Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar V Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk V (Ministerie van Buitenlandse Zaken) voor het jaar 1991 Nr. 4 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 20 september 1990 De vaste Commissie voor buitenlandse zaken 1 heeft op 19 juni 1990 mondeling overleg gevoerd met de minister van Buitenlandse Zaken over: 1. de notitie d.d. 14 juni 1990 inzake de recente ontwikke lingen in Israël en de bezette gebieden; 2. het verslag van het onderhoud van de minister met enkele Palestijnse vertegenwoordigers (aanhangsel Handelingen nr. 641); 3. de EPS-verklaring d.d. 20 april over het mogelijk gebruik van chemische wapens in het Midden-Oosten door Irak (BuZa ). De commissie brengt van het gevoerde overleg als volgt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie 1 Samenstelling: Leden: Van Dis (SGP), Stoffelen (PvdA), Aarts (CDA), voorzitter, Beinema (CDA), Stemerdink (PvdA), Van Mierlo (D66), Gualthérie van Weezel (CDA), Frinking (CDA), Hennekam (CDA), Van der Linden (CDA), Leerling (RPF), Van Es (Groen Links), Bolkestein (VVD), Weisglas (VVD), Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), De Kok (CDA), Vos (PvdA), Janmaat (Centrumdemo craten), Eisma (066), Van Traa (PvdA), ondervoorzitter, De Hoop Scheffer (CDA), Melkert (PvdA), Lonink (PvdA), Van Middelkoop (GVP) en Valk (PvdA) Plv leden: Korthals (VVD), J. H van den Berg (PvdA), Van lersel (CDA), Mateman (CDA), Buurmeijer (PvdA), Tommel (D66), Van Houwelingen (CDA), Huibers (CDA), Van Vlijmen (CDA), Deetman (CDA), Brouwer (Groen Links), Beckers-de Bruijn (Groen Links), Verspaget (PvdA), Voorhoeve (VVD), Wiebenga (VVD), Dees (VVD), Doelman Pel (CDA), Wöltgens (PvdA), M Zijlstra (PvdA), Kohnstamm (D66), K. Zijlstra (PvdA), Van Rooy (CDA), Paulis (CDA), Van Gijzel (PvdA), Scheltema de Nie (D66) en Quint-Maagdenberg (PvdA). Mevrouw Van Es (Groen Links) was zeer somber gestemd over het vredesproces in het Midden-Oosten, hetgeen nog werd versterkt door het nationalistische karakter van het nieuwe Israëlische kabinet. De PLO-vertegenwoordiger die kort geleden in de vaste Commissie voor buitenlandse zaken werd ontvangen, sprak van een nachtmerrie en die angst is niet uit de lucht gegrepen. De intifada heeft vooral een verslech tering van de leefsituatie in de bezette gebieden veroorzaakt, waarbij in toenemende mate sprake is van schendingen van de Vierde Geneefse Conventie; er is geen enkele toenadering tussen de Israëlische regering en de Palestijnse bevolking. De PLO laat zich steeds meer in de armen drijven van het verwerpelijke en gewelddadige regime in Irak, geen bondgenoot die enig perspectief kan bieden aan de Palestijnse bevolking van de bezette gebieden. Israël acht de Vierde Geneefse Conventie niet geldig voor de bezette gebieden. Heeft de regering steun gekregen voor haar standpunt dat de Israëlische regering formeel-juridisch gehouden kan worden aan de bepalingen van de Vierde Geneefse Conventie? Mevrouw Van Es was het volstrekt eens met de opvatting van de regering dat de vestiging van uit de Sovjet-Unie geëmigreerde joden in de bezette gebieden veroordeeld moet worden doch dat de vrije emigratie van Joden uit de Sovjet-Unie naar Israël of enig ander land gewaarborgd moet zijn. Het gaat dan ook niet aan, bij de Sovjet-Unie aan te dringen op het nemen van beperkende maatregelen. Zou de F ISSN SDU uitgeverij 's Gravenhage 1990

2 internationale gemeenschap niet duidelijker moeten maken dat ook de Westeuropese landen bereid zijn joden uit de Sovjet-Unie op te nemen? Een beperking zoals die kort geleden door de VS is uitgesteld, zou moeten worden opgeheven. Mevrouw Van Es was overigens bezorgd over het toenemende openlijke antisemitisme in de Sovjet-Unie. De heer Weisglas (V.V.D.) stelde vast dat enig perspectief op een politieke oplossing voor de Israëlisch-Palestijnse problematiek nog steeds ontbreekt. Naar zijn mening moet deze problematiek worden gezien in het veel bredere kader van de verhouding van de Arabische staten en Israël. Dit houdt in dat Nederland, al of niet in het kader van de EG, bij de Arabische landen, die, met uitzondering van Egypte, het bestaansrecht van Israël nog steeds niet erkend hebben, erop zou moeten aandringen een bijdrage te leveren aan het bereiken van een politieke oplossing. Die bijdrage zou in de eerste plaats moeten inhouden de erkenning van het bestaansrecht van Israël. Op welke wijze zouden de EG-landen kunnen bijdragen aan een andere houding van de Arabische landen in dit opzicht? Is de verklaring d.d. 20 april 1990 van de EG over het gebruik van chemische wapens door Irak het gevolg van het initiatief van de minister-president als minister van Buitenlandse Zaken ad interim? De heer Weisglas vroeg vervolgens om een nadere toelichting op het door de minister in zijn brief genoemde aantal van 800 slachtoffers die sedert het begin van de opstand in de bezette gebieden zijn gevallen. Kan tevens nader worden toegelicht, welke schendingen van mensen rechten Israël in de bezette gebieden zijn aan te rekenen? De V.V.D.-fractie is van oordeel dat het onderhoud van de minister met enkele PLO-vertegenwoordigers beter niet had kunnen plaatsvinden. Ministerieel contact met PLO-vertegenwoordigers zou eerst moeten plaatsvinden, nadat de PLO expliciet uit zijn handvest heeft geschrapt dat Israël uiteindelijk vernietigd moet worden en wanneer de PLO daadwer kelijk afziet van terroristische activiteiten. Welke gevolgen heeft de mislukte terroristische aanval d.d. 30 mei jl. op het strand van Tel Aviv, die door de PLO nog steeds niet duidelijk veroordeeld is, voor de toekomstige contacten van de minister met de PLO? Waar door Nederland altijd krachtig is aangedrongen op het recht van emigratie uit de Sovjet Unie, moet de vrije emigratie van Russische joden naar Israël worden toegejuicht. Hoe staat de minister tegenover het zich vestigen van deze emigranten in de bezette gebieden, met name de Westbank en de Gazastrook? Wordt dit door de Israëlische regering aangemoedigd? Hoe ziet de minister de positie van Jeruzalem? De V.V.D.-fractie ziet hier een onderscheid: Jeruzalem heeft immers, ook in VN-verband, altijd een speciale positie gehad. Vele Israëlische burgers hebben zich zonder expliciet protest van de Westerse wereld in de «buitenwijken» van Jeruzalem gevestigd. Wil de minister in overweging nemen, er bij de Sovjet-autoriteiten op aan te dringen te komen tot een directe vliegverbinding tussen Moskou en Israël? De heer Gualthérie van Weezel (C.D.A.) onderschreef de zienswijze dat de situatie in Israël en de bezette gebieden in een volstrekte impasse verkeert. Enerzijds is helaas sprake van een radicalisering van de PLO; anderzijds ziet men een toenemende onbuigzaamheid aan de kant van Israël. Het is dan ook bijzonder betreurenswaardig dat de relatie tussen Egypte en Israël hierdoor steeds verder onder druk komt te staan en dat de PLO steeds meer in Irakees vaarwater dreigt te komen. Daardoor komt ook de relatie tussen de PLO en Egypte onder druk te staan. De opstelling van de VS in dezen is niet altijd duidelijk. Waar de Ameri kaanse minister van buitenlandse zaken zich in eerste instantie uitsprak voor een zekere rol van de VN in de bezette gebieden, heeft deze in de

3 Senaat geweigerd eerst de reactie van de nieuwe Israëlische regering af te wachten. Kan de minister verklaren waarom Syrië zich zo afzijdig opstelt? Is het niet tragisch dat door Syrië op geen enkele wijze rekening wordt gehouden met de soevereiniteit van Libanon? Ook de opstelling van Jordanië is niet geheel duidelijk. Een en ander neemt niet weg dat de heer Van Weezel krachtig stelling wilde nemen tegen de onzinnige opmerking van Shamir, als zou het Palestijnse vraagstuk primair een Israëlisch probleem zijn. Immers, iedereen weet dat, als het Palestijnse vraagstuk niet op een of andere manier wordt opgelost, dit tot een escalatie in het gehele Midden-Oosten kan leiden, met alle gevolgen van dien voor Europa en de VS. Hier is dan ook sprake van een gezamenlijke Europees-Amerikaanse verantwoordelijkheid. Vinden hierover tussen Europa en de VS onderlinge contacten plaats? Naar de mening van de heer Van Weezel is een tweesporenbeleid gewenst. Enerzijds moet de druk op Israël worden vergroot om alsnog het plan-baker in al zijn facetten te accepteren. Anderzijds moet, om geloofwaardig te blijven tegenover Israël, Irak duidelijk worden gemaakt dat Europa noch de VS zijn gediend van het dreigement chemische wapens tegen Israël in te zetten. Nederland is binnen Europa traditioneel een van de meest pro-lsraëlische landen en heeft in die zin een speciale verantwoordelijkheid in EG-verband. Aan de andere kant moet de regering-shamir duidelijk worden gemaakt dat de liefde niet altijd van één kant kan blijven komen. Afrondend sloot de heer Van Weezel zich bij de heer Weisglas aan wat betreft de vestiging van geëmigreerde Sovjet-joden in de bezette gebieden. De heer Van Dis (S.G.P.) herinnerde eraan dat zijn fractie bij de beoordeling van de positie en de houding van Israël de speciale band tussen joden en christenen tot leidraad neemt, hoewel dit niet inhoudt dat alles maar met de mantel der liefde moet worden bedekt. Door de verdere verslechtering van de verhouding tussen Israël en de Palestijnen dreigt zich een tragedie van ongekende omvang te voltrekken. Daarnaast leidt de hervestiging van geëmigreerde Russische joden op de westbank tot hernieuwde spanningen. Door het geweld lijken thans weinig mogelijkheden aanwezig tot het tot stand brengen van een dialoog tussen Israël en de Palestijnen. Ziet de regering nog reële mogelijkheden voor een verbetering van het klimaat? Wat heeft het leggen van contacten met PLO-vertegenwoordigers opgeleverd? In hoeverre kan de PLO na de recente terroristische aanslag nog als betrouwbare gesprekspartner worden gezien? Zou de PLO niet eerst tot een gemeenschappelijke lijn moeten komen en het terrorisme moeten afzweren? De heer Van Dis ging akkoord met het verlenen van humanitaire hulp aan de Palestijnen via de UNWRA, mits geen partij wordt gekozen. Wordt deze hulp door de Israëlische regering gezien als een vorm van impliciete politieke steun aan de Palestijnen? Hulp van de EG of de VN mag de PLO niet stijven in hun fanatieke houding. Door de omvangrijke emigratie van joden uit Rusland werd de heer Van Dis gesterkt in zijn geloof dat het joodse volk nog steeds mag rekenen op Gods bemoeienis. Immers, door de gewijzigde demogra fische ontwikkeling behoeft Israël thans nauwelijks nog bevreesd te zijn voor numerieke dominantie van het Palestijnse volk. Dit betekent overigens niet dat hij het beleid van de Israëlische regering met betrekking tot de hervestiging van emigranten uit Oost-Europa automa tisch zou willen sanctioneren. De houding van de EG vond hij echter te negatief. Waarom wordt, gezien het toenemende antisemitisme in de Sovjet-Unie, geen financiële steun geboden aan hervestiging van

4 Russische emigranten in het oorspronkelijke grondgebied, dus exclusief de veroverde gebieden? De Nederlandse inspanningen zullen zich ook moeten richten op vermindering van de spanningen tussen Israël en de buurlanden. Voorkomen moet worden dat de strategische positie van Israël mede door het Nederlandse beleid wordt ondergraven, temeer waar de meeste Arabische landen de indruk wekken helemaal niet geïnteresseerd te zijn in een oplossing van het Palestijnse vraagstuk. Waarom wordt Irak niet harder aangepakt? De heer Kohnstamm (066) waardeerde de zeer evenwichtige brief d.d. 14 juni jl., waarin het beleid van de regering op dit punt wordt uiteengezet. In grote lijnen kon hij zich daarin vinden. Het ontbreken van enig perspectief op het bereiken van een politieke oplossing voor het conflict tussen Israël en de Palestijnen bevordert de geweldspiraal. Steun aan de gematigde krachten in de regio, zoals sinds jaar en dag door de regering nagestreefd, wordt door de fractie van D66 toegejuicht. Het verslag van het gesprek met PLO-vertegenwoordigers maakt duidelijk dat de boodschap van de Nederlandse regering goed is uitgedragen. Dit betreft mede het erkennen door de PLO van het bestaansrecht van Israël en het afzweren van het terrorisme. De heer Kohnstamm sloot zich aan bij wat mevrouw Van Es heeft gezegd over de vestiging van geëmigreerde Russische joden in de bezette gebieden, waaronder Oost-Jeruzalem. Mag uit het verplaatsen van de Nederlandse ambassade naar Tel Aviv na de juridische annexatie van Oost-Jeruzalem worden afgeleid dat ook de regering hervestiging van geëmigreerde Russische joden in dat stadsdeel afwijst? De heer Kohstamm was het volstrekt eens met het regeringsstandpunt over de rol van de VN in de regio. Hoewel de totstandkoming van een vredesmacht in het Midden-Oosten weinig realiteitsgehalte heeft, wilde hij op voorhand zeggen dat zijnerzijds Nederlandse deelname daaraan op geen enkel bezwaar zou stuiten. Heeft de minister enige hoop dat een nieuw rapport van de speciale afgezant van de VN een wat duidelijker politieke rol kan spelen? Het leek de heer Kohnstamm dat de VS langzamerhand inzien dat de pogingen om gesprekken tussen Israël en de Palestijnen op gang te brengen, tot mislukken gedoemd zijn. Hij zou het op prijs stellen als in EG-verband in nauwe consultatie met de VS pressie op de gematigde krachten in de regio zou worden uitgeoefend. De heer Melkert (P.v.d.A.) had met waardering kennis genomen van de evenwichtige en realistische notitie die de minister de Kamer met betrekking tot het Midden-Oosten had doen toekomen. Zijn fractie vreesde, mede naar aanleiding van een recent bezoek aan Israël en Egypte, voor een toenemend isolement van Israël, niet alleen in Europa maar ook in de VS. Hernieuwde diplomatieke activiteiten bij het nieuwe Israëlische kabinet vond zij dan ook zeer urgent. Is het in dit licht niet denkbaar nog eens te kijken naar het mandaat van de reeds sinds 1948 aanwezige UNTSO-troepen? Doordat de PLO-leiding de recente terroristische actie bij Tel Aviv nog steeds niet heeft veroordeeld, komt het vertrouwen in de PLO zoals het in de afgelopen anderhalf jaar is opgebouwd, helaas in het geding. Naarmate de dubbelzinnigheid in de houding van de PLO-top blijft bestaan, is het lastiger optimaal vertrouwen te hebben in de openingen die door het PLO-leiderschap in de afgelopen tijd zijn geboden. Overigens had de heer Melkert de recente ontmoeting van de minister van Buitenlandse Zaken met een Palestijnse delegatie bijzonder verwelkomd. Daardoor kan de Nederlandse rol in de mogelijke bijdrage van de EG aan het verbeteren van het klimaat worden versterkt. Hij ging

5 ervan uit dat de hiervoor genoemde terroristische actie bij eventuele verdere contacten met PLO-vertegenwoordigers aan de orde zal worden gesteld. De heer Weisglas vroeg of een dergelijke terroristische actie volgens de heer Melkert geen gevolgen zou moeten hebben voor het niveau waarop die contacten worden onderhouden. De heer Melkert beschouwde het contact op ministerieel niveau bij uitstek geschikt om optimale duidelijkheid te verkrijgen over de intenties van de PLO, zulks in het besef dat aan het verbeteren van het klimaat in het Midden-Oosten niet kan worden bijgedragen, zonder in contact te treden met de voornaamste partners. Is overigens de dialoog tussen de PLO en de VS te Tunis sinds het incident bij Tel Aviv feitelijk onder broken? Het toedelen van de portefeuille volkshuisvesting en emigratie aan minister Sharon wekt weinig vertrouwen in de wijze waarop de nieuwe Israëlische regering met het vraagstuk van de huisvesting van uit Rusland geëmigreerde joden zal omgaan. Er dient volledige vrijheid te bestaan voor joodse Sovjet-burgers die naar Israël willen emigreren, om zich in Israël te vestigen, maar dan wel buiten de bezette gebieden. Als intensi vering van het nederzettingenbeleid bewust wordt nagestreefd, is hier sprake van een potentiële bom in de verhouding tussen de EG en Israël. Recent zou besloten zijn tot het heropenen van een der Palestijnse universiteiten in de gezette gebieden. De heer Melkert drong er bij de regering op aan te blijven nagaan of de Israëlische regering metterdaad gevolg geeft aan haar ter zake tot uitdrukking gebrachte intenties. Het feit dat de Arbeiderspartij thans in de oppositie is gekomen, schept volgens sommige zegslieden in Israël de ruimte om alternatieve benaderingen duidelijker tegenover elkaar te stellen en daardoor de patstelling die in de brede coalitie was ontstaan, te doorbreken. In dit verband drong de heer Melkert erop aan dat door de regering, zo mogelijk in EG-kader, opnieuw bij de Israëlische regering erop wordt aangedrongen het verbod tot contacten tussen Israëlische burgers en PLO-vertegenwoordigers op te heffen. De recente Arabische top heeft nauwelijks een bijdrage geleverd aan de deëscalatie van de dreigende confrontatie tussen Irak en Israël. Hoe taxeert de minister de resultaten van de Arabische top? De heer Leerling (R.P.F.) vond de wijze waarop de minister verslag heeft gedaan van zijn onderhoud met enkele Palestijnse vertegenwoor digers enigszins merkwaardig. Hij had immers in schriftelijke vragen om zo'n verslag gevraagd, terwijl de minister dit verslag naar de Kamer zond, naar hij zegt «naar aanleiding van het verzoek van enkele leden van de Kamer». Waarom heeft hij overigens niet alle schriftelijke vragen beant woord? De heer Leerling wees overigens de opwaardering van de contacten met de PLO af. Hij deelde de bezorgdheid die in de brief d.d. 14 juni jl. over de impasse in het Midden-Oosten doorklinkt. Terwijl welhaast wereldwijd van ontspanning sprake is, wordt de problematiek in het Midden-Oosten eerder groter dan kleiner. Hoe is dit toch te verklaren? Waarom gunnen de omringende Arabische volken Israël het licht in de ogen niet? Uit de brief van de minister zou men kunnen opmaken dat de regering de starre houding van Israël als de voornaamste oorzaak voor het uitblijven van een doorbraak ziet. Vraagt men hiermee van de Israëlische regering niet het onmogelijke? De internationale volkerenwereld beschouwt de PLO als de enige representatieve organisatie van het Palestijnse volk, maar is dit staande te houden? Heeft het Palestijnse volk zich daarvoor ooit kunnen uitspreken? Moet de PLO niet veeleer worden gezien als een terreurorga

6 nisatie die ten diepste uit is op de vernietiging van de staat Israël? Het had de heer Leerling verbaasd dat de minister niet veel meer verontwaar diging aan de dag heeft gelegd over de op 30 mei jl. op het nippertje verijdelde aanslag van de PLO op de burgerbevolking bij Tel Aviv, temeer daar de PLO deze daad niet ondubbelzinnig heeft afgekeurd en de verantwoordelijke figuren niet uit de PLO wil stoten. De laffe moord op 7 Palestijnen op 20 mei jl. is natuurlijk als een uiterst verwerpelijke daad aan te merken, maar dit kan toch niet in dezelfde mate de regering van Israël worden aangerekend als de voorbereide aanslag van de PLO op de Israëlische kust? Kan de minister nader ingaan op de economische en humanitaire hulp die de EG en Nederland bieden aan de Palestijnen in de door Israël sinds 1967 beheerde gebieden? De heer Leerling was mèt de regering van oordeel dat het zenden van een VN-vredesmacht prematuur is en vroeg zich zelfs af of een zichzelf respecterende regering een dergelijke vredesmacht op haar grondgebied en op de door haar beheerde gebieden ooit zou mogen toestaan. Kan de Nederlandse regering initiatieven nemen om de vervoerscapa citeit ten behoeve van emigrerende Sovjet-joden te vergroten? Volgens de heer Leerling moet het hen overigens vrij staan zich te vestigen waar zij wensen; Israël is groot genoeg. Hij zou het hooglijk betreuren, indien de Nederlandse regering van oordeel is dat ook de vestiging van geëmigreerde Russische joden in Oost-Jeruzalem moet worden tegen gegaan. Jeruzalem is immers de ondeelbare hoofdstuk van Israël. Overigens vond hij ook dat vestiging van emigranten in joodse nederzet tingen op de westbank en de Gazastrook een zaak van de Israëlische regering is. Is de regering bereid Israël financieel te helpen bij de herves tiging van joden uit de Sovjet-Unie? De nieuwe exodus van joden naar Israël zal ongetwijfeld in de komende tijd tot grote problemen leiden, maar de heer Leerling ging er mede op grond van de profetieën van Ezechiël van uit dat de terugkeer van joden uit de diaspora uiteindelijk niet te keren zal zijn. Het antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken De minister betoogde dat er in het buitenlandse beleid nauwelijks een ander dossier te noemen is, waar men met een zo onwrikbare situatie wordt geconfronteerd. Dit leidt tot een groeiende machteloosheid, zoals ook bleek in het op 18 juni jl. gehouden overleg van de 12 ministers van buitenlandse zaken van de EG. Reeds twee jaar geleden had de minister in een brief aan de Kamer zijn overtuiging uitgesproken dat de geweld dadige ontwikkelingen in de bezette gebieden hun diepere oorzaak vinden in het ontbreken van een perspectief op een politieke oplossing van het Arabisch-lsraëlische conflict. Op dit moment moet het gebrek aan vooruitgang in belangrijke mate worden geweten aan de regering van Israël. Waar de internationale gemeenschap erg veel moeite mee heeft, is dat men zich uitsluitend kan bezighouden met de vraag of van Israël kan of mag worden gevraagd met degenen die Israël als zijn vijanden beschouwt, in dialoog te gaan. Waarom kunnen bijvoorbeeld de tegenstellingen tussen de ANC en de regering te Pretoria in zoverre worden overbrugd dat men althans begint naar elkaar te luisteren, terwijl men in Israël op geen enkele manier met de PLO van doen wil hebben? Het zou anders zijn wanneer Israël bereid zou zijn te verklaren dat het, in het geval van normalisering van de betrekkingen met de Arabische landen en in het geval van een wijziging van het handvest van de PLO, bereid zou zijn met de PLO aan tafel te gaan zitten en te onderhandelen over de uitvoering van de resoluties van de Veiligheidsraad. In de afgelopen jaren zijn telkens boodschappen overgebracht in de richting van de tegenstanders van Israël en is daarop in elk geval een begin van

7 een antwoord gekregen. Vragen aan Israël om een concrete stap teneinde een opening te bieden op een zeker perspectief op een oplossing, zijn echter dikwijls onbeantwoord gebleven. Dit is niet alleen het gevoelen van de Nederlandse regering, maar het leeft ook sterk in Europese kring. Het leek de minister overbodig nog eens uiteen te zetten dat voor de Nederlandse regering een oplossing die niet het voortbe staan van Israël binnen veilige en erkende grenzen garandeert, volstrekt onaanvaardbaar is. Anderzijds levert een oplossing die geen rekening houdt met de legitieme rechten van de Palestijnen naar de vaste overtuiging van de regering geen begin van een kans op een werkelijk duurzame vrede in het Midden-Oosten op. Waar nu ook de VS, die Israël politiek en financieel in de afgelopen jaren altijd hebben gesteund, vraag tekens plaatsen bij de Israëlische opstelling, zou Israël toch bij zichzelf te rade moeten gaan. Het is goed zich te realiseren dat, bij elke twijfel die men kan hebben aan een organisatie als de PLO en ondanks de afschuw die men heeft over terroristische aanvallen, honderdduizenden Pales tijnen hun hoop hebben gesteld op de PLO, die zij als hun symbool beschouwen. Van de politieke strijd zijn zij in wezen de slachtoffers. De erkenning van Israël door de Arabische landen is noodzakelijk, maar een dergelijke normalisering kwam de minister niet waarschijnlijk voor zolang in het vredesproces geen enkele voortgang wordt geboekt. Hij was ervan overtuigd dat voor het overgrote deel van de Arabische wereld (een enkel ultra-radicaal land daargelaten) geldt dat men zich, wellicht te laat maar daarom niet met minder overtuiging, thans volledig heeft neergelegd bij het bestaan van Israël. Ook de Sovjet-Unie heeft zich intussen beduidend constructiever jegens Israël opgesteld dan voorheen en wacht in feite op een mogelijkheid diplomatieke betrekkingen met Israël aan te knopen welke haar in de relaties met de Arabische landen niet meer schade oplevert dan strikt noodzakelijk is. Tijdens de intifada zijn ongeveer 600 Palestijnen omgekomen in gewelddadige botsingen met Israëlische troepen, terwijl ongeveer 200 mensen zijn omgekomen tijdens gewelddadigheden tussen Palestijnen onderling. Wanneer in de brief van 14 juni jl. wordt gesproken over schending van mensenrechten, heeft de regering voornamelijk de schending van de Vierde Geneefse conventie op het oog en daarnaast ook het gebruik maken van dikwijls disproportionele middelen om de situatie in de bezette gebieden te beheersen en de orde daar te handhaven. De minister had er begrip voor dat zijdens de Kamer is aangedrongen op terughoudendheid in de contacten van de Nederlandse regering met de PLO, wat niet wil zeggen dat hij het eens is met alle aanbevelingen die eraan worden gekoppeld. Juist door de bijzondere banden tussen Nederland en Israël, achtte de minister het van belang in dialoog te blijven met de Palestijnen, inclusief de PLO. Het zou op gespannen voet staan met het feit dat Nederland zich heeft verenigd met het EG-beleid ter zake, indien de Nederlandse regering zich categorisch van elk contact met de PLO zou onthouden. Wel meende de minister dat die contacten uitsluitend moeten worden onderhouden, indien het gevoel bestaat, ofwel dat informatie van die zijde aan het eigen inzicht in de proble matiek kan bijdragen, ofwel dat de tijd gekomen is om indringende boodschappen aan de PLO over te brengen. Hij besefte heel wel dat het niet alleen bij sommige fracties in de Kamer maar ook bij velen in het land emoties oproept wanneer gesproken wordt met de PLO, maar hij achtte het de taak van de regering om duidelijk te maken dat, ondanks de bezwaren die men tegen de PLO kan inbrengen, een rechtvaardige oplossing, ook voor de Palestijnen, zonder de PLO niet te bereiken valt. Een weloverwogen daad van terreur, zoals de recente mislukte aanslag op het strand bij Tel Aviv, vergemakkelijkt de contacten overigens niet.

8 De vraag welke consequenties dergelijke terreurdaden, die niet door de PLO veroordeeld worden, moeten hebben voor de aard van het contact tussen Nederland en de PLO, wil de minister pas beantwoorden wanneer hij zich weer voor de concrete vraag gesteld zag of een hernieuwd contact met PLO-vertegenwoordigers moet worden aarigegaan, hetzij op hun verzoek, hetzij op verzoek van de regering. Hij hoopte bij dit alles van harte dat de dialoog tussen de PLO en de VS op diplomatiek niveau te Tunis niet behoeft te worden afgebroken. Wanneer men in een recent persbericht leest «PLO opens inquiry into guerilla raid against Israël» dan kan men dit gevoeglijk beschouwen als het gevolg van diplomatieke activiteit van de VS, die ook beoogt de PLO duidelijk te maken dat het enkel en alleen verklaren dat men niet betrokken is bij terroristische acties, niet afdoende is en dat, als men niet bereid is meer afstand hiervan te nemen, de dialoog met de VS reëel gevaar loopt. Door de heren Weisglas en Leerling daarnaar gevraagd, verklaarde de minister niet voornemens te zijn opnieuw contact te hebben met PLO-vertegen woordigers, voordat de uitkomst van het zoëven bedoelde onderzoek bekend is. Tot de heer Leerling zei de minister nog dat de heer Weisglas vlak na de schriftelijke vragen van de heer Leerling over hetzelfde onderwerp ook vragen aan de regering had gesteld. Door de verheugende opheffing van de belemmeringen voor emigratie van joden uit de Sovjet-Unie zullen alleen al dit jaar ongeveer Russische joden zich in Israël vestigen. Nederland heeft er tegenover de Israëlische regering geen misverstand over laten bestaan dat de neder zettingenpolitiek voor de bezette gebieden wordt veroordeeld, evenals het wijzigen van de politieke en/of demografische status van die gebieden. De regering heeft ook Oost-Jeruzalem altijd als bezet gebied beschouwd, hetgeen niet wil zeggen dat ten aanzien van Oost-Jeruzalem geen bijzondere regeling zou kunnen worden getroffen tijdens een vredesproces. Ongeveer 10% van de emigranten zou zich in Oost-Jeruzalem hebben gevestigd en misschien 1% in de overige bezette gebieden. De minister beschikte niet over aanwijzingen dat de Israëlische regering zelf het vestigen van emigranten in de bezette gebieden stimu leert. Wel heeft de heer Shamir een en andermaal gezegd dat hij op geen enkele manier inbreuk wil maken op de keuzevrijheid die ook aan Sovjet-emigranten wordt gegeven om hun woonplaats te kiezen. De stellingname tegen vestiging van emigranten in de bezette gebieden mag natuurlijk nooit zo ver gaan dat de Sovjet-Unie ertoe gebracht zou worden haar emigratiebepalingen in te perken. De regering verwacht positieve effecten van de hulp die wordt geboden aan organisaties die de levensomstandigheden van de Pales tijnen trachten te verbeteren, al was het alleen maar om, naast alle politieke spanningen, te voorkomen dat andere spanningen ontstaan als gevolg van volstrekte sociaal-economische ontreddering in die gebieden. De minister waagde zich niet aan een voorspelling over wat er met het rapport van de speciale afgezant van de VN zal gebeuren. Elke substan tiële betrokkenheid van de VN, in welke vorm dan ook, vraagt om een voorafgaande uitspraak van de Veiligheidsraad. Of in de Veiligheidsraad overeenstemming kan worden bereikt, zal in belangrijke mate afhangen van de vraag of de meest betrokkenen, in dit geval ook Israël, zich kunnen vinden in de voorgestelde regeling. De oorspronkelijke inzet van VN-vredesmachten is altijd geweest spanningen tussen staten zoveel mogelijk te neutraliseren; hier zou het gaan om een eventuele vredes macht binnen een bepaalde staat. Een dergelijke uitzonderlijke taak behoort zonder de instemming van Israël zelf niet tot de reële mogelijk heden. Ook voor het eventueel aanpassen van het mandaat van de UNTSO-waarnemers geldt dat de Veiligheidsraad daarvoor moet worden ingeschakeld en dat in de praktijk ook de Israëlische medewerking daarvoor nodig is. Al met al kan worden gezegd dat de VN in dezen net

9 zo effectief is als het land waaraan zij haar diensten verleent, haar toestaat te zijn. De rol van de VS is duidelijk; het plan-baker ligt nog steeds op tafel. De minister vond dit een buitengewoon voorzichtig geformuleerd plan, waarin geprobeerd wordt partijen te verenigen op het jegens elkaar niet uitspreken van een veto. De mogelijkheid om dit plan uit te voeren, is op dit moment kennelijk niet aanwezig. Wat Irak betreft, wees de minister op het Nederlandse initiatief, dat is genomen na de uitspraak van de Irakese president over het gebruik van chemische wapens tegen Israël. Door het heropenen van een universiteit in de bezette gebieden, kunnen ook bepaalde samenwerkingsprogramma's van Europese univer siteiten met die universiteit weer op gang komen. Het gesloten houden van universiteiten is een symptoom van de vicieuze cirkel die in de bezette gebieden valt waar te nemen: als universiteiten worden gesloten, leidt dat tot onrust onder de studenten, terwijl ze niet heropend worden zolang wordt gevreesd dat ze als haarden van onrust fungeren. Over de uitkomsten van de Arabische top zei de minister het volgende. Het voorstel van de PLO om sancties te treffen tegen landen die medewerking verlenen aan joodse emigratie, is daar kansloos gebleken. Ook dat zegt iets over de opstelling van de Arabische landen. Syrië heeft op de top verstek laten gaan vanwege een dispuut met Irak. Dit duidt op het bestaan van een conflict tussen de meer radicale deelnemers, waaronder Irak en Lybië, en de meer gematigde landen, zoals Egypte en Saoedi-Arabië. Tijdens de top zijn echter geen uitspraken gedaan of resoluties aangenomen waarin aanleiding kan worden gevonden de Nederlandse denkrichting over mogelijke oplossingen voor de proble matiek in het Midden-Oosten ingrijpend te veranderen. Steeds staat men immers nog voor de vraag op welke wijze, direct of indirect, een dialoog tussen de meest betrokken partijen op gang kan worden gebracht. Ten slotte ging de minister in op de vraag of de EG ten opzichte van de VS een eigen positie inneemt in het Midden-Oostenconflict. In het afgelopen jaar zijn er veelvuldig contacten geweest met de VS op hoog ambtelijk niveau volgens de zogenaamde troïka-formule. De standpunten van de VS en van de EG zijn elkaar daarbij eerder dichter genaderd dan dat ze zich van elkaar hebben verwijderd. Van Europese zijde is er altijd tegen gewaakt mogelijke initiatieven van Amerikaanse zijde te doorkruisen. In die zin is altijd geprobeerd Amerikaanse vredesiniti atieven te ondersteunen. De vraag is nu welke opstelling moet worden gekozen als blijkt dat de Amerikaanse initiatieven in feite geen vervolg krijgen. De EG zal naar de stellige overtuiging van de minister het initi atief nooit overnemen dan na overleg met de VS. Nadere discussie Mevrouw Van Es vond dat de toon en de inhoud van het antwoord van de minister de uitzichtloosheid van de situatie hadden onderstreept. Zij was er, gezien de feitelijke situatie, voorstandster van de humanitaire en economische steun aan de bezette gebieden op te voeren, zulks om zoveel mogelijk vooruit te lopen op een situatie waarin van een eigen Palestijnse staat sprake is. Ook was zij voorstandster van een krachtig wapenembargo tegen Irak; anderzijds zouden ook geen wapens aan Israël geleverd moeten worden, ook niet via omwegen. Zij steunde de wijze waarop de minister de dialoog met het Palestijnse volk en PLO-vertegenwoordigers wenst gaande te houden en hoopte dat op die manier een bijdrage kan worden gegeven aan het ombuigen van de voortgaande geweldspiraal. De heer Weisglas stemde het bedroefd dat door de EG en door Nederland weinig kan worden gedaan om de patstelling in het Midden

10 Oosten te doorbreken. Enerzijds ziet de PLO niet af van terrorisme en heeft zij in haar handvest nog altijd de vernietiging vari de staat Israël staan. Anderzijds gaan de (gematigde) Arabische landen niet over tot feitelijke erkenning van Israël en veroordelen zij de emigratie van Russische joden. Ten slotte is daar Israël dat het plan-baker niet wenst te aanvaarden; de V.V.D.-fractie onderschrijft dit plan wel en kan zich derhalve niet vinden in alle elementen van de huidige Israëlische politiek. Nederland zou volgens de heer Weisglas op dit moment moeten afzien van ministeriële contacten met de PLO. Verder zouden de goede diplo matieke contacten met de Arabische landen moeten worden benut om hen op de twee genoemde punten tot andere gedachten te brengen. Bij Israël zou moeten worden aangedrongen op een gematigder koers, in het bijzonder wat betreft de verdere vestiging van emigranten in de bezette gebieden. Overigens vond de heer Weisglas dat uit het begin van het antwoord van de minister te weinig begrip doorklonk voor de buitengewoon precaire situatie waarin Israël zich bevindt. De heer Van Weezel betoogde dat de C.D.A.-fractie van oordeel is dat, waar het Palestijnse vraagstuk een negatieve uitstraling heeft naar het gehele Midden-Oosten, met vèrreikende gevolgen voor Europa, er een moment kan komen dat Europa zijn verantwoordelijkheid ter zake zal moeten nemen. Aanvullend op de initiatieven van de VS zou de Israëlische regering heel duidelijk moeten worden gemaakt dat zo'n moment kan aanbreken. De heer Van Dis vroeg aandacht voor de religieuze aspecten van de situatie waarin het kleine Israël zich temidden van een enorme vijandige macht bevindt. Op grond hiervan beval hij de regering het betrachten van voorzichtigheid aan, waarbij niet mag worden vergeten dat Israël een bijzondere plaats inneemt in de Bijbel. De heer Kohnstamm stond op het standpunt dat het verbreken van de contacten van de VS en van Nederland met de PLO op dit moment in velerlei opzicht contraproduktief zou zijn, omdat het de gematigde krachten binnen de PLO met lege handen zou laten staan en omdat het de radicaie elementen in Israël in de kaart zou spelen. De heer Melkert veronderstelde dat de wat sombere toonzetting van het antwoord van de minister mede is ingegeven door de actuele situatie. De nieuwe Israëlische regering moet echter eerst de kans krijgen aan te geven in welke richting zij verder wil gaan en om duidelijk te maken in hoeverre de vredesplannen van Moebarak en Baker nog ter tafel liggen. Slechts indien het laatste niet meer het geval is, treedt een geheel nieuwe, zeer sombere situatie in. De heer Leerling ging het te ver de regering van Israël op dit moment als de hoofdschuldige aan te wijzen voor het feit dat geen doorbraak tot stand komt. Israël is beslist bereid naar een oplossing te zoeken, maar niet uitsluitend via een dialoog met de PLO. Hij bracht daarvoor begrip op, gezien hetgeen er is voorgevallen, hoewel hij de legitieme rechten van de Palestijnen op een eigen staat zeker niet wilde betwisten. Ten slotte vroeg hij of de Nederlandse regering initiatieven wil nemen om de emigratie van joden uit de Sovjet-Unie nog te vergemakkelijken en of zij bereid is de Israëlische regering te helpen bij de vestiging van emigranten in de staat Israël als zodanig. De minister wilde mét de heer Melkert afwachten welk formeel standpunt de nieuwe Israëlische regering ten aanzien van het vredes 10

11 proces zal innemen en hoe zij zal reageren op wellicht nadere voorstellen van de VS. Hij was echter stellig van plan de contacten die met alle partijen worden onderhouden, voort te zetten. De emigratie van joden uit de Sovjet-Unie is op dit moment al zeer omvangrijk. De minister zag niet op welke wijze Nederland directe steun hieraan zou kunnen verlenen; dit ligt zijns inziens ook niet op de weg van Nederland. Het feit dat het beleid van de Israëlische regering niet voorkomt dat sommigen zich vestigen in de bezette gebieden, vergemak kelijkt de contacten met derden over dit punt zeker niet. Tot de heer Van Dis zei de minister ten slotte dat er naar zijn gevoel weinig dossiers zijn, waar hij zozeer als een perzik in houtwol probeerde een beleid vorm te geven. De voorzitter van de commissie, Aarts De griffier van de commissie, Van Overbeeke 11

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21 300 V Vaststelling van de begroting van de uitgaven en van de ontvangsten van hoofdstuk V (Ministerie van Buitenlandse Zaken) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staters-Generaal

Tweede Kamer der Staters-Generaal Tweede Kamer der Staters-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 Rijksbegroting voor het jaar 1988 20200 Hoofdstuk V Ministerie van Buitenlandse Zaken Nr. 136 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 30

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 23 432 De situatie in het Midden-Oosten Nr. 16 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 16 april 2018 Betreft Beantwoording vragen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 22563 Problematiek van de Koerden Nr. 4 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 17 september 1992 De vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken'

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22 300 V Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van Hoofdstuk V (Ministerie van Buitenlandse Zaken) voor het jaar 1992

Nadere informatie

Het is met veel emotie dat ik u welkom heet in de Belgische Senaat.

Het is met veel emotie dat ik u welkom heet in de Belgische Senaat. 1 Toespraak van de heer Armand De Decker, Voorzitter van de Senaat, naar aanleiding van het bezoek van de heer Mahmoud Abbas, President van de Palestijnse Autoriteit 23 februari 2010 Excellenties, Beste

Nadere informatie

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS Q1. Denkt u dat het voor de toekomst van Nederland het beste is als wij actief deelnemen in de wereldpolitiek of moeten wij ons niet in de wereldpolitiek mengen? 1

Nadere informatie

betreffende de erkenning van Palestina als onafhankelijke staat

betreffende de erkenning van Palestina als onafhankelijke staat stuk ingediend op 175 (2014-2015) Nr. 1 27 november 2014 (2014-2015) Voorstel van resolutie van de dames Tine Soens en Güler Turan betreffende de erkenning van Palestina als onafhankelijke staat verzendcode:

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

Instelling expertgroep voor vraagstuk politieke steun bij interstatelijk geweld en humanitaire interventie

Instelling expertgroep voor vraagstuk politieke steun bij interstatelijk geweld en humanitaire interventie 951-370 Instelling expertgroep voor vraagstuk politieke steun bij interstatelijk geweld en humanitaire interventie nr. Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld (wordt door griffie ingevuld als antwoorden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 417 Kabinetsformatie 2010 Nr. 2 BRIEF VAN DE INFORMATEUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Hierbij zend ik u, daartoe

Nadere informatie

De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden

De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden EUROPESE UNIE ~OVERZICHT~ De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden PERS 6 februari 2008 In december 2001 heeft de EU voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 449 Voorstel van wet de leden Wilders en Bosma tot intrekking van de goedkeuringswet inzake de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-21 800 IX B Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk IX B (Ministerie van Financiën) voor het jaar Nr. 25 VERSLAG

Nadere informatie

ALTERNATIEVEN 4. OBSTAKELS OP WEG NAAR VREDE 5. HOUDING VAN VS EN EUROPA 6. CONCLUSIE

ALTERNATIEVEN 4. OBSTAKELS OP WEG NAAR VREDE 5. HOUDING VAN VS EN EUROPA 6. CONCLUSIE OPZET LEZING: 1.KORT HISTORISCH OVERZICHT 2. URGENTIE VAN HET VRAAGSTUK 3. TWEE-STATENOPLOSSING EN ALTERNATIEVEN 4. OBSTAKELS OP WEG NAAR VREDE 5. HOUDING VAN VS EN EUROPA 6. CONCLUSIE 1. MANDAATGEBIED

Nadere informatie

TRANSATLANTIC TRENDS - NETHERLANDS

TRANSATLANTIC TRENDS - NETHERLANDS TRANSATLANTIC TRENDS - NETHERLANDS VRAAG 10 Denkt u dat het voor de toekomst van Nederland het beste is als wij actief deelnemen in de wereldpolitiek of moeten wij ons niet in de werelpolitiek mengen?

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 20407 Verslag van een bezoek van een delegatie van de vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken aan Brazilië, Argentinië, Chili en Venezuela Nr.

Nadere informatie

De Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken De heer Mr. F. Korthals Altes Postbus 20061 2500 EB Den Haag. Den Haag, november 2004

De Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken De heer Mr. F. Korthals Altes Postbus 20061 2500 EB Den Haag. Den Haag, november 2004 De Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken De heer Mr. F. Korthals Altes Postbus 20061 2500 EB Den Haag Den Haag, november 2004 Hierbij dank ik u mede namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking

Nadere informatie

Resultaten en conclusies Israël onderzoek (uitgebreid)

Resultaten en conclusies Israël onderzoek (uitgebreid) Resultaten en conclusies Israël onderzoek (uitgebreid) Hieronder volgen de resultaten van het Israël onderzoek wat de EO in de afgelopen weken heeft laten uitvoeren. Veel stellingen zijn in een 5- puntsschaal

Nadere informatie

Datum 31 maart 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de "Palestinians in Europe" conferentie van 15 april 2017 in Rotterdam

Datum 31 maart 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de Palestinians in Europe conferentie van 15 april 2017 in Rotterdam 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Aan: de Minister-President de Minister van Defensie de Minister van Buitenlandse Zaken. Van: Coördinator Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

Aan: de Minister-President de Minister van Defensie de Minister van Buitenlandse Zaken. Van: Coördinator Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten Aan: de Minister-President de Minister van Defensie de Minister van Buitenlandse Zaken Van: Coördinator Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten Betreft: Toestand Midden-Oosten Afgesloten 17.00 uur op 15 oktober

Nadere informatie

Belangen: Wel of niet ingrijpen in Syrië?

Belangen: Wel of niet ingrijpen in Syrië? Belangen: Wel of niet ingrijpen in Syrië? Korte omschrijving werkvorm: Leerlingen moeten zich inleven in een permanent lid van de Veiligheidsraad van de VN. Ze gaan aan de slag met het vraagstuk of de

Nadere informatie

68% van de ondervraagden vindt dat de Arabische landen Israel moeten erkennen als staat voor het Joodse volk.

68% van de ondervraagden vindt dat de Arabische landen Israel moeten erkennen als staat voor het Joodse volk. BIJNA 70% VAN NEDERLANDERS WIL ARABISCHE ERKENNING VAN ISRAEL ALS STAAT VOOR HET JOODSE VOLK Ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van het Centrum voor Informatie en Documentatie Israel en het afscheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21 300 V Vaststelling van de begroting van de uitgaven en van de ontvangsten van hoofdstuk V (Ministerie van Buitenlandse Zaken) voor het jaar

Nadere informatie

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument B8-0352/2017 16.5.2017 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse

Nadere informatie

betreffende de erkenning van Palestina als onafhankelijke staat

betreffende de erkenning van Palestina als onafhankelijke staat ingediend op 1440 (2017-2018) Nr. 1 11 januari 2018 (2017-2018) Voorstel van resolutie van Tine Soens en Güler Turan betreffende de erkenning van Palestina als onafhankelijke staat verzendcode: BUI 2 1440

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument B6-0273/2007 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Europese Raad en de Commissie

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument B6-0273/2007 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Europese Raad en de Commissie EUROPEES PARLEMENT 2004 Zittingsdocument 2009 4.7.2007 B6-0273/2007 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van de verklaringen van de Europese Raad en de Commissie ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Nader Advies Geweldgebruik tegen ISIL in Syrië 23 juni 2015 Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 21 501-02 Algemene Raad Nr. 198 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage,

Nadere informatie

Ledenpanel Januari 2016

Ledenpanel Januari 2016 Ledenpanel Januari 2016 Status: Afgesloten Begindatum: 27-01-2016 Einddatum: 02-02-2016 Live: 7 dagen Vragen: 20 Talen: nl Panelgrootte: 3.266 Bounced: 5 (0,2%) Geweigerd: 27 (0,8%) Gedeeltelijk geantwoord:

Nadere informatie

Oorlog in Syrië en de internationale context

Oorlog in Syrië en de internationale context Oorlog in Syrië en de internationale context Binnenlandse en internationale (geopolitieke) factoren - Historisch: koloniale en postkoloniale politiek - Autoritair regime - Socio-economische en milieufactoren

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 410 Kabinetsformatie 2012 Nr. 1 BRIEF VAN DE VERKENNER Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 18 september 2012

Nadere informatie

VRAAG & ANTWOORD OVER HET CONFLICT TUSSEN ISRAËL

VRAAG & ANTWOORD OVER HET CONFLICT TUSSEN ISRAËL VRAAG & ANTWOORD OVER HET CONFLICT TUSSEN ISRAËL EN DE PALESTIJNSE GEBIEDEN 1. Waarom zijn Broederlijk Delen en Pax Christi Vlaanderen actief rond het Israëlisch-Palestijns conflict en nemen jullie het

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Volkenrechtelijke mandaten voor gebruik geweld

1. Inleiding. 2. Volkenrechtelijke mandaten voor gebruik geweld 1. Inleiding Deze brief geeft uitvoering aan de toezegging van de Minister van Buitenlandse Zaken tijdens het Algemeen Overleg van 29 augustus 2013 over de ontwikkelingen in Syrië om alternatieve volkenrechtelijk

Nadere informatie

12897/15 rts/sl 1 DG C 2B

12897/15 rts/sl 1 DG C 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 12 oktober 2015 (OR. en) 12897/15 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 12 oktober 2015 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties MAMA 161 CFSP/PESC 631 RELEX

Nadere informatie

BS2009023484 Kamervragen over het uitdelen van korans in Afghanistan. Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de volgende vragen:

BS2009023484 Kamervragen over het uitdelen van korans in Afghanistan. Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de volgende vragen: Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Datum 8 januari 2010 Ons kenmerk Onderwerp

Nadere informatie

Datum 12 juni 2013 Betreft Beantwoording vragen van het lid Omtzigt over het artikel 'Timmermans goede bedoelingen brengen Syrië dichter bij de hel'

Datum 12 juni 2013 Betreft Beantwoording vragen van het lid Omtzigt over het artikel 'Timmermans goede bedoelingen brengen Syrië dichter bij de hel' Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Contactpersoon Arnt Kennis T 0703487186

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1979-1980 16 154 Bouw van een haven in de westelijke Sahara Nr. 1 1 Samenstelling: Portheine (VVD), Mommersteeg (CDA), Van Thijn (PvdA), Van Rossum (SGP). Wolff

Nadere informatie

DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK.

DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK. DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK STARTPUNT In beginsel art. 2 (4) HVN: geweldsverbod interstatelijke betrekkingen Uitzonderingen:

Nadere informatie

Nederland kan instemmen met de bepalingen betreffende kwetsbare personen, inclusief de in artikel 11 aangebrachte wijziging.

Nederland kan instemmen met de bepalingen betreffende kwetsbare personen, inclusief de in artikel 11 aangebrachte wijziging. > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag Migratiebeleid Asiel, Opvang en Terugkeer Schedeldoekshaven 200 2511

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 641 EU-voorstel: richtlijn inzake betaalrekeningen COM(2013)266 A VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 25 juni 2013 De vaste commissie

Nadere informatie

Leila Jordens-Cotran RIMO 2013

Leila Jordens-Cotran RIMO 2013 Leila Jordens-Cotran RIMO 2013 Uitgangspunt is definitie art. 1 Verdrag status staatlozen 1954: Staatloze is een persoon die door geen enkele Staat, krachtens diens wetgeving, als onderdaan wordt beschouwd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 23 432 De situatie in het Midden-Oosten Nr. 37 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 20614 Europese Raad te Hannover, 27 en 28 juni 1988 Nr. 1 1 Samenstelling: Leden: Van Dis (SGP), Stoffelen (PvdA), Ter Beek (PvdA), ondervoorzitter,

Nadere informatie

fiud / SfiP B v u / uur

fiud / SfiP B v u / uur fiud / SfiP B v u / uur - r PPBrtlig BW iitenitlmile j, ODtwikkiliogn MB knnnn zijn voor d» bimnltnd»! viiligheii Nr. A83/010 Ik april 1983 PALESTIJNEN BEZOEKEN TSJECHOSLOWAKIJE In de tweede week van maart

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Uw Referentie 2015Z08639 Datum 27 mei 2015

Nadere informatie

De zesdaagse oorlog (1967)

De zesdaagse oorlog (1967) Geschiedenis van de laatste 50 jaar De zesdaagse oorlog (1967) Bas Levinsohn 1 Inleiding op de cursus Hand-outs Het college wordt ondersteund door het projecteren van PowerPoint sheets Van deze sheets

Nadere informatie

De voorzitter van de commissie, Dezentjé Hamming-Bluemink

De voorzitter van de commissie, Dezentjé Hamming-Bluemink VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Financiën hebben enkele fracties de behoefte om over de brief van de staatssecretaris van Financiën, d.d. 8 juli 2011, inzake de motie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1498 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 861 Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/681 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 over het gebruik van persoonsgegevens

Nadere informatie

BIJLAGEN EUROPESE RAAD KOPENHAGEN CONCLUSIES VAN HET VOORZITTERSCHAP. 12 en 13 december 2002 BIJLAGEN. Bulletin NL - PE 326.

BIJLAGEN EUROPESE RAAD KOPENHAGEN CONCLUSIES VAN HET VOORZITTERSCHAP. 12 en 13 december 2002 BIJLAGEN. Bulletin NL - PE 326. 21 EUROPESE RAAD KOPENHAGEN CONCLUSIES VAN HET VOORZITTERSCHAP 12 en 13 december 2002 BIJLAGEN 23 BIJLAGE I BUDGETTAIRE EN FINANCIËLE VRAAGSTUKKEN De Unie onderschrijft het resultaat van de onderhandelingen

Nadere informatie

Plein 1813 nr. 4- 's-geavewhage. Onderwerp: Weekoverzicht.

Plein 1813 nr. 4- 's-geavewhage. Onderwerp: Weekoverzicht. REGERINGSCOMMISSARIS IN ALGEMENE DIENST MINISTERIE VANALGEMENE ZAKEN Kenmerk: Nr. 3H7/HP/69. Bijlage(n): één. Onderwerp: Weekoverzicht. 's-gravenhage, 19 juni 1969' Plein 1813 nr. 4 Hiermede heb ik de

Nadere informatie

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, De Minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, De Minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 13 april 2016 Betreft Beantwoording

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 29 449 Nederlandse corporate governance code (Tabaksblat code) A Herdruk VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 24 november 2004 In de

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK 107381 Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te G, H en J, verzoeker,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 34 114 Goedkeuring van de op 27 juni 2014 te Brussel lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds (Trb. 2014, 207) 34 115 Goedkeuring

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-1991 19637 Vluchtelingenbeleid Nr. 78 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-gravenhage,

Nadere informatie

VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van de heer Eloi Glorieux, mevrouw Mieke Vogels, de heer Rudi Daems, mevrouw Vera Dua en de heren Jef Tavernier en Jos Stassen

VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van de heer Eloi Glorieux, mevrouw Mieke Vogels, de heer Rudi Daems, mevrouw Vera Dua en de heren Jef Tavernier en Jos Stassen Zitting 2008-2009 7 januari 2009 VOORSTEL VAN RESOLUTIE van de heer Eloi Glorieux, mevrouw Mieke Vogels, de heer Rudi Daems, mevrouw Vera Dua en de heren Jef Tavernier en Jos Stassen betreffende een oproep

Nadere informatie

Journalistiek en radicalisering Wat is het verband?

Journalistiek en radicalisering Wat is het verband? Journalistiek en radicalisering Wat is het verband? Omgaan met radicalisering Doelen Deze aanbevelingen zijn bedoeld voor journalisten. Het is niet uw taak om de samenleving te veranderen of om radicalisering

Nadere informatie

Datum 8 mei 2018 Betreft Beantwoording vragen van het lid Karabulut over het uitzetten van twee Russische inlichtingenmedewerkers

Datum 8 mei 2018 Betreft Beantwoording vragen van het lid Karabulut over het uitzetten van twee Russische inlichtingenmedewerkers Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 8 mei 2018 Betreft Beantwoording vragen van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 23 432 De situatie in het Midden-Oosten Nr. 348 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 344 Voorstel van wet van de leden Dijkstra en Schouw tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet gelijke behandeling met betrekking

Nadere informatie

Nadere bestudering van de juridische merites en jurisprudentie leert, dat aan dit vraagstuk nogal wat haken en ogen zitten.

Nadere bestudering van de juridische merites en jurisprudentie leert, dat aan dit vraagstuk nogal wat haken en ogen zitten. FINANCIERING VAN GROOT ONDERHOUD In de praktijk komt het regelmatig voor, dat een ouder appartementengebouw dringend aan renovatie en/of groot onderhoud toe is. In die gevallen doet de Vergadering van

Nadere informatie

NOL H1, EIR 91, EIR 3

NOL H1, EIR 91, EIR 3 HC 1A. Inleiding NOL H1, EIR 91, EIR 3 Internationaal recht Het internationale publieke recht leidt vooral tot vrijwilligheid. Het vrijwillig onderwerpen aan het internationale recht. Het gaat over boven

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1979-1980 13 419 Eurocontrol Nr. 16 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 6 februari 1980 De vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat' heeft op 28 november

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 233 Vragen van het lid

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 740 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet tarieven in burgerlijke zaken en enkele andere wetten ter verhoging van de opbrengst

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DEFENSIE

MINISTERIE VAN DEFENSIE MINISTERIE VAN DEFENSIE Militaire Inlichtingendienst Postbus 20701 2500 ES 's-gravenhage Aan; Zie verzendlijst Telefoon 070-3 18 73 87 Telefax 070-3 18 79 51 Uw brief Uw kenmerk Ons nummer Datum DIS/96/12.13.4/858

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Ministerie van Justitie j1 Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw [verzoekster], wonende te [woonplaats], gemachtigde: mevrouw mr. A. Post

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw [verzoekster], wonende te [woonplaats], gemachtigde: mevrouw mr. A. Post 108492 - geschil over verwijdering leerling. Het verzoek is niet-ontvankelijk omdat de leerling welkom is op de school en onderwijs op haar eigen niveau krijgt aangeboden. in het geding tussen: ADVIES

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 832 Wijziging van de Wet privatisering ABP in verband met de wijziging van de aanwijzingsvoorwaarden voor deelneming in het ABP Nr. 3 Het advies

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011 ... No.W06.11.0108/III 's-gravenhage, 21 april 2011 Bij Kabinetsmissive van 8 april 2011, no.11.000859, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, bij de Afdeling advisering van

Nadere informatie

3 september 2014. Onderzoek: Internationale spanningen en conflicten

3 september 2014. Onderzoek: Internationale spanningen en conflicten 3 september 2014 Onderzoek: Internationale spanningen en conflicten Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 30.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van

Nadere informatie

CENTRALE RAAD VAN BEROEP

CENTRALE RAAD VAN BEROEP CENTRALE RAAD VAN BEROEP KBW 1994/1 U I T S P R A A K in het geding tussen: het bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, appellant, en A., wonende te B., gedaagde. I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING Onder

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 035 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de introductie van een nieuw stelsel van studiefinanciering in het

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 9a 24 138 Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22 300 XIV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk XIV (Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 20391 Buitenlandse militaire dienstplicht Nr. 2 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 17 december 1987 De vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083 Rapport Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Gouda vanaf november 2002 onvoldoende heeft getracht om de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 20 529 Het bevolkingsvraagstuk en bevolkingsbeleid binnen de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking Nr. 3 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 6 september

Nadere informatie

Aan het bestuur van de Sociale Dienst NW Fryslân.

Aan het bestuur van de Sociale Dienst NW Fryslân. Aan het bestuur van de Sociale Dienst NW Fryslân. Franeker, 22 november 2016 Betreft: Advies lokale regelgeving WMO 2015 Geacht bestuur, Op 20 oktober jl. ontvingen wij uw verzoek om advies over de volgende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) Nr. 117 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14 november

Nadere informatie

Voor Israël en voor de palestijnen!

Voor Israël en voor de palestijnen! Voor Israël en voor de palestijnen! Door Dr. Ir. F. van der Rhee Connectie van de geschiedenis van Israël met de Bijbel De Bijbel is niet het bestaansrecht van Israël! De staat Israël ontleent haar recht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 637 Kabinetscrisis en -formatie Nr. 17 HERDRUK 1 BRIEF VAN DE INFORMATEURS Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Omgaan met radicalisering: Doelen

Omgaan met radicalisering: Doelen Religieuze leiders Omgaan met radicalisering: Doelen Deze aanbevelingen zijn bedoeld voor religieuze leiders die regelmatig contact hebben met leden van de gemeenschap. Doel van deze cursus is dat u: Zich

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE . > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat

Nadere informatie

14 ACTUALITEIT Het gebrek aan naleving van parlementaire regels ondergraaft kwaliteit politiek-staatkundig systeem door Rein Jan Hoekstra De auteur is oud-lid van de Raad van State. Het is verbazingwekkend

Nadere informatie

1 van 6 17-11-2008 19:23

1 van 6 17-11-2008 19:23 1 van 6 17-11-2008 19:23 Beantwoording vragen leden Van der Staaij, Voordewind, Van Baalen en Van Gennip over de situatie in Papoea 05-04-2007 Kamerstuk Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken Graag

Nadere informatie

Verklaring van Zweden

Verklaring van Zweden Raad van de Europese Unie Brussel, 18 september 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0028 (COD) 11505/15 ADD 1 CODEC 1120 ENV 522 AGRI 439 MI 527 COMER 114 PECHE 271 NOTA I/A-PUNT van: aan:

Nadere informatie

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 19 mei 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 209 Regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte Nr. 5 NOTA NAAR AANLEIDING

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17 EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34 446 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering

Nadere informatie

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument B8-0346/2017 15.5.2017 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 19 582 Het toeristisch en recreatief onderwijs Nr. 2 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 26 732 Algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000) Nr. 98 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter

Nadere informatie

vaste commissie voor Buitenlandse Zaken

vaste commissie voor Buitenlandse Zaken Den Haag, 27 oktober Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken EU i.v.m. agendapunt 13 i.v.m. agendapunt 11, 12 Activiteit: Procedurevergadering Datum: donderdag 29 oktober Tijd: 12.45-13.30

Nadere informatie