nieuwsbrief Samenwerking tussen V&VN Centraal en afdeling van belang

Transcriptie

1 nieuwsbrief nummer 50 maart 2015 inhoud: Samenwerking tussen V&VN Centraal en afdeling van belang pagina 1 Vanuit het bestuur pagina 4 De biosimilars komen! pagina 7 Bericht van de werkgroep verpleegkundig onderzoek V&VN reumatologie pagina 9 De ledenraad pagina 11 Scholings- en congresagenda 2015 pagina 11 Samenwerking tussen V&VN Centraal en afdeling van belang E.G. van Laar, MSc, wetenschapsjournalist, dchg medische communicatie, Haarlem Judith van den Berg werkt als adviseur Vereniging bij Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN). Vanuit die functie is ze onder meer contactpersoon voor V&VN-afdeling Reumatologie. Hier vertelt ze over haar rol als contactpersoon, het belang van de samenwerking tussen V&VN Centraal en het bestuur van V&VN-afdeling Reumatologie en gaat ze kort in op de V&VN-brede doelstellingen. Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) heeft nu ruim leden. De vereniging zet zich in voor excellente zorgverlening. Tot onze belangrijkste doelen behoren het behartigen van de belangen en positioneren van de beroepsgroep, het gezamenlijk organiseren van activiteiten die voor de hele doelgroep (verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden IG) van belang zijn en het ondersteunen van individuele leden, vertelt Judith van den Berg. De vereniging is opgebouwd uit het verenigingsbestuur, de ledenraad, de afdelingen en platforms, de centrale commissies en het bureau. Er zijn maar liefst 34 afdelingen en 7 platforms. Het bureau heeft een belangrijke rol in het contact met de leden via het ondersteunen van de afdelingen en platforms. Werkzaamheden Ik ben vanuit V&VN contactpersoon voor zeven afdelingen, waaronder de afdeling Reumatologie. Daarnaast heb ik een aantal portefeuilles en projecten onder me. Zo houd ik me onder meer bezig met VAR s (Verpleegkundige en/of Verzorgende Adviesraden), hervormingen langdurige zorg (eerstelijnszorg) en het dossier GGZ. Het is afwisselend en uitdagend om met verschillende afdelingen samen te werken en daarnaast brede dossiers te beheren. Als contactpersoon ben ik de schakel tussen het V&VNbureau en de afdelingen. Dit is belangrijk voor de uitwisseling van informatie. Ik wil daarom graag weten wat er speelt binnen afdelingen en aan de andere kant draag ik het centrale beleid uit, het gaat dus echt om afstemming en samenwerken met elkaar. De specialistische vakinhoud komt vanuit de afdelingen zelf, vanuit de achterban en de besturen. Ik ondersteun, waar nodig, de afdelingsbesturen met het vormgeven van de beleidscyclus, waaronder het jaarplan en de begroting. Landelijke ontwikkelingen zijn voor alle afdelingen van belang, zo zijn bijvoorbeeld de hervormingen in de langdurige zorg en deskundigheidsbevordering voor een ieder een aandachtspunt, maar op andere vlakken hebben afdelingen hun eigen specifieke behoeften en uitdagingen. Van den Berg: De afdelingen zijn Wie is Judith van den Berg? Geboren op 20 april 1979 te Utrecht. Heeft de opleiding HBO-Verpleegkunde ( ) gevolgd in Utrecht en 7 jaar lang als verpleegkundige en seniorverpleegkundige gewerkt in het UMC Utrecht (jeugdpsychiatrie en acute volwassenenpsychiatrie). Heeft Verplegingswetenschap gestudeerd, in Utrecht. Werkte van 2008 tot 2011 bij Het Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging (LEVV) (inmiddels onderdeel van V&VN). Werkt sinds juli 2014, na een uitstapje terug naar de psychiatrie (coördinator Zorg, Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht), als adviseur Vereniging bij V&VN. Woont samen in de Bilt en is moeder van een zoon van 1,5 jaar oud.

2 UCB Pharma B.V. t e ucbnl@ucb.com w UCB is een wereldwijd opererend biofarmaceutisch bedrijf met vestigingen in meer dan 40 landen en het hoofdkantoor in Brussel. UCB heeft een sterke focus op ernstige aandoeningen en heeft de volgende expertisegebieden: aandoeningen van het centrale zenuwstelsel (epilepsie, narcolepsie, de ziekte van Parkinson en het restless legs syndroom) auto-immuunziekten (o.a. reumatoïde artritis) en allergische, respiratoire aandoeningen. UCB besteedt jaarlijks een kwart van de omzet aan onderzoek naar nieuwe behandelmogelijkheden wat resulteert in een goed gevulde pijplijn met innovatieve medicijnen in bovenstaande gebieden en ook voor o.a. fibromyalgie, migraine en lupus. Biofarma van de volgende generatie Voortdurende research op het gebied van biologie en chemie leidt tot nieuwe inzichten, nieuwe ontwikkelingen en nieuwe toepassingen om ernstige aandoeningen steeds effectiever te behandelen. Deze gecombineerde biologisch-chemische benadering, biofarma genaamd, staat centraal in ons dagelijks werk. Wij doen dit niet alleen. Om de complexiteit van ernstige ziektes beter te begrijpen en om deze ziektes efficiënter te kunnen behandelen werken wij nauw samen met vooraanstaande wetenschappers, partnerorganisaties en patiënten. Door deze integrale benadering bevinden wij ons in de voorhoede van biofarmaceutische bedrijven, met medicijnen die echt een stap voorwaarts betekenen voor patiënten en hun behandelaars. Met de patiënt als uitgangspunt staan integriteit, kwaliteit, innovatie, verantwoordelijkheid en transparantie centraal in onze bedrijfsfilosofie.

3 nummer 50 maart 2015 pagina 3 immers van oorsprong zelfstandige verenigingen, ze hebben elk hun eigen dynamiek. Daarnaast probeer ik verbindingen te leggen tussen verschillende afdelingen. Het is goed dat afdelingen samenwerken en dat is met name waardevol als ze met dezelfde vraagstukken of thema s bezig zijn. Zo hebben we laatst een invitational conference over de transitie in de langdurige zorg georganiseerd met alle afdelingen en platforms van V&VN. V&VN vindt het namelijk belangrijk dat alle afdelingen die met deze transitie te maken hebben met elkaar in gesprek gaan. Op deze manier konden we de signalen uit het veld verzamelen en delen. De signalen worden ook weer meegenomen naar de diverse landelijke overlegtafels en naar de politiek (lobby). Daarnaast hebben we met de afdelingen/platforms gekeken naar oplossingsrichtingen en welke samenwerking daarvoor noodzakelijk is. Reumatologie De samenwerking met de afdeling Reumatologie verloopt goed. De laatste tijd is het contact vrij intensief geweest. Het bestuur van de afdeling is op dit moment wat kleiner, waardoor we vanuit het bureau van V&VN tijdelijk meer ondersteuning bieden. Het is belangrijk dat het bestuur snel weer op volle sterkte komt. Er is veel te doen en te ontwikkelen en dat biedt mooie kansen. Ik heb er alle vertrouwen in dat de uitdagingen binnen de afdeling Reumatologie goed opgepakt worden, zegt Van den Berg. Ook voor de afdeling Reumatologie worden de eisen die aan deskundigheidsbevordering worden gesteld zwaarder. Het wordt steeds belangrijker dat je als verpleegkundige kunt laten zien dat je je vak goed bijhoudt. Het Kwaliteitsregister V&V (registratiesyteem) is hierbij een hulpmiddel, waarin verpleegkundigen en verzorgenden kunnen bijhouden wat zij doen aan deskundigheidsbevordering. Van den Berg: De afdeling Reumatologie doet het goed als het gaat om bij- en nascholing, met de vier SPORTscholingen (Systematische Professionele Ontwikkeling Reumazorg Telt) per jaar en bijvoorbeeld het in oktober 2013 georganiseerde congres Rheumatology Care Challenges for Nurses. Deze bijeenkomsten worden door veel leden van de afdeling bijgewoond. Ook elke individuele verpleegkundige moet zich ervan bewust zijn dat zij hier zelf een grote verantwoordelijkheid in heeft. Nog niet iedereen is daar zo mee bezig. Daarnaast verandert de wereld om ons heen snel en geldt dat de zorg steeds complexer wordt, vaak blijft het niet bij één ziektebeeld. Het wordt dan ook steeds belangrijker om intensief samen te werken en af te stemmen met andere disciplines en specialismen, ook buiten je eigen organisatie. Daarnaast is het belangrijk om meer nadruk te leggen op het versterken van de eigen regie en de zelfredzaamheid van cliënten en hun systeem te vergroten. Dit vraagt een omslag in denken van verpleegkundigen en verzorgenden: steeds meer van zorgen voor naar zorgen dat. Samen V&VN We vormen samen V&VN, niet alleen het centrale bureau of de afdelingsbesturen maar alle verenigingsorganen en natuurlijk ieder lid. Het is een uitdaging om ervoor te zorgen dat we ons, ondanks alle verschillende afdelingen en platforms, als één groep naar buiten profileren. We kunnen door onze grootte veel voor elkaar krijgen, stelt Van den Berg. Een van de speerpunten van de vereniging is dan ook het fungeren als aanspreekpunt en spreekbuis voor de beroepsgroep: lokaal, regionaal, landelijk en internationaal. Het is belangrijk dat alle verpleegkundigen en verzorgenden lid zijn van de beroepsvereniging. Hoe meer leden, hoe sterker we staan. Op dit moment hebben we ruim leden, bestaande uit verzorgenden IG, verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten. We zijn zelfs de grootste beroepsvereniging van Nederland! Het is mooi om te merken dat we de laatste jaren als V&VN overal een plek aan de landelijke overlegtafels hebben verworven. We worden steeds serieuzer genomen, maar moeten nu alert blijven en ervoor zorgen dat we onze positie behouden en verder versterken. Waar nodig gaan we actief de dialoog aan. Belangrijke thema s die op dit moment spelen en waar we ons voor inzetten zijn bijvoorbeeld de diverse akkoorden, de beroepsprofielen, hervormingen langdurige zorg en de voorschrijfbevoegdheid voor gespecialiseerd verpleegkundigen. Om structureel contact te hebben met de afdelingsbesturen organiseren we vier bijeenkomsten per jaar (twee keer per jaar een verenigingsbijeenkomst en twee keer per jaar een verenigingsconferentie) over de koers van de beroepsvereniging, zowel over de communicatie als de inhoud. Daarnaast maken we gebruik van de nieuwsbrief, website, V&VN Magazine en via social media, licht Van den Berg toe. Doelstellingen V&VN V&VN streeft er de komende jaren naar door te groeien tot een sterke vereniging met leden die zich voor een groot deel actief betrokken voelen bij de vereniging en bij haar activiteiten. V&VN is daarom voortdurend in gesprek met leden (verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden IG), aandeelhouders en beleidsmakers, creëert het draagvlak voor de positie van de professionals en neemt de leiding als dat in het belang van de leden nodig en wenselijk is. V&VN is bovendien creatief, ruimdenkend en heeft uiteraard passie voor zorg. Correspondentie Emma van Laar, MSc emma.vanlaar@dchg.nl

4 nummer 50 maart 2015 pagina 4 Vanuit het bestuur Namens het bestuur, Han Repping-Wuts, voorzitter van het bestuur van V&VN afdeling Reumatologie Inmiddels zitten we alweer in de derde maand van 2015 en gaan de ontwikkelingen binnen de afdeling door. In deze nieuwsbrief informeren we jullie over de belangrijkste punten. Tijdens de SPORT op 23 juni zullen we een afdelingsvergadering houden waarin we nader zullen ingaan op de plannen voor de toekomst. Website Han Repping. Zoals jullie hebben kunnen lezen op Hepicon hebben we als bestuur besloten om per 1 juli te stoppen met het gebruik van Hepicon als website voor onze leden. De kosten en de ontevredenheid van een aanzienlijk aantal leden over de gebruiksvriendelijkheid van de website hebben ons hiertoe doen besluiten. V&VN centraal lanceert in maart hun nieuwe website en we hebben besloten om aan te sluiten bij de website van V&VN. Dit heeft namelijk een aantal voordelen voor jullie als leden en voor ons als bestuur, namelijk: betere vindbaarheid; randzaken worden geregeld door V&VN waardoor wij ons op de inhoud kunnen richten; kosten zijn relatief laag. We realiseren ons dat het gebruik van een nieuwe website van iedereen weer een investering vraagt maar we hopen dat dit opweegt tegen de gebruiksvriendelijkheid van de nieuwe website. Annuleringsvoorwaarden deelname SPORTscholingsdagen Vorig jaar zijn we begonnen met het betalen van deelname aan de SPORT-scholingen via Hepicon. Maar automatische betalingen hebben ook consequenties en daar zijn we de afgelopen twee scholingsdagen tegenaan gelopen. Er waren namelijk mensen die wel betaald hadden maar onverwacht toch niet konden deelnemen maar ook mensen die er wel waren en niet betaald hadden. We hebben daarom voor de scholingsdagen van april en juni de volgende annuleringsvoorwaarden op papier gezet: Annuleringsvoorwaarden deelname SPORT 14 april en 23 juni Aanmelden en betaling voor deelname aan de SPORT-scholing vinden plaats via Hepicon. Deelnemers kunnen na inschrijving en betaling de factuur zelf uit printen. 1. De deadline voor het aanmelden en betalen via Hepicon is twee weken voor de datum van de SPORT-scholing. Dit in verband met een mogelijke annulering van de SPORT bij een aanmelding van minder dan 50 personen, twee weken voor de datum van de scholing. 2. Indien je je niet hebt aangemeld en/of betaald hebt, dan kun je niet deelnemen aan de SPORT-scholing. Het sturen van een factuur achteraf is dus niet mogelijk. 3. Annulering van deelname aan de SPORT is mogelijk tot twee weken voor de datum van de scholing en dan is restitutie van het betaalde bedrag ook nog mogelijk. 4. Bij annulering binnen twee weken voor de datum van de SPORT is geen restitutie mogelijk. 5. Er kan dan wel een collega in plaats van de aangemelde deelnemer komen. De factuur staat dan wel op naam van de eerder aangemelde deelnemer. Deze annuleringsvoorwaarden zullen ook te lezen zijn bij het programma van de desbetreffende scholingsdagen. Voor de SPORT van november 2015 en voor de toekomstige scholingsdagen gaan we het een en ander regelen via de nieuwe website. Hoe dat er precies uit komt te zien, kunnen we nu nog niet zeggen maar we zullen jullie daar tijdig over informeren. Onderzoek Per 1 april 2014 zijn Yvonne van Eijk en Han Repping gestart met het verpleegkundig onderzoek. Beiden waren daar 4 uur per week voor gedetacheerd. Han heeft echter, in verband met haar drukke werkzaamheden als voorzitter, het contract per 1 januari 2015 stop moeten zetten. Yvonne gaat samen met de projectgroep voor de periode tot 1 april 2016 nog door met het verpleegkundig onderzoek. De plannen van de projectgroep kunnen jullie lezen in deze nieuwsbrief. Bij vragen hierover kunnen jullie terecht bij Yvonne maar natuurlijk ook bij het bestuur. Afdelingsreglement Elke afdeling van V&VN hoort een goedgekeurd afdelingsreglement te hebben. Helaas bleken wij dat als afdeling niet te hebben. Het bestuur is op dit moment dan ook bezig om dat reglement goed op papier te zetten zodat alle leden op de hoogte zijn van de afspraken die er gelden. Zo n afdelingsreglement moet ook goedgekeurd worden door V&VN Centraal (Verenigingsbestuur en ledenraad). Zodra goedkeuring verkregen is, zullen we het ook in een afdelingsvergadering aan jullie voorleggen.

5 nummer 50 maart 2015 pagina 5 Bezoek EULAR en Najaarsdagen Zoals in de nieuwsbrief van december al aangegeven, heeft het bestuur besloten om dit jaar enkele mensen de gelegenheid te bieden om een bezoek te brengen aan de EULAR in Rome en aan de NVR Najaarsdagen. Voor een bezoek aan EULAR kunnen twee mensen, ieder voor een bedrag van 1000, gesponsord worden. Voor de Najaarsdagen zullen drie mensen het inschrijfbedrag vergoed krijgen. Aanmelden hiervoor is nu al mogelijk. Geef in je aanmelding aan waarom het voor jou belangrijk is om een bezoek te brengen aan de EULAR of de Najaarsdagen en op welke manier je de leden van onze afdeling hier nadien over wilt informeren. Dat kan via een presentatie tijdens de SPORT, via een artikeltje in het NTvR of in onze nieuwsbrief. Richtlijn Reumatoïde Artritis en participatie in arbeid We vragen jullie speciale aandacht voor de richtlijn Reumatoïde Artritis en participatie in arbeid. Deze richtlijn is te vinden op Hepicon, in de groep Reumatologie, onder het icoon bestanden of onder het displaybord Richtlijnen. Nieuwe bestuursleden gezocht Het huidige bestuur bestaat op dit moment uit Judith Scheepe, secretaris en penningmeester, Mieke de Munck, lid en volledig op de hoogte van alle bestuurlijke activiteiten maar door ziekte niet actief, en Han Repping-Wuts, voorzitter van het bestuur. Als bestuur kunnen we ons voostellen dat het in deze roerige tijden niet makkelijk zal zijn om je aan te melden als nieuw of aspirant bestuurslid. Het huidige bestuur wil echter niets liever dan de afdeling Reumatologie van V&VN op een goede manier voortzetten. Dat daarvoor eerst een aantal stappen op organisatorisch niveau noodzakelijk was, is een gegeven waar we zo goed en eerlijk mogelijk vorm en inhoud aan hebben gegeven. Als bestuur willen we op dit moment heel graag weer naar de inhoud gaan en daar hebben we zin in. De zorg gaat veranderen en er komt de komende jaren veel op ons bordje. Laten we ons daar samen, met al onze leden, sterk voor maken. Het aantal bestuursleden is op dit moment echter te gering om aan alle aspecten aandacht te kunnen besteden. We moeten daar noodgedwongen keuzes in maken. Heb jij echter visie op zorg en wil je graag een steentje bijdragen, dan is het een uitdaging en een kans om bestuurslid worden. Je kan je als aspirant lid aanmelden, waardoor je nog geen definitieve beslissing hoeft te nemen. Je kunt dan een aantal bestuursvergaderingen bijwonen en je input leveren. Mogelijk heb je bijzondere interesse voor bijvoorbeeld de redactie van onze nieuwsbrief of het beheer van de website of misschien heb je wel goede suggesties voor de SPORT-scholingen en wil je daar (al dan niet tijdelijk) een bijdrage aan leveren. Bespreek het met ons en we kijken samen naar de mogelijkheden. In het kort geven we hieronder wat informatie over wat een bestuursfunctie biedt en vraagt. Om bestuurslid te worden moet je uiteraard wel verpleegkundige en lid van onze afdeling zijn. Taken bestuur 1. Contact/vraagbaak met en voor leden, V&VN Centraal, en andere partijen, zoals de NVR, de NHPR, de St. Antoniusacademie etc. 2. Opstellen afdelingsreglement. 3. Input leveren voor nieuwsbrief die 4x per jaar uitkomt. 4. Beleidsplan (mee)schrijven en bijpassende begroting opstellen. 5. Meedenken over de toekomst van de afdeling, betrokken zijn bij landelijke ontwikkelingen van het verpleegkundige vak. 6. Vullen van de nieuwe website. 7. Organisatie van werkgroepen. 8. Organiseren van en deelname aan richtlijnen en projecten, zoals voorschrijven door verpleegkundigen en werkgroep bekostiging gespecialiseerde verpleegkundigen. 9. Bepalen selectiecriteria voor vergoeding bezoek EULAR en Najaarsdagen. 10. Deskundigheidsbevordering. 11. Meedenken over en input leveren voor verpleegkundig onderzoek. Wat bieden we 1. Aspirant lidmaatschap van het bestuur voor Definitief lidmaatschap van het bestuur moet tijdens een afdelingsvergadering door de leden goedgekeurd worden. 2. Deelname bestuursscholing V&VN (betaald). 3. Deelname verenigingsbijeenkomsten en -conferenties V&VN: 4 keer per jaar (betaald). 4. Jaarlijkse vergoeding van reiskosten. 5. Bestuursfunctie levert 5 punten per jaar op voor het kwaliteitsregister. 6. Uitvoeren bestuursfunctie kun je toevoegen aan je CV. 7. Inhoudelijke deelname aan werkgroepen levert ook op jaarbasis 5 punten op voor het kwaliteitsregister. 8. Uitbreiding van je professionele netwerk, deskundigheidsbevordering. Wat vragen we 1. Enthousiasme voor het vak en voor de afdeling, overstijgend kunnen denken, etc. 2. Deelname aan 6 bestuursvergaderingen per jaar, duur per keer 2 uur. 3. Deelname aan jaarlijkse beleidsdag. 4. Aanwezigheid bij jaarlijkse afdelingsvergadering. 5. Inhoudelijke input vanuit je vak als reumaverpleegkundige. Correspondentie Mocht je vragen hebben, neem dan contact op met: Judith Scheepe: j.scheepe@maartenskliniek.nl of telefoon nummer: (ma, di, do, vrij) Han Repping-Wuts: han.repping-wuts@radboudumc.nl of telefoonnummer: (ma-do)

6 Versoepel uw dag met de ReumaCoach TM Download de gratis app via reumacoach.nl RHEU Veters strikken, tanden poetsen, een kraan opendraaien. Als u reuma heeft, gaan dit soort alledaagse dingen vaak stroef. Daarom introduceert MSD de app ReumaCoach. Hij houdt bij hoe u zich voelt en geeft oefeningen voor soe pele gewrichten. Hij her innert u wanneer u uw medicatie moet innemen en aan uw afspraak bij de reumatoloog. Zo verloopt uw dag net wat soepeler. Postbus PC Haarlem

7 nummer 50 maart 2015 pagina 7 De biosimilars komen! Dr. Bart van den Bemt, apotheker/onderzoeker, afdeling Farmacie, Sint Maartenskliniek, Nijmegen Zo n 15 jaar geleden was de introductie van de (anti-tnf) -biologicals een enorme doorbraak bij de behandeling van inflammatoire reumatische aandoeningen, zoals reumatoïde artritis. Tot die tijd werden patiënten behandeld met geneesmiddelen met een relatief eenvoudige chemische structuur: traditionele DMARDs zoals methotrexaat, sulfasalazine en goud. Nu, 15 jaar later, verlopen de patenten van de eerste anti-tnfmiddelen (infliximab en niet veel later etanercept), waardoor er biosimilar-infliximab en biosimilar-etanercept op de markt gaan komen. Hiermee wordt er weer een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de behandeling van reumatische aandoeningen. De behandeling met anti-tnf-middelen zal goedkoper worden, terwijl de veiligheid en effectiviteit niet veranderen. Voltaren werd diclofenac, Arava ging vaak over in leflunomide en sinds kort is er naast Celebrex ook celecoxib. Van de traditionele geneesmiddelen zijn we gewend dat het patent op een gegeven moment verloopt, en dat er naast het merkgeneesmiddel ook een generieke variant in de handel komt. Echter, traditionele geneesmiddelen zijn relatief eenvoudig van chemische structuur. Simpel gezegd zijn het een aantal atomen die chemisch gezien aan elkaar vast geplakt worden met behulp van chemische reacties. Biologicals zijn moeilijke geneesmiddelen om na te maken Bij biologicals ligt dat minder eenvoudig. Biologicals zijn namelijk eiwitten die door levende cellen gemaakt worden. Eiwitten bestaan uit veel meer onderdelen dan gewone geneesmiddelen: doorgaans heeft een eiwit duizend keer meer atomen dan een gewoon geneesmiddel. Daarnaast zijn deze lange eiwitmoleculen in een driedimensionale structuur gevouwen. Hoe zo n eiwit gevouwen is, zorgt er ook voor dat het eiwit herkend wordt in het lichaam en zo zijn werk kan doen. Door de complexe structuur van eiwitten (en dus biologicals) zijn biologicals minder makkelijk na te maken. Sterker nog: omdat biologicals een complexe structuur hebben, is niet elke originele biological die door de fabrikant wordt gemaakt hetzelfde. Dus ook nu zijn er al (kleine) verschillen tussen de verschillende batches anti-tnf-middelen van één fabrikant die bij de apotheek liggen. Een biosimilar is soortgelijk maar niet identiek aan het originele geneesmiddel Omdat een biosimilar maken niet eenvoudig is, zijn fabrikanten al jaren bezig om de bestaande anti-tnf-middelen na te maken. Hiervoor kopen de biosimilarfabrikanten verschillende partijen biological, en proberen zij het bestaande middel zo goed mogelijk na te maken. Maar helemaal 100% namaken is haast onmogelijk. De definitie van biosimilar is dan ook niet voor niets een biosimilar is een biological die qua kwaliteit, biologische activiteit, veiligheid en effectiviteit soortgelijk is aan een andere actieve substantie die al op de markt is. Soortgelijk dus, maar niet identiek. Onderzoek voordat het biosimilar op de markt wordt toegelaten Om te bewijzen dat het biosimilar soortgelijk is aan het originele product moet de fabrikant laten zien dat: (1) het biosimilar bestaat uit dezelfde (volgorde van) atomen en driedimensionale structuur als het originele product, (2) in reageerbuisproeven zich hetzelfde gedraagt qua farmacologische activiteit en (3) in minimaal één klinische studie bij patiënten hetzelfde effect en veiligheid laten zien. Als een biosimilar eenmaal in de handel is, is het onderzoek naar de veiligheid en effectiviteit van deze geneesmiddelen nog niet afgelopen. Real-life studies en databases dienen vervolgens de langetermijnsveiligheid in grote groepen mensen te bevestigen. Wanneer een biosimilar in Europa erkend is als geneesmiddel, zijn er zoveel tests gedaan dat de effectiviteit en veiligheid van het geneesmiddel geborgd zijn. Andere indicaties Het onderzoek naar de effectiviteit en veiligheid van het biosimilar hoeft de fabrikant van het biosimilar niet te herhalen voor elke indicaties die een biological heeft. Veel anti-tnf-middelen hebben naast reumatoïde artritis ook de ziekte van Bechterew of artritis psoriatica als indicatie. Wanneer de aandoeningen sterk op elkaar lijken qua mechanisme (en er geen grote verschillen zijn in comedicatie) dan volstaat het vaak dat de fabrikant slechts één indicatie onderzoekt. De andere indicaties, mits je kunt aantonen dat deze indicaties lijken op indicaties die wel onderzocht zijn, krijgen de fabrikant van het biosimilar er dan bij. Vaak is dan wel weer aanvullend real-life onderzoek naar de registratie en/of aanvullende monitoring vereist om de effectiviteit en veiligheid van het geneesmiddel te bevestigen. Wie kan ik een biosimilar geven? Als er dan geen verschil in effectiviteit en bijwerkingen is tussen het originele biological en de biosimilar, wanneer kun je dan het biosimilar inzetten? Allereerst kan bij een nieuwe patiënt altijd gestart worden met een biosimilar. De Nederlandse Vereniging

8 nummer 50 maart 2015 pagina 8 voor de Reumatologie bevestigt dit, door in haar richtlijn aan te geven dat er geen klinisch relevante verschillen zijn in effect en bijwerkingen tussen biosimilar en origineel middel bij mensen die anti-tnf-therapie starten. Meer discussie is er over de patiënt die een goed effect heeft op een bestaande biological. Als geld geen rol speelt, zou er geen aanleiding zijn om deze patiënt te switchen. Echter, vanuit maatschappelijk perspectief zou het switchen van de patiënt naar een andere, goedkopere biological/biosimilar nuttig kunnen zijn om de zorg doelmatig te houden. Verschillende onderzoeken kijken nu of het verantwoord is om een patiënt die goed reageert op een biological zomaar over te zetten naar een andere (biosimilar) biological. De eerste trials lijken aan te geven dat een biosimilar even effectief is als het originele anti-tnf, ook bij patiënten die succesvol behandeld worden met een bestaand middel. Echter, afdoende bewijs is nog afwezig. Dit is dan ook de reden dat het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen aangeeft dat patiënten zoveel mogelijk op een biologisch middel gehouden dienen te worden als men daar klinisch goed op reageert. Als er toch uitwisseling plaatsvindt (uiteraard pas nadat het met de patiënt overlegd is), is het goed om op patiëntniveau vast te leggen welk product en welke batch aan de patiënt worden verstrekt. Kortom, biosimilars lijken ervoor te zorgen dat de medicamenteuze behandeling van reumatische aandoeningen een stuk goedkoper wordt, bij nieuwe patiënten kan men zo starten met een biological of biosimilar. Het switchen van patiënten die goed reageren op bestaande therapie dient met terughoudendheid gedaan te worden. Als dat toch wel gebeurt, dienen product en batch goed vastgelegd te worden, zodat herleidbaar is welke patiënt welk geneesmiddel heeft gehad. Correspondentie Bart van den Bemt B.vandenbemt@maartenskliniek.nl Lang verwacht, eindelijk gekomen: Canon van de reumatologie Canon van de reumatologie Geen specialisme is in de laatste dertig jaar zo veranderd als de reumatologie. Het inzicht in de pathogenese van reumatische ziekten is toe genomen, evenals de diagnostische mogelijkheden en de effectieve behandelingsmogelijkheden. De Nederlandse reumatologen hebben bij dit alles een toonaangevende rol gespeeld. Kortom, genoeg g onderwerpen om uit te putten voor de Canon van de reumatologie, onder redactie van Leo van de Putte (voorzitter), Monique Geurts, Annelise Linssen, Daniel Moolenburgh en Timothy Radstake. Een greep uit de inhoudsopgave: Methotrexaat, een revolutie in de reumatologie Specifi eke antistoffen bij reumatoïde artritis: een Nederlandse vinding Het succes van de COBRA-strategie Grenzeloze zorg: de internationalisering van de reumatologie Pijnstillers: van wilg en mirte naar aspirine Glucocorticoïden, verguisd en bejubeld Osteoporose, artrose, jicht, systemische lupus erythematodes en spondylartritis De stem van de patiënt Van eminence- naar evidencebased en naar optimale therapie 47 vensters van de reumatologie Leo van de Putte Monique Geurts Annelise Linssen Daniel Moolenburgh Timothy Radstake Bestel nu de Canon van de reumatologie voor slechts 32,50 (inclusief btw en verzendkosten) via

9 nummer 50 maart 2015 pagina 9 Bericht van de werkgroep verpleegkundig onderzoek V&VN reumatologie Yvonne van Eijk-Hustings, RN, PhD, Maastrichts Universitair Medisch Centrum Het verpleegkundig onderzoek beoogt het werk van de reumaverpleegkundige te onderbouwen. Dat is belangrijk, want in de huidige gezondheidszorg wordt steeds meer gevraagd naar de toegevoegde waarde van de reumaverpleegkundige. Zoals al in de vorige nieuwsbrief werd gemeld, richt de werkgroep verpleegkundig onderzoek zich op twee sporen voor verder onderzoek. Spoor één is gericht op behoeften van patiënten en spoor twee is gericht op de positie van de reumaverpleegkundige. De sporen zijn uitgewerkt in een onderzoeksplan dat in verschillende kleine delen kan worden uitgevoerd. Gezien de beperkte beschikbare uren hebben we de volgende keuzes gemaakt: we hebben besloten om te starten met het verkennen van zelfmanagement en wat we daaronder verstaan. Daarnaast zal een onderzoek worden gedaan naar de huidige invulling van de spreekuren door reumaverpleegkundigen. Beide onderzoeken zijn erg belangrijk met het oog op de huidige ontwikkelingen in de zorg en dienen als een eerste stap naar vervolgactiviteiten. Om de onderzoeken te kunnen uitvoeren zullen studenten van verplegingswetenschap en van de opleiding tot reumaverpleegkundige worden ingezet. De studenten zullen bij de verschillende activiteiten worden begeleid door de werkgroepleden. Jullie worden op verschillende manieren betrokken bij bovenstaande activiteiten. Zo zullen jullie op enig moment worden geïnterviewd of worden gevraagd een vragenlijst in te vullen. De stand van zaken zal steeds worden gerapporteerd in de nieuwsbrief. Ik wil jullie allemaal nadrukkelijk uitnodigen om mee te denken. Als praktijkmensen zijn jullie misschien niet gewend om onderzoek te doen, maar de inbreng vanuit de praktijk is echt heel belangrijk. En je kan je mening ook geven als je geen onderzoekservaring hebt. Laat dus gerust weten als je graag mee wilt denken. De tijdsinvestering zal niet groot zijn. Namens de werkgroep verpleegkundig onderzoek: Conny Veldhuizen, Hanneke Voorneveld, Judy Ammerlaan, Antoinet Verborg, Marian Kleine Schaars, Bertha Maat, Monique Lieon, Marleen Bolech, Liesbeth Beaart-van de Voorde, Yvonne van Eijk-Hustings. Correspondentie Yvonne van Eijk-Hustings, RN, PhD, Maastrichts Universitair Medisch Centrum yvonne.eijk.hustings@mumc.nl

10 HIER DOEN WE HET VOOR Voor die ene moeder met een reumatische aandoening die ook gewoon haar kind wil kunnen optillen. En voor al die andere mensen die nu nog door hun ziekte worden beperkt in hun bewegingsvrijheid. Hen hebben wij in gedachten bij de ontwikkeling van nieuwe medicijnen. Pfi zer zal ook de komende jaren haar capaciteiten daarvoor inzetten. Samen werken aan een gezondere wereld OOK IN REUMATOLOGIE 11.ENB.28.4

11 nummer 50 maart 2015 pagina 11 Colofon: Informatie en redactie: Han Repping-Wuts, tel: , Uitgever: dchg medische communicatie, Haarlem Vormgeving: honderdenéén grafisch ontwerp, Haarlem Oplage: 300 De V&VN-nieuwsbrief verschijnt in maart, juni, september en december. Kopij ontvangen wij graag begin februari, mei, augustus en november. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van de uitgever of de redactie. De uitgever is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze uitgave. De ledenraad Renske Zandhuis, reumaconsulent, Gelre ziekenhuis Apeldoorn Sinds 2011 zit ik in de ledenraad van de V&VN. In het begin is mij al eens gevraagd om daar iets over te schrijven maar toen had ik er nog weinig zicht op. Mijn periode zit er bijna op dus nu kan ik er wel iets meer over vertellen. De belangrijkste taken van de ledenraad zijn: Het goedkeuren van en toezien op de uitvoering van het meerjarig beleidsplan Goedkeuren begroting Goedkeuren jaarlijkse ledenbijdrage Goedkeuren jaarverslag en jaarrekening Het benoemen, schorsen en ontslaan van bestuursleden Daarnaast krijg je veel zaken ter goedkeuring, zoals een naamswijziging van een afdeling of het goedkeuren van het samengaan van afdelingen. De eerste ledenraad van de V&VN bestond uit mensen die ook in het bestuur zaten van de verschillende afdelingen. Zij hebben toen de keus gemaakt dat er een ledenraad moest komen die geen zitting meer hadden in het afdelingsbestuur. Wel kon iedere afdeling iemand afvaardigen, daarbij aantekenend dat je er op persoonlijke titel zat, zonder last en ruggespraak. Doordat de besturen geen mensen meer in de ledenraad hadden, kregen zij het idee dat ze minder informatie kregen en hun invloed beperkt werd. Per jaar wordt er twee keer een verenigingsconferentie gehouden waar de bestuursleden van de afdelingen en van het algemeen bestuur elkaar ontmoeten om de verschillende ontwikkelingen door te spreken. De leden van de ledenraad worden nu ook geacht daar zoveel mogelijk bij aanwezig te zijn om zo de verschillende signalen mee te kunnen nemen. De volgende verandering is nu dat niet alle afdelingen meer in de ledenraad vertegenwoordigd zijn. Argumenten hiervoor zijn dat de groep te groot wordt en dat het aantal leden dat niet is aangesloten bij een afdeling ook sterk is toegenomen. Het was de bedoeling om verkiezingen te houden maar aangezien er 25 personen zich verkiesbaar hadden gesteld, hebben we als huidige ledenraad besloten dat er geen verkiezingen komen maar dat iedereen in de ledenraad kan komen. Wat de ledenraad erg interessant maakt is dat je uit eerste hand de landelijke ontwikkelingen hoort. Inmiddels heeft de V&VN bijna leden, deels via de afdelingen, deels via collectieve lidmaatschappen en deels individueel. Het is erg belangrijk dat er een goede vertegenwoordiging is voor de verpleegkundigen. De V&VN behartigt de belangen in Den Haag en wordt een steeds belangrijker gesprekspartner. Het is mij in de afgelopen periode goed duidelijk geworden wat de V&VN allemaal doet. Als voorbeeld voor de wijkverpleegkundigen heeft de V&VN er mede voor gezorgd dat er geen knip (deel gemeente en deel ziektekostenverzekering) is gekomen in de verpleging thuis. Het gaat dus vooral om de overstijgende belangen voor ons als verpleegkundigen. Tot zover mijn ervaringen in de ledenraad. Correspondentie Renske Zandhuis, reumaconsulent Tel Scholings- en congresagenda 2015 Datum 14 april 2015 Omschrijving SPORT-scholing Datum 23 juni 2015 Omschrijving SPORT-scholing Datum 17 november 2015 Omschrijving SPORT-scholing Datum juni EULAR Rome Omschrijving EULAR Rome Datum september 2015 Omschrijving NVR Najaarsdagen Papendal Arnhem Datum 6-11 november 2015 Omschrijving ACR San Francisco Verenigde Staten

12 Denken in mogelijkheden Er zijn voor je leerlingen Fit voor de dag Verlichten van symptomen NL/HUM/0215/0167