ik ben een kind ik vraag je geef me dingen die gelukkig maken leer mij wat nodig is opdat ik een zegen voor de wereld mag zijn

Transcriptie

1 ik ben een kind ik vraag je geef me dingen die gelukkig maken leer mij wat nodig is opdat ik een zegen voor de wereld mag zijn Overzicht van de activiteiten in de groepen 1a en 2a. Welkom in de kikkergroep. Door middel van deze informatie willen we onder andere bereiken dat uw kind zich zo spoedig mogelijk veilig en thuis voelt in zijn/haar nieuwe groep. Om 8.20 gaat de deur van de onderbouw open. U heeft dan de gelegenheid nog even afscheid te nemen van uw kind, en natuurlijk kunt u dan het gemaakte werk bewonderen. Wij hebben de afspraak gemaakt dat kinderen die in de klas komen, gelijk op hun stoel gaan zitten (wanneer er een kring staat) en niet in de klas gaan rennen, spelen of rondlopen. Ook willen we liever niet dat eventuele broertjes of zusjes in de hoeken of op de gang gaan spelen. Kinderwagens en buggy s zien wij het liefst op de gang, in verband met de beperkte ruimte. De leerkracht maakt twee à drie keer in de week s morgens de kring ( afhankelijk van gebeurtenissen en programma). Bij binnenkomst geven we elkaar een hand: fijn dat je er weer bent, welkom. Wanneer er stoelen in de kring staan, kan uw kind zijn/haar stoel herkennen aan zijn/haar naamkaartje dat op de stoel ligt. Elke dag zijn er twee kleuters kind van de dag, zij zitten die dag naast de juf. Aan het begin van de dag krijgen ze een sticker op de namenlijst. Zo komt iedereen aan de beurt. Het kan ook voorkomen dat er geen kring staat (twee à drie keer), uw zoon of dochter mag dan direct gaan spelen bij binnenkomst. Soms ligt er materiaal op de tafels, soms kan het kind zelf iets uit de kast kiezen. U kunt dan even kort meedoen en kijken wat uw kind uit de kast kiest. Om 8.30 uur starten wij met de les. Ook wanneer er geen kring staat en de kleuters zelf kunnen kiezen wat ze gaan doen, met het materiaal dat op tafel ligt of het zelfgekozen materiaal, starten wij om 8.30 uur. Het kan voorkomen dat de leerkracht aan een klein groepje kleuters een les geeft. Het is dan prettig wanneer iedereen aanwezig is en de dag rustig kan beginnen. Wanneer u iets aan de leerkracht wilt doorgeven kunt u dat noteren in het schriftje bij de deur. Bij absentie gaan wij ervan uit dat dit voor schooltijd gemeld wordt, dat kan via Mijn Schoolinfo. Mijnschoolinfo Zoals u weet werken wij via mijnschoolinfo. Ook als het gaat om ziekmeldingen van uw kind en belangrijke persoonsgegevens. Aan het begin van het schooljaar vragen

2 wij u om alle persoonsgegevens MSI te zetten. Die zijn wel van belang voor ons. Noodtelefoonnummers, huisarts of oppas, we willen dit graag van u weten. Ook een telefoonnummer van de NSO bijvoorbeeld en op welke dagen het kind opgehaald wordt is fijn om op te schrijven. U kunt dit alles noteren bij Mijnschoolinfo. Op die manier kunnen wij als school adequaat reageren als er iets aan de hand is. Wilt u controleren of alle belangrijke gegevens daar zijn ingevuld en deze andere aanvullen. Het is in het belang van uw eigen kind! Via MSI krijgt u ook allerlei informatie over feesten, dagjes uit, bijzondere activiteiten die de hele school aangaat of alleen de groep van uw zoon of dochter.. Continurooster Aan de schooltijden is niets veranderd. Maar het is toch niet voor iedereen duidelijk dat de onderbouw andere schooltijden heeft dan de bovenbouw. Dit heeft te maken met het feit dat we (een aantal jaren geleden) zijn overgegaan naar het continurooster. Daarom nogmaals op een rij: dagen onderbouw bovenbouw Maandag uur uur Dinsdag uur uur Woensdag uur uur Donderdag uur uur Vrijdag uur uur De eindtijd van de bovenbouw op maandag en donderdag is dus een kwartier later dan de eindtijd van de onderbouw. Daarnaast gaan de deuren om 8.20 uur open! We starten graag om 8.30 uur. De tijd effectief benutten vinden wij belangrijk. Wilt u de klas verlaten voor de bel en de leerkracht de ruimte geven om met de kinderen te beginnen? Dank hiervoor. DE KRING: De ochtenden beginnen wij over het algemeen eerst in de kring. We openen de dag met het aansteken van een lichtje, en zingen een lied en/of zeggen een versje, vervolgens bidden we met elkaar. De kalender van Trefwoord en onze dag planning, het maatjesbord vertellen ons waar we deze dag mee bezig zullen zijn. We behandelen de dagen van de week, de datum, de maand, het jaar, het weer en de seizoenen. Dagkleuren worden benut als communicatiemiddel. Iedere dag van de week heeft zijn eigen kleur, op deze manier kunnen ook de jongste kleuters inzicht krijgen in de dagen van de week, nog voordat ze kunnen lezen of de namen kunnen herkennen. Dit komt iedere dag terug. We bekijken met elkaar de dagritmekaarten. Hiermee wordt de dagindeling duidelijk gemaakt. Dit geeft uw kind houvast. Met behulp van het dagritmepakket is het mogelijk om de dagindeling inzichtelijk te maken.

3 De beste manier om dit uit te voeren, is door een opeenvolging van activiteiten te visualiseren, waardoor kleuters vertrouwd raken met de dagindeling en de verschillende onderdelen waaruit de dag is opgebouwd. Wij hebben gekozen voor de symbolen met Winnie de Pooh. Ook krijgen de kinderen de gelegenheid om te vertellen wat ze hebben meegemaakt. Op de maandag wat uitgebreider, op deze dag mogen ze wat meenemen om te laten zien wat ze in het weekend meegemaakt hebben ( bijvoorbeeld folders, kaartjes, foto s van uitstapjes of andere gebeurtenissen). Dit doen we om kinderen te stimuleren over hun belevenissen te vertellen. Soms vertellen we in een grote kring, het kan ook voorkomen dat we een binnen-en een buitenkring hebben. Kleuters kunnen dan aan elkaar hun verhaal vertellen. Het kan ook voorkomen dat eerst de ene groep de gelegenheid krijgt om te vertellen, de andere groep speelt en na ongeveer een kwartier draaien we het geheel om ( kleine kring ). In de kring vindt ook muziek plaats, maar dit kan ook in het speellokaal als we meer ruimte nodig hebben om beter te kunnen bewegen. In de kring vertellen we een verhaal, luisteren we naar een prentenboek en doen we taal- en rekenspelletjes. Maar met taal en rekenen zijn we in de loop van de dag zeker ook nog bezig. Ook levensbeschouwing vindt plaats in de kring. Voor het vertellen van een Bijbelverhaal volgen we de methode Trefwoord. Deze bevat Bijbelverhalen, buiten Bijbelse verhalen, christelijke thema s, liedjes, waaruit we leren hoe we omgaan met God, elkaar en de wereld om ons heen. Meestal beginnen we de middag ook in de kring, maar het kan ook voorkomen dat we gelijk bij binnenkomst gaan spelen en/of werken. Eten en drinken Rond 10 uur/10.15 uur is het de tijd voor een pauzehapje. Graag gezond en niet teveel. WERKEN en SPELEN We werken met een programma, waarbij een belangstellingsthema centraal staat. Daaromheen worden de lessen opgebouwd. Hierbij houden we rekening met de seizoenen en feesten. Het

4 thema dat ongeveer drie weken in de belangstelling staat, wordt aangekondigd op het infobord naast de deur en wordt verbeeld op de thematafel. Het is leuk, als ook thuis wordt meegedacht over het thema d.m.v. gesprek of het meenemen van spulletjes en boeken. De vorm van het onderwijs is steeds wisselend, omdat wij werken volgens zgn. leerlijnen. De kern van het onderwijs aan kleuters is hen de gelegenheid geven om spelend te leren. In de groep betekent dat zorgen voor een uitdagende omgeving: de klasinrichting, de materialen en de opdrachten, zo dat ieder kind op zijn eigen wijze, op eigen niveau en in eigen tempo kan groeien in alle facetten van de ontwikkeling: te weten de verstandelijke, de motorische, de sociaal-emotionele en de taalontwikkeling. Deze facetten zijn doorslaggevend voor de verdere ontwikkeling richting groep 2/3. De taak van de leerkracht is hierbij: leerlingen observeren, begeleiden en stimuleren. Ook in de groepen 1 en 2 wordt volgens een lesrooster gewerkt; de leerlingen kunnen de activiteiten meelezen op de dagritmekaarten. Op het rooster vindt u de volgende activiteiten: Levensbeschouwing, taalontwikkeling, muzikale vorming, werken met materiaal of arbeid naar keuze, drama, toneel, bewegingsonderwijs en Engels voor de onderbouw. Een belangrijk onderdeel is het zelfstandig werken. We trainen de kinderen in het steeds meer zelfstandig uitvoeren van taken. We hebben daarvoor een programma ontwikkeld met regels die door de hele school gelden. Met dit programma heeft de leerkracht de mogelijkheid om extra hulp te bieden aan kinderen die dat nodig hebben. Door middel van een zichtbaar teken ( kikker) leren we de kinderen om de juf en de andere kinderen niet te storen tijdens het werk. De tijd dat dit niet mag wordt langzaam opgebouwd. De leerkracht komt bij het kind langs; het kind moet daarop wachten (uitgestelde aandacht). Heb je hulp nodig, probeer het eerst zelf op te lossen in de eigen groep. Wanneer het teken je vertelt dat je de juf niet mag storen, kan de leerkracht een instructieles geven aan een groepje kinderen(de kikker staat op rood ). Ook kan de leerkracht langs de groepen lopen en daar waar nodig is, begeleiden, stimuleren, extra instructie geven. Als leerkracht zijn we meer stimulerend en begeleidend bezig, en minder sturend. We maken gebruik van een zelfstandig planbord. De kleuters leren op deze manier zelf keuzes maken en plannen. Wanneer kleuters zelf hun keuze maken, zijn ze meer gemotiveerd aan het werk. Maar dit zelfstandig werken en keuzes maken is altijd binnen kaders. Het zelfstandig plannen is niet makkelijk. Wij zorgen voor verschillende activiteiten op verschillend niveau. Het Planbord Op het planbord staan verschillende keuzeactiviteiten, maar ook verplichte activiteiten. Deze laatste activiteiten moeten aan het einde van de week gedaan zijn. Kleuters maken zelf op deze manier keuzes binnen een kader, ze leren plannen, het is een voorbereiding op de volgende groepen die gaan komen, waar gewerkt wordt met een dagtaak/weektaak. Het planbord is een middel om de werktaak/weektaak op een eenvoudige manier in beeld te brengen. De leerkracht bepaalt de werkjes voor de komende week, hierbij staan ook de verplichte werkjes die met een pijl aangegeven worden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen groep 1 en groep 2. Het kan voorkomen dat een kleuter uit groep 1 aan tafel zit bij een kleuter uit groep 2, ze werken over hetzelfde thema, maar werken op eigen niveau (thema is hetzelfde, materiaalgebruik kan hetzelfde zijn, maar ook verschillen, techniek is aangepast aan het niveau ). Het werkbord wordt gebruikt als plansysteem en als registratiesysteem. Wanneer een kleuter aan de beurt is om een activiteit te kiezen, krijgt het een gekleurde magneet, op maandag een rode magneet en op dinsdag een blauwe etc. De magneet wordt geplaatst op het kruispunt van de eigen naam en de gekozen activiteit. Kleuters kunnen op het bord zien welke activiteit vol is, er zijn stippen die vertellen hoeveel kinderen er b.v. in de

5 poppenhoek mogen. De leerkracht begeleidt de kinderen, de planning, en wijst de kleuters op de gevolgen van de tot dan toe gemaakte keuzes. Als de activiteit wordt gestart, dan plaatst de kleuter de magneet horizontaal, is hij klaar, dan wordt de magneet verticaal gezet. De leerkrachten nemen deze kleurenmatrix over in de groepsmap. Ook noteren we hoe er gewerkt wordt. U kunt als ouder zien wat uw kleuter gedaan heeft. Voor dit planbord willen wij graag een foto. Vorig jaar zijn wij gestart met een vernieuwde taalmethode voor groep 1 en 2. Kleuterplein. Wij werkten al een aantal jaren met deze methode, maar vorig jaar is er vernieuwd materiaal aangeschaft. en De wereld. Kleuterplein is een geïntegreerd pakke t voor de groepen 1 en 2. Kleuterplein bestaat uit twee themapakketten: De seizoenen en De wereld. Elk pakket bevat 8 uitgewerkte themakaternen, die wij in duidelijke stappen meenemen door de les. De basis van elk thema is een fraai prentenboek. Vervolgens staat elk themakatern boordevol lessuggesties voor grote en kleine kringen, groepslessen, 5 minutenspelletjes en activiteiten voor hoeken en ontwikkelingsmateriaal. De themapakketten volgen de laatste inzichten in het kleuteronderwijs. Ook speelt Kleuterplein in op de vraag naar meer specifieke thema s voor jongens. Verder is er een speciaal thema voor de feestelijke decembermaand. Elk themapakket heeft ook een cd met leuke themaliedjes. Het is opgezet rondom 16 thema s die aansluiten bij de interesse van jonge kinderen. Kinderen leren m.b.v. deze taalmethode de wereld om hen heen te ontdekken. Spelenderwijs komen de belangrijkste ontwikkelingsgebieden aan bod. Het is meer dan taal en rekenen, het is ook motoriek, de sociaal-emotionele ontwikkeling, wereldoriëntatie, drama en muziek. Alle thema s hebben een vaste opbouw. We maken gebruik van een handpop: Raai de Kraai. De vogel vliegt met de kinderen mee door de thema s, hij is nieuwsgierig en stelt de kinderen veel vragen, waarmee hij de kinderen prikkelt. Elk thema heeft een verhaal, waaraan activiteiten zijn gekoppeld. De thema s zijn o.a. de seizoenen, familie, thuis, op de boerderij, post, water, bouwen

6 In de groep hangt zichtbaar een anti-pestprotocol. We willen graag dat iedereen met plezier naar school gaat en zich veilig voelt. Deze klassenregels bespreken we regelmatig met de kinderen. Op onze school gebruiken wij de methode De Kanjertraining. Een methode die door de hele school gebruikt wordt. De kanjertraining gaat er van uit dat een goede opvoeding zich richt op fundamentele menselijke waarden. Zoals liefde, vertrouwen, mededogen, toewijding, verantwoordelijkheid en betrokkenheid in de breedste zin van het woord. Durf het leven te vertrouwen, zoals het zich voordoet. De Kanjertraining kent vijf uitgangspunten: we vertrouwen elkaar, we helpen elkaar, niemand speelt de baas, niemand lacht uit, niemand doet zielig. De uiteenzetting wordt aangevuld met ervaringen uit de dagelijkse praktijk en thema s zoals die in de kanjerboeken zijn uitgewerkt. De Kanjerlessen gaan uit van de positieve eigenheid van het kind, die het verlangen heeft het goed te doen. Er wordt gebruik gemaakt van vier gedragstypen. De Kanjer ( witte pet), de Vlerk ( pestvogel, zwarte pet), de Aap ( pias, rode pet), en het Konijn ( bang, gele pet). Kinderen gedragen zich, evenals volwassenen, verschillend in verschillende situaties. Je bent dus geen gedragstypetje, maar je gedraagt je als de Kanjer, het Konijn, de Aap of de Vlerk. De Kanjerafspraken zijn het fundament waarop de Kanjertraining rust. In onze groep wordt gebruik gemaakt van een knieboek: : Max en het dorpje. Max heeft een dorpje ontdekt, waarin pestvogels, tijgers, konijnen en apen uiteindelijk op een goede manier met elkaar omgaan. In de klas hangen drie Kanjerposters..

7 In onze groep maken wij gebruik van een zogenaamd maatjesbord, waarop de kleuters kunnen lezen wie deze week hun maatje is. Kleuters vinden het heerlijk om de juf te helpen. Om deze hulpvaardigheid verder te ontwikkelen, maar vooral om de kleuters verantwoordelijkheid te geven die zij aankunnen, met als doel daarmee de betrokkenheid bij de omgeving waarin zij verkeren te stimuleren, gebruiken we het huishoudelijk taak/maatjesbord. Taken als: licht aan/uit, vloer vegen, kwastjes afwassen, hoeken controleren, deur openen/dichtdoen, etc. Het is de eerste taak waarmee ze geconfronteerd worden. De taken worden zichtbaar gemaakt m.b.v. symbolen en Winnie de Pooh plaatjes, een teken van de taak. De taak die je hebt doe je samen met je maatje je bent dus samen een week lang of meer verantwoordelijk voor een taak. De leerkracht bepaalt op maandag wie je maatje is en welke taak je krijgt. Op deze manier leren kinderen samen werken en overleggen, ze leren verantwoordelijk te zijn voor elkaar en hun omgeving. Hieronder volgt een opsomming van de onderdelen van het rooster en een aantal voorbeelden van de invulling daarvan: Levensbeschouwing of Bijbelonderwijs: zie eerder Taalontwikkeling: De hele dag ben je bezig met taal: Kringgesprekken: vertellen over en luisteren naar elkaars belevenissen, leren communiceren. Leren dat je iets duidelijk kunt maken, zonder eerst je vinger op te steken Kringgesprekken n.a.v. een bepaald onderwerp: informatie uitwisselen, gekozen door de leerling of door de leerkracht. Vertellen van verhalen. Voorlezen uit boeken en prentenboeken Taalspelletjes: rijmen, woorden en zinnen onthouden, klanken herkennen, woorden in klanken verdelen, raadsels, spelletjes met hoeveelheden en begrippen. Poppenkast, sokpop Spelen met letters m.b.v. flanelletters, stempels, schrijfpatronen enz. Er zijn praatplaten, we maken gebruik van woordkaarten ( zie verder) We werken met een zgn. Klankkast, met picto s, letters. We lezen interactief voor uit prentenboeken. De methode Kleuterplein. Reken-en taalspelletjes.

8 Muzikale vorming: Zingen van liedjes, spelen met klanken en ritmes, geluiden herkennen en nadoen, spelen met muziekinstrumenten, bewegen op muziek. Bewegingsonderwijs: Dit gebeurt elke dag, s morgens en s middags, binnen of buiten. In het speellokaal met klim- en klautermateriaal, met klein materiaal, zoals hoepels, ballen, pittenzakken. De lessen zijn in vrije vorm of met opdracht. We hebben spellessen, tik- vangspelen, dans- en kringspelen en volksdansen. Bij het buitenspel ligt het accent op samenspel en het ontdekken van spelmogelijkheden. Het is gebruikelijk dat alle kleuters gympjes dragen. Het liefst zonder veters en graag voorzien van naam. Het is niet nodig dat de kinderen speciale gymkleding en tassen op school hebben. Dit alles kan opgeborgen worden in het eigen kluisje. Drama, expressie, kunst: Vrij of geleid naspelen van verhalen, uitbeelden van emoties of gevoelens, toneelstukjes bedenken en uitvoeren. Praten over en verwerken van bestaande kunstwerken (n.a.v. de methode Moet je doen ). Kunstprojecten begeleid door de stichting Kunst Centraal, creamiddagen en natuurprojecten. Werken met ontwikkelingsmateriaal ( zie eerder ), Er worden opdrachten uitgevoerd met materialen uit de kast, zoals: blokken ( groot en klein) vrij bouwen of met opdrachten, puzzels, lotto s, mozaïek, kleur-en vormspelen, taal-en rekenspelen of met verwerkingsmateriaal zoals: klei verf, ecoline etc. Hoeken, zoals de huishoek, de bouwhoek, de leeshoek, divers constructiemateriaal. We werken volgens leerlijnen aan de hand van een thema ( bijv. de Kinderboekenweek, herfst, Sint, Kerst, ziek-zijn, kunst en cultuur, n.a.v. prentenboeken, natuur/milieuonderwerpen, Pasen, brandweer etc. ). Op het prikbord hangen woordkaarten Woordkaarten zijn bedoeld om een thema in te leiden. Het vergroot de woordenschat van de kinderen. We oefenen niet alleen het woord in, maar leren ook de betekenis ervan te begrijpen (consolideren) Het bespreken van de kaarten bevordert de gespreksvaardigheid van de kinderen. De kinderen komen in aanraking met letters en woorden. ( beginnende geletterdheid).

9 De woordkaarten brengen de woorden/objecten binnen een thema samen en de kinderen leren verbanden te leggen. Engels: Sinds vorig jaar zijn wij schoolbreed gestart met Engels. Wij gebruiken de methode Groove. me. Met Groove.me in groep 1/2 leren kinderen Engels met Bobo, de rockster. Met op maat gemaakte Engelse themaliedjes, routineliedjes die de kinderen snel mee kunnen zingen (allemaal gezongen door Bobo), verhalen met plaatjes, praatplaten, flashcards, korte gesprekjes en veel verschillende activiteiten per thema kun je in de klas zo aan de slag met Engels! Engels leren is voor veel kinderen spannend, maar het is vooral ook heel erg leuk! In groep 1 (en in mindere mate ook in groep 2) leren kinderen het Engels vooral receptief. De kinderen luisteren en zeggen na. Ze hoeven niet zelf al gesprekjes te voeren of antwoord te geven in het Engels. Je stimuleert echter de kinderen wel om iets te zeggen. Sommige kinderen vinden het fantastisch om alles meteen na te zeggen. Andere kinderen hebben eerst een stille periode als ze met een nieuwe taal beginnen. Het is niet goed deze kinderen te pushen tot taalproductie, het zelf zeggen van dingen in het Engels. Halverwege groep 2 kun je wel eisen gaan stellen aan de taalproductie. Doelen Groove.me groep 1-4 sluiten aan bij de kerndoelen Engels voor het basisonderwijs zoals deze in 2006 in opdracht van het ministerie van OCW zijn opgesteld door het SLO. Groep 1/2: De kinderen ontwikkelen een positieve houding ten opzichte van het leren van het Engels. De activiteiten sluiten aan bij de ontwikkelingsfase van de kinderen. De kinderen ontwikkelen een luisterhouding waarin ze door visuele ondersteuning op een natuurlijke manier steeds meer van het aangeboden Engels begrijpen. De kinderen ontwikkelen een positieve houding ten aanzien van het spreken in het Engels. Per thema worden er woorden en korte zinnen aangeboden die de kinderen gaan leren. De woorden zijn verdeeld in basiswoorden en uitbreidingswoorden. De basiswoorden worden receptief (het kind kan de woorden en zinnen begrijpen) en productief (het kind kan deze woorden en zinnen zelf gebruiken) geleerd. De uitbreidingswoorden worden alleen receptief aangeboden. Groove.me voor groep 1/2 bestaat uit 8 thema s: school, herfst, familie, winter, dieren, voorjaar, mijn lichaam, zomer. Deze 8 thema s kunnen in groep 1 worden ingezet en in groep

10 2 worden herhaald. De kinderen maken voor het eerst kennis met Engels en hebben baat bij heel veel herhaling. Verschil groep 1 en 2 Om zoveel mogelijk aan te sluiten bij het ontwikkelingsniveau, worden aan oudere kinderen en aan kinderen die dat aankunnen uitgebreidere opdrachten gegeven, ook worden er hogere eisen gesteld aan de concentratie en de uitvoering. De zelfwerkzaamheid wordt gestimuleerd door het zelf opzoeken en opruimen van de materialen. Bij de keuze van de opdrachten wordt ook gelet op de creativiteit van de leerling. Het accent van de opdrachten ligt voor groep 1 op kleur en vorm en eenvoudige begrippen en het plezier hebben in het werken/spelen met materialen, voor groep 2 ligt het accent ook op tellen, hoeveelheden, visuele- en auditieve waarneming en lees- en rekenvoorwaarden. In groep 1 gaat het vooral om het wennen aan school en elkaar, de regels, het spreken en luisteren, het bezig zijn en het ontdekken. Je moet leren rekening te houden met elkaar, gezellig spelen en opruimen en aandacht delen. Het doen, het ontdekken is belangrijker dan het resultaat. De CITO begrippentoets, taal en rekenen voor kleuters nemen we af in groep 2 ( januari en juni). Aan het einde van groep 2 vindt er een grafemen toets plaats. Ook kan er een risicoscreening dyslexie in groep 2 afgenomen worden. De leerkrachten maken gebruik van observatielijsten en registratielijsten. ( KIJK ) Er zal een ontwikkelingsprofiel met behulp van KIJK gemaakt worden. Er wordt gekeken naar onder andere het zelfvertrouwen, de betrokkenheid, doorzettingsvermogen, de aandacht van uw kleuter. Ook kijken wij naar de ontwikkelingslijnen. Dat zijn de sociale en emotionele ontwikkeling, de relatie met volwassenen en kinderen, het speel-werkgedrag, de taakgerichtheid en zelfstandigheid, de kleine en grote motoriek, de tekenontwikkeling, de visuele en auditieve waarneming, de mondelinge taalontwikkeling, lichaamsoriëntatie, ruimtelijke en tijdsoriëntatie, ontwikkeling van de beginnende geletterdheid en gecijferdheid en de ontwikkeling van het logisch denken. Aan de hand van deze observaties en gemaakte registraties in KIJK, maken wij een rapport. In het verslag wordt de Cito score van taal en rekenen vermeld. Om de overgang naar groep 3 zo spoedig mogelijk te laten verlopen, zullen we dus werken aan voorbereidend lezen en rekenen, zo ook voorbereidend schrijven. Het is echter steeds

11 speels gericht. We zijn bezig met de voorwaarden om tot lezen, rekenen en schrijven te komen, bijv. taal- en klankspelletjes en rekenspelletjes en rijmen etc. We gebruiken hiervoor o.a. woordkaarten en de taalmethode Kleuterplein. Het meisje met de vleugels. Er was eens een meisje dat vleugels kreeg, die groeiden uit haar schouderbladen. De buren spraken de ouders er op aan, dat ze die vleugels moesten afknippen, maar de ouders reageerden verbaasd en weigerden. Een poosje later zeiden de buren: Als je ze dan niet wilt afknippen, laat ze dan tenminste kortwieken. Weer weigerden de ouders en gingen de buren onverrichter zake naar huis. Maar enige tijd later kwamen de buren er weer op terug: Wat doe je je kind aan? De ouders zeiden: We leren haar vliegen. Gelukkig willen de ouders van dit meisje haar leren vliegen en niet kortwieken, zoals de buren aanraden. Dit kind mag zichzelf zijn. Dit is één van de belangrijkste voorwaarden voor een goede ontwikkeling voor kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong en leerlingen die op één of meerdere gebieden begaafd zijn. Ieder kind heeft een eigen persoonlijkheid en een natuurlijke ontwikkelingslijn. Goed onderwijs moet aansluiten bij die ontwikkeling. Binnen onze zorgstructuur signaleren we de begaafdheid van het kind. Wij ondersteunen het kind in zijn onderwijsbehoefte door aan te sluiten op zijn/haar niveau. Om kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong tijdig te signaleren wordt op het Mozaïek gewerkt met een jaarlijkse vragenlijst gericht op het signaleren van kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong. Na zes weken in groep 1 vindt er een algemene observatie plaats door de leerkracht. Er wordt een zogenaamde Quickscan gemaakt van de DHH. De leerkracht brengt het algemene beeld van de ontwikkeling op alle ontwikkelingsgebieden in kaart. Signalen van een eventuele ontwikkelingsvoorsprong of ontwikkelingsachterstand worden vastgelegd. Wij maken gebruik van het Digitaal Handelingsprotocol voor Hoogbegaafdheid. Als de leerlingen in de groepsvragenlijst opvallen, dan vragen wij de ouders van het kind een oudervragenlijst in te vullen. Na de signaleringen een evt. gesprek gaan we middels een (groeps) handelingsplan de kinderen op hun eigen niveau uitdagen. Dit in overleg met de ouders van het kind en het betreffende kind. Op naar groep3! De school beslist na gesprekken met de ouders, wanneer - en of uw kind de stap naar groep 3 kan maken..we verwachten van het kind dat het sociaal- emotioneel toe is aan groep 3. De leerling zal een intrinsieke motivatie moeten hebben en er op een natuurlijke wijze naar toegegroeid moeten zijn. Zo moet de leerling voldoen aan de leervoorwaarden en een goede werkhouding hebben. Ook is het een voorwaarde dat het kind er sociaal-emotioneel aan toe moet zijn. Uit ervaring weten we dat kinderen tussen oktober en januari nog heel erg moeten groeien en rijpen in hun ontwikkeling om groep 3 aan te kunnen. Niet ieder kind is gelijk. Een gezondheidsonderzoek door de schoolarts vindt plaats in groep 2. Nog wat algemene zaken op een rijtje. Zelfredzaamheid en zelfstandigheid:

12 Om uw zoon/dochter zo goed mogelijk te helpen wennen op school is het belangrijk dat u de zelfstandigheid stimuleert op de volgende gebieden; u kunt uw zoon/dochter helpen bij het zelf leren aan-uittrekken van jassen, kleding, schoenen en het zelfstandig toiletbezoek. Op de gang bij de deur van de klas hangt een magnetisch bord waarop specifieke informatie wordt aangegeven over de klas van uw kind. Het is raadzaam hier altijd even te kijken. Ouderhulp: vaak nodig en altijd welkom, vooral bij speciale activiteiten. We vragen dit d.m.v. een lijst bij de deur. Er gaat ook een ouderhulpformulier mee naar huis, waarop u kunt invullen bij welke activiteiten u eventueel hulp kunt bieden. Uw hulp is echter hard nodig. Bijvoorbeeld creamiddagen, sport- en speldagen, excursies, kleuterbouwfeest... Gym: makkelijke schoenen met klittenband en eventueel een shirtje kunnen in een tas op school blijven (in het eigen kluisje). De pauze: heel gezellig en belangrijk. Graag bekers, trommeltjes en tassen voorzien van naam. En het liefst gezond en lekker. De pauze duurt een klein kwartiertje, dus geef niet teveel mee. Als u fruit meegeeft, is het erg prettig als dit al geschild is. Overblijven: zie eerder vermeld in deze brief. We eten van uur uur, samen met de leerkracht. Op school hebben wij de afspraak gemaakt dat wij tijdens het eten niet praten, maar luisteren naar rustige muziek. Trommels en bekers graag voorzien van naam. Melk wordt in de klas in een bak gezet en deze gaat de koelkast in. Er is schoolmelk, maar hiervoor moet u zich opgeven bij Martie, onze conciërge. Om uur uur spelen wij bij goed weer even buiten onder leiding van twee of meer leerkrachten. De verjaardag: we maken er een gezellig feestje van, graag de traktatie zo gezond mogelijk, dus geen snoep. Alle kinderen hebben een eigen kluisje voorzien van eigen naam. Hierin kunnen de tassen voor de gym, de tas met eten-drinken en de jas opgeborgen worden. Ook de eventuele regenlaarzen (graag slofjes mee, we kunnen namelijk niet op regenlaarzen lopen in de groep). Als u als ouder een gesprek met de leerkracht wilt, kunt u natuurlijk altijd een afspraak maken. Twee keer per jaar krijgen de kinderen een rapport mee naar huis en twee keer per jaar worden er gesprekken gehouden op school over de vorderingen en het sociaal welbevinden van uw kind. Nog meer informatie vindt u in de schoolgids, via MSI. Ook is het verstandig om de website in de gaten te houden met eventuele gebeurtenissen en/of veranderingen in de jaaragenda. Als er vragen zijn; we zien u graag. We hopen op een open houding en wederzijds vertrouwen. We gaan immers voor hetzelfde doel: dat het kind groeit en met plezier naar school gaat. Graag meenemen naar school: gymschoenen, zonder veters, graag voorzien van naam.( in een klein tasje, de tas gaat immers ook in het kluisje) Kopie van het verslag van

13 speelzaal/dagverblijf ( indien nog niet aanwezig ), ingevuld intake formulier na het gesprek met de IB-er ( indien nog niet ingeleverd ). Vriendelijke groeten, Margriet Huiberts ( maandag en dinsdag en woensdag ) Elly Schats ( woensdag en donderdag en vrijdag )