Beeldende begrippen/begrippen verbeeld. Vak/onderwerp beeldende vakken

Transcriptie

1 Beeldende begrippen/begrippen verbeeld Vak/onderwerp beeldende vakken Hardware-eisen Systeemeisen: Windows 98/NT, Pentium II 233 Mhz. processor, 32 Mb intern geheugen, 16-speed cd-rom speler, 16 bits kleur beeldscherm, geluidskaart, speakers. Internet toegang en browser gewenst. Algemeen Het programma `Begrippen verbeeld` visualiseert (vak)termen die bij het vak kunstbeschouwing worden gebruikt: als er een (vak)term wordt gebruikt, dan krijgt de leerling direct te zien wat de term in de praktijk van het kunst beschouwen inhoudt. Valt bijvoorbeeld de term 'complementair kleurcontrast', dan verandert op het scherm de afbeelding van het besproken schilderij synchroon met de uitleggende tekst. De cd-rom is bedoeld voor het aanleren van vaardigheden die vereist zijn bij CKV2en CKV3. Bij het maken van dit programma is samengewerkt met een tiental musea, alle Nederlands. Het is ook de opzet van de auteurs dat de leerling één of meer van die musea bezoekt, liefst lijfelijk, zeker via internet. Uitgangspunten en doelstellingen Het programma is gericht op de vakken CKV2en CKV3. Het beoogt te zijn: a. een tutor die de leerling de voor die vakken benodigde vaardigheden bijbrengt en dat doet aan de hand van foto's van schilderijen, bouwwerken, standbeelden, voorwerpen, enz. die steeds veranderen als de nadruk van de tutor op een ander beeldend element valt; b. een korte inleiding in de traditionele kunstgeschiedenis, beginnend met de Grieken en eindigend bij het Postmodernisme; c. een middel om de leerling gericht een museum te laten bezoeken. Leerstof Inhoud De leerling dient steeds de beschikking te hebben over de cd-rom alsmede over zijn eigen diskette, waarop de antwoorden op de toetsen worden opgeslagen. Er wordt geen beslag gelegd op ruimte op de harde schijf. Zodra de CD opgestart is, kan de leerling kiezen voor het studiegedeelte, dat bestaat uit de 5 onderwerpen van CKV, vermeerderd met de Griekse en Romeinse kunst, dat zijn 1. Romaanse en Gotische kunst; 2. Renaissance en Barok; 3. Neoclassicisme, Neostijlen, Romantiek, Realisme, Impressionisme, Postimpressionisme, Jugendstil; 4. De Stijl, Expressionisme, Kubisme, Futurisme, Functionalisme, Surrealisme; 5. Nieuwe Kunst, Popart, Graffiti, Postmodernisme, Memphis. Hij kan ook kiezen eerst informatie te krijgen over het programma, de doelstellingen, hoe het studie- en hoe het toetsgedeelte georganiseerd zijn. Binnen het studiegedeelte is ieder thema onderverdeeld in onderwerpen. Ieder onderwerp wordt ingeleid door een voor de leerling relevante inleiding, die probeert aan te sluiten bij diens ervaringen. Heeft de leerling op een onderwerp geklikt, dan passen achtergrond en achtergrondmuziek zich aan aan de tijd en er verschijnen plaatjes en animaties op het scherm, terwijl een vrouwenstem rustig een toelichting bij de getoonde kunstwerken uitspreekt. De begrippen worden alleraardigst gevisualiseerd door middel van animaties, schetsjes en 'what ifs': wat als de kunstenaar de compositie aangepast had? Dit draagt ertoe bij dat ook de wat lastiger onderwerpen op een aangename wijze worden duidelijk gemaakt. De leerling is vrij in het bepalen van de volgorde waarin hij de CD afwerkt. Hij kan ook stukjes opnieuw bekijken en beluisteren, wat hij zeker hoort te doen als hij de toets waarmee een onderwerp wordt afgesloten, niet voldoende heeft gemaakt. Ordening Het scherm is steeds op dezelfde manier opgebouwd. Links op het scherm is een klein kadertje waarmee SLO/NICL 2002 pagina: 1 van 5

2 de leerling het programma kan besturen: home, help, naar het toets-/studiegedeelte, onderdeel herhalen, pauzeren of overslaan. De leerstof is zo chronologisch-thematisch georganiseerd dat ook vorige generaties het zouden kunnen herkennen. Verwerking De leerling heeft, zoals al is uiteengezet, de keuze uit het studieprogramma of uit het toetsprogramma. Hij zal allerlei definities moeten memoriseren. Delen die hij niet direct begrijpt, kan hij (grotendeels) uitprinten. Uitleg is altijd voorhanden. Gebruik leerkracht De leerling kan het programma zelfstandig doorwerken. Daar waar een enkele toetsvraag niet geheel eenduidig is, zal hij er behoefte aan hebben de docent een enkele vraag te stellen. De museumopdrachten leveren nogal wat schrijf- en dus ook nogal wat correctiewerk op. De docent kan de diskette van de leerling nazien, maar fraude is geenszins uitgesloten. Differentiatie Het programma kent geen verschillende niveaus. Evaluatie Ieder onderwerp kan worden afgesloten door een toets. Deze bestaat uit 5 tot 10 vragen, afwisselend meerkeuze en open vragen. Voor het beantwoorden van de open vragen heeft de leerling de beschikking over een tekstvakje. De resultaten worden opgeslagen in ASCII (tekst zonder opmaak) op de diskette van de leerling. Erbij wordt vermeld hoeveel meerkeuzevragen er correct beantwoord zijn en de antwoorden op de open vragen worden compleet opgeslagen. Naast deze toetsen zijn er een aantal museumopdrachten. De leerling dient hierbij een op internet of in een museum aangetroffen kunstwerk te beschouwen en/of te tekenen. De meeste museumopdrachten zijn van het soort 'ga erheen en zoek dat-en-dat', het adres van het museum en openingstijden worden (in het studie-gedeelte) vermeldt. Als de leerling iets op de website van het betreffende museum moet zoeken, staat er een hyperlink in de tekst van waaruit je redelijk rechtstreeks naar de homepage van het museum komt. Aangezien de uitslagen worden opgeslagen in ASCII, kan de leerling simpel 'inbreken' in de tekst en zijn uitslagen veranderen. De docent kan dus weinig beginnen met de uitslagen van de toetsen. De uitslagen kunnen overigens ook geprint worden. Documentatie Er wordt geen documentatie bijgeleverd. Wel is de help-file af te drukken. Deze geeft algemene informatie in circa 2 A4-tjes over de bediening en de bedoeling van de CD. Opmerkingen 1. Als een meerkeuzevraag foutief beantwoord wordt, dan geeft het programma dat wel aan, maar meldt niet wat er fout is. Bij een subjectieve vraag als 'wat symboliseert deze kleur in dit schilderij?' is dit niet productief. 2. Als de auteurs enige versleuteling zouden toepassen op de antwoorden op de leerlingdiskette, dan zou de docent effectief kunnen bijhouden hoever de leerling qua kennis en inzicht is gevorderd. Nu heeft de toetsing geen objectieve waarde. 3. Een programma als dit is geheel afhankelijk van het gesproken woord. Dat houdt in dat het klassikaal alleen bruikbaar is als in het computerlokaal alle configuraties voorzien zijn van een geluidskaart en een koptelefoon. Maakt men gebruik van luidsprekers, dan treedt er een Babylonische spraakverwarring op. Overigens worden de teksten helder en duidelijk voorgelezen. 4. De cd-rom kan uitstekend gebruikt worden in een documentatiecentrum of ook thuis bij de leerling. Een nadeel is, dat niet op iedere configuratie het introductiefilmpje loopt. 5. Het niveau van de uitleg is niet erg diepgravend. Als introductie is het geheel goed bruikbaar, maar na verloop van tijd zal de leerling een dieper gravende uitleg op prijs stellen. Het programma zal niet kunnen dienen als naslagwerk. SLO/NICL 2002 pagina: 2 van 5

3 6. De kunstopvatting van dit programma is strikt Europa-centrisch. Vanzelfsprekend kon dit ook moeilijk anders, omdat het een trainingsprogramma voor CKV is, maar had er misschien een vleugje kunst van buiten de Westerse wereld bij gekund? 7. Soms gaat de uitleg wat te snel om direct opgenomen te kunnen worden (bijv. bij de opbouw van de Griekse tempel). Dan kan de uitleg natuurlijk herhaald worden, maar een filmpje dat in eerste instantie heel leuk is, wordt dan irritant. 8. De ruimte voor de antwoorden op de open vragen is beperkt tot 5 regels. Dat is in casu erg weinig. Schermvoorbeelden: SLO/NICL 2002 pagina: 3 van 5

4 SLO/NICL 2002 pagina: 4 van 5

5 Colofon: SLO, Stichting leerplanontwikkeling Nationaal informatiecentrum leermiddelen Postbus 2041, 7500 CA Enschede Telefoon: (053) Fax: (053) Website: Copyright: Op deze tekst berust copyright. Niets uit deze beschrijving mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in geautomatiseerde gegevensbestanden, of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, het zij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Bron: Deze beschrijving is afkomstig uit de leermiddelendatabase van het Nationaal informatiecentrum leermiddelen. Voor actuele gegevens over de samenstelling en leverbaarheid van het hierboven beschreven softwarepakket verwijzen wij u naar deze leermiddelendatabase ( De beschrijving is samengesteld conform het 'Beschrijvingsmodel Educatieve Software'. Dit model is opvraagbaar via de hier bovengenoemde website. SLO/NICL 2002 pagina: 5 van 5