Ondersteuningsplan mei 2016

Transcriptie

1 mei 2016

2 Inleiding Dit plan beschrijft het ondersteuningsaanbod van CSG Wessel Gansfort. Het hangt samen met het CSG ondersteuningsplan Het ondersteuningsprofiel van onze vestiging vloeit voort uit het ondersteuningsplan van de CSG. Onze school maakt deel uit van het samenwerkingsverband VO Samen met alle scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs in de gemeenten zorgen we ervoor dat er voor elk kind een passende onderwijsplek beschikbaar is. Op de website van het samenwerkingsverband staat aangegeven welke schoolbesturen zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband. Dit document heeft de status van een werkdocument. Het is de bedoeling dat het waar nodig wordt bijgesteld, bijgeschaafd, veranderd, geoptimaliseerd en vooral dat het up-to-date blijft. Marianne Visser Ondersteuningscoördinator mei

3 INHOUDSOPGAVE 1. Missie CSG 2. Visie CSG Wessel Gansfort 3. Visie op ondersteuning 4. Ondersteuningsaanbod CSG Wessel Gansfort Basisondersteuning 4.1 mentor en docenten 4.2 absentiepreventiemedewerker/ meldkamer 4.3 ondersteuningscoördinator 4.4 huiswerkklas Aanvullende ondersteuning 4.5 orthopedagoog 4.6 Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) 4.7 Ambulante Begeleider 4.8 Leerlingbegeleider 4.9 Toelatingscommissie 4.10 Ondersteuningsteam 4.11 Vertrouwenspersoon 4.12 Decaan 5 ondersteuningsaanbod CSG Wessel Gansfort extern 5.1 Expertiseconsultatieteam (ECT) 5.2 VO WIJ professional / contactpersoon gemeente 5.3 jeugdarts 5.4 leerplichtambtenaar BIJLAGEN 3

4 Schoolgegevens Naam school CSG Wessel Gansfort Brinnummer 14RP00 Onderwijssoort / leerwegen VMBO TL, HAVO, VWO (+) Postadres Heerdenpad 8 Postcode postadres 9731 BW Groningen Directeur Drs. J.B. Westerhof Ondersteuningscoördinator M.E. Visser Bestuur CSG school info@csgwesselgansfort.nl Telefoonnummer school

5 1. Missie CSG De CSG geeft onderwijs vanuit een op de bijbel en de christelijke traditie geïnspireerde identiteit en spreekt leerlingen en medewerkers daarop aan; biedt ruimte waardoor mensen met andere levensbeschouwelijke achtergronden zich ook thuis voelen en speelt daarbij actief in op levensbeschouwelijke vragen; verzorgt vanuit deze inspiratie onderwijs dat waarde(n)vol en uitdagend voor zowel de leerling als de medewerker is. 2. Visie CSG Wessel Gansfort op begeleiding 1 )Het leren van de leerling staat centraal. De leerling is op school om te leren en deel te nemen aan het onderwijsproces. Leerlingondersteuning is bedoeld om de leerling te begeleiden en te ondersteunen in het behalen van het diploma dat past bij zijn cognitieve mogelijkheden. 2 ) De leerlingondersteuning moet zoveel mogelijk ingebed worden in het onderwijs. De ondersteuning wordt zo dicht mogelijk in/bij de klas van de leerling georganiseerd. 3 )Mentoren zijn de spil in de leerlingzorg. Elke klas heeft een mentor die de spil vormt in de begeleiding van de leerlingen. Hij is de verbindende factor in de driehoek school-leerling-thuis. 3. Visie op ondersteuning CSG Voor de visie op begeleiding binnen de CSG hanteren we in algemene zin het uitgangspunt dat alle kinderen succesvol naar school kunnen. De ondersteuning is gerelateerd aan de kerntaak van het onderwijs: leerlingen begeleiden op weg naar het diploma/vervolgonderwijs. De begeleiding is geen doel op zich. De (school)loopbaan van de leerling staat centraal, de school is om te leren niet alleen didactisch maar ook sociaal/emotioneel. De focus is gericht op het leren van de mens als geheel: de mens zoals hij zich in brede zin ontwikkelt als individu en zoals hij functioneert/leeft in relatie met zijn omgeving/de maatschappij. Passend Alle kinderen krijgen, binnen de mogelijkheden van de school, onderwijs dat bij hen past. Hierbij staat de onderwijsbehoefte van de leerlingen centraal. We willen de leerlingen de ondersteuning geven die nodig is en deze op een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige wijze bieden, dan wel hen naar die specifieke ondersteuning en ondersteuning toe leiden waar ze recht op hebben, met de middelen die daarvoor beschikbaar zijn. De middelen worden daarbij efficiënt en doelmatig ingezet. Leerling nabij We redeneren vanuit de leerling en willen derhalve de ondersteuning zo nabij mogelijk voor hem/haar inzetten. We gaan uit van ondersteuning die gekoppeld is aan de primaire taak van een school, namelijk het verzorgen van onderwijs. Vanuit die gedachte wordt een leerling met een ondersteuningsbehoefte ondersteund. Klasnabij We willen de ondersteuning zo dicht mogelijk in/bij de klas organiseren. Het beleid voor ondersteuning is gericht op versteviging van de structuur in de school zodat de leerling daar kan worden begeleid. 5

6 Grenzen als school vanwege het plaatsen van de leerling niet in staat is om de orde en rust te bewaren; als de leerling, volgens een vast rooster, niet in klassenverband kan functioneren; als de leerling de veiligheid van zichzelf, medeleerlingen en medewerkers in gevaar brengt; als er bij een leerling sprake is van agressief, externaliserend, ernstig internaliserend of grensoverschrijdend gedrag; als de leerling aangewezen is op een vorm van speciaal onderwijs. Na plaatsing Indien het op school niet lukt om de ondersteuning voor de leerling passend vorm te geven, dan kijkt de school samen met de ouders welke vorm van onderwijs wel passend is. De school heeft een inspanningsverplichting om een plek te zoeken die passend is bij de ondersteuningsbehoefte van de leerling. 4. Ondersteuningsaanbod CSG Wessel Gansfort Basisondersteuning Alle scholen in het samenwerkingsverband bieden basisondersteuning aan leerlingen. Dit betreft een gezamenlijke afspraak over de basiskwaliteit op het gebied van ondersteuning aan leerlingen. Bij basisondersteuning gaat het in grote lijnen om vier aspecten zoals ze ook in het referentiekader van de sectorraden zijn benoemd: de basiskwaliteit van de school, zoals door de Inspectie is vastgesteld; de kwaliteit van de ondersteuningsstructuur (zorg & begeleiding) van de school; planmatig werken op leerlingniveau; preventieve en licht curatieve interventies (zoals protocollen dyscalculie en dyslexie, fysieke toegankelijkheid, curatieve ondersteuning i.s.m. ketenpartners en onderwijsprogramma s voor leerlingen met meer/minder dan gemiddelde intelligentie). 4.1 Mentor en docenten De mentor is de spil in de ondersteuning en fungeert als verbindende schakel in de driehoek school-leerlingthuis. De mentor heeft kennis van zaken met betrekking tot de leerling (cijfermatig als ook het functioneren) en is voor de ouders de eerste contactpersoon (zie beleidsplan mentoraat). Mentor overstijgende onderdelen van de leerlingbegeleiding vallen onder de verantwoordelijkheid van de teamleider. Deze kan in overleg met de ondersteuningscoördinator bepaalde onderdelen wegzetten binnen de interne begeleidingsstructuur van de school. 4.2 Absentiepreventiemedewerker/meldkamer De absentiepreventiemedewerker houdt de absenties van alle leerlingen op school bij en heeft hierover contact met de mentor, de ouders en waar nodig met de leerplichtambtenaar. Zij heeft de taak om vroegtijdig problemen te signaleren met betrekking tot (ongeoorloofde) absentie (zie beleidsplan Meldkamer). 4.3 Ondersteuningscoördinator De ondersteuningscoördinator komt in beeld als de problematiek rondom een leerling mentor overstijgend is. In de tweedelijns zorg is de ondersteuningscoördinator de spil. Zij adviseert bij het verbeteren van de interne zorgstructuur en ziet toe op de uitvoering van de zorg zoals die is afgesproken. De ondersteuningscoördinator heeft oog voor de preventieve en de curatieve zorg binnen de school. De ondersteuningscoördinator is lid van de 6

7 toelatingscommissie (brugklas en zij-instromers) en is in die hoedanigheid mede verantwoordelijk voor het aannemen van nieuwe leerlingen. 4.4 Huiswerkklas (klas 1,2 en 3) Sommige leerlingen zijn snel afgeleid of missen de motivatie en hebben daarom veel baat bij extra begeleiding. Voor leerlingen uit de onderbouw van de CSG Wessel Gansfort biedt CISolutions (tegen betaling) een passende vorm van onder toezicht huiswerk maken en het geven van begeleiding. 4.5 Bijles (4,5,6) Leerlingen uit de bovenbouw kunnen gebruik maken van bijles via Upgrade (tegen betaling), voor 1 of meer vakken krijgen zij op school extra bijles in het vak waar ze moeite mee hebben. Aanvullende ondersteuning Met ingang van 1 januari 2015 beschikt de CSG over een eigen CSG expertisecentrum op het gebied van ondersteuning. Dit centrum speelt een belangrijke rol in het kader van Passend Onderwijs. In het expertisecentrum is namelijk alle deskundigheid op het gebied van ondersteuning aan leerlingen gebundeld. Vanuit het CSG Expertisecentrum kunnen alle vestigingen van de CSG rekenen op ondersteuning van leerlingen die een arrangement hebben dat door het samenwerkingsverband is verstrekt. Voor deze leerlingen kunnen een orthopedagoog, dyslexiespecialist, ambulant begeleider en leerlingbegeleider worden ingezet op onze vestiging. Deze collega s zullen in overleg met de ondersteuningscoördinator hun bijdrage leveren aan de ondersteuning. Onderzoek, ontwikkeling en begeleiding is datgene waar de experts voor worden ingezet. 4.6 Orthopedagoog De orthopedagoog maakt deel uit van het CSG expertisecentrum en heeft vanuit haar expertise een brede kijk op de context van de leerling waardoor op meerdere niveaus meegedacht kan worden over wat nodig is op school, in de thuissituatie en in de persoonlijke ontwikkeling van de leerling. De orthopedagoog ontwikkelt beleid met betrekking tot de plaatsing van leerlingen, verricht diagnostisch en orthodidactisch onderzoek gericht op een verantwoorde plaatsing van de leerlingen en is lid van de toelatingscommissie. De orthopedagoog neemt deel aan multidisciplinaire teamvergaderingen waarin het ontwikkelingsperspectief plan (OPP) en de ontwikkeling en voortgang van de leerling worden besproken. Zij denkt mee in het interne en externe ondersteuningsteam, observeert leerlingen, stelt ontwikkelingsperspectief plannen (OPP) op en is bevoegd om daar waar nodig aanvullend onderzoek te doen. De orthopedagoog is één van de medewerkers van het Expertiseteam CSG. 4.7 Ontwikkelingsperspectief Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, moet het bevoegd gezag van reguliere scholen voor vo een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) opstellen (zie artikel 26 WVO). Voor een OPP hanteren we in principe datgene wat bij wet is vastgelegd: de te verwachten uitstroombestemming en de onderbouwing daarvan. De onderbouwing bevat minimaal de factoren die het onderwijsproces bevorderen en belemmeren; afwijkingen van het reguliere onderwijsprogramma; begeleiding en ondersteuning die de leerling nodig heeft, inclusief de duur van de ondersteuning, met daarop instemming op het handelingsdeel door de ouder(s). In het OPP kan worden verwezen naar een groepsplan m.b.t. de uitvoering van het handelingsdeel. Het OPP wordt ingezet als verantwoording naar de leerling, de ouder, de inspectie, de accountant en het samenwerkingsverband VO

8 4.8 Ambulant begeleider Voor leerlingen die in aanmerking komen voor een arrangement is een ambulant begeleider beschikbaar vanuit het CSG Expertisecentrum. Voor leerlingen met een extra ondersteuningsvraag bovenop de basisondersteuning wordt een OPP opgesteld. De ambulant begeleider draagt (eventueel) zorg voor: het inventariseren van de onderwijsbehoefte van de leerling het adviseren van de teams/teamleden ten aanzien van de individuele leerling en groepen leerlingen het begeleiden van school-leerling-ouders bij het arrangeren en indiceren het ondersteunen van docenten bij de contacten met ouders de deskundigheidsbevordering van de docenten de procesbegeleiding bij de vo-v(s)o-schakeling de procesbegeleiding bij een verwijzing naar externe hulpverlening de begeleiding van de ouders/leerling van de ondersteuning (intern) naar de zorg (extern) het bemiddelen bij de aanvraag van voorzieningen Het bovenstaande is gericht op het competenter maken van de docenten en het activeren van de leerlingen. 4.9 Leerlingbegeleider Als er voor een leerling extra ondersteuning in of buiten de klas nodig is, kan dat in de hoedanigheid van een leerlingbegeleider. De individueel begeleider draagt zorg voor: de (planmatige) begeleidingstrajecten met individuele leerlingen het assisteren van de docenten bij de lessen het signaleren van moeilijkheden en mogelijkheden bij de leerling het ondersteunen van de leerling bij de inhoud en de aanpak van de leerstof het voor- en nabespreken van de lessen met de leerling het assisteren van en het overleggen met het ondersteuningsteam bij vergaderingen Het bovenstaande is gericht op het ondersteunen van de docenten, het competenter maken van de docenten en het activeren van de leerlingen Toelatingscommissie Bij alle nieuwe leerlingen worden de gegevens in kaart gebracht. Zo nodig wordt extra informatie opgevraagd bij de basisschool. In de toelatingscommissie wordt op basis van duidelijk geformuleerde criteria beoordeeld of aan de leerling de ondersteuning geboden kan worden die nodig is om een diploma te kunnen halen. De toelatingscommissie op het CSG Wessel Gansfort bestaat uit de: Teamleider brugklas TL/H/A Brugklascoördinator ondersteuningscoördinator orthopedagoog 8

9 Leerlingen worden op grond van de leerling volgsysteem (LVS) gegevens, aangevuld met de plaatsingswijzer en het advies van de basisschool, aangenomen. Het advies van de basisschool en de plaatsingswijzer zijn hierbij leidend. Daarnaast wordt gekeken of er binnen de school de juiste ondersteuning kan worden geboden. Toelating zij-instromers Aan de toelating van een zij-instromer gaat een aanmelding gepaard met het VO-VO /onderwijs kundig rapport (OKR). De toelatingscommissie (bestaande uit de teamleider, de ondersteuningscoördinator en eventueel de orthopedagoog) bespreken en beoordelen de aanmelding op toelaatbaarheid. Vervolgens volgt een intakegesprek en wordt er contact opgenomen met de school van herkomst. Als een leerling toelaatbaar is, wordt de leerling (mits er voldoende ruimte is) geplaatst (overdrachtsprotocol vo-vo) Ondersteuningsteam Door middel van een tweewekelijks overlegstructuur begeleiders, teamleiders, de ondersteuningscoördinator, brugklascoördinator en de absentiepreventiemedewerkers worden de ondersteuningsvragen binnen de vestiging uitgezet. Afspraken hierbij zijn dat: de ondersteuning door de mentor d.m.v. een verslag in SOM aangevraagd wordt. In het verslag staat alle relevantie informatie om de vraag te kunnen bespreken. de zorgmelding in het ondersteuningsteam wordt besproken de zorgmelding door het ondersteuningsteam in overleg met de ondersteuningscoördinator wordt uitgezet naar de juiste instantie/persoon (zie bijlage 6 'ondersteuningsteam') Vertrouwenspersoon Binnen de vestiging is een vertrouwenspersoon aanwezig die onder het reglement van de vertrouwenspersonen binnen de CSG valt. Tevens is er een externe vertrouwenspersoon verbonden aan de CSG Decaan De decaan begeleidt als tweedelijns functionaris het keuzeproces van de leerlingen bij de overgang van de onderbouw naar de bovenbouw, maar ook tijdens de oriëntatie op de vervolgstudie en het toekomstige beroep. De decaan ondersteunt daarbij de mentoren die het proces primair begeleiden. 5 Ondersteuningsaanbod CSG Wessel Gansfort extern 5.1 Expertiseconsultatieteam (ECT) De ECT kan als casusoverleg, maar ook als netwerkoverleg fungeren. Het ECT (zie bijlage brochure ECT) bestaat uit de ondersteuningscoördinator, betrokken teamleider, eventueel orthopedagoog en ECT er van het samenwerkingsverband. Als de schoolinterne ondersteuning ontoereikend blijkt, kan in een meerpartijenoverleg (MPO) de leerling besproken worden en worden ingeschat welke zorginterventies nodig zijn, bijvoorbeeld: toeleiding naar lokale voorzieningen en/of bovenschoolse zorgvoorzieningen doorverwijzing naar andere instellingen doorverwijzing naar lokale hulp en jeugdzorg Meerpartijenovereg (MPO) Na aanleiding van bespreking met ECT zal er een MPO worden georganiseerd met alle betrokken instanties bij de leerling, hiervoor worden leerling en ouder(s)/verzorger(s) uitgenodigd. 9

10 5.2 VO WIJ professional/contactpersoon gemeente De VO WIJ professional is voor de vestiging de contactpersoon met de gemeente. Wanneer een leerling extra ondersteuning nodig heeft gerelateerd aan de thuis- of leefsituatie dan kan de VO WIJ professional de leerling doorverwijzen naar de juiste gemeentelijke instantie. Als er een doorverwijzing is naar externe ondersteuning moeten ouders hier toestemming voor geven. Tevens wordt er een signaal in zorg voor jeugd afgegeven. 5.3 Jeugdarts De jeugdarts kan bij sociaal-medische problemen worden ingezet, maar ook bij veelvuldig verzuim kan een leerling doorverwezen worden. De jeugdarts kan een advies geven over de belastbaarheid van een leerling. Ook hier wordt gebruik gemaakt van de zorgmelding. 5.4 Leerplichtambtenaar (LPA) De leerplichtambtenaar komt in beeld als de leerling veelvuldig te laat komt, spijbelt en/of de school voortijdig dreigt te verlaten. Ook bij weigering van een bezoek aan de jeugdarts wordt de LPA ingeschakeld. Tevens wordt er een signaal afgeven in zorg voor jeugd. 10

11 Bijlage 1) stroomschema ondersteuning 2) Ondersteuningscoördinator 3) Contactgegevens 4) Ondersteuningsprofiel CSG Wessel Gansfort 5) Toestemmingsverklaring 6) Brochure ECT 11

12 12

13 Bijlage 2: Ondersteuningscoördinator De ondersteuningscoördinator is verantwoordelijk voor de inhoud en de organisatie van de gehele ondersteuningsstructuur binnen de school en is met betrekking tot de ondersteuning een schakel tussen de interne en externe contacten. De mentor is het eerste aanspreekpunt voor ouders en leerlingen en draagt zorg voor de stroomlijning van de ondersteuning binnen de school. werkzaamheden ondersteuningscoördinator intern (beleid en coördinatie) stuurt het ondersteuningsteam aan zet ondersteuning uit intern en/of extern schakelt de orthopedagoog en jeugdarts in legt contact voor verwijzing naar Gemeentelijke instanties heeft zitting in de toelatingscommissie is vertegenwoordiger van de school in het samenwerkingsverband meldt namens de school een leerling aan bij het signaleringssysteem 'zorg voor jeugd Groningen' doet beleidsvoorstellen aan de directie voert geplande overleggen met de teamleider (die ondersteuning in portefeuille heeft) is incidenteel ondersteunend aan docenten en mentoren coacht docenten, mentoren en teams denkt samen met docenten na over de leerling aanpak (in samenwerking met het intern zorgteam) plant, zet de zorg op en voert uit analyseert (groepen) probleemleerlingen (ambitie) voert gesprekken met ouders en externen om problemen te bespreken en op te lossen (mpo) werkzaamheden ondersteuningscoördinator extern adviseert over tussentijdse schakeling en begeleidt het proces bij tussentijdse schakeling onderhoudt contacten met diverse scholen contactpersoon voor diverse organisaties op het gebied van Jeugd- en Gezondheidszorg 13

14 Bijlage 3: Directeur J.B. Westerhof Directielid A.M. Nieborg interne ondersteuning Interne M.E. Visser S. Visser J. Doornkamp Y. Holwerda ondersteuners Functie: Functie: Functie: Functie: Ondersteunings- Absentie/preventie Absentie/preventie- Brugklascoördinator coördinator -medewerker medewerker M. Hoornstra H. Hartlief-van der Heide Functie: Taken: Orthopedagoog- Dyslexiecoach Generalist S. Veenland Functie/taken: Coördinator klas 2 en 3 Functie/taken: Contactgegevens ketenpartners SwV Jeugdarts GGD VO WIJ ECT Dhr. J. Houwing j.houwing@swvvo2001.nl Mw. S.Brouwer sonja.brouwer@ggd. groningen.nl Mw. T. Messchendorp Tanja.messchendorp@ Mw. A. Oosterhuis annelies.oosterhuis@sw v-vo2001.nl wij.groningen.nl ECT Leerplicht Mw. J. Kooistra jeanet.kooistra@s wv-vo2001.nl leerlingzaken@gro ningen.nl 14

15 Bijlage 4: Ondersteuningsprofiel CSG Wessel Gansfort Inleiding Onze school maakt deel uit van het samenwerkingsverband VO Samen met alle scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs in de gemeenten zorgen we ervoor dat er voor elk kind een passende onderwijsplek beschikbaar is. Op de website van het samenwerkingsverband (SwV) staat aangegeven: welke schoolbesturen zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband; de ondersteuningsprofielen van de scholen; wat de basisondersteuning is van alle scholen in het SwV. 1. Wie zijn we en welk onderwijsaanbod is er op onze school? CSG Wessel Gansfort onderdeel van CSG is een middelgrote vestiging voor VMBO-TL, HAVO, Atheneum en Atheneum+. Binnen de CSG werken professionals, ouders en leerlingen met respect voor elkaar op het hoogst haalbare niveau samen aan de ontwikkeling van leerlingen tot zelfstandige, sociale en competente wereldburgers. De school heeft ongeveer 800 leerlingen. Belangrijk is dat leerlingen cognitief worden uitgedaagd en onderwijs volgen op het niveau dat bij hen past. Waar nodig wordt de leerling ondersteund bij het doorlopen van een succesvolle schoolcarrière. CSG Wessel Gansfort kenmerkt zich door een schoolklimaat met aandacht voor de preventieve zorg, de meldkamer vervult hierin een belangrijke rol in het vroeg signaleren van mogelijke problematiek bij een leerling. Visie op begeleiding 1. Het leren van de leerling staat centraal De leerling is op school om te leren en deel te nemen aan het onderwijsproces. Leerlingondersteuning is bedoeld om de leerling te begeleiden en ondersteunen in het behalen van het diploma dat past bij de cognitieve mogelijkheden van de betreffende leerling. 15

16 2. De leerlingondersteuning moet zoveel mogelijk ingebed worden in het onderwijs.de ondersteuning wordt zo dicht mogelijk in/bij de klas van de leerling georganiseerd. 3. Mentoren zijn de spil in de leerlingzorg Elke klas heeft een mentor die de spil vormt in de begeleiding van de leerlingen. Zij zijn de verbindende factor in de driehoek school-leerling-thuis. De vestiging heeft drie afdelingen, VMBO TL, HAVO en Atheneum(+). Voor de brugklassen is er een brugklascoördinator. In de verschillende teams vormen de mentoren van de klassen de kern als het gaat om leerlingzorg. Samen met de teamleider en meldkamer signaleren zij vaak als eerste de problemen rond: Leren (huiswerk maken, spullen in orde hebben, planningen kunnen maken, leerachterstanden) Gedrag (zoals spijbelen, te laat komen, opvallende absenties, pesten, agressie, depressie) Persoonlijke problemen De rol van de mentor hierin is cruciaal voor het contact tussen school en ouders Het kan voorkomen dat leerlingen meer nodig hebben dan de basiszorg en aandacht van mentoren en docenten. De leerling kan dan door de mentor bij de ondersteuningscoördinator worden aangemeld. Van hieruit wordt bekeken of aanvullende ondersteuning moet worden ingezet. Er kan gekozen worden voor het bespreken van de leerling in het interne ondersteuningsteam of met externe partners van de school. In beginsel hebben ouders zelf de verantwoordelijkheid om externe ondersteuning te zoeken. In overleg met ouders kan de school hierin een brugfunctie innemen. De leerling kan begeleid worden door de absentie/preventie medewerker van de meldkamer als er sprake is van spijbelgedrag, als hij veelvuldig uit de les wordt gestuurd of als er mogelijk sprake is van motivatieproblematiek. 16

17 De ondersteuningscoördinator is de persoon die alle interne en externe zorg rondom leerling coördineert, regelmatig contact heeft met de teamleiders om eventuele leerlingen met behoefte aan extra ondersteuning te bespreken en acties af te spreken. De ondersteuningscoördinator heeft contact met de externe instanties en betrokken functionarissen vanuit het samenwerkingsverband Binnen de Atheneum + afdeling is er aandacht en zorg voor hoogscorende leerlingen en leerlingen die onderpresteren. Binnen de werkgroep Atheneum + onder leiding van de Atheneum+ coördinator is er aandacht voor de verdieping binnen de vakken en worden er extra modules aangeboden om de leerlingen te blijven uitdagen om het maximale uit zichzelf te halen. 2. Wat bieden we aanvullend op de basisondersteuning? (wat kunnen we?) Alle scholen in het samenwerkingsverband bieden basisondersteuning aan leerlingen. Deze basisondersteuning geldt voor alle scholen in het samenwerkingsverband en betreft een gezamenlijke afspraak over de basiskwaliteit op het gebied van ondersteuning aan leerlingen. Niveau Verdieping Intensivering 1. klas Het streven is dat elke klas 2 mentoren heeft om de leerlingen te begeleiden, de mentor is de spil in het contact tussen leerling-ouderschool. 2. groep Leerlingen die aanvullende op de basisondersteuning ondersteuning nodig In klas 1 gaan we met groepsplannen werken bij brugklassen die extra aandacht nodig hebben van de docenten, onder begeleiding van orthopedagoog, mentoren en teamleider. Ondersteuningsvragen op groepsniveau kan ondersteuning vanuit het CSG Expertisecentrum 17

18 hebben bij plannen en organiseren kunnen gebruik maken van de huiswerkklas. 3. leerling Intensieve begeleiding door leerlingbegeleider binnen de mogelijkheden van school. worden ingezet bijvoorbeeld onderwijsassisstent of ambulant begeleider. Intensieve begeleiding door orthopedagoog binnen de school of bij doorstroomtrajecten, waar nodig wordt een OPP opgesteld. 3. Wat zijn de grenzen aan onze ondersteuning? (wat kunnen we niet?) Het toelatingsbeleid van de CSG is leidend voor de plaatsing van leerlingen, voorop staat dat de leerling in staat moet zijn om een diploma te behalen op één van de aangeboden niveaus (TL-havoatheneum (+)) binnen het CSG Wessel Gansfort. De kansen op succes binnen CSG Wessel Gansfort hangen samen met: De groepsgrootte. De totale omvang van de school is vaak voor leerlingen wel te overzien, wel blijft het feit bestaan dat het onderwijs in groepen van maximaal 32 leerling plaatsvindt. Voor leerlingen die een ondersteuningsvraag hebben waarvoor veel individuele aandacht nodig is vanuit de docent of een ondersteuningsvraag die pleit voor onderwijs in een kleinere onderwijsgroep, is dit een beperkende factor. Het gebouw. Voor blinde en slechtziende leerlingen geldt hierin een beperking eveneens voor leerlingen die van een rolstoel/rollator gebruik maken. Veiligheid van leerlingen en personeel. Leerlingen die de veiligheid van andere leerlingen of docenten in het geding brengen als het gevolg van een belemmering in hun ontwikkeling kunnen niet worden gehandhaafd op CSG Wessel Gansfort. 18

19 Blind en Slechtziendheid De grens ligt bij blindheid. Bij slechtziendheid wordt per leerling beoordeeld of de basiszorg voldoende is en of de leerling zich vrij door het gebouw kan bewegen. Van belang hierbij is goede ondersteuning door Visio en de ouders. Doof en slechthorend De grens ligt bij doofheid, binnen de lessituatie is dit niet mogelijk. Waar het technisch mogelijk is binnen de school, kan een leerling met slechthorendheid functioneren. Ondersteuning cluster 2 en ouders is hierbij van belang. Lichamelijk beperkt en langdurig ziek. Dit wordt per leerling beoordeeld. Belangrijk criterium voor schoolplaatsing en voortgang is de energie die de leerling kan opbrengen om een regelmatige schoolgang te realiseren. Waar nodig zal advies gevraagd worden aan de orthopedagoog, schoolarts en kinderverpleegkundige. Met betrekking tot de lichamelijke beperking ligt de beperking met name bij de beperkingen van het gebouw en met name didactisch, sociaal emotioneel en cognitief functioneren. Sociaal emotionele en gedragsproblemen De veiligheid van docenten en medeleerlingen staat voorop bij de aanname. Verder is ondersteuning en coaching vanuit CSG Expertiseteam voor het docententeam van belang, een goed contact tussen leerling, ouders en school vergroot de kans op succes. Per leerling wordt beoordeeld of de leerling op het CSG Wessel Gansfort een succesvolle schoolcarrière kan hebben. De aard van de problematiek, het oordeel van gedragsdeskundigen en de toelatingscommissie bepalen of een leerling met sociaal emotionele en gedragsproblemen op het CSG Wessel Gansfort een kans van slagen heeft. Bij aanmelding 19

20 Er kunnen omstandigheden zijn waardoor plaatsing op onze school niet tot de mogelijkheden behoort. Hiervan kan sprake zijn als we ook met aanvullende ondersteuning in de school en eventueel vanuit gemeenten: als school niet kan voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van de leerling en als het uitstroomperspectief van de leerling niet kan worden gerealiseerd in de klas; als school vanwege het plaatsen van de leerling niet in staat is om de veiligheid, orde en rust te bewaren; In de schoolgids zijn de geldende afspraken, regels en procedures vastgelegd. De eerste school waar wordt aangemeld heeft zorgplicht: de taak om een passende onderwijsplek te bieden of door te geleiden naar een andere, passende plek. Bij aanmelding moeten ouders aangeven of ze verwachten dat hun kind ondersteuning nodig heeft om onderwijs te kunnen volgen. Na plaatsing Indien het op school na plaatsing niet lukt om de ondersteuning voor de leerling passend vorm te geven, dan heeft de school een inspanningsverplichting bij thuiszittende leerlingen die als volgt vormgegeven wordt: als school doen wij een melding bij de leerplichtambtenaar, wij melden een thuiszittende leerling aan bij het verzuimloket van Rebound en ECT van het samenwerkingsverband wordt betrokken. In gezamenlijk overleg wordt er een plan op maat gemaakt voor de betreffende leerling. 4. Wat zijn onze ambities? Waar gaat de school zich de komende jaren in ontwikkelen als het gaat om de ondersteuning aan leerlingen? 1) De zorgstructuur is geborgd naar al het personeel; 2) Mentoren als spil positioneren in de begeleiding en contact tussen leerling, ouders en school; 20

21 3) Docenten informatie verstrekken en/of scholing verstrekken met betrekking tot zorg, begeleiding en ondersteuning; 4) Groepsplannen voor de brugklas opstellen, bespreekmomenten in de jaarplanning organiseren, proces monitoren en evaluaren. 5) Leerlingvolgsysteem (LVS) is de standaard voor alle begeleidingsacties. 21

22 Bijlage 5: Toestemmingsverklaring Ondergetekende(n) geeft/geven toestemming aan CSG.. tot: 1. Het aanmelden van (naam leerling) bij het samenwerkingsverband (SWV) VO Groningen. 2. Het binnen het samenwerkingsverband, inclusief het Voorgezet Speciaal Onderwijs(VSO) en Praktijkonderwijs in Groningen, verstrekken en bespreken van persoons-, leer- en begeleidingsgegevens. 3. Het opvragen van gegevens bij instanties, voor zover die gegevens noodzakelijk en dienend zijn m.b.t. de ondersteuningsbehoeftes van de leerling. Naam moeder:.naam vader: Handtekening: Handtekening: Plaats:..Plaats:. Datum: Datum:.. Naam voogd/wettelijk vertegenwoordiger (indien vereist):.. Handtekening: Plaats:.. Datum: De ondergetekenden hebben recht van inzage van het dossier. Het ondersteuningsprofiel van de school vindt u op de internet site: onder het kopje begeleiding bij de betreffende school. Het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband vindt u op de internet site: VO onder het kopje ouders/verzorgers/leerlingen. 22

23 Bijlage 6: Brochure Expertise- en Consultatieteam (ECT) Samenwerkingsverband VO Stad Groningen Oktober

24 Wat is het doel van het Expertise- en Consultatieteam (ECT)? De primaire doelstelling van het ECT is de school (vestiging/locatie) ondersteunen bij de kwaliteitszorg op het gebied van de ondersteuning. De gezamenlijke ambitie van de scholen in het SwV is gericht op het vergroten van de basis- en extra ondersteuning. Door gericht in te zetten op het professionaliseren van medewerkers en het optimaliseren van de interne ondersteuningsstructuur van de scholen wil het SwV vorm geven aan deze ambitie. De ECT ondersteunt het SwV en de scholen in die ambitie. Wanneer is het ECT operationeel? Per 1 oktober 2014 is Sabine Wouters als kwartiermaakster aangesteld. Zij zal zelf contact opnemen met de vestigingen/locaties om nader kennis te maken. Zij is eveneens voor de vestigingen/locaties op afroep beschikbaar voor de ondergenoemde taken. Het gehele ECT is per operationeel. Wat zijn de taken van het ECT? 1. de vestiging/locatie ondersteunen bij het aanvragen van een arrangement of een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) voor het speciaal onderwijs cluster 3 en 4; 2. de vestiging/locatie ondersteunen bij de professionalisering van de (basis)ondersteuning en de inrichting van de ondersteuningsstructuur; 3. binnen het SwV zorgdragen voor verbinding en bundeling van expertise over de scholen heen; 4. de deskundigen in het ECT vanuit het SwV kunnen optreden als bemiddelaar/onafhankelijk deskundige bij een verschil van mening over de ondersteuning tussen ouder(leerling) en school. Ze kunnen rechtstreeks door de ouders en/of de school worden benaderd (zie onder). Uit welke personen bestaat het ECT? Het ECT bestaat per vestiging/locatie uit drie deskundigen; twee deskundigen bovenschools vanuit het SwV en één deskundige vanuit de vestiging/locatie zelf. In het SwV zijn vier deskundigen aangewezen die in wisselende samenstelling per tweetal aan een vestiging/locatie zijn verbonden. Deze deskundigen zijn in dienst van het SwV en worden aangestuurd door het management van het SwV. De deskundige van de vestiging/locatie maakt onderdeel uit van het ondersteuningsteam van de betreffende vestiging/locatie en is een medewerker die in dienst is van het betreffende schoolbestuur. Wat is de tijdsinvestering van het ECT op de vestiging/locatie? Het ECT is een ambulant team dat periodiek dan wel op afroep vanuit de vestiging/locatie zelf bijeenkomt. De inzet is daarmee afhankelijk van de ondersteuningsvraag. Wat zijn de bevoegdheden van het ECT in relatie tot de school? Het ECT biedt gevraagd en ongevraagd advies aan het ondersteuningsteam en de schoolleiding. De verantwoordelijkheid voor het beleid en de uitvoering van het beleid ligt geheel en uitsluitend bij de schoolleiding dan wel het schoolbestuur. In het geval van niet opvolgen van adviezen wordt er beargumenteerd naar het ECT. 24

25 Wat zijn de bevoegdheden van het ECT in relatie tot het SwV? Het ECT biedt gevraagd en ongevraagd advies aan het management van het SwV. De verantwoordelijkheid voor het beleid ligt geheel en uitsluitend bij het bestuur van het SwV. De uitvoering van het beleid is gedelegeerd naar het management van het SwV. In het geval van niet opvolgen van adviezen wordt er beargumenteerd naar het ECT. Welke rol speelt de ECT in de aanvraag voor de toelating tot het speciaal onderwijs? Het ECT heeft een directe en korte lijn met de Commissie van Advies (CvA). Indien het ondersteuningsteam, eventueel in afstemming met het ECT, heeft beoordeeld dat ondersteuning in het regulier onderwijs onvoldoende passend is gezien de ondersteuningsbehoefte van de leerling, kan een aanvraag voor toelaatbaarheid voor het VSO worden opgesteld. Het ECT kan ondersteunen om er zeker van te zijn dat de aanvraag goed ingevuld en volledig is. Hierna wordt de aanvraag door school opgestuurd naar de CvA. In de CvA vindt toetsing plaats van de aanvraag van een toelaatbaarheidsverklaring (TLV). Meer informatie over de route en aanvraag van een TLV is te vinden op de website onder de button CvA. Hoe kan een ouder de ondersteuning van het ECT aanvragen? De ouder kan ondersteuning van het onafhankelijke ECT vanuit het SwV vragen indien er sprake is van een meningsverschil dat niet opgelost kan worden door de school en de ouder zelf. In dat geval staan voor het opnemen van contact op de schoolsite de namen en het adres van de ECT-medewerkers van het SwV vermeld voor het arrangeren van een vervolgcontact. Ook op de site van het SwV staan de medewerkers van het ECT vanuit het SwV per vestiging/locatie vermeld onder de button ouders/verzorgers/leerlingen. 25

26 26