Projectplan ontwerpfase en resultaten definitiefase Dordtse Kil IV

Transcriptie

1 Projectplan ontwerpfase en resultaten definitiefase Dordtse Kil IV Auteur Jan van der Weerd Sector Projectmanagement Onderwerp Planvoorbereiding Dordtse Kil IV Met bijdragen van Projectorganisatie Dordtse Kil IV In opdracht van Rob Koppelaar Datum 22 maart 2011 Versie 4 1

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding en leeswijzer Inleiding Eerdere besluitvorming Leeswijzer 3 2. Projectdefinitie: doel, resultaten en hoofdlijnen van project Beleidskaders, eindresultaat, doelen en effecten Betekenis en consequenties van businesscase WDO voor DK IV WDO, de crisis- en herstelwet en versnellingsmogelijkheden Nieuw college van B&W medio Het project in vogelvlucht, van begin tot eind ( ) 6 3. Resultaten definitiefase De belangrijkste resultaten op een rij Stedenbouwkundig Programma van Eisen DK IV Masterplan (november 2009) en aanvullingen daarop (augustus 2010) Haalbaarheidsanalyse: verkennende grondexploitatie (GREX) Stand van zaken verwerving Stand van zaken ondersteunende onderzoeken Stand van zaken ontsluitingsmogelijkheden Plannen van Kilwind voor vier windmolens in het plangebied Ontwerpfase: doel, resultaten en werkwijze Doel en boogde resultaten Producten, projectorganisatie en werkwijze Vier clusters verantwoordelijk voor deel- en eindproducten Ondersteunend onderzoek Hulpproducten bij projectmanagement en projectondersteuning Belangrijke inhoudelijke en omgevingsdossiers Afbakening en relatie met andere projecten Projectorganisatie en werkwijze Planning en fasering Informatie en communicatie Kwaliteitszorg en risicomanagement Kosten Gevraagde besluiten 18 Bijlagen 1. Onderbouwing kostenraming ontwerpfase 19 Belangrijkste afkortingen DK IV = plangebied voor bedrijventerrein Dordtse Kil IV HbR = Havenbedrijf Rotterdam ROM-D = Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden WDO = Westelijke Dordtse Oever 2

3 1. Inleiding 1.1 Inleiding Dordrecht werkt sinds 2000 aan de voorbereiding van het bedrijventerrein Dordtse Kil IV (DK IV). Het plangebied wordt omsloten door de Wieldrechtse Zeedijk (noordzijde), de Dordtsche Kil (westzijde), Transberg (zuidzijde) en de A16 (oostzijde). Het gebied is gelegen ten zuiden van DK III. Na de (door)startnotie voor het project DK IV, die in januari en april 2008 door respectievelijk het college en de raad is goedgekeurd, is dit het eerste besluitvormingsdocument aan de hand waarvan het college en de raad worden geïnformeerd over de stand van zaken en het vervolg van de planvoorbereiding voor DK IV. Afronding van de definitiefase en de vraag om bestuurlijke instemming met de vervolgaanpak vormen de directe aanleiding tot voorliggend projectplan. DK IV is het sleutelproject in de businesscase Westelijke Dordtse Oever (WDO), dat zich richt op de (door)ontwikkeling van bedrijventerreinen aan de westzijde van de A16 en de ontsluiting daarvan. De WDO is een alternatief voor een bedrijfsterrein in de Hoeksche Waard, dat in 2008 door het Rijk (voorlopig) in de ijskast is gezet. Het terrein in de Hoeksche Waard was bedoeld voor de opvang van havengerelateerde bedrijvigheid in relatie tot ontwikkelingen in de mainport Rotterdam. 1.2 Eerdere besluitvorming Op bestuurlijk niveau zijn de afgelopen tien jaar de volgende besluiten genomen m.b.t. DK IV: 2002 Structuurvisie Dordrecht door raad vastgesteld Vestiging voorkeursrecht op DK IV (op basis van art. 8 Wvg) om te kunnen voorzien in ruimte voor bedrijvigheid voor Dordrecht en de regio. Eind 2004 met 2 jaar verlengd; eind 2006 met één jaar verlengd (vervallen november 2007) Ontwikkelingskader DK IV door de raad vastgesteld Structuurplan DK IV door de raad vastgesteld. In het plan wordt ervoor gekozen om op vrijwillige basis een MER in combinatie met een VER voor DK IV uit voeren (door)startnotie voor DK IV vastgesteld. Voorbereidingskrediet beschikbaar Structuurvisie Dordrecht 2020, ruimtelijk planologisch kader voor de sociaal economische ontwikkeling van Dordrecht, door de raad vastgesteld Dordrecht ondertekent een Bestuurlijke Overeenkomst WDO met het Rijk, de provincie Zuid-Holland en het Havenbedrijf Rotterdam (HbR) over realisatie van de businesscase WDO in de periode Dordrecht en HbR bereiken op hoofdlijnen overeenstemming over vergaande samenwerking inzake de verdere ontwikkeling, exploitatie en het beheer van het Zeehavengebied. Daarbij is afgesproken dat HbR wordt betrokken bij de kaderstelling voor DK IV. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 staat het totale project centraal, vanaf begin tot eind. Aan de orde komen de belangrijkste beleidskaders, de doelen, het beoogde eindresultaat en de hoofdlijnen van het project vanaf de initiatieffase t/m de beheerfase ( ). Hoofdstuk 3 geeft informatie over de resultaten van de definitiefase. Hoofdstuk 4 gaat in op de doelen, de resultaten en werkwijze in de ontwerpfase. Hoofdstuk 5 bevat de gevraagde besluiten van de raad. 3

4 2. Projectdefinitie 2.1 Beleidskaders, eindresultaat, doelen en effecten Belangrijke beleidskaders voor de ontwikkeling van DK IV zijn het Ontwikkelingskader DK IV (2003), het Structuurplan DK IV (2004), de Structuurvisie Dordrecht 2020 (2009), de businesscase WDO (2009). Betekenis en consequenties van de WDO-afspraken worden toegelicht in paragraaf 2.2. De kansen die de crisis- en herstelwet biedt komen aan de orde in paragraaf 2.3. Specifieke aandachtspunten als gevolg van het nieuwe college zijn op rij gezet in paragraaf 2.4. In de laatste paragraaf wordt het project van begin tot eind belicht. Beoogd eindresultaat en doelen van het project DK IV De planvoorbereiding van DK IV moet leiden tot realisatie van een aantrekkelijk, hoogwaardig en duurzaam bedrijventerrein voor de beoogde doelgroep, in casu logistiek, groothandel, productie en dienstverlening (verdere detaillering in het Programma van Eisen voor DK IV van oktober 2009). Realisatie van DK IV dient bij te dragen aan de volgende doelen: 1. versterking regionale economie; 2. versterking internationale concurrentiepositie en distributiefunctie (mainport Rotterdam); 3. versterking stedelijke arbeidmarkt: bovenregionale logistieke bedrijvigheid betekent een (extra) impuls voor het basis en middensegment in de regionale arbeidsmarkt. De bijdrage aan de doelen 2. en 3. (beleidsdoelstellingen van het Rijk) hangt samen met de WDOafspraken tussen Rijk, provincie Zuid-Holland, Havenbedrijf Rotterdam en gemeente. Beoogde maatschappelijke effecten van DK IV 1. toename van bedrijvigheid en werkgelegenheid in stad en regio, o.a. door beter samenspel tussen bedrijven in stad & regio en het havenindustriecomplex (de mainport Rotterdam); 2. grotere aantrekkingskracht van Dordrecht als vestigingslocatie voor bedrijven en bewoners; 3. goede inpassing van het bedrijventerrein in bestaande structuren (ruimtelijk, ecologisch, recreatief e.a.) van het eiland en omstreken. 2.2 Betekenis en consequenties van de businesscase WDO voor DK IV Na jaren discussie heeft het Rijk begin 2008 besloten (voorlopig) af te zien van het bedrijventerrein Hoeksche Waard voor opvang van havengerelateerde bedrijvigheid i.v.m. groei van de Rotterdamse mainport. Twee alternatieve locaties kwamen in beeld: de WDO in Dordrecht en Nieuw Reijerwaard in Ridderkerk. De in verband hiermee ontwikkelde businesscase WDO richt zich via een pakket van acht maatregelen op de (door)ontwikkeling van de bedrijventerreinen op de westelijke oever van de Dordtsche Kil en op infrastructuur voor de ontsluiting daarvan: 1. de fly-over N3-A16; 2. een nieuwe aansluiting op de A16; 3. bodemsanering woonwagenkamp; 4. westelijke ontsluitingsweg en dijkverzwaring; 5. voortgang revitalisering Zeehavengebied / uitvoering Masterplan Zeehaven; 6. zôneren en herstructureren Kil I + II; 7. versneld ontwikkelen DK IV; 8. vrachtwagenparking. Vanwege het regio overschrijdende belang van de WDO, onder meer voor de mainport Rotterdam, hebben in april 2009 het Rijk, de Provincie ZH, het Havenbedrijf Rotterdam en onze gemeente een Bestuurlijke Overeenkomst getekend, waarin zij zich - onder voorwaarden - verplichten tot een financiële bijdrage. Voor de gemeente Dordrecht moet DK IV een verdienlocatie zijn waarmee (een groot deel van) de Dordtse investeringen in deze acht maatregelen moeten worden bekostigd. Consequenties van de WDO voor de ontwikkeling van DK IV De WDO-afspraken hebben geleid tot bijstelling van het programma (doelgroep, en kavelstructuur) en de bereikbaarheidseisen voor DK IV. Deze worden hieronder toegelicht. 4

5 Bijstelling programma (doelgroep en kavelstructuur) - DK IV dient aanvullend ook te voorzien in de vraag van bovenregionale en havengerelateerde bedrijvigheid 1. Deze vraag is nauw verbonden met de groei van de mainport Rotterdam, met de samenwerking met HbR bij de doorontwikkeling van het Dordtse Zeehavengebied en met havengerelateerde (logistieke) bedrijvigheid. Al vastgelegd in de Structuurvisie 2020 (2008); - Belangrijkste bijstelling van het ruimtelijke programma: flexibiliteit in het aanbod van kavels, ruimte voor (extra) grote bedrijfskavels (5 tot 15 ha) en een op de doelgroep toegesneden ruimtelijk frame (ruimtelijke hoofdstructuur). Bijstelling bereikbaarheidseisen i.v.m. wijzigingen in het programma - DK IV dient i.v.m. de bijstelling van het programma zeer goed bereikbaar te zijn voor groot en zwaar wegverkeer, te realiseren via: een directe aansluiting van het bedrijventerrein DK IV op de Rijksweg A16; een voor groot en zwaar vrachtverkeer geschikte wegverbinding tussen DK IV en DK I, II en III en het Zeehavengebied via een weg over de dijk langs de Dordtsche Kil; - De interne wegstructuur van DK IV dient geschikt te zijn voor groot en zwaar transport. De bestuurlijke wens om eerst duidelijkheid te krijgen over de WDO en over de samenwerking met HbR en de met beide zaken samenhangende financiële bijdragen van het Rijk, de provincie en HbR aan de WDO, hebben geleid tot vertraging in besluitvorming over de start van de ontwerpfase van DK IV, van begin 2009 naar nu. 2.3 WDO, de crisis- en herstelwet en versnellingsmogelijkheden De WDO is opgenomen in bijlage II van de Crisis en Herstelwet. Deze wet heeft inhoudelijke en procesmatige consequenties en leidt tot versnellingsmogelijkheden in de (inspraak)procedures bij een MER en bestemmingsplan. Voor een MER betekent dit bijvoorbeeld dat de plicht vervalt om voor de voorgenomen activiteit alternatieven te onderzoeken en de plicht om de Commissie voor de milieueffectrapportage in de gelegenheid te stellen advies uit te brengen over het milieurapport. Samengevat biedt de crisis- en herstelwet de volgende (versnellings)mogelijkheden: - beperking bezwaar- en beroepsmogelijkheden; - versnelling bezwaar- en beroepsprocedures; - procedurele omissies zijn voortaan alleen fataal bij schending belangen; - onteigeningen kunnen substantieel sneller. Deze versnellingsmogelijk zijn mogelijk gewenst om eind 2014 te kunnen starten met de uitgifte van kavels. De crisis- en herstelwet duurt voorlopig tot Nieuw college van B&W medio 2010 De installatie van het nieuwe college van B&W medio 2010 en het politiek akkoord als richtlijn voor hun handelen, leidt voor DK IV tot een aantal specifieke aandachtspunten in de ontwerpfase: - Extra aandacht voor het in samenhang ontwikkelen van WDO-deelgebieden, zoals toepassing van de SER-ladder bij uitgifte van kavels 2 en zorgvuldige afstemming van de planning, van bestemmingsplannen, van ontsluitingsmogelijkheden, communicatie, enz.; - Extra aandacht voor duurzaamheid (energieneutraal, inpassing windmolens e.d.); - Extra aandacht voor samenspraak met bevolking, bedrijven e.d. via communicatie en inspraak (bestuurlijke vernieuwing). 1 2 In het Ontwikkelingskader en het Structuurplan DK IV werd de ontwikkeling van DK IV vooral nog gezien als een vervolg op DK III, dat anno 2011 naar verwachting nog enkele jaren kan voorzien in de opvang van bedrijvigheid voor de lokale en regionale markt. Toepassen SER-ladder bij uitgifte van kavels: eerst verkennen of een bedrijf kan worden iningepast op een bestaand bedrijventerrein, kan dat niet, dan plaatsing op nieuw terrein. 5

6 - Kritische doorlichting van deelprojecten en daarbij horende investeringen (financiën); - Extra aandacht voor een gunstig vestigingsklimaat (arbeidsmarktbeleid); - Extra aandacht voor betrokkenheid HbR bij de kaderstelling voor uitgifte van DK IV i.v.m. de beoogde samenwerking met HbR in het Zeehavengebied (verbinding as R dam - Antwerpen); - Extra aandacht voor door het college gewenste fietsroutes en uitbreiding van het recreatief fietspadennetwerk in het buitengebied, in casu het plangebied van DK IV. Deze aandachtpunten worden meegenomen in de verdere planvoorbereiding. 2.5 Het project in vogelvlucht, van begin tot eind ( ) Figuur 1 biedt in vogelvlucht een overzicht van de ontwikkeling en realisatie van het project DK IV vanaf het begin tot het eind. In de initiatieffase ( ) is een visie op de ontwikkeling van DK IV geformuleerd, met als richtinggevende documenten het Ontwikkelings-kader DK IV (2003) en het Structuurplan DK IV (2004). In verband met het gewenste financiële resultaat en de gewenste sturing op het programma, de doelen en het ontwikkelproces is bij de ontwikkeling van DK IV al in een vroeg stadium gekozen voor een actief grondbeleid, gericht op minnelijke verwerving van zoveel mogelijk grond in het plangebied. Het Structuurplan DK IV kan worden gezien als de afsluiting van de initiatieffase. Het project heeft daarna enkele jaren min of meer stil gelegen, o.a. vanwege ontbrekend perspectief op goede ontsluitingsmogelijkheden. Met de plannen voor de fly-over is de draad weer opgepikt in Figuur 1: Project DK IV in vogelvlucht: fasering, planning, resultaten, besluitvorming en omgevingsdossiers Projectfase Initiatief Definitie Ontwerp Uitwerking Realisatie Beheer Jaar Vanaf 2015 Start op basis van opdracht gemeenteraad Resultaten in termen van producten Besluitvorming Startnotitie (januari 2008) Projectplan voor ontwerpfase (1 e kw. 2011) Uitwerkingsplan (1 e kw. 2012) Realisatieplan (medio 2013) Beheerplan voor DK IV (medio 2014) - Structuurvisie - Masterplan + - Verwerving - Rioleringsplan - Aanleg boven- - Start beheer - Ontwikkelings- aanvulling - Stedenbouw- - Civielt. plannen en onder- en onderhoud kader DK IV - Programma kundig Plan - Afronden MER grondse infra- - Structuurplan van Eisen - Civieltech. PvE en bestem.plan structuur DK IV - Haalbaarheids- - GREX - Onderzoeken - Promotie - Structuurvisie analyse (2010) - Vestigingsbeleid - Marketing- en - Start uitgifte Dordrecht Onderzoeken - Onderzoeken promotieplan kavels in Verwerving - Procedures: - GREX bijstellen - GREX bijstellen grond in gebied MER / BP - Voorbelasting - Communicatie - Overdracht aan ROM-D over resultaat 2003 en e kw e kw medio 2013 Nader bepalen Nader bepalen Belangrijke - Ontsluiting - WDO - WDO omgevingsdossiers DK IV - Inpassing in omgeving - Markt bedrijfst. - Plan Kilwind (windmolens) - Dijkverzwaring - Explosieven in ondergrond - Duurzaamheid - Luchtkwaliteit - Markt bedrijfsterreinen - Plan Kilwind (windmolens) - Dijkverzwaring - Externe ontsluiting via A16, DK III en weg over dijk - Betrokkenheid ROM-D en HbR - Duurzaamheid en luchtkwaliteit - Nieuw college (medio 2010) In de definitiefase ( ) hebben de businesscase WDO en de Bestuurlijke Overeenkomst WDO een nieuwe impuls gegeven aan de ontwikkeling van DK IV (zie vorige paragraaf). 6

7 In deze fase zijn - anticiperend op in paragraaf 2.1 genoemde beleidskaders - een programma van eisen (PvE), een masterplan en een haalbaarheidsanalyse (verkennende GREX, incl. risicoparagraaf) voor DK IV gemaakt. Daarnaast vroeg een aantal omgevingsdossiers serieuze aandacht, zoals: - de dijkverzwaring (dijk afgekeurd in 2007, verzwaring noodzaak i.v.m. veiligheid); - nieuwe ontsluitingsmogelijkheden (weg over dijk langs Dordtsche Kil, aansluiting op A16) - afstemming op de markt voor bedrijfsterreinen (bepalen marktprofiel & consequenties daarvan); - de aanwezigheid van explosieven in de ondergrond; - de plannen van Kilwind tot plaatsing van windmolens in het plangebied (ook aandacht vragend omdat één van de initiatiefnemers van Kilwind nog 33 ha in eigendom heeft in het plangebied en pas verder wil praten met de gemeente over verwerving als er een akkoord is over de inpassing van de windmolens); In de ontwerpfase en uitwerkingsfase ( ) worden diverse plannen uitgewerkt op basis waarvan vanaf eind 2014 kan worden gestart met de uitgifte van kavels (zie figuur 1 en ook hoofdstuk 4). De uitwerkingsfase gaat over in een realisatiefase, zodra wordt gestart met het bouwrijp maken van het terrein. Dat zal in het begin vooral gericht zijn op het aanbrengen van voorbelasting, daar waar dat nodig is (mede afhankelijk van fasering van de aanleg en uitgifte). De planvoorbereiding is erop gericht om in de realisatiefase gesteld te staan voor het aanleggen van de boven- en ondergrondse infrastructuur (wegen, riolering, waterberging, kunstwerken). Dit tijdspad is nodig om eind 2014 / begin 2015 te kunnen starten met de uitgifte van kavels. Bij een uitgiftetempo van 4 à 5 ha. per jaar wordt een uitgifteperiode voorzien van 13 tot 17 jaar om de 65 ha netto uitgeefbaar bedrijfsterrein uit te kunnen geven. De ervaring leert dat het uitgiftetempo, ook bij gunstige marktomstandigheden, zich niet in detail laat voorspellen. Nadat de uitgifte is gestart dient ook het beheer (2015 e.v.) van het bedrijfsterrein aan te vangen. T.z.t. zullen daarover door de projectorganisatie en Stadsbeheer- afspraken worden gemaakt. Omgevingsdossiers In alle fasen zijn er omgevingsdossier waarop het project adequaat moet anticiperen, hetzij omdat het (nieuwe en goede) kansen biedt voor de ontwikkeling van DK IV (bijvoorbeeld de WDO, externe ontsluitingsmogelijkheden en het thema duurzaamheid), hetzij omdat er sprake is van exogene factoren waarmee rekening moet worden gehouden (bijvoorbeeld luchtkwaliteit en explosieven in de grond). De belangrijkste omgevingsdossiers zijn in figuur 1 in de onderste rij vermeld. Een specifiek aandachtspunt in de ontwerpfase is duidelijkheid creëren over de rol en betrokkenheid van de ROM-D en HbR bij het verdere ontwikkelproces. Anno 2011 is het de bedoeling dat ROM-D de uitgifte voor eigen rekening en risico gaat uitvoeren. Daartoe wordt onder leiding van het grondbedrijf een zgn. afsprakenkader tussen de gemeente en de ROM-D opgesteld. De rol van HbR moet nog worden ingevuld. Andere omgevingsdossiers die in relatie tot de haalbaarheid van DK IV extra aandacht vergen in de ontwerpfase (zie ook hoofdstuk 4): - de plannen van Kilwind m.b.t. vier windmolens in het plangebied; - uitwerking en planning ontsluitingsmogelijkheden (Aquamarijnweg, aansluiting op A16 en de westelijke ontsluitingsweg), - afstemming van DK IV op de markt c.q. de beoogde doelgroepen en - de aandachtspunten van het nieuwe college. 7

8 3. Resultaten van de definitiefase 3.1 De belangrijkste resultaten op een rij Bij de instemming van de raad in april 2008 met de startnotitie voor de definitiefase is aan krediet beschikbaar gesteld voor het maken van de volgende producten: 1. Stedenbouwkundig Programma van Eisen (PvE; zie paragraaf 3.2); 2. Stedenbouwkundig Masterplan, inclusief een aanvulling daarop (paragraaf 3.3); 3. Haalbaarheidsanalyse: een verkennende GREX, inclusief een risicoparagraaf (paragraaf 3.4); 4. Projectplan voor de volgende fase (voorliggend). Andere resultaten van deze fase hebben betrekking op voortgang in interne en omgevingsdossiers. De stand van zaken inzake interne dossiers wordt belicht in de volgende paragrafen: 1. Verwerving van grond in plangebied (paragraaf 3.5) 2. Ondersteunende onderzoeken (paragraaf 3.6). 3. Businesscase WDO en de consequenties voor DK IV (al toegelicht in paragraaf 2.2). De stand van zaken inzake omgevingsdossiers wordt belicht in de volgende paragrafen: 4. Ontsluitingsmogelijkheden via de A16, de Aquamarijnweg en een nieuwe verbindingsweg over de dijk langs de Dordtsche Kil. Realisatie in samenhang met dijkverzwaring (paragraaf 3.7). 5. Plannen van Kilwind voor vier windmolens in het plangebied (paragraaf 3.8) 3.2 Stedenbouwkundig Programma van Eisen DK IV (PvE, oktober 2009) In het PvE zijn de kwantitatieve en kwalitatieve uitgangspunten van de gemeente aangegeven die gelden voor de ontwikkeling van het plangebied DK IV. Eventueel benodigde verdere detaillering zal in de vervolgfases plaatsvinden. Algemene uitgangspunten zijn: - Plangebied krijgt de functie bedrijventerrein. De agrarische functie wordt vervangen. - Structuurplan DK IV (2004) en Structuurvisie Dordrecht 2020 (2009) zijn richtinggevend. - Randvoorwaarde: elementen uit de businesscase WDO integreren (programma, ontsluiting). - Het plangebied wordt ontwikkeld voor de lokale, regionale (Structuurplan en Structuurvisie) èn bovenregionale (WDO) vraag met een netto uitgeefbare omvang van ten minste 65 ha. - Het gebied wordt duurzaam ontwikkeld. Energie (neutraliteit) en water zijn belangrijke thema s. - Er wordt rekening gehouden met de mogelijkheid van windmolens in het plangebied, conform de nota Grootschalige windenergie en een raadsbesluit daarover (2005). N.a.v. een marktinitiatief van Kilwind wordt uitgegaan van inpassing van vier windmolens in het plangebied. - Woningen in het plangebied zullen in principe verdwijnen met uitzondering van die aan de Wieldrechtse Zeedijk (vastgelegd in Structuurplan DK IV, 2004; overgenomen in PvE, 2009) 3. - Nieuwe woningen in het plangebied worden uitgesloten (zie PvE, pagina 6). Verder zijn in het PvE specifieke wensen en eisen geformuleerd m.b.t. beoogde bedrijvigheid (doelgroepen, milieucategorieën, verkaveling, ruimtegebruik, enz.), ontsluiting en verkeer, stedenbouwkundige aspecten, milieukwaliteiten, inpassing van cultuur-historische, archeologische en landschappelijke kwaliteiten, de openbare ruimte en m.b.t. duurzame ontwikkeling en energie. Het PvE vormt de leidraad voor het masterplan, het stedenbouwkundig plan en het civieltechnisch ontwerp. 3.3 Masterplan (november 2009) en aanvulling daarop (augustus 2010) Tegen de achtergrond van de WDO-afspraken dient het plangebied te worden ontwikkeld als locatie die geschikt is als een grootschalig logistiek bedrijfsterrein. De eerste stap in dat proces heeft geleid tot het opstellen van een Masterplan: een beeldend verhaal over de hoofdstructuren, de rol van 3 Als gevolg van de rechtstreekse aansluiting op A16 en N3 en de met het voorziene programma te verwachten hoeveelheid transportbewegingen zal onderzoek moeten uitwijzen of handhaving van alle woningen aan de Wieldrechtse Zeedijk haalbaar is of dat extra maatregelen nodig zijn. De bestaande bufferzone ten noorden van de Wieldrechtse Zeedijk geldt als referentie. 8

9 landschap en water en de mogelijkheden van bedrijfsbebouwing, samengebracht in reken- en tekenkaarten, profielen, korte toelichtende teksten en inspirerende illustraties. Bij een bedrijfsterrein zoals DK IV is een grote mate van functionaliteit en flexibiliteit nodig. Dat heeft geleid tot het formuleren van de (openbare) hoofdstructuren (wegen, water en groen), die als vaste waarden langdurig moeten meegaan. Het Masterplan wordt - in de ontwerpfase - uitgewerkt tot een stedenbouwkundig plan (meer hierover in hoofdstuk 4). Het stedenbouwkundig frame uit het Masterplan is, inclusief het interne waterlandschap, al verder uitgewerkt en beschreven in de Aanvulling op het Stedenbouwkundig Masterplan DK IV (aug. 2010). Dit is verwerkt in een nieuwe reken- en tekenkaart, met bijhorende profielen, en als concept plankaart daarbij gevoegd. 3.4 Haalbaarheidsanalyse: verkennende grondexploitatie (GREX) Om de financiële haalbaarheid van de ontwikkeling van het bedrijfsterrein DK IV na te gaan is in de definitiefase een verkennende GREX gemaakt, waarin kosten en opbrengsten in beeld zijn gebracht. Daarin zijn ramingen gemaakt van de plankosten, verwervingskosten, sloopkosten, saneringskosten, kosten van bouw- en woonrijp maken, fasering en opbrengsten uit gronduitgifte. Voor het maken van de ramingen zijn uitgangspunten vastgelegd inzake het exploitatiegebied, de eigendomssituatie, het ruimtegebruik, het programma, de grondprijzen, de investeringen en de fasering van kosten en opbrengsten. De berekeningen zijn gemaakt op basis van de plankaart (reken- en tekenkaart) bij het stedenbouwkundig plan (incl. aanvulling, per augustus 2010). Uit de haalbaarheidsstudie blijkt dat de ontwikkeling van bedrijventerrein Dordtse Kil IV financieel haalbaar is. Gezien de fase van het project heeft het saldo van de GREX, verkennend van karakter in deze fase van planvoorbereiding, nog een forse bandbreedte. In de ontwerpfase wordt de haalbaarheidsberekening uitgewerkt in een grondexploitatiebegroting die aan de gemeenteraad wordt voorgelegd ter vaststelling. Risico s en beheersmaatregelen Met het oog op verdere planvorming is een risicoanalyse uitgevoerd op de financiële haalbaarheid van het project DK IV. De grootste financiële risico s van het project zijn: - looptijd gronduitgifte; - mislukken minnelijke verwerving in 2011; - niet tijdig realiseren van een aansluiting op de A16; - grote fluctuatie in financiële parameters: rente en indexering; - bandbreedte van kosten voor bouw- en woonrijp maken; - wijzigingen in het programma en/of ruimtegebruik. Om deze risico s te beperken zijn beheersmaatregelen geïnventariseerd. De belangrijkste: - verwerven grond binnen gestelde (prijs)kaders; - aanscherpen programma via afstemming met stakeholders; - ontsluiting via de A16 nader onderzoeken en organiseren; - overeenstemming bereiken over kostenverhaal; - uitvoeren van (milieu)technische onderzoeken; - gefaseerde aanleg van het bedrijventerrein; - goede positionering van en promotie voor DK IV. 3.5 Stand van zaken verwerving Bij de ontwikkeling van DK IV heeft de gemeente gekozen voor een actieve grondpolitiek, d.w.z. actief verwerven, bouwrijp maken en uitgeven. De gemeente Dordrecht kiest hiervoor vanwege de grootst mogelijke sturing op het gewenste programma (bovenregionale logistiek, hoogwaardig, aantrekkelijk en duurzaam terrein) en op het proces. 9

10 Eind 2010 is ± 60% van het plangebied in eigendom van de gemeente. Verwerving van resterende grond en huispercelen is gewenst om als gemeente te kunnen sturen op het programma en de economische doelstellingen (soort bedrijvigheid en werkgelegenheid). Het is de bedoeling dat de woningen aan de zuidzijde van de Wieldrechtse Zeedijk worden ingepast in het plangebied (zie paragraaf 3.2), zoals dat ook is gedaan met woningen aan de noordzijde, op DK III. Belangrijke aandachtspunten voor de ontwerpfase: - verwervingsstrategie maken voor verwerving resterende grond en huispercelen; - afspraken over kostenverhaal waar verwerving niet haalbaar is; - duidelijkheid over het verwerven en amoveren dan wel inpassen van woningen in of grenzend aan het plangebied, met inachtneming van hetgeen hierover staat in het PvE: woningen in het plangebied zullen in principe verdwijnen met uitzondering van die aan de Wieldrechtse Zeedijk. 3.6 Stand van zaken ondersteunende onderzoeken Vooruitlopend op de ontwerpfase, waarin onderzoeken normaliter worden uitgevoerd, zijn in overleg met de bestuurder in de definitiefase al diverse onderzoeken gestart, te weten: a. Explosievenonderzoek; b. Archeologisch onderzoek; c. Monumentenonderzoek; d. Geotechnisch en geohydrologisch onderzoek (o.a. sonderingen t.b.v. zettingsberekeningen); e. Stabiliteitsberekeningen; f. Onderzoek naar hoogteligging; g. Onderzoek naar kabels en leidingen; h. Quick scan m.b.t. de thema s geluid, lucht, externe veiligheid en bodem; i. Flora & fauna; j. Verkeerskundig onderzoek; k. Milieuzoneringsonderzoek; Deze onderzoeken zullen in de ontwerp- en uitwerkingsfase worden voortgezet. 3.7 Stand van zaken ontsluitingsmogelijkheden A. Aansluiting - via een parallelstructuur - op de A16 Realisatie van een directe aansluiting op de A16 door de gemeente - is noodzaak in relatie tot het beoogde programma op DK IV en de vervoersbewegingen die dat met zich mee zal brengen. De start van de aanleg is o.a. afhankelijk van het verloop van de grondverwerving en voortgang in de planvorming voor de parallelstructuur die nodig is voor de aansluiting op de A16 en de voortgang in de realisatie van de fly-over N3-A16 door Rijkswaterstaat. De planning is mede afhankelijk van de fasering in aanleg van DK IV en daarom een belangrijk aandachtspunt. Een ander aandachtspunt is het juridisch planologisch kader voor de aanleg van de parallelstructuur. B. Ontsluiting via de Aquamarijnweg Er is in DK III en het Masterplan voor DK IV een tracé ingetekend voor het doortrekken van de Aquamarijnweg naar DK IV, via een gelijkvloerse kruising met de Wieldrechtse Zeedijk, die aldaar is afgesloten voor snelverkeer. Belangrijkste aandachtspunten in het traject naar realisatie: effecten op het programma van DK III en DK IV en de handhaafbaarheid van bebouwing op of langs het tracé. De kosten van het doortrekken maken deel uit van de GREX van DK IV. Ook hier geldt dat het juridisch planologisch kader nog moet worden gemaakt. C. Westelijke ontsluitingsweg: nieuwe - zware - verbindingsweg met Zeehaven, DK I, II en III Realisatie van deze ontsluitingsmogelijkheid voor DK IV is sterk afhankelijk van de plannen van het Waterschap voor de dijkverzwaring van langs de Dordtsche Kil. Belangrijke aandachtspunten: - vertraging in de planning van het Waterschap (de oorspronkelijke planning: 2013 aan de slag lijkt uit te lopen, uiterlijk 2016 gereed staat nog overeind); 10

11 - ruimtelijke inpassing van (noodzakelijke) compensatie van waterberging in het plangebied DK IV (4102 m²). Aandachtspunten hierbij: de plek, hoeveelheid, planning en het planologisch juridisch kader moet op orde voordat ermee begonnen kan worden; - neiging tot aanpassing dijkverzwaringsplannen door het Waterschap i.v.m. bezuinigingen; - de inpassing van windmolens in het plangebied in relatie tot het talud van de nieuwe dijk. - de inpassing van het recreatieve fietspad langs of op de dijk. - nader afstemmen: hoe ver moet nieuwe weg over de dijk doorlopen; aan welke eisen moet de nieuwe weg voldoen; hoeveel watercompensatie strikt noodzakelijk i.v.m. bijdrage van RWS. 3.8 Plannen van Kilwind voor vier windmolens in het plangebied In 2005 heeft de gemeenteraad met de Nota Grootschalige Windenergie een besluit genomen dat het plangebied voor DK IV in aanmerking komt voor realisatie van windmolens. Met de realisatie wordt een bijdrage geleverd aan uitvoering van de Bestuursovereenkomst Landelijke Ontwikkeling Windenergie (2001), de ambities van de provincie Zuid-Holland (Nota Wervel, 2003) en de doelen van de gemeente inzake klimaat beleid (Nota Klimaatbeleid , gericht op minder CO2, energiebesparing en gebruik van duurzame energie). Kilwind heeft op het beleid ingespeeld met plannen voor vier windmolens in het plangebied. De windmolens hebben een masthoogte ca. 85 m, een tiphoogte van ca. 120 m, een betonnen fundering en een afgesloten serviceplateau tussen 25 en 35 m 2. De plannen voldoen naar verwachting aan door de gemeente gestelde voorwaarden, zoals: - wettelijke normen rond veiligheid, geluid, slagschaduw, hinder voor vogels, trillingen e.d., afgaande op onderzoek dat Kilwind heeft laten uitvoeren (moet op onderdelen nog worden getoetst); - opstelling in één lijn (minimaal drie windmolens); - maximale bouwhoogte en de verhouding masthoogte t.o.v. rotordiameter. De vier windmolens leveren een belangrijke bijdrage aan het energieneutraal ontwikkelen van DK IV, een ambitie die is verwoord in het PvE en vastgelegd in het Masterplan voor DK IV. Alhoewel de plaatsing wel beperkingen qua bebouwing en functies met zich mee brengt, kunnen bedrijven daar naar verwachting via een slimme inrichting van kavels prima op inspelen. Uit de Haalbaarheidsanalyse (versie juli 2010) blijkt dat het gewenste programma en (financiële) resultaat voor DK IV goed haalbaar is bij realisatie van de windmolens. Het is de bedoeling de windmolens te realiseren als de dijkverzwaring is afgerond. Bij realisatie voordat het bedrijventerrein bouw- en woonrijp is gemaakt, zal de initiatiefnemer een tijdelijke serviceweg aanleggen, omdat de serviceplateaus rond de windmolens altijd bereikbaar moeten zijn. 11

12 4. Ontwerpfase: doel, resultaten en werkwijze 4.1 Doel en beoogde resultaten De ontwerpfase is erop gericht de contouren van het project, zoals vastgesteld in de definitiefase in het PvE, het Masterplan en de Haalbaarheidsanalyse, verder uit werken in producten voor realisatie van een aantrekkelijk, hoogwaardig en duurzaam bedrijventerrein. Daarnaast willen we voortgang boeken in belangrijke inhoudelijke dossiers (verwerving, afstemming op markt, duurzaamheid e.a.) en goed anticiperen op cruciale omgevingsdossiers (realisatie ontsluitingswegen, plannen Kilwind voor windmolens). Tot slot is de ontwerpfase ook bedoeld om besluitvorming over (deel)producten en de volgende fase, de uitwerkingsfase, voor te bereiden. Het werk in de ontwerpfase zal worden ondersteund met gegevens uit analyses en onderzoek. Belangrijke eind- en deelproducten van de ontwerpfase (toelichting in volgende paragrafen): 1. Een stedenbouwkundig plan; 2. Een grondexploitatie (GREX), inclusief risicoparagraaf; 3. Verwerving van gronden in het plangebied; 4. Vestigingsbeleid; 5. Procedures opstarten (MER, bestemmingsplan), afronding hiervan in de uitwerkingsfase; 6. Communicatie met betrokkenen a.d.h.v. een op te stellen communicatieplan; 7. Uitwerking inhoudelijke dossiers en afstemming op belangrijke omgevingsdossiers; 8. Opdracht c.q. plan voor de start van de volgende fase, de uitwerkingsfase. 4.2 Producten, projectorganisatie en werkwijze Vier clusters verantwoordelijk voor deel- en eindproducten In de ontwerpfase worden vier clusters gevormd die elk verantwoordelijk zijn voor een aantal (deel)producten. Elk cluster en deelproduct heeft een inhoudelijke trekker. De vier clusters zijn: A. Stedenbouwkundig plan; B. Grondexploitatie; C. Ontwikkelingsstrategie; D. Procedures (MER en Bestemmingsplan) Ad A. Stedenbouwkundig plan. Deelproducten: 1. Stedenbouwkundig ontwerp; 2. Civieltechnisch PvE; 3. Waterhuishoudkundig plan en rioleringsplan; 4. Beeldkwaliteitsplan en elementencatalogus; 5. Duurzaamheidsprofiel en energievisie; 6. Visie op beheer en onderhoud. Het Masterplan wordt in de ontwerpfase uitgewerkt tot een stedenbouwkundig plan. Dat dient als onderlegger voor een bestemmingsplan, een beeldkwaliteitsplan, tot inrichtingsvoorstellen voor de openbare ruimte en tot bijdragen aan duurzaamheid en energievisies. Planonderdelen zoals de ontsluiting op de A16, de inpassing van de dijkversterking en het nieuw te maken waterlandschap vragen om verdere bewerking van de stedenbouwkundige lay-out in het Masterplan. Voor 2011 staan de volgende onderwerpen op de agenda voor verdere uitwerking: - het verwerken van onderzoeksgegevens (bodem, water, archeologie, flora & fauna) tot een duurzame grondplaat voor DK IV; - koppeling van duurzaamheid en energie aan de ruimtelijke ontwikkeling zoals infrastructuur, watersysteem en bebouwingopties (bijv. meervoudig ruimtegebruik, uitbreidbaarheid) maar ook aan bronnen (windmolens, materiaalgebruik) en klimaatkwaliteit (lucht, water, bodem); - bedrijfsvelden en -kavels toetsen op toedeling aan het programma (groot, middel, klein), op flexibiliteit en ruimtelijke regels (afmetingen, entreelocaties, beeldaspecten); - bijdragen leveren aan fasering in ontwikkeling, strategie en communicatie. 12

13 Ad B. Grondexploitatie. Deelproducten: 7. Taxaties voor verwerving grond; 8. Civieltechnische kostenraming; 9. Kostenraming sloop en bodemsanering; 10. Marktwaardebepaling; 11. Overige kostenramingen en haalbaarheidsberekeningen. Ad C. Ontwikkelingsstrategie. Deelproducten: 12. Verwerving van grond en huispercelen; 13. Strategische keuzes m.b.t. kostenverhaal, procedures, fasering & aanleg DK IV; 14. Anticiperen op omgevingsdossiers: WDO, windmolens, dijkverzwaring, aansluiting op A16, e.d.; 15. Overeenkomsten voor kostenverhaal; 16. Vestigingsbeleid. Ad D. Procedures. Deelproducten: 17. Milieueffectrapportage; 18. Bestemmingsplan (en indien nodig: projectbesluiten) Ondersteunend onderzoek De complete onderzoeksopgave voor DK IV omvat de volgende onderzoeken: - Ondergrond: - Bovengrond: Explosieven Lucht en geluid Bodem (sanering) Flora & fauna Kabels en leidingen Toets natura 2000 Archeologie Monumenten Hoogteligging Verkeersonderzoek Sonderingen i.v.m. zettingsberekeningen Milieuzoneringsonderzoek Grond- en hydrologisch onderzoek Stabiliteitsonderzoek Hulpproducten bij projectmanagement en projectondersteuning Bij het managen van het project zal gebruik worden gemaakt van de volgende hulpproducten: 1. Projectplan en projectbegroting en afstemming op WDO-financieringsbronnen. 2. Planning, incl. afstemming op WDO. 3. Operationeel management (overleg, afstemming, mailverkeer, bila s e.d.). 4. Producten in kader van risicomanagement. 5. Actoren- en omgevingsanalyse en communicatieplan. 6. Verantwoordingsdocumenten en sturingsinformatie (o.a. Maraps en urenoverzichten). 7. Voorbereiding besluitvorming door stuurgroep, college en raad. 8. Afsprakenkader met ROM-D, onder leiding van de directeur Grondbedrijf. Hulproducten bij projectondersteuning: 1. Projectdossier en archivering. 2. Bijeenkomsten plannen, organiseren, verslaan e.d. 3. Financieel administratieve ondersteuning. 4. Postbehandeling en correspondentie Belangrijke inhoudelijke en omgevingsdossiers In de planvoorbereiding van DK IV zal in de ontwerpfase met prioriteit aandacht worden besteed aan de volgende, product- en de afzonderlijke werkgroepen overstijgende, inhoudelijke dossiers: - Verwerving gronden (in samenhang met de plannen van Kilwind inzake windmolens) en/of 13

14 overeenkomsten over kostenverhaal waar verwerving niet opportuun is; - Afstemming van DK IV op de markt, c.q. de beoogde doelgroepen 4 ; - Uitwerking aandachtspunten van het nieuwe college, zoals DK IV duurzaam ontwikkelen, ruimtelijke kwaliteit creëren ; - Samenspraak met belanghebbenden. - Realisatie van een aanzienlijk, positief financieel resultaat (continu aandachtspunt). Afstemming DK IV op belangrijke omgevingsdossiers (prioriteiten) - Initiatief van Kilwind voor realisatie windmolens in het plangebied (Wg strategie en ontwerp). - Externe ontsluiting (Wg strategie, Wg ontwerp en Wg procedures) via de volgende wegen: Nieuwe aansluiting op A16 (samenhang met fly-over, knooppunt A16/N3). Weg over de dijk (samenhang met de dijkverzwaring) De Aquamarijnweg (aansluiting op DK III en kruising Wieldrechtse Zeedijk) Afbakening en relatie met andere projecten De volgende activiteiten en projecten behoren niet tot de projectorganisatie voor DK IV maar vereisen wel afstemming: - De dijkverzwaring (Waterschap Hollandse Delta) en een nieuwe ontsluitingweg aldaar. - De planvoorbereiding en realisatie aansluiting op A16 en fly-over A16/N3 (Rijkswaterstaat). - Het amoveren van het woonwagenkamp, incl. sanering, verwerving en voorbelasting van de ontsluitingsrouten van DK IV via DK III. - Nieuwe regisseur in (de revitalisering van) het Zeehavengebied: het Havenbedrijf Rotterdam. - De herstructurering van DK I en II Projectorganisatie en werkwijze Hoofdrollen Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk opdrachtgever Projectmanager Assistent-projectmanager Projectsecretaris Planeconoom Projectcontroller : Ferdinand van den Oever (B&W) : Rob Koppelaar (SO) : Jan van der Weerd (PM) : Mirjam Kiewiet : Denise Londt (PM) : Willem van der Putten (SO) : Pascalle Luisterburg (SO) Projectorganisatie Bepalende elementen voor de projectorganisatie (zie organigram op volgende pagina): - Een eenduidige (verticale) lijn voor opdrachtverstrekking (top down) en verantwoording (andersom). Alleen dan zijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden goed toe te wijzen. Daarbinnen wordt gewerkt vanuit vertrouwen en verantwoordelijkheid. - Vier werkgroepen die verantwoordelijk zijn voor een cluster van (deel)producten (zie 4.2.1). Werkwijze - Elke werkgroep en elk (deel)product en dossier heeft een trekker. - Voor (deel)producten kan - in overleg met de projectmanager - een tijdelijke werkgroep worden gevormd (bijvoorbeeld rond het opstellen van een communicatieplan). - De projectmanager is vrijwel altijd nauw betroken bij de opstart bij nieuwe (deel)producten en (ad-hoc) werkgroepen. - Een trekker heeft oog voor de in- en externe afstemming, heldere werkafspraken, tijdige inbreng in de (project)organisatie, betrokkenheid van collega s en een goede werksfeer. 4 Afstemming o.a. door toetsing van het programma en stedenbouwkundig ontwerp aan het PvE, de GREX, aan een door STEC uitgevoerde markttoets (2009), aan wensen van marktpartijen (beoogde doelgroepen), de beoogde uitgevende partij (ROM-D), intermediaire organisaties (bijv. makelaars) en andere belanghebbenden (bijv. HbR, bedrijven in Zeehavengebied). 14

15 - Een trekker mag door anderen worden aangesproken op voortgang, inhoud en kwaliteit. - Trekkers kunnen een beroep doen op de projectsecretaris voor ondersteuning. Bijvoorbeeld voor het plannen en voorbereiden van bijeenkomsten, voor dossiervorming, informatieverzameling, correspondentie en/of voor secretariële ondersteuning. Figuur 2: Projectorganigram Bestuurlijk opdrachtgever Stuurgroep WDO Ambtelijk opdrachtgever Projectmanager Projectteam Projectsecretaris, projectcontroller, communicatie assistent projectmanagers Wg Ontwerp Wg Haalbaarheid Wg Strategie Wg Procedures Afstemmingsorganen - Stuurgroep WDO : Ferdinand van den Oever (vz.), Piet Sleeking en Wil Ronken. Secretaris: Rob Koppelaar. - Projectteam : Trekkers werkgroepen, projectmanager (vz.), communicatie adviseur en een financieel adviseur (projectcontroller). - Werkgroepen : Trekkers bepalen vergaderfrequentie en stemmen deze ook af op bijeenkomsten projectteam. Binnen de werkgroepen zal vaker sprake zijn van werkafspraken dan met iedereen bijeenkomen. - Overig overleg : Bila s met opdrachtgever, financieel overleg, werkoverleg e.d. Verantwoordelijkheden en taken projectteam ( cockpit van de projectorganisatie ) - Integrale afstemming werkzaamheden en producten, bewaken voortgang en samenhang; - Afstemming op in- en externe (beleids)ontwikkelingen; - Finale interne besluitvorming (fiattering producten); - Voorbereiding besluitvorming door stuurgroep WDO en bestuurlijke besluitvorming; - In- en externe communicatie (o.a. de nieuwsbrief); - Partner in projectmanagement: risicobeheersing, programmering & planning, capaciteitsramingen, kwaliteitsborging, informatiebeleid, in- & externe verantwoordingsrapportages e.d. Het projectteam is de paraplu waaronder de specialistische activiteiten van de werkgroepen plaatsvinden. Het projectteam zal het interne besluitvormingsvormingsproces over producten van de werkgroepen aangeven. Finale besluitvorming, alvorens producten naar de stuurgroep of het bestuur gaan, vindt altijd plaats in het projectteam. 15

16 4.3 Planning en fasering Fasering project vanuit oogpunt van voorbereiding, bouw- en woonrijp maken en uitgifte In figuur 1 in paragraaf 2.5 is een overzicht opgenomen, dat een beeld geeft van de fasering, belangrijke producten, besluitvormingsmomenten en omgevingsdossiers vanaf de initiatieffase t/m de beheerfase. In figuur 3 is de fasering en planning vanuit een ander perspectief bekeken: voorbereiding, bouw- en woonrijp maken en uitgifte. Figuur 3: globale fasering DK IV Fase Jaar Voorbereiding Bouwrijp maken Woonrijp maken Gronduitgifte De looptijd van het project is sterk afhankelijk van de gronduitgifte. Bij een uitgiftetempo van 5 ha per jaar vanaf 2015 is het bedrijventerrein in 2028 uitgegeven 5. Ligt het uitgiftetempo op maximaal 4 ha per jaar dan loopt de uitgifte door tot na Om rentelasten te beperken en flexibiliteit te behouden is het uitgangspunt dat het bedrijventerrein gefaseerd wordt aangelegd. De stand van zaken en bovenstaande uitgangspunten in ogenschouw nemende rechtvaardigt de conclusie dat de planvoorbereiding voor DK IV in het allerhoogst mogelijke tempo uitgevoerd dient te worden. Planning ontwerpfase In onderstaande schema is planningsinformatie over de belangrijkste producten in de ontwerpfase opgenomen. Schema 1: Streefdata bestuurlijke besluitvorming over producten in ontwerpfase en volgende fasen Besluitvorming n.a.v. producten in ontwerpfase Streefdatum Besluitvorming over resultaten definitiefase / opstart ontwerpfase 1 e kwartaal 2011 Windenergie en windmolens op DK IV 1 e kwartaal 2011 Start MER medio 2011 Verwerving gronden (mits minnelijk traject haalbaar) 2 e en 3 e kwartaal 2011 Resultaten ontwerpfase 1 e kwartaal 2012 Besluitvorming over projectfasen Opdracht uitwerkingsfase 1 e kwartaal 2012 Resultaten uitwerkingsfase en opdracht realisatiefase Medio 2013 Resultaten realisatiefase Nader bepalen - Een aandachtspunt is de planning van de onderzoeken. De uitkomsten zijn nodig als input voor het ontwerpen, de haalbaarheidsberekeningen en procedures. Het ontbreken van toestemming voor betreding van eigendommen van derden en veiligheidsaspecten in relatie tot de mogelijke aanwezigheid van explosieven leiden ertoe dat de onderzoeken meer tijd vergen dan vooraf geschat. De projectorganisatie werkt aan de gewenste versnelling. - De planning wordt regelmatig geactualiseerd,. 5 Uitgiftetempo bepalen a.d.h.v. historische uitgiften Dordtse Kil III en advies STEC groep (2009). 16

17 4.4 Informatie en communicatie Informatie - Onder leiding van de projectmanager zorgt het projectsecretariaat voor een adequate archivering en informatievoorziening. - De projectsecretaris handelt conform afspraken binnen de gemeentelijke organisatie, o.a. archiefvorming in de vorm van Mozaïek en digitale bestandsstructuren. - Onder leiding van de projectmanager zal de projectsecretaris een informatieschema maken waarin is aangegeven wie binnen en buiten de projectorganisatie welke informatie krijgt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan agenda s, uitnodigingen, verslagen, inzicht in tussenproducten. In- en externe projectcommunicatie - Om de communicatie professioneel aan te pakken is een communicatie adviseur aan het projectteam toegevoegd. - In nauwe samenwerking met de projectleiding wordt 3 à 4x per jaar een digitale nieuwsbrief uitbrengen om medewerkers aan het project te informeren. - Externe communicatie - met belanghebbenden en betrokkenen - is één van de speerpunten in de speerpunten in de ontwerpfase. Daartoe wordt een communicatieplan en kalender gemaakt die in afstemming met andere WDO-projecten - uitgevoerd zal worden. Een werkgroep o.l.v. de communicatie adviseur zal dit voorbereiden. 4.5 Kwaliteitszorg en risicomanagement Kwaliteitszorg - In de definitiefase is een PvE opgesteld, waarin de belangrijkste kwaliteitseisen m.b.t. het plangebied zijn aangegeven. Dit biedt richtlijnen voor producten in de verdere planvoorbereiding. Zo nodig worden voor een product aanvullende kwaliteitseisen geformuleerd. - Een 2e lijn waarlangs kwaliteitsborging plaatsvindt is via het inzetten van goede professionals, die het vertrouwen verdienen dat zij bijdragen aan de realisatie van hoogwaardige producten. - Trekkers van werkgroepen en de projectmanager hebben een gedeelde verantwoordelijkheid met de projectmanager (eindverantwoordelijk) voor een goede kwaliteit van producten. Risicomanagement Risicomanagement is een regulier onderdeel binnen de projectmatige benadering. In samenwerking met Metrum is medio 2009 een risicoanalyse gemaakt. De resultaten hiervan zijn opgenomen in hoofdstuk 3, paragraaf 3.4. In de ontwerpfase wordt de risicoanalyse geactualiseerd. 4.6 Kosten De kosten voor de ontwerpfase worden geraamd op circa 1,9 mln. ( ), bestaande uit apparaatskosten, inhuur van expertise (samen circa 60%) en onderzoekskosten (circa 40%). De kostenraming is gebaseerd op de plankostenscan en expert judgement van betrokken medewerkers. Van de aan beschikbaar gesteld krediet voor de definitiefase is (nog) niet benut en kan in mindering worden gebracht op de kredietaanvraag voor de ontwerpfase. Op basis daarvan zal (afgerond) aan krediet worden aangevraagd. In schema 2 zijn de kosten en kredietaanvraag samengevat. Bijlage 1 bevat een onderbouwing van de apparaatskosten en kosten voor onderzoek. NB: een deel van de productie in de ontwerpfase is na overleg met de opdrachtgever al gestart (diverse onderzoeken en onderdelen ontwerpproces). 17

18 Schema 2: Samenvatting kostenraming ontwerpfase aan te vragen krediet Kostensoort Kosten ( ) Stadsontwikkeling Grondbedrijf Stadsbeheer Projectmanagement Ingenieursbureau Drechtsteden Communicatie (SCD) Inhuur externe expertise Onderzoeken subtotaal Onvoorzien 10% Rentekosten Kosten Restant krediet van initiatieffase -/ Aan te vragen krediet voor ontwerpfase Afgerond, aan te vragen krediet P.S. Alle bedragen excl. btw, prijspeil De projectmanager is verantwoordelijk voor sturing op de inzet van de ambtelijke organisatie en derden. Bijlage 1 omvat een meer gedetailleerde onderbouwing van de kostenraming. 5. Gevraagde besluiten Het college wordt gevraagd de volgende besluiten te nemen: 1. De definitiefase in de planvoorbereiding van Dordtse Kil IV af te ronden door: a. in te stemmen met het programma van eisen (oktober 2009); b. in te stemmen het stedenbouwkundig masterplan (oktober 2009) en de aanvulling op het masterplan (augustus 2010). c. vertrouwelijk kennis te nemen van de haalbaarheidsstudie, inclusief risicoanalyse (augustus 2010) en de memo windenergie en windmolens op Dordtse Kil IV, vanwege het belang van de informatie in beide voor derden; 2. De directeur Stadsontwikkeling opdracht te geven tot uitvoering van het projectplan voor de ontwerpfase in de planvoorbereiding voor Dordtse Kil IV (versie d.d ); 3. De raad voor te stellen: a. een krediet van ,-- beschikbaar te stellen voor het uitvoeren van het projectplan, ten laste van de exploitatie in voorbereiding Dordtse Kil IV, b. de bijgevoegde begrotingswijzigingen daarvoor goed te keuren en de begroting dienovereenkomstig te wijzigen. c. vertrouwelijkheid in acht te nemen ten aanzien van de memo windenergie en windmolens op Dordtse Kil IV (een bijlage bij het projectplan). 18