Masterplan duurzame energie Dordrecht. Quickscan studie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Masterplan duurzame energie Dordrecht. Quickscan studie"

Transcriptie

1 Masterplan duurzame energie Dordrecht Quickscan studie Het CQteam is een adviestak van HVC en verleent primair de aandeelhoudende gemeenten van HVC advies op het gebied van duurzame energie. Juni

2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding Probleem en doelstelling Aanpak, benadering en belangrijke uitgangspunten Opzet onderzoek Energiegebruik Dordrecht Inleiding Huidig gebruik CO 2 Emissie Dordrecht Bronpotentieel duurzame energie Inleiding Overzicht praktisch bronpotentieel Dordrecht Belangrijke transitiepaden voor Dordrecht Biomassa Wind Zon Aardwarmte Energiesysteem en economie Biomassa Wind Zon Aardwarmte+Warmtenet Scenario s Inleiding Scenario s energiegebruik Autonoom scenario (business as usual) Intensief scenario energiegebruik Scenario s duurzame energieproductie Autonome scenario DE productie (business as usual) Intensief scenario Gevolgen scenario s Conclusies & aanbevelingen Conclusies

3 5.2 Aanbevelingen Nationale doelstellingen Mondiaal gebruik van energie Huishoudelijk energiegebruik Transport DE technologieontwikkeling...42 Bijlage A Onderverdeling energiegebruik en CO 2 emissie...38 Bijlage B Zoekruimtekaart Windenergie Zuid-holland...41 Bijlage C Uiteenzetting energietrends Bijlage D Informatie intensief energiegebruikscenario

4 1 Inleiding 1.1 Probleem en doelstelling Door de gemeente Dordrecht wordt een Energiebeleidsplan opgesteld. De gemeente Dordrecht gaat hierbij uit van de volgende doelstellingen: 3% energiebesparing per jaar, 5% duurzame energie in Voor het identificeren van de belangrijke marsroutes is inzicht nodig in het totale gebruik van energie in de gemeente Dordrecht, maar ook de mogelijkheden die ze heeft voor energiebesparing en duurzame energieopwekking. Deze tot op heden ontbrekende informatie wordt in deze rapportage aangeleverd. Het CQteam de adviestak van HVC voor aandeelhoudende gemeenten heeft in samenwerking met de gemeente Dordrecht een quickscan duurzame energie uitgevoerd om de gewenste informatie ter ondersteuning van het te formuleren beleid te leveren. Op hoofdlijnen betekent dit dat onderstaande informatie gegenereerd diende te worden: Het energiegebruik binnen de gemeente evenals de te verwachten ontwikkelingen hiervan op basis van de autonome ontwikkelingen; De potentiële duurzame energiebronnen en de te verwachten toekomstige ontwikkelingen hiervan; 2 scenario s waarmee afhankelijk van de inspanningen van de gemeente het effect op het energiegebruik en de toepassing van duurzame energiebronnen wordt weergegeven. 1.2 Aanpak, benadering en belangrijke uitgangspunten De quickscan duurzame energie is gebaseerd op het kwantitatief vaststellen van de energiebalans van de gemeente Dordrecht, zie Figuur 1. Met de gemeentegrenzen als systeemgrens worden zowel het energiegebruik als mogelijkheden voor duurzame opwekking op integrale wijze benaderd. 4

5 Zon ENERGIEBRONNEN Biomassa EXPORT BRONNEN Wind Waterkracht Aardwarmte IMPORT BRONNEN Energiesysteem IMPORT PRODUCTEN Elektriciteit ENERGIEPRODUCTEN Aardgas Transport Brandstoffen Stoom / Warmte EXPORT PRODUCTEN GEMEENTE Figuur 1: Schematische weergave duurzaamheidmodel voor energie De opgave van verduurzaming is dat een energiesysteem wordt ontwikkeld waarmee op basis van eigen bronnen kan worden voorzien in het eigen gebruik van energie op basis van de gemeentelijke energiemix 1. Wanneer de energiemix volledig uit eigen bronnen kan worden geproduceerd is het gemeentelijke energiegebruik niet alleen volledig verduurzaamd, maar ook volledig zelfvoorzienend. Wanneer de energiemix niet volledig uit eigen bronnen geproduceerd kan worden is import van energie (in de vorm van grondstoffen en/of producten) noodzakelijk. Bij een overschot van duurzame energieproductie geldt dat de gemeente kan exporteren. Dit betekent trouwens niet dat de energie volledig binnen de gemeentegrenzen moet worden opgewekt. Vooral voor biomassa is het vanwege de economie of benutting van restwarmte vaak noodzakelijk om biomassa te bundelen voor de noodzakelijke schaalgrootte en/of afzetmogelijkheden van warmte en wordt de locatiekeuze op basis daarvan bepaald. Echter de bijbehorende duurzaamheidcredits worden verdeeld op basis van de grondstoffeninbreng. Energietransitie Het vaststellen van de energiebalans volgens Figuur 1, geeft een goede indruk van de wijze waarop de huidige energiemix kan worden verduurzaamd. Cruciaal is echter hoe de energiemix in de toekomst gaat veranderen door maatregelen van preventieve aard, maar ook door technologieontwikkelingen. De duurzame energie(de-)productie zal moeten worden afgestemd op dergelijke veranderingen. Dit is vrij complex, temeer omdat duurzame energie nog niet economisch rendeert zonder subsidies en de technologieontwikkeling nog volop gaande is. Daardoor zal de gewenste eindfase niet rechtstreeks worden bereikt maar via zogenaamde transitiepaden. Twee voorbeelden als illustratie van dergelijke transitiepaden zijn; Op grond van de economische haalbaarheid en de stand der techniek, wordt biomassa op dit moment vaak verbrand voor (warmte- en) elektriciteitproductie. Door de behoefte aan groen 1 Onder energiemix wordt verstaan de onderlinge verhouding tussen de diverse energiedragers (transportbrandstoffen, oliederivaten, aardgas, electriciteit en warmte). 5

6 gas (en de ontwikkeling van de technologie en economie) zal op middellange termijn deze biomassa worden ingezet voor gasproductie via vergassing. Op dit moment wordt voor een groot deel in de behoefte aan laagwaardige warmte voor ruimteverwarming voorzien door het verbranden van aardgas. Dat zal in de toekomst steeds meer worden vervangen door warmtelevering via warmtenetten. Deze zullen in eerste instantie mogelijk nog zijn gebaseerd op het benutten van restwarmte die vrijkomt bij verbrandingsprocessen maar als warmtebron zal in de toekomst steeds vaker aardwarmte worden ingezet. Energietransitie is een proces met een lange doorlooptijd. Dit betekent dat verwachtingen op de langere termijn zoals die bijvoorbeeld in de scenario s worden uitgesproken, een grotere mate van onzekerheid hebben dan verwachtingen op kortere termijn. Zowel op het gebied van de energieconsumptie als de DE-productie, kunnen door bijvoorbeeld maatschappelijke of technologische ontwikklingen, (aanzienlijke) veranderingen optreden ten opzichte van de huidige inschatting. Een studie zoals deze, zal daarom ook regelmatig moeten worden geactualiseerd om op deze veranderingen in te kunnen spelen. 1.3 Opzet onderzoek Het rekenmodel dat ten grondslag ligt aan de Quickscan, maakt gebruik van een groot aantal openbare bronnen (waaronder CBS, Kamers van Koophandel, SenterNovem). Op basis van vragenlijsten en aanvullende gesprekken heeft een verdere verfijning plaatsgevonden. Deze verfijning bestaat onder andere uit het toevoegen van specifieke gegevens van de gemeente Dordrecht (bijvoorbeeld het energiegebruik grote bedrijven, schatten windpotentie op basis van de RO-beleid provincie Zuid- Holland) en het toevoegen van het energiegebruik van de gemeente. Een aantal belangrijke uitgangspunten bij het onderzoek zijn: Als basis worden de meest recente beschikbare gegevens gebruikt. Dat zullen in het algemeen gegevens uit 2007 of 2008 zijn; De gemeentegrenzen gelden als systeemgrenzen; Het gebruik van vaartuigen en voertuigen wordt, op basis van kentallen voor het gebruik van de diverse typen voertuigen, in zijn geheel toebedeeld aan de gemeente waar het betreffende vaar- of voertuig staat geregistreerd. Het gebruik van transportbrandstoffen door particuliere personenauto s wordt hierbij toebedeeld aan het huishoudelijk energiegebruik 2. Duurzaam geproduceerde energie wordt toebedeeld aan de oorspronkelijke bron (bv. uit biomassa geproduceerde duurzame energie wordt toebedeeld aan het herkomstgebied van de biomassa en niet aan de gemeente waar de installatie staat). In de studie worden de effecten van energiebesparing en productie van duurzame energie meegenomen. De mogelijkheden voor CO2-opslag en CO2-compensatie worden in deze studie niet meegenomen. Bij het opstellen van de scenario s wordt er vanuit gegaan dat bij het autonome scenario volledige invulling zal worden gegeven aan de afspraken die in diverse convenanten tussen rijksoverheid, provincies, gemeenten, bedrijfsleven en andere partijen zijn gemaakt. 2 Ongeveer 8% van het aantal personenauto s in Nederland bestaat uit lease-auto s. Omdat deze auto s zijn geregistreerd op naam en vestigingslocatie van de lease-maatschappij, wordt het brandstofgebruik van deze auto s niet als huishoudelijk gebruik meegenomen. 6

7 2 Energiegebruik Dordrecht 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het energiegebruik binnen de gemeente Dordrecht bepaald. In 2.2 wordt eerst een totaal beeld van het energiegebruik per sector en per product weergegeven. Daarna wordt nader ingegaan op het energiegebruik binnen de huishoudens. Tenslotte wordt het energiebruik binnen de gemeente Dordrecht vergeleken met het energiegebruik binnen het HVC-verzorgingsgebied en wordt nader ingegaan op een belangrijk verschil. De CO2-emissie binnen de gemeente wordt berekend op grond van het energiegebruik. 2.2 Huidig gebruik In Figuur 2 wordt het energiegebruik weergegeven van de gemeente Dordrecht per gebruikerscategorie. In Bijlage A is het energiegebruik in meer detail weergegeven. Het totale gebruik is geschat op 16,8 PJ 3, 4 /jaar. De sectoren met het hoogste energiegebruik zijn zakelijk transport (6,9 PJ 41%) industrie (4,8 PJ/jaar = 29%) en huishoudens (3,8 PJ/jaar = 23%). Het industriële gebruik bestaat vooral uit gebruik door bedrijven uit sectoren die zich bezig houden met het vervaardigen van chemische producten en het verwerken van aardolie/steenkool (bijlage 1). 3 PJ = PetaJoule = J 4 16,8 PJ verbruik komt overeen met ca. 4,7 miljard kwh of 530 miljoen m 3 gas 7

8 Landbouw & Visserij 1% Commericiele Dienstverlening 5% Niet Commerciele Dienstverlening 1% Huishoudens(incl. verkeer) 23% Industrie 29% Zakelijk transport 41% Figuur 2: Overzicht totaal energiegebruik in 2007/2008 binnen gemeente Dordrecht per categorie Uit het overzicht van het energiegebruik per product (Figuur 3) blijkt dat transportbrandstoffen voor bijna 50% verantwoordelijk zijn voor het totale energiegebruik. Aardgas voor verwarming (LT-warmte 5 ) en aardgas voor andere toepassingen (b.v. koken, industriële processen) zijn verantwoordelijk voor resp. 16% en 15% van het totale energiegebruik. Het gebruik van elektriciteit en het gebruik van oliederivaten 6 zijn ieder verantwoordelijk voor 10% van het totale gebruik. 5 LT-warmte staat voor Lage temperatuur warmte die uit aardgas wordt geproduceerd. Het betreft dus aardgas stoken in CV installaties voor ruimteverwarming. 6 Oliederivaten zijn brandbare vloeistoffen of gassen die vrijkomen bij petrochemische productieprocessen en die bijvoorbeeld om economische of technische redenen niet elders kunnen worden afgezet en daarom voor eigen gebruik ten behoeve van energieopwekking worden ingezet. 8

9 Electriciteit 10% Aardgas (anders) 15% Transport brandstoffen 49% Aardgas (LT warmte) 16% Oliederivaten 10% Figuur 3: Overzicht totaal energiegebruik in 2007/2008 binnen gemeente Dordrecht per product. Het huishoudelijke gebruik (Figuur 4, zie tevens bijlage A) bestaat hoofdzakelijk uit de inzet van aardgas voor ruimteverwarming (LTwarmte; 1,8 PJ/jaar) en het huishoudelijk gebruik van transportbrandstoffen 7 (1,4 PJ/jaar). De bijdrage aan het totale energiebruik binnen huishoudens van elektriciteit en aardgas anders (met name koken) is gering. 7 Ongeveer 8% van het aantal personenauto s in Nederland bestaat uit lease-auto s. Omdat deze auto s zijn geregistreerd op naam en vestigingslocatie van de lease-maatschappij, wordt het gebruik van deze auto s niet als huishoudelijk transportbrandstoffen gebruik meegenomen. 9

10 Electriciteit 15% Aardgas (anders) 2% Transportbrandstoffen 37% Aardgas (LT warmte) 46% Oliederiv aten 0% Figuur 4 Energiegebruik huishoudens per product Het totale jaarlijkse energieverbruik binnen het HVC-verzorgingsgebied wordt geschat op ca. 263 PJ. Met een totaal jaarlijks verbruik van 16.8 PJ is de bijdrage van Dordrecht ruim 6%. Uit de vergelijking tussen Figuur 2 en Figuur 5 blijkt de verdeling van het energieverbruik over de verschillende gebruikerscategoriën binnen de gemeente Dordrecht aanzienlijk te verschillen ten opzichte van het totale verzorgingsgebied van de HVC. Dat wordt met name veroorzaakt door het hoge gebruik van transportbrandstoffen binnen de gemeente Dordrecht. In Figuur 6 is het brandstofgebruik binnen de gemeente Dordrecht nader onderverdeeld. Hieruit blijkt de belangrijke rol van brandstofgebruik door de scheepvaart binnen de gemeente Dordrecht. Dit komt door de aanwezigheid van een groot aantal scheepvaart-gerelateerde bedrijven en het brandstofgebruik van onder Nederlandse vlag varende schepen die eigendom zijn van deze bedrijven uit Dordrecht. 10

11 Niet Commerciele Dienstverlening 1% Commericiele Dienstverlening 5% Landbouw & Visserij 6% Huishoudens(incl. verkeer) 26% Industrie 46% Zakelijk transport 16% Figuur 5: Overzicht totaal energiegebruik binnen HVC-verzorgingsgebied per sector. 8,0 7,0 6,0 Brandstofverbruik (PJ/j) 5,0 4,0 3,0 2,0 Zeeschepen Vissersschepen Binnenv aartschepen Speciale v oertuigen Autobussen Vrachtauto's Bestelauto's Personenauto's 1,0 - Huishoudens Bedrijv en Figuur 6 Onderverdeling energiegebruik transportbrandstoffen gemeente Dordrecht 11

12 2.3 CO 2 Emissie Dordrecht Op basis van het energiegebruik binnen de gemeente Dordrecht is een schatting van de CO 2 emissie gemaakt. De totale uitstoot is geschat op 1342 kton/jaar (zie bijlage A). Het gebruik van transportbrandstoffen (± 702 kton/jaar) is de belangrijkste bron van CO 2 uitstoot. De categorie transport veroorzaakt 43% van de CO 2 uitstoot terwijl huishoudens en de industrie verantwoordelijk zijn voor resp. 23 en 28% van de totale CO 2 uitstoot. 12

13 3 Bronpotentieel duurzame energie 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het bronpotentieel van duurzame energiebronnen voor de gemeente Dordrecht behandeld. Dit bronpotentieel wordt bepaald via verschillende methodieken die uitgaan van kentallen, specifieke karakteristieken (geografische kennis) van de gemeente en technologieën (inclusief technologie ontwikkelingen). Zeer belangrijk in deze is het begrip praktisch bronpotentieel, zie Figuur 7. Dit is het potentieel dat beschikbaar is op basis van het volledig benutten van de aanwezige bronnen op grond van praktische mogelijkheden. Figuur 7: Toelichting op het begrip Praktisch bronpotentieel Het praktische bronpotentieel is waarop ingezet wordt in de quickscan zoals hier uitgevoerd. De belangrijkste uitdagingen hebben vervolgens relatie met de ontsluiting van dit beschikbare potentieel. Deze ontsluiting heeft te maken met het wegnemen van belemmeringen die technisch, economisch, politiek van aard zijn, of te maken hebben met schaalgrootte van de toepassing. 13

14 Het schatten van het praktisch bronpotentieel van de verschillende vorm heeft plaatsgevonden op basis van (op hoofdlijnen): Wind. Het aantal geschikte windlocaties op basis van de Nota Wervel, de provinciale ruimtelijke visie voor windenergie, en de verwachte technologie-ontwikkelingen. Zon. Op basis van beschikbaar dakoppervlak van huizen, kantoren en platte daken van schuren/garages en de verwachte technologie-ontwikkelingen. Aardwarmte 8. Het aantal mogelijke putten per vierkante kilometer bebouwd oppervlak. Het bebouwde oppervlak is genomen omdat de afzet van aardwarmte afhankelijk is van de aan het bebouwd oppervlak gekoppelde haalbaarheid van warmtenetten. Biomassa. De hoeveelheid biomassa die per oppervlak geoogst kan worden zonder uitputting te veroorzaken en die niet gemoeid is met voedselteelt. Daarnaast de hoeveelheid biomassa die bij de verwerking van biomassa door bedrijven (o.a. VGI, meubelmakerijen) als reststroom vrijkomt. En tot slot de biomassa die als afval vrijkomt. Voor biomassa is het belangrijk te realiseren dat het praktische bronpotentieel de hoeveelheid biomassa energie beschikbaar voor conversie voorstelt en niet de hoeveelheid energie die als product uit biomassa geproduceerd wordt. Voor houtige biomassastromen wordt bijvoorbeeld bij de inzet van de vergassingstechnologie een veel groter deel van de potentie benut dan bij de inzet van een verbrandingstechnologie. 3.2 Overzicht praktisch bronpotentieel Dordrecht In Figuur 8 is het totale praktische bronpotentieel van de duurzame energiebronnen weergegeven voor de periode 2010 tot Dit totaal wordt hier vastgesteld als maximaal benutbaar/winbaar binnen de gemeentelijke grenzen van de gemeente Dordrecht. In totaal is het potentieel ruim 4,5 PJ/jaar in 2010 en kan uitgroeien naar ca. 6 PJ/jaar in De groei wordt veroorzaakt door technologieontwikkelingen op gebied van zon en wind die er toe leiden dat per windlocatie en zonoppervlak steeds meer energie geproduceerd wordt. 8 Industriële restwamte is in het algemeen geen duurzame energiebron (maar leidt wel tot een verhoging van de energie-efficiëncy) en wordt daarom in dit hoofdstuk niet nader benoemd. 14

15 7,0 6,0 5,0 Praktisch potentieel (PJ/jaar) 4,0 3,0 2,0 Aardw armte Wind Zon Biomassa 1, Figuur 8: Binnen gemeente Dordrecht aanwezig praktisch bronpotentieel van duurzame energiebronnen. Figuur 8 maakt duidelijk dat gelet op het totale energiegebruik binnen de gemeente Dordrecht, het praktisch bronpotentieel binnen de gemeente Dordrecht niet toereikend is om in het huidige energiegebruik te voorzien. Door het sterk stedelijke karakter van de gemeente Dordrecht is er relatief veel beschikbaar dakoppervlak voor zonne-energie. Daarnaast zijn goede mogelijkheden voor aardwarmte aanwezig doordat stedelijke gebieden zich goed lenen voor de toepassing van warmtenetten (stadswarmte). Op grond van het provinciale ruimtelijk ordeningsbeleid met betrekking tot windenergie, is er relatief weinig ruimte voor wind. 3.3 Belangrijke transitiepaden voor Dordrecht Tabel 1 geeft een onderverdeling van het praktische bronpotentieel van Figuur 8 naar de transitiepaden die voor deze scan werden gedefinieerd. Deze transitiepaden zijn gedefinieerd op basis van een logische indeling van de hoofdbronnen biomassa, wind, zon en aardwarmte. De bijdrage die deze bronnen aan het totale DE-potentieel leveren, is resp. 26%, 19%, 17% en 39%. Deze transitiepaden worden in onderstaande paragrafen verder uitgewerkt. 15

16 Transitiepad Capaciteit Vermogen Potentieel Percentage BIOMASSA ton/jaar MWth PJ/jaar Totaal B1 Houtachtig/Droog/Vezelig (Witte lijst) ,24 4% Houtachtig/Droog/Vezelig (Gele lijst) ,20 4% B2 Grasachtigen ,16 3% B3 Mest ,02 0% B4 Groen vergistbaar (niet VGI) ,04 1% B5 VGI natte stromen % VGI droge stromen % B6 Gemengd Restafval ,51 9% B7 Droog Restafval (sorteerresidu,rdf) ,26 5% B8 Biomassa import % B9 Biomassa Teelt % # molens Vermogen Potentieel WIND MWp PJ/jaar W1 Schaalvergroting bestaande molens - 0-0% W2 Noordzeekust % W3 Binnenkust ,64 12% W4 Agrarische erven % W5 Nabij bebouwde omgeving % W6 In open gebied ,38 7% W7 Industrieterrein % W8 Bedrijfsterrein % W9 Wind Op Zee - 0-0% W10 Micro Wind - 0-0% oppervlak Vermogen Potentieel ZON m2 MW PJ/jaar Z1 PV daken huishoudens ,31 6% Z2 PV schuren en garages ,40 7% Z3 PV Bedrijfspanden ,21 4% Z4 Zonneboiler daken huishoudens putten Vermogen Potentieel AARDWARMTE stuks MW PJ/jaar A1 aardwarmtestations -> warmtenet -> HH+bedrijven ,12 39% Tabel 1: Overzicht transitiepaden gemeente Dordrecht. In deze tabel is weergegeven welke bronnen voor duurzame energieproductie binnen Dordrecht aanwezig zijn en welke bijdrage deze bronnen in 2035 (absoluut en procentueel) op jaarbasis aan de totale DE-productie binnen Dordrecht kunnen leveren Biomassa Binnen de gemeente Dordrecht komt op jaarbasis een beperkte hoeveelheid biomassa beschikbaar die voor DE-productie kan worden aangewend. Dit zijn voornamelijk diverse houtachtige stromen (B1) en het biomassa-deel uit het gemengd restafval (B6) Wind Er zijn meerdere locaties in Dordrecht waar ruimte voor windturbines is gelet op de mogelijkheden die daarvoor binnen het provinciale ruimtelijk ordeningsbeleid (Nota Wervel) aanwezig zijn. Voor de 16

17 bepaling van het bronpotentieel is er vanuit gegaan dat op locaties die in de Nota Wervel als opstellingen onder voorwaarden mogelijk zijn aangemerkt, ook daadwerkelijk windturbines worden gerealiseerd (Figuur 9). Het gaat hierbij om de volgende locaties en mogelijke aantallen: Dortsche Kil, 7 stuks Langs A16, 7 stuks Zuiden Dordrecht (stad) thv Zeedijk, 8 stuks Krabbegors/Krabbepolder, 7 stuks Merwede havens, 11 stuks Figuur 9 Mogelijkheden voor plaatsing windturbines op grond van provinciale Nota Wervel 17

18 3.3.3 Zon Kansen voor zonne-energie zijn grotendeels gekoppeld aan beschikbaar dakoppervlak van gebouwen. In totaal is het beschikbare oppervlak geschat op ± 81 ha. Ongeveer 0,7 PJ/jaar kan worden opgewekt op daken van huishoudens en nog eens 0.2 PJ/jaar via daken van bedrijven Aardwarmte Aardwarmte lijkt de belangrijkste duurzame energiebron binnen de gemeente Dordrecht te zijn. Naar verwachting kan ongeveer 2,1 PJ/jaar aan warmte (ongeveer 100 C) uit de bodem (tussen 2 en 3 km diepte) gewonnen worden. Deze warmte is geschikt voor ruimteverwarming in huizen en andere gebouwen. Hiermee kan dus aardgas dat ingezet wordt voor ruimteverwarming (LT warmte 9 ) worden verdrongen. Uit het geschatte energiegebruik van Dordrecht blijkt dat de aardgas inzet voor ruimteverwarming ongeveer 2,7 PJ/jaar bedraagt. De mogelijkheden voor de ontsluiting van aardwarmte door middel van een warmtenet, worden naast de woningdichtheid, voornamelijk door de ontwikkeling van de gasprijs bepaald (Figuur 10). Figuur 10 Financiële haalbaarheid warmtenet in relatie tot gasprijs. 9 : LTwarmte staat voor Lage temperatuur warmte die uit aardgas wordt geproduceerd. Het betreft dus aardgas stoken in CV installaties voor ruimteverwarming. 18

19 3.4 Energiesysteem en economie Een belangrijk uitgangspunt bij de in dit hoofdstuk benoemde kosten, is dat kosten worden weergegeven exclusief subsidies. Voor de haalbaarheid kunnen subsidies nodig zijn om een kostprijs voor de geproduceerde energie (elektriciteit of warmte) te realiseren die de afzet van de geproduceerde energie mogelijk maakt Biomassa Het systeem zoals dat kan worden ingezet voor het benutten van het biomassa-potentieel is afhankelijk van de aard van de biomassa en de technologische ontwikkelingen. Voor eenvoudig afbreekbare en relatief natte biomassastromen is dit vergisting. Het gas dat op deze wijze wordt geproduceerd kan via een wkk-installatie worden omgezet in elektriciteit en warmte of kan worden opgewerkt tot aardgaskwaliteit. Voor houtige biomassastromen is op dit moment verbranden met elektriciteitsopwekking en afzet van restwarmte de huidige stand der techniek. Met een dergelijke installatie kan een totaalrendement van maximaal ca 50% worden bereikt. Op grond van de te verwachten technologie-ontwikkeling wordt verwacht dat op middellange termijn deze biomassa via de vergassingstechnologie zal worden omgezet in gas, elektriciteit en warmte met een totaal rendement van ruim 70%. De investeringskosten voor zowel een verbrandingsinstallatie als voor een vergasser met een capaciteit van ca ton/jaar worden geschat op M. Gelet op de maximaal beschikbare hoeveelheid biomassa binnen de gemeente Dordrecht (Tabel 1, pagina 16) is het voor de realisatie van een dergelijke installatie binnen de gemeente Dordrecht noodzakelijk dat biomassa van elders wordt aangevoerd. Voor een vergistingsinstallatie met een capaciteit van ca ton/jaar worden de investeringskosten geschat op 8-10 M Wind Investeringsbehoefte Wanneer 40 windmolens (± 100 MWe geïnstalleerd vermogen) in Dordrecht in de komende jaren geplaatst zouden worden, dan is de investeringsbehoefte ongeveer 208 M. Dit zijn de molens inclusief de installatie en een primair deel van de benodigde infrastructuur. De gemiddelde kostprijs van de geleverde energie bedraagt naar schatting ca. 0,12 tot 0,15 /kwh. Kostprijsontwikkeling Figuur 11 geeft een mogelijke kostprijsontwikkeling weer voor wind-op-land voor verschillende turbinevermogens en uitgezet tegen de verwachte baseload prijs van elektriciteit. Vooral in de komende 10 jaar zal een significante kostenreductie waarneembaar zijn in de investering, maar ook in operationele kosten (vooral onderhoud) 10. Voor grotere vermogens zou dit kunnen leiden tot een kostenneutrale situatie rond 2020 of zelfs daarvoor. 10 Gebaseerd op Rodel, H; Ecology, economy and security of supply of the Dutch electricity supply system,

20 kostprijs windenergie ( /kwh) 0,200 0,180 0,160 0,140 0,120 0,100 0,080 0,060 0,040 0,020 2 Mw e turbine 4 MWe turbine 6 MWe turbine elektriciteitsprijs (baseload, /kwh) Figuur 11: Mogelijke Kostprijsontwikkeling wind-op-land bij een jaarlijkse piekbelasting van 2200 uur Zon Voor de economie van pv-systemen is gekeken naar de toepassingsmogelijkheden voor de bestaande gebouwen en niet naar nieuwbouw systemen. De financiële haalbaarheid voor nieuwbouw is beduidend beter vanwege de vrijheid om de systemen optimaal te bouwen en doordat de kosten ook ten dele op de woning kunnen worden belast (bij een voldaks pv-systeem wordt de functie van de traditionele dakbedekking overgenomen door het pv-systeem). Investeringsbehoefte Wanneer het gehele bronpotentieel voor zonne-energie wordt benut (zie Tabel 1) dan vergt dat een investering van 371 M op basis van de huidige investeringskentallen voor PV. Voor dit bedrag wordt 81 ha PV geïnstalleerd variërend van grote systemen op grote bedrijfspanden (>300 m 2 ) tot kleine eenheden op huishoudelijke daken (2-12 m 2 ). Kostprijsontwikkeling Figuur 12 geeft een verwachting weer over de ontwikkeling van de kostprijs van elektriciteit via PV in relatie tot de tariefontwikkeling van elektriciteit voor huishoudens. Kleine pv-systemen (op basis van de huidige stand der technologie) zijn met een kostprijs van 0,5 /kwh nog ver van economisch haalbaar, maar voor de grootschalige systemen ligt de kostprijs beduidend lager (0,28 /kwh). Bij een lineaire stijging van de elektriciteitsprijs zou de economische haalbaarheid voor grote resp. kleine systemen rond 2015 resp liggen. 20

21 0,60 60% 0,50 50% kostprijs zonneenergie ( /kwh) 0,40 0,30 0,20 40% 30% 20% PV rendement (% instraling) PV (opp = 8 m2) PV opp=22 m2 PB (opp=60 m2) elektriciteitsprijs PV (opp = 400 m2) Rendementsontw ikkeling PV 0,10 10% % Figuur 12: Verwachting ontwikkeling kostprijs zonne-energie ten opzichte van de elektriciteitsprijs. Gehanteerde afschrijfperiode bedraagt 10 jaar Aardwarmte + Warmtenet Investeringsbehoefte Om op den duur alle buurten in Dordrecht van warmte te voorzien, zijn 15 aardwarmtestations benodigd. De totale investering in deze stations is geraamd op 108 M op basis van de huidige kentallen. Voor de realisatie van het warmtenet is op basis van renovatie een investering benodigd van ± 200 M. Wanneer de ontwikkeling van een warmtenet niet wordt afgestemd op renovatietrajecten, maar direct op de bestaande woningen en gebouwen wordt ingegrepen, worden de aansluitkosten significant hoger. In die situatie is de benodigde investering geraamd op 454 M. 21

22 22

23 4 Scenario s 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden 2 scenario s beschreven met het effect van de maatregelen op zowel het energiegebruik als op de productie van duurzame energie. Deze 2 scenario s zijn het autonome scenario waarbij door de gemeente invulling wordt gegeven aan gemaakte afspraken en ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving (zoals de aanscherping van de EPC) en een intensief scenario waarbij de gemeente zich extra inspant op zowel het gebied van de energiebesparing als de realisatie van duurzame energieopwekking. Tenslotte worden in dit hoofdstuk de scenario s voor zowel energiegebruik als DE-productie in 1 figuur samengevoegd. In hoofdstuk 2 is de belangrijke rol in het totale energiegebruik binnen de gemeente Dordrecht van het gebruik van transportbrandstoffen door de scheepvaartsector aangegeven. De afgelopen jaren is het besef gegroeid dat de scheepvaartsector een belangrijke bron is van emissies naar de lucht. Dat zijn zowel emissies die van belang zijn voor de (lokale) luchtkwaliteit (fijn stof, SO 2 en NO x ) als CO 2. Maatregelen om deze emissies te reduceren zijn o.a. het verbeteren van de kwaliteit van de brandstoffen (bijvoorbeeld verlaging van het zwavelgehalte of het gebruik van GTL (Gas To Liquids)), verbetering van het rendement van de motoren en de toepassing van katalysatoren. Voor de CO 2 -emissie wordt deelname in het internationale handelssysteem voor broeikasgassen overwogen. In verband met deze ontwikkelingen wordt als autonome ontwikkeling voor het gebruik van transportbrandstoffen een jaarlijkse reductie van 1% voorzien. De ontwikkelingen op het gebied van transportbrandstoffen door de scheepvaart worden met name op nationaal en zelfs internationaal niveau bepaald. De mogelijkheden voor een gemeente om hier invloed op uit te oefenen zijn gering. Daarom worden in de scenario s de ontwikkelingen exclusief het brandstofgebruik door de scheepvaart weergegeven. 4.2 Scenario s energiegebruik Autonoom scenario Bij het autonome scenario wordt er vanuit gegaan dat zowel de gemeente als andere partijen invulling geven aan de afspraken die in het kader van energiebesparing met het Rijk zijn gemaakt (zie bijlage C). Voor de gemeente zijn in dit kader met name de afspraken in het kader van het Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk van belang. Om invulling aan deze afspraken te kunnen geven, is een actieve rol van de gemeente nodig. Dit zal voor veel gemeenten vaak tot grote inspanningen op dit gebied leiden. Dat betekent o.a. het volgende; Door de gemeente wordt invulling gegeven aan de in het Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk gemaakte afspraak om te streven naar een verlaging van het energiegebruik in woningen met 50% in Dit wordt gerealiseerd door de wettelijke aanscherping van de EPC en het maken van afspraken met projectontwikkelaars en woningcorporaties. Voor bestaande woningbouw is 23

24 een actieve rol van de gemeente vastgelegd bijvoorbeeld op het gebied van voorlichting en het op lokaal niveau bij elkaar brengen van partijen om afspraken te maken over energiebesparing bij renovatie; De gemeente zal als bevoegd gezag in het kader van de Wet milieubeheer voorschriften met betrekking tot energiebesparing actief handhaven. Van andere partijen worden de inspanningen verwacht zoals deze in diverse convenanten zijn vastgelegd bijvoorbeeld bij renovatie van bestaande woningbouw (Convenant energiebesparing corporatiesector), bij nieuwbouw (Lentakkoord met de bouwsector) en met de industrie (Meerjarenafspraken met brancheorganisaties). Op gebied van gebruikerstechnologieën doet de markt zijn werking en zullen belangrijke innovaties hun intrede doen. Hiervan wordt de all-electric ontwikkeling met daarin als speerpunt elektrisch rijden als zeer belangrijk geacht. Het autonome scenario gaat uit van lichte groei van de industrie dat zich uit in een bruto jaarlijkse toename van 0,5% van het energiegebruik. Conform de MJA 11 afspraken (zie ook Bijlage C) van de industrie met het rijk zal daarmee netto een daling van het gebruik gaan optreden, in dit geval geprognosticeerd op 0,5% per jaar. Figuur 13 geeft een prognose van het energiegebruik ten gevolge van de autonome ontwikkelingen. Het gebruik van energie in de gemeente daalt tot een niveau van ca. 9 PJ/jaar in 2035, waarbij een groot deel van deze vermindering plaats zal vinden na Dit wordt veroorzaakt doordat belangrijke ontwikkelingen zoals een EPC van 0 vanaf 2020 en elektrisch rijden dat naar verwachting rond 2020 past echt omvangrijk wordt. Voor zware vrachtwagens lijkt elektrisch rijden geen voor de hand liggende optie. Voor personenauto s en andere lichte voertuigen wordt het elektrisch rijden van 90% van de kilometers haalbaar geacht 12. Figuur 13 geeft eveneens een prognose van de verandering van de energiemix die gepaard gaat met de autonome ontwikkelingen. Door de afname van aardgasinzet in huishoudens, een toename van het gebruik van elektriciteit in huishoudens, maar vooral ook een toename van het elektriciteitgebruik door elektrisch rijden, neemt in de energiemix van de gemeente Dordrecht het aandeel van elektriciteit sterk toe terwijl het belang van aardgas ten behoeve van verwarming en het belang van de conventionele transportbrandstoffen sterk afnemen. 11 MJA = meerjarenafspraken energie-efficiency, overeenkomsten tussen de overheid en bedrijven en instellingen over het effectiever en efficiënter inzetten van energie. 12 Nagelhout, D. & Ros, J.P.M. (2009) Elektrisch autorijden Evaluatie van transities op basis van systeemopties. Planbureau voor de leefomgeving 24

25 12,0 10,0 Energieconsumptie (PJ/jaa 8,0 6,0 4,0 Conv. Transportbrandstoffen Oliederivaten Aardgas (anders) elektriciteit Aardgasverbruik (LT Warmte) 2, Figuur 13: Verwachte ontwikkeling integrale energiegebruik (en energiemix) gemeente Dordrecht (exclusief scheepvaart) op basis van autonome ontwikkelingen Intensief scenario energiegebruik In het intensieve scenario doet de gemeente naast de onder autonoom scenario genoemde inspanningen, extra inspanningen om de gewenste ontwikkelingen te stimuleren. Hierbij wordt door de gemeente aanvullend beleid gevoerd ten aanzien van: Duurzaam bouwen: In overleg met projectontwikkelaars worden bij projectmatige nieuwbouw afspraken maken over de toepassing van een lagere EPC dan op dat moment wettelijk is vereist. Met de woningcorporaties worden afspraken gemaakt voor het versneld uitvoeren van renovaties met ambitieuze doelstellingen voor de te realiseren energiebesparing. Realisatie warmtenetwerk. Door het gebruik van restwarmte voor ruimteverwarming kan een aanzienlijke hoeveelheid brandstof worden bespaard. De mogelijkheden voor het gebruik van (industriële) restwarmte zijn in onderzocht 13. Een lokaal warmtenet in de gemeente Dordrecht werd hierbij haalbaar geacht. De gemeente speelt een cruciale rol bij de daadwerkelijke realisatie van een dergelijk netwerk; door het maken van privaatrechtelijke afspraken met andere partijen (b.v. projectontwikkelaars, woningcorporaties) en het in de bouwverordening opnemen van een verplichting tot aansluiten op een warmtenet, wordt de ontwikkeling van een warmtenetwerk mogelijk gemaakt. Energie besparing in de industrie: Samen met de zwaardere industrie in Dordrecht wordt intensief ingezet op energiebesparing tot Industriële restwarmte Drechtsteden. Haalbaarheidsstudie Rapport, 24 januari

26 Figuur 14 geeft het resultaat van deze extra beleidsmaatregelen op de totale energievraag. Hierbij is voor nieuwbouw (duurzaam bouwen) uitgegaan van een verlaging van de EPC van 0,1 t.o.v de wettelijk vastgestelde EPC van 0,6 in 2011 en 0,4 in Voor renovaties is uitgegaan van een EPC van 0,8 in 2015 dalend naar 0,5 vanaf Met betrekking tot energiebesparingen in de industrie is uitgegaan van ambitieuzere besparing. In het MJA wordt uitgegaan van gemiddeld 1% besparing en in het intensieve scenario wordt uitgegaan van een grotere besparing tot 2025 met een maximum van 2,5% per jaar (zie voor toelichting Bijlage D). Dergelijke beleidsmaatregelen geven in 2020 naar verwachting een extra besparing van ruim 1.0 PJ/jaar en ruim 1,5 PJ/jaar in In 2020 zou het energiegebruik daarmee gedaald zijn tot ongeveer 9,3 PJ/jaar (t.o.v. huidige gebruik van 11,1 PJ/jaar). 12,00 10,00 Integraal energiegebruik (PJ/ja 8,00 6,00 4,00 Autonome Ontwikkelingscenario Bovengemiddelde besparing industrie Versneld duurzaam bouwen Totaal - intensief scenario 2, Figuur 14: Effect van extra beleidsinspanningen gemeente Dordrecht op integraal energiegebruik (exclusief scheepvaart). 4.3 Scenario s duurzame energieproductie Autonome scenario DE productie Gemiddeld genomen zal het autonome scenario in Nederland tot een productie van ongeveer 20% duurzame energie in 2020 moeten leiden, conform de nationale duurzame energiedoelstelling voor DE productie. Op basis van dit percentage is het nationale subsidiebeleid geformuleerd. De vraag is echter of tot 2020 duurzame energieopwekking vooral afhankelijk is van subsidies, of dat door schaarste van fossiele energiedragers duurzame energie productie economisch al rendabel is. Het autonome scenario dat hier wordt toegepast gaat ervan uit dat schaarste van fossiele brandstoffen er toe leidt dat rond 2015 duurzame energie productie economisch van de grond komt. Gezien de prijsstelling van de verschillende DE varianten (zie ook paragraaf 3.4) zal naar verwachting duurzame 26

27 energieproductie vooral op basis van wind, biomassa en aardwarmte zijn. Rond 2020 zal zon ook een dominantere rol innemen en wordt het energiesysteem over de gehele breedte vergaand verduurzaamd. Figuur 15 geeft de verwachte groei van duurzame energieproductie op basis van autonome ontwikkelingen. Dit scenario volgend leidt naar verwachting tot een DE productie van ongeveer 3,5 PJ/jaar in Dit is mogelijk 1,7 PJ/jaar in Benutting van aardwarmte draagt het meeste bij in het autonome scenario gevolgd door energie uit zon en biomassa. Hieronder volgt een verdere toelichting op de verschillende transitiepaden (zie ook Tabel 1). 1,6 1,4 1,2 Energieconsumptie (PJ/jaar) 1,0 0,8 0,6 AARDWARMTE WIND ZON BIOMASSA 0,4 0, Figuur 15: Duurzame energieproductie volgens het autonome scenario Biomassa In het autonome scenario wordt ervan uitgegaan dat de huidige biomassa inzet wordt gecontinueerd. Dit betekent dat o.a. het huishoudelijk afval en B-hout ingezet worden voor elektriciteitsopwekking. Door marktwerking zal een deel van de biomassa worden aangetrokken door verschillende marktpartijen (ook buiten de gemeente). De huidige GFT-compostering wordt omgezet in GFT-vergisting met als eindproduct groen gas 14. Omdat er geen organisch afval meer wordt gestort, zal de productie van elektriciteit uit stortgas, in 2007 goed voor 0.06 PJ 15, geleidelijk afnemen. De vergisting van zuiveringsslib op de RWZI te Dordrecht levert op jaarbasis een bijdrage van 0,01 PJ. Rond 2020 zal ca. 0,6 PJ/jaar aan duurzame energie uit biomassa worden geproduceerd. 14 De overgang van compostering naar vergisting wordt als autonome ontwikkeling beschouwd. Bij een mogelijke vestiging van deze vergistingsinstallatie binnen de gemeente wordt wel een actieve rol van de gemeente gevraagd b.v. in het kader van de RO. 15 Bron: Afvalverwerking in Nederland, gegevens Werkgroep Afvalregistratie November

28 Wind In het autonome scenario wordt uitgegaan van de plaatsing van 4 windmolens (totaal 9,2 MW) op Dordtse Kil 4 voor Deze produceren naar verwachting ca. 0,1 PJ/jaar in Bij vervanging van deze windmolens na ca. 10 jaar, wordt er vanuit gegaan dat de dan gangbare windturbines een iets grotere capacteit hebben (ca 3,5 MW) waardoor de DE-productie uit wind dan iets toe zal nemen. Zon Met zonne-energie als duurste duurzame bron zal zon mogelijk voor 2020 nog geen dominante rol vervullen. Gelet op de kostprijs van de op deze wijze geproduceerde energie, zal de implementatie voorlopig nog voornamelijk door de hoogte van de subsidies worden bepaald. Wellicht zal zon sneller meetellen in de energiemix als er doorbraaktechnologieën op korte termijn hun intrede doen. Ook zal intrede van elektrisch rijden helpen om zonne-energie te implementeren, omdat dan in concurrentie getreden wordt met de energiekosten van transportbrandstoffen. Dit helpt de economische ontsluiting van zonne-energie. In het autonome scenario wordt uitgegaan van procentuele ontsluiting van het bronpotentieel tot gemiddeld zo n 17% en dat is ca. 0.1 PJ/jaar in Na 2020 mag worden verwacht dat door de omvang van elektrisch rijden, schaarste van energie en efficiencyverbeteringen in 2035 bijna 70% van het bronpotentieel voor zon-pv is gerealiseerd (ca. 0,6 PJ/jaar) Intensief scenario Biomassa In het intensieve scenario initieert de gemeente verschillende activiteiten op gebied van biomassa. Houtachtige biomassa (transitiepad B1) De gemeente initieert de realisatie van een bio-energiecentrale (Bec) op basis van houtachtige biomassa (transitiepad B1). Met een capaciteit van ca ton/jaar wordt niet alleen het volledige bronpotentieel houtachtige biomassa aanwezig in Dordrecht benut, maar wordt de installatie eveneens ingezet voor de productie van duurzame energie op basis van bronnen van buiten de gemeente Dordrecht. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de verduurzaming van de regio. Deze installatie wordt voor 2015 gerealiseerd en produceert elektriciteit en warmte. De warmte wordt ingezet in het te ontwikkelen warmtenet van Dordrecht. Na de afschrijving van deze installatie wordt voor dezelfde hoeveelheid biomassa een vergassingsinstallatie gebouwd en wordt groen gas geproduceerd (vermoedelijk rond 2020). Wind In het intensieve scenario vervult de gemeente een proactieve rol in de ontsluiting van het gehele windpotentieel (40 turbines). Naast taken in ruimtelijke ordening en vergunningstrajecten draagt de gemeente ook bij in het creëren van draagvlak binnen de gemeente/burgers. Zon Met zon als meest dure bron op dit moment is een intensief beleid kostbaar. In elk geval kan de gemeente zoveel mogelijk zon-initiatieven ontwikkelen op eigen gebouwen en kan bijvoorbeeld de gemeentelijke organisatie elektrisch gaan rijden op eigen geproduceerde zonne-energie. Daarnaast kan de gemeente implementatie bij bedrijven en particulieren stimuleren door aanvullend op landelijke 28

29 subsidies (SDE), middelen beschikbaar te stellen (met bijvoorbeeld 1 M kan bij een aanvullende subsidie van 2,5 /Wp uitgaande van 125 Wp/m2 plaatsing van 3200 m2 worden gestimuleerd). Aardwarmte + warmtenetten Warmtenetten in Dordrecht ontwikkelen zich uitsluitend indien de gemeente een actieve rol speelt bij de realisatie hiervan. Door als gemeente een overstijgende integrale benadering te kiezen, wordt een zo hoog mogelijke afzet van warmte bij huishoudens en utiliteiten verkregen waarbij door optimale afstemming van de projecten de kosten worden geminimaliseerd. In eerste instantie zal warmtelevering plaats vinden op basis van industriële restwarmte. Dit wordt geleidelijk vervangen door c.q. aangevuld met warmte uit duurzame bronnen zoals aardwarmte en/of restwarmte van bioenergiecentrales. Door een afnemende warmtevraag bij zowel nieuwbouw als bij bestaande bouw (na renovatie), wordt op middellange termijn een geringe vermindering van de afzet van aardwarmte voorzien Energieproductie (PJ/jaar) 3 AARDWARMTE WIND ZON BIOMASSA Figuur 16 Duurzame energieproductie volgens het intensieve scenario 29

30 4.4 Gevolgen scenario s In Figuur 17 zijn de gevolgen voor de diverse scenario s voor zowel de energieconsumptie als voor de DE-productie weergegeven. De energieconsumptie zal bij het autonome scenario afnemen tot ca 9 PJ in Extra inspanningen van de gemeente (intensief scenario) zullen leiden tot een verdergaande reductie tot ca. 7,5 PJ (2035). Verhoogde industriële groei, waarbij ervan wordt uitgegaan dat dit buiten de invloedssfeer van de gemeente ligt, zal bij het autonome scenario leiden tot een energieconsumptie van ca 9,5 PJ. De productie van duurzame energie zal bij het autonome scenario in 2035 zijn toegenomen tot ca. 1,5 PJ. Het intensieve scenario met een actieve inzet van de gemeente voor de realisatie van het warmtenet en maximalisatie van het aantal te plaatsen windturbines, tot een DE-productie van ca 4 PJ in Uit Figuur 17 blijkt dat óók op langere termijn, de energieconsumptie binnen de gemeente Dordrecht groter is dan de hoeveelheid duurzame energie die met de benutting van de eigen bronnen kan worden opgewekt. Voor het bereiken van hogere doelstellingen op het gebied van energieneutraliteit, is import noodzakelijk. Deze import kan worden vormgegeven door: Grootschalige import van biomassa. Door import van biomassa uit overschotgebieden zoals de Baltische staten, Scandinavië of Canada, en inzet hiervan in de binnen de gemeente gerealiseerde Bec, kan een verhoging van de aan de gemeente toe te rekenen de-productie plaatsvinden. Het aanvullende effect van een Bec waarbij de input volledig bestaat uit grootschalige import van biomassa, is in Figuur 17 weergegeven met scenario 4. Participatie in een windmolenpark op zee. De rol van een dergelijke participatie in de totale de-productie is afhankelijk van de omvang van deze participatie. 12,0 10,0 1: Consumptie: Autonome Scenario Totale energiegebruik (PJ 8,0 6,0 4,0 2: Consumptie: Intensieve Scenario 3: Consumptie: Autonoom + Verhoogde Industriele groei 1: Productie: Autonome Scenario 2: Productie: Intensieve Scenario 2,0 4: Intensief + biomassaimport Figuur 17: Ontwikkeling energievraag (exclusief scheepvaart) en aanbod duurzame energie in relatie tot gemeentelijke inspanningen 30

31 De mate van verduurzaming binnen de gemeente Dordrecht wordt weergegeven in Figuur 18. Hieruit blijkt dat bij gemeentelijke inspanningen volgens het autonome scenario de mate van verduurzaming geleidelijk toeneemt van ca 5% in 2015 tot 15% in Het intensieve scenario (exclusief import) zal kunnen leiden tot ruim 10% in 2015 tot ca. 60% verduurzaming in Autonoom Intensief 100% 90% 80% Verduurzaming (Energie) 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Figuur 18 Mate van verduurzaming bij het autonome resp. het intensieve scenario. In Figuur 19 wordt voor het intensieve scenario weergegeven in hoeverre voor de diverse producten binnen de gemeente Dordrecht in de vraag kan worden voorzien door de productie. Uit deze figuur blijkt dat in dit scenario alleen voor aardgas (LT-warmte) in de eigen consumptie wordt voorzien en voor elektriciteit gedeeltelijk (ca 50%). 31

32 Productie Consumptie Productie Consumptie 7,00 6,00 6,00 5,00 Energie (PJ/jaar) 5,00 4,00 3,00 Energie (PJ/jaar) 4,00 3,00 2,00 2,00 1,00 1, Transportbrandstoffen Oliederivaten Aardgas (LT warmte) Aardgas (anders) elektriciteit Transportbrandstoffen Oliederivaten Aardgas (LT warmte) Aardgas (anders) elektriciteit Energiemix 2020: netto CO 2 emissie = 873 kton/jaar Energiemix 2035: netto CO 2 emissie = 838 kton/jaar Figuur 19: Vergelijking tussen de energiemix (gebruik) en DE productie in 2020 en 2035 op basis van het intensieve scenario. 32

33 5 Conclusies & aanbevelingen 5.1 Conclusies Het energiegebruik van Dordrecht bedraagt ongeveer 16,8 PJ/jaar (gebaseerd op kentallen van 2007/2008) met een bijbehorende CO 2 uitstoot van ±1342 kton/jaar. Een aanzienlijk deel van dit gebruik wordt veroorzaakt door de scheepvaart (ruim 5,5 PJ/jaar). Volgens het autonome scenario zal het gebruik in 2020 dalen tot ca. 10,5 PJ/jaar (exclusief scheepvaart). De productie van duurzame energie zal in het autonome scenario in 2020 zijn toegenomen tot ca 0,8 PJ/jaar. Door het uitvoeren van aanvullende maatregelen kunnen verdergaande besparingen worden gerealiseerd en kan meer DE worden geproduceerd. In het intensief scenario worden in 2020 met onderstaande aanvullende maatregelen verdergaande besparingen gerealiseerd c.q. wordt extra DE geproduceerd. Maatregelen Energiebesparing of opwekking DE In PJ Vermeden CO 2 - emissie in Kton 1 2 Verscherpte inzet op energiebesparing in de bebouwde omgeving Aanscherpen energie-efficiency programma in samenwerking met industrie 0, Realiseren bio-energiecentrale voor hout Maximaal inzetten op wind 0, Realiseren warmtenet door middel van aardwarmte 1, Overig (waaronder zon-pv) 0,45 60 Totaal 282 Voor het realiseren van verdergaande doelstellingen dan mogelijk is door het treffen van maatregelen binnen de eigen gemeente en de maximale inzet van de binnen de gemeente aanwezige bronnen, is een importscenario met bijvoorbeeld grootschalige import van biomassa en/of participatie in windmolenpark op zee noodzakelijk. 33

34 5.2 Aanbevelingen Om invulling te kunnen geven aan de afspraken in het Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk is een actieve rol van de gemeente noodzakelijk. Voorbeelden hiervan zijn inzet op energiebesparing in de eigen organisatie (voorbeeldfunctie), in bestemmingsplannen ruimte reserveren voor duurzame energie, inzet op schoner en zuiniger wagenpark, organiseren van doelgroepgerichte communicatie (bijvoorbeeld gericht op particuliere woningeigenaren), het afsluiten van prestatiecontracten met woningcorporaties en bij periodieke vergunning-controles handhaven op energiebesparing. Voor het uitvoeren van deze acties worden geen aanbevelingen geformuleerd omdat deze onderdeel uitmaken van het autonome scenario. Onderstaande aanbevelingen zijn gericht op het geven van invulling aan het intensieve scenario. Algemeen: Binnen de gemeente Dordrecht zijn 3 sectoren verantwoordelijk voor het grootste deel van het energiegebruik nl. de scheepvaart, de huishoudens en de industrie. Om energiebesparing binnen de gemeente te realiseren zal de focus voornamelijk op deze 3 sectoren moeten liggen. De mogelijkheden van de gemeente om het brandstofgebruik van de scheepvaart op korte termijn te beïnvloeden worden als gering worden ingeschat maar door het stimuleren van innovatie is invloed op langere termijn wel mogelijk. Voor de realisatie van de ambities van de gemeente is draagvlak nodig bij bedrijven en particulieren binnen de gemeente. Aanbevolen wordt om door middel van intensieve communicatie draagvlak te creëren. Daarnaast wordt draagvlak gecreëerd doordat de gemeente een voorbeeldfunctie vervult (bijvoorbeeld bij nieuwbouw strenge eisen aan de energieprestatie, het veelvuldig toepassen van pv-systemen, het toepassen van energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd die veel langer is dan wettelijk is verplicht, etc.). Via voorlichting kan informatie worden gegeven over mogelijkheden om door middel van gedrag het energiegebruik te verlagen. Deze voorlichting kan betrekking hebben op handelingen in en om het huis maar óók op bijvoorbeeld de keuze voor de wijze van vervoer. Specifieke aanbevelingen om de in 5.1 aangegeven maatregelen te realiseren; 1 maatregelen Energiebesparing in gebouwde omgeving Aanbevelingen Bij de realisatie van nieuwbouw in opdracht van de gemeente, wordt vanuit de voorbeeldrol energiezuiniger gebouwd dan wettelijk is verplicht. Voor de renovatie van bestaande woningen worden naast het maken van afspraken met de woningbouw-corporaties tevens financiële instrumenten ingezet. Inzetten van financiële instrumenten om de energieprestatie van bestaande woningen van particulieren te verbeteren. Projectmatige nieuwbouw wordt energiezuiniger gebouwd dan wettelijk is vereist door het maken 34

Energievisie Borne 22 september 2011. Michel Leermakers Linda Rutgers Twence. Co Kuip HVC. www.twence.nl

Energievisie Borne 22 september 2011. Michel Leermakers Linda Rutgers Twence. Co Kuip HVC. www.twence.nl Energievisie Borne 22 september 2011 Michel Leermakers Linda Rutgers Twence Co Kuip HVC Inhoud van vanochtend Gemeente Borne Visie Twence Werkwijze Energievisie Resultaten Huidige energieconsumptie Bronpotentieel

Nadere informatie

Nulmeting energiegebruik en duurzame energie

Nulmeting energiegebruik en duurzame energie Nulmeting energiegebruik en duurzame energie ten behoeve van gemeente Purmerend Juli 2012 2 Inhoudsopgave Pagina Inleiding 5 1 Energievraag en CO 2 -emissie 7 2 Duurzame energie 13 3 Opties ter versterking

Nadere informatie

Energievisie gemeente Hendrik-Ido-Ambacht

Energievisie gemeente Hendrik-Ido-Ambacht Energievisie gemeente Hendrik-Ido-Ambacht Het CQteam is een adviestak van HVC en verleent primair de aandeelhoudende gemeenten van HVC advies op het gebied van duurzame energie. September 2010 2 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025 Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025 Willemien Veele Cor Kamminga 08-04-16 www.rijksmonumenten.nl Achtergrond en aanleiding Ambitie om in 2020 16% van de energie duurzaam op te wekken in Fryslân

Nadere informatie

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug CONCEPT Omgevingsdienst regio Utrecht Mei 2015 opgesteld door Erwin Mikkers Duurzame energie per Kern in gemeente Utrechtse Heuvelrug

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Energievisie. gemeente Wormerland

Energievisie. gemeente Wormerland Energievisie gemeente Wormerland September 2013 Inhoudsopgave 1 Samenvatting... 5 2 Inleiding... 7 2.1 2.2 2.3 Aanpak, benadering en belangrijke uitgangspunten... 7 Opzet onderzoek... 8 Leeswijzer...

Nadere informatie

Energievisie voor de gemeente Leerdam

Energievisie voor de gemeente Leerdam Energievisie voor de gemeente Leerdam Het CQteam is het advies- en kenniscentrum van HVC December 2010 INHOUDSOPGAVE Afkortingen en begrippen..4 Samenvatting... 6 1 Inleiding... 8 1.1 Probleem en doelstelling...

Nadere informatie

Energievisie voor de gemeente Alblasserdam

Energievisie voor de gemeente Alblasserdam Energievisie voor de gemeente Alblasserdam Inventarisatie van het potentieel voor energiebesparing en duurzame energie HVC Kennis & Advies Maart 2012 2 INHOUDSOPGAVE Samenvatting... 5 1 Inleiding... 9

Nadere informatie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie Duorsume enerzjy yn Fryslân Energiegebruik en productie van duurzame energie 1 15 11 oktober 1 Inhoud Management Essay...3 1 Management Essay De conclusies op één A4 De provincie Fryslân heeft hoge ambities

Nadere informatie

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op?

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op? Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Groen gas Welke keuzes en wat levert het op? Huidig beleid 100 miljoen m 3 groen gas. Opbrengst: 3 PJ. Extra inspanning 200 miljoen m 3 groen gas. Opbrengst: 6 PJ.

Nadere informatie

Gemeente Ede energieneutraal 2050

Gemeente Ede energieneutraal 2050 De gemeente Ede wil uiterlijk in 2050 energieneutraal zijn. Dit betekent dat we alle energie die in onze gemeente wordt gebruikt op een schone (hernieuwbare) manier willen opwekken. Dat doen we het liefst

Nadere informatie

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Doelstellingen - Mondiaal Parijs-akkoord: Well below 2 degrees. Mondiaal circa 50% emissiereductie nodig in

Nadere informatie

Wat verstaan we onder warmtehuishouding? Jo Cox Sponsor P2

Wat verstaan we onder warmtehuishouding? Jo Cox Sponsor P2 Wat verstaan we onder warmtehuishouding? Jo Cox Sponsor P2 Energietransitie Papierketen De ambities binnen Energietransitie Papierketen: Halvering van het energieverbruik per eindproduct in de keten per

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2016, Vito, oktober 2017 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2016 bedraagt 6,4% Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2015, Vito, september 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2015 bedraagt 6,0 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel Energie in de provincie Utrecht Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel Doel van Onderzoek Dit onderzoek dient om: 1. Een nieuw overzicht samen te stellen van het energiegebruik

Nadere informatie

ECN-N Energiescenario s Drenthe 2030

ECN-N Energiescenario s Drenthe 2030 December 2016 ECN-N--16-031 Energiescenario s Drenthe 2030 Gerdes, J. Gewijzigd op: 16-12-2016 13:20 2 Inhoud 1 Context van de energiescenario s voor 2030 4 2 Uitgangspunten voor drie scenario s 5 3 Ontwikkelingen

Nadere informatie

De Kromme Rijnstreek Off Grid in Hoe kan dat eruit zien?

De Kromme Rijnstreek Off Grid in Hoe kan dat eruit zien? De Kromme Rijnstreek Off Grid in 00. Hoe kan dat eruit zien? De gemeenten Houten, Wijk bij Duurstede en Bunnik op weg naar energieneutraal in 00 Exact bepalen hoe het energiesysteem van de toekomst er uit

Nadere informatie

Net voor de Toekomst. Frans Rooijers

Net voor de Toekomst. Frans Rooijers Net voor de Toekomst Frans Rooijers Net voor de Toekomst 1. Bepalende factoren voor energie-infrastructuur 2. Scenario s voor 2010 2050 3. Decentrale elektriciteitproductie 4. Noodzakelijke aanpassingen

Nadere informatie

NOTITIE. 1 Scenario s voor CO 2 -reductie Inleiding. Nulsituatie, klimaatwinkelen en klimaatbeleidsplan gemeente Schiedam

NOTITIE. 1 Scenario s voor CO 2 -reductie Inleiding. Nulsituatie, klimaatwinkelen en klimaatbeleidsplan gemeente Schiedam NOTITIE Project Nulsituatie, klimaatwinkelen en klimaatbeleidsplan gemeente Schiedam Datum 10 november 2015 Onderwerp Scenario s voor CO 2 -reductie Status Definitief Auteur drs. ir. G.C.M. Uitbeijerse

Nadere informatie

Gemeente Bergen. Ontwikkelingen energiegebruik en duurzame energieproductie tot Mark Valkering en Herman Verhagen 14 oktober 2016

Gemeente Bergen. Ontwikkelingen energiegebruik en duurzame energieproductie tot Mark Valkering en Herman Verhagen 14 oktober 2016 Gemeente Bergen Ontwikkelingen energiegebruik en duurzame energieproductie tot 2020 Mark Valkering en Herman Verhagen 14 oktober 2016 Energiegebruik 2010-2015 Energiegebruik Bergen (NH. (GWh) 2010 2011

Nadere informatie

Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland

Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland Samenvatting De totale investeringsomvang om de woningen en utiliteitsgebouwen in de provincie Noord-Holland in 2050 klimaatneutraal

Nadere informatie

Onderwerp: Routekaart Verduurzaming Stadswarmte Utrecht en Nieuwegein

Onderwerp: Routekaart Verduurzaming Stadswarmte Utrecht en Nieuwegein Postbus 19020, 3001 BA Rotterdam Wethouder van Hooijdonk p/a gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht Rotterdam, 24 november 2016 Kenmerk: W&K/MvdB/20161124 Onderwerp: Routekaart Verduurzaming Stadswarmte

Nadere informatie

Nije enerzjy foar Fryslân. september 2013

Nije enerzjy foar Fryslân. september 2013 Nije enerzjy foar Fryslân september 2013 Inleiding Nije enerzjy foar Fryslân - 1 Nije enerzjy foar Fryslân Nije enerzjy foar Fryslân geeft een beeld van feiten en cijfers op het gebied van duurzame energie.

Nadere informatie

Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder

Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder Voor kwaliteitsvolle WarmteKrachtKoppeling in Vlaanderen Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder 16/12/2010 Cogen Vlaanderen Daan Curvers COGEN Vlaanderen Houtige biomassa in de landbouw 16

Nadere informatie

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties Beleid dat warmte uitstraalt Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties Doelen rijksoverheid voor 2020 Tempo energiebesparing 2 % per jaar Aandeel duurzaam in totale

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2014, Vito, januari 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2014 bedraagt 5,7 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Westvoorne CO 2 - uitstoot Westvoorne CO 2 - uitstoot De grafiek geeft de CO 2-uitstoot verdeeld over de hoofdsectoren over de jaren 2010 tot en met 2013. Cijfers zijn afkomstig uit de Klimaatmonitor van RWS. Cijfers over 2014 zijn

Nadere informatie

Postbus ZG OPHEUSDEN. Uitgevoerd door Duitslandweg 4 Postbus AG BODEGRAVEN Telefoon adres

Postbus ZG OPHEUSDEN. Uitgevoerd door Duitslandweg 4 Postbus AG BODEGRAVEN Telefoon adres Onderzoek invulling CO 2 -neutraliteit Neder-Betuwe Verkenning ten behoeve van windvisie Datum 24 augustus 2016 Projectnummer 15784 Status Concept Opdrachtgever Gemeente Neder-Betuwe Postbus 20 4043 ZG

Nadere informatie

Twence. Van afvalverwerker naar Duurzaam en innovatief nutsbedrijf. Samen energiek. Veldtocht Pioneering 27 september 2011

Twence. Van afvalverwerker naar Duurzaam en innovatief nutsbedrijf. Samen energiek. Veldtocht Pioneering 27 september 2011 Twence Van afvalverwerker naar Duurzaam en innovatief nutsbedrijf Samen energiek Sprekers: Michel Leermakers Leendert Tamboer Veldtocht Pioneering 27 september 2011 1 Programma 14.30 Ontvangst met dvd

Nadere informatie

Startnotitie Energietransitie. November 2018

Startnotitie Energietransitie. November 2018 Startnotitie Energietransitie November 2018 Startnotitie Energietransitie Een klimaatneutrale stad. Dat is wat Rotterdam wil zijn. Een groene en gezonde stad met schone lucht voor iedereen. Met een economie

Nadere informatie

Klimaatneutrale gemeenten. Frans Rooijers - directeur CE Delft

Klimaatneutrale gemeenten. Frans Rooijers - directeur CE Delft Klimaatneutrale gemeenten Frans Rooijers - directeur CE Delft CE Delft - Onafhankelijk onderzoek en advies sinds 1978 - Energie, transport en grondstoffen - Economische, technische en beleidsmatige expertise

Nadere informatie

Kernenergie. kernenergie01 (1 min, 22 sec)

Kernenergie. kernenergie01 (1 min, 22 sec) Kernenergie En dan is er nog de kernenergie! Kernenergie is energie opgewekt door kernreacties, de reacties waarbij atoomkernen zijn betrokken. In een kerncentrale splitst men uraniumkernen in kleinere

Nadere informatie

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA UPDATE 2016 SAMENVATTING STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA Opdrachtgever Gemeente Breda Afdeling Mobiliteit en Milieu Opdrachtnemer Evert

Nadere informatie

Emissiekentallen elektriciteit. Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies

Emissiekentallen elektriciteit. Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies Emissiekentallen elektriciteit Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies Notitie: Delft, januari 2015 Opgesteld door: M.B.J. (Matthijs) Otten M.R. (Maarten) Afman 2 Januari

Nadere informatie

Helmonds Energieconvenant

Helmonds Energieconvenant Helmonds Energieconvenant Helmondse bedrijven slaan de handen ineen voor een duurzame en betrouwbare energievoorziening. Waarom een energieconvenant? Energie is de drijvende kracht Energie is de drijvende

Nadere informatie

Totale uitstoot in 2010: 14.000 kiloton CO 2

Totale uitstoot in 2010: 14.000 kiloton CO 2 Totale uitstoot in 2010: 14.000 kiloton CO 2 Industrie Welke keuzes en wat levert het op? Huidig beleid 1% besparing op gas en elektra per jaar. Totaal is dat 8 % besparing in 2020. Opbrengst: 100 kiloton.

Nadere informatie

De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie

De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie door Adriaan Wondergem 6 october 2010 De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie van 2008 tot 2050. De kernvragen zijn: Hoe ziet een (bijna) CO2-loze

Nadere informatie

EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, Korte uitleg over de bijeenkomsten. KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16

EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, Korte uitleg over de bijeenkomsten. KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16 EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, 2016-2017 Korte uitleg over de bijeenkomsten KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16 EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, 2016-2017 (1) Organisatie: KIVI

Nadere informatie

Concept Raadsvoorstel

Concept Raadsvoorstel Concept Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht Agendapunt: Sliedrecht, 15 december 2009 Onderwerp: Milieubeleidsplan en -uitvoeringsprogramma 2010-2011 Voorgesteld besluit: Wij stellen u

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris duurzame energie in Vlaanderen 2013, Deel I: hernieuwbare energie, Vito, februari 2015 1 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2013 bedraagt 5,8 % Figuur 1 zon-elektriciteit

Nadere informatie

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Beheermaatschappij B.V. staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen

Nadere informatie

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu Beleggen in de toekomst de kansen van beleggen in klimaat en milieu Angst voor de gevolgen? Stijging van de zeespiegel Hollandse Delta, 6 miljoen Randstedelingen op de vlucht. Bedreiging van het Eco-systeem

Nadere informatie

Wat vraagt de energietransitie in Nederland?

Wat vraagt de energietransitie in Nederland? Wat vraagt de energietransitie in Nederland? Jan Ros Doel/ambitie klimaatbeleid: Vermindering broeikasgasemissies in 2050 met 80 tot 95% ten opzichte van 1990 Tussendoelen voor broeikasgasemissies Geen

Nadere informatie

Aardgasloze toekomst, waarom? ecn.nl

Aardgasloze toekomst, waarom? ecn.nl Aardgasloze toekomst, waarom? Stroomversnelling Energy Up 2018 Casper Tigchelaar Inhoud presentatie 2 belangrijkste redenen voor aardgasvrije gebouwde omgeving Hoe heeft het energiegebruik in huishoudens

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 emissies ProRail Scope 1 en 2, eigen energiegebruik

Voortgangsrapportage CO 2 emissies ProRail Scope 1 en 2, eigen energiegebruik Voortgangsrapportage CO 2 emissies ProRail Scope 1 en 2, eigen energiegebruik Rapportage 1 e half jaar 2017 en prognose CO 2 voetafdruk 2017 Autorisatie paraaf datum gecontroleerd prl Projectleider Van

Nadere informatie

Nationale Energieverkenning 2014

Nationale Energieverkenning 2014 Nationale Energieverkenning 2014 Remko Ybema en Pieter Boot Den Haag 7 oktober 2014 www.ecn.nl Inhoud Opzet van de Nationale Energieverkenning (NEV) Omgevingsfactoren Resultaten Energieverbruik Hernieuwbare

Nadere informatie

Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden. 11 februari 2016

Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden. 11 februari 2016 Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden 11 februari 2016 1 Managementsamenvatting Inleiding De gemeente Leiden heeft in haar duurzaamheidsambitie doelen gesteld voor de korte

Nadere informatie

ARN, uw duurzame innovatieve partner!

ARN, uw duurzame innovatieve partner! ARN, uw duurzame innovatieve partner! WELKOM! 5 maart 2019 ARN als energie- en grondstoffenproducent Aandeelhouders/PPS-structuur Regio Nijmegen 37,5% Regio De Vallei 11,76% Regio Rivierenland 5,88% REMONDIS

Nadere informatie

Houtgestookte installaties in de Provincie Noord- Brabant: ervaringen met subsidiëring en vergunningverlening

Houtgestookte installaties in de Provincie Noord- Brabant: ervaringen met subsidiëring en vergunningverlening Houtgestookte installaties in de Provincie Noord- Brabant: ervaringen met subsidiëring en vergunningverlening Dirk van der Kroef Provincie Noord-Brabant Subsidieverlening Toepassing houtige biomassa als

Nadere informatie

Warmtetransitie en het nieuwe kabinet. Nico Hoogervorst

Warmtetransitie en het nieuwe kabinet. Nico Hoogervorst Warmtetransitie en het nieuwe kabinet Nico Hoogervorst 24 november 2017 Regeerakkoord Rutte III (2017 - ) Opmerkelijk: Lange formatie Klimaat-minister op EZ Duurzaam = klimaatbescherming Milieubescherming

Nadere informatie

Inhoud. Pagina 2 van 7

Inhoud. Pagina 2 van 7 Energie Audit 2014 Inhoud 1. Introductie... 3 2. Doelstelling... 3 3. Energie-aspecten... 3 Uitstoot door procesemissies... 3 Uitstoot door fabriek installaties... 3 Uitstoot vanuit de kantoorpanden...

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 3 CO 2 -Prestatieladder

Voortgangsrapportage 3 CO 2 -Prestatieladder CO 2 -Prestatieladder Inhoudsopgave INLEIDING... 3 BRANDSTOF... 4 REDUCTIEDOELSTELLING... 4 RESULTATEN... 4 GROENAFVAL... 5 KETENANALYSE... 5 REDUCTIEDOELSTELLING... 5 HOEVEELHEID GROENAFVAL... 5 TRANSPORT

Nadere informatie

WKO in duurzame gebiedsontwikkeling case Westland Ir. Marion Bakker SenterNovem 030 2393677 m.m.c.bakker@senternovem.nl

WKO in duurzame gebiedsontwikkeling case Westland Ir. Marion Bakker SenterNovem 030 2393677 m.m.c.bakker@senternovem.nl WKO in duurzame gebiedsontwikkeling case Westland Ir. Marion Bakker SenterNovem 030 2393677 m.m.c.bakker@senternovem.nl 12-11-2007Sheet nummer 1 Ontwikkelingen wereldwijd Heeft de Al Gore film impact?

Nadere informatie

DE OPMAAK VAN EEN SEAP VOOR DE GEMEENTE KLUISBERGEN KLIMAATTEAM 1 12.10.2015

DE OPMAAK VAN EEN SEAP VOOR DE GEMEENTE KLUISBERGEN KLIMAATTEAM 1 12.10.2015 DE OPMAAK VAN EEN SEAP VOOR DE GEMEENTE KLUISBERGEN KLIMAATTEAM 1 12.10.2015 Agenda Welkom door de Schepen Lode Dekimpe Inleiding SEAP door Kim Rienckens (provincie Oost-Vlaanderen) Nulmeting en uitdagingen

Nadere informatie

Klimaat- en energiebeleid Gemeente Nijmegen

Klimaat- en energiebeleid Gemeente Nijmegen Klimaat- en energiebeleid Gemeente Nijmegen Fons Claessen sr.adviseur klimaat, energie & duurzaamheid Gemeente Nijmegen Waarom moeten we iets doen?? 1: Klimaatverandering 2: Energie en grondstoffen 3.

Nadere informatie

P. DE BOORDER & ZOON B.V.

P. DE BOORDER & ZOON B.V. Footprint 2013 Wapeningscentrale P. DE BOORDER & ZOON B.V. Dit document is opgesteld volgens ISO 14064-1 Datum Versie Opsteller Gezien 31 maart 2014 Definitief Dhr. S.G. Jonker Dhr. K. De Boorder 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 4 CO 2 -Prestatieladder

Voortgangsrapportage 4 CO 2 -Prestatieladder CO 2 -Prestatieladder Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 2. BRANDSTOF... 4 REDUCTIEDOELSTELLING... 4 RESULTATEN... 4 3. GROENAFVAL... 5 KETENANALYSE... 5 REDUCTIEDOELSTELLING... 5 HOEVEELHEID GROENAFVAL...

Nadere informatie

Achtergrond en doel presentatie

Achtergrond en doel presentatie Achtergrond en doel presentatie Achtergrond Uitnodiging van de raad; Nuon heeft reeds wind turbines in de Hoofdplaatpolder; Nuon ziet mogelijkheden voor het op termijn vervanging van de huidige turbines

Nadere informatie

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013 Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013 Inhoud 1 Aanleiding 1 2 Werkwijze 2 2.1. Bronnen 2 2.2. Kentallen 2 3 CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie 3 4 Ontwikkeling 5 5

Nadere informatie

Monitor klimaatbeleid. Gemeente Hunsum (fictief)

Monitor klimaatbeleid. Gemeente Hunsum (fictief) Inleiding Behaalt uw gemeente de klimaatdoelstellingen? Wilt u weten hoeveel duurzame energie in uw gemeente wordt geproduceerd of energie wordt bespaard? Zoekt u inzicht in welke maatregelen succesvol

Nadere informatie

Regio Stedendriehoek

Regio Stedendriehoek Regio Stedendriehoek 1 Energieneutrale regio Energietransitie Stedendriehoek Apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe, Lochem, Voorst,Zutphen Netbeheer en Duurzame Gebiedsontwikkeling Pieter van der Ploeg, Alliander

Nadere informatie

Onderwerp: Kaders voor windenergie

Onderwerp: Kaders voor windenergie Aan het Algemeen Bestuur Datum: 02-10-2013 Onderwerp: Kaders voor windenergie Voorstel 1. Vaststellen van beleidskaders voor windenergie-initiatieven; 2. Kennis te nemen van het initiatief voor een windmolenpark

Nadere informatie

Energie nulmeting. Regio Amstelland-Meerlanden. Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning. Twynstra Gudde Adviseurs en Managers

Energie nulmeting. Regio Amstelland-Meerlanden. Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning. Twynstra Gudde Adviseurs en Managers Energie nulmeting Regio Amstelland-Meerlanden Concept 22 oktober 2008 Opdrachtgever: Twynstra Gudde Adviseurs en Managers Opgesteld door: Bosch & Van Rijn Drs. G. Bosch Ing. J. Dooper Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Handreiking Aanvulling op het EEP - Addendum op de MEE. In opdracht van het ministerie van Economische Zaken

Handreiking Aanvulling op het EEP - Addendum op de MEE. In opdracht van het ministerie van Economische Zaken Handreiking Aanvulling op het EEP - Addendum op de MEE In opdracht van het ministerie van Economische Zaken Handreiking Aanvulling op het EEP - Addendum op de MEE Deze handreiking bevat informatie over

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris duurzame energie in Vlaanderen 2013, Deel I: hernieuwbare energie, Vito, september 2014 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2013 bedraagt 5,9% Figuur 1 bio-elektriciteit

Nadere informatie

Voortgangsrapportage emissies scope 1, 2 en 3. Monitoring doelstellingen 2015 scope 1 en 2

Voortgangsrapportage emissies scope 1, 2 en 3. Monitoring doelstellingen 2015 scope 1 en 2 4.B.2 Voortgangsrapportage emissies scope 1, 2 en 3 Evaluatie 1 e halfjaar 215 & Monitoring doelstellingen 215 scope 1 en 2 Van Steenis Geodesie BV Ringveste 7b 3992 DD HOUTEN Van Steenis Geodesie BV Duurstedeweg

Nadere informatie

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Beheermaatschappij B.V. staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen

Nadere informatie

Biomassa in het Voorstel voor Hoofdlijnen van het Klimaatakkoord (VHKA)

Biomassa in het Voorstel voor Hoofdlijnen van het Klimaatakkoord (VHKA) Biomassa in het Voorstel voor Hoofdlijnen van het Klimaatakkoord (VHKA) Marit van Hout, PBL 10 oktober 2018, Den Bosch TKI BBE overleg Wat staat er over biomassa in het Voorstel voor Hoofdlijnen van het

Nadere informatie

Transitie naar een duurzame elektriciteitsvoorziening en de rol van biomassa. Ir. Harry A. Droog

Transitie naar een duurzame elektriciteitsvoorziening en de rol van biomassa. Ir. Harry A. Droog Transitie naar een duurzame elektriciteitsvoorziening en de rol van biomassa Ir. Harry A. Droog Voorzitter Platform Duurzame Electriciteitsvoorziening Biomassa meestook symposium, 27 mei 2010, Amsterdam

Nadere informatie

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving Warmte en koude Kennis, advies, instrumenten en financiële steun EfficiEncy Duurzaam GebouwDe omgeving energie financiering KEnnis industrie instrumenten EnErgiEbEsparing De Nederlandse overheid streeft

Nadere informatie

Rol energiedragers binnen de Nederlandse energievoorziening

Rol energiedragers binnen de Nederlandse energievoorziening Indicator 12 februari 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Energie speelt een cruciale

Nadere informatie

Presentatie Duurzame Energie. Podiumbijeenkomst 17 maart

Presentatie Duurzame Energie. Podiumbijeenkomst 17 maart Presentatie Duurzame Energie Podiumbijeenkomst 17 maart Energie-opgave 2 Kader: Mondiaal Lokaal Klimaatakkoord Parijs (2015) Ministerie EZ/ NL Energie Neutraal 2050 Provinciaal uitvoeringsprogramma (2016)

Nadere informatie

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014 Carbon footprint Op basis van de diverse soorten CO 2 -emissies is de totale CO 2 -emissie van Den Ouden Groep berekend. 9,8 38,6 51,6 Diesel personenwagens Diesel combo's en busjes Hybride personen wagens

Nadere informatie

Stand van zaken Stadswarmte in Utrecht

Stand van zaken Stadswarmte in Utrecht Stand van zaken Stadswarmte in Utrecht Stan de Ranitz Jaarbijeenkomst Warmtenetwerk 12 mei 2016 Inhoud presentatie 1. Stadswarmte Utrecht 2. Het equivalent opwek rendement (EOR) in Utrecht 3. Verdere verduurzaming

Nadere informatie

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Opgesteld door: Akkoord: I. Bangma O. Van der Ende 1. INLEIDING Binnen de Van der Ende Steel Protectors Group BV staat zowel interne als externe duurzaamheid

Nadere informatie

Programma Kas als Energiebron

Programma Kas als Energiebron Programma Kas als Energiebron Bio-WKK voor een duurzame glastuinbouw Workshop 10 september 2009 Jan Smits Agenda Productschap Tuinbouw & kengetallen glastuinbouw Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren

Nadere informatie

Wijk bij Duurstede Klimaatneutraal in 2030

Wijk bij Duurstede Klimaatneutraal in 2030 Wijk bij Duurstede Klimaatneutraal in 2030 Wijk bij Duurstede klimaatneutraal in 2030 Door: Kees van der Leun en Linda Docter Datum: 23 september 2016 Projectnummer: UENNL17055 Ecofys 2016 voor de gemeente

Nadere informatie

Footprint 2014. Rollecate Groep. Dit document is opgesteld volgens ISO 14064-1

Footprint 2014. Rollecate Groep. Dit document is opgesteld volgens ISO 14064-1 Footprint 2014 Rollecate Groep Dit document is opgesteld volgens ISO 14064-1 Datum Versie Opsteller Gezien Handtekening Juni 2015 Definitief Dhr. S.G. Jonker Dhr. R. van t Hull AMK Inventis Advies en Opleiding

Nadere informatie

Programma Kas als Energiebron

Programma Kas als Energiebron Programma Kas als Energiebron Co-innovatie in de glastuinbouw KIVI NIRIA jaarcongres 2010 Ir. P. Jan Smits 6 oktober 2010 Inhoud Introductie Kengetallen en energietransitie Convenant Schone en Zuinige

Nadere informatie

Kwantificering van innovaties op de Energiemix van Twente. 4 maart 2014

Kwantificering van innovaties op de Energiemix van Twente. 4 maart 2014 Kwantificering van innovaties op de Energiemix van Twente 4 Inleiding Het doel van de TDA is om focus aan te brengen in de kansrijke en verbindende initiatieven in Twente bij het realiseren van een duurzame

Nadere informatie

en uitdagingen voor de toekomst Pieter Boot, maart 2018

en uitdagingen voor de toekomst Pieter Boot, maart 2018 Energie-infrastructuur: overzicht en uitdagingen voor de toekomst Pieter Boot, maart 2018 Indeling De drie fasen van ordening en regulering infrastructuur Nederland doorvoerland Wat is de opgave? Investeringen

Nadere informatie

Tool Burgemeestersconvenant Actualisatie nulmeting 2011 & inventaris 2012

Tool Burgemeestersconvenant Actualisatie nulmeting 2011 & inventaris 2012 17/11/2014 Tool Burgemeestersconvenant Actualisatie nulmeting 2011 & inventaris 2012 Kadering» VITO actualiseert jaarlijks, in opdracht van LNE, CO 2 -inventaris gemeenten» Taken voorzien in actualisatie

Nadere informatie

Biomassa. in het klimaatakkoord en de energietransitie

Biomassa. in het klimaatakkoord en de energietransitie Biomassa in het klimaatakkoord en de energietransitie Over Morgen Energieke ruimdenkers en versnellers. Adviseurs die zichtbare oplossingen bieden voor een betere en toekomstbestendige leefomgeving. Oplossingen

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 5 CO 2 -Prestatieladder

Voortgangsrapportage 5 CO 2 -Prestatieladder CO 2 -Prestatieladder Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 2. BRANDSTOF... 4 REDUCTIEDOELSTELLING... 4 RESULTATEN... 4 3. ELEKTRICITEIT... 5 4. GROENAFVAL... 6 KETENANALYSE... 6 REDUCTIEDOELSTELLING... 6 HOEVEELHEID

Nadere informatie

Projectgroep Biomassa & WKK

Projectgroep Biomassa & WKK Projectgroep Biomassa & WKK SDE 2009 De Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie uitgevoerd door SenterNovem in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken. 7 mei 2009 Jan Bouke Agterhuis Beleidskant

Nadere informatie

Circulair Congres TKI-BBE Ronald Zwart, Platform Bio-Energie 08 mei 2019

Circulair Congres TKI-BBE Ronald Zwart, Platform Bio-Energie 08 mei 2019 De Toekomst van Bio-energie Circulair Congres TKI-BBE Ronald Zwart, Platform Bio-Energie 08 mei 2019 De Toekomst van Bio-energie Bio-energie is vandaag de belangrijkste bron van hernieuwbare energie in

Nadere informatie

Energierapport Gemeente Lingewaard. Genereerdatum:

Energierapport Gemeente Lingewaard. Genereerdatum: Energierapport Gemeente Lingewaard Genereerdatum: 20-05-2017 Algemeen Het Energierapport is een automatisch gegenereerd rapport met een momentopname van gegevens uit de Lokale Energie Etalage over de gemeente

Nadere informatie

Samen werken aan een klimaatbestendige en energieneutrale gemeente

Samen werken aan een klimaatbestendige en energieneutrale gemeente Samen werken aan een klimaatbestendige en energieneutrale gemeente 3 Doel 1: Een klimaatbestendig en energieneutraal Sliedrecht 4 Mileubeleidsplan en uitvoeringsprogramma 2010-2011 De gemeente vindt duurzaamheid

Nadere informatie

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Opgesteld door: Akkoord: I. Bangma O. Van der Ende 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Steel Protectors Group staat zowel interne als externe duurzaamheid

Nadere informatie

CO-2 Rapportage 2014. Inhoudsopgave. Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk 16 7122 JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem 09080078

CO-2 Rapportage 2014. Inhoudsopgave. Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk 16 7122 JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem 09080078 CO-2 Rapportage 2014 Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk 16 7122 JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem 09080078 Aalten 28-04-2015 Versie 2.2 J.Nannings Directeur Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

Notitie energiebesparing en duurzame energie

Notitie energiebesparing en duurzame energie Notitie energiebesparing en duurzame energie Zaltbommel, 5 juni 2012 Gemeente Zaltbommel Notitie energiebesparing en duurzame energie 1 1. Inleiding Gelet op de ambities in het milieuprogramma 2012-2015

Nadere informatie

Management samenvatting

Management samenvatting Management samenvatting Haalbaarheidsstudie - Bio-energie als duurzame oplossing voor het bereiken van energiedoelstellingen in de gemeente Ede 1. Introductie 1.1 Achtergrond Biomassa wordt over het algemeen

Nadere informatie

Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden. Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden

Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden. Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden - Woerden: duurzaamheid tot in de haarvaten van de samenleving - Het klimaatakkoord

Nadere informatie

De doelstellingen luidt: 4% reductie veroorzaakt door elektraverbruik door het geheel over te stappen naar groene stroom in 2017.

De doelstellingen luidt: 4% reductie veroorzaakt door elektraverbruik door het geheel over te stappen naar groene stroom in 2017. Twee maal per jaar voert Rail Partner Holland een review uit m.b.t. de stand van zaken aangaande CO2- reductiedoelstellingen. Tijdens deze halfjaarlijkse evaluatie worden alle genoemde maatregelen gecheckt.

Nadere informatie

de slimme weg energietransitie 12 december 2017 Pieter van der Ploeg Alliander Strategie

de slimme weg energietransitie 12 december 2017 Pieter van der Ploeg Alliander Strategie de slimme weg energietransitie 12 december 2017 Pieter van der Ploeg Alliander Strategie 1 Alliander is van jou Wij staan voor een energievoorziening die iedereen onder gelijke condities toegang geeft

Nadere informatie

Geothermie en Glastuinbouw Partners voor een duurzame toekomst? Nico van Ruiten Amsterdam, 31 maart

Geothermie en Glastuinbouw Partners voor een duurzame toekomst? Nico van Ruiten Amsterdam, 31 maart Programma Kas als Energiebron Geothermie en Glastuinbouw Partners voor een duurzame toekomst? Nico van Ruiten Amsterdam, 31 maart Inhoud Kenmerken glastuinbouw Introductie Programma Kas als Energiebron

Nadere informatie

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft 2015. ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft 2015. ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft 2015 ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder Titel: CO 2 -emissie inventaris eerste helft 2015 Auteurs: R. Hurkmans

Nadere informatie