Concept-notulen van de openbare vergadering van de raad der gemeente Giessenlanden, gehouden op donderdag 26 mei 2011 in het gemeentehuis te Hoornaar.

Transcriptie

1 Concept-notulen van de openbare vergadering van de raad der gemeente Giessenlanden, gehouden op donderdag 26 mei 2011 in het gemeentehuis te Hoornaar. Voorzitter: Griffier: mevrouw E. Boot mevrouw N.C. Both Aanwezig: VVD de heren G.P.A. Snoek, mr. T. van Houwelingen en A.L van Duin en mevrouw E.M. Kist PvdA de heren A.A.A.G.M. Beumken, B.J. Buddingh, F.B. van der Koelen en R.J. van Rijn CDA de heren H.G. van Vuren, H.L. Glerum en M.A. van Leeuwen CU de heren J.D. Verspuij en L. Timmer SGP de heer J. Lock Mede aanwezig: de heer J. de Groot, wethouder de heer H. Akkerman, wethouder de heer W.W. de Jong, wethouder Afwezig: VVD de heer A. Visser Notulen: mevrouw H. Claassen (Notuleerservice Nederland) 1. Opening De voorzitter opent de vergadering om uur. 2. Spreekrecht voor geagendeerde onderwerpen Er is geen spreekrecht aangevraagd. 3. Vaststellen van de agenda De voorzitter deelt mee dat aan de oorspronkelijke agenda de punten 3a en 11a worden toegevoegd. 3a. Dreigende uitzetting Naibzay De heer Snoek maakt melding van de stand van zaken. Minister Leers heeft laten weten in deze kwestie niets te kunnen betekenen omdat geen sprake is van zware psycho-sociale omstandigheden. Intussen is ook gericht publiciteit gezocht middels interviews. Spreker vraagt of raadsleden gelegenheid hebben de bewoners op dinsdag 30 mei te vergezellen bij het aanbieden van handtekeningen aan de Vaste Kamercommissie. De voorzitter geeft aan dat aanmeldingen hiervoor bij de heer Snoek kunnen plaatsvinden. 4. Vragenhalfuurtje De heer Van Vuren heeft vragen over de gunstige berichten over de meicirculaire. Hij vraagt aan te geven wat het effect is van de meicirculaire voor het inkomstenperspectief van de gemeente; hoe dit effect zich verhoudt tot andere gemeenten en welke factoren hierbij bepalend zijn; of het effect al in de kadernota is verwerkt en wat de gevolgen zijn voor de lopende discussies over het voorzieningenniveau en het subsidiebeleid. Wethouder Akkerman meldt dat de meicirculaire inderdaad een positiever beeld geeft. Momenteel is het effect op de gemeente-inkomsten nog niet bekend. De nieuwe gegevens zullen zo goed mogelijk in de Kadernota worden verwerkt. De wethouder handhaaft zijn eerder uitgesproken winstwaarschuwing. De gunstiger meicirculaire heeft geen gevolgen voor de lopende discussies. De heer Van Vuren heeft vragen over het bestuursakkoord met de VNG. Hij vraagt om de gevolgen voor de gemeente aan te geven evenals het oordeel van het college over deze gevolgen. Ook vraagt hij hoe het college op het VNG-congres moet stemmen en wie op dit congres gemachtigd is de stem(men) van Giessenlanden uit te brengen. 1

2 De voorzitter stelt voor deze vragen te behandelen bij agendapunt 11a. De voorzitter van het college is gemachtigd om bij het VNG-congres te stemmen. 5. Aanwijzing van een lid van de raad dat het eerst aan de beurt is bij stemming Door middel van loting wordt de heer Van der Koelen aangewezen als het lid van de raad dat in voorkomende gevallen het eerst aan de beurt is met stemmen. 6. Vaststellen van het verslag van de vergadering van 14 april 2011 De heer Verspuij vraagt bij pagina 1, laatste alinea om industrieterrein bij de kerk te wijzigen in industrieterrein bij Meerkerk Met deze wijziging wordt het verslag vastgesteld. 7. Voorstel tot afdoening van de ingekomen stukken De lijsten ingekomen stukken worden conform vastgesteld. 8. Raadsvoorstel : Handhaving permanente bewoning recreatiewoningen De voorzitter geeft aan dat het een kredietaanvraag betreft, gebaseerd op voortzetting van het huidige beleid. Zij dringt erop aan niet inhoudelijk op de materie in te gaan. De heer Buddingh stemt in principe in met het voorstel, mede gezien het financiële voordeel op termijn. Hij merkt op dat in de raadsinformatiebrief van september 2010 over dit onderwerp al antwoord is gegeven op diverse vragen, bijvoorbeeld over het overgangsrecht en over planschade. Toch vraagt hij om de toezegging van de wethouder om voor de zomer in gesprek te gaan met de Commissie Permanent Wonen (CPW) om zaken te verduidelijken en standpunten uit te wisselen zodat na de zomervakantie uitsluitsel aan de raad kan worden gegeven. De heer Glerum stelt dat het college in het voorstel goede argumenten hanteert. Het einddoel om de recreatieve status van de woningen op de parken te herstellen, is nog steeds ongewijzigd. Volgens het Besluit op de ruimtelijke ordening kan de gemeenteraad op basis van een bestemmingsplan het objectgebonden overgangsrecht omzetten in een persoonsgebonden overgangsrecht. Spreker vraagt om meer helderheid over dit bestemmingsplantraject en de hieraan verbonden termijnen en naar de relatie met het handhavingstraject. Hij vraagt verder of het ingeslagen traject het juiste is en of met de intensivering van de handhaving het einddoel wordt bereikt. De heer Verspuij vindt dat er sprake dient te zijn van een rechtmatige gang van zaken. De vragen, zoals gesteld tijdens de informatieavond, hadden betrekking op twijfels over de haalbaarheid van het voorstel. Gezien de duidelijke beantwoording door de wethouder zou de CU kunnen instemmen met het voorstel. Echter vanwege de nu gemaakte opmerkingen vraagt spreker zich af of twijfel gerechtvaardigd is. De heer Snoek vindt het voorstel risicovol. Hij geeft aan een initiatiefvoorstel in te dienen voor een inhoudelijke behandeling van dit onderwerp. De VVD stemt in principe tegen het voorstel. De heer Van Houwelingen stelt voor het voorstel aan te houden tot na een inhoudelijke behandeling van het onderwerp. De heer Lock sluit zich aan bij het betoog van de heer Buddingh. Hij steunt het ordevoorstel van de VVD niet. De voorzitter stelt het ordevoorstel aan de orde. De voorzitter stelt vast dat het ordevoorstel wordt verworpen met 6 stemmen voor (VVD en CU) en 8 stemmen (PvdA, CDA en SGP) tegen. Wethouder De Groot geeft aan dat de raad al in 2010 in de uitgangspuntennotitie voor de recreatieparken heeft besloten dat het objectgebonden overgangsrecht wordt omgezet in een persoonsgebonden overgangsrecht. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de huidige 2

3 bewoners zodat deze daar kunnen blijven wonen. Het objectgebonden overgangsrecht vervalt met het ingaan van het nieuwe bestemmingsplan. Het bestemmingsplan Buitengebied wordt eind 2011 ter visie gelegd. Wanneer bestemmingsplannen niet voor 1 juli 2013 herzien zijn, mogen geen leges worden geheven. Door de combinatie van handhaving en het hanteren van persoonsgebonden beschikkingen wordt de goede weg bewandeld. Voor de handhaving wil het college een kortere periode hanteren, waarvoor nu budget wordt gevraagd. De wethouder is bereid een gesprek met de CPW te voeren en de uitkomsten daarvan aan de raad mee te delen. Tweede termijn De heer Buddingh waardeert de toezegging van de wethouder. Hij stemt in met het voorstel. De heer Glerum vraagt nogmaals naar het belang van de handhaving in het geheel. De heer Verspuij stelt vast dat de doeleinden en de kaders voor handhaving vaststaan. De heer Snoek blijft het voorstel risicovol vinden. Volgens hem is het niet mogelijk een krediet beschikbaar te stellen wanneer er zoveel geschilpunten met bewoners zijn. Hij daagt de wethouder uit om bij het gesprek met de CPW de juiste (juridische) mensen uit te nodigen. Wethouder De Groot geeft aan dat handhaving nodig is om het doel te bereiken. Er kunnen 37 personen gebruik maken van het overgangsrecht en zij ontvangen een persoonsgebonden beschikking. Daarnaast valt een aantal personen in een handhavingstraject. De kaders zijn duidelijk en ook is de goede weg ingeslagen. Er is voldoende onderzocht dat het juridisch mogelijk is om de objectgebonden ontheffingen om te zetten in persoonsgebonden beschikkingen. Mevrouw Kist vraagt om een korte schorsing. De voorzitter schorst rond uur de vergadering. De voorzitter heropent rond uur de vergadering. De heer Snoek vraagt nogmaals om de juiste mensen voor het gesprek uit te nodigen. De VVD/fractie stemt tegen het voorstel. De voorzitter stelt vast dat het voorstel met 10 stemmen voor en vier stemmen tegen is aangenomen. De heer Van Vuren stelt voor om in het seniorenconvent de wijze van vergaderen aan de orde te stellen. 9. Raadsvoorstel : Ontwerpbegroting 2012 Omgevingsdienst Zuid/Holland Zuid De heer Lock stelt dat de begroting en het collegestandpunt helder zijn. Hij vraagt om een toelichting op de zinsnede uit het raadsvoorstel dat de wettelijke taken niet geheel door de Omgevingsdienst kunnen worden gehandhaafd vanwege een structureel tekort. Volgens hem klopt er iets niet aan de begrotingssystematiek en aan de doorrekening van de grondslag aan gemeenten. Deze onduidelijkheid dient te worden weggenomen. De heer Timmer roept het college op de dienst goed in de gaten te houden ter voorkoming van financiële excessen. De heer Glerum steunt het betoog van de heer Lock. Wethouder De Groot stelt dat in de raadsinformatiebrief is aangekondigd het budget voor de uitvoering van wettelijke taken door de Omgevingsdienst te verhogen. Het college wil namelijk meer producten gaan afnemen. Binnen de Omgevingsdienst wordt de discussie 3

4 gevoerd om tot een aanvaardbaar niveau van de handhavingstaken te komen. Er zijn maatregelen genomen om financiële blunders te voorkomen. Tweede termijn De heer Lock spreekt nogmaals zijn twijfel over de gehanteerde begrotingssystematiek uit. Hij wil graag als zienswijze meegeven dat deze systematiek in de volgende begroting wordt aangepast. Wethouder De Groot zegt toe de opmerking van de heer Lock mee te nemen. De voorzitter stelt vast dat het college op unaniem verzoek van de raad in een brief aan de omgevingsdienst de gevoelens van de raad meedeelt over de gebrekkige begrotingssystematiek en deze voor de begroting van 2013 gewijzigd wil zien. 10. Raadsvoorstel : Legesverordening De heer van Vuren is van mening dat leges kostendekkend dienen te zijn. Daarom dient regelmatig onderzocht te worden of de kostprijzen nog kloppen. Om een onjuistheid te corrigeren pleit hij ervoor om de onderhoudswerkzaamheden aan gemeentelijke monumenten legesvrij te maken. Daartoe dienen de artikelen en te worden verwijderd. De daardoor gederfde inkomsten kunnen worden vereffend met tarieven voor andere vergunningen binnen dezelfde titel. Nog liever zou spreker deze onderhoudswerkzaamheden echter vergunningvrij maken. Daartoe dient hij een motie in. Spreker vraagt verder om een collegevoorstel om in de kapvergunning te snoeien. De tekst van Motie 1 luidt als volgt De Raad van de gemeente Giessenlanden in de vergadering bijeen op 26 mei gezien de beantwoording van het college van de tijdens de raadsvergadering van 24 maart 2011 door de CDA/fractie gestelde mondelinge vragen; - gehoord de besprekingen tijdens de informatie-avond van 7 april 2011; - constaterende dat eigenaren van gemeentelijke monumenten voor onderhoudswerkzaamheden, zoals schilderen en voegen, vergunning moeten aanvragen en leges moeten betalen waar eigenaren van andere gebouwen voor soortgelijke werkzaamheden dit niet hoeven te doen, - Overwegende dat eigenaren van gemeentelijke monumenten in het algemeen een zodanig grote verantwoordelijkheid aan de dag plegen te leggen ten aanzien van een adequaat onderhouden van de monumentale status van hun panden dat het middel van een vergunningsplicht het doel niet extra heiligt, - Voorts overwegende dat het gewenst is regelgeving zoveel als mogelijk is te beperken Spreekt uit: Dat het gewenst is te verkennen of de vergunningsplicht voor bepaalde onderhoudswerkzaamheden opgeheven zou kunnen worden, bijvoorbeeld schilderen voegen, Roept het college op aan de raad daartoe op korte termijn een voorstel te doen tot wijziging van de monumentenverordening En spreekt als nadrukkelijke wens uit deze wijziging in werking te laten treden met terugwerkende kracht tot 1 januari 2011 En gaat over tot de orde van de dag. Spreker steunt het collegevoorstel. De heer Timmer staat achter het kostendekkend doorberekenen van diensten. Hij pleit ervoor om naar het nut van regelingen te kijken en de uitgavenzijde daarbij te betrekken. 4

5 Anderzijds waarschuwt hij voor te hoge drempels en de mogelijke negatieve gevolgen hiervan. Spreker steunt de ingediende motie maar vraagt wel of er verschillen bestaan tussen aanvragen voor monumenten en voor vergelijkbare gebouwen. Ook vraagt hij of er andere mogelijkheden, zoals bijvoorbeeld subsidie, zijn. Hij verwacht dat de tegenvallende bezuiniging binnen het collegeprogramma wordt opgevangen. Tot slot pleit hij ervoor om in de pas te blijven lopen met de regiogemeentes. Wethouder Akkerman stelt vast dat de basisgedachte van kostendekkendheid wordt gedeeld. Wethouder De Groot zegt de motie over te nemen, de gevraagde verkenning te doen en vervolgens met een voorstel te komen. Hij hanteert de gedachte dat minder werk tot minder leges leidt. Wethouder De Jong meldt dat voor september een raadsvoorstel voor de kapvergunningen wordt voorbereid. Tweede termijn De heer Van Vuren is verheugd over de positieve ontvangst van de motie. De heer Van Houwelingen stelt dat de eventuele afschaffing van de vergunningplicht voor onderhoud aan monumenten zorgvuldig dient te worden overwogen. Daarnaast wijst hij erop dat conform het voorstel de leges voor momumenten voorlopig blijven bestaan. De voorzitter stelt dat het college, na akkoord door de raad, de motie uitvoert en dat op basis van het gevraagde onderzoek voorstellen aan de raad worden voorgelegd. De heer Van Vuren gaat ervan uit dat deze voorstellen niet lang op zich hoeven te laten wachten. De voorzitter stelt vast dat de motie is aangenomen. Het raadsvoorstel wordt unaniem aangenomen. 11. Raadsvoorstel : Nota van uitgangspunten lokaal gezondheidsbeleid De heer Van Duin ondersteunt grotendeels de uitgevoerde inventarisatie. Hij geeft een aantal aandachtspunten aan voor het vervolgtraject: het drugsgebruik onder jongeren, gevaar van infectieziekten en verbetering van het binnenmilieu. Het sleutelwoord bij deze aandachtspunten is preventie. Omdat er voor de dekking van dit voorstel geen gelden waren gereserveerd in de begroting, worden de kosten gedekt uit andere structurele posten. Deze structurele ruimte had echter ook kunnen worden ingezet voor de bezuinigingen. De heer Verspuij wacht de aangekondigde beleidsnotitie af. Hij spreekt de hoop uit daarin de op lokaal niveau relevante zaken terug te zien. De heer Beumken vindt de nota goed en duidelijk. Hij adviseert de wethouder om in het regionale programma Verzuip jij je toekomst te kijken naar de effecten van elders genomen maatregelen met variabele sluitingstijden voor de horeca. De heer Van Vuren vindt de taak om de gezondheid te beschermen vooral een verantwoordelijkheid van de mensen zelf en van de gezondheidszorg. Hij is voorstander van een praktische en operationeel gerichte nota, die een aantal concrete zaken, zoals de aanwezigheid van eerstelijnsgezondheidszorg, uitwerkt. Wethouder Akkerman stelt dat de gemeente Giessenlanden niet afwijkt van het regionaal gemiddelde. Aan verbetering van het binnenmilieu is in ander verband aandacht geschonken en infecties vallen buiten het aandachtsgebied van de nota. Aan drugsgebruik zou in preventieve zin aandacht moeten worden geschonken. De wethouder zegt toe dit in regionaal verband aan de orde te stellen. Ook zegt hij toe het project met de variabele sluitingstijden te betreken bij het project Verzuip jij je toekomst. In de nota Regionaal Gezondheidsbeleid zullen zaken concreet worden uitgewerkt. 5

6 Tweede termijn De heer Van Duin vindt het drugsgebruik, ook al is het lager dan gemiddeld, een belangrijk aandachtspunt. Dit geldt ook voor de infectieziekten die zowel van bovenaf als van onderop, dienen te worden aangepakt. De heer Verspuij verwacht dat in de vervolgnota punten worden aangegeven en uitgewerkt, die specifiek voor de Giessenlandse situatie zijn. De heer Beumken vindt het een goede zaak dat de wethouder heeft toegezegd gegevens en resultaten uit andere onderzoeken bij de verdere uitwerking te betrekken. De inzet van al bekende kanalen kan tot een vermindering van de problematiek leiden. De heer Van Vuren vraagt om meer duidelijkheid over de inhoud van het regionaal gezondheidsbeleid. Wethouder Akkerman stelt dat het lokaal gezondheidsbeleid voortaan niet meer als project, maar structureel als post in de begroting wordt opgenomen. De onderzoekscijfers geven geen aanleiding tot extra aandacht voor drugsgebruik maar het blijft wel een belangrijk punt. In de nota Lokaal gezondheidsbeleid zal met name aandacht worden gegeven aan preventieve zaken. De wettelijke taken worden uiteraard naar behoren uitgevoerd. De voorzitter stelt vast dat het voorstel unaniem wordt aangenomen. 11a. Raadsvoorstel : Bestuursakkoord VNG De heer Van Rijn steunt het standpunt en de aanpak van het college bijna volledig. Over de nieuwe maatregelen aan de onderzijde van de arbeidsmarkt zijn nieuwe onderhandelingen nodig. Wanneer hiervoor geen onderhandelingsruimte is, kan Giessenlanden tegen het gehele bestuursakkoord stemmen. Het betreft voor de PvdA namelijk een cruciaal punt. De heer Van Vuren vraagt het college het restant van de eerder gestelde vragen te beantwoorden. Hij deelt het collegestandpunt om rijkstaken te decentraliseren. Verder vraagt hij of de problematiek rond de Wet Werk naar vermogen met de Regionale Sociale Dienst en de Avelingen Groep is besproken. De heer Lock steunt de vorige sprekers. Hij merkt op dat het om een integraal onderhandelingsresultaat gaat, waarvan de maatregelen rond de Wet Werk naar vermogen onderdeel uitmaken. Het is niet bekend wat hier tegenover staat. Verder is het spreker niet duidelijk wat de consequenties voor Giessenlanden zijn. In het voorstel is niets vermeld over de claim van de gemeenten om goedkoper te kunnen werken. Tot slot vraagt hij welke positieve zaken verloren gaan wanneer tegen het onderhandelingsresultaat wordt gestemd. De heer Van Houwelingen is niet per definitie voorstander van het decentraliseren van rijkstaken. Aan het sociaaleconomische beleid dient op nationaal niveau vorm te worden gegeven om lokale verschillen te voorkomen. Aan de decentralisatie liggen vooral bezuinigingsdoelstellingen van het rijk ten grondslag. Spreker steunt het voorstel. De heer Verspuij steunt het opkomen voor kwetsbare groepen. Decentralisatie hoeft niet vanzelfsprekend te zijn maar aan het overdragen van taken dient een budget gekoppeld te zijn. Wethouder De Jong vindt het bezwaarlijke van sommige aan de decentralisatie gekoppelde bezuinigingen dat er sprake is van een open eind verhaal. Dit geldt bijvoorbeeld voor de AWBZ. Ook bij de wet Werk naar vermogen, waaronder tevens de sociale werkplaatsen gaan vallen, moet gigantisch worden bezuinigd. Deze bezuinigingen gaan de gemeenten veel geld kosten. Het akkoord bevat ook positieve elementen. Zo wordt het inkomensdeel van de Wet werk en bijstand per 2012 overgeheveld naar het rijk. Per saldo zitten er echter teveel open eindregelingen in het akkoord. Het college is daarom van mening dat opnieuw onderhandelingen moeten worden gevoerd. 6

7 De voorzitter vult aan dat het college niet tegen het bestuursakkoord is, maar naar betere onderhandelingsresultaten wil. Tweede termijn De heer Van Rijn vraagt wat de gevolgen zijn wanneer er tegen wordt gestemd. De heer Van Vuren vraagt nogmaals of overleg met de RSD heeft plaatsgevonden. De heer Lock vraagt zijn eerder gestelde vragen te beantwoorden. De heer Van Houwelingen wijst op het risico dat, wanneer de VNG tegen het onderhandelingsresultaat stemt, de regering eenzijdig besluiten kan nemen, die nog slechter kunnen uitvallen. De heer Verspuij hoopt dat in VNG-verband druk op de regering kan worden uitgeoefend. Wethouder De Jong meent dat het kabinet de verliezer is wanneer geen overeenstemming ontstaat. Het kabinet heeft de gemeenten immers nodig om de AWBZ betaalbaar te maken. Positief aan het akkoord is dat jeugdzorg in één hand gaat komen. Vanuit het belang van de burger redenerend moeten de onderhandelaars eruit kunnen komen. Met name op het terrein van de WSW heeft het huidige akkoord nadelige financiële gevolgen voor de gemeenten. Ook op het vlak van de RSD zitten er financiële risico s aan het akkoord. Met de Avelingen Groep is over de WSW-problematiek al eerder een intensieve lobby gestart in de Tweede Kamer. Het resultaat hiervan is echter niet duidelijk. Bij de RSD is nog niet over de problematiek gesproken. De RSD heeft nog een ander probleem. Bij het UWV worden namelijk veel banen geschrapt waardoor een aantal werkpleinen in Nederland gesloten moet worden. Zo zal het werkplein in Gorinchem eind 2012 dichtgaan. Het werkplein voor de regio gaat daardoor naar Dordrecht. De voorzitter stelt vast dat alle fracties het collegestandpunt steunen. Wanneer de opinie binnen het congres mocht veranderen, zal het college het overleg in de raad als kader hanteren en naar beste inzicht handelen. 12. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om uur. Vastgesteld in de raadsvergadering van 23 juni De griffier, De voorzitter, Mevrouw drs. N.C. Both Mevrouw E. Boot 7

8 Overzicht van toezeggingen: Agendapunt 8: Raadsvoorstel : Handhaving permanente bewoningrecreatiewoningen Wethouder De Groot heeft toegezegd voor de zomervakantie een overleg met de CPW te houden en de uitkomsten hiervan aan de raad mede te delen. Agendapunt 9: Raadsvoorstel : Ontwerpbegroting 2012 Omgevingsdienst Zuid- Holland Zuid Het college heeft toegezegd in een brief aan de omgevingsdienst de gevoelens van de raad over de gebrekkige begrotingssystematiek mee te delen en tevens in de brief aan te geven dat de raad deze systematiek voor de begroting van 2013 gewijzigd wil zien. Agendapunt 10: Raadsvoorstel : Legesverordening Wethouder De Groot heeft toegezegd de door het CDA ingediende motie over de vergunningsplicht bij onderhoudswerkzaamheden over te nemen en in een later stadium met een raadsvoorstel te komen. Agendapunt 11: Raadsvoorstel : Nota van uitgangspunten lokaal gezondheidsbeleid Wethouder Akkerman heeft toegezegd het drugsgebruik onder jongeren in regionaal verband aan de orde te stellen. Wethouder Akkerman heeft toegezegd de ervaringen uit andere projecten te betrekken bij het project Verzuip jij je toekomst. 8