13 januari 2016 R en L Status verslag Concept. de heer Canton. AANWEZIGE GEDEPUTEERDEN: mevrouw Bom-Lemstra de heer Weber

Transcriptie

1 Verslag Vergadering van De Statencommissie Ruimte en Leefomgeving Vergaderdatum Kenmerk 13 januari 2016 R en L 2015 Status verslag Concept Verslaglegging door Telefoonnummer Mevrouw E. Wijsman Verslag van de vergadering van de Statencommissie Ruimte en Leefomgeving, gehouden op 13 januari 2016 in het provinciehuis te Den Haag AANWEZIG: VOORZITTER: Commissiegriffier: de heer Çelik mevrouw Van Mulligen PvdA mevrouw Matil, de heer Minderhout CDA mevrouw Verkoelen VVD de heer Ludema, de heer Kurvers SGP en ChristenUnie de heer Van Dieren, de heer Schaapman, de heer Scheurwater SP mevrouw Van Aelst GroenLinks mevrouw Sahin, de heer Potjer D66 mevrouw Meurs, mevrouw Bade PVV de heer Rijken 50Plus de heer Bakx PvdD de heer Canton AFWEZIG: mevrouw Van Viegen (PvdD), de heer Vermeulen (SP) AANWEZIGE GEDEPUTEERDEN: mevrouw Bom-Lemstra de heer Weber AGENDA: 1 Opening procedurevergadering 1a. Mededelingen 1b. Besluitenlijst vorige vergadering 1c. Stukken 1d. Ingekomen stukken 1 e. Planning 1f. Sluiting procedurevergadering 2 Opening overlegvergadering 2a. Mededelingen 2b. Vaststellen van de agenda 2c. Spreekrecht 2d. Rondvraag 3. Verslag vorige vergadering

2 4. Besluitenlijst vorige vergadering 5. Bespreekstukken 5a. Strategisch handelingsperspectief Greenport Westland-Oostland 5b. Behandelvoorstel motie 578 inlopen tekort sociale huurwoningen 6. Sluiting 1. Opening procedurevergadering 1a. Mededelingen 1b. Besluitvorming vorige vergadering 1c. Ingekomen stukken 1d. Planning en openstaande moties en toezeggingen 2. Opening overlegvergadering 2a. Mededelingen De VOORZITTER opent de overlegvergadering om uur en heet de aanwezigen welkom. Hij meldt dat er bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Van Viegen (PvdD) en van de heer Vermeulen (SP). 2b. Vaststellen van de agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 2c. Spreekrecht Er is een inspreker, de heer Jochems, die inspreekt namens het bewonerscomité LindtWind. De heer JOCHEMS spreekt in namens het bewonerscomité LindtWind over de situatie rondom de windmolens. In december 2015 heeft de gemeente Zwijndrecht aan de provincie aangegeven dat de beoogde locatie voor windenergie, Groote Lindt in Zwijndrecht, geschrapt moet worden, omdat deze locatie ongeschikt zou zijn. Spreker zegt over de andere locatie in Zwijndrecht, de locatie Oude Maas Zwijndrecht West, dat deze technisch gezien de meest geschikte locatie zou zijn voor het plaatsen van windmolens, maar in het rapport Grootschalige windenergie in de Drechtsteden 2005 is aangegeven dat daar een grote impact op woongebieden zou zijn door onder meer geluids- en slagschaduwoverlast, externe veiligheid en landschapsaantasting. Zwijndrecht had geen boodschap aan dat onderzoek, maar geeft slechts aan dat de provincie dit wil. Spreker schetst de geschiedenis vanaf 2014 tot eind 2015 en is verbaasd dat het erop lijkt dat men in Zwijndrecht windmolens belangrijker vindt dan bewoners, maar spreker ziet dat anders. De locatie Hooge Nessepolder was al van de baan en nu dus ook de Groote Lindt. Spreker geeft aan dat Zwijndrecht in eerste instantie heeft afgesproken om 6 MW aan energie te zullen realiseren. Nu geeft men aan dat het niet mogelijk is, maar dat de provincie dit wil. Spreker vraagt zich af waarom de gemeente de komst van windmolens afwijst en hij heeft Pagina 2/16

3 de gemeente om openheid gevraagd in de besluitvorming, maar geen antwoord gekregen. Zijn vertrouwen in de gemeentepolitiek is beschaamd. Spreker wil graag dat er duidelijkheid komt over de procedure en dat de onderste steen boven komt. Hij verzoekt om de locatie Groote Lindt definitief van de kaart te schrappen. De heer VAN DIEREN vraagt of de gemeente de opdracht aan de provincie teruggeeft. De heer JOCHEMS zegt dat de gemeenteraad besloten heeft om de opdracht niet uit te voeren en terug te geven aan de provincie. Begin januari 2016 is er een andere zienswijze ingediend en heeft de gemeente gevraagd om nieuwe mogelijkheden te mogen onderzoeken. Mevrouw SAHIN vraagt of zijn commissie naar een alternatieve locatie heeft gezocht. De heer JOCHEMS zegt dat in het rapport van vier locaties stonden en dat Groote Lindt daarvan de slechtste was. Naar de andere locaties is echter helemaal niet gekeken. De gemeente heeft Groote Lindt naar voren gehaald en hij kan niet goed boven water krijgen wat er nu precies gebeurd is. Hij vermoedt dat de Hogenesserpolder ingewisseld is voor Groote Lindt. Mevrouw VERKOELEN zegt dat de Drechtsteden in 2003 in het beleid van de provincie terechtgekomen zijn. Ze vraagt of spreker beseft dat, nu de opgave teruggegeven wordt aan de provincie, de lijn ingezet wordt zoals bij de andere gemeentes en ze vraagt zich af of de wethouder dit ook beseft. De heer JOCHEMS zegt dat hij daarom hier aanwezig is. De gemeente Zwijndrecht heeft een zienswijze ingediend om alternatieve locaties te mogen onderzoeken, omdat men per 31 december 2015 niet heeft voldaan aan het toetsingskader. Mevrouw VERKOELEN denkt dat de heer Jochems terecht bang is voor de gevolgen die dit besluit heeft en ze vraagt of de wethouder in de gemeente duidelijk gemaakt heeft wat er gebeurt als de opdracht aan de provincie wordt teruggegeven. De heer JOCHEMS zegt dat aan de opdracht niet is voldaan en dat de afspraken niet zijn nagekomen. De gemeente heeft een brief geschreven of men het komend half jaar nog onderzoek mag doen. Hij vraagt zich af of de provincie daarmee akkoord gaat; dat is zijn zorg. De heer LUDEMA zegt dat, als er geen alternatief komt, de provincie haar taak gaat uitvoeren. Hij denkt dat dit alternatief onderzocht kan worden. De VOORZITTER zegt dat het niet de bedoeling is dat de heer Ludema antwoord geeft. Pagina 3/16

4 De heer RIJKEN constateert dat de heer Jochems aangeeft dat de politici niet geïnteresseerd zijn in de belangen van de bewoners. Hij vraagt of de inspreker het gevoel heeft dat de politiek rekening houdt met de veiligheid en belangen van de burgers. De VOORZITTER zegt tegen de heer Jochems dat hij daarop niet behoeft te antwoorden. De heer RIJKEN wil wel antwoord van de heer Jochems, omdat hij een serieuze vraag heeft gesteld, namelijk of hij dit ervaart zoals hij in zijn betoog beschrijft. De VOORZITTER zegt de heer Jochems dat daarop niet geantwoord behoeft te worden. De heer RIJKEN gaat daarmee niet akkoord, omdat hij antwoord wil op zijn serieuze vraag. Hij wil niet dat hem die kans ontnomen wordt. De VOORZITTER zegt dat het de kant opgaat van een vertrouwenssituatie tussen de burger en de politiek. Als de commissieleden het eens zijn met de vraag, dan zal hij deze toch laten beantwoorden. De heer VAN DIEREN is het niet eens met deze vraag, omdat de heer Rijken het antwoord al in de mond van de inspreker legt. Mevrouw SAHIN vindt dat de heer Rijken deze vraag wel mag stellen. Mevrouw BADE denkt dat deze vraag niet zoveel kwaad kan, maar vindt het jammer dat de heer Rijken ook alvast een voorschot geeft op het antwoord van inspreker. De heer RIJKEN constateert dat de waarheid hier niet gezegd mag worden. De VOORZITTER stelt voor dat de heer Jochems dan toch antwoord geeft, maar hij zal hier nog met de heer Rijken over praten. De heer JOCHEMS is teleurgesteld in de wijze van besluitvorming van de gemeente. Er is voor een locatie gekozen die de slechtste was van alle mogelijkheden en daardoor komt de veiligheid van de bewoners nu in het gedrang. De heer LUDEMA vraagt wat de inspreker gaat doen nu hij weet dat de gemeente nog naar alternatieven mag zoeken. De heer JOCHEMS wil met de gemeente praten over de eerder genoemde mogelijkheden. De heer VAN DIEREN wil, omdat een inwoner dit punt hier op tafel heeft gelegd, graag het antwoord weten dat GS gaan geven op de vragen van de gemeente Zwijndrecht die ongetwijfeld zullen komen. Pagina 4/16

5 Gedeputeerde WEBER zegt dat de gemeente Zwijndrecht zelf de verplichting van 6 MW op zich heeft genomen en de provincie zal de gemeente daarom daaraan houden. Als de wethouder binnen het tijdpad dat staat voor de VRM-wijziging met een alternatief komt dat dezelfde waarde heeft als de Plan-MER, dan zal er serieus naar dat alternatief gekeken worden. De gemeente heeft dus nog ruimte om alternatieven aan te dragen. Op een vraag van mevrouw VERKOELEN op welke termijn dit mogelijk is, zegt spreker dat het nog ingevoegd moet kunnen worden in de lopende VRM-wijziging en de Plan-MER. De gemeente heeft nog geen concrete locaties genoemd en het onderzoek moet dezelfde waarde hebben als de Plan-MER. De VOORZITTER meldt dat de brieven 27 en 28 uit de procedurevergadering nog formeel moeten worden vastgesteld en dat deze ter kennisname zijn. Dat gebeurt bij dezen. In brief 29 wordt een afschrift gevraagd van de reactie van GS. De aanwezigen gaan hiermee akkoord. 2d. Rondvraag Er is een schriftelijke rondvraag gesteld namens de fracties van SP, CDA, D66, VVD en GroenLinks over de kustbescherming. De afgelopen dagen kwamen er berichten bij ons binnen over een besluit van de ministerraad over kustbebouwing. De ministerraad stemde eerder deze maand namelijk in met een voorstel van minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) om meer bebouwing toe te staan langs de kust als de veiligheid van de waterkering daardoor niet in gevaar komt. Door meer ruimte te bieden aan initiatieven in het kustgebied wil het Rijk de economie in de regio versterken. Daartoe komt het algemeen geldende verbod op nieuwe bebouwing buiten de bebouwde kom in het kustgebied te vervallen. Het gaat om het geheel van zee, strand, zeedijken, dammen en het duingebied, meldt de website van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Vragen: 1. Welke gevolgen heeft dit rijksbesluit voor de veiligheid van de kust en in het bijzonder van de Zuid-Hollandse kust? 2. Welke effecten heeft het rijksbesluit op het geformuleerde beleid in de VRM, Verordening ruimte, programma Ruimte? 3. Vallen er door dit rijksbesluit gaten in de planologische bescherming van de Zuid-Hollandse kust tegen bebouwing? Zo ja, op welke termijn kunnen deze gaten gedicht worden? 4. Welke effecten heeft het rijksbesluit op de natuurwetgeving (Natura 2000)? 5. Is het mogelijk om dit onderwerp te betrekken bij de uitvoering van motie 593 kustbebouwing (ingediend bij de begrotingsbehandeling) waarin het college wordt opgeroepen om inzake kustbebouwing voor het tweede kwartaal van 2016 met een inventarisatie van de huidige situatie ten aanzien van regelgeving, bebouwing en handhaving daarop, en zo nodig een visie te ontwikkelen? 6. Bent u bereid om in het licht van dit onderwerp te wegen hoe samengewerkt kan worden met gemeentes en waterschappen ten aanzien van dit onderwerp, is het wat college betreft zinvol om samen een visie te ontwikkelen? Pagina 5/16

6 Mevrouw VAN AELST geeft een toelichting en vraagt wat het effect hiervan is voor het kunstbeleid. Gedeputeerde BOM-LEMSTRA zegt dat het gevolg van het rijksbesluit in de nieuwe beleidslijn Kust 2015 staat die samen met andere overheden is opgesteld. Het gaat om duurzame handhaving van waterveiligheid tegen overstromingen. Zij verwacht dat het effect hiervan gering is. Er wordt onderzoek gedaan naar een aantal zaken en er wordt bekeken of dat ook echt zo is. De provincie blijft betrokken bij de ruimtelijke ontwikkelingen en zal daarin ook verantwoordelijkheden nemen. De planologische bescherming van de kust valt onder verschillende verantwoordelijkheden en zij denkt dat bekeken moet worden in hoeverre beleidsvisies en verschillend instrumentarium toegesneden zijn op de nieuwe ontwikkelingen. Dit zal meegenomen worden bij de inventarisatie en PS zullen een afgewogen overzicht ontvangen. Wat de effecten op het Natura beleid betreft ziet zij niet veel problemen, want deze gebieden blijven de best beschermde van Nederland. Over het ontwikkelen van een visie zegt zij met een inventarisatie te zullen komen. Dan kan bekeken worden wat dit betekent. Over de samenwerking zegt ze dat er op dit moment een provinciaal overleg over de kust is waarin de ontwikkelingen in beeld worden gebracht. Zij zal dit punt daar inbrengen en zij betrekt het ook bij de uitvoering van de motie. Mevrouw VERKOELEN constateert dat minister Schultz van Haegen in het interview heeft gezegd dat het helemaal rechtgetrokken zou worden en dat de provincie en de gemeentes aan bod zijn. De provincie Zeeland zou het al goed georganiseerd hebben, maar de andere provincies zouden daar nog wat aan moeten doen. Zij vraagt wat het verschil is tussen het beleid van de provincie Zeeland en dat van Zuid-Holland, want het lijkt erop dat de gedeputeerde zegt dat alles geregeld is. Gedeputeerde BOM-LEMSTRA is van mening dat minister Schultz heeft gezegd dat de provincie Zeeland geen grote problemen voorzag. Uit de inventarisatie moet blijken of dat overeind kan blijven. Hier wordt nog over gesproken. De LUDEMA constateert een spanningsveld tussen het economisch gebruikmaken van de kust en het beschermen van de kust. 3. Verslagen van de vorige vergaderingen Het verslag van 25 november 2015 wordt ongewijzigd vastgesteld. 4. Besluitenlijsten van de vorige vergaderingen De fractie van D66 heeft een wijziging voorgesteld op agendapunt 5a over de Duivenvoordecorridor. D66 mist bij de toezegging dat gedeputeerde Bom- Lemstra zich zou laten informeren over mogelijke alternatieven voor financieringsmethodes en dit mee zou nemen in de nieuwste notitie. Dit is besproken met de gedeputeerde en de VOORZITTER vraagt of de aanwezigen akkoord kunnen gaan met de aanpassing. Dit blijkt het geval te zijn. Pagina 6/16

7 De besluitenlijst van 25 november 2015 wordt met inbegrip van deze wijziging vastgesteld. 5. Bespreekstukken 5a. Strategisch handelingsperspectief Greenport Westland-Oostland De heer VAN DIEREN heeft om agendering van dit punt gevraagd en is blij dat dit nu besproken wordt. Hij heeft zeven opmerkingen. Hij is van mening dat de gemeente Westland erg veel wensen heeft en vindt dat deze een keus zou moeten maken. Hij verzoekt niet opnieuw onderzoek te doen om zo het wiel opnieuw uit te vinden, maar aan te sluiten bij bestaande onderzoeken. Hij vraagt wat nu precies de naam Oostland inhoudt. Hij denkt dat er meer glasgebieden zijn en vindt dat er een onderlinge samenhang moet zijn. Hij vraagt of de ontsluiting van het glasgebied Westland ook geldt voor andere glasgebieden en vraagt om aandacht voor het totale glasland. Spreker mist in het stuk de lichthinder waar in het verleden afspraken over zijn gemaakt en verzoekt dit alsnog mee te nemen in de nota. Ook zou hij graag zien dat onderwijs nadrukkelijk meegenomen wordt in het onderzoek. Wat de uitvoering betreft oppert hij om, net als de GOM in de Bollenstreek, het bedrijfsleven erbij te betrekken. De heer POTJER vindt het een goede zaak om het breder te zien dan alleen het Westland. Hij denkt dat in Zuid-Holland de ruimte intensief gebruikt wordt en dat het lastig concurreren is met andere gebieden. Hij denkt dat het verbeteren van de transportmogelijkheden geen oplossing is, maar dat dit alleen maar de concurrentie vergroot met andere gebieden, omdat die dan beter bereikbaar worden. Hij zou liever zien dat het geld voor optimalisatie in herverkaveling en de Westlandrail gestoken wordt, maar dit staat niet in de plannen. Hij denkt dat het kweken van hoogwaardige producten toegevoegde waarde zou kunnen hebben en het concurrentienadeel zou kunnen verminderen. Hij zou graag zien dat er in plaats van intensieve energieproducten producten met extensieve energie worden gekweekt. Vanwege het ruimtegebrek oppert hij om gebruik te maken van het water. Daarbij kunnen nutriënten uit het water gehaald worden waardoor het water schoner wordt en er ruimte komt voor tuinbouw. Hij denkt dat dit energie, kennis en innovatiekracht creëert. De heer MINDERHOUT vraagt of het om een integrale gebiedsvisie of om een integrale sectorvisie gaat, omdat hij in de stukken elementen van beide ziet. Hij vraagt zich af hoe er kaders gegeven kunnen worden en denkt dat het probleem is dat de bulkmarkt krimpt, maar daardoor komt er wel weer ruimte voor innovatieve bedrijven. Daarom is herstructurering nodig. Dit wordt wel aangestipt, maar niet uitgewerkt. Hij voelt de urgentie en ziet de worsteling, maar het is onduidelijk hoe daar kaders aan gegeven kunnen worden. Er staat veel moois in het stuk, maar het is de vraag hoe zaken binnen de perken gehouden kunnen worden. Wellicht kan het ook als gebiedsontwikkeling worden aangevlogen, omdat het dan wellicht concreter kan worden. Hij vraagt wat alle begrippen nu daadwerkelijk voor de structuur betekenen. In het Westland liggen al veel wegen en hij vraagt zich af wat daar nog aan veranderd moet worden. Hij oppert dat wellicht de groenecirkelaanpak de oplossing zou kunnen zijn en wellicht moet de Pagina 7/16

8 opgave meer SMART gemaakt worden. Ook wil hij weten wanneer men het punt bereikt wil hebben waarop een en ander energieneutraal is. Hij heeft vernomen dat de waterkwaliteit in Zuid-Holland zo matig is, omdat het Westland nog steeds veel loost in het oppervlaktewater en hij oppert dat de affluenten op termijn ook op nul zullen moeten komen. Hij denkt dat de logistieke structuur beter moet, maar vraagt zich af hoe dat moet. Ook moet er iets gebeuren op het gebied van wonen, maar het is de vraag hoe men dat stedelijk gaat inpassen. Spreker adviseert om dit alles als gebiedsontwikkeling te zien en dan ook echte doelen te formuleren, maar hij denkt dat het ingewikkeld zal blijven. De heer CANTON heeft zich gestoord aan de vele taalfouten in het stuk. Hij vraagt zich af of verbreding en diversificatie de oplossing zijn. Hij is blij dat dat in het stuk staat en hij vraagt aandacht voor toezicht en handhaving. Hij denkt dat het afval van de glastuinbouwsector groot effect op de omgeving heeft. Daarnaast wil men er woningen bij hebben, maar het vestigingsklimaat voor bewoners moet dan wel goed zijn en dat is lastig met luchtvervuiling, stank en lawaai. Zijn fractie heeft klachten gekregen van burgers over geluidsoverlast s nachts en het is gebleken dat zelfs op 2 km afstand er een hoge pieptoon wordt gehoord. Hij kan zich vinden in de woorden van de heer Van Dieren over waterkwaliteit en luchtvervuiling. Daarnaast wil hij graag een stip op de horizon zien. Hij vindt het belangrijk dat er gekeken wordt naar de eisen omtrent geluidsbelasting, geuroverlast en verduistering en vindt ook toezicht en handhaving in het kader van de leefbaarheid belangrijk. Dit gebied voorziet de omgeving van dagelijks voedsel en dit is een onderdeel van de stip op de horizon. Hij denkt dat men in Nederland naar een landbouwsector toe moet die het land voorziet van dagelijks voedsel. Op een vraag van de heer MINDERHOUT of het Westland zich dan niet langer internationaal op de markt moet begeven, maar zich slechts op Nederland moet concentreren, zegt spreker dat hij dat niet bedoelt, maar dat Nederland sterk afhankelijk is van de import van die grondstoffen. Er is op dat gebied helemaal geen beleid en dat moet ontwikkeld worden. Hij vindt de nadruk op de draaischijfrichting niet wenselijk, omdat dit doorgaan op de oude weg is en voor de tuinbouw is het al erg kostbaar om het hoofd boven water te houden. Mevrouw VERKOELEN is verbaasd over de opmerking van de heer Canton. Zij vraagt zich af wat er in de tuinbouw moet gebeuren als de draaischijffunctie niet meer werkt en denkt juist dat deze er altijd zal blijven. Zij vraagt wat de heer Canton precies bedoelt. De heer CANTON heeft het over de internationale draaischijffunctie richting de haven van Rotterdam. Mevrouw VERKOELEN vraagt of hij bedoelt dat er alleen glastuinbouw voor Nederland nodig is. De heer CANTON vindt dat daar meer nadruk op moet komen te liggen, maar niet dat het andere moet worden afgeschaft. Mevrouw MEURS had al ambivalente gevoelens ten opzichte van dit stuk. Ze vraagt zich af of het nu vooral over het Westland gaat of over een groter gebied. In het stuk staan opmerkingen over een klein lokaal niveau en dat stoort haar, Pagina 8/16

9 omdat de echte kansen van de greenport dan worden afgeremd. Zij wil er nog eens goed naar kijken. Haar fractie is voorstander van de ontwikkelingsrichtingen die worden aangeduid. De heer VAN DIEREN vindt er nog eens naar kijken niet voldoende. Er moeten nu kaders meegegeven worden. Mevrouw MEURS is het daarmee eens en zegt dat de focus moet liggen op het netwerk eromheen. De heer POTJER oppert dat er twee stukken moeten komen, een over gebiedsontwikkeling en een over sectorontwikkeling. Mevrouw MEURS zegt dat het hier om economische concepten gaat die een vertaling moeten krijgen in het ruimtelijke. Het wringt omdat het nu lijkt alsof een onderdeel van de vertaling al tot het kader gerekend wordt. Mevrouw VERKOELEN maakt zich zorgen en denkt dat het niet alleen om het Westland gaat, maar om het grote geheel. Zij vindt dat de heer Van Dieren daar goed invulling aan gegeven heeft. Zij vraagt zich af of de vraagstelling wel goed is. De heer VAN DIEREN heeft vanaf juli 2015 geprobeerd dit te agenderen, omdat hij hier al bang voor was. Het Westland moet betrokken worden in het grote geheel. Mevrouw MEURS is blij met de ontwikkelingsrichtingen die geschetst zijn. Er wordt nu geprobeerd om de ontwikkeling te bevorderen op basis van de sterke punten en de kansen van het gebied. Een duurzame, energieneutrale economie is een vooruitgang en zij denkt dat een transitie naar focus op toegevoegde, waarde en schaalsprong goed is. Zij is blij dat duurzaamheid en economische ontwikkeling geen losstaande zaken meer zijn. Zij denkt dat bedrijven die niet groen zijn in de toekomst niet meer concurrerend zullen zijn en is daar blij mee. De rol van de provincie ligt op het gebied van ruimte, energie en infrastructuur en dat vindt zij een goede zaak. Zij mist nog het innovation quarter en zou graag zien dat er een concretere versie komt, omdat deze nogal abstract is. Uit de brief blijkt dat er voor de Greenport Aalsmeer een ruimtelijke visie ontwikkeld is en dat er nu gewerkt wordt aan een uitvoeringsagenda ruimte. In februari 2016 zal een en ander in de Greenport Aalsmeer besproken worden. Zij denkt dat de reservering tuinbouw Amstel 1, waar in mei 2015 over besloten is, toch geen goede beslissing is geweest en ze vraagt de gedeputeerde of dit opnieuw in de uitvoeringsagenda Ruimte besproken kan worden. Mevrouw VERKOELEN constateert dat eerder is gezegd dat er niet teruggegrepen moet worden op een besluit dat eerder in PS genomen is, maar dat het er nu op lijkt dat het wel gebeurt. Dat vindt zij niet zo netjes. De heer VAN DIEREN zegt dat het hem toen ging om een vastgestelde visie en inbreng in VRM, maar hij vindt dat mensen er nog wel over na mogen denken. Pagina 9/16

10 De heer POTJER vindt dat men hier wel op terug mag komen. Mevrouw MEURS denkt dat er geen goede onderbouwing van dit besluit is geweest en heeft daarom de gedeputeerde gevraagd daar nog eens over na te denken. De heer BAKX is voorstander van de ontwikkeling van een gebiedsvisie met name bij transformatie van bepaalde gebieden. De planten- en bloemensector staan sterk onder druk en daarom moet er wellicht nog eens nagedacht worden of de greenport een goede term is voor wat hier in Zuid-Holland gebeurt. Wellicht moet men breder kijken en het gebied opnieuw beschouwen door een goede gebiedsvisie. De heer RIJKEN vindt het stuk goed en heeft er het volste vertrouwen in dat het college er iets goeds van zal maken. De heer LUDEMA is teleurgesteld in het stuk. Hij mist de structuur, de toegevoegde waarde van de sectoren, de bijdrage aan de economie van Nederland, de handelsstromen, het perspectief, de logistiek en de mobiliteit en de marktcombinaties. Hij vindt ook de definities Westland, Westland-Oostland en Greenport 3.0 lastig. Hij zou graag een ander stuk willen hebben waarin de producten, kansen en innovatiemogelijkheden staan. Bij de mainport Rotterdam The Hague mist hij nog zaken zoals SmartPort field lab, de EFRO s en de innovatiemogelijkheden in de sector. Hij verzoekt de gedeputeerde een nieuw document te maken met heldere definities waarin de relatie coolport en mainport meegenomen wordt en hij zou graag zien dat het stuk meer SMART geformuleerd wordt. Hij vindt het stuk niet voldragen. Mevrouw VERKOELEN was het punt luchtvervuiling nog even vergeten, maar vindt dat wel heel belangrijk. Zij constateert dat het Westland er nu uitgehaald wordt, maar zij denkt dat het Oostland breder is en dat daaronder ook nog andere gebieden vervallen, zoals de Zuidplas, De Lansing en Barendrecht. Op de opmerking van de heer LUDEMA dat Barendrecht niet onder Oostland valt, zegt zij dat de ring rond Rotterdam bedoeld wordt. Zij mist in deze discussie de Bollenstreek en Nieuwkoop/Boskoop en vindt dat alle gebieden meegenomen moeten worden. Zij is blij dat de economie gekoppeld wordt aan energie en vraagt zich af waar de ontwikkelpaden ingeschoven moeten worden. Zij zegt dat dit ook in andere gebieden speelt. Ontwikkelpad 2 gaat over bereikbaarheid en dat geldt ook voor Oostland. Zij mist de koppeling met het onderwijs en de arbeidsinfrastructuur en zij oppert om er nog wat ontwikkelpaden aan te hangen om een en ander te complementeren. Zij zou graag zien dat het breder getrokken wordt en dat zowel Westland-Oostland, de Bollenstreek als Nieuwkoop hieronder vallen. Mevrouw VAN AELST zegt dat in het stuk sterk de nadruk ligt op de glastuinbouw. Zij zou graag zien dat de lichtvervuiling hierin meegenomen wordt. Het gaat om de ontwikkeling van het Westland als gemeente en daarbij staat de ruimtelijke kwaliteit sterk onder druk. Ze vraagt of de gedeputeerde mogelijkheden ziet om de ambities uit het gebiedsprofiel bij de ontwikkelingspaden te betrekken. Pagina 10/16

11 Gedeputeerde BOM-LEMSTRA zegt dat geprobeerd wordt integraal te werken. De gebiedsverkenning Westland ligt nu voor, maar er zijn meer stukken aangeboden. De gebiedsverkenning is gestart in het Westland, omdat men wil kijken naar een sterke sector met de drie grote gebieden, de Greenports Aalsmeer, Westland-Oostland en Venlo. Wat in het Westland speelt, komt men overal tegen, maar de problematiek daar is het grootst en daarom is er gekozen voor een gebiedsverkenning. Het blijkt dat vooral de groenteteelt problematisch is en er staan ook veel bedrijven onder water. Op basis van de gebiedsverkenning kan bekeken worden wat er aan gedaan kan worden, maar er zijn nog meer uitdagingen die opgepakt moeten worden zoals kennis en innovatie. Een opdracht voor Greenport Westland-Oostland is om de kennisagenda te ontwikkelen en volgende week is daarover een bijeenkomst. Tevens moet gekeken worden naar de logistiek en de infrastructuur, omdat die voor het hele cluster van belang zijn. Spreekster meldt de heer Van Dieren dat het Westland op vele gedachten hinkt. Wat het maken van een keuze betreft zegt zij dat het geheel eigenlijk nauw samenhangt. Het is belangrijk dat op het gebied van kennisontwikkeling bedrijven bijeenkomen en dat de kennisagenda ontwikkeld wordt, maar daar is een aantal stappen voor nodig. Op een opmerking van de heer VAN DIEREN dat hij het heeft over de ruimtelijke keuzes, zegt spreekster dat zij dat onderschrijft, maar dat men niet opnieuw het wiel moet uitvinden. Het gaat om de samenhang in de Greenport Westland-Oostland. Op een vraag van de heer VAN DIEREN wat nu precies Oostland is, zegt spreekster dat het om het gebied rond Rotterdam gaat. De Zuidplas zit daar nog niet bij, maar zij hoorde vandaag dat Brielle ook wil toetreden en eigenlijk vindt zij dat de Zuidplas er ook bij hoort. Op een opmerking van de heer POTJER dat het niet de bedoeling is dat in heel Zuid-Holland glastuinbouw wordt neergezet, maar dat er sturing en een ruimtelijk kader nodig zijn, stelt zij hem gerust, omdat een grotere uitbreiding van glastuinbouw in Zuid-Holland niet mogelijk is. Wel is het de bedoeling dat dit in de kop van Noord-Holland komt en de Greenport Aalsmeer heeft wel baat bij Schiphol en de haven. Op een opmerking van de heer LUDEMA dat hij graag een neutrale naam voor de greenport zou willen kiezen en een opmerking van de heer POTJER die de verbinding met de mainport belangrijk vindt en de tweede Maasvlakte daarvoor zou willen gebruiken, zegt zij nu geen discussie over de glastuinbouw te willen voeren, omdat deze al eerder gevoerd is. Zij bevestigt dat de haven belangrijk is en dat een en ander elkaar kan versterken. In dat kader is het MIRT-onderzoek gestart, maar zij ziet geen glastuinbouw op de tweede Maasvlakte verschijnen. De opmerking over de lichtvervuiling zal zij meenemen en zij vindt het belangrijk om te zorgen voor voldoende onderwijs. Zij zal de vinger aan de pols houden. Op het gebied van de infrastructuur wordt bekeken wat de mogelijkheden zijn om te kunnen faciliteren. Op een opmerking van de heer POTJER dat je de oplossing niet gelijk in de infrastructuur moet zoeken, maar wellicht beter in de ruimtelijke ordening, omdat dit vaak goedkoper is, zegt zij dat het erom gaat hoe het wegen- en het energienet georganiseerd worden en dat deze ten dienste van elkaar kunnen staan. Dat is de inzet. Bij herstructurering wordt ook altijd gekeken naar de wateropgave en de leefomgeving en zij vindt dat toezicht en handhaving op licht en water nodig zijn. De draaischijffunctie is noodzakelijk. Wat de Greenport Aalsmeer betreft zegt zij niet toe dat hier nog op teruggekomen wordt, maar voortschrijdend inzicht is wel altijd mogelijk. Zij meldt Pagina 11/16

12 de fractie van de VVD dat men niet bij nul begonnen is, maar dat men is verdergegaan met wat er al lag. De innovatieagenda moet nog gemaakt worden. De heer LUDEMA mist in het stuk de integratie. Portefeuillehouder WEBER zegt dat er veel aan vooraf is gegaan. Het handelingsperspectief is nodig voor de broodnodige herstructurering van het Westland dat een bijzondere positie inneemt. Het versterken van de draaischijf in de nabijheid van steden en kennisinstellingen is een kans voor de versterking van de hele greenport. In het Westland gaat het op dit moment niet goed, omdat het areaal niet aan de eisen voldoet die er aan gesteld worden en dit is zorgelijk. Twee derde van de bedrijven staat onder water en daarom moet men de handen ineenslaan en dit kan door keuzes te maken. Het gaat met name om beter glas, en niet om meer, en om de juiste infrastructuur, ook op het gebied van energie. Hij verwacht goede resultaten met het inzetten van de warmte vanuit de haven van Rotterdam in het Westland. De infrastructuur en de energie-infrastructuur zijn leidend voor de keuzes die gemaakt worden. Daarnaast zijn er ook markten en nieuwe niches die minder zware eisen stellen en men probeert in de coalitie Hot, die bestaat uit onder meer de Rabobank, de gemeente en Gedeputeerde Staten, te kijken hoe men kan samenwerken. Op een vraag van de heer POTJER over de financiering van het Warmtenet en of er geen goed geld naar kwaad geld wordt verschoven, zegt spreker dat twee derde van de bedrijven niet aan de eisen voldoet die een goed gebied nodig heeft. Een deel van die bedrijven staat onder water. Er zal geen goed geld naar kwaad geld worden verschoven. Dit gebied is het hart van de Nederlandse tuinbouw en men wil hier de meest duurzame tuinbouw van de hele wereld neerzetten. De VOORZITTER constateert dat dit punt geagendeerd is om kaders mee te geven, maar hij is van mening dat het college nog niets van de gemaakte opmerkingen heeft overgenomen. Hij vraagt de commissieleden ervoor te zorgen dat het meegeven van de kaders nog eens goed bekeken wordt. Tweede termijn De heer MINDERHOUT vraagt wat nu het doel is waarnaar men streeft. De heer VAN DIEREN is niet zo pessimistisch als de voorzitter. Hij heeft gehoord dat de portefeuillehouder op bijna alle opmerkingen heeft toegezegd deze te zullen meenemen en hij zal de stukken daar de volgende keer op controleren. Er moet een goede uitvoeringsagenda komen en daar moet de nadruk op liggen. De heer CANTON constateert dat portefeuillehouder Bom-Lemstra heeft gezegd dat er aandacht zal zijn voor handhaving. Spreker wijst op het risico van een handhavingstekort. Hij denkt dat er een nieuwe situatie ontstaat waarbij in het kader van de leefbaarheid toezicht en handhaving belangrijk zijn en hij denkt dat daar extra aandacht voor nodig is. Hij vraagt om een reactie. Mevrouw MEURS zegt dat dit stuk een hybride indruk maakt en dat de problemen vooral in het hart zitten, oftewel in de gemeente Westland. Daarom moet de meeste energie ingezet worden om het cluster zo sterk mogelijk te maken. Als de Pagina 12/16

13 problemen zo groot zijn, dan vraagt zij zich af of de essentie wel in het Westland is doorgedrongen, omdat zij alles willen. Op een opmerking van de heer VAN DIEREN dat de gedeputeerde heeft aangegeven dat zij begreep dat het Westland keuzes moet maken en dat zij dit mee gaan nemen, zegt spreekster dat het erom gaat of het Westland het hart wil worden van het economisch cluster. Wat Nieuw Amstel Oost betreft heeft de gedeputeerde toegezegd te willen bekijken of de afgesproken doelen nog goed zijn, maar zij wil dat niet. Zij vindt dat de reservering voor glastuinbouw in Nieuw Amstel Oost geen goed middel is om het doel te bereiken. In Nieuwkoop heeft men gezien wat er gebeurt als decennialang het zwaard van Damocles boven een gebied hangt. De heer LUDEMA gaat ervan uit dat GS de opmerkingen gehoord hebben en dat zij met een stuk zullen komen waar de opmerkingen in verwerkt zijn. Mevrouw VERKOELEN gaat ervan uit dat er een definitief verhaal komt waarin de input van vanavond is verwerkt waarna PS er nog eens naar zullen kijken. De heer VAN DIEREN zegt dat als de gedeputeerde aangeeft dat het stuk terugkomt, hij dat als een toezegging ziet. Mevrouw VERKOELEN vindt een toezegging niet nodig, maar wil graag dat de gemaakte opmerkingen in het volgende document verwerkt zijn. Gebeurt dat niet, dan stelt zij hierover vragen. In het Westland is herstructurering en modernisering hard nodig, maar ook de energietransitie is belangrijk en daar moet veel aandacht aan besteed worden in het vervolgstuk. Zij verzoekt de naam Oostland te vervangen. Wat Nieuwkoop, Boskoop en de Bollenstreek betreft vraagt zij of het klopt dat die streken losgelaten worden. Mevrouw VAN AELST gaat ervan uit dat, los van de toezegging over licht, de andere punten in het vervolgstuk meegenomen zullen worden. De heer POTJER wil graag vanuit het ruimtelijke verhaal naar de economische toekomst kijken. Daarom wil hij graag de kaders en structuren scherper neerzetten om te bezien wat het doel is. Nu twee derde van de bedrijven onder water staat is het afwachten of het nog iets wordt en hij vraagt zich af of dit de juiste weg is. De warmterotondes kosten bijvoorbeeld 4,3 miljard euro, maar het is de vraag of het probleem daarmee opgelost wordt. Hij zou graag een en ander in een breder perspectief willen zien en de ruimtelijke kwaliteit aan de orde laten komen en daarbij het personenvervoer per rail meenemen. Gedeputeerde BOM-LEMSTRA zegt dat zij beleidszaken zal meenemen. Zij wil het handelingsperspectief en de uitvoeringsagenda meer SMART laten zijn. Zij zegt dat Boskoop niet onder het genoemde gebied valt. Het gaat om de versterking van de economie en de ruimtelijkeordeningkaders zullen vanuit de VRM bewerkt worden. Wat de Greenport Aalsmeer betreft gaat het om uitwerking van de doelen. Als er voortschrijdend inzicht is over de ruimte in Nieuw Amstel Oost waaruit blijkt dat dit gebied niet meer nodig is, dan moet gedaan worden wat noodzakelijk is. Zij heeft de uitvoeringsagenda nog niet gezien. Pagina 13/16

14 Gedeputeerde WEBER wil de zorgen over het maken van keuzes door de gemeente Westland wegnemen, omdat deze graag het hart van de glastuinbouw wil zijn. Het Westland is bereid om een actieve partner te zijn in de coalitie HOT die over het glasareaal spreekt en over hoe dit naar de toegezegde norm kan worden gebracht. Het is goed als het Westland breder kijkt dan alleen naar wat voor de tuinbouw nodig is. Het Westland deelt de ambitie en dit handelingsperspectief is in nauw overleg met de gemeente Westland tot stand gekomen. Spreker meldt het CDA op een opmerking over de naam Oostland dat men een cluster Westland, maar ook een cluster Oostland wil aanleggen. De VOORZITTER constateert dat de gedeputeerden twee toezeggingen hebben gedaan namelijk iets te zullen doen aan de lichthinder en het college zal de opmerkingen en suggesties die vanavond gedaan zijn, meenemen bij de uitwerking. 5b. Behandelvoorstel motie 578 inlopen tekort sociale huurwoningen Mevrouw MATIL zegt dat GS een aantal verkenningen doen en een en ander ook willen monitoren. De slaagkans in de regio zal bij de discussie betrokken worden, maar haar fractie vindt dat het scherper moet. Daarom heeft haar fractie een amendement ingediend en zij wil graag dat de motie op een goede wijze wordt uitgevoerd. De woningmarkt verandert en zij denkt dat er andere stappen nodig zijn om de slaagkans te vergroten. Als die gegevens er niet zijn, dan moeten die zo spoedig mogelijk boven tafel gehaald worden. De heer SCHAAPMAN kan zich vinden in de wijze van afdoening van het college. Als er meer gegevens boven tafel gehaald worden, hoopt hij dat die met de commissieleden gedeeld zullen worden zodat het inzicht in de urgentie vergroot wordt. Spreker verwijst naar de onderste alinea op pagina 1 en zegt dat er een nieuwe proef op het gebied van bevolking en woningramingen gedaan wordt en dat daarover met de woningregio s in gesprek zal worden gegaan. Hij zou graag het naar voren halen van de gegevens samen met de woningmarktregio willen doen, zodat er veel tijd bespaard wordt op het gebied van ambtelijk en bestuurlijk overleg en op die manier heeft men ook dezelfde cijfers. Mevrouw SAHIN sluit zich aan bij de woorden van mevrouw Matil. Zij vindt het belangrijk dat er voor iedereen betaalbare woningen beschikbaar zijn in de provincie. Zij denkt dat de slaagkans van het behandelvoorstel beïnvloed wordt door een aantal factoren. In het onderzoek verhuurders Haaglanden wordt ingegaan op de slaagkansen van de diverse groepen. Als de provincie die cijfers wil hebben, dan kan dat onderzoek uitgevoerd worden. Zij vindt dit onderwerp erg belangrijk en oppert dat de provincie wellicht zelf het initiatief kan nemen om onderzoek te doen gezamenlijk met de betrokken partijen De heer KURVERS zegt dat zijn fractie zich kan vinden in het afhandelingsvoorstel. Hij denkt dat de woningcorporaties aan zet zijn en vindt dat de rollen scherp moeten blijven. De heer RIJKEN vindt dit alles een wassen neus nu de grenzen open zijn. Hij denkt dat het dan geen zin heeft om iets te doen aan de sociale woningbouw. Als Pagina 14/16

15 de fractie van de PvdA het voldoende vindt, dan volgt hij dit, want het is hun motie. Mevrouw VERKOELEN denkt dat de motie nog niet helemaal is afgedaan en zou de documenten 10 en 11 daarbij willen betrekken. Zij heeft gevraagd wat de gemeente Rotterdam van plan is in het kader van de verkeerde verdeelsleutel in de stadsregio Rotterdam. Sociale huurwoningen verspreiden over de regio vindt zij heel belangrijk, want er mag geen gettovorming plaatsvinden, zoals in Brussel en Parijs. De heer RIJKEN vraagt aan mevrouw Verkoelen of zij voor of tegen het slopen van sociale huurwoningen en het terugplaatsen van duurdere woningen is. Mevrouw VERKOELEN zegt dat zij daar niet op tegen is als de huurwoningen maar gespreid worden. Haar fractie is voor het bouwen van huurwoningen, maar tegen concentratie daarvan. Zij vindt dat een tussentijdse aanvulling op basis van de actualiteit mogelijk moet zijn en dat statushouders versneld een huurwoning zouden moeten krijgen. Wellicht kan er een aanvulling komen richting woonvisies en de motie is een stap in de goede richting. De heer CANTON vraagt wat mevrouw Verkoelen als definitie van scheefwonen ziet. Mevrouw VERKOELEN zegt dat scheefwonen volgens haar betekent met een heel hoge beurs in een heel goedkope woning wonen. Op een vraag van de heer CANTON of dit ook geldt voor de vrije sector zegt zij dat het haar om de discussie rondom de huurwoningen gaat. De heer KURVERS denkt dat zaken door elkaar lopen en hij roept op om zuiver te zijn als het gaat om hoe men met de motie omgaat. Gedeputeerde BOM-LEMSTRA kan zich vinden in de woorden van mevrouw Matil. Zij had graag een en ander eerder willen doen, maar dit blijkt niet mogelijk te zijn, omdat sommige regio s het wel op orde hebben en andere niet. Zij wil graag vergelijkbare cijfers hebben en zij zegt toe dat die aan de commissieleden gezonden zullen worden. Zij is het eens met de heer Schaapman als het gaat om onderzoeken naar woningbouw. Over de woonvisie 2017 zegt zij dat gemeenten er niet van worden weerhouden om, bovenop de afspraken die gemaakt zijn omtrent statushouders, nog extra zaken te doen. Mevrouw MATIL is tevreden met de antwoorden van de gedeputeerde. Het volledige plaatje komt eraan en men mag de gedeputeerde daarop bevragen als het er is. Als er tussentijds gegevens zijn die ertoe kunnen leiden dat een en ander beter beoordeeld kan worden, dan ontvangt zij die graag. De VOORZITTER constateert dat de motie is afgedaan met de toezegging van de gedeputeerde. Pagina 15/16

16 6. Sluiting De VOORZITTER sluit de vergadering om uur en wenst de aanwezigen wel thuis. Pagina 16/16