Vlaak 12, 8321 RV Urk, Tel: Website: Urk, 12 april 2013.

Transcriptie

1 Vlaak 12, 8321 RV Urk, Tel: Fax: Aan: de leden van VisNed, Website: Urk, 12 april Studiedag over Kabeljauw herstel. Vorige week vrijdag 5 april, kwamen ongeveer 20 vertegenwoordigers van de Franse, Belgische, Deense, Engelse, Schotse en Nederlandse visserij, waaronder VisNed, NGO's, wetenschappers en enkele vertegenwoordigers van de lidstaten bijeen voor een Noordzee RAC studiedag over de ontwikkelingen rond het kabeljauw plan. Tijdens de afgelopen decemberraad in Brussel, hebben de ministers unaniem besloten om het maatregelenpakket van het kabeljauw managementplan op hold te zetten. Zo werd besloten tot een roll-over voor de TAC en geen verdere korting in de zeedagen. Dit was nodig, omdat de regels van het plan in de uitvoering een aantal elementen bevat dat contraproductief werkt. Voorbeeld: ondanks de toename van de stock zou de TAC toch naar beneden moeten omdat het Veilig Biologisch Minimum nog niet bereikt was. Dit zou weer leiden tot ongewenste teruggooi van gevangen kabeljauw en dat wil niemand! Allemaal het gevolg van super ingewikkelde besluitvorming, met een zoektocht naar wie het voor het zeggen heeft, tussen Europese Commissie, Europese Raad en Europese Parlement. Ondertussen zijn alle betrokkenen het er over eens dat dit plan duidelijk over haar houdbaarheidsdatum heen is en dat het hoog tijd is voor een nieuw plan. De Noordzee-RAC heeft het initiatief genomen om te komen met een contourschets van zo n nieuw plan. Daarbij is het voordeel dat een plan van de Noordzee-RAC gedragen zal worden door de visserijsector (aanvoer en handel) en de NGO's. Vanuit het Engelse Cefas laboratorium in Lowestoft schetste Chris Darby een beeld van de ontwikkelingen van het kabeljauwstand. Daaruit bleek dat het bestand sinds de jaren 20 van de vorige eeuw grote fluctuaties heeft gekend met o.a. de zogenaamde "kabeljauwexplosie" aan het begin van de jaren 80 van de vorige eeuw. Hij toonde aan dat die situatie zeer uitzonderlijk was en dus niet als streefbeeld gebruikt kan worden. De meest recente uitwerkingen van de modellen tonen aan dat er gelukkig sprake is van een opwaartse trend in het kabeljauwstand en dat het brengen van de visserijdruk op een duurzaam niveau zeker tot de mogelijkheden moet behoren, zonder dat er nog draconische maatregelen genomen moeten worden. Wel is het zo dat er in elk geval gezorgd moet worden dat er regelgeving komt die er niet langer voor zorgt dat nog sprake is van het ongewenst teruggooien van gevangen maatse kabeljauw. Vanuit het Deense instituut DTU Aqua presenteerde Clara Ulrich modellen om te komen tot het gezamenlijk beheren van diverse soorten in de gemengde visserij. In feite is er dan sprake van visserijbeheer wat overeenkomt met de actualiteit op zee, namelijk steeds wisselend samengestelde mix van vangst. Een uitdagende exercitie. In een ronde langs de landen vertelden de visserijvertegenwoordigers over hun praktische ervaringen met het huidige plan. Vanuit Nederland brachten we nadrukkelijk naar voren dat onze kabeljauw visserij nog maar heel beperkt van omvang is, maar dat het vooral onze platvisvisserij is, uitgevoerd met twinrig en fly-shoot, die te maken heeft met de maatregelen van 1

2 dit plan. Nadrukkelijk werd vanuit Nederland betoogt dat dit plan de transitie van de Nederlandse sector danig in de weg heeft gezeten en nog steeds zit. Vervolgens ging Sarah Kraak, die enkele jaren geleden de overstap maakte van Imares naar Ierland, uitgebreid in op een aantal gedragspatronen waaruit we de lering kunnen trekken bij het maken van nieuwe plannen. Zij putte daarbij uit een aantal inspirerende artikelen die ICES-wetenschappers de afgelopen jaren hebben gepubliceerd. Enerzijds voorstellen die afstand houden van het micromanagement, maar anderzijds ook voorstellen die het radicaal over een andere boeg gooien. Bijvoorbeeld door vissers geen zeedagen, maar zogenaamde duurzame visrechten toe te kennen waardoor ze veel meer eigen beslissingsvrijheid krijgen. Interessante gedachtenlijnen, maar toch wel op enige afstand van de actualiteit en de praktijk van elke dag. Vanuit de Europese Commissie werd nog eens geschetst hoe de besluitvormende situatie ligt; die is samen te vatten in één woord: "complex". Enerzijds is er de noodzaak tot veranderen, anderzijds ligt er een principiële vraag, die wellicht voorgelegd gaat worden aan het Europese Hof: wie heeft welke bevoegdheid om regels te zetten. Voor de Noordzee-RAC betekent dit dat er nog tijd is voor het ontwikkelen en uitwerken van de contouren van een nieuw plan, maar dat het anderzijds ingewikkeld wordt om het plan bij alle betrokken partijen op de juiste manier onder de aandacht te krijgen. En daarbij werpen de Europese verkiezingen van juni 2014 (en dat is nog maar een jaar weg) ook haar schaduw vooruit. In de eerstvolgende vergadering van de demersale werkgroep van de Noordzee-RAC op 30 april as. in het Noorse Trondheim, wordt verder gesproken over dit onderwerp. Vaarroutewijziging op 1 augustus Op 1 augustus UTC, dat is lokale tijd, verandert de gehele routestructuur op het Nederlandse deel van de Noordzee ingrijpend. We hebben u daar al eerder over geïnformeerd. Het onderwerp is echter zo belangrijk dat wij dat bericht op verzoek van de Rijkswaterstaat herhalen. Aan deze nieuwsbrief hebben we een factsheet hierover meegestuurd, evenals het document: Achtergrond nieuwe routering. In juni verschijnen de nieuwe zeekaarten. Voor meer informatie verwijzen we ook naar de website: Verkeerssituatie IJmuiden. In de afgelopen week werden wij benaderd van uit het havencentrum IJmuiden, met navraag over enkele vaarbewegingen van kotters in de aanlooproute en de ankergebieden voor IJmuiden. Het lijkt ons goed om de informatie die eerder in deze nieuwsbrief verspreid is nogmaals onder uw aandacht te brengen: 1) De communicatie tussen vissersschepen en de verkeerscentrale moet verbeterd worden. Iedereen MOET zich melden via de VTS blokkanalen en moet blijven uitluisteren op kanaal 7. De VTS IJmuiden is als volgt ingericht, nl.: westzijde sluizencomplex tot een gebied van 5 uit de havenhoofden: VHF-61; aansluitend op dit gebied verder westwaarts VHF-7. (officieel tot 12 uit de havenhoofden) 2) Het vissen op het talud van de geul levert potentieel gevaarlijke situaties op en is daarom ongewenst. Met name staandwant visserij (dwars op de vaargeul) dient vermeden te moeten worden. 3) Het Havenbedrijf zou graag zien dat het gebied tussen de havenmond tot 10 km uit de kust tot de Racon, ter breedte van 450 m gesloten wordt voor visserij. Dit gebied staat al op de kaart als verboden ankergebied. Naar verwachting wordt deze procedure binnenkort in gang gezet. Kaderrichtlijn Marien. Afgelopen week werd in Brussel gedurende twee dagen gesproken over een stuk Europese wetgeving die van grote invloed zal zijn op visserij, de Kaderrichtlijn Marien. Dit is een brok Europese regelgeving dat ervoor moet zorgen dat de goede milieutoestand op zee bereikt wordt in het jaar Om dat te bepalen zijn doelstellingen geformuleerd op het gebied van bijvoorbeeld zwerfvuil, ongereptheid van de zeebodem, leeftijdsopbouw van vispopulaties, toxische stoffen in vis, onderwatergeluid en zo nog een aantal zaken. Over al deze zaken zijn, tamelijk ruim 2

3 geformuleerde, doelstellingen vastgelegd. De Nederlandse aanpak van dit beleidsterrein is dit voorjaar door het kabinet vastgelegd en in Brussel ingediend. Op 24 april zal de Tweede Kamer hierover debatteren met de minister van Infrastructuur en Milieu en de staatssecretaris van EZ. Dit is een langzaam lopende beleidsontwikkeling, die echter langzaam maar heel onzeker haar invloed op het beleidsterrein visserij laat uitgroeien. In Brussel ging het de afgelopen week over indicatoren, dus hoe meet je al die situaties en hoe bepaal je nu of de goede milieutoestand wordt bereikt. Ook hier bleek dat het opschrijven van beleidsdoelen lastiger is dan het concretiseren ervan. Vanuit Nederland waren ons ministerie van EZ en Rijkswaterstaat vertegenwoordigt en Pim Visser woonde de bijeenkomst bij namens de Noordzee-RAC. Dat laatste is van groot belang, omdat het absoluut onmogelijk is om dit onderwerp als lidstaat Nederland helemaal zelfstandig te benaderen. Immers, de Noordzee is een relatief klein gebied met heel veel omringende landen en daar uitkomende invloeden. Ook werd duidelijk dat een goede terugkoppeling van wetenschappelijke bevindingen naar de mensen uit de praktijk, lees de vissers, essentieel is. Anders worden beslissingen met verstrekkende gevolgen genomen op basis van incomplete, of onjuiste gegevens. Wij blijven dit lange termijn onderwerp nauwgezet volgen, want de invloed ervan kruipt langzaam maar zeker ook het beleidsterrein visserij binnen. Bestuurlijk overleg met Ministerie van EZ. De komende week overleggen we weer met de bestuurlijke top van het Ministerie van EZ. Dat overleg is van groot belang, omdat de tienjaarlijkse herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid in de eindfase komt. Het meest in het oog springende beleidsdoel, wat voor de kottersector ongekende gevolgen gaat hebben, is de invoering van een aanlandplicht en een teruggooi verbod. Ten behoeve van dat overleg hebben we de situatie die op ons afkomt (zoals we dat nu kunnen overzien) in een notitie samengevat. Hierin attenderen wij op het grote onbegrip en daarom het ontbreken van draagvlak op de vloot en daarnaast hebben we veel vragen over de quotum - technische gevolgen, de economische gevolgen en de logistiek. Ook stellen we voor om in Benelux-verband innovaties te stimuleren, die overleving van bijvangst vergroten, de kennis over het onderwerp doen toenemen en die de selectiviteit van netten verbetert. in de vergadering van de Vissersvereniging Zuidwest te Stellendam van 13 april zullen we deze elementen nader toelichten. Controles op zee. Onlangs zijn we geconfronteerd met vragen over bevoegdheden van controleurs bij toezicht en handhaving op volle zee. Tot de nieuwe Controleverordening in 2009 van kracht werd was het voor controleurs alleen toegestaan op eigen water controles uit te voeren of in andere wateren indien een vissersvaartuig zich probeerde te onttrekken aan een aangekondigde controle. Met de nieuwe EG-controleverordening 1224/2009 zijn de bevoegdheden van controleurs verruimd. Onder voorwaarden mag sindsdien een inspectiedienst van een lidstaat vissersvaartuigen die niet haar vlag voeren in wateren van andere lidstaten controleren. Met andere woorden: onder voorwaarden mag een Engelse controleboot een Nederlands vissersvaartuig actief in de Belgische zone controleren, en zo zijn er genoeg combinaties te bedenken, bijvoorbeeld ook: een Frans inspectievaartuig mag actief zijn in Belgisch of Nederlands water en vissersvaartuigen van elke nationaliteit controleren. Ook wanneer het vissersvaartuig de hele reis tot nu toe niet in Frans water gevist heeft, mag de Franse controleur in het water van een andere lidstaat toch aan boord komen. De voorwaarden waaronder dit mag zijn, dat er sprake moet zijn van een aangemelde specifieke controle of een controle in het kader van Gezamenlijk inspectieprogramma (Joint Deployment Plan) wat tussen meerdere lidstaten is afgesproken. De specifieke controle of het gezamenlijke inspectieprogramma (JDP) moet aangemeld zijn bij het EG-Controle Agentschap te Vigo. Indien dus bijvoorbeeld een Engelse inspecteur in Belgisch water bij een Nederlands vissersvaartuig aan boord wil komen, dient dit toegestaan te worden maar dient terstond de vraag gesteld te worden of er sprake is van een aangemelde controle. Vervolgens kan aan de NVWA gevraagd worden om dit in Vigo na te trekken. Indien aanmelding niet heeft plaats gevonden, 3

4 hoeft de controle ook niet toegestaan te worden. Is de controle wel aangemeld of is sprake van een JDP moet de controle toegestaan worden. Overigens liet de NVWA ons weten dat er in de Zuidelijke Noordzee sprake is van een gezamenlijk inspectieprogramma (JDP) door NL/VK/BE/FRA het hele jaar door. Indien er een overtreding wordt vastgesteld moet de zaak afgewikkeld worden door de lidstaat in wiens water deze vastgesteld is. Dus een Franse controleboot mag, bijvoorbeeld controlerend in Belgisch water, een Nederlands vissersvaartuig niet opbrengen naar een Franse haven maar moet de zaak, door middel van het opstellen van een inspectieverslag, over dragen aan de Belgische autoriteiten. In dit voorbeeld kan Belgie wel aan Nederland (dus de vlaggenstaat van het vissersvaartuig) vragen om de afwikkeling van de zaak voor haar rekening te nemen. In alle gevallen wordt aanbevolen om de controleactiviteiten via film of foto vast te leggen en een verslag op te stellen van wat er tijdens de controle plaats vindt. Problemen rond Technische Maatregelen aanhechting van de kuil. De laatste paar weken is er een discussie ontstaan met de Engelse controle diensten (MMO) over de interpretatie en toepassing van artikel 6 lid 3 van EG-Vo. 850/1998 Technische Maatregelen. De tekst van dit artikel luidt: 1. Het is verboden bodemtrawls, Deense zegennetten of soortgelijk gesleept tuig aan boord te hebben of te gebruiken waarvan het aantal mazen waar ook in de omtrek van de kuil, met uitsluiting van de aanslag en de naadlijn, groter is dan 100. Deze bepaling is van toepassing op bodemtrawls, Deense zegennetten of soortgelijke sleepnetten met een maaswijdte tussen 90 en 119 mm. De bepalingen zijn niet van toepassing op boomkorren. 2. In enkelvoudige kuilen in enge zin mag het aantal mazen waar ook in de omtrek van de kuil van voor naar achteren niet toenemen. Deze bepaling is van toepassing op alle gesleepte netten met een maaswijdte van 55 mm of meer. 3. Het aantal mazen, de mazen in de naadlijnen niet meegerekend, op elk punt waar ook in de omtrek van de tunnel mag niet kleiner zijn dan het maximumaantal mazen in de omtrek aan de voorkant van de kuil in enge zin, de mazen in de naadlijnen niet meegerekend. Deze bepaling is van toepassing op alle gesleepte netten met een maaswijdte van 55 mm of meer. Duidelijk staat aangegeven dat lid 1 (maximaal aantal mazen rond) niet geldt voor boomkorren maar lid 2 en 3 gelden voor alle sleepnetten (dus ook voor boomkorren). En daarbij komt nu ineens de interpretatie van de Engelse controleurs dat het kropje/tussenstukje gezien wordt als tunnel, feitelijk te gek voor woorden omdat het een artikel betreft dat al 15 jaar in de betreffende EG-Vo. staat! Het begon met controles aan boord van Belgische boomkorvaartuigen, hetgeen ook leidde tot het opslepen van een Belgische kotter naar een Engelse haven omdat de MMO uit dat artikel afleidt dat er in sleepnetten geen ballonvorming ( balooning ) mag zijn. Deze week werden ook Nederlandse vissersvaartuigen geconfronteerd met controles op dit punt. Het was ook één van de tenlasteleggingen aan het adres van de OD 17. Tot nu toe is er altijd van uitgegaan dat dit artikel niet van toepassing is op boomkorren omdat er geen verlengstuk in het net aanwezig is. De Belgische controledienst heeft recent deze visie ook aan de MMO kenbaar gemaakt, waarop als reactie gekomen is dat deze zaak verder bekeken wordt door de juridische dienst van de MMO. Het definitieve standpunt van de MMO is daarom nog niet bekend. Het probleem dient zich aan wanneer het aantal mazen van het kropje/tussenstukje x de maaswijdte een bepaalde breedte oplevert en dezelfde berekening van het aantal mazen x de maaswijdte van de kuil een grotere breedte aangeeft en er dan gesuggereerd wordt dat er sprake is van belooning, hetgeen dus niet toegestaan is. We hopen natuurlijk dat er snel duidelijkheid komt van de MMO dat een boomkorvistuig niet aan belooning doet en dat de onduidelijkheid weg genomen wordt. In de tussentijd kunnen problemen voorkomen worden wanneer er voor gezorgd wordt dat de uitkomst van de vermenigvuldiging van het aantal mazen, diegene in de naadlijnen niet meegerekend, met de gemiddelde maaswijdte van de mazen in de het kropje/tussenstukje (de omtrek dus), minstens 4

5 gelijk is of groter is aan de uitkomst van dezelfde vermenigvuldiging in de kuil. Uiteraard houden we u op de hoogte van informatie van de overheden over deze problematiek. Overigens gaf Anton Dekker aan dat de overtreding belooning aan het adres van de OD 17 uiteindelijk tijdens de behandeling ter rechtszitting van tafel is gegaan. Passende Beoordeling Natuurbeschermingswet Garnalen. Het is bekend dat de huidige vergunning voor de garnalenvisserij op de Waddenzee en in de Kustzone per 1 januari 2014 vernieuwd moet worden. Om daarvoor voldoende gegevens te hebben, wordt een grootschalig onderzoek uitgevoerd, onder andere van bevissing met de klossenpees naar de effecten op de zeebodem. Het eerste deel van het onderzoek is in 2012 uitgevoerd en de garnalenvissers zijn daarover via onze nieuwsbrieven, artikelen in Visserijnieuws en directe mailings geïnformeerd. Essentieel in dat onderzoek is het onderdeel dat bekijkt of er verschil is tussen een gebied waar gevist is en een gebied waar niet gevist is. Daarvoor zijn proefvakken aangewezen, die ook in de kaartplotters worden weer gegeven. Bij de analyse van de gegevens is gebleken dat er toch veelvuldig en op sommige plekken intensief gevist is in de gebieden die onbevist hadden moeten blijven. Een eerste analyse wijst uit dat dit gebeurd is door een beperkt aantal vissers. Hierdoor is de waarde van de verkregen gegevens in 2012 ernstig verminderd. VisNed en de Nederlandse Vissersbond hebben aan Imares en Marin opdracht gegeven om de situatie verder te analyseren en zo de aangerichte onderzoek schade in kaart te brengen. De kosten hiervoor komen voor rekening van de garnalensector. We hopen over enkele weken de uitkomsten van de analyses te ontvangen, waarna bezien kan worden wat voor extra onderzoek nodig is. Ook dit betekent dat de garnalensector hiervoor een aanzienlijke rekening gepresenteerd krijgt. Wat echter veel bedreigender is, is het feit dat de aanvraag van een nieuwe Natuurbeschermingswet-vergunning (Nb-wet) grote vertraging oploopt. Bert Keus en Floor Heinis, die voor ons de werkzaamheden in het kader van deze aanvraag en onderzoek uitvoeren, worden nu ernstig in hun voorbereidingswerkzaamheden gehinderd, waardoor een ernstige tijdsklem dreigt te ontstaan, Het is nog maar de vraag of de overheid bereid en in staat is op juridisch verantwoorde wijze te kunnen reageren op deze situatie en of er per 1 januari 2014 nog wel een vergunning beschikbaar is. Dat wij daar alles aan doen is natuurlijk duidelijk maar de situatie is hierdoor wel erg complex geworden. Het is dus duidelijk dat degenen die bewust, of onbewust door de onderzoeksvragen hebben gevist hun collega s een ernstig nadeel berokkend hebben en de garnalensector onnodig op hoge kosten hebben gejaagd. Het deel van het onderzoek dat in 2013 uitgevoerd gaat worden is inmiddels verschoven tot de nazomer en er zullen de maatregelen genomen worden dat de ongewenste situatie van 2012 niet meer kan voorkomen. Blueport ontwikkelingen Afgelopen week was er weer een overleg tussen de vijf regionale Blueports en het ministerie van Economische Zaken. Voorafgaand aan dat overleg spraken de Blueports voorzitters over de toekomst. Nu de regeling van het Europese visserijfonds afloopt en er een nieuw fonds in de steigers staat, is het nodig om als sector na te denken over het aanjagen van innovatie en economische activiteiten gedurende de looptijd van de nieuwe fonds. Er is afgesproken om een gezamenlijk visiedocument hierover op te stellen, afgestemd met de producentenorganisaties, om zo te voorkomen dat zaken dubbel gebeuren en om toch vooral ook de link naar de varende vloot te garanderen. Doel van de Blueports is overigens niet om subsidie te verstrekken, maar wel om te helpen om innovatieve ideeën om te zetten in concrete projectvoorstellen en de initiatiefnemers te ondersteunen in hun zoektocht naar financiering. VIRIS-overzicht. Hieronder treft u aan het overzicht betreffende de benutting van de belangrijkste quota in Peildatum is 12 april Er kan vanuit gegaan worden dat de vangsten tot en met week 13 5

6 verwerkt zijn. Ter vergelijking de benutting van de quota per 12 april 2012, dus in feite dezelfde periode ( ) 2013 ( ) Quotum: Vangst: Uitputting: Quotum: Vangst: Uitputting: Tong % % Schol % % Kabeljauw % % Wijting % % Tarbot/Griet % % Schar/bot % % Tongschar % % Langoustines % % Rog / Vleet % % In bovenstaand overzicht zijn de definitieve quota weergegeven, die eindelijk administratief verwerkt zijn door Brussel. Het ministerie van EZ heeft aangegeven dat in de loop van volgende week alle ondernemers nieuwe contingentdocumenten zullen ontvangen waarin de definitieve cijfers verwerkt zijn. Het ministerie heeft toegezegd dat over deze nieuwe quotumpapieren geen leges verschuldigd zijn. PO-maatregelen. Rog: Sinds 18 maart jl. is de maximaal aan te voeren hoeveelheid per vaartuig per week of reis langer dan 7 dagen vastgesteld op 250 kg doodgewicht. De minimum maat is 55 cm. Aanvoer van rog kleiner dan 55 cm en/of meer dan 250 kg is verboden en de PO s hebben een extra heffing van 3,00 per kg ingesteld voor overtredingen. Tarbot en griet: Voor beide soorten geldt een minimum maat van 27 cm; bij aanvoer van kleiner dan 27 cm wordt een extra heffing van 3,00 per kg toegepast. Sluitingen. De quota voor Kabeljauw (VIId) en Rog in Het Kanaal zijn volledig benut; aanvoer is inmiddels verboden. Met vriendelijke groet, Coöp. Kottervisserij Nederland (VisNed), Geert / Pim. 6