De recente evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De recente evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest:"

Transcriptie

1 Centrum voor Sociologisch Onderzoek Family & Population Studies De recente evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest: Jan Van Bavel & Eli Nomes (13 juni 2016) KU Leuven - Centrum voor Sociologisch Onderzoek, Parkstraat 45 bus 3601, 3000 Leuven

2 Inhoudstafel 1. Leeftijdsspecifieke en totale vruchtbaarheid Definitie en interpretatie Selectie van gegevens en ontbrekende waarden Evolutie van het totale vruchtbaarheidscijfer De timing van geboorten Vruchtbaarheidscijfers naar nationaliteit Lagere vruchtbaarheid, kleinere gezinnen? Regionale verschillen Conclusies Bronvermeldingen

3 De recente evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest: Jan Van Bavel & Eli Nomes Sinds het einde van de Baby Boom periode in het midden van de jaren 1960 is de vruchtbaarheid in Vlaanderen en België sterk gedaald, net als in de rest van Europa. Koppels verkozen steeds vaker een kleiner gezin en een groeiend aantal vrouwen stelde de komst van het eerste kind uit tot op latere leeftijd (Neels 2006). In de jaren tachtig en negentig zakte het totale vruchtbaarheidscijfer (verder TVC genoemd) in heel Europa onder het vervangingsniveau (Frejka, Hoem en Sobotka, 2008). In Vlaanderen schommelde het TVC tussen 1985 en 2000 rond de 1,5 kinderen per vrouw. Dat een deel van deze lage vruchtbaarheid te wijten was aan uitstel van het ouderschap, bleek uit de stijgende vruchtbaarheidscijfers voor 30-plussers. Het aandeel van min-25-jarigen in de vruchtbaarheidscijfers daarentegen daalde sterk in heel Europa (Frejka, Hoem en Sobotka, 2008). Tijdens de eerste jaren van de 21 ste eeuw leek er een ommekeer op til: er was sprake van een opmerkelijke stijging van het TVC, niet alleen in Vlaanderen en België maar ook in de rest van Europa (Goldstein et al. 2009). Tussen 2001 en 2008 steeg het TVC in het Vlaamse Gewest van 1,5 naar 1,8 kinderen per vrouw. Het was van 1974 geleden dat dat vruchtbaarheidsniveau nog gehaald werd. Deze stijging was bovendien niet alleen het gevolg van de verdere stijging van de vruchtbaarheid van 30-plussers of met andere woorden van de recuperatie van uitgestelde geboorten, maar ging ook gepaard met een stijging van de vruchtbaarheid van vrouwen onder de 30 jaar (Van Bavel & Bastiaenssen 2006; 2009). De heropleving van het krijgen van kinderen vóór de leeftijd van 30 jaar wees er op dat een deel van de jongere generaties terug een klein beetje vroeger aan gezinsvorming begon. Deze stijgende trend was echter in België en Vlaanderen van korte duur. Recente gegevens wijzen erop dat de vruchtbaarheid sinds 2010 weer is beginnen te dalen doordat de heropleving van de vruchtbaarheid onder twintigers voorbij is en dat de 3

4 stijging van de vruchtbaarheid onder 30-plussers langzamerhand tot stilstand komt. De recentste gegevens voor België, gepubliceerd door Eurostat (het statistische agentschap van de EU; wijzen op een daling van het TVC van 1,86 in 2010 naar 1,74 in Onze berekeningen voor het Vlaamse Gewest toonden een daling van het TVC van 1,80 in 2010 naar 1,71 in 2014 (Van Bavel & Nomes 2015). De vruchtbaarheid van 20- tot 24-jarigen en van 25- tot 29-jarigen daalde aanzienlijk, de vruchtbaarheid van 30- tot 34-jarigen bleef in Vlaanderen tussen 2010 en 2014 nagenoeg constant. De stijging van de vruchtbaarheid onder 35- tot 39-jarigen die de voorbije jaren werd vastgesteld, daarentegen, wees opnieuw heel duidelijk in de richting van fors uitstel van vruchtbaarheid. De berekeningen voor 2014 waren echter gebaseerd op voorlopige gegevens. Wat laten de aangevulde gegevens voor 2014 zien? En hoe evolueerde de vruchtbaarheid in de Vlaamse arrondissementen verder in 2015? Hoe verschilde dit voor Belgen en voor vreemdelingen? Wanneer kregen vrouwen hun eerste kind? Hoe evolueerde het aandeel geboorten van hogere geboorterang? Met dit rapport willen we deze vragen beantwoorden gebruikmakend van cijfers over geboorten, nationaliteit, pariteit en leeftijd van de moeder zoals geregistreerd door Kind en Gezin. 1. Leeftijdsspecifieke en totale vruchtbaarheid De term vruchtbaarheid verwijst in deze tekst, en in de demografie in het algemeen, niet naar de fysiologische capaciteit om kinderen voort te brengen maar wel naar het feitelijk gerealiseerde aantal geboorten per vrouw. 1.1 Definitie en interpretatie Leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers (LVC) geven in essentie de verhouding van het aantal geboorten in een gegeven jaar bij vrouwen van een bepaalde leeftijd tot het aantal vrouwen dat er van diezelfde leeftijd in de bevolking aanwezig was in de loop van datzelfde jaar. LVCj,x = Aantal borelingen in jaar j bij vrouwen van leeftijd x Aantal vrouwen in jaar j van leeftijd x Het grote voordeel van de leeftijdsspecifieke cijfers is dat ze niet door het aantal aanwezige vrouwen van een bepaalde leeftijd beïnvloed worden: door te delen door 4

5 het aantal vrouwen op die leeftijd wordt die invloed geneutraliseerd. De cijfers weerspiegelen dan enkel nog de mate waarin vrouwen van een bepaalde leeftijd kinderen voortbrengen in een gegeven jaar. Het zijn dus goede indicatoren van de vruchtbaarheid op elke leeftijd. De som van de leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers geeft het totale vruchtbaarheidscijfer (TVC), uitgedrukt in aantal kinderen per vrouw. Het cijfer moet geïnterpreteerd worden als het virtuele aantal kinderen dat per vrouw geboren zou worden als de vruchtbaarheidscijfers van een bepaald kalenderjaar zouden gelden voor een denkbeeldige generatie van vrouwen. Het gaat om een virtueel cijfer, want in feite krijgen vrouwen van een bepaalde generatie hun kinderen in de loop van meerdere kalenderjaren, en aan de andere kant weerspiegelen de cijfers van één kalenderjaar de vruchtbaarheid van vrouwen van verschillende generaties. Niets garandeert dat de huidige twintigjarigen binnen tien jaar dezelfde vruchtbaarheid zullen hebben als de huidige dertigjarigen. Daarom mag het TVC niet geïnterpreteerd worden als het aantal kinderen dat een vrouw gemiddeld krijgt. Om dat gemiddelde te kennen moeten we immers wachten tot alle vrouwen van dezelfde generatie de leeftijd bereikt hebben waarop ze geen kinderen meer kunnen krijgen (bij conventie leggen we in de demografie de grens op 50 jaar; de fout is verwaarloosbaar klein). Het TVC is een goede conjuncturele indicator voor de mate waarin vrouwen in een bepaald kalenderjaar kinderen voortbrengen. Het wordt niet door het aantal vrouwen op vruchtbare leeftijd beïnvloed, enkel door de intensiteit van de vruchtbaarheid tijdens het kalenderjaar. Die intensiteit wordt zowel door het aantal kinderen per vrouw als door de timing van de geboorten beïnvloed. Als vrouwen hun kinderen vroeger krijgen, dan zal het TVC tijdelijk stijgen. Als ze kinderen uitstellen, dan zal het TVC tijdelijk dalen (voor meer uitleg, zie Van Bavel 2006). 1.2 Selectie van gegevens en ontbrekende waarden Dit vruchtbaarheidsrapport is gebaseerd op gegevens over geboortes in Vlaanderen verzameld door Kind en Gezin, en gegevens over het aantal vrouwen van vruchtbare leeftijd op basis van het Rijksregister. Aangezien de gegevens van Kind & Gezin voor 2014 in vergelijking met de stand van zaken bij het opmaken van het vruchtbaarheidsrapport van vorig jaar (Van Bavel & Nomes 2015) vervolledigd zijn, 5

6 berekenden we naast de vruchtbaarheidscijfers van 2015 ook de cijfers van 2014 opnieuw. Kind & Gezin gebruikt voor het verzamelen van de gegevens een elektronisch cliëntregistratiesysteem met de naam Mirage. De resulterende databank is kindgecentreerd in die zin dat elke nieuwe geboorte of adoptie waar men weet van heeft, aanleiding geeft tot het toevoegen van een nieuwe eenheid aan de databank. Zowel sociaal-demografische kenmerken van kinderen als cijfers over hun geboortegewicht, groei en gehoortesten, en gegevens over de contactmomenten die er waren met het kind en diens gezin worden door regioteamleden in Mirage geregistreerd. In 2014 werden op die manier kinderen geregistreerd, tegenover in Hierbij zitten echter ook adopties en doodgeboren kinderen, die voor dit rapport buiten beschouwing worden gelaten. Ook registreert Kind & Gezin geboorten bij vrouwen die niet in het Rijksregister zitten. Het gaat hier om kinderen geboren bij de asielzoekers uit het wachtregister en bij de onwettig in het land verblijvende vreemdelingen. In de mate van het mogelijke filteren wij deze geboorten uit de berekeningen: we gaan er vanuit dat vrouwen waarvan de nationaliteit geheel onbekend is, op dat moment niet in het Rijksregister stonden ingeschreven. Deze geboorten worden dus niet opgenomen in de berekeningen van de vruchtbaarheidscijfers. Een perfecte match tussen teller (geboorten geregistreerd door Kind & Gezin) en noemer (vrouwen in het Rijksregister) is echter niet mogelijk. Daardoor zullen onze vruchtbaarheidscijfers lichtjes afwijken van die van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI). Indien niet alle geboorten bij moeders die niet in het Rijksregister ingeschreven staan uit de gegevens van Kind & Gezin gefilterd kunnen worden, zullen met name de vruchtbaarheidscijfers van de bevolking van vreemde nationaliteit lichtjes overschat worden. Indien geboorten bij Belgische moeders ten onrechte uit de dataset worden geweerd, kunnen de vruchtbaarheidscijfers van de Belgische bevolking lichtjes onderschat worden. De berekeningen van de voorbije jaren wezen echter uit dat dit verschil voor het algemene TVC beperkt blijft tot hooguit 0,01. Bijlage A geeft meer details over de manier waarop de LVC s in dit rapport berekend werden. 6

7 Wanneer we doodgeboren kinderen, adopties en kinderen van moeders die vermoedelijk niet in het Rijksregister opgenomen zijn eruit filteren, houden we geboorten over voor Voor 2015 tellen we voorlopig geboorten. Bij het opmaken van het rapport van 2015 telden we voor geboorten en ontbraken er dus 305, een verschil dat in de lijn ligt met de voorbije jaren (Van Bavel & Nomes 2015: p. 8). Gezien het over minder dan een half procent van het totaal aantal geboorten gaat, zullen de verschillen met de berekeningen van vorig jaar zeer gering zijn. Het aantal geboorten bij vrouwen van vreemde nationaliteit (die in het Rijksregister opgenomen zijn) schatten we voor 2014 en 2015 op respectievelijk en (de overige geboorten zijn dus geboorten bij vrouwen van Belgische nationaliteit). Bij het vorige vruchtbaarheidsrapport waren er voor 2014 slechts geboorten bij vrouwen van vreemde nationaliteit geteld, een verschil van 153, of ongeveer de helft van de geboorten die vorig jaar nog ontbraken. Aangezien vrouwen van vreemde nationaliteit een kleine 20% uitmaken van de moeders, betekent dat dat het vooral hun vruchtbaarheidscijfers zijn die enigszins kunnen afwijken van de berekeningen van vorig jaar. Voor deze geboorten beschikken we in de meeste gevallen over informatie over de leeftijd en nationaliteit van de moeder, over de pariteit en over het aantal borelingen. In Tabel 0 is het percentage ontbrekende gegevens voor deze variabelen terug te vinden. De datakwaliteit is flink toegenomen in vergelijking met 2008, toen er nog met een ander systeem werd gewerkt, en vooral met 2010, toen Mirage net geïntroduceerd was. Tegenover 2012 en 2014 zien we echter dat er in 2015 weer meer gegevens ontbraken. Tabel 0. Percentage ontbrekende gegevens per jaar a 2014b 2015 Leeftijd moeder in jaren bij geboorte 0,99% 2,81% 0,35% 0,48% 0,46% 0,57% Nationaliteit moeder bij geboorte 2,51% 5,33% 0,86% 0,89% 0,85% 1,06% Huidige nationaliteit moeder 2,91% 5,82% 1,62% 1,96% 1,90% 2,26% Pariteit 0,37% 1,12% 0,58% 0,70% 0,76% 0,94% Aantal borelingen 0,35% 1,13% 0,54% 0,48% 0,53% 0,67% * 2014a: volgens de stand van de gegevens bij opmaak van het vruchtbaarheidsrapport in 2015; 2014b: volgens de stand van de gegevens eind maart

8 Hoe dan ook is het logisch dat er altijd ontbrekende waarden zullen zijn omdat Mirage vooral een cliëntvolgsysteem is. Doordat Kind & Gezin in de kraamklinieken komt en doordat de organisatie een zeer hoog bereik heeft, worden nagenoeg alle geboren kinderen geregistreerd. Maar niet van al die kinderen kunnen alle gegevens in kaart gebracht worden omdat niet alle kinderen van de dienstverlening van Kind & Gezin gebruikmaken. De organisatie moet bepaalde gegevens zelf bevragen, dus als er geen rechtstreeks contact is met de ouders, dan zullen die gegevens ook ontbreken. Bovendien kunnen er ook na de opmaak van dit vruchtbaarheidsrapport nog bijkomende geboorten geregistreerd worden, waardoor de cijfers voor 2015 hoe dan ook als voorlopig beschouwd moeten worden. Voor geboorten waarvan de huidige nationaliteit van de moeder onbekend is, deden wij het volgende: 1) als de oorspronkelijke nationaliteit van de moeder bij haar eigen geboorte wel bekend is, dan namen we die; 2) als ook de oorspronkelijke nationaliteit van de moeder onbekend was, dan gebruikten we de nationaliteit die aan het pasgeboren kind werd toegekend; 3) als ook die laatste nationaliteit onbekend is, dan telden we zoals gezegd de geboorte niet mee bij de berekening van de vruchtbaarheidscijfers, omdat we ervan uit gaan dat de betrokken moeders ook niet in het Rijksregister zullen zijn opgenomen en dus ook niet in de noemer van onze LVC s. Het kleine aantal geboorten waarvan de leeftijd van de moeder onbekend is, hebben wij bij de berekeningen in dit rapport verdeeld over leeftijden tussen 15 en 50 jaar naar verhouding van hun aandeel in de frequentieverdeling van geboorten naar leeftijd voor zover die wél bekend is. Concreet voorbeeld: als 8,5% van alle geboorten in 2015 waarvan de leeftijd van de moeder wél bekend is, plaatsvond bij vrouwen van 30 jaar oud, dan telden wij 8,5% van alle geboorten van 2014 waarvan de leeftijd van de moeder niet bekend is mee bij de geboorten bij 30-jarige vrouwen. Voor ontbrekende waarden voor de variabele pariteit wordt een analoge werkwijze gevolgd. Dus geboorten waarvoor de geboorterang onbekend is, worden toegewezen aan een geboorterang in verhouding met hun aandeel in de geboorten waarvoor pariteit wél bekend is. Als het aantal borelingen bij een bevalling onbekend is, gaan we er van uit dat het om de geboorte van een eenling gaat, dus geen meerling. 8

9 TOTAAL VRUCHTBAARHEIDSCIJFER Meerlingen tellen meervoudig mee (dus de geboorte van een tweeling draagt twee eenheden bij aan de teller van het LVC). 2. Evolutie van het totale vruchtbaarheidscijfer De vruchtbaarheid in Vlaanderen bereikte in 1985 een voorlopig dieptepunt met 1,45 kinderen per vrouw. Nadien schommelde het TVC in het Vlaamse Gewest tot het einde van de 20 ste eeuw rond de 1,50, zonder dat van een duidelijke trend sprake was. Vanaf 2001 steeg het TVC echter opmerkelijk: van 1,51 in 2001 tot 1,65 kinderen per vrouw in 2004 en 1,82 kinderen per vrouw in 2008 (zie Figuur 1 en Tabel 1). In 2009 daalde het TVC in het Vlaamse gewest volgens de cijfers van de ADSEI tot 1,80. Daarmee kwam een eind aan de vruchtbaarheidsstijging van het eerste decennium van de 21 ste eeuw. In 2010 bedroeg het TVC in Vlaanderen volgens onze berekeningen opnieuw 1,80 kinderen per vrouw. Vervolgens daalde het TVC in Vlaanderen van 1,80 in 2010 over 1,76 in 2011 naar 1,73 in Vorig jaar stelden we vast dat het TVC in 2014 verder was gedaald naar 1,71. Op basis van de vervolledigde cijfers die we nu ter beschikking hebben, stellen we dit bij naar 1,72. In 2015 viel de vruchtbaarheid nog sterker terug dan de jaren daarvoor. Bleef de daling tussen 2013 en 2014 nog beperkt, in 2015 daalde het TVC met 0,06 naar 1,66 kinderen per vrouw, waarmee Vlaanderen weer op het niveau van 2004 zit. Figuur 1. Evolutie van het TVC in Vlaanderen, ,40 2,20 2,00 1,80 1,60 1,65 1,82 1,72 1,66 1,40 1,20 1,45 1,51 1, JAAR Bron: Willems (2002); vanaf 2001: Kind & Gezin, Ikaros/Mirage (vanaf 2010), eigen bewerkingen. 9

10 Door de stijging in de loop van het eerste decennium van de 21 ste eeuw overtrof het TVC van het Vlaamse Gewest vanaf 2006 dat van Nederland, al ontlopen ze elkaar sindsdien weinig. Vlaanderen en Wallonië hadden anno 2010 ongeveer hetzelfde vruchtbaarheidspeil (het TVC voor het Waalse Gewest bedroeg 1,81 in 2010 volgens ADSEI). Het Vlaamse cijfer bleef wel nog een stuk lager liggen dan dat van het Verenigd Koninkrijk of van Frankrijk, waar het TVC dicht bij de 2 kinderen per vrouw lag. Duitsland heeft al gedurende vele jaren een zeer laag vruchtbaarheidscijfer (zie Tabel 1) dat eerder bij de Zuid-Europese landen zoals Italië aansluit. Tabel 1. Evolutie van het totale vruchtbaarheidscijfer in het Vlaamse Gewest, in België en in de buurlanden, Vlaamse Nederland Verenigd Frankrijk Duitsland Italië Gewest + België Koninkrijk ,21 2,21 2,36 2,40 2,49 1,97 2, ,73 1,73 1,63 1,74 1,83 1,51 2, ,68 1,67 1,56 1,82 1,95 1,53 1, ,47 1,54 1,55 1,78 1,83 1,41 1, ,58 1,66 1,61 1,82 1,77 1,33 1, ,54 1,59 1,53 1,73 1,73 1,32 1, *1,51 1,67 1,71 1,63 1,90 1,35 1, *1,53 1,65 1,73 1,63 1,88 1,34 1, *1,57 1,67 1,75 1,70 1,89 1,34 1, *1,65 1,72 1,72 1,75 1,92 1,36 1, *1,69 1,76 1,71 1,76 1,94 1,34 1, *1,74 1,80 1,72 1,82 2,00 1,33 1, *1,76 1,82 1,72 1,86 1,98 1,37 1, *1,82 1,85 1,77 1,91 2,01 1,38 1, ,80 1,84 1,79 1,89 2,00 1,36 1, *1,80 1,84 1,79 1,92 2,03 1,39 1, *1,76 1,81 1,76 1,91 2,01 1,36 1, *1,77 1,79 1,72 1,92 2,01 1,38 1, *1,73 1,75 1,68 1,83 1,99 1,39 1, *1,72 1,74 1,71 1,81 2,01 1,47 1, *1,66 Bronnen: + ADSEI (FOD Economie), Bevolkingsstatistieken; * Kind & Gezin, Ikaros/Mirage, eigen bewerkingen; Eurostat Population Statistics; Of de daling van de vruchtbaarheid in de afgelopen jaren, niet alleen in België maar ook bijvoorbeeld in Nederland, in het Verenigd Koninkrijk en in Italië een gevolg is van de financiële en economische crisisperiode die we sinds 2008 doormaken, kunnen we op basis van deze studie niet met zekerheid zeggen. Een internationale studie suggereert dat een toename van de werkloosheid gepaard gaat met een daling 10

11 van de periode-vruchtbaarheid (Sobotka et al. 2011). Duitsland, dat de crisis relatief goed doorstaan heeft, is het enige buurland dat recent een lichte heropleving van de vruchtbaarheid liet optekenen (zie tabel 1). Sterker nog, het Duitse vruchtbaarheidspeil bereikte in 2014 het hoogste niveau sinds de jaren tachtig. De vruchtbaarheid in Frankrijk daarentegen ligt ondanks woelige economische jaren al sinds 2006 op een constant peil. In de Zuid-Europese landen die zwaar door de crisis getroffen zijn, daalde het TVC nog iets sterker dan in de West-Europese landen: Griekenland ging van 1,50 kinderen per vrouw in 2008 naar 1,30 in In Spanje daalde de vruchtbaarheid van 1,45 in 2008 tot 1,32 in 2014 (Eurostat). Het vruchtbaarheidspeil in die landen lag in de jaren negentig echter nog een stuk lager (Kohler, Billari & Ortega 2002), zo bereikte Spanje in 1996 een dieptepunt van 1,16 kinderen per vrouw (Eurostat). 3. Leeftijdsspecifieke vruchtbaarheid Het TVC is gevoelig voor de timing van de vruchtbaarheid. Indien vrouwen het krijgen van kinderen uitstellen tot op latere leeftijd in vergelijking met eerdere generaties, dan zal het TVC tijdelijk dalen, ook al worden er uiteindelijk evenveel kinderen geboren. Als huidige generaties daarentegen hun kinderen eerder krijgen dan vorige generaties, dan zal het TVC tijdelijk stijgen, zonder dat dat uiteindelijk meer kinderen oplevert. Zo was de sterke daling van het TVC sinds het midden van de jaren 1960 niet alleen een kwestie van een dalend aantal kinderen per vrouw en dus van een krimpende gezinsomvang, maar ook een kwestie van uitstel van eerste geboorten. Onder invloed van het stijgende opleidingsniveau en de toenemende deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt, stelden Vlaamse vrouwen het ouderschap almaar verder uit, net als in andere Europese regio s (Sobotka 2004; Neels 2006). Vanaf de tweede helft van de jaren 1980 vertaalde het uitstel van ouderschap zich in systematisch stijgende vruchtbaarheidscijfers voor 30-plussers (zie Figuur 2). Met name de vruchtbaarheid onder 30- tot 34-jarigen steeg sterk, ten koste van de vruchtbaarheid van 20- tot 24-jarigen. De vruchtbaarheid van 25- tot en met 29-jarige vrouwen vertoonde geen systematisch dalende trend, maar binnen deze leeftijdsklasse daalde de vruchtbaarheid van de 25- en 26-jarigen en steeg die van de 28- en 29-jarigen (Van Bavel & Bastiaenssen 2006). 11

12 VRUCHTBAARHEIDSCIJFER De stijgende vruchtbaarheid tijdens het eerste decennium van de 21 ste eeuw was merkbaar in alle leeftijdscategorieën. Niet alleen versnelde de stijging van de vruchtbaarheid van 30- tot 34-jarigen en van 35- tot 39-jarigen, ook de vruchtbaarheid van 25- tot 29-jarigen en zelfs, weliswaar in mindere mate, die van 20- tot 24-jarigen ging er lichtjes op vooruit. In de afgelopen vijf jaar is aan deze stijgende tendens echter grotendeels een einde gekomen. De vruchtbaarheid van twintigers is weer sterk beginnen dalen, in die mate dat zowel de 20- tot 24 jarigen als de 25- tot 29 jarigen in 2015 het laagste naoorlogse vruchtbaarheidscijfer lieten optekenen. Ook aan de sterke stijging van de vruchtbaarheid van 30- tot 34-jarigen tussen 1985 en 2010 is een einde gekomen. In 2015 ging hun vruchtbaarheid er zelfs duidelijk op achteruit. Enkel de vruchtbaarheid van 35- tot 39-jarigen ging er tussen 2010 en 2015 nog op vooruit. Sinds 2013 ligt hun cijfer zelfs hoger dan dat van 20- tot 24-jarigen. In 2015 lag de vruchtbaarheid van 35- tot 39-jarigen wel voor het eerst sinds 1985 iets lager dan het jaar ervoor. Het is echter nog te vroeg om vast te stellen of dat ook effectief betekent dat ook aan de groei van de vruchtbaarheid van deze groep een einde komt. Figuur 2. Leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers voor het Vlaamse Gewest, ,18 0,16 0,14 0,12 0,1 0,08 0,06 0,04 0, JAAR Bron: ( ) ADSEI, Bevolkingsstatistieken en Willems (2002); ( ) ADSEI, Bevolkingsstatistieken en Studiecentrum voor Perinatale Epidemiologie, eigen berekeningen ( ) ADSEI, Bevolkingsstatistieken en Kind & Gezin, Ikaros/Mirage, eigen berekeningen 12

13 VRUCHTBAARHEIDSCIJFER De evolutie van de leeftijdsspecifieke cijfers toont aan dat er meer zit achter de schommelingen van het TVC dan men misschien op het eerste gezicht zou denken. Hoewel het TVC van 2015 op nagenoeg dezelfde hoogte ligt als het TVC van 2004, zijn de achterliggende leeftijdsspecifieke cijfers heel anders. Figuur 3 laat duidelijk zien hoe de leeftijd waarop men kinderen krijgt sinds 2001 verschoven is. De curve van de leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers van 2015 heeft nagenoeg dezelfde vorm als die van 2004, maar is naar rechts opgeschoven, wat er duidelijk op wijst dat het steeds langer uitstellen van het ouderschap ook in de 21 ste eeuw voortduurt. Vrouwen jonger dan 28 kregen met andere woorden in 2004 beduidend meer kinderen dan in 2015, vrouwen ouder dan 28 kregen er beduidend minder. In Figuur 3 is ook te zien dat de vruchtbaarheid sinds 2008 op alle leeftijden onder de 33 jaar gedaald is. Vanaf de leeftijd van 28 jaar blijft de vruchtbaarheid echter nog duidelijk hoger dan in Vanaf de leeftijd van 35 jaar is er ook in vergelijking met 2008 nog sprake van een lichte groei, maar onvoldoende om de achteruitgang onder jongere vrouwen te compenseren. Het grootste gedeelte van de vruchtbaarheid in Vlaanderen is immers nog steeds voor de rekening van de 25- tot 35-jarigen. Zij leveren ook de grootste bijdrage aan de algemene trend. Figuur 3. Leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers voor het Vlaamse Gewest, ,1800 0,1600 0,1400 0, ,1000 0,0800 0,0600 0,0400 0,0200 0, LEEFTIJD MOEDER Bron: Kind & Gezin, Ikaros/Mirage en ADSEI. Eigen bewerkingen 13

14 TOTAAL VRUCHTBAARHEIDSCIJFER 4. Vruchtbaarheidscijfers naar nationaliteit De besproken evoluties van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest weerspiegelen in de eerste plaats die van de bevolking met Belgische nationaliteit (zie Figuur 4). De vruchtbaarheid van inwoners van Vlaanderen met een vreemde nationaliteit ligt aanzienlijk hoger. De stijging van de vruchtbaarheid tussen 2001 en 2008 was onder vreemdelingen echter minder uitgesproken: hoewel hun vruchtbaarheid in de eerste jaren wel steeg, was daar na 2004 al geen sprake meer van. Figuur 4. Evolutie van het TVC in Vlaanderen naar nationaliteit, ,50 Vlaams Gewest Belgen Vreemdelingen* 3,00 2,50 2,00 1,50 1, JAAR Bron: Kind & Gezin, Ikaros/Mirage en ADSEI. Eigen bewerkingen * De vruchtbaarheid van niet-belgische vrouwen in 2010 wijkt nogal af van de andere jaren. Ook ADSEI heeft voor 2010 vruchtbaarheidscijfers naar nationaliteit gepubliceerd: 1,72 voor Belgische vrouwen en 2,70 voor niet-belgische vrouwen. Deze cijfers verschillen behoorlijk van onze berekeningen, hoewel het algemene TVC (voor Belgen en vreemdelingen samen) zeer dicht bij elkaar ligt (1,81 vs. 1,80). Dit doet vermoeden dat de afwijking te maken heeft met de ontbrekende gegevens met betrekking tot de nationaliteit van de moeder: in 2010 lag het percentage ontbrekende gegevens erg hoog, allicht door de ingebruikname van het nieuwe registratiesysteem. Hierdoor waren de potentiële afwijkingen die eerder werden aangehaald (zie p. 6) een onderschatting van de vruchtbaarheid van Belgische vrouwen en een overschatting van vruchtbaarheid van niet- Belgische vrouwen in 2010 mogelijk groter dan anders. De daling van de vruchtbaarheid na 2010 was onder vreemdelingen dan weer sterker dan onder vrouwen met de Belgische nationaliteit. Vergeleken met 2001 ligt de totale vruchtbaarheid voor Belgische vrouwen anno ,12 kinderen hoger, terwijl het TVC voor vrouwen van vreemde nationaliteit 0,33 kinderen lager ligt dan in Bijgevolg is het verschil in vruchtbaarheid tussen Belgen en niet-belgen aan het 14

15 afnemen. Bedroeg dit verschil in 2001 nog ruim 1,5 kinderen per vrouw, in 2015 was dit afgenomen tot ongeveer 1 kind per vrouw (zie Tabel 2). De vruchtbaarheid van beide groepen groeit dus naar elkaar toe. Tabel 2. Totale vruchtbaarheidscijfers in het Vlaamse Gewest naar nationaliteit, Verschil (1) Belgische nationaliteit 1,42 1,60 1,64 1,72 1,66 1,64 1,60 1,54 +0,12 (2) Vreemde nationaliteit 2,89 3,02 3,04 2,98 3,18 2,84 2,69* 2,56-0,33 (3) Totale bevolking 1,51 1,69 1,74 1,82 1,80 1,77 1,72 1,66 +0,15 (2)-(1) 1,47 1,42 1,4 1,26 1,52 1,2 1,09 1,02-0,45 Bron: Kind & Gezin, Ikaros/Mirage en ADSEI. Eigen bewerkingen. * Vorig jaar berekenden we nog een TVC van 2,63 voor de niet-belgen in Dit verschil is niet opmerkelijk, gezien het feit dat er relatief meer geboorten van vreemdelingen misten dan van Belgen, zoals reeds eerder was opgemerkt. Ook voor 2015 kan verwacht worden dat het TVC van niet-belgen bij een eventuele herberekening met completere gegevens wat hoger uitvalt. In Figuur 5 zien we de leeftijdsspecifieke cijfers van Belgen (gestreepte lijn) en niet- Belgen (volle lijn) tussen 2001 en Tegenover 2001 is er duidelijk een sterke afname van de vruchtbaarheid van twintigers, zowel bij Belgen als niet-belgen. De daling onder niet-belgische twintigers is echter veel groter, vooral onder min-25- jarigen. Bovendien werd ze eerder ingezet: waar de vruchtbaarheid onder Belgische twintigers in 2008 nog hoger lag dan in 2001, was ze onder niet-belgische twintigers al aan het dalen. De vruchtbaarheid van de dertigers is dan weer bij beide groepen in vergelijkbare mate toegenomen. Wat het uitstellen van het krijgen van kinderen betreft, sluiten mensen met een vreemde nationaliteit dus in toenemende mate aan bij de Belgische bevolking. De toename van vruchtbaarheid op latere leeftijd is sinds 2008 voor beide groepen nagenoeg stilgevallen, wat samen met de sterk dalen vruchtbaarheid op jongere leeftijd de dalende vruchtbaarheid van Belgen en niet- Belgen en dus ook van de totale bevolking verklaart. Het is opvallend dat de vruchtbaarheid van vrouwen van vreemde nationaliteit op elke leeftijd hoger blijft liggen dan die van de Belgische vrouwen, met uitzondering van de 28-jarigen. Hun vruchtbaarheid is ook ruimer gespreid over uiteenlopende leeftijden dan bij Belgische vrouwen, wat onder andere het gevolg is van de grote culturele en demografische heterogeniteit van de bevolking met vreemde nationaliteit. Niet-Belgische vrouwen hebben dus meer kinderen op jongere leeftijd, maar ook op oudere leeftijd, het uitstelgedrag van de Belgische vrouwen ten spijt. 15

16 VRUCHTBAARHEIDSCIJFER Enkel onder 28- tot 30-jarigen, de leeftijdsgroep waarop de vruchtbaarheid zowel bij Belgische vrouwen als bij niet-belgische vrouwen het hoogst ligt, benadert de vruchtbaarheid van Belgen de vruchtbaarheid van niet-belgen. In het algemeen zie je niettemin duidelijk dat er sprake is van een zekere convergentie met de bevolking van Belgische nationaliteit. Het vruchtbaarheidspatroon van de vrouwen met vreemde nationaliteit in 2015 lijkt veel meer op het vruchtbaarheidspatroon van de Belgische vrouwen dan in Figuur 5. Leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers van naar nationaliteit in het Vlaamse Gewest, ,2 0,18 0,16 0,14 0,12 Belgen 2001 Belgen 2008 Belgen 2015 Niet-Belgen 2001 Niet-Belgen 2008 Niet-Belgen ,1 0,08 0,06 0,04 0, LEEFTIJD MOEDER Bron: Kind & Gezin, Ikaros/Mirage en ADSEI. Eigen bewerkingen Naast vrouwen met een vreemde nationaliteit zijn er natuurlijk ook genaturaliseerde vrouwen, vrouwen die oorspronkelijk (bij hun eigen geboorte) een vreemde nationaliteit hadden maar op het moment van bevalling de Belgische nationaliteit hadden verworven. Hun vruchtbaarheidscijfers kunnen we niet berekenen, omdat het rijksregister geen onderscheid maakt tussen Belgen bij geboorte en genaturaliseerde Belgen. Wel kunnen we het aandeel van genaturaliseerde vrouwen in het totaal aantal geboorten onder Belgen bekijken. Het aandeel van de geboorten bij genaturaliseerde Belgische vrouwen in het totale aantal geboorten bij Belgische moeders is gegroeid van 4,37% in 2001 tot 9,30% in 2015 (Tabel 3). Apart per leeftijdscategorie bekeken was de stijging het grootst bij 35- tot en met 39-jarigen en bij 40-plussers. In deze 16

17 categorieën namen genaturaliseerde moeders in 2015 respectievelijk 14,54% en 25,67% van de geboorten voor hun rekening. In de categorie van 35- tot en met 39- jarigen is hun aandeel daarmee meer dan verdrievoudigd sinds Bij moeders onder de 25 jaar waren genaturaliseerde vrouwen in 2001 al sterk vertegenwoordigd en dat blijft zo, maar daar is hun aandeel veel minder gestegen. De stijging van het totale percentage geboorten bij genaturaliseerde vrouwen is dan ook vooral op de dertigers te schrijven. Of dat komt doordat hun aandeel in de totale bevolking is toegenomen, of doordat hun vruchtbaarheid effectief gestegen is, kunnen we op basis van de beschikbare gegevens niet nagaan. Tabel 3. Aandeel van de geboorten bij genaturaliseerde Belgische moeders in het totale aantal geboorten bij Belgische moeders in het Vlaamse Gewest, Jaar Alle leeftijden ,37% 7,54% 8,73% 3,68% 3,03% 4,55% 9,46% ,04% 6,63% 9,60% 4,48% 3,67% 4,95% 7,73% ,74% 7,60% 10,04% 5,07% 4,33% 6,20% 9,99% ,04% 6,96% 9,96% 5,36% 4,85% 6,42% 10,00% ,50% 7,51% 10,03% 5,99% 5,20% 7,20% 11,71% ,76% 8,13% 9,68% 6,31% 5,47% 7,78% 12,21% ,10% 8,41% 9,66% 6,25% 5,84% 9,37% 14,94% ,25% 8,08% 9,22% 6,25% 6,24% 10,03% 14,25% ,79% 8,10% 8,72% 5,67% 6,19% 9,30% 12,83% ,44% 7,32% 8,92% 5,91% 6,88% 11,02% 17,30% ,10% 10,70% 9,00% 6,10% 7,40% 12,60% 21,80% ,10% 9,00% 8,60% 6,00% 7,50% 13,00% 21,00% ,23% 8,89% 10,07% 7,36% 8,17% 14,31% 23,75% ,30% 10,38% 9,48% 7,39% 8,22% 14,54% 25,67% Groei ,93% 2,84% 0,75% 3,71% 5,19% 9,99% 16,21% Bron: Kind & Gezin, Ikaros/Mirage en ADSEI. Eigen bewerkingen Uit de leeftijdsspecifieke cijfers van zowel de Belgische als de niet-belgische bevolking blijkt dat er een forse verschuiving van de vruchtbaarheid naar latere leeftijd aan de gang is. Dit uitstel van vruchtbaarheid blijkt ook uit de verdere stijging van de verwachte leeftijd van vrouwen bij (eerste) geboorte. Tabel 4 toont de gemiddelde leeftijd van moeders bij alle geboorten en bij eerste geboorten. We kijken vooral naar de cijfers berekend op basis van de leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers, die ongevoelig zijn voor het aantal vrouwen op elke leeftijd. De gemiddelde leeftijd bij eerste geboorte is gestegen van 26,70 jaar in 2001 tot 28,19 in Die stijging is echter duidelijk forser onder vreemdelingen dan onder Belgen, 17

18 waardoor de gemiddelde leeftijd bij de eerste geboorte van beide groepen naar elkaar toegroeien. Tabel 4. Gemiddelde leeftijd van de moeder bij de geboorte van hun kind in het Vlaamse Gewest, Alle geboorten Feitelijk gemiddelde* Totale bevolking 28,38 29,06 29,23 29,33 29,55 29,80 29,86 Belgen 28,53 29,13 29,31 29,37 29,63 29,81 29,88 Vreemdelingen 27,34 28,55 28,76 29,13 29,22 29,76 29,79 Verwacht op basis van LVC* Totale bevolking 28,36 28,73 29,02 29,16 29,41 29,67 29,49 Belgen 28,49 28,83 29,12 29,22 29,49 29,69 29,48 Vreemdelingen 27,19 27,81 28,15 28,62 28,68 29,24 29,46 Eerste geboorten Feitelijk gemiddelde* Totale bevolking 26,76 27,43 27,62 27,79 27,99 28,21 28,31 Belgen 26,93 27,54 27,72 27,88 28,10 28,28 28,37 Vreemdelingen 25,39 26,64 26,95 27,23 27,41 27,83 28,05 Verwacht op basis van LVC* Totale bevolking 26,70 27,19 27,45 27,63 27,84 28,08 28,19 Belgen 26,88 27,34 27,58 27,65 27,89 28,19 28,30 Vreemdelingen 23,69 24,47 26,10 26,38 26,39 26,87 27,04 Bron: Kind & Gezin, Ikaros/Mirage, eigen bewerkingen. * Het feitelijke gemiddelde is het gewone rekenkundige gemiddelde van de leeftijd van de moeders (in aantal volle jaren) van de geregistreerde geboorten. Dit is de facto een gewogen gemiddelde in die zin dat het niet alleen door de leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers beïnvloed wordt maar ook door het aantal potentiële moeders op elke leeftijd. Het gemiddelde dat op basis van de leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers verwacht wordt, is een ongewogen gemiddelde in die zin dat de leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers van elke leeftijd in gelijke mate in rekening gebracht worden. Dit ongewogen gemiddelde wordt dus niet beïnvloed door de aantallen potentiële moeders op elke leeftijd. In 2001 was er nog een verschil van meer dan drie jaar tussen de leeftijd van vreemdelingen en die van vrouwen met de Belgische nationaliteit bij de geboorte van hun eerste kind. Tussen 2001 en 2008 is dit verschil echter meer dan gehalveerd, en ook in recentere jaren blijft het verschil afnemen. Niettemin is een verschil van meer dan een jaar (1,15 in 2015) nog steeds aanzienlijk. Wat de gemiddelde leeftijd voor alle geboorten betreft, is er in 2015 voor het eerst sinds 2001 sprake van een daling onder de Belgische bevolking. Aangezien de gemiddelde leeftijd van vreemdelingen wel nog verder steeg, is er in 2015 geen sprake 18

19 meer van een verschil tussen beide groepen. Dit sluit aan bij het beeld dat we kregen van de leeftijdsspecifieke curves van Belgen en niet-belgen, die in recente jaren rond dezelfde piek leeftijden gecentreerd zijn. Er is dus met andere woorden sprake is van een sterke convergentie in de timing van vruchtbaarheid, al blijven vreemdelingen hun eerste kind gemiddeld op iets jongere leeftijd krijgen dan de Belgen. 5. Lagere vruchtbaarheid, kleinere gezinnen? Is de recent daling van het TVC vooral een kwestie van veranderingen in de timing van de vruchtbaarheid, of is er meer aan de hand? Komt er van uitstel ook afstel? Of jongere generaties effectief gemiddeld minder kinderen zullen hebben aan het einde van de rit dan oudere generaties, kunnen we enkel op basis van cohortevruchtbaarheidscijfers nagaan, wanneer hun vruchtbare jaren achter de rug zijn. De terugval van de vruchtbaarheidscijfers onder 30- tot 35-jarigen en de lichte achteruitgang van de gemiddelde leeftijd bij alle geboorten in 2015, lijken misschien te suggereren dat het steeds verder uitstellen van kinderen krijgen op zijn einde loopt. Aan de andere kant kan dit ook het gevolg zijn van een soort golfbeweging. De vruchtbaarheid van 25- tot 29-jarigen lag in de jaren wat hoger dan ervoor en erna. Als de gewenste gezinsgrootte constant is gebleven, dan is het een logisch gevolg dat de vruchtbaarheid van 30- tot 35-jarigen in de vijf volgende jaren lager ligt, of in ieder geval minder stijgt. Bovendien zouden we dan in de komende jaren opnieuw een sterke stijging verwachten van de vruchtbaarheid van deze groep, gegeven de krimpende vruchtbaarheid van de 25- tot 29-jarigen in de laatste vijf jaar. Tabel 5. Geboorten naar geboorterang in het Vlaamse Gewest, percentages, * Geboorterang ste 45,57 48,01 46,91 45,82 45,51 44,95 44,18 44,48 2de 35,20 33,74 35,11 35,39 35,80 35,91 36,24 35,92 3de 12,99 12,34 12,30 12,71 12,62 12,75 13,13 13,15 4de en + 6,24 5,91 5,68 6,08 6,07 6,39 6,45 6,45 Totaal 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 * Geboorterang verwijst naar het aantal geboorten dat al heeft plaatsgevonden bij de moeder. Meerlingen krijgen dezelfde geboorterang toegewezen. We kunnen wel een blik werpen op de frequentieverdeling naar geboorterang. Uitsluitsel over de vraag of het over uitstel gaat of over kleinere gezinsgrootte, kunnen ook deze cijfers echter niet geven. Een afname van het aandeel van eerste 19

20 geboorten kan wijzen op afnemende gezinsgrootte, omdat minder mensen aan kinderen beginnen. Het kan echter ook wijzen op grotere gezinsgrootte, omdat relatief meer mensen een tweede of derde kind krijgen. Ten slotte kan het ook wijzen op een verschuiving in de timing van geboorten, wanneer mensen hun eerste kind uitstellen naar latere leeftijd. De afgelopen jaren was er een duidelijk afname van het aandeel van eerste geboorten, maar in 2015 viel er weer een stijging op te tekenen (zie Tabel 5). Een iets beter beeld krijgen we als we naar de rangspecifieke vruchtbaarheidscijfers kijken (Figuur 6). De vruchtbaarheidscijfers voor eerste geboorten tonen aan dat eerste geboorten onder twintigers sinds 2008 sterk zijn teruggevallen, maar voor dertigers vrijwel constant zijn gebleven. Bovendien zien we dat er tussen 2014 en 2015 over de hele lijn nauwelijks verschil zit. Qua tweede geboortes zien we dat het verschil tussen 2008 en 2014 veel kleiner is. Dit bevestigt dat de daling tussen 2008 en 2014 van de leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers vooral een kwestie was van minder eerste geboorten. Anderzijds zien we dat de daling van de vruchtbaarheid tussen 2014 en 2015 eerder te wijten is aan een terugval van de tweede geboortes, met name rond de 30 jaar. Dit verklaart meteen ook de stijging van het aandeel eerste geboortes in 2015: dit komt niet zozeer doordat er meer eerste geboortes plaatsvonden, maar doordat er minder tweede geboortes plaatsvonden. Wat derde geboorten en hogere geboorterangen betreft, is er niet echt een duidelijke evolutie sinds 2008 vast te stellen. Figuur 7 toont de rangspecifieke vruchtbaarheidscijfers van 2015 naar nationaliteit. We zagen al eerder dat niet-belgen hun eerste kind gemiddeld op iets jongere leeftijd krijgen dan Belgen, wat gereflecteerd wordt in de verschillende vorm van hun respectievelijke curves in de figuur voor eerste geboortes. Het is echter duidelijk dat het vastgestelde verschil in totale vruchtbaarheid tussen Belgen en niet-belgen vooral te wijten is aan derde geboorten en hogere geboorterangen, waar de curve van de niet-belgische moeders ver boven die van de Belgische moeders uitstijgt. Niet-Belgen hebben met andere woorden dus beduidend grotere gezinnen. 20

21 DERDE GEBOORTEN/VROUW TWEEDE GEBOORTEN/VROUW EERSTE GEBOORTEN/VROUW Figuur 6. Leeftijds- en rangspecifieke vruchtbaarheidscijfers van het Vlaamse Gewest, A. Eerste geboorten 0,09 0,08 0,07 0,06 0,05 0,04 0,03 0,02 0, LEEFTIJD MOEDER B. Tweede geboorten 0,09 0,08 0,07 0,06 0,05 0,04 0,03 0,02 0, LEEFTIJD MOEDER C. Geboorten van derde en hogere rang 0,09 0, , , ,05 0,04 0,03 0,02 0, LEEFTIJD MOEDER Bron: Kind & Gezin, Ikaros/Mirage en ADSEI. Eigen bewerkingen 21

22 DERDE EN HOGERE GEBOORTEN PER VROUW TWEEDE GEBOORTEN PER VROUW EERSTE GEBOORTEN PER VROUW Figuur 7. Leeftijds- en rangspecifieke vruchtbaarheidscijfers van het Vlaamse Gewest naar nationaliteit, 2015 A. Eerste geboorten 0,09 0,08 Belg 0,07 Vreemdeling 0,06 0,05 0,04 0,03 0,02 0, LEEFTIJD B. Tweede geboorten 0,09 0,08 0,07 Belg 0,06 Vreemdeling 0,05 0,04 0,03 0,02 0, LEEFTIJD C. Geboorten van derde en hogere rang 0,09 0,08 0,07 Belg 0,06 Vreemdeling 0,05 0,04 0,03 0,02 0, LEEFTIJD Bron: Kind & Gezin, Ikaros/Mirage en ADSEI. Eigen bewerkingen 22

23 TOTAAL VRUCHTBAARHEIDSCIJFER 6. Regionale verschillen Tussen 2014 en 2015 daalde het TVC in elke Vlaamse provincie (zie Figuur 8). Meer nog, tussen 2010 en 2015 daalde de vruchtbaarheid in alle provincies in gelijkaardige mate en op een gelijkaardig tempo. Alleen Vlaams-Brabant legde een wat afwijkende weg af, maar het eindresultaat is hetzelfde. De verhoudingen van 2010 zijn dus hetzelfde gebleven: de provincie Antwerpen heeft de hoogste vruchtbaarheid, gevolgd door West- en Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant, die erg dicht bij elkaar liggen. Limburg heeft ten slotte een beduidend lager vruchtbaarheidscijfer. Figuur 8. Totale vruchtbaarheidscijfer naar provincie, ,95 Antwerpen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Limburg 1,9 1,85 1,8 1,75 1,7 1,65 1,6 1,55 1, JAAR Bron: Kind & Gezin, Ikaros/Mirage en ADSEI. Eigen bewerkingen Om deze regionale verschillen wat beter te kunnen duiden zijn de vruchtbaarheidscijfers weergegeven in Tabel 6 verder opgedeeld naar arrondissement en nationaliteit. Gezien het feit dat de provinciale vruchtbaarheidscijfers voor Belgen zeer dicht bij elkaar liggen (tussen de 1,47 en de 1,58 kinderen per vrouw), mag het duidelijk zijn dat de hoge vruchtbaarheid in Antwerpen op het conto geschreven kan worden van de niet-belgische bevolking. De vruchtbaarheid van niet-belgen ligt weliswaar overal een stuk boven die van Belgen, maar vertoont heel wat meer variatie (tussen de 2,17 en de 2,84 kinderen per vrouw). Belangrijker nog is dat de grootte van 23

24 de groep niet-belgen en dus hun impact op het vruchtbaarheidscijfer verschilt per provincie. Het aandeel vreemdelingen onder vrouwen op vruchtbare leeftijd is inderdaad het hoogste in de provincie Antwerpen (20%), gevolgd door Vlaams- Brabant (17%), Limburg (15%), Oost-Vlaanderen (12%) en West-Vlaanderen (8%, cijfers ADSEI). In Limburg en vooral in Vlaams-Brabant hebben die vreemdelingen echter een opvallend lagere vruchtbaarheid dan in de andere provincies, wat allicht te maken heeft met de precieze samenstelling van deze heterogene groep. Limburg heeft bovendien de laagste vruchtbaarheidscijfers voor Belgen, wat hun lagere algemeen vruchtbaarheidspeil verklaart. West-Vlaanderen compenseert in 2015 het kleinere aandeel vreemdelingen dan weer met het hoogste vruchtbaarheidspeil voor Belgische vrouwen, al zijn de provinciale verschillen bij Belgen zoals gezegd relatief beperkt. Kijken we naar de arrondissementen, dan valt ook hier op dat de vruchtbaarheidsdaling tussen 2014 en 2015 quasi universeel was. Enkel Kortrijk, Roeselare en Aalst lieten een minieme stijging noteren. Dit geldt ook voor de vruchtbaarheid van de niet-belgische bevolking: die daalt bijna overal. Hoge groeicijfers in kleine, landelijke arrondissementen als Tielt, Diksmuide en Eeklo moeten met een stevige korrel zout worden genomen. Het aantal vreemdelingen op vruchtbare leeftijd is in deze arrondissementen simpelweg niet hoog genoeg om een betrouwbaar, robuust vruchtbaarheidscijfer te berekenen. De enige belangrijke uitzondering op de vruchtbaarheidsdaling van vreemdelingen is te vinden in Vlaams- Brabant. In Leuven is er weliswaar een beperkte daling, maar de vruchtbaarheid van vreemdelingen ligt hier sowieso al veel lager dan in de rest van Vlaanderen, allicht omdat dit arrondissement heel andere profielen aantrekt. In Halle-Vilvoorde is er een stijging van de vruchtbaarheid van vreemdelingen, en daarmee is Halle-Vilvoorde het enige arrondissement met een aanzienlijke vreemde bevolking die tegen de trend in gaat. Verder is het interessant om op te merken dat het arrondissement Antwerpen niet langer de hoogste vruchtbaarheidscijfers van Vlaanderen heeft. In 2015 werd Antwerpen immers voorbijgestoken door twee West-Vlaamse arrondissementen: Kortrijk en Diksmuide met een TVC van 1,81. Het arrondissement met de laagste vruchtbaarheid is ook in West-Vlaanderen te vinden: Veurne, met een TVC van 1,48. Leuven komt met een TVC van 1,52 echter steeds dichter in de buurt. 24

25 Tabel 6. Totale vruchtbaarheidscijfers per provincie en arrondissement en naar nationaliteit, Vlaamse Gewest, 2014 en 2015 Arrondissementen Totale bevolking Belgen Vreemdelingen Antwerpen 1,82 1,72-0,10 1,63 1,55-0,08 2,92 2,71-0,21 Antwerpen 1,87 1,80-0,07 1,65 1,59-0,06 2,88 2,73-0,15 Mechelen 1,76 1,62-0,14 1,62 1,51-0,11 3,43 2,96-0,47 Turnhout 1,74 1,61-0,13 1,62 1,51-0,11 2,84 2,51-0,33 Vlaams-Brabant 1,70 1,63-0,07 1,63 1,54-0,09 2,16 2,17 0,01 Halle-Vilvoorde 1,77 1,72-0,05 1,66 1,58-0,08 2,47 2,52 0,05 Leuven 1,61 1,52-0,09 1,60 1,49-0,11 1,86 1,84-0,02 West-Vlaanderen 1,69 1,66-0,03 1,62 1,58-0,04 2,87 2,84-0,03 Brugge 1,57 1,49-0,08 1,51 1,44-0,07 2,62 2,24-0,38 Diksmuide 1,84 1,81-0,03 1,81 1,75-0,06 3,15 5,38 2,23 Ieper 1,79 1,63-0,16 1,76 1,59-0,17 2,65 2,67 0,02 Kortrijk 1,77 1,81 0,04 1,69 1,69 0,00 3,04 3,32 0,28 Oostende 1,66 1,60-0,06 1,55 1,48-0,07 3,18 3,12-0,06 Roeselare 1,69 1,71 0,02 1,61 1,67 0,06 3,14 2,74-0,40 Tielt 1,69 1,68-0,01 1,64 1,60-0,04 2,91 3,31 0,40 Veurne 1,54 1,48-0,06 1,49 1,44-0,05 2,25 2,25 0,00 Oost-Vlaanderen 1,68 1,64-0,04 1,57 1,55-0,02 2,95 2,75-0,20 Aalst 1,66 1,67 0,01 1,52 1,55 0,03 3,70 3,22-0,48 Dendermonde 1,65 1,63-0,02 1,57 1,56-0,01 3,23 2,94-0,27 Eeklo 1,72 1,64-0,08 1,68 1,55-0,13 2,48 3,07 0,59 Gent 1,61 1,59-0,02 1,51 1,52 0,01 2,58 2,38-0,20 Oudenaarde 1,81 1,67-0,14 1,77 1,62-0,15 2,99 2,78-0,21 Sint-Niklaas 1,82 1,76-0,06 1,66 1,60-0,06 3,83 3,64-0,19 Limburg 1,63 1,58-0,05 1,53 1,47-0,06 2,46 2,42-0,04 Hasselt 1,62 1,55-0,07 1,52 1,45-0,07 2,72 2,71-0,01 Maaseik 1,67 1,62-0,05 1,57 1,51-0,06 2,32 2,33 0,01 Tongeren 1,63 1,59-0,04 1,49 1,50 0,01 2,38 2,17-0,21 Bron: Kind & Gezin, Mirage en ADSEI. Eigen bewerkingen 25

26 7. Conclusie De vruchtbaarheid in Vlaanderen is in 2015 gedaald tegenover Deze daling is terug te vinden bij Belgen en niet-belgen, in alle provincies en vrijwel in alle arrondissementen. Ook 30- tot 34-jarigen, jarenlang de leeftijdsgroep waarin de vruchtbaarheid het sterkste steeg, ontsnappen niet aan deze neerwaartse trend. En zelfs de vruchtbaarheid van 35- tot 39-jarigen is dit jaar blijven steken. Die daling van de vruchtbaarheid is op zich niet nieuw, maar de terugval van het TVC van 1,72 in 2014 naar 1,66 in 2015 is wel de sterkste daling van de afgelopen vijf jaar. Het vruchtbaarheidspeil is daarmee weer op het niveau van De omvang van de daling is zowat de helft van de opmerkelijke groei van de vruchtbaarheid tussen 2001 en Hoewel het TVC van 2015 dus vergelijkbaar is met dat van 2004, schuilen er grote verschillen achter deze cijfers. Vrouwen jonger dan 28 kregen in 2004 beduidend meer kinderen dan in 2015, vrouwen ouder dan 28 kregen er beduidend minder. Twintigers bereikten in 2015 zelfs een historisch laag vruchtbaarheidspeil. In het algemeen blijft bovendien de gemiddelde leeftijd bij de eerste geboorte stijgen. Er lijkt met andere woorden nog geen einde gekomen aan het uitstellen van het krijgen van kinderen, al kan enkel de toekomst uitwijzen in welk mate uitstel zal leiden tot afstel. Het verschil tussen de vruchtbaarheid van de Belgische bevolking en van de niet- Belgische bevolking blijft aanzienlijk, maar neemt wel steeds verder af. Hoewel de gemiddelde leeftijd bij de eerste geboorte voor vreemdelingen nog steeds een stuk lager ligt dan voor Belgen, is het verschil in de gemiddelde leeftijd bij alle geboorten nagenoeg weggewerkt. De vruchtbaarheid van niet-belgische vrouwen is ruimer gespreid over uiteenlopende leeftijden dan bij Belgische vrouwen, wat onder andere het gevolg is van de grote culturele en demografische heterogeniteit van de bevolking met vreemde nationaliteit. Niet-Belgische vrouwen hebben dus nog steeds meer kinderen op jongere leeftijd, maar ook op oudere leeftijd. In het algemeen zie je echter duidelijk dat er sprake is van een zekere convergentie met de bevolking van Belgische nationaliteit. Het vruchtbaarheidspatroon van de vrouwen met vreemde nationaliteit in 2015 lijkt veel meer op het vruchtbaarheidspatroon van de Belgische vrouwen dan in

27 Ook in bepaalde buurlanden, zoals Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Italië is er de afgelopen jaren sprake van een daling van de vruchtbaarheid. Anderzijds is er in Duitsland sprake van een lichte heropleving van de vruchtbaarheid en blijft de vruchtbaarheid in Frankrijk al jaren stabiel. In welke mate de economische omstandigheden te maken hebben met de daling van de vruchtbaarheid is dus moeilijk te zeggen op basis van deze studie. Of er naast het steeds langer uitstellen van kinderen ook sprake is van een trend naar kleinere gezinnen, is moeilijk vast te stellen. De daling van de rangspecifieke vruchtbaarheid voor eerste geboorten lijkt te zijn stilgevallen, terwijl een groot deel van de daling van de vruchtbaarheid in 2015 het gevolg lijkt te zijn van een daling van de tweede geboorten. Het aandeel eerste geboorten in het totaal aantal geboorten neemt bijgevolg voor het eerst sinds een aantal jaren ook weer toe. Of dit het gevolg is van uitstelgolven of toch ook van veranderende voorkeuren voor gezinsgrootte, kunnen we voorlopig niet zeggen. Provinciaal bekeken blijft Antwerpen de hoogste vruchtbaarheidscijfers hebben. De bevolking van vreemde nationaliteit heeft hier een uitgesproken hoog vruchtbaarheidsprofiel en is sterk vertegenwoordigd in de totale bevolking. De provincie Limburg heeft de laagste totale vruchtbaarheidscijfers, omdat zowel de Belgische als de niet-belgische bevolking hier relatief lage vruchtbaarheidscijfers laat optekenen. West-Vlaanderen heeft het kleinste aandeel vreemdelingen, maar compenseert dat met de hoogste vruchtbaarheid onder Belgische vrouwen. In West- Vlaanderen vinden we ook zowel het arrondissement met de hoogste als dat met de laagste vruchtbaarheid terug. Kortrijk en Diksmuide staken in 2015 Antwerpen voorbij met een TVC van 1,81, Veurne bengelt helemaal onderaan met een TVC van 1,48. Oost-Vlaanderen heeft dan weer de hoogste vruchtbaarheidscijfers voor niet- Belgen, terwijl Vlaams-Brabant de laagste vruchtbaarheidscijfers voor niet-belgen heeft, vooral omdat hun vruchtbaarheid in arrondissement Leuven zeer laag is. 27

De recente evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest: 2013-2014

De recente evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest: 2013-2014 Centrum voor Sociologisch Onderzoek Family & Population Studies De recente evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest: 2013-2014 Jan Van Bavel & Eli Nomes (20 Mei 2015) KU Leuven - Centrum voor

Nadere informatie

De recente evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest: 2012-2013

De recente evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest: 2012-2013 Centrum voor Sociologisch Onderzoek Family & Population Studies De recente evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest: 2012-2013 Jan Van Bavel & Yolien De Hauw (11 Juni 2014) KU Leuven - Centrum

Nadere informatie

1.1 Aantal levend geborenen dat bij geboorte woont in het Vlaamse Gewest sinds 2001

1.1 Aantal levend geborenen dat bij geboorte woont in het Vlaamse Gewest sinds 2001 Bijlage bij het persbericht dd. 08/06/15: 1 Vrouwen krijgen hun kinderen in toenemende mate na hun dertigste verjaardag 1. Het geboortecijfer volgens Kind en Gezin 67 875 geboorten in 2014, daling van

Nadere informatie

De recente evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest:

De recente evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest: Centrum voor Sociologisch Onderzoek Family & Population Studies De recente evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest: 2010-2012 Jan Van Bavel & Yolien De Hauw (April 2013) KU Leuven - Centrum

Nadere informatie

De recente evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest: update 2008

De recente evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest: update 2008 Interface Demography Working Paper 2009-2 De recente evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest: update 2008 Jan Van Bavel & Vicky Bastiaenssen (Juni 2009) Interface Demography, Vrije Universiteit

Nadere informatie

De recente evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest: update 2007

De recente evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest: update 2007 Interface Demography Working Paper 2008-3 De recente evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest: update 2007 Jan Van Bavel & Vicky Bastiaenssen (Juni 2008) Interface Demography, Vrije Universiteit

Nadere informatie

De recente evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest: update 2006

De recente evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest: update 2006 Interface Demography Working Paper 2007-1 De recente evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest: update 2006 Jan Van Bavel & Vicky Bastiaenssen Vragen en opmerkingen bij dit rapport zijn welkom

Nadere informatie

De evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest tussen 2001 en 2005

De evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest tussen 2001 en 2005 Interface Demography Working Paper 26-1 De evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest tussen 21 en 25 Jan Van Bavel & Vicky Bastiaenssen Vragen en opmerkingen bij dit rapport zijn welkom bij:

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 DE KINDERBEVOLKING

Hoofdstuk 1 DE KINDERBEVOLKING Hoofdstuk 1 DE KINDERBEVOLKING Evoluties in geboorten, vruchtbaarheid en leeftijdscohorten hebben heel snel gevolgen voor de dienstverlening en voor het aanbod aan kinderopvang en scholen. We volgen dan

Nadere informatie

THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven

THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven Selectiecriteria Alle ziekenhuisverblijven weerhouden in deze selectie voldoen aan de algemene criteria die betrekking hebben op woonplaats, leeftijd en geslacht

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs December 29 VLAAMS MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VORMING AGENTSCHAP VOOR ONDERWIJSDIENSTEN (AgODi) Arbeidsmarktbarometer Onderwijs december

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs R A P P O RT Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs december 2009 Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan

Nadere informatie

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen De impact van de economische crisis in West Limburg Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen MEI 2009 1. Werkloosheid 1.1 Niet werkende werkzoekenden Een eerste indicator die de economische

Nadere informatie

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB). NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T3 2017 Barometer 34 MACRO-ECONOMISCH Het consumentenvertrouwen trekt sinds juli terug aan, de indicator stijgt van -2 in juni naar 2 in juli en bereikte hiermee

Nadere informatie

plage-lestijden onderwijzer

plage-lestijden onderwijzer plage-lestijden onderwijzer Schooljaar 2010-2011 - Schooljaar 2011-2012 Vlaams ministerie van Onderwijs & Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel http://www.ond.vlaanderen.be/wegwijs/agodi

Nadere informatie

Vlaanderen kende in 2012 laagste aantal tienermoeders ooit

Vlaanderen kende in 2012 laagste aantal tienermoeders ooit Vlaanderen kende in 2012 laagste aantal tienermoeders ooit In 2012 bereikte het tienerouderschapscijfer in Vlaanderen een historisch laagterecord van 6 bevallingen per 1000 tieners (15-19 jaar). Ook in

Nadere informatie

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens Bierings, H., Schmitt, J., van der Valk, J., Vanderbiesen, W., & Goutsmet, D. (2017).

Nadere informatie

De evolutie en tendensen op regionaal en provinciaal niveau worden verderop in deze barometer besproken.

De evolutie en tendensen op regionaal en provinciaal niveau worden verderop in deze barometer besproken. NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T1 2017 Barometer 32 VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË De index van de vastgoedactiviteit klimt in het 1 ste trimester van 2017 naar een nieuw record: 128,36 punten.

Nadere informatie

Het kind in Vlaanderen

Het kind in Vlaanderen Kind en Gezin Hallepoortlaan 27 1060 BRUSSEL Kind en Gezin-Lijn: 078 150 100 www.kindengezin.be Vormgeving: www.ldv.be Verantwoordelijke uitgever: Kind en Gezin, Katrien Verhegge, administrateur-generaal

Nadere informatie

THEMA IV.1. Tuberculose

THEMA IV.1. Tuberculose THEMA IV.1. Tuberculose Specifieke selectiecriteria Voor deze selectie van tuberculose-verblijven worden alle ziekenhuisverblijven weerhouden die beantwoorden aan de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding

Nadere informatie

Het kind in Vlaanderen

Het kind in Vlaanderen Het kind in Vlaanderen 2012 Het kind in Vlaanderen 2012 Woord vooraf Het kind in Vlaanderen 2012 Kind en Gezin Waarom deze publicatie? Het Internationaal Kinderrechtenverdrag ging van kracht in 1990.

Nadere informatie

EVOLUTIE OP JAARBASIS (2017 YTD 2018) EVOLUTIE OP 5 JAAR (2013 YTD 2018)

EVOLUTIE OP JAARBASIS (2017 YTD 2018) EVOLUTIE OP 5 JAAR (2013 YTD 2018) NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T2 2018 Barometer 37 SAMENVATTING VASTGOEDACTIVITEIT INDEX VASTGOEDACTIVITEIT T2 2018 EVOLUTIE T1 2018 T2 2018 EVOLUTIE T2 2017 T2 2018 GEMIDDELDE PRIJZEN EVOLUTIE

Nadere informatie

notarisbarometer 101,6 99, ,2 99,8 94,1 Belgisch vastgoed zet de economische crisis een hak

notarisbarometer 101,6 99, ,2 99,8 94,1 Belgisch vastgoed zet de economische crisis een hak notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D E n 11 Oktober - december Trimester 4 - Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen De familie

Nadere informatie

Prijzen houden stand, maar de activiteit daalt. derde trimester met 5,1% naar beneden ten opzichte van de derde trimester van 2009.

Prijzen houden stand, maar de activiteit daalt. derde trimester met 5,1% naar beneden ten opzichte van de derde trimester van 2009. Vastgoed, familie, vennootschappen juli - september Trimester 3-21 www.notaris.be 1. Index van de vastgoed-activiteit in België n 6 12 12 11 18,2 11 1 11,1 11,6 1 99,2 1 99,7 99,8 94,3 94,4 94,1 1 9 86,3

Nadere informatie

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Mila van Huis De vruchtbaarheid van vrouwen van niet-westerse herkomst blijft convergeren naar het niveau van autochtone vrouwen. Het kindertal

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs Vlaams ministerie van Onderwijs & Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel http://www.ond.vlaanderen.be/wegwijs/agodi

Nadere informatie

5.1. Impact van de wijzigingen van het nationaliteitswetboek

5.1. Impact van de wijzigingen van het nationaliteitswetboek 5. Verkrijgen en toekennen van de Belgische nationaliteit 1 5.1. Impact van de wijzigingen van het nationaliteitswetboek Sinds het ontstaan van het Koninkrijk stijgt het aantal vreemdelingen dat Belg wordt

Nadere informatie

Gemiddeld kindertal per vrouw,

Gemiddeld kindertal per vrouw, Indicator 11 maart 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2013 bedroeg het gemiddeld

Nadere informatie

NOVEMBER 2014 BAROMETER

NOVEMBER 2014 BAROMETER NOVEMBER 2014 BAROMETER In deze nieuwe editie van de barometer staan we stil bij de Census 2011 die afgelopen maand werd gepubliceerd door Statistics Belgium, onderdeel van de FOD Economie. We vertalen

Nadere informatie

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis Oktober 2009 De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis De werkloosheid: moet het ergste nog komen? De uitzendarbeid en het aantal openstaande betrekkingen lopen weer terug Het

Nadere informatie

Brusselse bevolking per nationaliteitsgroep - alle leeftijden (2014)

Brusselse bevolking per nationaliteitsgroep - alle leeftijden (2014) Dat onze samenleving steeds diverser wordt is een open deur intrappen. Opeenvolgende migratiestromen brachten mensen uit alle hoeken van de wereld naar Brussel: werknemers uit Italië, Spanje, Marokko,

Nadere informatie

notarisbarometer 2012 : meer vastgoedtransacties in België Vastgoedactiviteit in België www.notaris.be 106,4 106,8 101,6 99,2 100 99,2 99,8

notarisbarometer 2012 : meer vastgoedtransacties in België Vastgoedactiviteit in België www.notaris.be 106,4 106,8 101,6 99,2 100 99,2 99,8 notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D E n 15 Oktober - december Trimester 4 - Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen De familie

Nadere informatie

Gezondheidsindicatoren 2005 Vlaams Gewest. Algemene sterftecijfers

Gezondheidsindicatoren 2005 Vlaams Gewest. Algemene sterftecijfers Vlaams Gewest Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers.aspx - oktober 2007 Door: Cloots Heidi, De Kind Herwin, Kongs Anne, Smets Hilde Afdeling Informatie & Ondersteuning Inhoudsopgave...

Nadere informatie

Het kind in Vlaanderen

Het kind in Vlaanderen Het kind in Vlaanderen 2013 Het kind in Vlaanderen 2013 Woord vooraf Het kind in Vlaanderen 2013 Kind en Gezin Waarom deze publicatie? De bronnen 2 In navolging van het Internationaal Verdrag inzake de

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs Oktober 21 VLAAMS MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VORMING AGENTSCHAP VOOR ONDERWIJSDIENSTEN (AgODi) Inhoudstafel INHOUD Inleiding 3 Hoofdstuk

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

Op 31 december 2012 telde het arrondissement Turnhout inwoners. Hiermee vertegenwoordigen we 7% van de Vlaamse inwoners.

Op 31 december 2012 telde het arrondissement Turnhout inwoners. Hiermee vertegenwoordigen we 7% van de Vlaamse inwoners. Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Demografie Samenvatting Inwonersaantal: 442.508 (2012) 90% van de inwoners heeft de Belgische nationaliteit.

Nadere informatie

T NOTARISBAROMETER VASTGOED MACRO-ECONOMISCH. Barometer 36

T NOTARISBAROMETER VASTGOED MACRO-ECONOMISCH. Barometer 36 NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T1 2018 Barometer 36 MACRO-ECONOMISCH De indicator van het consumentenvertrouwen steeg in januari naar 4 en bereikte daarmee opnieuw het hoge niveau van oktober

Nadere informatie

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA Vooraf Door de aanbevelingen van de Europese Unie is de aandacht momenteel vooral gericht op de werkgelegenheidsgraad van de oudere uitkeringstrekkers.

Nadere informatie

Gemiddeld kindertal per vrouw, 2014

Gemiddeld kindertal per vrouw, 2014 Indicator 19 maart 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2014 bedroeg het gemiddeld

Nadere informatie

EVOLUTIE VAN DE MARKT

EVOLUTIE VAN DE MARKT Notarisbarometer VASTGOED www.notaris.be 2016 Barometer 31 VASTGOEDACTIVITEIT IN 106,4 106,8 101,7 103,4 105,9 102,8 98,9 101,4 99,2 105,0 105,3 104,7 115,4 112,1 111,8 118,0 116,1 127,0 124,7 127,9 115,8

Nadere informatie

Bevolkingsprognoses Antwerpen

Bevolkingsprognoses Antwerpen Bevolkingsprognoses Antwerpen -2030 Pieter Rotthier (BZ/SSO) Datum: 18/04/2008 Verantwoordelijke uitgever:bz/sso 2 / 73 Inhoudstafel Inhoudstafel...3 1 Inleiding: evaluatie prognose 2006-2026...4 2 Waarnemingen,

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

2011/5 De (in)stabiliteit van huwelijken in België

2011/5 De (in)stabiliteit van huwelijken in België 2011/5 De (in)stabiliteit van huwelijken in België Martine Corijn D/2011/3241/020 Inleiding Het dalende aantal huwelijken en het stijgende aantal echtscheidingen maakt dat langdurende huwelijken soms minder

Nadere informatie

Hoog aantal vastgoedtransacties in het afgelopen trimester. De vastgoedmarkt herpakt zich na een relatief rustige maand maart

Hoog aantal vastgoedtransacties in het afgelopen trimester. De vastgoedmarkt herpakt zich na een relatief rustige maand maart I. Vastgoedactiviteit in België Hoog aantal vastgoedtransacties in het afgelopen trimester De vastgoedmarkt herpakt zich na een relatief rustige maand maart In het 2de trimester van 2013 waren er in ons

Nadere informatie

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Geografische spreiding van de kinderbijslag 2010 1 Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor inlichtingen: RKW Departement Ondersteuning Research en Financiën Trierstraat

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Verantwoordelijke uitgever: Erik Van Tricht, Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, Bergstraat, 30-34 - 1000 Brussel Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen VASTGOEDACTIVITEIT

Nadere informatie

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België 2018 Samenvatting en kernboodschappen September 2018 ANNEX 6 : NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING EN KERNBOODSCHAPPEN VAN DE ANALYSE

Nadere informatie

Extra investeringen nodig in wegenbouw Toestand blijft moeilijk ondanks stabilisatie eerste helft 2015

Extra investeringen nodig in wegenbouw Toestand blijft moeilijk ondanks stabilisatie eerste helft 2015 Extra investeringen nodig in wegenbouw Toestand blijft moeilijk ondanks stabilisatie eerste helft 215 Sinds 211 is het aantal gemeentelijke aanbestedingen sterk gedaald. Het aantal aanbestedingen van steden

Nadere informatie

Een terugblik op vijf decennia

Een terugblik op vijf decennia Een terugblik op vijf decennia Inleiding Het RSVZ bezit een uitgebreide verzameling statistische gegevens over de verzekeringsplichtige zelfstandigen en vennootschappen. Op basis van deze rijke informatiebron

Nadere informatie

Noord-Limburg , , ,2

Noord-Limburg , , ,2 Tabel : Evolutie toeristische aankomsten (bezoekers) 3-7 Toerisme Het aantal personen dat bij alle commer ciële logiesinrichtingen tegen betaling verbleven heeft, levert voor het verblijfstoerisme twee

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS De tijd die kinderen doorbrengen in en buiten het eigen gezin, o.a. in de kinderopvang, hangt nauw samen met de werksituatie van de ouders. Werk is

Nadere informatie

dem Nieuwe EU-lidstaten vergrijzen het sterkst ROB VAN DER ERF inhoud

dem Nieuwe EU-lidstaten vergrijzen het sterkst ROB VAN DER ERF inhoud dem s Jaargang 24 Augustus 8 ISSN 169-1473 Een uitgave van het s Interdisciplinair Demografisch Instituut Bulletin over Bevolking en Samenleving 7 inhoud 1 Nieuwe EU-lidstaten vergrijzen het sterkst 5

Nadere informatie

Demografie SAMENVATTING

Demografie SAMENVATTING Demografie SAMENVATTING 521.701 inwoners groeiend aantal + 23.723 t.a.v. 2010 Verwachting 2035: +45.870 inwoners Bevolkingsgroei grotendeels door internationale migratie (vooral uit Oost-Europa, Nederland

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2014 n 20 T/1 5 jaar www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 99,2 99,8 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 102,8 94,1 94,9 98,9

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

Regionale verdeling van de vastgoedactiviteit

Regionale verdeling van de vastgoedactiviteit notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D n 1 Juli - september Trimester 3-211 Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen A Vastgoedactiviteit

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 KINDEREN IN HUN GEZINSCONTEXT: EEN BLIK OP DE DIVERSITEIT

Hoofdstuk 2 KINDEREN IN HUN GEZINSCONTEXT: EEN BLIK OP DE DIVERSITEIT Hoofdstuk 2 KINDEREN IN HUN GEZINSCONTEXT: EEN BLIK OP DE DIVERSITEIT In dit hoofdstuk schetsen we de diversiteit aan gezinskenmerken in Vlaanderen op het niveau van de kinderen (met kinderen als teleenheid).

Nadere informatie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie Lange duur werkfractie / werkfractie Werkfractie Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht Deze keer: De evoluties van de overgangen naar werk van de werklozen volgens hun profiel. 1 Inleiding

Nadere informatie

DE GENKSE BEVOLKING OP

DE GENKSE BEVOLKING OP UPDATE CIJFERS DE GENKSE BEVOLKING OP 01.01.2010 (voorlopige cijfers) Bron: Stad Genk, Dienst Bevolking Verwerking: Stad Genk, Dienst Beleidsplanning Onderstaande gegevens zijn gebaseerd op de bevolkingscijfers

Nadere informatie

Voor meer cijfers, zie beleidsdomein Woonstad. Stad Genk Publicatie Stedenbouwkundige vergunningen

Voor meer cijfers, zie  beleidsdomein Woonstad. Stad Genk Publicatie Stedenbouwkundige vergunningen De cijfers over het aantal stedenbouwkundige vergunningen zijn gebaseerd op de inzameling via de gemeenten of de Vlaamse Overheid, en worden verwerkt en gepubliceerd door de FOD Economie. De gegevens voor

Nadere informatie

Bevolkingsstatistieken geven een eerste beeld van de levensloop en de levensomstandigheden van vrouwen en mannen in België.

Bevolkingsstatistieken geven een eerste beeld van de levensloop en de levensomstandigheden van vrouwen en mannen in België. 1 Bevolking Laatste update 2017 Inhoud 1.1 Leeftijdsverdeling... 1 1.2 Vruchtbaarheid... 2 1.3 Sterfte... 2 1.4 Levensverwachting... 3 1.5 Huwelijken en echtscheidingen... 4 1.6 Wettelijk samenwonen...

Nadere informatie

Regionale verdeling van de notariële vastgoedindex

Regionale verdeling van de notariële vastgoedindex notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D E n 9 April - juni Trimester 2 - Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen De familie A Vastgoedactiviteit

Nadere informatie

LaboXX 2. Bijlage E1: Bevolkingsprognoses Antwerpen 2011-2030. Studiedienst stadsobservatie Bestuurszaken stad Antwerpen

LaboXX 2. Bijlage E1: Bevolkingsprognoses Antwerpen 2011-2030. Studiedienst stadsobservatie Bestuurszaken stad Antwerpen A B C D E F G 1 LaboXX 2 Bijlage E1: Bevolkingsprognoses Antwerpen 2011-2030 3 Studiedienst stadsobservatie Bestuurszaken stad Antwerpen 4 5 6 7 8 9 Inhoudstafel Inhoudstafel... 1 1 Inleiding: evaluatie

Nadere informatie

TOERISTISCHE AANKOMSTEN EN OVERNACHTINGEN IN 2010

TOERISTISCHE AANKOMSTEN EN OVERNACHTINGEN IN 2010 UPDATE CIJFERS TOERISTISCHE AANKOMSTEN EN OVERNACHTINGEN IN 2010 Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Verwerking: Stad Genk, Dienst Beleidsplanning Aankomsten en overnachtingen

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2016: DATA ADS 1 INLEIDING

DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2016: DATA ADS 1 INLEIDING CONFEDERATIE VAN IMMOBILIENBEROEPEN VLAANDEREN Kortrijksesteenweg 1005, 9000 Gent www.cibweb.be DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2016: DATA ADS 1 INLEIDING De benchmark voor de evolutie

Nadere informatie

De positie van de Vlaamse kust op de Belgische reismarkt

De positie van de Vlaamse kust op de Belgische reismarkt Kusttoerisme West-Vlaanderen Werkt 3, 28 De positie van de Vlaamse kust op de Belgische reismarkt Foto: Evelien Christiaens Rik De Keyser bestuurder-directeur en hoofd afdeling toerisme, WES Evelien Christiaens

Nadere informatie

Marriages and births in the Netherlands/nl

Marriages and births in the Netherlands/nl Marriages and births in the Netherlands/nl Statistics Explained Waarom nog trouwen? Burgerlijke staat en geboortes in Nederland Tekst: Lydia Geijtenbeek - Centraal Bureau voor de Statistiek. Gegevens geëxtraheerd

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 24 oktober 2012

PERSBERICHT Brussel, 24 oktober 2012 PERSBERICHT Brussel, 24 oktober 2012 De regionale inkomensverschillen onder de loep Hoe verhoudt de inkomensevolutie zich ten opzichte van de inflatie? In welke regio liggen de gemiddelde inkomens het

Nadere informatie

Hoeveel starters telt úw gemeente?

Hoeveel starters telt úw gemeente? Hoeveel starters telt úw gemeente? Lieselot Denorme sociaaleconomisch beleid, WES In het artikel Hoe groot is de ondernemingslust in West-Vlaanderen? kon u lezen dat West-Vlaanderen in 2009 iets meer dan

Nadere informatie

86,3 87,7 +1,66% -8,62%

86,3 87,7 +1,66% -8,62% Vastgoed, familie, vennootschappen januari maart Trimester 1-21 www.notaris.be 1. Index van de vastgoedactiviteit in België n 4 12 12 11 18,2 11 1 94,3 11,1 11,6 94,4 99,2 1, 99,7 1 86,3 9 87,7 9 8 27

Nadere informatie

plan.be Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Bevolkingsvooruitzichten

plan.be Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Bevolkingsvooruitzichten Communiqué 8 mei 2008 plan.be Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Bevolkingsvooruitzichten 2007-2060 Kenmerken van de Bevolkingsvooruitzichten

Nadere informatie

Enquête naar het gebruik van buitenschoolse opvang voor kinderen van 3 jaar tot 12 jaar Voorjaar 2004

Enquête naar het gebruik van buitenschoolse opvang voor kinderen van 3 jaar tot 12 jaar Voorjaar 2004 Enquête naar het gebruik van buitenschoolse opvang voor kinderen van 3 jaar tot 12 jaar Voorjaar Katleen Govaert Bea Buysse Kind en Gezin Hallepoortlaan 27, 1060 Brussel Telefoon: 02/533 14 11 - Wettelijk

Nadere informatie

Kind in Beeld. Het kind in Vlaanderen

Kind in Beeld. Het kind in Vlaanderen Kind in Beeld Het kind in Vlaanderen 2014 Het kind in Vlaanderen 2014 Woord vooraf Het kind in Vlaanderen 2014 Kind en Gezin Waarom deze publicatie? In navolging van het Internationaal Verdrag inzake

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 Licht herstel van de arbeidsmarkt? Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2013 67,5% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage stijgt met 0,8 procentpunten

Nadere informatie

THEMA IV.3. Diabetes Mellitus

THEMA IV.3. Diabetes Mellitus THEMA IV.3. Diabetes Mellitus Selectiecriteria Voor deze selectie worden alle ziekenhuisverblijven weerhouden die beantwoorden aan de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding 2.4.a) en bovendien als hoofddiagnose

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL 1. KERNCIJFERS GEOGRAFISCHE TELLING OP 31 DECEMBER

INHOUDSTAFEL 1. KERNCIJFERS GEOGRAFISCHE TELLING OP 31 DECEMBER Geografische statistiek telling 2008 INHOUDSTAFEL INLEIDING... 2 1. KERNCIJFERS GEOGRAFISCHE TELLING OP 31 DECEMBER 2007...5 2. EVOLUTIE VAN HET AANTAL RECHTGEVENDE KINDEREN PER ARRONDISSEMENT 2000-2007...18

Nadere informatie

De leefvorm van moeders bij de geboorte van een kind: evolutie in het Vlaamse Gewest tussen 1999 en 2007

De leefvorm van moeders bij de geboorte van een kind: evolutie in het Vlaamse Gewest tussen 1999 en 2007 2010/19 De leefvorm van bij de geboorte van een kind: evolutie in het Vlaamse Gewest tussen 1999 en 2007 Martine Corijn D/2010/3241/451 Samenvatting In het Vlaamse Gewest nam tussen 1999 en 2007 het aandeel

Nadere informatie

Het kind in Vlaanderen

Het kind in Vlaanderen Het kind in Vlaanderen 2017 Woord vooraf Het kind in Vlaanderen 2017 Kind en Gezin Waarom deze publicatie? Kind en Gezin wil dat elk kind, waar en hoe het ook geboren is of opgroeit, zo veel mogelijk kansen

Nadere informatie

notarisbarometer 94,1 2012 Trim 1

notarisbarometer 94,1 2012 Trim 1 notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D E n 14 Juli - september Trimester 3 - Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen De familie

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010)

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010) Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010) Er zijn enkele voorzichtig positieve ontwikkelingen waar te nemen op de arbeidsmarkt en woningmarkt. Dat is kort gezegd de conclusie

Nadere informatie

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief 5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE IN

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE IN NOTARISBAROMETER LANDBOUWGRONDEN WWW.NOTARIS.BE S1 2018 Deze Notarisbarometer zoomt in op de gemiddelde prijzen van landbouwgronden in België. Onder landbouwgronden worden de gronden beschouwd waarop gewassen

Nadere informatie

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het

Nadere informatie

THEMA I.2. Aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie

THEMA I.2. Aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie THEMA I.2. Aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie Selectiecriteria Onderstaande selectie omvat alle klassieke ziekenhuisverblijven (definitie cfr.: Inleiding 2.2.) die voldoen aan de algemene selectiecriteria

Nadere informatie

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 Seppe Van Gils In vergelijking met Europa (EU-15) wordt Vlaanderen gekenmerkt door een gemiddeld aandeel werkenden (63,4%). Ten opzichte van het gemiddelde

Nadere informatie

Huishoudensprognose : ontwikkelingen naar type en grootte

Huishoudensprognose : ontwikkelingen naar type en grootte Huishoudensprognose 5: ontwikkelingen naar type en grootte Andries de Jong Het aantal huishoudens neemt de komende decennia fors toe, van 6,9 miljoen in naar 8, miljoen in 5. Deze groei wordt vooral bepaald

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief SEPTEMBER 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in april 2015

De arbeidsmarkt in april 2015 De arbeidsmarkt in april 2015 Datum: 12 mei 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor Januari 211 (cijfers t/m oktober 21) Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en de woningmarkt? Dat leest u in deze zesde editie van de crisismonitor, die het OCD eens in de twee maanden

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief OKTOBER 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 Geen heropleving van de arbeidsmarkt in 2013 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten 4.530.000 in België wonende personen zijn aan het werk in 2013. Hun aantal

Nadere informatie

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE N 2

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE N 2 NOTARISBAROMETER LANDBOUWGRONDEN WWW.NOTARIS.BE S1 2019 N 2 Deze notarisbarometer zoomt in op de gemiddelde prijzen van landbouwgronden in België. Onder landbouwgronden worden de gronden beschouwd waarop

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief NOVEMBER 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Tuberculose in Vlaanderen 2002

Tuberculose in Vlaanderen 2002 Tuberculose in Vlaanderen 2002 Inleiding Tuberculose is nog steeds een van de belangrijkste en meest frequent voorkomende geregistreerde infectieziektes. Exacte cijfers zijn pas te verkrijgen na grondige

Nadere informatie