Titel van deze les: Complimenten geven

Transcriptie

1 Titel van deze les: Complimenten geven Uitdaging: Overtuigingen Denkwolk onderwerp: Inzet Vakgebied: Sociaal emotioneel Doelgroep (OB/MB/BB): MB Maker: Hester Boorsma Doel: Welke vaardigheid of welk inzicht leren kinderen? De kinderen leren dat inzet belangrijker is dan het resultaat. Ze leren hoe fijn het is wanneer iemand jou een compliment geeft voor je inzet. Benodigdheden: Het boek Ben jij een Cheetah? Bord of poster met daarop de formule: T(talent) x I(inzet) x S(strategie) = R(resultaat) Het verhaal Tristan leert voetballen (bijlage) Het werkblad Tristan leert voetbalen (bijlage) Evt. materialen voor activiteit die ze moeilijk vinden (zie eerste opdracht kern) Voorbereiding leerkracht: Het boek Ben jij een Cheetah? doorlezen Het hoofdstuk overtuigingen uit het boek de 7 uitdagingen van Tijl Koenerink doorlezen. Het werkblad Tristan leert voetballen uitprinten Formule opschrijven op het bord of op een poster die in de klas opgehangen kan worden Beschrijving activiteiten: Inleiding: Je leest het boek Ben jij een Cheetah? voor, in ieder geval t/m bladzijde 19. Je bespreekt met de kinderen de denkwolk overtuigingen en die van bladzijde 18 over inzet.

2 Bespreek het belang van inzet, gebruik hiervoor de formule T x I X S = R Je kunt heel veel talent hebben, maar wanneer je niet de goede inzet toont en juiste strategieën gebruikt krijg je niet het resultaat wat je zou willen. Je resultaat kan hoger zijn wanneer je minder talent hebt, maar wel heel veel inzet toont. Voorbeeld: talent is 10, inzet is 1, strategie is 1: 10x1x1=10, talent is 5, inzet is 10, strategie is 10: 5x10x10=500 Bespreek met elkaar het verschil tussen complimenten voor de inzet en complimenten voor het resultaat. Wat maakt het verschil en waarom zijn complimenten voor inzet beter dan die voor resultaat? Kern: De kinderen gaan in tweetallen iets doen waarvan je weet dat ze dit moeilijk vinden. Dit kan iets motorisch zijn, zoals stuiteren met de bal of touwtjespringen, maar het kan ook zoiets zijn als tafels van vermenigvuldigingen opzeggen. De één doet het geen wat hij/zij moeilijk vindt, de ander moet complimenten geven voor de inzet. Je bespreekt wat voor gevoel het geeft wanneer de ander je complimenten geeft voor wat je doet. Je leest het verhaal Tristan leert voetballen voor aan de kinderen. Je bepreekt met ze wat ze van het verhaal vinden. Wat vinden ze van de reacties van de trainer? Hoe zouden ze zichzelf voelen als de trainer zulke dingen tegen ze zou zeggen? Denk je dat Tristan echt niet kan leren voetballen? De kinderen gaan in tweetallen het verhaal van Tristan herschrijven, maar nu gaan ze complimenten geven en met name op de inzet die Tristan toont. Wanneer de kinderen klaar zijn laat je een aantal verhalen voorlezen. Slot: Je bespreekt met de kinderen kort het effect van complimenten geven en spreekt met elkaar af dat jullie elkaar de komende weken complimenten gaan geven voor de inzet. Je doet dit een week en evalueert elke dag met de kinderen wat voor complimenten ze gegeven hebben en gekregen hebben en wat voor gevoel dat gaf.

3 Verhaal: Tristan leert voetballen Ergens in Nederland woont een jongetje dat net als de Cheetah van het boek Tristan heet. Tristan is acht en zit sinds een paar weken op voetbal. Hij keek altijd al graag naar voetbal en zeurde bij zijn moeder dan ook al jaren of hij zelf ook op voetbal mocht. Zijn moeder vond hem eerst te klein, maar toen hij acht werd mocht hij eindelijk beginnen. Nu zit hij op voetbal, maar vindt hij het helemaal niet leuk. Hij blijkt het helemaal niet te kunnen. Tijdens de training doet hij alles verkeerd en als hij tijdens een wedstrijd de bal krijgt gaat het altijd mis. Hij wil eigenlijk liever stoppen, maar dat mag niet van zijn moeder. Vandaag is er weer een training. Tristan komt het veld op lopen en de trainer zegt tegen hem Nou Tristan dat kan wel wat sneller, komt op Tristan loopt snel door en gaat bij de andere kinderen staan. Tristan schrikt als hij zijn shirt ziet, het zit binnenste buiten. Hij kijkt of hij het snel om kan draaien, maar het is al te laat. De trainer zegt: O Tristan, wat dom van jou, je hebt je shirt verkeerd om aangetrokken. Ze beginnen met rennen. Tristan doet heel hard zijn best, maar hij rent lang zo hard niet als de andere kinderen. De trainer zegt: Kom op Tristan, de rest loopt veel sneller dan jij, dit schiet niet op. Wanneer ze warm gelopen zijn gaan ze oefenen met schieten op het doel. Tristan doet heel goed zijn best om de bal recht te raken, maar elke keer schopt hij de bal naast de goal. De trainer roept: Tristan de bal moet in de goal hoor, op deze manier win je nooit een wedstrijd. Aan het einde van de training gaan ze een wedstrijdje doen. Tristan zit in het team met de oranje hesjes. Hij denkt aan de training en rent zo hard hij kan en probeert elke bal goed te raken. Dan hoort hij de trainer roepen: Tristan met jou gaan we deze wedstrijd nooit winnen, je rent langzaam en raakt alle ballen verkeerd Aan het einde van de training voelt Tristan zich doodongelukkig, waarom wilde hij toch zo graag op voetbal? Hij kan het niet en zal het ook wel nooit leren

4 Werkblad: Tristan leert voetballen Ergens in Nederland woont een jongetje dat net als de cheetah van het boek Tristan heet. Tristan is acht en zit sinds een paar weken op voetbal. Hij keek altijd al graag naar voetbal en zeurde bij zijn moeder dan ook al jaren of hij zelf ook op voetbal mocht. Zijn moeder vond hem eerst te klein, maar toen hij acht werd mocht hij eindelijk beginnen. Nu zit hij op voetbal, maar vindt hij het helemaal niet leuk. Hij blijkt het helemaal niet te kunnen. Tijdens de training doet hij alles verkeerd en als hij tijdens een wedstrijd de bal krijgt gaat het altijd mis. Hij wil eigenlijk liever stoppen, maar dat mag niet van zijn moeder. Vandaag is er weer een training. Tristan komt het veld op lopen en de trainer zegt tegen hem: Tristan loopt snel door en gaat bij de andere kinderen staan. Tristan schrikt als hij zijn shirt ziet, het zit binnenste buiten. Hij kijkt of hij het snel om kan draaien, maar het is al te laat. De trainer zegt: Ze beginnen met rennen. Tristan doet heel hard zijn best, maar hij rent lang zo hard niet als de andere kinderen. De trainer zegt: Wanneer ze warm gelopen zijn gaan ze oefenen met schieten op het doel. Tristan doet heel goed zijn best om de bal recht te raken, maar elke keer schopt hij de bal naast de goal. De trainer roept:

5 Aan het einde van de training gaan ze een wedstrijdje doen. Tristan zit in het team met de oranje hesjes. Hij denkt aan de training en rent zo hard hij kan en probeert elke bal goed te raken. Dan hoort hij de trainer roepen: Aan het einde van de training voelt Tristan zich: