Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --"

Transcriptie

1 Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 en Binnenstadsmonitor Notagegevens Notanummer Datum Programma: 10 Economie, kunst en cultuur Portefeuillehouder Weth. Hartogh Heys Team RE 2- Bestuursorgaan [X]B & W [ ]Raad -- [ ]Burgemeester -- College van B & W - Burgemeester - Weth. Kolkman - Weth. Hartogh Heys - Weth. Rorink - Weth. Grijsen Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Routing d.d. Programmamanager Ambtelijk opdrachtgever economie Wethouder economie par. [ ]adj.secr. -- [X]gem.secr BIS Openbaar Status Definitief Bijlagen 1. Hoofdrapport Koopstromenonderzoek (KSO) Oost-Nederland 2015; 2. KSO Rapport Deventer; 3. KSO Winkelatlas Deventer; 4. KSO Winkelatlas Deventer, voedingsgebieden; 5. Presentatie over KSO Deventer; 6. Binnenstadsmonitor B & W d.d.: Besloten wordt: 1 Kennis te nemen van het Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 en van de Binnenstadsmonitor 2015; 2 de raadsmededeling vast te stellen; 3 de stukken aan te bieden aan de raad; 4 de nota en het besluit openbaar te maken. Financiële aspecten: Financiële gevolgen voor de gemeente? Begrotingswijziging Nee Nee Voorstel openbaarmaking conform Wet Openbaarheid Bestuur (Wob) [X] De nota en het besluit openbaar te maken [ ] De nota en het besluit openbaar te maken vergezeld van bijgaand persbericht [ ] De nota en het besluit openbaar te maken nadat [ ] De nota en het besluit openbaar te maken, behalve [ ] Het besluit openbaar te maken, maar niet de nota, gelet op artikel: [ ] De nota en het besluit niet openbaar te maken, gelet op artikel:

2 Kennisgeving/ Bekendmaking Awb Kennisgeving (publicatie) conform Awb Bekendmaking conform Awb Nee Nee ADVIESRADEN: Moet een van de adviesraden gehoord worden of op de hoogte gesteld? Adviesraad/ Adviesraden Cie Handel, Ambachten en Diensten Ja Toelichting Inleiding In de tweede helft van 2015 is het Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 uitgevoerd en de Binnenstadsmonitor 2015 opgesteld. Het koopstromenonderzoek wordt 1x in de 5 jaar gehouden en is uitgevoerd door het bureau I&O-Research uit Enschede. Het geeft inzicht in ruimtelijk en niet-ruimtelijk koopgedrag (internet) en is een peilstok voor het functioneren van het detailhandelsbeleid. Het geeft antwoord op vragen waar de inwoners van Deventer meestal hun dagelijkse en niet-dagelijkse inkopen doen (binding en afvloeiing). Ook geeft het een beeld van de aantrekkingskracht van Deventer op de bezoekers. Vele aankooplocaties in Deventer zijn beoordeeld evenals de orientatie op internet, de markt, de koopzondagen en de koopavond. Het onderzoek bevat een aantal documenten: 1) Hoofdrapport Koopstromenonderzoek (KSO) Oost-Nederland 2015, 2) KSO Rapport Deventer, 3) KSO Winkelatlas Deventer, 4) KSO Winkelatlas Deventer, voedingsgebieden en 5) Presentatie over KSO Deventer. De Binnenstadsmonitor wordt ieder jaar opgesteld door de gemeente Deventer, met medewerking van MKB- Deventer en mede mogelijk gemaakt door de Vereniging Commercieel Onroerend goed Deventer binnenstad (VCOD) en de Rabobank. Door de brede opzet biedt de monitor een bron van informatie voor verschillende partijen die betrokken zijn bij de binnenstad. Dit betreft vooral ondernemers, pandeigenaren, en investeerders maar ook andere geïnteresseerden kunnen hun voordeel doen met de geboden informatie. De monitor gaat o.a. in op wonen, de economische structuur, de detailhandel, de beleving en de veiligheid in de binnenstad. De belangrijste resultaten uit beide onderzoeken treft u voor het koopstromenonderzoek aan in de presentatie van I&O-Research welke is bijgevoegd en voor de binnenstadsmonitor in de samenvatting aan het begin van de monitor. Beoogd resultaat Kennis nemen van beide onderzoeken en deze ter beschikking stellen aan derden. Kader - Ambitiedocument Deventer: een bericht aan de stad (juni 2010); - Economische visie DEVisie 2020 (december 2012). Argumenten voor en tegen De onderzoeken geven o.a. een indicatie van het functioneren van diverse winkelgebieden en de binnenstad. Deze gegevens zijn waardevol en kunnen o.a. worden gebruikt bij het maken van beleidskeuzes op diverse gebieden. Extern draagvlak (partners) Het koopstromenonderzoek is een consumentenonderzoek. De commissie Handel, Ambachten en Diensten is tijdens een overleg op de hoogte gesteld van de resultaten van het koopstromenonderzoek. De Binnenstadsmonitor wordt opgesteld in samenwerking met MKB-Deventer. Financiële consequenties

3 Aan dit voorstel zijn geen financiële consequenties verbonden. Aanpak/uitvoering Beide onderzoeken worden beschikbaar gesteld aan derden door plaatsing op o.a. de website kennisnet.deventer.nl en deventer.nl Verder wordt de Binnenstadsmonitor gedrukt en o.a. verspreid onder de leden van MKB-Deventer en de V.C.O.D. Via een raadsmededeling wordt de raad op de hoogte gebracht van de onderzoeken.

4 RAADSMEDEDELING Onderwerp Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 en Binnenstadsmonitor 2015 Mededelingennr Portef.houder Weth. Hartogh Heys Team RE BenW-besluit d.d.: 23 februari Inleiding: waarom deze mededeling In de tweede helft van 2015 is het Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 uitgevoerd en de Binnenstadsmonitor 2015 opgesteld. Hierbij bieden wij u deze onderzoeken ter kennisneming aan. 2. Kader - Ambitiedocument Deventer: een bericht aan de stad (juni 2010); - Economische visie DEVisie 2020 (december 2012). 3. Kern van de boodschap Het Koopstromenonderzoek Oost Nederland 2015 (inclusief rapport over Deventer) en de Binnenstadsmonitor 2015 worden u ter kennisneming aangeboden. 4. Nadere toelichting Het koopstromenonderzoek wordt 1x in de 5 jaar gehouden en is uitgevoerd door het bureau I&O- Research uit Enschede. Het geeft inzicht in ruimtelijk en niet-ruimtelijk (internet) koopgedrag en is een peilstok voor het functioneren van het detailhandelsbeleid. Het geeft antwoord op vragen waar de inwoners van Deventer meestal hun dagelijkse en niet-dagelijkse inkopen doen (binding en afvloeiing). Ook geeft het een beeld van de aantrekkingskracht van Deventer op de bezoekers. Vele aankooplocaties in Deventer zijn beoordeeld evenals de oriëntatie op internet, de markt, de koopzondagen en de koopavond.het onderzoek bevat een aantal documenten: 1. Hoofdrapport Koopstromenonderzoek (KSO) Oost-Nederland 2015: 2. KSO Rapport Deventer; 3. KSO Winkelatlas Deventer; 4. KSO Winkelatlas Deventer, voedingsgebieden; 5. Presentatie over KSO Deventer. De belangrijkste resultaten even kort samengevat: de binding op gebied van de dagelijkse sector is op peil (94%); grootste deel van de omzet is afkomstig van eigen inwoners, enige omzet komt ook uit Voorst; totale omzet 258 miljoen ( 247 miljoen in 2010: omzet is evenredig met consumentenbestedingen gestegen (+ 4%); afvloeiing in dagelijkse sector bedraagt 15 miljoen, waarvan 12 miljoen naar omliggende gemeenten (waaronder Voorst); ca. 2 miljoen (1%) vloeit af naar internet*; de binding op gebied van de niet-dagelijkse sector is ten opzichte van 2010 gedaald van 73% naar 69%; totale omzet bedraagt 213 miljoen (-13% ten opzichte van 2010); afvloeiing naar andere plaatsen bedraagt 47 miljoen; afvloeiing naar internet* bedraagt 23 miljoen (2010: 11 miljoen). * Internet hoeft niet altijd afvloeiing te zijn. Bij veel bedrijven zijn er afspraken waarbij de omzet op internet naar het dichtstbijzijnde fysieke filiaal toegaat.

5 De Binnenstadsmonitor wordt ieder jaar opgesteld door de gemeente Deventer, met medewerking van MKB-Deventer en mede mogelijk gemaakt door de Vereniging Commercieel Onroerend goed Deventer binnenstad (VCOD) en de Rabobank. Door de brede opzet biedt de monitor een bron van informatie voor verschillende partijen die betrokken zijn bij de binnenstad. Dit betreft vooral ondernemers, pandeigenaren, en investeerders maar ook andere geïnteresseerden kunnen hun voordeel doen met de geboden informatie. De monitor gaat o.a. in op wonen, de economische structuur, de detailhandel, de beleving en de veiligheid in de binnenstad. De belangrijkste resultaten even kort samengevat: Het aantal inwoners in de binnenstad bedraagt Dit blijft de laatse jaren min of meer gelijk; het aantal instellings- en bedrijfsvestigingen blijft min of meer gelijk: 1060; het aantal arbeidsplaatsen in de binnenstad (6.456) is, net als gemeentebreed, gedaald (-6%); in oktober 2015 stonden er 45 winkelpanden leeg; in de binnenstad zijn 309 detailhandelsvestigingen (2014: 316) met een winkelvloeroppervlakte van m2 (2014: ); bijna 2/3 van de detailhandelsvestigingen behoren tot zelfstandigen; qua winkelvloeroppervlak hebben de filialen echter 67% in handen en de zelfstandigen 33%; het aantal bezoekers per week in de binnenstad in 2015 bedraagt (afname van 3% ten opzichte van 2014).

6 Samenvatting De Binnenstad als woongebied In de binnenstad wonen bewoners, waarvan bijna de helft in de buurt Centrum. Dit aantal blijft de laatste paar jaar min of meer gelijk. Opvallend is de relatief grote bevolkingstoename in Noordenbergsingel in de afgelopen vijf jaar. Dit is te verklaren door de bouw van 40 nieuwe woningen in In de binnenstad wonen relatief veel alleenstaanden en jongvolwassenen maar relatief weinig kinderen en jongeren. De binnenstad telt bijna woningen. De woningvoorraad wordt gekenmerkt door woningen uit de vooroorlogse periode, etagewoningen en huurwoningen. Tussen de verschillende buurten in de binnenstad zijn wel enkele verschillen zichtbaar. Economische structuur van de Deventer binnenstad Waar het aantal instellings- en bedrijfsvestigingen in heel Deventer toeneemt (+4,1%), blijft dit in de binnenstad min of meer gelijk (1.060). Net als voorgaande jaren vallen de meeste vestigingen onder de sectoren groot- & detailhandel en advisering, onderzoek & overige specialistische zakelijke dienstverlening. Van alle horeca in Deventer is 42% gevestigd in de binnenstad. Ook het openbaar bestuur en verhuur & handel in onroerend goed zijn sterk vertegenwoordigd. Het aantal arbeidsplaatsen in de binnenstad (6.456) is, net als gemeentebreed, gedaald (-6%). Dit komt grotendeels voor rekening van het vertrek van een vestiging in de sector onderwijs (-312 arbeidsplaatsen). De meeste mensen die in de binnenstad werken, werken in de groot- en detailhandel (27%) op afstand gevolgd door advisering, openbaar bestuur en horeca. Enkele keren per jaar telt het MKB Deventer het aantal leegstaande winkelpanden in de binnenstad. In juni van dit jaar stonden er 45 panden leeg. Enkele maanden later, in oktober, is dit aantal nagenoeg gelijk gebleven (44). Detailhandel in de binnenstad De binnenstad heeft 309 detailhandelvestigingen, die samen ruim m 2 winkelvloeroppervlak (wvo) hebben. De branche mode en luxe neemt circa de helft van de vestigingen en oppervlakte voor haar rekening. Het aantal wvo in de binnenstad is nu minder dan het de afgelopen vijf jaar is geweest. Alle branches hebben wvo ingeleverd, met uitzondering van de groep dagelijks (+4%). Net als voorgaande jaren behoort bijna tweederde van het aantal detailhandelsvestigingen in de binnenstad tot de zelfstandigen. Met name de branchegroep overig telt er veel (92%). Zelfstandigen hebben gemiddeld minder wvo per vestiging (95m²) dan filiaalhouders (321m²). De meeste zelfstandigen zijn gevestigd in het (zuid)westelijke deel van de binnenstad, het Bergkwartier en de Smedenstraat. Elke vrijdagochtend en zaterdag is er een markt op de Brink. Op beide dagen worden rond de 50 vaste standplaatshouders geteld. De branchegroep dagelijks is het sterkst vertegenwoordigd op zowel de vrijdag- als de zaterdagmarkt. Meer dan de helft van alle vaste standplaatshouders verkoopt producten als groente en fruit, kaas, snacks en persoonlijke verzorgingsproducten. In 2015 ontving de binnenstad bezoekers per week. Dit is een afname van 3% t.o.v Deze afname is te zien op alle dagen van de week. Landelijk zien we een afname van 2% onder de deelnemende steden. De drukste dag is zaterdag en het drukste moment is tussen en uur. Het drukste punt is de Korte Bisschopsstraat. Hier komt 77% van alle weekbezoekers voorbij. In het Koopstromenonderzoek Oost Nederland 2015 komt naar voren dat met cijfers tussen de 7,5 en 8,0 het Centrumwinkelgebied iets beter wordt gewaardeerd dan de overige winkelgebieden in de gemeente. Alleen de waardering voor de parkeermogelijkheden blijft iets achter (6,4). I

7 Bij het Boreelplein liggen de cijfers iets lager dan in het Centrumgebied (tussen de 7,0 en 7,5). Van de bezoekers komt 40% minstens één keer per week in de binnenstad. Het marktaandeel in aankooplocatie binnen Deventer is ongeveer gelijk gebleven aan Wel is er een verschuiving te zien: het aandeel Centrum neemt af, Boreelplein neemt toe. Ongeveer de helft van de bezoekers komt met de fiets naar de binnenstad. De populariteit van de auto is iets afgenomen. De bereikbaarheid van de parkeergarages en parkeerpleinen wordt door respectievelijk de helft en een kwart van de bezoekers als goed ervaren. De centrumgarage wordt het meest gebruikt (40%). Van de bezoekers ervaart 62% nooit problemen met parkeren in de binnenstad. In 2015 hebben minder ondernemers te maken gehad met een omzetdaling dan in voorgaande jaren. Zeventig procent van de ondernemers heeft zijn omzet zien stijgen, waarvan de helft tenminste 5% meer omzet kon bijschrijven. Bijna 60% van de ondernemers geeft aan een eigen webshop bij de onderneming te hebben. Dit is een stijging ten opzichte van voorgaande jaren (2013: 40%). Voor de helft van de ondernemers draagt de omzet vanuit de webshop voor 5% mee in de totale omzet. Voor 40% is deze bijdrage zelfs minimaal 10%. We zien dat in de Kleine en Grote Overstraat de huurprijzen sinds 2006 zijn gestegen. Maar er zijn ook straten waar de huurprijzen zijn gedaald. Het gaat om de Lange Bisschopstraat, de Engestraat en de Nieuwstraat. Deze laatste ontwikkeling past in de lijn der verwachting gezien de ontwikkeling van de leegstaande panden in deze straten. Beleving in de binnenstad De Boekenmarkt trok in 2015 evenveel bezoekers als een jaar eerder ( ). Vanwege het slechte weer lag het aantal bezoekers aan Deventer op Stelten in 2015 ( ) en het Dickens Festijn in 2014 ( ) iets lager dan het jaar ervoor. Het aantal bezoekers aan de verschillende culturele instellingen is in 2014 redelijk stabiel gebleven. De grootste ontwikkeling zien we bij het filmhuis: het aantal bezoekers is met 12% toegenomen. Alleen het bezoekersaantal van de bioscoop is licht afgenomen (-1%). Het aanbod van horeca is in 2014 toegenomen in de binnenstad tot 119 vestigingen. De toename is met name zichtbaar in het aantal restaurants, cafetaria s en snackbars (+6%). In 2014 is Deventer in totaal keer bezocht door toeristen. Dit zijn er respectievelijk 19% en 9% minder dan in Landelijk blijft het aantal bezoekers min of meer gelijk, maar is aantal bezoeken wel verder gedaald (-12%). Funshoppen is de belangrijkste reden om een bezoek aan Deventer te brengen. Op ruime afstand gevolgd door een stadswandeling. De toeristen komen vooral uit Gelderland, Overijssel en Utrecht. De gemiddelde besteding per bezoek ( 40,90) is licht toegenomen, terwijl dit landelijk afneemt. Het meeste geld wordt uitgegeven in de winkels (47%) en horeca (43%). Overige voorzieningen in de binnenstad De centrale vestiging van de Openbare Bibliotheek Deventer telde leden op 1 januari Dit is een toename van 12%. Het aantal uitleningen in 2014 is toegenomen met 38% tot uitleningen. In 2014 telt de Leeuwenkuil bijna cursisten, ruim 200 cursisten meer dan in Deze toename komt voor het grootste deel voor rekening van de kortlopende activiteiten, die zijn verdubbeld. Bij de andere disciplines (m.u.v. dans) is juist een afname te zien. Veiligheid in de binnenstad Bijna een kwart van de binnenstadsbewoners voelt zich wel eens onveilig in de eigen buurt. Dit is meer dan gemeentebreed (18%). Wel geven ze gemiddeld hetzelfde rapportcijfer voor veiligheid, namelijk een 6,9. De aanpak van veelplegers is volgens binnenstadsbewoners het belangrijkste aandachtspunt, terwijl dit in de rest van de gemeente woninginbraken is. In 2014 is keer melding gemaakt van een incident of misdrijf in de binnenstad, een afname van -6% t.o.v In de meeste gevallen ging het om voertuigcriminaliteit (34%). De meldingen over woningcriminaliteit (-25 meldingen) en zedendelicten (+21 meldingen) zijn het meest toegenomen. II

8 Voorwoord Ook dit jaar mogen wij u weer de Deventer Binnenstadsmonitor aanbieden. De Binnenstadsmonitor is opgesteld door de gemeente Deventer, met medewerking van het MKB Deventer en mede mogelijk gemaakt door de Vereniging Commercieel Onroerend goed Deventer binnenstad (VCOD). De voorliggende Binnenstadsmonitor 2015 biedt u inzicht in de meest recente ontwikkelingen in de binnenstad. De monitor gaat uiteraard in op de economische functie van de Deventer binnenstad. Hierbij gaat speciale aandacht uit naar de detailhandel. Maar de Deventer binnenstad biedt meer. Het is een plek van ontspanning en recreatie. Er vinden jaarlijks meerdere grote en kleine evenementen plaats. Daarnaast is er een breed aanbod door culturele instellingen als de schouwburg, het filmhuis, meerdere musea, een poppodium et cetera. Maar de Deventer binnenstad is voor veel Deventenaren ook een plek om te wonen. Al deze onderwerpen en meer komen aan bod in de Binnenstadsmonitor. Door de brede opzet biedt de monitor een bron van feitelijke informatie voor verschillende partijen die betrokken zijn bij de binnenstad. Alhoewel dit naslagwerk in eerste instantie gericht is op ondernemers, pandeigenaren, bestuurders en investeerders, kunnen ook andere geïnteresseerden hun voordeel doen met de geboden informatie. Wij hopen dat de Binnenstadsmonitor uw beeld van de Deventer binnenstad verder zal verrijken, want we mogen in Deventer met recht trots zijn op onze prachtige binnenstad! Tot slot een woord van dank aan de Rabobank Deventer voor opnieuw haar bijdrage aan de totstandkoming van deze Binnenstadsmonitor. Wij wensen u veel leesplezier. i/o Robin Hartogh Heys van de Lier Harold Viscaal Harrie Huiskes Wethouder Economische Zaken Voorzitter MKB Deventer Voorzitter VCOD III

9 IV

10 Inhoudsopgave Samenvatting... I Voorwoord... III Inleiding Wonen in de binnenstad Economische structuur Deventer binnenstad Detailhandel in de binnenstad Beleving in de Deventer binnenstad Overige voorzieningen in de binnenstad Veiligheid in de binnenstad V

11 VI

12 Inleiding De Deventer binnenstad heeft veel te bieden. Voor de één is het een plek om te wonen, voor de ander een plek om te ondernemen of te werken en voor nog weer een ander is het een plek om te recreëren, te ontspannen of te winkelen. Al deze functies tezamen geven vorm aan onze binnenstad. Ook in het ambitiedocument Deventer: een bericht aan de stad (juni 2010), dat het kader vormt voor toekomstige ontwikkelingen in de binnenstad, wordt de binnenstad als één functioneel gebied beschouwd. Kernpunten zijn onder meer een verrassend voorzieningenaanbod in een historische en ontspannen setting en een unieke ligging aan de IJssel. Het versterken van deze kwaliteiten en de onderlinge samenhang is een belangrijke voorwaarde voor een levendige en veelzijdige binnenstad, aldus het ambitiedocument. In de economische visie (2012) DEVisie 2020, welke is vastgesteld door verschillende partijen uit de stad, is één van de drie pijlers Deventer boeiende beleefstad. Deze pijler is gericht op het versterken van de stad als plek waar men wil wonen, werken en verblijven. Ingezet wordt op Deventer als toeristisch A-merk, meer bezoekers, een jonger imago en Deventer als stad waar men wil wonen. Binnenstadsmonitor als vinger aan de pols bij verwezenlijking ambitie Alle verschillende aanwezige elementen maken de Deventer binnenstad tot wat zij is. Vanuit die brede optiek en in het licht van de geformuleerde ambitie is het dan ook gewenst om inzichtelijk te maken hoe de binnenstad ervoor staat. Met deze editie van de binnenstadsmonitor maken we daarom opnieuw de balans op. Zodoende komen aandachtspunten naar voren waar de binnenstad zich op kan verbeteren. Doelgroepen binnenstadsmonitor De monitor is in eerste instantie gericht op (organisaties van) ondernemers, pandeigenaren, bestuurders en investeerders: Huidige ondernemers krijgen inzichtelijk hoe de binnenstad in economisch opzicht functioneert. Voor ondernemers die zich in de Deventer binnenstad willen vestigen en andere investeerders, geeft de monitor een beeld van het ondernemers- en investeringsklimaat. Het gemeentebestuur gebruikt de monitor om beleid te maken en bij te sturen. Afbakening binnenstad De binnenstad van Deventer staat in dit rapport centraal. Dit gebied wordt grofweg begrensd door de IJssel, de Singels en de Wilhelminabrug. Ook de Houtmarkt, de Boreel en het Stationsplein worden in deze monitor tot de binnenstad gerekend. FIGUUR I.1. AFBAKENING BINNENSTAD Bron: Gemeente Deventer 7

13 Leeswijzer In het eerste hoofdstuk krijgt u meer inzicht in de woonfunctie van de binnenstad. Hoe is de samenstelling van de bevolking en de woningvoorraad vergeleken met het gemeentelijk gemiddelde? En zien we verschillen binnen het gebied? Vervolgens komt in hoofdstuk 2 de economische structuur van de binnenstad aan bod: hoeveel vestigingen en arbeidsplaatsen zijn er aanwezig en in welke sectoren. In hoofdstuk 3 gaan we dieper in op de detailhandel. Deventer als beleefstad staat centraal in hoofdstuk 4 en nog enkele algemene voorzieningen zijn opgenomen in hoofdstuk 5. De monitor besluit in hoofdstuk 6 met het onderwerp veiligheid. Voor de Binnenstadsmonitor zijn de meest actuele cijfers gebruikt. Echter, voor nog niet alle onderwerpen zijn de cijfers over 2015 beschikbaar. De gegevens voor deze onderwerpen hebben dan betrekking op het jaar

14 1. Wonen in de binnenstad De Deventer binnenstad wordt in eerste instantie vaak gezien als een gebied van ondernemen, handel, cultuur en recreatie. Maar voor ruim bewoners is de binnenstad ook zeker een woongebied. In dit hoofdstuk wordt dan ook een nadere blik op de bewoners en de woningvoorraad van de binnenstad geworpen. 1.1 De bewoners van de binnenstad In vijf jaar tijd is het aantal bewoners in de binnenstad licht toegenomen. Gemeentebreed geldt voor dezelfde periode een afname in het aantal inwoners. Relatief gezien is deze afname echter nihil. Bijna de helft van de bewoners in de binnenstad woont in de buurt Centrum. Wel is hun aantal de afgelopen vijf jaar afgenomen. In Noordenbergsingel is daarentegen sprake van een relatief forse bevolkingstoename (+20%), te verklaren door circa 40 nieuwe woningen in 2014 in deze buurt. TABEL 1.1. AANTAL INWONERS, BINNENSTAD EN DEVENTER, ontwikkeling abs. rel. Binnenstad % Centrum % Bergkwartier % Noordenbergkwartier % Noordenbergsingel % Singels % Deventer % Bron: Gemeente Deventer FIGUUR 1.1. BUURTGRENZEN BINNENSTAD Bron: Gemeente Deventer 9

15 Binnenstad gewild onder jongvolwassenen De jongvolwassenen zijn bovengemiddeld vertegenwoordigd in de binnenstad (figuur 1.2). Is gemeentebreed 12% van de bewoners tussen de 20 en 29 jaar oud, in de binnenstad is dit aandeel twee keer zo groot met 25%. Kinderen en jongeren zijn daarentegen benedengemiddeld vertegenwoordigd in de binnenstad: 12% tegenover 24% gemeentebreed. Kijken we in figuur 1.2 naar de leeftijdsverdeling in de verschillende buurten in de binnenstad, dan vallen enkele dingen op. Allereerst telt het Centrum relatief de minste 0-19 jarigen en de meeste jarigen. In Noordenbergsingel wonen de meeste 0-19 jarigen. De minste jarigen wonen in Singels. Tot slot wonen in de buurten Bergkwartier, Noordenbergsingel en Singels relatief veel 50- plussers. FIGUUR 1.2. BEVOLKINGSSAMENSTELLING NAAR LEEFTIJD, BINNENSTAD EN DEVENTER, Bron: Gemeente Deventer Kijken we naar de groei van de afzonderlijke leeftijdscategorieën (zie figuur 1.3) dan zien we dat in 2015 ten opzichte van 2014 het aantal jarigen is afgenomen. Het aantal 65-plussers is daarentegen het afgelopen jaar gegroeid. Ook gemeentebreed is een toename van het aantal 65- plussers zichtbaar(+3,0%), echter deze toename is niet zo groot als in de binnenstad. FIGUUR 1.3. ONTWIKKELING LEEFTIJDSCATEGORIEËN 2015 T.O.V. 2014, BINNENSTAD Bron: Gemeente Deventer 10

16 Naast jongvolwassenen ook veel alleenstaanden woonachtig in de binnenstad In de binnenstad wonen niet alleen relatief veel jongvolwassenen, maar ook relatief veel alleenwonenden (figuur 1.4). Meer dan de helft van de huishoudens in de binnenstad wordt gevormd door alleenwonenden, in heel Deventer is 32% alleenwonend. Gezinnen betrekken minder snel een woning in de binnenstad: 15% tegenover 36% gemeentebreed. In het Centrum wonen relatief de meeste alleenwonenden. In Singels en Noordenbergsingel is dit aandeel beduidend minder. Daarentegen wonen er in deze buurten weer meer gezinnen. Bergkwartier, Singels en Noordenbergsingel trekken relatief meer samenwonenden aan dan gemiddeld. FIGUUR 1.4. HUISHOUDENSSAMENSTELLING, BINNENSTAD EN DEVENTER, Bron: Gemeente Deventer Het verschil in het huishoudensprofiel wordt verklaard door het woonmilieu van de binnenstad. Door de levendige(re) omgeving met in het algemeen kleinere woningen en minder parkeergelegenheid zijn gezinnen minder snel geneigd zich in de binnenstad te vestigen. Alleenwonenden voelen zich juist vaker wel tot dit woonmilieu aangetrokken. Ook in andere binnensteden in Nederland wonen relatief meer alleenwonenden en minder gezinnen. 1.2 De woningvoorraad De woningvoorraad in de binnenstad bedraagt woningen (peildatum januari 2015). Bijna 60% van deze woningen is in de vooroorlogse periode gebouwd (figuur 1.5). Dat is niet opmerkelijk, aangezien Deventer bekend staat om haar historische binnenstad. Een deel van de binnenstad was in het verleden echter dusdanig verouderd dat herstructurering nodig was. In de periode tussen 1975 en 1989 is een deel van de binnenstad aangepakt en is er een groot aantal woningen gebouwd. In totaal komt 22% van de woningen in de binnenstad uit deze periode. Ongeveer zestien procent van de woningen is in de laatste 25 jaar gebouwd. In figuur 1.5 zien we ook dat de buurten in de binnenstad niet allemaal dezelfde ontwikkeling hebben gekend. In het Bergkwartier komt 70% van de woningen uit de vooroorlogse periode, in de buurt Singels is dit aandeel twee keer zo klein. Daarentegen kent Singels relatief veel nieuwbouw: 22% van de woningen is gebouwd na In het Noordenbergkwartier is bijna één op de drie woningen tussen 1975 en 1989 gebouwd. In Noordenbergsingel is in diezelfde periode echter helemaal niet gebouwd, hier is juist in de periode flink gebouwd. 11

17 FIGUUR 1.5. WONINGVOORRAAD NAAR BOUWPERIODE, BINNENSTAD EN DEVENTER, Bron: Gemeente Deventer Veruit de meeste woningen in de binnenstad zijn etagewoningen. Gemeentebreed ligt dit percentage lager. In de Deventer binnenstad is achttien procent van de woningen een hoek- of rijtjeshuis. De laatste twee procent van de woningen in de binnenstad zijn vrijstaande of 2 onder één kapwoningen. Deze twee categorieën zijn met name in Noordenbergsingel te vinden. FIGUUR 1.6. WONINGVOORRAAD NAAR WONINGTYPE, BINNENSTAD EN DEVENTER,

18 In de binnenstad staan meer huur- dan koopwoningen. Gemeentebreed is dit juist andersom. Onder de vijf buurten in de binnenstad zien we enkele verschillen. De woningen in de buurten Centrum, Bergkwartier en Noordenbergkwartier worden overwegend gehuurd. In Noordenbergsingel wordt slechts 17% van de woningen gehuurd. De verhouding huur/koop in de buurt Singels komt sterk overeen met het gemeentelijk gemiddelde. FIGUUR 1.7. WONINGVOORRAAD NAAR EIGENDOM, BINNENSTAD EN DEVENTER,

19 2. Economische structuur Deventer binnenstad Hoe staat het met de economische structuur van de binnenstad? Welke sectoren zijn sterk vertegenwoordigd? En voor welke sectoren is de binnenstad een populaire vestigingslocatie? Heeft de aansterkende economie ook geleid tot een toename van het aantal vestigingen en arbeidsplaatsen in de binnenstad? Op deze vragen wordt in dit hoofdstuk antwoord gegeven. De informatie die in dit hoofdstuk wordt gepresenteerd is gebaseerd op het Bedrijven en Instellingen Register Overijssel (BIRO). De meest recente cijfers hebben betrekking op het jaar Voor de indeling naar sectoren maakt de BIRO gebruik van de standaard bedrijfsindeling (SBI) van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Aantal instellings- en bedrijfsvestigingen blijft gelijk Waar het aantal vestigingen in de Binnenstad in 2012 en 2013 afnam, zien we dat dit aantal in 2014 min of meer gelijk blijft (1.060). Gemeentebreed geldt dat, nadat er in 2013 al een lichte toename was, het aantal vestigingen in 2014 nog verder is gegroeid tot vestigingen (+4,1%). FIGUUR 2.1. ONTWIKKELING AANTAL VESTIGINGEN IN DE BINNENSTAD EN DEVENTER, Bron: BIRO, bewerking gemeente Deventer 14

20 Vooral handel & reparatie en zakelijke dienstverlening gevestigd in de binnenstad De meeste vestigingen in de binnenstad vallen onder de sector groot- en detailhandel, gevolgd door advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening. Zij nemen gezamenlijk de helft van alle vestigingen voor haar rekening in de binnenstad. We zien in het laatste jaar een toename van het aantal vestigingen in de sectoren horeca (+7) en advisering (+6). Onder de financiële instellingen (-3), onderwijs (-3) en overige dienstverlening (-6) zien we juist een afname. TABEL 2.1. ONTWIKKELING AANTAL VESTIGINGEN IN DE BINNENSTAD, Industrie 2% 2% 2% 1% 1% 2% Bouwnijverheid 2% 3% 2% 2% 2% 2% Groot- en detailhandel 34% 33% 32% 32% 31% 30% Vervoer en opslag 0% 1% 1% 0% 0% 0% Logies-, maaltijd- en drankenverstrekking 10% 11% 11% 11% 11% 11% Informatie en communicatie 5% 5% 5% 6% 7% 7% Financiële instellingen 3% 2% 2% 2% 2% 2% Verhuur van en handel in onroerend goed 2% 2% 2% 2% 2% 2% Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening 18% 18% 20% 20% 20% 20% Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening 5% 5% 5% 5% 5% 5% Openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen 1% 1% 1% 1% 1% 1% Onderwijs 2% 2% 2% 2% 2% 1% Gezondheids- en welzijnszorg 4% 5% 5% 5% 5% 5% Cultuur, sport en recreatie 5% 5% 6% 6% 6% 6% Overige dienstverlening 6% 5% 5% 4% 5% 4% Totaal (relatief) 100% 100% 100% 100% 100% 100% Totaal (absoluut) Bron: BIRO, bewerking gemeente Deventer 15

21 Aantal arbeidsplaatsen verder afgenomen Figuur 2.2 laat zien dat sinds 2012 sprake is van een daling van het aantal arbeidsplaatsen tot arbeidsplaatsen in Dit zijn er 402 minder dan in 2013 (-5,9%). De grootste daling van het aantal arbeidsplaatsen (312) komt voor rekening van de sector onderwijs, door het vertrek van één vestiging. Ook gemeentebreed zien we een afname van het aantal arbeidsplaatsen (-5%). Deze afname is iets minder sterk dan in de binnenstad (-5,9%). FIGUUR 2.2. ONTWIKKELING WERKGELEGENHEID IN DE BINNENSTAD EN DEVENTER, Bron: BIRO, bewerking gemeente Deventer 16

22 Handel & reparatie, openbaar bestuur, en zakelijke dienstverlening tevens grootste werkgevers Het afgelopen jaar waren mensen werkzaam in de binnenstad. Meer dan een kwart van deze mensen is werkzaam in de sector groot- en detailhandel. Op enige afstand volgen de sectoren advisering, openbaar bestuur en horeca (tabel 2.2). Vier sectoren laten een toename zien van het absolute aantal arbeidsplaatsen. Het gaat om de sector horeca (+74), gezondheids- en welzijnszorg (+13), cultuur, sport en recreatie (+11) en advisering, onderzoek en overige specialistische dienstverlening (+6). De overige sectoren kampen met een afname van de werkgelegenheid. De grootste verliezen zien we bij onderwijs (-312), financiële instellingen (-37), groot- en detailhandel (-36) en informatie en communicatie (-33). TABEL 2.2. ONTWIKKELING WERKGELEGENHEID IN DE BINNENSTAD, Industrie 2% 1% 1% 1% 1% 1% Bouwnijverheid 1% 1% 1% 1% 1% 1% Groot- en detailhandel; reparatie van auto s 25% 24% 24% 25% 26% 27% Vervoer en opslag 1% 1% 1% 1% 1% 1% Logies-, maaltijd- en drankenverstrekking 10% 11% 11% 12% 13% 15% Informatie en communicatie 2% 3% 4% 5% 5% 5% Financiële instellingen 5% 4% 4% 4% 4% 4% Verhuur van en handel in onroerend goed 2% 2% 2% 2% 2% 2% Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening 16% 15% 15% 15% 15% 16% Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening 4% 5% 4% 3% 3% 2% Openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen 16% 16% 16% 17% 14% 15% Onderwijs 8% 8% 7% 7% 7% 3% Gezondheids- en welzijnszorg 4% 4% 4% 4% 4% 4% Cultuur, sport en recreatie 3% 3% 3% 3% 3% 3% Overige dienstverlening 2% 2% 2% 2% 2% 2% Totaal (relatief) 100% 100% 100% 100% 100% 100% Totaal (absoluut) Bron: BIRO, bewerking gemeente Deventer 17

23 FIGUUR 2.3. AANDEEL VESTIGINGEN EN ARBEIDSPLAATSEN IN DE BINNENSTAD T.O.V. HET TOTAAL IN DEVENTER, % 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% vestigingen arbeidsplaatsen Bron: BIRO, bewerking gemeente Deventer Van alle horecavestigingen in de gemeente is 42% gevestigd in de binnenstad. Dit is niet geheel onverwacht. De sector openbaar bestuur en verhuur & handel in onroerend goed zijn eveneens relatief sterk vertegenwoordigd in de binnenstad: respectievelijk 65% en 32% van alle vestigingen in deze sectoren vinden we terug in de binnenstad. Van drie sectoren bevindt zich meer dan veertig procent van alle arbeidsplaatsen in de binnenstad. Het gaat om de sectoren openbaar bestuur (64%), horeca (53%) en financiële instellingen (46%). Van alle werknemers in de industrie, bouwnijverheid, vervoer en opslag, onderwijs en gezondheids- en welzijnszorg is maar een beperkt deel werkzaam in de binnenstad. Concreet gaat het om 6% of minder per sector. Uit figuur 2.3 valt ook af te leiden dat de sectoren horeca en financiële instellingen in de binnenstad relatief veel arbeidsplaatsen per vestiging tellen. Leegstand verspreid door de binnenstad Enkele keren per jaar telt het MKB Deventer het aantal leegstaande winkelpanden in de binnenstad. In juni van dit jaar stonden er 45 panden leeg. Enkele maanden later, in oktober, is dit aantal nagenoeg gelijk gebleven (44). De leegstaande panden liggen verspreid door de binnenstad. Toch vallen en enkele gebieden en straten op. Zo zijn de meeste leegstaande winkels in de Nieuwstraat geteld (11), gevolgd door de Lange Bisschopstraat (7), omgeving Grote en Kleine Overstraat (8) en omgeving Broederenplein (7). 18

24 3. Detailhandel in de binnenstad Een binnenstad zonder detailhandel is ondenkbaar in Nederland, zo ook in Deventer. De detailhandel in de binnenstad is een belangrijke trekker voor mensen van binnen en buiten Deventer. Daarnaast is het met ruim werkzame personen de belangrijkste banenmotor van de binnenstad. Daarom gaat dit hoofdstuk dieper in op deze bedrijfstak. In paragraaf 3.1 wordt uitgebreid ingegaan op het winkelaanbod in de binnenstad, met aansluitend aandacht voor de bezoekers in paragraaf 3.2. Het ondernemersklimaat staat centraal in paragraaf 3.3 en de laatste paragraaf (3.4) gaat in op de huurprijzen in de binnenstad. 3.1 Winkelaanbod Aantrekkelijk winkelen heeft voor iedere bezoeker weliswaar een andere definitie, desondanks zijn er twee gemeenschappelijke indicatoren aan te wijzen:» Het aanbod aan funshop-winkels: naar aantal winkels, zelfstandigen en winkelvloeroppervlak (wvo);» De inrichting van het winkelgebied: naar aantal bezoekers (per meetpunt). In deze paragraaf staat het winkelaanbod centraal, inclusief het marktwezen. De bezoekers komen in de volgende paragraaf aan bod. Winkelaanbod: minimale toename aantal winkels en afname winkelvloeroppervlak Een divers aanbod van branchegroepen en zelfstandige detaillisten draagt bij aan het recreatief winkelen in de binnenstad, ook wel funshoppen genoemd. Indicatoren waarmee we de staat van het winkelaanbod in de Deventer binnenstad kunnen opmaken zijn het aantal winkels per branche, de winkelvloeroppervlakte, uitgedrukt in het aantal m 2 en het aantal zelfstandigen. Tabel 3.1 laat de ontwikkeling zien van het aantal vestigingen per branchegroep over de laatste vijf jaar. TABEL 3.1. VESTIGINGEN IN DE BINNENSTAD, NAAR BRANCHEGROEP, Aantal vestigingen Dagelijks 1) Mode en luxe 2) Vrije tijd 3) In en om huis 4) Overig detailhandel Totaal detailhandel In en om huis 15% Vrije tijd 13% 2015 Overig 9% Dagelijks 14% Mode en luxe 49% 1) Voedings- en genotsmiddelen, persoonlijke verzorging; 2) Warenhuizen, kleding en mode-accessoires, schoenen en lederwaren, juweliers- en optische artikelen, huishoudelijke en luxe artikelen, en antiek en kunstvoorwerpen; 3) Sport- en spelartikelen, hobbybenodigdheden, en boeken en beeld/geluid; 4) Bloemen, planten en tuinbenodigdheden, bruin- en witgoed, auto- en fietsbenodigdheden, doe-het-zelf artikelen en wonen. Bron: Locatus, bewerking gemeente Deventer Het aantal detailhandelsvestigingen in de binnenstad in 2015 is ten opzichte van 2014 licht gedaald (- 2%). Mode en luxe is nog altijd het sterkst vertegenwoordigd met 152 vestigingen en neemt circa de helft van alle vestigingen in de detailhandel voor haar rekening. 19

25 TABEL 3.2. WVO IN DE BINNENSTAD, NAAR BRANCHEGROEP, wvo wvo per vestiging Dagelijks 1) Mode en luxe 2) Vrije tijd 3) In en om huis 4) Overig Totaal detailhandel Excl. leegstand Bron: Locatus, bewerking gemeente Deventer De detailhandel vertegenwoordigt ruim m 2 wvo in de Deventer binnenstad. Dit is 797m 2 wvo minder dan vorig jaar (-1%) en minder dan het de afgelopen vijf jaar is geweest. De helft van het winkelvloeroppervlak in 2015 valt onder de branchegroep mode en luxe. In vergelijking met vorig jaar is in alle branches een afname in vloeroppervlak te zien, behalve in de branchegroep dagelijks waar het winkelvloeroppervlak met 343 m 2 is toegenomen (4%). De branchegroep in en om het huis heeft gemiddeld genomen de grootste vestigingen in de binnenstad (215 m 2 wvo). In vijf jaar tijd is hierin echter wel een afname te constateren van 15%. Ook in de branche dagelijks is over de jaren een afname van het gemiddelde vloeroppervlak te zien, terwijl dit in de branchegroep mode en luxe juist toeneemt. Filialisering Met de term filialisering doelen we op het verschijnsel dat het aantal zelfstandige winkeliers terugloopt door de komst van winkelketens. Van belang hierbij is om onderscheid te maken tussen franchisebedrijven en een filiaal. Het franchisebedrijf lijkt op een filiaal, maar een filiaal is volledig eigendom van het moederbedrijf en het franchisebedrijf is eigendom van de franchisenemer. Een filiaal wordt geleid door een werknemer van het moederbedrijf en een franchisenemer is zelfstandig ondernemer. Bijna tweederde (62%) van het aantal detailhandelsvestigingen in de binnenstad behoort tot de groep van zelfstandigen. Met name in de branchegroep overig bevinden zich veel zelfstandigen: 92%. De dagelijkse sector kent relatief de minste zelfstandigen: 51%. Deze verdeling is vergelijkbaar met voorgaande jaren. Kijken we naar het winkelvloeroppervlak, dan zien we dat de filiaalvestigingen gemiddeld groter zijn dan zelfstandigen. Een filialist doet zaken op gemiddeld 321m 2 wvo, een zelfstandige beschikt over gemiddeld 95m 2 wvo. Kijken we naar het totaal, dan heeft de groep filialisten 67% wvo in handen en de zelfstandigen de overige 33%. We kunnen ook in kaart brengen hoe de verdeling van het aantal zelfstandige winkeliers over de binnenstad uitvalt. Deze winkels zijn in figuur 3.1 met groen weergegeven. Franchisenemers worden door Locatus daarbij als zelfstandige winkelier meegeteld, als uit de uitstraling van de winkelinrichting blijkt, dat de winkelier zelfstandig van de handelsnaam kan opereren 1. Uit figuur 3.1 valt af te leiden dat de meeste zelfstandige detaillisten gevestigd zijn in het (zuid)westelijke gedeelte van de binnenstad: Nieuwstraat, Engestraat, Kleine Overstraat en Grote Overstraat. Ook in het Bergkwartier en in de Smedenstraat zijn relatief veel zelfstandigen gevestigd. 1 Dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat de winkelier niet de huisstijl van de handelsnaam op alle fronten volgt. 20

26 FIGUUR 3.1. ZELFSTANDIGE DETAILISTEN IN DE BINNENSTAD, 2015 Bron: Locatus, bewerking gemeente Deventer Waardering winkelgebied In 2015 is in opdracht van de gemeente Deventer het Koopstromenonderzoek uitgevoerd door I&O Research. In dit onderzoek kregen de bezoekers (uit Deventer, Overijssel en omringend gebied lopend van Lelystad in het westen, Ede en Bronckhorst in het zuiden tot aan Oosttellingenwerf en Vlagtwedde in het noorden) van de verschillende winkelgebieden in de gemeente Deventer de mogelijkheid om verschillende aspecten van een winkelgebied te waarderen middels een rapportcijfer. De verschillende aspecten worden in het Centrumgebied over het algemeen iets beter gewaardeerd dan gemiddeld in de gemeente Deventer. De cijfers liggen grotendeels tussen de 7,5 en 8,0. Het Centrum krijgt op deze punten dus een ruime voldoende van de bezoekers. Alleen de waardering voor de parkeermogelijkheden blijft achter. Ook het Boreelplein krijgt een voldoende van de bezoekers, zij het dat de cijfers over het algemeen iets lager liggen (7,0 7,5). Over de bereikbaarheid en de parkeer- en stallingsmogelijkheden zijn de bezoekers het meest tevreden (7,6 7,8). TABEL 3.3. WAARDERING ASPECTEN WINKELGEBIED, 2015 Centrum Boreelplein Alle winkelgebieden Gemeente Deventer Aantal winkels 7,6 7,3 7,5 Kwaliteit van de winkels 7,5 7,5 7,5 Sfeer/ambiance 7,7 7,1 7,5 Inrichting/aankleding winkelstraten 7,4 7,2 7,2 Aanbod daghoreca 8,0 7,3 7,6 Veiligheid winkelomgeving 7,5 7,1 7,4 Bereikbaarheid winkelcentrum 7,5 7,8 7,6 Parkeermogelijkheden auto 6,4 7,6 6,6 Stallingsmogelijkheden fiets 7,7 7,6 7,6 Bron: Koopstromenonderzoek Deventer 2015, I&O Research 21

27 Marktwezen Elke vrijdagochtend en zaterdag is er een markt op de Brink. In 2015 telt de vrijdagmarkt 51 vaste standplaatshouders (7 minder dan in 2014) en op de zaterdagmarkt zijn dit er 49 (gelijk aan vorig jaar). Naast deze vaste standplaatshouders zijn er ook zogenaamde dagplaatsen. Dit aantal fluctueert per week: gemiddeld zijn het er twee op vrijdag en twee op zaterdag. Op basis van informatie van de marktmeester is het mogelijk om de samenstelling van het marktwezen op beide dagen inzichtelijk te maken. Hierbij sluiten we aan bij de indeling in branchegroepen zoals in tabel 3.1 is gehanteerd. De branchegroep dagelijks is het sterkst vertegenwoordigd op zowel de vrijdag- als de zaterdagmarkt. Meer dan de helft van alle vaste standplaatshouders verkoopt producten als groente en fruit, kaas, snacks en persoonlijke verzorgingsproducten. Voor de vrijdagmarkt zien we in 2015 eenzelfde verdeling van de standplaatsen over de branches als in Op de zaterdagmarkt nam de branchegroep vrije tijd in 2013 toe tot 6%, maar in 2015 is dit weer teruggezakt naar 2%. Op de vrijdagmarkt is deze groep zelfs helemaal niet aanwezig. FIGUUR 3.2. SAMENSTELLING MARKT OP DE BRINK, VOORJAAR Bron: Gemeente Deventer,

28 3.2 De bezoekers De omvang van het bezoek aan de binnenstad kunnen we op twee manieren in beeld brengen:» het totaal aantal bezoekers;» het aantal bezoekers per meetpunt: de penetratiegraad. Op basis van telgegevens van Locatus over het aantal winkelpassanten ontstaat een beeld van de druktepatronen in Nederlandse binnensteden. In totaal zijn in Deventer vanaf 2000 dertien tellingen gehouden. Hierdoor kan voor de binnenstad inzicht worden verkregen in de bezoekersaantallen over verschillende jaren. Van belang om te weten is dat in m 2 wvo detailhandel is toegevoegd aan de binnenstad als gevolg van de oplevering van de Boreel. FIGUUR 3.3. AANTAL WEEKBEZOEKERS IN DE BINNENSTAD, Bron: Locatus, bewerking gemeente Deventer De binnenstad ontving in bezoekers per week. Het aantal bezoekers aan de binnenstad is ten opzichte van 2014 met 3% afgenomen. Landelijk zien we een afname van 2% onder de deelnemende steden. Met dit aantal weekbezoekers staat Deventer op de 32 e plaats van een ranglijst met 142 onderzochte winkelgebieden in Nederland. Op het drukste punt in de binnenstad, ter hoogte van de Korte Bisschopstraat, is de penetratiegraad 77%. Dat betekent dat op dit punt 77% van alle weekbezoekers passeert. Met een gemiddelde penetratiegraad van 25% blijft de doorbloeding van de stad laag. Dit betekent dat er veel deelbezoeken plaatsvinden in de binnenstad. Met een penetratiegraad van 25% staat Deventer op de 121 e plaats op de ranglijst van de 142 winkelgebieden. Tussen 13:45u en 15:15 uur wordt gemiddeld de grootste drukte bereikt in de Deventer binnenstad. Dit komt overeen met het landelijke beeld. 23

29 Om een beeld te geven van het aantal bezoekers per dag, heeft Locatus met behulp van een groot aantal kassatransacties een doorberekening gemaakt. In onderstaande figuur staat het druktebeeld in de week in de Deventer binnenstad weergegeven. FIGUUR 3.4. AANTAL BEZOEKERS IN DE BINNENSTAD PER DAG, Bron: Locatus, bewerking gemeente Deventer Op alle dagen is een daling van het aantal bezoekers te zien. Bezoekfrequentie In het Koopstromenonderzoek 2015 (I&O Research) komt naar voren dat een groot deel (40%) van de bezoekers van de binnenstad de binnenstad minimaal één keer per week bezoekt. De helft van de bezoekers gaat één of enkele keren per maand naar de binnenstad. Negentig procent van de bezoekers komt dus minstens één keer in de maand in de binnenstad. Bezoek aan de markt Ook is gevraagd of men wel eens een warenmarkt bezoekt. Bijna negentig procent bezoekt inderdaad wel eens een markt, hiervan bezoekt 62% wel eens de markt op de Brink. In 2010 was de oriëntatie op de vrijdag- en zaterdagmarkt nog 65%, maar was het totaal aandeel bezoekers van een markt met 79% lager. Bestedingen In hetzelfde Koopstromenonderzoek zijn ook de bestedingen voor de gehele gemeente opgenomen. De gegevens in tabel 3.4 hebben dus niet alleen betrekking op de binnenstad. De gemiddelde omzet in de dagelijkse sector is de afgelopen 5 jaar toegenomen (+4%), echter zien we bij de niet-dagelijkse sector een aanzienlijke daling van de omzet (-14%). De totale omzet per inwoner ligt in % lager dan in Vergeleken met gemeenten in de referentieklasse ligt de gemiddelde detailhandelsomzet per inwoner in Deventer lager. Echter, ook in de referentieklasse zien we de afgelopen vijf jaar dezelfde ontwikkelingen als in Deventer. TABEL 3.4. GEMIDDELDE DETAILHANDELSOMZET PER INWONER (IN EURO S), 2010 EN 2015 Deventer Referentieklasse Dagelijkse sector Niet-dagelijkse sector Totale omzet per inwoner Bron: Koopstromenonderzoek 2015, I&O Research 24

30 Het marktaandeel van de Binnenstad binnen de gemeente is in 2015 ongeveer gelijk gebleven aan Wel zien we een verschuiving van het aandeel van het centrum naar het Boreelplein. Het verlies van 5% in het centrum in de dagelijkse sector is echter niet geheel opgevangen door het Boreelplein. TABEL 3.5. MARKTAANDEEL IN AANKOOPLOCATIES BINNEN DEVENTER, 2010 EN 2015 Dagelijkse sector Niet-dagelijks Binnenstad 20% 18% 53% 54% w.v. in centrum 15% 10% 47% 40% w.v. bij Boreelplein 5% 8% 6% 14% Bron: Koopstromenonderzoek 2015, I&O Research, bewerking gemeente Deventer Segmentgebieden Landelijk wordt onderscheid gemaakt in de norm voor het aantal passanten per meetpunt naar type gebied (= penetratiegraad). De normen zijn vrij ruim, omdat de gebiedsindeling breed gedefinieerd is: A1-gebied: 75% tot 100% van de bezoekers doet dit gebied aan. A2-gebied: 50% tot 75% van de bezoekers doet dit gebied aan. B1-gebied: 25% tot 50% van de bezoekers doet dit gebied aan. B2-gebied: 10% tot 25% van de bezoekers doet dit gebied aan. In de Deventer binnenstad zijn de Korte Bisschopstraat en de kop van de Brink het A1-gebied, het deel van de Lange Bisschopstraat grenzend aan de Korte Bisschopstraat vormt het A2-gebied. Achter de Broederen, Engestraat, het laatste deel van de Lange Bisschopstraat, Nieuwstraat, Spijkerboorsteeg, Keizerstraat, Walstraat en de Boreel maken samen het B-gebied (zie figuur 3.5). FIGUUR 3.5. SEGMENTGEBIEDEN IN DE BINNENSTAD, 2015 Bron: Locatus, bewerking gemeente Deventer 25

31 3.3 Ondernemersklimaat Jaarlijks benadert het MKB Deventer alle ondernemers in het kernwinkelapparaat om mee te werken aan een peiling over het economisch functioneren van hun zaak. In 2015 zijn 146 ondernemers benaderd voor deelname aan de peiling, uiteindelijk hebben 43 ondernemers hun medewerking verleent. De belangrijkste bevindingen komen hieronder aan de orde. In 2015 hebben minder ondernemers te maken gehad met een omzetdaling dan in voorgaande jaren. Zeventig procent van de ondernemers heeft zijn omzet zien stijgen, waarvan de helft tenminste 5% meer omzet kon bijschrijven. FIGUUR 3.6. OMZETONTWIKKELING EERSTE HALFJAAR T.O.V. EERSTE HALFJAAR VOORGAAND JAAR Bron: MKB Deventer, bewerkt door gemeente Deventer Het aantal ondernemers dat zijn of haar personeelsbestand heeft zien slinken is het afgelopen jaar weer iets toegenomen. Tegelijkertijd zijn er ook meer ondernemers die meer personeel in dienst hebben dan een jaar eerder. FIGUUR 3.7. ONTWIKKELING PERSONEELSBESTAND, (m.u.v en 2014) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 18% 17% 53% 12% 14% 13% 13% 12% 18% 51% 17% 14% 50% 23% 6% 48% 33% 25% 51% 12% Bron: MKB Deventer, bewerkt door gemeente Deventer 7% 7% 55% 11% 27% 68% 15% 22% 46% 10% 9% 17% 22% 31% 33% 19% Toename Stabiel Afname N.v.t. 26

32 Eén op de vier ondernemers verwacht dat ze in de komende twee jaar meer personeel aannemen. Dit aandeel is iets groter dan tijdens de vorige peiling. Eén op de tien verwacht echter een afname van het personeelsbestand. Ook dit aandeel is iets groter dan in FIGUUR 3.8. VERWACHTE ONTWIKKELING PERSONEELSBESTAND, (m.u.v en 2014) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 9% 80% 13% 75% 79% 21% 19% 62% 38% 80% Bron: MKB Deventer, bewerkt door gemeente Deventer 17% 69% 17% 15% 34% 60% 6% 6% 76% 61% 19% 11% 28% Toename Stabiel Afname Het aandeel winkeliers dat binnen enkele jaren de zaak wil beëindigen ligt de laatste jaren vrij stabiel rond de 10%. Economische redenen en de leeftijd zijn de meest genoemde redenen om te stoppen met de zaak. FIGUUR 3.9. WINKELIERS DIE DE ZAAK WILLEN BEEINDIGEN, (m.u.v en 2014) 100% 90% 80% 70% 60% 80% 85% 81% 91% 90% 94% 50% 90% 87% 89% 40% 30% 20% 7% 10% 7% 14% 8% 10% 13% 5% 7% 8% 6% 5% 5% 6% 0% 8% Ja, binnen 2 jaar Ja, binnen 5 jaar Nee, voorlopig niet Bron: MKB Deventer, bewerkt door gemeente Deventer 27

33 Toenemende aantal ondernemers met een webshop Bijna 60% van de ondernemers geeft aan een eigen webshop bij de onderneming te hebben. Dit is een stijging ten opzichte van voorgaande jaren, toen in 2012 een kwart en in % van de ondernemers een eigen webshop had. Van de ondernemers zonder webshop gaf een enkeling aan dat dit niet het geval is, omdat de onderneming een franchise is. Voor de helft van de ondernemers draagt de omzet vanuit de webshop voor 5% mee in de totale omzet. Voor 40% is deze bijdrage zelfs minimaal 10%. FIGUUR BIJDRAGE OMZET WEBSHOP IN TOTALE OMZET, % 20% 40% 60% 80% 100% 0-5% 6-10% >10% Bron: MKB Deventer, bewerkt door gemeente Deventer Net als in voorgaande jaren zien de ondernemers de omzetontwikkeling van de webshop toenemen. Een enkeling ervaart echter een afname van de omzet. FIGUUR OMZETONTWIKKELING WEBSHOP EERSTE HALFJAAR, % 20% 40% 60% 80% 100% >-5% -5-0% 0-5% >5% Bron: MKB Deventer, bewerkt door gemeente Deventer Van de ondernemers zonder webshop verwacht het merendeel deze ook niet te ontwikkelen in de komende jaren. De meest genoemde reden om dit niet te doen is dat het aangeboden product of dienst niet geschikt is voor verkoop via een webshop. 28

34 3.4 Huurprijzen in de binnenstad Inzicht in de huurprijzen van de winkelpanden in de binnenstad geeft een breder beeld van het economisch functioneren van de binnenstad. Via het MKB is bij een makelaar geïnformeerd naar de huurprijzen per m 2 per jaar in de verschillende winkelstraten. Gevraagd is naar de bandbreedte waarin tachtig procent van de huren in de straten zich bevinden. TABEL 3.5. ONTWIKKELING HUURPRIJZEN PER M2 PER JAAR IN DE BINNENSTAD, Korte Bisschopstraat Lange Bisschopstraat Smedenstraat Broederenstraat Engestraat Nieuwstraat Kleine Overstraat Grote Overstraat Houtmarkt - Pikeursbaan- Waltorenpad n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t Bron: Rodenburg Bedrijfsmakelaars(2008 tot heden) en Eggink Maalderink Bedrijfsmakelaars (2006) Uit de inschatting van de ontwikkeling van de huurprijzen blijkt dat in de beide Bisschopstraten en dan in het bijzonder in de Korte Bisschopstraat de hoogste huren worden gerekend. Op enige afstand volgt de Smedenstraat. Als we kijken naar tabel 3.3. dan vallen de volgende zaken op: o In de Lange Bisschopstraat, de Engestraat en de Nieuwstraat liggen de minimum huurprijzen in 2014 circa 25% lager dan in o Daarnaast zijn in de Engestraat en Nieuwstraat ook de maximale huurprijzen omlaag gegaan (-11% en -4%). Ook in de Broederenstraat zijn deze afgenomen (-9%). De prijzen in deze drie straten liggen daarmee onder het prijsniveau van o In de Kleine- en Grote Overstraat zijn de huurprijzen sinds 2006 gestegen. De afgelopen twee jaar is de gehele bandbreedte van de huurprijzen omhoog verschoven: zowel de minimale als de maximale huurprijzen zijn toegenomen. 3.5 Bereikbaarheid en parkeren in de binnenstad In het Koopstromenonderzoek 2015 is ook aandacht voor de bereikbaarheid van de binnenstad en parkeren in dit gebied. Aan de respondenten die aangeven wel eens de binnenstad van Deventer te bezoeken om er te winkelen, is aanvullend gevraagd naar de vervoerswijze, de bereikbaarheid en het parkeren tijdens het bezoek aan de binnenstad van Deventer. Ongeveer de helft van de bezoekers komt overwegend met de fiets naar de binnenstad. Dit zijn er iets meer dan in De populariteit van de auto is daarentegen iets afgenomen. Werd in 2010 nog door de helft van de bezoekers dit vervoermiddel bij tenminste de helft van de bezoeken gebruikt, in 2015 is dit afgenomen tot 44%. TABEL 3.6. VERVOERSWIJZE NAAR DE BINNENSTAD, 2010 EN 2015 bij tenminste de helft van de bezoeken Openbaar vervoer 8% 7% Fiets 48% 52% Auto 50% 44% Bron: Koopstromenonderzoek 2015, I&O research Aan de respondenten die wel eens met de auto naar de binnenstad gaan om te winkelen, is gevraagd naar de bereikbaarheid van de parkeervoorzieningen. De helft van de mensen beoordeelt de bereikbaarheid van de parkeergarages als goed. De bereikbaarheid van de parkeerpleinen wordt door een kwart van de mensen als goed ervaren. Hierbij moet vermeld worden dat respectievelijk 14% en 29% van de mensen de bereikbaarheid van de betreffende voorzieningen niet kon beoordelen. 29

35 De meest gebruikte parkeergelegenheid bij een bezoek aan de binnenstad is het centrumgarage (Sijzenbaan). Zo n veertig procent van de mensen parkeert hier het vaakst. Op afstand volgen de parkeergarages onder de Boreel (15%) en onder de Wilhelminabrug (10%). Op de vraag of men wel eens problemen ervaart bij het parkeren in de binnenstad, geeft 62% aan nooit problemen te ervaren. Eén op de drie ervaart af en toe problemen. In de meeste gevallen betreft het problemen bij het zoeken naar vrije plaatsen (70%). 30

36 4. Beleving in de Deventer binnenstad In Deventer biedt de binnenstad bij uitstek een breed aanbod op uitgaansgebied. Naast de voorzieningen die gedurende het hele jaar beschikbaar zijn voor ontspanning en vermaak, is Deventer befaamd om zijn evenementen. In dit hoofdstuk schetsen we de uitgaansfunctie van de binnenstad met name aan de hand van de ontwikkeling van de bezoekersaantallen. Ook besteden we aandacht aan het aantal arbeidsplaatsen en vestigingen dat de aanwezigheid van de horeca de binnenstad oplevert Evenementen en activiteiten Deventer evenementenstad: minder bezoekers door slecht weer In 2015 heeft de Boekenmarkt evenveel bezoekers getrokken als een jaar eerder. Het aantal bezoekers aan Deventer op Stelten was in 2015 wat lager vanwege het slechte weer. Het Dickens Festijn in 2015 moet nog plaatsvinden. In 2014 trok dit evenement, ook vanwege het slechte weer, bezoekers minder dan het jaar ervoor. In totaal hebben bezoekers de drie grote Deventer evenementen bezocht in FIGUUR 4.1. BEZOEKERSAANTALLEN GROTE EVENEMENTEN, Bron: Evenementenbureau V.V.V. Deventer, bewerkt door gemeente Deventer Naast de drie grote (gratis) evenementen, worden er jaarlijks nog meer gratis evenementen georganiseerd in de Deventer Binnenstad, waaronder: De Goede Vrijdagmarkt; Brocante aan de IJssel; Koninginnedag; Film op de Brink; De Deventer Zomerkermis; Tour de Terras; Tour de Bands; Nederlandse Hits Rendez Vous; Breinfestijn. 31

37 Deventer uitgaansstad: toenemend aantal bezoekers bioscoop Naast een groot aantal jaarlijkse evenementen, biedt Deventer ook een cultureel aanbod dat dagelijks dan wel wekelijks te bezoeken is. Het gaat onder meer om de volgende culturele instellingen in de binnenstad: De Deventer Schouwburg; JT bioscoop Deventer; Poppodium Het Burgerweeshuis; Speelgoedmuseum Deventer en Filmhuis De Keizer; De Bergkerk. FIGUUR 4.2. BEZOEKERSAANTALLEN GROTERE CULTURELE VOORZIENINGEN, Bron: Gemeente Deventer Het aantal bezoekers aan de verschillende culturele instellingen is in 2014 redelijk stabiel gebleven. De grootste ontwikkeling zien we bij het filmhuis: het aantal bezoekers is in 2014 met 12% gegroeid ten opzichte van Alleen het bezoekersaantal van de bioscoop is licht afgenomen (-1%). Cijfers over de Bergkerk en het Speelgoed Museum zijn nog niet beschikbaar voor

38 4.2 Horeca In de horeca in de binnenstad zijn in 2014 meer dan 900 mensen werkzaam, verdeeld over 119 vestigingen. Dit betekent een toename van het aantal vestigingen (6%) en het aantal arbeidsplaatsen (8%) in vergelijking met Het aantal vestigingen van restaurants, cafetaria s en snackbars is absoluut het meest toegenomen met 5 vestigingen (+7%). Ook de werkgelegenheid in dit type horeca is absoluut genomen het meest toegenomen (+11%). De categorie hotels, pensions en conferentieoorden heeft hetzelfde aantal vestigingen als een jaar eerder. Wel is de werkgelegenheid er toegenomen met 33%. Deze toename is toe te schrijven aan één vestiging. In de branche Kantines en catering is één extra vestiging geopend. De cafés hebben 1 vestiging meer, maar 6 arbeidsplaatsen minder (-2%). FIGUUR 4.3. WERKGELEGENHEID EN AANTAL VESTIGINGEN HORECA IN BINNENSTAD, Bron: BIRO, bewerking gemeente Deventer 33

39 4.3 Toeristisch bezoek aan Deventer Elk jaar wordt er door NBTC-NIPO Research een onderzoek gehouden naar toeristisch bezoek van Nederlanders aan Nederlandse steden 2, anders dan de eigen woonplaats. Het gaat om bezoeken die voor ontspanning en/of plezier gemaakt worden. Omdat een bezoek aan Deventer naar verwachting in de meeste gevallen gepaard zal gaan met een bezoek aan de binnenstad, is dit onderzoek opgenomen in deze monitor. Voor 2014 raamt NBTC-NIPO het aantal bezoekers 3 in Deventer op personen, die de stad in totaal keer bezochten. Dit betekent dat het gemiddeld aantal bezoeken per bezoeker 1,9 is. In vergelijking met voorgaande jaren is het aantal bezoekers afgenomen (-9%) en wordt Deventer ook minder vaak bezocht door deze bezoekers (-19%). FIGUUR 4.4. AANTAL BEZOEKERS EN BEZOEKEN AAN DEVENTER EN NEDERLAND (X 1.000), Bron: NBTC-NIPO, bewerking gemeente Deventer Landelijk blijft het aantal bezoekers min of meer gelijk, maar is het aantal bezoeken wel verder gedaald (-12%). Bracht men in 2007 nog gemiddeld 6,6 keer een bezoek aan één of meerdere Nederlandse steden buiten de eigen woonplaats, de afgelopen jaren is dit verder gedaald tot gemiddeld 4,4 in Tijdens meer dan de helft van de bezoeken in Deventer is er gewinkeld voor het plezier. Dit is een toename ten opzichte van 2013 (figuur 4.5). De laatste jaren schommelt het aandeel bezoekers dat in Deventer funshopt nogal. Landelijk zien we dat er in de laatste jaren steeds minder gewinkeld wordt tijdens een bezoek aan steden. Het aantal terrasbezoeken in Deventer is in 2014, na een dip in 2013, weer flink toegenomen (van 15 naar 30%). Hiermee ligt het percentage terrasbezoekers hoger dan landelijk. Wel is het aantal mensen dat Deventer bezoekt om te lunchen of dineren of voor een standswandeling afgenomen. Landelijk bleven de lunch- en dinerbezoeken juist gelijk en steeg het aantal mensen dat kwam voor een stadswandeling. Het aantal bezoekers dat komt voor een evenement is de laatste drie jaren zowel in Deventer als landelijk min of meer gelijk gebleven. 2 Het gaat hierbij om de 30 steden die deelnemen aan dit onderzoek, waaronder bijvoorbeeld Amsterdam, maar ook Zutphen. 3 Let op: het gaat hier dus om bezoek van Nederlanders aan de stad. Bezoek van buitenlandse toeristen en bezoek aan de eigen woonplaats blijven buiten beschouwing. 34

40 FIGUUR 4.5. ONDERNOMEN ACTIVITEITEN, DEVENTER EN NEDERLAND, Bron: NBTC-NIPO, bewerking gemeente Deventer Funshoppen is nog altijd de belangrijkste reden om een bezoek te brengen aan Deventer. Op de tweede plaats staat nog altijd de stadswandeling. Landelijk is een stadswandeling minder vaak de belangrijke reden voor een bezoek aan een stad. FIGUUR 4.6. BELANGRIJKSTE REDEN BEZOEK, DEVENTER EN NEDERLAND, Bron: NBTC-NIPO, bewerking gemeente Deventer 35

41 FIGUUR 4.7. GEMIDDELDE UITGAVE PER PERSOON PER BEZOEK, Bron: NBTC-NIPO, bewerking gemeente Deventer In 2014 zien we opnieuw een toename van de gemiddelde besteding per bezoek aan Deventer: van 39,10 naar 40,90 (de bezoekers die geen geld uitgaven zijn hierbij buiten beschouwing gelaten). Landelijk zien we juist een afname van 1,40 per bezoek. Tijdens 10% van de bezoeken in Deventer wordt geen geld uitgegeven, dit is gelijk aan het landelijke percentage. Men geeft vooral geld uit in winkels en de horeca. Landelijk wordt er iets minder in de winkel besteed (39%), maar juist iets meer aan overige zaken (14%) en aan de horeca (47%). Circa de helft van de bezoekers komt uit Gelderland of Overijssel. Op enige afstand volgen Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland. FIGUUR 4.8 VERDELING UITGAVE PER BEZOEK, 2014 FIGUUR 4.9 HERKOMST BEZOEKERS,

42 5. Overige voorzieningen in de binnenstad De binnenstad biedt ruimte aan een breed scala aan voorzieningen. Een deel van deze voorzieningen is reeds in hoofdstuk 4 aan bod gekomen. In dit hoofdstuk komen onder meer de bibliotheek, de Leeuwenkuil en het treinstation aan bod. Centrale Bibliotheek: afname aantal leden naar De Centrale Bibliotheek van de Openbare Bibliotheek Deventer (OBD) is gevestigd aan de Brink en heeft ruim boeken en niet-boeken, zoals cd s, in zijn collectie. Daarmee is het de grootste vestiging van de OBD in Deventer. De centrale vestiging van de OBD telt zo n leden, dit is 44% van alle leden van de Openbare Bibliotheek Deventer 4. Het aantal ledenvan de centrale vestiging is met 12% gegroeid sinds De meest recente gegevens over het aantal uitleningen komen uit In dat jaar werden de meeste materialen uitgeleend bij de Centrale Bibliotheek: 38% van het totale aantal uitleningen van de OBD. Het gaat in totaal om uitleningen. Dit is een stijging van 38% ten opzichte van Leeuwenkuil: aantal cursisten blijft schommelen De Leeuwenkuil verzorgt cursussen op het gebied van muziek, dans, theater en beeldende kunst. In 2014 telde de Leeuwenkuil cursisten, ruim 200 cursisten meer dan het jaar daarvoor. Deze toename komt voor het grootste deel voor rekening van de kortlopende activiteiten, die het afgelopen jaar zijn verdubbeld. Ook is er een toename te zien bij de discipline dans (+6%). Bij de andere disciplines zien we juist een afname van het aantal cursisten. Tot slot is te zien dat van het totale aantal cursisten het grootste deel (43%) een muziekcursus of muzieklessen volgt. FIGUUR 5.1. AANTAL CURSISTEN LEEUWENKUIL NAAR CURSUSTYPE, Bron: Gemeente Deventer 4 Exclusief personeel dat ingeschreven staat als lid en leden van woon/zorgcentra en onderwijsinstellingen 37

43 NS-station Deventer: weer meer in- en uitstappende treinreizigers Deventer kent twee NS-stations: station Deventer en station Deventer-Colmschate. Het station Deventer stamt uit het begin van de twintigste eeuw en is gelegen aan de rand van de binnenstad. Vanuit Deventer gaan er rechtstreekse verbindingen naar Zwolle, Enschede, Roosendaal, Amsterdam, Schiphol, Rotterdam, Den Haag en Berlijn. Op een gemiddelde werkdag in 2014 maakten volgens de NS ruim reizigers gebruik van het station Deventer (figuur 5.2). Het aantal reizigers vertoont al sinds 2004 een stijgende lijn, met twee lichte dipjes in 2009 en In 2014 steeg het aantal reizigers met 0,9% ten opzichte van FIGUUR 5.2. AANTAL IN- EN UITSTAPPENDE TREINREIZIGERS STATION DEVENTER, Bron: Nederlandse Spoorwegen 38

44 6. Veiligheid in de binnenstad Elke twee jaar voert de gemeente Deventer een bewonersonderzoek uit. Het meest recente onderzoek is eind 2013 uitgevoerd. Een onderdeel uit dit brede onderzoek is veiligheid. Bewoners krijgen verschillende vragen en stellingen voorgelegd over de beleving van veiligheid in de eigen buurt en het algemeen. De resultaten voor de binnenstad worden hieronder gepresenteerd. Daarnaast voert de Politie IJsselland elk jaar een Gebiedsscan uit voor de verschillende gemeenten in haar regio. In paragraaf 6.2 leest u meer over de objectieve veiligheid in de binnenstad. 6.1 Beleving van veiligheid Ongeveer een kwart van de bewoners (23%) in de binnenstad voelt zich wel eens onveilig in de eigen buurt. Gemeentebreed zijn dat er minder (18%). Alleen in de gebieden Voorstad, Keizerslanden en Rivierenwijk & Bergweide voelen relatief meer mensen zich wel eens onveilig. Ondanks het relatief grote onveiligheidsgevoel geven binnenstadsbewoners gemiddeld hetzelfde rapportcijfer voor de veiligheid in de buurt als in heel Deventer (namelijk een 6,9). Vijftien procent van de bewoners in de Binnenstad is (wel eens) bang om beroofd of lastig gevallen te worden in de eigen buurt. Dit is iets meer dan gemiddeld in Deventer (10%). Binnenstadsbewoners noemen de aanpak van veelplegers het belangrijkste aandachtpunt voor de gemeente, terwijl in de meeste wijken en ook Deventer breed de aanpak van woninginbraken op nummer 1 staat. 6.2 Objectieve veiligheid In 2014 is keer melding gemaakt van een incident of misdrijf in de Deventer binnenstad, dit is een afname van 6% ten opzichte van FIGUUR 6.1. MISDRIJVEN EN INCIDENTEN IN DE BINNENSTAD, Bron: Politie IJsselland, Gebiedsscan Deventer

45 Colofon Uitgave: Gemeente Deventer, MKB Deventer, VCOD en Stichting Deventer Binnenstadsmanagement Tekst: Team Kennis en Verkenning, Gemeente Deventer Ontwerp/Vormgeving/Drukkerij: VDA-groep Oplage: 500 December

46 KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT DEVENTER Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

47 COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus AN Enschede Rapportnummer 2015/132 Datum Oktober 2015 Opdrachtgever Gemeente Deventer Auteur(s) Ralf ten Hove Ilse Wognum Bestellingen Exemplaren zijn verkrijgbaar bij de opdrachtgever. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld. Rapport Deventer Colofon

48 INHOUDSOPGAVE 1. Kort vooraf De winkelwereld is veranderd Doel van het onderzoek Koopstromen Dagelijkse sector Niet-dagelijkse sector Vergelijking oriëntatie op eigen kern Toevloeiing versus afvloeiing Conclusie Economisch functioneren Inleiding Detailhandelsomzet Detailhandelsomzet aankooplocaties Conclusie Inzicht in koopgedrag Inleiding Bezoekfrequentie, -motief en vervoermiddel Beoordeling winkelvoorzieningen Extra vragen Conclusie Rapport Deventer Inhoudsopgave

49 5. Oriëntatie op aanvullende winkelmogelijkheden Inleiding Koopzondag Koopavond Markt Online winkelen Benchmarking Conclusie Bijlage 1. Onderzoeksaanpak Bijlage 2. Begrippenkader Bijlage 3. Binding en toevloeiing per branche Bijlage 4. Binding en afvloeiing per branche Rapport Deventer Inhoudsopgave

50 1 HOOFDSTUK Kort vooraf Rapport Deventer Kort vooraf 5

51 1. Kort vooraf 1.1 De winkelwereld is veranderd Wat gaat de tijd snel. Vijf jaar geleden voelden we niet alleen de pijn van de verloren WK-finale. Ook de economische crisis was voelbaar in de portemonnee. Kijken we naar de detailhandel dan was 2010 het jaar waarin: er voor het eerst sinds jaren sprake is van een koopkrachtdaling. Dat wil zeggen dat consumenten minder te besteden hebben, ook in de detailhandel. de online consumentenbestedingen ongeveer 8 miljard bedragen; 4 jaar later is dat 14 miljard. de ontwikkeling van winkelleegstand versnelt: tot 2010 bevindt het leegstandstandspercentage zich onder de 6%. Daarna neemt het groeitempo toe en is in 2015 de leegstaand opgelopen tot 7,5%. de toerismebepaling voor koopzondagen van kracht wordt: gemeenten mogen meer dan 12 koopzondagen aanwijzen, mits kan worden aangetoond dat er substantieel toerisme is in de gemeente. Inmiddels hebben gemeenten de vrijheid zelf beleid te bepalen ten aanzien van zondagsopenstelling van winkels. de vooruitblikken voor de detailhandel veelal somber zijn, waarbij geanticipeerd dient te worden op de effecten van crisis, krimp & computer (internetwinkelen). Dit perspectief heeft zich doorontwikkeld naar een meer positief en tegelijkertijd ook reëel besef van wat de kansen voor de toekomst zijn. In de afgelopen 5 jaar is er dus weer veel veranderd in het winkellandschap. Een goed moment om opnieuw het koopgedrag van de consument in Oost-Nederland in beeld te brengen. 1.2 Doel van het onderzoek Het Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 beantwoordt de onderstaande onderzoeksvragen: Waar doen inwoners de dagelijkse en niet-dagelijkse inkopen en in welke mate komen bezoekers van buiten hier inkopen doen? Wat betekent dit voor het economisch functioneren van de detailhandel? Wat zijn de kenmerken van het consumentengedrag (frequentie, motief, vervoermiddel en waardering)? In welke mate zijn inwoners georiënteerd op koopzondag, koopavond, warenmarkt en internet? Wat is koopstromenonderzoek? Koopstromenonderzoek brengt het koopgedrag van consumenten in kaart en laat veranderingen in dit gedrag in tijd en plaats zien. Gegevens over koopgedrag en beleving bieden zicht op het functioneren van detailhandel en vormen bouwmateriaal : met gegevens over koopstromen kan gericht gewerkt worden aan een toekomstbestendig winkelaanbod voor inwoners en bezoekers. Hoe is het onderzoek uitgevoerd? De dataverzameling heeft in de periode april tot en met mei 2015 plaatsgevonden. In totaal zijn consumenten in Overijssel en delen van Drenthe, Flevoland en Gelderland geïnterviewd, waarbij consumenten gevraagd is naar de plaats waar zij artikelgroepen kopen. Aanvullend zijn vragen gesteld over winkelgedrag (bijvoorbeeld bezoekfrequentie en waardering meest bezochte aankoopplaatsen, marktbezoek en webwinkelen). De opzet van het onderzoek is vergelijkbaar met het in 2010 uitgevoerde koopstromenonderzoek. De enquêtes zijn zowel telefonisch als via internet afgenomen (zie ook bijlage 1 onderzoeksaanpak). In de gemeente Deventer zijn huishoudens geïnterviewd. Rapport Deventer Kort vooraf 6

52 VOORDAT U BEGINT TE LEZEN, EEN KORTE TOELICHTING: Om inzicht te krijgen in het koopgedrag van consumenten en het economisch functioneren van de winkelvoorzieningen in Deventer is bij het beschrijven van de koopstromen onderscheid te maken tussen detailhandelsomzet en bestedingspotentieel. Onderstaand wordt kort uitgelegd hoe beide zijn opgebouwd en wat de cijfers zeggen. Detailhandelsomzet (waar komt omzet vandaan?) Met de totale omzet wordt in beeld gebracht in welke mate klanten inwoners en bezoekers uit andere plaatsen bestedingen doen bij de winkelvoorzieningen in de kern. De detailhandelsomzet (draagvlak) is berekend door het aantal klanten te vermenigvuldigen met gemiddelde landelijke besteding per hoofd van de bevolking (incl. BTW), gecorrigeerd naar inkomenssituatie in het betreffende gebied. Bij de beoordeling van de omvang en de ontwikkeling van de detailhandelsomzet dient er rekening mee te worden gehouden dat in de afgelopen jaren de bestedingen in de dagelijkse sector zijn toegenomen (+4 procent), terwijl deze in de niet-dagelijkse sector mede als gevolg van de economische crisis zijn afgenomen (-11 procent). De detailhandelsomzet is opgebouwd uit bestedingen gedaan door klanten uit Deventer zelf (binding) en door klanten uit andere plaatsen (toevloeiing). De omzet bestaat uit een aandeel omzet uit binding en een aandeel omzet uit toevloeiing. Kortom: bij detailhandelsomzet is het perspectief de winkelvoorzieningen in de kern (de oriëntatie op de aanbodkant) Bestedingspotentieel (waar gaan bestedingen naar toe?) Vervolgens wordt vanuit het perspectief van inwoners van Deventer - ook gekeken naar waar deze inwoners hun detailhandelsuitgaven doen. Bij het bestedingspotentieel gaat het om het totaal aan detailhandelsbestedingen die door inwoners van een bepaald gebied gedaan kunnen worden. Dit is berekend door het inwonertal te vermenigvuldigen met de gemiddelde landelijke besteding per hoofd van de bevolking (incl. BTW), gecorrigeerd naar inkomenssituatie in het betreffende gebied. Ook hierbij is het van belang te realiseren dat de bestedingen per hoofd van de bevolking in de afgelopen jaren zijn veranderd, wat invloed heeft op het totale bestedingspotentieel (hoger in de dagelijkse sector en lager in de niet-dagelijkse sector). Waar het bij de detailhandelsomzet gaat om bestedingen bij winkelvoorzieningen in Deventer, gaat het bij het bestedingspotentieel om alle detailhandelsbestedingen van inwoners die gedaan worden in winkels (in of buiten Deventer) maar bijvoorbeeld ook op de markt, of via internet. Het bestedingspotentieel is opgebouwd uit bestedingen door inwoners van Deventer gedaan in Deventer zelf (binding) en gedaan in andere plaatsen of via andere niet-ruimtelijke aankoopkanalen (met name internet) (afvloeiing). Het bindingspercentage wordt uitgedrukt als percentage van het bestedingspotentieel. Kortom: bij bestedingspotentieel is het perspectief de inwoner van de kern (de oriëntatie vanuit de vraagkant). Rapport Deventer Kort vooraf 7

53 2 HOOFDSTUK Koopstromen Rapport Deventer Koopstromen 8

54 2. Koopstromen 2.1 Dagelijkse sector Koopkrachttoevloeiing blijft op niveau Veruit het grootste deel van de behaalde omzet aan dagelijkse artikelen in Deventer is afkomstig van de eigen inwoners (94 procent). Daarnaast trekt Deventer ook nog enige omzet aan uit overige delen van Nederland, in verhouding het meest uit buurtgemeente Voorst (2 procent). Ten opzichte van 2010 is de totale omzet in de dagelijkse sector toegenomen. In verhouding zijn de omzet uit eigen gemeente en de toevloeiing even sterk gestegen. Figuur 2.1 Waar komt de omzet in Deventer vandaan? (in %; 2010 en 2015). 94% Deventer 94% Koopkrachtafvloeiing toegenomen De mate waarin inwoners voor hun dagelijkse boodschappen bestedingen doen buiten de eigen gemeente is net als in 2010 beperkt. Na Deventer zelf (94 procent) worden de meeste dagelijkse bestedingen in buurtgemeente Voorst gedaan. Ten opzichte van 2010 zijn de bestedingen binnen de eigen gemeente in verhouding iets afgenomen. Dit komt met name doordat het bestedingsaandeel naar internet is toegenomen 1. Figuur 2.2 Waar gaan de bestedingen uit Deventer naar toe? (in %; 2010 en 2015). 94% Deventer 95% 2% Voorst 2% Voorst 2% 1% Internet e.d. 1% 0% Overig 5% 5% % Overig % 0% 20% 40% 60% 80% 100% Tabel 2.1 0% 20% 40% 60% 80% 100% Binding & toevloeiing (bestedingen x miljoen en in %; 2010 en 2015). ABS % 1 Overigens kunnen internetbestedingen een ruimtelijke component hebben, wanneer bijvoorbeeld een product afgehaald wordt in de winkel (en natuurlijk ook de Omzet uit eigen kern (binding) 230,8 241,0 94% 94% verkeersstromen als gevolg van de aflevering van bestelde producten). Daarnaast hebben lokale winkeliers ook steeds vaker naast de fysieke winkel een webshop waarbij onder Toevloeiing ov. Nederland 15,8 16,5 6% 6% andere oude collecties online worden aangeboden. Een deel van de afvloeiing naar internet TOTALE OMZET 246,7 257,6 100% 100% in zowel dagelijkse als niet-dagelijkse sector zal dus ook wel lokaal terugvloeien. Echter, hoe groot deze component is en waar deze bestedingen terecht komen, is onbekend. Rapport Deventer Koopstromen 9

55 Tabel 2.2 Binding & afvloeiing (bestedingen x miljoen en in %; 2010 en 2015). ABS % Binding 230,8 241,0 95% 94% Afvloeiing ov. Nederland 12,3 12,0 5% 5% Afvloeiing Duitsland 0,2 0,7 0% 0% Afvloeiing internet e.d. 0,6 2,2 0% 1% TOTAAL BESTEDINGSPOTENTIEEL 243,9 255,9 100% 100% 2.2 Niet-dagelijkse sector Meeste toevloeiing uit buurtgemeenten Van de omzet in de niet-dagelijkse sector in Deventer is 72 procent afkomstig uit Deventer zelf. Daarnaast is er enige omzet afkomstig uit de buurtgemeenten. Net als bij de dagelijkse sector zijn ook in de niet-dagelijkse sector in verhouding de meeste bestedingen afkomstig uit de gemeente Voorst (6 procent)en Lochem (5%). Figuur 2.3 Waar komt de omzet in Deventer vandaan? (in %; 2015). Rapport Deventer Koopstromen 10

56 Ontwikkeling herkomst omzet niet-dagelijkse sector Ten opzichte van 2010 is de totale niet-dagelijkse omzet in Deventer (gerealiseerd door zowel inwoners als bezoekers) afgenomen. Als we kijken naar waar de kooporiëntatie op Deventer is veranderd, dan zien we vooral minder omzet uit Deventer zelf. Figuur 2.4 Waar komt de omzet in Deventer vandaan? (in %; 2010 en 2015). 72% Deventer 75% Inwoners Deventer ook georiënteerd op Voorst Net als in de dagelijkse sector zijn inwoners van Deventer voor de bestedingen in de niet-dagelijkse sector hoofdzakelijk georiënteerd op de eigen gemeente, maar wel in mindere mate (69 procent). Buiten Deventer is er met name afvloeiing naar Voorst (4 procent), Zutphen en Apeldoorn (beide 3 procent). Figuur 2.5 Waar gaan de bestedingen uit Deventer naar toe? (in %; 2015). Voorst 6% 6% Lochem Overig 5% 5% 16% 15% % 20% 40% 60% 80% 100% Tabel 2.3 Binding & toevloeiing (bestedingen x miljoen en in %; 2010 en 2015). ABS % Omzet uit eigen kern (binding) 182,3 154,5 75% 72% Toevloeiing ov. Nederland 62,4 58,7 25% 28% TOTALE OMZET 244,7 213,1 100% 100% De afvloeiing naar internet is in de niet-dagelijkse sector met ruim 10 procent aanzienlijk groter dan in de dagelijkse sector (1 procent). Rapport Deventer Koopstromen 11

57 Ontwikkeling binding & afvloeiing niet-dagelijkse sector Ten opzichte van 2010 doen inwoners van Deventer in de nietdagelijkse sector zowel minder bestedingen binnen als buiten de eigen gemeente. Dit komt doordat de afvloeiing naar internet in de afgelopen vijf jaar in Deventer relatief sterk is toegenomen. De koopkrachtafvloeiing naar internet bedraagt in de niet-dagelijkse sector nu 22,9 miljoen, tegen 11,2 miljoen in Figuur 2.6 Waar gaan de bestedingen uit Deventer naar toe? (in %; 2010 en 2015). 69% Deventer 73% Inzoom op niet-dagelijkse branches De niet-dagelijkse sector is, vergelijkbaar met 2010, samengesteld op basis van 7 artikelgroepen. Onderstaand is de omzet in de nietdagelijkse sector nader gespecificeerd naar artikelgroep. Binnen de niet-dagelijkse sector heeft doe-het-zelf de hoogste binding met 93 procent. Vergeleken met 2010 zijn de bindingspercentages bij alle artikelgroepen afgenomen, het meest bij bloemen en planten en elektronica. Tabel 2.5 Binding & toevloeiing niet-dagelijkse sector (2010 en 2015). BINDING TOEVLOEIING TOTALE OMZET x miljoen Internet e.d. 10% 4% Kleding 45,6 40,6 22,7 22,7 68,3 63,3 Schoenen 11,2 10,2 3,9 4,5 15,1 14,7 Huishoudelijke artikelen 17,5 15,0 3,1 3,4 20,6 18,4 Overig 21% 23% Elektronica 33,3 30,2 13,8 13,6 47,1 43,8 Woninginrichting 28,0 19,8 12,1 8,7 40,1 28,5 Doe-het-zelf 26,1 20,0 4,5 3,6 30,6 23,7 0% 20% 40% 60% 80% 100% Tabel 2.4 Binding & afvloeiing (bestedingen x miljoen en in %; 2010 en 2015). ABS % Binding 182,3 154,5 73% 69% Afvloeiing ov. Nederland 56,3 46,1 22% 21% Afvloeiing Duitsland 0,8 1,3 0% 1% Afvloeiing internet e.d. 11,2 22,9 4% 10% TOTAAL BESTEDINGSPOTENTIEEL 250,6 224,8 100% 100% Bloemen en planten 20,6 18,6 2,3 2,2 22,9 20,8 TOTAAL 182,3 154,5 62,4 58,7 244,7 213,1 De artikelgroep met relatief de meeste omzet van buiten de eigen gemeente (toevloeiing) is kleding (36 procent). Vergeleken met 5 jaar geleden is er in vijf van de zeven artikelgroepen in verhouding meer omzet afkomstig van buiten. KORTE TOELICHTING: IN TABEL 2.5 IS DE TOTALE OMZET IN DE NIET-DAGELIJKSE SECTOR IN DEVENTER WEERGEGEVEN, UITGESPLITST NAAR BINDING EN TOEVLOEIING ( WAAR KOMT DE OMZET VANDAAN? ). IN TABEL 2.6 IS BINDING EN AFVLOEIING IN DE NIET-DAGELIJKSE SECTOR VOOR DEVENTER WEERGEGEVEN ( WAAR GAAN BESTEDINGEN NAAR TOE? ) IN TABEL 2.7 IS HET BINDINGSPERCENTAGE UITGEDRUKT ALS PERCENTAGE VAN HET BESTEDINGSPOTENTIEEL. HET AANDEEL TOEVLOEIING ALS PERCENTAGE VAN DE TOTALE OMZET. HIERDOOR TELT HET GEHEEL NIET OP TOT 100%. Rapport Deventer Koopstromen 12

58 Voor woninginrichting en kleding is de afvloeiing relatief groot. Bestedingen in deze artikelgroepen worden relatief vaak buiten Deventer gedaan. Tabel 2.6 Binding & afvloeiing niet-dagelijkse sector (2010 en 2015). BINDING AFVLOEIING TOTAAL BESTEDINGS- POTENTIEEL x miljoen Kleding 45,6 40,6 24,5 25,8 70,2 66,4 Schoenen 11,2 10,2 3,8 4,4 15,0 14,6 Huishoudelijke artikelen 17,5 15,0 2,5 3,1 20,1 18,0 Elektronica 33,3 30,2 6,7 9,5 40,1 39,8 Woninginrichting 28,0 19,8 22,1 16,5 50,1 36,3 Doe-het-zelf 26,1 20,0 1,4 1,6 27,6 21,6 Bloemen en planten 20,6 18,6 7,0 9,5 27,6 28,1 TOTAAL 182,3 154,5 68,1 70,4 250,6 224,8 Tabel 2.7 Bindingspercentage en aandeel toevloeiing niet-dagelijkse sector (2010 en 2015). BINDINGSPERCENTAGE AANDEEL TOEVLOEIING IN TOTALE OMZET In % Kleding 65% 61% 33% 36% Schoenen 75% 70% 26% 30% Huishoudelijke artikelen 87% 83% 15% 18% Elektronica 83% 76% 29% 31% 2.3 Vergelijking oriëntatie op eigen kern De mate waarin Deventer in staat is de bestedingen van inwoners te binden aan de eigen gemeente kan worden vergeleken met het gemiddelde bindingspercentage in kernen van vergelijkbare omvang. Ten opzichte van plaatsen met meer dan inwoners heeft Deventer in de dagelijkse sector in 2015 een gemiddelde koopkrachtbinding. De niet-dagelijkse sector heeft in vergelijking met gemiddeld in plaatsen met meer dan inwoners een iets lagere koopkrachtbinding. Binnen deze sector hebben vooral de artikelgroepen bloemen en planten en woninginrichting in Deventer verhoudingsgewijs een zwakkere lokale verzorgingsfunctie. Tabel 2.8 Bindingspercentage Deventer vergeleken (2015). DEVENTER REFERENTIEKLASSE Dagelijkse sector 94% 93% Niet-dagelijkse sector 69% 72% - Kleding 61% 65% - Schoenen 70% 72% - Huishoudelijke artikelen 83% 82% - Elektronica 76% 70% - Woninginrichting 55% 62% - Doe-het-zelf 93% 92% - Bloemen en planten 66% 83% Woninginrichting 56% 55% 30% 31% Doe-het-zelf 95% 93% 15% 15% Bloemen en planten 75% 66% 10% 11% TOTAAL 73% 69% 25% 28% Rapport Deventer Koopstromen 13

59 2.4 Toevloeiing versus afvloeiing Deventer heeft te maken met toe- en afvloeiing. Maar hoe verhouden toe- en afvloeiing zich tot elkaar en hoe zijn beide opgebouwd? Is er een positief of negatief koopstromensaldo? Toevloeiing kleiner dan afvloeiing In de niet-dagelijkse artikelgroepen is er in woninginrichting, bloemen en planten en kleding sprake van meer koopkrachtafvloeiing dan toevloeiing. Elektronica en doe-het-zelf hebben een duidelijk positief koopstromensaldo. In totaal is de aangetrokken koopkracht van buiten de eigen gemeente echter kleiner dan het koopkrachtverlies. In elektronica is de afvloeiing naar internet groter dan de afvloeiing naar (winkel)aankooplocaties buiten Deventer. Tabel 2.9 Toe- en afvloeiing per artikelgroep, Deventer (milj. ; 2015). TOEVLOEIING AFVLOEIING x miljoen ov. Ned. ov. Ned. internet Kleding 22,7 16,8 9,0 Schoenen 4,5 2,7 1,7 Huishoudelijke artikelen 3,4 1,8 1,2 Elektronica 13,6 2,6 6,9 Woninginrichting 8,7 13,3 3,2 Doe-het-zelf 3,6 0,9 0,6 Bloemen en planten 2,2 9,3 0,3 TOTAAL 58,7 47,4 22,9 Afvloeiing naar internet goed zichtbaar In de vorige paragrafen hebben we gezien wat de invloed is van internet op de koopstromen. De totale afvloeiing naar internet bedraagt in Deventer in 2015 zo'n 25 miljoen. De mate waarin gebruik wordt gemaakt van internet als aankoopkanaal varieert niet alleen naar branche. Ook naar kern is onderscheid zichtbaar (wat mede kan samenhangen met bijvoorbeeld leeftijdsopbouw en stedelijkheidsgraad). Wanneer de online kooporiëntatie in Deventer vergeleken wordt met het gemiddelde in kernen van vergelijkbare omvang dan kopen inwoners van Deventer gemiddeld iets minder artikelen via internet. Bij elektronica wordt relatief vaak voor internet gekozen als aankoopplaats. Zo is 17 procent van de bestedingen in een webwinkel gedaan. BESTEDINGSAANDEEL VAN INTERNET (2015) DEVENTER REFERENTIEKLASSE Dagelijkse sector 1% 1% Niet-dagelijkse sector 10% 11% - Kleding 14% 15% - Schoenen 12% 12% - Huishoudelijke artikelen 7% 8% - Elektronica 17% 20% - Woninginrichting 9% 9% - Doe-het-zelf 3% 4% - Bloemen en planten 1% 1% Rapport Deventer Koopstromen 14

60 Ontwikkeling koopstromensaldo Op basis van tabel 2.9 is te concluderen dat in 2015 de niet-dagelijkse artikelgroepen in Deventer te maken hebben met meer koopkrachtafvloeiing dan koopkrachttoevloeiing. Hoe was dat in 2010 en zijn de verhoudingen gewijzigd? Komt er per saldo meer in of gaat er meer uit? Ten opzichte van 2010 is het positieve verschil tussen toe- en afvloeiing in de dagelijkse sector in 2015 kleiner. In de niet-dagelijkse sector is de ontwikkeling anders. Daar hebben de meeste artikelgroepen ten opzichte van 2010 in 2015 te maken met vooral de gevolgen van de toegenomen oriëntatie op winkelen via internet. Per saldo is het koopstromensaldo meer negatief. In de artikelgroep woninginrichting is het negatieve saldo afgenomen, bij schoenen is het saldo gelijk gebleven. In de overige artikelgroepen is er sprake van een negatieve ontwikkeling in de afgelopen vijf jaar. Figuur 2.7 Saldo toevloeiing minus afvloeiing per sector en artikelgroep, Deventer (milj. ; 2010 en 2015). dagelijkse sector 2 3 niet-dagelijkse sector kleding schoenen huishoudelijke artikelen elektronica 4 7 woninginrichting doe-het-zelf bloemen, planten Conclusie De belangrijkste conclusies op een rij: De totale omzet in de dagelijkse sector is ten opzichte van 2010 toegenomen. De omzet uit de eigen gemeente en de toevloeiing zijn in verhouding even sterk gestegen. In de dagelijkse sector blijft het overgrote deel van de detailhandelsbestedingen binnen Deventer (94 procent). De afvloeiing van bestedingen is iets toegenomen ten opzichte van 2010, met name door een toename van bestedingen naar internet. In de niet-dagelijkse sector is de totale omzet de afgelopen vijf jaar afgenomen. Na Deventer zelf (72 procent) is het grootste deel van de omzet afkomstig uit de buurtgemeenten Voorst en Lochem. De binding in de niet-dagelijkse sector is minder groot (69 procent), ook ten opzichte van Inwoners van Deventer zijn verder relatief sterk georiënteerd op internet. Er is een sterke toename van bestedingen naar internet (+6 procentpunt). De artikelgroep doe-het-zelf weet in verhouding de meeste bestedingen te trekken van de eigen inwoners. Bezoekers van buiten Deventer komen in verhouding het meest voor kleding. Voor de artikelgroepen woninginrichting en kleding zijn inwoners van Deventer relatief het meest georiënteerd op andere aankoopplaatsen. De artikelgroepen woninginrichting, bloemen en planten en kleding hebben meer koopkrachtafvloeiing dan toevloeiing. In de dagelijkse sector is het positieve verschil in het totale koopstromensaldo kleiner geworden. In de niet-dagelijkse sector is het negatieve verschil groter geworden ten opzichte van De mate waarin bestedingen aan de eigen kern worden gebonden is in de niet-dagelijkse sector in Deventer iets kleiner dan gemiddeld in kernen van vergelijkbare omvang. Datzelfde geldt voor de oriëntatie op internet. Rapport Deventer Koopstromen 15

61 3 HOOFDSTUK Economisch functioneren Rapport Deventer Economisch functioneren 16

62 3. Economisch functioneren 3.1 Inleiding Een belangrijk element om te komen tot detailhandelsbeleid is inzicht verkrijgen in het economisch functioneren van de detailhandel. In hoofdstuk 2 is een (ruimtelijk) beeld geschetst van de kooporiëntatie op en vanuit Deventer. In dit hoofdstuk zoomen we verder in op de detailhandelsomzet totaal en per (onderscheiden) aankooplocatie. Nota bene: het betreft hier de totale consumentenbestedingen, afkomstig van bestedingen van bewoners en bezoekers. In het rapport wordt ook wel gesproken over de gerealiseerde detailhandelsomzet. Belangrijk hierbij is dat het dan gaat om de totale som van consumentenbestedingen, inclusief BTW en exclusief bestedingen van bedrijven en instellingen in de detailhandel. 3.2 Detailhandelsomzet Totale omzet in Deventer afgenomen De totale detailhandelsomzet in Deventer is in de afgelopen vijf jaar met 4 procent afgenomen naar 470,7 miljoen euro. De niet-dagelijkse sector (-13 procent) is verantwoordelijk voor deze afname, want de omzet in de dagelijkse sector nam licht toe (+4 procent). Omzetaandeel dagelijks groter geworden De dagelijkse sector (55 procent) neemt een iets groter deel van de detailhandelsomzet in Deventer voor haar rekening dan de nietdagelijkse sector. Het omzetaandeel van de dagelijkse sector is ook gestegen van 50 procent in 2010 naar 55 procent in Deze ontwikkeling is vergelijkbaar met het gemiddelde beeld in referentiekernen. Figuur 3.2 Omzetaandeel dagelijkse en niet-dagelijkse sector, Deventer (2010 en 2015). 100% 45% 50% 50% 55% 80% 60% 55% 50% 50% 40% 45% 20% niet-dagelijks Figuur 3.1 Detailhandelsomzet in Deventer voor dagelijkse en niet-dagelijkse sector (milj. ; 2010 en 2015). 0% Deventer referentieklasse dagelijks Gemiddelde omzet per inwoner ,6 213,1 De detailhandelsomzet en daarmee ook de verzorgingsfunctie hangt naast het aanwezige winkelaanbod grotendeels samen met de omvang van een kern. De gemiddelde omzet per inwoner geeft een indicatie dagelijks niet-dagelijks van de relatieve trekkracht van de detailhandel, zeker wanneer deze wordt afgezet tegen het gemiddelde in plaatsen van vergelijkbare ,7 244,7 omvang Rapport Deventer Economisch functioneren 17

63 In Deventer is de omzet per inwoner in de dagelijkse sector gestegen, maar vergeleken met plaatsen van vergelijkbare omvang is dit omzetcijfer lager. Doordat de gemiddelde omzet per inwoner in de niet-dagelijkse sector ook relatief laag is, ligt de totale omzet per inwoner onder het vergelijkingscijfer. Tabel 3.1 Gemiddelde detailhandelsomzet per inwoner ( ; 2010 en 2015). DEVENTER REFERENTIEKLASSE Dagelijkse sector Niet-dagelijkse sector Kleding Schoenen Huishoudelijke artikelen Elektronica Woninginrichting Doe-het-zelf Bloemen en planten TOTALE OMZET PER INWONER Detailhandelsomzet aankooplocaties Grootste deel omzet landt in het centrum van Deventer Als we kijken naar de onderscheiden aankooplocaties in Deventer dan is de meeste detailhandelsomzet gegenereerd door het centrum. De niet-dagelijkse sector heeft hierin de grootste bijdrage. Bij de andere locaties ligt het accent sterker op de dagelijkse sector, met uitzondering van het Boreelplein, Runshopping Centre Snipperling, de Zwolseweg/Boxbergerweg, locaties elders in Deventer en Bathmen en overige aankooplocaties in de gemeente. In de dagelijkse sector wordt de meeste omzet gegenereerd in Winkelcentrum Keizerslanden, gevolgd door Winkelcentrum Colmschate/Flora. Figuur 3.3 Detailhandelsomzet aankooplocaties, Deventer (miljoen ; 2015). Deventer Centrum WC Keizerslanden Boreelplein WC Colmschate/Flora Runshopping Centre Snipperling WC Andriessenplein/De Vijfhoek Zandweerd/Zamenhoffplein/P. de Hooghstraat Schalkhaar Bathmen Centrum Diepenveen Colmschate Borgele Brinkgreverweg/Rielerweg/Beestenmarkt Zwolseweg/Boxbergerweg Deltaplein/Rivierenwijk WC Zwaluwenburg Lettele Okkenbroek Deventer elders Bathmen elders overig dagelijks niet-dagelijks In tabel 3.2 zijn de marktaandelen van de aankooplocaties voor de dagelijkse en niet-dagelijkse sector voor zowel 2010 als 2015 weergegeven. Hieruit blijkt dat de dominantie van het centrum in Deventer is afgenomen, zowel in de dagelijkse als in de niet-dagelijkse sector. In de dagelijkse sector hebben Winkelcentrum Keizerslanden en het Boreelplein het meeste marktaandeel gewonnen. Ook in de niet-dagelijkse sector is vooral het marktaandeel van het Boreelplein toegenomen. Rapport Deventer Economisch functioneren 18

64 Tabel 3.2 Marktaandelen aankooplocaties, Deventer (in %; 2010 en 2015). DAGELIJKSE SECTOR NIET-DAGELIJKSE SECTOR Deventer Centrum 15% 10% 47% 40% WC Keizerslanden 14% 19% 1% 2% Boreelplein 5% 8% 6% 14% WC Colmschate/Flora 20% 15% 6% 4% Runshopping Centre Snipperling 0% 0% 22% 22% WC Andriessenplein/De Vijfhoek 8% 9% 1% 1% Zandweerd/Zamenhoffplein/ P. de Hooghstraat e.o. 8% 9% 0% 0% Schalkhaar 4% 4% 3% 2% Bathmen Centrum 4% 4% 2% 1% Diepenveen 3% 3% 2% 2% Colmschate 2% 4% 1% 1% 3.4 Conclusie De belangrijkste conclusies op een rij: Iets meer detailhandelsomzet in de dagelijkse sector, maar veel minder omzet in de niet-dagelijkse sector zorgen ervoor dat de totale detailhandelsomzet in Deventer met 4 procent is gedaald ten opzichte van Door de omzetontwikkeling is het totale omzetaandeel van de dagelijkse sector gegroeid. Deze groei is conform ontwikkeling in vergelijkbare kernen. Wel is het omzetaandeel van de dagelijkse sector bovengemiddeld. Uit benchmarking blijkt dat de gemiddelde omzet per inwoner in Deventer lager is dan gemiddeld in plaatsen van vergelijkbare omvang. Vooral in de niet-dagelijkse sector is het verschil groot. Wanneer we inzoomen op het niveau van aankooplocaties in Deventer dan zien we het centrum marktaandeel inleveren en met name het Boreelplein terrein winnen. Borgele 2% 3% 0% 0% Brinkgreverweg/Rielerweg/ Beestenmarkt 3% 3% 0% 0% Zwolseweg/Boxbergerweg 2% 1% 1% 2% Deltaplein/Rivierenwijk 2% 2% 0% 0% WC Zwaluwenburg 1% 2% 0% 0% Lettele 0% 0% 0% 0% Okkenbroek 0% 0% 0% 0% Deventer elders 5% 2% 6% 7% Bathmen elders 1% 0% 0% 0% Overig 1% 1% 1% 2% TOTAAL 100% 100% 100% 100% Rapport Deventer Economisch functioneren 19

65 4 HOOFDSTUK Inzicht in koopgedrag Rapport Deventer Inzicht in koopgedrag 20

66 4. Inzicht in koopgedrag 4.1 Inleiding Voorgaande hoofdstukken hebben laten zien dat het economisch functioneren van de detailhandel aan verandering onderhevig is. Dit heeft onder meer te maken met ontwikkelingen in het winkelaanbod en ook met het ruimtelijke winkelgedrag van de consument. Hoe veranderen die onderliggende beweegredenen van de consument? In dit hoofdstuk besteden we vooral aandacht aan het koopgedrag van de consument die in Deventer boodschappen doet en/of er winkelt. Wat zijn de bezoekmotieven, hoe vaak worden winkelvoorzieningen bezocht en hoe worden ze beoordeeld? In de meeste gevallen vergelijken we de uitkomsten met het in 2010 geschetste beeld. Daarnaast wordt Deventer op een aantal aspecten ook afgezet tegen het gemiddelde beeld van/in vergelijkbare plaatsen. 4.2 Bezoekfrequentie, -motief en vervoermiddel Weinig veranderingen in de bezoekfrequentie Zowel voor de dagelijkse boodschappen als voor het winkelen geldt dat de bezoekfrequentie op hoofdlijnen weinig is veranderd vergeleken met De groep consumenten die de dagelijkse boodschappen in Deventer doet, is net als in 2010 voor het overgrote deel hoogfrequente bezoeker. Wel is de groep consumenten die meer dan één keer per week boodschappen in Deventer doet, licht gedaald van 71 procent in 2010 naar 69 procent in Bij het recreatieve winkelen is het aandeel hoogfrequente bezoekers (meer dan eens per week) gedaald. De groep die (zeer) weinig winkelt of minimaal een keer per maand is een paar procent groter geworden. Tabel 4.1 Bezoekfrequentie Deventer voor dagelijkse boodschappen en voor winkelen. DAGELIJKSE BOODSCHAPPEN WINKELEN Meer dan 1 x per week 71% 69% 17% 16% 1 x per week 27% 28% 23% 20% 1-3 x per maand 2% 4% 43% 45% Minder dan 1 x per maand 0% 0% 17% 18% TOTAAL 100% 100% 100% 100% Bezoekmotief Wat zijn de belangrijkste redenen van consumenten om boodschappen te doen of te winkelen in Deventer? De top 3 bij boodschappen wordt gevormd door nabijheid, aanwezigheid van bepaalde winkels en de bereikbaarheid. Voor het winkelen geldt dat met name de nabijheid, de aanwezigheid van bepaalde winkels en de omvang van het winkelaanbod (veelheid aan winkels) in veel gevallen een rol spelen in de keuze voor Deventer. Figuur 4.1 Top 3 van bezoekmotieven: Boodschappen doen: 1: nabijheid/afstand: 81% 2: bepaalde winkels: 34% 3: bereikbaarheid: 30% Winkelen: 1: nabijheid/afstand: 58% 2: bepaalde winkels: 46% 3: veelheid winkels: 43% Ten opzichte van 2010 is bij boodschappen nabijheid vaker genoemd en bij het winkelen juist minder genoemd. Daarentegen komt men relatief vaker winkelen vanwege de aanwezigheid van bepaalde winkels en de omvang van het winkelaanbod (meer doelgericht winkelbezoek). Rapport Deventer Inzicht in koopgedrag 21

67 Vervoermiddel Voor de dagelijkse boodschappen is de auto het meest gebruikte vervoermiddel. Het aandeel bezoekers dat met de fiets boodschappen doet is gestegen ten opzichte van 2010, ten koste van het aandeel dat met de auto gaat. Ook bij het winkelen is de auto het meest gebruikte vervoermiddel. De fiets is in 2015 ook meer genoemd als vervoermiddel dan in Figuur 4.2 Vervoermiddelgebruik voor boodschappen en winkelen, Deventer (2010 en 2015). 100% 2% 3% 5% 7% 80% 43% 46% 45% 49% 60% 40% 36% 33% 39% 33% anders 20% auto 19% 18% 11% 11% fiets lopend 0% boodschappen winkelen 4.3 Beoordeling winkelvoorzieningen Hoe tevreden consumenten zijn met de winkelvoorzieningen in Deventer is af te leiden uit de beoordeling die men heeft gegeven aan de hand van rapportcijfers. Hiermee ontstaat inzicht in de sterke punten en de eventuele aandachtspunten. In figuur 4.3 is de waardering af te lezen voor de winkelvoorzieningen in Deventer. Hoogste waardering voor bereikbaarheid winkelcentrum Over het geheel gezien zijn consumenten die boodschappen doen en/of winkelen in Deventer redelijk tevreden over de diverse aspecten van de winkelvoorzieningen; bijna alle aspecten scoren minimaal een 6,4. De hoogste cijfers zijn gegeven voor de bereikbaarheid en de kwaliteit van de winkels. In vergelijking met kernen van vergelijkbare omvang scoort Deventer relatief matig. De bereikbaarheid en de parkeermogelijkheden van de auto worden in Deventer hoger beoordeeld dan in kernen van vergelijkbare omvang. Ten opzichte van 2010 is de waardering voor de parkeermogelijkheden voor de auto gestegen. Met name de inrichting/aankleding van de winkelstraten, de stallingsmogelijkheden voor de fiets, de sfeer/ambiance, het aantal winkels en het aanbod van de daghoreca worden minder goed beoordeeld dan 5 jaar geleden. Figuur 4.3 Waardering winkelvoorzieningen Deventer (2010 en 2015). 7,8 Bereikbaarheid van het winkelcentrum 7,8 7,8 7,5 De kwaliteit van de winkels 7,6 7,6 7,3 Veiligheid winkelomgeving 7,3 7,4 7,3 Stallingsmogelijkheden fiets 7,7 7,5 7,3 Parkeermogelijkheden auto 7,1 7,2 6,9 Sfeer/ambiance 7,2 7,2 6,9 Het aantal winkels 7,2 7,4 6,4 Inrichting/aankleding winkelstraten 6,9 6,9 5,9 Aanbod van daghoreca 6,2 6,9 2 van de referentieklasse aspecten krijgen een hogere waardering dan gemiddeld Rapport Deventer Inzicht in koopgedrag 22

68 4.4 Extra vragen Aan de respondenten die aangeven wel eens de binnenstad van Deventer te bezoeken om er te winkelen, is aanvullend gevraagd naar de vervoerswijze, de bereikbaarheid en het parkeren tijdens het bezoek aan de binnenstad van Deventer. In de onderstaande figuur is te zien dat een groot deel (40 procent) minimaal een keer per week de binnenstad bezoekt. De meerderheid (49 procent) bezoekt de binnenstad een keer of enkele keren per maand. Een klein gedeelte van de bezoekers geeft aan bijna nooit of af en toe de binnenstad van Deventer te bezoeken. Vergeleken met 2010 wordt de binnenstad minder frequent bezocht; toename van de laagfrequente bezoeken (enkele keren per maand) en een afname van de hoofdfrequente bezoeken (dagelijks en enkele keren per week). Figuur 4.4 Bezoekfrequentie binnenstad van Deventer (2010 en 2015) Figuur 4.5 Gebruik van fiets bij bezoek binnenstad van Deventer (2010 en 2015) % 11% 10% 7% 35% % 13% 11% 9% 28% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (Bijna) nooit In minder dan de helft van het aantal keer In ongeveer de helft van het aantal keer In meer dan de helft van het aantal keer (Bijna) altijd Bij een bezoek aan de binnenstad wordt minder gebruik gemaakt van het openbaar vervoer. Ten opzichte van 2010 is het aandeel bezoekers dat bijna nooit met het OV komt, gegroeid van 82 procent naar 86 procent % 17% 19% 29% 20% 11% Figuur 4.6 Gebruik van openbaar vervoer (bus of trein) bij bezoek binnenstad van Deventer (2010 en 2015) % 19% 23% 22% 17% 11% % 4% 7% 2% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Dagelijks Enkele keren per week Eén keer per week Enkele keren per maand Eén keer per maand (Bijna) nooit / slechts af en toe De figuren 4.5 t/m 4.7 laten het gebruik van de verschillende vervoermiddelen zien. Het gebruik van de fiets kent een lichte toename. Met name is het aantal bezoekers dat (bijna) altijd gebruik maakt van de fiets om de binnenstad te bezoeken gegroeid. 3% % 10% 3% 2% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (Bijna) nooit In minder dan de helft van het aantal keer In ongeveer de helft van het aantal keer In meer dan de helft van het aantal keer (Bijna) altijd Rapport Deventer Inzicht in koopgedrag 23

69 In 2015 is het aandeel bezoekers dat frequent gebruik maakt van de auto om de binnenstad te bezoeken gedaald, van 40 procent naar 35 procent. Het aandeel bezoekers dat (bijna) nooit gebruik maakt van de auto is gestegen, van 36 procent naar 43 procent. Figuur 4.7 Gebruik van auto bij bezoek binnenstad van Deventer (2010 en 2015) % 13% 9% 7% 28% % 15% 10% 10% 30% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (Bijna) nooit In minder dan de helft van het aantal keer In ongeveer de helft van het aantal keer In meer dan de helft van het aantal keer (Bijna) altijd Aan de bezoekers die met de auto de binnenstad bezoeken is gevraagd naar de beoordeling van de bereikbaarheid van de parkeergarages. De meerderheid van hen is tevreden over de bereikbaarheid van de parkeergarages. Wel is het aandeel dat de bereikbaarheid van de parkeergarages met goed beoordeelt ten opzichte van 2010 licht gedaald. Figuur 4.8 Beoordeling bereikbaarheid van de parkeergarages (indien met auto) (2010 en 2015) % 27% 6% 16% De meest gebruikte invalsweg bij binnenkomst van Deventer is de Holterweg, gevolgd door de Raalterweg / Brinkgreverweg (Schalkhaar). In vergelijking met 2010 worden de Holterweg en de Rijksstraatweg Wilhelminabrug vaker genoemd als gebruikte invalsweg. Bij categorie anders wordt vaak genoemd dat men al in Deventer/centrum woont en dus geen gebruik maakt van de invalsweg bij Deventer. Andere genoemde wegen in die categorie zijn Diepenveenseweg, Hoge Hondstraat en de Stationsstraat. Figuur 4.9 Meest gebruikte invalsweg bij binnenkomst Deventer (indien met auto) (2010 en 2015) Holterweg (ijsbaan / zwembad de Scheg) Raalterweg, Brinkgreverweg (Schalkhaar) Zwolseweg Rijksstraatweg - Wilhelminabrug Boxbergerweg (Diepenveen) Zutphenseweg, Mr. de Boerlaan Zutphenseweg - Pothoofd (sluis, IJsselfront) Raalterweg, Herman Boerhaavelaan, Hoge Hondstraat Siemelinksweg / Holterweg ) A1, afslag Deventer Oost Roland Holstlaan / Rembrandtkade (waterzuivering, IJssel) Oranjelaan, Havezatelaan, Laan van Borgele Anders Weet niet / wil niet zeggen 5% 4% 4% 4% 4% 5% 4% 3% 3% 2% 4% 2% 2% 5% 10% 9% 12% 13% 11% 13% 11% 10% 10% 13% 18% 17% % 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% 18% 20% % 31% 10% 4% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Goed Matig Slecht Weet niet / geen mening Rapport Deventer Inzicht in koopgedrag 24

70 De bereikbaarheid van de pleinen waar geparkeerd kan worden, wordt minder goed beoordeeld dan in Een kwart is tevreden over de bereikbaarheid van de pleinen. De groep die geen mening heeft is in 2015 opvallend groter dan in Figuur 4.10 Beoordeling bereikbaarheid van de pleinen, waar geparkeerd kan worden, zoals Nieuwe Markt, Grote Kerkhof, Pikeursbaan, Sluiskwartier en Stromarkt (indien met auto) (2010 en 2015) % 33% 13% 29% % 39% 12% 15% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Goed Matig Slecht Weet niet / geen mening De meest gebruikte parkeergelegenheid is de garage in het centrum achter de Hema. Het gebruik van deze garage is wel afgenomen. De parkeergarage Boreel en de parkeergarage onder de Wilhelminabrug worden juist vaker gebruikt. Figuur 4.11 Meest gebruikte parkeergelegenheid bij bezoek aan de binnenstad van Deventer (2010 en 2015) Centrum garage / Sijsenbaan (achter Hema) Parkeergarage Boreel Parkeergarage onder de Wilhelminabrug Parkeergarage bij de Leeuwenbrug / bij het station Op de Pikeursbaan Op de Houtmarkt / in de Verzetslaan Op het Grote Kerkhof Parkeergarage Noordenberg In het Sluiskwartier Op de Nieuwe Markt Op de van Twickelostraat Op het Burseplein Op de Stromarkt Elders in de binnenstad bij de eerste de beste automaat Elders in de binnenstad Buiten de binnenstad Weet niet meer waar 15% 9% 10% 8% 3% 3% 2% 3% 2% 1% 1% 3% 1% 1% 1% 0% 2% 0% 1% 1% 2% 8% 6% 5% 4% 9% 4% 42% 53% % 10% 20% 30% 40% 50% 60% 8% geeft aan elders in de binnenstad te parkeren. Meest genoemde locaties zijn parkeerterrein Saxion, de Beestenmarkt en parkeerterrein bij huis/bedrijf. Rapport Deventer Inzicht in koopgedrag 25

71 Goedkoper is desgevraagd de meest genoemde reden van consumenten om elders in de binnenstad te parkeren, gevolgd door gemakkelijker. Andere redenen zijn het hebben van een vergunningskaart of een parkeerplaats bij huis/werk en gratis parkeren. Figuur 4.12 Reden elders parkeren in de binnenstad (2010 en 2015) Goedkoper Gemakkelijker Beter bereikbaar Minder looptijd, is sneller Andere reden 5% parkeert buiten de binnenstad. Op een vrije plek buiten de zone betaald parkeren wordt het meest genoemd als locatie voor parkeergelegenheid buiten de binnenstad. Op grotere afstand gevolgd door de Worp/overzijde IJssel. Ten opzichte van 2010 geven meer bezoekers aan hun auto op een vrije plek buiten de zone betaald parkeren te zetten. 13% 16% 11% 8% 7% 17% 16% 16% 36% 62% % 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Figuur 4.13 Meeste genoemde locatie parkeergelegenheid buiten de binnenstad (2010 en 2015) (n=49) Op een vrije plek buiten zone betaald parkeren Op de Worp / overzijde IJssel Dat wisselt per keer Op de Beestenmarkt Aan de Handelskade Op het Pothoofd Anders Weet niet meer waar 8% 2% 8% 2% 6% 7% Goedkoper is de meest genoemde reden om de auto buiten de binnenstad te parkeren. In 2010 was goedkoper een minder belangrijke reden om de auto buiten de binnenstad te parkeren. Toen was het gemak de meest genoemde reden. De belangrijkste andere 18% reden die wordt gegeven is bij kennissen/familie. 5% 4% 8% 5% 2% 23% 26% 28% 43% % 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% Figuur 4.14 Reden gebruik parkeergelegenheid buiten de binnenstad (2010 en 2015) (n=49) Goedkoper Gemakkelijker Beter bereikbaar Minder looptijd, is sneller 57% 27% 8% 41% 8% 5% 2% Andere reden 27% 27% % 10% 20% 30% 40% 50% 60% Rapport Deventer Inzicht in koopgedrag 26

72 De meerderheid van de bezoekers ervaart geen problemen met het parkeren bij bezoek aan de binnenstad van Deventer. Dit aandeel is ten opzichte van 2010 ook gestegen. Een derde geeft aan af en toe problemen te ervaren en 6 procent geeft aan regelmatig problemen te ervaren. Figuur 4.15 Problemen ervaren met het parkeren bij bezoek aan binnenstad van Deventer (2010 en 2015) Figuur 4.16 Aard van de ervaren problemen met het parkeren bij bezoek aan binnenstad van Deventer? (2010 en 2015) Het zoeken naar vrije plekken 70% 76% Bereikbaarheid 18% 16% Slechte verwijzing 1% 1% 2015 Anderszins 11% 7% % 32% 6% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% % 34% 10% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Nee, nooit Ja, af en toe Ja, regelmatig Het probleem dat men ervaart bij het parkeren voor een bezoek aan de binnenstad van Deventer is met name het zoeken naar een vrije parkeerplek. De bereikbaarheid wordt als tweede genoemd. Opstoppingen en drukte/wachtrijen parkeergarages worden bij anderszins genoemd. 4.5 Conclusie De belangrijkste conclusies op een rij: De boodschappen doet men in Deventer veelal meer dan één keer per week. Bezoekers die hebben aangegeven in Deventer boodschappen te doen en/of te winkelen, doen dit in vergelijking met 2010 wel wat minder vaak. Nabijheid, aanwezigheid van bepaalde winkels en de bereikbaarheid zijn de belangrijkste motieven om in Deventer boodschappen te doen. Bij winkelen spelen met name de nabijheid, de aanwezigheid van bepaalde winkels en de omvang van het winkelaanbod (veelheid aan winkels) een rol in de keuze voor Deventer. De winkelvoorzieningen in Deventer worden redelijk beoordeeld. De bereikbaarheid en de kwaliteit van de winkels zijn de best beoordeelde winkelvoorzieningen van Deventer. De bereikbaarheid en de parkeermogelijkheden van de auto scoren hoger dan in 2010 en dan de gemiddelde beoordelingscijfers van kernen van vergelijkbare omvang. De inrichting/aankleding van de winkelstraten, de stallingsmogelijkheden voor de fiets, de sfeer/ambiance, het aantal winkels en het aanbod van de daghoreca krijgen lagere cijfers. Vergeleken met 2010 is de frequentie waarmee bezoekers aan de binnenstad komen wat afgenomen. Rapport Deventer Inzicht in koopgedrag 27

73 Gebruik van de fiets is bij binnenstadbezoek toegenomen, auto- en OV-gebruik nam af. Bezoekers die met de auto kwamen zijn over het algemeen tevreden over de bereikbaarheid van parkeergarages en ervaren minder problemen bij het parkeren dan in Rapport Deventer Inzicht in koopgedrag 28

74 5 HOOFDSTUK Oriëntatie op aanvullende winkelmogelijkheden Rapport Deventer Oriëntatie op aanvullende winkelmogelijkheden 29

75 5. Oriëntatie op aanvullende winkelmogelijkheden 5.1 Inleiding Het laatste hoofdstuk beschouwt vanuit het inwonerperspectief de oriëntatie op de warenmarkt, de koopavond en zondag. Ook wordt de mate van online winkelen verder uitgelicht. 5.2 Koopzondag Bezoek koopzondag toegenomen In vijf jaar tijd is de oriëntatie op de zondag als winkeldag sterk toegenomen. Ook in Deventer is deze groei zichtbaar. Ging in procent minimaal eens per maand op zondag winkelen / inkopen doen, in 2015 is dat aandeel opgelopen tot 21 procent. Figuur 5.1 Bezoekfrequentie koopzondag, inwoners Deventer (2010 en 2015) % 12% 43% 36% Tabel 5.1 Top 3 genoemde aankooplocaties voor bezoek koopzondag (% genoemd) Centrum Deventer (o.a. Korte en Lange Bisschopstraat, HEMA, V&D) Deventer, WC Colmschate/Flora (incl. dorp Colmschate) Centrum Deventer, Boreelplein (Jumbo, Mediamarkt en Telstar) 5.3 Koopavond % 52% 8% 13% 6% 8% Ruime meerderheid bezoekt nooit een koopavond Daar waar de zondagopenstelling per gemeente/plaats verschilt, is er in de meeste plaatsen wel sprake van avondopenstelling. Een dag in de week zijn de winkels s avonds langer geopend. In vergelijking met de koopzondag is de oriëntatie op de koopavond kleiner onder inwoners van Deventer. Ruim de helft van de inwoners geeft op nooit op koopavond te winkelen (52 procent). 13 procent gaat (minimaal) eens per maand winkelen op een koopavond. Figuur 5.2 Bezoekfrequentie koopavond, inwoners Deventer (2015) % 8% 29% 54% % 7% 35% 52% 0% 20% 40% 60% 80% 100% vaker dan 1 x per maand 1 x per maand minder dan 1 x per maand nooit Ongeveer twee derde van de inwoners bezoekt wel eens een koopzondag (64 procent). In meerderheid gaan ze naar het centrum van Deventer (54 procent). Ten opzichte van 2010 is dit beeld niet veranderd. Wel zijn de koopzondagen van de winkels in de Korte en Lange Biscchopstraat, Hema, V&D (centrum Deventer) vaker bezocht. 0% 20% 40% 60% 80% 100% vaker dan 1 x per maand 1 x per maand minder dan 1 x per maand nooit Rapport Deventer Oriëntatie op aanvullende winkelmogelijkheden 30

76 Meest genoemde plaats waar inwoners van Deventer de koopavond bezoeken, is het centrum van Deventer (68 procent). Daarbinnen is het gebied Korte en Lange Bisschopstraat, HEMA, V&D het meest genoemd (64 procent). Een ander veelgenoemde aankooplocaties is WC Colmschate/Flora (incl. dorp Colmschate) te Deventer (9 procent). De markt in Winkelcentrum Flora te Deventer wordt door 14 procent bezocht. De oriëntatie op de Beestenmarkt is toegenomen. Tabel 5.2 Top 3 genoemde plaatsen bij warenmarktbezoek (% genoemd) 64% bezoekt meestal de koopavond in Deventer Deventer, Brink/De Brink 62% 65% Deventer, Colmschate (Winkelcentrum Flora) 14% 15% Deventer, Beestenmarkt 9% 4% 5.4 Markt Oriëntatie op de markt Bijna 90 procent van de inwoners van Deventer gaat wel eens naar de markt; 61 procent doet dit minimaal maandelijks. In 2010 was het aandeel dat minimaal een keer per week de warenmarkt bezocht, iets groter. Het aandeel inwoners dat nooit naar de markt gaat is in vergelijking met 2010 echter afgenomen naar 14 procent. Figuur 5.3 Bezoekfrequentie warenmarkt, inwoners Deventer (2010 en 2015). 5.5 Online winkelen Inwoners Deventer kopen vaker via internet Het gebruik van internet als aankoopkanaal voor winkelen is toegenomen. Dit blijkt niet alleen uit de toegenomen omzetafvloeiing naar internet. Ook de gemiddelde frequentie waarmee artikelen via internet worden gekocht, is sterk toegenomen. In 2010 deed ruim een kwart (26 procent) van de consumenten nooit aankopen via internet. In vijf jaar tijd is dit aandeel afgenomen tot 14 procent. Figuur 5.4 Aankoopfrequentie artikelen via internet, inwoners Deventer (2010 en 2015) % 33% 24% 14% % 37% 40% 16% % 29% 17% 21% 0% 20% 40% 60% 80% 100% minimaal 1 x per week 1-3 x per maand minder dan 1 x per maand nooit % 19% 30% 48% Van de inwoners van Deventer die naar de markt gaan, bezoekt 62 procent de eigen markt in Deventer, De Brink. De oriëntatie is wel kleiner geworden. 0% 20% 40% 60% 80% 100% minimaal 1 x per week 1-3 x per maand minder dan 1 x per maand nooit Rapport Deventer Oriëntatie op aanvullende winkelmogelijkheden 31

77 Invloed online shoppen op (fysiek) winkelbezoek Aan de inwoners die hebben aangegeven (wel eens) via internet detailhandelsaankopen te doen, is gevraagd wat de invloed van de groei van het online winkelaanbod op de bestedingen is. Iets meer dan de helft geeft aan dat dit geen invloed heeft op de kooporiëntatie op fysieke winkels. Daar staat tegenover dat 44 procent opgeeft door de doorgroei van het online winkelaanbod minder te besteden in fysieke winkels. Hoewel het hier om beleving (zelfopgave) gaat, blijkt hieruit nogmaals de invloed van internet op het winkelgedrag. Figuur 5.5 Invloed van groei online winkelaanbod op bestedingen in fysieke winkels (%; 2015). In vergelijking met het gemiddeld beeld in kernen van vergelijkbare omvang bezoeken inwoners van Deventer minder vaak winkels op koopavonden. De marktoriëntatie is sterker dan gemiddeld in de referentiekernen. De oriëntatie op de koopzondag is vergelijkbaar, evenals het aandeel dat frequent iets via internet koopt Figuur 5.6 Aandeel (minimaal) maandelijks, Deventer vergeleken met referentiekernen (2015). Koopzondag: Deventer: 21 procent referentiekernen: 20 procent Koopavond: Deventer: 13 procent referentiekernen: 17 procent 44% Geen invloed Warenmarkt: Deventer: 61 procent referentiekernen: 55 procent 3% 53% Bestedingen in fysieke winkels zijn (juist) toegenomen Bestedingen in fysieke winkels zijn afgenomen Online winkelen: Deventer: 45 procent referentiekernen: 42 procent 5.6 Benchmarking In de vorige paragrafen is ingezoomd op verschillende aanvullende winkelmogelijkheden. Afsluitend vergelijken we Deventer met het gemiddelde beeld in plaatsen van vergelijkbare omvang. Daarbij wordt voor alle vier thema s gekeken naar het aandeel dat hier minimaal maandelijks gebruik van maakt (ongeacht of dit in de eigen plaats is of elders). Rapport Deventer Oriëntatie op aanvullende winkelmogelijkheden 32

78 5.7 Conclusie De belangrijkste conclusies op een rij: De oriëntatie op de zondag als winkeldag is toegenomen. Ongeveer twee derde van de inwoners bezoekt wel eens een koopzondag (64 procent). Tegen 46 procent in Als men een koopzondag bezoekt, doet men dat overwegend in het centrum van Deventer. De oriëntatie op de koopavond is kleiner; 13 procent gaat minimaal eens per maand tijdens een koopavond winkelen. Men bezoekt voornamelijk de koopavond in het centrum van Deventer. Daarbinnen is het gebied Korte en Lange Bisschopstraat, HEMA, V&D het meest genoemd. Ten opzichte van 2010 is de oriëntatie op de markt toegenomen; bijna 90 procent gaat (wel eens) naar de markt, waarbij vooral de markt in Deventer (De Brink) en de markt in Winkelcentrum Flora (Deventer) wordt bezocht. Er is een sterke toename zichtbaar in de frequentie waarmee artikelen via internet worden gekocht. Kocht in 2010 iets meer dan de helft van de inwoners van Deventer online, in 2015 is dit percentage opgelopen tot 84 procent. Van degenen die online winkelen geeft 44 procent aan hierdoor minder te besteden in fysieke winkels. Rapport Deventer Oriëntatie op aanvullende winkelmogelijkheden 33

79 1 BIJLAGE Onderzoeksaanpak Rapport Deventer Bijlagen 34

80 Bijlage 1. Onderzoeksaanpak De basis van het onderzoek vormt een grootschalig consumentenonderzoek onder inwoners van Overijssel en delen van Drenthe, Flevoland en Gelderland. De enquête is erop gericht de (ruimtelijke) kooporiëntatie alsmede het (meer kwalitatieve) koopgedrag van de bevolking in beeld te brengen. Onderzoeksverloop en respons De enquête is voor het grootste deel afgenomen via internet. Daarbij is gebruik gemaakt van een aantal panels en is op basis van een aselecte steekproef web respons geworven. Een beperkt deel van het veldwerk heeft plaatsgevonden door middel van telefonische enquêtering; vooral bedoeld om 'gaten' in de respons gericht aan te vullen. In totaal zijn enquêtes via internet ingevuld (81 procent) en telefonisch afgenomen (19 procent). De dataverzameling heeft in de periode begin april tot en met begin juni 2015 plaatsgevonden. Dataverzameling en -verwerking Omdat de koopstromen niet ophouden bij de grenzen van het onderzoeksgebied is voor de toevloeiing uit de gemeenten direct buiten het onderzoeksgebied ook in het randgebied geënquêteerd. Daarnaast zijn ook in de niet-deelnemende gemeenten enquêtes afgenomen zodat deelnemende gemeenten een volledig zicht krijgen op de kooporiëntatie. Om de koopstromen goed te kunnen vergelijken met 2010 is in 2015 dezelfde methode gehanteerd. Bij alle voorgelegde branchegroepen is net als in 2010 gevraagd naar de meest bezochte en de ook wel eens bezochte aankoopplaats. Er is dus naar twee aankoopplaatsen gevraagd. Daarbij geldt dat respondenten wel konden aangeven dat ze maar op één aankoopplaats gericht zijn. Het onderzoeksgebied: Na afronding van de dataverzameling zijn de enquêteresultaten verwerkt tot SPSS-databestand. Om zorg te dragen voor de juiste onderlinge verhoudingen in het complete onderzoeksplus randgebied is in de eerste plaats een inwonertalweging doorgevoerd. De herweging naar inwonertallen is in de onderzoeksgemeenten op postcodecijferniveau gedaan, in de randgemeenten op gemeentelijk niveau. Bestedingscijfers Voor het berekenen van de bestedingen / omzetten per regio, gemeente en aankooplocatie zijn bestedingscijfers van gebruikt. Het meest recente publiek beschikbare peiljaar is Gemiddeld besteedt elke inwoner van Nederland jaarlijks 2.630,- aan dagelijkse artikelen. De bestedingen in de niet-dagelijks sector liggen met 2.340,- iets lager. Ten opzichte van 2010 zijn de bestedingen in de dagelijkse sector toegenomen (+4 procent), die in de niet-dagelijkse sector liggen nu lager (-11 procent). Voor de feitelijke bestedingen van respondenten zijn de bestedingsbedragen op het niveau van de gemeente gecorrigeerd voor de CBS-inkomenscijfers (RIO 2012). Daarnaast is er gerekend met een prijselasticiteit van 0,25 procent in de dagelijkse sector en 0,5 procent in de niet-dagelijkse sector. Toeristische bestedingen zijn niet meegenomen in het onderzoek. Een uitgebreidere onderzoeksverantwoording is te lezen op Rapport Deventer Bijlagen 35

81 2 BIJLAGE Begrippenkader Rapport Deventer Bijlagen 36

82 Bijlage 2. Begrippenkader Aankoopplaats (aankooplocatie) Plaats waar men koopt. Er zijn verschillende soorten fysieke aankoopplaatsen, waarnaar onderscheid gemaakt kan worden (stadscentrum, wijkwinkelcentrum) en er zijn ook niet ruimtelijke/fysieke aankoopplaatsen zoals online winkels. Binding (koopkrachtbinding) De mate waarin de bevolking in de eigen woonplaats koopt. Wordt in dit onderzoek uitgedrukt als de totale bestedingen die inwoners in de eigen woonplaats of gemeente doen of als percentage van het bestedingspotentieel. Afvloeiing (koopkrachtafvloeiing) De mate waarin de bevolking buiten de eigen woonplaats koopt. Wordt in dit onderzoek uitgedrukt als de totale bestedingen die inwoners buiten hun eigen woonplaats of gemeente doen of als percentage van het totale bestedingspotentieel. Artikelgroepen In dit rapport wordt het onderscheid gemaakt tussen dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen. Tot de dagelijkse artikelen behoren levensmiddelen, drogisterij artikelen, alcoholische dranken, tabak en schoonmaakartikelen. Niet-dagelijkse artikelen zijn uitgesplitst naar: kleding, schoenen, woninginrichting, huishoudelijke artikelen, doe-hetzelf, elektronica en bloemen, planten en tuinartikelen. Bestedingspotentieel Totaal aan detailhandelsbestedingen die door inwoners van een bepaald gebied gedaan kunnen worden. Berekend door inwonertal te vermenigvuldigen met gemiddelde (landelijke) besteding per hoofd van de bevolking, gecorrigeerd naar inkomenssituatie in het betreffende gebied. Detailhandelsomzet (draagvlak) Totaal aan gerealiseerde winkelomzet gegenereerd door het aantal klanten van een aankoopplaats, bestaande uit consumentenbestedingen van bewoners en van bezoekers. Berekend door het aantal klanten te vermenigvuldigen met gemiddelde landelijke besteding per hoofd van de bevolking (incl. BTW), gecorrigeerd naar inkomenssituatie in het betreffende gebied. Koopstroom De mate waarin men in een aankoopplaats bepaalde artikelen koopt (consumentenbestedingen), naar plaats van herkomst. Toevloeiing (koopkrachttoevloeiing) De mate waarin een aankoopplaats koopstromen aantrekt vanuit een andere plaats. Wordt in dit onderzoek uitgedrukt als percentage van de totale detailhandelsomzet (draagvlak) en uitgesplitst naar herkomst. Winkelen Het meer recreatief rondlopen in een winkelgebied en een groot aantal winkels bezoeken. Het doen van (niet-dagelijkse) aankopen is niet de belangrijkste activiteit en de consument neemt geen boodschappenlijst mee. Rapport Deventer Bijlagen 37

83 3 BIJLAGE Binding en toevloeiing per branche Rapport Deventer Bijlagen 38

84 Bijlage 3. Binding en toevloeiing per branche Tabel 1 Procentuele verdeling binding en toevloeiing dagelijkse sector. KERN % Deventer 94% Voorst 2% Olst-Wijhe 1% Lochem 1% Overig 2% Tabel 3 Procentuele verdeling binding en toevloeiing kleding. KERN % Deventer 64% Voorst 7% Lochem 6% Olst-Wijhe 4% Apeldoorn 3% Raalte 3% Tabel 2 Procentuele verdeling binding en toevloeiing niet-dagelijkse sector. KERN % Deventer 72% Voorst 6% Lochem 5% Olst-Wijhe 4% Overig 4% Rijssen-Holten 3% Zutphen 2% Berkelland 1% Brummen 1% Zwolle 1% Epe 1% Hof van Twente 1% Overig 4% Raalte 3% Zutphen 2% Rijssen-Holten 2% Apeldoorn 2% Nota bene: het betreft hier niet het bindingspercentage maar de verdeling van totale omzet over binding en toevloeiing (optellend tot 100%) Rapport Deventer Bijlagen 39

85 Tabel 4 Procentuele verdeling binding en toevloeiing schoenen. KERN % Deventer 70% Voorst 8% Lochem 5% Olst-Wijhe 4% Apeldoorn 2% Raalte 2% Rijssen-Holten 2% Zutphen 2% Bronckhorst 1% Epe 1% Zwolle 1% Tabel 6 Procentuele verdeling binding en toevloeiing elektronica. KERN % Deventer 69% Lochem 7% Voorst 7% Olst-Wijhe 5% Zutphen 4% Raalte 3% Rijssen-Holten 2% Apeldoorn 1% Berkelland 1% Bronckhorst 1% Overig 2% Overig 3% Tabel 5 Procentuele verdeling binding en toevloeiing huishoudelijke artikelen. KERN % Nota bene: het betreft hier niet het bindingspercentage maar de verdeling van totale omzet over binding en toevloeiing (optellend tot 100%) Deventer 82% Lochem 5% Voorst 4% Olst-Wijhe 3% Raalte 2% Apeldoorn 1% Zutphen 1% Zwolle 1% Rijssen-Holten 1% Overig 2% Rapport Deventer Bijlagen 40

86 Tabel 7 Procentuele verdeling binding en toevloeiing woninginrichting. KERN % Deventer 69% Voorst 7% Raalte 6% Lochem 5% Olst-Wijhe 5% Rijssen-Holten 3% Apeldoorn 1% Tabel 9 Procentuele verdeling binding en toevloeiing bloemen, planten en tuinartikelen. KERN % Deventer 89% Voorst 3% Olst-Wijhe 3% Lochem 2% Raalte 1% Rijssen-Holten 1% Overig 2% Hof van Twente 1% Zutphen 1% Overig 3% Tabel 8 Procentuele verdeling binding en toevloeiing doe-het-zelf. KERN % Deventer 85% Voorst 6% Lochem 4% Olst-Wijhe 3% Raalte 1% Rijssen-Holten 1% Overig 1% Rapport Deventer Bijlagen 41

87 4 BIJLAGE Binding en afvloeiing per branche Rapport Deventer Bijlagen 42

88 Bijlage 4. Binding en afvloeiing per branche Tabel 1 Procentuele verdeling binding en afvloeiing dagelijkse sector. KERN % Deventer 94% Voorst 2% Rijssen-Holten 1% Internet e.d. 1% Overig 2% Tabel 3 Procentuele verdeling binding en afvloeiing kleding. KERN % Deventer 61% Apeldoorn 6% Voorst 3% Arnhem 2% Amsterdam 1% Raalte 1% Tabel 2 Procentuele verdeling binding en afvloeiing niet-dagelijkse sector. KERN % Deventer 69% Voorst 4% Apeldoorn 3% Zutphen 3% Hengelo 2% Rijssen-Holten 1% Wierden 1% Enschede 1% Utrecht 1% Zwolle 1% Zutphen 1% Internet e.d. 14% Overig 5% Arnhem 1% Raalte 1% Rijssen-Holten 1% Zwolle 1% Lochem 1% Amsterdam 1% Internet e.d. 11% Overig 5% Nota bene: het betreft hier de verdeling van het totale bestedingspotentieel over binding en afvloeiing (optellend tot 100%) Rapport Deventer Bijlagen 43

89 Tabel 4 Procentuele verdeling binding en afvloeiing schoenen. KERN % Deventer 70% Apeldoorn 4% Arnhem 2% Raalte 1% Amsterdam 1% Rijssen-Holten 1% Voorst 1% Tabel 6 Procentuele verdeling binding en afvloeiing elektronica. KERN % Deventer 76% Voorst 2% Raalte 1% Apeldoorn 1% Hengelo 1% Internet e.d. 18% Overig 2% Olst-Wijhe 1% Zwolle 1% Utrecht 1% Lochem 1% Nota bene: het betreft hier de verdeling van het totale bestedingspotentieel over binding en afvloeiing (optellend tot 100%) Zutphen 1% Internet e.d. 13% Tabel 5 Procentuele verdeling binding en afvloeiing huishoudelijke artikelen. KERN % Deventer 83% Hengelo 3% Apeldoorn 1% Voorst 1% Zwolle 1% Raalte 1% Rijssen-Holten 1% Internet e.d. 7% Overig 4% Rapport Deventer Bijlagen 44

90 Tabel 7 Procentuele verdeling binding en afvloeiing woninginrichting. KERN % Deventer 55% Zutphen 14% Hengelo 10% Apeldoorn 2% Duiven 2% Zwolle 1% Arnhem 1% Tabel 9 Procentuele verdeling binding en afvloeiing bloemen, planten en tuinartikelen. KERN % Deventer 66% Voorst 24% Lochem 3% Marum 2% Apeldoorn 1% Internet e.d. 1% Overig 3% Amersfoort 1% Olst-Wijhe 1% Epe 1% Internet e.d. 9% Overig 5% Tabel 8 Procentuele verdeling binding en afvloeiing doe-het-zelf. KERN % Deventer 93% Voorst 1% Internet e.d. 3% Overig 4% Rapport Deventer Bijlagen 45

91 KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN HOOFDRAPPORT Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 September

92 COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus AN Enschede Rapportnummer 2015/77 Datum September 2015 Auteur(s) Ruud Esselink Thijs Lenderink Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld. hoofdrapport Colofon

93 INHOUDSOPGAVE 1. Kort vooraf De winkelwereld is veranderd Doel van het onderzoek Koopstromen Inleiding Ontwikkeling kooporiëntatie op de eigen woonplaats Bindingspercentages per kern Toe- en afvloeiing Afvloeiing naar internet Grensoverschrijdende koopstromen Conclusie Economisch functioneren Inleiding Detailhandelsomzet Detailhandelsomzet aankooplocaties Conclusie Inzicht in koopgedrag Inleiding Bezoekfrequentie, -motief en vervoermiddel Beoordeling winkelvoorzieningen Conclusie hoofdrapport Inhoudsopgave

94 5. Oriëntatie op aanvullende winkelmogelijkheden Inleiding Koopzondag Koopavond Markt Online winkelen Conclusie Bijlage 1. Onderzoeksaanpak Bijlage 2. Begrippenkader Bijlage 3. Deelnemende gemeenten en kernen Bijlage 4. Kernen naar referentieklasse Bijlage 5. Omzetontwikkeling deelnemende kernen hoofdrapport Inhoudsopgave

95 1 HOOFDSTUK Kort vooraf hoofdrapport Kort vooraf 5

96 1. Kort vooraf 1.1 De winkelwereld is veranderd Wat gaat de tijd snel. Vijf jaar geleden voelden we niet alleen de pijn van de verloren WK-finale. Ook de economische crisis was voelbaar in de portemonnee. Kijken we naar de detailhandel dan was 2010 het jaar waarin: er voor het eerst sinds jaren sprake is van een koopkrachtdaling. Dat wil zeggen dat consumenten minder te besteden hebben, ook in de detailhandel. de online consumentenbestedingen ongeveer 8 miljard bedragen; 4 jaar later is dat 14 miljard. de ontwikkeling van winkelleegstand versnelt: tot 2010 bevindt het leegstandstandspercentage zich onder de 6%. Daarna neemt het groeitempo toe en is in 2015 de leegstaand opgelopen tot 7,5%. de toerismebepaling voor koopzondagen van kracht wordt: gemeenten mogen meer dan 12 koopzondagen aanwijzen, mits kan worden aangetoond dat er substantieel toerisme is in de gemeente. Inmiddels hebben gemeenten de vrijheid zelf beleid te bepalen ten aanzien van zondagsopenstelling van winkels. de vooruitblikken voor de detailhandel veelal somber zijn, waarbij geanticipeerd dient te worden op de effecten van crisis, krimp & computer (internetwinkelen). Dit perspectief heeft zich doorontwikkeld naar een meer positief en tegelijkertijd ook reëel besef van wat de kansen voor de toekomst zijn. In de afgelopen 5 jaar is er dus weer veel veranderd in het winkellandschap. Een goed moment om opnieuw het koopgedrag van de consument in Oost-Nederland in beeld te brengen. 1.2 Doel van het onderzoek Het Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 beantwoordt de onderstaande onderzoeksvragen: Waar doen inwoners de dagelijkse en niet-dagelijkse inkopen en in welke mate komen bezoekers van buiten hier inkopen doen? Wat betekent dit voor het economisch functioneren van de detailhandel? Wat zijn de kenmerken van het consumentengedrag (frequentie, motief, vervoermiddel en waardering)? In welke mate zijn inwoners georiënteerd op koopzondag, koopavond, warenmarkt en internet? Wat is koopstromenonderzoek? Koopstromenonderzoek brengt het koopgedrag van consumenten in kaart en laat veranderingen in dit gedrag in tijd en plaats zien. Gegevens over koopgedrag en beleving bieden zicht op het functioneren van detailhandel en vormen bouwmateriaal : met gegevens over koopstromen kan gericht gewerkt worden aan een toekomstbestendig winkelaanbod voor inwoners en bezoekers. Hoe is het onderzoek uitgevoerd? De dataverzameling heeft in de periode april tot en met mei 2015 plaatsgevonden. In totaal zijn consumenten in Overijssel en delen van Drenthe, Flevoland en Gelderland geïnterviewd, waarbij consumenten gevraagd is naar de plaats waar zij artikelgroepen kopen. Aanvullend zijn vragen gesteld over winkelgedrag (bijvoorbeeld bezoekfrequentie en waardering meest bezochte aankoopplaatsen, marktbezoek en webwinkelen). De opzet van het onderzoek is vergelijkbaar met het in 2010 uitgevoerde koopstromenonderzoek. De enquêtes zijn zowel telefonisch als via internet afgenomen (zie ook bijlage 1 onderzoeksaanpak). Een beknopte begrippenlijst, een overzicht van de deelnemende gemeenten en een indeling van gehanteerde referentieklassen is te vinden in de bijlage 2-4. hoofdrapport Kort vooraf 6

97 VOORDAT U BEGINT TE LEZEN, EEN AANTAL OPVALLENDE CONCLUSIES: VAN TOEN (2010): Omzet gestegen ten opzichte van 2005 Vergeleken met 2005 is er in alle kernen sprake van omzetgroei. De verwachting is dat de veranderende economische omstandigheden het ruimtelijk koopgedrag de komende jaren zullen doen veranderen. Aftopping hiërarchie De centrumgebieden van de grote steden hebben ten opzichte van 2005 detailhandelsomzet verloren, onder meer door meer oriëntatie op middelgrote steden. Middelgrote kernen lijken, mits enigszins centraal gelegen, terrein te winnen. Vaak bieden ze (zeker na een kwaliteitsimpuls) een winkelaanbod dat grotendeels vergelijkbaar is met dat in de grote steden. De kleine kernen hebben meer moeite koopkracht aan zich te binden. De supermarkt bepaalt in toenemende mate het verzorgingsniveau in kleine kernen. Webwinkelen groeit Uit deze editie van het koopstromenonderzoek blijkt dat 60 procent van de inwoners van Oost-Nederland (ook) via internet aankopen doet. De grootste groep doet dit gemiddeld minder dan 1 keer per maand. Internet vormt daarmee vooral een aanvulling op fysieke aankooplocaties. De komende jaren zullen de internetbestedingen verder toenemen. Grensoverschrijdend winkelen stagneert De toevloeiing vanuit Duitsland is voor grensgemeenten een belangrijk onderdeel van het totale draagvlak voor winkelvoorzieningen, maar is ten opzichte van 2005 niet toegenomen. Consument is tevreden over winkelgebieden Ondanks dat veel kernen een afname van de binding signaleren, is afstand (nog steeds) de belangrijkste keuzefactor voor aankooplocaties. De consument is kritisch en onafhankelijk en kiest lang niet altijd meer automatisch voor de meest nabijgelegen winkel. Bij de keuze voor een aankoopplaats speelt de beleving en beoordeling een belangrijke rol. VAN NU (2015): Dichter bij huis & vaker vanuit huis De ruimtelijke koopstromen zijn kleiner dan in Er is minder toevloeiing naar en afvloeiing vanuit plaatsen. In de dagelijkse sector wordt dit vooral veroorzaakt door een grotere oriëntatie op de eigen woonplaats. In de nietdagelijkse sector spelen vooral de afgenomen consumentenbestedingen en de sterk toegenomen afvloeiing naar internet een grote rol. Algemeen gezegd kiest de consument meer voor dichter bij huis & vaker vanuit huis. Internetbestedingen gaan in de niet-dagelijkse sector ten koste van de bindingsomzet, maar vooral van de afvloeiing naar fysieke winkelgebieden. Dit effect is het sterkst te zien bij de middelgrote kernen. Grote kernen houden vooralsnog - aanzienlijk beter stand. De omzet aan dagelijkse artikelen blijft in de kleine kernen op peil, maar hiervoor is wel een grootschalige supermarkt nodig. De positie van de niet-dagelijkse sector in kleine kernen is verder verschraald. Gemak, bereikbaarheid & trekkers bepalen aankooplocatie en kanaal Aankopen via internet zijn sterk in omvang toegenomen, vooral in de branches kleding, schoenen en elektronica. Het thuis uitzoeken, kopen en thuis laten bezorgen wint het steeds vaker van het bezoeken van winkels. De winkelgebieden worden over het algemeen hoger gewaardeerd door bezoekers dan in Dat geldt vooral voor bereikbaarheid en parkeren. Bij het doen van boodschappen zijn deze aspecten zo belangrijk dat een achterblijvende sfeer en ontbrekende voorzieningen niet of nauwelijks een rol spelen. Overigens is sfeer en gezelligheid ook bij het recreatieve winkelen nauwelijks een keuzebepalend motief. Veel vaker spelen hier omvang en samenstelling van het winkelaanbod een rol (doelgerichte keuze voor bepaalde trekkers). Toevloeiing uit Duitsland wordt (weer) belangrijker Voor de grensgemeenten is de toevloeiing vanuit Duitsland belangrijk voor het draagvlak voor winkelvoorzieningen. Dit belang is sinds 2010 toegenomen. Overigens is ook de afvloeiing naar Duitsland toegenomen. De landsgrens lijkt een minder grote barrière voor koopstromen te zijn geworden. hoofdrapport Kort vooraf 7

98 2 HOOFDSTUK Koopstromen hoofdrapport Koopstromen 8

99 2. Koopstromen 2.1 Inleiding We hebben consumenten gevraagd aan te geven waar ze meestal bepaalde artikelen kopen. Hierdoor ontstaat inzicht in het ruimtelijk koopgedrag. Door koppeling van herkomst- en aankoopplaats kunnen koopstromen worden beschreven en in kaart worden gebracht. Koopstromen maken duidelijk welke dorpen en steden consumenten bezoeken voor de dagelijkse en wekelijkse boodschappen, maar ook voor het recreatieve winkelen. Zoomen we in op de niet-dagelijkse artikelgroepen dan is de daling van de binding het grootst bij elektronica, kort daarop gevolgd door schoenen en lederwaren. Het bindingspercentage is het laagst bij de woninginrichting, maar is ten opzichte van 2010 wel constant gebleven. Figuur 2.1 Bindingspercentage dagelijkse en niet-dagelijkse sector (2010 en 2015) 89% dagelijkse sector 89% Doordat de wijze van vraagstelling identiek is aan het in 2010 uitgevoerde koopstromenonderzoek kan de ontwikkeling van de koopstromen tussen 2010 en 2015 in beeld worden gebracht. niet-dagelijkse sector kleding schoenen en lederwaren 59% 63% 50% 54% 57% 65% In dit hoofdstuk spelen de begrippen binding, toevloeiing en afvloeiing een belangrijke rol. Het draagvlak in een plaats bestaat uit de huishoudelijke artikelen 71% 77% koopkrachtbinding (de mate waarin inwoners van een plaats hun aankopen doen in winkels die in deze gemeente gevestigd zijn) en uit koopkrachttoevloeiing (de mate waarin inwoners uit andere gemeenten aankopen doen in de gemeente). Bestedingen die buiten de eigen gemeente of via internet worden gedaan, noemen we elektronica woninginrichting doe-het-zelf artikelen 56% 65% 49% 50% 81% 84% koopkrachtafvloeiing. bloemen, planten en tuinartikelen 76% 78% 2.2 Ontwikkeling kooporiëntatie op de eigen woonplaats Binding dagelijks op peil; niet-dagelijks daalt De mate waarin consumenten detailhandelsbestedingen doen in hun eigen woonplaats is in de dagelijkse sector op peil gebleven. In de niet-dagelijkse sector is het beeld anders. De gemiddelde binding is namelijk lager geworden en de bestedingen worden dus in grotere mate elders gedaan. 0% 20% 40% 60% 80% 100% De mate waarin inwoners inkopen (kunnen) doen in hun eigen plaats onderscheidt zich naar de omvang van een plaats. Daarom zal hier en op diverse andere plekken in dit hoofdrapport onderscheid worden gemaakt naar grootteklasse. hoofdrapport Koopstromen 9

100 In de dagelijkse sector zijn de verschillen tussen 2010 en 2015 beperkt; de mate waarin inwoners hun dagelijkse bestedingen in de eigen plaats doen is dus in geringe mate gewijzigd in zowel de grote als kleine kernen. In de drie grootteklassen tot inwoners is de binding in 2015 zelfs een paar procentpunten hoger dan in De kooporiëntatie in de dagelijkse sector is in kleine(re) plaatsen iets meer lokaal geworden. De niet-dagelijkse sector heeft te maken met dalende bindingspercentages. Alleen in kernen met duizend inwoners is de binding op peil gebleven (47 procent). De teruggang is het grootst in kernen met duizend inwoners. In de grote plaatsen is de afname kleiner en blijft de binding op een relatief hoog niveau. Bij kernen tot inwoners neemt het draagvlak voor niet-dagelijkse winkelvoorzieningen vanuit bindingsperspectief verder af. Tabel 2.1 Gemiddeld bindingspercentage dagelijkse en niet-dagelijkse sector DAGELIJKS NIET-DAGELIJKS kernen > inwoners 94% 93% 76% 72% kernen inwoners 89% 89% 63% 57% kernen inwoners 85% 88% 47% 47% kernen inwoners 69% 71% 32% 29% kernen < inwoners 57% 58% 25% 21% TOTAAL GEMIDDELD 89% 89% 63% 59% Minder mode in grote plaatsen; minder elektronica in alle plaatsen Voor de modische artikelgroepen (kleding en schoenen) geldt dat de grotere plaatsen (20-50 duizend en minimaal 50 duizend inwoners) de sterkste afname van het bindingspercentage hebben. Bij elektronica is dat onderscheid minder groot: in alle vijf grootteklassen er duidelijk sprake van een minder grote kooporiëntatie op de eigen woonplaats. Bij 4 van de 7 onderscheiden artikelgroepen heeft de grootteklasse duizend inwoners de sterkste afname van het bindingspercentage. Tabel 2.2 Bindingspercentage niet-dagelijkse artikelgroepen (2010 en 2015) kleding schoenen kernen > inwoners 70% 65% 80% 72% kernen inwoners 51% 47% 65% 55% kernen inwoners 34% 35% 47% 41% kernen inwoners 18% 16% 27% 22% kernen < inwoners 7% 5% 9% 7% huishoudelijke artikelen elektronica kernen > inwoners 87% 82% 78% 70% kernen inwoners 78% 71% 62% 49% kernen inwoners 67% 63% 48% 43% kernen inwoners 42% 38% 38% 32% kernen < inwoners 24% 19% 27% 22% woninginrichting doe-het-zelf artikelen kernen > inwoners 61% 62% 95% 92% kernen inwoners 50% 48% 89% 83% kernen inwoners 31% 33% 72% 72% kernen inwoners 23% 20% 44% 42% kernen < inwoners 32% 28% 31% 29% bloemen, planten en tuinartikelen kernen > inwoners 85% 83% kernen inwoners 76% 75% kernen inwoners 72% 72% kernen inwoners 61% 58% kernen < inwoners 54% 49% hoofdrapport Koopstromen 10

101 2.3 Bindingspercentages per kern Tabel 2.3 Bindingspercentage kernen > inwoners (2010 en 2015) DAGELIJKS NIET-DAGELIJKS Apeldoorn 96% 96% Zwolle 80% 79% Zwolle 96% 95% Emmen 79% 76% Deventer 95% 94% Apeldoorn 79% 76% Enschede 93% 92% Enschede 76% 69% Hengelo (Ov.) 93% 92% Hengelo (Ov.) 71% 69% Almelo 92% 92% Deventer 73% 69% Emmen 93% 91% Almelo 68% 61% Tabel 2.4 Bindingspercentage kernen inwoners (2010 en 2015) DAGELIJKS NIET-DAGELIJKS Hoogeveen 96% 93% Hoogeveen 76% 71% Rijssen 90% 91% Zutphen 72% 66% Borne 87% 91% Meppel 68% 65% Ermelo 85% 90% Rijssen 66% 61% Putten 91% 89% Harderwijk 66% 60% Harderwijk 90% 89% Putten 62% 59% Oldenzaal 89% 88% Kampen 57% 54% Kampen 89% 88% Nijverdal 58% 51% Zeewolde - 88% Oldenzaal 61% 51% Nijverdal 90% 87% Ermelo 52% 49% Meppel 91% 85% Zeewolde - 39% Zutphen 81% 82% Borne 39% 36% Natuurlijk verschilt de ontwikkeling per plaats. In de neven- en onderstaande tabellen zijn per kern de bindingspercentages voor de dagelijkse en niet-dagelijkse sector voor 2015 en voor zover beschikbaar 2010 weergegeven. In de plaatsen met minimaal inwoners hebben Enschede en Almelo te maken met een relatief sterke afname van het bindingspercentage in de niet-dagelijkse sector, wat veroorzaakt wordt door een toegenomen oriëntatie op Hengelo (m.n. Plein Westermaat) en op online winkels. Tabel 2.5 Bindingspercentage kernen inwoners (2010 en 2015) DAGELIJKS NIET-DAGELIJKS Nunspeet - 94% Hardenberg 66% 62% Urk - 94% Klazienaveen 60% 60% Ommen 90% 94% Nunspeet - 59% Steenwijk 90% 93% Raalte 59% 56% Wierden 85% 91% Steenwijk 57% 55% Goor 88% 90% Dedemsvaart 56% 54% Twello 88% 89% Urk - 53% Klazienaveen 88% 89% Dalfsen 45% 46% Hardenberg 88% 89% Ommen 49% 46% Wezep - 87% Twello 52% 42% Dedemsvaart 89% 86% Elburg - 39% Vriezenveen 82% 86% Goor 40% 39% Raalte 88% 85% Heerde - 38% Elburg - 85% Wierden 35% 37% IJsselmuiden 82% 81% Hattem - 37% Heerde - 81% Vriezenveen 36% 36% Dalfsen 75% 79% Wezep - 35% Hattem - 77% IJsselmuiden 25% 24% hoofdrapport Koopstromen 11

102 In de categorie inwoners hebben Borne en Ermelo een sterke toename van de binding in de dagelijkse sector, terwijl in Meppel het bindingspercentage in 2015 juist 6 procentpunt lager is dan in Voor de niet-dagelijkse sector geldt dat alle kernen te maken hebben met afgenomen koopkrachtbinding. Nijverdal en Oldenzaal hebben de grootste procentuele afname. Relatief veel kernen in de klasse inwoners hebben in 2015 in de dagelijkse sector een hoger bindingspercentage dan in Wierden heeft daarvan de sterkste toename. Bij de nietdagelijkse sector is het beeld meer uiteenlopend, met stijgers en dalers. Twello heeft de grootste afname. Bij kernen met inwoners heeft een aantal kernen, waaronder Enter, Holten en Vroomshoop, in vergelijking met 2010 in de dagelijkse sector een hoger bindingspercentage. Hier staat tegenover dat in Den Ham en Tubbergen de mate waarin bestedingen in de eigen woonplaats worden gedaan is afgenomen. Beide kernen hebben ook in de niet-dagelijkse sector te maken met een afname. Bij de deelnemende kernen met maximaal inwoners laten Weerselo en Geesteren in de dagelijkse sector een toegenomen binding zien. Lemelerveld heeft in de niet-dagelijkse sector in 2015 een lagere binding dan in 2010, maar heeft binnen de grootteklasse nog wel het hoogste bindingspercentage. De kern Albergen heeft nauwelijks meer enige binding in de niet-dagelijkse sector. Tabel 2.6 Bindingspercentage kernen inwoners (2010 en 2015) DAGELIJKS NIET-DAGELIJKS Vroomshoop 87% 90% Vroomshoop 46% 45% Heino 83% 84% Tubbergen 55% 43% Holten 77% 81% Nieuwleusen 47% 43% Nieuwleusen 86% 81% Denekamp 48% 43% Delden 76% 79% Delden 35% 35% Denekamp 81% 78% Heino 37% 33% Enter 72% 76% Holten 29% 26% Tubbergen 78% 67% Enter 28% 26% Wapenveld - 60% Den Ham (Ov.) 31% 24% Markelo 63% 60% Wapenveld - 19% t Harde - 60% Markelo 18% 16% Hellendoorn 54% 56% Oldebroek - 15% Den Ham (Ov.) 59% 51% Hellendoorn 12% 11% Oldebroek - 45% 't Harde - 10% Tabel 2.7 Bindingspercentage kernen < inwoners (2010 en 2015) DAGELIJKS NIET-DAGELIJKS Ootmarsum 74% 76% Lemelerveld 44% 35% Weerselo 58% 64% Geesteren (Ov.) 30% 28% Elspeet - 60% Elspeet - 24% Lemelerveld 62% 60% Ootmarsum 20% 18% Geesteren (Ov.) 53% 59% Weerselo 18% 18% Westerhaar- Vriezenveensewijk 44% 42% Westerhaar- Vriezenveensewijk 15% 14% Albergen 48% 41% Albergen 11% 6% hoofdrapport Koopstromen 12

103 < inw inw inw inw. > inw. 2.4 Toe- en afvloeiing Uit de ontwikkeling van de bindingspercentages blijkt dat in de dagelijkse sector veel kernen in staat zijn relatief meer lokale koopkracht aan zich te binden (25 van de 58 kernen). Bij de nietdagelijkse sector is dat anders; slechts 6 kernen hebben in 2015 geen lager bindingspercentage. Vooral in de niet-dagelijkse sector is dus in veel gevallen sprake van meer afvloeiing. Naast veranderingen in de ruimtelijke koopstromen speelt ook de afvloeiing van bestedingen naar internet meer dan in 2010 een rol in de omvang en ontwikkeling van de totale afvloeiing. Dit is vooral van toepassing in de niet-dagelijkse sector. In de dagelijkse sector is de invloed van webwinkelen in termen van bestedingen nog steeds beperkt (zie verder ook paragraaf 2.5, waar meer wordt ingezoomd op de bestedingsaandelen van internet). Anders is dit bij kernen met inwoners: hier is de gemiddelde afvloeiing kleiner en de toevloeiing groter. Er is sprake van enige positieversterking. Bij de kleine(re) kernen is er weinig onderscheid tussen 2010 en 2015; de balans tussen toe- en afvloeiing is vergelijkbaar. Figuur 2.2 Gemiddelde toe- en afvloeiing, naar grootteklasse kernen dagelijkse sector (in mln; 2010 en 2015) In deze paragraaf kijken we naar de ontwikkeling van de totale toe- en afvloeiing per sector en per artikelgroep. In welke mate zijn kernen in staat om meer vreemde koopkracht aan te trekken dan dat er lokale koopkracht verloren gaat? Dagelijkse sector: verschil ten opzichte van 2010 beperkt Met uitzondering van de kernen met minder dan inwoners hebben alle overige grootteklassen een grotere toevloeiing dan dat er dagelijkse bestedingen afvloeien naar andere plaatsen. Dit beeld, waarbij kernen meer toevloeiing generen uit bijvoorbeeld het overige deel van de gemeente en/of ook uit omliggende gemeenten, is conform Wanneer de ontwikkeling van 2015 ten opzichte van 2010 wordt bekeken, is zichtbaar dat de grote kernen meer toe- en ook meer afvloeiing hebben. In middelgrote kernen ( inwoners) is de afvloeiing beperkt toegenomen en de toevloeiing licht gedaald afvloeiing 5 toevloeiing hoofdrapport Koopstromen 13

104 < inw inw inw inw. > inw. Niet-dagelijkse sector: middelgrote kernen aan trekkracht ingeleverd Net als bij de dagelijkse sector trekken ook in de niet-dagelijkse sector vooral de grote kernen veel omzet aan van buiten de eigen kern. De toevloeiing is ook hier ongeveer het dubbele van de afvloeiing. In de overige kernen is het onderscheid minder groot. Figuur 2.3 Gemiddelde toe- en afvloeiing, naar grootteklasse kernen niet-dagelijkse sector (in mln; 2010 en 2015) Hoewel in vergelijking met 2010 ook de grote plaatsen te maken hebben met minder toevloeiing en meer afvloeiing, is vooral bij de categorie sprake van een relatief forse teruggang van de toevloeiing. Door deze afname zijn toe- en afvloeiing bijna gelijk. Daar waar de verschillen en verschuivingen in dagelijkse sector klein zijn, is er in de niet-dagelijkse sector vooral bij de grote en middelgrote kernen meer verschil zichtbaar, met vooral minder toevloeiing afvloeiing toevloeiing hoofdrapport Koopstromen 14

105 < inw inw inw inw. > inw. Ontwikkeling koopstromensaldo Het saldo van toe- en afvloeiing is tussen 2010 en 2015 kleiner geworden in de niet-dagelijkse sector van de grote en middelgrote kernen. Met name bij kernen met inwoners is er in de niet-dagelijks sector nauwelijks nog een positief koopstromensaldo (zie figuur 2.4). Figuur 2.4 Gemiddeld koopstromensaldo (toevloeiing minus afvloeiing), naar grootteklasse kernen dagelijkse en niet-dagelijkse sector (in mln; 2010 en 2015) Bij de kleine(re) kernen zijn de wijzigingen minder groot. Deze kleine kernen hadden in 2010 al veel afvloeiing en dit is onveranderd gebleven. Wat wel deels is veranderd is de richting van de afvloeiing. Een groter deel gaat namelijk niet meer naar andere (grotere) plaatsen toevloeiing voor deze kernen - maar vloeit af naar internet. Inzoomend op de niet-dagelijkse sector, blijkt bij de grote plaatsen vooral het koopstromensaldo in de modische artikelgroepen (kleding en schoenen) minder groot dan in Het saldo in de elektronica is iets gedaald. Vooral de relatief grote toevloeiing in deze artikelgroep naar Hengelo (met name Plein Westermaat) draagt hier aan bij. Kernen met inwoners hebben net als bij de grote kernen in zes van zeven niet-dagelijkse artikelgroepen (bloemen en planten uitgezonderd) in 2015 een kleiner koopstromensaldo dan in Tabel 2.8 Gemiddeld koopstromensaldo (toevloeiing minus afvloeiing), naar grootteklasse kernen niet-dagelijkse artikelgroepen (in mln; 2010 en 2015) > < kleding schoenen huishoudelijke art elektronica woninginrichting dagelijks doe-het-zelf art bloemen en planten niet-dagelijks TOTAAL hoofdrapport Koopstromen 15

106 kernen < inwoners kernen inwoners kernen inwoners kernen inwoners kernen > inwoners 2.5 Afvloeiing naar internet In de vorige paragraaf hebben we gezien hoe toe- en afvloeiing zich hebben ontwikkeld. In deze paragraaf kijken we meer in detail naar het gebruik van internet als aankoopkanaal, uitgesplitst naar branche. De online kooporiëntatie zorgt voor koopkrachtafvloeiing naar internet en is daarmee van invloed op de binding, maar ook op de toevloeiing. Kernen kunnen minder toevloeiing ontvangen doordat er meer op/via internet gekocht wordt. In het koopstromenonderzoek is internet als afzonderlijke aankooplocatie opgenomen (net als markt, postorder en andere nietwinkel aankoopkanalen). Wanneer consumenten internet als aankoopplaats noemen, is deze niet verder ruimtelijk toegedeeld. Naast landelijke ketens met een webshop en pure webwinkels (zonder fysieke winkel) zijn er lokale winkeliers die naast de fysieke winkel ook een webwinkel hebben (bijvoorbeeld voor uitverkoop van oude collecties). In het laatste geval kan een deel van de afvloeiing naar internet eigenlijk juist weer meer lokaal zijn. Groter deel niet-dagelijkse bestedingen via internet gedaan De mate waarin consumenten voor de dagelijkse boodschappen bestedingen doen via internet is net als 2010 nog steeds beperkt. Ongeveer 1 procent van de bestedingen in de dagelijkse sector vloeit af naar internet. 1 In de niet-dagelijkse sector is er in alle grootteklassen een sterke groei van de bestedingen via internet. Het aandeel internetbestedingen is ongeveer verdubbeld. In kleine kernen is de afvloeiing naar internet net als in 2010 verhoudingsgewijs beperkter dan in de grote(re) plaatsen. Figuur 2.5 Bestedingsaandeel van internet, naar grootteklasse kernen dagelijkse en niet-dagelijkse sector (in %; 2010 en 2015) dagelijkse sector 1% 0% niet dagelijkse sector 11% 5% dagelijkse sector 1% 0% niet dagelijkse sector 11% 5% dagelijkse sector 1% 0% niet dagelijkse sector 10% 5% dagelijkse sector 0% 0% niet dagelijkse sector dagelijkse sector 9% 4% 0% 0% 2015 niet dagelijkse sector 8% 3% % 2% 4% 6% 8% 10% 12% In 2010 was in alle niet-dagelijkse artikelgroepen (met uitzondering van elektronica in kernen met meer dan inwoners) minimaal 90 procent van de meest gepleegde aankopen gedaan in een winkel. Vijf jaar later is het beeld aanzienlijk veranderd. Elektronica en de modische artikelgroepen worden het meest via internet gekocht; internet heeft hier zonder uitzondering een bestedingsaandeel van minimaal 10 procent. Doe-het-zelf en bloemen en planten onderscheiden zich van de overige artikelgroepen met nog lage bestedingsaandelen voor internet als aankoopkanaal. De groei is ook nog relatief bescheiden. 1 Nota bene: het bestedingsaandeel van de warenmarkt is voor dagelijks 0,9 procent en voor niet-dagelijks 1,0 procent (beide percentages zijn onveranderd t.o.v. 2010) hoofdrapport Koopstromen 16

107 Tabel 2.9 Bestedingsaandeel internet (in %; 2010 en 2015). KERNEN > INWONERS KERNEN INWONERS Tabel 2.11 Bestedingsaandeel internet (in %; 2010 en 2015). KERNEN < INWONERS Dagelijkse sector 0% 1% 0% 1% Niet-dagelijkse sector 5% 11% 5% 11% - Kleding 7% 15% 7% 13% - Schoenen 3% 12% 3% 11% - Huishoudelijke artikelen 3% 8% 3% 8% - Elektronica 11% 20% 12% 21% - Woninginrichting 4% 9% 5% 9% - Doe-het-zelf 1% 4% 1% 3% - Bloemen en planten 1% 1% 1% 1% Dagelijkse sector 0% 0% Niet-dagelijkse sector 3% 8% - Kleding 5% 13% - Schoenen 2% 10% - Huishoudelijke artikelen 3% 5% - Elektronica 6% 11% - Woninginrichting 2% 6% - Doe-het-zelf 1% 3% - Bloemen en planten 1% 1% Tabel 2.10 Bestedingsaandeel internet (in %; 2010 en 2015). KERNEN INWONERS KERNEN INWONERS 2.6 Grensoverschrijdende koopstromen Met name voor de plaatsen die nabij de Duitse grens gelegen zijn, is inzicht in de grensoverschrijdende koopstromen van groot belang Dagelijkse sector 0% 1% 0% 0% Niet-dagelijkse sector 5% 10% 4% 9% - Kleding 7% 12% 6% 14% - Schoenen 3% 10% 2% 10% - Huishoudelijke artikelen 3% 7% 2% 6% - Elektronica 9% 18% 8% 14% - Woninginrichting 4% 8% 3% 8% - Doe-het-zelf 1% 3% 1% 3% - Bloemen en planten 1% 1% 1% 1% Sterke toename kopen over de grens In het afgelopen jaar is er veel aandacht geweest voor de (mogelijke) invloed en consequenties van accijnsverhogingen op de mate waarin consumenten niet alleen voor het tanken de grens naar Duitsland oversteken. Wat echter blijkt, is dat de toevloeiing vanuit Duitsland tussen 2010 en 2015 is toegenomen. De groei is het sterkst bij de dagelijkse sector, maar ook in de niet-dagelijkse sector is een groei zichtbaar (zeker wanneer ook rekening wordt gehouden met de ook in Duitsland afgenomen consumentenbestedingen in de niet-dagelijkse sector de afgelopen jaren). hoofdrapport Koopstromen 17

108 Afvloeiing Toevloeiing Het grootste deel van de uit Duitsland afkomstige omzet ontvangt Enschede (40 procent van de totale toevloeiing uit Duitsland). Maar de gestegen toevloeiing komt niet alleen bij de grote steden terecht, ook kleine(re) kernen als Denekamp en Klazienaveen lijken meer baat te hebben bij de grensligging dan in Met name in de dagelijkse sector is in deze kernen de koopkrachttoevloeiing vanuit de Duitse grensregio sterk toegenomen. Voor een deel zal deze oriëntatie productgericht zijn (koffie, medicijnen zonder doktersrecept, etcetera). Ook de ruimere openingstijden (o.a. zondagopenstelling) zullen deze ontwikkeling versterken en daarnaast zal ook gewoon de nabijheid en bereikbaarheid van winkelvoorzieningen een rol spelen (of ze dan in Nederland liggen is daarbij minder relevant). En wellicht geeft de mate waarin Nederlanders in Duitsland wonen nog een extra zetje aan de toevloeiing vanuit Duitsland. Figuur 2.6 Toevloeiing vanuit en afvloeiing naar Duitsland (in mln; 2010 en 2015) Tegenover de opgelopen toevloeiing staat overigens ook een toegenomen afvloeiing vanuit Nederland naar Duitsland. Zo is bijvoorbeeld de afvloeiing in de dagelijkse sector ook verdubbeld. Vanuit Nederland richt de afvloeiing zich vooral op Gronau en Nordhorn. Waar in zijn algemeenheid geldt dat de ruimtelijke koopstromen mede door internet kleiner zijn geworden (minder afvloeiing/toevloeiing naar fysieke winkellocaties) zijn de grensoverschrijdende koopstromen dus wel groter geworden. Per saldo is er sprake van een positief koopstromensaldo; er komt meer binnen dan dat er uit gaat. Vooral in de dagelijkse sector lijkt een omslag zichtbaar van geen positief saldo naar een relatief groot toevloeiingsoverschot. Figuur 2.6 Saldo toevloeiing minus afvloeiing van/naar Duitsland (in mln; 2010 en 2015). dagelijks 45 0 niet-dagelijks kleding 8 7 schoenen en lederwaren 0 1 huishoudelijke artikelen electronica woninginrichting Dagelijks Niet-dagelijks doe-het-zelf artikelen bloemen, planten en tuinartikelen Nota bene: uitgaande van deelnemende kernen Nota bene: uitgaande van deelnemende kernen hoofdrapport Koopstromen 18

109 2.7 Conclusie De belangrijkste conclusies op een rij: De mate waarin consumenten detailhandelsbestedingen doen in hun eigen woonplaats is in de dagelijkse sector op peil gebleven. Het bindingspercentage is met 89 procent identiek aan Met uitzondering van de grote steden is in alle overige grootteklassen (dus ook de kleine kernen) het bindingspercentage licht gestegen. De niet-dagelijkse sector heeft ten opzichte van 2010 een lagere koopkrachtbinding. Elektronica, kleding en schoenen hebben de sterkste daling. Elektronica wordt zowel in grote als in kleine plaatsen gemiddeld minder in de eigen woonplaats gekocht. De modische artikelen hebben vooral een sterke afname van het bindingspercentage in de grote en middelgrote plaatsen. Voor wat betreft toe- en afvloeiing zijn de verschillen tussen 2015 en 2010 in de dagelijkse sector gemiddeld gering. Kernen met en hebben naast een hogere binding (en dus minder afvloeiing) - ook een bescheiden toename van de toevloeiing. Dit duidt erop dat in de dagelijkse sector plaatsen van deze omvang beter in staat zijn eigen inwoners en ook omwonenden te bedienen. Kernen die de beschikking hebben over een of meerdere grootschalige supermarkten handhaven of versterken zich. In de niet-dagelijkse sector laten vooral de grote en middelgrote plaatsen een afname van de toevloeiing zien. Plaatsen met meer dan inwoners hebben ondanks deze afname nog wel een duidelijk positief koopstromensaldo (toevloeiing minus afvloeiing), en dus een regionale verzorgingsfunctie. In plaatsen met inwoners is het saldo in tegenstelling tot in 2010 nog maar beperkt positief. Deze plaatsen hebben gemiddeld in de nietdagelijkse sector aan trekkracht ingeleverd. De doorontwikkeling van internet als aankoopkanaal in de afgelopen 5 jaar heeft hier een belangrijke bijdrage in. De binding neemt af (=afvloeiing naar internet) en andersom neemt de toevloeiing ook af. Vooral in de modische artikelgroepen en elektronica is het bestedingsaandeel van internet sterk gestegen. De mate waarin gekozen wordt voor internet als aankoopplaats is in kleine kernen nog wel beperkter maar is verhoudingsgewijs hard toegenomen. Vooral steden die voor het economisch functioneren mede afhankelijk zijn van toevloeiing uit omliggende plaatsen heeft verschuiving naar internet gevolgen. De grensoverschrijdende koopstromen zijn in 2015 groter dan in In de dagelijkse en niet-dagelijkse sector is de kooporiëntatie vanuit de Duitse grensregio op Nederland toegenomen en ook de koopstromen van Nederland naar Duitsland zijn groter. Wel is met name in de dagelijkse sector de toevloeiing vanuit Duitsland groter dan de afvloeiing naar Duitsland. Concluderend kan gesteld worden dat de ruimtelijke koopstromen kleiner zijn dan in Er is minder toevloeiing naar en afvloeiing vanuit plaatsen. In de dagelijkse sector wordt dit vooral veroorzaakt door een grotere oriëntatie op de eigen woonplaats. In de nietdagelijkse sector spelen vooral de afgenomen consumentenbestedingen en de sterk toegenomen afvloeiing naar internet een grote rol. Algemeen gezegd kiest de consument meer voor dichter bij huis & vaker vanuit huis. hoofdrapport Koopstromen 19

110 3 HOOFDSTUK Economisch functioneren hoofdrapport Economisch functioneren 20

111 < inw inw inw inw. > inw. 3. Economisch functioneren 3.1 Inleiding Een belangrijke bouwsteen voor detailhandelsbeleid is inzicht in het economisch functioneren van de detailhandel. In hoofdstuk 2 is een (ruimtelijk) beeld geschetst van de kooporiëntatie vanuit het perspectief van binding, toe- en afvloeiing. In dit hoofdstuk zoomen we verder in op de dagelijkse en niet-dagelijkse detailhandelsomzet in kernen en in winkelgebieden. Figuur 3.1 Gemiddelde detailhandelsomzet in kernen naar grootteklasse voor dagelijkse en niet-dagelijkse sector (milj. ; 2010 en 2015) Nota bene: het betreft hier de totale consumentenbestedingen, afkomstig van bestedingen van bewoners en bezoekers. In het rapport wordt ook wel gesproken over de gerealiseerde detailhandelsomzet. Belangrijk hierbij is dat het dan gaat om de totale som van consumentenbestedingen, inclusief BTW en exclusief bestedingen van bedrijven en instellingen in de detailhandel Omzetontwikkeling in perspectief van landelijke ontwikkeling De landelijke bestedingen aan dagelijkse artikelen per hoofd van de bevolking zijn ten opzichte van 2010 gestegen met zo n 4 procent. Voor niet-dagelijkse artikelen is er sprake van een afname met 11 procent. Wanneer een winkelgebied een omzetgroei laat zien van meer dan 4 procent voor dagelijkse artikelen is de relatieve positie verbeterd. Voor niet dagelijkse artikelen is dat het geval bij een omzetgroei of een afname van minder dan 11 procent. Bij het lezen van de in dit hoofdstuk gepresenteerde omzetcijfers is het van belang dit in het achterhoofd te houden Detailhandelsomzet Meer dagelijkse en minder niet-dagelijkse omzet De gemiddelde detailhandelsomzet in de dagelijkse sector is in de afgelopen vijf jaar in alle grootteklassen toegenomen, met uitzondering van de kernen met inwoners. Voor de nietdagelijkse sector geldt het omgekeerde: zonder uitzondering hebben alle onderscheiden grootteklassen in 2015 gemiddeld minder nietdagelijkse omzet dan in dagelijkse sector niet dagelijkse sector In de dagelijkse sector is de procentuele omzetontwikkeling het grootst in de kleine kernen tot inwoners: een gemiddelde omzettoename van 12 procent. Ook in kernen met en kernen met minimaal inwoners is de stijging groter dan de gemiddelde toename van de landelijke consumentenbestedingen per hoofd van de bevolking (+4 procent), wat dus duidt op positieversterking. hoofdrapport Economisch functioneren 21

112 In de niet-dagelijkse sector is de omzetafname in 3 grootteklassen minimaal 20 procent (minder dan inwoners, inwoners en inwoners). De terugloop van de omzet is hier en ook bij de overige grootteklassen - sterker dan de daling van de landelijke consumentenbestedingen per hoofd van de bevolking (-11 procent). Vooral de toegenomen afvloeiing van omzet naar online winkels laat zich hierin gelden. Figuur 3.2 Procentuele ontwikkeling gemiddelde detailhandelsomzet in kernen naar grootteklasse voor dagelijkse en niet-dagelijkse sector ( ). 15% Tabel 3.1 Procentuele omzetontwikkeling kernen > inwoners ( ) DAGELIJKS NIET-DAGELIJKS TOTAAL Almelo 2% -25% -12% Apeldoorn 2% -17% -8% Deventer 4% -13% -4% Emmen 9% -12% -4% Enschede 12% -15% -2% Hengelo (Ov.) 1% -7% -4% Zwolle 6% -7% -2% 10% 5% 0% -5% 6% -5% 1% 9% 0% 3% -7% 12% -2% Tabel 3.2 Procentuele omzetontwikkeling kernen inwoners ( ) DAGELIJKS NIET-DAGELIJKS TOTAAL Borne 15% -12% 6% Ermelo 13% -15% 2% Harderwijk 2% -17% -7% -10% -13% -10% -12% Hoogeveen -3% -19% -11% Kampen 10% -10% 0% -15% Meppel 3% -5% -1% -20% -25% -20% -21% -23% dagelijkse producten niet dagelijkse producten totaal > inw inw inw inw. < inw. Nijverdal -1% -21% -10% Oldenzaal 4% -25% -12% Putten -1% -13% -7% Rijssen 3% -11% -5% Omzetontwikkeling per kern Per grootteklasse is in de volgende vijf tabellen de procentuele omzetontwikkeling voor de dagelijkse en niet-dagelijkse sector voor alle deelnemende kernen gepresenteerd. Zeewolde 12% -10% 4% Zutphen 5% -16% -8% Van alle kernen in het onderzoeksgebied zijn er vier kernen waar zowel dagelijks als niet-dagelijks een omzettoename hebben. Klazienaveen, Wezep, Enter en Geesteren hebben in beide sectoren meer omzet dan in hoofdrapport Economisch functioneren 22

113 Daarnaast is in een aantal kernen de omzetstijging in de dagelijkse sector dusdanig groot dat daarmee een omzetafname in de nietdagelijkse sector gecompenseerd wordt en de totale omzet is gegroeid. Dit is onder meer het geval in Borne, Dalfsen, Denekamp, Ootmarsum en Zeewolde. Enkele van de omzetwinnende kernen zijn nabij de grens gelegen. In het vorige hoofdstuk is reeds ingegaan op de grensoverschrijdende koopstromen. Er is met name in de dagelijkse sector meer toevloeiing vanuit de Duitse grensstreek naar Nederland in vergelijking met 5 jaar geleden. Tabel 3.3 Procentuele omzetontwikkeling kernen inwoners ( ) DAGELIJKS NIET-DAGELIJKS TOTAAL Dalfsen 16% -4% 9% Dedemsvaart 1% -18% -7% Elburg 5% -17% -5% Goor 8% -17% 0% Hardenberg 6% -16% -6% Hattem 4% -8% -1% Heerde 8% -18% -2% IJsselmuiden 5% -17% -1% Klazienaveen 26% 6% 18% Nunspeet 8% -6% 2% Ommen 16% -19% 2% Raalte 0% -21% -10% Steenwijk 9% -16% -2% Twello 9% -18% -2% Tabel 3.4 Procentuele omzetontwikkeling kernen inwoners ( ) DAGELIJKS NIET-DAGELIJKS TOTAAL Delden 14% -13% 4% Den Ham (Ov.) -18% -21% -19% Denekamp 51% -10% 22% Enter 2% 9% 6% Heino -7% -23% -11% Hellendoorn 9% -17% 4% Holten 12% -21% 2% Markelo 3% -18% -2% Nieuwleusen -8% -27% -16% Oldebroek -7% -29% -17% Tubbergen -5% -31% -19% Vroomshoop 8% -11% 0% Wapenveld -20% -13% -18% Tabel 3.5 Procentuele omzetontwikkeling kernen < inwoners ( ) DAGELIJKS NIET-DAGELIJKS TOTAAL Albergen -22% -54% -29% Elspeet 16% -28% -5% Geesteren (Ov.) 21% 7% 14% Lemelerveld 6% -31% -16% Ootmarsum 45% -22% 27% Weerselo -12% -23% -15% Vriezenveen 8% -3% 4% Wezep 22% 4% 16% Wierden 15% -4% 9% Westerhaar- Vriezenveensewijk -4% -23% -13% hoofdrapport Economisch functioneren 23

114 < inw inw inw inw. > inw. Omzetaandeel dagelijks groter geworden Voor de kernen tot inwoners geldt dat de dagelijkse sector een groter deel van de detailhandelsomzet voor haar rekening neemt dan de niet-dagelijkse sector. In kernen met meer dan inwoners is de gemiddelde omzetverdeling gelijk: 50 procent dagelijks en 50 procent niet-dagelijks. In alle grootteklassen is het omzetaandeel van de dagelijkse sector met minimaal 5 procentpunt gestegen in de afgelopen 5 jaar. De dagelijkse sector heeft dus overal aan gewicht gewonnen. Figuur 3.3 Omzetaandeel dagelijkse en niet-dagelijkse sector, naar grootteklassse (2010 en 2015) % 50% Gemiddelde omzet per inwoner De detailhandelsomzet en daarmee ook de verzorgingsfunctie hangt naast het aanwezige winkelaanbod grotendeels samen met de omvang van een kern. De gemiddelde omzet per inwoner geeft een indicatie van de relatieve trekkracht van de detailhandel. Van de 5 onderscheiden grootteklassen is in kernen met inwoners de gemiddelde omzet per inwoner in de dagelijkse sector het hoogst. De relatief sterke omzetontwikkeling in de dagelijkse sector (zie ook figuur 3.2 en tabel 3.3) draagt ertoe bij dat het verschil met de andere grootteklassen gehandhaafd blijft. Deze kernen hebben gemiddeld een sterke dagelijkse verzorgingsfunctie voor de eigen kern en het direct omliggende gebied. Tabel 3.6 Gemiddelde detailhandelsomzet per inwoner ( ; 2010 en 2015) % 55% KERNEN > INWONERS KERNEN INWONERS % 46% Dagelijkse sector % 52% Niet-dagelijkse sector % 37% - Kleding Schoenen % 42% - Huishoudelijke artikelen Elektronica % 35% - Woninginrichting % 41% - Doe-het-zelf Bloemen en planten % 33% TOTALE OMZET PER INWONER % 42% 0% 20% 40% 60% 80% 100% dagelijkse producten niet dagelijkse producten hoofdrapport Economisch functioneren 24

115 Tabel 3.7 Gemiddelde detailhandelsomzet per inwoner ( ; 2010 en 2015). KERNEN INWONERS KERNEN INWONERS Dagelijkse sector Niet-dagelijkse sector Kleding Schoenen Huishoudelijke artikelen Elektronica Woninginrichting Doe-het-zelf Bloemen en planten TOTALE OMZET PER INWONER Tabel 3.8 Gemiddelde detailhandelsomzet per inwoner ( ; 2010 en 2015). KERNEN < INWONERS Dagelijkse sector Niet-dagelijkse sector Kleding Schoenen Huishoudelijke artikelen Elektronica Woninginrichting Doe-het-zelf Bloemen en planten Detailhandelsomzet aankooplocaties In paragraaf 2.5 is reeds getoond dat de internetoriëntatie van consumenten de afgelopen 5 jaar sterk opgelopen is. Wanneer we internet als digitale aankooplocatie vergelijken met de top 3 van aankooplocaties in het onderzoeksgebied de binnensteden van Zwolle, Deventer en Emmen wordt nogmaals de verandering in het consumentengedrag duidelijk. In 2010 hadden de drie hoofdwinkelgebieden gezamenlijk een ruime voorsprong op internetwinkelen. Vijf jaar later heeft internet meer omzet dan de drie locaties gezamenlijk. Afstand tussen Zwolse en Enschedese binnenstad kleiner Als we kijken naar de top 25 van aankoopplaatsen in het onderzoeksgebied (provincie Overijssel, delen van Gelderland, Drenthe en Flevoland) dan wordt de top 3 gevormd door de hoofdwinkelgebieden van Zwolle, Enschede en op ruimere afstand Emmen. In 2010 stond Apeldoorn nog op de 3 e plaats. Plein Westermaat is de enige grootschalige detailhandelsconcentratie in de lijst, terwijl Zwolle-Zuid en Zwolle Aa-landen als wijkwinkelcentra in de top 25 zijn opgenomen. Ten opzichte van 2010 hebben bijna alle locaties te maken met omzetafname. Dit zal mede te maken hebben met het relatief sterke accent op de niet-dagelijkse sector. Naast afnemende consumentenbestedingen hebben de voor hoofdwinkelgebieden belangrijke modische artikelgroepen (kleding en schoenen) ten opzichte van 2010 te maken met een grotere online kooporiëntatie, wat ten koste gaat van de bestedingen in winkels in de hoofdwinkelgebieden. Het centrum van Apeldoorn heeft het meest ingeleverd. TOTALE OMZET PER INWONER hoofdrapport Economisch functioneren 25

116 Figuur 3.4 Detailhandelsomzet aankooplocaties, top 25 (miljoen ; 2015). Centrum Zwolle Figuur 3.5 Absolute ontwikkeling detailhandelsomzet aankooplocaties, top 25 (miljoen ; ). Centrum Enschede Centrum Zwolle Centrum Emmen Centrum Enschede Centrum Apeldoorn Centrum Emmen Centrum Deventer Centrum Apeldoorn Centrum Hoogeveen Centrum Deventer Plein Westermaat, Hengelo (Ov.) Centrum Hoogeveen Centrum Meppel Plein Westermaat, Hengelo (Ov.) Centrum Zutphen Centrum Meppel Centrum Hengelo Centrum Zutphen Centrum Putten Centrum Hengelo Centrum Oldenzaal Centrum Putten Centrum Klazienaveen Centrum Oldenzaal Centrum Hardenberg Centrum Klazienaveen Centrum Nunspeet Centrum Hardenberg Centrum Ermelo Centrum Nunspeet Centrum Harderwijk Centrum Ermelo Centrum Raalte Centrum Harderwijk Centrum Rijssen Centrum Raalte Centrum Nijverdal Centrum Rijssen Centrum Almelo Centrum Nijverdal Zwolle Zuid Centrum Almelo Centrum Kampen Zwolle Zuid Zwolle, AA landen Centrum Zeewolde dagelijkse sector niet dagelijkse sector Centrum Kampen Zwolle, AA landen Centrum Zeewolde dagelijkse sector niet dagelijkse sector Nota bene: voor Centrum Zeewolde ontbreken 2010-gegevens waardoor de ontwikkeling niet in beeld te brengen is hoofdrapport Economisch functioneren 26

117 Figuur 3.6 Omzetaandeel aankooplocaties, top 25 (2010 en 2015). Centrum Zwolle 35% 40% 2015 Centrum Enschede 33% 35% 2010 Centrum Emmen 48% 51% Centrum Apeldoorn 26% 34% Centrum Deventer 34% 37% Centrum Hoogeveen 55% 62% Plein Westermaat, Hengelo (Ov.) 27% 26% Centrum Meppel 60% 68% Centrum Zutphen 45% 50% Centrum Hengelo 21% 25% Centrum Putten 85% 89% Centrum Oldenzaal 50% 51% Centrum Klazienaveen 89% 90% Centrum Hardenberg 67% 79% Centrum Nunspeet 70% 81% Centrum Ermelo 77% 83% Centrum Harderwijk 43% 54% Centrum Raalte 76% 85% Centrum Rijssen 52% 59% Centrum Nijverdal 68% 75% Centrum Almelo 24% 30% Zwolle Zuid 10% 10% Centrum Kampen 43% 51% Zwolle, AA landen 8% 6% Centrum Zeewolde 84% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Nota bene: voor Centrum Zeewolde ontbreken 2010-gegevens. In figuur 3.6 zijn de omzetaandelen van de grootste aankooplocaties voor zowel 2010 als 2015 weergegeven: welk deel van de totale omzet in een plaats wordt behaald in het centrum/de binnenstad. Hieruit blijkt dat de dominantie van de meeste hoofdwinkelgebieden ook (licht) is afgenomen. Een groter deel van de kernomzet wordt dus behaald buiten de hoofdwinkelgebieden. In veel kernen geldt dat zowel voor de dagelijkse als voor de niet-dagelijkse sector. Het centrum van Oldenzaal is de enige aankooplocatie van de top 25 waar het marktaandeel van de dagelijkse sector in 2015 iets groter is dan in In de niet-dagelijkse sector hebben alleen de binnenstad van Enschede en Plein Westermaat in Hengelo ten opzichte van 2010 een groter aandeel in de totale omzet in respectievelijk Enschede en Hengelo. 3.4 Conclusie De belangrijkste conclusies op een rij: Anders dan in 2010 toen alle kernen omzetgroei hadden is het aantal plaatsen met een toename van de totale detailhandelsomzet in de minderheid. Slechts een paar kernen hebben zowel in de dagelijkse als de niet-dagelijkse sector een hogere omzet dan in De meeste overige kernen met een toegenomen totale detailhandelsomzet danken dit aan de dagelijkse sector. De omzetdaling in de niet-dagelijkse sector wordt dan gecompenseerd door de dagelijkse sector. Hoewel de omzetontwikkeling per plaats verschilt en lokaalspecifiek is, hebben met name kernen met een relatief sterke omzetkrimp. Naast de algemene ontwikkeling van afgenomen nietdagelijkse bestedingen per hoofd van de bevolking en toegenomen oriëntatie op webwinkels kan een mogelijke verklaring zijn dat consumenten opschalen. Men besteedt over het geheel gezien minder aan niet-dagelijkse artikelen (winkelt minder), maar als men dan gaat winkelen, wordt vaker de keuze gemaakt voor een grote stad, met een ruim aanbod of de aanwezigheid van een bepaalde specifieke trekker. hoofdrapport Economisch functioneren 27

118 Op basis van de omzetontwikkeling kan geconcludeerd worden dat de verzorgingspositie van kleine kernen steeds meer het exclusieve domein van de dagelijkse sector wordt. Daarbij geldt dat de dagelijkse sector zich in kleine kernen gemiddeld ook goed handhaaft. De aanwezigheid van een grootschalige supermarkt is daarbij wel een voorwaarde. De binnensteden van Zwolle en Enschede genereren net als in 2010 de meeste omzet. Daarna volgen Emmen, Apeldoorn en Deventer. Van de 25 qua omzet grootste aankooplocaties hebben er drie een groter omzetaandeel dan in Dit zijn alle drie geen hoofdwinkelgebieden, namelijk Plein Westermaat en de Zwolse wijkwinkelcentra Zwolle-Zuid en Zwolle Aa-landen. De meest hoofdwinkelgebieden hebben ten opzichte van 2010 een kleiner aandeel in de totale kernomzet. Er wordt dus verhoudingsgewijs meer omzet gehaald buiten de hoofdwinkelgebieden. hoofdrapport Economisch functioneren 28

119 4 HOOFDSTUK Inzicht in koopgedrag hoofdrapport Inzicht in koopgedrag 29

120 4. Inzicht in koopgedrag 4.1 Inleiding Voorgaande hoofdstukken hebben laten zien dat het economisch functioneren van de detailhandel aan verandering onderhevig is. Dit heeft onder meer te maken met ontwikkelingen in het winkelaanbod en ook met het ruimtelijke winkelgedrag van de consument. Hoe veranderen die onderliggende beweegredenen van de consument? In dit hoofdstuk besteden we vooral aandacht aan het koopgedrag van de consument. Wat zijn de bezoekmotieven, hoe vaak worden winkelvoorzieningen bezocht en hoe worden ze beoordeeld? In de meeste gevallen vergelijken we de uitkomsten met het in 2010 geschetste beeld. 4.2 Bezoekfrequentie, -motief en vervoermiddel Bezoekfrequentie licht afgenomen Zowel voor de dagelijkse boodschappen als voor het winkelen geldt dat de bezoekfrequentie wat is afgenomen vergeleken met De groep consumenten die de dagelijkse boodschappen meestal in een bepaalde plaats doet, is net als in 2010 voor het overgrote deel hoogfrequente bezoeker, maar het aandeel dat meer dan eens per week winkelt is licht gedaald. Bij het recreatieve winkelen is het beeld vergelijkbaar. In kleine plaatsen haalt men relatief vaker de boodschappen 1 x per week dan elders. Recreatief winkelen is - afgaande op de frequentie - in de grotere plaatsen populairder dan in de kleinere plaatsen. Tabel 4.1 Bezoekfrequentie voor boodschappen en winkelen (2010 en 2015). DAGELIJKSE BOODSCHAPPEN WINKELEN Meer dan 1 x per week 67% 63% 21% 20% 1 x per week 30% 32% 22% 20% 1-3 x per maand 3% 5% 39% 41% Minder dan 1 x per maand 0% 0% 18% 19% TOTAAL 100% 100% 100% 100% Tabel 4.2 Bezoekfrequentie boodschappen naar grootte woonplaats (2015) > < Meer dan 1 x per week 64% 66% 70% 66% 48% 1 x per week 31% 30% 26% 30% 45% 1-3 x per maand 5% 4% 3% 4% 6% Minder dan 1 x per maand 0% 0% 0% 0% 0% TOTAAL 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 4.3 Bezoekfrequentie (recreatief) winkelen naar grootte woonplaats (2015) > < Meer dan 1 x per week 22% 23% 22% 17% 11% 1 x per week 22% 22% 17% 14% 18% 1-3 x per maand 42% 36% 37% 44% 46% Minder dan 1 x per maand 14% 18% 23% 24% 24% TOTAAL 100% 100% 100% 100% 100% hoofdrapport Inzicht in koopgedrag 30

121 Bezoekmotief Wat zijn de belangrijkste redenen van consumenten om boodschappen te doen of te winkelen in een plaats? De top 3 bij boodschappen wordt gevormd door nabijheid/afstand, parkeergelegenheid en bereikbaarheid. Ten opzichte van 2010 zijn met name parkeren en bereikbaarheid vaker genoemd. Consumenten maken in vergelijking tot 5 jaar geleden hun keuze voor de boodschaplocatie vaker op basis van deze kenmerken. Voor winkelgebieden zijn dit in toenemende mate kritische factoren, waarop men wint dan wel verliest. Ook voor het (recreatieve) winkelen speelt de reisafstand nog steeds een voorname rol. Maar het winkelaanbod is evenzeer een belangrijke keuzebepaler. De aanwezigheid van bepaalde winkels is in 2015 wel vaker een bezoekmotief, wat mogelijk samenhangt met een toegenomen doelgerichtheid ook bij het winkelen. De keuze voor een aankoopplaats wordt vaker gebaseerd op de wetenschap dat een bepaalde grote/sterke winkel(formule) in die plaats gevestigd is. Figuur 4.1 Top 3 van bezoekmotieven boodschappen en winkelen: Boodschappen doen: 1: nabijheid/afstand: 74% 2: bepaalde winkels: 33% 3: parkeergelegenheid: 31% Bezoekmotieven verschillen enigszins naar grootteklasse van de aankoopplaats. Tabel 4.4 Bezoekmotief boodschappen naar grootte aankoopplaats (2015) > < Nabijheid / afstand 79% 68% 66% 80% 80% Parkeergelegenheid 31% 33% 37% 34% 28% Bereikbaarheid 31% 29% 31% 34% 30% Bepaalde winkels / producten 31% 35% 33% 26% 15% Gewoonte 18% 19% 20% 20% 16% Kwaliteit winkelaanbod 19% 20% 22% 17% 13% Lage prijs 18% 21% 19% 13% 9% Veelheid winkels 16% 14% 18% 12% 6% Sfeer 8% 9% 10% 12% 13% Tabel 4.5 Bezoekmotief (recreatief) winkelen naar grootte aankoopplaats (2015) > < Nabijheid / afstand 53% 60% 61% 61% 59% Bepaalde winkels / producten 47% 47% 44% 41% 27% Bereikbaarheid 27% 32% 37% 36% 36% Parkeergelegenheid 16% 23% 32% 37% 34% Veelheid winkels 47% 37% 30% 17% 9% Winkelen: 1: nabijheid/afstand: 56% 2: bepaalde winkels: 46% 3: veelheid winkels: 40% Kwaliteit winkelaanbod 24% 25% 24% 25% 23% Sfeer 18% 21% 16% 15% 20% Gewoonte 19% 19% 17% 18% 14% Lage prijs 7% 7% 9% 11% 11% hoofdrapport Inzicht in koopgedrag 31

122 Vervoermiddel Zowel voor de dagelijkse boodschappen als voor het winkelen is de auto het meest gebruikte vervoermiddel. In 5 jaar tijd is er weinig veranderd in de hiërarchie van het vervoermiddelgebruik bij het boodschappen en bij het winkelen. Wel is er bij beide sprake van een afname van het autogebruik en een toename van het gebruik van de fiets. Figuur 4.2 Vervoermiddelgebruik voor boodschappen en winkelen (2010 en 2015). 100% 2% 2% 4% 6% Tabel 4.6 Vervoermiddel voor boodschappen naar grootte woonplaats (2015) > < Lopend 15% 12% 8% 6% 4% Fiets 37% 36% 37% 35% 17% Auto 46% 51% 53% 57% 77% Anders 2% 2% 1% 1% 1% TOTAAL 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 4.7 Vervoermiddel voor (recreatief) winkelen naar grootte woonplaats (2015) 80% 54% 57% 50% 56% > < Lopend 11% 11% 6% 3% 1% 60% Fiets 51% 41% 33% 23% 11% Auto 34% 44% 57% 71% 86% 40% Anders 5% 4% 3% 3% 2% 34% 30% 38% anders 20% 30% auto fiets 11% 11% 8% 8% lopend 0% boodschappen winkelen Inwoners van grotere plaatsen kiezen minder vaak voor de auto en vaker voor de fiets of gaan te voet. Dit verschil is met name zichtbaar bij het winkelen. TOTAAL 100% 100% 100% 100% 100% 4.3 Beoordeling winkelvoorzieningen Hoe tevreden consumenten zijn met de winkelvoorzieningen is af te leiden uit de beoordeling die men heeft gegeven aan de hand van rapportcijfers. Aan consumenten is gevraagd om de aankoopplaats die men het vaakst bezoekt voor de dagelijkse boodschappen of voor het winkelen te waarderen aan de hand van een negental aspecten. Boodschappenlocaties: hoogste cijfer voor bereikbaarheid Over het geheel gezien zijn consumenten ten aanzien van locaties die ze bezoeken voor de boodschappen het meest tevreden over de bereikbaarheid. De waardering voor dit aspect is ook toegenomen. hoofdrapport Inzicht in koopgedrag 32

123 Ten opzichte van 2010 is er vooral een hoger cijfer voor de parkeermogelijkheden voor de auto (van 7,4 in 2010 naar 7,7 in 2015). Dit bevestigt het beeld dat consumenten in toegenomen mate hun locatiekeuze mede bepalen op (goede) bereikbaarheid en parkeermogelijkheden. De stallingsmogelijkheden van de fiets en de kwaliteit van de daghoreca zijn wat achteruitgegaan. Figuur 4.3 Waardering winkelvoorzieningen boodschappen (2010 en 2015). Tabel 4.8 Waardering winkelvoorzieningen voor boodschappen naar grootte aankoopplaats (2015) > Bereikbaarheid 8,0 7,9 7,9 8,0 8,1 Parkeermogelijkheden auto 7,6 7,6 7,8 7,9 8,0 Stallingsmogelijkheden fiets 7,6 7,6 7,7 7,6 7,5 Veiligheid winkelomgeving 7,4 7,7 7,8 7,7 7,9 < Bereikbaarheid van het winkelcentrum Parkeermogelijkheden auto Veiligheid winkelomgeving De kwaliteit van de winkels 8,0 7,8 7,7 7,4 7,6 7,5 7,6 7,6 De kwaliteit van de winkels 7,4 7,6 7,8 7,9 8,2 Sfeer/ambiance 6,9 7,0 7,2 7,2 7,4 Het aantal winkels 6,9 6,9 7,1 6,7 5,7 Inrichting/aankleding winkelstraten 6,6 6,7 6,8 6,7 6,5 Aanbod van daghoreca 5,8 6,5 6,4 6,2 6,4 Stallingsmogelijkheden fiets Sfeer/ambiance Het aantal winkels Inrichting/aankleding winkelstraten 7,6 7,8 7,1 7,2 6,9 7,0 6,7 6, Aanbod van daghoreca 6,1 6, Boodschappenlocaties in de grote plaatsen krijgen wat minder hoge rapportcijfers op parkeermogelijkheden, veiligheid en kwaliteit van de winkels. Terwijl in de kleine kernen men niet geheel onverwacht meer kritisch is over het aantal winkels. Winkellocaties: oordeel weinig veranderd Het gemiddelde oordeel ten aanzien van winkelgebieden die men bezocht om er (recreatief) te winkelen is in 2015 bijna ongewijzigd ten opzichte van De gemiddelde waarderingscijfers ontlopen elkaar ook minder dan bij het boodschappen doen. De hoogste cijfers zijn gegeven voor de bereikbaarheid en het aanbod van de daghoreca. Bereikbaarheid wordt ook beter beoordeeld dan in Men blijft kritisch over de parkeermogelijkheden. Het aantal winkels wordt lager gewaardeerd dan in hoofdrapport Inzicht in koopgedrag 33

124 Figuur 4.3 Waardering winkelvoorzieningen winkelen (2010 en 2015). Bereikbaarheid van het winkelcentrum Aanbod van daghoreca Het aantal winkels Stallingsmogelijkheden fiets De kwaliteit van de winkels Veiligheid winkelomgeving Sfeer/ambiance Inrichting/aankleding winkelstraten 7,7 7,5 7,7 7,6 7,6 7,8 7,6 7,7 7,6 7,7 7,5 7,4 7,4 7,5 7,2 7, Parkeermogelijkheden auto 6,9 6, Bij de uitsplitsing van deze cijfers naar grootteklasse van aankoopplaatsen valt op dat de grotere plaatsen zich niet (positief) onderscheiden van de andere plaatsen, los van de aantallen winkels dan. Parkeren wordt er bovendien duidelijk minder gewaardeerd. Tabel 4.9 Waardering winkelvoorzieningen voor (recreatief) winkelen naar grootte aankoopplaats (2015) > Aanbod van daghoreca 7,7 7,7 7,4 6,9 6,7 Bereikbaarheid 7,6 7,7 7,7 8,0 7,8 Het aantal winkels 7,7 7,6 7,4 7,3 6,3 Stallingsmogelijkheden fiets 7,7 7,5 7,6 7,9 7,7 De kwaliteit van de winkels 7,6 7,6 7,6 7,8 7,4 Veiligheid winkelomgeving 7,4 7,7 7,7 7,8 7,6 Sfeer/ambiance 7,3 7,5 7,4 7,6 7,5 Inrichting/aankleding winkelstraten 7,2 7,4 7,2 7,4 7,2 Parkeermogelijkheden auto 6,7 6,9 7,3 7,9 7,6 4.4 Conclusie De belangrijkste conclusies op een rij: De frequentie waarmee consumenten boodschappen doen en winkelen is licht afgenomen. In kleine plaatsen bezoekt men duidelijk minder frequent een winkel. Bezoekmotieven voor boodschappen doen zijn in volgorde: nabijheid/afstand, bepaalde winkels en parkeergelegenheid. Voor (recreatief) winkelen is dat ook zo maar staat de veelheid aan winkels op drie. Nabijheid en parkeren zijn bij boodschappen doen vaker een motief in vergelijking tot Bij (recreatief) winkelen is het motief bepaalde winkels relatief vaker genoemd dan in Consumenten pakken anno 2015 vaker de fiets en minder vaak de auto bij het winkelen (vooral in de grote plaatsen) of het boodschappen doen. De waardering van consumenten voor de bereikbaarheid van, en parkeren bij, boodschappenlocaties is sinds 2010 gestegen. In grote plaatsen is deze waardering overigens lager. < hoofdrapport Inzicht in koopgedrag 34

125 Winkelgebieden die recreatief worden bezocht worden (gemiddeld) niet heel anders beoordeeld dan in Bereikbaarheid krijgt een steeds beter oordeel maar men blijft kritisch over de parkeermogelijkheden (vooral in grote plaatsen). Het aantal winkels wordt lager gewaardeerd dan in 2010 (en varieert als een van de weinige aspecten nog wel naar grootteklasse). hoofdrapport Inzicht in koopgedrag 35

126 5 HOOFDSTUK Oriëntatie op aanvullende koopkanalen hoofdrapport Oriëntatie op aanvullende koopkanalen 36

127 5. Oriëntatie op aanvullende winkelmogelijkheden 5.1 Inleiding Het laatste hoofdstuk beschouwt vanuit het inwonerperspectief de oriëntatie op de warenmarkt, de koopavond en zondag. Ook wordt de mate van online winkelen verder uitgelicht. 5.2 Koopzondag Oriëntatie op koopzondag toegenomen In vijf jaar tijd is de oriëntatie op de zondag als winkeldag toegenomen. Ging in procent minimaal eens per maand op zondag winkelen / inkopen doen, in 2015 is dat aandeel opgelopen tot 14 procent. Het aandeel dat nooit op zondag naar de winkel gaat, is teruggelopen van 63 naar 54 procent. Vraag en aanbod stuwen deze ontwikkeling: naast de gegroeide behoefte om op zondag naar de winkel te gaan, heeft ook de verruiming van de zondagopenstelling van winkels in diverse gemeenten bijgedragen aan de gegroeide bezoekfrequentie. Wanneer we kijken naar waar de koopzondag wordt bezocht, is de Enschedese binnenstad, net als in 2010, het meest genoemd, gevolgd door de binnenstad van Zwolle en Apeldoorn. Tabel 5.1 Top 10 genoemde aankooplocaties voor bezoek koopzondag (% genoemd) Centrum Enschede 12,9% 15,1% Centrum Zwolle 10,8% 10,3% Centrum Apeldoorn 9,1% 9,1% Centrum Deventer 5,6% 4,8% Centrum Emmen 4,9% 5,9% Centrum Hengelo 4,8% 4,8% Centrum Almelo 3,1% 3,2% Centrum Meppel 2,1% 1,7% Centrum Oldenzaal 1,9% 1,6% Centrum Zutphen 1,9% 1,2% Figuur 5.1 Bezoekfrequentie koopzondag (2010 en 2015). In plaatsen met minimaal inwoners is de oriëntatie op de koopzondag groter dan in de overige plaatsen. Bij de andere grootteklassen is er weinig onderscheid in de bezoekfrequentie % 8% 8% 25% 54% Tabel 5.2 Bezoekfrequentie koopzondag naar grootte woonplaats (2015) > < % 5% 6% 24% 63% Vaker dan 1 keer per maand 8% 5% 3% 5% 3% 1 keer per maand 12% 5% 4% 6% 5% 1 keer per 2 maanden 10% 6% 6% 5% 5% 0% 20% 40% 60% 80% 100% > 1 x per maand 1 x per maand 1 x per 2 maanden < 1 x per 2 maanden Nooit Minder dan 1 keer per 2 maanden 28% 22% 22% 23% 22% Nooit 42% 61% 64% 60% 64% TOTAAL 100% 100% 100% 100% 100% hoofdrapport Oriëntatie op aanvullende koopkanalen 37

128 Naast de grote steden waar de oriëntatie op de koopzondag relatief groot is gaan inwoners in de gemeenten Zeewolde, Dinkelland en in iets mindere mate Raalte ook in grotere mate minimaal eens per maand op zondag winkelen. Hier staat tegenover dat in veel gemeenten het aandeel dat minimaal maandelijks een koopzondag bezoekt (zeer) gering is. Figuur 5.2 Percentage inwoners dat (minimaal) maandelijks een koopzondag bezoekt, per deelnemende gemeente (2015). 5.3 Koopavond Een derde bezoekt nooit een koopavond Daar waar de zondagopenstelling per gemeente/plaats verschilt, is er in de meeste plaatsen wel sprake van avondopenstelling. Een dag in de week zijn de winkels s avonds langer geopend. In vergelijking met de koopzondag is de oriëntatie op de koopavond (nog) groter. Ongeveer eenvijfde gaat (minimaal) eens per maand. Iets meer dan 40 procent geeft op nooit op koopavond te winkelen. Figuur 5.3 Bezoekfrequentie koopavond (2015) % 11% 36% 43% 0% 20% 40% 60% 80% 100% vaker dan 1 x per maand 1 x per maand minder dan 1 x per maand nooit Meest genoemde plaats waar inwoners de koopavond bezoeken, is de binnenstad van Zwolle (7,7 procent). Andere veelgenoemde aankooplocaties zijn de binnenstad van Enschede (7,0 procent) en Apeldoorn (6,1 procent). Anders dan bij de koopzondag is er bij de koopavond minder variatie naar omvang van een plaats (zie tabel 5.4). In de grote steden is het winkelbezoek tijdens een koopavond verhoudingsgewijs iets minder groot, wat deels ook zal samenhangen met de gemiddeld ruimere mogelijkheden om op zondag te winkelen. hoofdrapport Oriëntatie op aanvullende koopkanalen 38

129 Tabel 5.3 Top 10 genoemde aankooplocaties voor bezoek koopavond (2015) % GENOEMD Centrum Zwolle 7,7% Centrum Enschede 7,0% Centrum Apeldoorn 6,1% Centrum Deventer 3,5% Centrum Hengelo 3,4% Centrum Emmen 3,3% Centrum Almelo 2,9% Centrum Hoogeveen 2,7% In de gemeenten Rijssen-Holten en Nunspeet is het aandeel inwoners dat minstens 1 keer per maand de koopavond bezoekt het hoogst (respectievelijk 31 en 30 procent). In een aantal gemeenten waar de oriëntatie op de koopzondag relatief laag is, is de frequentie van koopavond-bezoek weer hoger en vice versa. De mate waarin de koopavond wordt bezocht, hangt deels samen met de mogelijkheden (en de behoefte) om op zondag te winkelen. Figuur 5.4 Percentage inwoners dat (minimaal) maandelijks een koopavond bezoekt, per deelnemende gemeente (2015). Centrum Rijssen 2,7% Centrum Kampen 2,5% Tabel 5.4 Bezoekfrequentie koopavond naar grootte woonplaats (2015) > < vaker dan 1 x per maand 8% 11% 12% 11% 9% 1 x per maand 9% 13% 13% 12% 10% minder dan 1 x per maand 37% 36% 37% 36% 36% nooit 46% 40% 38% 41% 45% TOTAAL 100% 100% 100% 100% 100% hoofdrapport Oriëntatie op aanvullende koopkanalen 39

130 5.4 Markt Oriëntatie op de markt blijft op niveau Het aandeel hoogfrequente marktbezoekers is in 5 jaar tijd gedaald van 26 procent in 2010 naar 22 procent in Echter, aan de andere kant geldt ook dat het aandeel inwoners dat nooit naar de markt gaat in vergelijking met 2010 afgenomen is (van 29 naar 24 procent). In kernen met maximaal inwoners is het marktbezoek het kleinst, wat mede aanbodgerelateerd zal zijn. Figuur 5.5 Bezoekfrequentie warenmarkt (2010 en 2015). De mate van marktbezoek verschilt per gemeente. In drie gemeenten is het aandeel inwoners dat minstens 1 keer per maand naar de markt gaat, 60 procent of groter: Hengelo, Voorst en Zutphen. In Hardenberg, Tubbergen en Twenterand is de marktoriëntatie relatief bescheiden. Figuur 5.6 Percentage inwoners dat (minimaal) maandelijks de markt bezoekt, per deelnemende gemeente (2015) % 26% 28% 24% % 24% 22% 29% 0% 20% 40% 60% 80% 100% minimaal 1 x per week 1-3 x per maand minder dan 1 x per maand nooit Tabel 5.5 Bezoekfrequentie warenmarkt naar grootte woonplaats (2015) > < minimaal 1 x per week 25% 24% 23% 20% 13% 1-3 x per maand 30% 25% 24% 23% 21% minder dan 1 x per maand 27% 26% 28% 29% 31% nooit 18% 25% 25% 29% 35% TOTAAL 100% 100% 100% 100% 100% hoofdrapport Oriëntatie op aanvullende koopkanalen 40

131 5.5 Online winkelen Inwoners kopen vaker via internet Het gebruik van internet als aankoopkanaal voor winkelen is toegenomen. Dit blijkt niet alleen uit de toegenomen omzetafvloeiing naar internet. Ook de gemiddelde frequentie waarmee artikelen via internet worden gekocht, is sterk toegenomen. In 2010 deed 42 procent van de consumenten nooit aankopen via internet. In vijf jaar tijd is dit aandeel afgenomen tot 17 procent. Figuur 5.7 Aankoopfrequentie artikelen via internet (2010 en 2015). Het aandeel inwoners dat minimaal eens per maand online winkelt, varieert relatief beperkt tussen de meeste gemeenten. In de meeste gemeenten ligt het percentage zo tussen de 35 en 45 procent. Zeewolde heeft een bovengemiddelde online kooporiëntatie: de helft van de inwoners geeft aan maandelijks iets via internet te kopen. Figuur 5.8 Percentage inwoners dat (minimaal) maandelijks online winkelt, per deelnemende gemeente (2015) % 35% 41% 17% % 19% 36% 42% 0% 20% 40% 60% 80% 100% minimaal 1 x per week 1-3 x per maand minder dan 1 x per maand nooit Tabel 5.6 Aankoopfrequentie op internet naar grootte woonplaats (2015) > < minimaal 1 x per week 7% 7% 7% 6% 8% 1-3 x per maand 35% 35% 33% 36% 34% minder dan 1 x per maand 43% 41% 41% 39% 38% nooit 15% 17% 19% 19% 20% TOTAAL 100% 100% 100% 100% 100% hoofdrapport Oriëntatie op aanvullende koopkanalen 41

132 Thuis bezorgen of afhalen? Aan consumenten die hebben aangegeven (wel eens) via internet detailhandelsaankopen te doen, is gevraagd of men bij het laatste gekochte artikel gekozen heeft voor afhalen of bezorgen. De overgrote meerderheid heeft het laatst via internet gekochte artikel thuis laten bezorgen. Iets meer dan 10 procent heeft gekozen voor afhalen, waarbij het afhalen bij een afhaalpunt in de winkel het meest genoemd is. Invloed online shoppen op (fysiek) winkelbezoek Aan de online kopers, is ook gevraagd wat de invloed van de groei van het online winkelaanbod op de bestedingen is. Iets meer dan de helft geeft aan dat dit geen invloed heeft op de kooporiëntatie op fysieke winkels. Daar staat tegenover dat 43 procent opgeeft door de doorgroei van het online winkelaanbod minder te besteden in fysieke winkels. Hoewel het hier om beleving (zelfopgave) gaat, blijkt hieruit nogmaals de invloed van internet op het winkelgedrag. Tabel 5.7 Laatst via internet gekochte artikel: thuis bezorgen of afhalen? (2015) % GENOEMD Figuur 5.9 Invloed van groei online winkelaanbod op bestedingen in fysieke winkels (%; 2015). Thuis laten bezorgen 88,7% Laten bezorgen bij buren, familie, andere bekenden 1,8% Afgehaald bij de webwinkel zelf 1,0% Afgehaald bij een afhaalpunt in een winkel (bijvoorbeeld Kiala) 5,9% Afgehaald bij een (onbemand) afhaalcentrum (bijvoorbeeld de Buren) 0,3% Elders afgehaald 2,3% TOTAAL 100% Naar grootteklasse is enig onderscheid zichtbaar. In kleine(re) plaatsen wordt iets meer nog voor thuis of bij bekenden laten bezorgen gekozen dan in de grote steden. De nabijheid van een afhaalpunt zal de keuze mede bepalen. Tabel 5.8 Voorkeur levering internetartikelen naar grootte woonplaats (2015) > < % 2% 55% Zowel in kleine als in grote plaatsen zeggen gemiddeld zo n 4 op de 10 inwoners dat internetwinkelen er voor heeft gezorgd dat er minder wordt uitgegeven in fysieke winkels. De nabijheid van (een uitgebreid) winkelaanbod lijkt daarmee van geringe invloed op de mate van verschuiven van winkel naar web. Geen invloed Bestedingen in fysieke winkels zijn (juist) toegenomen Bestedingen in fysieke winkels zijn afgenomen Thuis of bij buren/familie /bekend laten bezorgen Afhalen bij (web)winkel of bij (onbemand) afhaalcentrum 88% 91% 92% 92% 95% 12% 9% 8% 8% 5% hoofdrapport Oriëntatie op aanvullende koopkanalen 42

133 Tabel 5.9 Effecten internetwinkelen op bestedingen in fysieke winkels naar grootte woonplaats (2015) Vier op de 10 inwoners geeft aan dat internetwinkelen voor hen tot minder uitgaven in fysieke winkels heeft geleid. > < Geen invloed 54% 55% 58% 57% 55% Bestedingen in fysieke winkels zijn (juist) toegenomen Bestedingen in fysieke winkels zijn afgenomen 2% 2% 2% 3% 2% 44% 43% 40% 41% 44% TOTAAL 100% 100% 100% 100% 100% 5.6 Conclusie De belangrijkste conclusies op een rij: De oriëntatie op de koopzondag is toegenomen. Het aandeel inwoners dat nooit een koopzondag bezoekt is afgenomen. Enschede wordt (nog steeds) het meest genoemd als plaats om naar toe te gaan op zondag om te winkelen. De zondagsoriëntatie is in plaatsen met meer dan inwoners groter dan elders. De oriëntatie op de koopavond (niet gemeten in 2010) is momenteel (nog) groter dan die op de koopzondag. Zwolle voert het ranglijstje aan van plaatsen waar de koopavond wordt bezocht. De oriëntatie koopavond is in de grootste en de kleinste plaatsen relatief het kleinst. De oriëntatie op de warenmarkt is vergelijkbaar met die in Er zijn wel minder hoogfrequente bezoekers, maar ook minder mensen die nooit naar de markt gaan. In grote plaatsen is de oriëntatie het hoogste, in kleine plaatsen het laagst. Internetwinkelen is tussen 2010 en 2015 gegroeid. De aankoopfrequentie steeg duidelijk. Inmiddels is het aandeel dat niet op internet koopt geslonken tot 17% (in 2010 was dat 42%). Voor de levering van de op internet gekochte artikelen bestaat vooralsnog een duidelijk (praktische) voorkeur voor bezorgen i.p.v. afhalen. hoofdrapport Oriëntatie op aanvullende koopkanalen 43

134 1 BIJLAGE Onderzoeksaanpak hoofdrapport Bijlagen 44

135 Bijlage 1. Onderzoeksaanpak De basis van het onderzoek vormt een grootschalig consumentenonderzoek onder inwoners van Overijssel en delen van Drenthe, Flevoland en Gelderland. De enquête is er op gericht de (ruimtelijke) kooporiëntatie alsmede het (meer kwalitatieve) koopgedrag van de bevolking in beeld te brengen. Onderzoeksverloop en respons De enquête is voor het grootste deel afgenomen via internet. Daarbij is gebruik gemaakt van een aantal panels en is op basis van een aselecte steekproef web respons geworven. Een beperkt deel van het veldwerk heeft plaatsgevonden door middel van telefonische enquêtering; vooral bedoeld om 'gaten' in de respons gericht aan te vullen. In totaal zijn enquêtes via internet ingevuld (81 procent) en telefonisch afgenomen (19 procent). De dataverzameling heeft in de periode begin april tot en met begin juni 2015 plaatsgevonden. Dataverzameling en -verwerking Omdat de koopstromen niet ophouden bij de grenzen van het onderzoeksgebied is voor de toevloeiing uit de gemeenten direct buiten het onderzoeksgebied ook in het randgebied geënquêteerd. Daarnaast zijn ook in de niet-deelnemende gemeenten enquêtes afgenomen zodat deelnemende gemeenten een volledig zicht krijgen op de kooporiëntatie. Om de koopstromen goed te kunnen vergelijken met 2010 is in 2015 dezelfde methode gehanteerd. Bij alle voorgelegde branchegroepen is net als in 2010 gevraagd naar de meest bezochte en de ook wel eens bezochte aankoopplaats. Er is dus naar twee aankoopplaatsen gevraagd. Daarbij geldt dat respondenten wel konden aangeven dat ze maar op één aankoopplaats gericht zijn. Het onderzoeksgebied: Na afronding van de dataverzameling zijn de enquêteresultaten verwerkt tot SPSS databestand. Om zorg te dragen voor de juiste onderlinge verhoudingen in het complete onderzoeksplus randgebied is in de eerste plaats een inwonertalweging doorgevoerd. De herweging naar inwonertallen is in de onderzoeksgemeenten op postcodecijferniveau gedaan, in de randgemeenten op gemeentelijk niveau. Bestedingscijfers Voor het berekenen van de bestedingen / omzetten per regio, gemeente en aankooplocatie zijn bestedingscijfers van gebruikt. Het meest recente publiek beschikbare peiljaar is Gemiddeld besteedt elke inwoner van Nederland jaarlijks 2.630,- aan dagelijkse artikelen. De bestedingen in de niet-dagelijks sector liggen met 2.340,- iets lager. Ten opzichte van 2010 zijn de bestedingen in de dagelijkse sector toegenomen (+4 procent), die in de niet-dagelijkse sector liggen nu lager (-11 procent). Voor de feitelijke bestedingen van respondenten zijn de bestedingsbedragen op het niveau van de gemeente gecorrigeerd voor de CBS inkomenscijfers (RIO 2012). Daarnaast is er gerekend met een prijselasticiteit van 0,25 procent in de dagelijkse sector en 0,5 procent in de niet-dagelijkse sector. Toeristische bestedingen zijn niet meegenomen in het onderzoek. Een uitgebreidere onderzoeksverantwoording is te lezen op hoofdrapport Bijlagen 45

136 2 BIJLAGE Begrippenkader hoofdrapport Bijlagen 46

137 Bijlage 2. Begrippenkader Aankoopplaats (aankooplocatie) Plaats waar men koopt. Er zijn verschillende soorten fysieke aankoopplaatsen waarnaar onderscheid gemaakt kan worden (stadscentrum, wijkwinkelcentrum) en er zijn ook niet ruimtelijke/fysieke aankoopplaatsen zoals online winkels. Binding (koopkrachtbinding) De mate waarin de bevolking in de eigen woonplaats koopt. Wordt in dit onderzoek uitgedrukt als de totale bestedingen die inwoners in de eigen woonplaats of gemeente doen of als percentage van het bestedingspotentieel. Afvloeiing (koopkrachtafvloeiing) De mate waarin de bevolking buiten de eigen woonplaats koopt. Wordt in dit onderzoek uitgedrukt als de totale bestedingen die inwoners buiten hun eigen woonplaats of gemeente doen of als percentage van het totale bestedingspotentieel. Artikelgroepen In dit rapport wordt het onderscheid gemaakt tussen dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen. Tot de dagelijkse artikelen behoren levensmiddelen, drogisterij artikelen, alcoholische dranken, tabak en schoonmaakartikelen. Niet-dagelijkse artikelen zijn uitgesplitst naar: kleding, schoenen, woninginrichting, huishoudelijke artikelen, doe-hetzelf, elektronica en bloemen, planten en tuinartikelen. Bestedingspotentieel Totaal aan detailhandelsbestedingen die door inwoners van een bepaald gebied gedaan kunnen worden. Berekend door inwonertal te vermenigvuldigen met gemiddelde (landelijke) besteding per hoofd van de bevolking, gecorrigeerd naar inkomenssituatie in het betreffende gebied. Detailhandelsomzet (draagvlak) Totaal aan gerealiseerde winkelomzet gegenereerd door het aantal klanten van een aankoopplaats, bestaande uit consumentenbestedingen van bewoners en van bezoekers. Berekend door het aantal klanten te vermenigvuldigen met gemiddelde landelijke besteding per hoofd van de bevolking (incl. BTW), gecorrigeerd naar inkomenssituatie in het betreffende gebied. Koopstroom De mate waarin men in een aankoopplaats bepaalde artikelen koopt (consumentenbestedingen), naar plaats van herkomst. Toevloeiing (koopkrachttoevloeiing) De mate waarin een aankoopplaats koopstromen aantrekt vanuit een andere plaats. Wordt in dit onderzoek uitgedrukt als percentage van de totale detailhandelsomzet (draagvlak) en uitgesplitst naar herkomst. Winkelen Het meer recreatief rondlopen in een winkelgebied en een groot aantal winkels bezoeken. Het doen van (niet-dagelijkse) aankopen is niet de belangrijkste activiteit en de consument neemt geen boodschappenlijst mee. hoofdrapport Bijlagen 47

138 3 BIJLAGE Deelnemende gemeenten en kernen hoofdrapport Bijlagen 48

139 Bijlage 3. Deelnemende gemeenten en kernen Tabel 1 Deelnemende gemeenten en onderzoekskernen. Tabel 1 (vervolg) Deelnemende gemeenten en onderzoekskernen. GEMEENTE KERNEN GEMEENTE KERNEN Gemeente Almelo Almelo Gemeente Kampen Kampen, Ijsselmuiden Gemeente Apeldoorn Apeldoorn Gemeente Meppel Meppel Gemeente Borne Borne Gemeente Nunspeet Nunspeet, Elspeet Gemeente Dalfsen Dalfsen, Lemelerveld, Nieuwleusen Gemeente Oldebroek Oldebroek, Wezep Gemeente Deventer Deventer Gemeente Oldenzaal Oldenzaal Gemeente Dinkelland Ootmarsum, Denekamp, Weerselo Gemeente Ommen Ommen Gemeente Elburg Elburg, 't Harde Gemeente Putten Putten Gemeente Emmen Emmen, Klazienaveen Gemeente Raalte Raalte, Heino Gemeente Enschede Enschede Gemeente Rijssen-Holten Rijssen, Holten Gemeente Ermelo Ermelo Gemeente Steenwijkerland Steenwijk Gemeente Hardenberg Hardenberg, Dedemsvaart Gemeente Tubbergen Tubbergen, Geesteren, Albergen Gemeente Harderwijk Harderwijk Gemeente Twenterand Vriezenveen, Vroomshoop, Den Ham, Westerhaar Gemeente Hattem Hattem Gemeente Urk Urk Gemeente Heerde Heerde, Wapenveld Gemeente Voorst Twello Gemeente Hellendoorn Nijverdal, Hellendoorn Gemeente Westerveld Diever, Dwingeloo, Havelte, Vledder Gemeente Hengelo Hengelo Gemeente Wierden Wierden, Enter Gemeente Hof van Twente Delden, Goor, Markelo Gemeente Zeewolde Zeewolde Gemeente Hoogeveen Hoogeveen Gemeente Zutphen Zutphen Gemeente Zwolle Zwolle hoofdrapport Bijlagen 49

140 4 BIJLAGE Kernen naar referentieklasse hoofdrapport Bijlagen 50

141 Bijlage 4. Kernen naar referentieklasse Tabel 1 Deelnemende kernen referentieklassen > inwoners en inwoners. KERN > INWONERS KERNEN INWONERS Almelo Borne Apeldoorn Ermelo Deventer Harderwijk Emmen Hoogeveen Enschede Kampen Hengelo (Ov.) Meppel Zwolle Nijverdal Oldenzaal Putten Rijssen Zeewolde Zutphen Tabel 2 Deelnemende kernen referentieklassen inwoners en inwoners. KERNEN INWONERS KERNEN INWONERS Dalfsen 't Harde Dedemsvaart Delden Elburg Den Ham (Ov.) Goor Denekamp Hardenberg Enter Hattem Heino Heerde Hellendoorn IJsselmuiden Holten Klazienaveen Markelo Nunspeet Nieuwleusen Ommen Oldebroek Raalte Tubbergen Steenwijk Vroomshoop Tabel 3 Deelnemende kernen referentieklassen < inwoners. KERN < INWONERS Albergen Elspeet Geesteren (Ov.) Lemelerveld Ootmarsum Weerselo Westerhaar-Vriezenveensewijk Twello Urk Vriezenveen Wezep Wierden Wapenveld hoofdrapport Bijlagen 51

142 5 BIJLAGE Omzetontwikkeling deelnemende kernen hoofdrapport Bijlagen 52

143 Bijlage 5. Omzetontwikkeling deelnemende kernen Tabel 1 Omzetontwikkeling deelnemende kernen (in mln en % ontwikkeling; ) DAGELIJKSE SECTOR NIET-DAGELIJKSE SECTOR TOTAAL % ontw % ontw % ontw. KERNEN > INWONERS Almelo % % % Apeldoorn % % % Deventer % % % Emmen % % % Enschede % % % Hengelo (Ov.) % % % Zwolle % % % KERNEN INWONERS Borne % % % Ermelo % % % Harderwijk % % % Hoogeveen % % % Kampen % % % Meppel % % % Nijverdal % % % Oldenzaal % % % Putten % % % Rijssen % % % Zeewolde % % % Zutphen % % % hoofdrapport Bijlagen 53

144 Vervolg Tabel 1 Omzetontwikkeling deelnemende kernen (in mln en % ontwikkeling; ) KERNEN INWONERS Dalfsen % % % Dedemsvaart % % % Elburg % % % Goor % % % Hardenberg % % % Hattem % % % Heerde % % % IJsselmuiden % % % Klazienaveen % % % Nunspeet % % % Ommen % % % Raalte % % % Steenwijk % % % Twello % % % Urk Vriezenveen % % % Wezep % % % Wierden % % % hoofdrapport Bijlagen 54

145 KERNEN INWONERS 't Harde Delden % % % Den Ham (Ov.) % % % Denekamp % % % Enter % % % Heino % % % Hellendoorn % % % Holten % % % Markelo % % % Nieuwleusen % % % Oldebroek % % % Tubbergen % % % Vroomshoop % % % Wapenveld % % % KERNEN < INWONERS Albergen % % % Elspeet % % % Geesteren (Ov.) % 6 7 7% % Lemelerveld 8 9 6% % % Ootmarsum % % % Weerselo % % % Westerhaar-Vriezenveensewijk 8 7-4% % % hoofdrapport Bijlagen 55

146 KOOPSTROMEN DEVENTER Resultaten Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Deventer 7 december

147 HET ONDERZOEK KSO 2015 Oost-Nederland Deventer 7 december 2015

148 KOOPSTROMENONDERZOEK Periodiek inzicht in ruimtelijk en niet-ruimtelijk koopgedrag (internet) Peilstok voor functioneren detailhandel(-s)beleid Waar doen inwoners meestal dagelijkse en niet-dagelijkse inkopen (binding en afvloeiing)? Wat is de aantrekkingskracht voor bezoekers (niet-toeristische toevloeiing)? Beoordeling aankooplocaties en oriëntatie op internet, markt, koopzondag en koopavond enquêtes in gemeente Deventer Stromen gekoppeld aan bestedingskengetallen om omzet van kernen en aankooplocaties te schatten KSO 2015 Oost-Nederland Deventer 7 december 2015

149 DE CONTEXT KSO 2015 Oost-Nederland Deventer 7 december 2015

150 DE CONTEXT Omzetgroei in 2010 over de hele linie ten opzichte van 2005 Binding nam af tussen 2005 en 2010 (de grillige consument ) Aftopping winkelhiërarchie middelgrote steden rukken op, kleine kernen hebben het moeilijk Webwinkelen ontwikkelde zich voorzichtig Bestedingen (per hoofd) dagelijks stegen van met 4% Bestedingen (p/h) niet-dagelijks daalden van met 11% Bevolking Deventer bleef op peil KSO 2015 Oost-Nederland Deventer 7 december 2015

151 DE RESULTATEN KSO 2015 Oost-Nederland Deventer 7 december 2015

152 ALGEMEEN OOST-NEDERLAND Binding dagelijkse sector op peil (gemiddeld 89%) Grote steden lichte daling binding; andere grootteklassen stijging Niet-dagelijks lagere gemiddelde koopkrachtbinding (van 63% naar 59%) Binding elektronica (hele linie), kleding en schoenen (grote en middelgrote plaatsen) scherpste daling In en om huis (woninginrichting, dhz en bloemen & planten) lichte daling KSO 2015 Oost-Nederland Deventer 7 december 2015

153 TOTAALBEELD DEVENTER Binding dagelijkse sector op peil (94%) Grootste deel van omzet afkomstig van eigen inwoners Enige omzet uit Voorst Totale omzet 258 miljoen ( 247 miljoen in 2010) Omzet evenredig met consumentenbestedingen gestegen (+4%) Afvloeiing in dagelijkse sector: 15 miljoen Waarvan 12 miljoen naar omliggende gemeenten (w.o. Voorst) En zo n 2 miljoen naar internet (1%) KSO 2015 Oost-Nederland Deventer 7 december 2015

154 TOTAALBEELD DEVENTER Niet-dagelijks: waar komt omzet vandaan? Omzet 213 miljoen (-13%) Binding gedaald van 73% naar 69% KSO 2015 Oost-Nederland Deventer 7 december 2015

155 TOTAALBEELD DEVENTER Niet-dagelijks: waar gaan bestedingen inwoners naar toe? Afvloeiing naar andere plaatsen 47 miljoen Afvloeiing naar internet 23 miljoen (2010: 11 miljoen) KSO 2015 Oost-Nederland Deventer 7 december 2015

156 TOTAALBEELD DEVENTER Ontwikkeling koopstromensaldo in miljoenen (toevloeiing minus afvloeiing) KSO 2015 Oost-Nederland Deventer 7 december 2015

157 TOTAALBEELD DEVENTER Minimaal 1 x per maand: Koopzondag: Deventer: 21 procent referentiekernen: 20 procent Koopavond: Deventer: 13 procent referentiekernen: 17 procent Warenmarkt: Deventer: 61 procent referentiekernen: 55 procent Bezoek aan koopzondag en koopavond vooral in het centrum van Deventer. Bijna 90 procent gaat (wel eens) naar de markt. Vooral naar de markt op de Brink en de markt in Winkelcentrum Flora. Online winkelen: Deventer: 45 procent referentiekernen: 42 procent 2010: iets meer dan de helft van de inwoners van Deventer koopt online, KSO 2015 Oost-Nederland Deventer 7 december : 84 procent.

158 WINKELATLAS DEVENTER Detailhandelsomzet aankooplocaties, Deventer (miljoen ; 2015 KSO 2015 Oost-Nederland Deventer 7 december 2015

159 WINKELATLAS DEVENTER Oriëntatie van Deventer op winkelgebieden dagelijkse sector Minder mensen doen hun dagelijkse boodschappen in Colmschate en in het centrum Er is een groei in oriëntatie op Keizerslanden en Boreelplein KSO 2015 Oost-Nederland Deventer 7 december 2015

160 WINKELATLAS DEVENTER Oriëntatie van Deventer op centrum Deventer (excl. Boreelplein) dagelijkse sector Aanbod 46 winkels en m2 Omzet dagelijks 2015: 47,4 (2010: 49,7) Minder mensen doen hun dagelijkse boodschappen in Colmschate en in het centrum Er is een groei in oriëntatie op Keizerslanden en Boreelplein KSO 2015 Oost-Nederland Deventer 7 december 2015

161 WINKELATLAS DEVENTER Oriëntatie van Deventer op centrum Deventer (excl. Boreelplein) niet-dagelijkse sector Aanbod 255 winkels en m2 Omzet niet-dagelijks 2015: 114,0 (2010: 130,2) KSO 2015 Oost-Nederland Deventer 7 december 2015

162 WINKELATLAS DEVENTER Oriëntatie van Deventer op Keizerslanden dagelijkse sector Aanbod dagelijks 10 winkels en m2 Aanbod niet-dagelijks 9 winkels en m2 Omzet dagelijks 2015: 47,7 (2010: 34,6) Omzet niet-dagelijks 2015: 3,2 (2010: 2,9) KSO 2015 Oost-Nederland Deventer 7 december 2015

163 WINKELATLAS DEVENTER Oriëntatie van Deventer op WC Colmschate dagelijkse sector Aanbod 16 winkels en m2 Omzet dagelijks 2015: 47,6 (2010: 54,3) KSO 2015 Oost-Nederland Deventer 7 december 2015

164 WINKELATLAS DEVENTER Oriëntatie van Deventer op WC Colmschate niet-dagelijkse sector Aanbod 24 winkels en m2 Omzet niet-dagelijks 2015: 11,3 (2010: 15,8) KSO 2015 Oost-Nederland Deventer 7 december 2015

165 WINKELATLAS DEVENTER Oriëntatie van Deventer op Runshoppingcentre De Snipperling niet-dagelijkse sector Aanbod 21 winkels en m2 Omzet dagelijks 2015: 46,1 (2010: 55,1) KSO 2015 Oost-Nederland Deventer 7 december 2015

166 WINKELATLAS DEVENTER Draagvlak Deventer en winkelcentra 2010 en 2015: dagelijkse sector STIJGING/DALING Totaal Deventer Centrum waarvan Boreelplein Keizerslanden Colmschate Zwolse- /Boxbergerweg Zamenhoffplein e.o Deltaplein Andriessenplein Dreef Zwaluwenburg Schalkhaar Diepenveen Bathmen KSO 2015 Oost-Nederland Deventer 7 december

167 WINKELATLAS DEVENTER Niet-dagelijks in Deventer Centrum (exclusief Boreelplein), WC Colmschate en De Snipperling verliezen omzet en marktaandeel, omzet Boreelplein stijgt en marktaandeel groeit De Snipperling verliest vooral in DHZ en bloemen en planten Boreelplein wint vooral sterk in elektronica WC Colmschate verliest vooral bij woninginrichting Centrum (excl.) verliest vooral bij woninginrichting en kleding en ziet veel omzet verschuiven naar Boreelplein KSO 2015 Oost-Nederland Deventer 7 december 2015

168 WINKELATLAS DEVENTER wat valt op? Positie Deventer in niet-dagelijks minder sterk, vooral door internet Verschuivingen binnen Deventer zijn sterker dan veranderingen ten opzichte van de omgeving De winnaars zijn Keizerslanden (dagelijks) en Boreelpein Keizerslanden wordt vaak bezocht vanwege parkeren en bepaalde winkels; sfeeraspecten (inclusief veiligheid) scoren minder Boreelplein wordt vaak bezocht vanwege prijsstelling en winkelaanbod; de parkeermogelijkheden worden hoog gewaardeerd KSO 2015 Oost-Nederland Deventer 7 december 2015

169 TOT SLOT KSO 2015 Oost-Nederland Deventer 7 december 2015

170 TOT SLOT Algemeen Dichter bij huis (dagelijks), vaker vanuit huis (internet) en doelgerichter (trekkers) Na 5 vettere kwamen 5 magere jaren, niet zo zeer qua food Deventer Ontwikkeling tussen niet beter dan gemiddeld Voor keuze locatie kopen en winkelen is parkeren erg belangrijk geworden Centrum kan profiteren van de stromen kopers naar Boreelplein Kern- en hoofdrapport op KSO 2015 Oost-Nederland Deventer 7 december 2015

171 Rapport WINKELATLAS DEVENTER Resultaten koopstromenonderzoek 2015 December

172 COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus AN Enschede Rapportnummer 2015/180 Datum December 2015 Opdrachtgever Gemeente Deventer Auteur(s) Jon Severijn Gert Versteeg Bestellingen Exemplaren zijn verkrijgbaar bij de opdrachtgever. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld. Winkelatlas Deventer Colofon

173 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding Koopstromenonderzoek Begrippen Leeswijzer Koopstromen gemeente Deventer Koopkrachtbinding Koopkrachtafvloeiing Koopkrachttoevloeiing Bezoekmotieven winkelgebieden Beoordeling winkelgebieden Ontwikkeling lokale oriëntatie Deventer winkelgebieden Inleiding: Deventer totaal Centrum Deventer Winkelcentrum Keizerslanden Winkelgebied Colmschate Runshopping Centre De Snipperling Zwolseweg/Boxbergerweg Zamenhofplein e.o Brinkgreverweg/Rielerweg/Beestenmarkt Deltaplein Andriessenplein (De Vijfhoek) Borgele (Dreef) Zwaluwenburg Schalkhaar Diepenveen Bathmen Draagvlak Deventer winkelgebieden: stijgers en dalers Winkelatlas Deventer Inhoudsopgave

174 1 HOOFDSTUK Inleiding Winkelatlas Deventer Inleiding 4

175 1. Inleiding 1.1 Koopstromenonderzoek Vanaf het midden van de jaren tachtig van de vorige eeuw deden de Kamers van Koophandel samen met de provincies Overijssel en Drenthe en een groot aantal gemeenten onderzoek naar het koopgedrag van de consument in Overijssel en het omliggende gebied. Per plaats worden zo de koopstromen bepaald. In 2015 speelt de KvK geen rol en zijn het in eerste instantie de gemeenten die het onderzoek laten uitvoeren. De uitkomsten worden gebruikt om te bepalen hoe winkelgebieden functioneren. Net als bij eerdere onderzoeken heeft de gemeente Deventer ook in 2015 aan het koopstromenonderzoek deelgenomen en heeft Deventer gebruik gemaakt van de mogelijkheid om extra enquêtes af te laten nemen. Hiermee kunnen ook koopstromen in en tussen wijken inzichtelijk gemaakt worden, en ontstaat er inzicht in de voedingsgebieden van de diverse winkelcentra. Ook kunnen bezoekmotieven en waarderingscijfers voor de centra worden gemeten. In de gemeente Deventer zijn huishoudens geënquêteerd. In deze rapportage komen de volgende zaken aan bod: draagvlak, koopkrachtbinding, -afvloeiing en -toevloeiing bezoekmotieven winkelcentra beoordeling winkelcentra ontwikkeling lokale oriëntatie de winkelcentra op een rij draagvlak Deventer winkelcentra: stijgers en dalers In het onderzoek is onderscheid gemaakt tussen vijftien winkelgebieden. Nieuw in 2015 is het winkelgebied Zwaluwenburg. Winkelgebied Colmschate omvat WC Flora en dorp-colmschate. Waar mogelijk wordt in deze rapportage aan de vijftien winkelgebieden aandacht besteed. Dit is echter afhankelijk van het aantal respondenten in het onderzoek dat van een bepaald winkelgebied gebruik heeft gemaakt. 1.2 Begrippen Om inzicht te krijgen in het koopgedrag van consumenten en het economisch functioneren van de winkelvoorzieningen in Deventer is bij het beschrijven van de koopstromen onderscheid te maken tussen detailhandelsomzet en bestedingspotentieel. Onderstaand wordt kort uitgelegd hoe beide zijn opgebouwd en wat de cijfers zeggen. Detailhandelsomzet (waar komt omzet vandaan?) Met de totale omzet wordt in beeld gebracht in welke mate klanten inwoners en bezoekers uit andere plaatsen bestedingen doen bij de winkelvoorzieningen in de kern. De detailhandelsomzet (draagvlak) is berekend door het aantal klanten te vermenigvuldigen met gemiddelde landelijke besteding per hoofd van de bevolking (incl. BTW), gecorrigeerd naar inkomenssituatie in het betreffende gebied. Bij de beoordeling van de omvang en de ontwikkeling van de detailhandelsomzet dient er rekening mee te worden gehouden dat in de afgelopen jaren de bestedingen in de dagelijkse sector zijn toegenomen (+4 procent), terwijl deze in de niet-dagelijkse sector mede als gevolg van de economische crisis zijn afgenomen (-11 procent). Winkelatlas Deventer Inleiding 5

176 De detailhandelsomzet is opgebouwd uit bestedingen gedaan door klanten uit Deventer zelf (binding) en door klanten uit andere plaatsen (toevloeiing). De omzet bestaat uit een aandeel omzet uit binding en een aandeel omzet uit toevloeiing. Kortom: bij detailhandelsomzet is het perspectief de winkelvoorzieningen in de kern (de oriëntatie op de aanbodkant) Bestedingspotentieel (waar gaan bestedingen naar toe?) Vervolgens wordt vanuit het perspectief van inwoners van Deventer - ook gekeken naar waar deze inwoners hun detailhandelsuitgaven doen. Bij het bestedingspotentieel gaat het om het totaal aan detailhandelsbestedingen die door inwoners van een bepaald gebied gedaan kunnen worden. Dit is berekend door het inwonertal te vermenigvuldigen met de gemiddelde landelijke besteding per hoofd van de bevolking (incl. BTW), gecorrigeerd naar inkomenssituatie in het betreffende gebied. Ook hierbij is het van belang te realiseren dat de bestedingen per hoofd van de bevolking in de afgelopen jaren zijn veranderd, wat invloed heeft op het totale bestedingspotentieel (hoger in de dagelijkse sector en lager in de niet-dagelijkse sector). Waar het bij de detailhandelsomzet gaat om bestedingen bij winkelvoorzieningen in Deventer, gaat het bij het bestedingspotentieel om alle detailhandelsbestedingen van inwoners die gedaan worden in winkels (in of buiten Deventer) maar bijvoorbeeld ook op de markt, of via internet. Het bestedingspotentieel is opgebouwd uit bestedingen door inwoners van Deventer gedaan in Deventer zelf (binding) en gedaan in andere plaatsen of via andere niet-ruimtelijke aankoopkanalen (met name internet 1 ) (afvloeiing). Het bindingspercentage wordt uitgedrukt als percentage van het bestedingspotentieel. Kortom: bij bestedingspotentieel is het perspectief de inwoner van de kern (de oriëntatie vanuit de vraagkant). 1.3 Leeswijzer In dit rapport ligt de nadruk op de afzonderlijke winkelgebieden. Wel gaat hoofdstuk 2 in op de gemeentelijke ontwikkelingen. In de hoofdstukken 3, 4 en 5 worden bezoekmotieven, beoordeling en de oriëntatie op de winkelgebieden beknopt behandeld. Hoofdstuk 6 gaat uitgebreider in op de afzonderlijke winkelgebieden, terwijl hoofdstuk 7 de ontwikkeling van het draagvlak ten opzichte van 2010 recapituleert. In de afzonderlijke rapportage over de gemeente Deventer ( Kijken, kijken naar kopen ) wordt ook ingezoomd op kenmerken van het koopgedrag en op andere aankoopkanalen. In de bijlagen is per branche en wijk de herkomst van omzet in de winkelgebieden opgenomen, evenals de oriëntatie per wijk. 1 Overigens kunnen internetbestedingen een ruimtelijke component hebben, wanneer bijvoorbeeld een product afgehaald wordt in de winkel (en natuurlijk ook de verkeersstromen als gevolg van de aflevering van bestelde producten). Daarnaast hebben lokale winkeliers ook steeds vaker naast de fysieke winkel een webshop waarbij onder andere oude collecties online worden aangeboden. Een deel van de afvloeiing naar internet zal dus ook wel lokaal terugvloeien. Echter, hoe groot deze component is en waar deze bestedingen terecht komen, is onbekend. Winkelatlas Deventer Inleiding 6

177 2 HOOFDSTUK Koopstromen gemeente Deventer Winkelatlas Deventer Koopstromen gemeente Deventer 7

178 2. Koopstromen gemeente Deventer 2.1 Koopkrachtbinding In de dagelijkse sector is de bindingsomzet 241 miljoen, wat een binding betekent van 94 procent. Dat is een kleine daling ten opzichte van 2010 toen de binding 95 procent bedroeg. In de niet-dagelijkse sector is de daling groter, van 73 procent in 2010 naar 69 procent in Binnen de niet-dagelijkse sector is de binding het grootst bij doe-het-zelf artikelen (93 procent) en het kleinst bij woninginrichting (55 procent). In alle branches is de binding terug gelopen. De afvloeiing is niet alleen gericht op andere gemeenten, maar ook op internet. De binding voor dagelijkse artikelen is het hoogst in Colmschate-Noord en het laagst voor de binnenstad/de Hoven en het buitengebied (zie ook de bijlagen). Tabel 2.1 Binding per branche, 2010 en branche absoluut % absoluut % dagelijks % % niet-dagelijks % % kleding % % schoenen en lederwaren % % huishoudelijke artikelen % % elektronica % % woninginrichting % % doe-het-zelf artikelen % % bloemen, planten en tuinartikelen % % 2.2 Koopkrachtafvloeiing In de dagelijkse sector is de afvloeiing met name gericht op Voorst en Rijssen-Holten. Tabel 2.2 Afvloeiing dagelijkse sector. GEMEENTE % Voorst 2% Rijssen-Holten 1% Internet e.d. 1% Overig 2% In de niet-dagelijkse sector vindt de meest omvangrijke afvloeiing plaats naar webshops. Daarbuiten zijn de belangrijkste afvloeiingsgemeenten Voorst, Apeldoorn en Zutphen. Winkelatlas Deventer Koopstromen gemeente Deventer 8

179 Tabel 2.3 Afvloeiing niet-dagelijkse sector. GEMEENTE % Voorst 4% Apeldoorn 3% Zutphen 3% Hengelo 2% Arnhem 1% Raalte 1% Rijssen-Holten 1% Zwolle 1% Lochem 1% Amsterdam 1% Internet e.d. 11% Overig 5% 2.3 Koopkrachttoevloeiing Tegenover de afvloeiing staat toevloeiing. In 2015 is deze 6 procent in de dagelijkse sector (gelijk aan 2010) en in de niet-dagelijkse sector 28 procent, 3 procentpunten meer dan in De toevloeiing is in alle niet-dagelijkse branches toegenomen en het meest bij schoenen en lederwaren (tabel 2.4). Tabel 2.4 Toevloeiing per branche, 2010 en branche absoluut % absoluut % dagelijks % % niet-dagelijks % % kleding % % schoenen en lederwaren % % huishoudelijke artikelen % % elektronica % % woninginrichting % % doe-het-zelf artikelen % % bloemen, planten en tuinartikelen % % In de dagelijkse sector is de toevloeiing vooral afkomstig uit Voorst, Olst-Wijhe en Lochem. In de nietdagelijkse sector is het gebied waaruit de toevloeiing afkomstig is omvangrijker en omvat ook Raalte, Zutphen, Rijssen-Holten en Apeldoorn (tabel 2.5 en 2.6) Winkelatlas Deventer Koopstromen gemeente Deventer 9

180 Tabel 2.5 Toevloeiing dagelijkse sector. GEMEENTE % Voorst 2% Olst-Wijhe 1% Lochem 1% Overig 2% Tabel 2.6 Toevloeiing niet-dagelijkse sector. GEMEENTE % Voorst 6% Lochem 5% Olst-Wijhe 4% Raalte 3% Zutphen 2% Rijssen-Holten 2% Apeldoorn 2% Overig 4% Winkelatlas Deventer Koopstromen gemeente Deventer 10

181 3 HOOFDSTUK Bezoekmotieven winkelgebieden Winkelatlas Deventer Bezoekmotieven winkelgebieden 11

182 3. Bezoekmotieven winkelgebieden Aan de consumenten in dit kooponderzoek is, naast waar ze hun dagelijkse en niet-dagelijkse aankopen doen, ook gevraagd wat hun bezoekmotieven zijn. Deze bezoekmotieven zijn uitgesplitst naar waarom de consument kiest voor het winkelgebied waar men meestal de dagelijkse boodschappen doet en waarom men kiest voor het winkelgebied waar men het vaakst winkelt. In dit hoofdstuk worden de bezoekmotieven voor alle winkelgebieden in Deventer gezamenlijk weergegeven, in hoofdstuk 6 komen deze bezoekmotieven voor elk winkelgebied afzonderlijk aan bod. In figuur 3.1 zijn de antwoorden opgenomen (meer antwoorden mogelijk). Figuur 3.1 Bezoekmotieven voor winkelgebieden waar men meestal boodschappen doet, het vaakst winkelt. nabijheid 58% 81% bepaalde winkels/producten bereikbaarheid 34% 30% 25% 46% parkeergelegenheid gewoonte 15% 18% 20% 28% kwaliteit winkelaanbod 16% 22% lage prijs 13% 5% omvang winkelaanbod 12% 43% boodschappen sfeer 9% 28% winkelen 0% 25% 50% 75% 100% Als het gaat om het bezoekmotief van mensen om ergens de meeste dagelijkse boodschappen te doen, blijkt nabijheid erg belangrijk te zijn (81 procent). Voor het winkelen is dit ook het belangrijkste motief (58 procent). Het tweede bezoekmotief voor zowel de dagelijkse boodschappen als het winkelen is de aanwezigheid van bepaalde winkels en/of producten (respectievelijk 34 procent en 46 procent). Het derde en vierde bezoekmotief voor het doen van de dagelijkse boodschappen is de bereikbaarheid en de parkeergelegenheid. Voor winkelen zijn de omvang van het winkelaanbod, bereikbaarheid en sfeer van groot belang. Voor de dagelijkse boodschappen wordt sfeer het minst vaak als bezoekmotief genoemd (9 procent) en voor het winkelen de lage prijs (5 procent). Winkelatlas Deventer Bezoekmotieven winkelgebieden 12

183 4 HOOFDSTUK Beoordeling winkelgebieden Winkelatlas Deventer Beoordeling winkelgebieden 13

184 4. Beoordeling winkelgebieden In dit hoofdstuk komt de kwalitatieve beoordeling van consumenten van de winkelgebieden aan bod. Aan de consumenten is gevraagd de winkelgebieden te beoordelen waar ze de meeste dagelijkse boodschappen doen en waar ze het vaakst winkelen. De beoordelingen van de winkelgebieden in Deventer worden gezamenlijk in figuur 4.1 weergegeven in de vorm van rapportcijfers. Voor de winkelgebieden waar meestal de boodschappen worden gedaan is er de hoogste waardering voor bereikbaarheid, parkeermogelijkheden en stallingsmogelijkheden. Wanneer het gaat om winkelen is er juist een betrekkelijk lage waardering voor de parkeermogelijkheden. Het grootste verschil doet zich voor ten aanzien van de daghoreca, die voor de gebieden waar men winkelt veel hoger wordt gewaardeerd dan waar men boodschappen doet. Figuur 4.1 Rapportcijfers voor aspecten Deventer winkelgebieden. bereikbaarheid 8,0 7,6 parkeermogelijkheden auto 6,6 7,6 stallingsmogelijkheden fiets 7,5 7,6 veiligheid winkelomgeving 7,5 7,4 kwaliteit winkels 7,5 7,5 sfeer/ambiance 6,8 7,5 aantal winkels 6,7 7,5 inrichting winkelstraten aanbod van daghoreca 5,6 6,4 7,2 7,6 boodschappen winkelen Winkelatlas Deventer Beoordeling winkelgebieden 14

185 5 HOOFDSTUK Ontwikkeling lokale oriëntatie Winkelatlas Deventer Ontwikkeling lokale oriëntatie 15

186 5. Ontwikkeling lokale oriëntatie Net als in de onderzoeken in 2010 is onderzocht welke aandelen van de lokale kooporiëntatie in de dagelijkse boodschappen in de verschillende winkelgebieden in Deventer terechtkomen. De aandelen zijn in figuur 5.1 weergegeven. Figuur 5.1 Oriëntatie van Deventer op winkelgebieden. Keizerslanden Colmschate Andriessenplein/De Vijfhoek centrum Deventer Zamenhoffplein e.o. Boreelplein Bathmen Schalkhaar Diepenveen Borgele (Dreef) Brinkgreverweg e.o. Deltaplein/Rivierenwijk Zwaluwenburg Zwolseweg/Boxbergerweg overig Deventer 5% 4% 4% 4% 4% 3% 3% 3% 2% 3% 3% 2% 2% 2% 0% 1% 2% 2% 6% 8% 10% 9% 9% 9% 9% 14% 15% 18% 18% 22% % 5% 10% 15% 20% 25% Net als in 2010 trekt het winkelgebied Colmschate veel klanten voor de dagelijkse boodschappen: bijna een of de vijf doet hier vooral de dagelijkse boodschappen. Maar anders dan in 2010 doet hetzelfde aandeel de dagelijkse boodschappen in het winkelcentrum Keizerslanden. Andere favoriete locaties om de dagelijkse boodschappen te doen zijn, net als in 2010, Andriessenplein/De Vijfhoek en Zamenhofplein e.o. Het centrum (exclusief Boreelplein) is als winkellocatie voor de dagelijkse boodschappen nog steeds belangrijk, maar tussen is het omzetaandeel wel gedaald van 14 procent naar 9 procent. Het Boreelplein is voor het doen van de dagelijkse boodschappen in populariteit gestegen en heeft nu een bestedingsaandeel van 8 procent in Het winkelcentrum Zwaluwenburg (nieuw in het onderzoek in vergelijking met 2010) trekt 2% van de inwoners van Deventer voor de dagelijkse boodschappen. Minder mensen dan in 2010 doen hun dagelijkse boodschappen in overige locaties in Deventer (2 procent in 2015 en 6 procent in 2010). Winkelatlas Deventer Ontwikkeling lokale oriëntatie 16

187 6 HOOFDSTUK Deventer winkelgebieden Winkelatlas Deventer Deventer winkelgebieden 17

188 6. Deventer winkelgebieden 6.1 Inleiding: Deventer totaal Volgens gegevens van Locatus heeft Deventer in het najaar van 2015, buiten de leegstand, 615 winkels met in totaal een verkoopvloeroppervlak van 157 duizend m 2. Een kwart van de winkels (166) is actief in de verkoop van dagelijkse artikelen en driekwart in niet-dagelijkse artikelen. Uitgedrukt in vierkante meters winkelvloeroppervlak (wvo) zijn de aandelen respectievelijk een vijfde en vier vijfde. In aantallen winkels is branchegroep mode en luxe het grootst en in winkelvloeroppervlak de branchegroep in/om het huis. Ten opzichte van 2010 is het aantal winkels gedaald met 46 (-7 procent) en het winkelvloeroppervlak met ruim m 2 (-3 procent). In 2015 staan 118 winkelruimten leeg. Het leegstandspercentage in m 2 is 15 procent (een groot aandeel hierin heeft het leegstaande Morres-pand op het Runshopper Center). Tabel 6.1 Samenstelling winkelbestand gemeente Deventer, 2010 en branche/productgroep 2 winkels wvo (m 2 ) gemiddeld (m 2 ) winkels wvo (m 2 ) gemiddeld (m 2 ) ontw. wvo totaal % waarvan dagelijks % niet-dagelijks % waarvan mode & luxe % vrije tijd % in/om huis % overig % In de volgende paragrafen worden per winkelgebied de karakteristieken van het winkelbestand belicht en daarnaast binding, toevloeiing en draagvlak (koopstromen) en de bezoekmotieven en beoordelingen voor de winkelgebieden. 6.2 Centrum Deventer In het centrum van Deventer, inclusief het Boreelplein, zijn 301 winkels te vinden met een winkelvloeroppervlak (wvo) van m 2. Ten opzichte van 2010 betekent dit een daling van 30 winkels en van ruim 3 duizend m 2 winkelvloeroppervlak (-5 procent). De leegstand (in wvo) bedraagt 12 procent. Het aantal winkels en het wvo is in de dagelijkse sector toegenomen en in de niet-dagelijkse sector afgenomen. De branche mode en luxe is goed voor bijna de helft van de winkels en het winkelvloeroppervlak. 2 De vijf onderscheiden branche- of productgroepen in het winkelapparaat omvatten de volgende subbranches: dagelijks: voedings- en genotmiddelen, persoonlijke verzorging mode en luxe: warenhuizen, kleding en modeaccessoires, schoenen en lederwaren, juweliersartikelen en optiek, huishoudelijke en luxe artikelen, antiek en kunstvoorwerpen vrije tijd: sport- en spelartikelen, hobbybenodigdheden, boeken en tijdschriften in/om huis: bloemen, planten en tuinbenodigdheden, bruin- en witgoed, auto- en fietsbenodigdheden, doe-het-zelf artikelen, wonen overig: overige detailhandel Winkelatlas Deventer Deventer winkelgebieden 18

189 In deze branche is er sprake van schaalvergroting, doordat het aantal winkels sneller is gedaald dan het winkelvloeroppervlak, waarschijnlijk door het stoppen van kleine winkeltjes. De samenstelling van het winkelbestand is opgenomen in tabel 6.2. Tabel 6.2 Samenstelling winkelbestand centrum Deventer (inclusief Boreelplein), 2010 en branche/productgroep winkels wvo (m 2 ) gemiddeld (m 2 ) winkels wvo (m 2 ) gemiddeld (m 2 ) ontw. wvo totaal % waarvan dagelijks % niet-dagelijks % waarvan mode & luxe % vrije tijd % in/om huis % overig % Van de totale bestedingen door consumenten aan dagelijkse artikelen gaat 17 procent naar winkels in het centrum, wat een bindingsomzet betekent van 41,6 miljoen. De toevloeiing bedraagt 5,8 miljoen (12 procent). Het totale draagvlak (totale omzet) komt uit op 47,4 miljoen en dat is 1,8 miljoen minder dan in In alle niet-dagelijkse branches is het draagvlak gedaald, maar de daling is duidelijk het grootst bij de volumineuze goederen (woninginrichting, doe-het-zelf en bloemen, planten en tuinartikelen). Hoewel het binnenstedelijke winkelaanbod in deze branches ook wel iets kleiner is geworden, wordt de afname vooral verklaard door lagere consumentenbestedingen in deze artikelgroepen. De toevloeiing, uitgedrukt in het aandeel van het draagvlak, is toegenomen in de branches kleding, schoenen en huishoudelijke artikelen (tabel 6.3). Tabel 6.3 Binding, toevloeiing en draagvlak centrum Deventer, 2010 en 2015 (in mln). BINDINGSOMZET TOEVLOEIING DRAAGVLAK TOEVLOEIING (%) dagelijkse boodschappen 42,6 41,6 7,0 5,8 49,7 47,4 14% 12% kleding 39,7 35,0 21,5 21,1 61,3 56,1 35% 38% schoenen 8,6 7,6 3,5 3,7 12,0 11,4 29% 33% huishoudelijke artikelen 10,1 8,0 2,6 2,6 12,7 10,7 21% 25% elektronica 17,8 17,3 10,3 10,2 28,1 27,5 37% 37% woninginrichting 7,1 4,1 3,2 1,6 10,3 5,7 31% 29% doe-het-zelf 2,8 1,3 0,5 0,1 3,3 1,4 16% 6% bloemen, planten, tuinartikelen 2,3 1,2 0,2 0,1 2,5 1,3 6% 6% Centrum exclusief Boreelplein In 2010 is onderscheid gemaakt tussen de winkelgebieden centrum van Deventer exclusief Boreelplein en het winkelgebied Boreelplein. Voor de vergelijkbaarheid met 2010 zijn hieronder de binding, toevloeiing en draagvlak voor beide winkelgebieden opgenomen. Winkelatlas Deventer Deventer winkelgebieden 19

190 In het centrum (exclusief Boreelplein) is het draagvlak voor dagelijkse boodschappen teruggelopen van 36,4 miljoen naar 25,9 miljoen, vooral door een daling van de bindingsomzet. De daling bij de elektronica is relatief gezien nog groter, van 14,4 miljoen naar 4,7 miljoen, en deze daling komt mede door het vetrek van It s (tabel 6.4). Tabel 6.4 Binding, toevloeiing en draagvlak centrum Deventer, exclusief Boreelplein, 2010 en 2015 (in mln). BINDINGSOMZET TOEVLOEIING DRAAGVLAK TOEVLOEIING (%) dagelijkse boodschappen 31,8 22,8 4,6 3,1 36,4 25,9 13% 12% kleding 39,4 33,3 21,4 20,5 60,9 53,8 35% 38% schoenen 8,2 6,4 3,3 3,4 11,5 9,7 29% 35% huishoudelijke artikelen 9,7 6,8 2,4 2,4 12,1 9,2 20% 26% elektronica 10,6 3,5 3,9 1,2 14,4 4,7 27% 25% woninginrichting 7,0 3,9 3,1 1,6 10,1 5,5 31% 29% doe-het-zelf 2,6 1,2 0,5 0,0 3,2 1,2 17% 3% bloemen, planten, tuinartikelen 2,1 1,0 0,2 0,1 2,2 1,1 7% 7% Van de inwoners van de Binnenstad/De Hoven doet 39 procent de dagelijkse boodschappen in het centrum. Ook voor inwoners van Voorstad is het centrum relatief belangrijk: 11 procent doet hier de boodschappen. Figuur 6.1 Oriëntatie op centrum Deventer (exclusief Boreelplein), dagelijkse artikelen. Van de inwoners van de Binnenstad/De Hoven koopt 39 procent de niet-dagelijkse artikelen in het centrum. In de andere delen van de gemeente ligt dit aandeel lager, ook afhankelijk van de afstand, maar is minstens 20 procent. Winkelatlas Deventer Deventer winkelgebieden 20

191 Figuur 6.2 Oriëntatie op centrum Deventer (exclusief Boreelplein), niet-dagelijkse artikelen. Driekwart van de consumenten die meestal de dagelijkse inkopen doen in het centrum van Deventer doet dat (ook) vanwege de nabijheid (tabel 6.5). Vergeleken met andere winkelgebieden is de omvang van het winkelapparaat een belangrijk motief (20 procent) om boodschappen te doen in het centrum. Bereikbaarheid is relatief gezien een weinig belangrijk bezoekmotief en de parkeergelegenheid speelt nauwelijks een rol (zie ook de bijlagen). De parkeergelegenheid wordt gewaardeerd met een krappe voldoende (5,7). Vergeleken met de andere winkelgebieden in Deventer is de waardering voor het aantal winkels en voor de daghoreca hoog. Ook voor het winkelen in het centrum van Deventer is de nabijheid een belangrijk motief (56 procent), net iets belangrijk dan de omvang van het winkelaanbod (51 procent). Relatief gezien is de sfeer in het centrum een belangrijk bezoekmotief (33 procent). De waardering voor de sfeer blijkt ook uit de relatief hoge rapportcijfers voor sfeer (7,7), daghoreca (8,0) en aankleding winkelstraten (7,4). Tabel 6.5 Bezoekmotief en waardering van centrum Deventer voor dagelijkse inkopen en om te winkelen. BEZOEKMOTIEF WAARDERING DAGELIJKSE INKOPEN WINKELEN DAGELIJKSE INKOPEN WINKELEN Nabijheid / afstand 74% 56% Het aantal winkels 7,6 7,6 Gewoonte 20% 22% De kwaliteit van de winkels 7,5 7,5 Bepaalde winkels / producten 40% 46% Sfeer/ambiance 7,7 7,7 Omvang winkelaanbod 20% 51% Veiligheid winkelomgeving 7,8 7,5 Lage prijs 11% 2% Parkeermogelijkheden auto 5,7 6,4 Kwaliteit winkelaanbod 17% 22% Stallingsmogelijkheden fiets 7,1 7,7 Bereikbaarheid 17% 21% Inrichting/aankleding winkelstraten 7,1 7,4 Parkeergelegenheid 1% 9% Aanbod van daghoreca 7,9 8,0 Sfeer 15% 33% Bereikbaarheid winkelcentrum 8,0 7,5 Winkelatlas Deventer Deventer winkelgebieden 21

192 Boreelplein Een belangrijk deel van het omzetverlies van Deventer centrum wordt gecompenseerd door een grotere omzet op het Boreelplein. Op de branche bloemen, planten en tuinartikelen na is er toename zichtbaar van het draagvlak in alle branches. Het draagvlak voor dagelijkse boodschappen is hier toegenomen van 13,2 miljoen naar 21,5 miljoen en dat voor elektronica van 13,6 miljoen naar 22,8 miljoen. Tabel 6.6 Binding, toevloeiing en draagvlak Boreelplein, 2010 en 2015 (in mln). BINDINGSOMZET TOEVLOEIING DRAAGVLAK TOEVLOEIING (%) dagelijkse boodschappen 10,8 18,8 2,4 2,7 13,2 21,5 18% 12% kleding 0,3 1,7 0,1 0,6 0,4 2,3 25% 26% schoenen 0,4 1,3 0,1 0,4 0,5 1,6 24% 23% huishoudelijke artikelen 0,4 1,2 0,2 0,2 0,6 1,5 36% 16% elektronica 7,3 13,8 6,4 9,0 13,7 22,8 47% 39% woninginrichting 0,1 0,2 0,1 0,0 0,2 0,3 46% 18% doe-het-zelf 0,1 0,1-0,0 0,1 0,2 0% 23% bloemen, planten, tuinartikelen 0,3 0,2-0,0 0,3 0,2 0% 3% Voor de inwoners van de Binnenstad/De Hoven is het Boreelplein een belangrijk winkelgebied voor de dagelijkse boodschappen, want 29 procent doet hier de boodschappen. De oriëntatie op het Boreelplein is nauwelijks lager in Rivierenwijk/Bergweide (25 procent). Figuur 6.3 Oriëntatie op Boreelplein, dagelijkse artikelen. Voor de inwoners van de wijken van Deventer is het Boreelplein belangrijk voor de niet-dagelijkse aankopen. Van de inwoners van Rivierenwijk/Bergweide koopt 15 procent op het Boreelplein, maar de oriëntatie op het Boreelplein is nergens lager dan 6 procent (figuur 6.4). Winkelatlas Deventer Deventer winkelgebieden 22

193 Figuur 6.4 Oriëntatie op Boreelplein, niet-dagelijkse artikelen. Voor de consumenten die boodschappen doen op het Boreelplein is weliswaar de nabijheid een belangrijk bezoekmotief (67 procent) maar vergeleken met andere winkelgebieden zijn kwaliteit van het winkelaanbod, bepaalde winkels en ook de prijsstelling belangrijk (tabel 6.7). Vergeleken met het overige centrum (centrum excl. Boreelplein) worden bereikbaarheid en parkeergelegenheid vaak genoemd. Bezoekers die hier boodschappen doen waarderen veel aspecten hoger dan het Deventer gemiddelde, maar de waardering voor de parkeermogelijkheden voor de auto is een uitschieter (rapportcijfer 8,3). De waardering voor de stallingsmogelijkheden voor de fiets blijft juist achter (6,9). Wanneer consumenten winkelen op het Boreelplein, springen drie bezoekmotieven er uit. De aanwezigheid van bepaalde winkels is daarbij de belangrijkste, met 61 procent. Ook de bereikbaarheid en de parkeergelegenheid zijn, vergeleken met het gemiddelde, belangrijk bezoekmotieven. De waardering voor bereikbaarheid (7,8) en parkeergelegenheid (7,6) zijn hoger dan het gemiddeld voor de Deventer winkelgebieden. De waardering voor de andere aspecten ligt over algemeen lager dan het gemiddelde. Tabel 6.7 Bezoekmotief en waardering van Boreelplein voor dagelijkse inkopen en om te winkelen. BEZOEKMOTIEF WAARDERING DAGELIJKSE INKOPEN WINKELEN DAGELIJKSE INKOPEN WINKELEN Nabijheid / afstand 67% 41% Het aantal winkels 7,1 7,3 Gewoonte 14% 11% De kwaliteit van de winkels 7,6 7,5 Bepaalde winkels / producten 44% 61% Sfeer/ambiance 6,9 7,1 Omvang winkelaanbod 10% 25% Veiligheid winkelomgeving 7,2 7,1 Lage prijs 18% 15% Parkeermogelijkheden auto 8,3 7,6 Kwaliteit winkelaanbod 26% 27% Stallingsmogelijkheden fiets 6,9 7,6 Bereikbaarheid 29% 40% Inrichting/aankleding winkelstraten 6,6 7,2 Parkeergelegenheid 21% 30% Aanbod van daghoreca 6,4 7,3 Sfeer 8% 16% Bereikbaarheid winkelcentrum 8,0 7,8 Winkelatlas Deventer Deventer winkelgebieden 23

194 6.3 Winkelcentrum Keizerslanden In het winkelcentrum Keizerslanden zijn 19 winkels met een winkelvloeroppervlak (wvo) van circa m 2. Ten opzichte van 2010 is het aantal winkels met één toegenomen, het saldo van meer niet-dagelijkse winkels (+2) en minder dagelijkse winkels (-1). Het wvo is door de extra winkel toegenomen met 3 procent (tabel 6.8). De leegstand (wvo) bedraagt 6 procent. Tabel 6.8 Samenstelling winkelbestand winkelcentrum Keizerslanden, 2010 en branche/productgroep winkels wvo (m 2 ) gemiddeld (m 2 ) winkels wvo (m 2 ) gemiddeld (m 2 ) ontw. wvo totaal % waarvan dagelijks % niet-dagelijks % waarvan mode & luxe % vrije tijd in/om huis % overig % Het draagvlak voor winkelcentrum Keizerslanden is gegroeid ten opzichte van De groei is groot wat betreft dagelijkse artikelen, van 34,6 miljoen naar 47,7 miljoen. Mogelijke oorzaken hiervoor zijn de zondagopenstelling, komst van de Lidl in plaats van de Plus en toegenomen belang & waardering van de goede bereikbaarheid en parkeren. De toevloeiing is hier gegroeid van 2 procent naar 6 procent. De omzet in niet dagelijkse artikelen is hierbij vergeleken bescheiden, met wel een omzet van 1,4 miljoen in huishoudelijke artikelen en 1,2 miljoen in bloemen en planten. Tabel 6.9 Binding, toevloeiing en draagvlak Winkelcentrum Keizerslanden, 2010 en 2015 (in mln). BINDINGSOMZET TOEVLOEIING DRAAGVLAK TOEVLOEIING (%) dagelijkse boodschappen 34,0 45,0 0,6 2,7 34,6 47,7 2% 6% kleding 0,0 0,2-0,0 0,0 0,2 0% 12% schoenen 0,0 0,0-0,0 0,0 0,0 0% 36% huishoudelijke artikelen 1,3 1,3 0,0 0,1 1,3 1,4 0% 9% elektronica 0,0 0,1-0,1 0,0 0,1 0% 44% woninginrichting 0,0 0,0 0,0-0,1 0,0 77% 0% doe-het-zelf 0,1 0, ,1 0,2 0% 0% bloemen, planten, tuinartikelen 1,3 1,1 0,0 0,0 1,4 1,2 2% 4% Ruim een derde van de inwoners van Zandweerd/Borgele-Platvoet/Keizerslanden en van Voorstad doet de boodschappen in winkelcentrum Keizerslanden. Maar ook voor Schalkhaar en Diepenveen is dit winkelgebied belangrijk. De oriëntatie vanuit andere delen van de stad is aanzienlijk geringer (figuur 6.5). Winkelatlas Deventer Deventer winkelgebieden 24

195 Figuur 6.5 Oriëntatie op winkelcentrum Keizerslanden, dagelijkse artikelen. De consumenten die in Keizerslanden de boodschappen doen, motiveren dit vooral door de nabijheid, de aanwezigheid van bepaalde winkels en de parkeergelegenheid (tabel 6.10). Deze laatste twee aspecten zijn voor bezoekers van Keizerslanden belangrijker dan gemiddeld voor de winkelgebieden van Deventer. De waardering voor de diverse aspecten van Keizerslanden blijft achter bij het Deventer gemiddelde. Relatief laag scoren sfeer, de inrichting en aankleding en de daghoreca. De waardering voor de veiligheid is minder dan gemiddeld. Tabel 6.10 Bezoekmotief en waardering van Keizerslanden voor dagelijkse inkopen. BEZOEKMOTIEF DAGELIJKSE INKOPEN WAARDERING DAGELIJKSE INKOPEN Nabijheid / afstand 67% Het aantal winkels 7,1 Gewoonte 14% De kwaliteit van de winkels 7,6 Bepaalde winkels / producten 44% Sfeer/ambiance 6,9 Omvang winkelaanbod 10% Veiligheid winkelomgeving 7,2 Lage prijs 18% Parkeermogelijkheden auto 8,3 Kwaliteit winkelaanbod 26% Stallingsmogelijkheden fiets 6,9 Bereikbaarheid 29% Inrichting/aankleding winkelstraten 6,6 Parkeergelegenheid 21% Aanbod van daghoreca 6,4 Sfeer 8% Bereikbaarheid winkelcentrum 8,0 Winkelatlas Deventer Deventer winkelgebieden 25

196 6.4 Winkelgebied Colmschate Ten opzichte van 2010 is zowel het aantal winkels afgenomen (-3) als het winkelvloeroppervlak (-4 procent). De afname heeft zich voorgedaan bij mode en luxe. In het winkelcentrum is er m 2 wvo in gebruik voor dagelijkse artikelen. In de niet-dagelijkse sector is er vooral ruimte voor mode & luxe (2.200 m 2 wvo) en voor artikelen voor in en om het huis (2.400 m 2 ). De leegstand (wvo) bedraagt 10 procent. Tabel 6.11 Samenstelling winkelbestand winkelcentrum Colmschate/Flora, 2010 en branche/productgroep winkels wvo (m 2 ) gemiddeld (m 2 ) winkels wvo (m 2 ) gemiddeld (m 2 ) ontw. wvo totaal % waarvan dagelijks % niet-dagelijks % waarvan mode & luxe % vrije tijd % in/om huis % overig % In het gehele winkelgbied Colmschate (inclusief dorp) is het grootste deel van de omzet te vinden in de dagelijkse sector ( 47,6 miljoen). Ten opzichte van 2010 is er aanzienlijke afname van de omzet in de dagelijkse sector. De toevloeiing is wel ongeveer gelijk gebleven. Hoewel het aanbod in omvang ongeveer gelijk is aan 2010 is de trekkracht van het winkelcentrum voor de dagelijkse boodschappen kleiner geworden. Inwoners van Colmschate kiezen vaker voor andere boodschap-locaties. In de nietdagelijkse sector is de omzet ook gedaald, maar zeer sterk in de branches woninginrichting en doe-hetzelf artikelen. Tabel 6.12 Binding, toevloeiing en draagvlak Winkelgebied Colmschate (inclusief dorp), 2010 en 2015 (in mln). BINDINGSOMZET TOEVLOEIING DRAAGVLAK TOEVLOEIING (%) dagelijkse boodschappen 51,2 44,5 3,0 3,1 54,3 47,6 6% 7% kleding 3,6 2,9 0,7 0,7 4,3 3,5 16% 19% schoenen 1,9 1,5 0,3 0,3 2,1 1,8 12% 18% huishoudelijke artikelen 2,8 2,6 0,2 0,2 3,0 2,8 5% 8% elektronica 1,2 0,8 0,1 0,0 1,3 0,9 5% 1% woninginrichting 1,3 0,2 0,4 0,2 1,8 0,4 24% 53% doe-het-zelf 1,1 0,3 0,2 0,1 1,3 0,3 14% 18% bloemen, planten, tuinartikelen 2,0 1,5 0,1 0,1 2,1 1,6 4% 8% Driekwart van de inwoners van Colmschate-Zuid doet de dagelijkse boodschappen in Winkelcentrum Colmschate/Flora en het dorp. Vanuit Colmschate-Noord gaat een derde naar het winkelgebied voor de dagelijkse boodschappen. Ook voor inwoners van Bathmen, Rivierenwijk/Bergweide en overig Deventer is het winkelgebied Colmschate belangrijk, met een oriëntatie van minstens 20 procent. Winkelatlas Deventer Deventer winkelgebieden 26

197 Figuur 6.6 Oriëntatie op winkelgebied Colmschate, dagelijkse artikelen. De oriëntatie op winkelgebied Colmschate is voor niet-dagelijkse artikelen veel geringer dan voor dagelijkse artikelen. Een zesde van de bestedingen door inwoners van Colmschate-Zuid komt in het winkelgebied terecht. Voor Colmschate-Noord is dit 9 procent. Figuur 6.7 Oriëntatie op winkelgebied Colmschate, niet-dagelijkse artikelen. Voor het doen van de boodschappen in winkelcentrum Colmschate/Flora is nabijheid het belangrijkste motief (83 procent, tabel 6.13). De omvang van het winkelaanbod in deze sector speelt meer dan in de overige winkelgebieden van Deventer een rol. Winkelatlas Deventer Deventer winkelgebieden 27

198 De kwaliteit van de winkels en de veiligheid van de winkelomgeving krijgen de hoogste rapportcijfers (7,5), maar de omvang van het winkelaanbod wordt met een 7,3 bovengemiddeld gewaardeerd. Wanneer consumenten de niet-dagelijkse artikelen kopen in Colmschate zijn bereikbaarheidsmotieven (zeer) belangrijk. Zowel de nabijheid, bereikbaarheid en de parkeergelegenheid scoren hoger dan gemiddeld als bezoekmotieven. Sfeer en omvang van het winkelaanbod spelen een ondergeschikte rol. De waardering voor de meeste aspecten van het winkelgebied blijven achter bij het gemiddelde voor de gemeente. Wel is het oordeel over bereikbaarheid en parkeergelegenheid iets positiever dan gemiddeld. Tabel 6.13 Bezoekmotief en waardering van Colmschate (inclusief dorp) voor dagelijkse inkopen en om te winkelen. BEZOEKMOTIEF WAARDERING DAGELIJKSE INKOPEN WINKELEN DAGELIJKSE INKOPEN WINKELEN Nabijheid / afstand 82% 71% Het aantal winkels 7,3 7,4 Gewoonte 16% 15% De kwaliteit van de winkels 7,5 7,4 Bepaalde winkels / producten 33% 42% Sfeer/ambiance 6,6 6,8 Omvang winkelaanbod 27% 26% Veiligheid winkelomgeving 7,5 7,4 Lage prijs 9% 11% Parkeermogelijkheden auto 6,7 6,9 Kwaliteit winkelaanbod 16% 20% Stallingsmogelijkheden fiets 7,1 7,0 Bereikbaarheid 32% 36% Inrichting/aankleding winkelstraten 6,2 6,5 Parkeergelegenheid 29% 35% Aanbod van daghoreca 4,8 5,4 Sfeer 7% 7% Bereikbaarheid winkelcentrum 7,9 7,9 6.5 Runshopping Centre De Snipperling De Snipperling (Runshopping Centre) is een winkelgebied voor uitsluitend niet-dagelijkse aankopen. In 2015 zijn er 21 winkels met een totaal winkelvloeroppervlak van m 2. Dat betekent een afname van 2 winkels en m 2 wvo. De winkels zijn alle actief in de branchegroep in en om het huis. De leegstand bedraagt hier 31 procent (waarin de leegstand van het Morres-pand een groot aandeel heeft). Tabel 6.14 Samenstelling winkelbestand Runshopping Centre De Snipperling, 2010 en branche/productgroep winkels wvo (m 2 ) gemiddeld (m 2 ) winkels wvo (m 2 ) gemiddeld (m 2 ) ontw. wvo totaal % waarvan dagelijks niet-dagelijks % waarvan mode & luxe vrije tijd in/om huis % overig Winkelatlas Deventer Deventer winkelgebieden 28

199 De branches met het grootste draagvlak zijn doe-het-zelf en woninginrichting. Deze branches hebben ten opzichte van 2010 minder omzet, in lijn met de landelijke ontwikkelingen. Consumenten rapporteren ook bestedingen in branches die niet als winkel vertegenwoordigd zijn. Door branchevervaging kunnen bestedingen echter wel hier plaatsvinden. Tabel 6.15 Binding, toevloeiing en draagvlak Runshopping Centre De Snipperling, 2010 en 2015 (in mln). BINDINGSOMZET TOEVLOEIING DRAAGVLAK TOEVLOEIING (%) dagelijkse boodschappen *) - 0,2-0,3-0,6 - - kleding 0,0 0,0-0,0 0,0 0,1 0% 67% schoenen 0,0 0,0 0,0-0,0 0,0 33% 0% huishoudelijke artikelen 0,8 0,6 0,1 0,1 0,9 0,7 14% 18% elektronica 8,7 7,2 1,6 1,8 10,3 9,0 16% 20% woninginrichting 12,6 10,8 5,6 5,1 18,2 15,9 31% 32% doe-het-zelf 16,7 13,8 3,0 3,3 19,7 17,1 15% 19% bloemen, planten, tuinartikelen 5,1 3,0 0,8 0,4 5,8 3,3 13% 11% *) Nota bene: hoewel er geen winkelaanbod in de dagelijkse sector is gevestigd, is de Snipperling wel in geringe mate opgegeven als aankooplocatie. Voor Colmschate (Noord en Zuid) en Rivierenwijk/Bergweide is De Snipperling (erg) belangrijk voor de aanschaf van niet-dagelijkse artikelen. Meer dan een vijfde tot een kwart van de inwoners koopt hier. Ook buiten deze wijken zijn er veel inwoners van Deventer die de niet dagelijkse aankopen doen in De Snipperling, met als minimum 11 procent in Diepenveen (figuur 6.8). Figuur 6.8 Oriëntatie op De Snipperling, niet-dagelijkse artikelen. Winkelatlas Deventer Deventer winkelgebieden 29

200 Wat betreft bezoekmotieven heeft De Snipperling een duidelijk profiel (tabel 6.16). Afgezien van de nabijheid zijn de belangrijke motieven om het winkelcentrum te bezoeken de parkeergelegenheid, bepaalde winkels en in mindere mate de bereikbaarheid. De pakeermogelijkheden worden door bezoekers zeer gewaardeerd (8,6) en ook de bereikbaarheid scoort goed (8,3). Sfeeraspecten worden laag gewaardeerd: sfeer 5,6, aankleding 5,7 en daghoreca 3,0. Tabel 6.16 Bezoekmotief en waardering van Runshopping Centre De Snipperling voor niet-dagelijkse inkopen. BEZOEKMOTIEF WINKELEN WAARDERING WINKELEN Nabijheid / afstand 61% Het aantal winkels 6,2 Gewoonte 8% De kwaliteit van de winkels 7,2 Bepaalde winkels / producten 54% Sfeer/ambiance 5,6 Omvang winkelaanbod 9% Veiligheid winkelomgeving 7,1 Lage prijs 4% Parkeermogelijkheden auto 8,6 Kwaliteit winkelaanbod 10% Stallingsmogelijkheden fiets 7,7 Bereikbaarheid 38% Inrichting/aankleding winkelstraten 5,7 Parkeergelegenheid 65% Aanbod van daghoreca 3,0 Sfeer 0% Bereikbaarheid winkelcentrum 8,3 6.6 Zwolseweg/Boxbergerweg De niet-dagelijkse sector domineert het winkelgebied Zwolseweg/Boxbergerweg zowel wat betreft het aantal winkels als wat betreft het winkelvloeroppervlak. Ten opzichte van 2010 is het aantal winkels gedaald (met 4) en is het wvo eveneens teruggelopen (met 5 procent). De leegstand (wvo) bedraagt 9 procent. Tabel 6.17 Samenstelling winkelbestand Zwolseweg/Boxbergerweg, 2010 en branche/productgroep winkels wvo (m 2 ) gemiddeld (m 2 ) winkels wvo (m 2 ) gemiddeld (m 2 ) ontw. wvo totaal % waarvan dagelijks % niet-dagelijks % waarvan mode & luxe % vrije tijd % in/om huis % overig % Winkelatlas Deventer Deventer winkelgebieden 30

201 De omzet in dagelijkse artikelen is 2,8 miljoen en dat betekent een forse daling ten opzichte van 2010 ( 4,2 miljoen). De niet-dagelijkse sector doet het echter goed, met name wat betreft huishoudelijke artikelen en in mindere mate schoenen en lederwaren. Elektronica laat een teruggang zien. Tabel 6.18 Binding, toevloeiing en draagvlak Zwolseweg/Boxbergerweg, 2010 en 2015 (in mln). BINDINGSOMZET TOEVLOEIING DRAAGVLAK TOEVLOEIING (%) dagelijkse boodschappen 4,1 2,7 0,0 0,1 4,2 2,8 1% 4% kleding 0,4 0,5 0,0-0,4 0,5 6% 0% schoenen 0,4 0,7 0,1 0,1 0,5 0,8 14% 15% huishoudelijke artikelen 0,1 0,8-0,1 0,1 0,9 0% 7% elektronica 0,4 0,3 0,1 0,1 0,5 0,4 23% 24% woninginrichting 0,1 0,3-0,0 0,1 0,3 0% 7% doe-het-zelf 0,2 0,4 0,0 0,0 0,2 0,4 6% 6% bloemen, planten, tuinartikelen 0,4 0,5 0,0-0,4 0,5 3% 0% Voor het boodschappen doen is nabijheid de bepalende factor (tabel 6.19). Meer dan 9 op de 10 consumenten die hier boodschappen doen, noemt dit als bezoekmotief. Het boodschappen doen hier wordt meer dan gemiddeld (36 procent) gemotiveerd vanuit gewoonte. De bereikbaarheidaspecten (bereikbaarheid, parkeren auto, stallen fiets) worden door de consumenten die hier boodschappen doen het hoogst gewaardeerd. Het winkelgebied wordt, ondanks het meer niet-dagelijkse dan dagelijkse karakter, door consumenten weinig of niet beschouwd als een winkelgebied om te winkelen. Uitspraken over bezoekmotieven voor winkelen en over de bijbehorende waarderingen kunnen daarom niet worden gedaan. Tabel 6.19 Bezoekmotief en waardering van Zwolseweg/Boxbergerweg voor dagelijkse inkopen. BEZOEKMOTIEF DAGELIJKSE INKOPEN WAARDERING DAGELIJKSE INKOPEN Nabijheid / afstand 93% Het aantal winkels 6,5 Gewoonte 36% De kwaliteit van de winkels 7,2 Bepaalde winkels / producten 36% Sfeer/ambiance 6,6 Omvang winkelaanbod 7% Veiligheid winkelomgeving 7,5 Lage prijs 28% Parkeermogelijkheden auto 6,9 Kwaliteit winkelaanbod 14% Stallingsmogelijkheden fiets 7,3 Bereikbaarheid 22% Inrichting/aankleding winkelstraten 6,1 Parkeergelegenheid 15% Aanbod van daghoreca 4,0 Sfeer 15% Bereikbaarheid winkelcentrum 7,6 Winkelatlas Deventer Deventer winkelgebieden 31

202 6.7 Zamenhofplein e.o. Het winkelgebied Zamenhofplein, met onder andere De Hooghstraat en de Huygensstraat, is vooral een locatie voor de aanschaf van dagelijkse artikelen. Er zijn 7 winkels in dagelijkse artikelen met een winkelvloeroppervlak van m 2 en dat is circa 90 procent van het totale winkelvloeroppervlak. Ten opzichte van 2010 is het aantal winkels en het wvo relatief sterk teruggelopen. De leegstand bedraagt 9 procent. Tabel 6.20 Samenstelling winkelbestand Zamenhofplein e.o., 2010 en branche/productgroep winkels wvo (m 2 ) gemiddeld (m 2 ) winkels wvo (m 2 ) gemiddeld (m 2 ) ontw. wvo totaal % waarvan dagelijks % niet-dagelijks % waarvan mode & luxe % vrije tijd % in/om huis % overig % Ook uit de omzet blijkt dat het karakter van het winkelgebied vooral wordt bepaald door het kopen van dagelijkse artikelen. De omzet in deze sector is 23,5 miljoen in 2015, duidelijk meer dan de 19,9 miljoen in In de niet dagelijkse sector is alleen de branche bloemen en planten van belang (tabel 6.15). De omzet in dagelijkse artikelen is voor het overgrote deel afkomstig uit Zandweerd/Borgele/Platvoet. Ruim een kwart van de inwoners van deze wijk doet hier de boodschappen (figuur 6.9). Tabel 6.21 Binding, toevloeiing en draagvlak Zamenhofplein e.o., 2010 en 2015 (in mln). BINDINGSOMZET TOEVLOEIING DRAAGVLAK TOEVLOEIING (%) dagelijkse boodschappen 19,6 22,5 0,3 0,9 19,9 23,5 2% 4% kleding 0, ,0-0% - schoenen - 0, ,0-0% huishoudelijke artikelen 0,1 0, ,1 0,0 0% 0% elektronica 0,3 0, ,3 0,0 0% 0% woninginrichting 0,0 0, ,0 0,0 0% 0% doe-het-zelf 0,0 0, ,0 0,0 0% 0% bloemen, planten, tuinartikelen 0,3 0,3-0,0 0,3 0,4 0% 6% Winkelatlas Deventer Deventer winkelgebieden 32

203 Figuur 6.9 Oriëntatie op Zamenhofplein e.o, dagelijkse artikelen. Het belangrijkste bezoekmotief voor het doen van de dagelijkse boodschappen in dit winkelgebied is de nabijheid (89 procent, tabel 6.22). Relatief vaak wordt ook gewoonte genoemd (36 procent). De waardering voor de meeste aspecten van het winkelgebied blijft achter bij het gemeentelijke gemiddelde. Dat geldt ook voor de parkeermogelijkheden en nadrukkelijk voor de daghoreca. Tabel 6.22 Bezoekmotief en waardering van Zamenhofplein e.o. voor dagelijkse inkopen. BEZOEKMOTIEF DAGELIJKSE INKOPEN WAARDERING DAGELIJKSE INKOPEN Nabijheid / afstand 89% Het aantal winkels 6,6 Gewoonte 22% De kwaliteit van de winkels 7,5 Bepaalde winkels / producten 34% Sfeer/ambiance 6,9 Omvang winkelaanbod 3% Veiligheid winkelomgeving 7,3 Lage prijs 17% Parkeermogelijkheden auto 6,9 Kwaliteit winkelaanbod 19% Stallingsmogelijkheden fiets 7,4 Bereikbaarheid 28% Inrichting/aankleding winkelstraten 6,1 Parkeergelegenheid 24% Aanbod van daghoreca 3,5 Sfeer 10% Bereikbaarheid winkelcentrum 7,8 Winkelatlas Deventer Deventer winkelgebieden 33

204 6.8 Brinkgreverweg/Rielerweg/Beestenmarkt Het winkelgebied Brinkgreverweg e.o. heeft enerzijds een groot aandeel winkels in de dagelijkse sector en anderzijds in de branchegroep in en om het huis. Het aantal winkels is teruggelopen en dat geldt ook voor het wvo (-8 procent). De leegstand is 9 procent. Tabel 6.23 Samenstelling winkelbestand Brinkgreverweg e.o., 2010 en branche/productgroep winkels wvo (m 2 ) gemiddeld (m 2 ) winkels wvo (m 2 ) gemiddeld (m 2 ) ontw. wvo totaal % waarvan dagelijks % niet-dagelijks % waarvan mode & luxe % vrije tijd % in/om huis % overig % De omzet in dagelijkse artikelen is sinds 2010 toegenomen van 6,4 miljoen naar 7,5 miljoen. De omzet in dagelijkse artikelen is hoofdzakelijk afkomstig uit Oude Zandweerd/ Voorstad (66 procent). In de niet-dagelijkse sector zijn de branches doe-het-zelf en bloemen en planten van (enig) belang. Tabel 6.24 Binding, toevloeiing en draagvlak Brinkgreverweg e.o., 2010 en 2015 (in mln). BINDINGSOMZET TOEVLOEIING DRAAGVLAK TOEVLOEIING (%) dagelijkse boodschappen 6,1 6,9 0,3 0,6 6,4 7,5 5% 8% kleding - 0,1 0,0 0,0 0,0 0,1 100% 35% schoenen - 0,0 0,0 0,1 0,0 0,1 100% 88% huishoudelijke artikelen 0,0 0,0-0,0 0,0 0,0 0% 13% elektronica - 0, ,1-0% woninginrichting 0,0 0, ,0 0,0 0% 0% doe-het-zelf 0,3 0,1 0,0 0,0 0,4 0,2 4% 5% bloemen, planten, tuinartikelen 0,2 0,2-0,1 0,2 0,3 0% 35% Het belangrijkste motief om boodschappen te doen in dit winkelgebied is de nabijheid (81 procent) en dat is hetzelfde als het gemiddelde in de gemeente (tabel 6.25). De omvang van het winkelaanbod is nauwelijks een bezoekmotief, maar wel meer dan gemiddeld de lage prijzen (24 procent). De meeste aspecten van het winkelgebied worden minder gewaardeerd dan gemiddeld in de gemeente. Een betrekkelijk groot (negatief) verschil is wat betreft de ervaren veiligheid. De parkeermogelijkheden worden hoger gewaardeerd dan gemiddeld. Winkelatlas Deventer Deventer winkelgebieden 34

205 Tabel 6.25 Bezoekmotief en waardering van Brinkgeverweg e.o. voor dagelijkse inkopen. BEZOEKMOTIEF DAGELIJKSE INKOPEN WAARDERING DAGELIJKSE INKOPEN Nabijheid / afstand 81% Het aantal winkels 6,0 Gewoonte 17% De kwaliteit van de winkels 7,3 Bepaalde winkels / producten 33% Sfeer/ambiance 6,0 Omvang winkelaanbod 3% Veiligheid winkelomgeving 6,0 Lage prijs 24% Parkeermogelijkheden auto 8,1 Kwaliteit winkelaanbod 19% Stallingsmogelijkheden fiets 7,8 Bereikbaarheid 28% Inrichting/aankleding winkelstraten 5,8 Parkeergelegenheid 5% Aanbod van daghoreca 5,0 Sfeer 3% Bereikbaarheid winkelcentrum 8,2 6.9 Deltaplein Deltaplein (Rivierenwijk) is een klein winkelgebied, met vooral winkels in de dagelijkse sector. Ten opzichte van 2010 is het aantal winkels gelijk gebleven, maar wel is er één winkel in de dagelijkse sector minder en één winkel in de niet-dagelijkse sector meer (tabel 6.26). Er is geen leegstand. Tabel 6.21 Samenstelling winkelbestand Deltaplein, 2010 en branche/productgroep winkels wvo (m 2 ) gemiddeld (m 2 ) winkels wvo (m 2 ) gemiddeld (m 2 ) ontw. wvo totaal % waarvan dagelijks % niet-dagelijks % waarvan mode & luxe vrije tijd in/om huis % overig Op het Deltaplein worden vooral dagelijkse artikelen gekocht. De omzet in deze sector is relatief sterk gegroeid, van 4,5 miljoen in 2010 naar 6,0 miljoen in De helft van de omzet in dagelijkse artikelen is afkomstig uit Rivierenwijk/Bergweide (tabel 6.27). Winkelatlas Deventer Deventer winkelgebieden 35

206 Tabel 6.27 Binding, toevloeiing en draagvlak Deltaplein, 2010 en 2015 (in mln). BINDINGSOMZET TOEVLOEIING DRAAGVLAK TOEVLOEIING (%) dagelijkse boodschappen 4,4 5,7 0,1 0,4 4,5 6,0 3% 6% kleding ,0-0,0 0% 100% schoenen huishoudelijke artikelen 0,0 0, ,0 0,0 0% 0% elektronica - 0,0-0,0-0,0-83% woninginrichting - 0, ,0-0% doe-het-zelf 0,1 0, ,1 0,0 0% 0% bloemen, planten, tuinartikelen 0,0 0, ,0 0,1 0% 0% Na het bezoekmotief nabijheid (82 procent) zijn lage prijzen belangrijk (58 procent) als motief om hier de boodschappen te doen, veel meer dan gemiddeld in Deventer (tabel 6.28). De waardering voor het aantal winkels en de kwaliteit daarvan en voor de sfeer is geringer dan gemiddeld in Deventer. Hoger dan gemiddeld is daarentegen de waardering voor de parkeermogelijkheden en de stallingsmogelijkheden voor de fiets. Tabel 6.28 Bezoekmotief en waardering van Deltaplein voor dagelijkse inkopen. BEZOEKMOTIEF DAGELIJKSE INKOPEN WAARDERING DAGELIJKSE INKOPEN Nabijheid / afstand 82% Het aantal winkels 4,5 Gewoonte 14% De kwaliteit van de winkels 6,8 Bepaalde winkels / producten 34% Sfeer/ambiance 5,5 Omvang winkelaanbod 0% Veiligheid winkelomgeving 6,5 Lage prijs 58% Parkeermogelijkheden auto 8,1 Kwaliteit winkelaanbod 21% Stallingsmogelijkheden fiets 8,3 Bereikbaarheid 21% Inrichting/aankleding winkelstraten 6,3 Parkeergelegenheid 32% Aanbod van daghoreca 4,9 Sfeer 3% Bereikbaarheid winkelcentrum 7,8 Winkelatlas Deventer Deventer winkelgebieden 36

207 6.10 Andriessenplein (De Vijfhoek) Het winkelgebied Andriessenplein (de Vijfhoek) heeft 9 winkels, waarvan 7 in de dagelijkse sector. Ten opzichte van 2010 zijn er geen veranderingen in omvang en samenstelling. Er is geen leegstand. Tabel 6.29 Samenstelling winkelbestand Andriessenplein (De Vijfhoek), 2010 en branche/productgroep winkels wvo (m 2 ) gemiddeld (m 2 ) winkels wvo (m 2 ) gemiddeld (m 2 ) ontw. wvo totaal % waarvan dagelijks % niet-dagelijks % waarvan mode & luxe % vrije tijd in/om huis % overig De omzet in dagelijkse artikelen is 24,4 miljoen terwijl dat in 2010 nog 20,8 miljoen was. In de veel kleinere niet-dagelijkse sector zijn de bestedingen aan huishoudelijke artikelen wat gegroeid en aan woninginrichting gedaald. De omzet, zowel in dagelijkse als niet-dagelijkse artikelen is hoofdzakelijk afkomstig uit Colmschate-Noord. Vier op de tien inwoners door hier de boodschappen. Tabel 6.30 Binding, toevloeiing en draagvlak Andriessenplein (De Vijfhoek), 2010 en 2015 (in mln). BINDINGSOMZET TOEVLOEIING DRAAGVLAK TOEVLOEIING (%) dagelijkse boodschappen 20,3 24,0 0,6 0,5 20,8 24,4 3% 2% kleding 0,0 0,1 0,0-0,1 0,1 50% 0% schoenen 0,0 0, ,0 0,0 0% 0% huishoudelijke artikelen 0,6 0,7-0,0 0,6 0,7 0% 4% elektronica - 0,1 0,0-0,0 0,1 100% 0% woninginrichting 0,1 0,0 0,0-0,2 0,0 30% 0% doe-het-zelf 0,0 0,0 0,0-0,0 0,0 30% 0% bloemen, planten, tuinartikelen 1,0 0,9 0,0 0,0 1,0 1,0 4% 3% Winkelatlas Deventer Deventer winkelgebieden 37

208 Figuur 6.10 Oriëntatie op Andriessenplein, dagelijkse artikelen. Voor het winkelgebied Andriessenplein is nabijheid het doorslaggevende argument om hier boodschappen te doen of te winkelen (tabel 6.31). Van de consumenten die hier de boodschappen kopen, zegt 90 procent dit (ook) te doen vanwege de nabijheid. Het winkelaanbod wordt veel minder dan gemiddeld als motief genoemd. De waardering voor de diverse aspecten van het winkelapparaat blijft over het algemeen in geringe mate achter bij het gemiddelde in Deventer. De waardering voor de daghoreca is duidelijk kleiner. Tabel 6.31 Bezoekmotief en waardering van Andriessenplein voor dagelijkse inkopen en om te winkelen. BEZOEKMOTIEF WAARDERING DAGELIJKSE INKOPEN WINKELEN DAGELIJKSE INKOPEN WINKELEN Nabijheid / afstand 90% 71% Het aantal winkels 6,4 6,9 Gewoonte 18% 7% De kwaliteit van de winkels 7,5 7,5 Bepaalde winkels / producten 32% 28% Sfeer/ambiance 6,5 7,0 Omvang winkelaanbod 7% 17% Veiligheid winkelomgeving 7,4 7,5 Lage prijs 5% 17% Parkeermogelijkheden auto 7,6 6,9 Kwaliteit winkelaanbod 7% 21% Stallingsmogelijkheden fiets 7,1 6,8 Bereikbaarheid 32% 48% Inrichting/aankleding winkelstraten 6,3 6,8 Parkeergelegenheid 33% 42% Aanbod van daghoreca 4,5 5,6 Sfeer 5% 3% Bereikbaarheid winkelcentrum 8,1 7,5 Winkelatlas Deventer Deventer winkelgebieden 38

Samenvatting De Binnenstad als woongebied Economische structuur van de Deventer binnenstad Detailhandel in de binnenstad

Samenvatting De Binnenstad als woongebied Economische structuur van de Deventer binnenstad Detailhandel in de binnenstad Samenvatting De Binnenstad als woongebied In de binnenstad wonen 5.357 bewoners, waarvan bijna de helft in de buurt Centrum. Dit aantal blijft de laatste paar jaar min of meer gelijk. Opvallend is de relatief

Nadere informatie

Binnenstadsmonitor. editie 2010 / VCOD Vereniging Commercieel Onroerend goed Deventer binnenstad.

Binnenstadsmonitor. editie 2010 / VCOD Vereniging Commercieel Onroerend goed Deventer binnenstad. Binnenstadsmonitor editie 2010 / 2011 www.mkbdeventer.nl VCOD Vereniging Commercieel Onroerend goed Deventer binnenstad Rabobank investeert graag in ondernemerschap. Als coöperatieve bank gelooft de Rabobank

Nadere informatie

Diverse online betaalmethoden. met een kassa die met u meegroeit. aanbieden. Rabo OmniKassa. De online betaaloplossing voor webwinkels.

Diverse online betaalmethoden. met een kassa die met u meegroeit. aanbieden. Rabo OmniKassa. De online betaaloplossing voor webwinkels. Diverse online betaalmethoden aanbieden met een kassa die met u meegroeit. Rabo OmniKassa. De online betaaloplossing voor webwinkels. Bied uw klanten verschillende betaalmethoden aan via Ă©Ă©n loket: de

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Begroting 2017 Stichting openbaar primair onderwijs Deventer (OPOD) 1- Notagegevens Notanummer 2017-000735 Datum 12-05-2017 Programma: 09 Jeugd en onderwijs

Nadere informatie

Binnenstadsmonitor. editie 2009 / VCOD Vereniging Commercieel Onroerend goed Deventer binnenstad.

Binnenstadsmonitor. editie 2009 / VCOD Vereniging Commercieel Onroerend goed Deventer binnenstad. Binnenstadsmonitor editie 2009 / 2010 www.mkbdeventer.nl VCOD Vereniging Commercieel Onroerend goed Deventer binnenstad Ferdi Zwerink regelt zijn bankzaken op de bank. Dat is het idee. Bedrijven Ma t/m

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Motie versterking accountmanagement 1- Notagegevens Notanummer 2016-001621 Datum 18-10-2016 Programma: 10 Economie, kunst en cultuur Portefeuillehouder Weth.

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken [ ]Openbaar -- [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken [ ]Openbaar -- [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Ontheffing woonplaatsvereiste wethouder R. Hartogh Heys en F. Rorink 1- Notagegevens Notanummer 2017-000495 Datum 11-04-2017 Programma: 01 Burger en bestuur Portefeuillehouder

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar -- [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar -- [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Parkeren Binnenstad 1- Notagegevens Notanummer 2016-000712 Datum 25-04-2016 Programma: 05 Ruimtelijke ontwikkeling Portefeuillehouder Weth. Grijsen Team ORB

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken 26-04-2016 [ ]Openbaar -- [X]Besloten 26-04-2016

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken 26-04-2016 [ ]Openbaar -- [X]Besloten 26-04-2016 Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Bed, bad, brood in de Assenstraat 12 1- Notagegevens Notanummer 2016-000697 Datum 21-04-2016 Programma: 08 Meedoen Portefeuillehouder Weth. Kolkman Team PMA

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar -- [X]Besloten

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar -- [X]Besloten Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Geldlening NV Maatschappelijk Vastgoed Deventer panden Havenkwartier 1- Notagegevens Notanummer 2017-001007 Datum 16-06-2017 Programma: Portefeuillehouder

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken [ ]Openbaar -- [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken [ ]Openbaar -- [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Cliëntervaringsonderzoek wmo 2016 1- Notagegevens Notanummer 2016-001395 Datum 30-08-2016 Programma: 08 Meedoen Portefeuillehouder Weth. Kolkman Team MOM

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Voetbalmaffia 1- Notagegevens Notanummer 2017-000246 Datum 21-02-2017 Programma: 10 Economie, kunst en cultuur Portefeuillehouder Weth. Hartogh Heys Burgemeester

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Benoeming leden Rvt onderwijs 1- Notagegevens Notanummer 2017-000475 Datum 30-03-2017 Programma: 09 Jeugd en onderwijs Portefeuillehouder Weth. Hartogh Heys

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken 12-04-2016 [X]Openbaar 12-04-2016 [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken 12-04-2016 [X]Openbaar 12-04-2016 [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp neveninkomsten 2015 college 1- Notagegevens Notanummer 2016-000567 Datum 05-04-2016 Programma: 01 Burger en bestuur Portefeuillehouder Burgemeester Team PO

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar -- [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar -- [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp tarief schoon huis 2018 1- Notagegevens Notanummer 2019-000169 Datum 23-01-2019 Programma: 08 Meedoen Portefeuillehouder Weth. Grijsen Team DEV-BLD 2- Bestuursorgaan

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO D66-Wifi-tracking 1- Notagegevens Notanummer 2016-001247 Datum 07-07-2016 Programma: 11 Algemene dekkingsmiddelen Portefeuillehouder

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Plan van aanpak leerplicht 1- Notagegevens Notanummer 2016-000393 Datum 15-03-2016 Programma: 09 Jeugd en onderwijs Portefeuillehouder Weth. Hartogh Heys

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken [ ]Openbaar -- [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken [ ]Openbaar -- [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Buigbudget 2016 en 2017 1- Notagegevens Notanummer 2016-001703 Datum 06-10-2016 Programma: 07 Inkomens-voorziening en arbeidsmarkt Portefeuillehouder Weth.

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RVO DS-Dreigend faillissement jeugdzorgaanbieder Intermetzo 1- Notagegevens Notanummer 2016-000777 Datum 06-05-2016 Programma: 09 Jeugd en

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Update Turkse Kracht 1- Notagegevens Notanummer 2018-001393 Datum 18-07-2018 Programma: 08 Meedoen Portefeuillehouder Weth. Kolkman Team DEV-BLD 2- Bestuursorgaan

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO D66-Winkelopenstelling 31 december 1- Notagegevens Notanummer 2017-002043 Datum 30-11-2017 Programma: 10 Economie, kunst en cultuur Portefeuillehouder

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar -- [X]Besloten

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar -- [X]Besloten Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Motie Huisvesting Burgerweeshuis 1- Notagegevens Notanummer 2016-001685 Datum 03-10-2016 Programma: 10 Economie, kunst en cultuur Portefeuillehouder Weth.

Nadere informatie

Binnenstadsmonitor. editie 2008 / VCOD Vereniging Commercieel Onroerend goed Deventer binnenstad.

Binnenstadsmonitor. editie 2008 / VCOD Vereniging Commercieel Onroerend goed Deventer binnenstad. Binnenstadsmonitor editie 2008 / 2009 www.mkbdeventer.nl VCOD Vereniging Commercieel Onroerend goed Deventer binnenstad Samenvatting Sinds 2004 meet de binnenstadsmonitor jaarlijks hoe de economische

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Intentieverklaring Rijk - Gemeente inzake Cultuureducatie met Kwaliteit 1- Notagegevens Notanummer 2016-001037 Datum 06-06-2016 Programma: 10 Economie, kunst

Nadere informatie

Team RE. gfedcb. gfedc OR. Besluitenlijst d.d. d.d. gfedcb gem.secr.

Team RE. gfedcb. gfedc OR. Besluitenlijst d.d. d.d. gfedcb gem.secr. Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Team RE Tweede tranche Subsidieregeling gevelverbetering bedrijfsruimten Boxbergerweg en Brinkgreverweg/Rielerweg 1- Notagegevens Notanummer 795709 Datum

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Uitbreiding ZMLK-school De Linde 1- Notagegevens Notanummer 2017-000236 Datum 20-02-2017 Programma: 09 Jeugd en onderwijs Portefeuillehouder Weth. Hartogh

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO GB-Update bouw Viking 1- Notagegevens Notanummer 2017-000942 Datum 12-06-2017 Programma: 10 Economie, kunst en cultuur Portefeuillehouder

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO CU-Stoepkrijten in de APV 1- Notagegevens Notanummer 2017-001105 Datum 30-06-2017 Programma: 02 Openbare orde en veiligheid Portefeuillehouder

Nadere informatie

Centrummonitor Hengelo 2014. Oktober 2014

Centrummonitor Hengelo 2014. Oktober 2014 Centrummonitor Hengelo 214 Oktober 214 1 Inhoudsopgave Pagina Introductie 3 Samenvatting 4 BezoekersenquĂȘte 5 Passantentellingen 16 Leegstand 18 Werkgelegenheid 2 Bijlagen 21 2 Introductie De Centrummonitor

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Verordening Kwaliteit VTH-taken omgevingsrecht 1- Notagegevens Notanummer 2016-002041 Datum 22-11-2016 Programma: 04 Milieu Portefeuillehouder Weth. Rorink

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO VVD-Brand Herfordstraat 1- Notagegevens Notanummer 2017-001280 Datum 31-07-2017 Programma: 02 Openbare orde en veiligheid Portefeuillehouder

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar -- [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar -- [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Meesterspad 3 Bathmen verkoop 1- Notagegevens Notanummer 2018-001447 Datum 07-08-2018 Programma: 06 Herstructurering en vastgoed Portefeuillehouder Weth.

Nadere informatie

LEESWIJZER FACTSHEETS

LEESWIJZER FACTSHEETS LEESWIJZER FACTSHEETS 1 LEESWIJZER FACTSHEETS KSO2016 Algemeen Voor het Randstad Koopstromenonderzoek 2016 zijn naast een hoofdrapport en een internetapplicatie factsheets ontwikkeld om de onderzoeksresultaten

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Samen Gezond in Deventer 1- Notagegevens Notanummer 2018-000752 Datum 13-04-2018 Programma: 08 Meedoen Portefeuillehouder Weth. Kolkman Team DEV-BLD 2- Bestuursorgaan

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex Art46 RvO Deventer Belang-Handhaving drank&horecawet 1- Notagegevens Notanummer 2019-000082 Datum 10-01-2019 Programma: 02 Openbare orde en veiligheid

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar -- [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar -- [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO Deventer Sociaal-Zwervers in Deventer 1- Notagegevens Notanummer 2017-000941 Datum 12-06-2017 Programma: 08 Meedoen Portefeuillehouder

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar -- [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar -- [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Herziening Grondexploitatie winkelcentrum Keizerslanden 1- Notagegevens Notanummer 2017-000329 Datum 08-03-2017 Programma: 06 Herstructurering en vastgoed

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO GL-Doorontwikkeling Sociale teams 1- Notagegevens Notanummer 2016-001756 Datum 14-10-2016 Programma: 08 Meedoen Portefeuillehouder Weth.

Nadere informatie

Randstad Koopstromenonderzoek. BELEIDSONDERZOEK I I

Randstad Koopstromenonderzoek. BELEIDSONDERZOEK I I Randstad 2016 Koopstromenonderzoek BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I www.leidenincijfers.nl 1. Inleiding Om de feitelijke ontwikkelingen in de detailhandel te kunnen volgen, hebben

Nadere informatie

Binnenstadsmonitor Hengelo Februari 2017

Binnenstadsmonitor Hengelo Februari 2017 Binnenstadsmonitor Hengelo 216 Februari 217 Inhoudsopgave Pagina Inleiding. 3 Samenvatting. 4 Bezoekersaantallen en druktebeelden. 8 Drukste en minst drukke punten. 9 Aanbod publieksfuncties 1 Aanbod detailhandel

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Uitslag draagvlakmeting BIZ Bedrijventerreinen Deventer 1- Notagegevens Notanummer 2016-000400 Datum 04-03-2016 Programma: 10 Economie, kunst en cultuur Portefeuillehouder

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Verlengen raamovereenkomst Wmo 2017 1- Notagegevens Notanummer 2016-000562 Datum 04-04-2016 Programma: 08 Meedoen Portefeuillehouder Weth. Kolkman Team MOM

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO Deventer Sociaal-Aanbesteden in de regio (convenant) 1- Notagegevens Notanummer 2016-001125 Datum 23-06-2016 Programma: 07 Inkomens-voorziening

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Onttrekken aan de openbaarheid 1- Notagegevens Notanummer 2016-000747 Datum 29-04-2016 Programma: 03 Leefomgeving Portefeuillehouder Weth. Rorink Team ORB

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO PvdA-Inzet rijksmiddelen en beleid bij strijd tegen kinderarmoede 1- Notagegevens Notanummer 2017-000487 Datum 01-04-2017 Programma:

Nadere informatie

Rapport WINKELATLAS DEVENTER. Resultaten koopstromenonderzoek 2015 December

Rapport WINKELATLAS DEVENTER. Resultaten koopstromenonderzoek 2015 December Rapport WINKELATLAS DEVENTER Resultaten koopstromenonderzoek 2015 December 2015 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer 2015/180 Datum December

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO VVD over het EK Vrouwenvoetbal 2017 1- Notagegevens Notanummer 2016-002215 Datum 08-12-2016 Programma: 08 Meedoen Portefeuillehouder

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Collectieve ziektekostenverzekering 1- Notagegevens Notanummer 2016-001960 Datum 14-11-2016 Programma: 08 Meedoen Portefeuillehouder Weth. Kolkman Team MOM

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO Lijst Kelder- Toegankelijkheid Stadhuis voor mindervaliden 1- Notagegevens Notanummer 2017-001142 Datum 04-07-2017 Programma: 05 Ruimtelijke

Nadere informatie

Binnenstadsmonitor Deventer

Binnenstadsmonitor Deventer Binnenstadsmonitor Deventer juni 2018 Beste lezer, U kijkt naar de vernieuwde Binnenstadsmonitor van de gemeente Deventer. We hebben onze Binnenstadsmonitor in een compleet nieuw jasje gestoken. De verschillende

Nadere informatie

LEESWIJZER FACTSHEETS

LEESWIJZER FACTSHEETS LEESWIJZER FACTSHEETS 1 LEESWIJZER FACTSHEETS KSO2018 Algemeen Voor het Randstad Koopstromenonderzoek 2018 zijn (naast een hoofdrapport en een internetapplicatie) factsheets ontwikkeld om de onderzoeksresultaten

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO Gemeentebelang - Asbestdaken 1- Notagegevens Notanummer 2017-000580 Datum 19-04-2017 Programma: 04 Milieu Portefeuillehouder Weth. Rorink

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

Werkgelegenheidsonderzoek 2010 2010 pr ov i nc i e g r oni ng e n Wer kgel egenhei dsonder zoek Eenanal ysevandeont wi kkel i ngen i ndewer kgel egenhei di nde pr ovi nci egr oni ngen Werkgelegenheidsonderzoek 2010 Werkgelegenheidsonderzoek

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO VVD-Gevaarlijke honden 1- Notagegevens Notanummer 2017-000259 Datum 21-02-2017 Programma: 02 Openbare orde en veiligheid Portefeuillehouder

Nadere informatie

Team MOM. Verstrekken lening aan Sportbedrijf Deventer NV ter financiering voor recreatieve elementen zoals glijbaan en welnessruimten.

Team MOM. Verstrekken lening aan Sportbedrijf Deventer NV ter financiering voor recreatieve elementen zoals glijbaan en welnessruimten. Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Team MOM Verstrekken lening aan Sportbedrijf Deventer NV ter financiering voor recreatieve elementen zoals glijbaan en welnessruimten. 1- Notagegevens Notanummer

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO DS over vervoer verwarde personen 1- Notagegevens Notanummer 2016-001532 Datum 13-09-2016 Programma: 08 Meedoen Portefeuillehouder Weth.

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar -- [X]Besloten

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar -- [X]Besloten Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Milieustraat en gezamenlijke huisvesting CB en HGB 1- Notagegevens Notanummer 2016-000668 Datum 19-04-2016 Programma: 04 Milieu Portefeuillehouder Weth. Rorink

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Openstelling Regionale Raamovereenkomst voor het onderdeel HH1 1- Notagegevens Notanummer 2016-001641 Datum 28-09-2016 Programma: 08 Meedoen Portefeuillehouder

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek 2011

Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Provincie Groningen Drs. Eelco Westerhof

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken [ ]Openbaar -- [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken [ ]Openbaar -- [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp intrekken bestemmingsplan Sportpark Diepenveen 1- Notagegevens Notanummer 2016-000592 Datum 11-04-2016 Programma: 05 Ruimtelijke ontwikkeling Portefeuillehouder

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO CDA-Digitale parkeervergunning 1- Notagegevens Notanummer 2016-001190 Datum 30-06-2016 Programma: 05 Ruimtelijke ontwikkeling Portefeuillehouder

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO CDA-Spoorverdubbeling Deventer-Olst 1- Notagegevens Notanummer 2016-000589 Datum 07-04-2016 Programma: 05 Ruimtelijke ontwikkeling Portefeuillehouder

Nadere informatie

Team ROB. Toekennen verzoek om tegemoetkoming in planschade i.v.m. wegbestemmen detailhandelsfunctie Koekendijk. Besluitenlijst d.d. d.d.

Team ROB. Toekennen verzoek om tegemoetkoming in planschade i.v.m. wegbestemmen detailhandelsfunctie Koekendijk. Besluitenlijst d.d. d.d. Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Team ROB Toekennen verzoek om tegemoetkoming in planschade i.v.m. wegbestemmen detailhandelsfunctie Koekendijk 1- Notagegevens Notanummer 859155 Datum 24-9-2013

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp addendum raamovereenkomst maatwerkvoorzieningen Wmo 2015 1- Notagegevens Notanummer 2015-002336 Datum 17-11-2015 Programma: 08 Meedoen Portefeuillehouder

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Fietsparkeren-binnenstad locatieontwerpen 1- Notagegevens Notanummer 2017-000932 Datum 20-06-2017 Programma: 05 Ruimtelijke ontwikkeling Portefeuillehouder

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen art 46 RvO Deventer Belang-Dubbele incasso vuilcontainers 1- Notagegevens Notanummer 2018-000672 Datum 27-03-2018 Programma: 04 Milieu Portefeuillehouder

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders 1- Notagegevens Notanummer 2018-001813 Datum 25-10-2018 Programma: 01 Burger en bestuur Portefeuillehouder Burgemeester Team DEV-PC 2- Bestuursorgaan [X]B & W 06-11-2018

Nadere informatie

TOERISME en RECREATIE. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 3 e editie. Opzet en inhoud

TOERISME en RECREATIE. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 3 e editie. Opzet en inhoud 3 e editie TOERISME en RECREATIE 2017 Voorne PutteN Opzet en inhoud Recreatie en toerisme is voor de Voorne- Putten een belangrijke bedrijfstak. De sector levert niet alleen een bijdrage aan de regionale

Nadere informatie

Binnenstadsmonitor Enschede Uitkomstenboek passanten en winkels

Binnenstadsmonitor Enschede Uitkomstenboek passanten en winkels Binnenstadsmonitor Enschede Uitkomstenboek passanten en winkels Binnenstadsmonitor Enschede Uitkomstenboek passanten en winkels Kennispunt Twente J. Elhorst H. Seker 26 januari 2015 Colofon: Binnenstadsmonitor

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO Lijst Kelder-Kinderen in Armoede 1- Notagegevens Notanummer 2017-001205 Datum 14-07-2017 Programma: 07 Inkomens-voorziening en arbeidsmarkt

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp ex art 46vragen BAD 1- Notagegevens Notanummer 2016-001087 Datum 16-06-2016 Programma: 07 Inkomens-voorziening en arbeidsmarkt Portefeuillehouder Weth. Kolkman

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO DB-Landbouwverkeer tijdens werkzaamheden Wilhelminabrug 1- Notagegevens Notanummer 2016-000146 Datum 27-01-2016 Programma: 03 Leefomgeving

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Bedrijvenpark A1; vestiging garagebedrijf 1- Notagegevens Notanummer 2016-000277 Datum 16-02-2016 Programma: 05 Ruimtelijke ontwikkeling Portefeuillehouder

Nadere informatie

Koopstromen Katwijk. Herkomst bestedingen vrijetijdssector en detailhandel. Samengesteld in opdracht van

Koopstromen Katwijk. Herkomst bestedingen vrijetijdssector en detailhandel. Samengesteld in opdracht van Koopstromen Katwijk Herkomst bestedingen vrijetijdssector en detailhandel Samengesteld in opdracht van Gemeente Katwijk Februari 2013 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Vraagstelling... 3

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO DeventerNu over Trap Wilhelminabrug 1- Notagegevens Notanummer 2016-001386 Datum 18-08-2016 Programma: 05 Ruimtelijke ontwikkeling Portefeuillehouder

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO Deventer Sociaal over terugbetaling ouderbijdrage Jeugdzorg 1- Notagegevens Notanummer 2016-000526 Datum 25-03-2016 Programma: 09 Jeugd

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp wijziging straatnaamgeving in de Rivierenwijk 1- Notagegevens Notanummer 2016-000740 Datum 29-04-2016 Programma: 05 Ruimtelijke ontwikkeling Portefeuillehouder

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp vervolg fietscampagne "Deventer viert fietsen". 1- Notagegevens Notanummer 2018-000386 Datum 22-02-2018 Programma: 05 Ruimtelijke ontwikkeling Portefeuillehouder

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar 12-02-2016 [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar 12-02-2016 [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO D66-Bescherming persoonsgegevens binnen Suwinet 1- Notagegevens Notanummer 2016-000224 Datum 09-02-2016 Programma: 08 Meedoen Portefeuillehouder

Nadere informatie

Werkgelegenheid in Twente. Jaarbericht 2014

Werkgelegenheid in Twente. Jaarbericht 2014 Werkgelegenheid in Twente Jaarbericht 214 Inhoudsopgave 1. Ontwikkeling werkzame personen en vestigingen (groei / afname) Ontwikkeling naar sectoren 2. Ontwikkeling naar sectoren Ontwikkeling naar branches

Nadere informatie

RECREATIE EN TOERISME. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

RECREATIE EN TOERISME. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud 4 e editie RECREATIE EN TOERISME 2018 Voorne PutteN Opzet en inhoud Recreatie en toerisme is voor Voorne- Putten een belangrijke bedrijfstak. De sector levert niet alleen een bijdrage aan de regionale

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Energieconcept Steenbrugge 1- Notagegevens Notanummer 2016-001063 Datum 21-06-2016 Programma: 06 Herstructurering en vastgoed Portefeuillehouder Weth. Rorink

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Aanlichting Wilhelminabrug 1- Notagegevens Notanummer 2017-002128 Datum 19-12-2017 Programma: 03 Leefomgeving Portefeuillehouder Weth. Rorink Burgemeester

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar -- [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar -- [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Wijziging aanwijzingsbesluit APV 1- Notagegevens Notanummer 2018-001985 Datum 20-11-2018 Programma: 02 Openbare orde en veiligheid Portefeuillehouder Burgemeester

Nadere informatie

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers. WijkWijzer 2011 De tien Utrechtse wijken in cijfers www.onderzoek.utrecht.nl Inleiding Voor u ligt de WijkWijzer 2011; een bron aan informatie over de tien Utrechtse wijken. Aan de hand van vijf belangrijke

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO Deventer Sociaal-Fietsparkeren Station Deventer Colmschate 1- Notagegevens Notanummer 2017-002147 Datum 12-12-2017 Programma: 03 Leefomgeving

Nadere informatie

Werkgelegenheid in Leiden

Werkgelegenheid in Leiden maart 2010 Werkgelegenheid in Leiden Jaarlijks publiceert de eenheid Beleidsonderzoek en Analyse (BOA) de meest actuele cijfers over het aantal bedrijven en werkzame personen in Leiden gebaseerd op het

Nadere informatie

gfedcb gfedc OR Besluitenlijst d.d. d.d. gfedcb gem.secr.

gfedcb gfedc OR Besluitenlijst d.d. d.d. gfedcb gem.secr. Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Eenheid/Cluster/Team RS_SI_MM Special Olympics 2012 1- Notagegevens Notanummer 260718 Datum 30-10-2009 Programma: 14. Sport Portefeuillehouder Weth. Hiemstra

Nadere informatie

Factsheets Leeswijzer

Factsheets Leeswijzer Factsheets Leeswijzer Voor het Koopstromenonderzoek Randstad 2011 zijn naast een hoofdrapport en een internetapplicatie factsheets ontwikkeld om de onderzoeksresultaten overzichtelijk en helder te presenteren.

Nadere informatie

Onderwerp: Regionaal en lokaal Koopstromenonderzoek 2016 in het kader van het proces Regionaal Programma Werklocaties (RPW)

Onderwerp: Regionaal en lokaal Koopstromenonderzoek 2016 in het kader van het proces Regionaal Programma Werklocaties (RPW) gemeente Overbetuwe 0 INFORMATIEMEMO RAAD Kenmerk: 16INF00162 Datum advies: 21 november 2016 Onderwerp: Regionaal en lokaal Koopstromenonderzoek 2016 in het kader van het proces Regionaal Programma Werklocaties

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO Deventer Sociaal-Kosten externe inhuur Veiligheidsregio 1- Notagegevens Notanummer 2017-001106 Datum 30-06-2017 Programma: 02 Openbare

Nadere informatie

Team MOM. Besluitenlijst d.d. d.d.

Team MOM. Besluitenlijst d.d. d.d. Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Team MOM Visie Meedoen op maat (decentralisatie Awbz begeleiding) 1- Notagegevens Notanummer 734598 Datum 16-8-2012 Programma: 08. Meedoen Portefeuillehouder

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar -- [X]Besloten

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar -- [X]Besloten Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Bronzen Legpenning voor Ria van Leeuwen, Rieki den Besten, Ria Beumer 1- Notagegevens Notanummer 2017-000352 Datum 21-03-2017 Programma: 01 Burger en bestuur

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO Deventer Sociaal + D66-Gereguleerde wietteelt 1- Notagegevens Notanummer 2017-001652 Datum 17-10-2017 Programma: 02 Openbare orde en

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO PvdA-Effecten 'foodstrip' op binnenstad 1- Notagegevens Notanummer 2017-000488 Datum 01-04-2017 Programma: 05 Ruimtelijke ontwikkeling

Nadere informatie

Tevredenheid over winkels in buurt neemt af

Tevredenheid over winkels in buurt neemt af Tevredenheid over winkels in buurt neemt af - Factsheet juni 2018 Het aandeel bewoners dat is over winkels voor dagelijkse boodschappen in de eigen buurt is gedaald tussen 2014 en 2016 van 70% naar 63%.

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Concept horecabeleid en pilot openingstijden 1- Notagegevens Notanummer 2015-002252 Datum 10-11-2015 Programma: 10 Economie, kunst en cultuur Portefeuillehouder

Nadere informatie

Factsheets centrum Hengelo 2013 Januari 2014

Factsheets centrum Hengelo 2013 Januari 2014 Factsheets centrum Hengelo 213 Januari 214 Gemeente Hengelo, afdeling Bedrijfsondersteuning, Beleidsonderzoek en Geo Informatie Factsheets centrum Hengelo 213 BezoekersenquĂȘte 213 Achtergrondkenmerken

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar 13-05-2016 [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar 13-05-2016 [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO VVD-Subsidieverlening 1- Notagegevens Notanummer 2016-000775 Datum 06-05-2016 Programma: 11 Algemene dekkingsmiddelen Portefeuillehouder

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d.

Besluitenlijst d.d. d.d. Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Eenheid/Cluster/Team RS_SI_MM Uitwerking adviesnota speeltuinen. 1- Notagegevens Notanummer 273013 Datum 18-11-2009 Programma: 12. Samenlevingsopbouw Portefeuillehouder

Nadere informatie