Vlaak 12, 8321 RV Urk, Tel: Website: Urk, 3 december 2016

Transcriptie

1 Vlaak 12, 8321 RV Urk, Tel: Fax: Website: Aan: de leden van VisNed, Urk, 3 december 2016 VisNed tevreden over uitkomst EU-Noorwegen-akkoord Deze week vond in het Noorse Bergen de tweede ronde plaats tussen de EU en Noorwegen waarbij onderhandeld werd over de vaststelling van de TAC s 2017 voor de gedeelde bestanden in de Noordzee en het Skagerrak. Vrijdagmiddag laat werd een compromis bereikt waarmee de meerderheid van de lidstaten kon instemmen. Namens de NL-kottersector was Geert Meun in Bergen aanwezig. Vanuit kotterperspectief bezien is VisNed tevreden over de uitkomst van deze onderhandelingen. Tijdens de eerste ronde, drie weken geleden in Kopenhagen, bleek al dat het aantal moeilijke punten te overzien was, waardoor alle partijen er vanuit gingen dat met twee rondes het akkoord rond te krijgen was en dat is opnieuw gelukt, ruim voor de Visserijraad, die op 12 en 13 december in Brussel gehouden wordt. Belangrijkste elementen die in het EU-Noorwegenakkoord worden vastgelegd gaan over: De hoogte van de TAC s van de gedeelde bestanden in de Noordzee en het Skagerrak. De ophoging van de TAC s in verband met de introductie van de aanlandplicht voor EUvissers. De management- of beheerplannen voor de verschillende bestanden. De jaarlijkse ruil van vangstrechten tussen de partijen. Een voor de Nederlandse kottervloot belangrijk punt was de herverdeling van de schol-tac tussen Noordzee en Skagerrak nu ICES heeft vastgesteld dat het één bestand betreft. Eerder dit jaar heeft een werkgroep zich ook over dit vraagstuk gebogen waarbij de conclusie was dat de periode als referentieperiode moet dienen wat een verdeling: Noordzee: 88,2% - Skagerrak 11,8% oplevert. Dit betekent concreet dat het aandeel van het Skagerrak omhoog gaat ten koste van de Noordzee en dit zou weer inhouden dat Nederland volgend jaar per saldo minder scholquotum toegewezen zou krijgen dan dit jaar. VisNed gaf aan dat dit, gezien de verdere stijging van het bestand, toch niet in Nederland te verkopen zou zijn? Het ministerie van Economische Zaken (EZ) was hiervoor gevoelig en heeft er voor gepleit dat het Noordzee-quotum na de verdeling toch minstens gelijk moest blijven aan dit jaar. En dat punt werd mooi binnen gehaald, dat is zeker een compliment waard. 1

2 De top-up voor schol ten behoeve van de discards (zie verderop in de nieuwsbrief) is wel iets lager maar dat heeft geen gevolgen voor de hoogte van de scholcontingenten in Nederland. Door de roll-over voor schol-noordzee gaat, dankzij de gewijzigde verdeelsleutel, schol-skagerrak wel flink omhoog naar ruim ton (was dit jaar: ton) Voor kabeljauw is een 5 % stijging overeen gekomen terwijl de wetenschap in verband met Fmsy een verlaging aangaf. De berekende verlaging voor wijting was zelfs 29 % maar hier is een rollover afgesproken. Schelvis ging vorig jaar nog met 47 % omhoog en gaat nu weer met 45 % naar beneden, voor ons van minder belang maar er is hier toch wel sprake van een jojobeleid. Voor ons ook niet zo van belang is de koolvis. Volgens ICES is een verhoging van 79 % mogelijk maar grootaandeelhouders Frankrijk en Duitsland vonden vanuit marktoverwegingen een verhoging van 15 % voldoende maar uiteindelijk is hier een verhoging van 55 % uit gerold. De TAC s voor de gedeelde bestanden voor de Noordzee en het Skagerrak zijn thans definitief vastgesteld, waarbij de aanpassingen er als volgt uitzien: Soort: Wijziging t.o.v. 2016: TAC 2017: Kabeljauw +5% ton Schol +/-0% ton Wijting +/-0% ton Schelvis -45% ton Haring -7% ton Schol Skagerrak +46% ton Er werd bij elkaar zo n 2 dagen gesteggeld over de top-ups voor de TAC s om de verplichte aanlanding van discards onder de aanlandplicht te faciliteren. Deze top-ups zijn niet verwerkt in bovenstaande cijfers. Bij schol zijn lage top-ups vastgesteld omdat bij deze soort de aanlandplicht alleen geldt voor de grote mazen (BT1 TR1) en die kennen weinig of geen scholdiscards zo is door de wetenschap vastgesteld. Het is opvallend hoe makkelijk Noorwegen op dit punt toegeeft aan de wensen van de EU want in hun eigen discardsban moeten discards afgetrokken worden van het quotum zonder top-up. Maar Noorwegen ontvangt ook het procentuele aandeel van de top-up die zij nu kunnen inzetten om maatse vis aan te landen. Vandaar is het accepteren door Noorwegen wel te begrijpen. De top-ups die nu zijn afgesproken zijn in bovengenoemde cijfers meegenomen: Schol Noordzee 1,2% Schol Skagerrak 2,7% Schelvis Noordzee 17,1% Kabeljauw Noordzee 11,0% Wijting Noordzee 17,0% Een ander belangrijk onderhandelingspunt is de jaarlijkse uitruil van vangstquota. Het grootste onderdeel in deze ruil is het aanbod van Noorwegen in de vorm van Arctische Kabeljauw (Barentszzee) waarvoor de Noren het liefst Blauwe wijting in EU-wateren terug willen hebben. En daarbij spelen dan tegengestelde belangen. Kabeljauw is demersaal waarvoor met name Spanje, Portugal en Engeland belangstelling hebben en Blauwe wijting is pelagisch waarvoor met name Ierland, Schotland en Nederland betalen. Complicerende factor is dat er aan een andere onderhandelingstafel gesproken wordt over de hoogte en de verdeling van de TAC van Blauwe wijting. Maar uiteindelijk kwam er ook op dit punt overeenstemming en kon het akkoord volledig afgerond worden. In de ruil zat in 2016 op ons verzoek al geen schol meer en dat verzoek hebben wij 2

3 herhaald, wat ook gehonoreerd is. Wel is opnieuw 10 ton Noordzee-tong van de EU naar Noorwegen afgesproken. Zoals bekend wordt tijdens EU-Noorwegen niet onderhandeld over de TAC voor Noordzee-tong, die komt aan de orde tijdens de Visserijraad van december as. Bij het verschijnen van deze nieuwsbrief was nog steeds niet het voorstel van de Europese Commissie bekend maar VisNed zet in op een verhoging van tenminste 15 %. Tijdens deze twee EU-Noorwegen-rondes werd de Nederlandse overheid vertegenwoordigd door Frans Vroegop die tegelijkertijd ook het voorzitterschap van de vergaderingen namens EUvoorzitter Slowakije waarnam, kortom het was voor hem heel druk en intensief. Wij zeggen Frans hartelijk dank voor zijn inzet en zien terug op een heel constructieve en prettige samenwerking. Teleurstellende reactie op aanvraag tussentijdse TAC-verhoging tarbot/griet In oktober deden de gezamenlijke Nederlandse kotter PO s aan het Ministerie van Economische Zaken (EZ) het verzoek om tussentijds het quotum voor Tarbot en Griet te verhogen. Gisteren, 1 december, ontvingen wij het teleurstellende bericht van het ministerie dat er dit jaar geen pogingen ondernomen worden om de tussentijdse TACverhoging voor tarbot/griet te bewerkstellingen. Nadat in CVO-verband het verzoek bij EZ ingediend was heeft het ministerie contact opgenomen met Wageningen Marine Research (WMR-voorheen IMARES) wat nul op het rekest heeft opgeleverd. Voor ons is zowel de reactie van EZ als die van WMR onbegrijpelijk en een volstrekt bewijs dat men nauwelijks beseft wat de vloot op dit moment meemaakt doordat veel heel dure marktwaardige vis nodeloos overboord moet worden gegooid. Over verkwisting gesproken, waar overheid en wetenschap deze term vaak bezigen om de aanlandplicht te rechtvaardigen. VisNed geeft sinds 2013 aan dat de bestanden van de geassocieerde soorten toenemen. Heel simpel te halen uit de aanvoercijfers en inzet van de NL-vloot. De PO s moeten gedurende de afgelopen jaren steeds eerder in het jaar en steeds ingrijpender maatregelen nemen om het te kleine quotum over het jaar heen te spreiden. Inmiddels is uit het rekenmodel van de VisNed-wetenschappers duidelijk op te maken dat als de PO s in april dit jaar al niet begonnen waren met beperkende maatregelen bij tarbot en griet dit knellende quotum begin oktober volledig zou zijn opgevist!! Met andere woorden: dan had de Nederlandse vloot een kwartaal lang alle gevangen tarbot en griet moeten discarden. Maar EZ en WMR hebben hier kennelijk geen enkele boodschap aan want op het moment dat dit document bij EZ en WMR binnen komt stellen de biologen dat men onvoldoende informatie heeft (het ICESadvies van tarbot is van 2015 en is afgegeven voor 2016 en 2017) en haast EZ zich een briefje te schrijven met de boodschap: wij kunnen niets voor u betekenen. En doet vervolgens aan de vloot de oproep om informatie ter beschikking te stellen. Natuurlijk kan dit altijd beter maar dit is het op een gênante manier afschuiven van de verantwoordelijkheid. Immers de vloot stelt alle aanvoercijfers beschikbaar inclusief grootteklassen etc. Verder wordt volop meegewerkt aan het Data-collection-programma. Maar als de overheid en de wetenschap dit onvoldoende vinden zullen zij zelf meer inzet moeten plegen. En hoe zit het met het verzamelen van informatie uit de surveys? De visserij kan er toch niets aan doen dat er slechts 1 x in de 2 jaar een beoordeling van deze stock plaats vindt? VisNed denkt overigens dat er bij de wetenschappers mogelijk iets anders aan de orde is. Er worden namelijk van meerdere kanten kritische vragen gesteld bij de huidige toestandsbeoordeling voor tarbot en griet. De belangrijkste conclusies (historisch hoge visserijsterfte en lage stand) komen heel ongeloofwaardig over, met name als die vergeleken wordt met de informatie over de doelsoorten tong en schol. Het gepresenteerde beeld voor tarbot en griet is zo onlogisch en wordt ook gelogenstraft door de waarnemingen van de vissers. De analyse door de VisNed wetenschappers laat een scherpe stijging van de vangbaarheid zien. Een 3

4 indicatie waar ook WMR niet om heen zou moeten kunnen. Wij vragen WMR serieus naar die analyse te kijken en dat in hun overwegingen te betrekken. Of zou WMR lijdzaam blijven omdat men geen heil ziet in een tussentijds traject richting ICES, wat lastige vragen zou kunnen opleveren? Heel teleurstellend allemaal, want hier wordt onnodig vis gediscard en geld over de muur gekieperd. Heel spijtig te moeten constateren dat, nu het een keertje gevraagd wordt, beleid en wetenschap niet in beweging komen. VisNed zal zich wel tot en met de visserijraad in december blijven inzetten voor een verhoging van deze TAC. VisNed legt alternatief plan voor aan bezoekende Europarlementariërs Op haar verzoek, bracht Mw. Ulrike Rodust, die voor het Europese Parlement rapporteur is over het Noordzeeplan, een bezoek aan VisNed op Urk. Ook waren ondersteuners van de Alde fractie (voor NL VVD en D 66) en Peter van Dalen (SGP/Chr. Unie) daarbij aanwezig. Behalve over het Noordzeeplan ging het ook over Brexit. VisNed benadrukte nogmaals haar zorgen over het feit dat het Noordzeeplan en de aanlandplicht in z n huidige opzet onwerkbaar zijn voor de sector, en legde een alternatief plan voor. Om dat te laten slagen is vertrouwen nodig in de sector. Daar moeten we met z n allen hard aan werken. Dat Noordzeeplan is een super ingewikkeld Europees compromis. Wij hebben in Nederland een aanvoer van soms meer dan 50 soorten vis op de afslagen, gevangen in een gemengde visserij. Dat is niet te managen op MSY. Bovendien komen deze maatregelen naast de - inmiddels onwerkbare - aanlandplicht. Als deze maatregelen in hun huidige vorm worden gehandhaafd, kan onze vloot vanaf juni 2019 niet meer naar zee. Dat is de consequentie van beleid, maar natuurlijk niet de bedoeling. Het is de vervelende praktische uitwerking van een papieren plan. VisNed heeft daarom een beter werkbaar alternatief voorstel bedacht. Dat plan is gebaseerd op het Europese sectorvoorstel van 2012, wat het toen niet heeft gehaald. VisNed is van mening dat de visserij beheerd moet worden op de soorten die de visserij bepalen. Dat zijn in ons geval bijv. Tong en Schol. En dat alle andere soorten in de mix die ook gevangen worden goed gemonitord worden. Daartoe wordt de hele VisNed vloot ingezet als rapporteur. Die rapportages gaan we al maken in het kader van puls visserij en gebruiken we ook voor het opbouwen van een grote database over vangstsucces. Dan hebben we veel informatie om uit te putten. VisNed wil namelijk een goed geïnformeerde discussie voeren. En discussiëren over slimme maatregelen die innoverend en verduurzamend zijn. Daar werken we volop aan. Ons overleg met de Europarlementariërs bood openingen om over deze ingewikkelde materie door te praten. Net als over de discardsban. De aanlandplicht, in deze vorm, is niet houdbaar. Maar er is tegelijkertijd een Europese verordening die niet weg gaat. We spraken over het gezamenlijk bedenken van een slim plan om deze aanlandplicht te vervangen door een werkbare discardsban zoals die bijv. functioneert in Nieuw-Zeeland. Daarvoor is het wel nodig dat er vertrouwen komt en de houding van veel vissers (in heel Europa) geeft dat nu nog geen aanleiding toe. Rapportages zijn vaak niet zo betrouwbaar als we wel zouden willen. En niet iedereen leeft de wet- en regelgeving na op een manier zoals men wenselijk acht. Daar hebben wij als sector werk te doen. Een bezoek aan Urk moet natuurlijk ook over echte vis gaan. Dat gebeurde in de afslag. Directeur Teun Visser gaf een rondleiding door de hal waar de vangst van een Duitse Eurokotter werd gesorteerd. En na de bespreking op het VisNed kantoor werd het gezelschap ontvangen bij Neerlandia waar twee generaties van de familie Romkes in detail uitleg gaven over scholverwerking en vermarkting. Dat alles werd op de voet gevolgd door een ploeg van het NOS-journaal, die vooral geïnteresseerd waren in de Brexit-perikelen. 4

5 Brexit volop in de spotlight en dat is belangrijk. De Brexit is aanstaande. Er zijn nog mensen die denken dat Brexit niet door gaat. Maar dat is niet realistisch. Het kan misschien ietsje later worden, maar de Britten gaan uit de EU. En dat dit met veel lawaai en geweld gepaard zal gaan is een schrikbeeld wat realiteit dreigt te worden. VisNed zet zich samen met collega-belangbehartigers in om de gevolgen voor de visserijsector in Nederland en de EU te beperken. Geen enkele sector wordt zo geraakt als de visserij. Gaat het bij andere sectoren alleen maar over handels- en geldstromen, bij visserij gaat het om de kern van het vissersbestaan, de toegang tot visgronden. Stel je voor dat de vissers die nu op het Engelse plat vissen daar verdreven worden? Dan wordt het erg druk in de rest van de Noordzee, inclusief onze kustwateren. In een recent artikel in Visserijnieuws werd naar voren gebracht dat het wellicht niet zo n vaart zou lopen. Dat is wat ons betreft het strooien van zand in de ogen. Niemand kan de ogen voor de enorme gevolgen sluiten. Zeker de vishandel niet. Onze Britse collega s lobbyen zich inmiddels drie slagen in de rondte. Dat doen de visserij organisaties SFF (Schotland) en NFFO (Engeland) en de Fishing For Leave campagne. Met emotionele oproepen en onnozele stellingnames. Een UKIP Europarlementariër maakte het deze week wel heel erg bont door onze vissers te vergelijken met Britse boeren die in Nederland zomaar tulpen zouden gaan oogsten Klinkt leuk en populistisch, maar de vergelijking is absurd. Tegelijk gebeurt de Britse lobby ook met veel juridische toeters en bellen. Dat komt allemaal samen in bijvoorbeeld deze YouTube filmpjes er staan er nog meer. Zorgelijke informatie. Ook de Britse vakbladen als Fishing News staan bol van de retoriek en dat kunnen we gerust stemmingmakerij noemen. Zo was men juichend over het afwijzen van puls voor MSC Ze claimen nu zelfs dat de 12 mijlszone fout is vastgesteld. Maar de vraag is of we geen gezamenlijk probleem hebben. En dat ze zich geen knollen voor citroenen moeten laten verkopen, die Britse vissers. Want het gevaar is heel reëel dat zowel de Britse visserij als de EU-visserij wisselgeld gaat worden in een groot politiek machtsspel. VisNed gaat de strijd aan, maar laat zich niet meeslepen door de emoties. Het is belangrijk dat we ons goed voorbereiden. Dat begint bij bewustwording. We trekken in Nederland als kotters en trawlers gezamenlijk op en doen dat in Europees verband met 8 collega organisaties. Samen presenteren we ons in Brussel bij het Europese Parlement, de Europese Raad en de Europese Commissie. We laten ons bijstaan door de beste adviseurs. Maar we willen verbreden. Ook met vishandelaren en met visserijgemeenten. Later wellicht ook met NGO s. Want als we de geluiden uit het VK goed begrijpen willen de vissers hun quota enorm verhoogd zien. VisNed gaat het debat en de strijd op feitenbasis aan. Daar laten we gezamenlijk studies voor doen. Emotie is een slechte raadgever bij onderhandelingen. Het is goed dat we ons gesteund weten door parlementariërs in Brussel en in Den Haag. NGO s en sector sluiten akkoord over Garnalenvisserij In de afgelopen periode is veel gesproken over garnalenvisserij in Natura2000 gebieden. In de afgelopen weken is daar in klankbordsessies overleg over gevoerd. Op donderdag 1 december is in Den Haag door de sector-vertegenwoordigers, de NGO s en de Ministeries van Economische Zaken (EZ) en Infrastructuur en Milieu (I&M) een principeakkoord gesloten over garnalenvisserij in de N2000 gebieden in de kustzone. VisNed voorzitter Maarten Drijver en Barbara Holierhoek, voorzitter van Hulp in Nood en Ons Belang hebben bij de totstandkoming een hoofdrol gespeeld. Aan het overleg onder leiding van onafhankelijk voorzitter Jan Heijkoop werd vanuit de sector ook door Mathijs van der Ploeg en NVB voorzitter Johan Nooitgedagt deelgenomen. 5

6 Vanuit de sector is het zwaarbevochten pakket van maatregelen om te komen tot impact beperkende maatregelen en voor verhoging van de selectiviteit vandaag in de bijeenkomst gepresenteerd en beoordeeld. De maatregelen zijn 2 weken geleden in Den Oever met een brede vertegenwoordiging vanuit de sector van zuid naar noord uitvoerig besproken. Dat dit pakket aan maatregelen voor de sector een zwaar offer vergt is duidelijk, maar om een NB-wet vergunning te verkrijgen en het nu nog gesloten gebied II weer open te krijgen voor garnalenvisserij zijn we als sector gehouden om maatregelen te treffen. Dat is niet leuk, maar niets doen zou op termijn nog meer problemen en beperkingen met zich mee brengen. Op dit moment zijn er nog een paar losse eindjes die aan elkaar geknoopt moeten worden. Eerder deze week presenteerden we dit plan in de stuurgroep VisWad. Ook daar was de ontvangst positief. Het principeakkoord (op basis van wat in Den Oever is besproken) mag door de losse eindjes niet meer stuk lopen. Kustzone en Waddenzee zijn dan door dezelfde pakketten van maatregelen met elkaar verbonden. Er zijn ook afspraken gemaakt om voor alle garnalenvissers dezelfde regels op te leggen. Voor de zgn. free-riders gelden dan dezelfde regels en voorwaarden. Om dat ook juridisch goed te bewerkstelligen trekken PO s en NGO s samen op richting ministeries en politiek. In elk geval zal iedere garnalenvisser op 31 december as. een werkende Black Box voor plaatsbepaling aan boord moeten hebben, wanneer men wil uitvaren als garnalenvisser. Ook moeten ze allemaal de handhaving en uitlezing dan geregeld hebben. Dus wie nog niet zo ver is moet nu echt haast gaan maken. Zoals gezegd: de principes zijn afgesproken, er zijn nog een paar losse eindjes, maar zodra alles definitief is zullen we iedereen informeren. Voorschriften toestemming pulsvisserij op platvis en aanleg Technisch Dossier Deze week hebben alle vergunninghouders in de pulsvisserij op platvis een brief van de RVO ontvangen met de nieuwe voorschriften toestemming pulsvisserij op platvis. Deze voorschriften zijn ontwikkeld door de sector, overheid en fabrikanten en zijn nodig om goede controle en handhaving mogelijk te maken. Deze vorm van controle en handhaving komt op zijn beurt weer voort uit de noodzaak om de kritische houding van andere Europese lidstaten t.o.v. de pulsvisserij te kunnen pareren. Vanuit ons omringende landen heerst een zeer kritische houding naar de pulsvisserij en die kritische houding staat een definitieve legalisering van de techniek vooralsnog in de weg. Om deze kritiek het hoofd te bieden is de Stuurgroep Pulsvisserij opgericht, hierin zijn de sector, overheid en maatschappelijke organisaties verenigd met als uiteindelijke doel definitieve toestemming van deze vangsttechniek. Goed gereguleerde controle en handhaving is één van de belangrijkste voorwaarden die aan de pulsvisserij gesteld worden. Vanuit de Stuurgroep Pulsvisserij is dan ook de werkgroep Controle en Handhaving opgezet waarin in samenwerking met fabrikanten en NVWA de nieuwe technische voorschriften zijn opgesteld. Vanuit VisNed zijn Maarten Drijver en Teun van Dam betrokken in deze werkgroep. Het resultaat is dat er onder de nieuwe voorschriften een eenduidig controle en handhavingsbeleid gevoerd kan worden waarover geen verwarring en discussie kan ontstaan zodat ook buitenlandse controle-instanties de controles kunnen uitvoeren. Dit is een belangrijke stap in het wegnemen van het wantrouwen richting de techniek. Voor verdere details van de voorschriften verwijzen we naar de brief van de RVO die de vissers deze week hebben ontvangen. Om aan deze voorschriften te voldoen moet een Technisch Dossier opgesteld worden waarin in de betreffende brief ook melding wordt gemaakt. De afronding van dit dossier is in zicht en achter de schermen werken de sectororganisaties op dit moment met de fabrikanten en leveranciers om zoveel mogelijk voorbereidend werk hiervoor te doen. Van de visser wordt verwacht dat zij zelf ook een deel van de benodigde documenten moeten aanleveren voor hun eigen dossier. Vanaf 1 januari 2017 is het dus verplicht dit dossier aan boord te hebben en moet dit overlegt kunnen 6

7 worden bij controles. Belangrijk is het verder nog om te vermelden dat per 1 maart 2017 de elektrodes moeten voldoen aan de nieuwe eisen. Voor de modules is een overgangsperiode ingesteld tot 1 maart Zoals al eerder aangegeven in deze nieuwsbrief en tijdens de afgelopen haventour geldt vanaf volgend jaar voor pulsvissers de verplichting om per trek data aan te leveren over de vangstsamenstelling. Achter de schermen wordt op dit moment dan ook druk gewerkt in samenwerking met een aantal vissers om tot een werkbaar format te komen dat de administratieve lasten zo klein mogelijk maakt. VisNed rekent op laatste keer afkondigen s. Nu per 1 januari as. de kabeljauw in de grote mazen visserijen (TR1 en BT1) onder de aanlandplicht gebracht wordt komt de Europese zeedagenregeling te vervallen. Zoals eerder gemeld is het logisch dat ook de aan de zeedagen verbonden extra maatregelen ter bescherming van kabeljauw komen te vervallen, zoals deze -regeling, die in samenwerking met Engeland doorgevoerd wordt. Het hoeft geen nader betoog dat VisNed en de betrokken vissers heel opgelucht zullen zijn indien eindelijk een einde komt aan deze maatregel, immers deze was de afgelopen jaren een bron van frustratie en ongenoegen. VisNed heeft voortdurend gewezen op de oneerlijke aanwijzing van de gebieden en de vaak onterechte ingrijpende gevolgen voor bepaalde groepen vissers. VisNed rekent op een positief besluit van de staatssecretaris om de -maatregel in te trekken. Hieronder treft u dan ook, hopelijk voor de laatste keer, de coördinaten aan van de voor december 2016 ingestelde s die van toepassing zijn voor Nederlandse schepen opererend met bordentrawl, twinrig en fly shoot (TR - niet voor NL-boomkor/pulsers) en voor Engelse vaartuigen in dezelfde categorieën maar ook voor de VK-boomkorvaartuigen (BT). Naar aanleiding van de consultatie is er een enkele wijziging doorgevoerd en zijn uiteindelijk onderstaande s vastgesteld. Het bijbehorende kaartje is hier te vinden. 36-F2-g 729 4B 'N 'E 32F2-e 734 4C 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 37F3-p 730 4B 'N 'E 35F2-a 735 4C 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 39F3-l 731 4B 'N 'E 38F3-n 736 4B 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 38F3-l 732 4B 'N 'E 37F3-c 737 4B 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 7

8 35F2-e 733 4C 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E Weekhoeveelheid rog verhoogd. Nu de uitputting van de rog, mede door een aantal correcties in het vangstregistratiesysteem, iets naar beneden is bijgesteld heeft VisNed voorgesteld om de weekhoeveelheid te verhogen. Na overleg is besloten om de aan te voeren hoeveelheid te verhogen naar 100 kg per vaartuig per week dan wel een reis langer dan een week. We zullen wel kijken hoe we hiermee uitkomen. VisNed realiseert zich dat dit voor veel vaartuigen een druppel op een gloeiende plaat is maar desondanks voeren we deze maatregel door. Ingangsdatum is maandag 5 december, dus vanaf week 49. Over het nieuwe reddingvest en over veiligheidstrainingen Vorige week berichtten we over het nieuw ontwikkelde reddingvest voor de visserij. De Sectorraad visserij is het platform waar het overleg heeft plaats gevonden. Daar zijn de CIV s niet bij betrokken geweest en dat had bij nader inzien wel gemoeten Van fouten leren we echter, ook hier. Inmiddels is aan vissers een brief verstuurd over bestellingen. Die brief staat op onze website. Een heel andere en verwarring zaaiende, brief die circuleert gaat over veiligheidstrainingen. Over het bestellen van de zwemvesten is inmiddels ook wel wat verwarring ontstaan. Niet iedereen hoeft zich rechtstreeks tot de NVB in Emmeloord te wenden. Voor de PO Delta Zuid is bijvoorbeeld vanuit het PO-kantoor in Yerseke een blokbestelling geplaatst. De levering, distributie en financiële afwikkeling zal Delta Zuid rechtstreeks met haar leden (en dus de kotters) regelen. Voor de overige PO s kunnen de kantoren (vaak) op de havens een coördinerende rol vervullen. Vissers kunnen daar terecht. Per PO worden financiële afspraken gemaakt. Zodra het vest geleverd kan worden zal vanuit en door de Sectorraad wederom sector breed en in gezamenlijkheid publiciteit worden verzorgd. In samenhang met en bijvoorbeeld de KNRM. Het gaat dan om een instructiefilm. Maar het allerbelangrijkste is HET GEBRUIK. Het aantrekken van een reddingvest. Elke trek weer. Dag in dag uit. Bij slecht weer en bij mooi weer. Veiligheid boven alles. Dat geldt ook voor de basisveiligheidstraining. Alle vissers moeten een op de visserij gerichte basisveiligheidstraining gevolgd hebben: BasicSafety F. Nu zijn er een beperkt aantal vissers die Basic Safety hebben gevolgd, maar zonder de aanvullende module F. Deze vissers wordt aangeraden er voor te zorgen dat ze zo snel mogelijk over de juiste kwalificatie, dus met F, beschikken. Diverse opleidingsinstituten kunnen daarvoor zorgen. Als vissers eenmaal die kwalificatie hebben is er geen sprake meer van verplichte opfriscursussen. De verwarring op dit gebied is behoorlijk, het enige wat wij hier zeggen: iedereen moet gekwalificeerd zijn, dus de BasicSafety Training F gevolgd hebben. Bij twijfel is het VisNed-secretariaat beschikbaar om uw vragen te beantwoorden. Overigens gaan we sector-breed met een Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RIE) aan de slag. In dat proces komen alle aspecten rondom veiligheid aan de orde. Het gaat erom dat veiligheidsbewustzijn in de komende periode omhoog gaat. Daar wordt sector-breed op in gezet en daarin wil VisNed een rol spelen die bij de omvang van haar ledenbestand en landelijke spreiding past. 8

9 VIRIS-overzicht Hieronder het overzicht 2016 betreffende de benutting van de belangrijkste quota. Peildatum is 1 december 2016, dit zal betekenen dat het de aanvoer betreft tot en met week 46 van dit jaar. Ter vergelijking ook het overzicht van de benutting van de quota per 26 november 2015, dat is tot en met week 45 van het jaar ( ) ( ) Vissoort: Quotum: Vangst: Uitputting: Quotum: Vangst: Uitputting: Tong % % Schol % % Kabeljauw % % Wijting % % Tarbot/Griet % % Schar/bot % % Tongschar % % Langoustines % % Rog % % PO-maatregelen. Voor 2016 hebben alle Nederlandse PO s in CVO-verband een aantal PO-maatregelen genomen om de benutting van een aantal nationale quota zo duurzaam mogelijk te laten plaatsvinden en om vroegtijdige sluiting van het quotum proberen te voorkomen. Deze maatregelen zijn: Rog: De maximaal aan te voeren hoeveelheid per vaartuig per week of reis langer dan 7 dagen is door de PO s vastgesteld op 100 kg doodgewicht. De minimum maat is 55 cm. Aanvoer van rog kleiner dan 55 cm en/of meer dan 125 kg is verboden en de PO s hebben een extra heffing van 5,00 per kg ingesteld voor overtredingen. Tarbot, griet: voor deze soorten geldt een minimum aanvoermaat van 32 cm (verbod op aanvoer van tarbot VI < 500 gram, griet III < 400 gram) en een aanvoerbeperking van 600 kg dood gewicht per week/per reis langer dan een week voor tarbot/griet samen. Bij aanvoer kleiner dan 32 cm/500 gram-tarbot en kleiner dan 32 cm/400 gram-griet en/of meer dan 375 kg per week wordt een heffing van 10,00 per kg toegepast. Tongschar: voor tongschar geldt een minimum maat van 25 cm waarbij de tongschar van cm moet worden gesorteerd in een aparte klasse: tongschar IIIb of tongschar IV. Noorse kreeft: Noorse kreeft valt enerzijds onder Aanlandplicht maar tegelijk mogen ondermaatse Noorse kreeft gediscard worden onder deminimis-regeling, dus feitelijk is er niets gewijzigd t.o.v. vorig jaar. Verder: max. 10% kreeftstaartjes per aanlanding. Sluitingen: op dit moment geen. Met vriendelijke groet, Het VisNed-team. 9