provincie Noord-Holland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "provincie Noord-Holland"

Transcriptie

1 provincie POSTBUS DA HAARLEM Consortium Windkracht Wieringermeer Nuon Windpark Wieringermeer B.v. (in oprichting) T.a.v. M.S. Deimei Hoekenrode DC AMSTERDAM Windcollectief Wieringermeer B.V. T.a.v. D. Truijens Kokkel JJ MIDDENMEER ECN Windenergy Facilities B.V. T.a.v. W.J. Stam Schervenweg 3 Sa 1771 RT WIERINGERWERF Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon Drs. JA M. Schunselaar SVT/VG/ OMG Doorkiesnummer (023) S schunselaarj@noord-holland.nl 1 I 35 Verzenddatum -/1 DEC Kenmerk / Uw kenmerk Betreft: Natuurbeschermingswet 1998, ontwerpbesluit Windpark Wieringermeer Geacht consortium, Hierbij ontvangt u het ontwerpbesluit waarmee wij aan uw consortium Windkracht Wieringermeer, bestaande uit NUON Windpark Wieringermeer B.v. (in oprichting), Windcollectief Wieringermeer B.V. en ECN Wind Energy Facilities B.V. een vergunning verlenen op grond van artikel 19d, lid 1 van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbwet) voor het realiseren en exploiteren van meerdere windparken in de Wieringermeerpolder (hierna: "Windpark Wieringermeer"). De vergunningaanvraag heeft betrekking op de Natura 2000-gebieden "Ijsselmeer" en "Waddenzee". Deze aanvraag is door ons ontvangen op 15 augustus 2014 en geregistreerd onder zaak nummer Ontwerp-besluit Wij verlenen aan het consortium Windkracht Wieringermeer (bestaande uit NUON Windpark Wieringermeer B.V., Windcollectief Wieringermeer B.v. en ECN Wind Energy Facilities B.V.) hierbij een vergunning conform artikel 19d, lid 1 van de Nbwet voor realisatie en exploitatie van "Windpark Wieringermeer". De vergunning is geldig vanaf de datum van verzending van de definitieve vergunning. Postbus DA Haarlem Telefoon (023) Fax (023) Houtplein 33 Haarlem [201 2 DE] NHOOOl

2 / Voorschriften en beperkingen Wij verbinden aan deze vergunning de volgende voorschriften en beperkingen. Algemene voorschriften 1. De aanvang van de werkzaamheden inzake het plaatsen van de windmolens en het in werking stellen van de windmolens dient u uiterlijk een week van tevoren schriftelijk te melden bij het servicepunt van de provincie (postbus 3007, 2001 DA Haarlem, fax , servicepunt-svt@noordholland.nl) met vermelding van het feit dat het de uitvoering van een werk betreft waarvoor een vergunning ingevolge de Nbwet is verleend, met gebruik making van bijgevoegd meldingsformulier (bijlage 3). Voorschriften inzake de aanleg en sanering 2. De ligging van de windturbines in het Windpark Wieringermeer is conform de opgegeven aantallen en locaties, zoals vermeld op de kaart in bijlage 2 van dit besluit. 3. De werkzaamheden zoals omschreven in tabel 1 dienen te worden uitgevoerd zoals omschreven : Tabel 7: Voorschriften aangaande de aanlegfase. De verschillende opstellingen zijn terug te vinden in bijlage 2 van deze beschikking. Voor de zomerperiode gelden geen restricties. Voorschriften aanlegfase Lijn 1 Waterkaaptocht De lijnen 1,3,4,5 (Waterkaaptocht, drielijnsopstelling en Noordboog) Lijn 2 in het zuidoosten van het projectgebied Lijn 2, (overige windturbines RW-1 t/m RW-4), 3 en 4 in het zuidoosten van het projectgebied Winter, periode 1 november tot en met 31 januari De lijn 1 bestaat uit twee delen, nl. een noord en een zuid deel. De grens ligt bij de Oom Keesweg, tussen turbine WK-OS en WK-06. Werkzaamheden l mogen niet gelijktijdig in het zuid deel en in het noord deel worden uitgevoerd. Voor heien en hijswerkzaamheden mag per lijn aan ten hoogste 3 windturbines tegelijk worden gewerkt. Aan de turbines RW-5, RW-6, RW-7, RW-S, RW-9 en RW-lO van lijn 2, zijn werkzaamheden l niet toegestaan. Werkzaamheden l zijn toegestaan, mits deze werkzaamheden aan één lijn tegelijk en aan maximaal 3 turbines plaatsvinden. 1 Met uitzondering van inspectie, onderhoud en het verhelpen van calamiteiten. (Zoals het correctief vervangen van tandwielkasten, generatoren, bladen (etc.) welke gedurende de winterperiode beschadigd kunnen raken waardoor de windturbine niet kan doordraaien zonder onmiddellijk ingrijpen. Deze calamiteiten hebben een zeer lage kans van voorkomen.)

3 Provincie / Voorschriften inzake de gebruiks-/exploitatiefase van het windmolenpark 4. Zodra 2 of meer nieuwe windturbines per lijn, in lijn 2,3 en 4 tezamen in gebruik worden genomen, wordt een corridor van stilstaande windturbines ingesteld in de periode 1 november t/m 31 januari, volgens één van de combinaties als weergegeven in tabel 2, waarbij het nummer aanduidt welke windturbine, van oost naar west geteld, per lijn stilstaat. De naam van de turbine is weergegeven tussen haakjes. De windturbines zoals genoemd in de gekozen combinatie staan stil van 1 uur voor zonsopkomst tot 1 uur daarna en van 1 uur voor zonsondergang tot 2 uur daarna. De combinaties van windturbines behorende tot de corridor in de periode dat niet alle turbines van tabel 2 gerealiseerd zijn, maar er wel een corridor moet zijn ingesteld, zullen in het monitoringsplan nader worden uitgewerkt. Tabel 2: stilstaande windturbines in de drie-lijns opstelling in het zuidoosten van het projectgebied (EeN testpark en Wagendorp) Combinatie stilstaande turbines, Noord (lijn 2) Midden (lijn 3) Zuid (lijn 4) Combinatie 1 3 (RW-3) 2 (PW-2) 1 (MT-OS) Combinatie 2 4 (RW-4) 2 (PW-2) 1 (MT-OS) Combinatie 3 4 (RW-4) 3 (PW-3) 1 (MT-OS) Combinatie 4 S (RW-S) 3 (PW-3) 1 (MT-OS) Combinatie 5 6 (RW-6) 3 (PW-3) 1 (MT-OS) Combinatie 6 6 (RW-6) 4 (PW-4) 1 (MT-OS) 5. Alle toegangswegen naar de windturbines worden ontoegankelijk gemaakt voor onbevoegden. Vergunninghouder plaatst zodra de werkzaamheden aan de toegangswegen plaats vinden, borden conform art. 461 Wb van Strafrecht en d raagt er zorg voor dat deze in de exploitatiefase behouden en zichtbaar blijven. Het gestelde onder voorschrift 5 is niet van toepassing op: 5.1. de toegangswegen naar windturbines van lijn 1 in het Robbenoordbos; 5.2. de toegangswegen naar windturbines die over erven van particulieren lopen. Voorschriften inzake de monitoring van het windmolenpark 6. Uiterlijk 3 maanden vóór aanvang van de werkzaamheden in het gebied bestaande uit de lijnen 2, 3 en 4, dient een monitoringsplan voor de kleine zwaan, de lepelaar en de toendrarietgans aan GS ter goedkeuring te worden voorgelegd, waarin beschreven wordt hoe onderzocht gaat worden dat de NHoOOl

4 / genoemde soorten hun foerageergebieden kunnen blijven bereiken. 7. Het monitoringsplan bevat ten minste de volgende onderdelen: 7.1. Een beschrijving van het moment waarop de nulmetingen voor de soorten kleine zwaan, toendrarietgans en lepelaar plaatsvindt. Deze nulmetingen vinden in ieder geval plaats voorafgaand aan de eerste werkzaamheden. Voor de kleine zwaan en toendrarietgans vindt de nulmeting plaats in de periode 1 november - 31 januari; voor de lepelaar in de broedtijd (15 mei - 15'junj); 7.2. Een uitwerking van de in voorschrift 6 genoemde onderzoeksvraag; 7.3. Een motivatie op de onderzoeksinspanning, de planning en de gebruikte methode i.r.t. de onderzoeksvraag, waarbij aan wordt gegeven of er sprake is van een beproefde methode of een experimenteel onderzoek; 7.4. Een uitwerking van de te onderzoeken parameters en een onderbouwing waarom deze aspecten representatief zijn; 7.5. Een toelichting op de analyse van de onderzoeksresultaten, waarbij aan wordt gegeven of er gebruik gemaakt wordt van eigen onderzoek of ook van telgegevens die elders beschikbaar zijn; 7.6. Een motivering bij welke meetresultaten welke mitigerende maatregelen zullen worden getroffen om significant negatieve effecten vanwege het windpark te voorkomen. 8. Monitoring dient plaats te vinden conform het door GS goedgekeurde monitoringsplan. 9. Uiterlijk 3 maanden na de uitvoering van de nulmeting en na ieder jaarlijks monitoringsmoment dienen de monitoringsresultaten aan GS te worden gerapporteerd via boven vermeld servicepunt (zie vs. 1) o.v.v. het zaaknummer. 10. De nieuwe windturbines van de lijnen 2,3 en 4 mogen slechts in werking treden, nadat GS het monitoringsplan heeft goedgekeurd en de nulmeting heeft plaats gevonden van de toendrarietgans en de kleine zwaan. 11. Vanaf het in werking treden van de corridor, waar in voorschrift 4 van deze vergunning aan gerefereerd wordt, vindt gedurende 5 jaar de jaarlijkse monitoring plus rapportage plaats van de soorten toendrarietgans en kleine zwaan. 12. De werkzaamheden aan de meest oostelijk gelegen windturbines aan de lijnen 2 en 3 (RW-1 en PW-1) mogen slechts starten, als GS het monitoringsplan heeft goedgekeurd en de nulmeting voor de lepelaar heeft plaats gevonden. 13. Vanaf de start van de werkzaamheden aan de meest oostelijk gelegen windturbines aan de lijnen 2 en 3, (RW-1 en PW-1) vindt gedurende 5 jaar de jaarlijkse monitoring plus rapportage plaats van de lepelaar.

5 Provincie / Na 5 jaar monitoring, gerekend vanaf de start van de monitoring, vindt een evaluatie plaats op basis van de se monitoringsrapportage. Afhankelijk van de evaluatie wordt bepaald of de monitoring met nog 5 jaar wordt doorgezet wordt of dat monitoring gestopt kan worden, eventueel op bepaalde onderdelen. 15. Het monitoringsplan en de mitigatie voorschriften worden bijgesteld indien de monitoringsresultaten daartoe naar het oordeel van het bevoegd gezag aanleiding geven. Hierbij kan met name voorschrift 4 van deze vergunning aangepast worden. Wijzigingen van het monitoringsplan en/of de uitvoering daarvan behoeven de schriftelijke goedkeuring van CS, alvorens deze worden doorgevoerd cq. worden geëffectueerd. NHoOOl

6 / Inhoudsopgave A. Onderwerp aanvraag... 6 B. Wettelijk kader Nbwet C. Inhoudelijke beoordeling aanvraag... 9 D. Zienswijzen en reactie op zienswijzen E. Slotoverwegingen F. Procedure en samenhangende besluiten A. Onderwerp aanvraag Het project wordt gerealiseerd door een consortium van partijen, te weten NUON Windpark Wieringermeer B.v. (in oprichting), ECN Wind Energy Facilities.B.V. en Windcollectief Wieringermeer B.V. Het projectvoornemen "Windpark Wieringermeer" bestaat conform de aanvraag en bijbehorende stukken, uit het vervangen en verwijderen van 92 bestaande turbines die momenteel zowel solitair (35 stuks), als in lijnopstellingen geplaatst zijn. Tevens worden er nieuwe windturbines aangelegd en in exploitatie genomen. Dit gedeelte van het project (hierna: de aanlegfase) zal maximaal 8 jaar in beslag nemen, gerekend vanaf het moment van aanvang van de eerste werkzaamheden. Uiteindelijk zijn in de gebruiksfase maximaal 99 windturbines in gebruik, die alle in lijnopstellingen geplaatst staan, zijn er 3 solitaire windturbines overgebleven en wordt er nog 1 solitaire windturbine bij geplaatst (de poldermolen). De werkzaamheden in de aanlegfase zoals hiervoor gedefinieerd, bestaan in hoofdzaak uit de volgende onderdelen: Het plaatsen van windturbines met een in de bodem gefundeerde mast, voorzien van gondel met drie rotorbladen, eventueel met uitwendige transformatorstations bij de voet van de mast. Het plaatsen van inkoopstations Het plaatsen van ondergrondse elektriciteitskabels tussen turbines onderling (parkbekabeling) en naar een inkoopstation. De kabels tussen inkoopstations en een nog te realiseren onderstation zijn een verantwoordelijkheid van de netbeheerder en vormen geen onderdeel van het projectvoornemen. Het aanpassen of aanleggen van toevoer- en onderhoudswegen en opstelplaatsen. Realisatie van een ECN-kantoor en het plaatsen van 7 windmeetmasten. Afbraak van bestaande turbines en aanleg van de daarvoor benodigde infrastructuur.

7 provincie / Onder de aanlegfase in de beschrijving in deze vergunning verstaan wij in ieder geval al bovengenoemde punten. Tevens verstaan wij onder de aanlegfase de periode waarbij de solitaire turbines nog in werking zijn en gesaneerd worden. Dit kan gepaard gaan met een periode waarin de nieuw geplaatste windturbines reeds in werking zijn getreden (de exploitatiefase). De fase, waarin geen werkzaamheden meer worden verricht en er derhalve vanwege die werkzaamheden geen effecten meer kunnen ontstaan, benoemen wij als de gebruiksfase. Deze fase bestaat dus alleen uit de exploitatie van het windmolenpark. Eén en ander is weergegeven in onderstaand schema, waarbij de lengte van de balken geenszins overeenkomt met een planning. Schema 1: Weergave van de werkzaamheden die onderdeel uit maken van de in deze vergunning gebruikte termen aanlegfase en gebruiksfase aanleg windturbines sloop solitairen oitatiefase aanle e bruiksfase B. Wettelijk kader Nbwet Bevoegdheid tot vergunningverlening De Natura 2000-gebieden "Waddenzee" en "Ijsselmeer" zijn gelegen in de provincies Groningen, Friesland, Flevoland en. Wanneer een aanvraag om een vergunning betrekking heeft op een activiteit die hoofdzakelijk gevolgen kan hebben voor een deel van een Natura 2000-gebied dat is gelegen binnen de grenzen van één provincie, zijn gedeputeerde staten van de betreffende provincie op grond van artikel 2a, lid 2, in samenhang met artikel 19d, lid 1, van de Nb-wet het bevoegd gezag om op de aanvraag te beslissen. Omdat de mogelijke effecten van het project het grootst zijn op de soorten die gebruik maken van de se delen van de N2000 gebieden "Ijsselmeer" en "Waddenzee", is de aanvraag bij Gedeputeerde NHOOO1

8 / Staten van ingediend. Omdat de exemplaren van de meervleermuis die mogelijk effecten ondervinden van het project, onderdeel uit kunnen maken van populaties die gebruik maken van het aangewezen habitatrichtlijngebied de Friese Westkust, is het conceptbesluit op grond van artikel 2, lid 5 van de Nbwet voorgelegd aan Gedeputeerde Staten van de provincie Friesland. De diverse aangewezen overige soorten maken slechts gebruik van de direct aan de Wieringermeer grenzende gedeelten van de Waddenzee. Het meest ver weg gelegen deel van het Ijsselmeer waar vogelsoorten gebruik'van maken die effecten van het project kunnen ondervinden is het eiland De Kreupel, dat binnen de begrenzing van het Noord Hollandse deel van het Ijsselmeer valt. Voor de overige soorten is derhalve geen instemming van andere bevoegde gezagen noodzakelijk. Uit art. 19ia, lid 1, Nbwet volgt dat in geval de instandhoudingsdoelstelling voor een Natura 2000-gebied mede betrekking heeft op de "oude" doelstellingen, art. 16 lid 1 t/m 6 Nbwet van toepassing is. Uit art. 16, lid 1 in combinatie met lid 4 Nbwet volgt dat de vergunningplicht geldt voor handelingen die in een beschermd natuurmonument worden verricht (lid 1) en die buiten het beschermd natuurmonument kunnen worden verricht en die zijn vermeld in het besluit tot aanwijzing als beschermd natuurmonument (lid 4). In art. 65 Nbwet is echter bepaald dat, in afwijking van art. 16, lid 4, Nbwet, het verbod ook geldt voor beschermde natuurmonumenten die voor 1 oktober 2005 zijn aangewezen en die niet zo'n limitatieve opsomming kennen van handelingen die, verricht buiten het beschermde natuurmonument, schadelijk kunnen zijn. De beschermde natuurmonumenten van de Waddenzee en Ijsselmeer zijn voor 1 oktober 2005 aangewezen. In art. 19ia, lid 4 Nbwet, is bepaald dat art. 65 Nbwet voor deze (oude) beschermde natuurmonumenten niet van toepassing is. Dit betekent dat er alleen een vergunningplicht voor deze natuurmonumenten in de Waddenzee en het Ijsselmeer bestaat, als door oprichting en exploitatie van het windturbinepark een handeling wordt verricht die in de oorspronkelijke aanwijzingsbesluiten als schadelijk is aangemerkt. De beschermde natuurmonumenten binnen het Ijsselmeer en de Waddenzee bevatten geen van alle in de niet-limitatieve opsomming de aanleg en exploitatie van een windmolen park/windturbines. Art. 19ia, lid 4, Nbwet sluit de vergunningplicht voor de Beschermde Natuurmonumenten dus uit. Beoordeling aanvraag Op grond van artikel 19d, lid 1, van de Nbwet is een vergunning vereist voor het uitvoeren van projecten of andere handelingen die de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000-gebied kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen.

9 Provincie / Zodan ige projecten of andere handelingen zijn in ieder geval projecten of handelingen die de natuurlijke kenmerken van het desbetreffende gebied kunnen aantasten. Natuurlijke kenmerken van de gebieden Het gebied "Waddenzee" is op 26 februari 2009 door de minister van LNV definitief aangewezen als Natura 2000-gebied en het gebied "Ijsselmeer" is op 23 december 2009 door de minister van LNV aangewezen als Natura 2000-gebied. Het aanwijzingsbesluit voor Natura 2000-gebied "Waddenzee" is op 25 november 2013 door de Staatssecretaris van Economische Zaken gewijzigd. Voor de aangewezen habitatsoort Grijze zeehond is hierin uitgebreider toegelicht waarom kan worden volstaan met een behoudsdoelstelling voor deze soort in dit gebied. Instandhoudingsdoelstellingen Voor een omschrijving van de doelen en hun staat van instandhouding wordt verwezen naar de gebiedendatabase2. C. Inhoudelijke beoordeling aanvraag De beoordeling van de aanvraag en de bijbehorende belangenafweging vindt plaats in 4 stappen : 1. identificeren mogelijke negatieve effecten; 2. toets aan de instandhoudingsdoelstellingen; 3. bepalen van cumulatieve effecten vanwege de uitvoering van andere projecten en plannen. 4. noodzaak tot het nemen van mitigerende of andere maatregelen om eventuele significant negatieve effecten te beperken. Voor de beoordeling van de aanvraag hebben wij gebruik gemaakt van de bij de aanvraag ingediende stukken. Daarnaast is gebruik gemaakt van : Passende beoordeling Structuurvisie Windenergie op land (Haskoning DHV Nederland B.V.(i.o.v. Min. I&M), maart 2013). Windturbines in het Robbenoordbos Uohn Dekker A&O (i.o.v Agentschap NL), maart 2013) Profielendocumenten soorten (Min. LNV, 2008) Ad 1 Identificeren mogelijke negatieve effecten. Mogelijke effecten op habitats: 2 gebiedendatabase.aspx?subj=n2k&groe ~ NHoOOl

10 / Aangezien de windturbines niet binnen de begrenzing staan van Natura 2000-gebieden of Beschermde Natuurmonumenten, is er geen sprake van fysieke aantasting van habitattypen. Externe effecten op habitattypen zijn daarnaast op voorhand uitgesloten gezien de aard van de activiteiten. Mogelijke effecten op vogels: Op vogels kunnen windturbines verschillende effecten hebben. Het gaat dan om directe en indirecte effecten. Zo kan sprake zijn van sterfte, doordat vogels tegen windturbines aanvliegen. Dit kunnen de mast, of de al dan niet draaiende rotorbladen zijn. Op basis van empirisch onderzoek, zijn de aantallen aanvaringsslachtoffers berekend voor verschillende vogelsoorten. De soorten die het meeste risico lopen, zijn soorten die de Wieringermeer langere periodes in het gebied aanwezig zijn, en het gebied bijvoorbeeld benutten als foerageergebied. Voor diverse soorten geldt verder dat in de periode dat de huidige en de nieuwe turbines gelijktijdig in werking zijn (de hiervoor gedefinieerde aanlegfase), het aanvliegrisico groter zou kunnen zijn dan zowel de huidige situatie, als de toekomstige eindsituatie, omdat er meer windmolens in de Wieringermeer aanwezig zijn. In de effectomschrijving per soort is rekening gehouden met de onzekerheid vanwege de in ecologisch onderzoek gebruikelijke aannames en de onbekendheid van het grotere aanvliegrisico vanwege de langere "tijdelijke" periode dat er meerdere turbines in het gebied aanwezig en draaiend zijn, rekening gehouden en is uitgegaan van een worst case effect. Een tweede effect is verstoring. In de aanleg- of verwijderingsfase kan mechanische en optische verstoring optreden, door heiwerkzaamheden of door het verplaatsen van onderdelen (mechanische verstoring, geluid, verlichting). Ook in de gebruiksfase kan sprake zijn van verstoring. Het gaat dan i.t.t. de aanleg- en saneringswerkzaamheden om verstoring met een permanent karakter. Het in werking zijn van windturbines (geluid, beweging), kan namelijk leiden tot verlies aan foerageer-, broed- en/of rustgebied. Omdat een periode van 8 jaar niet meer als een tijdelijke periode kan worden gezien (langer dan 1 jaar/l ecologisch seizoen), beoordelen wij de aanlegfase voor dit project als een fase, waarin onomkeerbare effecten op kunnen treden. Aangezien de windturbines buiten de begrenzing van de Natura gebieden liggen, gaat het bij dit project uitsluitend om externe werking. Het is hierbij van belang, in hoeverre de voor het Ijsselmeer en/of de

11 provincie 11 I / Waddenzee aangewezen vogelsoorten de Wieringermeer gebruiken en/ of ten gevolge van het Windpark belangrijke relaties met de N2000- gebieden worden verstoord. Lange lijnen of clusters van windturbines kunnen zorgen voor een barrière. De verstoring is dan zo sterk dat de windturbine-opstellingen er voor zorgen dat foerageer- of rustgebieden gemeden worden. Om te oordelen of er sprake is van het optreden van barrièrewerking speelt onder andere de onderlinge positie van de windturbines een rol (staan deze op een rij, of staan er meerdere rijen naast elkaar). Ook de ligging van de windturbines ten opzichte van vlieg- en/of trekroutes is daarbij van belang. Mogelijke effecten op habitatsoorten (meervleermuisj: Vlee rmuizen kunnen evenals vogels aanvaringsslachtoffer worden. Vleermuizen zijn zee r gevoelig voor versnippering, lichthinder en mechanische effecten, en iets minder gevoelig voor optische verstoring, trill ingen, geluidhinder en oppervlakteverlies. Ad 2 Toets aan de instandhoudingsdoelstellingen Passende beoordeling Bij de vergunningaanvraag is een passende beoordeling inged iend Effecten op habitatsoorten Het projectgebied waarbinnen het Windpark wordt gerealiseerd ligt geheel buiten de begrenzing van de Habitatrichtlijn-delen van het Ijsselmeer en de Waddenzee. De enige soort van de Habitatrichtlijn waarvoor deze gebieden een instandhoudingsdoelstelling hebben en die een actieradius tot in het projectgebied zou kunnen hebben, is de meervleermuis. Voor wat betreft de Waddenzee geldt dat de aangewezen habitatsoorten geen gebruik maken van de Wieringermeer Meervleermuis De meervleermuis maakt in beperkte mate van vaarten in de Wieringermeer gebruik als foerageergebied. De Wieringermeer is tevens voortplantingsgebied, De meervleermuis is jaarlijks met 1-4 exemplaren, meest mannetjes, in vleermuiskasten aanwezig, zowel in het voor- als najaar. In oktober 2010 waren er ook 7 meervleermuizen in de vleermuiskasten van het Dijkgatsbos aanwezig. Vermoedel ij k spelen het Robbenoordbos en het Dijkgatsbos een beperkte rol in de voortplanting. De meervleermuis ondervindt niet of nauwelijks effecten van windturbines, omdat hij laag boven het water foerageert. Het Ijsselmeer dat grenst aan de kust van Friesland is aangewezen als beschermd leefgebied voor de mee rvleermuis (N-2000). Het is theoretisch mogelijk dat meervleermuizen die daar foerageren, af en toe in de Wieringermeer gaan foerageren. Gezien de grote afstand en de NHoool

12 12 I / ruime aanwezigheid aan foerageergebied in Friesland is dit uiterst onwaarschijnlijk. Het zal dus hooguit om een enkel incidenteel individu kunnen gaan. De effecten van het windpark zijn dus uiterst beperkt, doordat a) de aanvaringskans zeer laag is (de dieren vliegen meestal boven water, waar geen turbines staan); b) meervleermuizen veel lager vliegen dan de onderste rand van de rotorbladen, nl. tot maximaal 10 meter hoogte; en c) het aantal dieren dat een relatie vanuit het Friese deel van het IJsselmeergebied heeft met de Wieringermeer zeer beperkt is; de Wieringermeer ligt voor een groot deel buiten de actieradius van deze dieren (meervleermuizen foerageren binnen ca. 20 kilometer van de verblijfplaats). Conclusie meervleermuis: Als gevolg van dit project kunnen verwaarloosbare effecten optreden op de meervleermuis. Deze effecten zijn zeker niet significant. 2.2 Effecten op broedvogels De effecten van windparken op de broedvogels tijdens de aanlegfase kunnen bestaan uit effecten van geluid, licht, trilling en beweging, mechanische verstoring en optische verstoring. De effecten van windparken in de gebruiksfase op broedvogels kunnen bestaan uit directe sterfte vanwege aanvaring, verstoring, barrièrewerking en de afname van foerageergebied broedvogels: IJsselmeer Van de aangewezen broedvogels voor het Ijsselmeer, gebruiken de aalscholver, visdief en lepelaar het projectgebied incidenteel om te foerageren. Dit wordt hierna toegelicht a Roerdomp, bruine kiekendief, porseleinhoen, bontbekplevier, kemphaan, snor, rietzanger IJsselmeer De broedvogelsoorten roerdomp, bruine kiekendief, porseleinhoen, bontbekplevier, kemphaan, snor en rietzanger, broeden voornamelijk aan de Friese zijde van het Ijsselmeer. Sommige van deze vogelsoorten broeden weliswaar ook in het projectgebied, maar deze exemplaren maken geen onderdeel uit van de populaties die broeden op het Ijsselmeer. Conclusie Roerdomp, bruine kiekendief, porseleinhoen, bontbekplevier, kemphaan, snor, rietzanger Ijsselmeer: Effecten als gevolg van het project op deze broedvogelsoorten zijn uitgesloten b Aalscholver en visdief IJsselmeer: Aalscholvers en visdieven die in het Natura 2000 gebied Ijsselmeer broeden, gebruiken het projectgebied incidenteel om te foerageren. Zij

13 Provincie 13 I / vliegen daarbij voornamelijk boven watergangen, waar geen windturbines staan en ook niet komen te staan. Conclusie Aalscholver en visdief Ijsselmeer: Effecten als gevolg van het project op de broedende aalscholver en visdief zijn uitgesloten broedvogels: Waddenzee Van de broedvogels die voor de Waddenzee zijn aangewezen, gebruiken alleen lepelaar en kleine mantelmeeuw de Wieringermeer. Dit wordt hierna toegelicht a Eider, bruine kiekendief, blauwe kiekendief, kluut, bontbekplevier, strandplevier, grote stern, Noordse stern, dwergstern en velduil Waddenzee Deze broedvogels zijn sterk aan de kust en/of zee gebonden en gebruiken de Wieringermeer in het geheel niet in de broedtijd. Conclusie eider. bruine kiekendief, blauwe kiekendief, kluut, bontbekplevier, strandplevier, grote stern, Noordse stern, dwergstern en velduil Waddenzee : Effecten als gevolg van het project op deze soorten zijn uitgesloten b Kleine mantelmeeuw Waddenzee: De kleine mantelmeeuw vliegt voornamelijk over het projectgebied, om ten zuiden daarvan op een bestaande afvalverwerkingsinrichting te foerageren. Dit gaat om een -ten opzichte van het instandhoudingsdoel- beperkt aantal vogels en kan daarom nooit tot een significant effect leiden indien enkele daarvan worden verstoord en/of slachtoffer worden van windturbines. Conclusie kleine mantelmeeuw Waddenzee : Als gevolg van dit project kunnen effecten optreden op de kleine mantelmeeuw, maar deze effecten zijn zeker niet significant Broedvogels: Waddenzee en Ijsselmeer Zowel het Ijsselmeer als de Waddenzee zijn als leefgebied voor de lepelaar als broedvogel aangewezen. De individuen die in deze regio leven gebruiken zowel het Ijsselmeer als de Waddenzee als leefgebied waarmee de grens niet altijd scherp te trekken is waar de individuen die in de Wieringermeer foerageren vandaan komen. Omdat het niet mogelijk is te bepalen of de individuen die gebruik maken van de Wieringermeer van het Ijsselmeer of de Waddenzee afkomstig zijn, zijn de effecten gerelateerd aan de combinatie van beide Natura 2000 gebieden a Lepelaar Waddenzee en Ijsselmeer: NHoOO1

14 14 I / De lepelaars die broeden in de Waddenzee, gebruiken de Wieringermeer als foerageergebied. Een kolonie bevindt zich bij een strekdam ten noorden van het Robbenoordbos (nabij Den Oever), bekend als 'De Banaan'. Tevens zit er een broedkolonie op het Balgzand. Dat betekent dat er in het oosten van het projectgebied sprake is van vliegbewegingen tussen rustplek en foerageergebied in de polder. Lepelaars die in het Natura 2000 gebied Ijsselmeer broeden, gebruiken de Wieringermeer in beperkte mate als foerageergebied. Locaties waar af en toe een individu foerageert, liggen ten zuidwesten van Medemblik en aan de oostzijde van het projectgebied in een zone langs de Usselmeerdijk (landzijde). Bij het Dijksgatbos foerageren grotere aantallen lepelaar. Deze lepelaars komen van de de kolonies bij de Vooroever bij Onderdijk en van de Leidam bij Den Oever. Dat betekent dat er in het zuiden en oosten van het projectgebied sprake is van vliegbewegingen tussen kolonies en foerageergebied in de polder. Tijdens de aanlegfase zal op een beperkt aantal plekken waar gewerkt wordt, een deel van het foerageergebied van de lepelaar worden verstoord vanwege de optische en mechanische effecten ten gevolge van de werkuitvoering. De effecten zijn beperkt omdat de werkzaamheden gefaseerd en lokaal plaats zullen vinden. Lokale vogelonderzoekers hebben vastgesteld dat lepelaars voornamelijk langs de oostkant van de Wieringermeer vliegen van kolonies naar foerageergebieden. Ze passeren dan van de drie-lijns opstelling in het zuidoosten van het projectgebied. Verondersteld is, dat indien zelfs een beperkt percentage door de lijnopstellingen heen vliegt, dat dit dan niet leidt tot aanvaringsslachtoffers. Uit empirisch onderzoek tot nu toe (o.a. ook in de Wieringermeer bij bestaande windparken), en uit literatuuronderzoek, blijkt dat de lepelaar vrijwel nooit aanvaringsslachtoffer wordt. Het wordt case voorspelde aantal aanvaringsslachtoffers met windturbines als gevolg van het project bedraagt minder dan 1 lepelaar per jaar (zie ook paragraaf 2.3 en tabel 3). Mede gezien de locaties die als foerageergebied in de Wieringermeer gebruikt worden, is het aantal aanvaringsslachtoffers na uitvoering van het project vergelijkbaar met de huidige situatie (passende beoordeling p.66). In de gebruiksfase is de ruimtelijke verspreiding van verstoringsbronnen in de polder momenteel vrij groot. Er is voor de lepelaar geen verstoringsafstand bekend (passende beoordeling p. 66). Er is daarom gerekend met een relatief grote verstoringsafstand van 400 meter. Berekend is welk gebied binnen de Wieringermeer in principe gebruikt kan worden als foerageergebied, waarbij er dus sprake is van een duidelijk worst-case scenario. Het verstoorde oppervlak bedraagt dan worst-case maximaal hectare (passende beoordeling p. 67). Wij nemen aan dat in de huidige situatie, met veel

15 Provincie 15 I / verspreid staande turbines, ruim 600 hectare verstoord wordt. In de aangevraagde eindsituatie, waarbij veel verspreide turbines o.a. in het noordoosten van het projectgebied worden verwijderd, is dit nog 427 hectare. In de gebruiksfase zou er daarom sprake kunnen zijn van een positief effect. Het potentieel verstoorde areaal zal in de herstructureringsfase, gedurende maximaal 8 jaar wel groter zijn dan in de huidige situatie, aangezien gedurende die termijn oude en nieuwe turbines gelijktijdig operationeel zullen zijn. De solitaire turbines staan in de huidige situatie met name bij boerenerven waar de lepelaars al verstoring ondervinden van bedrijvigheid. Deze solitaire turbines hebben dan ook een verwaarloosbaar effect op het leefgebied van lepelaars en geen additioneel verstorend effect. De drie lijns-opstelling wordt aan de Ijsselmeer-zijde met één windturbine per rij uitgebreid. Barrièrewerking kan alleen optreden als gevolg van de drie lijns-opstelling in het zuidoosten; en niet van de één lijns-opstellingen. Wel betekent dit, dat de barrièrevrije zone aan de oostzijde van de bestaande drie-lijns opstelling iets wordt verkleind. In de passende beoordeling wordt aangenomen dat deze vermindering van de barrièrevrije zone niet tot barrièrewerking leidt in de gebruiksfase omdat er aan de oostzijde van de windparken meer dan een kilometer ruimte resteert voor de lepelaars om hun foerageergebied te bereiken. Dit achten wij aannemelijk en is gebaseerd op de best beschikbare gegevens. Omdat het een kleine broedpopulatie betreft, hebben wij voorschriften aan de vergunning verbonden die voorzien in monitoring, zodat inzichtelijk wordt gemaakt dat de lepelaar de foerageerlocaties in de broed periode kan bereiken of dat ander foerageergebied kan worden gebruikt. Conclusie lepelaar Ijsselmeer en Waddenzee : De beschikbare huidige kennis geeft voldoende zekerheid dat significant negatieve effecten als gevolg van het project op de broedpopulatie van de lepelaars van het Ijsselmeer en de Waddenzee in de aanleg- en gebruiksfase zijn uitgesloten. Het voorspelde aantal aanvaringsslachtoffers als gevolg van het project op lepelaars in de gebruiksfase bestaat uit maximaal 1 exemplaar per jaar. Dit is vergelijkbaar met de huidige situatie. Daarmee is er een mogelijk effect, maar dit effect is zeker niet significant. Omdat er mogelijk een effect kan optreden voor enkele lepelaars die in de Wieringermeer foerageren en de populatie van het Natura 2000 gebied klein is, zal monitoring aan moeten tonen of de lepelaars inderdaad de huidige foerageergebieden kunnen blijven benutten. 2.3 Effecten op niet-broedvogels N H OOOl

16 / De effecten van windparken op de niet-broedvogels tijdens de aanlegfase kunnen bestaan uit effecten van geluid, licht, trilling en beweging, mechanische verstoring en optische verstoring. De effecten van windparken op niet-broedvogels in de gebruiksfase kunnen bestaan uit een aanvaringskans, verstoring, barrièrewerking en de afname van foerageergebied., Als totaaleffect is in de passende beoordeling per soort het volgende aantal aanvaringsslachtoffers per jaar berekend, zoals weergegeven in tabel 3. Tabel 3: Voor de Natura 2000-soorten die een binding hebben met het projectgebied is het berekende aantal aanvaringsslachtoffers dat toegerekend kan worden aan de populaties van de nabijgelegen Natura 2000-gebieden weergegeven voor de nieuwe situatie van Windpark Wieringermeer (geldig voor alle inrichtingsvarianten). (Voor de smient en de wilde eend is slechts 25% van het berekende aantal slachtoffers weergegeven in de tabel en meegenomen in de beoordeling zie 6.3.4). Enkele = 1-10 slachtoffers per jaar; tientallen = slachtoffers per jaar. Nvt = de soort heeft geen instandhoudingdoelstelling in het betreffende Natura 2000-gebied. Soort lepelaar (broedvogel) Kleine zwaan Toendrarietgans Grauwe gans Kolgans Brandgans Smient < < 1 < 1 Tiental Toekomstige situatie volgens Voorkeursalternatief (1). < < 1 < foer/ 1600 slaap (A) (A) (8) nvt 4400 foer/ slaap toer/ max (C) (C) Wilde eend Tiental (C) (C) A) Draagkrachtschatting uitgaande van het feit dat zowel op de Waddenzee als op het Ijsselmeer 10% van de Nederlandse populatie slaapt (gemiddeld seizoensmaximum '05-'06 t/ m '09 ' 10; bron: Hornman et al. 2012). B) Draagkrachtschatting uitgaande van het feit dat 5% van de Nederlandse populatie op het Ijsselmeer slaapt (gemiddeld seizoensmaximum '05 '06 t/ m '09 ' 10; bron: Hornman et al.20 12). C) Gemiddeld seizoensgemiddelde '06-'07 t/ m ' 10 ' 11 : zie tabel 5.3 & 5.4 van de Passende Beoordeling niet-broedvogels: Ijsselmeer a Fuut, aalscholver, lepelaar, kleine rietgans, bergeend, krakeend, wintertaling, pijlstaart, slobeend, tafeleend, kuifeend, toppereend, brilduiker, nonnetje, grote zaagbek, meerkoet, kluut, goudplevier,

17 Provincie / kemphaan, grutto, wulp, dwergmeeuw, reuzenstern en zwarte stern Ijsselmeer Deze soorten maken niet of nauwelijks gebruik van het projectgebied. Conclusie fuut. aalscholver. lepelaar. kleine rietgans. bergeend. krakeend. wintertaling. pijlstaart. slobeend. tafeleend. kuifeend. toppereend. brilduiker. nonnetje. grote zaagbek. meerkoet. kluut. goudplevier. kemphaan. grutto. wulp. dwergmeeuw. reuzenstern en zwarte stern Ijsselmeer: Effecten als gevolg van het project op deze soorten zijn uitgesloten b Kolgans Ijsselmeer Voor de kolgans geldt dat in de aanlegfase foerageergebied verstoord kan worden. Het gaat met name om foerageergebied in de omgeving van de drie-lijnsopstelling in het zuidoosten van het projectgebied en in de omgeving van de Waterkaaptocht. De kolgans komt weinig, en dan voornamelijk in het noorden en noordoosten van het projectgebied voor. Wat betreft vlieggedrag en mijding van windturbines is er echter geen verschil met de toendrarietgans. Het aantal aanvaringsslachtoffers in de gebruiksfase wijzigt niet ten opzichte van de huidige situatie, en wij nemen aan dat het aantal minder dan 1 per jaar zal zijn. Het permanent verstoord oppervlak aan potentieel foerageergebied als gevolg van de aanwezigheid van en het in gebruik zijn van windturbines zal bij een verstoringsafstand van 400 m iets toenemen ten opzichte van de huidige situatie (3.442 hectare versus ha). Dit komt onder meer doordat bestaande windturbines in de directe omgeving van boerenerven worden vervangen door windturbines die meer in foerageergebieden van de kolgans komen te staan (want in rustiger gebieden verder weg van bebouwing). Het potentieel oppervlak verstoord leefgebied voor de kolgans neemt hierdoor iets af. Conclusie kolgans Ijsselmeer: Significant negatieve effecten in de aanlegfase zijn niet uitgesloten in het gebied van de Waterkaaptocht en de drie-lijns opstelling in het zu idoosten van het projectgebied (passende beoordeling p.96). In de gebruiksfase zal het verstoorde oppervlak leefgebied van de kolgans iets zijn afgenomen. Het verwachte aanvaringsaantal in de gebruiksfase neemt niet toe in de gebruiksfase, waardoor een toename van effecten vanwege directe sterfte is uit te sluiten niet-broedvogels: Waddenzee a Fuut, aalscholver, lepelaar, rotgans, bergeend, krakeend, wintertaling, pijlstaart, slobeend, toppereend, eider, brilduiker, NHOOOl

18 18 I / middelste zaagbek, grote zaagbek, slechtvalk, scholekster, kluut, bontbekplevier, goudplevier, zilverplevier, kievit, kanoet, drieteenstrandloper, krombekstrandloper, bonte strandloper, grutto, rosse grutto, wulp, zwarte ruiter, tureluur, groenpootruiter, steenloper en zwarte stern Waddenzee Deze soorten maken niet of nauwelijks gebruik van het projectgebied. Conclusie fuut. aalscholver, lepelaar, rotgans, bergeend, krakeend, wintertaling, pijlstaart, slobeend, toppereend, eider, brilduiker, middelste zaagbek, grote zaagbek, slechtvalk, scholekster, kluut. bontbekplevier, goudplevier, zilverplevier, kievit, kanoet, drieteenstrandloper, krombekstrandloper, bonte strandloper, grutto, rosse grutto, wulp, zwarte ruiter, tureluur, groenpootruiter, steenloper en zwarte stern Waddenzee: Effecten als gevolg van het project op deze soorten zijn uitgesloten niet-broedvogels: Waddenzee en Ijsselmeer Zowel het Ijsselmeer als de Waddenzee zijn als leefgebied voor de kleine zwaan, toendrarietgans, grauwe gans, brandgans, smient en wilde eend aangewezen. De individuen die in deze regio leven gebruiken zowel het Ijsselmeer als de Waddenzee als leefgebied waarmee de grens niet altijd scherp te trekken is waar de individuen die in de Wieringermeer foerageren vandaan komen. Omdat het niet mogelijk is te bepalen of de individuen die gebruik maken van de Wieringermeer van het Ijsselmeer of de Waddenzee afkomstig zijn, zijn de effecten gerelateerd aan de combinatie van beide Natura 2000 gebieden. Hierna wordt per soort in zijn algemeenheid beoordeeld of het vergunde project mogelijk significant negatieve gevolgen kan hebben gelet op de instandhoudingsdoelstellingen voor deze soorten a Kleine zwaan Waddenzee en Ijsselmeer Voor de kleine zwaan is de Wieringermeer een belangrijk foerageergebied vanwege de in dit gebied veel voorkomende oogstresten in het akkerbouwgebied. De gewaskeuze en teeltvolgorde bepaalt sterk welk gebied voor deze soort beschikbaar en aantrekkelijk is. Een belangrijk slaapgebied ligt bij de Vooroever bij Onderdijk. Om de diverse gebieden te kunnen bereiken moeten windturbines (lijnopstellingen) gepasseerd worden. In de huidige situatie is bij eerder onderzoek al mijdingsgedrag waargenomen (orde grootte ruim 85% van de vogels; bron: Fijn et al, 2007)3. In de aanlegfase kan belangrijk foerageergebied ongeschikt worden vanwege verstoring. Tevens loopt 3 Effecten op zwanen en ganzen van het EeN windturbine testpark in de Wieringermeer. Aanvaringsrisico's en verstoring van foeragerende vogels; onderzoek Bureau Waardenburg, 2007

19 Provincie / de kleine zwaan een risico om aanvaringsslachtoffer te worden. Het gaat om een ordegrootte van 1-10 exemplaren. Voor de kleine zwaan geldt dat er kans op significante verstoring op kan treden in de aanlegfase, met name voor die dieren die in het zuidoosten van de Wieringermeer foerageren. Er foerageren in sommige jaren honderden kleine zwanen in de omgeving Waterkaaptocht. In de gebruiksfase kunnen de drie lijnen die gepland zijn mogelijk een wezenlijke barrière gaan vormen voor kleine zwanen die het foerageergebied in deze omgeving willen benutten. Hoewel vastgesteld is dat kleine zwanen tussen de turbines door kunnen vliegen, is er weinig ervaring met een situatie waar drie lijnen naast elkaar in een foerageergebied staan. Om deze reden zijn uit het voorzorgsprincipe niet op voorhand significante effecten uit te sluiten als gevolg van deze gecombineerde opstelling. In de aangevraagde situatie, wordt de lijn langs de Waterkaaptocht verlengd, maar het blijft een één lijns- configuratie. Hierdoor is barrièrewerking op deze locatie uit te sluiten. Datzelfde geldt voor de Noordboog, die in de omgeving van het Amstelmeer wordt gebouwd. Ook dit is een één lijns-configuratie, waarbij veel ruimte tussen de turbines overblijft. De aantallen kleine zwanen in het (zuid)- en noordoosten van de Wieringermeer zijn groter. Doordat de drie lijnsconfiguratie in het zuidoosten van het projectgebied wordt verlengd in beide richtingen (west en oost) kan een vergroting van de barrièrewerking hier niet worden uitgesloten. Het permanent verstoord oppervlak aan potentieel foerageergebied als gevolg van de aanwezigheid van en het in gebruik zijn van windturbines zal bij een verstoringsafstand van 400 m iets toenemen ten opzichte van de huidige situatie (3.442 hectare versus 3074 ha). Dit komt onder meer doordat bestaande windturbines in de directe omgeving van boerenerven worden vervangen door windturbines die meer in foerageergebieden van de kleine zwaan komen te staan (want in rustiger gebieden verder weg van bebouwing). Het aantal potentieel verstoorde kleine zwanen neemt hierbij iets toe, van 357 naar 365 (op een totaal van ruim 2200 individuen in de Wieringermeer, zie passende beoordeling p. 73, tabel 6.7). Conclusie kleine zwaan Waddenzee en lisseimeer: Significant negatieve effecten in de aanlegfase zijn niet uitgesloten. In de gebruiksfase kan er een effect optreden vanwege afname van potentieel foerageergebied. Omdat er minder dan 1 % kleine zwanen verstoring ondervindt vanwege het project, achten wij dit niet sign ificant. Een mogelijk significant effect vanwege aanvaring of barrièrewerking in de gebruiksfase is niet uit te sluiten b Toendrarietgans Waddenzee en Ijsselmeer NHoOOl

20 / Voor de toendrarietgans geldt dat in de aanlegfase belangrijk foerageergebied verstoord kan worden. De belangrijke foerageerlocaties van de soort liggen ten oosten van de Waterkaaptocht en in het zuidoosten van de Wieringermeer, terwijl belangrijke slaapgebieden op het aangrenzende Ijsselmeer liggen. Belangrijke vliegrelaties vanuit de Waddenzee richting foerageergebieden in de Wieringermeer, lopen door de aan te leggen Noordboog. In de huidige situatie is voor de vogels die wel windturbines passeren, in het onderzoek van Fijn et al (2007) zeer sterk mijdingsgedrag waargenomen. In de gebruiksfase van de nieuwe situatie met hogere windturbines \I\Iordt verwacht dat 50% door de molenconfiguratie heen zal vliegen en 50% de molenconfiguratie alsnog zal mijden. In de bijlage 6 bij de passende beoordeling, wordt aannemelijk gemaakt dat ter hoogte van de toekomstige drie-lijns opstelling in het zuidoosten (zie bijlage 2) het potentieel aantal slachtoffers toeneemt ten opzichte van hetgeen in de huidige situatie verwacht mag worden van 10 naar ca stuks. Er foerageren duizenden toendrarietganzen in de omgeving Waterkaaptocht. Er is eerder geconstateerd dat hier ganzen tussen de windturbines doorvliegen. Aangezien de opstelling hier uit één rij bestaat, en de ruimte tussen de (grotere) turbines groter wordt, wordt barrièrewerking in de gebruiksfase uitgesloten. Vanwege het vergroten van de 3-lijnsopstelling in het zuidoosten van het projectgebied, kan er barrièrewerking gaan optreden. Dit heeft een mogelijk significant negatief effect omdat er een belangrijk deel van het foerageergebied niet meer bereikt kan worden.. Het permanent verstoord oppervlak aan potentieel foerageergebied als gevolg van de aanwezigheid van en het in gebruik zijn van windturbines zal bij een verstoringsafstand van 400 m iets toenemen ten opzichte van de huidige situatie (3.442 hectare versus 3074 ha). Dit komt onder meer doordat bestaande windturbines in de directe omgeving van boerenerven worden vervangen door windturbines die meer in foerageergebieden van de toendrarietgans komen te staan (want in rustiger gebieden verder weg van bebouwing). Het aantal potentieel verstoorde toendrarietganzen neemt hierbij iets af. Conclusie toendrarietgans Waddenzee en lisseimeer: In de gebruiksfase zal het aantal verstoorde toendrarietganzen iets zijn afgenomen. Het verwachte aanvaringsaantal in de gebruiksfase is minder dan 1 % van de natuurlijke mortaliteit., Dit is zeer laag en daarmee is een significant negatief effect vanwege directe sterfte is uit te sluiten. Een significante verstoring van foerageergebied in de aanlegfase is niet uit te sluiten. Tevens is er sprake van een mogelijke

21 Provincie 21 I / significant negatief effect vanwege barrièrewerking in het zuidoostelijk deel van het projectgebied omdat de drie-lijnsopstelling uitgebreid wordt c Grauwe gans Waddenzee en IJsselmeer Voor de grauwe gans geldt dat in de aanlegfase foerageergebied verstoord kan worden. Het gaat met name om foerageergebied in de omgeving van de drie-lijnsopstelling in het zuidoosten van het projectgebied en in de omgeving van de Waterkaaptocht. Voor de grauwe gans geldt dat deze soort voor zijn vliegbewegingen slechts een beperkt aantallijnconfiguraties hoeft te passeren, waardoor het aanvaringsrisico klein is. Het verwachte aantal aanvaringsslachtoffers is 1-10 exemplaren. Het permanent verstoord oppervlak aan potentieel foerageergebied als gevolg van de aanwezigheid van en het in gebruik zijn van windturbines zal bij een verstoringsafstand van 400 m iets toenemen ten opzichte van de huidige situatie (3.442 hectare versus 3074 ha). Dit komt onder meer doordat bestaande windturbines in de directe omgeving van boerenerven worden vervangen door windturbines die meer in foerageergebieden van de grauwe gans komen te staan (want in rustiger gebieden verder weg van bebouwing). Het potentieel oppervlak verstoord leefgebied neemt hierbij iets toe, maar dit effect is zeer beperkt, (zie passende beoordeling p. 73, tabel 6.7), omdat de instandhoudingsdoelen voor de grauwe gans ruimschoots behaald worden en de foerageergebieden minder ver het projectgebied in liggen. Van een mogelijk significant negatief effect is hierdoor geen sprake. Conclusie grauwe gans Waddenzee en lisseimeer: Significant negatieve effecten in de aanlegfase zijn niet uitgesloten in het gebied van de Waterkaaptocht en de drie-lijns opstelling in het zuidoosten van het projectgebied (passende beoordeling p.96). In de gebruiksfase treedt er een effect op vanwege afname van potentieel foerageergebied ten opzichte van de huidige situatie. Dit effect is echter niet significant, omdat het aantal extra vogels dat verstoring ondervindt beperkt is tot enkele tientallen. Het verwachte aanvaringsaantal in de gebruiksfase is minder dan 1 % van de natuurlijke sterfte, waardoor een significant negatief effect vanwege directe sterfte is uit te sluiten d Brandgans Waddenzee en IJsselmeer Voor de brandgans geldt dat in de aanlegfase foerageergebied verstoord kan worden. Het gaat met name om foerageergebied in de omgeving van de drie-lijnsopstelling in het zuidoosten van het projectgebied en in de omgeving van de Waterkaaptocht. NHOOOl

22 22 I / De brandgans is vooral gebonden aan de Waddenzee, en komt in het projectgebied voornamelijk aan de noordrand voor. Het aantal aanvaringsslachtoffers in de gebruiksfase wijzigt niet ten opzichte van de huidige situatie, en wij nemen aan dat het aantal minder dan 1 per jaar zal zijn. Het permanent verstoord oppervlak aan potentieel foerageergebied als gevolg van de aanwezigheid van en het in gebruik zijn van windturbines zal bij een verstoringsafstand van 400 m iets toenemen ten opzichte van de huidige situatie (3.442 hectare versus 3074 ha). Dit komt onder meer doordat bestaande windturbines in de directe omgeving van boerenerven worden vervangen door windturbines die meer in foerageergebieden van de brandgans komen te staan (want in rustiger gebieden verder weg van bebouwing). Het extra aantal potentieel verstoorde brandganzen in de gebruiksfase ten opzichte van de huidige situatie is zeer beperkt, Van significant negatieve effecten is geen sprake, omdat de instandhoudingsdoelen voor de brandgans ruimschoots behaald worden en de foerageergebieden minder ver het projectgebied in liggen. Conclusie brandgans Waddenzee en Ijsselmeer: Significant negatieve effecten in de aanlegfase zijn niet uitgesloten in het gebied van de Waterkaaptocht en de drie-lijns opstelling in het zuidoosten van het projectgebied (passende beoordeling p.96). Een iets groter oppervlak foerageergebied van de brandgans zal als gevolg van het project verstoord worden. Dit leidt echter slechts tot een verwaarloosbaar aantal extra verstoorde brandganzen. Het verwachte aanvaringsaantal brandganzen in de gebruiksfase neemt niet toe, waardoor een toename van effecten vanwege directe sterfte is uit te sluiten e Smient en wilde eend Waddenzee en Ijsselmeer De werkzaamheden in de aanlegfase hebben effecten op smient en wilde eend. Voor deze soorten blijft in de aanlegfase echter ruim voldoende alternatief foerageergebied beschikbaar. De smient en wilde eend vliegen met name 's nachts, wat een grotere kans op een aanvaring geeft dan overdag. Voor de smient geldt dat deze in de Wieringermeer voor een belangrijk deel zeer korte afstanden aflegt tussen slaapplaatsen (bv. sloten in de Wieringermeer) en foerageer-jrustgebieden (naastgelegen graslandpercelen). In die gevallen worden op basis van de huidige bekende foerageer en rustlocaties nergens (toekomstige) windturbines gepasseerd, zodat op dit segment geen negatief effect wordt veroorzaakt. Daarnaast slapen grote aantallen op het Amstelmeer, terwijl in de Wieringermeer wordt gefoerageerd. Dit betekent dat niet alle slachtoffers die vallen,

Consortium Windkracht Wieringermeer Nuon Windpark Wieringermeer B.V. (in oprichting) T.a.v. M.S. Deimel Hoekenrode DC AMSTERDAM

Consortium Windkracht Wieringermeer Nuon Windpark Wieringermeer B.V. (in oprichting) T.a.v. M.S. Deimel Hoekenrode DC AMSTERDAM POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Consortium Windkracht Wieringermeer Nuon Windpark Wieringermeer B.V. (in oprichting) T.a.v. M.S. Deimel Hoekenrode 8 1009 DC AMSTERDAM Windcollectief Wieringermeer B.V. T.a.v.

Nadere informatie

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Bijlage C. Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Waddenzee Habitat H1110A H1140A Permanent overstroomde zandbanken (getijdengebied) Slik- en zandplaten, (getijdengebied) Behoud oppervlakte

Nadere informatie

Besluit. TenneT TSO BV. Postbus AS Arnhem

Besluit. TenneT TSO BV. Postbus AS Arnhem > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag TenneT TSO BV Postbus 718 6800 AS Arnhem Directie en Biodiversiteit Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK Den Haag

Nadere informatie

^^^^^<^3^ der Wal 'htinsen bij Bolt. Nederlandse Vissersbond De heer D.J.T. Berends Postbus AB EMMELOORD. Geachte heer Berends,

^^^^^<^3^ der Wal 'htinsen bij Bolt. Nederlandse Vissersbond De heer D.J.T. Berends Postbus AB EMMELOORD. Geachte heer Berends, PROVI N^IE FLEVOLAND Postbus 55 8200 AB Lelystad Nederlandse Vissersbond De heer D.J.T. Berends Postbus 64 8300 AB EMMELOORD Telefoon (0320)-255265 Fox (0320)-265260 E-mail provincie@flevoland.nl Website

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wnb hfdst 2 gebieden Artikelen 2.7 lid 2 en lid 3, 2.8 leden 3 en 9 en 1.13 Wet natuurbescherming en artikel 2.7 Besluit natuurbescherming

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 10 februari 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-014970 - gemeente Oude IJsselstreek Activiteit

Nadere informatie

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 7 maart 2018 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming van Nuon

Nadere informatie

De wijziging betreft een verlenging van de periode dat werkzaamheden worden uitgevoerd.

De wijziging betreft een verlenging van de periode dat werkzaamheden worden uitgevoerd. Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 TenneT TSO de heer L. den Otter Postbus 718 6800 AS

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 16 december 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-008636 - gemeenten Harderwijk, Nunspeet en

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bekendmaking aanwijzingsbesluiten Natura 2000 in het Waddengebied

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bekendmaking aanwijzingsbesluiten Natura 2000 in het Waddengebied STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 38 25 februari 2009 Bekendmaking aanwijzingsbesluiten Natura 2000 in het Waddengebied De Minister van Landbouw, Natuur

Nadere informatie

10 Wettelijke toetsingskaders natuur

10 Wettelijke toetsingskaders natuur MER Windpark Bouwdokken 133 10 Wettelijke toetsingskaders natuur 10.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de effecten op de natuur, zoals beschreven in het voorgaande hoofdstuk, getoetst aan het beleid en

Nadere informatie

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 2 maart 2018 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming van Eneco

Nadere informatie

Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven

Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven Tellingen 2001 en 2002 B.W.J. Oosterbaan T. Damm 2005 Opdrachtgever Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee Van der Goes en Groot

Nadere informatie

PROVINCIE FLEVOLAND. Wat. Gedeputeerde Staten van Flevoland afdeling Gebiedsprogramma's en Europa Mevrouw M.F.A. Haselager.

PROVINCIE FLEVOLAND. Wat. Gedeputeerde Staten van Flevoland afdeling Gebiedsprogramma's en Europa Mevrouw M.F.A. Haselager. PROVINCIE FLEVOLAND Postbus 55 8200 AB Lelystad Gedeputeerde Staten van Flevoland afdeling Gebiedsprogramma's en Europa Mevrouw M.F.A. Haselager Postbus 55 8200 AB LELYSTAD Telefoon (0320)-265265 Fax (0320)-265260

Nadere informatie

Achter de Schotbalken. Een evaluatie

Achter de Schotbalken. Een evaluatie Achter de Schotbalken Een evaluatie Sinds 2010 is de regeling van de toegang tot het gebied achter de schotbalken opnieuw onder de loep genomen. In het verleden was er een ontheffing nodig die was aan

Nadere informatie

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 In en in de ruimere omgeving van het plangebied zijn verschillende Natura 2000-gebieden gelegen. Binnen het plangebied zijn geen ontwikkelingen voorzien in de Natura

Nadere informatie

TM.2017 Onderwerp Wet natuurbescherming: ontwerp-vergunning voor Windpark Zeewolde

TM.2017 Onderwerp Wet natuurbescherming: ontwerp-vergunning voor Windpark Zeewolde PROVINCIE FLEVOLAND Postbus 55 8200 AB Lelystad Pondera Consult De heer J.F.W. Rijntalder Postbus 579 7550 AN HENGELO OV Telefoon (0320)-265265 Fax (0320)-265260 E-mail provincie@flevoland.nl Website www.flevoland.nl

Nadere informatie

5.4.3 EFFECTBEOORDELING

5.4.3 EFFECTBEOORDELING Erratum passende beoordeling Windplan Wieringermeer, december 0 Aanleiding In de Passende Beoordeling Windplan Wieringermeer zijn onverhoopt enige fouten geslopen in paragraaf 5.4. Effectbeoordeling. Het

Nadere informatie

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 14 september

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 14 september Postbus 55 8200 AB Lelystad SwifterwinT b.v. en Nuon Wind Development b.v. De heer Welbergweg 49 7556 PE HENGELO OV Telefoon (0320)-265265 Fax (0320)-265260 E-mail provincie@flevoland.nl Website www.flevoland.nl

Nadere informatie

Beoordeling ganzenbeheermaatregelen en externe werking: analyse van acht Natura 2000- gebieden in Noord-Holland

Beoordeling ganzenbeheermaatregelen en externe werking: analyse van acht Natura 2000- gebieden in Noord-Holland 1 Beoordeling ganzenbeheermaatregelen en externe werking: analyse van acht Natura 2000- gebieden in Noord-Holland Opdrachtgever Referentie Provincie Noord-Holland Bruinzeel L.W. & R.M.G van der Hut 2015.

Nadere informatie

Bij besluit Wet natuurbescherming Project Peilbesluit IJsselmeergebied 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER...

Bij besluit Wet natuurbescherming Project Peilbesluit IJsselmeergebied 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... Bij besluit Wet natuurbescherming Project Peilbesluit IJsselmeergebied Directoraat-generaal Agro en Directie en Biodiversiteit Behandeld door Datum 29 september 2017 Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk

Nadere informatie

Bijlagen van Plan-MER windenergie Dordrecht. Opdrachtgever:

Bijlagen van Plan-MER windenergie Dordrecht. Opdrachtgever: Bijlagen van Plan-MER windenergie Dordrecht Opdrachtgever: Bijlagen van Plan-MER windenergie Dordrecht 5 juni 2015 Auteurs: Drs. Ing. Jeroen Dooper Steven Velthuijsen Msc. Bosch & Van Rijn Prins Bernhardlaan

Nadere informatie

: Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Natura-2000 gebied IJsselmeer

: Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Natura-2000 gebied IJsselmeer Staatsbosbeheer Naritaweg 221 1043 CB AMSTERDAM Leeuwarden, 11 juni 2008 Verzonden, Ons kenmerk : 00771280 Afdeling : Landelijk Gebied Beleid Behandeld door : Arjan de Haan / (058) 292 50 77 of arjan.dehaan@fryslan.nl

Nadere informatie

PASSENDE BEOORDELING OP HOOFDLIJNEN PLANMER WINDENERGIE GOEREE-OVERFLAKKEE. Provincie Zuid-Holland. Eindconcept. 7013039 1 november 2013

PASSENDE BEOORDELING OP HOOFDLIJNEN PLANMER WINDENERGIE GOEREE-OVERFLAKKEE. Provincie Zuid-Holland. Eindconcept. 7013039 1 november 2013 7013039 1 november 2013 PASSENDE BEOORDELING OP HOOFDLIJNEN PLANMER WINDENERGIE GOEREE-OVERFLAKKEE Provincie Zuid-Holland Eindconcept Duurzame oplossingen in energie, klimaat en milieu Postbus 579 7550

Nadere informatie

Natura 2000 gebied Markiezaat

Natura 2000 gebied Markiezaat Natura 2000 gebied 127 - Markiezaat (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Noordzee, Waddenzee en Delta Status: Vogelrichtlijn Site code: NL3009015 Beschermd natuurmonument: Markiezaatsmeer

Nadere informatie

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wnb hfdst 2 gebieden Artikelen 2.7 lid 2 en lid 3, 2.8 leden 3 en 9 en 1.13 Wet natuurbescherming en artikel 2.7 Besluit natuurbescherming

Nadere informatie

RUD de heer DJ. Slobbe Wnb Vergunning artikel 2.7, tweede lid Wagenweg 1, Katwoude

RUD de heer DJ. Slobbe Wnb Vergunning artikel 2.7, tweede lid Wagenweg 1, Katwoude Uitvoeringsdienst Heliflight T.a.v. de heer De Kruif Stroeërweg 46 VERZONDEN I 0 APR. 2019 3776 MJ STROE Hoorn, 9 april 2019 Zaaknummer Behandelaar Betreft Locatie RUD.276513 de heer DJ. Slobbe Wnb Vergunning

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I www.odh.nl Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00490430 ODH-2017-00107543 -

Nadere informatie

PROVINCIE FLEVOLAND. mr. drs. T. van der Wal - J.A. Windkoepel Groen De heer W.A.J. Luijkx Ketelweg PR DRONTEN. Geachte heer Luijkx,

PROVINCIE FLEVOLAND. mr. drs. T. van der Wal - J.A. Windkoepel Groen De heer W.A.J. Luijkx Ketelweg PR DRONTEN. Geachte heer Luijkx, PROVINCIE FLEVOLAND Postbus 55 8200 AB Lelystad Windkoepel Groen De heer W.A.J. Luijkx Ketelweg 16 8251 PR DRONTEN Telefoon (0320)-265265 Fax (0320)-265260 E-mail provincie@flevoland.nl Website vmw.flevoland.nl

Nadere informatie

Effectentoets Natura 2000 en vleermuizen windturbines Kampen

Effectentoets Natura 2000 en vleermuizen windturbines Kampen Effectentoets Natura 2000 en vleermuizen windturbines Kampen Onderzoek naar effecten op Natura 2000-gebieden en vleermuizen als gevolg van de realisatie van vier windturbines in de Zuiderzeehaven en de

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking 00490424 ODH-2017-00073147 2 8 JULI 2017 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899

Nadere informatie

ONTWERP-BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 19D VAN DE NATUURBESCHERMINGSWET 1998 (NB-WET 1998)

ONTWERP-BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 19D VAN DE NATUURBESCHERMINGSWET 1998 (NB-WET 1998) 1 Assen, 30 november 2015 Ons kenmerk 201502262-00604121 ONTWERP-BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 19D VAN DE NATUURBESCHERMINGSWET 1998 (NB-WET 1998) 1.

Nadere informatie

Voortoets ruimtelijke structuurvisie Zaanstad

Voortoets ruimtelijke structuurvisie Zaanstad Voortoets ruimtelijke structuurvisie Zaanstad Zichtbaar Zaans Gemeente Zaanstad juni 2010 definitief Voortoets ruimtelijke structuurvisie Zaanstad Zichtbaar Zaans dossier : registratienummer : D1616.01.001

Nadere informatie

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 31 juli

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 31 juli Postbus 55 8200 AB Lelystad Eeltink Nijkerk B.V. De heer Luxoolseweg 20 3862 WJ NIJKERK GLD Telefoon (0320)-265265 Fax (0320)-265260 E-mail provincie@flevoland.nl Website www.flevoland.nl ** Verzenddatum

Nadere informatie

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 13 FEB

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 13 FEB PROVINCIE FLEVOLAND Postbus 55 8200 AB Lelystad Nuon Wind Development B.V. De heer K.E. van Dijk Hoekenrode 8. 1102 BR AMSTERDAM ZUIDOOST Telefoon (0320)-265265 Fax (0320)-265250 E-mail provincie@flevoland.nl

Nadere informatie

Betreft: Zienswijze ontwerp-aanwijzingsbesluit Natura2000-gebied #79 Lepelaarplassen

Betreft: Zienswijze ontwerp-aanwijzingsbesluit Natura2000-gebied #79 Lepelaarplassen Aan het Inspraakpunt Natura 2000 t.a.v. gebied 79 (Lepelaarplassen) Postbus 30316 2500 GH Den Haag Betreft: Zienswijze ontwerp-aanwijzingsbesluit Natura2000-gebied #79 Lepelaarplassen Almere, 15 februari

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 24 juni 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-001656 - gemeente Lingewaard Activiteit : Festival

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking 00490427 ODH-2017-00083146 1 9 SEP. 2017 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen(@odtn.nl

Nadere informatie

Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, Volendam

Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, Volendam Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, Volendam 29 juni 2015 Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, VolendamVolendam Verantwoording Titel Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein

Nadere informatie

Archief VERZONDEN 2 9 HM Uitvoeringsdienst bord-holland Noord. V4IWfl i o n a

Archief VERZONDEN 2 9 HM Uitvoeringsdienst bord-holland Noord. V4IWfl i o n a V4IWfl i o n a Uitvoeringsdienst bord-holland Noord Archief Solarfields B.V. T.a.v. de heer G. Smit Leonard Springerlaan 19 9727 KB GRONINGEN Hoorn, 29 maart 2018 VERZONDEN 2 9 HM 2018 Zaaknummer Behandelaar

Nadere informatie

! " #! " "$ % &'%&()#" & )+&, %!, )* -$)* $, . )*/ ))) & )2 &, " & ") * '34( '5+(! "'!2%( && % &5" )+ & "&" "$& "&& ) * % " " 5" & "$)* & )!

!  #!  $ % &'%&()# & )+&, %!, )* -$)* $, . )*/ ))) & )2 &,  & ) * '34( '5+(! '!2%( && % &5 )+ & & $& && ) * %   5 & $)* & )! ! #! $ % '%(# '$(* +, %!, * -$* $,. */ 0,-1* $ 2, * '34( '5+(! '!2%( % 5 + $ * % 5 * $*! 62 7*$ 8 97$ : ; * < = ; 5345+!2%* 5 %!, * $ % 7 $ 5'!2>( '!>(* < $ 1 # *$! * / $

Nadere informatie

Passende beoordeling. Structuurvisie Windenergie op Land. Ministerie van Infrastructuur en Ruimte

Passende beoordeling. Structuurvisie Windenergie op Land. Ministerie van Infrastructuur en Ruimte Passende beoordeling Structuurvisie Windenergie op Land Ministerie van Infrastructuur en Ruimte November 2013 Passende beoordeling Structuurvisie Windenergie op Land dossier : BA8257 registratienummer

Nadere informatie

Bijlage bij besluit DRZO/ Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Bijlage bij besluit DRZO/ Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Bijlage bij besluit DRZO/2010-3270 Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km 902-905 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN De aanvraag De aanvraag betreft de realisatie van het project Kribverlaging

Nadere informatie

Staatsbosbeheer Regio Oost T.a.v. De heer Winterman Postbus 6 ' 7400 AA DEVENTER. Geachte heer Winterman,

Staatsbosbeheer Regio Oost T.a.v. De heer Winterman Postbus 6 ' 7400 AA DEVENTER. Geachte heer Winterman, PROVINCIE FLEVOLAND Postbus 55 8100 AB Lelystad Telefoon Fax Staatsbosbeheer Regio Oost T.a.v. De heer Winterman Postbus 6 ' 7400 AA DEVENTER E-mail provincie@flevoland nl Website www.flevoland.nl Datum

Nadere informatie

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten BIJLAGE 5 Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten Hollands Diep Habitattypen SVI Landelijk Opp.vl. Kwal. H6430B Ruigten en zomen (harig - = = wilgenroosje)

Nadere informatie

Documentnummer AMMD ( )

Documentnummer AMMD ( ) Bijlagenboek 8.4 MEMO Kopie aan x Van x Onderwerp Telgegevens niet-broedvogels Documentnummer AMMD-002853 (17.117038) Datum 6-7-2017 Methoden voor het bepalen van de aantallen watervogels langs de dijk

Nadere informatie

Derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening

Derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening Derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening Bijlagen bij Passende Beoordeling, Plan Milieueffectrapport en Strategische Milieubeoordeling Notities reikwijdte en detailniveau Derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening

Nadere informatie

Advies over de kennisgevingsnota van het strategische MER voor een windturbinepark in het havengebied op de rechteroever van de Schelde in Antwerpen

Advies over de kennisgevingsnota van het strategische MER voor een windturbinepark in het havengebied op de rechteroever van de Schelde in Antwerpen Advies over de kennisgevingsnota van het strategische MER voor een windturbinepark in het havengebied op de rechteroever van de Schelde in Antwerpen Adviesnummer: INBO.A.3410 Datum advisering: 15 maart

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam

Nadere informatie

Verslag Wadvogeltellingen langs de Wieringerkust.

Verslag Wadvogeltellingen langs de Wieringerkust. Verslag Wadvogeltellingen langs de Wieringerkust. Over de periode December 2015 tot en met November 2016. Elke maand worden er Wadvogeltellingen gedaan in o.a het NL - Waddengebied tijdens hoog water.

Nadere informatie

Aantalsontwikkeling van vogels langs het Pannerdensch kanaal in

Aantalsontwikkeling van vogels langs het Pannerdensch kanaal in Olaf Klaassen Aantalsontwikkeling van vogels langs het Pannerdensch kanaal in 2011-2015 In opdracht van: Sovon Vogelonderzoek Nederland E info@sovon.nl I www.sovon.nl Sovon-rapport 2015/47 Postbus 6521

Nadere informatie

PROVINCIE FLEVOLAND. 'erbeek. mr. drs T. van der Wal. Geacht College,

PROVINCIE FLEVOLAND. 'erbeek. mr. drs T. van der Wal. Geacht College, PROVINCIE FLEVOLAND Postbus 55 8200 AB Lelystad Het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Lelystad Postbus 91 8200 AB LELYSTAD Telefoon (0320)-265265 Fax (0320)-265260 E-mail provincie@flevoland.nl

Nadere informatie

Notitie. Voortoets Spoorallee Zevenaar

Notitie. Voortoets Spoorallee Zevenaar Notitie Contactpersoon Marike Aalbers en Elles van Drunen Datum 12 juni 2014 Kenmerk N005-1222424XMA-baw-V02-NL Aanleiding Voor het terrein aan de Spoorallee te Zevenaar wordt een nieuw bestemmingsplan

Nadere informatie

Toetsing Leeuwenveld III en IV te Weesp Onderzoek in kader van Natuurbeschermingswet en EHS

Toetsing Leeuwenveld III en IV te Weesp Onderzoek in kader van Natuurbeschermingswet en EHS projectnr. 249939 rev. 00 13 augustus 2012 auteur ir. M. Korthorst Opdrachtgever Blauwhoed Eurowoningen B.V. Piet Heinkade 201 1019 HC Amsterdam datum vrijgave beschrijving revisie 0.0 goedkeuring Vrijgave

Nadere informatie

uw aanvraag om een vergunning voor de Natuurbeschermingswet

uw aanvraag om een vergunning voor de Natuurbeschermingswet Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 www.overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Millennium BV t.a.v. de heer A. Weever Postbus

Nadere informatie

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk O SEP ^

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk O SEP ^ PROVINCIE FLEVOLAND Postbus 55 8200 AB Lelystad NV Nuon Energy De heer J. Hamersma Hoekenrode 8 1102 BR AMSTERDAM ZUIDOOST Telefoon (0320)-265265 Fax (0320)-265260 -mai/ provincie@flevoland.nl Website

Nadere informatie

RUD de heer J. Schunselaar Wnb Vergunning artikel 2.7, tweede lid, Herinrichting Drijvers Vogelweid de Bol, Texel Omgeving Zwinweg, Texel

RUD de heer J. Schunselaar Wnb Vergunning artikel 2.7, tweede lid, Herinrichting Drijvers Vogelweid de Bol, Texel Omgeving Zwinweg, Texel R o n a Uitvoeringsdienst ord-holland Noord Archief Natuurmonumenten t.a.v. de heer W. Miedema Buorren 2 8861 KZ HARLINGEN VERZONDEN 0 4 SEP. 2017 Hoorn, 04 september 2017 Zaaknummer Behandelaar Betreft

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 8 oktober 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-021574 - gemeente Zaltbommel Activiteit : productie chemische

Nadere informatie

Bijlage 13b, Juiste bijlage bij toekenning ontheffing 5.2 Maatregelen Preventie van verstoring van broedende vogels in aanlegfase Tijdens de werkzaamheden dient verstoring en vernietiging van nesten van

Nadere informatie

Windpark Fryslân. Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport. 14 juli 2016 / projectnummer: 2673

Windpark Fryslân. Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport. 14 juli 2016 / projectnummer: 2673 Windpark Fryslân Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport 14 juli 2016 / projectnummer: 2673 1. Oordeel over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport (MER) Windpark

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet natuurbescherming hoofdstuk 2 gebieden Datum besluit : 16 februari 2018 Onderwerp : Wet natuurbescherming 2016-003244 - gemeente

Nadere informatie

A&W-rapport 1504 Passende beoordeling Natuurboulevard 1 2 A&W-rapport 1504 Passende beoordeling Natuurboulevard 3 4 A&W-rapport 1504 Passende beoordeling Natuurboulevard 5 6 A&W-rapport 1504 Passende beoordeling

Nadere informatie

De rustende grote meeuwen zijn deze keer niet op de parkeerplaats te vinden. Het ziet er heel verlaten uit.

De rustende grote meeuwen zijn deze keer niet op de parkeerplaats te vinden. Het ziet er heel verlaten uit. 14 december 2010 Ons traditionele eindejaar dagtripje naar Zeeland met een groepje (8 tal) vogelliefhebbers van IVN Oirschot vogelgroep. We vertrekken al in het donker om op tijd tussen de vogels te zitten

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur P::Inin:::a 1 \/::IIn., Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Retouradres pia Postadres: Postbus 10004330 ZW Middelburg Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Directie

Nadere informatie

De Marne. Bestemmingsplan Lauwersoog e.o. Bijlage 4. Voortoets in het kader van de Natuurbeschermingswet

De Marne. Bestemmingsplan Lauwersoog e.o. Bijlage 4. Voortoets in het kader van de Natuurbeschermingswet De Marne Bestemmingsplan Lauwersoog e.o. Bijlage 4 Voortoets in het kader van de Natuurbeschermingswet 1. Inleiding 1.1. Aanleiding en doel voortoets Het voorliggende beheersbestemmingsplan voorziet in

Nadere informatie

ico)j'rp.aëti~ ~ ::f:;; jp";:,g;';::;r:;'",----~-4-!

ico)j'rp.aëti~ ~ ::f:;; jp;:,g;';::;r:;',----~-4-! Provincie Zeeland Directie Ruimte, Milieu en Water T.a.v. de heer E.e. Stikvoort Postbus 165 4330 AD MIDDELBURG 11:: E;CFlEiMIAAT ITECHiIIiSOJ MANIIGER I IOt!,Q0iINGS.\~I1;NAGER )CS i 1PR(M;::CTSSCRETARIS

Nadere informatie

1 7 AUG. 2006. ir. dis. M. Wings over Holland T.a.v. De heer Huizenga Emoeweg 28 8218 PC LELYSTAD

1 7 AUG. 2006. ir. dis. M. Wings over Holland T.a.v. De heer Huizenga Emoeweg 28 8218 PC LELYSTAD PROVINCIE FLEVOLAND Postbus 55 8200 AB Lelystad Telefoon Fax Wings over Holland T.a.v. De heer Huizenga Emoeweg 28 8218 PC LELYSTAD E-mail provincieeflevoland.nl Website www.flevoland.nl Datum Bijlagen

Nadere informatie

Natuurtoets Windpark Landtong Rozenburg Toetsing in het kader van de Wet natuurbescherming en Natuurnetwerk Nederland

Natuurtoets Windpark Landtong Rozenburg Toetsing in het kader van de Wet natuurbescherming en Natuurnetwerk Nederland Natuurtoets Windpark Landtong Rozenburg Toetsing in het kader van de Wet natuurbescherming en Natuurnetwerk Nederland Y.N. Radstake H.A.M. Prinsen Natuurtoets Windpark Landtong Rozenburg Toetsing in

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Burgemeester en Wethouders van de gemeente Beverwijk Postbus 450 1940 AL BEVERWIJK Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon dhr. J.A. Oortman Gerlings BEL/RO Telefoonnummer 023

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 3 november 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-011120 - gemeente Gennep (Li.) Activiteit : compostfabriek

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk 317645.ehv.N001 14 februari 2012 SKu/RvS

Referentienummer Datum Kenmerk 317645.ehv.N001 14 februari 2012 SKu/RvS Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 317645.ehv.N001 14 februari 2012 SKu/RvS Betreft Risico inventarisatie ecologie voor percelen Brabantse Wal 1 Inleiding De Buisleidingenstraat N.V. onderzoekt op

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 72 - IJsselmeer

Natura 2000 gebied 72 - IJsselmeer Natura 2000 gebied 72 - IJsselmeer (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en Moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL1000002 + NL9803028 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

Voorspelde effecten van de voorgenomen bouw van een windmolenpark bij Marrum, gemeente Ferwerderadiel, op broed- en trekvogels

Voorspelde effecten van de voorgenomen bouw van een windmolenpark bij Marrum, gemeente Ferwerderadiel, op broed- en trekvogels Voorspelde effecten van de voorgenomen bouw van een windmolenpark bij Marrum, gemeente Ferwerderadiel, op broed- en trekvogels 3. Analyse van vogeltellingen Voorspelde effecten van de voorgenomen bouw

Nadere informatie

Windpark Duiven / Zevenaar Advies voor de m.e.r.-beoordeling

Windpark Duiven / Zevenaar Advies voor de m.e.r.-beoordeling Windpark Duiven / Zevenaar Advies voor de m.e.r.-beoordeling 10 november 2005 / rapportnummer 1647-53 Gemeente Duiven Postbus 6 6920 AA Duiven uw kenmerk uw brief ons kenmerk 15 september 2005 1647-54/Dr/lp

Nadere informatie

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Maatschap Stam Brasbeek 90 8326 BR SINT JANSKLOOSTER

Nadere informatie

Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen. Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen

Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen. Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen Stibbe & Pondera Winddag 11 oktober 2016 Windparken en gebiedsbescherming:

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Natuurwetgeving bij project Afsluitdijk. Sophie Lauwaars, 22 januari 2015

Natuurwetgeving bij project Afsluitdijk. Sophie Lauwaars, 22 januari 2015 Natuurwetgeving bij project Afsluitdijk Sophie Lauwaars, 22 januari 2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Werkwijze 3. Passende beoordeling 3.1 Verstoring 3.2 Ontgraven tijdelijke toegangsgeulen 3.3 Stikstofdepositie

Nadere informatie

Betreft: Visie Vogelwerkgroep Arnhem e.o. op windmolenplannen Kleefse Waard / Koningspleij

Betreft: Visie Vogelwerkgroep Arnhem e.o. op windmolenplannen Kleefse Waard / Koningspleij Vogelwerkgroep Arnhem en omstreken p.a. secretariaat Rozendaalselaan 69a, 6881 LB Velp Arnhem, 12 januari 2015 Gemeente Arnhem t.a.v. de gemeenteraad Postbus 99 6800 AB Arnhem Betreft: Visie Vogelwerkgroep

Nadere informatie

Overwegingen; Snelheidsverhoging traject Naarden- Bussum; Naardermeer 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER...

Overwegingen; Snelheidsverhoging traject Naarden- Bussum; Naardermeer 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... Overwegingen; Snelheidsverhoging traject Naarden- Bussum; Naardermeer Directoraat-generaal Agro en Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB/18017991 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 2 december 2016 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming van R. Verburgt

Nadere informatie

Stappenplan vergunningaanvraag

Stappenplan vergunningaanvraag Stappenplan vergunningaanvraag Op grond van de natuurbeschermingswet 1998 1 De Natuurbeschermingswet 1998 regelt de bescherming van gebieden, die als Natura 2000-gebied zijn aangewezen. Een belangrijk

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070)21 899 02 E vergunningen@odh.nl I www.odh.nl Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00510824 ODH-2018-00030475 "2

Nadere informatie

Nederlandse Aardoliemaatschappij bv T.a.v.: dhr. J.P. van de Water Postbus 28000 9400 HH ASSEN. Leeuwarden, 23 december 2010 Verzonden,

Nederlandse Aardoliemaatschappij bv T.a.v.: dhr. J.P. van de Water Postbus 28000 9400 HH ASSEN. Leeuwarden, 23 december 2010 Verzonden, Nederlandse Aardoliemaatschappij bv T.a.v.: dhr. J.P. van de Water Postbus 28000 9400 HH ASSEN Leeuwarden, 23 december 2010 Verzonden, Ons kenmerk : 00922510 Afdeling : Landelijk Gebied Beleid Behandeld

Nadere informatie

Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen

Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen Kees Koffijberg Sovon Vogelonderzoek Nederland 2 / 23 Boschplaat op reis, 30.05.2017 Vogels zijn belangrijke

Nadere informatie

Effectenanalyse FBP Noord-Holland 2009 2013. Natura 2000-gebieden. Oktober 2009

Effectenanalyse FBP Noord-Holland 2009 2013. Natura 2000-gebieden. Oktober 2009 Effectenanalyse FBP Noord-Holland 2009 2013 Natura 2000-gebieden Oktober 2009 2 3 4 INLEIDING...7 1 INHOUD VAN DE ANALYSE...8 2 NATURA 2000-GEBIEDEN IN NOORD-HOLLAND...9 3 MOGELIJKE EFFECTEN OP HABITATTYPEN

Nadere informatie

Vragen van de heer A. Hietbrink en mevrouw ing. V.M. Dalm (GroenLinks) over vuurwerkshow nabij Natura-2000 gebied in Huizen

Vragen van de heer A. Hietbrink en mevrouw ing. V.M. Dalm (GroenLinks) over vuurwerkshow nabij Natura-2000 gebied in Huizen Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland Haarlem, 19 mei 2015 Vragen nr. 31 Vragen van de heer A. Hietbrink en mevrouw ing. V.M. Dalm (GroenLinks) over vuurwerkshow nabij Natura-2000 gebied

Nadere informatie

NATURA 2000 IN NIEUWKOOP

NATURA 2000 IN NIEUWKOOP 1 NATURA 2000 IN NIEUWKOOP Gebiedsanalyse Aanvulling en wijziging van gegevens in verband met de publicatie van het Ontwerpbesluit INCAconsult 16 september 2008 2 Aanvulling en wijziging van gegevens in

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 1 juni 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 - gemeente Rijnwaarden Activiteit : Natuurontwikkeling

Nadere informatie

Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei. Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos

Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei. Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos 183 Natuurdoelen SBZ-V IJzervallei Infomoment Blankaartwaterlopen 19 juni 2017 Europees beschermde

Nadere informatie

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 19D VAN DE NATUURBESCHERMINGSWET 1998 (NB-WET 1998)

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 19D VAN DE NATUURBESCHERMINGSWET 1998 (NB-WET 1998) 1 Assen, 16 september 2016 Ons kenmerk 201502262-00654839 BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 19D VAN DE NATUURBESCHERMINGSWET 1998 (NB-WET 1998) 1. De aanvraag

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Status: Site code: Beschermd natuurmonument: Beheerder: Provincie: Gemeente: Oppervlakte:

Nadere informatie

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2 Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2 Directie en Biodiversiteit Behandeld door T 070 379 7976 F 088 223 3334 Datum 20

Nadere informatie

PROVINCIE FLEVOLAND. Windvereniging SwifterwinT b.v. en Nuon Wind Development b.v. De heer H. Rijntalder Welbergweg PE HENGELO OV

PROVINCIE FLEVOLAND. Windvereniging SwifterwinT b.v. en Nuon Wind Development b.v. De heer H. Rijntalder Welbergweg PE HENGELO OV PROVINCIE FLEVOLAND Postbus 55 8200 AB Lelystad Windvereniging SwifterwinT b.v. en Nuon Wind Development b.v. De heer H. Rijntalder Welbergweg 49 7556 PE HENGELO OV Telefoon (0320)-265265 Fox (0320)-265260

Nadere informatie

De betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna

De betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna De Zandbank te Heist, een boeiend fenomeen Seminarie Vrijdag 19 oktober 2007 De betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Kliniekstraat 25, 1070 Brussel,

Nadere informatie

p- iiiiiiniiii uil ii nu ii

p- iiiiiiniiii uil ii nu ii V il Ik M I- ' mam s IN12.03325 p- iiiiiiniiii uil ii nu ii l_yi_l\l_/~vi X L / Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem Het college van Burgemeester

Nadere informatie

Advies betreffende het voorstel slachtoffer monitoring en resultaatverbintenis windpark Goeiende (Zele)

Advies betreffende het voorstel slachtoffer monitoring en resultaatverbintenis windpark Goeiende (Zele) Advies betreffende het voorstel slachtoffer monitoring en resultaatverbintenis windpark Goeiende (Zele) Nummer: INBO.A.2011.79 Datum advisering: 28 juni 2011 Auteur(s): Contact: Lode De Beck Niko Boone

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I www.odh.nl Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00514637 ODH-2018-00050993 -

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 16 november 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2016-011244 - gemeente Berg en

Nadere informatie