Voorzitter Raad van Toezicht De Rading Jeugd & Opvoedhulp

Transcriptie

1 Voorzitter Raad van Toezicht De Rading Jeugd & Opvoedhulp De Rading in t kort De Rading biedt jeugdzorg in de provincie Utrecht. Zij helpt kinderen, ouders en pleegouders bij het aanpakken van problemen rond opgroeien en opvoeden. Circa 230 medewerkers bieden hulp vanuit meerdere locaties in de regio en vanuit meerdere hulpverleningsvormen: Specialistisch ambulante hulp, Pleegzorg, Meidenhulp, Behandelgroepen en Kamertraining. Het hoofdkantoor is gevestigd in Hollandsche Rading. Vanuit deze locatie werken bestuur en ondersteunende diensten (facilitair, financiën, P&O, Communicatie en PR en Kwaliteit) en zijn er enkele leefgroepen op het terrein. Professionals werken verder vanuit twee andere kantoorlocaties in Utrecht en Amersfoort (pleegzorg, specialistisch ambulante hulp). Kamertrainingscentra en Meidenhulp zijn vooral verspreid over de stad Utrecht en één vestiging in Maarssenbroek en Houten. De exploitatie bedraagt ca. 18 miljoen. Aanleiding en samenstelling Raad van Toezicht De huidige Voorzitter van de Raad van Toezicht neemt in het tweede kwartaal van 2013 afscheid, na 10 jaar als toezichthouder verbonden te zijn geweest aan De Rading. Zijn achtergrond kenmerkt zich voor een belangrijk deel door ervaring vanuit het onderwijs en openbaar bestuur. Alle leden van de Raad van Toezicht vertegenwoordigen een brede mix aan ervaringen, afkomstig uit bankwezen, onderwijs, justitie, advies en openbaar bestuur. Aandachtgebieden zijn als volgt verdeeld: Algemeen strategisch management, de heer W. Kozijn (voorzitter); Human Resource Management, de heer C.F.W.J. van den Born (vice-voorzitter); Financieel economisch, de heer D. Knoop; Wet- en Regelgeving jeugdzorg, mevrouw E.C.C. Punselie; Vastgoed, mevrouw O. Modderkolk; Marktontwikkeling en ondernemerschap, de heer J.A.H. Baecke. Twee van de zes leden zijn recent in 2012 aangetreden en naast het vertrek van de Voorzitter zal nog één lid (conform rooster van aftreden) in de loop van 2013 afscheid nemen. Er zijn binnen de Raad van Toezicht twee commissies actief: Audit Commissie Financiën Commissie Kwaliteit

2 Doelstelling en visie Kind Centraal in het systeem Kinderen horen veilig thuis door hun ouders opgevoed te worden. De band tussen kinderen en ouders is onverbrekelijk. Vanuit dat besef benutten en versterken wij de eigen kracht van het gezin en de directe omgeving. Als de formele verantwoordelijkheid is beperkt door een justitiële maatregel, blijven ouders betrokken bij de opvoeding van hun kinderen. Ook proberen we binnen (familie)netwerk hulpbronnen te vinden voor het aanpakken van problemen. Wat moet, dat kan We creëren oplossingen op maat. Ieder kind, iedere ouder en iedere pleegouder is uniek en heeft zijn eigen zorg- en opvoedvragen. Wij vinden passende hulpvormen binnen of buiten onze organisatie in aansluiting op de vraag van de cliënt. Van gezinsbehandeling tot pleegzorg, van wonen in een behandelgroep tot zelfstandig wonen op een kamer. Samen met het kind, de ouders, pleegouders en Bureau Jeugdzorg spreken we af welke passende hulp, hoe lang en waar we die hulp bieden. Hierbij toetsen we regelmatig of de gemaakte afspraken nog geldig zijn. Werken aan verbinding Wij zorgen ervoor dat kinderen en ouders ongeacht cultuur en achtergrond kunnen profiteren van ons hulpaanbod. Om de kwaliteit, effectiviteit en efficiëntie van de hulp te bevorderen, zijn wij gericht op samenwerking en afstemming. Wij komen onze afspraken na en verwachten dat ook van kinderen, (pleeg)ouders en alle betrokken hulpverleners. We maken van tevoren een aantal heldere afspraken, deze worden vastgelegd in een hulpverleningsplan. Regelmatig kijken wij naar wat goed gaat en wat niet. Ook betrekken wij cliënten bij de totstandkoming van ons beleid. Voortdurend ontwikkelen Wij zijn trots op onze deskundigheid en voortdurend actief in het vinden en delen van kennis en nieuwe inzichten, in samenhang met onderwijs en wetenschap. Wij benutten de kracht van diversiteit. Zo blijven wij effectieve hulp bieden aan kinderen, ouders, pleegouders en hun omgeving in de steeds veranderende samenleving. Vanuit ons diversiteitsdenken erkennen en benutten wij de meerwaarde van de unieke eigenschappen, vaardigheden en kwaliteiten van cliënten en medewerkers. Externe ontwikkelingen en veranderingen Even als vele andere instellingen binnen de zorg wordt ook Jeugdzorg geconfronteerd met (externe) ontwikkelingen die van invloed zijn op de organisatie, dienstverlening, financiering, stakeholders en in het verlengde daarvan dus ook van invloed zijn voor het toezicht. In het regeerakkoord wordt specifiek genoemd: dat de jeugdzorg de komende jaren sterk moet worden verbeterd en tegelijkertijd dat de fors gestegen uitgaven voor de jeugdzorg en geestelijke gezondheidszorg voor de jeugd moet worden teruggebracht; dat de jeugdzorg in 2015 wordt gedecentraliseerd naar gemeenten. Eén gezin, één plan, één regisseur is het uitgangspunt in de decentralisatie in het sociale domein; om de effecten van de jeugdzorg te kunnen beoordelen zullen prestatiegegevens moeten worden aangeleverd en zullen openbaar zijn; 2

3 een versnelling moet plaatsvinden van de professionalisering van de jeugdzorg, inclusief opleidingseisen, beroepscodes en tuchtrecht; dat de nieuwe jeugdwet gemeentelijke beleidsvrijheid waarborgt. Daarnaast, maar zeker niet in de laatste plaats zijn er uiteraard ontwikkelingen en verwachtingen rond de corporate governance en meer in het bijzonder de eisen die worden gesteld aan het hedendaagse toezicht. Interne ontwikkelingen en opgaven De Rading heeft haar doelstelling en visie helder geformuleerd, zij positioneert zich als specialist in jeugdzorg en heeft haar doelgroepen bepaald. De laatste jaren is hard gewerkt aan een professionaliseringsslag op meerdere onderwerpen. Er wordt gewerkt vanuit een reguliere beleidscyclus die een belangrijke basis is voor de sturing en kwaliteitsverbetering van de organisatie. Het meerjarenbeleid geeft richting aan de jaarlijks vast te stellen speerpunten en prioriteiten, een inhoudelijk en financieel kader wordt opgesteld en dient als uitgangspunt voor jaarplan en de begroting. Risico s bevinden zich vooral op het gebied van onroerend goed en in de jeugdzorg is veiligheid een belangrijk en continue punt van aandacht. Ondanks zorgvuldig opgestelde protocollen en hoge kwaliteit van medewerkers in de organisatie blijft er een risico voor incidenten aanwezig. De gevolgen van door de overheid ingezette, externe ontwikkelingen brengen nieuwe opgaven met zich mee. Twee daarvan vragen bijzonder aandacht, namelijk decentralisatie en financiering van de jeugdzorg. Decentralisatie: heel specifiek voor De Rading betekent dit dat men voor de gespecialiseerde zorg in plaats van één loket bij de Provincie met 26 gemeenten een relatie moet gaan opbouwen en onderhandelen over geld. Binnen de Provincie verlenen negen zorgaanbieders jeugdzorg. Opdracht voor De Rading is om te zoeken naar samenwerkingsvormen en verbanden die in gezamenlijkheid kunnen optreden naar de verschillende gemeenten. Inmiddels zijn er gesprekken gestart over samenwerking met andere organisaties over de vorming van bijvoorbeeld één gezamenlijke front-office. Financiën: herverdeling van middelen eerst over de provincie en later nog eens over de gemeenten geeft grote financiële onzekerheid. Mede door onzekerheid over de hoogte van de tarieven en omdat de financiering gericht zal zijn op de totale zorg voor jeugd en niet alleen op specialistische zorg. Profiel Raad van Toezicht Aan de advies- en klankbordfunctie wordt zowel door de Raad van Toezicht als de Bestuurder grote waarde gehecht en heel specifiek van de Voorzitter wordt vanuit deze rol een belangrijke bijdrage 3

4 verwacht. De Raad van Toezicht in zijn geheel is sparringpartner voor de Bestuurder. In dat kader is de Raad van Toezicht een partner die de Bestuurder waar nodig op positief kritische wijze ondersteunt, die gezamenlijk de juiste expertise biedt om voor haar als sparringpartner te kunnen dienen. Maar tevens ook toezicht houdt, toeziet op risico s, resultaten, kwaliteit en veiligheid, afspraken maakt en toeziet op de nakoming daarvan. Een evenwichtige samenstelling op basis van toegevoegde expertise, competenties en relevante netwerken is noodzakelijk ter dekking van alle verantwoordelijkheidsgebieden van de Raad van Toezicht en voor het functioneren van de organisatie. Vanzelfsprekend wordt van de individuele leden maatschappelijke betrokkenheid en aantoonbare belangstelling voor de doelstelling en visie van De Rading gevraagd. De Raad van Toezicht opereert als team vanuit collegiaal bestuur. Basis elementen voor gezamenlijkheid leden Raad van Toezicht Academisch denk- en werkniveau; beoordeelt hoofdlijnen; heeft strategisch bestuurlijke inzichten; heeft oog voor relatie tussen doelstellingen en resultaten; beoordeelt informatie op kwaliteit; beargumenteert besluiten en meningen; heeft visie op ontwikkelingen en onderkent trends; inzicht in het gehanteerde governance model; over de leden gespreide materiedeskundigheid op o.a. jeugdzorg en belangrijke stakeholders in het sociale domein, financiën en bedrijfsvoering in zijn algemeenheid, marketing, publiekscommunicatie; Bestuurlijke ervaring heeft een goed ontwikkelde maatschappelijke antenne en geweten; gezaghebbend en senioriteit; beschikt over aantoonbare bestuurlijke ervaring; heeft een breed en relevant netwerk; weet van, en heeft ervaring met jeugdzorg en stakeholders; Persoonlijkheid affiniteit en identificatie met de doelstelling en visie van De Rading; werkt samen en motiveert; is in staat distantie tot organisatie te bewaren, moet op afstand kunnen toezien en adviseren; is reflectief; is onafhankelijk en onbevangen; beschikt over voldoende tijd om zich zes tot tien maal jaarlijks vrij te maken voor de vergaderingen van de Raad van Toezicht. 4

5 Voorzitter De Rading is op zoek naar een kandidaat met een duidelijk strategisch, bestuurlijk profiel. Enerzijds vanwege complementariteit en anderzijds vereisen externe ontwikkelingen vanuit de overheid dat de kandidaat ervaring en netwerk heeft in het publieke én sociale domein, met sterke voorkeur voor kennis, ervaring en netwerk vanuit de gemeentelijke overheid. Weten hoe de (informele) processen lopen en besluitvorming tot stand komt, wie stakeholders zijn en gewend is met al deze gremia te onderhandelen. De Zorg is een bekende sector, vanuit ervaring en /of maatschappelijke betrokkenheid kent de Voorzitter de spelers binnen het veld en is op de hoogte van actuele ontwikkelingen in de zorg. De Voorzitter is zich bewust van de specifieke rol als bestuursvoorzitter, bewaker van collegialiteit in de Raad en van het team, en in de samenwerking met de Bestuurder. Voor de Bestuurder is de Voorzitter sparringpartner op strategische onderwerpen, klankbord, adviseur én ook werkgever. Diplomatie, onderhandelings- en leidinggevende vaardigheden zijn bewezen en aantoonbaar. Van de Voorzitter wordt naast de eerder genoemde basiselementen voor alle leden verwacht dat deze: diplomatieke en onderhandelingskwaliteiten bezit; verbindende kwaliteiten heeft, een teamspeler is en teamleiderschap bezit; goede vergadertechnische voorzitter is; dat betekent ruimte voor meningsvorming, sturen op besluitvorming, helder kunnen samenvatten; kwaliteiten op het gebied van conflictbeheersing: situationele sensitiviteit en gevoel voor menselijke verhoudingen bezit en in staat is tegenstellingen op constructieve wijze tot een oplossing te brengen; coachende kwaliteiten; bekendheid met publiek optreden; invulling geeft aan de specifieke klankbordrol waarin hij naast de reguliere vergaderingen tijd en gelegenheid creëert voor overleg met de Bestuurder; tijd beschikbaar heeft voor voorbereiding en representatie; op basis van bestuurlijke kennis en ervaring gezag en uitstraling heeft om wanneer het belang van de organisatie daarom vraagt gezag te laten gelden en wanneer noodzakelijk in te grijpen; bij incidenten zijn bestuurlijke rol pakt en overzicht houdt. Reageren Indien u zich herkent en geïnteresseerd bent in een van bovenstaande posities dan verzoeken wij u uw CV te zenden aan mail@crowngillmore.nl t.a.v. de heer Mr. J.A.M.L. Houben of mevrouw E.M.H. van den Hoven, onder vermelding van de specifieke positie. 5