De Nederlandsche Bank. Kwartaalbericht maart 2010

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Nederlandsche Bank. Kwartaalbericht maart 2010"

Transcriptie

1 10 De Nederlandsche Bank Kwartaalbericht maart 2010

2 Centrale bank en prudentieel toezichthouder financiële instellingen 2010 De Nederlandsche Bank nv Oplage: Iedere openbaarmaking en verveelvoudiging voor educatieve en nietcommerciële doeleinden is toegestaan, mits met bronvermelding. Westeinde 1, 1017 zn Amsterdam Postbus 98, 1000 ab Amsterdam Telefoon (020) Telefax (020) Website: issn: x

3 Inhoud Recente ontwikkelingen Economische ontwikkelingen 7 Toezicht Recente ontwikkelingen in de financiële sector 14 Betalingsverkeer Recente ontwikkelingen in het betalings- en effectenverkeer 20 Financiële stabiliteit Nieuwe perspectieven op de rol van het imf 24 Artikelen De crisis spaart het huishoudboekje niet 31 De implicaties van de financiële crisis voor monetair beleid 37 Securitisatie van leningen kan balansherstructurering en kredietverlening ondersteunen 43 Lessen uit de crisis voor betalings- en settlementsystemen 47 Overzicht verschenen artikelen 51 Publicaties dnb Working Papers 55 Occasional Studies 61

4 Recente ontwikkelingen

5 Economische ontwikkelingen Het herstel van de wereldeconomie verloopt divergerend. De opkomende economieën groeien na slechts een lichte inzinking alweer in een hoog tempo. Binnen de ontwikkelde landen is het groeiherstel in de vs nog het meest overtuigend, terwijl in het eurogebied de groei aan het eind van 2009 zelfs wat terugviel. Net als in het gehele eurogebied komen in Nederland de bestedingen van consumenten en bedrijven nog niet echt op gang. Vorig jaar gingen veel bedrijven failliet en hebben zelfstandigen hun activiteiten flink moeten verminderen. Daarbij is de werkloosheid naar omstandigheden nog laag. Wereldwijd zijn de overheden de economie te hulp geschoten, wat tot grote begrotingstekorten heeft geleid. De gevolgen hiervan voor de lange termijn beginnen nu aandacht te vergen. Internationaal herstel nog niet overal overtuigend Grafiek 1 Wereldhandel (groei) Procentuele mutaties ten opzichte van vorige overeenkomstige periode Grafiek 2 Wereldhandel (niveau) December 2007 = 100 Bron: CPB = 100 Het herstel van de wereldeconomie vertoont een divergerend beeld. Voor alle ontwikkelde economieën geldt echter dat het herstel moet komen vanuit een diepe recessie. Na de snelle neergang die eind 2008 inzette, blijkt dat de wereldwijde productie over heel 2009 met 0,8% is afgenomen. Uit de groeicijfers van het derde en het laatste kwartaal van 2009 blijkt dat de meeste economieën in de tweede helft van het jaar de weg naar herstel hebben gevonden. Gemiddeld genomen is het groeiherstel het verst gevorderd in de opkomende economieën en de ontwikkelingslanden. China s economie groeide alleen in de eerste helft van 2009 wat langzamer; uiteindelijk werd de groei over het hele jaar toch nog 8,7%. De ontwikkelde landen hebben zich hier inmiddels meer of minder overtuigend bij aangesloten. Zo liet het vierde kwartaal voor de vs een gunstig groeicijfer zien van 1,4% kwartaal-op-kwartaal (k-o-k). Japan herstelde eveneens (1,1% k-o-k), terwijl het Eurogebied (0,1%) en het Verenigd Koninkrijk (0,3%) enigszins achterbleven. Een duidelijk zichtbaar signaal van de internationale economische opleving is het groeiherstel van de wereldhandel (Grafiek 1). Na een dramatische krimp, die eind 2008 inzette en in 2009 aanhield, volgde vanaf het derde kwartaal een toch nog onverwacht sterk herstel. Dit herstel is vooral gedreven door de aanmerkelijk toegenomen vraag vanuit Azië (met name China). Incidentele factoren speelden een rol, zoals de stimuleringsmaatregelen, waardoor bijvoorbeeld de autoverkopen sterk zijn toegenomen. Daarnaast heeft de voorraadcyclus een gunstig effect, vooruitlopend op het herstel van de industrie. Het groeiherstel van de wereldhandel moet wel worden bezien in het licht van de diepe val die de wereldhandel vorig jaar heeft gemaakt. Zoals Grafiek 2 laat zien ligt het niveau van de wereldhandel nog ver onder het niveau van medio Bron: CPB. 7

6 Economische ontwikkelingen Grafiek 3 Producentenvertrouwen Index Toelichting: PMI, wereldgemiddelde. Bron: Thomson Financial. 8 Een ander signaal dat duidt op een wereldwijd economisch herstel van de conjunctuur is de opleving van het producentenvertrouwen (Grafiek 3). De vertrouwensindex van inkoopmanagers in de industrie bevindt zich al enkele maanden boven de 50, een niveau dat op economische groei wijst. De gemiddelde index voor de wereld eindigde in januari op 60,2. Ter vergelijking: in december was dit nog 57,5. Dit is de grootste maandstijging sinds april Vergeleken met de industrie doet de vertrouwensindex voor de dienstensector het minder gunstig. Deze index daalde in januari met 0,6 punt en eindigde op een niveau van 51,2. Dit duidt op groei in een wat gematigder tempo. De slechte weersomstandigheden in de winter op het noordelijk halfrond speelden hier een belangrijke rol. Het herstel dat nu zichtbaar is, is grotendeels te danken aan de wereldwijde beleidsinspanningen, zowel monetair als budgettair. De basis hiervan vormde de breed ingezette steun voor de financiële sector, aangevuld met budgettaire stimuleringsprogramma s en sterk verruimde monetaire verhoudingen. In de loop van 2009 zijn de omstandigheden in de financiële sector verbeterd. Aandelenmarkten zijn opgeleefd en minder volatiel dan voorheen, de interbancaire financiële verhoudingen zijn verbeterd, en er is een snelle toename van de uitgifte van bedrijfsobligaties. Niettemin is het herstel in de financiële sector nog fragiel. Het crisisbeleid heeft echter een keerzijde die in de eerste maanden van 2010 duidelijk zichtbaar werd op de financiële markten, met name op de markt voor overheidsleningen. Veel overheden hebben hun tekorten zeer snel zien oplopen (Grafiek 4). Tegenvallende belastinginkomsten zijn hiervan een belangrijke oorzaak, naast extra uitgaven voor uitkeringen en subsidies. Voor een deel waren deze oplopende tekorten onvermijdelijk, omdat het alternatief een diepe depressie zou hebben betekend. Naarmate de tekorten groter zijn en langer voortduren komen de gevolgen voor de overheidsschulden duidelijker in beeld. De financiering van de schuld en de houdbaarheid op langere termijn worden voor een aantal landen steeds meer in twijfel getrokken. Ook voor landen waar dat nog niet het geval is, staat vast dat in de nabije toekomst een aanpassing van de overheidsfinanciën nodig is. Een geloofwaardig beleid in die richting betekent echter dat aan de stimulering vanuit de overheidsbestedingen een einde komt. Essentieel voor de kracht van het verdere herstel van de internationale economie is daarom de mate waarin de binnenlandse bestedingen op eigen kracht kunnen groeien. Stimuleringspakketten raken niet alleen uitgewerkt, maar de ruimte voor aanvullende overheidsuitgaven ontbreekt in de meeste landen. Daarbij komt dat de afhankelijkheid van exporten naar Azië steunt op het expansieve economische beleid in China, waar eveneens vroeg of laat een einde aan komt. Verenigde Staten uit diepe recessie De Amerikaanse economie groeide in het vierde kwartaal onverwacht sterk met 1,4% k-o-k (5,9% op jaarbasis). Na een groei van 2,2% in het derde kwartaal betekent dit het einde van een diepe en langdurige recessie. Hoewel veel analisten het keerpunt van de cyclus nu dateren in de tweede helft van 2009, geldt dit voor de vs pas formeel na vaststelling door het onderzoeksbureau nber. In geheel 2009 kromp de economie met 2,4%. Het herstel in het vierde kwartaal steunde voornamelijk op de voorraadvorming. In het derde kwartaal hadden bedrijven hun voorraden nog met een waarde van usd 140 miljard verminderd. In het laatste kwartaal nam deze voorraadafbouw af naar usd 33 miljard, wat een bbp-groeibijdrage betekent van 3,4 procentpunt op jaarbasis. Hoewel dit op zichzelf een gunstige ontwikkeling is de voorraadcyclus is een belangrijke component van de conjunctuurcyclus zou het herstel overtuigender zijn als de consumptie en de investeringen er een belangrijkere bijdrage aan leverden. Vergeleken met het derde kwartaal nam de groeibijdrage van de consumptie echter af en is de groeibijdrage van de particuliere investeringen nog steeds minimaal.

7 Economische ontwikkelingen Grafiek 4 Overheidstekort Procenten bbp Verenigde Staten 5 5 Verenigd Koninkrijk Eurogebied (12) 5 5 Nederland Voorspelling december 2009 Voorspelling december 2008 Bron: OESO, Economic Outlook, december 2008 en december Nederland DNB. Amerikaanse huishoudens zijn dan ook zwaar getroffen door de recessie. In de eerste plaats door de werkloosheid. Het werkloosheidspercentage stijgt weliswaar niet meer, maar lag in januari op 9,7%, het hoogst sinds 1983 (Grafiek 5). Ook krimpt het aantal banen nog steeds, zij het inmiddels in een langzamer tempo dan voorheen. Ondanks de hogere werkloosheid groeide het reëel beschikbare inkomen in de tweede helft van 2009 nog met bijna 2%. De consumptiegroei staat vooral onder druk door de hogere besparingen. In december liep de spaarquote op naar 4,8% van het inkomen, vergeleken met een dieptepunt beneden 1% in Amerikaanse huishoudens voeren hun besparingen op omdat hun bezittingen in waarde achteruit zijn gegaan. Dit komt vooral door de lagere waarde van het woningbezit na drie jaar van forse prijsdalingen. Inmiddels zijn de woningprijsdalingen wat minder diep, onder andere door overheidsmaatregelen die de hypotheekrente laag houden en die gedwongen verkoop van huizen en huisuitzettingen moeten voorkomen. Een risico is echter dat dit slechts uitstel betekent en dat veel van deze woningen uiteindelijk alsnog op de markt komen. Volgens schattingen hebben nu 7,7 miljoen huishoudens een betalingsachterstand, waarvan het grootste deel naar verwachting eindigt met een gedwongen verkoop. Ook bij de verkoop van nieuwe woningen zijn de signalen nog weinig hoopgevend. Hoewel het aantal bouwvergunningen in de loop van 2009 geleidelijk is toegenomen, lag het aantal verkopen in 2009 nog op een historisch dieptepunt. Het stimuleringsbeleid van de Amerikaanse overheid heeft een belangrijk aandeel gehad in het tot staan brengen van de recessie. Na een eerste pakket van ruim usd 700 miljard, volgde in november een kleiner programma van 120 miljard. In de loop van 2010 wordt opnieuw een injectie van 100 miljard gegeven in de vorm van een banenplan. De consequenties hiervan voor de overheidsfinanciën zijn ingrijpend. Voor

8 Economische ontwikkelingen Grafiek 5 Producentenvertrouwen en werkloosheid Verenigde Staten Index en procenten beroepsbevolking ISMpurchasing managerindex 10 Werkloosheid, schaal rechts Toelichting: Driemaandsvoortschrijdende gemiddelden.de gearceerde vlakken geven de recessieperioden weer volgens National Bureau of Economic Research. Bron: Thomson Financial. wordt een overheidstekort verwacht van ruim usd 1500 miljard, gelijk aan 10,6% van het bbp. De ramingen voor de komende jaren laten zien dat de overheidstekorten nog lange tijd zullen voortduren. De verwachte tekorten zijn zo groot, dat de overheidsschuld bij ongewijzigd beleid voortdurend verder zal oplopen, van 53% van het bbp in 2009 naar 77% over tien jaar, zonder uitzicht op een afname. Dit zal onontkoombaar leiden tot beleidsaanpassingen die de overheidsfinanciën op een houdbaar pad moeten brengen. Al sinds eind 2008 ligt de federal funds rate, het belangrijkste rentetarief van de Federal Reserve, op een uitzonderlijk laag niveau, tussen 0% en 0,25%. Gouverneur Bernanke heeft aangegeven dat daar voor een uitgestrekte periode nog geen verandering in komt. De Amerikaanse centrale bank voert daarnaast een zogeheten onconventioneel monetair beleid. Dit betreft het opkopen van binnenlandse beleggingen van de banken, vooral bestaand uit staatsleningen en door de overheid gegarandeerde leningen van hypotheekbanken. Banken hebben hierdoor een enorme hoeveelheid reserves opgepot bij de centrale bank: ruim usd 1000 miljard. De Fed bereidt zich voor op het terugdraaien van het onconventionele beleid, beginnend met het terugbrengen van de ruime reserves die banken bij haar aanhouden. Een eerste stap naar het normaliseren van de uitzonderlijke liquiditeitsvoorziening werd in februari gezet met het verhogen van de discount rate, het tarief waartegen banken bij de Fed kunnen lenen voor hun tijdelijke liquiditeitsbehoefte. Mat herstel in het Eurogebied De opleving van de Europese economie zet nog niet overtuigend door. Na een groei met 0,4% in het derde kwartaal van 2009, vielen de voorlopige groeicijfers over het vierde kwartaal minder gunstig uit. Kwartaalop-kwartaal groeide de economie van het eurogebied in de laatste drie maanden van 2009 met 0,1% (Grafiek 6). Dit komt vooral door de tegenvallende ontwikkeling in Duitsland, waar de groei na 0,7% in het derde kwartaal weer terugviel naar 0% (k-o-k.). In Italië was na een gunstig derde kwartaal toch weer een krimp van 0,2% te zien. Enig tegenwicht bood Frankrijk, waar de groei aantrok naar 0,6%. Al met al heeft het herstel in Europa nog weinig glans in vergelijking met dat in de rest van de ontwikkelde economieën. De groei wordt tot nu toe vooral gedragen door de export. In de tweede helft van 2009 profiteerden de Europese economieën van de aantrekkende wereldhandel. De export van Duitsland, de grootste exporteur van Europa, groeide in de laatste vier maanden van 2009 Grafiek 6 Reëel bbp eurogebied Procentuele mutaties ten opzichte van direct voorafgaande periode I 08 II III IV I 09 II III IV Frankrijk Spanje Italië Nederland Duitsland Bron: Eurostat. Eurogebied

9 Economische ontwikkelingen gemiddeld met 2,4% ten opzichte van de voorafgaande maand. Daarmee is ruim 40% goedgemaakt van de export die tijdens de recessie verloren ging. Vooral de export naar China nam toe, eind 2009 lag die 50% hoger dan een jaar geleden. Dat het herstel van de export van het eurogebied toch nog wat minder sterk is dan in de andere grote economieën is voor een deel te verklaren door de appreciatie van de euro in de periode van maart tot oktober Ook speelt de samenstelling van het Europese exportpakket een rol. De toegenomen vraag vanuit Azië is sterk gericht op primaire goederen en grondstoffen. De vraag naar investeringsgoederen is tot nu toe minder sterk toegenomen en daar is het eurogebied in gespecialiseerd. In tegenstelling tot de ontwikkeling van de export, ziet het er naar uit dat bedrijven en huishoudens in het eurogebied nog steeds voorzichtig zijn met het opvoeren van hun bestedingen. Dit ondanks de krachtige stimulering vanuit het monetaire en het budgettaire beleid. De detailhandel stagneerde in december ten opzichte van november. Vergeleken met het laatste kwartaal van 2008 daalde het volume van de detailhandel in het laatste kwartaal van 2009 met 1,5%. De terughoudendheid van bedrijven blijkt bijvoorbeeld uit de ontwikkeling van de industriële productie, die in december maand-op-maand afnam met 1,7%. Over een heel jaar is vooral de productie van kapitaalgoederen sterk afgenomen: tussen december 2008 en december 2009 met 13,5%. Van duurzame consumptiegoederen, een andere component van de industriële productie, werd in een jaar 6,7% minder geproduceerd. De werkloosheid in het eurogebied bereikte in januari 9,9% van de beroepsbevolking, het hoogste niveau sinds augustus Een jaar geleden was de werkloosheid nog 8,5%. Deze recessie kenmerkt zich door een snelle toename van het werkloosheidspercentage voor het eurogebied. In twee jaar bedraagt de toename bijna drie procentpunt. De verschillen binnen het eurogebied zijn echter groot. In Nederland is de werkloosheid juist langzaam opgelopen. Nederland heeft met 4,2% het laagste werkloosheidspercentage, gevolgd door Oostenrijk met 5,3%. De hoogste werkloosheid wordt gerapporteerd in Spanje, met 18,8%. Bij de huidige omstandigheden wekt het geen verwondering dat de inflatie gematigd is. De raming van Eurostat voor februari is 0,9%. Daarmee ligt de inflatie licht onder het januaricijfer (1,0%). Deze lage cijfers nemen niet weg dat de inflatie sinds juni vorig jaar is opgelopen met ruim anderhalf procentpunt. De door consumenten verwachte inflatie neemt voorzichtig toe, maar is nog stevig verankerd. Per saldo verwacht nog maar een kleine meerderheid van de respondenten dat de prijzen het komende jaar zullen dalen, tegen bijna 20% in het midden van vorig jaar. In het licht van de prijsontwikkelingen en -vooruitzichten in het eurogebied heeft de ecb haar rentetarieven begin februari opnieuw ongewijzigd gelaten. Sinds mei 2009 ligt het belangrijkste tarief op 1%. Na enkele maanden van krimp groeide de hoeveelheid geld in omloop (m3) in januari licht, met 0,1% jaar-op-jaar (j-oj). De hoeveelheid krediet aan de private sector groeit zeer gematigd (0,1%). Daarbinnen nemen de leningen aan bedrijven af (-2,7%), vooral doordat bedrijven hun kortlopende leningen per saldo aflossen. Daarnaast zoeken Europese bedrijven voor hun financiering meer toegang tot andere dan bancaire kanalen, waarvan de kosten in verhouding zijn gedaald. De ecb constateert dat banken kunnen voldoen aan de behoefte aan nieuwe kredieten, maar dat de herstructurering van hun balansen nog niet is voltooid (zie het artikel Securitisatie van leningen kan balansherstructurering en kredietverlening ondersteunen in dit Kwartaalbericht). De ecb is begin 2010 gestart met een geleidelijke uitfasering van de buitengewone crisismaatregelen, door de frequentie en de looptijd van de langere termijn liquiditeitsoperaties te verminderen. Begin maart heeft de Raad van Bestuur besloten deze geleidelijke uitfasering voort te zetten. De Bank of England heeft al aangekondigd dat het onconventionele beleid quantitative easing niet meer wordt uitgebreid. Sinds maart 2009 heeft de centrale bank van het Verenigd Koninkrijk voor 200 miljard pond aan staatsleningen opgekocht. Al eerder is onderkend dat er risico s zijn verbonden aan het krachtige en op zichzelf succesvolle budgettaire stimuleringsbeleid van de afgelopen jaren. In veel landen zijn de tekorten scherp opgelopen, met gevolgen voor de overheidsschuld en de rentelasten. Gemiddeld komt het overheidstekort in het eurogebied in 2009 op 6,3% van het bbp. Een aantal landen zit daar ruim boven, zoals Portugal (9,3%), Ierland (11,4%), Spanje (12,4%) en Griekenland (12,7%). Van deze laatste landen heeft Griekenland de grootste problemen. Het tekort in 2009 is veel hoger dan de laatste officiële raming van juni. Dit heeft geleid tot een verlies aan geloofwaardigheid bij beleggers, wat de positie van Griekse overheid op de kapitaalmarkt zwaar heeft beschadigd. Daarbij komt dat het land al sinds 1980 kampt met hoge tekorten, gemiddeld 7,7% van het bbp. Door de toegenomen problemen is de rente op staatsleningen sterk opgelopen, wat de begroting verder onder druk zet. Inmiddels heeft Griekenland de juiste doelen vastgesteld en hervormingsplannen geformuleerd. Van belang is nu om met 11

10 Economische ontwikkelingen een geloofwaardig programma te komen om de gestelde doelen te halen. Niet alleen Griekenland zal echter met een overtuigend financieel herstelprogramma moeten komen, ook in andere landen zal de houdbaarheid van de overheidsfinanciën de komende tijd op de agenda moeten staan. Grafiek 8 Faillissementen Aantal Nederlands groeiherstel overtuigt nog niet De Nederlandse economie groeide in het laatste kwartaal van 2009 met 0,3% (k-o-k). In het voorafgaande kwartaal was de groei nog 0,5%. De krimp over geheel 2009 komt daarmee uit op 4,0% (Grafiek 7). Het herstel aan het eind van vorig jaar komt vooral door de aantrekkende export. Dat het groeiherstel nog niet overtuigt, komt doordat de particuliere consumptie en de investeringen van bedrijven in het laatste kwartaal nog steeds afnamen. De particuliere consumptie nam in het laatste kwartaal af met 0,2%, wat in vergelijking met de eerste helft van het jaar een verbetering is. Huishoudens zijn echter nog steeds voorzichtig in het licht van de verslechterde arbeidsmarkt en huizenmarkt. Het consumentenvertrouwen is sinds het dieptepunt in maart vorig jaar geleidelijk verbeterd, maar ligt nog op een negatief niveau. De bruto investeringen daalden in iv-2009 met 3,2% (k-o-k). Ten opzichte van een jaar geleden was de afname ruim 14%. Grafiek 7 Economische groei Nederland Procentuele mutaties Kwartaal op kwartaal Bron: CBS. 12 Jaar op jaar Totaal Nijverheid (incl. bouw) Diensten Toelichting: Eenmanszaken en vennootschappen e.d.; Driemaandsgemiddelden. Bron: CBS. Waarvan zakelijke diensten Nederlandse bedrijven streven naar betere balansen en stellen nieuwe investeringen vooralsnog uit. Dit heeft ook gevolgen voor de kredietverlening. In de laatste twee maanden van 2009 was er een lichte krimp van de zakelijke kredieten. Deze krimp was voor een groot deel het gevolg van een seizoenseffect. Op jaarbasis is nog steeds sprake van kredietgroei, in december 3,1% j-o-j. Het uitstaande kredietvolume is over heel 2009 met ongeveer eur 10 miljard toegenomen. Niettemin heeft de recessie veel bedrijven in financiële problemen gebracht. Aan het eind van het jaar bleek dat het totale aantal faillissementen met hoger was dan ooit (Grafiek 8). Vooral in de eerste helft van 2009 gingen veel bedrijven failliet. Afgezet tegen het aantal bedrijven nam het aantal faillissementen toe van 4 per 1000 bedrijven naar ruim 7 per 1000 bedrijven. Nederlandse arbeidsmarkt Op basis van de cijfers tot en met het vierde kwartaal van 2009 blijft een werkelijke omslag op de arbeidsmarkt nog uit. Het aantal banen lag bijna werknemers lager dan een jaar geleden (1,8%). Het aantal uitzenduren lag in december 23% lager dan een jaar geleden. Er zijn echter enkele positieve signalen. Het tempo waarin de arbeidsmarkt verslechtert neemt nu duidelijk af. De afname van het aantal banen van werknemers is vertraagd van 0,7% in ii-2009, via 0,5% in iii-2009 naar 0,2% in iv Daarbij daalt het aantal vacatures niet meer en ligt dat nu hoger dan op het dieptepunt van de vorige cyclus. Positief is verder dat het werkloosheids-

11 Economische ontwikkelingen percentage nog steeds zeer laag is, niet alleen vergeleken met andere landen, maar ook vergeleken met eerdere voorspellingen. De werkloosheid was in januari 4,3%, wat slechts 1,5 procentpunt meer is dan in de zomer van Voor Nederland had de zeer lage werkloosheid aan het begin van de crisis een gunstig effect. Bedrijven hadden veel vacatures openstaan, die zij konden opheffen voordat er ontslagen hoefden te vallen. Daarnaast is de Nederlandse arbeidsmarkt in veel opzichten flexibeler dan tijdens eerdere crisisperioden. Zo is de groep zelfstandigen zonder personeel (zzp ers) in tien jaar fors toegenomen, van ongeveer personen naar ruim In eerste instantie groeide het aantal zzp ers zelfs door de crisis, wellicht in de verwachting dat de vraag naar hun diensten snel weer zou aantrekken. Pas in de loop van 2009 bleek dat ook de zzp ers hard werden getroffen door de economische crisis. In het derde kwartaal was 5% van de zzp ers uit het voorafgaande kwartaal niet meer actief, waarbij de meesten de arbeidsmarkt hadden verlaten. Hier komt nog bij dat veel zelfstandigen hun gewerkte uren noodgedwongen hebben verminderd of minder omzet per uur hebben behaald. Voor zover deze groep zich niet laat inschrijven als werkzoekende heeft dit tot gevolg dat de werkloosheidscijfers strikt genomen zijn vertekend, hoewel het onduidelijk is of dit een significant effect heeft. Wel is duidelijk dat het grote aantal zelfstandigen bijdraagt aan het aanpassingsvermogen van de Nederlandse arbeidsmarkt als geheel. Langzaam herstel met nog veel tegenwind te verwachten De omstandigheden voor een verder herstel van de Nederlandse economie zijn aanwezig. Hierbij moet tegelijk worden aangetekend dat het herstel in hoge mate afhankelijk is van de internationale opleving. Zoals aangegeven is die opleving met veel onzekerheden en risico s omgeven. Beleidsaanpassingen zijn langzamerhand onontkoombaar, waarbij een ongunstige timing tot verstorende effecten kan leiden. In welke mate de werkloosheid verder oploopt is voor veel landen nog onzeker, met bijbehorende onzekerheden voor de bestedingen van huishoudens. Tot slot zijn er nog uiteenlopende onzekerheden vanuit diverse markten, zoals voor woningen, aandelen en staatsleningen. Deze onzekerheden vertalen zich naar een relatief langzaam herstel van de groeicijfers. De Europese Commissie houdt het in de laatste raming voor 2010 op 0,7% voor het eurogebied en 0,9% voor Nederland. 13

12 Recente ontwikkelingen in de financiële sector De solvabiliteitsratio van Nederlandse banken is in de afgelopen periode gestabiliseerd. Zij moeten hun kapitaalbuffers verder vergroten, onder druk van de markt en in anticipatie op strengere toezichteisen ten aanzien van liquiditeit en solvabiliteit Nederlandse levensverzekeraars gaan een moeilijke periode tegemoet, omdat zij worden geconfronteerd met een sterke daling van hun productie. De pensioensector als geheel is door de gestegen beurskoersen uit onderdekking, maar heeft nog een lange weg te gaan voor volledig herstel. Ontwikkelingen in de internationale omgeving Hoewel het financiële stelsel in het afgelopen jaar in rustiger vaarwater is gekomen, blijven er substantiële risico s die verder herstel kunnen belemmeren. Vooral het landenrisico is prominent in beeld. In een aantal landen is de situatie acuut omdat financiële markten een scherpe risicodiscriminatie toepassen. Griekenland wordt hierdoor in het bijzonder getroffen, maar in mindere mate ook Portugal, Ierland en Spanje. Indien het marktsentiment zich ongunstig blijft ontwikkelen, kan Grafiek 1 Resultaten Nederlandse banken Belangrijkste posten, in EUR miljard; Bedrijfsresultaat, in EUR miljard I 08 Financierings transacties Bedrijfslasten II III IV I 09 Netto rentebaten Provisie - baten Overig en belastingen bedrijfsresultaat Bedrijfsresultaat Toelichting: IV-2009 betreffen voorlopige cijfers. Bron: DNB. II III IV Voor - zieningen dat leiden tot hogere landenrisicopremies, valuta-onrust en besmettingseffecten naar andere landen. Bovendien kunnen landenrisico s en risico s in de bancaire sector elkaar versterken, bijvoorbeeld omdat marktpartijen twijfelen of overheden steun kunnen bieden aan hun financiële sector. Ook hebben verlagingen van de kredietkwaliteit van overheidspapier gevolgen voor banken, bijvoorbeeld omdat banken dit papier aanhouden als liquiditeitsbuffer. In deze omstandigheden is een scenario waarin rentes abrupt stijgen niet ondenkbaar. Het toegenomen beroep van overheden op de kapitaalmarkt kan leiden tot verdringing (crowding out) van private investeringen. Dit effect wordt vooral zichtbaar indien het economische herstel doorzet waardoor de kredietvraag van bedrijven toeneemt. Bovendien kan het uitfaseren van de liquiditeitverruimende maatregelen gevolgen hebben voor de rentes. Banken hebben deze voorzieningen namelijk deels gebruikt om te beleggen in staatspapier. Door het afbouwen van deze tijdelijke steunmaatregelen kan deze extra vraag naar staatspapier wegvallen, wat een opwaarts risico vormt voor de rentes. Banken Financiële positie Voor het tweede achtereenvolgende kwartaal laten de resultaten van Nederlandse banken een marginale verbetering zien (grafiek 1). Naast een lichte stijging van de netto rentebaten staat een geleidelijke daling van de toevoegingen aan de voorzieningen voor verwachte verliezen op de kredietportefeuille. De bedrijfslasten zijn het voorgaande kwartaal gestegen. Dit is deels te verklaren uit de tijdelijke reorganisatiekosten die gepaard gaan met de herstructureringen. Ook de activering van het depositogarantiestelsel vanwege het faillissement van dsb brengt eenmalig kosten met zich mee voor het Nederlandse bankwezen. Structureel zien banken zich gedwongen om hun kostenniveau omlaag te brengen. De solvabiliteitsratio van Nederlandse banken is de afgelopen periode licht gestegen. Toch blijven banken onder druk staan om hun kapitaalbuffers te vergroten. Dit is terug te zien op de financiële markten, waar banken met hogere buffers zich tegen gunstigere condities kunnen financieren. Banken houden aanmerkelijk meer kapitaal aan dan wettelijk verplicht is om het vertrouwen van marktpartijen en van kredietbeoordelaars te bevorderen. Ook anticiperen banken op strengere

13 Toezicht Grafiek 2 Rente-inkomsten van Nederlandse banken Rente-inkomsten van Nederlandse banken zijn gevoelig voor de rentecurve... De laatste twee decennia is het belang van de netto renteinkomsten gedaald... maar recent is deze weer fors toegenomen 3,0 180% 80% 2,0 160% 70% 1,0 140% 60% 0,0 120% 50% -1,0 100% 40% Rentecurve (10j - 3m) Verhouding rente-inkomsten en -kosten, schaal rechts Relatief aandeel netto rente-inkomsten De rentegevoeligheid is berekend als de ratio van rente-inkomsten en renteuitgaven van Nederlandse banken. De cijfers voor 2009 betreffen voorlopige cijfers. Rentecurve is de tienjaars- minus de driemaandsrente betreffen voorlopige cijfers. Bron: DNB. Netto rente-inkomsten (inkomsten - uitgaven) als percentage van totale baten is in de rechter grafiek buiten beschouwing gelaten omdat deze vertekend is door uitzonderlijke afschrijvingen in het handelsboek. Bron: DNB. regelgeving. Zij kunnen de solvabiliteit verbeteren door nieuw kapitaal aan te trekken, of door winstinhouding en het aanhouden van minder of minder risicovolle activa. Dit proces kan de kredietverlening onder druk zetten. Nationale overheden hebben uitgebreide steunmaatregelen getroffen om de financiële positie van banken te versterken. Voorbeelden hiervan zijn directe kapitaalsteun, garanties op activa en garanties op de uitgifte van schuldpapier. Ook Nederlandse instellingen hebben gebruik gemaakt van deze mogelijkheden. In totaal staat per eind 2009 bijna eur 48 miljard overheidsgegarandeerd Nederlands bankpapier uit. Deze garantieregeling is verlengd tot juli 2010, waarbij de premies zijn verhoogd om het gebruik van deze regeling te ontmoedigen. De implicaties van de garantieregeling en het afbouwen van de tijdelijke liquiditeitsvoorzieningen worden door dnb nauwgezet in kaart gebracht. Als gevolg van het voorzichtige herstel op de financiële markten in de afgelopen periode heeft een aantal instellingen inmiddels de financiële positie kunnen versterken. ing, Aegon en sns hebben in het laatste kwartaal met succes nieuw kapitaal opgehaald op de markt en met dit kapitaal een substantieel deel van de ontvangen staatsteun afgelost. Enkele financiële instellingen waren de afgelopen periode ook beter in staat zelfstandig financiering op de financiële markten aan te trekken, onder meer door herverpakte Nederlandse hypotheken (rmbs) in de markt te plaatsen. Regelgeving en toezicht In december publiceerde het Bazels Comité haar plannen om de bankensector stabieler te maken. Met de introductie van een raamwerk van liquiditeitseisen wordt een belangrijke stap voorwaarts gezet om te bewerkstelligen dat banken, ook bij opdrogende markten, voldoende liquide middelen tot hun beschikking hebben. Om te voldoen aan solvabiliteitseisen moeten banken bovendien een hogere kwaliteit kapitaal aanhouden waarmee ze going concern dus vóór een faillissement of overheidsingrijpen verliezen kunnen absorberen. Er zijn maatregelen ontwikkeld die zorgen dat in goede jaren extra kapitaal wordt opgebouwd waarop kan worden ingeteerd tijdens een recessie. Bovendien wordt middels de leverage ratio een vangnet gecreëerd onder de risicogevoelige kapitaalseisen van Bazel ii. Om meer inzicht te krijgen in de gevolgen van de voorstellen wordt dit voorjaar een impactstudie 15

14 Toezicht uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn van belang om te zorgen dat de maatregelen zo worden gekalibreerd dat zij het economische herstel niet in de weg staan. Renterisico Tijdens de crisis hebben centrale banken wereldwijd de beleidsrentes fors verlaagd om een ineenstorting van de economie te voorkomen. Het verschil tussen de lange en korte rente is hierdoor aanzienlijk opgelopen. De meeste banken profiteren hiervan, doordat zij traditioneel kort zijn gefinancierd terwijl hun uitzettingen een lange looptijd hebben, zoals ook blijkt uit de samenhang tussen de rentebaten en de rentecurve (grafiek 2). Alhoewel het relatieve belang van de rentebaten in het totale resultaat in de afgelopen twee decennia gestaag is afgenomen van ongeveer driekwart tot de helft van de totale inkomsten, zien we sinds 2008 een kentering, overigens vooral omdat andere inkomsten door de crisis grotendeels zijn weggevallen. De relatief steile rentecurve geeft banken een extra prikkel om looptijdverschillen tussen verplichtingen en bezittingen op te voeren, waardoor ze kwetsbaarder kunnen worden voor een vervlakking van de rentecurve dan in het verleden. dnb besteedt in haar toezicht extra aandacht aan instellingen met een grote looptijdmismatch en een grote afhankelijkheid van rentebaten. Grafiek 3 Aantal gesorteerde biljetten door DNB vanaf 1984 In miljarden 2,0 1,8 1,6 1,4 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0, Grafiek 4 Productie Levensverzekeraars Productie naar premie periode januari - december, EUR mln Voor risico verzekeraars Verzekeraars Voor risico Polishouder Bron: Verbond van Verzekeraars. Financiële positie Wereldwijd hebben verzekeraars de afgelopen kwartalen geprofiteerd van het verbeterde marktsentiment. Ook de financiële positie van de Nederlandse verzekeringssector als geheel is licht verbeterd, waarbij de solvabiliteitsratio in het derde kwartaal van 2009 is gestegen van 242% naar 249% (grafiek 3). Binnen de onderliggende sectoren laten met name de natura-uitvaartverzekeraars een verbetering van de solvabiliteit zien. Levensverzekeraars blijven onder druk staan. Voor hen is de lage rente ongunstig. In 2009 viel de productie van levensverzekeringspolissen 27% lager uit dan in het jaar daarvoor (grafiek 4). De terugval is het grootst voor levensverzekeringsproducten waarbij het beleggingsrisico voor rekening van de polishouder komt (unit linked). Dit kan waarschijnlijk voor een deel worden toegeschreven aan de val van de aandelenmarkten in 2008 en het eerste kwartaal van Ook de commotie rondom woekerpolissen speelt mogelijk een rol. Daarnaast heeft de economische neergang indirecte invloed op de productie, bijvoorbeeld doordat minder hypotheken waaraan veelal verzekeringsproducten zijn gekoppeld worden afgesloten. Tot slot ondervinden levensverzekeraars toenemende concurrentie van banken en beleggingsinstellingen die bankspaar producten aanbieden. Al met al gaat de Nederlandse verzekeringsector een moeilijke periode tegemoet. 16

15 Toezicht Grafiek 5 Beleggingen in vastrentende waarden verzekeraars naar ratingklasse III 2009 In EUR miljard Staatsobligaties aaa aa a bbb Overige vastrentende waarden bb b ccc Geen Bron: DNB. Beleggingsgedrag De Nederlandse verzekeringssector was in het derde kwartaal van 2009 netto-verkoper van aandelen. Dit past in een langere trend om de aandelenportefeuille terug te brengen en de vastrentende portefeuille te vergroten. Ter illustratie: in 2002 bedroeg het percentage vastrentende waarden in de portefeuille 47% tegen 68% ultimo Bij fluctuaties in de rente bewegen vastrentende waarden mee met de eveneens rente-afhankelijke verplichtingen. Dit beperkt het risico. De precieze mate van risicoreductie hangt af van de inhoud van het vastrentende boek. Om een actueler en gedetailleerder inzicht te krijgen in beleggingen van verzekeraars heeft dnb in 2009 een nieuwe kwartaalrapportage voor de verzekeringssector opgezet. Hierin rapporteren verzekeraars onder andere over de kwaliteit van hun obligatieportefeuille. Uit de rapportages blijkt dat per ultimo september 2009 iets meer dan de helft van de vastrentende portefeuille bestond uit staatsleningen. Het merendeel hiervan heeft een aaa-rating (grafiek 5). De rest wordt voornamelijk aangehouden in bedrijfsobligaties. Binnen deze categorie zijn de verschillen tussen de ratings groter, hoewel slechts een klein gedeelte van de portefeuille niet investment grade is. Bedrijfsobligaties bieden verzekeraars veelal een hogere rente dan staatsobligaties en daarmee het vooruitzicht op extra rendement. Tegelijkertijd is aan dergelijk papier meer krediet- en marktrisico verbonden. Regelgeving en toezicht Op verzoek van het Economic and Financial Committee (efc) hebben de Europese verzekerings- en pensioentoezichthouders (ceiops) een stresstest uitgevoerd onder de dertig grootste verzekeraars in Europa alsmede enkele Zwitserse verzekeraars. Ook een aantal grote Nederlandse verzekeraars nam hieraan deel. In de stresstest worden drie negatieve schokken opgelegd die niet kunnen worden gecompenseerd door verwachte inkomsten. Onder de gebruikte stressscenario s blijven alle deelnemende Nederlandse groepen boven de vereiste solvabiliteit. Over het algemeen blijken verzekeraars het meest gevoelig voor renterisico en spreadrisico dat is de volatiliteit in de spread van financiële instrumenten ten opzichte van de risicovrije curve. De geaggregeerde uitkomsten zullen in het voorjaar door ceiops aan het efc worden gerapporteerd. Pensioenfondsen Financiële positie Tijdens het vierde kwartaal van 2009 is de nominale dekkingsgraad voor de totale pensioensector stabiel gebleven op 109%. Hoewel de sector als geheel uit Grafiek 6 Mutaties dekkingsgraad Mutaties in procentpunten; dekkingsgraad in procenten, schaal rechts II 07 Rente-effect IV II 08 IV II 09 Pensioenaanspraakeffect Beleggingseffect Dekkingsgraad, schaal rechts Toelichting: Mutaties zijn geschat op basis van een gemiddelde duration van de verplichtingen van 15 jaar. IV 2009 zijn voorlopige cijfers. Bron: DNB. IV 17

16 Toezicht Grafiek 7 Geraamde dekkingsgraad - Top 14 pensioenfonden In procenten I 08 Mediaan II III IV I 09 Ongewogen gemiddelde Gewogen gemiddelde II III IV Toelichting: De boxplot bestaat uit het minimum, het eerste kwartiel, de mediaan/gemiddelde, het derde kwartiel en het maximum. Het gewogen gemiddelde is gewogen naar beleggingen voor risico van het pensioenfonds. IV-2009 zijn voorlopige cijfers. Bron: DNB. onderdekking is en het aantal fondsen met een dekkingstekort is afgenomen, is voor een volledig herstel nog een lange weg te gaan. Een opsplitsing van mutaties in de dekkingsgraad in (1) het effect van de rente op de waardering van de verplichtingen, (2) behaalde beleggingsresultaten en (3) de aangroei van pensioenaanspraken, laat zien dat de verbetering van de dekkingsgraad sinds maart 2009 hoofdzakelijk voortvloeit uit het herstel van de beurzen (grafiek 6). Rentemutaties hebben slechts een geringe invloed, in tegenstelling tot een jaar geleden toen een dalende kapitaalmarktrente zorgde voor extra druk op de dekkingsgraad. Tevens blijkt dat de versobering van pensioenaanspraken een, overigens gering, gunstig effect op de dekkingsgraad in de eerste twee kwartalen van 2009 heeft gehad. Onder de 14 grootste pensioenfondsen zijn de verschillen in dekkingsgraad tijdens de crisis afgenomen (grafiek 7 ). Dit wordt veroorzaakt doordat enkele fondsen met een hoge dekkingsgraad als uitgangspositie relatief sterke verliezen hebben geleden. De spreiding onder de overige fondsen is juist toegenomen, vooral tijdens de heftige bewegingen op financiële markten in het laatste kwartaal van Vanaf eind 2009 varieerde de nominale dekkingsgraad van de grootste pensioenfondsen van 100% tot 137%. Beleggingsgedrag Veel pensioenfondsen gaan in hun strategische beleggingsbeleid uit van vaste portefeuillegewichten voor verschillende beleggingscategorieën, zoals aandelen en vastrentende waarden. Bij waardedalingen van een beleggingscategorie kopen pensioenfondsen bij en bij waardestijgingen verkopen zij, om zo het portefeuillegewicht te handhaven. Dit gedrag wordt rebalancing genoemd en heeft in beginsel een stabiliserend effect op financiële markten. Tijdens het uiteenspatten van de dotcom-zeepbel in heeft het gedrag van pensioenfondsen stabiliserend gewerkt. Een aantal fondsen heeft tijdens de huidige kredietcrisis, ook na het ontstaan van een dekkingstekort, de beleggingsmix gehandhaafd en zo bijgedragen aan marktstabilisatie. Een groot deel van de fondsen heeft vanwege de grote marktvolatiliteit de rebalancing echter uitgesteld. De sector als geheel heeft daardoor nauwelijks contrair gehandeld. Hierdoor is het gewicht van aandelen in de beleggingsmix sterk gedaald. Verder hebben pensioenfondsen in hun beleggingsbeleid er voor gekozen om renterisico s steeds meer af te dekken via derivaten. Hierdoor zijn pensioenfondsen nu minder gevoelig voor renterisico s dan ten tijde van het uiteenspatten van de dotcom-zeepbel. Werken aan de houdbaarheid van het pensioenstelsel De crisis heeft het Nederlandse pensioenstelsel hard geraakt. Naar aanleiding hiervan heeft Minister Donner aan twee commissies gevraagd hun visie op de houdbaarheid van het pensioenstelsel te geven. De commissie Frijns (beleggingsbeleid) en de commissie Goudswaard (toekomstbestendigheid stelsel) komen tot deels overlappende en in elkaars verlengde liggende conclusies. Beide benadrukken dat pensioenfondsen heterogeen zijn en door de vergrijzing steeds kwetsbaarder worden. Voor het beleggingsbeleid bevestigt de commissie Frijns de bevindingen uit het eerdere beleggingsonderzoek van dnb. De commissie beveelt aan om de specifieke kenmerken van het fonds, zoals rijpheid of risicobereidheid van de deelnemers, beter in het beleggingsbeleid van de fondsen te vertalen. Daarnaast spreekt de commissie Frijns een voorkeur uit voor een reëel kader omdat pensioenfondsen reële ambities hebben. De commissie Goudswaard komt tot de conclusie dat voor de toekomst een nieuw evenwicht tussen 18

17 Toezicht ambitie, zekerheid en kosten van pensioen moet worden gevonden, vanwege de vergrijzing, stijgende levensverwachting en toenemende financiële risico s. Omdat het stelsel zo is gerijpt dat met premies niet meer kan worden bijgestuurd, blijven als opties het verlagen van de ambitie of zekerheid, het verlagen van uitkeringen of langer werken over. Goudswaard suggereert om de pensioenleeftijd te koppelen aan de stijgende levensverwachting. Visie dnb Toezicht In maart 2010 heeft dnb de Visie dnb Toezicht gepubliceerd (zie website dnb). Deze toezichtvisie reflecteert de lessen die dnb uit haar ervaringen met de kredietcrisis trekt voor het prudentiële toezicht. Het is de tweede keer dat dnb een toezichtvisie publiceert. De vorige toezichtvisie besloeg de periode Op diverse onderdelen stelt de nieuwe toezichtvisie een aanscherping van het toezicht voor. Het toezichtinstrumentarium is in aanloop naar en tijdens de kredietcrisis op een aantal punten onvoldoende gebleken. Aan de noodzakelijke aanscherping werken diverse internationale gremia. Zo zal het toezicht vaker een instellingsoverstijgend perspectief hanteren. Tijdens de kredietcrisis bleek de verwevenheid van financiële instellingen onderling en met de reële economie groter dan voorzien. Toezicht gaat daarom in sterkere mate handelen vanuit een macro-oriëntatie. Ook nationaal zijn aanpassingen nodig op het gebied van crisisinstrumenten, het depositogarantiestelsel en de aansprakelijkheid van financiële toezichthouders. Daarnaast ziet dnb de noodzaak van belangrijke wijzigingen in haar eigen toezichtaanpak. In het bijzonder zal het toezicht meer aandacht geven aan enerzijds bedrijfsmodel en strategie, en anderzijds gedrag en de cultuur van financiële instellingen. Van oudsher is het toezicht vooral geconcentreerd op het controleren of de instellingen voldoen aan de wettelijke vereisten van solvabiliteit, liquiditeit en beheerste bedrijfsvoering. Deze invalshoek blijft belangrijk, maar er is meer nodig om de toezichtdoelen te bereiken. De snelheid waarmee ontwikkelingen in de financiële sector zich voordoen en tot een crisis kunnen escaleren is toegenomen. Daarom zal het toezicht eerder moeten ingrijpen om mogelijke bronnen van latere problemen (zoals bedrijfsmodel en strategie, gedrag en cultuur) op te sporen en aan te pakken voordat deze zich vertalen in verslechterende solvabiliteits- en liquiditeitsratio s. 19

18 Recente ontwikkelingen in het betalings- en effectenverkeer De gestegen acceptatie van pinbetalingen en het verdwijnen van toeslagen duiden erop dat ook steeds meer kleine ondernemers pinbetalingen accepteren. Voor Target2-Securities (t2s), het initiatief van het Eurosysteem om te komen tot één geïntegreerd effectenplatform in Europa, zijn de gebruikerseisen van het Target2- Securities Platform vastgesteld. Hierdoor kan aan de inrichting van het platform worden begonnen. Retail betalingsverkeer Grafiek 1 Pinacceptatie en gebruik pintoeslagen bij Nederlandse toonbankinstellingen, Procenten Pinacceptatie Pintoeslag bij acceptanten pinpas Acceptatie en tarifering pinpas in de detailhandel Consumenten zijn in 2009 vaker gaan pinnen, omdat de pinacceptatie is toegenomen en omdat steeds minder ondernemers hun klanten een pintoeslag berekenen bij lage bedragen (zie grafiek 1). Het toenemende gebruik van de pinpas leidt tot kostenbesparingen bij banken en ondernemers en verhoogt de veiligheid. Ondernemers in het midden- en kleinbedrijf (mkb) vonden in 2007 pinbetalingen te duur in vergelijking met contante betalingen, zo blijkt uit dnb-onderzoek. Vooral de hoge investeringskosten (53 procent) en de pintarieven voor acceptanten (39 procent) vormden een obstakel om pinbetalingen te accepteren, zonder klanten extra toeslagen in rekening te brengen. Het dnbonderzoek wees ook uit dat naast kosten factoren als concurrentie, bedrijfsomvang en sector de beslissingen van ondernemers beïnvloedden. Ondernemers in een concurrerende markt accepteerden de pinpas vaker en hanteerden minder vaak pintoeslagen dan degenen die geen concurrentie ervoeren. Daarnaast bleek de pinacceptatie vooral laag bij kleine bedrijven, terwijl pintoeslagen daar juist veel voorkwamen. Verder kwam naar voren dat de pinacceptatie laag was in sectoren met lage aankoopbedragen, zoals bij voedingsspeciaalzaken, bloemisten en tuincentra, en in de horeca. Pintoeslagen kwamen veel voor in sectoren met lage en middelgrote aankoopbedragen, zoals voedselspeciaalzaken, bloemisten en tuincentra, benzinestations en boeken- en cd-zaken. De afgelopen jaren zijn de kosten van pinbetalingen voor het mkb afgenomen. Om kleine ondernemers hier meer bewust van te maken heeft de Stichting Bevorderen Efficiënt Betalen in 2007 en 2008 subsidies verstrekt aan mkb-ers die een speciaal voor hen ontwikkeld pinpakket afnamen. Ook is zij samen met brancheorganisaties campagnes gestart om mkb-ers te informeren over het feit dat zij juist geld kunnen besparen als klanten bij hen pinnen. De gestegen pinacceptatie en het verdwijnen van pintoeslagen duiden erop dat deze acties effectief zijn geweest. Wholesale betalingsverkeer Betaalgedrag van deelnemers aan Target2 tijdens de crisis De crisis is zichtbaar geworden in het betaalgedrag van deelnemers in target2. target2 is het hoogwaardige betaalsysteem van het Europese stelsel van centrale banken (escb), dat wordt gebruikt door financiële instellingen binnen de Europese Unie voor eurobetalingen en monetaire beleidstransacties. Na het faillissement van Lehman Brothers in oktober 2008 droogden de financiële markten op en dreigden diverse financiële instellingen in liquiditeitsproblemen te komen. Het escb heeft hierop gereageerd door de banken extra mogelijkheden te bieden om bij haar te lenen. Door deze leningen konden zij hun liquiditeitspositie in target2 verbeteren. Desondanks was de crisis zichtbaar in het betaalgedrag in target2. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het gemiddelde tijdstip waarop de vier grootbanken van Nederland hun betalingen ontvingen en betaalden (zie grafiek 2). Na het faillissement van Lehman Brothers lagen de gemiddelde tijdstippen van inkomende en uitgaande betalingen van de vier grootbanken heel dicht bij elkaar, rond uur. Traditioneel waren de vier grootbanken 20

19 Betalingsverkeer Grafiek 2 Verloop zwaartepunt inkomend en uitgaand Bank-Bank verkeer - Vier grootbanken 16:00 15:00 14:00 moment binnen de dag 13:00 12:00 11:00 10:00 9:00 jul. 08 okt. jan. 09 apr. jul. okt. jan. 10 Inkomend verkeer Uitgaand verkeer Bron: T2-DWH. Betreft per dag het (adhv de waarde) gewogen gemiddelde moment van alle Bank-betalingen gedurende de gehele dag. Weergegevens zijn 13-daags voortschrijdend relatief vroege betalers, met een gemiddeld tijdstip van ongeveer uur. Het tijdstip van de inkomende betalingen lag gemiddeld rond uur. Aan het begin van de dag betaalden zij meer dan zij ontvingen en later op de dag gebeurde het omgekeerde. Dat de grootbanken gemiddeld later zijn gaan betalen, kan gevolgen hebben voor de andere financiële instellingen in target2. Als een instelling afhankelijk is van de liquiditeit die zij ontvangt van een of meer grootbanken, kan het zijn dat zij zelf ook een deel van haar betalingen moet uitstellen tot het moment dat zij voldoende liquiditeit ontvangen heeft. Tussen februari en juni 2009 herstelde de situatie gedeeltelijk. Echter, in juli 2009 steeg het gemiddelde tijdstip van betalen van de grootbanken naar ongeveer uur. Het gebeurde zelfs regelmatig dat het gemiddelde tijdstip van ontvangen betalingen eerder lag dan van de uitgaande betalingen. Dit wijst erop dat de grootbanken late(re) betalers waren geworden. Het Eurosysteem heeft de banken in juli ruim de mogelijkheid geboden om bij haar extra te lenen, om zo het vertrouwen in de markt weer iets te herstellen. Na oktober 2009 is de situatie weer grotendeels genormaliseerd. Het gemiddelde tijdstip van betalen ligt weer rond uur en het tijdstip dat zij betalingen ontvangen ligt rond uur. ccbm2 De afgelopen tijd heeft het Eurosysteem verder gewerkt aan het nieuwe onderpandsysteem ccbm2 (Collateral Central Bank Management). Het doel van ccbm2 is het (technisch) consolideren van het onderpandbeheer van het Eurosysteem, zowel voor nationaal als voor grensoverschrijdend gebruik. Momenteel hebben de commerciële banken te maken met allerlei verschillende systemen bij hun centrale banken. Door over te gaan op één gemeenschappelijk platform verbetert de efficiëntie van het onderpandsbeheer voor het Eurosysteem en voor de marktpartijen. De centrale banken krijgen in feite de beschikking over één gecentraliseerd backoffice-systeem voor de administratie van onderpand. De commerciële banken zullen in de toekomst met dit centrale platform communiceren, in plaats van met de huidige afzonderlijke systemen. Tijdens marktconsultaties is gebleken dat de commerciële banken juist dit harmonisatie-aspect van ccbm2 waarderen. ccbm2 is inmiddels gedetailleerd uitgewerkt. De daadwerkelijke bouw en realisatie van ccbm2 is van start gegaan. Dit 21

Recente ontwikkelingen in de financiële sector

Recente ontwikkelingen in de financiële sector Recente ontwikkelingen in de financiële sector De solvabiliteitsratio van Nederlandse banken is in de afgelopen periode gestabiliseerd. Zij moeten hun kapitaalbuffers verder vergroten, onder druk van de

Nadere informatie

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug Het Nederlandse bedrijfsleven is in sterke mate afhankelijk van bancaire kredietverlening. De groei van de zakelijke kredietverlening is in de tweede helft van 28 vertraagd. Dit hangt grotendeels samen

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009 9 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin maart 29 Financiering via kapitaalmarkt moeilijker en duurder geworden Nederlandse ingezetenen hadden eind 28 voor het eerst meer dan eur 1. miljard aan schuldpapier

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m 30 juni 2012 Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad is gedaald van 110,0% naar 105,1% Beleggingsrendement

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 123,0% naar 123,6% Reële dekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2014 129,5%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 31 maart 2014. Over de eerste zes maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gestegen van 105,7% naar 115,4%. Dit komt

Nadere informatie

Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 13 oktober 2011

Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 13 oktober 2011 Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 3 oktober Grote Recessie was geen Grote Depressie Wereldhandel Aandelenmarkt 9 8 7 8 VS - S&P-5 vergelijking met crash 99 Wereld industriële

Nadere informatie

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2012-1 juli 2012 t/m 30 september 2012 Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad

Nadere informatie

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel Na de snelle daling van de bedrijfswinsten door de kredietcrisis, is er recentelijk weer sprake van winstherstel. De crisis heeft echter geen gat geslagen in de grote financiële buffers van bedrijven.

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m ultimo juni 2012 Samenvatting: Nominale dekkingsgraad gedaald van 107,6% naar 101,9% Beleggingsrendement is 1,6%

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Samenvatting: dalende euro en dalende rente door monetair beleid De beleidsdekkingsgraad is gedaald

Nadere informatie

Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen

Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen 1. De kwartaalcijfers van de pensioenfondsen zijn negatief. Hoe komt dat? Het algemene beeld is dat het derde kwartaal, en dan in het bijzonder de maand

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 8 Overall conclusie De kredietcrisis zorgt voor een terugval van de economische bedrijvigheid in Nederland die sinds het begin van de jaren tachtig niet is voorgekomen.

Nadere informatie

Persconferentie: De Nederlandse conjunctuur in 2008, d.d. 13 februari 2009.

Persconferentie: De Nederlandse conjunctuur in 2008, d.d. 13 februari 2009. Persconferentie: De Nederlandse conjunctuur in 2008, d.d. 13 februari 2009. Sheet 1: Opening Het CBS publiceert vandaag het eerste cijfer van de economische groei over het vierde kwartaal en de voorlopige

Nadere informatie

Financiële instellingen en bedrijven geven minder schuldpapier uit in 2010

Financiële instellingen en bedrijven geven minder schuldpapier uit in 2010 Financiële instellingen en bedrijven geven minder schuldpapier uit in 2010 Nederlandse financiële instellingen, bedrijven en de overheid gaven het afgelopen jaar voor EUR 66 miljard aan schuldpapier uit.

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 De maand dekkingsgraad ultimo juni is sterk gestegen t.o.v eind maart De beleidsdekkingsgraad is gedaald van

Nadere informatie

CEP 2009 Oorzaken en gevolgen van de kredietcrisis

CEP 2009 Oorzaken en gevolgen van de kredietcrisis Persconferentie CEP CEP Oorzaken en gevolgen van de kredietcrisis Coen Teulings Opzet Persconferentie CEP I II III Oorzaken en gevolgen kredietcrisis Gevolgen voor NL Wat betekent dit voor beleid? Persconferentie

Nadere informatie

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Persbericht Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Hoofdpunten: Dekkingsgraad van 94% is te laag: aanvullende maatregelen nodig Beschikbaar vermogen stijgt met ruim 11 miljard Door gedaalde rente nemen

Nadere informatie

Uitkomsten DNB macro-stresstest zomer 2009

Uitkomsten DNB macro-stresstest zomer 2009 Uitkomsten DNB macro-stresstest zomer 2009 Stresstesting wordt door DNB al een aantal jaren gebruikt als instrument voor het financiële stabiliteitsbeleid en het prudentiële toezicht. Deze zomer is opnieuw

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Samenvatting: dalende euro en dalende rente Nominale dekkingsgraad gedaald van 117,4% naar 115,1%

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 105,7% naar 110,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2013-1 oktober 2013 t/m 31 december 2013 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 120,6% naar 123,0% Reële

Nadere informatie

De Minister van Financiën Ir. J.R.V.A. Dijsselbloem Postbus EE Den Haag. DNB-analyse effecten langdurig lage rente

De Minister van Financiën Ir. J.R.V.A. Dijsselbloem Postbus EE Den Haag. DNB-analyse effecten langdurig lage rente De Minister van Financiën Ir. J.R.V.A. Dijsselbloem Postbus 20201 2500 EE Den Haag Onderwerp DNB-analyse effecten langdurig lage rente De Nederlandsche Bank N.V. Prof. dr. K.H.W. Knot President Postbus

Nadere informatie

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak? QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak? Komt er QE in de eurozone? Sinds enige maanden wordt er op de financiële markten gezinspeeld op het opkopen van staatsobligaties door de Europese

Nadere informatie

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen t7 7 Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen tweede kwartaal 28 Publicatiedatum CBS-website: 8 oktober 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 1 Bijlage II Onderdeel Economische groei Inflatie Producentenvertrouwen Consumptie Omzet detailhandel Consumentenvertrouwen Hypotheken Hypotheek- en kapitaalmarktrente

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2014 130,4%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 30 juni 2014. Over de eerste negen maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Interpolis Obligaties 4e kwartaal 2013

Interpolis Obligaties 4e kwartaal 2013 Interpolis Obligaties 4e kwartaal 2013 Gedurende het slotkwartaal van 2013 heeft de ECB ervoor gekozen om het monetaire beleid verder te verruimen. De reden hiervoor was onder meer een verrassend lage

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2016-1 januari 2016 t/m 31 maart 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gedaald van 106,3% naar 98,1%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015. Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015. Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gedaald van 115,4% naar 103,7%. Dit

Nadere informatie

De besparingen van Amerikaanse huis houdens na de financiële crisis

De besparingen van Amerikaanse huis houdens na de financiële crisis De besparingen van Amerikaanse huis houdens na de financiële crisis De besparingen van Amerikaanse gezinnen bereikten vlak voor de crisis een naoorlogs dieptepunt. Na de crisis moeten huishoudens fors

Nadere informatie

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands

Nadere informatie

Welkom bij het webinar over de beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI in het derde kwartaal van 2015

Welkom bij het webinar over de beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI in het derde kwartaal van 2015 Welkom bij het webinar over de beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI in het derde kwartaal van 2015 Bas Endlich Jacob Vijverberg 1 Marktontwikkelingen derde kwartaal 2015 Geen renteverhoging

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010 11 Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in John Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 3-11-211 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader

Nadere informatie

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014 BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014 Sarajane Marilfa Omouth Paramaribo, juni 2015 1. Inleiding De totale

Nadere informatie

2009 uitzonderlijk slecht economisch jaar voor Nederland

2009 uitzonderlijk slecht economisch jaar voor Nederland 2009 uitzonderlijk slecht economisch jaar voor Nederland 02 Krimp mondiale economie in 2009 Aziatische landen als eerste uit het dal Economie eurozone krimpt nog sterker dan wereldeconomie Krimp in 2009

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2017-1 oktober 2017 t/m 31 december 2017 Samenvatting: De (12 maands)beleidsdekkingsgraad is gestegen van 112,7% eind september 2017 naar 115,3%

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 1 Bijlage II Overall conclusie De Nederlandse economie groeit naar verwachting met 1¾% in 1 en met 1½% in 11. De toename van het bbp komt bijna volledig voor

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 1 BIJLAGE II Overall conclusie De Nederlandse economie groeit in 1 naar verwachting met 1¼%. Voor komend jaar wordt een groei van 1¾% voorzien. De toename van

Nadere informatie

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2013 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen 1e kwartaal 9 Overall conclusie In de tweede helft van 8 sloeg de kredietcrisis ook in Nederland over naar de rest van de economie. De vooruitzichten voor 9 en 1 zijn in

Nadere informatie

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-112 15 juli 2004 9.30 uur Huishoudens verliezen koopkracht in 2003 In 2003 is het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens voor het eerst in tien jaar

Nadere informatie

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008 Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008 Hoofdpunten Rendement over eerste helft 2008 is 5,1%. De dekkingsgraad is medio 2008 uitgekomen op 132%. De kredietcrisis eist zijn tol. Vooral aandelen en onroerend

Nadere informatie

Het waren weekjes weer wel: 38 en 39

Het waren weekjes weer wel: 38 en 39 aug. okt. dec. feb. april juni aug. aug. okt. dec. feb. april juni aug. aug. okt. dec. feb. april juni aug. Het waren weekjes weer wel: 38 en 39. De nieuwe macrocijfers.5..5. -.5 -. -.5 -. -.5 % -.6 -.6.

Nadere informatie

Beleggingsthema s 2016. What a difference a day makes (1975), Dinah Washington

Beleggingsthema s 2016. What a difference a day makes (1975), Dinah Washington Beleggingsthema s 2016 What a difference a day makes (1975), Dinah Washington Inleiding De dagen die in 2015 het verschil maakten, zijn de dagen waarop centrale bankiers uitspraken deden, what a difference

Nadere informatie

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende Persbericht ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende Hoofdpunten: Verlaging pensioen met 0,5% per 1 april 2013 definitief Mogelijk aanvullende

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind juni 2017 is 115,7% en is gestegen ten opzichte van

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Kwartaalbericht 2013 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2013 122,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds VIERDE KWARTAAL In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds VIERDE KWARTAAL In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2018 bedroeg 119,8%. Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2018 bedroeg -3,8%. Het rendement van

Nadere informatie

Europa in crisis. George Gelauff. Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering

Europa in crisis. George Gelauff. Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering Europa in crisis George Gelauff Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering Opzet Baten en kosten van Europa Banken en overheden Muntunie en schulden Conclusie 2 Europa in crisis Europa veruit

Nadere informatie

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015.

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015. Kwartaalbericht 2015 Samenvatting De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015. De reële dekkingsgraad ultimo tweede kwartaal was

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 110,5% naar 113,6%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's IP/11/565 Brussel, 13 mei 2011 Voorjaarsprognoses 2011-2012: Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's Het geleidelijke herstel van de EU-economie zet door, zo blijkt uit de vooruitzichten voor

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Een van de informatiebronnen voor de ecb bij het voeren van het monetaire beleid is de Bank Lending Survey, een kwalitatieve kwartaalenquête naar

Nadere informatie

Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen

Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen De mondiale markt voor onderhandse derivaten - niet gestandaardiseerd verhandeld op de beurs maar in maatwerk tussen grote partijen - is sinds

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2016-1 april 2016 t/m 30 juni 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gedaald van 98,1% naar 97,9%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 De beleidsdekkingsgraad is gedaald van 120,5% naar 117,4%; Het beleggingsrendement is 8,6% in het eerste

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2014-1 april 2014 t/m 30 juni 2014. Samenvatting: dalende rente

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2014-1 april 2014 t/m 30 juni 2014. Samenvatting: dalende rente Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2014-1 april 2014 t/m 30 juni 2014 Samenvatting: dalende rente Nominale dekkingsgraad gestegen van 123,6% naar 123,7% Reële dekkingsgraad

Nadere informatie

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het jaarverslag legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2018 bedroeg 119,0%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2018 bedroeg -0,6%. Het pensioenvermogen per

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Derde kwartaal juli 2013 t/m 30 september 2013

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Derde kwartaal juli 2013 t/m 30 september 2013 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2013-1 juli 2013 t/m 30 september 2013 Nominale dekkingsgraad is gestegen van 113,3% naar 120,3% Beleggingsrendement is 1,8% Het belegd vermogen

Nadere informatie

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website. Beleggingsrendement 4,2%

Nadere informatie

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09 HAAGSE MONITOR ECONOMISCHE RECESSIE 7 Deze monitor geeft zowel prognoses als gerealiseerde cijfers weer. Het vaststellen van gerealiseerde cijfers kost tijd, maar worden, zodra deze bekend zijn, in de

Nadere informatie

Herstel van de verzekeringsbranche in 2003

Herstel van de verzekeringsbranche in 2003 Herstel van de verzekeringsbranche in 2003 Uit voorlopige cijfers 1 van de Pensioen- & Verzekeringskamer (PVK) blijkt dat de verzekeringsbranche na een moeizame periode (vanaf 1999) zich enigszins hersteld

Nadere informatie

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur : Oktober 2015 Macro & Markten 1. Rente en conjunctuur : VS Zoals al aangegeven in ons vorig bulletin heeft de Amerikaanse centrale bank FED de beleidsrente niet verhoogd. Maar goed ook, want naderhand werden

Nadere informatie

10-jaars rente Duitsland. 10-jaars rente VS. Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 4 e kwartaal 2017

10-jaars rente Duitsland. 10-jaars rente VS. Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 4 e kwartaal 2017 In onze tweede nieuwsbrief nieuwe stijl blikken wij terug op het afgelopen kwartaal, lichten wij ons beleggingsbeleid nader toe en presenteren wij onze visie op de financiële markten voor het komende kwartaal.

Nadere informatie

Economische ontwikkelingen

Economische ontwikkelingen De recessie is nog niet ten einde, maar een lichte verbetering is zichtbaar. In het tweede kwartaal kwam vrijwel wereldwijd een einde aan het ongekende tempo van de teruggang. Dit blijkt vooral uit het

Nadere informatie

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland Conjunctuur enquête Technologische Industrie Nederland Gunstig beeld met internationale onzekerheden Het CBS kopt donderdag 16 februari dat het ondernemersvertrouwen in Nederland nog nooit op zo n hoog

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2016-1 oktober 2016 t/m 31 december 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 98,8% naar 105,7%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2019 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2019 bedroeg 118,7%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2019 bedroeg 7,1%. Het pensioenvermogen per

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 113,6% naar 116,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Visie op de Nederlandse economie in 2014

Visie op de Nederlandse economie in 2014 Visie op de Nederlandse economie in 2014 De economie lijkt in de tweede helft van 2013 de bodem te hebben bereikt. Het is sinds 2008 niet de eerste keer dat dit gebeurt. Na het aanvankelijke herstel gedurende

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in de financiële sector

Recente ontwikkelingen in de financiële sector Recente ontwikkelingen in de financiële sector De Nederlandse bancaire sector blijft onder flinke druk staan. De leverage ratio gemeten als eigen vermogen in verhouding tot balanstotaal ontwikkelt zich

Nadere informatie

Michiel Verbeek, januari 2013

Michiel Verbeek, januari 2013 Michiel Verbeek, januari 2013 1 2 Eens of oneens? De bankiers zijn schuldig aan de kredietcrisis. De huidige economische crisis is het gevolg van de kredietcrisis van 2008. Als een beurshandelaar voor

Nadere informatie

Research NL. Economic outlook 3e kwartaal 2010 Nederland

Research NL. Economic outlook 3e kwartaal 2010 Nederland Research NL Economic outlook 3e kwartaal 2010 Nederland Herstel economie zet aarzelend door Economische situatie Huishoudens zijn nog steeds terughoudend met hun consumptie en bedrijven zijn terughoudend

Nadere informatie

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters In onze eerste nieuwsbrief nieuwe stijl willen wij terugblikken op het afgelopen kwartaal, lichten wij ons beleggingsbeleid nader toe en uiteraard geven wij onze visie op de financiële markten. Terugblik

Nadere informatie

Welkom Perspresentatie jaarcijfers ASR 2011

Welkom Perspresentatie jaarcijfers ASR 2011 Welkom Perspresentatie jaarcijfers ASR 2011 Jos Baeten, voorzitter Raad van Bestuur Roel Wijmenga, CFO 29 februari 2012 ASR in 2011 Resultaat 212 miljoen Dividendvoorstel 71 miljoen Solvabiliteit naar

Nadere informatie

Financiële positie ABP versterkt in tweede helft 2009

Financiële positie ABP versterkt in tweede helft 2009 Persbericht Financiële positie ABP versterkt in tweede helft 2009 Hoofdpunten: Rendement in 2009 20,2% Dekkingsgraad stijgt in tweede halfjaar Gestegen levensverwachting heeft drukkend effect op dekkingsgraad

Nadere informatie

Miljoenennota Helmer Vossers

Miljoenennota Helmer Vossers Helmer Vossers Helaas niet helemaal waar 8 5 1/2 2010 2011 69,5 66,0 0 1 3/4 Groei Werkloosheid Saldo 2010 Saldo 2011 Schuld 2011 (% bbp) (% beroepsbevolking) (% bbp) (% bbp) (% bbp) -4,0-6,3-5,8-5,6

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 EERSTE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 EERSTE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2017 bedroeg 110,3% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2017 bedroeg 1,2% Het pensioenvermogen per 31

Nadere informatie

Persbericht ABP, vierde kwartaal 2008

Persbericht ABP, vierde kwartaal 2008 Persbericht ABP, vierde kwartaal 2008 Hoofdpunten Dekkingsgraad ultimo 2008 90% Dalende rente belangrijkste oorzaak gedaalde dekkingsgraad ABP werkt aan herstelplan Heerlen, 29 januari 2009 Sinds het einde

Nadere informatie

Zet herstel bankensector door?

Zet herstel bankensector door? ING Investment Office Publicatiedatum: 29 mei 2015 Sectorcommentaar financiële waarden Zet herstel bankensector door? Door Jan Kleipool, analist van het ING Investment Office De vooruitzichten voor de

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2015-1 oktober 2015 t/m 31 december 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 103,7% naar 106,3%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN 1 GEVOLGEN DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELINGEN 2 REKENRENTE,

Nadere informatie

Overall conclusie. Vacatures. beeld opleveren. van de economie van 3,5%, voor ,25%. De consumptie blijft naar verwachting stabiel, maar de

Overall conclusie. Vacatures. beeld opleveren. van de economie van 3,5%, voor ,25%. De consumptie blijft naar verwachting stabiel, maar de he Ontwikkelingen taal 29 Overall conclusie In de tweede helft van 28 sloeg de kredietcrisis ook in Nederland over naar de rest van de economie. De vooruitzichten voor 29 en 21 zijn in recordtempo verslechterd.

Nadere informatie

Kwartaalbericht 4e kwartaal 2008

Kwartaalbericht 4e kwartaal 2008 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2008 Dekkingsgraad 92% Belegd vermogen daalt naar 71,5 miljard Geen indexering in 2009 In het vierde kwartaal heeft Pensioenfonds Zorg en Welzijn een verlies op beleggingen

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie ALGEMENE ECONOMIE Maandag 27 juni 2016 B / 9 2016 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (20 punten)

Nadere informatie

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Samenvatting cijfers per 30 juni 2017 Dekkingsgraad (UFR): 104,9% Beleidsdekkingsgraad: 101,8% Belegd vermogen: 23,5 miljard Rendement 2017 t/m juni:

Nadere informatie

Kwartaalbericht 1e kwartaal 2009

Kwartaalbericht 1e kwartaal 2009 Kwartaalbericht 1e kwartaal 2009 Dekkingsgraad 89% Belegd vermogen 68,3 miljard Herstelplan ingediend In het eerste kwartaal heeft Pensioenfonds Zorg en Welzijn een verlies op beleggingen geleden van 4,5%.

Nadere informatie

Herstel emissies op financiële markten in 2009

Herstel emissies op financiële markten in 2009 De financiële markten hebben drie turbulente jaren achter de rug, waarin stagnatie en opleving elkaar afwisselden. Gedurende de crisis varieerde de rol van kortlopend geldmarktpapier, obligaties en aandelen

Nadere informatie