HUISHOUDELIJK REGLEMENT (Versie 1 van ) Versie 2 van Versie 3 van 24/07/2008 Versie 4 van 01/04/2010) Versie 5 van 03/02/2011

Transcriptie

1 HUISHOUDELIJK REGLEMENT (Versie 1 van ) Versie 2 van Versie 3 van 24/07/2008 Versie 4 van 01/04/2010) Versie 5 van 03/02/2011 Dienst voor onthaalouders Jabbeke Caverstraat Jabbeke 050/ Adres: Caverstraat Jabbeke tel: 050/ fax: 050/ onthaalouders@jabbeke.be De onthaalouders hebben een lijst van alle collega-onthaalouders bij de dienst. 1.ALGEMEEN De dienst voor onthaalouders OCMW Jabbeke is erkend en gesubsidieerd door Kind en Gezin. De dienst voor onthaalouders voldoet aan de eisen die de overheid stelt. 1.1 Organiserend bestuur De dienst voor onthaalouders in Jabbeke wordt georganiseerd door het organiserend bestuur van het OCMW. 1.2 Bereikbaarheid De dagelijkse leiding is in handen van Nancy Cloet en Sieska Sevenant. Zij coördineren de activiteiten, begeleiden de onthaalouders en onderhouden het contact met het doelpubliek en de externe instanties. De verantwoordelijken zijn te bereiken op het secretariaat van het OCMW op woensdagvoormiddag van 8.30 tot of op afspraak. Indien de dienstverantwoordelijken niet aanwezig zijn, kan er contact opgenomen worden met het onthaal van het OCMW op het nummer 050/ Doelgroepomschrijving De dienst voor onthaalouders richt zich voornamelijk op kinderen tot ongeveer 3 jaar die nog niet naar de basisschool gaan. Een aantal van de aangesloten onthaalouders kiest ervoor om schoolgaande kinderen op te vangen. Deze opvang kan tot het einde van de basisschool, in afspraak met de onthaalouder. De dienst staat open voor de inclusieve opvang van kinderen met een specifieke zorgbehoefte. De dienst beschikt over onthaalouders en professionele medewerkers die de onthaalouders begeleiden met oog op het aanbieden van optimale ontplooiingskansen aan de kinderen.

2 1.4 Verzekering De dienst voor onthaalouders heeft een verzekering afgesloten voor de burgerlijke aansprakelijkheid van de onthaalouders en de kinderen, alsook een verzekering tegen lichamelijke ongevallen voor de opgevangen kinderen, op de momenten dat het kind onder toezicht staat van de onthaalouder. Aangifte van schadegevallen of ongevallen gebeurt aan de dienstverantwoordelijke of haar/zijn vervanger, binnen de 24 u. na het gebeuren, zodat deze de verzekeringsinstelling op de hoogte kan brengen. 1.5 Klachtenbehandeling Graag nodigen we je in eerste instantie uit eventuele dingen waaromtrent je je vragen stelt of waarmee je niet akkoord gaat, in een zo vroeg mogelijk stadium aan te kaarten bij de onthaalouder en/of de dienstverantwoordelijke. Samen zullen we trachten tot een oplossing te komen. Je kunt je klacht ook schriftelijk formuleren en bezorgen aan de dienstverantwoordelijke of aan een lid van het organiserend bestuur. We garanderen je dat elke klacht op een efficiënte en doeltreffende manier geregistreerd, behandeld en beantwoord wordt. Discussiepunten in verband met klachten, waarvan je de indruk hebt dat ze ontoereikend beantwoord werden, kunnen ook voorgelegd worden aan de klachtendienst van Kind en Gezin, Hallepoortlaan 27 te 1060 Brussel. Tel. 02/ of é-mail: 1.6 Opnamebeleid Je neemt contact op met de dienst voor onthaalouders. De dienstverantwoordelijke geeft uitleg over de werking van de dienst. Er wordt getracht om je verschillende namen en adressen van onthaalouders te geven die een plaats vrij hebben op het moment dat de opvang zou starten. Je kunt deze onthaalouder(s) contacteren, een bezoek regelen en je voorkeur kenbaar maken aan de dienst. De onthaalouder beslist op haar beurt of ze wil instaan voor de opvang van je kind. Voorrang wordt door de dienst, zoals beschreven in de regelgeving, gegeven aan kinderen : a) van alleenstaande ouders die door werkomstandigheden of het volgen van een opleiding hun kinderen tijdens de dag niet zelf kunnen opvangen b) van wie de ouders een arbeidsinkomen hebben dat lager is dan een inkomensgrens die elk jaar op 1 juli door de Vlaamse Regering wordt berekend volgens de bepalingen die zijn opgenomen in het Besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 2001, en die door werkomstandigheden of het volgen van een opleiding hun kinderen tijdens de dag niet zelf kunnen opvangen c) van wie ouders een inkomen hebben dat lager is dan een inkomensgrens die elk jaar op 1 juli door de Vlaamse Regering wordt berekend volgens de bepalingen die 2

3 zijn opgenomen in het Besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 2001, en voor wie kinderopvang belangrijk is met het oog op hun economische en maatschappelijke participatie d) voor wie het vanwege sociale en/of pedagogische motieven wenselijk is dat zij gedurende de dag opvang en begeleiding krijgen buiten het eigen gezin e) van wie een broertje en/of zusje op het ogenblik van de start van de opvang in de voorziening wordt opgevangen De voorrang voor categorie a), b), c) en d) is bindend tot de dienst tot zij voor ten minste 20% van de opvangcapaciteit effectief is gerealiseerd. Indien er op het moment van aanvraag geen vrije plaatsen zijn, informeert de dienstverantwoordelijke je hierover en bespreekt de verdere opvolging van de opvangvraag. Een onthaalouder, aangesloten bij de dienst, kan enkel kinderen opvangen die via de dienst geplaatst en ingeschreven zijn. Er kunnen dus geen plaatsingen rechtstreeks met de onthaalouder worden vastgelegd. Als er geen vrije plaats is bij onze onthaalouders, wordt je opvangvraag op een wachtlijst genoteerd. Op de wachtlijst noteren wij volgende gegevens: naam, adres, telefoonnummer, opvangvraag, vermoedelijke startdatum van de opvang, geboortedatum of vermoedelijke bevallingsdatum, eventueel enkele specifieke gegevens die toelaten een voorrangsbeleid te voeren. De volgorde van deze wachtlijst wordt gerespecteerd op het moment dat een plaats vrijkomt. Van deze volgorde kan worden afgeweken, rekening houdend met specifieke situaties, eventuele dagdelen die vrij komen en die tegemoet komen aan een bepaalde vraag, of de reglementaire voorrangsregels zoals werkomstandigheden van de ouders, sociale en/of pedagogische motieven, inkomen of alleenstaande ouders. Daarnaast wordt er ook voorrang gegeven aan zusjes of broertjes van kinderen die reeds opgevangen worden. Wanneer we je op het moment dat je op de wachtlijst staat geen zekerheid kunnen geven over het al dan niet plaatsvinden van de opvang op de gewenste opvangdatum, zullen we je in elk geval één maand voor deze gewenste opvangdatum melden of de opvang al dan niet plaats kan vinden. Eens de opvang is gestart en je onthaalouder is tijdelijk onbeschikbaar, kan je beroep doen op de dienst om samen een oplossing te bespreken. 2. INTERN WERKINGSKADER Als dienst voor onthaalouders, erkend door Kind en Gezin, wordt er voortdurend gewaakt over de kwalitatieve uitbouw van de werking. Daarbij zijn vier pijlers belangrijk: - opvoeding en ontplooiing van de kinderen (pedagogisch beleid) - samenwerking tussen ouders en onthaalouders - samenwerking tussen ouders en dienst 3

4 - samenwerking met externen Meer informatie hierover krijg je bij de dienstverantwoordelijke. 2.1 Visie met betrekking tot het aanbieden van een optimaal pedagogisch klimaat De dienst voor onthaalouders heeft als doelstelling een omgeving te creëren op maat van het kind. Het bepalen van deze accenten gebeurt in functie van de eigenheid en de individuele behoeften van het kind. Het ontdekken van deze behoeften gebeurt in samenspraak met de ouders en de opvoeders van het kind. De dienst wil er vanuit gaan dat een kind behoefte heeft aan een optimaal pedagogisch klimaat. Kinderen hebben behoefte aan geborgenheid maar ook aan respect voor hun individu. Zijn eigen ritme zal de ontwikkeling van taal, motoriek en sociale vaardigheden doen evolueren. Het is eveneens een stimulans voor zijn ontwikkeling. De kindvriendelijke houding van de onthaalgezinnen zal vertrouwen geven aan het kind om zijn totale omgeving te ontdekken. In de verschillende situaties (slaap, spel, eten) zal het kind zijn autonomie mogen behouden zodat er een aangepaste regelmaat voor het kind ontstaat. Een optimaal pedagogisch klimaat is een omgeving waar het kind wordt benaderd met respect voor zijn eigenheid en met aandacht voor zijn individuele behoeften. De onthaalouders aangesloten bij de dienst bieden een kleinschalige opvang waar huiselijke sfeer en individuele benadering van elk kind centraal staat. Om de kleinschaligheid te kunnen garanderen, kan een onthaalouder niet meer dan 4 voltijdse kinderen per kwartaal opvangen. Eigen kinderen die nog niet naar de kleuterschool gaan worden meegerekend in de bezetting. Er kunnen maximaal 8 kinderen gelijktijdig aanwezig zijn. Bij 2 samenwerkende onthaalouders zijn dat er 14. Eigen kinderen die niet voltijds naar de kleuterschool gaan worden meegerekend. 2.2 Visie rond de samenwerking tussen ouders en onthaalouder Een goede communicatie tussen de ouders en het onthaalgezin geeft de mogelijkheid om een vlot contact in een open sfeer uit te bouwen. Voor de opbouw van een vertrouwensrelatie moet er blijvend aandacht zijn voor overlegmomenten, openheid en een wederzijds respect voor elkaar. Vanuit een respectvolle houding zal de onthaalouder een goed contact uitbouwen met de ouders. De onthaalouder geeft een persoonlijke invulling aan haar dagtaak maar zorgt voor een open en goede sfeer binnen de samenwerking. In samenspraak met de ouders komt de onthaalouder tot een optimale opvang van het betrokken kind. De openheid en de inbreng van relevante informatie door de ouders kunnen de opvang van hun kind meer kwaliteit geven. De dienst verwacht van de ouders dat ze de gemaakte afspraken naleven en de privacy van het onthaalgezin respecteren. 2.3 Visie rond de samenwerking tussen ouders en dienst De dienst wil zijn werking op een zo goed mogelijke manier afstemmen op de behoeften van de cliënt, m.n. de ouders. Deze opdracht kan enkel waargemaakt worden als er een wederzijds respect is en er een goede communicatie is tussen de dienstverantwoordelijke en de ouders. De dienstverantwoordelijke heeft een open houding t.a.v. de verscheidenheid van de ouders. De ouders die beroep doen op de dienst moeten ingelicht worden over de werking van de dienst. De dienstverantwoordelijke neemt de tijd voor een volledig intakegesprek met de ouders. Hier wordt geprobeerd de verwachtingen van de ouders en het aanbod van onthaalouders op 4

5 elkaar af te stemmen. Tijdens de intakeprocedure worden de ouders geïnformeerd over de werking van de dienst. De ouders worden ingelicht over de wijze waarop de onthaalouders worden begeleid. Het huishoudelijk reglement wordt besproken. De ouders worden geïnformeerd over de wijze waarop suggesties en klachten kunnen worden gemeld. De dienstverantwoordelijke stimuleert op haar beurt de ouders om met hun onthaalouder te praten over de opvoeding en verzorging van hun kindje. Ouders en onthaalouders zijn samenwerkende partners in de opvoeding van het kind. Overleg is belangrijk om tot een goede samenwerking te komen. Een vlotte administratieve behandeling van de facturatie en het afleveren van de fiscale attesten is eveneens een doelstelling die de samenwerking kan bevorderen. 2.4 Visie rond de samenwerking met andere diensten en organisaties De dienst staat open voor samenwerking met andere diensten en organisaties. Wij gaan er vanuit dat een samenwerking noodzakelijk is om de eigen ervaring te verruimen en een goede begeleiding te kunnen blijven aanbieden. Als dienst werken we samen met de regelgevende en subsidiërende diensten van Kind & Gezin. Inspectie en begeleiding wordt als een waardevolle kwaliteitsgarantie beschouwd. We willen er eveneens voor zorgen dat de fysieke en psychische veiligheid van de kinderen niet in het gedrang komt. Wij willen voldoende kunnen inspelen op noden en behoeften in deze maatschappij door te voorzien in vorming en bijscholing van het personeel, de onthaalouders en ouders. Hiervoor doen wij beroep op de kennis van vormingsorganisaties en deskundigen. Overleg en samenwerking met andere opvanginitiatieven zijn belangrijk in het aanbieden van een opvang die past bij het kind en de behoeften van de ouders. Wij denken hierbij aan onderlinge contacten met omliggende crèches, zelfstandige onthaalouders, andere diensten voor onthaalouders, lokaal overleg buitenschoolse opvang, opvang op school, babysitdiensten, speelpleinwerking, enz. Wij staan open voor de inclusieve opvang van kinderen met een specifieke zorgbehoefte en zorgen voor aangepaste infrastructuur en pedagogische inzichten door een onderlinge wisselwerking met de betrokken personen. Door overleg en het uitwisselen van informatie, inzichten, ervaringen, vaardigheden en gevoeligheden komen wij tot een vlotte werking. De provinciale vergaderingen zijn belangrijke bijeenkomsten die de werking van de dienst ten goede komen. De dienst wordt in haar werking ook ondersteund door het samenwerkingsverband VVSG vzw diensten voor onthaalouders. Deze organisatie verzorgt onder andere de startcursussen voor nieuwe onthaalouders. Voor meer informatie kan je terecht bij de dienstverantwoordelijke. 3.1 Opvangplan 3. AFSPRAKEN IVM DE OPVANG De startdatum en de individuele dag- en uurregeling worden in een schriftelijke overeenkomst vastgelegd, die bindend is voor de ouders en de dienst voor onthaalouders. Dit opvangplan is eveneens van belang voor de administratie binnen het sociaal statuut van de onthaalouder. Het opvangplan wordt zoveel mogelijk ingevuld op weekbasis. 5

6 Sporadische afwijkingen op het opvangplan, kunnen enkel in overleg met de onthaalouder. Hoewel je als ouder ervan zou kunnen uitgaan dat een onthaalouder zich soepel kan opstellen omdat zij in haar eigen huis een opvang realiseert, vragen wij met aandrang de afgesproken regeling te respecteren. Elke wijziging in de dag- en uurregeling van het opvangplan die langer dan 4 weken duurt, wordt schriftelijk vastgelegd in een nieuw opvangplan. De onthaalouder deelt tijdig haar vakantieperiode mee aan de ouders. 3.2 Breng- en haalmomenten Ouders brengen en halen hun kind op de met de onthaalouder afgesproken uren. Wanneer je door omstandigheden je kind pas later kan afhalen dan afgesproken, dien je de onthaalouder te verwittigen vóór het normale afhaaluur. Als ouder heb je toegang tot de ruimtes waar je kindje verblijft. De onthaalouder vertrouwt je kind alleen toe aan de personen die uitdrukkelijk worden vermeld in de overeenkomst. Je verwittigt de onthaalouder wanneer derden je kind afhalen. Treedt er in de loop van de opvang een wijziging op in het ouderlijk gezag of het verblijf- of bezoekrecht, dan is het nodig hieromtrent zo snel mogelijk een aanpassing te doen in de overeenkomst. 3.3 Samenstelling kinddossier Voor de opvang start worden een aantal documenten in orde gebracht. Deze worden samen overlopen met de dienstverantwoordelijke. Het gaat om volgende documenten: contract, opvangplan, inlichtingenfiche, kopie van het recentste aanslagbiljet, bewijs van gezinssamenstelling (indien u binnen de gemeente Jabbeke woont, kan dit door de dienst zelf opgevraagd worden). Op de inlichtingenfiche worden informatieve gegevens over de gewoontes en eigenheden van je kind, bereikbaarheid van de ouders, wensen van de ouders, eventuele aspecten van medische aard van je kind genoteerd. Dit formulier ligt eveneens bij de onthaalouders. Dit formulier is een belangrijk documentje omdat daar de gegevens op staan die op elk moment nodig kunnen zijn. Bij wijziging van een adres, een telefoonnummer, medische gegevens, moet dit verwittigd worden aan de onthaalouder en aan de dienstverantwoordelijke. Dit vermijdt onnodig zoekwerk als er iemand moet bereikt worden. 6

7 3.4 Voeding Behoudens onvoorziene omstandigheden ontbijten de kinderen in familiekring. Afhankelijk van het tijdstip en de duur van de aanwezigheid van je kind in de opvang verstrekt de onthaalouder de gepaste maaltijd. De maaltijden zijn vers bereid. Het menu wordt vlot meegedeeld door de onthaalouder. Op doktersvoorschrift kan de onthaalouder instaan voor dieetbereidingen. Deze voeding dient wel meegebracht te worden door de ouders. Omtrent afspraken in dit verband dien je je te richten tot de dienstverantwoordelijke die dit verder bespreekt met de onthaalouder. Flesvoeding voor baby s en/of bijzondere dieetproducten worden meegebracht door de ouders. Je bezorgt de onthaalouder informatie over het product, de bereidingswijze en voor dieetproducten de nodige medische achtergrondinformatie. 3.5 Kleding en verzorging Het ochtendtoilet gebeurt thuis. Je kind wordt gewassen en gekleed naar de onthaalouder gebracht. Ook wordt gevraagd dat je voldoende reservekleding, ook om buiten te spelen, voor je kind voorziet. Als ouder zorg je ervoor dat er steeds een voldoende aantal luiers bij de onthaalouder in voorraad zijn. In de loop van de dag krijgen de kinderen alle nodige verzorging. Verzorgingsproducten zoals zalf, natte doekjes,... dienen meegebracht te worden. Indien bijzondere verzorgingsproducten nodig zijn, breng je die zelf mee. 3.6 Volgboekje Bij de start van de opvang ontvang je als ouder een Volgboekje. Dit is een individueel mapje per kind. Het bevat alle contact- en andere gegevens over het kind. Daarnaast bevat het ook een gedeelte Hoe gaat het met mij. Dit is een observatie-instrument voor de onthaalouders waarin ze peilen naar de tevredenheid van het kind binnen de opvangsituatie. In het gedeelte Kijk eens wat ik al kan wordt de ontwikkeling van het kind bijgehouden. Tenslotte bevat dit mapje ook nog heen- en weerblaadjes. In overleg met de onthaalouder kan ook dit gedeelte op regelmatige basis bijgehouden worden. 7

8 Bedoeling van dit Volgboekje is dat het meereist met het kind (vb. dagelijks in de verzorgingstas). Zo blijven de nodige gegevens altijd bij het kind zelf en kunnen de ouders dit ook bekijken, aanvullen en aanpassen indien nodig. Als een kind door onvoorziene omstandigheden plots door een andere onthaalouder dient opgevangen te worden, beschikt deze dan ook automatisch over de nodige gegevens die terug te vinden zijn in het Volgboekje. Hiervoor kan je terecht bij je behandelende arts of het consultatiebureau van Kind en Gezin (voor afspraak: 078/ ). 3.7 Wiegendoodpreventie In het kader van wiegendoodpreventie willen we de mogelijke risicofactoren uitschakelen. Zo wordt een kind steeds op de rug te slapen gelegd. Wanneer ouders vragen een andere slaaphouding te geven aan hun kind (buik- of zijligging) moet dit schriftelijk bevestigd worden door de behandelende arts. Tot de leeftijd van 6 maanden slaapt je kind in de ruimte waar de onthaalouder aanwezig is om regelmatig toezicht te kunnen garanderen. Ook worden er geen knuffels in het bed van baby s gelegd. In dit kader is roken in de leef- en slaapruimtes van de kinderen verboden. 3.8 Vaccinaties In België is alleen het vaccineren van jonge kinderen tegen polio verplicht. Het is echter sterk aanbevolen om je kind te vaccineren volgens het vaccinatieschema van de Hoge Gezondheidsraad, dat Kind en Gezin toepast. Een onvoldoende immuniteit voor difterie, kinkhoest, klem, hersenvliesontsteking door Haemophilus influenza B, hersenvliesontsteking of bloedvergiftiging door meningokokken C, mazelen, bof, rode hond en hepatitis B kan immers ernstige verwikkelingen voor je kind tot gevolg hebben. Bovendien lopen andere kinderen en de onthaalouder zelf het risico besmet te worden. Via onze dienst voor onthaalouders wordt geen preventief-medisch toezicht georganiseerd en worden geen vaccinaties toegediend. 3.9 Afspraken rond opvang van een ziek kind Licht zieke kinderen kunnen bij de onthaalouder terecht. De onthaalouder houdt - eventueel in samenspraak met de dienstverantwoordelijke - toezicht op het verdere verloop van het ziekteproces en de voorgeschreven medicatie wordt toegediend. Als ouder wordt je ervan op de hoogte gebracht als er een besmettelijke ziekte in de opvang is. Te zieke kinderen en/of kinderen die te ziek zijn om naar school te gaan,kunnen niet bij de onthaalouder terecht. Daarom verzoeken wij je reeds op voorhand een oplossing te zoeken voor het geval je kind 's ochtends ziek zou zijn en er dringend alternatieve opvang nodig is. Hierbij willen we onderstrepen dat enerzijds het belang van het kind vooropstaat en dat anderzijds ook rekening gehouden wordt met het belang van de andere opgevangen kinderen en de extra werkbelasting die de zorg van het ziek geworden kind met zich meebrengt. Wanneer wordt een ziek kind geweigerd in de opvang? Elk kind dat niet kan deelnemen aan de normale activiteiten van de kinderopvang wegens ziektetoestand. Elk kind dat zo veel aandacht vraagt dat de gezondheid of de veiligheid van de andere kinderen niet meer gegarandeerd kan worden. Kinderen die volgende ziektetekens vertonen: 8

9 - Diarree: lopende of waterige ontlasting waarbij ook koorts of bloederige ontlasting aanwezig is. In dit geval kan het kind pas weer in de opvang als het klachtenvrij is. - Braken in combinatie met algemeen ziek zijn (oppassen voor uitdroging). - Zeer zware hoest in combinatie met algemeen ziek zijn, koorts of ademhalingsmoeilijkheden. - Meer dan 38,C gepaard met keelpijn, braken, diarree, oorpijn, prikkelbaarheid, verwardheid of rode huiduitslag. - Gele huid of geel oogwit: in dit geval moet het kind eerst onderzocht worden voor het kan terugkomen naar de opvang. Als de andere kinderen een risico lopen (vb bij een besmettelijke ziekte). Na herstel kan een doktersattest gevraagd worden, waarin bevestigd wordt dat je kind genezen is. Wij vragen je met aandrang om eventuele, niet onmiddellijk zichtbare medische problemen van je kind te signaleren; wanneer deze bijzondere waakzaamheid vergen of een gevaar kunnen betekenen voor anderen. Dit met het oog op het preventief beschermen van je eigen kind, de onthaalouder en zijn of haar gezinsleden en andere kinderen in de kinderopvang en om onnodige risico's zoveel mogelijk uit te sluiten Regeling in geval een kind ziek wordt of een ongeval krijgt tijdens de opvang Als je kind in de loop van de dag ziek wordt neemt de onthaalouder contact op met jou/ met de verantwoordelijken zoals opgegeven in de inlichtingenfiche. Samen wordt dan naar een passende oplossing gezocht. De onthaalouder kan, na overleg met jou, je kind ouder dan 3 maand maximaal één dosis paracetamol geven in de vorm van siroop, zonder het advies van een arts wanneer een kind koorts heeft, maar zonder dat er alarmsignalen zijn. Indien je niet bereikbaar bent doet de onthaalouder een beroep op een dokter. Indien je voor een eigen behandelend arts kiest, wordt dit vastgelegd in de overeenkomst. In de mate van het mogelijke zal de onthaalouder hier rekening mee houden. Eventuele medische kosten vallen ten laste van de ouders. De beste oplossing is in de meeste gevallen dat het kind zo snel mogelijk wordt opgehaald, dit in belang van het kind zelf en ook in het belang van de andere kinderen in de opvang. In noodgevallen dient de onthaalouder de eerste zorgen toe. In ernstige gevallen wordt de hulpdienst verwittigd of wordt je kind naar het ziekenhuis gebracht. Als ouder wordt je zo snel mogelijk verwittigd Afspraken rond medicatie Voorgeschreven medicatie wordt zoveel mogelijk thuis toegediend. Indien het kind medicatie nodig heeft, ook al wordt dit enkel thuis toegediend, breng je de onthaalouder hiervan op de hoogte. 9

10 Als er toch medicatie moet toegediend worden in de opvang, dan kan dit enkel wanneer er een voorschrift is van een arts of apotheker. Het attest van de behandelende arts of apotheker wordt overhandigd aan de onthaalouder. Op dit attest staat duidelijk het volgende vermeld : - naam van de medicatie - naam van de arts - naam van de apotheker (indien attest van de apotheker) - naam van het kind - datum van aflevering en vervaldatum - dosering en wijze van toediening - wijze van bewaren - einddatum en duur van de behandeling Deze informatie kan eveneens door de arts genoteerd worden in het volgboekje of in het gezondheidsboekje van je kind Afspraken rond luizen Kinderen met luizen worden in principe niet geweerd uit de opvang. Indien luizen opgemerkt worden, dan worden de ouders bij het afhalen van hun kind op de hoogte gebracht. De onthaalouder zal vragen om tegen de volgende opvangdag een bewijs voor te leggen dat ouders met de behandeling tegen luizen gestart zijn. Dit kan bijvoorbeeld het aankoopbonnetje van het luizenproduct zijn. Als ouders weigeren om hun verantwoordelijkheid op te nemen of hier geen prioriteit aan gegeven hebben, kan het kind wel uit de opvang geweerd worden Naleving van de wet op bescherming van de persoonlijke levenssfeer Overeenkomstig het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 betreffende de erkenning- en subsidiëringvoorwaarden kan de dienst voor onthaalouders bij de inschrijving en tijdens het hele verblijf van je kind bij de onthaalouder persoonsgegevens opvragen. Het betreft administratieve gegevens van het kind, de ouders en het gezin, financiële gegevens over de ouders, en medische gegevens over het kind. Voor zover relevant voor de opvang kan de dienst voor onthaalouders ook sociale gegevens of medische inlichtingen van andere gezinsleden registreren. Medische gegevens kunnen enkel opgevraagd worden onder de verantwoordelijkheid van een arts. Administratieve en sociale gegevens worden opgevraagd en verwerkt onder de verantwoordelijkheid van de dienstverantwoordelijke. Overeenkomstig de wet van tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer heb je als ouder recht op toegang tot de administratieve gegevens die je kind, jezelf of je gezin betreffen en kan je verbetering ervan vragen. Alle medewerkers van de dienst voor onthaalouders, alsook de onthaalouders, delen geen informatie over je kind, of zijn/haar verblijf bij de onthaalouder, mee aan derden. Zij nemen hieromtrent de nodige discretie in acht Andere afspraken - Er wordt uitdrukkelijk gevraagd niet te roken in de ruimtes waar de kinderen worden opgevangen. Merk je dit toch of maak je je hier rond ongerust, contacteer dan de dienst. Roken kan zeker niet in de ruimtes waar de kinderen opgevangen worden. - De onthaalouder houdt huisdieren buiten het bereik van de kinderen, tenzij er voorzien wordt in een aangepaste begeleiding en een strikt toezicht. 10

11 4. GELDELIJKE BEPALINGEN 4.1 Financiële bijdrage van het gezin De dienst vraagt aan de ouders, als deelname in de opvangkosten, een financiële bijdrage. Deze bijdrage wordt berekend op basis van het inkomen van het gezin, overeenkomstig de bepalingen die zijn opgenomen in het ministerieel besluit van 17 maart 2008 tot bepaling van de financiële bijdrage van de gezinnen voor de opvang van kinderen in erkende kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders. De dienstverantwoordelijke kan je alle nodige informatie over het berekeningssysteem en de toegekende vermindering voor gezinnen met meerdere kinderen ten laste verstrekken. Je kunt ook zelf je ouderbijdrage berekenen op Je kunt hiervoor eveneens terecht bij de Kind en Gezin-lijn op het nummer 078/ Financiële bijdrage van het gezin op basis van het inkomen Bij de start van de opvang Bij de start van de opvang wordt het inkomen van het gezin vastgesteld op basis van het geldend aanslagbiljet. Het geldend aanslagbiljet is het Belgisch aanslagbiljet personenbelasting en aanvullende belastingen over de inkomsten van het kalenderjaar twee jaar voorafgaand aan 1 oktober.afhankelijk van wanneer de opvang start in de loop van het jaar, moet een andere 1 oktober als uitgangspunt genomen worden. Start de opvang tijdens de periode van 1 januari tot en met 30 september, dan is 1 oktober van het vorig kalenderjaar de basis. Start de opvang tijdens de periode 1 oktober tot en met 31 december, dan is 1 oktober van het lopende jaar de basis. Het betreft het Belgisch aanslagbiljet van het gezin. Dit is de persoon die het kind ten laste heeft en de persoon die er mee gehuwd is of ermee samenwoont samenwonende verwanten tot en met de vierde graad worden niet in aanmerking genomen. Samenwonen moet hier gelezen worden als zijnde domicilie hebben op hetzelfde adres. De dienst gaat er van uit dat de persoon die het kind inschrijft voor opvang via de dienst, de persoon is waar het kind verblijft en de persoon is die financiële verantwoordelijkheid opneemt voor het kind. Dit houdt concreet in dat het inkomen van het gezin van die persoon de basis is voor de berekening van de financiële bijdrage van het gezin, tenzij duidelijk blijkt dat een andere persoon het kind inschrijft. Om duidelijkheid hierover te krijgen vraagt de dienst een officieel document over de gezinssamenstelling. Indien je gezin of één van de personen van het gezin geen dergelijk geldend aanslagbiljet kan voorleggen of als het inkomen van het betreffende jaar niet vermeld wordt op het aanslagbiljet, wordt voor de betreffende perso(o)n(en) van het gezin rekening gehouden met het inkomen van de maand waarin de opvang start, vastgesteld op basis van loonfiches en/of bewijzen van officiële instanties. Dat maandinkomen wordt door de dienst omgezet naar een jaarinkomen volgens een wettelijk bepaalde formule. Uiterlijk vóór de startdatum van de opvang bezorg je de dienst het geldend aanslagbiljet van de persoon bij wie het kind verblijft en die de financiële verantwoordelijkheid draagt voor het kind. Is deze persoon gehuwd of samenwonend, dan moet ook het aanslagbiljet van de partner worden bezorgd. Dit is met uitzondering van samenwonende personen die verwant zijn tot en met de vierde graad. 11

12 Indien je geen aanslagbiljet hebt ontvangen of als het inkomen van het betreffende jaar niet vermeld wordt op het aanslagbiljet, zorg je voor een loonfiche of een bewijs van een officiële instantie van de maand waarin de opvang start. Let wel, dit dient het volledige inkomen van die maand te zijn. Deze wordt aan de dienst bezorgd uiterlijk voor de 10 e van de volgende maand. Indien je nog geen loonfiche of bewijs van een officiële instantie kan voorleggen bij de start van de opvang, wordt de ouderbijdrage voorlopig bepaald met vroegere loonfiches of bewijzen van officiële instanties (o.a. attest werkgever of sociaal secretariaat) die de huidige situatie benaderen. De eigenlijke bijdrage wordt dan berekend op het moment dat de correcte bewijsstukken worden ingediend. De ouderbijdrage wordt dan ook aangepast. Lever je geen bewijs van inkomsten (aanslagbiljet of bewijs van een officiële instantie), dan rekenen we de maximale bijdrage aan. Deze maximale financiële bijdrage van het gezin blijft gelden tot en met de maand waarin je de bewijsstukken inlevert. In uitzonderlijke financiële omstandigheden kan de dienst beslissen om je een sociaal tarief toe te passen (zie verder: sociaal tarief) Indien er reeds een kind van het gezin wordt opgevangen door de dienst en het inkomen dus al werd vastgesteld geldt datzelfde eerder vastgestelde inkomen bij de start van de opvang. Wendagen worden niet beschouwd als de start van de opvang, maar als een aanloop naar de start van de opvang Op 1 oktober van elk jaar Jaarlijks per 1 oktober wordt door de dienst het inkomen van het gezin opnieuw vastgesteld op basis van het geldend aanslagbiljet. Opnieuw wordt het op dit aanslagbiljet gezamenlijk belastbare inkomen als basis genomen. Indien je als gezin dit aanslagbiljet niet kan voorleggen, wordt rekening gehouden met het inkomen van het gezin in de maand september. Dit op basis van loonfiches en of bewijzen van officiële instanties. Dit maandinkomen wordt dan omgezet naar een jaarinkomen Het inkomen van het gezin is meer dan 20% gedaald Wanneer het huidig inkomen van het gezin minstens 20% is gedaald ten opzichte van het inkomen van het gezin dat als basis werd genomen voor de berekening van de bijdrage, kan je je inkomen door de dienst terug laten vaststellen. Belangrijk hier is dat het inkomen van het ganse gezin minstens 20% moet gedaald zijn. Op basis van loonfiches en/of bewijzen van officiële instanties die betrekking hebben op de maand van de melding kan je je huidig inkomen bewijzen. Het is jouw verantwoordelijkheid als gezin een eventuele inkomensdaling te melden. De maand van de melding is cruciaal! De bijdrage wordt immers aangepast vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de melding van de daling aan de voorziening, op voorwaarde dat de bewijsstukken (tijdig) zijn binnengebracht en dar er effectief een daling is van het inkomen met 20%. Je moet als gezin binnen de 2 maand na het moment van de melding de nodige bewijsstukken binnenbrengen. Zo niet, wordt de bijdrage niet aangepast. Je kan dan eventueel een nieuwe melding van daling gezinsinkomen doen. 12

13 4.2.4 Bij wijziging van de gezinssamenstelling Indien er een wijziging is in de samenstelling van het gezin op het niveau van de personen die het kind ten laste hebben (bijvoorbeeld een echtscheiding, een domiciliëring van een nieuwe partner enz), moet je dit zo snel mogelijk melden aan de dienst. In dat geval is er immers een nieuwe vaststelling van de financiële bijdrage van het gezin, rekening houdend met het inkomen van het gezin volgens de nieuwe samenstelling. De bijdrage wordt aangepast vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de melding van de wijziging van de samenstelling van het gezin. Het is aan jou, als gezin een wijziging gezinssamenstelling te melden aan de dienst! Het inkomen wordt vastgesteld op basis van het aanslagbiljet of bij afwezigheid hiervan op basis van loonfiches of andere bewijzen van officiële instanties. Indien je gezin of één van de personen van het gezin geen dergelijk aanslagbiljet kan voorleggen of als het inkomen van het betreffende jaar niet vermeld wordt op het aanslagbiljet, wordt voor de betreffende perso(o)n(en) van het gezin rekening gehouden met het inkomen van de maand waarin de wijziging van de samenstelling van het gezin is gemeld, vastgesteld op basis van loonfiches en/of bewijzen van officiële instanties. Dat maandinkomen wordt door de dienst omgezet naar een jaarinkomen volgens een wettelijk bepaalde formule. 4.3 Berekening van de financiële bijdrage van het gezin Bepaling van de bijdrage De berekeningswijze van de financiële bijdrage van het gezin - zowel wanneer deze is gebaseerd op het Belgisch aanslagbiljet, op loonfiches en/of bewijzen van officiële instanties als voor beginnende zelfstandigen en beginnende meewerkende echtgenoten - is vastgelegd in het Ministerieel besluit van 17 maart 2008 tot bepaling van de financiële bijdrage van de gezinnen voor de opvang van kinderen in erkende kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders. De te betalen bijdrage staat in verhouding tot de verblijfsduur van je kind in de opvang. De berekende bijdrage is de bijdrage voor een verblijf die minstens 5 uur en minder dan 12 uur duurt per dag per kind of voor een verblijf van minder dan 13 uur per nacht per kind. Voor een verblijfsduur die meer of minder bedraagt, gelden volgende percentages: - 40% voor een opvang van minder dan 3 uur per dag; - 60% voor een opvang van 3 tot minder dan 5 uur per dag; - 160% voor een opvang van 12 uur of meer per dag; - 160% voor een aaneensluitende dag- en nachtopvang van minder dan 24 uur; - 160% voor een nachtopvang van 13 uur of meer. Indien de opvang van je kind over meerdere momenten per dag is gespreid worden de verblijfstijden per dag opgeteld. Indien de opvang bestaat uit zeer kortstondige opvangmomenten van minder dan één uur per dag, worden voor de berekening van de ouderbijdrage de verblijfstijden per week samengeteld Vermindering voor kinderen ten laste Gezinnen met meerdere kinderen ten laste genieten een korting op de berekende financiële bijdrage van het gezin per extra kind ten laste. Een kind ten laste is een kind waarvoor het gezin financiële verantwoordelijkheid opneemt, m.a.w. waarvoor het gezin instaat voor de courante kosten voor de opvoeding. De regelgeving bepaalt geen maximumleeftijd. Bij twijfel en wanneer een gezin niet duidelijk kan aantonen dat ze voor een ouder kind nog de 13

14 financiële verantwoordelijkheid dragen, kan eventueel uitgegaan worden van de maximumleeftijd voor de kinderbijslag, zijnde 25 jaar. Gezinnen met een of meer meerlingen ten laste - ook hier gaat het om het opnemen van financiële verantwoordelijkheid krijgen één aanvullende vermindering, ongeacht het aantal meerlingen in het gezin. Indien in de loop van de opvang het aantal kinderen ten laste toeneemt vragen we om dit zo snel mogelijk te melden! De vermindering gaat in vanaf de eerste dag van de maand volgend op de vaststelling van de toename. Het kortingsbedrag voor vermindering voor kinderen ten laste wordt elk jaar per 1 oktober geïndexeerd. De dienst deelt via een brief in de maand september dit geïndexeerde bedrag mee aan de gezinnen Sociaal tarief Het toekennen van een sociaal tarief is mogelijk voor gezinnen in een uitzonderlijke financiële situatie. De regelgeving omschrijft drie soorten uitzonderlijke financiële situaties die in aanmerking komen om een sociaal tarief toe te kennen: - Het gezin heeft een inkomensdaling ten opzichte van het inkomen waarop de bijdrage werd berekend, waarbij de bijdragehoogte die daaruit volgt, het gezin in financiële problemen brengt. - Het gezin heeft financiële problemen die niet blijken uit het aanslagbiljet, loonfiches en/of bewijzen van officiële instanties. - Het gezin heeft geen inkomen of een bewijs van inkomen, en zou door het gebrek aan inkomensgegevens de maximale bijdrage betalen, waarbij die bijdrage het gezin in financiële problemen brengt. Indien je vermoedt dat je als gezin je in één van bovenstaande situaties bevindt, kan je aan de dienst een sociaal tarief vragen. Na onderzoek kan de dienst een verminderde bijdrage aanrekenen, dit is ofwel - 75% van de berekende of toegepaste bijdrage - 50% van de berekende of toegepaste bijdrage - 25% van de berekende of toegepaste bijdrage - De minimumbijdrage - Een 0-tarief 4.4 Facturatie Je ontvangt maandelijks een gedetailleerde factuur op basis van het aanwezigheidsblad dat de onthaalouder invult en ter ondertekening voorlegt aan de ouders. De factuur dient binnen de 2 weken na ontvangst vereffend te worden. Dit kan door overschrijving op de vermelde rekening met vermelding van het refertenummer. Je kunt ook betalen via domiciliëring. De bijdragen worden rechtstreeks aan het OCMW Jabbeke betaald, nooit aan de onthaalouder. Bij laattijdige betaling krijg je een schriftelijke aanmaning tot betaling. Mochten er financiële moeilijkheden aan de basis liggen van vertraagde betalingen, dan kan u steeds met de dienstverantwoordelijke contact opnemen, om een oplossing te zoeken. Bij herhaalde laattijdige betaling of niet-betaling zonder voldoende reden, kan de dienst voor onthaalouders de opvang beëindigen door schorsing. 4.5 Fiscaal attest De kosten gemaakt voor kinderopvang tot 12 jaar zijn fiscaal aftrekbaar. De dienst verbindt er zich toe na het verlopen jaar een correct fiscaal attest af te leveren in het eerste semester van het 14

15 volgende jaar. De op het fiscaal attest vermelde bedragen zijn de in dat jaar effectieve betaalde fiscaal aftrekbare financiële bijdragen. 4.6 Regeling in geval van foute berekeningen en/of valse verklaringen Foute berekeningen Als er een fout in de berekening van de bijdrage wordt vastgesteld moet de dienst dit rechtzetten. Tenzij het gezin te weinig heeft betaald door een fout, wordt de fout rechtgezet met terugwerkende kracht tot het moment van het begaan van de fout Valse verklaringen Als wordt vastgesteld dat je valse verklaringen hebt afgelegd die invloed hebben op de financiële bijdrage, kan de dienst de maximale bijdrage toepassen met terugwerkende kracht tot het moment dat de valse verklaring is afgelegd. Voorwaarde voor de rechtzetting en de toepassing van de maximale bijdrage, is dat het kind nog bij de onthaalouder wordt opgevangen op het ogenblik dat de fout of de valse verklaring wordt vastgesteld. afwezige dagen aangerekend worden. Indien de opzegperiode niet gerespecteerd wordt, betekent dit bijgevolg dat 25% van de theoretisch verschuldigde ouderbijdrage aangerekend wordt voor de geplande opvang gedurende één maand. 5.2 Opzegmodaliteiten voor de onthaalouder Stopzetting door de onthaalouder wordt minstens 1 maand vooraf aan de ouders en de dienst gemeld. Als ouder kan je met de dienst dan een andere oplossing bespreken. 5.3 Opzegmodaliteiten voor de voorziening De dienst voor onthaalouders kan de opvang eenzijdig schorsen of beëindigen wanneer je de bepalingen van het huishoudelijk reglement of de overeenkomst niet naleeft en geen gevolg geeft aan de mondelinge en schriftelijke verwittigingen van de dienst voor onthaalouders. Een opzegging of schorsing worden per aangetekende brief meegedeeld met vermelding van reden en ingangsdatum. 6. SLOTBEPALINGEN 5. OPZEGMODALITEITEN 5.1 Opzegmodaliteiten voor de ouders Normaal loopt de overeenkomst tot het kind naar school gaat. Deze datum deel je geruime tijd vooraf mee aan de onthaalouder. Bij stopzetting van de opvang in andere gevallen, dien je de onthaalouder en de dienst 1 maand vooraf te verwittigen. Het plots en onaangekondigd beëindigen heeft dezelfde regeling als voor onwettige afwezigheid. Hier zal 25% van de normale dagprijs maal het aantal Verder zijn alle regels bindend die in het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 en de wijzigingsbesluiten, alsook het Ministerieel besluit van 17 maart 2008 betreffende de financiële bijdrage van de gezinnen. Bindend zijn evenzeer alle ministeriële besluiten en richtlijnen vanwege Kind en Gezin die in de toekomst uitgevaardigd zullen worden met betrekking tot de door Kind en Gezin erkende diensten voor onthaalouders. 15

16 Van belangrijke wijzigingen zullen ouders en onthaalouders ( schriftelijk) op de hoogte worden gebracht. Alle punten die niet in het reglement zouden zijn opgenomen (uitzonderingen, afwijkingen,...) worden met de dienstverantwoordelijke besproken. Alle regelgeving en bepalingen omtrent de erkende en gesubsidieerde opvangvoorzieningen kan je nalezen op Op deze website kan je ook de bijdrage berekenen voor de opvang van je kind. 16