen, heeft dit tegelijk financiële consequenties voor de samenwerkende schoolbesturen. Werken aan de kwaliteit van de basisondersteuning, het zo vroeg mogelijk onderkennen van problemen en het goed monitoren van de leerlingstromen zijn instrumenten die in de komende jaren toegepast moeten worden. Zo worden er door het ministerie OCW zogenaamde kijkglazen ontwikkeld, waarmee leerlingstromen in kaart gebracht worden. Regionaal is de inzet van digitale instrumenten voor bijvoorbeeld de toeleiding naar de extra steun uitgebreid. De monitoring van de extra steun arrangementen is via de één loket module van Onderwijs Transparant mogelijk. Daarnaast is de ontwikkeling van een Dashboard in een vergevorderd stadium. Hierin komen belangrijke kengetallen ter beschikking Continuïteit en samenwerking Om de continuïteit in het onderwijsaanbod te bewaken heeft het samenwerkingsverband structurele contacten met: - het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Primair Onderwijs 26-05; - de besturen en scholen voor leerlingen in cluster 1 en 2; - het middelbaar beroepsonderwijs. 1 Het begrip arrangementen wordt op diverse manieren gebruikt. We spreken van een onderwijsarrangement wanneer er binnenschools specifieke en aanvullende maatregelen worden genomen. We spreken van een onderwijs-zorgarrangement, wanneer er bij de uitvoering van het arrangement structurele afspraken zijn gemaakt tussen het onderwijs en een instelling voor jeugdhulp. 2 Vertrekpunt voor de samenwerking tussen het onderwijs, de instellingen voor jeugdhulp en de gemeenten is het gedachtegoed van integraal werken. Voor de gezamenlijke uitganspunten van onderwijs en jeugdhulp verwijzen wij naar Hoofdstuk 8. 9

10 Bij deze contacten gaat het vooral om het maken van afspraken over de doorstroom van leerlingen en de overdracht van informatie. Bijzondere aandacht wordt gegeven aan leerlingen waarbij sprake is van extra ondersteuning. Met de besturen en scholen voor cluster 1 en 2 zijn afspraken gemaakt over de wijze waarop de expertise van die scholen na 1 augustus 2014 ingezet wordt in de vorm van een concreet ondersteuningsaanbod aan de scholen. Ook voor de leerlingen met een rugzak voor die clusters geldt dat deze wordt afgeschaft. De school waar die leerlingen staan ingeschreven krijgt vervolgens de taak om een ondersteuningsaanbod te ontwikkelen passend bij de onderwijsbehoefte van de school. De ervaringen in de afgelopen jaren hebben geleerd dat een uitgesproken visie en ambitie fundamenteel is om tot resultaatgerichte samenwerking te komen. Gevolg van die visie is dat een bundeling van expertise georganiseerd is. 1.3 Samenvatting naar inzet en resultaat Voor het samenwerkingsverband betekent de realisering van deze visie dat er gewerkt wordt aan het behalen van resultaten. Er is een stevig systeem van kwaliteitszorg neergezet. Er zijn kerndoelen geformuleerd met concrete opbrengsten. Deze resultaten worden gemonitord in het kwaliteitsmanagementsysteem. Door middel van voortgangsrapportages vindt verantwoording plaats richting het bestuur. Hieronder een aantal resultaten waarover het samenwerkingsverband verantwoording aflegt. Daarnaast verwijzen wij op deze plaats naar het kwaliteitsmanagementsysteem (bijlagen 10 en 11) en hoofdstuk 9 Kwaliteitszorg. - Alle scholen voldoen aan de afspraken die in het samenwerkingsverband zijn gemaakt over de basisondersteuning en deze basisondersteuning is per schoolsoort vergelijkbaar van kwaliteit. - De ondersteuningsmogelijkheden in het regulier voortgezet onderwijs worden uitgebreid zodat zoveel mogelijk leerlingen aan dit onderwijs kunnen deelnemen; - De competenties van leraren in het vroegtijdig signaleren van ondersteuningsbehoeften, het handelingsgericht werken, het omgaan met verschillen en de vertaling daarvan naar didactisch en pedagogisch handelen is toegenomen; - De scholen zijn tevreden over alle activiteiten welke het samenwerkingsverband onderneemt en aanbiedt; - Ouders ervaren dat op adequate, snelle en zorgvuldige wijze een passend aanbod beschikbaar is voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften; - Het aantal leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs beweegt zich in de categorie licht dalend/stabiel; - Er zijn geen thuiszitters; - De prestatie indicatoren zijn gelijk aan de prestatie indicatoren die in het waarderingskader van het toezichtkader van de Onderwijsinspectie worden genoemd. In het toezichtskader van de inspectie worden de volgende zes resultaten aangeven van het samenwerkingsverband. Samen met de voorgaande, door het samenwerkingsverband zelf aangegeven resultaten, geeft dit een duidelijk perspectief voor de activiteiten in de komende jaren. 1. Het samenwerkingsverband realiseert passende ondersteuningsvoorzieningen voor alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. 2. Het samenwerkingsverband realiseert de toewijzing van de extra ondersteuning en de plaatsing van de leerling tijdig en effectief. 3. Het samenwerkingsverband zet zijn middelen doelmatig in. 4. Het samenwerkingsverband realiseert de beoogde kwalitatieve en kwantitatieve resultaten die het voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften heeft opgesteld. 5. Binnen het samenwerkingsverband is geen sprake van schoolverzuim door leerlingen vanwege het ontbreken van de benodigde extra ondersteuning of schoolverzuim door leerlingen die (mogelijk) extra ondersteuning nodig hebben. 6. Het samenwerkingsverband stemt goed af met jeugdzorg en WMO-zorg. 10

11 Uit bovenstaande beoogde resultaten worden jaarlijks de kerndoelen geformuleerd in het kwaliteitsmanagementsysteem (KMS). De belangrijkste concrete doelen t.a.v. het thema Onderwijsinhoud en ondersteuningsvoorzieningen voor en uit het KMS zijn hieronder weergegeven. Voor de complete uitwerking van kerndoelen en evaluaties verwijzen wij naar bijlage 9 Kwaliteitsmanagementsysteem. 1.4 Kerndoelen overzicht t.a.v. onderwijsinhoud en ondersteuningsvoorzieningen Schooljaar I. Basisondersteuning/Professionalisering van docenten, Handelingsgericht werken Doel Toelichting Activiteit SWV Toetsing Alle indicatoren HGW zijn eind schooljaar minimaal 80% voldoende of goed. De verbeterslag is met name gericht op de indicatoren benoemen en benutten sterke kanten, samenwerking leerkrachten en leerlingen, benoemen smart doelen, aanwezigheid groepsplan en bespreken groepsplan. Het realiseren van de basisondersteuning is de verantwoordelijkheid van de afzonderlijke schoolbesturen. Faciliteert de scholen voor de inzet Begeleiders Passend Onderwijs; Organiseert en versterkt het netwerk Begeleiders Passend Onderwijs; Bevordert het werken met OPP s in scholen (en daarmee HGW) via de aanvraag (en evaluaties) van arrangementen. D.m.v. module Perspectief op school. II. Terugdringen thuiszitters/schoolverzuim/vsv Doel Toelichting Activiteit SWV Toetsing Er is met de gemeente een sluitende aanpak opgesteld. Speerpunt is het terugdringen van (on)geoorloofd thuiszitten van leerplichtige leerlingen. Daarnaast opnieuw onderwijsperspectief bieden aan jongeren met een (tijdelijke) vrijstelling van leerplicht (of voorkomen van afgeven van vrijstellingen). Uitvoering geven aan het Thuiszitterspact 3 (PO Raad, VO raad en VNG) van juni Faciliteert de inzet van expertise vanuit de Kleine Prins op de VO scholen t.b.v. terugdringen omvang / verkorten duur thuiszitters door inzet BPO Kleine Prins; Is betrokken bij aanvraag/beoordeling vrijstellingen in overleggen met Leerplicht; Initieert en leidt het regionale overleg met de Leerplichtambtenaren; Faciliteert (mede) onderwijs(zorg) arrangementen. Beleidsdocument met samenwerkingsafspraken en d.m.v. analyse thuiszitters. III. Dekkend aanbod 3 Ambitie Thuiszitterspact: In 2020 zit geen kind langer dan 3 maanden thuis zonder passend aanbod van onderwijs en/of zorg. 11

12 Doel Toelichting Activiteit SWV Toetsing Uitwerking geven aan de notitie De toekomst van Doorstart en Anna De Linie. Schooljaar start de nieuwe bovenschoolse voorziening Anna De Linie, waarin opgenomen de Reboundvoorziening Doorstart. Participeert in de Stuurgroep de Nieuwe Linie; Zet middelen in ter realisatie van de beoogde kwaliteit; Ziet toe op de kwaliteit. Stuurgroep bundeling van informatie t.a.v. processen Doel Toelichting 10 % van de leerlingenpopulatie Berg en Boschschool Houten stroomt einde schooljaar door naar het regulier VO. Het samenwerkingsverband wil de verwijzing naar het VSO beperken en de instroom vanuit het VSO naar het reguliere VO bevorderen. Activiteit SWV Toetsing Heeft hiertoe een Pilot VO-VSO Berg en Bosch opgericht, en geeft uitvoering aan het projectplan; Stimuleert opzet trajectvoorzieningen in de VO scholen, waardoor meer leerlingen binnen de reguliere scholen kunnen worden ondersteund. D.m.v. monitor leerlingstromen Het domein Dekkend aanbod omvat verder een 4-tal initiatieven, waaronder aanbod voor hoogbegaafdheid en executieve functies (zie bijlage 9 Kwaliteitsmanagementsysteem). IV. Toeleiding naar extra ondersteuning Doel Toelichting Activiteit SWV Toetsing Ten aanzien van onderwijs(zorg)arrangementen bestaat duidelijkheid over - wat onder onderwijs valt en wat onder zorg; - toekenning categorieën 1, 2 en 3; - wanneer het samenwerkingsverband participeert in breed casuïstiek overleg; - het onderscheid van basis- en extra ondersteuning m.b.t. curatieve voorzieningen. Procedures en criteria daar waar nodig aanscherpen, ook wat betreft adviesfunctie. Participeert in grote overleggen in geval van bijzondere / complexe casuïstiek; Werkt nauw samen met gemeenten /sociale teams in de toeleiding naar onderwijs-zorgarrangementen; Casuïstiek besprekingen met als doel het grijze gebied tussen zorg en onderwijsarrangementen verhelderen; In het directeurenoverleg onderscheid basisondersteuning extra ondersteuning nader omschrijven. Einde schooljaar is bovenstaande beschreven in het Werkplan PCL Extra steun. V. LWOO 12

13 Doel Toelichting Er zijn standaarden voor leerweg ondersteuning. Er worden standaarden ontwikkelt t.a.v. de kwaliteit leerwegondersteuning waardoor transparantie ontstaat t.a.v. inzet van LwOO middelen. Activiteit SWV Toetsing Coördineert de hiertoe samenstelde werkgroep waarin alle LwOO en PrO locaties zijn vertegenwoordigd. Eind schooljaar zijn de standaarden beschreven in het beleidsdocument LwOO/ PrO. Doel Toelichting Activiteit SWV Toetsing Er is beleid ontwikkeld m.b.t. toekenning LwOO middelen. Per januari 2018 komen de landelijke criteria voor aanwijzing LwOO te vervallen. Dit vereist het formuleren van eigen beleid in het samenwerkingsverband. Coördineert de hiertoe samenstelde werkgroep waarin alle LwOO en PrO locaties zijn vertegenwoordigd. Toetst proces en inhoud gedurende invoeringstraject door verschillende gremia. Eind schooljaar is de wijze van toekennen LwOO middelen beschreven het beleidsdocument LwOO/ PrO Schooljaar Doelen: Alle indicatoren HGW zijn eind schooljaar minimaal 90% voldoende of goed. Anna De Linie en Doorstart zijn volledig geïntegreerd. Uitbreiding good practice vanuit pilot VO VSO Berg en Bosch naar andere V(S)O scholen; Beleid LWOO vaststellen en doorvoeren i.v.m. verdwijnen landelijke criteria per ; Implementeren van de sluitende aanpak met gemeenten t.a.v. thuiszitters; Doorontwikkeling aanbod basisondersteuning en extra ondersteuning executieve functies; Aanbod extra steun hoogbegaafdheid versterken; Stimuleren uitbreiding en doorontwikkeling trajectvoorzieningen. Concrete uitwerking van bovenstaande doelen per domein gebeurt in de bijstelling van het kwaliteitscyclus in evaluatie mei/ juni

14 Hoofdstuk 2 De organisatie van SWV VO Zuid - Utrecht In dit hoofdstuk geven wij een schets van de organisatie en werkwijze van het samenwerkingsverband. Ingegaan wordt op de rechtsvorm van het samenwerkingsverband, de deelnemende bevoegde gezagen en scholen en de werkwijze die wordt gevolgd. Naast de statuten is voor de organisatie van het samenwerkingsverband ook het toezichtskader van groot belang. Dat toezichtskader sluit aan op de keuze voor het one-tier model (zie hiervoor bijlage 1). In een aantal gevallen vult het toezichtskader de statuten aan en concretiseert het een aantal werkwijzen. 2.1 Bestuursvorm en bestuursmodel Op basis van het advies van een externe deskundige is in maart 2016 door het bestuur van Samenwerkingsverband Zuid Utrecht het koersbesluit genomen om door middel van het one tier model invulling te geven aan de scheiding van bestuur en toezicht. De statutenwijziging gaat in per 1 augustus De stichting kent als orgaan het bestuur. Het bestuur bestaat uit: a. één uitvoerend bestuurder; en b. een door het bestuur vast te stellen aantal van maximaal tien niet-uitvoerend bestuurders. Slechts natuurlijke personen kunnen tot niet-uitvoerend bestuurder worden benoemd. De uitvoerend bestuurder, aan wie de titel "directeur-bestuurder" wordt toegekend, is belast met het dagelijks bestuur van de stichting en uitvoerende taken. De niet-uitvoerend bestuurders, aan wie gezamenlijk de titel "algemeen bestuur" wordt toegekend, zijn belast met het houden van toezicht op het beleid van de directeur-bestuurder en op de algemene gang van zaken in de stichting en de met de stichting verbonden organisatie. Bij de vervulling van zijn taak richten de leden van het algemeen bestuur zich naar het belang van de stichting en de met de stichting verbonden organisatie. 2.2 Het ondersteuningsplan Het samenwerkingsverband volgt ten aanzien van de inhoud van het ondersteuningsplan de Wet passend onderwijs en naar aanleiding hiervan ontworpen formats en handreikingen. Verder zijn de volgende afspraken van belang: a. het bestuur stelt ten minste éénmaal in de vier jaar een ondersteuningsplan vast; b. de directeur-bestuurder stelt een voorstel voor het ondersteuningsplan op onder andere gebaseerd op de door de aangesloten scholen vastgestelde ondersteuningsprofielen; c. het bestuur neemt een voorgenomen besluit aangaande het voorstel en zendt het voorstel voor het ondersteuningsplan aan de burgemeester en wethouders van de gemeenten van de regio van het samenwerkingsverband en voert met hen een op overeenstemming gericht overleg. De betreffende burgemeesters en wethouders en het bestuur stellen hiertoe gezamenlijk een overlegprocedure vast welke procedure in ieder geval een geschillenregeling dient te bevatten; d. het bestuur overlegt over het voorstel voor het ondersteuningsplan met het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18a lid 2 van de Wet op het primair onderwijs, waarvan de regio geheel of gedeeltelijk samenvalt mede regio van het onderhavige samenwerkingsverband; e. het bestuur zendt het voorstel voor het ondersteuningsplan tijdig ter instemming aan de ondersteuningsplanraad; f. het bestuur stelt, doch niet voordat instemming van de ondersteuningsplanraad is verkregen en niet voordat het gevoerde op overeenstemming gericht overleg en het samenwerkingsverband passend onderwijs primair onderwijs, heeft plaatsgevonden, het definitieve ondersteuningsplan vast. 2.3 Ondersteuningsplanraad De Wet Passend onderwijs schrijft voor dat een samenwerkingsverband de beschikking heeft over een ondersteuningsplanraad. Daarover gelden de volgende afspraken: a. het samenwerkingsverband stelt tevens een ondersteuningsplanraad in. Het bestuur stelt een reglement vast voor de ondersteuningsplanraad met inachtneming van de bepalingen van de Wet Medezeggenschap op Scholen; 14

15 b. de ondersteuningsplanraad bestaat uit leden die worden afgevaardigd door de leden van de afzonderlijke medezeggenschapsraden van de scholen en wel zodanig dat het aantal leden gekozen uit personeel onderscheidenlijk ouders/leerlingen elk de helft van het aantal leden van de ondersteuningsplanraad bedraagt; de ondersteuningsplanraad kan uit een kleiner aantal leden bestaan dan het aantal afzonderlijke medezeggenschapsraden van de scholen; c. het samenwerkingsverband behoeft de voorafgaande instemming van de ondersteuningsplanraad met betrekking tot de vaststelling of wijziging van het ondersteuningsplan. 2.4 Geschillenregeling en bemiddeling In geval van geschillen over de toepassing van de samenwerking zullen de partijen die het geschil betreft trachten het geschil in eerste instantie intern op te lossen, eventueel met behulp van een externe of interne bemiddeling. Eerst indien het onmogelijk gebleken is een geschil als hiervoor bedoeld op te lossen met behulp van bemiddeling, heeft elke partij het recht om het geschil voor te leggen aan de landelijke geschillencommissie waarbij het samenwerkingsverband is aangesloten. 2.5 Bezwaaradviescommissie Het samenwerkingsverband heeft een commissie ingesteld die: a. adviseert over bezwaarschriften betreffende beslissingen van het samenwerkingsverband over toelaatbaarheid van leerlingen tot het voortgezet speciaal onderwijs; b. een voor de aangeslotenen bindende uitspraak doet inzake geschillen waarbij een aangeslotene ernstig in zijn belang wordt geschaad; c. de commissie bestaat uit een voorzitter en minimaal twee (2) leden. De voorzitter maakt geen deel uit van en is niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het samenwerkingsverband. 2.6 Overlegstructuur Voor het goed functioneren van het samenwerkingsverband functioneren de volgende overlegorganen: Overleggen direct in aansluiting met de wettelijke taakstelling: - de bestuursvergadering; - de overleggen van de ondersteuningsplanraad; - de overleggen van de medezeggenschapsraden over het schoolondersteuningsprofiel; - de overleggen van bezwaaradviescommissie. Overleggen in verband met beleidsvoorbereiding en uitvoering: - directeurenoverleg. Overleggen ter versterking van de ondersteuningsstructuur van de scholen: - netwerk van zorgcoördinatoren; - netwerk begeleiders passend onderwijs. Overleggen met gemeente(n) en instellingen voor jeugdhulp: - het op overeenstemming gerichte overleg met gemeente(n) en bestuur samenwerkingsverband; - leerplicht en verzuim; - de voorbereidende overleggen met ambtenaren en directeur-bestuurder samenwerkingsverband. Overleggen in verband met ondersteuningsbeslissingen leerlingen: - permanente commissie leerlingenzorg. Overleggen met regionale partners: - naburige samenwerkingsverbanden; - voortijdig schoolverlaten; - samenwerking voortgezet onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs. 15

16 Hoofdstuk 3 De regio in beeld Het samenwerkingsverband vervult een belangrijke regionale functie. Zo worden op niveau van het samenwerkingsverband maatregelen voorbereid die ervoor moeten zorgen dat er voor iedere leerling een passende plaats is in het onderwijs. Daarnaast is de samenwerking met de gemeenten en de instellingen voor jeugdhulp van belang om te zorgen voor een dekkend aanbod van onderwijs en jeugdhulp. Met het oog op die regionale samenwerking is brengen wij op deze plaats de huidige onderwijssituatie van de regio in beeld. Daarbij is de aandacht vooral gericht op de meerjarige kwantitatieve gegevens van de leerlingen in de regio. Op basis van de gegevens komen we vervolgens tot een aantal constateringen, welke bruikbaar zijn bij de verdere inrichting van het ondersteuningsplan. In dit hoofdstuk zijn we uitgegaan van de teldatum 1 oktober 2015, zie Kengetallen, Kwantitatieve gegevens leerlingen De volgende vijf gemeenten omvatten het samenwerkingsverband: 1. Houten 2. IJsselstein 3. Lopik 4. Nieuwegein 5. Vianen Scholen voortgezet onderwijs De volgende scholen voor voortgezet onderwijs werken samen in dit samenwerkingsverband: Aantal extra steun Naam school Gemeente Aantal leerlingen arrangementen 1 RK SGM Cals College Nieuwegein RK SGM Cals College IJsselstein Wellantcollege Houten VSO Berg en Boschschool* Houten Praktijkschool De Baanbreker IJsselstein Oosterlicht College Nieuwegein Oosterlicht College Vianen Anna Lyceum en Anna Mavo Nieuwegein Anna VMBO Nieuwegein Anna De Linie Nieuwegein College De Heemlanden Houten Houtens Houten Totalen *VSO Berg en Boschschool heeft slechts 1 vestiging in ons samenwerkingsverband. Totaal aantal leerlingen ingeschreven op de scholen voor voortgezet onderwijs (11.011) en het voortgezet speciaal onderwijs (70) van het samenwerkingsverband: leerlingen. De overige VSO leerlingen volgen onderwijs op VSO scholen buiten dit samenwerkingsverband (zie ook Kengetallen). Op grond van de leerling daling, welke al enkele jaren zichtbaar is in het primair onderwijs wordt voor de komende ook een daling van het totaal aantal leerlingen verwacht in het voortgezet onderwijs. 16

17 Deelname aan leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs LWOO % reg PrO % reg Totaalpercentage lwoo/pro ,78% 202 2,14% 12,92% ,85% 198 2,03% 12,88% ,82% 193 1,92% 12,74% Grondslag ,15% 192 1,84% 12,99% ,18% 179 1,67% 12,84% ,41% 182 1,65% 12,09% Constatering a. Het deelnamepercentage van het lwoo/ pro op 1 oktober 2012 dient als basis voor de subsidie van het aantal lwoo/ pro leerlingen. In 2013 en 2014 zien we in het totaal van lwoo en pro een stijging en daarmee een totaal percentage dat boven de grondslag (meetmoment 2012) uitkomt. In 2015 is het totaalpercentage lwoo en pro leerlingen gedaald tot onder de grondslag. Aantal leerlingen met een extra steun arrangement (voorheen: rugzak cluster 3 en 4) cluster 4 cluster 3 Totaal % reg ,22% ,32% ,56% ,46% ,47% ,35% Constatering b. In de jaren voorafgaande aan passend onderwijs zagen we een constante stijging van het percentage rugzakken. De laatste 3 jaren schommelt het percentage tussen de 1,3 en 1,4%. Voor de komende jaren wordt rekening gehouden met stijging van het percentage. Dit kan doordat er steeds meer kleinere, kortdurende maatwerkarrangementen aangevraagd gaan worden. Daarnaast kan een terugstroom van leerlingen uit het VSO meer aanvragen tot gevolg hebben. 17

18 Deelname aan voortgezet speciaal onderwijs vso cat. 1 vso cat. 2 vso cat. 3 totaal % reg ,42% ,32% Grondslag ,47% ,27% ,11% ,14% Constatering c. Op basis van het aantal vso leerlingen en rugzakken is 1 oktober 2011 uitgangspunt voor de ondersteuningsbekostiging en normbekostiging van het samenwerkingsverband. In het totaalpercentage van de deelname van leerlingen aan het voortgezet speciaal onderwijs zien we gedurende de afgelopen jaren na een stijging in 2012 tot boven de grondslag, hierna percentages die er ruim onder blijven. Dit betekent minder afdracht ten behoeve van het VSO en meer beschikbare middelen voor het reguliere VO. Voor de komende jaren wordt gestreefd naar een deelname percentage van 3%. Deelname aan bovenschoolse voorziening Doorstart In schooljaar 2014/2015 zijn in totaal 32 trajecten in het project Doorstart uitgevoerd. Schooljaar Trajecten totaal Uitgestroomd Teruggeplaatst op school van herkomst: Teruggeplaatst op andere VO-school SWV: VO school buiten SWV Ingestroomd in ROC Geplaatst in REC 4-4 voorziening (eventueel via Op de Rails traject): Anders geplaatst / onbekend Bijv. psychiatrische opvang Van bovenstaande leerlingen zijn in n.v.t een ODR traject geplaatst Traject vervolgd in volgend schooljaar Constatering d. Het aantal leerlingen dat op de reboundvoorziening Doorstart jaarlijks tijdelijk wordt geplaatst ligt sinds 2012 ruim boven de 30 leerlingen. Gemiddeld keert ruim de helft terug naar de school van herkomst. Sommige leerlingen maken een doorstart op een andere reguliere VO school of stromen door naar het MBO. Maximaal een kwart van de leerlingen zien we geplaatst worden in het VSO. 18

19 Thuiszitters Het samenwerkingsverband brengt periodiek alle thuiszitters in beeld en verantwoordt dit naar de Inspectie van het Onderwijs. Samen met leerplicht ambtenaren volgen wij deze leerlingen op casus- en beleidsniveau. We onderscheiden: 1. absoluut verzuimer: leerlingen die niet ingeschreven staat en zonder geldige reden ook geen onderwijs/hulpverlening volgt 2. ingeschreven thuiszitter: leerling die wel ingeschreven staat bij een onderwijsinstelling, maar om diverse redenen meer dan 4 weken verzuimt van school (psychische problematiek, gedragsproblematiek): er is begeleiding aanwezig alleen heeft dit nog niet geleid tot schoolgang 3. frequent verzuimer, geen thuiszitter: leerling staat ingeschreven op een onderwijsinstelling, maar is verontrustend vaak afwezig, alhoewel de afwezigheid niet de 4 achtereenvolgende weken bereikt. Leerplicht is op de hoogte gebracht en heeft bemoeienis. Doelstellingen samenwerkingsverband Het SWV heeft verschillende doelstellingen t.a.v. verzuim / thuiszitten gesteld. 1. Het SWV kent geen thuiszittende leerlingen volgens de definitie (1) 2. Bij leerlingen die geoorloofd thuiszitten vanwege diverse problematiek wordt aantoonbaar inzet gepleegd om deze leerlingen een optimaal onderwijsperspectief te bieden. Analyse Er zijn over het gehele schooljaar 3 absoluut verzuimers geregistreerd, waarvan voor 1 in de loop van het jaar een passende onderwijsvoorziening is gevonden. Het aantal ingeschreven thuiszitters volgens definitie 2 bedroeg in leerlingen. Op basis van de gekozen categorieën kunnen we concluderen dat het merendeel van het verzuim / thuiszittende samenhangt met psychische problemen. Vervolgens blijken veel thuiszittende / frequent verzuimende leerlingen medische problematiek en gedragsproblematiek te hebben. Op basis van deze gegevens kan gesteld worden dat doelstelling 1 niet behaald is. Doelstelling 2 is wel behaald. Als we inzoomen op leerlingenniveau zien we dat bij vrijwel iedere casus aantoonbare inzet is gepleegd. Afstemming tussen school, leerplicht en kernpartners en het inschakelen van het SWV voor het afgeven van een arrangement, toelaatbaarheidsverklaring of geven van advies, kan soms echter wel sneller. Beide doelstellingen blijven daarom wel staan in het schooljaar , waarbij extra acties worden uitgezet om de doelstellingen te behalen (zie ook KMS , bijgestelde datum oktober 2015). Te denken valt aan: het verzuimprotocol tijdig onder de aandacht brengen en evalueren / bijstellen waar nodig, Regelmatig met leerplicht om tafel om casuïstiek te bespreken, afstemming tussen school, leerplicht en kernpartners, inzet van onderwijs-zorgarrangementen. Vanaf voorjaar 2016 volgen we de actuele definities van het Ministerie van OC&W: absoluut verzuim en langdurig relatief verzuim en relatief verzuim. Deze komen overeen met bovengenoemde categorieën. 3.2 Monitoring leerling stromen Meer nog dan in het verleden is het gewenst dat een samenwerkingsverband systematisch onderzoek doet naar de deelname aan scholen en aan voorzieningen. Daarnaast is het van belang inzicht te hebben in de gegevens betreffende de in-, door- en uitstroom. In het schooljaar 2015/2016 heeft het samenwerkingsverband ervoor gekozen te werken met het online platform van Perspectief op School. De schoolondersteuningsprofielen (SOP s van de scholen) worden hierdoor in een online database vervat. Hiermee wil het samenwerkingsverband de basisondersteuning meetbaar maken. Sturingsinformatie wordt inzichtelijk en leerlingaantallen zijn op meerdere niveaus zichtbaar. Zie ook monitorkalender en Kwaliteitsmanagementsysteem in bijlagen 10 en 11. In ieder geval gaat het erom de volgende onderdelen te monitoren: - deelname aan vso, pro, vmbo (met leerwegondersteuning), havo en vwo; 19

20 - overzicht van de leerlingstromen en overgangen van (speciaal) basisonderwijs naar voortgezet (speciaal) onderwijs, tussentijdse uitstroom van leerlingen en uitstroomgegevens); - gebruik door leerlingen van extra ondersteuning (scholen, aantallen, middelen, aantal van interventies, rapportage en verantwoording); - deelname in speciale tussenvoorzieningen (Anna De Linie, Reboundvoorziening Doorstart, De Utrechtse School); - aantal leerplichtige leerlingen met een ontheffing door leerplicht en die wellicht op een andere wijze een dagbesteding hebben; - het aantal thuiszittende leerlingen (in overleg met de scholen en de afdelingen leerplicht); - aantal leerlingen in residentiële en justitiële instellingen; - kwantitatieve gegevens van andere instellingen en flankerend beleid zoals: gegevens voortijdig schoolverlaters, jongeren in de jeugdhulp, gerealiseerde en lopende onderwijs-zorgarrangementen e.d.; - leerlingen die staan ingeschreven op VSO cluster 1 en 2 en leerlingen cluster 1 en 2 die staan ingeschreven op scholen van het samenwerkingsverband en die gebruik maken van de ondersteuning van de landelijke instellingen. 20

21 Hoofdstuk 4 De inrichting van passend onderwijs In dit hoofdstuk geeft het Samenwerkingsverband inzicht in hoe zij in de dagelijkse praktijk, een samenhangend en dekkend geheel van ondersteuningsvoorzieningen heeft ingericht. Daarbij wordt het proces beschreven van preventie, signalering en eerste aanpak tot aan een daadwerkelijk arrangement. Ook worden de voorzieningen omschreven, welke het samenwerkingsverband heeft ingericht om de betreffende arrangementen uit te voeren. Waar mogelijk maakt ook jeugdhulp deel uit van het samenhangend netwerk van ondersteuningsvoorzieningen voor alle jeugdigen binnen het samenwerkingsverband. 4.1 Zorgplicht Bij de samenstelling van dit ondersteuningsplan is o.a. gebruik gemaakt van het Referentiekader Passend Onderwijs dat door de besturenorganisaties is vastgesteld (januari 2013) en de wet passend onderwijs. Kernelementen van de nieuwe wet zijn o.a. de invoering van de zorgplicht, de versterking van de samenwerking tussen schoolbesturen, de versterking van de relatie tussen het voortgezet onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de invoering van de budgetfinanciering. Zie hiervoor: pdf Het geheel van maatregelen dat betrekking heeft op de onderwijsondersteuning van zittende en nieuwe leerlingen (aanmelding, inschrijving en toelating) vat de wetgever samen in het juridisch begrip zorgplicht. De zorgplicht ligt bij het bevoegd gezag van de school en is van toepassing op leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben en die niet zonder meer het onderwijs kunnen doorlopen. Als een school geen passende onderwijsplek kan bieden, moet zij ervoor zorgen dat de leerling op een andere school kan worden geplaatst. Om de zorgplicht waar te kunnen maken moeten alle scholen voor regulier en voortgezet speciaal onderwijs binnen een samenwerkingsverband met elkaar samenwerken en een gezamenlijke verantwoordelijkheid dragen voor de schoolloopbaan van de leerlingen. Deze samenwerking is niet vrijblijvend. Doel is om gezamenlijk een dekkend aanbod van onderwijsondersteuning in de regio te bieden, zodanig dat leerlingen al dan niet met extra ondersteuning een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken Schoolondersteuningsprofielen De invoering van de zorgplicht vraagt om een goed overzicht van de mogelijkheden van scholen op het terrein van ondersteuning aan leerlingen. De wet passend onderwijs geeft aan dat iedere school een schoolondersteuningsprofiel moet hebben. Daarin geeft de school aan welke maatregelen genomen worden voor leerlingen die extra ondersteuning behoeven. Het Samenwerkingsverband heeft ervoor gekozen om de schoolondersteuningsprofielen te vervatten in een online database. Schoolbestuur of samenwerkingsverband verkrijgt inzicht in: De mate waarin de scholen voldoen aan de basisondersteuning De mate waarin het netwerk dekkend is Hoe onderliggende (groepen) scholen presteren op hun ondersteuning Waar ze een plek kan vinden voor een kind met een ondersteuningsbehoefte Hierdoor kan het samenwerkingsverband invulling geven bij onderstaande taken ten aanzien van de schoolondersteuningsprofielen Taken Samenwerkingsverband bij schoolondersteuningsprofielen Het samenwerkingsverband heeft m.b.t. de schoolondersteuningsprofielen, die op alle scholen aan de orde zijn, een inventariserende, stimulerende, faciliterende, en monitorende taak. Inventariseren 21

22 Met behulp van een uniform format wordt door het samenwerkingsverband aan de scholen de opdracht gegeven een beschrijving te maken van het schoolondersteuningsprofiel. Op basis van de beschrijvingen maakt het samenwerkingsverband een inventarisatie van het ondersteuningsaanbod in de regio. Stimuleren De beschrijvingen en de inventarisatie omvatten ook een sterkte / zwakte analyse veelal in de vorm van gesignaleerde ontwikkelpunten. Deze punten kunnen de basis vormen voor zowel een school gebonden als een bovenschoolse vorm van uitwisseling, opzet van netwerken, scholing en professionalisering. Die activiteiten zijn bedoeld om de verdere ontwikkeling te stimuleren, maar ook de onderlinge uitwisseling te versterken. Binnen de overlegstructuur zoals directeurenoverleg en zorgcoördinatoren overleg vindt uitwisseling plaats (bijvoorbeeld over de professionaliseringsplannen, de versterking van het rekenonderwijs e.d.). Faciliteren Financiële middelen van het samenwerkingsverband kunnen op een aantal manieren worden ingezet voor de verdere ontwikkeling van de schoolondersteuningsprofielen. Middelen van het samenwerkingsverband, ingezet voor de verdere ontwikkeling, worden in een resultaatgericht document verantwoord. Monitoren Het inhoudelijke gedeelte van dit ondersteuningsplan drijft grotendeels op de schoolondersteuningsprofielen van de aangesloten scholen. Het samenwerkingsverband houdt zicht op de uitvoering daarvan. Dit is bijvoorbeeld van belang in het kader van de toekenning van extra ondersteuningsarrangementen. Het samenwerkingsverband moet dan zicht hebben of de basisondersteuning die is geboden op het afgesproken niveau. Het gaat hier om een monitorende rol. Het samenwerkingsverband neemt hierbij niet de rol over van de onderwijsinspectie. 4.2 Basisondersteuning in het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid - Utrecht Onder basisondersteuning wordt verstaan het geheel van preventieve en licht curatieve interventies die binnen de ondersteuningsstructuur van de school eventueel samen met ketenpartners planmatig en op een overeengekomen kwaliteitsniveau worden uitgevoerd. Het samenwerkingsverband onderscheidt twee lagen van onderwijsondersteuning: a. basisondersteuning in klas en in de school; b. extra ondersteuning op school of in het samenwerkingsverband. De scholen en schoolbesturen van dit samenwerkingsverband hebben gezamenlijk een standaard ontwikkeld voor de voorwaarden voor realisering van de basisondersteuning en basisondersteuning. Deze standaard bestaat uit zeven indicatoren. De uitvoering van de voorwaarden en de basisondersteuning in zowel het voortgezet als in het voortgezet speciaal onderwijs vallen onder de verantwoordelijkheid van de schoolbesturen Voorwaarden voor realisering basisondersteuning 1. De school heeft zicht op de leerontwikkeling van alle leerlingen en werkt opbrengstgericht. Dit is terug te zien doordat: - De school aan de inspectie-eisen in de standaard voldoet. - De school de ontwikkeling en vorderingen van iedere leerling systematisch bijhoudt. - De school voort bouwt op het leerlingvolgsysteem van de school van herkomst. - De school gebruik maakt van digitale overdracht systemen. 2. De school neemt leerlingen zorgvuldig aan en draagt leerlingen zorgvuldig over. De school voldoet aan de inspectie-eisen op dit onderdeel in de standaard. Dit is terug te zien doordat: - De school zich houdt aan de regionale afspraken voor doorgaande schoolloopbanen (PO-VO, VO- MBO). - De school systematisch uitstroomgegevens bijhoudt. - De school met kernpartners voor warme overdracht van leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte zorgt. 22

23 - De school voor een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt zorgt en, waar nodig, extra begeleiding bij de start op de arbeidsmarkt. - Ouders tijdig betrokken worden bij de overdracht en overgang van leerlingen. 3. De school heeft een goed pedagogisch klimaat en is fysiek en sociaal veilig voor leerlingen en leraren. De school voldoet aan de inspectie-eisen op dit onderdeel in de standaard. Dit is terug te zien doordat: - De school leerlingen actief ondersteunt bij het versterken van sociale vaardigheden. - De school hiervoor gebruik maakt van effectieve (ortho-)pedagogische programma s en methodieken. - De school een veilig sociaal-pedagogisch klimaat voor leerlingen en leraren bevordert. - De school ouders betrekt bij het bevorderen van een veilig sociaal-pedagogisch klimaat voor leerlingen en leraren Standaard van basisondersteuning in de klas en in de school 4. De school werkt handelingsgericht en versterkt de handelingsbekwaamheid en competenties van haar personeel. Dit is terug te zien, doordat: - Leraren aan de competenties van de Stichting Beroepskwaliteit Leraren voldoen. Dat wil zeggen: interpersoonlijk, pedagogisch, vakinhoudelijk, didactisch en organisatorisch competent, competent in het samenwerken met de collega s en de omgeving en competent in reflectie en ontwikkeling. - Leraren goed kunnen omgaan met verschillen in de klas. - De school de competenties van leraren in handelings- en opbrengstgericht werken versterkt. - De leerontwikkeling inzichtelijk is en systematisch met ouders en leerling wordt besproken. - De school voor elke leerling met extra onderwijsbehoeften een ondersteuningsarrangement opstelt en dit vastlegt in een ontwikkelingsperspectief. - De school met een groepsplan werkt. - De school ondersteuning en begeleiding heeft ingericht volgens de vijf cycli van handelingsgericht werken: analyseren, nader diagnosticeren, plannen voorbereiden, plannen uitvoeren, evalueren. - De school ouders bij het opstellen van een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) betrekt. 5. De school werkt samen met kernpartners aan een effectieve ondersteuningsstructuur De school voldoet aan de inspectie-eisen op dit onderdeel in de standaard. Dit is terug te zien doordat: - De school de rollen en verantwoordelijkheden van interne ondersteuners heeft vastgelegd. - De school de interne werkprocessen hierop heeft ingericht. - De school ouders bij beslissingen over de ondersteuning van hun kind betrekt. 6. De school heeft de verantwoordelijkheid van leerling, ouders, leraren en ondersteuners voor de ontwikkeling van de leerling vastgelegd. De school heeft in haar schoolplan/ schoolondersteuningsprofiel/ zorgplan duidelijk omschreven: - Wat zij leerlingen biedt aan onderwijs- en ontwikkelingsmogelijkheden. - Hoe de interne signalerings-, ondersteunings- en begeleidingsstructuur is ingericht. - Welke rollen en verantwoordelijkheden interne ondersteuners hebben. - Wat ouders van de school mogen verwachten. - Wat de school van ouders verwacht en hoe inspraak en medezeggenschap zijn geregeld. - Hoe bij klachten en geschillen moet worden gehandeld (transparante procedures). - Hoe zij ouders betrekt bij beslissingen die hun kind betreffen en ouders toegang biedt tot informatie en tot begeleiding bij de toewijzing van extra onderwijsondersteuning. 7. De school stelt jaarlijks de effectiviteit van de ondersteuning en begeleiding vast. De school voldoet aan de inspectie-eisen op dit onderdeel in de standaard. Dit is terug te zien doordat: - De school doelen heeft geformuleerd voor het ondersteuningsaanbod en beschreven hoe zij die 23

24 wil realiseren. - De school kan aantonen welke ondersteuning en begeleiding zij aan leerlingen met een (extra) ondersteuningsbehoefte heeft geboden. - De school jaarlijks met kernpartners de inzet en opbrengst van de ondersteuning en begeleiding evalueert. - De school met leerling en ouders de inzet en opbrengst van ondersteuning en begeleiding evalueert aan de hand van het ondersteuningsplan. Hieronder geven wij het begeleidingsaanbod weer waarvan de scholen hebben aangegeven dat dit een integraal onderdeel is van de basisondersteuning (*m.u.v. praktijkonderwijs 4 ): - remediale hulpverlening taal; - dyslexiebegeleiding*; - remediale hulpverlening rekenen; - dyscalculiebegeleiding; - faalangstreductietraining; - examenvreesreductietraining*; - sociale vaardigheidstraining; - agressieregulatie training; - rouwverwerking; - studiebegeleiding (gericht op leren leren); - bijles (gericht op vak inhoud)*; - huiswerkbegeleiding*; - examentraining*; - leerling begeleiding; - stagebegeleiding; - begeleiding bij arbeidstoeleiding Realisering en ondersteuning bij de basisondersteuning Vanuit het perspectief van ondersteuning voert de school vooral preventieve en licht-curatieve activiteiten uit. De voorgaande indicatoren geven zicht op de aard van de werkzaamheden. Doel van het samenwerkingsverband is om toe te werken naar een versterking van de basisondersteuning. Om de basisondersteuning te versterken richt het samenwerkingsverband zich in ieder geval op de professionalisering van leraren, de ondersteuning van teams door begeleiders passend onderwijs en de schoolmaatschappelijk werker. Professionalisering van leraren In hoofdstuk 1 van dit ondersteuningsplan heeft het samenwerkingsverband haar ambities geformuleerd voor de komende jaren. Samenvattend komen deze er op neer dat aan elke leerling passend onderwijs geboden wordt en dat een aantal leerlingen met ondersteuningsvragen in het regulier onderwijs opgevangen worden. Gevolg daarvan is dat op termijn minder leerlingen gebruik maken van het voortgezet speciaal onderwijs. Om deze doelen te realiseren zijn de ambities vertaald naar de hiervoor geformuleerde standaarden. Het samenwerkingsverband beseft dat de komende jaren een sterk beroep gedaan wordt op de kwalitatieve inzet van leraren. Vroegtijdige onderkenning, omgaan met verschillen en planmatig- en handelingsgericht werken zijn sleutelbegrippen die bij de realisering van de basisondersteuning van groot belang zijn. De professionalisering van leraren kan zowel plaatsvinden op het niveau van de scholen als op het niveau van het samenwerkingsverband. Inzet van begeleiders passend onderwijs De begeleiders passend onderwijs (BPO er) worden vanuit het samenwerkingsverband ingezet en toegevoegd aan de scholen ter versterking van de teams. Het zijn veelal gedragswetenschappers, orthopedagogen die het 4 *gemarkeerd met een asterisk zijn die ondersteuningsvormen die niet geboden worden in het praktijkonderwijs. Het praktijkonderwijs is een vorm van onderwijs waar in de basisondersteuning de nadruk ligt op zelfredzaamheid en toeleiding naar arbeid. Voor het praktijkonderwijs geldt dat de vak inhoud op de leerlingen is afgestemd. 24

25 handelingsgericht werken in de scholen ondersteunen. Deze neemt deel aan het Intern Zorg Overleg (IZO). Dit zijn de handelingsgerichte leerlingbesprekingen binnen de school. De deelname is primair gericht op het verhelderen van en adviezen geven ten aanzien van eventuele handelingsverlegenheid van leraren met betrekking tot effectieve aanpakken bij leer- en gedragsproblemen. De deelname betreft in eerste instantie het houden van gesprekken of het uitvoeren van klassenobservaties om leerling-docent interacties te bespreken en te verhelderen. Door de interventies van de begeleider passend onderwijs wordt ook ondersteuning geboden bij de verdere realisatie van de basisondersteuning op schoolniveau. De BPO er is daarbij vooral gericht op de verbetering van de effectiviteit van het handelen van leraren in de klas. Wanneer de leer- en of gedragsproblemen de basisondersteuning van de school te boven gaan en extra ondersteuning gewenst is, wordt samen met ouders het groeidocument ingevuld. Inzet van sociale teams/ schoolmaatschappelijk werk Het onderwijs wordt mede gezien als de vindplaats en werkplaats van jeugdigen die extra ondersteuning nodig hebben maar ook als de plek om aan de oplossing te werken. Streven is dat de samenwerking met instellingen voor jeugdhulp een structureel onderdeel gaat worden van de schoolorganisatie. Hierbij gaat de ondersteuning vanuit het sociaal team een essentiële rol spelen. Het sociaal team is een team van professionals met een verschillende deskundigheid, afkomstig van verschillende instellingen op het gebied van welzijn en zorg. Het sociaal team levert basishulp. Dat betekent dat ze beschikt over pedagogische en sociaal-maatschappelijke expertise en basiskennis heeft over psychiatrie en kinderen met een beperking. Het team is actiegericht en versterkt de zelfredzaamheid van opvoeders: het geeft advies hoe het gezin zelf het probleem kan aanpakken en het biedt zo nodig praktische ondersteuning vanuit de vereiste deskundigheid zoals opvoedhulp, talent coaching, hulp bij jeugdoverlast, maar ook intensieve jeugdhulp. Vanuit het sociaal team is een functionaris inzetbaar als vooruitgeschoven post op de scholen. De inzet van het sociaal team en van de schoolmaatschappelijk werker is structureel onderwerp dat aan de orde komt tijdens het op overeenstemming gericht overleg met de gemeente. 4.3 Extra ondersteuning Binnen het samenwerkingsverband is een dekkende structuur van extra onderwijsondersteuning ingericht om alle leerlingen met een extra ondersteuningsvraag een passend aanbod te bieden. Deze extra onderwijsondersteuning omvat alle vormen en combinaties van onderwijs, ondersteuning en/of zorg die de basisondersteuning overstijgen. De grens tussen basisondersteuning en extra ondersteuning wordt door het samenwerkingsverband bepaald. Aan de bovenkant wordt de extra ondersteuning begrensd door het beschikbare budget van het samenwerkingsverband. Grenzen stellen We stellen vast dat er bij het realiseren van arrangementen binnen de scholen voor voortgezet onderwijs er ook een aantal grenzen zijn bij het bieden van ondersteuning. Deze grenzen hebben te maken met de veiligheid van leerlingen en personeel, een intensieve fysieke verzorging, een negatieve beïnvloeding van het leer- en ontwikkelingsproces van medeleerlingen en het aantal leerlingen met ondersteuningsvragen per klas. Zie bijlage 5 Leerling kenmerken voor toelaatbaarheidsverklaring voortgezet speciaal onderwijs. Arrangementen De extra onderwijsondersteuning wordt georganiseerd in de vorm van arrangementen. Deze kunnen variëren van curatief en tijdelijk van aard tot intensief en langdurend of structureel van aard. Voorbeelden van een ondersteuningsarrangement zijn: - tijdelijk toegevoegde ondersteuning voor de docent of het team op de eigen school; - een budget voor de school waarmee deze aan specifieke ondersteuningsbehoefte van een specifieke leerling tegemoet kan komen; - een tijdelijke plaats voor de leerling in een voorziening binnen de eigen school; 25

26 - de (tijdelijke) beschikbaarheid van specifieke hulpmiddelen voor leerlingen met een lichamelijke handicap die de basisondersteuning overstijgen; - een (tijdelijke) plaats voor de leerling binnen een bovenschoolse voorziening; - een gecombineerd traject van onderwijs en jeugdzorg (een onderwijs- zorgarrangement); - een (tijdelijke) plaats of observatie binnen het voortgezet speciaal onderwijs. Fysieke toegankelijkheid De invoering van passend onderwijs en het streven meer leerlingen met beperkingen binnen het regulier onderwijs op te vangen stelt ook eisen aan het flexibel gebruik en inrichting van de schoolgebouwen. De kwaliteit van de huisvesting dient in overeenstemming te zijn met het nastreven van deze doelstelling. Vooral voor leerlingen met een lichamelijke handicap en langdurig zieke leerlingen kunnen fysieke beperkingen van het schoolgebouw of specifieke eisen aan leermiddelen een belemmering vormen voor inschrijving op een reguliere school. Het samenwerkingsverband legt in zijn ondersteuningsbeleid vast hoe het de doelstelling van passend onderwijs voor de individuele leerling wil waarmaken, rekening houdend met de inspanning die van een individuele school op het gebied van fysieke toegankelijkheid kan worden gevraagd (wet gelijke behandeling, artikel 2). Dit geldt tevens voor leerlingen die conform de landelijke criteria zijn geïndiceerd voor cluster 1 of 2 en onderwijs (willen) volgen op een reguliere school. Profilering Het is de bedoeling dat de scholen voor voortgezet onderwijs zich vooralsnog niet gaan specialiseren of profileren. Alle aandacht gaat de komende periode vooral gericht worden op de realisering van de schoolondersteuningsprofielen en dus op de kwaliteit van de basisondersteuning. Het is denkbaar dat een profilering ten aanzien van bepaalde doelgroepen wel wenselijk is. In dit verband kan ook gedacht worden aan kleine aantallen leerlingen uit cluster 1 of cluster Extra ondersteuning binnen Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid - Utrecht Bij het realiseren van haar doelstellingen en ambities is het samenwerkingsverband geschraagd door inzet vanuit expertise in het voortgezet speciaal onderwijs. Het gaat dan bijvoorbeeld om ondersteuning te geven aan leraren en/of mogelijke opzet en ondersteuning van trajectklassen. Het doel is om meer leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte passend onderwijs in de reguliere locaties te bieden. Ook verwachten we dat de kwaliteit van zowel de basisondersteuning als van de extra ondersteuning zal toenemen. Het samenwerkingsverband beseft dat het voortgezet speciaal onderwijs hard nodig blijft, in het bijzonder voor de doelgroep leerlingen met ernstig externaliserend en internaliserend gedrag. Het is de bedoeling om de voorzieningen van het voortgezet speciaal onderwijs te blijven gebruiken voor specifieke doelgroepen. Maar het is de bedoeling om de samenwerking tussen voortgezet- en voortgezet speciaal onderwijs vooral te benutten om samen te zoeken naar alternatieven en waar mogelijk naar nieuwe thuisnabije arrangementen Overzicht van extra ondersteuning binnen Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid - Utrecht 5 Hieronder wordt een overzicht gegeven van de stand van zaken van de extra ondersteuning binnen het samenwerkingsverband. Daarbij zijn wij uitgegaan van de werksituatie in schooljaar A. Extra steun arrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften binnen de reguliere scholen voor voortgezet onderwijs. Een arrangement bestaat uit meerdere onderdelen. Het gaat o.a. om de inzet van expertise, aandacht, 5 Naast onderstaande vormen van extra ondersteuning kent het samenwerkingsverband ook het leerwegondersteunend onderwijs en het praktijkonderwijs. Hieraan wordt aandacht besteed in hoofdstuk 6. 26

27 tijd en voorzieningen. Ook wordt rekening gehouden met de mogelijkheden van het gebouw en de samenwerking met externe partners. De extra ondersteuning van de school wordt handelingsgericht geformuleerd en kan betrekking hebben op: - de leer- en ontwikkelingsondersteuning; - de fysiek medische ondersteuning; - de sociaal-emotioneel en gedragsondersteuning; - de ondersteuning in de thuissituatie (vanuit sociale teams). Deze ondersteuningsarrangementen worden gefinancierd vanuit de middelen zware ondersteuning. De middelen kunnen worden aangevraagd bij de PCL Extra Steun van het samenwerkingsverband. Maar meer dan voorheen zal bij de beslissing over de inzet van middelen en expertise meer maatwerk worden geboden m.b.t. omvang van middelen en de duur van de inzet. De beschikbare middelen voor extra steun arrangementen zijn afhankelijk van het aantal VSO plaatsingen. B. Bovenschoolse tussenvoorzieningen De bovenschoolse tussenvoorzieningen onderwijzen en begeleiden leerlingen tijdelijk. Er is geen reden om deze leerlingen door te verwijzen naar een school voor voortgezet speciaal onderwijs. In deze tussenvoorzieningen worden jongeren uit het voortgezet onderwijs (of rechtstreeks vanuit het basisonderwijs) begeleid om nieuwe vaardigheden op te doen en reeds verworven vaardigheden effectiever in te zetten. Het doel is te zorgen dat elke jongere zich hierna beter kan handhaven in het onderwijsproces van de school van herkomst/ vervolgschool. Het eindperspectief van de jongere kan zowel de terugkeer naar de school van herkomst zijn als een andere, beter bij de jongere passende, school of opleiding binnen het regulier onderwijs. Binnen het samenwerkingsverband wordt Anna De Linie ingericht als bovenschoolse tussenvoorziening (inclusief Reboundvoorziening Doorstart). Leerlingen kunnen hier op maat onderwijstrajecten volgen, met een duur variërend van 4 weken tot maximaal 4 jaar. Leerlingen kunnen ook verwezen worden naar het OPDC De Utrechtse School. C. De scholen voor voortgezet speciaal onderwijs Wanneer de speciale ondersteuningsbehoefte van de leerling de mogelijkheden van het regulier onderwijs overstijgt kan voor deze leerling door de school voor voortgezet speciaal onderwijs bij de PCL Extra steun van het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring worden aangevraagd voor plaatsing op een school voor voortgezet speciaal onderwijs. Uitgangspunt is de ondersteuningsbehoefte van de leerling en de vraag waar deze leerling het best een passend aanbod kan krijgen. De ondersteuningsprofielen van de scholen voor voortgezet speciaal onderwijs geven inzicht in het specifieke aanbod van deze scholen. Cluster 3 De scholen voor cluster 3 zijn de speciale onderwijsvoorzieningen voor leerlingen die zeer moeilijk leren, langdurig ziek zijn, een lichamelijke of meervoudige beperking hebben. Binnen ons samenwerkingsverband bevinden zich geen cluster 3 scholen. Voor plaatsing van deze doelgroep leerlingen werken we samen met de cluster 3 voorzieningen in Utrecht: STIP VSO Utrecht en de Arianne de Ranitzschool. Met de bevoegde gezagen van beide voorzieningen zijn bestuurlijke afspraken gemaakt en beide scholen maken deel uit van het bestuur van het samenwerkingsverband. Daarnaast staan nog een aantal leerlingen ingeschreven op cluster 3 scholen buiten deze regio. Met een aantal van bevoegde gezagen van die scholen zijn ook bestuurlijke afspraken gemaakt. Cluster 4 Cluster 4 scholen zijn bedoeld voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte vanwege een ernstige gedragsproblematiek en/of een psychiatrische stoornis. In het samenwerkingsverband is hiervan één voorziening, de Berg en Boschschool in Houten. Deze school is bedoeld voor cluster 4 leerlingen met een ondersteuningsbehoeften voortkomend uit een vorm van autisme. 27

28 Veel leerlingen die in aanmerking komen voor een plaatsing op een cluster 4 school gaan naar een school buiten de regio van het samenwerkingsverband. Met een aantal van deze scholen, waar ook de meeste leerlingen naartoe gaan, wordt ook bestuurlijk samengewerkt (zie bijlage 1). D. Afspraken over leerlingen in Cluster 1 en 2 Met de besturen en scholen voor cluster 1 en 2 zijn afspraken gemaakt over de wijze waarop de expertise van die scholen ingezet wordt in de vorm van een concreet ondersteuningsaanbod aan de scholen. De instelling welke de ondersteuning verzorgt krijgt vervolgens de taak om een ondersteuningsaanbod te ontwikkelen passend bij de onderwijsbehoefte van de school. Over de wijze van indicatiestelling, het leveren van begeleidingsarrangementen en de ondersteuning van ouders zijn werkafspraken gemaakt. Voor de leerlingen uit cluster 1 is er door VIVIS Onderwijs (bestaande uit Bartiméus en Koninklijke Viso) een contactpersoon die benaderd kan worden bij vragen rondom het onderwijs aan visueel beperkte leerlingen. Het streven van VIVIS Onderwijs is zoveel mogelijk kinderen met een visuele beperking op reguliere, of andere vormen van speciale, scholen onderwijs te laten volgen. Om dit te realiseren wordt ondersteuning op maat geboden. Op basis van de onderwijsbehoeften van het kind en de ondersteuningsbehoeften van de leraar wordt een begeleidingsplan opgesteld. Ondersteuning aan leraren en leerlingen kan bestaan uit: ambulante onderwijskundige begeleiding, advies, coaching, instructie, collegiale consultatie en cursussen. Naast ondersteuning door de ambulant onderwijskundig begeleider blijven er financiële middelen beschikbaar ten behoeve van de visueel beperkte leerling. Wanneer er sprake is van een visuele beperking kunnen ouders hun kind aanmelden bij VIVIS. Na onderzoek, beoordeelt de Commissie van Onderzoek of het kind op basis van de landelijke toelatingscriteria recht heeft op een Cluster 1 indicatie. Hierbij wordt ook aangegeven of de leerling gebaat is ambulant onderwijskundige begeleiding of juist door plaatsing één van de scholen voor leerlingen met een visuele beperking van VIVIS. Het onderwijs in cluster 2 is bestemd voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte vanwege een auditieve beperking of ernstige spraak/taalmoeilijkheden. Voor cluster 2 geldt dat het samenwerkingsverband bestuurlijke afspraken heeft met Auris Dienstverlening Houten. Er zijn plannen dat de dienstverlening voor het VO wordt overgedragen aan Kentalis. De afspraken met bovenstaande instellingen leiden tot een kwalitatief goede inzet van ondersteuning gedurende de schoolloopbaan van deze leerlingen. Op gezette tijden vinden voortgang overleggen plaats en verantwoording ten aanzien van inzet van middelen en de resultaten daarvan. E. Onderwijs aan leerlingen met epilepsie Ten aanzien van deze doelgroep zijn net als voor het cluster 1 en cluster 2 onderwijs aparte afspraken gemaakt. Het Landelijk Werkverband Onderwijs en Epilepsie blijft op landelijk niveau verantwoordelijk voor de ondersteuning van deze leerlingen. Het gaat om een relatief kleine groep leerlingen, die qua aantal niet of nauwelijks groeit. Het is voor de samenwerkingsverbanden haast onmogelijk om hun expertise op dit gebied op peil te houden. Beide epilepsiescholen zijn onderdeel van de twee landelijke epilepsiecentra Kempenhaeghe en SEIN. Aan het Landelijk Werkverband is een eigen budget voor de begeleiding van leerlingen met epilepsie toegekend. F. Onderwijs voor zieke leerlingen Ook leerlingen met een chronische of levensbedreigende ziekte moeten onderwijs kunnen volgen. Daarnaast is het belangrijk dat zij de band met hun medeleerlingen en leraren behouden. Consulenten Onderwijsondersteuning Zieke Leerlingen (OZL) ondersteunen ouders, leerlingen en de school hierbij. Een consulent helpt bijvoorbeeld bij het organiseren van lessen aan huis wanneer een zieke leerling geen les kan krijgen van zijn eigen leraar. De consulenten OZL zijn er speciaal voor zieke leerlingen in het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs. Ouders en de school van een zieke leerling kunnen een consulent OZL gratis inschakelen. Meer informatie: 28

29 4.3.3 Een dekkend aanbod van voorzieningen? Om de vraag te beantwoorden of er sprake is van een dekkend aanbod van voorzieningen heeft de gemeente Utrecht in samenwerking met de diverse samenwerkingsverbanden voor voortgezet en primair onderwijs in de Regionaal Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) regio een onderzoek laten verrichten door Oberon (2013). Hierbij werd onderzocht of het huidige aanbod kwantitatief toereikend, kwalitatief passend, gunstig gespreid, regionaal afgestemd en betaalbaar is. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek is een aantal scenario s ter verbetering geformuleerd. Voor dit samenwerkingsverband waren vooral de volgende onderdelen van de rapportage van belang: - onderwijs aan leerlingen op HAVO/VWO met ondersteuningsbehoefte passend bij cluster 4; - de behoefte aan een betere spreiding van de cluster 4 ZMOK voorzieningen in de regio; - de wens van dit samenwerkingsverband om een voorziening cluster 4 ZMOK binnen het werkgebied. Streven is dat er meer thuisnabij onderwijs wordt geboden aan deze leerlingen. Tegelijkertijd betekent de realisatie van deze onderdelen van de rapportage dat er meer mogelijkheden tot samenwerking en de inrichting van onderwijs-zorgarrangementen komen met de externe partners zoals instellingen voor jeugdhulp. Sinds 2013 zijn er een aantal ontwikkelingen te markeren. Op enkele VSO scholen (HAVO/VWO) is het aanbod verruimd. Ook op het OPDC De Utrechtse School is een aanbod gecreëerd voor deze doelgroep. Er zijn nieuwe onderwijs-zorgarrangementen gerealiseerd. Ook op individueel niveau worden onderwijsarrangementen opgesteld en uitgevoerd. Medio 2016 wordt er een kleinschalig vervolgonderzoek uitgevoerd om de actuele stand van zaken van het dekkend aanbod in de RMC regio in beeld te brengen Ondersteuning in een doorgaande lijn Voor de kwaliteit van de ondersteuning aan leerlingen is het van belang dat de overgang van de ene naar de andere school goed verloopt. Voor veel leerlingen verloopt deze overgang probleemloos, maar voor de leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte is dat niet altijd het geval. In dit ondersteuningsplan gaat het vooral om de aandacht voor de overgang primair- en speciaal onderwijs naar het voortgezet en het voortgezet speciaal onderwijs en de overgang van het voortgezet onderwijs naar het middelbaar beroepsonderwijs. Overgang primair- en speciaal onderwijs naar het voortgezet en het voortgezet speciaal onderwijs Over de overgang van het primair en het speciaal onderwijs naar het voortgezet onderwijs worden afspraken gemaakt met het samenwerkingsverband voor het primair onderwijs. Overige aspecten die van belang zijn in het kader van de overgang zijn de volgende: - voorlichting over de scholen voor voortgezet onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs in het algemeen en over de ondersteuningsmogelijkheden in het bijzonder; - afspraken met het samenwerkingsverband primair onderwijs om in een zo vroeg mogelijk stadium leerlingen met ondersteuningsvragen te herkennen en afspraken te maken over de overstap; - de afspraken over de digitale aanmelding van leerlingen; - de afspraken over de digitale overdacht van gegevens van het primair en speciaal onderwijs naar het voortgezet (speciaal) onderwijs; - speciale aandacht voor de handelingsgerichte opzet van het onderwijskundig rapport; - afspraken over de terugkoppeling van informatie vanuit het voortgezet onderwijs naar het primair en speciaal onderwijs. - betrekken van ouders als educatief partner van de school en ervaringsdeskundige m.b.t hun kind. Overgang van het voortgezet onderwijs naar het middelbaar beroepsonderwijs De overstap van vooral het VMBO naar het MBO is voor een aantal leerlingen niet gemakkelijk. Door uiteenlopende oorzaken kampt het MBO met voortijdige schooluitval (VSV). Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd om VSV terug te dringen, maar het blijft ook de komende periode een belangrijk thema binnen het onderwijs. 29

30 Wanneer leerlingen de startkwalificatie (schooldiploma) uiteindelijk niet behalen, dan heeft dat ongunstige maatschappelijke gevolgen 6. Het is in het belang van het samenwerkingsverband om de afstemming tussen genoemde schooltypen te bewerkstellingen en de overstap van leerlingen zoveel mogelijk te stroomlijnen. Hieronder worden een aantal voorbeelden genoemd van activiteiten om de afstemming te verbeteren: - loopbaan oriëntatie en begeleiding (LOB) op de VO scholen versterken; - gemeenschappelijke oriëntatiedagen over de inrichting van het MBO, overgang naar het MBO en de procedures; - in samenwerking met leerplicht en Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC) zorgen dat alle leerlingen na het VMBO ook daadwerkelijk starten op het MBO; - de (digitale) overdracht van gegevens over de leerling als basis voor een doorstroomdossier; - de warme overdracht van leerlingen; - de overstaptafels; - de overstapcoaches; - gezamenlijke plusprojecten in het kader van voorkomen voortijdig schoolverlaten; - een aantal leerlingen maakt gebruik van het voortgezet algemeen volwassenen onderwijs (VAVO). Het voortgezet onderwijs houdt bemoeienis, omdat de leerlingen daar nog zijn ingeschreven; - ontwikkelen van specifieke routes naar arbeid voor VSO- en PrO- leerlingen. In het VSV-plan De SchoolWerkt- agenda worden een aantal actielijnen uitgewerkt die onder andere betrekking hebben op de overstap VO MBO en toeleiding naar arbeid (zie bijlage 8). 6 Leerlingen in het praktijkonderwijs zijn niet kwalificatie plichtig. Leerlingen die vanuit het praktijkonderwijs instromen in het MBO laten we hierbij buiten beschouwing. 30

31 Hoofdstuk 5 Toeleiding naar extra ondersteuning In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de route verloopt van aanvraag voor en behandeling van extra ondersteuning, door wie de aanvraag wordt beoordeeld, het vaststellen van de duur van de extra ondersteuning, de evenredige verdeling van leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften over de scholen en hoe de kwaliteitsbewaking van de uitvoering van de extra ondersteuning is georganiseerd (zie bijlage 6 schema ondersteuningsroute). Binnen het samenwerkingsverband is een dekkende structuur van extra onderwijsondersteuning ingericht om alle leerlingen met een extra ondersteuningsvraag een passend aanbod te bieden. Deze extra onderwijsondersteuning omvat alle vormen en combinaties van onderwijs, ondersteuning en/of zorg die de basisondersteuning overstijgen. De extra onderwijsondersteuning wordt georganiseerd in de vorm van arrangementen. Deze kunnen variëren van ondersteuning op een reguliere school tot school overstijgende ondersteuning of onderwijs op een VSO school en van tijdelijk van aard tot langdurend en/of structureel van aard. Als uitgangspunt geldt dat waar mogelijk de leerling weer terugkeert op de reguliere school met inzet van de ondersteuningsstructuur van de school. 5.1 Toeleiding naar de extra ondersteuning Wat vooraf dient te gaan aan de procedure van toeleiding is de vaststelling over de kwaliteit en het rendement van de inzet van de basisondersteuning. Met andere woorden, heeft de school alles gedaan om de leerling in het primaire proces te ondersteunen. In dit verband zijn de volgende afspraken binnen het samenwerkingsverband gemaakt: - er dient te worden aangetoond dat de extra mogelijkheden die beschikbaar zijn in de school doelmatig zijn ingezet (denk aan remediale hulp, trainingen, schoolmaatschappelijk werk e.d.); - de leerling is in het zorg- en adviesteam van de school besproken, er is gewerkt met een ontwikkelingsperspectief plan (OPP) en deze is recentelijk geëvalueerd en besproken met ouders; - er is steeds gewerkt vanuit een integrale benadering waarbij de drie leefwerelden zijn betrokken: de school, het gezin en de vrije tijd; De school is op grond van alle gegevens, zoals leerling kenmerken, gegevens testen en toetsen, ontwikkeling, communicatie met ouders en eventueel externen tot de conclusie gekomen dat de school, binnen de basiskwaliteit en de basisondersteuning, niet in voldoende mate tegemoet kan komen aan de onderwijsbehoeften van de leerling Aanvraag extra ondersteuning Voorwaarde is en blijft dat een aanvraag voor extra ondersteuning pas wordt gehonoreerd, wanneer de gevraagde ondersteuning de preventieve en licht curatieve interventies van de basisondersteuning overstijgt. Verder wordt verwacht dat inzichtelijk is gemaakt welke inspanningen in de afgelopen periode zijn uitgevoerd en welke effecten dit had. Ook wordt verwacht dat de ondersteuningsbehoefte van de school en van de leerling wordt aangegeven Ontwikkelingsperspectief Bij aanmelding van een leerling bij PCL Extra steun wordt er eerst een ontwikkelingsperspectief ingevuld. Hierin staat wat de leerling nodig heeft, waar hij goed in is, nog lastig vindt en ook het uitstroomperspectief van de leerling (verwachte niveau dat de leerling heeft wanneer hij/zij het onderwijs verlaat). Dit document is nodig voor het indienen van een aanvraag van extra ondersteuning en de school stelt dit samen met ouders op. Het uitgangspunt is het beantwoorden van de volgende kernvraag: Wat heeft deze leerling, met deze leraren, op deze school en met deze ouders nodig om zich optimaal te kunnen ontwikkelen? Het intern zorgoverleg (IZO) en het zorg advies team (ZAT) geven in dit document aan waarom en hoe de basisondersteuning wordt overschreden in termen van inzet van tijd, expertise, middelen, aanpassing gebouw en inzet van externe partners Behandeling vragen voor extra ondersteuning De aanvragen voor extra ondersteuning worden behandeld door de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) Extra steun van het samenwerkingsverband. De PCL Extra Steun beoordeelt, verwijst en plaatst leerlingen die in het postcodegebied van het Samenwerkingsverband VO Zuid-Utrecht wonen of op een van de scholen / 31

32 locaties van het samenwerkingsverband ingeschreven zijn. De positie van de PCL Extra Steun is hieronder in een organogram weergegeven. Na een beslissing door de PCL Extra steun worden middelen en/of ondersteuning ingezet. Indien gewenst wordt bij de beslissing ook een instelling voor jeugdhulp betrokken. School en ouders hebben een intensief contact en, indien gewenst, wonen de ouders de bijeenkomst van de PCL bij. Uitvoering vindt plaats conform afspraken en na een afgesproken termijn vindt er een verantwoording plaats De Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) Extra steun De PCL Extra steun bestaat uit drie vaste leden en heeft de volgende samenstelling: - directeur-bestuurder van het samenwerkingsverband als deskundige voortgezet onderwijs voorzitter; - vertegenwoordiger voortgezet speciaal onderwijs; - een gedragsdeskundige (tevens ambtelijk secretaris); Daarnaast: - op afroep een deskundige, zoals aangegeven in Algemene Maatregel van Bestuur Passend Onderwijs (februari 2013). De PCL Extra steun krijgt bij de uitoefening van haar taken adequate administratieve ondersteuning. Voor meer informatie over de PCL Extra steun verwijzen wij naar bijlage 7, Werkplan Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) Extra steun Duur en kosten van de extra ondersteuning In het ontwikkelingsperspectief zijn de vorm, de kosten en de duur van de extra ondersteuning opgenomen. Voor een leerling die in aanmerking komt voor het VSO wordt een toelaatbaarheidsverklaring verstrekt voor de duur van een per aanvraag nader vast te stellen periode. Daarna wordt die extra ondersteuning geëvalueerd en opnieuw beoordeeld Evenredige verdeling leerlingen met extra ondersteuning binnen het regulier onderwijs Uitgangspunt is, dat leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte naar het regulier voortgezet onderwijs gaan, gelijkmatig verdeeld worden over de scholen/locaties. Daarmee wordt geborgd, dat op alle scholen/locaties de vereiste deskundigheid aanwezig is. Om dit te realiseren is voor de duur van dit ondersteuningsplan een richtlijn van één leerling per klas van toepassing. Dit is met name van belang bij de aanmelding van nieuwe leerlingen die afkomstig zijn vanuit het reguliere basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs (basis en voortgezet) die met een extra ondersteuningsbehoefte de stap naar het reguliere voortgezet onderwijs maken. Een school die een leerling afwijst kan zich niet slechts beroepen op deze richtlijn, maar zal de afwijzing moeten kunnen onderbouwen. Bij afwijzing geldt de zorgplicht voor het betreffende schoolbestuur: kan de school zelf geen passende onderwijsplek bieden, dan wordt gekeken naar een plek op een andere reguliere school binnen het samenwerkingsverband. Alleen als het echt niet haalbaar is om een leerling binnen het regulier onderwijs te plaatsen, doet de school de ouders een aanbod voor een plek in het voortgezet speciaal onderwijs. 5.2 Werken met een ontwikkelingsperspectief De wet passend onderwijs geeft aan dat er voor leerlingen die extra ondersteuning ontvangen een ontwikkelingsperspectief moet zijn, dat is vastgesteld na overleg met de ouders. Wanneer de ondersteuning van de school een onderdeel vormt van het reguliere (basis) ondersteuningsaanbod, zoals begeleiding bij dyslexie, dyscalculie, remedial teaching of een training sociale vaardigheden, dan is er geen ontwikkelingsperspectief nodig. In het schoolondersteuningsprofiel is door de school beschreven welke activiteiten vallen onder de basisondersteuning Verplichting ontwikkelingsperspectief en de inhoud ervan De wet passend onderwijs geeft aan in welke onderwijssituaties een ontwikkelingsperspectief verplicht is. - Scholen moeten een ontwikkelingsperspectief vaststellen voor elke leerling in het (voortgezet) speciaal onderwijs en praktijkonderwijs. Voor nieuwe leerlingen moeten ze dit binnen 6 weken na inschrijving doen. - Voor elke leerling in het regulier onderwijs die extra ondersteuning nodig heeft, stelt de school een ontwikkelingsperspectief op. 32

33 - Voor leerlingen die deelnemen aan de voorziening Doorstart wordt standaard een ontwikkelingsperspectief vastgesteld 7. - Voor leerlingen die tijdelijk zijn geplaatst op een andere school of instelling stelt het bevoegd gezag het ontwikkelingsperspectief vast binnen 6 weken na definitieve plaatsing van de leerling. In het ontwikkelingsperspectief zijn opgenomen: - De verwachte uitstroombestemming van de leerling. In het voortgezet onderwijs heeft de uitstroombestemming betrekking op uitstroom naar middelbaar of hoger beroepsonderwijs of wetenschappelijk onderwijs, of in geval van het praktijkonderwijs, naar welk soort functie op de arbeidsmarkt uitstroom wordt verwacht (te weten: begeleide arbeid, arbeid, arbeid met leren). - De onderbouwing van de verwachte uitstroombestemming van de leerling. Hierbij wordt gewezen op de mogelijkheden van de leerling in relatie tot de voor de uitstroombestemming vereiste kennis en vaardigheden. Er moet rekening worden gehouden met belemmerende en bevorderende factoren die van invloed zijn op het onderwijs aan de leerling. - Ondersteuning en begeleiding. In het ontwikkelingsperspectief moeten ook de ondersteuning en de begeleiding opgenomen worden en, indien aan de orde, de afwijkingen van het onderwijsprogramma Vaststelling, bijstelling en betrokkenheid van de ouders Het bevoegd gezag stelt het ontwikkelingsperspectief vast, nadat het hierover op overeenstemming gericht overleg met de ouders heeft gevoerd. In het voortgezet speciaal onderwijs krijgt het bestuur van de school hiervoor advies van de Commissie voor Begeleiding (voor cluster 3 en 4) of de Commissie voor Onderzoek (voor cluster 1 en 2). De school evalueert het ontwikkelingsperspectief jaarlijks met de ouders en stelt het zo nodig bij. Het is van belang dat scholen over de juiste instrumenten beschikken om ouders zo volledig mogelijk te informeren over dit overleg en de mogelijkheden van beroep en bezwaar wanneer ouders niet kunnen instemmen met het ontwikkelingsperspectief Het werken met en de duur van het ontwikkelingsperspectief Voor het samenwerkingsverband is het van belang goed zicht te hebben op de samenstelling, de regievoering en de evaluatie van het werken met het ontwikkelingsperspectief. Het werken met de ontwikkelingsperspectieven biedt een goed zicht op de besteding van een belangrijk deel van de middelen van de lichte én de zware ondersteuning. Registratie en monitoring gebeurt middels de 1 Loket-module van Onderwijs Transparant. Het ontwikkelingsperspectief wordt tenminste één keer per jaar met de ouders geëvalueerd. Op basis van de evaluatie kan ook worden besloten tot beëindiging van het ontwikkelingsperspectief, waarna de leerling valt onder de basisondersteuning van de school. Leerlingen met een ontwikkelingsperspectief worden in het basisregister voor onderwijsdata geregistreerd. 5.3 Toelaatbaarheidsverklaring voortgezet speciaal onderwijs Wanneer de hulpvraag van de leerling de ondersteuningsmogelijkheden binnen het regulier onderwijs en de bovenschoolse tussenvoorzieningen blijkt te overstijgen, dan is toeleiding naar het voortgezet speciaal onderwijs nodig. Dit vraagt om een zorgvuldig traject in het regulier onderwijs en een transparante procesgang. Betrokkenheid van de ouders in een vroeg stadium is daarbij van het grootste belang. Het samenwerkingsverband heeft de taak om te beslissen of een leerling wordt toegelaten tot het voortgezet speciaal onderwijs. Het bevoegd gezag van de school waar de leerling ingeschreven staat, vraagt hiervoor een toelaatbaarheidsverklaring (tlv) aan bij het samenwerkingsverband. Om te beslissen over de toelating van een leerling tot het voortgezet speciaal onderwijs vraagt het samenwerkingsverband advies aan deskundigen. De 7 Voor leerlingen in het vmbo met leerwegondersteuning is het niet verplicht om een ontwikkelingsperspectief op te stellen. Maar als de leerling naast leerwegondersteuning ook extra ondersteuning krijgt moet wel een ontwikkelingsperspectief worden opgesteld. 33

34 Wanneer benodigde deskundigheid en disciplines in de toelaatbaarheidscommissie zijn beschreven in de Algemene Maatregel van Bestuur. De minimumtermijn van een toelaatbaarheidsverklaring is één jaar (met dien verstande dat indien een verklaring voor één jaar wordt afgegeven in, bijvoorbeeld maart 2016, deze geldig is tot 31 juli 2017). In overleg met ouders kan voor een korter traject worden gekozen. Doorgaans zal echter na iedere twee jaar opnieuw bekeken worden welk arrangement past bij de betreffende leerling. De wet passend onderwijs onderscheidt de volgende drie categorieën voor zware ondersteuning: categorie I: zeer moeilijk lerend (ZML), langdurig zieke kinderen (LZK), epilepsie, cluster 4; categorie II: lichamelijk gehandicapt (LG); categorie III: meervoudig gehandicapt (MG). bij de behandeling van de aanvraag duidelijk is dat een leerling niet terug zal keren naar het regulier onderwijs, is een verklaring mogelijk die geldig is voor de gehele schoolloopbaan In bijlage 5 is een conceptoverzicht opgenomen van leerling kenmerken die gebruikt kunnen worden bij de toelaatbaarheidsverklaring Procedure en het beleid over terug- en overplaatsing van leerlingen, bij wie de toelaatbaarheidsverklaring is verstreken Uit de voortgang met het werken met het ontwikkelingsperspectief in het voortgezet speciaal onderwijs kan blijken dat de doelen naar boven bijgesteld kunnen worden. Het gevolg daarvan kan zijn dat een reguliere vorm van onderwijs voor deze leerling weer tot de mogelijkheden gaat behoren. In dit kader wordt schooljaar een pilot gestart met de bedoeling meer leerlingen terug te laten stromen van het VSO naar de reguliere scholen (al dan niet met een extra steun arrangement). In de pilot wordt uitgewerkt op welke wijze de scholen dit zo verantwoord en succesvol mogelijk kunnen realiseren Leerlingen in Justitiële Jeugdinrichting (JJi) en Gesloten Jeugdzorg Instelling (GJi) De gesloten instellingen JJi en GJi vallen wat de bekostiging betreft buiten het kader van het samenwerkingsverband. Het onderwijs voor een jongere in een JJi of GJi wordt betaald door het Rijk. Het samenwerkingsverband heeft alleen met deze leerlingen te maken wanneer ze uit de gesloten residentiële instelling ontslagen worden en tot de zorgplicht van het samenwerkingsverband gaan behoren. Dan geldt in principe de benadering dat bezien wordt of deze leerling ondersteuning nodig heeft en zo ja, nadere invulling daarvan. 5.4 Afspraken met het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Primair Onderwijs De algemene intentie van de beide samenwerkingsverbanden (SWV VO Zuid Utrecht en SWV PO Profi Pendi) is dat, conform de doelstellingen en de ambitie van passend onderwijs, gestreefd wordt naar een vergroting van de deelname van leerlingen met ondersteuningsvragen in het regulier onderwijs. De wet passend onderwijs geeft aan, dat de toelaatbaarheidsverklaring voor het speciaal onderwijs in principe eindigt op het moment van de afronding van het speciaal onderwijs. Het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs moet vervolgens een toelaatbaarheidsverklaring verstrekken voor de toelating tot het voortgezet speciaal onderwijs. Elke leerling die de overstap maakt vanuit het speciaal onderwijs wordt besproken in de PCL Extra Steun. Dit kan pas na toestemming van de ouders en met gebruikmaking van de documenten. Uiteraard vindt bespreking ook plaats van leerlingen die vanuit een school voor primair onderwijs (basisschool of speciaal basisonderwijs) de overstap maken en waarbij sprake is van een ondersteuningsbehoefte. Het is belangrijk dat de basisscholen tijdig, liefst al in groep 7, met de ouders in gesprek gaan over het vervolgtraject in het voortgezet onderwijs. 5.5 Registratie en omgaan persoonsgegevens In deze paragraaf worden de formele aspecten aangeven inzake de registratie en het omgaan met persoonsgegevens. 34

35 a. Registratie van leerlingen die extra ondersteuning krijgen en waarvoor een ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld. Deze gegevens moeten worden opgenomen in BRON; ook wordt aangegeven wanneer deze extra ondersteuning beëindigd is. b. Omgaan met persoonsgegevens; wet passend onderwijs (artikel 17a, lid 14) Het samenwerkingsverband is bevoegd zonder toestemming van degene die het betreft persoonsgegevens betreffende iemands gezondheid als bedoeld in artikel 16 van de wet bescherming persoonsgegevens te verwerken met betrekking tot leerlingen, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitoefening van de taken, bedoeld in het zesde lid, onderdelen b tot en met d (toewijzen van ondersteuningsmiddelen). Het samenwerkingsverband verstrekt de gegevens, bedoeld in de eerste volzin, niet aan derden, met uitzondering van het bevoegd gezag van de school waar de desbetreffende leerling is aangemeld of ingeschreven. Het samenwerkingsverband bewaart de gegevens op een plaats die uitsluitend toegankelijk is voor het samenwerkingsverband en de deskundigen, bedoeld in het twaalfde lid (besluitvormers over toelaatbaarheid). Het samenwerkingsverband bewaart de gegevens tot drie jaar na afloop van: a. de beoordeling van de toelaatbaarheid van de leerling tot het VSO; b. de advisering over de ondersteuningsbehoefte van de leerling aan het bevoegd gezag van de school waar de leerling is aangemeld of ingeschreven; c. de toewijzing van ondersteuningsmiddelen of ondersteuningsvoorzieningen aan de school, voor zover het voor die toewijzing nodig was gegevens van de leerling als bedoeld in de eerste volzin te verwerken Beroep en bezwaar In het kader van passend onderwijs is een aantal maatregelen genomen in verband met beroep en bezwaar inzake beslissingen over plaatsing en de ondersteuning aan leerlingen. Hieronder volgen de huidige regelingen. Beroep en bezwaar binnen het samenwerkingsverband De wet passend onderwijs regelt in artikel 17a, lid 13 dat een samenwerkingsverband een adviescommissie van deskundigen samenstelt. Deze commissie adviseert over bezwaarschriften betreffende beslissingen van het samenwerkingsverband over de toelaatbaarheid van leerlingen tot het voortgezet speciaal onderwijs. De adviescommissie sluit aan bij artikel 17a, lid 13 en is in overeenstemming met artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht. Voor het reglement bezwaarcommissie zie: Landelijke Arbitragecommissie Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs Op 4 april 2013 is de Landelijke Arbitragecommissie Samenwerkingsverbanden passend onderwijs van start gegaan. De commissie is ondergebracht bij onderwijsgeschillen. De commissie is geïnstalleerd door de sectororganisaties. De Arbitragecommissie beslecht geschillen binnen het samenwerkingsverband, die betrekking hebben op: de statuten (in de oprichtingsfase), de onderlinge verhoudingen, het beleid ten aanzien van de extra ondersteuning en de (verdeling van de) bekostiging daarvan. Via onderstaande links is meer informatie beschikbaar. ie Ouders Internet.pdf nd%20onderwijs%20%28gpo%29.pdf 8 In het huishoudelijk reglement voor de PCL s wordt aangegeven hoe er met het dossier wordt omgegaan. In ieder geval wordt dan aangegeven dat ouders en leerlingen ouder dan 16 jaar inzage hebben in het dossier. Verder kunnen de leden van de PCL inzage krijgen in het dossier, indien er sprake is van een her aanmelding van de leerling. Zonder toestemming van ouders of leerling, indien deze ouder is dan 16 jaar, wordt het dossier niet verstrekt aan derden. 35

36 Hoofdstuk 6 Nieuwe positie van leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs Het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) is bedoeld voor vmbo-leerlingen die genoeg capaciteiten hebben om een diploma te halen, maar extra hulp nodig hebben (lwoo is een ondersteuningsvorm). Het Praktijkonderwijs (pro) is bedoeld voor leerlingen die naar verwachting geen vmbo-diploma kunnen halen. Pro leidt deze leerlingen op voor de arbeidsmarkt (pro is een schoolsoort). Beide voorzieningen bieden onderwijs aan leerlingen met orthopedagogische en -didactische hulpvragen. Dit is vastgelegd in de afspraken over de advisering, het onderzoek naar de capaciteiten en sociaal-emotionele ontwikkeling en de toeleiding van leerlingen naar het lwoo en pro. Praktijkonderwijs is bedoeld voor die leerlingen voor wie een VMBO-diploma waarschijnlijk niet haalbaar is. Het pro gaat uit van de mogelijkheden van de leerling. De leerling wordt voorbereid op de arbeidsmarkt en het zo zelfstandig mogelijk functioneren in de maatschappij. Het onderwijs is ingericht op de vier domeinen, wonen, werken, burgerschap en vrije tijd. Het lwoo betekent extra begeleidingsmogelijkheden voor een leerling, onafhankelijk van het niveau van het VMBO waarop hij/zij instroomt (basis, kader, gemengd of theoretische leerweg). Het is dus geen aparte opleiding. Lwoo wordt aangeboden op alle VMBO-locaties in de regio en op de bovenschoolse voorziening Anna De Linie. De lwoo-leerlingen werken in kleinere klassen, zodat er meer begeleiding mogelijk is per leerling. 6.1 Integratie van leerwegondersteuning en praktijkonderwijs in het passend onderwijs Vanaf 1 januari 2016 worden het Leerwegondersteunend Onderwijs (lwoo) en het Praktijkonderwijs (pro) geïntegreerd binnen Passend Onderwijs. Alle Samenwerkingsverbanden Voortgezet Onderwijs, dus ook het Samenwerkingsverband VO Zuid - Utrecht worden verantwoordelijk voor het beheer en de toewijzing van het ondersteuningsbudget lwoo en pro. Er is door het bestuur van het SWV Zuid - Utrecht besloten de huidige criteria te handhaven en op basis van de opbrengsten in de pilot-regio s nieuw beleid vorm te geven vanaf Om zo min mogelijk te veranderen ten opzichte van de huidige situatie is ervoor gekozen de huidige procedure aanvraag beschikking lwoo en pro vrijwel ongewijzigd te laten. De aanvraag via de regionale verwijzingscommissies (RVC s) is komen te vervallen. Daarvoor in de plaats komt de aanvraag van toelaatbaarheidsverklaringen (TLV s) voor Praktijkonderwijs en Aanwijzingen lwoo bij het Samenwerkingsverband POVO procedure Het schooladvies van de basisschool is bindend voor toelating tot het geadviseerde niveau in het voortgezet onderwijs. Het samenwerkingsverband VO bepaalt of een leerling aangewezen is op lwoo op basis van de geldende criteria en op basis van geconstateerde onderwijsbehoefte. Lwoo biedt faciliteiten om het geadviseerde VMBO niveau te kunnen realiseren. Voor een Toelaatbaarheidsverklaring Praktijkonderwijs gelden eveneens criteria. Voor meer informatie en criteria voor toeleiding verwijzen wij naar de brochure Leerwegondersteunend Onderwijs en Praktijkonderwijs in het Voorgezet Onderwijs, zie link % pdf 6.2 Toeleiding naar Leerwegondersteunend Onderwijs of het Praktijkonderwijs vanaf 2016 Voordat een leerling definitief kan worden geplaatst in het lwoo of het pro is een aanwijzing lwoo of een Toelaatbaarheidsverklaring Praktijkonderwijs nodig. Wat doet de PCL lwoo/ pro? Bij toekenning worden middelen vanuit het samenwerkingsverband ter beschikking gesteld voor de extra bekostiging welke nodig is om lwoo en pro te realiseren. 36

37 De PCL lwoo/ pro beoordeelt lwoo en pro aanvragen en adviseert de directeur-bestuurder van het Samenwerkingsverband over: - Aanwijzingen lwoo; - Toelaatbaarheidsverklaringen pro; - Lwoo arrangementen voor leerlingen die niet binnen de lwoo criteria vallen; - Arrangement voor plaatsing op de bovenschoolse voorziening Anna De Linie. Daarnaast fungeert de PCL lwoo/ pro als platform voor collegiale consultatie voor overleg over grensgevallen, complexe casuïstiek en niet plaatsbare leerlingen. In de PCL lwoo/ pro zitten vertegenwoordigers vanuit alle VMBO locaties en vanuit het Praktijkonderwijs. Hiermee is de VMBO deskundigheid gewaarborgd. Tevens zit in de PCL lwoo/ pro in ieder geval 1 gedragsdeskundige Jongeren op het grensvlak pro, lwoo en VSO De manier waarop we omgaan met leerlingen op het grensvlak pro, lwoo en vso is onderdeel van de werkagenda en zal meegenomen worden bij de invulling van het nieuwe beleid per Uitgangspunten bij de toekenning van eventuele middelen voor extra ondersteuning vormen de geformuleerde onderwijsbehoeften Beroep en bezwaar Als ouders het niet eens zijn met een besluit van de VO school kunnen ze bezwaar maken (al dan niet ondersteunt door de basisschool) bij de betreffende school. Het samenwerkingsverband ondersteunt de scholen bij de behandeling van de bezwaren. Veelal zal dit gebeuren door betrokkenheid bij een breed overleg met alle partijen. Wanneer ouders een klacht hebben over de gevolgde procedure kan een klacht ingediend worden bij het samenwerkingsverband binnen zes weken na dagtekening van het plaatsingsadvies. Deze klacht zal ter advisering worden voorgelegd aan een onafhankelijke bezwaaradviescommissie Ouderbetrokkenheid In de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) is vastgelegd dat scholen de aanvraag lwoo of pro moeten indienen na overleg met ouders. In de Wet passend onderwijs is tevens geregeld dat het SWV van elk advies over de ondersteuningsbehoefte van een leerling een afschrift stuurt aan de ouders. In het Inrichtingsbesluit WVO is geregeld dat als een school een leerling weigert, de school ouders hier schriftelijk en met opgave van redenen over moet informeren. 6.3 Voorlichting aan ouders en leerlingen groep 7 en 8 over het voortgezet onderwijs en in het bijzonder over VMBO-lwoo en pro Jaarlijks wordt een informatiefolder over de route naar lwoo en pro verspreid ten behoeve van de scholen voor primair onderwijs en de ouders. Ouders kunnen informatie over de verschillende scholen vinden op internet. Alle scholen hebben hun eigen website. De verschillende sites van de scholen zijn ook te bereiken via de site van het Samenwerkingsverband De scholen organiseren open avonden/dagen en andere activiteiten, waar ouders en toekomstige leerlingen informatie kunnen vragen en de sfeer kunnen proeven. Daarnaast verzorgt het samenwerkingsverband een informatiemiddag voor de scholen voor primair onderwijs (directie, interne begeleiders, leraren) over de werkwijze van de PCL, (veranderingen in) de digitale aanmelding en recente ontwikkelingen op de scholen voor voortgezet onderwijs en in het bijzonder op de scholen met lwoo en het praktijkonderwijs. 37

38 Hoofdstuk 7 Ouders en passend onderwijs Een van de belangrijkste uitgangspunten van het samenwerkingsverband en de aangesloten besturen is de versterking van de samenwerking tussen school en ouders. In het bijzonder gaat het dan om ouders van leerlingen met ondersteuningsvragen. Verwacht wordt dat dankzij de wet passend onderwijs en de daarin verankerde zorgplicht, ouders veel gerichter geadviseerd kan worden. De medezeggenschap van ouders is georganiseerd in de Ondersteuningsplanraad (OPR). 7.1 Visie en uitgangspunten In hoofdstuk 4 heeft het samenwerkingsverband haar visie gegeven op de verdere ontwikkeling van de basisondersteuning van de scholen. Daarin is aangegeven dat ouders een cruciale rol spelen op de scholen van het samenwerkingsverband. Beseft wordt dat voor het boeken van resultaten een sterke relatie met ouders van essentieel belang is. Dat geldt in het bijzonder voor de relatie met ouders van leerlingen met een ondersteuningsbehoefte. In de wetgeving heeft de overheid veel geregeld om de positie van ouders te versterken. Wij ondersteunen dat, en benadrukken tegelijkertijd, dat er in de contacten tussen school en ouders ook sprake moet zijn van wederzijds respect en een open en transparante houding ten opzichte van elkaar. Het is de taak van alle scholen om ouders zo volledig mogelijk te informeren over de voortgang van de vorderingen van de leerlingen en niet pas wanneer er problemen zijn. Ten aanzien van de communicatie naar ouders heeft het samenwerkingsverband de rol van intermediair. In de basisondersteuning is de volgende standaard opgenomen over de samenwerking tussen ouders en school. Standaard 6 Basisondersteuning De school heeft de verantwoordelijkheid van leerling, ouders, leraren en ondersteuners voor de ontwikkeling van de leerling vastgelegd. De school heeft in haar schoolplan duidelijk omschreven: - Wat zij leerlingen biedt aan onderwijs- en ontwikkelingsmogelijkheden; - Hoe de interne signalerings-, ondersteunings- en begeleidingsstructuur is ingericht; - Welke rollen en verantwoordelijkheden interne ondersteuners hebben; - Wat ouders van de school mogen verwachten; - Wat de school van ouders verwacht; hoe inspraak en medezeggenschap zijn geregeld (Wet Medezeggenschap op scholen, WMS); - Hoe bij klachten en geschillen moet worden gehandeld (transparante procedures); - Hoe zij ouders betrekt bij beslissingen die hun kind betreffen en ouders toegang biedt tot informatie en tot begeleiding bij de toewijzing van extra onderwijsondersteuning. 7.2 Positie van ouders in het passend onderwijs Hieronder komt een aantal onderwerpen aan de orde, die de positie van ouders aangeven. In dit ondersteuningsplan is gekozen voor enkele korte typeringen. Zorgplicht Met de invoering van passend onderwijs krijgen bevoegde gezagen een zorgplicht. Dat betekent dat de scholen de verantwoordelijkheid krijgen om alle leerlingen een passende onderwijsplek te bieden. Voorheen moesten ouders van een kind dat extra ondersteuning nodig heeft, zelf op zoek naar een geschikte school. Vanaf 1 augustus 2014 melden ouders hun kind aan bij de school van hun keuze en heeft de school de taak om de leerling passende ondersteuning te bieden. De school waar de leerling is aangemeld, is verplicht om eerst te kijken of de leerling extra ondersteuning in de klas kan krijgen. Het schoolondersteuningsprofiel vormt hiervoor het uitgangspunt. Kan de school zelf geen passende onderwijsplek bieden, dan wordt gekeken naar een plek op een andere reguliere school binnen het samenwerkingsverband. Alleen als het echt niet haalbaar is om een leerling binnen het regulier onderwijs te plaatsen, doet de school de ouders een aanbod voor een plek in het voortgezet speciaal onderwijs. Aanmelding en toelating van leerlingen 38

39 De overstap van leerlingen uit het (speciaal)basisonderwijs en uit het speciaal onderwijs naar het voortgezet onderwijs wordt in het laatste jaar van verblijf op deze scholen nauwkeurig voorbereid. De ouders zijn daar uiteraard nauw bij betrokken. De ouders en leerlingen worden goed geïnformeerd over de overgang naar het voortgezet onderwijs, de advisering door het basis- en speciaal onderwijs, de afname van toetsen en/of testen bij leerlingen. Ook worden ouders geïnformeerd over de procedure van aanmelding, toelating en plaatsing van leerlingen. In verband met de toepassing van de zorgplicht is het mogelijk dat leerlingen niet toe gelaten worden op de school waar zij zich aangemeld hebben, maar dat zij naar een andere school worden verwezen. Op grond van de wet op het primair onderwijs (artikel 42, lid 1) hebben ouders recht op inzage in het onderwijskundig rapport en wordt hun een afschrift verstrekt. Bijzondere aandacht wordt daarbij gevraagd voor leerlingen die in het primair- of in het speciaal onderwijs gebruik maken van een ontwikkelingsperspectief. De scholen voor primair- en speciaal onderwijs dragen zorg voor een adequate informatieoverdracht. Schoolondersteuningsprofiel Bij de overstap naar het voortgezet onderwijs willen de ouders uiteraard nadrukkelijk weten wat de ondersteuningsmogelijkheden zijn van de school voor voortgezet onderwijs waar hun kind is aangemeld. Deze mogelijkheden staan beschreven in het schoolondersteuningsprofiel van de school en in de schoolgids. In dit schoolondersteuningsprofiel legt het schoolbestuur ten minste eenmaal per vier jaar vast welke ondersteuning de school kan bieden aan leerlingen die dat nodig hebben. Het profiel wordt opgesteld door leraren, schoolleiding en bestuur. De medezeggenschapsraad heeft een adviesrecht. Ondersteuningsplan en medezeggenschap Het samenwerkingsverband legt alle ondersteuningsprofielen bij elkaar om te beoordelen of het daarmee een dekkend aanbod kan realiseren. Doel is immers dat alle leerlingen een passende plek krijgen. Het dekkende aanbod staat verwoord in het ondersteuningsplan. In verband met de medezeggenschap is een ondersteuningsplanraad ingesteld. Per schoolbestuur kunnen de medezeggenschapsraden één persoon afvaardigen in de ondersteuningsplanraad: één lid namens het personeel of één namens de ouders. De afgevaardigde personen hoeven geen lid te zijn van de (G)MR. De ondersteuningsplanraad is een boven bestuurlijke medezeggenschap. De ondersteuningsplanraad overlegt samen met het samenwerkingsverband over de ondersteuning op scholen en de verdeling van de middelen. Om het ondersteuningsplan vast te stellen is, zoals eerder vermeld, instemming nodig van de ondersteuningsplanraad. Ontwikkelingsperspectief Wanneer een leerling in aanmerking komt voor extra ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband wordt er gewerkt met een ontwikkelingsperspectief. Door het samenwerkingsverband is vastgesteld welke ondersteuning geboden wordt (bijvoorbeeld in de vorm van aanvullende middelen en personeel). Het bevoegd gezag van een school stelt het ontwikkelingsperspectief vast, nadat het hierover op overeenstemming gericht overleg met de ouders heeft gevoerd. De school evalueert het ontwikkelingsperspectief jaarlijks met de ouders en stelt het zo nodig bij. Als ouders het niet eens zijn met het ontwikkelingsperspectief, dan is de school het eerste aanspreekpunt. Komen ouders en school er samen niet uit, dan kan men een onderwijsconsulent om advies vragen of een klacht indienen bij het schoolbestuur. In geval er een geschil ontstaat, kunnen de ouders dit ook voorleggen aan de geschillencommissie passend onderwijs. Betrokkenheid ouders bij leerlingbespreking, zorg- en adviesteam en de PCL In de ondersteuningsstructuur van scholen is ingebouwd dat er regelmatig overleg is over leerlingen tussen leraren en functionarissen in de school. Dat overleg is ingericht om te signaleren, problemen te delen, af te stemmen en te bezien of aanvullende maatregelen nodig zijn. In sommige gevallen is er bij een leerling sprake van extra ondersteuning omdat de aanpak op klassenniveau geen of te weinig effect heeft. 39

40 In dat geval wordt een beslissing genomen de leerling te bespreken in een interne leerlingbespreking of in het zorg- en adviesteam (ZAT). In het ZAT nemen ook externe deskundigen plaats. Voor een ZAT-bespreking is expliciete toestemming van de ouders nodig. In gevallen dat het ZAT nog verder advies wil vragen of gaat adviseren dat er een intensief ondersteuningstraject van buiten de school nodig is, kan men de PCL Extra Steun van het samenwerkingsverband inschakelen. Daar is eveneens de expliciete toestemming van de ouders voor nodig. In geval van conflict en geschil Met de invoering van passend onderwijs vond een verschuiving plaats van verantwoordelijkheden van de landelijke overheid naar de regionale samenwerkingsverbanden. Dat is de reden waarom er in de aanloop naar de invoering van passend onderwijs veel aandacht gegeven is aan het omgaan met conflicten en geschillen. In paragraaf 5.6 is informatie te vinden m.b.t. bezwaar- en beroepsprocedures en de landelijke arbitragecommissie. Er is echter alles aan gelegen om conflicten en geschillen zoveel mogelijk binnen de eigen school dan wel het samenwerkingsverband op te lossen en de gang naar de rechter en de arbitragecommissie zoveel mogelijk te beperken. Dat vraagt uiteraard een inzet van alle betrokkenen. We beseffen wel degelijk dat het gaat om ingrijpende beslissingen die genomen moeten worden voor de schoolloopbaan van leerlingen. We wijzen op de toelating en verwijdering van een school, het verstrekken van extra ondersteuning en het ter beschikking stellen van een toelaatbaarheidsverklaring. Met nadruk wijzen wij op het belang van een goede en transparante dialoog tussen ouders en school. Indien sprake is van een conflict of geschil is het onze verwachting dat veel daarvan binnen de eigen school en/ of het samenwerkingsverband opgelost kan worden. Indien gewenst wordt daarbij gekozen voor de rol van een bemiddelaar of mediator. In dat geval kan de school of de ouders ook een beroep doen op de inzet van een onderwijsconsulent. 40

41 Hoofdstuk 8 Relatie met gemeenten en instellingen voor jeugdhulp Het is de ambitie van dit samenwerkingsverband dat alle leerlingen in beeld zijn en een passende onderwijsplaats hebben. Beseft wordt dat dit een gemeenschappelijke opdracht is van het onderwijs, de gemeenten en de instellingen voor jeugdhulp. Meer dan ooit is duidelijk dat samenwerking tussen onderwijs en partners hard nodig is. Om dat te realiseren is in de wet passend onderwijs (artikel 18a, lid 9) geregeld dat er een OOGO wordt gevoerd met de gemeente en met het bestuur van het samenwerkingsverband. In het wetsartikel wordt dit op de volgende wijze verwoord: het ondersteuningsplan wordt niet vastgesteld voordat over een concept van het plan OOGO heeft plaatsgevonden met burgemeester en wethouders van de desbetreffende gemeente of gemeenten en overleg heeft plaatsgevonden met het samenwerkingsverband. Het overleg met burgemeester en wethouders vindt plaats in overeenstemming met een procedure, vastgesteld door het samenwerkingsverband en het college van burgemeester en wethouders van die gemeente of gemeenten. De procedure bevat een voorziening voor het beslechten van geschillen. 8.1 Integrale samenwerking en overleg tussen gemeente, onderwijs en jeugdhulp Het is de primaire taak van schoolbesturen om zorg te dragen voor kwalitatief goed onderwijs en een goed functionerend samenwerkingsverband, waarin zorgplicht gerealiseerd kan worden. Ook is het van belang om een dekkende ondersteuningsstructuur in te richten waardoor er geen leerling tussen de wal en het schip terechtkomt. Door het overleg tussen de gemeenten en het samenwerkingsverband worden de stelselwijzigingen passend onderwijs en transitie jeugdzorg beter op elkaar afgestemd. Met deze wijzigingen wordt de verantwoordelijkheid voor hulp aan jongeren en gezinnen die extra ondersteuning nodig hebben gelegd bij schoolbesturen en gemeenten. Het is de bedoeling het werkveld van onderwijs en jeugdhulp met elkaar te verbinden en het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband en het jeugdplan van de gemeente onderling af te stemmen. Rekening houdend met opgebouwde traditie en met de bereikte verworvenheden. 8.2 Overleg volgens spelregels Om het OOGO te structureren is een modelprocedure ontwikkeld. De procedure is ontwikkeld door de bestuursorganisaties en de VNG. Ook is een Landelijke Geschillencommissie in het leven geroepen. Het OOGO in dit samenwerkingsverband zal conform deze procedure gevoerd worden. In de modelprocedure is in het artikel Taakstelling ook aangegeven dat ieder, vanuit de eigen verantwoordelijkheid, overlegt met elkaar over de afstemming tussen het passend onderwijs en: a. de jeugdzorg; b. het leerlingenvervoer; c. de leerplicht; d. de onderwijshuisvesting; e. in overleg kunnen het samenwerkingsverband en de gemeenten besluiten hier andere gemeenschappelijke thema s aan toe te voegen. Voor de periode wordt voor het VO het gemeenschappelijke thema Toeleiding naar arbeid aan toegevoegd. In de volgende paragraaf worden de vijf thema s nader verkend en worden de resultaten weergegeven van de, tijdens de ontwikkeling van dit ondersteuningsplan, reeds gevoerde voorbereidende overleggen. 8.3 Verkenning van de vijf thema s Afstemming passend onderwijs en de jeugdhulp en andere partners Visie en uitgangspunten In de afgelopen jaren is het besef gegroeid dat het voor de oplossing van problemen van jeugdigen noodzakelijk is dat er tussen het onderwijs, de gemeenten en de instellingen voor jeugdhulp intensief wordt samengewerkt. 41

42 Dat heeft geleid tot een gezamenlijke visie waarbij integraal werken centraal staat. Het gaat daarbij om het bieden van een sluitend aanbod aan ondersteuning door een vroegtijdige, zo licht mogelijke, integrale en afgestemde hulp in te zetten voor jeugdigen, hun ouders en gezinnen. Deze visie wordt bereikt door: vroegtijdig ondersteunen van de eigen kracht van jeugdigen en ouders (in plaats van overnemen); kijken naar mogelijkheden, kansen en oplossingen (in plaats van problemen en beperkingen); importeren van ondersteuning (in plaats van verwijzen en exporteren van kind/gezin met een probleem); integraal beoordelen van meervoudige ondersteuningsbehoeften, dicht bij de signaleringsplaats (in plaats van aparte, verre indicatiecommissies); vaststellen van ondersteuningsbehoeften samen met jongeren, ouders en opvoedprofessionals (één kind, één gezin, één plan, één regisseur); het snel en nabij bieden van passende ondersteuning (in plaats van slagboomdiagnostiek); ondersteuningsbehoeften van kind/ouders zijn leidend (in plaats van hulpaanbod en instellingsbelangen). Met deze integrale benadering zijn de betrokken partijen beter in staat om bij de analyse van problemen sterker de drie leefwerelden van jeugdigen te betrekken. Het gaat dan om de samenhang tussen onderwijs, gezin en vrije tijd. Onderdeel van de visie is dat een bundeling van expertise noodzakelijk is en samenwerking is vereist omdat de afzonderlijke disciplines het niet alleen kunnen. De problemen van jeugdigen zijn vaak zo complex en ingewikkeld dat een meervoudige en integrale benadering noodzakelijk is. Vandaar dat samenhang en afstemming belangrijke sleutelbegrippen zijn geworden in het proces van de transities binnen de jeugdzorg, die uiteindelijk leiden naar één laagdrempelige toegangspoort. Het onderwijs wordt mede gezien als de vind- en werkplaats van jeugdigen die extra ondersteuning nodig hebben maar ook als de plek om aan de oplossing te werken. Streven is dat de samenwerking met instellingen voor jeugdhulp een structureel onderdeel gaat worden van de schoolorganisatie. Hierbij gaat de ondersteuning door het sociaal team een essentiële rol spelen. Het sociaal team is een team van professionals met een verschillende deskundigheid, afkomstig van verschillende instellingen op het gebied van welzijn en zorg. Het sociaal team levert basishulp. Dat betekent dat ze beschikt over pedagogische en sociaal-maatschappelijke expertise en basiskennis heeft over psychiatrie en kinderen met een beperking, Het team is actiegericht en versterkt de zelfredzaamheid van opvoeders: het geeft advies hoe het gezin zelf het probleem kan aanpakken en het biedt zo nodig praktische ondersteuning vanuit de vereiste deskundigheid zoals opvoedhulp, talentcoaching, hulp bij jeugdoverlast, maar ook intensieve jeugdhulp. Voor het sociaal team is het schoolmaatschappelijk werk de vooruitgeschoven post op de scholen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat elke gemeente uiteindelijk zelf de naamgeving, samenstelling en het functioneren van het team bepaalt. De volgende punten over de samenwerking tussen onderwijs, gemeente en instellingen voor jeugdhulp zullen nog nader uitgewerkt moeten worden: Doorontwikkeling van de huidige en van de gewenste regionale overlegstructuur van onderwijs en gemeenten, op beleidsniveau en uitvoeringsniveau. De realisatie van de gewenste situatie. Regionale afspraken tussen onderwijs en sociale teams ten bate van de basisondersteuning, de zorg in en om de school en de inzet van extra ondersteuning. Hoe kan de ondersteuningsstructuur in de school verbeterd worden? Hoe kan men zorgroutes versnellen en verkorten? Regionale afspraken over de inzet van leerplicht en jeugdgezondheidszorg. Realisatie van de geformuleerde rollen en verantwoordelijkheden zoals verwoord in het regionale verzuimprotocol VO. Het onderscheid tussen preventie en interventie en het nadrukkelijk aangeven welke de concrete bijdragen van de instellingen zijn (bijdrage vroeg signalering, leerlingbespreking, multidisciplinair overleg, voorlichting, uitvoering begeleidingstaken, scholing, professionalisering e.d.). In het kader van doorgaande zorglijnen: Afspraken over overdracht voorschool, peuterspeelzaal, kinderdagverblijven naar het primair en het speciaal onderwijs. Afspraken over de overdracht van informatie van het primair en speciaal basisonderwijs naar het voortgezet en voortgezet speciaal onderwijs. Afspraken over de overdracht van informatie naar het middelbaar beroepsonderwijs. 42

43 De één kind, één gezin, één plan en één regisseur -aanpak in relatie tot de transitie van de jeugdzorg. Hoe wordt dit gerealiseerd? Op welke wijze kan eigen kracht van een jeugdige, gezin en omgeving worden benut? Hoe wordt voorkomen dat jeugdigen/gezinnen in zwaardere zorg terechtkomen? Hoe realiseert men dat er met, in plaats van over, de jeugdigen/het gezin wordt gesproken? Realiseren van (nieuwe) onderwijs-zorgarrangementen, waarin meegenomen het integraal opstellen en integraal toekennen van de arrangementen. Afspraken over grensverkeer. Hoe wordt omgegaan met leerlingen (met zorgbehoefte) uit andere gemeenten? Afspraken over evaluatie en kwaliteitszorg. Hierbij dient ook opgemerkt te worden dat elke gemeente een lokale inkleuring kan geven aan de invulling van de regionale afspraken Afstemming passend onderwijs en het leerlingenvervoer Uitgangspunt Vervoer moet beschikbaar zijn voor leerlingen die gezien hun ondersteuningsbehoeften niet in staat zijn thuisnabij passend onderwijs te volgen. Een aanvraag leerlingenvervoer wordt getoetst aan de verordening leerlingenvervoer van de gemeente waar de leerling woonachtig is. Na toetsing wordt bepaald of de aanvraag wordt toegekend. Elke gemeente stelt een verordening leerlingenvervoer vast. Bij het beoordelen van de aanvragen wordt zo nodig advies van deskundigen ingewonnen. Afspraken Ouders van leerlingen die door het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid - Utrecht toelaatbaar verklaard zijn tot een school voor voortgezet speciaal onderwijs of een andere vorm van een passend onderwijs- en zorgarrangement, krijgen op hun aanvraag bekostiging voor passend leerlingenvervoer mits de aanvraag voldoet aan de eisen gesteld in de verordening leerlingenvervoer van elke afzonderlijke gemeente. Onder passend vervoer wordt verstaan, vervoer dat past bij de afstand tot de school, de leeftijd en bij de mate van zelfredzaamheid van de leerling, in aanmerking genomen diens lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke beperkingen. Alvorens de gemeente besluit een aanvraag van ouders af te wijzen, of niet volledig toe te kennen, wordt advies ingewonnen bij deskundigen van de school voor voortgezet speciaal onderwijs of uitvoerende organisatie van het onderwijs- en ondersteuningsarrangement waartoe het samenwerkingsverband de leerling toelaatbaar heeft verklaard Afstemming passend onderwijs en leerplicht in verband met thuiszitters Uitgangspunt Het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid - Utrecht kent geen thuiszitters. Alle leerplichtige leerlingen zitten op een bij hun ontwikkeling en competenties passende onderwijsplaats. Achtergronden en afspraken Om thuiszitten van leerlingen te voorkomen, is de samenwerking en afstemming tussen school, leerplicht en keten partners cruciaal. De volgende nadere afspraken kunnen het thuiszitten tegengaan: Het samenwerkingsverband kent een dekkend aanbod van voorzieningen. Elke school, leerplicht en de betrokken ketenpartners werken conform het regionale Verzuimprotocol, voor zowel het ongeoorloofde schoolverzuim, het ziekteverzuim en de thuiszitters. Periodiek wordt dit geëvalueerd en waar nodig acties ingezet te verbetering. Periodiek wordt een overzicht van thuiszitters aangeleverd door Leerplicht en besproken in een periodiek regionaal overleg met Leerplicht. Vanaf najaar 2015 vraagt de Inspectie aan het samenwerkingsverband 2 maandelijks om een actueel overzicht van de thuiszitters. Zodra een leerling een probleem heeft dat raakt aan twee of meer leefgebieden, wordt deze besproken in een multidisciplinair overleg. De deelnemers aan dit overleg zijn naast de betreffende school, de ouders/verzorgers, de vaste ketenpartners, zoals schoolmaatschappelijk werk, leerplicht en de schoolarts. Afhankelijk van de problematiek wordt het overleg uitgebreid met de inzet van andere deskundigen. De 43

44 IB-er/zorgcoördinator van de school neemt het initiatief voor dit overleg. In het multidisciplinair overleg wordt een regiehouder aangewezen. Het multidisciplinair overleg wordt binnen een week bij elkaar geroepen. Deze flexibele aanpak bepaalt de kracht. De vaste ketenpartners werken volgens het principe één kind, één gezin, één plan. De school heeft een zorgplicht ten aanzien van een aangemelde leerling. Als een school een aangemelde leerling niet kan plaatsen, zal de leerling zo spoedig mogelijk, maar binnen de wettelijk gestelde termijn, worden aangemeld bij het samenwerkingsverband. Als een school een leerling niet de ondersteuning kan bieden die het nodig heeft, stelt de school vanuit de zorgplicht vast wat de leerling nodig heeft en wordt het samenwerkingsverband ingeschakeld. Met betrekking tot vrijstellingen heeft het samenwerkingsverband vooraf overleg met Leerplicht over het verlenen van vrijstelling en de vrijstellingsgrond. Bij verleende vrijstelling geldt: het samenwerkingsverband heeft zicht op leerlingen die vrijstelling van leerplicht hebben op lichamelijke en/ of psychische gronden. Daarbij neemt het samenwerkingsverband een actieve rol in het onderhouden van contacten met ouders/ verzorgers. Concreet betekent dit: - met ouders/ verzorgers en Leerplicht overleggen over de mogelijkheden van terugstroom naar onderwijs en gezamenlijk vaststellen op welke wijze en frequentie dit vervolgd moet worden; - onderzoeken of en zo ja welke hulp vanuit het samenwerkingsverband geboden kan worden bij onderwijsondersteuning aan vrijgestelde leerlingen Afstemming passend onderwijs en onderwijshuisvesting Uitgangspunt Het aanbod passend onderwijs van het voortgezet onderwijs is voor bepaalde doelgroepen voor het voortgezet speciaal onderwijs niet dekkend en passend binnen de regio van het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid Utrecht. Onderzocht moet worden, ook wat betreft huisvesting, wat de mogelijkheden zijn om voorzieningen voor bepaalde doelgroepen meer thuisnabij te realiseren. Achtergronden De gemeentelijke taken op het gebied van onderwijshuisvesting zijn geregeld in afdeling 3 van de wet op het primair onderwijs. De wet op het voorgezet onderwijs en de wet op de expertisecentra kennen vergelijkbare bepalingen. De gemeente draagt zorg voor de voorzieningen in de huisvesting op het grondgebied van de gemeente. Voor de verdere ontwikkelingen in de regio is onderzoek naar het dekkend aanbod en de aanbevelingen naar het huidig aanbod en de leerlingenstromen van belang. Het betreft hier een onderzoek van Oberon (voorjaar 2013): Voorzieningen en leerlingenstromen (V)SO RMC-regio 19. Situatie Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid - Utrecht Hieronder wordt de situatie ten aanzien van de onderwijshuisvesting samengevat: Voor cluster 3 en 4 is binnen het werkgebied van het samenwerkingsverband één VSO school voor cluster 4, gevestigd in Houten. De leerlingen die zijn aangewezen op een cluster 3 voorziening (ZMLK, LZ, LG, MG) gaan naar een school in Utrecht of elders buiten de regio. De aantallen leerlingen welke hier gebruik van maken zijn te gering en de ondersteuning die deze leerlingen behoeven is te gespecialiseerd om kwalitatief hoogwaardige nevenvestigingen binnen de regio van het samenwerkingsverband te kunnen inrichten. De leerlingen die zijn aangewezen op een cluster 4 voorziening gaan voor een klein deel naar Houten. De overige leerlingen zijn aangewezen op een van de vele voorzieningen buiten de regio. De Reboundvoorziening Doorstart is momenteel ondergebracht in een kantoorpand. De huisvestingslasten drukken zwaar op het budget van het samenwerkingsverband. Dit is al lange tijd een ongewenste situatie omdat dit ten koste gaat van de gelden die bestemd zijn voor de extra ondersteuning van leerlingen. Het samenwerkingsverband heeft in het najaar van 2015 op grond van een onderzoek naar de mogelijke inrichting van een OPDC (Orthopedagogisch en - Didactisch Centrum) besloten een bovenschoolse voorziening in te richten, waarin de bovengenoemde Reboundvoorziening en ook de gespecialiseerde afdeling voor VMBO, Anna De Linie, ondergebracht kunnen worden. Ook hieruit kunnen scenario s voortkomen wat kan leiden tot huisvestingsvraagstukken. 44

45 Afspraken Bovengenoemde besluit kan leiden tot scenario s waaruit huisvestingsvraagstukken voortkomen, qua mogelijkheden en bekostiging. Met de gezamenlijke gemeenten zal hierover overleg gevoerd worden vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid t.b.v. van een beter dekkend en passend aanbod voor de leerlingen in de regio Zuid-Utrecht Toeleiding naar arbeid De SchoolWerkt-agenda geeft de kaders en de visie van de regionale aanpak voortijdig schoolverlaten (vsv) in RMC-regio Utrecht weer 9. Deze agenda is het startpunt van een nieuwe aanpak waar de partners met elkaar voor hebben gekozen. De SchoolWerkt-agenda geeft invulling aan de gezamenlijke ambitie: Jongeren begeleiden op hun unieke pad naar kansrijke deelname aan de samenleving. Deze ambitie reikt verder dan alleen het vsv-convenant. Deze agenda sluit aan bij de veranderingen in het sociaal domein, waar alle partners in het netwerk mee te maken hebben. Daarbij erkent deze agenda de complexiteit van de context waarin de partners met elkaar - werkend onder andere regelgeving, andere sturingsmechanismen met andere verantwoordingsstructuur én in wisselende samenstelling - het beste voor de jongere willen realiseren. In deze agenda is gezamenlijk de bedoeling van de samenwerking, leidende principes, rollen en actielijnen geformuleerd. Goede aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt De partners binnen de RMC regio zorgen voor een goede aansluiting van het onderwijsaanbod op de (regionale) arbeidsmarkt en benaderen met elkaar het bedrijfsleven (werkgevers) om afspraken te maken en af te stemmen over een goede aansluiting. Tevens maken ze afspraken over leerwerkbanen en stages om de jongeren zo goed mogelijk voor te bereiden op een succesvol vervolg van hun loopbaan. De afgelopen jaren heeft de inspanning op het thema aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt nog onvoldoende tot zichtbare resultaten geleid, blijkt uit de evaluatie van de beleidsagenda Met de komst van de Participatiewet en de ontwikkeling van de Lerende Economie is de vraag steeds relevanter. In de regionale stuur- en werkgroep Entree/Participatie worden vraagstukken rondom de aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt voor kwetsbare jongeren vanuit het Praktijkonderwijs (PrO), Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) en de entreeopleiding uitgewerkt. Voor meer informatie over de SchoolWerkt-agenda zie bijlage 8. 9 RMC staat voor Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten. Regio Utrecht is één van de 39 RMCregio s in Nederland. 45

46 Hoofdstuk 9 Kwaliteitszorg De doelen van passend onderwijs zijn duidelijk verankerd in de visie, beleid en acties van het samenwerkingsverband. Op hoofdlijnen heeft het samenwerkingsverband de activiteiten voor de komende periode gepland. Gekozen is voor een resultaatgerichte benadering waarbij wij op school en op bovenschools niveau, in het belang van de schoolloopbaan van de leerling, resultaten willen boeken. Om zicht te krijgen op de effecten van de inspanningen van de scholen en van het samenwerkingsverband is een toegesneden systematiek voor monitoring en evaluatie noodzakelijk. Dit is beschreven in het kwaliteitsmanagementsysteem van het samenwerkingsverband. Daarnaast worden de resultaten op het terrein van basisondersteuning gemonitord door het online programma Perspectief op school. Dit monitoring instrument is voor het schooljaar afgenomen en wordt nadien zorgvuldig geëvalueerd. Verder is het samenwerkingsverband gehouden aan verticaal toezicht door de Inspectie van het Onderwijs. Hiervoor verwijzen wij naar paragraaf 9.2 Toezichtskader Inspectie van het onderwijs. 9.1 Toezichtskader Samenwerkingsverband VO Zuid - Utrecht Het samenwerkingsverband kiest voor een beleid gebaseerd op good governance. Deze benadering sluit aan bij de Code Goed Bestuur van de VO-Raad, die door alle besturen is ondertekend. Deze code heeft ook consequenties voor de werkwijze en de organisatie in het samenwerkingsverband. Juist bij de uitvoering van het kwaliteitsbeleid is de opdracht van het bestuur om namens de eigenaren erop toe te zien dat het samenwerkingsverband haar maatschappelijke opdracht waarmaakt. Het bestuur heeft daarbij als kerntaak het formuleren van de beoogde resultaten van het samenwerkingsverband. Vervolgens moet het bestuur er vooral op toezien dat die beoogde resultaten ook worden gerealiseerd en moet het de voortgang monitoren. De beoogde resultaten gelden als de vooraf geformuleerde criteria, waarop het beleid van de directeurbestuurder achteraf wordt beoordeeld. De cyclus van het stellen van beoogde resultaten, het maken van interpretaties daarvan (inclusief gegevens die de interpretatie onderbouwen) en het afleggen van verantwoording zorgt voor een voortgaande dialoog tussen bestuur en directeur-bestuurder. De principes van Policy Governance helpen erbij om die dialoog telkens weer op de centrale onderwerpen te richten, bezien vanuit de missie van het samenwerkingsverband. Het bestuur legt in het toezichtkader datgene vast, wat het bestuur van cruciaal belang vindt in het bereiken van de beoogde resultaten van het samenwerkingsverband. Dat doet het bestuur door middel van beleidsuitspraken. De belangrijkste twee typen beleidsuitspraken betreffen die over de beoogde resultaten van het samenwerkingsverband, en die over de bevoegdheidskaders van de directeur-bestuurder. De beleidsuitspraken worden opgenomen in het toezichtkader en het ondersteuningsplan. Het toezichtkader is opgebouwd langs de vier kwadranten zoals in onderstaand schema staat weergegeven. 46

47 9.2 Toezichtskader Inspectie van het onderwijs Het toezicht op de samenwerkingsverbanden is integraal toezicht, want het omvat - in samenhang - zowel kwaliteitstoezicht, nalevingstoezicht als financieel toezicht. Voor de samenwerkingsverbanden heeft de inspectie drie vormen van toezicht: 1. Toezicht vanuit risicobepaling: risico gestuurd toezicht Het toezicht van de inspectie is risico gestuurd. Jaarlijks voert de inspectie een risicoanalyse uit op basis van de kennis die al bij haar aanwezig is. Als deze analyse geen aanwijzing geeft dat de kwaliteit achterblijft, vindt er geen verder onderzoek plaats. Indien er wel aanwijzingen in die richting zijn, dan kan de inspectie in gesprek gaan met het bestuur van het samenwerkingsverband of een kwaliteitsonderzoek uitvoeren. 2. De staat van het onderwijs: steekproefonderzoek De inspectie rapporteert jaarlijks in het Onderwijsverslag over de positieve en negatieve ontwikkelingen in het gehele onderwijsbestel. Hiertoe onderzoekt de inspectie ook een representatieve steekproef van samenwerkingsverbanden. Het steekproefonderzoek vindt plaats door een kwaliteitsonderzoek aan de hand van het waarderingskader. Deze onderzoeken zijn niet risico gestuurd ingevuld. 3. Nalevingstoezicht De inspectie voert jaarlijks onderzoek uit naar de naleving van wettelijke voorschriften. Voor indicatoren zie uittreksel Kwaliteitsmanagementsysteem bijlage Monitoren van de resultaten Evaluatie, kwaliteitszorg en verantwoording zien wij als een grondhouding van alle betrokkenen bij de inspanningen binnen de scholen en het samenwerkingsverband. We willen constant nagaan of we de goede dingen doen, of we deze dingen goed doen en of we resultaten hebben geboekt. Juist omdat we een netwerk zijn van scholen willen we deze resultaten delen met anderen en gebruik maken van elkaars ervaringen. Regelmatig vindt evaluatie plaats van het gevoerde beleid. Daarbij ligt de focus vooral op de taakstelling van het samenwerkingsverband: de toewijzing van extra ondersteuning die leerlingen nodig hebben, de plaatsing van leerlingen, de verantwoording van de inzet van middelen en de behaalde resultaten. 47

48 Het cyclisch proces van continu verbeteren zowel op korte als op langere termijn staat hierbij centraal. Het samenwerkingsverband toetst de verzamelde informatie aan de vastgestelde doelen en normen en trekt daaruit conclusies voor de kwaliteitsverbetering op korte en langere termijn. We richten ons hierbij op een continu verbeterproces en werken door middel van planmatig en cyclische werkwijze (Plan Do Check Act) van de kwaliteitsverbetering. Bovenstaande wordt uitvoerig beschreven in het kwaliteitsmanagementsysteem van het samenwerkingsverband, waarin opgenomen een monitorkalender, zie bijlage 10 Uittreksel van het KMS en bijlage 11 Monitorkalender. Het samenwerkingsverband staat met een gedegen kwaliteitszorgsysteem voor een continue verbetering van de kwaliteit. Via dialoog en goede communicatie met belanghebbenden zorgt het samenwerkingsverband voor horizontale verantwoording aan ouders, leerlingen en scholen. Dit alles met als doel een optimale implementatie van alle facetten van passend onderwijs. 48

49 Hoofdstuk 10 Communicatie Speerpunt van het samenwerkingsverband is dat het zorg en aandacht besteed aan de kwaliteit van communicatie. In het bijzonder zal de aandacht gericht zijn op de positie van ouders en leraren. Als het gaat om communicatie is dat niet alleen een verantwoordelijkheid van het samenwerkingsverband, maar ook van de schoolleiders van de scholen van het samenwerkingsverband. Het is de taak van het samenwerkingsverband de schoolleiders te voorzien van materialen en middelen, want bij de voorlichting aan de eigen leraren en ouders hebben zij een belangrijke taak Aandachtspunten communicatie Het samenwerkingsverband positioneert zich als een netwerkorganisatie. Vastgesteld kan worden dat door het samenwerkingsverband taken op meerdere terreinen uitgevoerd moeten worden en dat het samenwerkingsverband met veel verschillende organisaties/ instanties te maken heeft (scholen, instellingen en gemeenten). Om de communicatie met al deze groepen goed te laten verlaten verlopen, is een aantal beleidsuitspraken in algemene zin over communicatie van groot belang: - het samenwerkingsverband kenmerkt zich als een netwerkorganisatie, dat betekent dat er veelvuldig contact is tussen alle partners van het verband; - het samenwerkingsverband hanteert korte, open en transparante communicatielijnen, waarbij ook gebruik gemaakt wordt van de digitale en sociale media; - de werkprincipes van good governance worden nageleefd. Het werkprincipe van good governance betekent zowel een verticale als een horizontale verantwoording naar alle partners. Bij verticale verantwoording is dat gericht op de overheid en bij horizontale verantwoording gaat dat in de richting van de bevoegde gezagen, de scholen, de ouders, leerlingen, de instellingen voor zorg en jeugdhulpverlening Inzet van diverse communicatiemiddelen Brochure Passend Onderwijs in Zuid-Utrecht Door het samenwerkingsverband is in de aanloop naar passend onderwijs een handzame brochure ontwikkeld (onder andere met volgende inhoud: ambities en doelstellingen van het samenwerkingsverband, de inrichting van passend onderwijs, de basisondersteuning en de extra ondersteuning), zie link: Website Het samenwerkingsverband onderhoudt een website. Deze site heeft een aantal functies: - informeren: het geven van informatie over alle relevante ontwikkelingen inzake het samenwerkingsverband; - communiceren: het uitwisselen van informaties, verslagen, meningen en ervaringen; - ondersteuning bij administratieve processen: het gaat dan het gebruik van de website voor aanmeldingen, indienen van verzoeken, inschrijven e.d.; - opiniëren: het bieden van een platform voor het verspreiden en delen van belangrijke artikelen; - delen van verband gebonden informatie: het gaat hier om een gesloten forum dat toegankelijk is voor een beperkte groep betrokkenen binnen het samenwerkingsverband met daarin opgenomen verslagen van vergaderingen e.d. Communicatie via berichten, mededelingen e.d. Het samenwerkingsverband verspreidt berichten en mededelingen aan de diverse doelgroepen. Bedoeling hiervan is om deze doelgroepen te informeren over ontwikkelingen binnen het samenwerkingsverband. Daarnaast wordt informatie verstrekt over landelijke en regionale ontwikkelingen die betrekking hebben op onderwijs en zorg. Beleidsdocumenten, rapportages e.d. 49

50 Regelmatig draagt het samenwerkingsverband zorg voor de ontwikkeling en verspreiding van beleidsdocumenten, rapportages e.d. Door de wetgeving wordt verplicht om vierjaarlijks in ieder geval het ondersteuningsplan samen te stellen. De praktijk zal zijn dat er aanmerkelijk meer documenten samengesteld en verspreid worden. Het samenwerkingsverband hanteert voor de ontwikkeling van al deze documenten vooral de gerichtheid op de doelgroep, leesbaarheid en toegankelijkheid als de belangrijkste uitgangspunten. Jaarverslag Het samenwerkingsverband verzorgt een jaarverslag. Daarin wordt teruggeblikt op de belangrijkste resultaten van dat jaar en wordt vanuit zowel vanuit kwalitatieve als kwantitatieve blik gekeken naar alle activiteiten. Denk daarbij aan: overzicht van diverse typen van vergaderingen, scholingsactiviteiten, deelname van leerlingen aan voorzieningen, inzet van ondersteuningsmiddelen en vastgestelde effecten e.d. Het samenwerkingsverband geeft daarin ook blijk van haar monitoringsbeleid. Denk daarbij aan gegevens als in-, door- en uitstroom, registratie van thuiszitters, deelname aan de bovenschoolse voorziening (i.o.), aantal leerlingen dat gebruik maakt van extra ondersteuning, aantal leerlingen besproken in zorg- en adviesteam e.d. 50

51 Hoofdstuk 11 Financiën in het samenwerkingsverband In dit hoofdstuk van het ondersteuningsplan wordt het financieel perspectief geschetst van het Samenwerkingsverband VO Zuid - Utrecht. Het gaat in dit hoofdstuk om de algemene uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de begroting van het samenwerkingsverband. De actuele meerjarenbegroting is te vinden in bijlage 11, de toelichting op de meerjarenbegroting in bijlage Financieringsmodel Bij de inzet van de middelen van het samenwerkingsverband kan gesproken worden over een combinatie van de financieringsmodellen Expertise- School- en Leerlingmodel: Expertisemodel: De financiering van de bovenschoolse voorziening gebeurt mede met middelen vanuit het SWV; Schoolmodel: De scholen ontvangen middelen voor de inzet van Begeleiders Passend Onderwijs. In 2016 zal worden heroverwogen of dit wordt gecontinueerd. Te overwegen is of het wenselijker is om een team Begeleiders Passend Onderwijs vanuit het SWV in te zetten op de scholen; Leerlingmodel: De scholen kunnen (financiering voor) Extra Steun Arrangementen aanvragen bij het SWV Toezichtskader en financieel beleid In het toezichtskader voor het samenwerkingsverband worden de volgende kaders geschetst voor het financieel beleid. a. Het bestuur zal een begroting afkeuren die niet is voorzien van: - een duidelijke relatie met de beoogde resultaten als genoemd in dit toezichtkader; - reële beleidsuitgangspunten en beleidsplannen van de directeur-bestuurder; - een meerjarenperspectief met redelijke verwachtingen ten aanzien van baten en lasten; - een inventarisatie van toekomstige risico s; - financieel deugdelijke onderbouwing op basis van de eisen die in de sector gebruikelijk zijn. b. Er worden geen middelen onttrokken of toegevoegd aan de reserves noch structurele, langdurige verplichtingen aangegaan zonder een onderbouwd plan gericht op het bereiken van de beoogde resultaten. Dit plan wordt samen met de begroting ingediend, zodat een integrale afweging door het bestuur mogelijk is. c. De directeur-bestuurder voert geen exploitatiebeleid met significante afwijkingen ten opzichte van de goedgekeurde begroting. d. De directeur-bestuurder onderneemt geen activiteiten die de continuïteit van het samenwerkingsverband in gevaar brengen. e. De directeur-bestuurder zal niet speculeren met middelen van het samenwerkingsverband noch risicodragend beleggen (regeling beleggen en belenen). f. De directeur-bestuurder zal niet nalaten de ondersteuningsmiddelen op een transparante manier in te zetten. g. De directeur-bestuurder zal niet nalaten om de overhead van elk financieel voorstel zo klein mogelijk te laten zijn Noodzaak financieel beleid en monitoring Decentralisatie van bevoegdheden en middelen van de rijksoverheid naar lagere bestuursorganen draagt een aantal risico s in zich. Zeker wanneer er sprake is van vooraf afgesproken budgetten is het noodzaak om een strikt financieel beleid te voeren en in dit geval de leerlingstromen nadrukkelijk te volgen. De gezamenlijke verantwoordelijkheid van de schoolbesturen voor de schoolloopbaan van de leerling en voor de leerlingstromen wordt benadrukt door de wet- en regelgeving inzake de financiering. Immers wanneer de ondersteuningsbekostiging het normbudget overschrijdt door een toename van de deelname aan het voortgezet speciaal onderwijs wordt dit verrekend met de lumpsum van de scholen binnen het samenwerkingsverband. Hieronder worden nog enkele risicofactoren voor de kortere en de langere termijn op een rij gezet: - mogelijke bezuinigingen door OCW; 51

52 - krimp/ uitbreiding leerlingen in de regio; - toename verwijzingen vanuit het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs naar de scholen voor voortgezet speciaal onderwijs; - toename verwijzingen vanuit het voortgezet onderwijs naar het voortgezet speciaal onderwijs; - import van leerlingen met toelaatbaarheidsverklaring voortgezet speciaal onderwijs door verhuizing vanuit andere samenwerkingsverbanden; - Langdurig ziekteverzuim van personeel binnen de organisatie van het Samenwerkingsverband. Het Samenwerkingsverband heeft op basis van bovengenoemde risicofactoren een nadere analyse opgesteld en beheersmaatregelen geformuleerd ter onderbouwing van het beoogde weerstandvermogen Financiële middelen SWV VO Zuid-Utrecht: een overzicht Door het Ministerie van OCW wordt gewerkt met kengetallen en wordt op maat voor ieder samenwerkingsverband een overzicht gegeven van de financiële situatie. Dat overzicht geeft inzicht in de financiële situatie over de periode tot en met Op deze manier is het mogelijk een meerjarenbeleid te ontwikkelen. In het overzicht is ook opgenomen wat de gevolgen zijn van de verevening voor dit samenwerkingsverband. Gezien de deelnamecijfers aan het voortgezet speciaal onderwijs en historische gegevens (aantal leerlingen met een rugzak in voorgaande jaren) heeft dit samenwerkingsverband te maken met een positieve verevening. Dat betekent dat vanaf 2016 het te besteden bedrag voor ondersteuning tot 2021 jaarlijks groeit. Uiteraard gaat dit alleen maar op wanneer we een gelijkblijvend aantal leerlingen houden in het voortgezet speciaal onderwijs. Via deze link ( kan men een overzicht krijgen van de meest actuele cijfers van dit samenwerkingsverband. De berekening in het volgende overzicht is gebaseerd op de leerling gegevens van 1 oktober Bekostiging vanaf 2016 Bekostiging SWV lichte ondersteuning vanaf 2016 regionaal ondersteuningsbudget overgangsregeling norm LWOO/PRO kosten LWOO/PRO Bekostiging SWV Personeel zware ondersteuning vanaf ontwikkeling ondersteuningsbudget bij gelijkblijvende leerlingen aantallen resterend ondersteuningsbudget Schooljaar Normatief budget Correctiebedrag i.v.m. verevening Ondersteuningskosten VSO Resterend ondersteuningsbudget , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,80 0, , ,60 Bekostiging SWV materieel zware ondersteuning vanaf 2016 ontwikkeling ondersteuningsbudget bij gelijkblijvende leerlingen aantallen Kalenderjaar Normatief budget Correctiebedrag Ondersteuningskosten VSO Resterend ondersteuningsbudget , , , ,60 52

53 , , , , , , , , , , , , , , , , De financiële mogelijkheden op korte en lange termijn Het Samenwerkingsverband heeft sinds de start van passend onderwijs een voorzichtig financieel beleid gevoerd, rekening houdend met onvoorziene omstandigheden en de onzekerheid hoe de (tussentijdse) toekenning van toelaatbaarheidsverklaringen voor het VSO concreet uit zou uitpakken. Beeld Tot 2016 zijn de financiële resultaten positief uitgevallen. Op grond van de meest recente (maar nog niet definitieve) cijfers en bijgestelde bekostigingsbedragen zien we een positiever beeld dan in eerdere concepten. Hierdoor ontstaat wat extra beleidsruimte voor de komende jaren. Het lijkt erop dat met de inspanningen die worden gedaan en de lasten die thans zijn opgenomen met de resultaten gewerkt kan worden naar de opbouw van een aanvaardbaar weerstandsvermogen in de jaren 2016 en Indien er toch sprake is van inzet van een deel van het resultaat of benutting van de beschikbare middelen innovatie (programma 10) van de komende jaren kan er gedacht worden aan: invoeringstraject bovenschoolse tussenvoorziening (opgenomen binnen programma 3); extra impuls ontwikkeling ondersteuningsstructuur op de scholen. Te denken valt hierbij aan de opzet van trajectvoorzieningen; ontwikkeling van nieuwe voorzieningen in het dekkend aanbod (bijvoorbeeld hoog niveau kwetsbare leerlingen); ondersteuningsmodel Executieve functies; toename instroom asielzoekers; initiatieven voortkomend uit de conferenties (kennis en kunde uitwisseling). In de meerjarenbegroting is al rekening gehouden met verhoging van de bedragen binnen de extra steun arrangementen en de scholing VO (programma 6 en 7) in de jaren vanaf Toelichting op de lasten binnen de (meerjaren) begroting Afdracht leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs: De afdrachten lwoo en pro zijn gebaseerd op de afdracht ondersteuningsbekostiging van het feitelijk aantal lwoo/ pro leerlingen. Dit start vanaf 1 januari Afdracht VSO op teldatum: Het aantal VSO-leerlingen op 1 oktober (T-1) is de basis voor de ondersteuningsbekostiging voor de VSOscholen. Deze bekostiging wordt door OCW/ DUO rechtstreeks aan de VSO-scholen betaald en in mindering gebracht op de budgetten van het SWV. Het verwijzingspercentage van het totaal aantal VSO-leerlingen bedraagt, als uitgangspunt, een geleidelijke afname gedurende de jaren naar 3 %. Afdracht VSO op peildatum: Op basis van de peildatum vindt vanuit het SWV bekostiging plaats aan de VSO-scholen. Vooralsnog is sprake van afdracht van de volledige bekostiging. Deze bekostiging vindt rechtstreeks vanuit het SWV plaats aan de VSO-scholen. In eerste instantie wordt uitgegaan van ongeveer 14 leerlingen (in 2016), licht afnemend gedurende de jaren. Verplichte besteding Ambulante Begeleiding: Voor het schooljaar 2014/2015 gaan de AB-gelden nog rechtstreeks naar de VSO-scholen. Vanaf het schooljaar 2015/2016 zitten deze gelden in de normbekostiging. Vanaf 2016 is deze component opgenomen onder het programma expertise VSO/scholing VO (programma 7). 53

54 Naast bovenstaande verplichtingen zijn in de begroting van het samenwerkingsverband onderstaande programma s opgenomen. Bij de samenstelling van deze programma s zijn de beleidsonderdelen van het ondersteuningsplan gevolgd om de relatie tussen beleid, begroting en uitvoering zo optimaal mogelijk te laten zijn. 1. Management en organisatie In dit programma zijn o.a. de volgende posten opgenomen: personeelslasten, gebouw en huisvesting, huur, energie, schoonmaak, administratie, investeringen, licenties, PCL lwoo/ pro en PCL Extra Steun, financiële administratie, Ondersteuningsplanraad, juridische kosten. 2. OPDC Rebound In dit programma zijn o.a. de volgende posten opgenomen: personeelslasten, gebouw, inrichting, ICT, huisvestingslasten als huur, schoonmaak, energie, huur gymzaal, administratie e.d. 3. Bovenschoolse tussenvoorziening Voor dit programma zijn de arrangementen bovenschoolse tussenvoorziening opgenomen en kosten voor het invoeringstraject. 4. LWOO arrangement (voorheen PCL leerlingen) Voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte LWOO, maar die niet binnen de criteria vallen. 5. Speciale trajecten De financiering van een aantal bijzondere trajecten voor leerlingen, bijvoorbeeld onderwijszorgarrangementen voor thuiszitters, jongeren met een vrijstelling van leerplicht, maar toch weer enig onderwijsperspectief. 6. VO extra steun arrangementen De financiering van extra steun trajecten voor leerlingen in het regulier onderwijs. 7. Ondersteuning passend onderwijs /scholing VO In dit programma zijn vanaf 2016 de Begeleiders Passend Onderwijs opgenomen en de afdracht voor de ambulante dienst van De Kleine Prins. De Begeleiders Passend Onderwijs ondersteunen de teams en docenten van de scholen in de ontwikkeling naar handelingsgericht werken. Daarnaast zijn middelen beschikbaar voor deskundigheidsbevordering door o.a. het organiseren van conferenties en scholingsactiviteiten. 8. Weerstandsvermogen Bestemd voor eventuele opvang van (onvoorziene) risico s. 9. Invoering PO Vanaf 2016 zijn hier geen kosten meer voor opgenomen. 10. Innovatie Beschikbaar budget voor innovatief handelen binnen Passend Onderwijs. 54

55 Bijlagen 55

56 Bijlage 1 Samenstelling van het Bestuur Het bestuur is op de volgende wijze samengesteld: 1. De stichting kent een algemeen bestuur welke de stichting bestuurt 10 en een directeur-bestuurder, die belast is met door het bestuur gemandateerde bevoegdheden. 2. Het bestuur bestaat uit maximaal tien personen, uit te breiden met de te benoemen onafhankelijk voorzitter. De onafhankelijk voorzitter maakt geen onderdeel uit van het statutaire bestuur. 3. De bestuurders worden benoemd door het bestuur. 4. Tot bestuursleden kunnen slechts worden benoemd personen die bij de aangeslotenen de functie bestuur dan wel een gemandateerde bestuursfunctie vervullen. De betreffende aangeslotene(n) draagt (dragen) de persoon hiertoe krachtens bindende voordracht voor aan het bestuur. Het bestuur is gehouden deze voordracht over te nemen. 5. Samenstelling is als volgt geregeld: a. Van iedere aangeslotene met (een) reguliere scho(o)l(en) in de regio (verplicht aangeslotenen) wordt één persoon afgevaardigd in het bestuur. Deze persoon kan, indien hij bestuurlijke verantwoordelijkheid voor meerdere van deze aangeslotenen kent, binnen het bestuur van het samenwerkingsverband gelijktijdig een andere aangeslotene bestuurlijk vertegenwoordigen. b. Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht en Stichting Protestants Christelijk Onderwijs te Utrecht (de aangeslotenen met een school voor (speciaal en) voortgezet speciaal onderwijs behorend tot cluster 3 ZML als bedoeld in de Wet op de expertisecentra, waarvan de vestigingen zijn gelegen buiten het gebied van het samenwerkingsverband, opting-in schoolbesturen) vaardigen tezamen één persoon af in het bestuur. c. Stichting De Kleine Prins (de aangeslotene met een school voor (speciaal en) voortgezet speciaal onderwijs behorend tot cluster 3 LZ/LG/MG als bedoeld in de Wet op de expertisecentra, waarvan de vestiging is gelegen buiten het gebied van het samenwerkingsverband, opting-in schoolbestuur) vaardigt één persoon af in het bestuur. d. Stichting Speciaal Onderwijs Midden Nederland (verplicht aangeslotene met een cluster 4 school welke in de regio is gevestigd), Stichting Beukenrode-Onderwijs van Interconfessioneel speciaal onderwijs, Stichting Krommerijn College en Stichting Onderwijsgroep Amersfoort (de aangeslotenen met scholen voor (speciaal en) voortgezet speciaal onderwijs behorend tot cluster 4 als bedoeld in de Wet op de expertisecentra, waarvan de vestiging of vestigingen zijn gelegen buiten het gebied van het samenwerkingsverband, opting-in schoolbestuur) dienen zich door elkaar te laten vertegenwoordigen in het bestuur van de stichting middels afvaardiging van één persoon. Bevoegde gezagen met een school voor (speciaal en) voortgezet speciaal onderwijs behorend tot cluster 3 of cluster 4 als bedoeld in de Wet op de expertisecentra, waarvan de vestigingen zijn gelegen buiten de regio van het samenwerkingsverband (opting-in schoolbesturen) die zich na de onderhavige statutenwijziging aansluiten bij de stichting, laten zich in het bestuur vertegenwoordigen door de aangeslotenen van een gelijk cluster met vestigingen gelegen in de regio van het samenwerkingsverband. Deelnemende bevoegde gezagen Aangesloten kunnen slechts zijn het bevoegd gezag van de scholen die in de regio gevestigd zijn dan wel het bevoegd gezag van een school voor voortgezet speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs vormen, behorend tot cluster 3 en 4, bedoeld in de Wet op de expertisecentra, waarvan de vestiging of vestigingen zijn gelegen buiten het gebied van een samenwerkingsverband doch die wensen deel te nemen aan het onderhavige samenwerkingsverband. De bevoegd gezagen (Voortgezet Onderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs) die bij dit samenwerkingsverband behoren, zijn: 10 De bestuursstructuur wordt op het moment van het herschrijven van dit Ondersteuningsplan geëvalueerd. Mogelijk leidt dit tot een herziening van de huidige structuur. 56

57 1. Stichting Open Oecumenische School voor Voortgezet Onderwijs Houten gevestigd te 3995 DE Houten, De Slinger 48, postadres: Postbus 224, 3990 GA Houten; 2. De Willibrord Stichting voor rk, pc en interconfessioneel (rk/pc) Voortgezet Onderwijs voor Utrecht en omstreken gevestigd te 3563 AW Utrecht, Kaap Hoorndreef 66, postadres: Postbus 9419, 3506 GK Utrecht; 3. Stichting samenwerkend Voortgezet Onderwijs Houten/Nieuwegein gevestigd te 3995 DE Houten, De Slinger 48, postadres: Postbus 224, 3990 GA Houten; 4. Stichting Anna van Rijn College gevestigd te 3435 XA Nieuwegein, Albatros 1, postadres: Postbus 203, 3430 AE Nieuwegein; 5. Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Nieuwegein IJsselstein en omstreken gevestigd te 3432 NA Nieuwegein, Vreeswijksestraatweg 6A, postadres; Postbus 128, 3430 AC Nieuwgein; 6. Stichting Trinamiek (voorheen Stg. Lek en IJssel) gevestigd te 3401 MX IJsselstein, Lorentzlaan 4, postadres: Postbus 377, 3400 AJ IJsselstein; 7. Stichting Wellant gevestigd te 3992 XH Houten, Randhoeve 2, postadres: Postbus 177, 3990 DD Houten; 8. Stichting Speciaal Onderwijs Midden Nederland gevestigd te 3723 MB Bilthoven, Prof. Bronckhorstlaan 22. Deelnemende bevoegde gezagen voortgezet speciaal onderwijs Hierna volgt het overzicht van de bevoegde gezagen van scholen voor voortgezet speciaal onderwijs die gebruik maken van de zogenaamde opting-in regeling. De betreffende scholen (of locaties) van deze bevoegde gezagen bevinden zich buiten de regio van het samenwerkingsverband. Zij geven wel onderwijs aan leerlingen die woonachtig zijn in de regio en hebben aangegeven bestuurlijke medeverantwoordelijkheid te dragen voor het samenwerkingsverband. Die deelname wordt bekrachtigd door een aansluitingsovereenkomst. Het betreft de volgende bevoegde gezagen: 1. Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht gevestigd te 3563 AT Utrecht, Kaap Hoorndreef 36, postadres: Postbus 9315, 3506 GH Utrecht; 2. Stichting Protestants Christelijk Onderwijs te Utrecht gevestigd te 3563 AW Utrecht, Kaap Hoorndreef 66, postadres: Postbus 9419, 3506 GK Utrecht; 3. Stichting De Kleine Prins gevestigd te 3742 CD Baarn, Schoolstraat 53, postadres: Postbus 77, 3740 AB Baarn; 4. Stichting Beukenrode-Onderwijs van Interconfessioneel speciaal onderwijs gevestigd te 3941 ZP Doorn, Beukenrodelaan 2, postadres: Postbus 17, 3940 AA Doorn; 5. Stichting openbaar Primair Onderwijs (SPO) Utrecht Kromme Rijn College gevestigd te Kranenburgerweg 20, 3582 GR Utrecht, postadres: Postbus 9315, 3506 GH Utrecht; 6. Stichting Onderwijsgroep Amersfoort gevestigd te 3828 LJ Amersfoort, De Brand 20, postbus 1771, 3800 BT Amersfoort; 7. De Lasenberg; gevestigd te Schrikslaan 20; 3762 TC Soest, postbus 186, 3760 AD Soest 57

58 Bijlage 2 Toezichtkader Stichting Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid - Utrecht [Toezichtskader wordt aangepast najaar 2016] Dit toezichtkader is tot stand gekomen in het kader van de vorming van het nieuwe samenwerkingsverband passend onderwijs. De stichting is middels statutenwijziging omgevormd tot de rechtspersoon waaraan in het bestuur zowel de vo-besturen als de vso-besturen deelnemen: Stichting Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid- Utrecht in Nieuwegein. Het nieuwe samenwerkingsverband heeft een zgn. toezichthoudend bestuur. Door middel van dit toezichtkader wil het bestuur vorm geven aan de toezichthoudende rol die het op zich heeft genomen. Overwegingen om te kiezen voor dit huidige model zijn o.a. de volgende geweest: - het bestuur/directie model ligt het dichtst bij het huidige bestuursmodel en is daarmee herkenbaar voor iedereen; - het huidige bestuursmodel heeft naar tevredenheid en goed gefunctioneerd; - het samenwerkingsverband krijgt nieuwe taken en opdrachten en er vindt ook een uitbreiding plaats met een aantal schoolbesturen voor voortgezet speciaal onderwijs. Gezien die uitbreiding is er ook gekozen voor continuering van bestaande werkwijzen; - het one-tier model biedt mogelijkheden om zowel als bestuur eindverantwoordelijkheid te dragen als betrokkenheid te houden op het beleid als eigenaren van het samenwerkingsverband; - de scheiding van bestuur en toezicht krijgt gestalte doordat de uitvoerende bestuursbevoegdheden worden gemandateerd aan de directeur. - alle schoolbesturen hebben een gelijke en gelijkwaardige positie, waarbij ieder bestuurslid ook belast is met een toezichthoudende rol. Samenvattend wordt vastgesteld dat het bestuur van het samenwerkingsverband zijn taken uitoefent op basis van een toezichthoudend bestuursconcept en het fungeert daarmee als intern toezichthouder. In dat kader ziet het bestuur toe op de uitvoering van de taken en de uitoefening van de bevoegdheden welke door het bestuur aan de directeur zijn gemandateerd. Met behulp van een toezichtkader, volgens de principes van Policy Governance, wordt omschreven waarop toezicht wordt gehouden. Op verzoek van de directeur kan een bestuurslid als sparringpartner fungeren. Het bestuur heeft uitgesproken om te willen werken volgens de principes van Policy Governance. Dit toezichtkader is opgebouwd aan de hand van een aantal bijeenkomsten in het najaar van 2013/begin 2014 met het bestuur en vastgesteld in de bestuursvergadering van 31 maart Overal waar haar of zij is vermeld kan ook hem of hij worden gelezen. Algemeen Stichting Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid-Utrecht kent als bestuursmodel het zogenaamde one-tier model. Dit model voldoet aan de wettelijke eisen van scheiding van de functies van bestuur en intern toezicht doordat het bestuur van het samenwerkingsverband - belast met het besturen van de stichting - de rol van intern toezichthouder op zich neemt en bestuurlijke taken en bevoegdheden aan de directeur van het samenwerkingsverband mandateert. Het bestuur van het samenwerkingsverband ziet toe op de uitvoering van die taken en de uitoefening van die bevoegdheden. Met behulp van het toezichtkader wordt omschreven waarop toezicht wordt gehouden. Het eerste hoofdstuk bepaalt welke resultaten voor welke doelgroep, met welke baten verwezenlijkt dienen te worden. In het tweede hoofdstuk worden de bevoegdheidskaders die voor de directeur gelden bij het realiseren van die beoogde resultaten van het samenwerkingsverband vastgelegd. Het derde hoofdstuk beschrijft de interne werkwijze van het bestuur. Het vierde hoofdstuk tenslotte beschrijft op welke manier bestuur en directeur samenwerken. 1. Beoogde resultaten 1.1. Van wie is het SWV? De schoolbesturen zijn eigenaar van het samenwerkingsverband en bepalen gezamenlijk het beleid. Het samenwerkingsverband houdt bij de vormgeving van het beleid rekening met belangen en wensen van belanghebbenden zoals leerlingen, ouders, overheid, gemeenten en vervolgonderwijs. Het samenwerkingsverband vervult een maatschappelijke taak en legt ook verantwoording af aan de samenleving (overheid, overige belanghebbenden) Voor wie werkt het SWV? 58

59 Schoolbesturen hebben een zorgplicht om voor alle leerlingen die worden aangemeld, of staan ingeschreven, een zo passend mogelijk onderwijsaanbod te doen. Het samenwerkingsverband werkt voor scholen die een hulpvraag hebben ten aanzien van leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte. Het samenwerkingsverband helpt scholen om dat passende onderwijsaanbod (arrangement) te realiseren. De scholen zijn daarmee de primaire doelgroep van het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband kent een reboundvoorziening. Het bestuur van het samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het aanbod op de reboundvoorziening. Het samenwerkingsverband vervult een informatiefunctie richting ouders wanneer er een beroep wordt gedaan op extra ondersteuning(-s arrangementen) Met welke baten werkt het SWV? Het samenwerkingsverband beschikt over de middelen die het Rijk aan het samenwerkingsverband beschikbaar stelt. Deze middelen vormen het financiële kader waarbinnen het samenwerkingsverband haar taken in principe realiseert. Het bestuur stelt in dit kader een taakstellende begroting voor het samenwerkingsverband vast Hoofddoelstelling (ambitie) 11 Het is de ambitie van het samenwerkingsverband dat alle jongeren in de regio na het basisonderwijs het voortgezet onderwijs krijgen dat bij hen past. Dit onderwijs is op een gewenst niveau en met een optimaal eindresultaat. De schoolbesturen en het samenwerkingsverband hanteren daartoe een (onderwijs)aanbod in de regio die passend is voor de leerling, uitvoerbaar is voor de school en zo thuisnabij mogelijk is Afgeleide doelstellingen Alle scholen voldoen aan de afspraken die in het samenwerkingsverband zijn gemaakt over de basisondersteuning en deze basisondersteuning is per schoolsoort vergelijkbaar van kwaliteit. Eén aspect hiervan is dat alle scholen in een periode van 5 jaar na 1 augustus 2014 opbrengst- en handelingsgericht werken en de handelingsbekwaamheid en competenties van het personeel versterken. De ondersteuningsmogelijkheden in het regulier voortgezet onderwijs worden uitgebreid zodat zoveel mogelijk leerlingen aan dit onderwijs kunnen deelnemen. De scholen zijn tevreden over alle activiteiten die het samenwerkingsverband onderneemt en aanbiedt. Ouders ervaren dat op adequate, snelle en zorgvuldige wijze een passend aanbod beschikbaar is voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften. Het aantal leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs beweegt zich in de categorie licht dalend/stabiel. Er zijn geen thuiszitters Prestatie indicatoren De prestatie indicatoren zijn gelijk aan de prestatie indicatoren die in het waarderingskader van het toezichtkader van de Onderwijsinspectie worden genoemd (zie bijlage 6). 2. Bevoegdheidskader 2.0. Algemeen De directeur zal niet nalaten alles te doen wat nodig is om de doelen van het samenwerkingsverband te behalen. Het is de directeur niet toegestaan dat er onethisch, onwettig of onzorgvuldig wordt gehandeld door hemzelf of medewerkers van het samenwerkingsverband. Het is hem tevens niet toegestaan om in strijd met het toezichtkader voor samenwerkingsverbanden van de Onderwijsinspectie te handelen. De directeur treedt niet buiten de kaders van de statuten, het managementstatuut, het toezichtkader en het ondersteuningsplan. Indien de directeur van mening is dat de kaders dienen te worden bijgesteld om de beoogde resultaten te behalen zal hij niet nalaten om dit bij het bestuur te melden. Wanneer het bestuur van het samenwerkingsverband gemaakte afspraken niet nakomt zal de directeur het niet laten het bestuur daar op aan te spreken. De directeur vermijdt elke schijn van belangenverstrengeling. De directeur verricht geen nevenwerkzaamheden zonder dat hij daartoe toestemming van het bestuur heeft gekregen. De directeur zal niet nalaten overleg te voeren met het Directeurenoverleg (intern) en met externe stakeholders/belanghebbenden en hiermee functionele relaties te onderhouden. 11 Hierbij is o.a. geput uit de hoofdlijnennotitie van het SWV d.d. 10 januari 2013 en uit hoofdstuk 1.3 van het ondersteuningsplan. 59

60 2.1. Onderwijsondersteuning De directeur zal niet nalaten om scholen te activeren en te stimuleren om de doelen van het samenwerkingsverband te realiseren. De directeur zal de organisatie van het samenwerkingsverband niet inrichten zonder een meerjarenperspectief op te stellen. De directeur zal niet nalaten de organisatie van het samenwerkingsverband zo doelmatig en efficiënt mogelijk in te richten Financieel beleid Het bestuur zal een begroting afkeuren die niet is voorzien van: een duidelijke relatie met de beoogde resultaten als genoemd in dit toezichtkader; reële beleidsuitgangspunten en beleidsplannen van de directeur-bestuurder; een meerjarenperspectief met redelijke verwachtingen ten aanzien van baten en lasten; een inventarisatie van toekomstige risico s; de opbouw/instandhouding van een weerstandsvermogen; financieel deugdelijke onderbouwing op basis van de eisen die in de sector gebruikelijk zijn. De directeur voert geen exploitatiebeleid met significante afwijkingen ten opzichte van de goedgekeurde begroting. De directeur onderneemt geen activiteiten die de continuïteit van het samenwerkingsverband in gevaar brengen. De directeur zal niet speculeren met middelen van het samenwerkingsverband noch risicodragend beleggen. De directeur zal niet nalaten te werken volgens de regeling beleggen en belenen en het treasurystatuut van het samenwerkingsverband. De directeur zal niet nalaten de ondersteuningsmiddelen op een transparante manier in te zetten. De directeur zal niet nalaten om de overhead van elk financieel voorstel zo klein mogelijk te laten zijn Personeel De directeur zal geen ongekwalificeerde personen voor het samenwerkingsverband laten werken of opdrachten laten uitvoeren. De directeur zal niet nalaten service level agreements (SLA s) te sluiten met personen die opdrachten voor het samenwerkingsverband uitvoeren. De directeur zal niet nalaten te melden aan de werkgever van de persoon die werkzaam is voor het samenwerkingsverband of die voor het samenwerkingsverband opdrachten uitvoert wanneer een persoon disfunctioneert. Het bestuur staat niet toe dat de directeur nalaat medezeggenschap voor personeel van het samenwerkingsverband te organiseren. 3. Bestuurlijke werkwijze 3.1. Agenda De agenda wordt opgesteld op basis van een jaarplanning als vastgesteld door bestuur. De voorzitter is verantwoordelijk voor het opstellen van de agenda conform jaarplanning De agenda kent een vast format waarbij op (elke) bestuursvergadering aandacht is voor: - monitoring doelen/middelen (verantwoordingsrapportages); - managementrapportages; - toekomstverkenningen; - evaluatie bestuurswerkwijze; - incidentele info (ter mededeling); - sparren voor directeur (desgevraagd advies geven aan directeur). De agenda wordt uiterlijk 1 week van te voren opgestuurd op basis van de jaarplanning. Het bestuur vergadert tenminste 4 keer per jaar, per keer als regel 2 uur. Het bestuur kent een actie- en een besluitenlijst die na elke bestuursvergadering worden bijgewerkt en in de volgende vergadering worden vastgesteld en ten bewijze daarvan worden ondertekend door de voorzitter Gedragscode Het bestuur zet het gemeenschappelijke belang voorop en werkt samen vanuit vertrouwen en openheid. 60

61 Het bestuur is resultaatgericht, is besluitvaardig, handelt integer en doet recht aan de diversiteit van scholen binnen het samenwerkingsverband. Het bestuur kan alleen in een bestuursvergadering besluiten nemen. Het bestuur spreekt (naar buiten) volgens het principe van één stem. Bestuursleden spreken elkaar in de bestuursvergadering aan op rolvastheid, roldiscipline en het nakomen van gemaakte afspraken. Het bestuur voorkomt belangenverstrengeling. Vertrouwelijke informatie wordt als zodanig behandeld Voorzitter Het bestuur benoemt de onafhankelijk voorzitter. Bij een voorzittersvacature kunnen kandidaten zich melden, een commissie uit bestuur voert het gesprek met een of meer kandidaten en doet een voordracht aan bestuur. Het bestuur benoemt vervolgens de voorzitter. De voorzitter: - bezit goede vergadertechnische kwaliteiten, kan interveniëren bij storingen/ruis in de communicatie; - bewaakt de bestuursstijl (agendadiscipline, bewaakt hoofdlijn etc.); - bewaakt naleving van de gedragscode; - bewaakt naleving van de statuten; - bewaakt de organisatie van de gesprekkencyclus van de directeur; - bewaakt de professionele vergadercultuur; - bewaakt het verschil tussen besturen en managen (bewaakt dat het bestuur niet treedt in het mandaat van de directeur) Bestuursstijl Bestuursleden overleggen uit dien hoofde tijdens en niet buiten de bestuursvergadering met de directeur, tenzij het bestuur hiertoe heeft besloten. Bestuursleden zijn in principe altijd aanwezig op bestuursvergaderingen, afwezigheid wordt van te voren gemeld bij het secretariaat. Bestuursleden, uitgezonderd de voorzitter, ontvangen geen aparte vergoeding voor hun bestuurswerkzaamheden. Het bestuur kan een commissie uit het bestuur (bestuurscommissie) instellen voor een specifieke opdracht. Een bestuurscommissie is adviserend aan het bestuur en heeft geen besluitvormende bevoegdheden Werkgeversrol bestuur Als werkgever handelt het bestuur jegens de directeur op basis van vertrouwen en openheid. De voorzitter fungeert als sparringpartner van de directeur. De voorzitter en een ander bestuurslid zijn belast met de gesprekkencyclus (functionerings- en beoordelingsgesprekken) met de directeur. De gesprekkencyclus zal naast resultaatgerichte ook competentiegerichte gesprekken bevatten. Een verslag hiervan wordt aan de directeur en het bestuur verstrekt Communicatie/openheid Bestuursvergaderingen zijn niet openbaar Evaluatie Het bestuur evalueert periodiek de eigen werkwijze. Elke bestuursvergadering wordt aan het eind geëvalueerd. De uitspraken in dit toezichtkader worden minstens tweejaarlijks geëvalueerd. 4. Verhouding bestuur - directeur 4.0. Algemeen De enige officiële schakel tussen het bestuur en de organisatie van het samenwerkingsverband wordt gevormd door de directeur. De directeur zal niet nalaten het bestuur te informeren over belangrijke beleidsontwikkelingen ten aanzien van de voortgang van de activiteiten van het samenwerkingsverband en belangrijke beleidsontwikkelingen ten aanzien van de inzet van de middelen. Het bestuur kan behalve de directeur ook andere informatiebronnen gebruiken om vast te stellen of de beoogde resultaten zijn behaald of vast te stellen of binnen de bevoegdheidskaders is gehandeld. In geval het bestuur zelf informatie verzamelt zal het de directeur hiervan op de hoogte stellen Instructie van de directeur door het bestuur 61

62 Besluiten van het bestuur zijn alleen bindend voor de directeur als ze vastgelegd zijn in schriftelijke documenten als het managementstatuut, besluitenlijst, het ondersteuningsplan, reglementen of dit toezichtkader. Het bestuur kan alleen ingrijpen op de beslissingsruimte van de directeur door het mandaat te wijzigen zoals bepaald in het managementstatuut, daargelaten de mogelijkheid van het bestuur besluiten van de directeur te vernietigen of te schorsen conform artikel 8 van het managementstatuut Eindverantwoordelijkheid van de directeur Het bestuur kan niet rechtstreeks opdrachten geven aan medewerkers werkzaam voor het samenwerkingsverband die ressorteren onder de verantwoordelijkheid van de directeur. Het bestuur kan geen oordeel uitspreken over het functioneren van andere medewerkers werkzaam voor het samenwerkingsverband dan de directeur. Het oordeel van het bestuur over het functioneren van de directeur wordt gebaseerd op het oordeel van het bestuur over het functioneren van de organisatie, afgemeten aan de mate waarin de geformuleerde beoogde resultaten zijn bereikt, en de geformuleerde bevoegdheidskaders gerespecteerd zijn Mandatering van bevoegdheden Het bestuur heeft de directeur gemandateerd met uitvoerende bevoegdheden overeenkomstig het vastgestelde managementstatuut. De directeur is verantwoordelijk voor het realiseren van de beoogde resultaten in dit toezichtkader, voor zover het betreft de in te zetten middelen als opgenomen in het ondersteuningsplan, binnen de geformuleerde bevoegdheidskaders. Daar waar het bestuur geen specifieke uitwerking van beoogde resultaten of beleidsbeperkingen gegeven heeft, wordt de directeur geacht om, op grond van iedere redelijke interpretatie van deze beleidsuitspraken, zijn eigen beleidsbesluiten te nemen, en alle activiteiten te ondernemen die hij voor het behalen van de beoogde resultaten van het samenwerkingsverband nodig acht. Het bestuur kan de beslisruimte van de directeur alleen inperken door zijn eigen beleidsuitspraken aan te passen. Het bestuur respecteert en steunt de keuzen die de directeur maakt binnen de interpretatieruimte die het bestuur gegeven heeft. 4.4 Verantwoording van de directeur aan het bestuur De directeur legt binnen een jaarcyclus verantwoording af van de mate waarin de beoogde resultaten behaald zijn en bevoegdheidskaders gerespecteerd zijn. De directeur gebruikt hiervoor verantwoordingsrapportages volgens een vast format. Deze verantwoordingsrapportages bestaan in ieder geval uit: - een interpretatie door de directeur van de beleidsuitspraak van het bestuur; - een onderbouwing van de gemaakte interpretatie; - en gegevens die duidelijk maken in hoeverre het doel gehaald is/dan wel het bevoegdheidskader gerespecteerd. Het bestuur bepaalt vervolgens of de interpretatie redelijk is, en of de gepresenteerde gegevens voldoende onderbouwing voor het behalen van het beoogde resultaat of het bevoegdheidskader geven. Indien het bestuur oordeelt dat een verantwoordingsrapportage niet kan worden geaccordeerd als bedoeld in 4.4., zal het bestuur de directeur verzoeken om een nieuwe rapportage binnen een door het bestuur bepaalde termijn. Het bestuur zal de frequentie van de verantwoordingsrapportage vaststellen in de jaarkalender Externe representatie De directeur vertegenwoordigt, met inachtneming van het bepaalde in de statuten, het samenwerkingsverband naar buiten in overlegsituaties. Op initiatief van de directeur kan een bestuurslid naast de directeur deel uitmaken van extern (strategisch) overleg Calamiteiten De directeur voorkomt dat bij calamiteiten wordt gehandeld zonder melding hiervan door de directeur aan het bestuur. Onder calamiteiten worden in elk geval geschaard aangelegenheden die belangrijke schade aan het samenwerkingsverband kunnen toebrengen. De directeur zal niet nalaten bij dreigende escalatie of dreigende schade aan het samenwerkingsverband dit meteen te melden bij het bestuur. 5. Werkwijze conform stichtingsakte De stichting bereikt haar doel, zoals geformuleerd in hoofdstuk 1, onder meer door: 62

63 a. gezamenlijke besluitvorming over de wijze van verdelen en toewijzen van de ondersteuningsmiddelen en ondersteuningsvoorzieningen aan de scholen; b. het vaststellen van een ondersteuningsplan, een jaarlijkse begroting en (financieel) jaarverslag; c. het beoordelen of leerlingen toelaatbaar zijn tot het voortgezet speciaal onderwijs op verzoek van het bevoegd gezag van een school waar de leerling is aangemeld of ingeschreven; d. het adviseren over de ondersteuningsbehoefte van een leerling op verzoek van het bevoegd gezag van een school waar de leerling is aangemeld of ingeschreven; e. het in standhouden van een permanente commissie leerlingenzorg; f. het inrichten en in standhouden van een directeurenoverleg zoals nader genoemd in artikel 10 van deze statuten; g. het bevorderen van de deskundigheidsuitwisseling binnen het samenwerkingsverband en het adviseren van de aangeslotenen inzake de deskundigheidsbevordering van onderwijspersoneel in relatie tot het doel van de stichting; h. het bevorderen van de samenwerking tussen bevoegde gezagen in en buiten de regio, alsmede de samenwerking met andere organisaties die werkzaam zijn ten behoeve van onderwijs in de meest brede zin van het woord; i. het doen van andere activiteiten die aan het doel van de stichting dienstbaar kunnen zijn. 6. Besluitvorming Bij besluitvorming wordt gestreefd naar consensus (algemene stemmen). Indien de voorzitter vaststelt dat geen consensus wordt bereikt, dan wordt het betreffende voorstel op de agenda van de eerstvolgende bestuursvergadering geplaatst. Indien de voorzitter vaststelt dat wederom geen consensus wordt bereikt, wordt het besluit met consent genomen. Indien er geen sprake is van consent vindt er in diezelfde bestuursvergadering een stemming over het voorstel plaats. Ten aanzien van de stemverhouding geldt het volgende: a. ieder bestuurslid, dat is afgevaardigd door aangeslotenen met (een) reguliere scho(o)l(en) in de regio (verplicht aangeslotenen), als bedoeld in artikel 7 lid 5 sub a, heeft twee stemmen; indien een bestuurslid binnen het bestuur van het samenwerkingsverband ook (een) andere aangeslotene(n) met (een) scho(o)l(en) in de regio vertegenwoordigt, omdat het betreffende bestuurslid tevens bestuurlijke verantwoordelijkheid voor deze andere aangeslotene(n) draagt, brengt dat bestuurslid ook voor die andere aangeslotene(n) twee stemmen uit; b. het bestuurslid, dat is afgevaardigd door de aangeslotenen met een school voor (speciaal en) voortgezet speciaal onderwijs behorend tot cluster 3 ZML als bedoeld in de Wet op de expertisecentra en in artikel 7 lid 5 sub b heeft één stem; c. het bestuurslid, dat is afgevaardigd door de aangeslotene met een school voor (speciaal en) voortgezet speciaal onderwijs behorend tot cluster 3 LZ/LG/MG als bedoeld in de Wet op de expertisecentra en in artikel 7 lid 5 sub c heeft één stem; d. het bestuurslid dat is afgevaardigd door de aangeslotenen met een school voor (speciaal en) voortgezet speciaal onderwijs behorend tot cluster 4 als bedoeld in de Wet op de expertisecentra en in artikel 7 lid 5 sub d, heeft twee stemmen; e. voor bestuursleden die meer dan één stem kunnen uitbrengen, geldt dat zij deze stemmen gedifferentieerd kunnen uitbrengen. 7. Dagelijkse leiding Het bestuur benoemt een directeur die leiding geeft aan de dagelijkse gang van zaken binnen het samenwerkingsverband en die is belast met de voorbereiding en uitvoering van het beleid en de activiteiten van het samenwerkingsverband en bevoegd alle daarvoor noodzakelijke handelingen te verrichten. De directeur geeft leiding aan het personeel dat is verbonden aan het samenwerkingsverband. Het bestuur mandateert het bestuur en beheer over het samenwerkingsverband aan na te melden directeur binnen in het managementstatuut nauwkeurig omschreven grenzen en voor zover het niet betreft bevoegdheden die in leden 13 en 14 van dit artikel zijn voorbehouden aan het bestuur. Het bestuur stelt voor de directeur een managementstatuut vast waarbinnen hij zijn taken en bevoegdheden dient uit te oefenen. Het bestuur verleent hierbij de directeur de volmacht om de stichting te vertegenwoordigen binnen de grenzen gesteld in het managementstatuut. 63

64 De benoeming van de directeur geschiedt aan de hand van de door het bestuur vast te stellen selectieprocedure en profielschets. De profielschets bevat de kwaliteiten en deskundigheden waaraan een directeur dient te voldoen. 8. Directeurenoverleg 1. Het bestuur richt een directeurenoverleg in. 2. In het directeurenoverleg nemen personen uit een schooldirectie van door de bevoegde gezagen in stand gehouden scholen plaats. 3. De activiteiten van het directeurenoverleg zijn gericht op de ontwikkeling, voorbereiding en uitvoering van het inhoudelijke beleid van de stichting. In dat kader stelt de directeur-bestuurder van de stichting het voorstel van het ondersteuningsplan, de concept jaarlijkse begroting en de concept (meerjaren)begroting van de stichting op. 4. Het directeurenoverleg brengt gevraagd en ongevraagd advies uit aan de directeur-bestuurder. 5. Het directeurenoverleg fungeert tevens als een ontmoetingsplaats voor wederzijde informatie- en gedachtenuitwisseling. 6. De samenstelling, besluitvorming, activiteiten, taken en bevoegdheden, alsmede de werkwijze van het directeurenoverleg worden nader geregeld in een door het bestuur vast te stellen reglement. 64

65 Bijlage 4 Organogram Stichting Samenwerkingsverband Zuid Utrecht 65

66 Bijlage 5 Leerling kenmerken voor toelaatbaarheidsverklaring voortgezet speciaal onderwijs Het onderstaande overzicht pretendeert niet volledig te zijn. Cluster 3 ZMLK Vastgesteld T IQ < 55 en zeer geringe sociale zelfredzaamheid. De volgende onderwijsondersteuningsbehoeften worden vastgesteld: - op het niveau van een verstandelijke beperking aangepast lesaanbod en taalniveau; - de leerling heeft een leeromgeving nodig die zeer prikkelarm en rustig is; - de leerling heeft een instructie nodig in zeer kleine stappen met een vast stappenplan met zeer veel voortdurende en blijvende herhaling; - de leraar functioneert als model en geeft altijd les volgens het model voordoen, samendoen, zelf-doen; - de leerling heeft een aanpak nodig waarbij nieuwe vaardigheden moeten worden aangeleerd vanuit concrete ervaring en moeten aansluiten bij de belevingswereld van het kind; - de leerling heeft activiteiten nodig die structuur bieden met een stap voor stap plan en die zelfcorrigerend zijn met directe feedback; - de leerling heeft een leerkracht nodig die hem de tijd geeft om informatie te verwerken en hem beloont voor zijn inzet; - de leerling heeft een leraar nodig die leerstof in hoeveelheid beperkt en structureert zodat de leerling succes kan ervaren; - de leerling heeft altijd voor- en verlengde instructie nodig; - de leerling heeft een leraar nodig die voortdurend ordening en structuur van buitenaf aanbiedt. Cluster 3 Lichamelijke stoornis (nu LG en meervoudig MG) en langdurig ziek (nu LZ) Hoofdzakelijk lichamelijke beperking, in combinatie met werkhouding en/of sociaal-emotionele problemen. Zwaardere motorische, lichamelijk, ziekte problemen. Onderwijsbehoeften liggen hoofdzakelijk op het gebied van: - gespecialiseerde (medische- en revalidatie-) zorg en dat meerdere keren per dag; - aangepaste onderwijs- en leeromgeving wat betreft ruimte, bed, verschoningsruimte, hygiëne, veiligheid; - zelfredzaamheid / zelfstandigheid > een leraar en assistent die meer individuele hulp kan bieden: fysiek: hulp bij de dagelijkse verzorging; educatief: hulp bij organisatie- en planningsvaardigheden. Cluster 4: gedragsproblematiek en sociaal-emotionele ontwikkeling (nu cluster 4) Onderwijsbehoeften liggen hoofdzakelijk op het gebied van: Werkhouding: de leerling heeft vaker en intensiever dan de andere leerlingen aandacht / aansturing / aanmoediging nodig in de taakcyclus; dit is meetbaar te maken door bijvoorbeeld het aantal keren dat de leraar moet langsgaan tijdens de GIP-rondes, of in een percentage (GIP staat voor: Groeps- en Individueel gericht Pedagogisch en didactisch handelen van de leraar /); toezicht op andere modellen zoals activerende of directe instructie in het vo; de leerling heeft vaker dan andere leerlingen remedial teaching nodig dan andere leerlingen of voor meer vakken (niet als gevolg van laag IQ); de leerling heeft erg veel structuur en toezicht nodig; de leerling is in een trajectgroep geplaatst, maar valt ook daar uit. Reactieve problemen/sociaal-emotioneel: de leerling heeft meerdere keren per week voorbereiding nodig op het gedrag in de vrije situatie / de pauze in de aula/ het wisselen van roosters e.d; de leerling heeft meer dan gemiddeld positieve feedback nodig; de leerling heeft meer dan gemiddeld communicatie nodig tussen school en ouders over de beleving op school; 66

67 de leraar moet meer dan gemiddeld zijn best doen om contact te krijgen met de leerling. Gedrag: de leerling is een gevaar voor zich zelf of de omgeving, fysiek of verbaal ongewenst gedrag richting andere leerlingen of volwassenen, of richting zichzelf (bedreiging, intimidatie, daadwerkelijk geweld); heeft meerdere keren per week extra toezicht nodig in vrije situaties; heeft meerdere keren per dag bijsturing nodig op het storende gedrag in de klas; heeft meerdere keren per week (dag) extra stimulans nodig om mee te doen in de groep (samenwerken, contacten leggen); heeft meer dan gemiddeld communicatie nodig tussen school en ouders over het gedrag op school. 67

68 Bijlage 6 Ondersteuningsroute schema Ondersteuningsroute Contact ouders /omgeving Te gebruiken instrumenten: Stap 0 (warme) overdracht Speciaal als het moet Steun waar nodig Sterke basis omgeving Stap 1 (observeren en signaleren) Docent observeert en signaleert in de klas, de ouders signaleren thuis of er komen signalen uit de omgeving van het kind. Overleg met mentor. Ondersteuningsplan opstellen uitvoeren en evalueren Stap 2 (collegiale consultatie) Mentor deelt zorg met zorgcoördinator. Indien nodig collegiale consultatie met een van de kernpartners Ondersteuningsplan bijstellen aanvullen, uitvoeren en evalueren Stap 3 (bespreking in het IZO/ZAT/CvB) Multidisciplinaire bespreking met kernpartners. Op grond van eerdere evaluaties ondersteuningsbehoeften kind, school en ouders opnieuw vaststellen. Past dit nog binnen het ondersteuningsprofiel van de school (eventueel met inzet kernpartners) Casemanager aanstellen Aanvraag arrangement 1 kind, 1 gezin, 1 plan, evaluatie Stap 4 (bespreking in PCL extra steun) Afwegen waar de ondersteuning gegeven kan/moet worden. Vaststellen duur en zorgzwaarte arrangement 1 kind, 1 gezin, 1 plan Stap 5 (nazorg en evaluatie) Evaluatie van geboden arrangementen, nazorg kind/ouders. Signalering knelpunten tbv beleidsadviezen school of SWV. Met ouders kijken naar kansen en oplossingen, ondersteunings-adviezen voor thuis, omgeving en op school Informeren Uitwisselen Aanmelding IZO Instemming vragen Informeren, uitwisselen Aanmelding IZO/ZAT Mogelijk aanmelding /CvB bespreken Vanuit of naar buurteams Instemming vragen verwijsindex Visie ouders Visie leerling Ouders informeren over uitkomst IZO/ZAT/CvB Bespreking te nemen stappen. Ondersteuning ouders daar bij. Ouders informeren over besluit PCL Bespreking te nemen stappen. Ondersteuning ouders Evaluatie daarbij Evaluatie; Hoe gaat het nu met kind/ouders Signaleren Overdracht gegevens Toetsen/ cijfers Verzuim registratie Incidenten Informatie ouders/omgeving Start OPP Intern: Leerlingbespreking Rapportenvergadering Intern ondersteuningsteam orthopedagoog OPP verder aanvullen. Gebruik makend van observaties, did. toetsen, cijfers, LVS, Magister, incidentenregistratie, verzuimregistratie, gegevens vorige school(en), oudergesprekken (ouder)vragenlijsten, medische gegevens, psych. oz, info ouders, info betrokken instanties OPP verder aanvullen Ondersteuningsbehoeften samenvatten Komen tot een voorstel voor een arrangement. Gebruik makend van de 5 punten uit IVO (tijd, materialen, aanpassingen klas/school, welke expertise, samenwerking andere instanties) 68

69 Bijlage 7 Werkplan Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) Extra steun Het samenwerkingsverband heeft in zijn ondersteuningsplan passend onderwijs vastgelegd hoe het de doelstelling van passend onderwijs voor de individuele leerling wil waarmaken. Binnen het samenwerkingsverband wordt een dekkende structuur van extra onderwijsondersteuning ingericht om alle leerlingen met een extra ondersteuningsvraag een passend aanbod te bieden. Deze extra onderwijsondersteuning omvat alle vormen en combinaties van onderwijs, ondersteuning en/of zorg die de basisondersteuning overstijgen. De extra onderwijsondersteuning wordt georganiseerd in de vorm van arrangementen. Deze kunnen variëren van ondersteuning op een reguliere school tot schooloverstijgende ondersteuning of onderwijs op een VSO school en van tijdelijk van aard tot langdurend en/of structureel van aard. Als uitgangspunt geldt dat waar mogelijk de leerling weer terugkeert op de reguliere school met inzet van de ondersteuningsstructuur van de school. Middelen voor de ondersteuningsarrangementen kunnen worden aangevraagd bij de PCL extra steun PCL extra ondersteuning Taken: Door de PCL extra steun worden namens het SWV de volgende taken uitgevoerd: 1. Het beoordelen van de aanvraag voor een VSO arrangement (een Toelaatbaarheidsverklaring) voor leerlingen vanuit het PO (onderinstromers), vanuit het VO (zijinstromers) en vanuit het VSO (herïndicaties). Het gaat hierbij om leerlingen die in aanmerking komen voor een cluster 3 of een cluster 4 VSO school. 2. Het beoordelen van de aanvraag voor een regulier arrangement voor leerlingen, waarvan het IZO / ZAT van een school / locatie heeft aangegeven dat de ondersteuningsbehoefte van de leerling groter is dan de basisondersteuning van de school. 3. Het beoordelen van de aanvraag voor een bovenschools arrangement als de onderwijsondersteuning op een bovenschoolse voorziening zal worden gegeven. (Doorstart, OPDC) 4. Het beoordelen van de evaluaties van de toegewezen arrangementen en indien nodig kunnen zij een arrangement verlengen of aanpassen, 5. Het deelnemen aan Ronde Tafel Gesprekken (RTG) als er een multidisciplinair overleg nodig is rond een ingewikkelde casus. 6. Het beantwoorden van consultvragen van de scholen. 7. Evalueren en analyseren van gegevens op school- en SWV-niveau en voorbereiden van rapportages. 8. Het leveren van een bijdrage aan de beleidsvoorbereiding op het SWV-niveau. Samenstelling PCL extra steun De PCL Extra Steun van het samenwerkingsverband bestaat uit 3 leden en een secretaresse; een gedragsdeskundige/ambtelijk secretaris, een vertegenwoordiger vanuit het VSO cluster 4 en de voorzitter tevens directeur-bestuurder SWV. De PCL extra steun betrekt afhankelijk van de problematiek nog een deskundige: een kinder- of jeugdpsycholoog, een pedagoog, een maatschappelijk werker, een arts of een kinderpsychiater, een vertegenwoordiger van cluster 3. Deze deskundige is geen vast lid van de PCL en heeft een adviserende rol. Het aantal uren dat ingezet is voor de PCL Extra Steun is: - PCL lid, voorzitter (directeur-bestuurder SWV). 0,5 dag per week - PCL lid, ambtelijk secretaris, 1,5 dag per week - PCL lid, 1 dag per week - Secretaresse Toeleiding naar extra ondersteuning In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de route verloopt van aanvraag voor en behandeling van extra ondersteuning, door wie de aanvraag wordt beoordeeld en het vaststellen van de duur van de extra ondersteuning. Na afloop van de looptijd van het arrangement beoordeelt de PCL extra steun de evaluatie van het arrangement. Wat vooraf dient te gaan aan de procedure van toeleiding is de vaststelling over de kwaliteit en het rendement van de inzet van de basisondersteuning. Met andere woorden, heeft de school voldoende gedaan om de leer- 69

70 ling in het primaire proces te ondersteunen. In dit verband zijn de volgende afspraken binnen het samenwerkingsverband gemaakt: - er dient te worden aangetoond dat de extra mogelijkheden die beschikbaar is in de school doelmatig zijn ingezet (denk aan remediale hulp, trainingen, schoolmaatschappelijk werk e.d.); - de leerling is in het zorg- en adviesteam van de school besproken, er is gewerkt met handelingsplannen/opp en deze zijn recentelijk geëvalueerd en besproken met ouders; - er is gewerkt vanuit een integrale benadering waarbij de drie leefwerelden steeds zijn betrokken: de school, het gezin en de vrije tijd; - de school is op grond van alle gegevens, zoals leerling kenmerken, gegevens testen en toetsen, ontwikkeling, communicatie met ouders, leerling en eventueel externen tot de conclusie gekomen dat de school, binnen de basiskwaliteit en de basisondersteuning, niet in voldoende mate tegemoet kan komen aan de onderwijsbehoeften van de leerling. Werkwijze De aanvraag voor een arrangement wordt door de school waar de leerling is ingeschreven of de school waar de leerling is aangemeld digitaal gedaan via onderwijstransparant (OT). De ambtelijk secretaris controleert of de aanvraag volledig is (aanvraagformulier/okr volledig OPP ingevuld of toegevoegd, arrangement omschreven, instemming ouders en leerling) en of het inhoudelijk voldoet (Is het duidelijk wat de school heeft gedaan om de leerling in het primaire proces te ondersteunen? Is de leerling in het IZO/ZAT besproken? Is er een geëvalueerde OPP? Is het duidelijk wat de doelen en ondersteuningsbehoeften zijn? Zijn ouders en leerling voldoende betrokken? Is de hulpvraag duidelijk? ) Als de aanvraag volledig en voldoende is wordt deze ter bespreking op de agenda van de PCL extra steun gezet. Er moet nu binnen 6 weken een besluit worden genomen. Indien nodig wordt er een tweede deskundige gevraagd om voor de vergadering zijn oordeel schriftelijk te geven deze wordt in OT te gezet. Als het niet volledig en voldoende is wordt het dossier met een toelichting in OT teruggezet naar de school, die de aanmelding dan eventueel kan aanvullen. De 2 permanente PCL leden beoordelen tijdens de wekelijkse vergadering de aanvraag en leggen een advies ter besluitvorming voor aan de voorzitter tevens directeur-bestuurder van het SWV. Het besluit wordt in OT vastgelegd zodat de school die de aanmelding deed dit kan zien. De school bespreekt de uitslag met de ouders en de leerling. Bij een toelaatbaarheidsverklaring voor het VSO stelt de secretaresse de brieven op en stuurt deze naar de aanvrager, de ouders en de uitvoerende school. Als een arrangement ten einde loopt vult de uitvoerende school in OT een evaluatieformulier in en evalueert het OPP. De school geeft aan of zij een verlenging wil, een aanpassing wil, een ander arrangement wil of wil stoppen als er geen extra ondersteuningsbehoefte meer is. Na de evaluatie wordt indien voortzetting gewenst is een nieuwe aanvraag gedaan. Bezwaar en beroep De toewijzing van een toelaatbaarheidsverklaring is een besluit in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht. Tegen die beslissing staat bezwaar en daarna beroep open. De wet passend onderwijs regelt in artikel 17a, lid 13 dat een samenwerkingsverband een adviescommissie van deskundigen samenstelt. Deze commissie adviseert over bezwaarschriften betreffende beslissingen van het samenwerkingsverband over de toelaatbaarheid van leerlingen tot het voortgezet speciaal onderwijs. Het SWV heeft een adviescommissie, scholen en/of ouders kunnen hun bezwaar kenbaar maken binnen 6 weken na de besluitdatum. Procedure aanvraag arrangement in schema: Leerling met (extra) ondersteuningsbehoefte (zittende of nieuw aangemelde) Bespreken met ouders/leerling Stimulerende en belemmerende factoren inventariseren 70

71 ondersteuningsbehoefte vaststellen Voor zittende leerling ondersteuningsroute volgen Kan dit binnen de afgesproken basisondersteuning ja nee Bespreken met kernpartners (IZO/ZAT) uitvoeren Aanvragen arrangement bij PCL extra ondersteuning Advies orthopedagoog en tweede deskundige Regulier arrangement Uitgewerkt in: tijd, expertise, middelen, aanpassing gebouw, inzet externen Bovenschools arrangement (bovenschools) VSO arrangement (VSO) Besluit: -termijn -bekostiging -datum (tussen)evaluatie Besluit: -termijn -bekostiging -datum (tussen)evaluatie Toelaatbaarheids verklaring VSO -termijn -bekostigingsniveau -datum (tussen)evaluatie Eventueel kunnen ouders/ school een beroepsprocedure starten als ze het niet eens zijn met de toelaatbaarheidsverklaring aanmelden VSO school OPP uitvoeren OPP uitvoeren OPP aanvullen/opstellen uitvoeren 71

72 Evalueren: Evaluatieformulier O.T. Geëvalueerde OPP Voortzetten, aanpassen, ander arrangement of stoppen arrangement Speerpunten Vanuit het jaarverslag van zijn de volgende speerpunten voor dit schooljaar vastgesteld: - Een ronde langs de scholen maken om feedback te geven op de aanvragen en waarbij ook onduidelijkheden in de procedures besproken kunnen worden. - Het beter betrekken van de CVB s van de VSO scholen bij aanvragen voor een TLV. - Meer aandacht voor de zienswijze van ouders en leerling - Voorkeur voor OPP als apart document (niet binnen OT) met heldere SMART geformuleerde doelen; geen twee keer hetzelfde invullen bij de aanvragen. - Beter monitoren in hoeverre arrangementen voortijdig stoppen en of leerlingen aankomen op VSO scholen als er een TLV is afgegeven. - Heldere richtlijnen over wat wel/niet onder een arrangement regulier extra steun valt, standaard 12 uur per dossier op jaarbasis laten opnemen voor administratie en overleg. - Meer aandacht voor een integrale aanpak (1 kind, 1 gezin, 1 plan) - Meer aandacht voor terugplaatsingen vanuit het VSO en het inrichten van crisisplaatsen. - Goede taakafbakening tussen PCL extra steun en de BPO-ers op de scholen. - In moeten alle leerlingen die op een VSO school zitten met een oude CVI indicatie alsnog een TLV krijgen. Hiervoor moeten duidelijke procedures afgesproken worden. - Het moet steeds helderder worden hoe we met de bekostigingsniveau s binnen het VSO omgaan. 72

73 Bijlage 8 SchoolWerkt -agenda (uittreksel) De SchoolWerkt-agenda geeft de kaders en de visie van de regionale aanpak voortijdig schoolverlaten (vsv) weer. Deze agenda is het startpunt van een nieuwe aanpak waar partners met elkaar voor hebben gekozen. De SchoolWerkt-agenda geeft invulling aan de gezamenlijk ambitie. Deze ambitie reikt verder dan alleen het VSVconvenant. Deze agenda sluit aan bij de veranderingen in het sociaal domein, waar alle partners in het netwerk mee te maken hebben. Daarbij erkent deze agenda de complexiteit van de context waarin de partners met elkaar - werkend onder andere regelgeving, andere sturingsmechanismen met andere verantwoordingsstructuur én in wisselende samenstelling - het beste voor de jongere willen realiseren. Kenmerkend aan deze nieuwe aanpak is: - Van systeem centraal naar bedoeling centraal - Van sturen op beheersing naar sturen op leidende principes - Van ambities beschrijven naar faciliteren én verbeteren van de uitvoering (voortbouwend op wat er al is) - Van schijnbeheersing via papier naar het voeren van het echte gesprek - Van verplicht samenwerken naar elkaar vinden op toegevoegde waarde - Van gerichte focus op vsv-aanpak naar verbinding met andere ontwikkelingen De SchoolWerkt-agenda is een uitwerking van een uitgebreid proces op bestuurlijk en beleidsniveau met betrokkenen in de RMC-regio. Via brede bijeenkomsten, regionale overleggen en individuele consultaties hebben de partners in het netwerk de agenda actief vormgegeven. De regiomonitor van het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt (KBA) en de vsv-monitor van OCW dienen ter inhoudelijke onderbouwing van de aanpak. Natuurlijk zijn ook de ervaringen van de afgelopen jaren vanuit de vsv-maatregelen uit het convenant, vanuit de tweede lijn ondersteuning en vanuit de uitvoering door alle partnerorganisaties meegenomen. De SchoolWerkt-agenda is het kader voor het verbeteren van de uitvoering. Natuurlijk is het noodzakelijk om de resultaten te monitoren, zowel kwantitatief als kwalitatief. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van de vsv-monitor van OCW. Daarnaast zijn nog andere monitoringafspraken nodig. In de agenda zijn vijf te monitoren indicatoren opgenomen. De SchoolWerkt-agenda is het resultaat van de eerste fase; de ontwerpfase. Nu de gezamenlijke kaders op papier zijn vastgelegd, biedt het de ruimte voor de beleids- en uitvoeringsmedewerkers om op basis van de bedoeling, de leidende principes én de rollen verder invulling te geven aan de actielijnen. De uitwerking van de actielijnen in de SchoolWerkt-agenda vormt de tweede fase. In de uitvoeringsfase bouwen de professionals zo veel mogelijk door op wat er al is. Jaarlijks bepalen de professionals met elkaar de aanpak en focus op de actielijnen. Hierbij kijken ze naar de actualiteit, actuele vraagstukken, verbinding met andere agenda s en de toegevoegde waarde van het netwerk. In maart 2015 legt de kerngroep per actielijn de focus en aanpak ter informatie voor aan de stuurgroep. Deze SchoolWerkt-agenda geeft sturing aan de uitvoeringsfase en is blijvend in ontwikkeling. Indien aanscherpingen of aanpassingen nodig zijn in de kaders, dan wordt dat aan de stuurgroep voorgelegd. Hieronder staat de verdere uitwerking van de SchoolWerkt-agenda. Dit document is als volgt opgebouwd: 1. Cijfers uit RMC-regio-19 Utrecht 2. De bedoeling van de samenwerking in RMC-regio 19 Utrecht 3. De leidende principes in het netwerk 4. De rollen van alle spelers in de regio 5. De actielijnen voor de komende vier jaar 6. Monitoring van de resultaten 73

74 Het volledige document vindt u onder deze link: Toelichtingsdocument%20januari% pdf 74

75 Bijlage 9 Kwaliteitsmanagement systeem Samenwerkingsverband Zuid Utrecht K W A L I T E I T S M A N A G E M E N T S Y S T E E M INCLUSIEF KERNDOELEN, JAARPLANNING EN ACTIVITEITENPLAN SAMENWERKINGSVERBAND VOORTGEZET ONDERWIJS ZUID UTRECHT GEACTUALISEERD JUNI

76 Inhoudsopgave Inleiding.7 7 Vierjarencyclus..79 Jaar 1 basis Jaar 2 verdieping Jaar 3 voltooien (nog in ontwikkeling) Jaar 4 vernieuwing (in ontwikkeling) Kerndoelen , evaluatie en kerndoelen Monitorkalender voor terugkerende gegevensanalyse

77 Inleiding Het is de ambitie van het samenwerkingsverband dat alle jongeren in de regio na het basisonderwijs het voortgezet onderwijs krijgen dat bij hen past. Dit onderwijs is op een gewenst niveau en met een optimaal eindresultaat. De schoolbesturen en het samenwerkingsverband hanteren daartoe een (onderwijs)aanbod in de regio die passend is voor de leerling, uitvoerbaar is voor de school en zo thuisnabij mogelijk is (zie ook het Ondersteuningsplan van het SWV VO Zuid-Utrecht, ). Om deze ambitie te kunnen behalen, heeft het SWV een vierjarig kwaliteitsmanagementsysteem (KMS) ontwikkeld. Met dit systeem maakt het samenwerkingsverband inzichtelijk aan welke activiteiten binnen deze vier jaar op welk moment wordt gewerkt. Basis voor deze activiteiten vormen de volgende documenten: - A. Ondersteuningsplan van het SWV VO Zuid Utrecht B. Toezichtkader Passend Onderwijs van de Inspectie van het Onderwijs - C. Toezichtkader Stichting Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid Utrecht (vastgesteld 31 maart 2014) (A.) Het ondersteuningsplan is voor twee jaar is vastgesteld. Om toch aan de vierjarige KMS te kunnen voldoen, zal het SWV ook tussentijds moeten anticiperen op nieuw (overheids-)beleid. Waar nodig zal de vierjarencyclus dan ook bijgesteld worden. Daarnaast hanteert het SWV zoals gezegd het (B.) Toezichtkader van de Inspectie van het Onderwijs als uitgangspunt, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen drie kwaliteitsaspecten; 1. Resultaten: het SWV voert de opgedragen taken uit en realiseert een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen, zodanig dat alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. 2. Management en organisatie: het SWV weet zijn missie en doelstellingen binnen het kader van de Wet passend onderwijs te realiseren door een slagvaardige aansturing, effectieve interne communicatie en een doelmatige, inzichtelijke organisatie. 3. Kwaliteitszorg: het SWV heeft zorg voor de kwaliteit door systematische zelfevaluatie, planmatige kwaliteitsverbetering, jaarlijkse verantwoording van gerealiseerde kwaliteit en borging van gerealiseerde verbeteringen. Deze kwaliteitsaspecten zijn leidend geweest bij het opstellen van het (C.) Toezichtkader Stichting Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid Utrecht. Hoofddoelstelling Het is de ambitie van het samenwerkingsverband dat alle jongeren in de regio na het basisonderwijs het voortgezet onderwijs krijgen dat bij hen past. Dit onderwijs is op een gewenst niveau en met een optimaal eindresultaat. De schoolbesturen en het samenwerkingsverband hanteren daartoe een (onderwijs)aanbod in de regio die passend is voor de leerling, uitvoerbaar is voor de school en zo thuisnabij mogelijk is. Afgeleide doelstellingen 1. Alle scholen voldoen aan de afspraken die in het samenwerkingsverband zijn gemaakt over de basisondersteuning en deze basisondersteuning is per schoolsoort vergelijkbaar van kwaliteit. Eén aspect hiervan is dat alle scholen in een periode van 5 jaar na 1 augustus 2014 opbrengst- en handelingsgericht werken en de handelingsbekwaamheid en competenties van het personeel versterken. 77

78 2. De ondersteuningsmogelijkheden in het regulier voortgezet onderwijs worden uitgebreid zodat zoveel mogelijk leerlingen aan dit onderwijs kunnen deelnemen. 3. De scholen zijn tevreden over alle activiteiten die het samenwerkingsverband onderneemt en aanbiedt. 4. Ouders ervaren dat op adequate, snelle en zorgvuldige wijze een passend aanbod beschikbaar is voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften. 5. Het aantal leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs beweegt zich in de categorie licht dalend/stabiel. 6. Er zijn geen thuiszitters. Prestatie indicatoren De prestatie indicatoren zijn gelijk aan de prestatie indicatoren die in het waarderingskader van het toezichtkader van de Onderwijsinspectie worden genoemd. Al deze documenten vormen de basis voor het opstellen van de belangrijke thema s en daaraan gekoppelde kerndoelen Deze kerndoelen resulteren vervolgens in een jaarkalender en activiteitenplan. Thema Doelstelling Onderwerp normindicator inspectie Nr. norm indicator doelstelling SWV Onderwijsinhoud en ondersteuningsvoorzieningen Management en organisatie Basisondersteuning/Professionalisering van docenten, handelingsgericht werken Terugdringen thuiszitters/schoolverzuim/vsv Geen schoolverzuim / Dekkend aanbod Toeleiding naar extra ondersteuning Realiseren van passende ondersteuningsvoorzieningen; Tijdig en effectieve toeleiding naar ondersteuning; Eenduidige procedures en termijnen voor toeleiding naar extra ondersteuning LwOO/PrO Beleid LwOO/PrO integreren in OP Samenwerken tussen SWV en VSO Afstemming Interne organisatie SWV Vastleggen verantwoordelijkheden, taken, bevoegdheden van deelnemers Doelmatige overlegstructuur Toezicht (Governance) Intern toezicht op het bestuur 2.6. Afstemming met ketenpartners Afstemming met Jeugdzorg en WMO-zorg 1.6. Financiën Meerjarenbegroting en financiële Doelmatig inzetten van middelen 1.3. verantwoording Communicatie Communicatieplan Actief voorlichtingsbeleid Kwaliteitszorg en monitoring Kwaliteitszorg en monitoring Realiseren van beoogde kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen; Werken met vierjarencyclus; Zelfevaluaties (intern/extern); Jaarlijkse verantwoording en borging Tevredenheidsonderzoek Kwaliteitsindicatoren inspectie / /

79 Uitwerking Zowel de thema s als de doelstellingen worden allereerst in de vierjarige cyclus gezet. Per te bereiken doelstelling zal vervolgens worden weergegeven hoe hieraan wordt gewerkt, welke betrokkenheid dit vergt en hoe de prestaties gemeten worden. In de jaarkalender, het activiteitenplan en de daaraan gekoppelde evaluaties van het samenwerkingsverband komen vervolgens de gestelde doelen terug, waarbij de PDCA-cyclus leidend is. Vierjarencyclus Thema's onderwijsontwikkeling en ondersteuning Jaar 1: basis Jaar 2: inrichten Jaar 3: voltooien Jaar 4: consolidatie/ vernieuwing management en organisatie inanciën communicatie kwaliteitszorg en monitoring Jaar 1 basis Onderwijsinhoud en ondersteuningsvoorzieningen I. Basisondersteuning/Professionalisering van docenten, Handelingsgericht werken Het realiseren van de basisondersteuning is de verantwoordelijkheid van de afzonderlijke schoolbesturen. De VO scholen hebben in de ontwikkelparagraaf van de nieuwe Schoolondersteuningsprofielen (schoolrapportages van POS, versie juni 2016) ontwikkeldoelen geformuleerd. Dit ter realisatie van de gezamenlijk opgestelde standaarden en ambities met betrekking tot de geboden basisondersteuning/ handelingsgericht werken. Doel: alle indicatoren HGW zijn eind schooljaar minimaal 80% voldoende of goed. De verbeterslag is met name gericht op de indicatoren benoemen en benutten sterke kanten, samenwerking leerkrachten en leerlingen, benoemen smart doelen, aanwezigheid groepsplan en bespreken groepsplan. Het samenwerkingsverband: Faciliteert de scholen voor de inzet Begeleiders Passend Onderwijs; Organiseert en versterkt het netwerk Begeleiders Passend Onderwijs; Bevordert het werken met OPP s in scholen (en daarmee HGW) via de aanvraag (en evaluaties) van arrangementen. II. Terugdringen thuiszitters/schoolverzuim/vsv Speerpunt is het terugdringen van (on)geoorloofd thuiszitten van leerplichtige leerlingen. Daarnaast opnieuw onderwijsperspectief bieden aan jongeren met een (tijdelijke) vrijstelling van leerplicht (of voorkomen van 79

80 afgeven van vrijstellingen). Uitvoering geven aan het Thuiszitterspact 12 (PO Raad, VO raad en VNG) van juni Doel: er is met de gemeente een sluitende aanpak opgesteld. Het samenwerkingsverband: Faciliteert de inzet van expertise vanuit de Kleine Prins op de VO scholen t.b.v. terugdringen omvang / verkorten duur thuiszitters door inzet BPO Kleine Prins; Is betrokken bij aanvraag/beoordeling vrijstellingen in overleggen met Leerplicht; Initieert en leidt het regionale overleg met de Leerplichtambtenaren; Faciliteert (mede) onderwijs(zorg) arrangementen. III. Dekkend aanbod Bovenschoolse tussenvoorziening Anna De Linie Schooljaar start de nieuwe bovenschoolse voorziening Anna De Linie, waarin opgenomen de Reboundvoorziening Doorstart. Doel: uitwerking geven aan de notitie De toekomst van Doorstart en de Linie. Het samenwerkingsverband: Participeert in de Stuurgroep de Nieuwe Linie; Zet middelen in ter realisatie van de beoogde kwaliteit; Ziet toe op de kwaliteit. Doorstroom VSO VO Het samenwerkingsverband wil de verwijzing naar het VSO beperken en de instroom vanuit het VSO naar het reguliere VO bevorderen. Doel: 10 % van de leerlingenpopulatie Berg en Boschschool Houten stroomt einde schooljaar door naar het regulier VO. Het samenwerkingsverband: Heeft hiertoe een Pilot VO-VSO Berg en Bosch opgericht, en geeft uitvoering aan het projectplan; Stimuleert opzet trajectvoorzieningen in de VO scholen, waardoor meer leerlingen binnen de reguliere scholen kunnen worden ondersteund. Specifiek aanbod Doelen: 1) beleid formuleren m.b.t. ondersteuningsaanbod voor hoogbegaafdheid; 2) ontwikkeling leerlijnen executieve functies op het niveau van basis- en extra ondersteuning. IV. Toeleiding naar extra ondersteuning Procedures en criteria daar waar nodig aanscherpen, ook wat betreft adviesfunctie. Doel: 1) er is regionaal beleid vastgesteld m.b.t. toekenning categorieën 1, 2 en 3; 2) er is vastgesteld wanneer het samenwerkingsverband participeert in breed casuïstiek overleg; 12 Ambitie Thuiszitterspact: In 2020 zit geen kind langer dan 3 maanden thuis zonder passend aanbod van onderwijs en/of zorg. 80

81 3) ten aanzien van onderwijszorgarrangementen bestaat duidelijkheid wat onder onderwijs valt en wat onder zorg. 4) onderscheid tussen basisondersteuning en extra ondersteuning m.b.t. curatieve voorzieningen is duidelijk geformuleerd. Het samenwerkingsverband: PCL Extra Steun ondersteunt d.m.v. regelmatige terugkoppeling de kwaliteitsontwikkeling van de arrangementsaanvragen en het gebruik van OOP s; Participeert in ontwikkeling regionaal beleid t.b.v. toekenning categorieën TLV 1, 2, 3; Participeert in grote overleggen in geval van bijzondere / complexe casuïstiek; Werkt nauw samen met gemeenten /sociale teams in de toeleiding naar onderwijszorgarrangementen; Casuïstiek besprekingen met als doel het grijze gebied tussen zorg en onderwijsarrangementen verhelderen. V. LWOO Ter voorbereiding op 2018 worden er standaarden ontwikkelt t.a.v. de kwaliteit leerwegondersteuning en wordt beleid voorbereid met het oog op het verdwijnen van de landelijke criteria LwOO. Doel: 1) er zijn standaarden voor leerweg ondersteuning; 2) er is beleid ontwikkeld m.b.t. toekenning van LwOO middelen; 3) procedure PCL lwoo/ pro indien nodig verbeteren. Het samenwerkingsverband: Coördineert de hiertoe samenstelde werkgroep waarin alle LwOO en PrO locaties zijn vertegenwoordigd. Management en organisatie Samenwerken tussen SWV en VSO Het samenwerkingsverband streeft doelen na, geformuleerd in de regionale intentieverklaring: toelatingsprocedures snel en eenvoudig organiseren; uit- en doorstoom soepel laten verlopen; ondersteuning via flexibele en kortdurende arrangementen stimuleren; het gebruik van speciaal onderwijs beheers-, bestuur- en betaalbaar houden. Het samenwerkingsverband: participeert in regionale overleggen en het organiseren van bijeenkomsten/conferenties ten behoeve van betrokkenheid partners; zie ook bij onderwijsinhoud pilot vo-vso. Interne organisatie SWV Doelstelling is het inrichten van de medezeggenschap in de organisatie van SWV VO Zuid Utrecht. Toezicht Vanaf schooljaar werken met het one-tier bestuursmodel (bestuur, waarin een algemeen bestuur als toezichthouder en een directeur-bestuurder als uitvoerend bestuurder fungeert). 81

82 Het Samenwerkingsverband: Geeft invulling aan de uitwerkingspunten t.g.v. de statutenwijziging per 1 augustus 2016 Herijkt het Toezichtkader inclusief policy governance / evt. herformulering beleidsuitspraken Stelt verantwoordingsrapportages op Afstemming met ketenpartners Casuïstiek besprekingen met als doel het grijze gebied tussen zorg en onderwijsarrangementen verhelderen; Gezamenlijk onderwijs-zorgarrangementen toekennen; Zie ook relatie met thema terugdringen van thuiszitters/schoolverzuim. Financiën Meerjarenbegroting en verantwoording Bijstelling meerjarenbegroting op basis van beleidsvoornemens; Bijstelling van risicomanagement (risicoanalyse, beheersmaatregelen, opbouw weerstand vermogen); Aanpassen plan organisatie en financiën op basis van aanbevelingen uit management rapportage en auditcommissie; Opbrengsten financiële ondersteuning monitoren en waar nodig bijsturen; Mogelijkheden en behoefte verkennen nieuw verdeelmodel op grond van 3 jaar ervaringen passend onderwijs. Communicatie Website aanpassen en up to date houden; Versterken overlegstructuren met samenwerkingspartners Onderzoek behoefte informatievoorziening. Kwaliteitszorg en monitoring Bijstelling monitoringssystematiek; Tevredenheidsonderzoek uitvoeren; Actualiseren van het kwaliteitsmanagementsysteem. Jaar 2 verdieping Concrete uitwerking van onderstaande doelen per domein gebeurt in de bijstelling van het kwaliteitscyclus in evaluatie mei/ juni Onderwijsinhoud en ondersteuningsvoorzieningen Doelen: Alle indicatoren HGW zijn eind schooljaar minimaal 90% voldoende of goed. Anna De Linie en Doorstart zijn volledig geïntegreerd. Uitbreiding good practice vanuit pilot VO VSO Berg en Bosch naar andere V(S)O scholen; Beleid LWOO vaststellen en doorvoeren i.v.m. verdwijnen landelijke criteria per ; Implementeren van de sluitende aanpak met gemeenten t.a.v. thuiszitters; Doorontwikkeling aanbod basisondersteuning en extra ondersteuning executieve functies; Aanbod extra steun hoogbegaafdheid versterken; Stimuleren uitbreiding en doorontwikkeling trajectvoorzieningen. 82

83 Management en organisatie Toezichtkader inclusief policy governance / herformulering beleidsuitspraken. Financiën Meerjarenbegroting en jaarplan waar nodig bijstellen; Ontwikkelplan financiële organisatie bijstellen; Opbrengsten financiële ondersteuning monitoren en waar nodig bijsturen. Communicatie Website aanpassen en up to date houden; Versterken overlegstructuren met samenwerkingspartners. Kwaliteitszorg en monitoring Bijstellen kerndoelen; Voortgangsrapportages opstellen. Jaar 3 voltooien (nog in ontwikkeling) Onderwijsinhoud en ondersteuningsvoorzieningen Borging van HGW binnen de teams door inzet Begeleiders Passend Onderwijs; Ondersteunen van de versterking van basisondersteuning voortkomend uit POS rapportage; Borging aanbod basisondersteuning en extra ondersteuning executieve functies; Borging extra ondersteuning hoogbegaafdheid; Borging de Nieuwe Linie (inclusief Rebound); Beleid LWOO doorvoeren i.v.m. verdwijnen landelijke criteria per ; Uitbreiding good practice vanuit pilot VO VSO Berg en Bosch naar andere V(S)O scholen; Ervaringen trajectvoorzieningen benutten en wellicht uitbouwen; Borging betrokkenheid bij aanvraag vrijstellingen leerplicht; Borging afstemming Passend Onderwijs Jeugdhulp; Management en organisatie Toezichtkader inclusief policy governance (evt. herformulering beleidsuitspraken) Financiën Meerjarenbegroting en jaarplan waar nodig bijstellen; Ontwikkelplan financiële organisatie bijstellen; Opbrengsten financiële ondersteuning monitoren en waar nodig bijsturen. Communicatie Website aanpassen en up to date houden; Versterken overlegstructuren met samenwerkingspartners. Kwaliteitszorg en monitoring Bijstellen kerndoelen; Voortgangsrapportages opstellen. 83

84 Jaar 4 vernieuwing (in ontwikkeling) 84

85 Kerndoelen , evaluatie en kerndoelen Onderwijsinhoud en ondersteuningsvoorzieningen PLAN Kerndoel Basisondersteuning Professionalisering van docenten handelingsgericht werken PLAN Wat willen we bereiken? Alle scholen voldoen aan de afspraken die in het SWV zijn gemaakt over de basisondersteuning. Eén aspect hiervan is dat alle scholen in een periode van 5 jaar na 1 augustus 2014 HGW werken en de handelingsbekwaamheid en competenties van het personeel versterken. Focus ligt op de volgende 3 doelstellingen: - werken met groepsplannen - HGW leerling besprekingen - HGW gesprekken met ouders DO Wat gaan we daarvoor doen? 1. Met de gezamenlijke scholen concretiseren we wat HGW inhoudt, hoe ver de scholen hier nu mee zijn en hoe dat er over zowel 2, maar ook 5 jaar uitziet binnen de scholen (korte- en lange termijn planning). Ook worden de te zetten stappen geconcretiseerd; 2. Inzet van begeleiders passend onderwijs met kennis van HGW om scholen/docenten hierbij te ondersteunen; 3. directeuren, ZOCO en BPO-overleg; 4. Een door het SWV georganiseerde conferentie omgaan met anders waar succeservaringen en kennisdeling centraal staan. DO Wie/wat hebben we nodig? Financiële middelen om de inzet van deskundigen te bekostigen (o.a. vanuit het AB rugzakdeel, maar ook d.m.v. de professionaliseringsmiddelen vanuit de scholen en extra bekostiging vanuit het SWV). Daarnaast een door de scholen. CHECK/ACT Monitoring/hoe meten we onze prestaties? Scholen rapporteren periodiek over de effecten van de ondersteuning (geleverd door BPO ers) op leerlingen schoolniveau. Er wordt waar nodig bijgesteld. CHECK/ACT instrumenten Verantwoordingsrapportages Checklist om docentgedrag in kaart te brengen CHECK/ACT Frequentie/ tijdpad Evaluatie mei 2016 De doelstellingen van handelingsgericht werken zijn gekoppeld aan de inzet van begeleiders passend onderwijs in de aangesloten scholen. Zij zijn aangesteld om HGW te versterken en docenten te coachen in het werken daarmee. Zij observeren de schoolpraktijk en geven van daaruit mede vorm aan de ontwikkelagenda van de scholen. In april 2016 is een evaluatie uitgezet onder de BPO ers. In het structurele BPO overleg worden de uitkomsten besproken en leveren de basis voor de planning in het komende schooljaar. Daarnaast levert de evaluatie input voor doelstellingen van het SWV met betrekking tot collectieve ontwikkel-/ scholingsbehoefte. Het werken met het ontwikkelingsperspectief (OPP - bij leerlingen met extra onderwijsbehoefte) is een van de belangrijkste instrumenten en een stimulans voor het komen tot handelingsgericht werken in de scholen. jaarlijks april Resultaten periode 2015/2016: Vanuit inventarisatie inzet Begeleiders passend onderwijs: Versterking denken vanuit onderwijsbehoeften, werken met groepsplannen (veelal gefaseerde invoering op scholen), werken met ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) binnen zorgstructuur, vervolgens implementatie. Mentoren zijn hier deels al goed op weg. Bijeenkomsten over executieve functies, studievaardigheden en onderwijsbehoeften. Docenten: vooruitgang in pedagogische en didactische kwaliteiten. Handelingsverlegenheid is afgenomen nu docenten merken dat er duidelijke afspraken zijn bij grensoverschrijdend gedrag van leerlingen. Gevoel van veiligheid is vergroot en de professionele cultuur is verbeterd. Start met opzetten van de vernieuwde en efficiëntere zorgstructuur. Trajectvoorziening CalsPlus is opgezet (aanbod bestaat uit: startgroep, middaggroep, time-out voorziening, individuele begeleidingsgesprekken met orthopedagoog). In mei 2016 Looptijd: 1 augustus 2016 tot en met 31 juli 2018

86 maken 19 leerlingen wekelijks gebruik van 1 van de onderdelen uit het aanbod van CalsPlus. Verbetering van het sociaal klimaat, verbindende activiteiten binnen team, initiëren kantelteam (t.b.v. reorganisatie traject). Vanuit bovenschools rapport van Perspectief op School: Het handelingsgericht werken is gemeten met behulp van 12 indicatoren. Op onderstaande indicatoren scoren 80 % of meer van de scholen voldoende of goed. - onderwijsbehoefte - wisselwerking leerkracht, leerling, groep en lesstof - reflectie leerkrachten - bewustzijn invloed leerkrachten - samenwerking leerkracht en ouders - heldere onderwijs- en begeleidingsstructuur - open teamleden Op onderstaande indicatoren scoort 50-80% van de scholen voldoende of goed: - benoemen en benutten sterke kanten - samenwerking leerkrachten en leerlingen - benoemen smart doelen - aanwezigheid groepsplan Op onderstaande indicator scoort < 50% voldoende of goed: - bespreken groepsplan PLAN Kerndoel Basisondersteuning Professionalisering van docenten handelingsgericht werken PLAN Wat willen we bereiken? Doel: alle indicatoren HGW zijn eind schooljaar minimaal 80% voldoende of goed. De verbeterslag is met name gericht op de indicatoren benoemen en benutten sterke kanten, samenwerking leerkrachten en leerlingen, benoemen smart doelen, aanwezigheid groepsplan en bespreken groepsplan. - ondersteuning voor bepaalde doelgroepen (risicoleerlingen, hoogbegaafdheid) DO Wat gaan we daarvoor doen? 1. Bovenschools rapport Perspectief op School geeft levert aanknopingspunten voor speerpunten komend schooljaar. Deze uitwerken en opnemen in werkagenda van SWV en scholen. 2. BPO ers vervullen een cruciale rol in de professionalisering van docenten. Zowel bij implementatie van beleid HGW, als ook op individueel leerling niveau (coaching/ mediation gesprekken tussen docenten en leerlingen). Voortzetten van ingezette lijn t.a.v. verdere professionalisering teams. Mogelijk invoering van auditing. 3. Scholen hebben de invoering van HGW ingericht zoals het bij de eigen organisatie past. DO Wie/wat hebben we nodig? Financiële middelen op de inzet van BPO ers uit budget samenwerkingsverband maar ook d.m.v. de professionaliseringsmiddelen vanuit de scholen. Structurele netwerkbijeenkomsten BPO ers t.b.v. kennisdeling en professionalisering. Plannen op schoolniveau ten aanzien van ontwikkeldoelen in de schoolondersteuningsprofielen. CHECK/ACT Monitoring/hoe meten we onze prestaties? Scholen rapporteren periodiek over de effecten van de ondersteuning (geleverd door BPO ers) op leerlingen schoolniveau. Er wordt waar nodig bijgesteld. Jaarlijkse monitor d.m.v. instrument Perspectief op school. CHECK/ACT Instrumenten Verantwoordingsrapportages Instrument Perspectief op school 86 CHECK/ACT Frequentie/ tijdpad jaarlijks april

87 Het SWV ondersteunt waar nodig. BPO er is intermediair. PLAN Kerndoel Terugdringen aantal thuiszitters/vsv Doorlopende schoolloopbaan PLAN Wat willen we bereiken? Het SWV Zuid-Utrecht kent geen thuiszitters volgens de definitie (ongeoorloofd meer dan 4 weken thuiszitten). Bij leerlingen die geoorloofd thuiszitten vanwege diverse problematiek, wordt aantoonbaar inzet gepleegd om deze leerlingen een optimaal onderwijsperspectief te bieden. Alle leerplichtige leerlingen zitten op een bij hun ontwikkeling en competenties passende onderwijsplaats. Daarnaast neemt het aantal VSV ers af of beweegt zich stabiel. Eveneens bevordert het SWV de doorlopende schoolloopbaan PO-VO- MBO en overstap onderwijs/arbeidsmarkt. DO Wat gaan we daarvoor doen? 1. Aantal thuiszitters wordt vergeleken met Er zal een duidelijke afname in aantal en tijdsduur zichtbaar zijn 2. Het in opgestelde regionale verzuimprotocol wordt regelmatig besproken met leerplicht en de scholen, geëvalueerd en waar nodig bijgesteld 3. In samenwerking met kernpartners om onderwijs-zorgarrangementen mogelijk te maken en eventueel nieuw vorm te geven 4. Het SWV werkt samen met de naburige SWV s uit de RMC regio aan het terugdringen van het aantal VSV ers (De Overstap: Aanmelding in Beeld, Digitaal Doorstroom Dossier, Warme Overdracht, Overstaptafels, loopbaanoriëntatie en doorlopende leerlijn). DO Wie/wat hebben we nodig? Directeuren, leerplicht, zorgcoördinatoren, MBO s en regionale SWV s. Elke school en leerplicht/jgz werken conform het regionaal verzuimprotocol. CHECK/ACT Monitoring/hoe meten we onze prestaties? Aan de hand van registratieformulieren, gegevens GBA Op basis van een nulmeting, tussentijdse aanlevering van gegevens en een eindevaluatie wordt het effect van bovenstaande acties zichtbaar en waar nodig wordt het proces bijgesteld. CHECK/ACT instrumenten Gegevens GBA en Registratieformulieren /- systemen 87 CHECK/ACT Frequentie/ tijdpad Per kwartaal Oktober januari april juli directeurenoverleg September maart Evaluatie mei 2016 Terugdringing aantal thuiszitters: de effecten worden gevolgd middels 2-maandelijkse rapportage en bespreking in SWV + Leerplicht overleg. Overleggen waren vooral gericht op structuur en werkprocessen (waaronder overgang naar nieuw registratiesysteem Lekstroom en wijziging in definitie thuiszitters (Kamerbrief OCW februari 2016). Einde schooljaar analyse en vergelijking met voorgaand schooljaar. Scholen vragen t.b.v. thuiszitters extra steun arrangementen aan voor ondersteuning en begeleiding (soms ook specifieke deskundigheid t.a.v. ondersteuning teams en leerlingen). Focus in overleggen leerplicht en swv is nu (naast beleid en registratie) gericht op casuïstiek; hierdoor kunnen we elkaar snel vinden en houden we regie op het proces. In MDO s is het doel snel tot een oplossing te komen, zowel vanuit onderwijs als ook vanuit jeugdzorg. Ten aanzien van onderwijs- zorgarrangementen ontstaat meer samenwerking tussen ketenpartners. Aandachtspunten: Verzuimprotocol is in maart/ april 2016 geëvalueerd: reflectie op processen, rollen en verwachtingen. Verbeterpunten zijn opgepakt (raakvlak onderwijs/ GGD/GGZ: verwachtingen schoolarts). Registratie thuiszitters is aangepast om verloop beter te kunnen volgen (casus en doorlooptijd). Door verandering van terminologie en wijziging in registratie (gemeentelijk registratiesysteem Lekstroom) waren we vooral gericht op structuur i.p.v. inhoud. In ZoCo netwerk vindt uitwisseling plaats over aanpak schoolverzuim en good practise.

88 Cijfermatige onderbouwing in analyse 15/16 wordt bemoeilijkt door verschil in definities en overgang naar nieuw systeem. Voortijdig schoolverlaten (VSV): de plannen in het kader van de School-werkt-Agenda worden gerealiseerd. PLAN Kerndoel Terugdringen aantal thuiszitters/vsv PLAN Wat willen we bereiken? DO Wat gaan we daarvoor doen? DO Wie/wat hebben we nodig? CHECK/ACT Monitoring/hoe meten we onze prestaties? Aan de hand van registratieformulieren, gegevens GBA Op basis van een nulmeting, tussentijdse aanlevering van gegevens en een eindevaluatie wordt het effect van bovenstaande acties zichtbaar en waar nodig wordt het proces bijgesteld. Ook VSV wordt RMC breed gemonitord. CHECK/ACT instrumenten CHECK/ACT Frequentie/ tijdpad 2 maandelijks thuiszitters/ vrijstellingen. Doorlopende schoolloopbaan Doel: er is met de gemeente een sluitende aanpak opgesteld. De sluitende aanpak omvat afspraken over: - Doelen voor de reductie van het aantal thuiszitters - Preventie van uitval - Samenwerking met de zorg - Maatwerk voor kinderen - Route naar een passende plek - Doorzettingsmacht of kracht - Terugdringen vrijstellingen op grond van artikel 5 onder a Vrijstellingen: - Als SWV sturen op vrijstellingen en betrokkenheid vergroten: op basis van input LPA: is vrijstellingsgrond terecht of kan vrijstelling met behulp van arrangement (deels) worden voorkomen. Doorlopende schoolloopbaan: - Loopbaan ontwikkeling en begeleiding (LOB) door ontwikkelen. - Afname aantal VSV ers of stabilisatie. - Bevordering doorlopende schoolloopbaan PO-VO-MBO en overstap onderwijs/arbeidsmarkt. 1. Het regionale verzuimprotocol (2015) is geevalueerd en verbeterpunten worden opgepakt. Het protocol wordt bijgesteld waar nodig. 2. In samenwerking met kernpartners zo nodig ontwikkelen van onderwijszorgarrangementen (maatwerk). Het samenwerkingsverband: 3. faciliteert de inzet van expertise vanuit de Kleine Prins op de VO scholen t.b.v. terugdringen omvang / verkorten duur thuiszitters door inzet BPO Kleine Prins; 4. Is betrokken bij aanvraag/beoordeling vrijstellingen in overleggen met Leerplicht; 5. Initieert en leidt het regionale overleg met de Leerplichtambtenaren; 6. Thuiszitters: volgen van landelijke initiatieven (Ingrado, Lansbrekers, Gedragswerk). 7. Preventief werken door Leerplicht in de scholen (streven naar opheffing verschillen per gemeente). 8. Het SWV werkt samen met de naburige SWV s uit de RMC regio aan het terugdringen van het aantal VSV ers (De Overstap: Aanmelding in Beeld, Digitaal Doorstroom Dossier, Warme Overdracht, Overstaptafels, loopbaanoriëntatie en doorlopende leerlijn). 9. LOB begeleiding: a) ondersteuning bij keuze voor vervolgopleiding/ beroep, b) begeleiding Directeuren, leerplicht, zorgcoördinatoren, MBO s en regionale SWV s. Elke school en leerplicht/jgz werken conform het regionaal verzuimprotocol. VSV middelen worden ingezet om LOB plannen te implementeren op de VO scholen. Gegevens GBA en Registratieformulieren/-systemen 2 x per jaar directeurenoverleg En zoco overleg Oktober April 88

89 bij het ontwikkelen van competenties om hun loopbaan vorm te geven. PLAN Kerndoel Dekkend aanbod PLAN Wat willen we bereiken? Het SWV heeft eind een dekkend aanbod aan voorzieningen, is gestart met de inrichting van de bovenschoolse voorziening en voorziet havo/vwo en hoogbegaafde leerlingen met diverse problematiek van een passende plek. DO Wat gaan we daarvoor doen? 1. Flexibele afspraken met VSO, o.a. expertise vanuit de VSO-scholen in de reguliere school brengen en samenstellen van arrangementen; 2. Interne ondersteuningsstructuur in de school/docenten waar nodig versterken (m.b.v. BPO ers) zodat ze meer leerlingen binnen boord kunnen houden 3. Onderzoeken of er voldoende aanbod is voor hoog functionerende leerlingen met internaliserende problematiek en indien nodig, daar beleid op voeren; 4. Trajectvoorzieningen ondersteunen DO Wie/wat hebben we nodig? Projectleider tussenvoorziening. Afspraken met het VSO, aanpalende SWV s, docenten en interne ondersteuningsstructuur van de scholen CHECK/ACT Monitoring/hoe meten we onze prestaties? Een stijging in het aantal arrangementen kan alleen te verdedigen zijn als het aantal plaatsingen in het VSO stabiel blijft of afneemt. CHECK/ACT instrumenten Gegevens DUO (Kijkglazen), (VSO-) scholen, aantal afgegeven TLV s/ arrangementen (rapportages PCL Extra Steun) 89 CHECK/ACT Frequentie/ tijdpad Per kwartaal Oktober Januari April Juli Evaluatie mei 2016 In de periode december 2015 juni 2016 is gewerkt aan de inrichting van de bovenschoolse voorziening ( De nieuwe Linie ) die in de nieuwe opzet gaat starten vanaf begin schooljaar De Rebound voorziening Doorstart is vanaf dat moment daarin ondergebracht. Hoogbegaafdheid: inventarisatie gedaan wat er op scholen gebeurt en waar vragen liggen t.a.v. deze doelgroep. In het directeurenoverleg april 2016 is de werkgroep hoogbegaafdheid geïnitieerd en opgericht. Doel is een mini-conferentie te organiseren (najaar 2016) in samenwerking met PO en VO met als doel kennisverbreding, aanpak en begeleiding. Dekkend aanbod is uitgebreid door aanbod Berg en Boschschool voor hoogbegaafde leerlingen (met ASS) vanaf leerjaar 1. In Samenwerkingsverband Zuid Utrecht ontstond in januari 2016 het initiatief met Berg en Boschschool een pilot te starten en doorplaatsing leerlingen van VSO naar VO te bevorderen. Dit wordt in het komende schooljaar opgestart. In dit schooljaar is op 2 scholen van het samenwerkingsverband is een trajectvoorziening gestart. Bij aanvragen van extra steun arrangementen worden de mogelijkheden van maatwerk steeds meer benut. In het voorjaar van 2016 vond een mini conferentie plaats met partners VO/VSO in de regio om dekkend aanbod in beeld te brengen en leemtes te ontdekken. De uitkomsten hiervan worden in het vervolgonderzoek van Oberon meegenomen (rapportage te verwachten in 2016). Een werkgroep executieve functies is gestart voor verkenning ondersteuningsbehoefte executieve functies. Uitwerking van plan ligt ter bespreking voor in directeurenoverleg juni PLAN Kerndoel PLAN Wat willen we bereiken? DO Wat gaan we daarvoor doen? DO Wie/wat hebben we nodig? CHECK/ACT Monitoring/hoe meten we onze prestaties? CHECK/ACT instrumenten CHECK/ACT Frequentie/ tijdpad

90 3. Dekkend aanbod Doelen: 1. Uitwerking geven aan de notitie De toekomst van Doorstart en de Linie. 2. Aanbod hoogbegaafdheid ontwikkelen (kennisverbreding, aanpak en begeleiding); 3. Ondersteuningsmodel executieve functies dat door de scholen van het SWV gebruikt kan worden. Aanbod: basiszorg en specialistische zorg; 4. Doel: 10 % van de leerlingenpopulatie Berg en Boschschool Houten stroomt einde schooljaar door naar het regulier VO. 5. Ondersteuningsstructuur scholen versterken door middel van uitbreiding trajectvoorzieningen, coaches e.d.; 6. Actueel overzicht van leemtes in het dekkende aanbod in de regio. 1. De Linie. Stuurgroep houdt zicht op koers diverse werkgroepen werken deelgebieden uit 2. Hoogbegaafdheid - werkgroep, miniconferentie, samen optrekken met PO 3. Financiële ondersteuning o.b.v. voorstel werkgroep EF. 4. Uitrollen pilot VSO VO o.l.v. werkgroep/ plan van aanpak, monitoring 5. In beeld brengen van veronderstelde leemtes in dekkend aanbod door onderzoek. 6. Stimuleren van initiatieven scholen Projectleiding t.a.v. implementatie/ borging bovenschoolse tussenvoorziening. Werkgroep en stuurgroep Pilot VSO VO. Versterking interne ondersteuningsstructuur van de scholen. Netwerk met VSO en aanpalende SWV s in regio t.a.v. opheffen leemtes. Monitoren in welke mate voldaan is aan de gestelde doelen. Anna De Linie/ Doorstart - volgen van professionaliseringsplan en kwaliteit Gegevens DUO (Kijkglazen), (VSO-) scholen, aantal afgegeven TLV s/ arrangementen (rapportages PCL Extra Steun) Jaarlijks Mei PLAN Kerndoel Toeleiding naar extra ondersteuning PLAN Wat willen we bereiken? DO Wat gaan we daarvoor doen? DO Wie/wat hebben we nodig? CHECK/ACT Monitoring/hoe meten we onze prestaties? Input tevredenheidsonderzoek, zorgcoordinatorenen directeurenoverleg. Zelfevaluatie PCL Extra Steun CHECK/ACT instrumenten CHECK/ACT Frequentie/ tijdpad Jaarlijks Januari De PCL Extra Steun verwerkt aanvragen binnen 2 weken en houdt rekening met de wettelijke termijnen voor toewijzing en plaatsing. 1. Scholen leveren een complete aanvraag in; 2. PCL Extra Steun stelt werkwijze bij a.d.h.v. input tevredenheidsonderzoek Deskundigen PCL Extra Steun/TLC, zorgcoördinatoren Deskundigen OT Gegevens PCL Extra Steun/ OT/tevredenheids onderzoek Evaluatie mei 2016 Complete aanvragen zijn voor 95% binnen 2 weken behandeld. Monitoring en jaarverslag moeten nog worden opgesteld. Juli 2016 is concept jaarverslag gereed. 90

91 Wel al te benoemen: - toename aantal extra steun arrangementen/ maatwerk - aanpassing OPP - verbeterde aanvragen, concrete doelen, handelingsdeel PLAN Kerndoel PLAN Wat willen we bereiken? DO Wat gaan we daarvoor doen? DO Wie/wat hebben we nodig? CHECK/ACT Monitoring/hoe meten we onze prestaties? CHECK/ACT instrumenten CHECK/ACT Frequentie/ tijdpad 4. Toeleiding naar extra ondersteuning 1) Er is regionaal beleid vastgesteld m.b.t. toekenning categorieën 1, 2 en 3; 2) Er is vastgesteld wanneer het samenwerkingsverband in breed casuïstiek overleg; 3) Ten aanzien van onderwijszorgarrangementen bestaat duidelijkheid wat onder onderwijs valt en wat onder zorg; 4) Onderscheid tussen basisondersteuning en extra ondersteuning m.b.t. curatieve voorzieningen is duidelijk geformuleerd; 5) Speerpunten uit jaarverslag PCL Extra Steunt ondersteunt d.m.v. regelmatige terugkoppeling de kwaliteitsontwikkeling van de arrangementsaanvragen en het gebruik van OOP s; 2. Participeert in ontwikkeling regionaal beleid t.b.v. toekenning categorieën TLV 1, 2, 3; 3. Participeert in grote overleggen in geval van bijzondere / complexe casuïstiek; 4. Werkt nauw samen met gemeenten /sociale teams in de toeleiding naar onderwijszorgarrangementen. Deskundigen PCL Extra Steun, zorgcoördinatoren, directeuren, Deskundigen Onderwijs Transparant (OT), collega s van omliggende swv s Gegevens PCL Extra Steun/ OT/ tevredenheidsonderzoek Jaarlijks Januari PLAN Kerndoel PLAN Wat willen we bereiken? DO Wat gaan we daarvoor doen? DO Wie/wat hebben we nodig? CHECK/ACT Monitoring/hoe meten we onze prestaties? CHECK/ACT instrumenten CHECK/ACT Frequentie/ tijdpad 5. LwOO/PrO In is het LwOO en PrO geïntegreerd in het beleid van Passend Onderwijs. Leerlingen met een LwOO of PrO toewijzingen starten begin van het nieuwe schooljaar op een voor hun passende plek. 1. basisscholen hebben hun LwOO/PrOleerlingen conform tijdpad nieuwe procedure in beeld, dienen tijdig een aanvraag in en bespreken dit zorgvuldig met ouders. De mogelijkheden van de tussenvoorziening zijn halverwege schooljaar duidelijk en helder voor iedere betrokkenen. Scholen, leerlingaantallen LwOO/PrO Informatiebijeenkomsten, heldere procedures, inzicht in kosten/baten Gegevens SWV/ leerlingaantallen April 91

92 Evaluatie mei 2016 Nieuw beleid Lwoo/PrO is vastgesteld in Ondersteuningsplan Lwoo/PrO nov Alle lwoo leerlingen waren tijdig bepaald wat betreft regulier lwoo / lwoo tussenvoorziening Evaluatie PCL lwoo pro gepland eind juni (kwalitatief / kwantitatief / procesmatig). PLAN Kerndoel PLAN Wat willen we bereiken? DO Wat gaan we daarvoor doen? DO Wie/wat hebben we nodig? CHECK/ACT Monitoring/hoe meten we onze prestaties? CHECK/ACT instrumenten CHECK/ACT Frequentie/ tijdpad 5. LwOO/PrO 1) Er zijn standaarden voor leerweg ondersteuning; 2) Er is beleid ontwikkeld m.b.t. toekenning van lwoo middelen; 3) Procedure PCL lwoo/ pro indien nodig verbeteren. 1. werkgroep inventariseert ondersteuning op scholen, onderzoekt waar scholen uniforme ondersteuning bieden. Terugkoppeling werkgroep naar directeurenoverleg en komen tot standaard lwoo op de scholen 2. beleidsvoorbereiding door werkgroep en advisering directieoverleg t.a.v. thema. 3. speerpunten uit de evaluatie PCL lwoo/ pro Werkgroep lwoo/pro Directeuren VO-scholen PCL lwoo/pro Vaststellen van geproduceerde documenten. Monitoring lwoo/ pro Jaarlijks September Financiën PLAN Kerndoel PLAN Kerndoel DO Wat gaan we daarvoor doen? DO Wie/wat hebben we nodig? CHECK/ACT Monitoring/hoe meten we onze prestaties? CHECK/ACT instrumenten CHECK/ACT Frequentie/ tijdpad 10. Meerjarenbegroting en financiële verantwoording Het SWV stelt een jaarlijkse en meerjarenbegroting op en legt verantwoording af over de besteding van de middelen in het jaarverslag. De scholen leggen verantwoording af over de wijze waarop zij de toege- 1. Samenwerken met een financieel bureau dat de financiële en personeelsadministratie van het SWV gaat uitvoeren; 2. Wederzijdse verantwoording afleggen tussen SWV en scholen Financieel deskundige, rapportages van de scholen, wederzijds vertrouwen Met behulp van de financiele verantwoording is inzichtelijk dat het SWV een solide organisatie is. Financiële verantwoording Kwartaalrapportages 92

93 kende middelen hebben ingezet. Het opgestelde beleid uit het ondersteuningsplan wordt benoemd in de programma s in de jaarbegroting en komt tot uitvoering binnen de scholen. Evaluatie mei 2016 Jaarrekening is vastgesteld Het SWV heeft een positief resultaat, zie bevindingen management letter (verslag auditcommissie). De belangrijkste bevindingen zijn : - Er wordt een goedkeurende verklaring afgegeven; - Het jaarverslag is verenigbaar met de jaarrekening; - De continuïteitsparagraaf voldoet aan de wettelijke voorschriften De aanbevelingen van de accountant zijn in het kerndoel opgenomen. PLAN Kerndoel PLAN Wat willen we bereiken? DO Wat gaan we daarvoor doen? DO Wie/wat hebben we nodig? CHECK/ACT Monitoring/hoe meten we onze prestaties? CHECK/ACT instrumenten CHECK/ACT Frequentie/ tijdpad 10. Meerjarenbegroting en financiële verantwoording - aanbevelingen uit management rapportage van de accountant verwerken - opbouw weerstandsvermogen opnieuw vaststellen Oppakken aanbevelingen auditcommissie: 1. Actualisatie treasurystatuut; 2. Concretisering aanbestedingsbeleid met financiële grenzen; 3. Documenteren van de levering van de prestaties bij inkoop; 4. Opstellen van een procedure in geval van datalek; 5. Het maken van een dashboard met financiële en niet-financiële kengetallen; 6. Verdere opbouw van het eigen vermogen kritisch bekijken. Auditcommissie, financieel deskundige Met behulp van de financiele verantwoording is inzichtelijk dat het SWV een solide organisatie is. Financiële verantwoording Kwartaalrapportages Communicatie 93

94 PLAN Kerndoel PLAN Kerndoel DO Wat gaan we daarvoor doen? DO Wie/wat hebben we nodig? CHECK/ACT Monitoring/hoe meten we onze prestaties? CHECK/ACT instrumenten CHECK/ACT Frequentie/ tijdpad 11. Communicatie Het SWV plaatst regelmatig relevante informatie op haar website, organiseert voorlichtings-bijeenkomsten voor betrokkenen en verspreidt waar nodig nieuwsbrieven en infobulletins. Zowel docenten, ouders als de OPR zijn tevreden over de wijze waarop het SWV communiceert en de informatie die zij ontvangen en hebben vertrouwen in het passend onderwijs dat het SWV realiseert. Daarnaast is duidelijk wie (scholen en/of SWV) verantwoordelijk is voor welke communicatie. 1. Website onderhouden 2. Voorlichtingsbijeenkomsten organiseren met inspirerende sprekers, over voor de toehoorders interessante thema s 3. Afstemmen met ketenpartners 4. Afstemming blijven zoeken met de OPR Deskundigen, het aanleveren van informatie om de website en nieuwsbrieven mee te vullen, medewerking van de scholen voor het verspreiden van de informatie Het jaarlijks afnemen van een tevredenheidsonderzoek bij ouders en scholen, waarbij 80% van de bevraagden aangeeft tevreden te zijn. Waar nodig wordt dit proces bijgesteld. Resultaten klanttevredenheidsonderzoek / signalen vanuit ouderorganisatie, aantal klachten die bij de bezwaar/adviescom missie binnenkomen Jaarlijks April Evaluatie mei 2016 De website is enkele keren geactualiseerd, maar gebeurt niet voldoende structureel. Er zijn geen nieuwsbrieven geschreven voornemen is behoeftepeiling t.a.v. informatievoorziening bij directeurenoverleg, ouders, ketenpartners. PLAN Kerndoel PLAN Wat willen we bereiken? DO Wat gaan we daarvoor doen? DO Wie/wat hebben we nodig? CHECK/ACT Monitoring/hoe meten we onze prestaties? CHECK/ACT instrumenten CHECK/ACT Frequentie/ tijdpad 11. Communicatie SWV is een organisatie met goede informatievoorziening 1. Structureel onderhoud website zodat deze actueel blijft 2. Afstemmen met ketenpartners 3. Behoefte peiling Deskundigen, frequent verzamelen van informatie om de website mee te vullen, medewerking van de scholen voor het verspreiden van de informatie Analyse van behoefte peiling. Resultaten behoeftepeiling / signalen vanuit achterban OPR Jaarlijks April Kwaliteitszorg en monitoring PLAN PLAN DO DO CHECK/ACT CHECK/ACT CHECK/ACT 94

95 Kerndoel Kwaliteitszorg en monitoring Kerndoel Wat gaan we daarvoor doen? Wie/wat hebben we nodig? Monitoring/hoe meten we onze prestaties? Het SWV draagt zorg voor kwaliteit door systematische zelfevaluatie, planmatige kwaliteitsverbetering, jaarlijkse verantwoording van gerealiseerde kwaliteit en borging van gerealiseerde verbeteringen. Dit wordt zichtbaar in het opzetten van een planmatige (PDCA) kwaliteits- en monitoringssysteem dat schooljaar bijgesteld wordt. Alle scholen zetten zich in voor het behalen van de doelstellingen in het KMS. 1. Het SWV evalueert het KMS en stelt dit waar nodig bij; 2. Onderdeel van het KMS is het opzetten/verstevigen van de bezwaar- en beroepscommissie 3. De behaalde resultaten worden d.m.v. managements- en verantwoordingsrapportages voorgelegd aan het bestuur, waarbij interne zelfevaluaties zorgen voor input. Het directeurenoverleg en de ondersteuningsplanraad krijgen eveneens een terugkoppeling. Waar nodig worden prestaties verbeterd, met behoud van het goede. Prestatie-indicatoren, simulatieonderzoek onderwijsinspectie, draagvlak bij alle betrokkenen (bestuur, directeuren, directeur SWV, staf en deelnemende scholen) tweejaarlijks monitoren en terugkoppeling van resultaten naar bestuur/directeuren, met een positief resultaat Evaluatie mei 2016 Kwaliteitsmanagement systeem is geactualiseerd in sept 2015 op basis van evaluaties mei In mei/ juni 2016 is de cyclus opnieuw doorlopen. Bezwaaradviescommissie is ingericht (maar heeft nog geen klachten hoeven behandelen) - 4 verantwoordingsrapportages zijn voorgelegd en goedgekeurd door het bestuur: - Nog niet verantwoord is de tevredenheid van ouders. Wel verantwoord, niet voorgelegd aan het bestuur: basisondersteuning (nog verwerken resultaat POS), thuiszitters. - Juni bestuursvergadering evaluatie toezichtkader en werken volgens policy governance. PLAN Kerndoel Kwaliteitszorg en monitoring PLAN Wat willen we bereiken? Uitlijnen verantwoordingssystematiek en toezicht in verband met nieuw bestuursmodel vanaf 1 augustus 2016 DO Wat gaan we daarvoor doen? 1. Betrekken van expert voor advisering t.a.v. bestuursmodel en toezicht t.a.v. kwaliteitszorg 2. Oppakken verbeterpunten t.a.v. KMS en nieuwe bestuurlijke verantwoordelijkheden en rollen 3. Voortzetting kwaliteitsmanagement cyclus DO Wie/wat hebben we nodig? Bestuur, directeur-bestuurder SWV, directeuren en OPR (informatie) instrumenten Zelfevaluatiesysteem CHECK/ACT instrumenten CHECK/ACT Monitoring/hoe meten we onze prestaties? tweejaarlijks monitoren en terugkoppeling van resultaten naar bestuur/directeuren Zelfevaluatiesysteem Frequentie/ tijdpad 2x per jaar Januari Juni CHECK/ACT Frequentie/ tijdpad 2x per jaar Januari Juni In bovenstaande kerndoelen worden in de laatste kolommen de monitoringsgegevens weergegeven. Het samenwerkingsverband monitort daarnaast nog andere gegevens. Er is daarom gekozen voor een overzichtelijke Monitorkalender waarin alle te monitoren data genoemd staan. Zie hiervoor de volgende pagina. 95

96 96

97 Monitorkalender voor terugkerende gegevensanalyse Middel Wie registreert Te raadplegen bronnen Frequentie/ tijdspad Terugkoppeling aan Leerlingaantal per school (regulier, VSO, cluster 3 + 4) Thuiszitters en VSV Spreiding, in- uit, af-, opstroom (lln extra ondersteuning) LWOO/PRO (ook: verloop van schoolcarrière om te onderzoeken of lln juiste advies en indicatie krijgen); TLV s en arrangementen Klachten, beroep- en bezwaarprocedures Signalen vanuit ouderorganisaties, onderwijsconsulenten, vakbonden, individuele ouders. Verantwoording ingezette middelen financieel jaarverslag Registratieformulieren scholen Kengetallen Jaarlijks Directeur SWV Thuiszittersprotocol/ nul- en tussentijdse meting Registratieformulieren Indicatie-criteria, gegevens DUO/ BRON/ leerling-stromen categorie 1,2,3, kengetallen, meerjarenoverzichten TLV s en arrangementen OT Registratie-formulier Scholen/ leerplicht PCL Extra Steun PCL Extra Steun GBA/ registratiesysteem SWV en informatie leerplicht Overdrachtsgegevens PO/VO, data DUO Aanvraagformulieren/ indicatiecriteria Maandelijks bij ZOCO overleg, 2x per jaar directeurenoverleg (september/maart) Jaarlijks april Gehele schooljaar door, driejaarlijks op agenda directeurenoverleg (september/december/januari) Directeur SWV/leerplicht Bestuur Directeur SWV Bestuur Directeur SWV Directeuren Bestuur PCL Extra Steun Rapportages PCL ES Maandelijks Directeur SWV Bestuur Administratieve Registratieformulieren Jaarlijks Directeur SWV ondersteuning april SWV Bestuur Blogs/ contact met instanties/ website etc./ Tevredenheidsonderzoek Beleidsmedewerker SWV Jaarlijks april Jaarverslag Directeur SWV Begroting, activiteiten Jaarlijks April Directeur SWV Bestuur Bestuur Looptijd: 1 augustus 2016 tot en met 31 juli 2018

98 Jaarplanning SWV VO Zuid-Utrecht [aanpassen] Maand September Oktober November December Januari Februari Maart April Mei Juni Juli week Bestuur Directeuren OPR Cie. financiën Agenda cie. PCL ES/TLC PCL pro/lwoo ZOCO Beg. PaO Vergadermomenten Bestuur Maandag uur Directeurenoverleg Donderdag uur ZOCO-overleg Dinsdag/donderdag uur PCL Extra Steun woensdag uur Begeleiders PaO Donderdag uur Bestuursvergadering Directeurenoverleg Zoco-overleg Begeleiders PaO OPR Nr. Week Datum Week Datum Week Datum Week Datum Week Datum september september 44 Dinsdag 27 oktober September 37 9 september oktober november 51 Donderdag 17 december November december 1 7 januari 7 Dinsdag 16 februari 5 4 februari januari maart 16 Donderdag 21 april Maart maart april 25 Dinsdag 21 juni mei mei juni juni NB: 12 oktober 2015 van uur Conferentie Onderwijsbehoeften 98

99 Activiteitenplan passend onderwijs [nog aanpassen] Kerndoelen vanuit het ondersteuningsplan Bestuur Directie Onderwijsinhoud en ondersteuningsvoorzieningen 1 Basisondersteuning/Professionalisering van docenten/handelingsgericht werken - sperpunten Bovenschools rapport Perspectief op School uitwerken en opnemen in werkagenda van SWV en scholen - BPO ers in positie: voortzetten van ingezette lijn t.a.v. verdere professionalisering teams. - Mogelijk invoering van auditing..doelen vooraan: - Faciliteert de scholen voor de inzet Begeleiders Passend Onderwijs; - Organiseert en versterkt het netwerk Begeleiders Passend Onderwijs; - Bevordert het werken met OPP s in scholen (en daarmee HGW) via de aanvraag (en evaluaties) van arrangementen - Initieert beleid m.b.t. ondersteuningsaanbod voor hoogbegaafdheid - Faciliteert ontwikkeling leerlijnen executieve functies op het niveau van basis- en extra ondersteuning. 2 Terugdringen aantal thuiszitters/vsv ers - Verbeterpunten evaluatie Regionaal verzuimprotocol oppakken. - In samenwerking met kernpartners zo nodig ontwikkelen van onderwijszorgarrangementen (maatwerk). - Samenwerking t.a.v. terugdringing VSV - Doorontwikkeling LOB begeleiding - Sturen op vrijstellingen en betrokkenheid vergroten 4,7 2,5 3 1,5 Doelen vooraan: - Faciliteert de inzet van expertise vanuit de Kleine Prins op de VO scholen t.b.v. terugdringen omvang / verkorten duur thuiszitters door inzet BPO Kleine Prins; - Is betrokken bij aanvraag/beoordeling vrijstellingen in overleggen met Leerplicht; - Initieert en leidt het regionale overleg met de Leerplichtambtenaren; - Faciliteert (mede) onderwijs(zorg) arrangementen. 3 Dekkend aanbod - Volgen van professionaliseringsplan en kwaliteit Bovenschoolse voorziening - Hoogebegaafdheid - werkgroep, mini-conferentie, samen optrekken met PO - Executieve functies financiële ondersteuning o.b.v. voorstel werkgroep - Pilot VSO-VO uitrollen o.l.v. werkgroep/ plan van aanpak, monitoring - Ontwikkelen onderwijs-zorgarrangementen ter voorkoming /terugdringen van vrijstellingen - In beeld brengen van veronderstelde leemtes in dekkend aanbod door onderzoek. 1,5 2,4 Participeert in de Stuurgroep de Nieuwe Linie; Zet middelen in ter realisatie van de beoogde kwaliteit Ziet toe op de kwaliteit. 4 Toeleiding naar extra ondersteuning 3,6 Looptijd: 1 augustus 2016 tot en met 31 juli 2018

100 - PCL Extra Steunt ondersteunt d.m.v. regelmatige terugkoppeling de kwaliteitsontwikkeling van de arrangementsaanvragen en het gebruik van OOP s; - Participeert in ontwikkeling regionaal beleid t.b.v. toekenning categorieën TLV 1, 2, 3; - Participeert in grote overleggen in geval van bijzondere / complexe casuïstiek; - Werkt nauw samen met gemeenten /sociale teams in de toeleiding naar onderwijszorgarrangementen. 5 LWOO/PRO integreren in beleid SWV - werkgroep inventariseert en ontwikkelt standaard lwoo - beleidsvoorbereiding door werkgroep - uitwerken speerpunten uit de evaluatie PCL lwoo/ pro 6 Samenwerken tussen SWV en VO (cluster 3 en 4) - participeert in regionale overleggen en het organiseren van bijeenkomsten/conferenties ten behoeve van betrokkenheid partners; - pilot doorstroom VSO-VO uitrollen o.l.v. werkgroep/ plan van aanpak, monitoring Management en Organisatie 7 Organogram en taakstelling gremia - inrichten van medezeggenschap in de organisatie van SWV VO Zuid Utrecht 8 Toezicht (Policy governance) / managementstatuut - m.i.v. schooljaar werken met het one-tier bestuursmodel - herijking Toezichtkader inclusief policy governance / evt. herformulering beleidsuitspraken - opstellen verantwoordingsrapportages 9 Afstemming met gemeenten/ketenpartners - verdere ontwikkeling van de ontwikkelagenda - verheldering grijs gebied tussen zorg en onderwijsarrangementen - Gezamenlijk onderwijs-zorgarrangementen toekennen Financiën 10 (Meerjaren)begroting en financiële verantwoording - aanbevelingen uit management rapportage van de accountant verwerken - opbouw weerstandsvermogen opnieuw vaststellen Communicatie 11 Communicatieplan - website aanpassen en up to date houden; - versterken overlegstructuren met samenwerkingspartners - onderzoek behoefte informatievoorziening Kwaliteitszorg en monitoring 12 Kwaliteitszorg en monitoring - uitlijnen verantwoordingssystematiek en toezicht in verband met nieuw bestuursmodel vanaf 1 augustus ,5 4 2,7 2, ,7 3, 6 1,5 1,2,3,4, 5,6, ,7 3,6 Ondersteuningsplan SWV VO Zuid Utrecht

101 Bijlage 10 Monitorkalender Het Kwaliteitsmanagement systeem bevat kerndoelen waarin de monitoringsgegevens zijn weergegeven. Deze kerndoelen resulteren vervolgens in een jaarkalender en activiteitenplan. Het samenwerking monitort daarnaast nog andere gegevens. Er is daarom gekozen voor een overzichtelijke monitorkalender waarin alle te monitoren data genoemd staan. Monitorkalender voor terugkerende gegevensanalyse Middel Wie registreert Te raadplegen bronnen Frequentie/ tijdspad Terugkoppeling aan Leerlingaantal per school (regulier, VSO, cluster 3 + 4) Thuiszitters en VSV TLV s en arrangementen Klachten, beroep- en bezwaarprocedures Signalen vanuit ouderorganisaties, onderwijsconsulenten, vakbonden, individuele ouders. Registratieformulieren Thuiszittersprotocol/ nul- en tussentijdse meting Registratieformulieren Indicatie-criteria, gegevens DUO/ BRON/ leerlingstromen categorie 1,2,3, kengetallen, meerjarenoverzichten TLV s en arrangementen OT Registratie-formulier scholen Kengetallen Jaarlijks Directeurbestuurder SWV Scholen/ leerplicht PCL Extra Steun PCL Extra Steun GBA/ registratiesysteem SWV en informatie leerplicht Overdrachtsgegevens PO/VO, data DUO Aanvraagformulieren/ indicatiecriteria Gehele schooljaar door, driejaarlijks op agenda directeurbestuurderenoverleg (september/december/januari) Maandelijks bij ZOCO overleg, 2x per jaar directeurbestuurderenoverleg (september/maart) Jaarlijks april Directeurbestuurder SWV/leerplicht Spreiding, in- uit, af-, opstroom (lln extra ondersteuning) LWOO/PRO (ook: verloop van schoolcarrière om te onderzoeken of lln juiste advies en indicatie krijgen); Bestuur Directeurbestuurder SWV Bestuur Directeurbestuurder SWV Directeurbestuurderen Bestuur PCL Extra Steun Rapportages PCL ES Maandelijks Directeurbestuurder SWV Bestuur Administratieve ondersteuning SWV Blogs/ contact met instanties/ website etc./ Tevredenheidsonderzoek Jaarverslag Beleidsmedewerker SWV Verantwoording ingezette middelen financieel jaarverslag Directeurbestuurder SWV Registratieformulieren Begroting, activiteiten Jaarlijks april Jaarlijks april Jaarlijks April Directeurbestuurder SWV Bestuur Directeurbestuurder SWV Bestuur Bestuur Ondersteuningsplan SWV VO Zuid Utrecht

102 Bijlage 11 Meerjaren begroting Ondersteuningsplan SWV VO Zuid Utrecht

Bijlage bij brief aan gemeenteraad IJsselstein d.d. 28 augustus 2014 (Zaaknummer 76524)

Bijlage bij brief aan gemeenteraad IJsselstein d.d. 28 augustus 2014 (Zaaknummer 76524) Bijlage bij brief aan gemeenteraad IJsselstein d.d. 28 augustus 2014 (Zaaknummer 76524) Beantwoording vragen fractie CDA betreffende Passend Onderwijs - Op 1 augustus worden de scholen (in de omgeving)

Nadere informatie

leerlingen iedere school die is aangesloten bij het Samenwerkingsverband werkt volgens de kernwaarden (zie verderop).

leerlingen iedere school die is aangesloten bij het Samenwerkingsverband werkt volgens de kernwaarden (zie verderop). Visiedocument 1. Inleiding Het Samenwerkingsverband V(S)O Duin- en Bollenstreek is een stichting waarbij 8 schoolbesturen zijn aangesloten met totaal 19 vestigingen van de scholen voor voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Kerndoelen SWV Zuid Utrecht

Kerndoelen SWV Zuid Utrecht Kerndoelen SWV Zuid Utrecht 2014-2016 Het ondersteuningsplan van het SWV VO Zuid Utrecht is vastgesteld voor een periode van 2 jaar (2014-2016). Reden voor deze tijdsduur is dat het SWV hiermee beter kan

Nadere informatie

TOEWIJZEN van bovenschoolse ondersteuning VANUIT ONDERWIJS- EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN

TOEWIJZEN van bovenschoolse ondersteuning VANUIT ONDERWIJS- EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN TVO-PROCEDURE TOEWIJZEN van bovenschoolse ondersteuning VANUIT ONDERWIJS- EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN Van overnemen naar versterken: een passend onderwijstraject voor elke leerling ingangsdatum 1 augustus

Nadere informatie

Aanvulling op het ondersteuningsplan Samenwerkingsverband PO Optimale Onderwijskans.

Aanvulling op het ondersteuningsplan Samenwerkingsverband PO Optimale Onderwijskans. Samenvatting Aanvulling op het ondersteuningsplan 2014-2018 Samenwerkingsverband PO 30-03 Optimale Onderwijskans. Beschrijving van de beleidsafspraken die zijn gemaakt gedurende het schooljaar 2014-2015.

Nadere informatie

Bijlage 6. Uitwerking KPI s uit het kwaliteitszorgsysteem

Bijlage 6. Uitwerking KPI s uit het kwaliteitszorgsysteem Bijlage 6. Uitwerking KPI s uit het kwaliteitszorgsysteem Uitwerking KPI's Indicator Hoe doen we dat? Waar ligt dat vast? Hoe brengen we het resultaat in beeld? Wat monitoren we? Kwaliteitsaspect 1 Resultaten

Nadere informatie

Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel

Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel Opbouw presentatie Voorblad 2: Watermerk Typ hier de titel Voorblad 2: Watermerk Typ hier de titel Waarom passend onderwijs? Minder thuiszitters. Meer

Nadere informatie

Juni Model Ondersteuningsplan

Juni Model Ondersteuningsplan Juni 2012 Model Ondersteuningsplan In schooljaar 2012-2013 zijn activiteiten gericht op de inhoudelijke voorbereiding op passend onderwijs: vormgeven aan de swv s, inrichten van de ondersteuningsplanraad,

Nadere informatie

Op weg naar Passend Onderwijs in Zuidwest Friesland

Op weg naar Passend Onderwijs in Zuidwest Friesland Passend Onderwijs Op weg naar Passend Onderwijs in Zuidwest Friesland Pyt Nauta, OOP-dag 7 november 2017 Waarom deze ontwikkeling? Ouders manifesteren zich Maatschappelijk perspectief Jarenlange pogingen

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst Samenwerkingsverbanden VO en Speciale onderwijsvoorzieningen in de regio Utrecht

Samenwerkingsovereenkomst Samenwerkingsverbanden VO en Speciale onderwijsvoorzieningen in de regio Utrecht Samenwerkingsovereenkomst Samenwerkingsverbanden VO en Speciale onderwijsvoorzieningen in de regio Utrecht Inleiding In de regio Utrecht werken vier Samenwerkingsverbanden Voortgezet Onderwijs (SWV VO)

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Lia van Meegen Schoolondersteuningsprofiel februari 2012 Wat staat in de wetsvoorstellen? Wat is een schoolondersteuningsprofiel? Wat is een ondersteuningsplan? Wat is een ondersteuningsplanraad? Schoolondersteuningsprofiel

Nadere informatie

Memorie van antwoord passend onderwijs

Memorie van antwoord passend onderwijs Memorie van antwoord passend onderwijs Samenvatting Door beleidsmedewerker Simone Baalhuis van VOS/ABB Algemeen Samenwerking met jeugdzorg De wetsvoorstellen inzake het nieuwe jeugdstelsel en passend onderwijs

Nadere informatie

TOEWIJZEN van bovenschoolse ondersteuning VANUIT ONDERWIJS- EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN

TOEWIJZEN van bovenschoolse ondersteuning VANUIT ONDERWIJS- EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN TVO-PROCEDURE TOEWIJZEN van bovenschoolse ondersteuning VANUIT ONDERWIJS- EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN Van overnemen naar versterken: een passend onderwijstraject voor elke leerling ingangsdatum 1 januari

Nadere informatie

Ondersteuningsplan passend onderwijs Recht doen aan verschillen SAMENWERKINGSVERBAND VOORTGEZET ONDERWIJS ZUID UTRECHT, REGIO 26-05

Ondersteuningsplan passend onderwijs Recht doen aan verschillen SAMENWERKINGSVERBAND VOORTGEZET ONDERWIJS ZUID UTRECHT, REGIO 26-05 Ondersteuningsplan passend onderwijs 2018 2022 Recht doen aan verschillen SAMENWERKINGSVERBAND VOORTGEZET ONDERWIJS ZUID UTRECHT, REGIO 26-05 Nieuwegein, April 2018 Inhoudsopgave Voorwoord 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

Bijlage 8 Begrippenlijst en afkortingen. Zorgplicht

Bijlage 8 Begrippenlijst en afkortingen. Zorgplicht Bijlage 8 Begrippenlijst en afkortingen Zorgplicht In de wetgeving m.b.t. passend onderwijs hebben de schoolbesturen zorgplicht gekregen. Deze zorgplicht geldt voor de leerlingen waarvan is vastgesteld

Nadere informatie

INFORMATIEBLAD 6. College voor de Rechten van de Mens. rubriek: Veel gebruikte termen en afkortingen

INFORMATIEBLAD 6. College voor de Rechten van de Mens. rubriek: Veel gebruikte termen en afkortingen rubriek: Veel gebruikte termen en afkortingen INFORMATIEBLAD 6 Ambulante begeleiding Basisondersteuning Clusteronderwijs College voor de Rechten van de Mens Hulp van leerkrachten uit het speciaal onderwijs

Nadere informatie

Notitie Schoolondersteuningsprofiel 2016 en verder

Notitie Schoolondersteuningsprofiel 2016 en verder Notitie Schoolondersteuningsprofiel 2016 en verder Inleiding en relevantie van deze notitie De Amsterdamse scholen hebben in de aanloop naar passend onderwijs in de periode voor 1 augustus 2014 hun eerste

Nadere informatie

Ondersteuningsplan

Ondersteuningsplan Ondersteuningsplan 2018-2022 Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Friesland Publieksversie Alle leerlingen gaan succesvol naar school dat is onze opdracht en daar werken alle scholen voor primair onderwijs

Nadere informatie

AANVRAAG BIJDRAGE AGENDA PASSEND ONDERWIJS

AANVRAAG BIJDRAGE AGENDA PASSEND ONDERWIJS AANVRAAG BIJDRAGE AGENDA PASSEND ONDERWIJS 2018-2019 Voor 1 juli 2018 de volledig ingevulde aanvraag aanleveren bij het Swv (b.wiggers@swvduinenbollenstreek.nl) Inleiding Vanuit de Agenda Passend Onderwijs

Nadere informatie

Ondersteuningsplan Passend Onderwijs

Ondersteuningsplan Passend Onderwijs SAMENWERKINGSVERBAND VOORTGEZET ONDERWIJS ZUID - UTRECHT REGIO 26-05 Ondersteuningsplan Passend Onderwijs Looptijd: 1 augustus 2014 tot en met 31 juli 2016 Nieuwegein April 2014 Inhoudsgave Voorwoord 3

Nadere informatie

Samenwerkingsverband VO Amsterdam. Schoolondersteuningsprofiel

Samenwerkingsverband VO Amsterdam. Schoolondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband VO Amsterdam Schoolondersteuningsprofiel Joy Bijleveld Registerpsycholoog Kinder & Jeugd Voorzitter sectie schoolpsychologen NIP 1 SOP? 2 inhoud Definitie Basisondersteuning Piramide

Nadere informatie

Toelichting ontwikkelingsperspectief

Toelichting ontwikkelingsperspectief Toelichting ontwikkelingsperspectief Dit document is bedoeld als achtergrond informatie voor de scholen, maar kan ook (in delen, zo gewenst) gebruikt worden als informatie aan ouders, externe partners

Nadere informatie

Werkproces Thuiszitters, verzuimers en vrijgestelde jongeren in de regio De Friese Wouden

Werkproces Thuiszitters, verzuimers en vrijgestelde jongeren in de regio De Friese Wouden Werkproces Thuiszitters, verzuimers en vrijgestelde jongeren in de regio De Friese Wouden Werkproces en praktische handleiding Regio De Friese Wouden en de gemeente De Fryske Marren Samenwerkingsverband

Nadere informatie

wat waar Wie bepaalt Basisondersteuning Regulier VO school

wat waar Wie bepaalt Basisondersteuning Regulier VO school Hoofdstuk 5 Wanneer extra ondersteuning nodig is Toewijzen van ondersteuning 5.1. Inleiding In dit hoofdstuk beschrijven wij achtereenvolgens de onderwijsondersteuningsmogelijkheden van het samenwerkingsverband,

Nadere informatie

4. Extra ondersteuning in het regulier onderwijs

4. Extra ondersteuning in het regulier onderwijs 4. Extra ondersteuning in het regulier onderwijs De VO-scholen in het Samenwerkingsverband hebben gezamenlijk de zorgplicht voor de leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte. Dat kan, mits alle VO-scholen

Nadere informatie

Doorontwikkeling ondersteuningsplan

Doorontwikkeling ondersteuningsplan Doorontwikkeling ondersteuningsplan Inleiding Het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband PO Duin- en Bollenstreek is geschreven voor de periode 2014/2018 en legt de basis voor de invoering van

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel Prof. Dr. Leo Kanner College Leiden. Schoolondersteuningsprofielen 2018

Schoolondersteuningsprofiel Prof. Dr. Leo Kanner College Leiden. Schoolondersteuningsprofielen 2018 Schoolondersteuningsprofiel Prof. Dr. Leo Kanner College Leiden Schoolondersteuningsprofielen 2018 SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL Dit is het schoolondersteuningsprofiel (of schoolprofiel) van Prof. Dr. Leo

Nadere informatie

TRIPLE T. Rapportage Passend onderwijs (uitwerking onderdeel Triple T)

TRIPLE T. Rapportage Passend onderwijs (uitwerking onderdeel Triple T) TRIPLE T Rapportage Passend onderwijs (uitwerking onderdeel Triple T) Passend onderwijs Een ontwikkeling die parallel loopt aan de transitie Jeugdzorg en die met name vanwege de sterk inhoudelijke samenhang

Nadere informatie

Overstapmomenten. De overstap van primair naar voortgezet onderwijs (PO naar VO)

Overstapmomenten. De overstap van primair naar voortgezet onderwijs (PO naar VO) Overstapmomenten Onderstaand overzicht geeft de verschillende overstapmomenten weer binnen het onderwijs met daaraan gekoppeld de route die gevolgd moet worden om extra ondersteuning aan te vragen. We

Nadere informatie

PCL Extra steun. Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid- Utrecht

PCL Extra steun. Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid- Utrecht PCL Extra steun Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid- Utrecht Inleiding: Het samenwerkingsverband heeft in zijn ondersteuningsplan passend onderwijs vastgelegd hoe het de doelstelling van passend

Nadere informatie

Prestatie indicatoren ten behoeve van SWV PO De Kempen schooljaar

Prestatie indicatoren ten behoeve van SWV PO De Kempen schooljaar Prestatie indicatoren ten behoeve van SWV PO De Kempen schooljaar 2019-2020 VERSIE.DEF Ieder jaar stelt het Dagelijks Bestuur in juni de prestatie-indicatoren vast voor het komende schooljaar. Deze prestatie

Nadere informatie

KWALITEITSKAART. Toewijzing en leerlingstromen binnen het samenwerkingsverband PO, VO, SBO & (V)SO. Passend onderwijs

KWALITEITSKAART. Toewijzing en leerlingstromen binnen het samenwerkingsverband PO, VO, SBO & (V)SO. Passend onderwijs KWALITEITSKAART Opbrengstgericht werken PO, VO, SBO & (V)SO Toewijzing en leerlingstromen binnen het samenwerkingsverband Deze kwaliteitskaart bevat de belangrijkste informatie rond toewijzing en leerlingstromen

Nadere informatie

Jaarplan / regio Randstad

Jaarplan / regio Randstad Jaarplan 08-2014/12-2015 regio Randstad Inleiding Dit document bevat het jaarplan en de managementrapportage van regio Randstad Het eerste gedeelte bestaat uit het jaarplan. Bij thema wordt het onderwerp

Nadere informatie

Meerjarenontwikkelingsplan swv 2014 2018 september 2014 inclusief speerpunten 2014-2015 vastgesteld door ledenraad op 10-9-2014

Meerjarenontwikkelingsplan swv 2014 2018 september 2014 inclusief speerpunten 2014-2015 vastgesteld door ledenraad op 10-9-2014 Meerjarenontwikkelingsplan swv 2014 2018 september 2014 inclusief speerpunten 2014-2015 vastgesteld door ledenraad op 10-9-2014 Dit meerjarenontwikkelingsplan vloeit voort uit het ondersteuningsplan 2014-2018,

Nadere informatie

ACTUALISERING ANALYSE DEKKEND AANBOD maart 2014

ACTUALISERING ANALYSE DEKKEND AANBOD maart 2014 ACTUALISERING ANALYSE DEKKEND AANBOD maart 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Dekkend aanbod: de cijfers 3. Conclusie 4. Interventies en verwachte resultaten 5. Fasering van beleid 1 e versie DB Bespreking

Nadere informatie

Samenvatting Ondersteuningsplan 2014-2018

Samenvatting Ondersteuningsplan 2014-2018 Samenvatting Ondersteuningsplan 2014-2018 In het Ondersteuningsplan 2014-2018 staan de afspraken die de schoolbesturen hebben gemaakt binnen het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Breda e.o. om de

Nadere informatie

Passend onderwijs. Passend onderwijs

Passend onderwijs. Passend onderwijs Opbouw presentatie 1. De Basis basis Waarom passend onderwijs? Alle leerlingen hebben recht op passend onderwijs: geen thuiszitters. Scholen, besturen en samenwerkingsverbanden hebben ruimte om maatwerk

Nadere informatie

Samenvatting Jaarmonitor Passend onderwijs PO Eindhoven (3007)

Samenvatting Jaarmonitor Passend onderwijs PO Eindhoven (3007) Samenvatting Jaarmonitor Passend onderwijs PO Eindhoven (3007) 2015-2016 Samenwerkingsverband Passend onderwijs PO Eindhoven Odysseuslaan 2 5631 JM Eindhoven Telefoon: 040-2968787 www.po-eindhoven.nl SWV

Nadere informatie

wat waar Wie bepaalt Basisondersteuning Regulier VO school

wat waar Wie bepaalt Basisondersteuning Regulier VO school Hoofdstuk 5 Wanneer extra ondersteuning nodig is Toewijzen van ondersteuning 5.1. Inleiding In dit hoofdstuk beschrijven wij achtereenvolgens de onderwijsondersteuningsmogelijkheden van het samenwerkingsverband,

Nadere informatie

Jaarverslag publieksversie

Jaarverslag publieksversie Jaarverslag 2016 publieksversie 1 Het samenwerkingsverband Met het jaarverslag legt het samenwerkingsverband verantwoording af over het gevoerde beleid in 2016. Deze publieksversie geeft de belangrijkste

Nadere informatie

JAARPLANNING-WERKAGENDA Augustus 2018 juli Vastgesteld door bestuur d.d Goedgekeurd door RvT d.d

JAARPLANNING-WERKAGENDA Augustus 2018 juli Vastgesteld door bestuur d.d Goedgekeurd door RvT d.d JAARPLANNING-WERKAGENDA Augustus 2018 juli 2019 Vastgesteld door bestuur d.d. 1-11-2018 Goedgekeurd door RvT d.d. 15-11-2018 1 Jaarplanning/werkagenda schooljaar 2018-2019 Onderstaande jaarplanning in

Nadere informatie

Jaarplan schooljaar 2015-2016

Jaarplan schooljaar 2015-2016 Jaarplan schooljaar 2015-2016 Samenwerkingsverband IJssel Berkel Datum 16 juni 2015 Versie Vastgesteld door bestuur op 15 juni 2015 Pagina 1 van 14 IJssel Berkel is een Samenwerkingsverband Passend Onderwijs

Nadere informatie

Passend onderwijs en kwaliteitsbeleid

Passend onderwijs en kwaliteitsbeleid Passend onderwijs en kwaliteitsbeleid Lia van Meegen Kwaliteitsbeleid Wettelijk kader: inspectie Kwaliteitsbeleid op twee niveaus: Niveau van het swv Niveau afzonderlijke besturen en scholen Kwaliteitszorg

Nadere informatie

Basisondersteuning Samenwerkingsverband Stromenland

Basisondersteuning Samenwerkingsverband Stromenland Basisondersteuning Samenwerkingsverband Stromenland Inleiding Binnen het samenwerkingsverband Stromenland is met diverse gremia gezamenlijk gekomen tot deze notitie basisondersteuning. De procesgang is

Nadere informatie

Bijlage 2. Uitwerking zorgplicht

Bijlage 2. Uitwerking zorgplicht Bijlage 2 Uitwerking zorgplicht Inleiding Het streven is om met ingang van 1 augustus 2012 een zorgplicht voor schoolbesturen in te voeren. Het begrip zorgplicht en de betekenis daarvan, roept de nodige

Nadere informatie

Passend onderwijs. Passend onderwijs

Passend onderwijs. Passend onderwijs Opbouw presentatie 1. De Basis basis Waarom passend onderwijs? Alle leerlingen hebben recht op een passend onderwijsprogramma; geen thuiszitters. Scholen, besturen en samenwerkingsverbanden hebben ruimte

Nadere informatie

Achtergronden van de wet ( knelpunten huidig systeem) en doelen van deze wet:

Achtergronden van de wet ( knelpunten huidig systeem) en doelen van deze wet: BIJLAGE 1 Hoofdpunten wet Passend Onderwijs Leeswijzer: Dit document geeft in het kort de inhoud en de consequenties van de nieuwe wet op het passend onderwijs weer. De wetgever is zeer ambitieus en optimistisch

Nadere informatie

Studiedag Inrichting Passend Onderwijs SWV PO 30-10 RKC Waalwijk 3 juni 2014

Studiedag Inrichting Passend Onderwijs SWV PO 30-10 RKC Waalwijk 3 juni 2014 Studiedag Inrichting Passend Onderwijs SWV PO 30-10 RKC Waalwijk 3 juni 2014 1. Opening 2. Startactiviteit: Kennismaking 3. Doelstellingen en opbrengst van de dag 4. Kracht door verbinding Toelichting

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst en lijst met afkortingen

Verklarende woordenlijst en lijst met afkortingen Verklarende woordenlijst en lijst met afkortingen Adaptief onderwijs Onderwijs dat zich aanpast aan de ontwikkelingsmogelijkheden en behoeften van elk (individueel) kind. Arrangement Extra onderwijsondersteuning

Nadere informatie

Samen maken we het passend!

Samen maken we het passend! Samen maken we het passend! Publieksversie Ondersteuningsplan 20142014 Samenwerkingsverband Primair Onderwijs MiddenHolland Dit is de publieksversie van het Ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Bijlage E. Plaatsings- en thuiszittersprotocol. Passenderwijs,

Bijlage E. Plaatsings- en thuiszittersprotocol. Passenderwijs, Bijlage E Plaatsings- en thuiszittersprotocol Passenderwijs, 2014-2015 Inleiding In dit document worden de afspraken binnen Passenderwijs 26.04 inzake plaatsing en voorkomen van thuiszitters beschreven

Nadere informatie

Jaarverslag PCL

Jaarverslag PCL Inleiding De permanente commissie leerling zorg (PCL) is de commissie die namens het bestuur van het samenwerkingsverband arrangementen toewijst te weten: toelaatbaarheidsverklaringen (TLV s ) voor het

Nadere informatie

Basisondersteuning in het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek

Basisondersteuning in het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek Mei 2018 Basisondersteuning in het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek In het samenwerkingsverband is voor ieder kind een plek en krijgt het de gelegenheid zich binnen zijn/haar

Nadere informatie

Inspectie indicatoren Waarderingskader

Inspectie indicatoren Waarderingskader Inspectie indicatoren Waarderingskader Een samenwerkingsverband wordt ook bezocht door de inspectie voor het onderwijs. Zie hier het inspectiekader voor samenwerkingsverbanden. Kwaliteitsaspect 1 Resultaten

Nadere informatie

April 2012. passend onderwijs SWV VO Utrecht en Vechtstreek

April 2012. passend onderwijs SWV VO Utrecht en Vechtstreek April 2012 passend onderwijs SWV VO Utrecht en Vechtstreek SWV VO Utrecht en Vechtstreek 22 scholen voor VO 15.000 leerlingen 152 rugzakleerlingen verwijzing naar VSO bijna op landelijk gemiddelde gemiddeld

Nadere informatie

Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Rivierenland

Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Rivierenland Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Rivierenland Regio VO 2508 Ondersteuningsplan Passend Onderwijs van Samenwerkingsverband Rivierenland Regio 25-08 Looptijd: 1 augustus 2014 tot en met 31 juli 2018

Nadere informatie

Toezichtkader SWV Passend Onderwijs Lelystad VO

Toezichtkader SWV Passend Onderwijs Lelystad VO Toezichtkader SWV Passend Onderwijs Lelystad VO Vastgesteld door de Raad van Toezicht op 4 november 2016 Inleiding De statuten bepalen verder dat de Raad van Toezicht (RvT) een toezichtkader vaststelt

Nadere informatie

Ondersteuningsplan t/m Passend onderwijs: de organisatie stáát ervoor! Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuidoost-Utrecht

Ondersteuningsplan t/m Passend onderwijs: de organisatie stáát ervoor! Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuidoost-Utrecht Ondersteuningsplan 2018-2019 t/m 2021-2022 Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuidoost-Utrecht Passend onderwijs: de organisatie stáát ervoor! Inhoudsopgave 1 INLEIDING 3 2 ORGANISATIE 4 3 MISSIE

Nadere informatie

Kwaliteitszorg bij het swv vo Zuid-Kennemerland: meten en evalueren - verbeteren en bestendigen

Kwaliteitszorg bij het swv vo Zuid-Kennemerland: meten en evalueren - verbeteren en bestendigen Kwaliteitszorg bij het swv vo Zuid-Kennemerland: meten en evalueren - verbeteren en bestendigen VASTGESTELD DOOR DE LEDENRAAD VAN HET SWV-VO ZUID-KENNEMERLAND OP 18 JUNI 2014 Uitgangspunten Het samenwerkingsverband

Nadere informatie

Regeling rugzakleerlingen in het Passend Onderwijs

Regeling rugzakleerlingen in het Passend Onderwijs Onderwijsondersteuningsroute: Instroom van leerlingen met rugzak (concept versie 5 september 2013; ontwikkeld door de Werkgroep Passend Onderwijs Toewijzing Onderwijsondersteuning van Koers VO). - De onderwijsondersteuningsroute

Nadere informatie

ZORGPLICHT: WANNEER WEL EN WANNEER NIET?

ZORGPLICHT: WANNEER WEL EN WANNEER NIET? ZORGPLICHT: WANNEER WEL EN WANNEER NIET? Verantwoordelijkheid van scholen Sinds de invoering van passend onderwijs hebben schoolbesturen een zorgplicht. Dat betekent dat ze de verantwoordelijkheid hebben

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 11WU00 Mariaschool

Schoolondersteuningsprofiel. 11WU00 Mariaschool Schoolondersteuningsprofiel 11WU00 Mariaschool Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning... 8 4 Deskundigheid

Nadere informatie

Beleidsvoorstel thuiszitters Programma Activiteitenplan : uitwerking & 5.5 SWV VOVSO Noord-Limburg 31.01

Beleidsvoorstel thuiszitters Programma Activiteitenplan : uitwerking & 5.5 SWV VOVSO Noord-Limburg 31.01 Beleidsvoorstel thuiszitters Programma Activiteitenplan 2016-2017: uitwerking & 5.5 SWV VOVSO Noord-Limburg 31.01 Dit beleidsdocument is opgesteld na overleg met het netwerk ondersteunings coördinatoren

Nadere informatie

Ondersteuningsplan Regsam. (VO Zoetermeer)

Ondersteuningsplan Regsam. (VO Zoetermeer) Ondersteuningsplan Regsam (VO Zoetermeer) Een samenvatting van het ondersteuningsplan op basis van de elementen die volgens de MR/GMR van RESPONZ vanuit het (V)SO- van belang zijn bij de beoordeling en

Nadere informatie

Passend onderwijs in de regio

Passend onderwijs in de regio Passend onderwijs in de regio In het Ondersteuningsplan 2015-2018 staan de afspraken die de schoolbesturen in de regio hebben gemaakt om passend onderwijs vorm te geven. De schoolbesturen werken daartoe

Nadere informatie

Samenvatting Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuidoost Utrecht

Samenvatting Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuidoost Utrecht Samenvatting Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuidoost Utrecht 2014-2018 Samenvatting Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband VO Zuidoost Utrecht, pag. 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding

Nadere informatie

JAARVERSLAG

JAARVERSLAG SAMENWERKINGSVERBAND Passend Onderwijs VO 2801 JAARVERSLAG PCL Jaarverslag PCL Inleiding Voor u ligt het jaarverslag van de Permanente Commissie Leerlingenzorg ( PCL ) van het Samenwerkingsverband Passend

Nadere informatie

Samenvatting Onder steunings plan

Samenvatting Onder steunings plan Samenvatting Onder steunings plan 2018-2022 Voorwoord Voor u ligt een samenvatting van het Ondersteuningsplan 2018-2022 van Samenwerkingsverband VO De Langstraat. Speciaal samengesteld voor ouders, leraren,

Nadere informatie

Ondersteuningsplan 2014-2018

Ondersteuningsplan 2014-2018 Ondersteuningsplan 2014-2018 In het Ondersteuningsplan 2014-2018 staan de afspraken die de schoolbesturen in de regio hebben gemaakt om passend onderwijs vorm te geven. De schoolbesturen werken daartoe

Nadere informatie

Informatie voor (v)so-scholen over tijdelijke plaatsing van leerlingen waarbij de leerling blijft ingeschreven op de school van herkomst.

Informatie voor (v)so-scholen over tijdelijke plaatsing van leerlingen waarbij de leerling blijft ingeschreven op de school van herkomst. Informatie voor (v)so-scholen over tijdelijke plaatsing van leerlingen waarbij de leerling blijft ingeschreven op de school van herkomst. Sinds 1 augustus 2016 bestaat de mogelijkheid dat een leerling

Nadere informatie

Ontwikkelings Perspectief. Plan

Ontwikkelings Perspectief. Plan Ontwikkelings Perspectief Plan Ontwikkelingsperspectief Met de invoering van Passend Onderwijs wordt de toewijzing van extra ondersteuning, voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, een verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Basisondersteuning Inhoud en kwaliteit Versie 1.1, d.d

Basisondersteuning Inhoud en kwaliteit Versie 1.1, d.d Basisondersteuning Inhoud en kwaliteit Versie 1.1, d.d. 1942017 Positieve advisering door het directeurencollectief op 1732016 Voorgenomen bestuursbesluit op 542016 Instemming, als onderdeel van het ondersteuningsplan,

Nadere informatie

Jaarplan 2015/2016 Vastgesteld op 12 juni 2015. Activiteiten 1. Resultaat Uitvoering Planning Borgen van de personele

Jaarplan 2015/2016 Vastgesteld op 12 juni 2015. Activiteiten 1. Resultaat Uitvoering Planning Borgen van de personele Jaarplan / Vastgesteld op 12 juni 1. ORGANISATIE Doel: Optimaliseren van de bedrijfsvoering van het SWV Helmond-Peelland VO. Activiteiten 1. Resultaat Uitvoering Planning Borgen van de personele De personeelsdossiers

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Schoolondersteuningsprofiel samenwerkingsverband primair onderwijs Inhoudsopgave Inleiding 3 1. 4 2. Missie en Visie 4 3. ondersteuning 5 4. Wat kan de 6 4.1 Regionale afspraken minimaal te bieden ondersteuning

Nadere informatie

Parameters en Kwaliteitsaspecten Inspectie SWV

Parameters en Kwaliteitsaspecten Inspectie SWV Parameters en Kwaliteitsaspecten Inspectie SWV De Parameters zijn: 1. Thuiszitters, niet deelnemers aan onderwijs (kennisanalyse) Zijn er leerlingen die niet deelnemen aan onderwijs? Het betreft de leerplichtige

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorbeeld overeenkomst ten behoeve van tijdelijke plaatsing (max. 3 maanden) OVEREENKOMST*

Bijlage 1: Voorbeeld overeenkomst ten behoeve van tijdelijke plaatsing (max. 3 maanden) OVEREENKOMST* Informatie voor (v)so-scholen over tijdelijke plaatsing van leerlingen waarbij de leerling blijft ingeschreven op de school van herkomst. (versie feb. 2019) Sinds 1 augustus 2016 bestaat de mogelijkheid

Nadere informatie

ALS ONDERWIJS MIJ NIET PAST MAG IK HET DAN RUILEN?

ALS ONDERWIJS MIJ NIET PAST MAG IK HET DAN RUILEN? ALS ONDERWIJS MIJ NIET PAST MAG IK HET DAN RUILEN? Omslag in denken en handelen: van deficit-denken naar handelen vanuit onderwijsbehoeften In plaats van: Deze leerling heeft ADHD,ODD, ASS, Dyslexie, Dyscalculie,

Nadere informatie

Bijlage H. Plaatsings- en thuiszittersprotocol. Passenderwijs, V2.0

Bijlage H. Plaatsings- en thuiszittersprotocol. Passenderwijs, V2.0 Bijlage H V2.0 Plaatsings- en thuiszittersprotocol Passenderwijs, 2015-2016 Inleiding In dit document worden de afspraken binnen Passenderwijs inzake plaatsing en voorkomen van thuiszitters beschreven

Nadere informatie

Handreiking voor PO scholen betreffende invoering in het VO van

Handreiking voor PO scholen betreffende invoering in het VO van Handreiking voor PO scholen betreffende invoering in het VO van 1. leerrendementen ter vervanging van de LWOO regeling 2. de TLV PrO ter vervanging van de huidige beschikking PrO Aanmelding bij het VO

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 12ZQ00 De Bongerd

Schoolondersteuningsprofiel. 12ZQ00 De Bongerd Schoolondersteuningsprofiel 12ZQ00 De Bongerd Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning... 8 4 Deskundigheid

Nadere informatie

Notitie optimaliseren overgang PO-VO voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften

Notitie optimaliseren overgang PO-VO voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften Notitie optimaliseren overgang PO-VO voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften In diverse (strategische) sessies van het samenwerkingsverband PO LHA en Samenwerkingsverband VO De Langstraat over

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 24CT00 RK Basisschool De Floriant

Schoolondersteuningsprofiel. 24CT00 RK Basisschool De Floriant Schoolondersteuningsprofiel 24CT00 RK Basisschool De Floriant 1 Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning...

Nadere informatie

Samenwerkingsverband Passend onderwijs Doetinchem en omstreken VO

Samenwerkingsverband Passend onderwijs Doetinchem en omstreken VO Samenwerkingsverband Passend onderwijs Doetinchem en omstreken VO Aan: Van: CC: Bestuur en ALV Noud Lubbers Datum: 10/13/2017 Betreft: Realisatie - Wat hebben we bereikt van de gestelde doelen uit het

Nadere informatie

Routekaart bij schoolwisseling

Routekaart bij schoolwisseling Routekaart bij schoolwisseling Onderstaande routes gelden voor basisscholen en vo-scholen binnen de samenwerkingsverbanden po en vo Zuid-Kennemerland. Als de ouders 1 bij de aanmelding op een vo-school

Nadere informatie

Routekaart bij schoolwisseling

Routekaart bij schoolwisseling Routekaart bij schoolwisseling Onderstaande routes gelden voor basisscholen en vo-scholen binnen de samenwerkingsverbanden po en vo Zuid-Kennemerland. Als de 1 bij de aanmelding op een schriftelijk hebben

Nadere informatie

Belangrijk om te weten voor schooljaar 2014-2015. Koers VO Directiebijeenkomsten vo-scholen juni 2014

Belangrijk om te weten voor schooljaar 2014-2015. Koers VO Directiebijeenkomsten vo-scholen juni 2014 Bent u klaar voor de start van passend onderwijs? Samenwerkingsverband Koers VO heeft de afgelopen periode geïnvesteerd in de voorbereiding op passend onderwijs. Een proces waarin we moesten wachten op

Nadere informatie

Informatie voor (v)so-scholen over tijdelijke plaatsing van leerlingen waarbij de leerling blijft ingeschreven op de school van herkomst.

Informatie voor (v)so-scholen over tijdelijke plaatsing van leerlingen waarbij de leerling blijft ingeschreven op de school van herkomst. Informatie voor (v)so-scholen over tijdelijke plaatsing van leerlingen waarbij de leerling blijft ingeschreven op de school van herkomst. Sinds 1 augustus 2016 bestaat de mogelijkheid dat een leerling

Nadere informatie

Uitnodiging OPR. juni 2013, nr.

Uitnodiging OPR. juni 2013, nr. Inhoud Uitnodiging OPR Stichting nieuwe Samenwerkingsverband De eerste stap is gezet Monitor ministerie OC&W juni 2013, nr. 4 Uitnodiging OPR Op 9 oktober 2012 is het wetsvoorstel Passend Onderwijs door

Nadere informatie

samenwerking De rol van de schoolleider en de MR in de cyclus van het schoolondersteuningsprofiel Drie niveaus van passend onderwijs

samenwerking De rol van de schoolleider en de MR in de cyclus van het schoolondersteuningsprofiel Drie niveaus van passend onderwijs De rol van de leider en de MR in de cyclus van het Medezeggenschap: sterker, beter, passend Jan Stuijver Medezeggenschap: sterker, beter, passend 1 Medezeggenschap: sterker, beter, passend 2 Drie niveaus

Nadere informatie

Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs IJmond Publieksversie voor scholen en ouders

Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs IJmond Publieksversie voor scholen en ouders Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs IJmond Publieksversie voor scholen en ouders Passend Onderwijs is goed onderwijs Passend onderwijs in IJmond 1 Het samenwerkingsverband Voor iedere

Nadere informatie

Werkwijze Adviescommissie Toelaatbaarheid SWV VO De Langstraat

Werkwijze Adviescommissie Toelaatbaarheid SWV VO De Langstraat Werkwijze Adviescommissie Toelaatbaarheid SWV VO De Langstraat Vooraf Binnen het SWV VO De Langstraat hebben de scholen voor voortgezet onderwijs uitgebreide afspraken gemaakt over de inzet van ondersteuning

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 10GE00 Bs De Vier Heemskinderen

Schoolondersteuningsprofiel. 10GE00 Bs De Vier Heemskinderen Schoolondersteuningsprofiel 10GE00 Bs De Vier Heemskinderen Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning...

Nadere informatie

Adviezen voor toelating leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte

Adviezen voor toelating leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte Adviezen voor toelating leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte Passend Onderwijs is van start gegaan in augustus 2014. Sindsdien heeft de Geschillencommissie Passend Onderwijs (GPO) nogal wat klachten

Nadere informatie

Samenvatting. Aanvulling op het ondersteuningsplan ten behoeve van beleid kalenderjaar 2017 RSV Breda PO 30-03

Samenvatting. Aanvulling op het ondersteuningsplan ten behoeve van beleid kalenderjaar 2017 RSV Breda PO 30-03 Samenvatting Aanvulling op het ondersteuningsplan 2014-2018 ten behoeve van beleid kalenderjaar 2017 RSV Breda PO 30-03 Inleiding In januari 2017 heeft het bestuur van het RSV Breda PO 30-03 de aanvulling

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 02UV03 Gereformeerde Scholengemeenschap voor Lyceum Havo Mavo Vbo Lwoo

Schoolondersteuningsprofiel. 02UV03 Gereformeerde Scholengemeenschap voor Lyceum Havo Mavo Vbo Lwoo Schoolondersteuningsprofiel 02UV03 Gereformeerde Scholengemeenschap voor Lyceum Havo Mavo Vbo Lwoo Inhoudsopgave Inhoud Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit

Nadere informatie

Welkom. Ontmoeting Jeugdprofessionals en RSV Breda eo 6 februari 2017

Welkom. Ontmoeting Jeugdprofessionals en RSV Breda eo 6 februari 2017 Welkom Ontmoeting Jeugdprofessionals en RSV Breda eo 6 februari 2017 Programma Wat bindt ons? (de wet) Wat verbindt ons? (de inhoud) Vragen en verheldering Wat bindt ons? (de wet) Transities in het sociale

Nadere informatie

Samenwerkingsverband VO Delft en omstreken

Samenwerkingsverband VO Delft en omstreken Samenwerkingsverband VO Delft en omstreken Wettelijk kader: Zorgen dat leerlingen met een onderwijs- en zorgbehoefte een passend onderwijsaanbod krijgen aangeboden. Eerst alleen gericht op de leerlingen

Nadere informatie