Algemene inhoudsopgave

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Algemene inhoudsopgave"

Transcriptie

1

2 Algemene inhoudsopgave Voorwoord...V Auteurs...VII Ten geleide...xi Algemene inhoudsopgave...xiii I Arbeidsovereenkomst algemeen Art. 610 BW Boek Art. 610a BW Boek Art. 610b BW Boek Art. 611 BW Boek Art. 611a BW Boek Art. 612 BW Boek Art. 613 BW Boek Art. 613a BW Boek 7, Art. 616b BW Boek 7, Art. 616c BW Boek Art. 614 BW Boek Art. 615 BW Boek Art. 616 BW Boek Art. 616a BW Boek Art. 616b BW Boek Art. 616c BW Boek Art. 616d BW Boek Art. 616e BW Boek Art. 616f BW Boek Art. 617 BW Boek Art. 618 BW Boek Art. 619 BW Boek Art. 620 BW Boek Art. 621 BW Boek Art. 622 BW Boek Art. 623 BW Boek Art. 624 BW Boek Art. 625 BW Boek Art. 626 BW Boek Art. 627 BW Boek Art. 628 BW Boek Art. 628a BW Boek Art. 629 BW Boek Art. 629a BW Boek Art. 630 BW Boek Art. 631 BW Boek Art. 632 BW Boek Art. 633 BW Boek Art. 634 BW Boek Art. 635 BW Boek Art. 636 BW Boek Art. 637 BW Boek Art. 638 BW Boek Art. 639 BW Boek Art. 640 BW Boek pag. XIII

3 Algemene inhoudsopgave 44 Art. 640a BW Boek Art. 641 BW Boek Art. 642 BW Boek Art. 643 BW Boek Art. 644 BW Boek Art. 645 BW Boek Art. 646 BW Boek Art. 647 BW Boek Art. 648 BW Boek Art. 649 BW Boek Art. 650 BW Boek Art. 651 BW Boek Art. 652 BW Boek Art. 653 BW Boek Art. 654 BW Boek Art. 655 BW Boek Art. 656 BW Boek Art. 657 BW Boek Art. 658 BW Boek Art. 658a BW Boek Art. 658b BW Boek Art. 659 BW Boek Art. 660 BW Boek Art. 660a BW Boek Art. 661 BW Boek Art. 662 BW Boek Art. 663 BW Boek Art. 664 BW Boek Art. 665 BW Boek Art. 665a BW Boek Art. 666 BW Boek Art. 667 BW Boek Art. 668 BW Boek Art. 668a BW Boek Art. 669 BW Boek Art. 670 BW Boek Art. 670a BW Boek Art. 670b BW Boek Art. 671 BW Boek Art. 671a BW Boek Art. 671b BW Boek Art. 671c BW Boek Art. 672 BW Boek Art. 673 BW Boek Art. 673a BW Boek Art. 673b BW Boek Art. 673c BW Boek Art. 673d BW Boek Art. 674 BW Boek Art. 675 BW Boek Art. 676 BW Boek Art. 677 BW Boek Art. 678 BW Boek Art. 679 BW Boek Art. 680 BW Boek XIV

4 99 Art. 680a BW Boek Art. 681 BW Boek Art. 682 BW Boek Art. 682a BW Boek Art. 683 BW Boek Art. 684 BW Boek Art. 685 BW Boek Art. 686 BW Boek Art. 686a BW Boek Art. 687 BW Boek Art. 688 BW Boek Art. 689 BW Boek Art. 690 BW Boek Art. 691 BW Boek Art. 692 BW Boek Art. 693 BW Boek Art. 694 BW Boek Art. 695 BW Boek Art. 696 BW Boek Art. 697 BW Boek Art. 698 BW Boek Art. 699 BW Boek Art. 700 BW Boek Art. 701 BW Boek Art. 702 BW Boek Art. 703 BW Boek Art. 704 BW Boek Art. 705 BW Boek Art. 706 BW Boek Art. 707 BW Boek Art. 708 BW Boek Art. 709 BW Boek Art. 710 BW Boek Art. 711 BW Boek Art. 712 BW Boek Art. 713 BW Boek Art. 714 BW Boek Art. 715 BW Boek Art. 716 BW Boek Art. 717 BW Boek Art. 718 BW Boek Art. 719 BW Boek Art. 720 BW Boek Art. 721 BW Boek Art. 722 BW Boek Art. 723 BW Boek Art. 724 BW Boek Art. 725 BW Boek Art. 726 BW Boek Art. 727 BW Boek Art. 728 BW Boek Art. 729 BW Boek Art. 730 BW Boek Art. 731 BW Boek Art. 732 BW Boek Algemene inhoudsopgave XV

5 Algemene inhoudsopgave 154 Art. 733 BW Boek Art. 734 BW Boek Art. 734a BW Boek Art. 734b BW Boek Art. 734c BW Boek Art. 734d BW Boek Art. 734e BW Boek Art. 734f BW Boek Art. 734g BW Boek Art. 734h BW Boek Art. 734i BW Boek Art. 734j BW Boek Art. 734k BW Boek Art. 734l BW Boek Art. 734m BW Boek Art. 735 BW Boek Art. 736 BW Boek Art. 737 BW Boek Art. 738 BW Boek Art. 739 BW Boek Art. 740 BW Boek Art. 741 BW Boek Art. 742 BW Boek Art. 743 BW Boek Art. 744 BW Boek Art. 745 BW Boek Algemene wet gelijke behandeling Art. 1 AWGB Art. 1a AWGB Art. 2 AWGB Art. 3 AWGB Art. 4 AWGB Art. 5 AWGB Art. 6 AWGB Art. 6a AWGB Art. 7 AWGB Art. 7a AWGB Art. 8 AWGB Art. 8a AWGB Art. 9 AWGB Art. 10 AWGB Art. 8 WAADI Art. 9a WAADI Art. 1 WMM Art. 2 WMM Art. 3 WMM Art. 4 WMM Art. 5 WMM Art. 6 WMM Art. 7 WMM Art. 8 WMM Art. 9 WMM Art. 10 WMM Art. 11 WMM Art. 12 WMM XVI

6 209 Art. 13 WMM Art. 14 WMM Art. 15 WMM Art. 16 WMM Art. 17 WMM Art. 18 WMM Art. 18a WMM Art. 18b WMM Art. 18c WMM Art. 18d WMM Art. 18e WMM Art. 18f WMM Art. 18g WMM Art. 18h WMM Art. 18i WMM Art. 18j WMM Art. 18k WMM Art. 18l WMM Art. 18m WMM Art. 18n WMM Art. 18o WMM Art. 18p WMM Art. 18pa WMM Art. 18q WMM Art. 19 WMM Art. 20 WMM Art. 21 WMM Art. 22 WMM Art. 23 WMM Art. 23a WMM Art. 24 WMM Art. 25 WMM II Ontslagrecht Art. 1 WMCO Art. 2 WMCO Art. 3 WMCO Art. 4 WMCO Art. 5 WMCO Art. 5a WMCO Art. 6 WMCO Art. 6a WMCO Art. 7 WMCO Art. 7a WMCO Art. 8 WMCO Art. 9 WMCO III Collectief arbeidsrecht en Medezeggenschap Art. 1 Wet CAO Art. 2 Wet CAO Art. 3 Wet CAO Art. 4 Wet CAO Art. 5 Wet CAO Art. 6 Wet CAO Art. 7 Wet CAO Art. 8 Wet CAO Art. 9 Wet CAO Algemene inhoudsopgave XVII

7 Algemene inhoudsopgave 262 Art. 10 Wet CAO Art. 11 Wet CAO Art. 12 Wet CAO Art. 13 Wet CAO Art. 14 Wet CAO Art. 14a Wet CAO Art. 15 Wet CAO Art. 16 Wet CAO Art. 17 Wet CAO Art. 18 Wet CAO Art. 19 Wet CAO Art. 20 Wet CAO Art. 21 Wet CAO Art. 25 Wet CAO, Art. 26 Wet CAO, Art. 27 Wet CAO Art. 1 Wet AVV Art. 2 Wet AVV Art. 2a Wet AVV Art. 3 Wet AVV Art. 4 Wet AVV Art. 5 Wet AVV Art. 6 Wet AVV Art. 7 Wet AVV Art. 7a Wet AVV Art. 8 Wet AVV Art. 9 Wet AVV Art. 10 Wet AVV Art. 10a Wet AVV Art. 10b Wet AVV Art. 14 Wet AVV Art. 15 Wet AVV Art. 16 Wet AVV Art. 1 WOR Art. 2 WOR Art. 25 WOR Art. 26 WOR Art. 27 WOR Art. 30 WOR Art. 31 WOR Art. 31a WOR Art. 31d WOR Art. 32 WOR Art. 33 WOR Art. 34 WOR Art. 35 WOR Art. 36 WOR IV Burgerlijk Wetboek (2, 3 en 6) en Faillissementswet Art. 129 BW Boek Art. 129a BW Boek Art. 130 BW Boek Art. 131 BW Boek Art. 132 BW Boek Art. 132a BW Boek Art. 133 BW Boek Art. 134 BW Boek Art. 134a BW Boek XVIII

8 316 Art. 135 BW Boek Art. 136 BW Boek Art. 137 BW Boek Art. 138 BW Boek Art. 139 BW Boek Art. 239 BW Boek Art. 239a BW Boek Art. 240 BW Boek Art. 241 BW Boek Art. 242 BW Boek Art. 242a BW Boek Art. 243 BW Boek Art. 244 BW Boek Art. 245 BW Boek Art. 246 BW Boek Art. 247 BW Boek Art. 248 BW Boek Art. 249 BW Boek Art. 33 BW Boek Art. 38 BW Boek 3, Art. 21 BW Boek Art. 44 BW Boek Art. 217 BW Boek Art. 228 BW Boek Art. 5 FW Art. 13a FW Art. 40 FW Art. 67 FW Art. 72 FW Art. 239 FW V Sociale Zekerheid Art. 3 WW Art. 4 WW Art. 5 WW Art. 6 WW Art. 8 WW Art. 16 WW Art. 17 WW Art. 17a WW Art. 19 WW Art. 20 WW Art. 22a WW Art. 24 WW Art. 25 WW Art. 27 WW Art. 36 WW Art. 42 WW Art. 3 ZW Art. 3a ZW Art. 4 ZW Art. 5 ZW Art. 6 ZW Art. 7 ZW Art. 8 ZW Art. 8a ZW Art. 8b ZW Algemene inhoudsopgave XIX

9 Algemene inhoudsopgave 370 Art. 8c ZW Art. 19 ZW Art. 19a ZW Art. 19aa ZW Art. 19ab ZW Art. 19b ZW Art. 19c ZW Art. 20 ZW Art. 28 ZW Art. 29 ZW Art. 29a ZW Art. 29b ZW Art. 29c ZW Art. 29d ZW Art. 29g ZW Art. 25 WIA Art. 26 WIA VI Procesrecht Art. 42 Wet RO Art. 47 Wet RO Art. 6 Rv Art. 8 Rv Art. 78 Rv Art. 79 Rv Art. 93 Rv Art. 99 Rv, Art. 100 Rv Art. 108 Rv Art. 261 Rv Art. 262 Rv Art. 284 Rv Art. 1019dd Rv VII Internationaal arbeidsrecht Art. 1 EEX-Vo 2001, Art. 1 EEX-Vo Art. 18 EEX-Vo 2001, Art. 20 EEX-Vo Art. 19 EEX-Vo 2001, Art. 21 EEX-Vo Art. 20 EEX-Vo 2001, Art. 21 EEX-Vo 2001, Art. 22 EEX-Vo 2012, Art. 23 EEX- Vo Art. 2 Rome I Art. 8 Rome I, Art. 6 EVO Art. 9 Rome I, Art. 7 EVO Art. 1 Waga Art. 2 Waga Art. 1 Detacheringsrichtlijn Art. 3 Detacheringsrichtlijn Art. 6 Detacheringsrichtlijn Art. 2 Wav Art. 15 Wav Art. 18 Wav Art. 19d Wav Art. 23 Wav Art. 6 ESH Art. G ESH Alfabetisch trefwoordenregister XX

10 I Arbeidsovereenkomst algemeen De Redactie mr. A.W. van Leeuwen mr. L. Nekeman-IJdema mr. C.S. Kehrer-Bot mr. C.L. Waterman mr. D.M. van Genderen mr. E.F.V. Boot mr. E.K.W. van Kampen mr. F.M. Dekker mr. dr. G.W. van der Voet mr. I.J. de Laat mr. J.J.M. de Laat mr. J. Oster mr. drs. J.R. Vos mr. dr. J.P.H. Zwemmer mr. K. Hakvoort mr. drs. K.G.F. van der Kraats mr. K.P.D. Vermeulen mr. M.B. Kerkhof mr. M.W. Koole mr. M. Westerbeek mr. N.T.A. Zeeuwen mr. P.L.M. Schneider prof. mr. R.M. Beltzer mr. Y.A.E. van Houte mr. dr. Y.R.K. Waterman I Arbeidsovereenkomst algemeen 1

11 I. Arbeidsovereenkomst algemeen 1 Art. 610 BW Boek 7 A Art. 610 (1) BW Boek 7 1. De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. 2. Indien een overeenkomst zowel aan de omschrijving van lid 1 voldoet als aan die van een andere door de wet geregelde bijzondere soort van overeenkomst, zijn de bepalingen van deze titel en de voor de andere soort van overeenkomst gegeven bepalingen naast elkaar van toepassing. In geval van strijd zijn de bepalingen van deze titel van toepassing. Arbeidsovereenkomst Werkingssfeer Commentaar door: mr. M.W. Koole A. Inleiding In de praktijk zijn er veel verschillende manieren waarop partijen hun werkrelatie vormgeven. Het burgerlijk recht kent evenwel slechts drie vormen waarin een werkrelatie kan worden gegoten. Dat zijn aanneming van werk (artikel 7:750 BW), de overeenkomst van opdracht (artikel 7:400 BW) en de arbeidsovereenkomst. Dit artikel geeft van deze laatste de definitie. Het is van groot (maatschappelijk en juridisch) belang dat duidelijk is in welke van de drie categorieën de werkrelatie thuishoort. Voldoet de werkrelatie aan de definitie van lid 1, dan is een gegeven dat Titel 10 van Boek 7 van toepassing is. Dit activeert onder meer de arbeidsrechtelijke ontslagbescherming, regelgeving omtrent vakantie en de specifieke regels met betrekking tot het concurrentiebeding. Daarnaast treedt wetgeving op het gebied van de sociale zekerheid in werking. Artikel 7:610 is van dwingend recht. Is voldaan aan de elementen ( arbeid, loon, zekere tijd en in dienst ) die de definitie bevat, dan geldt tussen partijen een arbeidsovereenkomst. Dit is ook het geval als partijen bij het aangaan van hun relatie die anders hebben genoemd en uitdrukkelijk hebben opgeschreven geen arbeidsovereenkomst te beogen, bijvoorbeeld als partijen zich bedienen van de veel gehoorde term managementovereenkomst. Anders gezegd: wezen gaat voor schijn. De standaarduitspraak voor wat de kwalificatievraag betreft is het in 1997 gewezen arrest Groen/Schroevers. Nadien gevormde jurisprudentie lijkt niet wezenlijk af te wijken van de lijn die de Hoge Raad in genoemd arrest uiteen heeft gezet. In de praktijk blijft het vaak lastig te bepalen van welk type overeenkomst nu werkelijk sprake is. De volgende (niet limitatieve) vragen kunnen uitkomst bieden bij grensgevallen: wat is de partijbedoeling? Betreft het een arbeidsprestatie met een incidenteel karakter? Is de mate van de te verrichten arbeid van tevoren bepaald? Wat is de wijze van betaling? Wat is de mate van zelfstandigheid ten aanzien van de invulling en uitvoering van de arbeid? Wordt loon doorbetaald bij ziekte en/of vakantie? Is er sprake van ondernemersrisico? Wat is de maatschappelijke positie van partijen? Is er vrijheid de arbeid zelf in te delen? Is een relevante VAR beschikbaar? Uiteindelijk is geen van deze (en andere) vragen doorslaggevend, de uiteindelijke kwalificatie is een resultaat van een zogeheten holistische weging van de gezamenlijke omstandigheden. Zoals opgemerkt speelt de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst ook in fiscale en socialezekerheidskwesties. Bedacht moet worden dat het aldaar gehanteerde begrip privaatrechtelijke dienstbetrekking in de praktijk lange tijd niet identiek werd uitgelegd als de civielrechtelijke arbeidsovereenkomst. Recente jurisprudentie van (met name) de Centrale Raad van Beroep en de fiscale kamer van de Hoge Raad met betrekking tot de vraag of sprake is van een privaatrechtelijke dienstbetrekking, laat evenwel een A 1 Inwerkingtredingsdatum: , Stb. 1996,

12 1 Art. 610 BW Boek 7 B I. Arbeidsovereenkomst algemeen B C koerswijziging zien, als gevolg waarvan beide begrippen congrueren. Dat geldt overigens niet voor het begrip arbeidsverhouding uit het BBA, ten slotte, hetgeen een ruimer begrip is dan de arbeidsovereenkomst. Dat resulteert onder omstandigheden in een vergunningsplichtige opzegging van een overeenkomst die civielrechtelijk geen arbeidsovereenkomst is. B. Wetstechnische informatie Zie voor een actueel overzicht. C. Behandeling kernproblematiek Inhoudsopgave C.1 Algemeen C.2 De definitie C.2.1 Arbeid C.2.2 Loon C.2.3 Zekere tijd C.2.4 Gezag C.3 Kwalificatie C.4 Arbeidsovereenkomst, privaatrechtelijke dienstbetrekking en arbeidsverhouding C.5 Lid 2: voorrang C.1 Algemeen Artikel 7:610 BW is van dwingend recht. De wijze van samenwerking staat derhalve maar in beperkte mate ter vrije bepaling van partijen. Is voldaan aan de vereisten van lid 1, dan is de arbeidsovereenkomst een gegeven. Enig document is voor het aangaan of aannemen van een arbeidsovereenkomst niet vereist: de arbeidsovereenkomst op zich is vormvrij. De vraag of er een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen dient te worden beantwoord aan de hand van de algemene regels voor de totstandkoming van overeenkomsten. Uitgangspunt is een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Slechts indien partijen anders overeenkomen, is sprake van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Meest in het oog springende onderscheid met de overeenkomst van opdracht en de aanneming van werk is de gezagsverhouding. Uit de rechtspraak van de Hoge Raad blijkt ook dat dit element uit de definitie (verwoord door de term in dienst van ) tot de meeste discussie leidt. De wetgever gaat uit van een persoonlijke ondergeschiktheid van de werknemer. Hierin is het belangrijkste verschil gelegen met de aanwijzingsbevoegdheid die een opdrachtgever heeft uit hoofde van artikel 7:402 BW. Die laatste ziet op de opdracht zelf en dient bovendien tijdig verleend en verantwoord te zijn. De arbeidsrechtelijke ondergeschiktheid is veeleer op de persoon van de werknemer gericht, verwezen wordt ook naar het instructierecht zoals verwoord in artikel 7:660 BW. Bedacht moet worden, dat er geen algemene regel te geven is voor de vraag of sprake is van een gezagsverhouding. 4

13 I. Arbeidsovereenkomst algemeen 1 Art. 610 BW Boek 7 C C.2 De definitie In deze paragraaf worden de vier elementen van de arbeidsovereenkomst uitgebreider besproken. Indien niet voldaan is aan een van de elementen, dan is geen sprake van een arbeidsovereenkomst. In dat geval zal beoordeeld moeten worden of sprake is van een opdrachtovereenkomst, aanneming van werk of een andere samenwerkingsvorm. In artikel 7:610 BW staat overigens ook nog vermeld dat de rechtsverhouding dient te kwalificeren als een overeenkomst, dit ter onderscheiding van arbeid die niet op basis van een overeenkomst wordt verricht, zoals door taakgestraften, in de gevangenis, of door ambtenaren. C.2.1 Arbeid Men neemt snel aan, dat voldaan is aan het element arbeid. Arbeid kan zowel lichamelijk als geestelijk worden verricht. Slaapdienst en aanwezigheidsdienst zijn volgens (Europese) rechtspraak ook te duiden als arbeid. Mis gaat het evenwel nog wel eens bij de eis dat de arbeid van economische waarde is. De werkgever moet belang hebben bij de arbeid die verricht wordt. Om die reden is een (zuivere) stage in het kader van een reguliere opleiding niet snel arbeid in de zin van artikel 7:610 BW. In dit kader oordeelde de Afdeling Bestuursrechtspraak («JAR» 2012/147) dat een coassistent bij een Bredaas ziekenhuis geen arbeid verrichtte nu de handelingen van deze assistent altijd gebeurden onder toezicht van een behandelend arts en dat de handelingen niet strekten ter vervanging van een behandelend arts of verpleegkundige en aldus niet leiden tot een grotere productiecapaciteit van het ziekenhuis. Deze uitspraak staat weliswaar in de sleutel van de Wet Arbeid Vreemdelingen, doch het begrip arbeid wordt aldaar niet nader gedefinieerd en er is niet per se reden aan te nemen dat de invulling van het begrip arbeid anders is dan in het BW. In deze zaak stond ook vast dat het aspect van opleiding overheerste. Het verschil met het arrest Beurspromovendi («JAR» 2006/119) is dat aldaar werd geoordeeld dat de werkgever (de UvA) primair profiteerde van het werk van deze promovendi, namelijk het doen van onderzoek, los van het feit dat de promovendi ook werkten ten eigen doel en nut. Een tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst die nimmer tot doel heeft gehad daadwerkelijke arbeid te verrichten is niet als zodanig aan te merken. In de casus die leidde tot HR Van der Male/Den Hoedt, «JAR» 2003/263, hadden (voormalige) echtelieden een document opgesteld dat als titel arbeidsovereenkomst voerde en was bepaald dat de vrouw bepaalde werkzaamheden zou verrichten in het bedrijf van haar ex-man, tegen een vastgesteld loon. Partijen spraken echter (mondeling) ook af dat de vrouw onmiddellijk zou worden vrijgesteld van elke werkverplichting. Deze constructie vond bij het hof wel, maar bij de Hoge Raad geen genade. Dat partijen kennelijk nooit de bedoeling hadden gehad dat ook maar een dag gewerkt zou worden en dat zulks ook daadwerkelijk niet is gebeurd, betekende (onder andere) dat er geen sprake was geweest van arbeid in de zin van artikel 7:610 BW en dus niet van een arbeidsovereenkomst. C.2.2 Loon Loon is de door de werkgever verschuldigde vergoeding voor de overeengekomen arbeid, aldus de Hoge Raad (12 oktober 2001, LJN ZC3681), recentelijk nog aangehaald door het Gerechtshof Leeuwarden 9 oktober 2012, «JAR» 2012/291. In dit arrest bevestigde het hof eveneens dat overwerk en de vergoeding voor niet-genoten vakantiedagen wel, en wettelijke verhoging niet tot het loonbegrip behoren. Het feit dat wordt gewerkt op factuurbasis betekende niet dat daardoor geen sprake is van loon in de zin Arbeidsovereenkomst, definitie Arbeidsovereenkomst, element arbeid Arbeidsovereenkomst, element loon 5

14 1 Art. 610 BW Boek 7 C I. Arbeidsovereenkomst algemeen van Afdeling 2 van Titel 10 van Boek 7 BW, zo is de algemene opvatting (vide bijvoorbeeld A-G Keus onder punt 2.23 van zijn conclusie behorende bij HR 11 februari 2011, «JAR» 2011/75). Dat partijen mogelijk een andere benaming geven aan de vergoeding voor de geleverde prestaties, is op zichzelf niet van belang. Fooi van derden is geen loon in de zin van het BW. 2 Pensioen evenmin. 3 In een recenter arrest van de (fiscale kamer van de) Hoge Raad (15 maart 2013, LJN BY6888) kwam de vraag aan de orde of een loon van 80 cent (!) per uur kon worden aangemerkt als loon. De Centrale Raad van Beroep oordeelde van niet, nu deze vergoeding in vergelijking met het wettelijk minimumloon als zodanig laag moet worden beschouwd dat niet gesproken kon worden van een reëel loon in verhouding tot de geleverde prestatie. De Hoge Raad besliste anders en oordeelde dat de verplichting tot betalen van loon in de zin van artikel 7:610 lid 1 niet afhankelijk is van de hoogte van de beloning. In zijn Conclusie gaf ook de A-G aan dat de vraag of de verschuldigde vergoeding voor de overeengekomen arbeid reel is, niet van belang is. Arbeidsovereenkomst, element zekere tijd Arbeidsovereenkomst, element gezag C.2.3 Zekere tijd In de literatuur wordt wel aangenomen, dat dit element van de definitie geen zelfstandige betekenis (meer) heeft. De praktijk wijst uit dat een arbeidsovereenkomst van bijvoorbeeld een dag kan bestaan. Toch wordt dit gedeelte van de definitie wel vaak als zodanig benoemd in overwegingen van rechters. Recentelijk oordeelde de Hoge Raad (15 maart 2013, LJN BY6888) dat geen sprake was van een privaatrechtelijke dienstbetrekking, nu de werknemer vrij was de aan hem toebedachte werkzaamheden niet te volbrengen, naar eigen inzicht mocht pauzeren en dat op geregelde ziekmeldingen geen verzuimtraject volde, op grond waarvan de Hoge Raad oordeelde dat op hem niet de verplichting rustte om in het kader van een gezagsverhouding gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. Hoewel het begrip gezagsverhouding hier doorslaggevend lijkt, moet niet worden uitgesloten dat deze overwegingen gedeeltelijk ook betrekking hebben op het element gedurende zekere tijd, waarmee toch niet met al te grote stelligheid gezegd kan worden dit element geheel betekenisloos zou zijn geworden. C.2.4 Gezag Het element van de gezagsverhouding wordt in artikel 7:610 verwoord door de term in dienst van. Of al dan niet sprake is van werkgeversgezag, leidt tot de meeste discussie en (dus) rechtspraak. Mede gelet op het feit dat ook de overeenkomst van opdracht een wettelijke instructiebevoegdheid van de opdrachtgever kent (vide artikel 7:402 BW) is het vaak niet eenvoudig vast te stellen of sprake is van werkgeversgezag in de zin van artikel 7:610 BW. Dit, terwijl dit element wel het onderscheidende criterium is met de rechtsfiguur van de opdracht. In de literatuur 4 wordt wel onderscheid gemaakt tussen materieel gezag en formeel gezag. Materieel werkgeversgezag ziet op de instructiebevoegdheid terzake de inhoud van de werkzaamheden. Het formele gezag is gerelateerd aan meer organisatorische en formele verplichtingen. Indien de werkgever bevoegd is aanwijzingen te geven ter bevordering van de goede orde binnen de onderneming, dan is voldaan aan het gezagselement 5. Als voorbeeld moge dienen de door een opdrachtgever ingeschakelde makelaar. Die kan op strikte wijze geïnstrueerd worden bij de aan- of verkoop van onroerend goed, doch dat is niet aan te merken als werkgeversgezag: de makelaar behoudt vrijheid bij de vervulling van de opdracht naar eigen inzicht te handelen, bijvoorbeeld de wijze waarop hij bepaalde geïnteresseerden benadert, en met welke middelen en wanneer hij dit doet. Is sprake van werkgeversgezag in de zin van artikel 7:610, dan heeft de werkgever over al deze keuzes van de makelaar 2 HR 2 maart 2001, «JAR» 2001/58. 3 HR 18 december 1953, NJ 1954, C.J. Loonstra & W.A. Zondag, Arbeidsrechtelijke themata, Den Haag: Boom Juridische uitgevers, 2010, p Van der Grinten, Arbeidsovereenkomstenrecht, Deventer: Kluwer, 2011, p. 7. 6

15 I. Arbeidsovereenkomst algemeen 1 Art. 610 BW Boek 7 C wel degelijk de nodige zeggenschap. Men dient er voorts op bedacht te zijn dat in familieverband verricht werk niet snel wordt gekwalificeerd als gedaan op basis van een arbeidsovereenkomst, nu die familierelatie in de weg kan staan aan de vereiste gezagsverhouding, zie bijvoorbeeld Rechtbank Haarlem 27 juni 2012, LJN BW7344. In zijn arrest van 12 september 2014, «JAR» 2014/260 oordeelde de Hoge Raad in een fiscale zaak dat de vrijheid van beroepsuitoefening van prostituees - de aard van het werk, te weten seksuele dienstverlening is niet verenigbaar met specifieke instructiebevoegdheid van de werkgever ten aanzien van het verrichten van het werk, zo onderkende de Hoge Raad net als het Hof- niet in de weg behoeft te staan aan de aanwezigheid van een arbeidsrechtelijke gezagsverhouding. Ook dit arrest geeft aanleiding om het begrip gezagsverhouding derhalve ruim te interpreteren. C.3 Kwalificatie De vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst dient te worden beantwoord aan de hand van een weging van alle relevante factoren, waarbij heeft te gelden dat een factor niet op voorhand beslissend behoeft te zijn. Dit wordt inmiddels ook wel (in navolging van A-G Hydecoper in zijn conclusie bij Hoge Raad Beurspromovendi, «JAR» 2006/119) de holistische weging genoemd. A-G Keus meende in zijn conclusie bij HR 11 februari 2011, «JAR» 2011/75 dat het aankomt op een weging van het samenstel van de verschillende rechtsgevolgen die partijen aan hun verhouding hebben verbonden; het komt aan op de totaalindruk of, anders gezegd, op een holistische weging. Groen/Schoevers-arrestHet standaardarrest wat de kwalificatievraag betreft is nog altijd de casus die leidde tot HR 14 november 1997, «JAR» 1997/263 (Groen/Schroevers). Groen was als belastingadviseur verbonden aan zijn commanditaire vennootschap Groen Belastingadviseurs C.V. Groen verrichtte ingevolge een mondelinge overeenkomst voor en bij Schroevers onderwijswerkzaamheden. Schroevers betaalde steeds aan Groen Belastingadviseurs C.V., op basis van facturen waarop ook BTW in rekening werd gebracht. Schroevers paste niet de gebruikelijke arbeidsvoorwaarden toe op Groen. Van vakantiebijslag of betaling bij ziekte was geen sprake. De overeenkomst was op deze wijze gesloten op voorstel van Groen. Schroevers beëindigde de overeenkomst bij brief van 26 augustus 1993 tegen 1 november Groen nam het standpunt in dat sprake was van een arbeidsovereenkomst tussen hem en Schroevers. Groen ving bot bij alle instanties, waarbij de nadruk werd gelegd op de facturering en het feit dat dit op verzoek van Groen zo gebeurde. Dat Groen op vaste tijden aanwezig diende te zijn en richtlijnen van Schroevers diende te respecteren, werd onvoldoende geacht voor het aannemen van een gezagsverhouding, waarbij ook de maatschappelijke positie van Groen werd meegewogen. Kernoverweging van de Hoge Raad is dat partijen die een overeenkomst sluiten die strekt tot het verrichten van werk tegen betaling, deze overeenkomst op verschillende wijzen kunnen inrichten, en dat wat tussen hen te gelden heeft wordt bepaald door hetgeen hun bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stond, mede in aanmerking genomen de wijze waarop zij feitelijk aan de overeenkomst uitvoering hebben gegeven en aldus daaraan inhoud hebben gegeven. Voorts overwoog de Hoge Raad dat dat niet een enkel kenmerk beslissend is, maar dat de verschillende rechtsgevolgen die partijen aan hun verhouding hebben verbonden in hun onderling verband moeten worden bezien. Niet vaak wordt meer vermeld dat de rechtbank in de zaak Groen/Schroevers met instemming van de Hoge Raad oordeelde dat als gevolg van de door Groen gewenste wijze van facturering niet van loon in de zin van 7:610 BW kon worden gesproken. Voorts is het van belang te blijven vermelden dat in casu geen sprake was van een schriftelijke overeenkomst. Uit latere uitspraken blijkt dat de Hoge Raad (ook) accepteert dat in weerwil van het bestaan van een andersluidend schriftelijk stuk, wel degelijk een arbeidsovereenkomst tussen partijen bestaat. In die zin wordt wel aangevoerd dat de deeloverweging uit Groen/Schroevers mede in aanmerking genomen de wijze waarop zij feitelijk aan de overeenkomst uitvoering hebben gegeven aan belang zou hebben Kwalificatie 7

16 1 Art. 610 BW Boek 7 C I. Arbeidsovereenkomst algemeen gewonnen ten koste van wat partijen voor ogen stond bij het sluiten van de overeenkomst. In dat verband wordt gewezen op de nader te bespreken arresten van de Hoge Raad 13 juli 2007, Thuiszorg/PGGM 6 en Hoge Raad 20 november 2009, De Gouden Kooi 7. Evenwel wordt tevens gewezen op de uitspraken Van der Male/Den Hoedt 8 en Diosynth 9, alwaar het belang van de partijbedoeling weer centraler staat. In de Thuiszorg/PGGM-zaak was sprake van een managementovereenkomst tussen de opdrachtgever, Stichting Thuiszorg Rotterdam, en de Management-B.V. van de heer Knipscheer, Knipham Holding B.V. Een derde, pensioenfonds PGGM, stelde zich op het standpunt dat een arbeidsovereenkomst bestond tussen Stichting Thuiszorg en Knipscheer, en vorderde betaling van pensioenpremies van Stichting Thuiszorg. Het hof leidde uit de concrete feiten en omstandigheden af dat inderdaad een arbeidsovereenkomst bestond tussen Stichting Thuiszorg en Knipscheer, ondanks het bestaan van de managementovereenkomst. Dat zowel Stichting Thuiszorg als Knipscheer verklaarden geen arbeidsovereenkomst te beogen, was volgens de Hoge Raad verwijzend naar het criterium van Groen/Schroevers - niet van doorslaggevend belang. A-G Timmerman merkt in zijn conclusie op dat het hof het wezen van de tussen partijen bestaande rechtsverhouding voorrang (geeft) boven het etiket managementovereenkomst. Belangrijk element in deze uitspraak is dat de Hoge Raad het oordeel van het hof in stand liet dat geen sprake was van een geruisloze overgang (namelijk van een inleensituatie van directeur Knipscheer naar een arbeidsovereenkomst), maar dat Knipscheer van meet af aan op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam was geweest. Op deze manier wordt de problematiek (de rechtszekerheid verzet zich tegen een geruisloze overgang van een contractspartij) die speelde in HR 5 april 2002, NJ 2003, 124 (ABN AMRO/Malhi) en het aldaar geformuleerde belang van rechtszekerheid buiten het beoordelingskader gehouden. Overigens verdient in dit verband ook opmerking dat de Hoge Raad de beslissing van het hof om de managementovereenkomst niet te vernietigen, in stand liet. De arbeidsovereenkomst tussen Stichting Thuiszorg en Knipscheer bestond derhalve naast de managementovereenkomst tussen Stichting Thuiszorg en Knipham Holding B.V. In zijn arrest van 18 maart 2014, «JAR» 2014/173, oordeelde het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - in kort geding - expliciet dat een overeenkomst van opdracht zich onder omstandigheden kan "evolueren" naar een arbeidsovereenkomst. Vermelding verdient dat in casu geen schriftelijke overeenkomst tussen partijen was gesloten. Helaas laat het Hof zich niet expliciet uit over de (voor de praktijk tamelijk wezenlijke) vraag op welk moment de overeenkomst van opdracht geëvolueerd was in een arbeidsovereenkomst. In de zaak die leidde tot het oordeel van de Hoge Raad op 25 maart 2011, «JAR» 2011/109 (De Gouden Kooi), bestond een schriftelijke overeenkomst waarin betrokken partijen (producent Talpa enerzijds en een deelneemster uit het televisieprogramma De Gouden Kooi anderzijds) uitdrukkelijk verklaarden c.q. overeen waren gekomen dat zij niet beoogden een arbeidsovereenkomst met elkaar te sluiten. Het mocht van zowel de Centrale Raad van Beroep als van de Hoge Raad niet baten. Onder nadrukkelijke verwijzing naar het gegeven dat (ook) beoordeeld moet worden op welke wijze partijen uitvoering hebben gegeven aan hun overeenkomst en aldus daaraan inhoud hebben gegeven, liet de Hoge Raad het oordeel van de Centrale Raad van Beroep in stand dat was voldaan aan alle kenmerken van artikel 7:610 (en daarmee aan het begrip privaatrechtelijke dienstbetrekking in de zin van de socialezekerheidswetgeving). Verwezen wordt overigens naar de zeer uitgebreide en lezenswaardige conclusie bij dit arrest van A-G Van Ballegooijen. 6 «JAR» 2007/ «JAR» 2009/ HR 10 oktober 2003, «JAR» 2003/ HR 10 december 2004, «JAR» 2005/15. 8

17 I. Arbeidsovereenkomst algemeen 1 Art. 610 BW Boek 7 C In de Diosynth-uitspraak 10 lijkt de Hoge Raad de nadruk te leggen op het belang van de partijbedoeling. In hoger beroep oordeelde de rechtbank dat door de gemotiveerde betwisting van de werknemer dat zij beoogde een overeenkomst van opdracht te sluiten, er geen eenduidige bedoeling bij partijen heeft bestaan ten aanzien van de vraag van welke aard de tussen hen gesloten overeenkomst was. De Hoge Raad floot terug: het bewijsaanbod van Diosynth dat partijen wel (degelijk) een overeenkomst van opdracht beoogden, had de rechtbank niet mogen passeren. Immers, was Diosynth geslaagd in dit bewijs, dan is dat van belang zij het niet zonder meer beslissend voor de tussen partijen betwiste kwalificatievraag. Met dit oordeel bevestigde de Hoge Raad derhalve onverkort de lijn van Groen/Schroevers. In de zaak Van der Male/Den Hoedt 11 is in feite het spiegelbeeld van de overige in dit commentaar besproken uitspraken aan de orde: geoordeeld werd dat een schriftelijk document met daarop de tekst arbeidsovereenkomst geen arbeidsovereenkomst is in de zin van artikel 7:610 BW. Vast was komen te staan dat partijen (voormalige echtelieden) met hun overeenkomst beoogden de ex-vrouw te voorzien in haar levensonderhoud. In dat kader was zij (mondeling) per direct vrijgesteld van iedere arbeidsverplichting en had zij ook daadwerkelijk geen minuut gewerkt. Ook hier is dus de partijbedoeling (wat beoogden zij beiden) van doorslaggevende betekenis, al zou men ook kunnen stellen dat de feitelijke uitvoering niet strookt met een wezenlijk kenmerk van een arbeidsovereenkomst (te weten: het verrichten van arbeid, althans minst genomen een daadwerkelijke intentie daartoe). Zie voor een meer recente zaak waarin een schijnconstructie tussen voormalige echtelieden werd aangenomen het arrest van de Hoge Raad van 22 mei 2015, «JAR» 2015/149. Ten slotte is blijkens de rechtspraak van de Hoge Raad de maatschappelijke positie van de werknemer/opdrachtgever van belang. Dit aspect werd al expliciet benoemd in de zaak Groen/Schroevers, doch kwam minstens zo nadrukkelijk aan de orde in het arrest van de Hoge Raad van 17 februari 2012, LJN BU8926 (Notarissen). De Hoge Raad benadrukte in dit arrest nog eens dat sprake moet zijn van een weging van alle omstandigheden van het geval, de maatschappelijke positie van de (pretense) werknemer daaronder uitdrukkelijk begrepen. C.4 Arbeidsovereenkomst, privaatrechtelijke dienstbetrekking en arbeidsverhouding Hoewel door de wetgever niet beoogd 12 is in de loop der jaren een verschil ontstaan in de uitleg van het civiele begrip arbeidsovereenkomst en het fiscale/sociaalverzekeringsrechtelijke begrip privaatrechtelijke dienstbetrekking. Dit is te relateren aan het feit dat de Centrale Raad van Beroep en niet de Hoge Raad in hoogste instantie oordeelde over de uitleg van het begrip privaatrechtelijke dienstbetrekking. Sinds enige tijd staat voor sommige uitlegvragen (waaronder de vraag of sprake is van een privaatrechtelijke dienstbetrekking) echter beroep in cassatie open. De hieruit voortvloeiende rechtspraak (vide De Gouden Kooi alsook Hoge Raad 15 maart 2103, LJN BY6888) lijkt te bevestigen dat de in de loop der jaren ontstane verschillen in uitleg (heel kort gezegd: de Centrale Raad van Beroep hechtte anders dan de Hoge Raad niet of aanzienlijk minder aan de partijbedoeling) teniet zijn gedaan ten faveure van de civiele uitleg van de Hoge Raad. Evenwel zetten sommige schrijvers hun vraagtekens bij de daadwerkelijke verandering van de kwalificatievraag in fiscale en socialeverzekeringszaken (vide C.J. Loonstra in zijn noot bij HR De Gouden Kooi). 10 HR 10 december 2004, «JAR» 2005/ HR 10 oktober 2003, «JAR» 2003/ Kamerstukken II 1962/63, 5380, nr. 23 (MvA), blz. 6. 9

18 1 Art. 610 BW Boek 7 D I. Arbeidsovereenkomst algemeen Arbeidsverhouding D Het begrip arbeidsverhouding uit het BBA is niet gelijk aan de arbeidsovereenkomst. De wetgever beoogt een ruimere groep werkenden te beschermen dan alleen personen met een arbeidsovereenkomst in de zin van 7:610 BW. Dit blijkt uit de definitie zoals die is neergelegd in artikel 1 aanhef en onder b sub 2 BBA. Lijn in de rechtspraak is dat het meer aankomt op de vraag of de werknemer op grond van de overeenkomst verplicht is de arbeid zelf te verrichten, niet zozeer of hiervan in de praktijk sprake blijkt te zijn, zie Hoge Raad 21 maart 1969, NJ 1969, 321. Ook de Rechtbank Amsterdam stelde dit voorop 13 doch overwoog uitdrukkelijk dat daarbij van belang is onder meer de aard van de overeenkomst ( ) alsook wat partijen bij het aangaan van de overeenkomst voor ogen stond, mede in aanmerking genomen de wijze waarop zij feitelijk aan de overeenkomst uitvoering hebben gegeven. Voor een uitleg van de woorden "in de regel" in artikel 1 sub b pt. 2 BBA en een daarbij behorende referteperiode (in casu 12 maanden), vide een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 21 april Het BBA vervalt vanwege de Wet werk en zekerheid met ingang van 1 juli Daarmee verliest bovenbedoelde groep werkenden die wel een arbeidsverhouding, maar geen arbeidsovereenkomst hebben, hun extra bescherming. Dat de regering zulks ook heeft beoogd blijkt uit de parlementaire stukken. 14 C.5 Lid 2: voorrang Is sprake van een gemengde overeenkomst (in de praktijk gebeurt dit soms met huur, pacht of bruikleen), dan hebben de arbeidsrechtelijke regels voorrang in geval van strijdigheid. Zie voor een overweging met betrekking tot dit lid van artikel 7:610 BW, LJN BJ4829, Gerechtshof Arnhem (gemengde stage- en arbeidsovereenkomst) alsook Rechtbank Rotterdam, 19 mei 2004, «JAR» 2005/7, waar de kantonrechter overwoog (r.o ) dat de regels omtrent bruikleen (in casu van een auto) ondergeschikt waren aan de regels van het arbeidsovereenkomstenrecht van Titel 10 van Boek 7 BW. D. Jurisprudentie uitgebreid HR 14 november 1997, «JAR» 1997/263 (Groen/Schroevers); Of tussen partijen al dan niet een arbeidsovereenkomst bestaat, wordt bepaald door hetgeen hen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stond, mede in aanmerking genomen de wijze waarop zij feitelijk aan de overeenkomst uitvoering hebben gegeven en aldus daaraan inhoud hebben gegeven. Niet een enkel kenmerk is daarbij beslissend. De verschillende rechtsgevolgen die partijen aan hun verhouding hebben verbonden, dienen in een onderling verband te worden bezien. Maatschappelijke positie partij(en) is van belang. HR 5 april 2002, «JAR» 2002/100 (ABN AMRO/Mahli); De regels uit het arrest Groen/Schoevers zijn op hun plaats in situaties waarin het gaat om de vraag hoe een op zichzelf vaststaande overeenkomst krachtens welke een van de partijen bij die overeenkomst werkzaamheden verricht voor de ander, moet worden gekwalificeerd. In deze zaak gaat het echter niet om die vraag of daarmee verwante vraag of, en zo ja vanaf wanneer, moet worden aangenomen dat een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen indien iemand zonder duidelijke afspraken daarover werkzaamheden voor een ander is gaan verrichten. In deze casus is de werknemer zijn werkzaamheden bij de ABN AMRO begonnen krachtens zijn arbeidsovereenkomst met een derde. Van een beëindiging van de arbeidsovereenkomst van Mahli met de derde is geen sprake. Evenmin is sprake van instemming van de zijde van die derde met een overname van haar rechtsverhouding tot Mahli door de ABN AMRO. Bovendien is niet gebleken dat Mahli zich voor de aankondiging van het einde van zijn werkzaamheden bij de ABN AMRO, als werknemer van de ABN AMRO 13 Rechtbank Amsterdam 25 juli 2012, «JAR» 2012/ Kamerstukken II 2013/14, 33818, nr. 3, p

19 I. Arbeidsovereenkomst algemeen 1 Art. 610 BW Boek 7 F beschouwde. In tegendeel, Mahli is zich met werkbriefjes en voor betaling van loon blijven wenden tot de uitzender, die vervolgens bij de ABN declaraties inclusief winstopslag indiende en betaald kreeg. Onder deze omstandigheden verzet de rechtszekerheid zich tegen geruisloze vervanging van de tussen Mahli en de ABN AMRO bestaande verhouding van ingeleende werknemer tot inlener in een arbeidsovereenkomst, waardoor voor geen van de partijen duidelijk zou zijn op welk tijdstip zij zich zou hebben voltrokken. HR 10 oktober 2003, «JAR» 2003/263 (Van der Male/Den Hoedt); Bij het vaststellen van de overeengekomen verplichtingen dient gelet te worden op alle omstandigheden van het geval en niet slechts op de schriftelijke tekst van de overeenkomst. Kennelijk had de schriftelijke overeenkomst geen andere strekking dan het leveren van een bijdrage in de kosten van de werknemer. Overeenkomst voldoet niet aan artikel 7:610 BW, nu zij niet de verplichting tot het verrichten van arbeid bevat en ook het element van gezagsverhouding niet behelst. HR 13 juli 2007, «JAR» 2007/231 (Stichting Thuiszorg/PGGM); Ook indien werkzaamheden worden verricht uit hoofde van een managementovereenkomst met een uitlener zijn de criteria uit het arrest Groen/Schoevers van toepassing. Aangenomen wordt dat de heer Knipscheer van meet af aan niet op andere basis dan een arbeidsovereenkomst voor Thuiszorg werkzaam was. Om die reden is niet de vraag aan de orde of er sprake is van een geruisloze overgang van een inleensituatie naar een arbeidsovereenkomst. De omstandigheid dat beide partijen geen arbeidsovereenkomst met elkaar wilden sluiten, doet niet af aan het eventuele bestaan daarvan. Een derde, in dit geval het pensioenfonds, kan zich beroepen op het bestaan van een arbeidsovereenkomst indien zij hierbij belang heeft (in casu betaling van pensioenpremies). HR 20 november 2009, «JAR» 2009/308 (De Gouden Kooi); Voor de uitleg van het begrip in privaatrechtelijke dienstbetrekking staan in de zin van de WW is maatgevend of tussen partijen sprake is van een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 BW. Voor het antwoord op die vraag verwijst de Hoge Raad in dit arrest naar de uitspraak Stichting Thuiszorg/PGGM. HR 15 maart 2013, LJN BY6888; Anders dan het oordeel van de Centrale Raad van Beroep, hangt het bestaan van een verplichting tot loonbetaling niet af van de hoogte van die beloning. Onjuist is de opvatting dat indien er geen sprake is van een reëel loon in verband tot de geleverde arbeidsprestatie er daarom geen sprake kan zijn van een privaatrechtelijke dienstbetrekking in de zin van de sociale zekerheidswetgeving. E. Jurisprudentie nieuw Zie voor een actueel overzicht van jurisprudentie. F. Literatuurverwijzing Alt, H.J.W., Ongelijkheidscompensatie bij stelplicht en bewijslast in het civiele arbeidsrecht en het ambtenarenrecht (diss. Leiden), Deventer: Kluwer Koopmans, T., De begrippen werkman, arbeider en werknemer, Alphen aan de Rijn: Samsom Loonstra, C.J., De kwalificatievraag en bovenal: welke rechter is nu leidend?, Tijdschrift Arbeidsrechtpraktijk (TAP) 2012, nr. 4. Loonstra, C.J e.a., Art. 7: 610 BW en de partijbedoeling, TAP 2010, nr. 1 p Laat, de, J.J.M., Overeenkomst van opdracht of arbeidsovereenkomst, Arbeidsrechtelijke Annotaties (ArA), 2007, nr. 1. Verhulp, E., Een arbeidsovereenkomst? Dat maak ik zelf wel uit!, Sociaal Recht (SR) 2005, nr. 3. E F 11

Vereniging voor Arbeidsrecht

Vereniging voor Arbeidsrecht Vereniging voor Arbeidsrecht 7 maart 2013 Prof. dr. R.M. Beltzer 1 2 Een uitstervend ras? Te behandelen! 1. Het probleem: de krimpende markt en concurrentie 2. Iedereen een arbeidsovereenkomst? De elementen

Nadere informatie

Een arbeidsovereenkomst of een zzp-er? Carl Luijken, pensioenfiscalist Armelle Tesson, arbeidsrecht advocaat

Een arbeidsovereenkomst of een zzp-er? Carl Luijken, pensioenfiscalist Armelle Tesson, arbeidsrecht advocaat Een arbeidsovereenkomst of een zzp-er? Carl Luijken, pensioenfiscalist Armelle Tesson, arbeidsrecht advocaat 1 Onderscheid tussen werknemer en andere vormen van beschikbaar stellen van arbeid: Fiscale

Nadere informatie

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel

Nadere informatie

Flexibele arbeidsrelaties

Flexibele arbeidsrelaties Flexibele arbeidsrelaties Prof. mr. E. Verhulp (red.) Mr. R.M. Beltzer Prof. dr. K. Boonstra Mr. D. Christe Prof. mr. J. Riphagen KLUWER,Jjp Deventer - 2002 Woord vooraf v Afkortingen xv Lijst van verkort

Nadere informatie

Opbouw van het commentaar Hieronder volgt een korte beschrijving van de indeling van de commentaren.

Opbouw van het commentaar Hieronder volgt een korte beschrijving van de indeling van de commentaren. Ten geleide Wat is Sdu Commentaar? Sdu Commentaar is een artikelgewijs commentaar. De ordening van Sdu Commentaar In Sdu Commentaar worden (artikelen uit) wetten en regelingen van commentaar voorzien met

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,

Nadere informatie

Algemene inhoudsopgave

Algemene inhoudsopgave Woord vooraf...v Auteurs...VII Commentaarverantwoording...XIII Ten geleide...xix Algemene inhoudsopgave...xxi Alfabetische inhoudsopgave...xxvii Thematische inhoudsopgave Commentaar Arbeidsrecht...XXXVII

Nadere informatie

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden

Nadere informatie

Ambulancezorg Nederland, hierna te noemen de werkgeversvertegenwoordiging, enerzijds

Ambulancezorg Nederland, hierna te noemen de werkgeversvertegenwoordiging, enerzijds Advies over het verschil van mening tussen Ambulancezorg Nederland, hierna te noemen de werkgeversvertegenwoordiging, enerzijds en FNV (Zorg en Welzijn) en CNV (Zorg & Welzijn) anderzijds, hierna gezamenlijk

Nadere informatie

Jaap van Slooten. Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? 9 juni 2017

Jaap van Slooten. Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? 9 juni 2017 Jaap van Slooten Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? 9 juni 2017 Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? Inleiding Arbeidsrechtelijke bescherming Algemeen vermogensrechtelijke bescherming

Nadere informatie

Masterclass Arbeidsrecht: ZZP ers 21 november 2017

Masterclass Arbeidsrecht: ZZP ers 21 november 2017 Masterclass Arbeidsrecht: ZZP ers 21 november 2017 Nieuwe wetgeving voor ZZP-ers Wet DBA wordt vervangen. Uitstel handhaving Wet DBA nu al tot ten minste 1 juli 2018 (geen boetes of naheffingen, behoudens

Nadere informatie

JAR 2012/284 Kantonrechter Leeuwarden, 12-10-2012, 405382\CV EXPL 12-6973, LJN BY0861

JAR 2012/284 Kantonrechter Leeuwarden, 12-10-2012, 405382\CV EXPL 12-6973, LJN BY0861 JAR 2012/284 Kantonrechter Leeuwarden, 12-10-2012, 405382\CV EXPL 12-6973, LJN BY0861 Payrolling, Geen overgang naar payrollbedrijf zonder uitdrukkelijke instemming werknemer Publicatie JAR 2012 afl.16

Nadere informatie

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren De minister van Justitie en Veiligheid mr. F.B.J. Grapperhaus Postbus 20301 2500 EH Den Haag Afdeling HRM&OO bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 4 november 2016 Eerste Kamer 15/00920 LZ/IF Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: tegen STICHTING PENSIOENFONDS PERSONEELSDIENSTEN, gevestigd te Amsterdam, VOOR VERWEERSTER in cassatie, advocaat:

Nadere informatie

Wel of geen dienstbetrekking? Duidelijkheid voor opdrachtgever en opdrachtnemer gewenst. De VAR verdwijnt, wat nu?

Wel of geen dienstbetrekking? Duidelijkheid voor opdrachtgever en opdrachtnemer gewenst. De VAR verdwijnt, wat nu? Wel of geen dienstbetrekking? Duidelijkheid voor opdrachtgever en opdrachtnemer gewenst De VAR verdwijnt, wat nu? Inleiding Wel of geen dienstbetrekking blijft vaak lastig te beantwoorden Mogelijkheid

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769 ECLI:NL:RBZWB:2014:7769 Instantie Datum uitspraak 12-11-2014 Datum publicatie 24-11-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant 2807368_E12112014

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2007:BA6231

ECLI:NL:HR:2007:BA6231 ECLI:NL:HR:2007:BA6231 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-07-2007 Datum publicatie 13-07-2007 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C05/331HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2007:BA6231

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8952

ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8952 ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8952 Instantie Datum uitspraak 25-04-2013 Datum publicatie 29-04-2013 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer AWB 12/5146 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Model Overeenkomst Van Opdracht

Model Overeenkomst Van Opdracht De ondergetekenden: 1. De sportorganisatie... gevestigd te... en ten deze vertegenwoordigd door: Naam:... Naam:... Naam:... Model Overeenkomst Van Opdracht (FREELANCE OVEREENKOMST) hierna te noemen de

Nadere informatie

1. De arbeidsovereenkomst 1.1. Inleiding De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst teneinde de positie van de werknemer te beschermen.

1. De arbeidsovereenkomst 1.1. Inleiding De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst teneinde de positie van de werknemer te beschermen. Arbeidsrecht in de praktijk Hoofdstuk 1: de arbeidsovereenkomst In dit hoofdstuk wordt de arbeidsovereenkomst besproken, en de verschillen met soortgelijke overeenkomsten, zoals de aanneming van werk en

Nadere informatie

Gezagsverhouding: partijbedoeling en feitelijke uitvoering bij de Hoge Raad en de Centrale Raad van Beroep; tijd voor harmonisatie?

Gezagsverhouding: partijbedoeling en feitelijke uitvoering bij de Hoge Raad en de Centrale Raad van Beroep; tijd voor harmonisatie? Gezagsverhouding: partijbedoeling en feitelijke uitvoering bij de Hoge Raad en de Centrale Raad van Beroep; tijd voor harmonisatie? Mr. E.S. de Jong De Hoge Raad en de Centrale Raad van Beroep hanteren

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 102 d.d. 2 november 2009 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 2290 Vragen van het lid

Nadere informatie

Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt?

Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt? Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt? Stand van zaken wetgeving en jurisprudentie 16 januari 2014 Iris Hoen Inleiding 1. Payrolling 2. Relatie tussen payrollonderneming en werknemer

Nadere informatie

OVEREENKOMST VAN OPDRACHT

OVEREENKOMST VAN OPDRACHT OVEREENKOMST VAN OPDRACHT Partijen: 1. , gevestigd te aan de , rechtsgeldig vertegenwoordigd door , hierna te noemen: Opdrachtgever ; en 2. ),

Nadere informatie

De managementovereenkomst volgens de Hoge Raad en de Centrale Raad van Beroep

De managementovereenkomst volgens de Hoge Raad en de Centrale Raad van Beroep De managementovereenkomst volgens de Hoge Raad en de Centrale Raad van Beroep HR 13 juli 2007, JAR 2007/231; NJ 2007, 449, m.nt. E. Verhulp (Stichting Thuiszorg Rotterdam/PGGM) Arbeidsovereenkomst; managementovereenkomst;

Nadere informatie

Uitwerkingen proeftijd en concurrentiebeding

Uitwerkingen proeftijd en concurrentiebeding proeftijd en concurrentiebeding Antwoord 1 In casu is een arbeidsovereenkomst tussen Gert en Plas tot stand gekomen met een proeftijd van twee maanden. Indien een proeftijd is bedongen conform artikel

Nadere informatie

Voordelen en risico's van payrolling

Voordelen en risico's van payrolling mr. J.P.M. (Joop) van Zijl advocaat Kantoor Mr. van Zijl B.V. Korvelseweg 142, 5025 JL Tilburg Postbus 1095, 5004 BB Tilburg tel. (013) 463 55 99 fax (013) 463 22 66 E-mail: mail@kantoormrvanzijl.nl Internet:

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642 ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299 Rapport Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299 2 Klacht Verzoekster klaagt erover, dat de gemeente Delft na 24 jaar de relatie met haar heeft beëindigd, zonder haar op een of andere wijze te compenseren

Nadere informatie

Workshop flexibiliteit in het arbeidsrecht 19 september 2013 Hoe flexibel is flexibel?!"

Workshop flexibiliteit in het arbeidsrecht 19 september 2013 Hoe flexibel is flexibel?! Workshop flexibiliteit in het arbeidsrecht 19 september 2013 Hoe flexibel is flexibel?!" Mr. G.W. (Geert) Rouwet sectie arbeidsrecht 1 2 Agenda 1. inleiding 2. feiten en ontwikkelingen 3. actualiteiten

Nadere informatie

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt

Nadere informatie

Actuele rechtspraak De arbeidsovereenkomst - een afbakening

Actuele rechtspraak De arbeidsovereenkomst - een afbakening Actuele rechtspraak De arbeidsovereenkomst - een afbakening Arbeidsovereenkomst predikant De rechtspraak van de laatste jaren laat zien dat de arbeidsverhouding tussen een kerkgenootschap en een predikant

Nadere informatie

2. WAS - Civiele ketenaansprakelijkheid (loonbetaling)

2. WAS - Civiele ketenaansprakelijkheid (loonbetaling) 2. WAS - Civiele ketenaansprakelijkheid (loonbetaling) Niet-verwijtbaarheid Niet limitatief: inspanningsverplichting Maatregelen vooraf: certificaat of keurmerk contractuele voorwaarden uitvoeringsbepalingen

Nadere informatie

Arbeidsovereenkomstenrecht

Arbeidsovereenkomstenrecht Van der Grinten Arbeidsovereenkomstenrecht Bewerkt door: Prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens en mr. RAA. Duk drieëntwintigste druk Qft Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2011 INHOUD Verkort aangehaalde

Nadere informatie

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-09 19 10 2015

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-09 19 10 2015 VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-09 19 10 2015 Beoordeling overeenkomst Algemeen tussenkomst De Belastingdienst heeft, in samenwerking met

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

Onduidelijkheden met betrekking tot het gezagscriterium bij het definiëren van de arbeidsovereenkomst

Onduidelijkheden met betrekking tot het gezagscriterium bij het definiëren van de arbeidsovereenkomst Onduidelijkheden met betrekking tot het gezagscriterium bij het definiëren van de arbeidsovereenkomst Zijn er onduidelijkheden rondom de beoordeling van gezag, en zo ja, waarom is dat zo en voor welke

Nadere informatie

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012 BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEIT SUCCESSIEWET OOK VOOR PRIVÉVERMOGEN? Op 13 juli 2012 heeft rechtbank Breda uitspraak gedaan in een zaak over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit de Successiewet 1956 (LJN:

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF. Nineyardslaw/sectie arbeidsrecht

NIEUWSBRIEF. Nineyardslaw/sectie arbeidsrecht Februari 2019 Jaargang 3, nummer 2 NIEUWSBRIEF Artikelen Werkgever verplicht tot opzegging slapend dienstverband met transitievergoeding WAB aangenomen door Tweede Kamer Vaststelling hoogte billijke vergoeding

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

OVEREENKOMST VAN OPDRACHT

OVEREENKOMST VAN OPDRACHT OVEREENKOMST VAN OPDRACHT Partijen: 1. (intermediair), gevestigd te aan de , rechtsgeldig vertegenwoordigd door , hierna te noemen: Opdrachtgever

Nadere informatie

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN GEEN VERPLICHTING TOT PERSOONLIJKE ARBEID Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-05 19 10 2015

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN GEEN VERPLICHTING TOT PERSOONLIJKE ARBEID Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-05 19 10 2015 VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN GEEN VERPLICHTING TOT PERSOONLIJKE ARBEID Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-05 19 10 2015 Beoordeling overeenkomst Algemeen / geen verplichting tot persoonlijke

Nadere informatie

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000. C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

Edelachtbaar college,

Edelachtbaar college, Edelachtbaar college, X% Namens cliënten, a «a ^ ^ ^ ^ ^ M l e n tel^^^^ tekenen wij beroep in cassatie aan tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2011 op het beroepschrift van 10

Nadere informatie

CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Informatie aan niet-opdrachtgever. Verleggen van bemiddelingskosten naar de andere

Nadere informatie

OVEREENKOMST VAN OPDRACHT

OVEREENKOMST VAN OPDRACHT OVEREENKOMST VAN OPDRACHT Partijen: 1. , gevestigd te aan de , rechtsgeldig vertegenwoordigd door , hierna te noemen: Opdrachtgever ; en 2.

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure 1 Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 162, d.d. 6 juli 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, prof. mr. drs. M.L. Hendrikse en mr. B.F. Keulen) Samenvatting Betalingsbeschermingsverzekering.

Nadere informatie

Johan Zwemmer. Payrolling: maatschappelijke functie en juridische vormgeving

Johan Zwemmer. Payrolling: maatschappelijke functie en juridische vormgeving Johan Zwemmer Payrolling: maatschappelijke functie en juridische vormgeving Artikel 7:610 lid 1 BW De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 770 Invoering van en aanpassing van wetgeving aan de Vaststellingswet titel 7.10 Burgerlijk Wetboek (arbeidsovereenkomst) (Invoeringswet titel

Nadere informatie

Casus 1 De afgezette dominee

Casus 1 De afgezette dominee Casus 1 De afgezette dominee Heel vaak is het van groot belang te weten of iemand werkzaam is op basis van een arbeidsovereenkomst. Is dat het geval, dan heeft een werknemer meer en betere rechten dan

Nadere informatie

Hierbij stuur ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Klein (Klein) over de criteria gezag, arbeid en loon (ingezonden 14 maart 2016).

Hierbij stuur ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Klein (Klein) over de criteria gezag, arbeid en loon (ingezonden 14 maart 2016). > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directoraat-Generaal Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500

Nadere informatie

Vastgoed-nieuws. 21 november 2013. Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur

Vastgoed-nieuws. 21 november 2013. Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur Vastgoed-nieuws 21 november 2013 Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur Essentie Verhuurders proberen vaak op creatieve manier onder dwingendrechtelijke huur(prijs)beschermingsbepalingen uit te

Nadere informatie

mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten

mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten 34 LEERGANG ARBEIDSRECHT DE ARTIKELEN NADELIGE GEVOLGEN VAN DE WWZ VOOR OPVOLGEND WERKGEVERSCHAP BIJ DOORSTART NA FAILLISSEMENT Met de inwerkingtreding

Nadere informatie

Loondoorbetaling na 104 weken ziekte

Loondoorbetaling na 104 weken ziekte Loondoorbetaling na 104 weken ziekte Brief minister Donner Datum 2 februari 2010 Bij brief van 2 juli jl. heeft u gereageerd op mijn brief van 19 december 2008. Uw reactie heeft u inmiddels ook bij brief

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-05-2007 Datum publicatie 03-05-2007 Zaaknummer 515624 AV EXPL 07-35 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

2. <NAAM OPDRACHTNEMER>), gevestigd te <PLAATS EN POSTCODE> aan de <ADRES>, hierna te noemen: Opdrachtnemer ;

2. <NAAM OPDRACHTNEMER>), gevestigd te <PLAATS EN POSTCODE> aan de <ADRES>, hierna te noemen: Opdrachtnemer ; Partijen: 1. , gevestigd te aan de , rechtsgeldig vertegenwoordigd door , hierna te noemen: Opdrachtgever ; en 2. ), gevestigd

Nadere informatie

1. Geen privaatrechtelijke dienstbetrekking Werken volgens de bijgevoegde overeenkomst leidt niet tot een privaatrechtelijke dienstbetrekking.

1. Geen privaatrechtelijke dienstbetrekking Werken volgens de bijgevoegde overeenkomst leidt niet tot een privaatrechtelijke dienstbetrekking. De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Federatie Medisch Specialisten hebben aan de Belastingdienst een tweetal modelovereenkomsten van opdracht voorgelegd, met het verzoek te beoordelen

Nadere informatie

Arbeidsrelatie of opdrachtrelatie? Bernard Bongaards & Jean-Paul van t Hof (Courdid) 24 april 2012

Arbeidsrelatie of opdrachtrelatie? Bernard Bongaards & Jean-Paul van t Hof (Courdid) 24 april 2012 Arbeidsrelatie of opdrachtrelatie? Bernard Bongaards & Jean-Paul van t Hof (Courdid) 24 april 2012 Index 1. Arbeidsovereenkomst vs. Opdrachtrelatie 2. Essentiële verschillen in de praktijk 3. Fiscale dienstbetrekking

Nadere informatie

2. <NAAM OPDRACHTNEMER>), gevestigd te <PLAATS EN POSTCODE> aan de <ADRES>, hierna te noemen: Opdrachtnemer ;

2. <NAAM OPDRACHTNEMER>), gevestigd te <PLAATS EN POSTCODE> aan de <ADRES>, hierna te noemen: Opdrachtnemer ; Partijen: 1. , gevestigd te aan de , rechtsgeldig vertegenwoordigd door , hierna te noemen: Opdrachtgever ; en 2. ), gevestigd

Nadere informatie

Ongelijkheidscompensatie bij stelplicht en bewijslast in het civiele arbeidsrecht en het ambtenarenrecht

Ongelijkheidscompensatie bij stelplicht en bewijslast in het civiele arbeidsrecht en het ambtenarenrecht Ongelijkheidscompensatie bij stelplicht en bewijslast in het civiele arbeidsrecht en het ambtenarenrecht Naar een eenvormig stelsel? Mr.H.JW.AÜ Kluwer - Deventer - 2009 Lijst van gebruikte afkortingen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 06-12-2011 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer AWB- 11_1954 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:CRVB:2013:BZ2178, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

«**«<*«rtr wn P: 2/7. mei 2018 heb ik de eer het volgende opte. Vooraf. TOta»^ «" t(jn dbmveiplicjg' Z* T* Middel. n met 31 december 2014.

«**«<*«rtr wn P: 2/7. mei 2018 heb ik de eer het volgende opte. Vooraf. TOta»^ « t(jn dbmveiplicjg' Z* T* Middel. n met 31 december 2014. P: 2/7 8 JUNI 2018 Kenmerk: 2018-0000092206 ** **va ^G^^7ms^T(l,(ro,nUm'n5r 18/M91S) te8w fle A Z nr- 16/00543, inzake Mteaïl V8n 20 maart 2018, «**«

Nadere informatie

2.1 Het werknemersbegrip

2.1 Het werknemersbegrip Hoofdstuk 2 Verzekerden voor de WW mr. Nico Ridder 2.1 Het werknemersbegrip In de Werkloosheidwet is niet, zoals in de andere werknemersverzekeringen, de ZW, WAO en WIA, het begrip verzekerde rechtstreeks

Nadere informatie

WNT - De topfunctionaris en zijn ontslag Damiën Berkhout (Stibbe)

WNT - De topfunctionaris en zijn ontslag Damiën Berkhout (Stibbe) WNT - De topfunctionaris en zijn ontslag Damiën Berkhout (Stibbe) Inleiding 1. Essentie van de WNT regels 2. Evaluatie van de WNT regels 3. Een voorstel tot aanpak 4. De toekomst en stellingen 1. De wettelijke

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove... Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel

Nadere informatie

2 Drie pijlers nader verklaard

2 Drie pijlers nader verklaard I Inleiding 1 Plaatsbepaling en definitie sociaal recht Sociaal recht Het sociaal recht kent drie pijlers: het individueel arbeidsrecht; het collectief arbeidsrecht; en het socialezekerheidsrecht. 2 Drie

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:3133

ECLI:NL:CRVB:2016:3133 ECLI:NL:CRVB:2016:3133 Instantie Datum uitspraak 17-08-2016 Datum publicatie 23-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/1642 WW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? september 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHARL:2015:6585 ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum Publicatie

Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum Publicatie ECLI:NL:PHR:2007:BA6231, Parket bij de Hoge Raad, 13-07-2007, C05/331HR Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 13-07-2007 Datum Publicatie 13-07-2007 Formele relaties

Nadere informatie

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen. Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de

Nadere informatie

De goede werkgever. G.J.J. Heerma van Voss Leiden Vereniging voor arbeidsrecht - 26 mei 2011. Leiden University. The university to discover.

De goede werkgever. G.J.J. Heerma van Voss Leiden Vereniging voor arbeidsrecht - 26 mei 2011. Leiden University. The university to discover. Programma 13.30 uur ontvangst 14.00 uur opening prof. mr. W. (Willem) Bouwens 14.05 uur prof. mr. E. (Evert) Verhulp 14.15 uur prof. mr. G. (Guus) Heerma van Voss 15.00 uur stellingen 15.30 uur pauze 16.00

Nadere informatie

Ontslag na doorstart faillissement

Ontslag na doorstart faillissement Ontslag na doorstart faillissement december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 3 mei 2016 in zaak nr. 15/6422 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 3 mei 2016 in zaak nr. 15/6422 in het geding tussen: ECLI:NL:RVS:2017:659 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604395/1/A2 Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

CHECKLIST AANDACHTSPUNTEN BEOORDELING OVEREENKOMSTEN VAN OPDRACHT DOOR BELASTINGDIENST (M.I.V. 1 MEI 2016)

CHECKLIST AANDACHTSPUNTEN BEOORDELING OVEREENKOMSTEN VAN OPDRACHT DOOR BELASTINGDIENST (M.I.V. 1 MEI 2016) CHECKLIST AANDACHTSPUNTEN BEOORDELING OVEREENKOMSTEN VAN OPDRACHT DOOR BELASTINGDIENST (M.I.V. 1 MEI 2016) De Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties, die op 1 mei 2016 in werking treedt, schaft de

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:3340

ECLI:NL:RBROT:2016:3340 ECLI:NL:RBROT:2016:3340 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20042016 Datum publicatie 03052016 Zaaknummer 4878125 VV EXPL 1612 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

Fact sheet avv-loze periode ABU-cao

Fact sheet avv-loze periode ABU-cao Fact sheet avv-loze periode ABU-cao INLEIDING De CAO voor Uitzendkrachten (hierna nader te noemen de ABU-CAO ) is op dit moment niet algemeen verbindend verklaard. Dit wordt ook wel de avv-loze periode

Nadere informatie

Analyse proceskansen. Geachte heer R

Analyse proceskansen. Geachte heer R te Per e-mail Ministerie van Financiën uw ref. - inzake Analyse proceskansen 10 juli 2015 Geachte heer R 1 Inleiding 1.1 Vandaag, op 10 juli 2015, heeft de tweede aandeelhoudersvergadering van de N.V.

Nadere informatie

Wat betekent de AVV loze periode voor jou als uitzendkracht? Is jouw uitzendbureau lid van brancheorganisatie ABU of de NBBU?

Wat betekent de AVV loze periode voor jou als uitzendkracht? Is jouw uitzendbureau lid van brancheorganisatie ABU of de NBBU? Wat betekent de AVV loze periode voor jou als uitzendkracht? Einde van de Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) van de Cao voor Uitzendkrachten kan grote gevolgen hebben voor uitzendkrachten die werken

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN BEMIDDELING Beoordeling Belastingdienst nr. 9051625886 21 03 2016

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN BEMIDDELING Beoordeling Belastingdienst nr. 9051625886 21 03 2016 De Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU) heeft aan de Belastingdienst een model bemiddelingsovereenkomst voorgelegd, met het verzoek te beoordelen of er voor de bij deze overeenkomst

Nadere informatie

Het pensioenontslag. ECLI:NL:RBUTR:2011:BU3431; Ktr. Delft, 23 april 2009, JAR 2009/116.

Het pensioenontslag. ECLI:NL:RBUTR:2011:BU3431; Ktr. Delft, 23 april 2009, JAR 2009/116. 1 Het pensioenontslag Inleiding Het maken van onderscheid op grond van leeftijd bij arbeid is verboden. De hierop betrekking hebbende EG-Richtlijn 1 is in Nederland geïmplementeerd door de Wet gelijke

Nadere informatie

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

Rechtspraak.nl - Print uitspraak ECLI:NL:HR:2014:1405 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-06-2014 Datum publicatie 13-06-2014 Zaaknummer 13/05858 Formele relaties Rechtsgebieden Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:289 Civiel recht Bijzondere

Nadere informatie

Casus 10 Om ziek van te worden

Casus 10 Om ziek van te worden Casus 10 Om ziek van te worden De derde casus over ziekte, nu toegespitst op de vraag wanneer iemand recht heeft op een uitkering krachtens de Ziektewet, ervan uitgaande dat een thuiswerkster niet werkzaam

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 18 oktober 2011 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 18 oktober 2011 heb ik de eer het volgende op te merken. Den Haag, 2 9 NOV 2011 Kenmerk: DGB 2011-6473 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 11/04540) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-hertogenbosch van 2 september 2011, nr. r, 2

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/01077 uitspraakdatum: 20 mei 2014 Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van drs.

Nadere informatie

AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken

AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken INLEIDING In de plenaire vergadering van het Landelijk overleg

Nadere informatie

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014)

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, handelend in overeenstemming

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-02-2011 Datum publicatie 06-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 10-504 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34013 30 juni 2016 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 juni 2016, nr. 2016-0000141518,

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:1273

ECLI:NL:CRVB:2016:1273 ECLI:NL:CRVB:2016:1273 Instantie Datum uitspraak 06-04-2016 Datum publicatie 11-04-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/5380 ZW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:707

ECLI:NL:CRVB:2016:707 ECLI:NL:CRVB:2016:707 Instantie Datum uitspraak 02-03-2016 Datum publicatie 03-03-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/3258 WW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 06-09-2016 Datum publicatie 11-10-2016 Zaaknummer 4888855 CV EXPL 16-3386 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Op

Nadere informatie