Monitor Scholing en Activering

Transcriptie

1 Monitor Scholing en Activering Verslag meting tweede halfjaar 2004 Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Peter Bolhuis Ellen Verveen Eva Mandos B2916 Leiden, 2 december 2005

2 2

3 Voorwoord In opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voert Research voor Beleid de Monitor Scholing en Activering uit. De eerste meting had betrekking op het tweede halfjaar van In dit rapport worden de resultaten besproken van de zevende meting, over het tweede halfjaar van Het project omvat de halfjaarlijkse inzameling van gegevens bij gemeenten over: de omvang, samenstelling, bereik en resultaten van de doelgroep sluitende aanpak; de inspanningen van gemeenten op het gebied van scholing en activering met inzet van het WWB-budget W-deel. Naast het verzamelen, controleren, corrigeren en bewerken van deze gegevens omvat de monitor een halfjaarlijkse en jaarlijkse analyse en rapportage, zowel ten behoeve van het ministerie, als de deelnemende gemeenten. Deze rapportage beperkt zich tot de gegevens omtrent omvang en profiel van de nieuwe instroom in de sluitende aanpak. De overige gegevens die in het kader van de monitor worden aangeleverd, worden gebruikt voor secundaire analyses en voor het opstellen van locatierapporten. De deelnemende gemeente ontvangen een locatierapport waarin de gegevens over de nieuwe instroom in de sluitende aanpak zijn opgenomen. Deze locatierapporten bevatten ook gegevens over de resultaten van de sluitende aanpak en over de inzet van het WWB-budget W-deel. Het S&A-projectteam van Research voor Beleid heeft regelmatig overleg gevoerd met de klankbordgroep voor de S&A-monitor bestaande uit: Sipke Boorsma, Marit Valstar, Albert Bots en Justine Ruitenberg van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Gerrit van Romunde van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), Gaatste de Vries en Nel Witte van de gemeente Alkmaar, Anita van Zeyl van de gemeente Leiden. Het S&A-projectteam van Research voor Beleid bestaat uit Ellen Verveen, Piet van Santen, Peter Bolhuis en ondergetekende. Het projectteam is in de werkzaamheden ondersteund door Rob Altona en Inge Harteveld. Eva Mandos Projectleider 3

4 4

5 Inhoudsopgave Samenvatting 7 1 Achtergrond en opzet meting tweede halfjaar Inleiding Leeswijzer 9 2 Nieuwe instroom sluitende aanpak Werkzoekende volwassenen Profiel volwassen Werkzoekende Jongeren Profiel jongeren 15 3 Bestandsvergelijking Bestandsvergelijking Analyse en resultaten 22 4 Responsverantwoording en opschoning Respons Doelgroepindeling en opschoning Screening van de bestanden 29 Bijlage 1 Te registreren gegevens 31 5

6 6

7 Samenvatting Dit rapport beschrijft de resultaten van de meting van de Monitor Scholing en Activering over de tweede helft van Van de G85 gemeenten hebben 63 gemeenten (3 x G4, 16 x G21 en 44 x G60) een bestand aangeleverd waarvan de kwaliteit zodanig was dat het bruikbaar was voor nadere analyse en rapportage. Nieuwe instroom in de sluitende aanpak Volwassenen (23 jaar of ouder) Bij de deelnemende gemeenten zijn in de tweede helft van volwassenen ingestroomd in de sluitende aanpak. De instroom bestaat voor 9% uit niet-uitkeringsgerechtigden en voor 41% uit personen die al een WWB/Abw/Ioaw/Ioaz-uitkering hadden voor 1 juli 2004, maar zich in de meetperiode hebben ingeschreven als werkzoekende (zie tabel 2.1). De nieuwe instroom bestaat voor een groot deel uit fase drie en vier cliënten en het meest voorkomende opleidingsniveau is lbo/mavo-niveau. De groep bevat ongeveer evenveel mannen als vrouwen en de meest voorkomende leeftijdscategorie is die van 30 tot 39 jaar. Van de nieuwe instroom is 4% ouder dan 57,5 jaar (zie tabel 2.2). In vergelijking met eerdere metingen is het aandeel mensen met een fase twee of drie indeling toegenomen en het aandeel fase één en fase vier cliënten afgenomen. Vanaf 2003 is een lichte groei te zien van het aandeel zeer laag opgeleiden (zie tabel 2.2). Jongeren (jonger dan 23 jaar) Bij de deelnemende gemeenten zijn in de 2e helft van jongeren ingestroomd in de sluitende aanpak. Deze groep bestaat voor 14% uit niet-uitkeringsgerechtigden (Nuggers/ ANWers), wat lager is dan het aandeel Nuggers/ANW-ers in de voorgaande metingen (zie tabel 2.3). Net als bij de volwassenen is het meest voorkomende opleidingsniveau lbo/mavo-niveau. Het aandeel fase vier cliënten onder de jongere nieuwe werkzoekenden is beduidend lager dan bij de volwassenen (zie tabel 2.4). In vergelijking met voorgaande meetperioden neemt het aandeel fase twee en drie cliënten onder de jongere nieuwe werkzoekenden toe en is de nieuwe instroom wat ouder (zie tabel 2.4). Een bestandsvergelijking tussen de eerste en tweede helft van 2004, laat zien dat de genoemde ontwikkelingen over die periode (zowel bij volwassenen als jongeren) onafhankelijk zijn van het verschil in deelnemende gemeenten (zie tabel 3.1 en tabel 3.2). 7

8 8

9 1 Achtergrond en opzet meting tweede halfjaar Inleiding In september 2001 startte Research voor Beleid de voorbereidingen voor de uitvoering van de monitor Scholing & Activering. De monitor Scholing & Activering moet gegevens opleveren over: de omvang, samenstelling en bereik van de doelgroep sluitende aanpak, voor zover het nieuwe instroom betreft en de resultaten van de sluitende aanpak. de inspanningen van gemeenten op het gebied van scholing en activering met inzet van het WWB-budget W-deel. De S&A Monitor is een persoonsmonitor. Dat wil zeggen dat van iedereen die tot de doelgroep van de monitor behoort, gegevens worden verzameld. Deze gegevens worden twee keer per jaar door gemeenten aangeleverd aan Research voor Beleid. 1.2 Leeswijzer Inhoud rapport Deze rapportage heeft betrekking op de tweede helft van Voor de G25 is dit de zevende meting, voor de G60 de zesde. Ter vergelijking zijn op verschillende plaatsen in het rapport ook vergelijkingen opgenomen met vorige metingen. De rapportage beperkt zich tot de gegevens omtrent omvang en profiel van de nieuwe instroom in de sluitende aanpak. De overige gegevens die in het kader van de monitor worden aangeleverd, worden gebruikt voor secundaire analyses en voor het opstellen van locatierapporten. Hoofdstuk 2 behandelt de omvang en het profiel van de nieuwe instroom in de Sluitende aanpak. In hoofdstuk 3 worden de bestanden over en vergeleken. Dit is nodig omdat bepaalde (grote) gemeenten in het ene bestand wel voorkomen en in het andere bestand juist niet. Hoofdstuk 4 beschrijft de responsverantwoording, de samenstelling van het analysebestand en een overzicht van de fouten die we bij de controle van het totaalbestand (na opschoning) nog zijn tegengekomen. In bijlage 1 staat een overzicht van alle kenmerken in de monitor. Respons Bij de meting over de tweede helft van 2004 hebben 77 van de G85 gemeenten een bestand aangeleverd. Veertien bestanden waren echter van onvoldoende kwaliteit voor verdere analyse en rapportage. Voor dit rapport is dus gebruik gemaakt van de gegevens van 63 gemeenten (3 x G4, 16 x G21 en 44 x G60). Kwaliteit van de gegevens en betrouwbaarheid resultaten Omdat er tamelijk strenge eisen zijn gesteld aan de bestanden is er geen aanleiding te veronderstellen dat de informatie een onbetrouwbaar beeld schetst. Echter, vanwege het ontbreken van goede referentiegegevens is het niet mogelijk exact vast te stellen hoe compleet de aangeleverde gegevens zijn. Verder zijn er aanwijzingen dat de gegevens nog fouten bevatten, die niet altijd gecorrigeerd kunnen worden. De kwaliteit van de bestanden wordt besproken in hoofdstuk 4. 9

10 10

11 2 Nieuwe instroom sluitende aanpak In dit hoofdstuk gaan we in op de omvang en het profiel van de personen die in de tweede helft van 2004 zijn gaan behoren tot de sluitende aanpak. We maken hierbij onderscheid tussen de werkzoekende volwassenen (23 jaar of ouder) en de werkzoekende jongeren (jonger dan 23 jaar). 2.1 Werkzoekende volwassenen De categorie werkzoekenden volwassenen die in de monitor worden opgenomen bestaat uit de volgende personen: Personen van 23 jaar of ouder, die in de 2 e helft van 2004 bijstandsgerechtigd zijn geworden en minder dan 1 jaar werkloos (ingeschreven) zijn, fase 2,3 of 4 (= gemeentelijke doelgroep sluitende aanpak. Personen van 23 jaar of ouder, die in de 2 e helft van 2004 bijstandsgerechtigd zijn geworden en minder dan 1 jaar werkloos (ingeschreven) zijn, fase 1. Deze behoren de eerste zes maanden niet tot de gemeentelijke doelgroep van de sluitende aanpak maar worden wel opgenomen in de monitor. Personen van 23 jaar of ouder, die al bijstandsgerechtigd zijn voor 1 juli 2004 en die zich in de 2 e helft van 2004 hebben ingeschreven als werkzoekende. Personen die geen uitkering (meer) hebben en zich ingeschreven hebben bij het CWI in de 2 e helft 2004 (Nuggers/ANW-ers). Het gaat bij de analyse van de G85 om 63 gemeenten waarvan de bestanden van voldoende kwaliteit zijn om meegenomen te worden in de analyse. In tabel 2.1 vermelden we de instroom van volwassen werkzoekenden in de periode Ter vergelijking is de instroom van de G85 in de eerste helft van 2004 (59 gemeenten), de tweede helft van 2003 (64 gemeenten), de eerste helft van 2003 en de eerste en tweede helft van 2002 (73 gemeenten) ook opgenomen. De aantallen en percentages van kunnen afwijken van die uit het rapport over die periode omdat er nadien nog aanvullende gegevens zijn ontvangen. Tabel 2.1 Aantal volwassen nieuwe werkzoekenden (2 e helft 2004, 63 gemeenten) Aantal Perc n= Perc n= Perc n= Perc n= Perc n= Perc n= WWB in meetperiode, fase 2, 3 of % 25% 23% 22% 24% 27% WWB in meetperiode, fase % 13% 13% 12% 13% 14% WWB in meetperiode, fase onbekend % 9% 14% 16% 17% 16% Al eerder WWB/Abw/Ioaw/Ioaz, inschrijving bij CWI in meetperiode % 40% 35% 36% 36% 33% ANW-ers/NUG-ers % 14% 15% 14% 10% 9% Totaal % 100% 100% 100% 100% 100% In de tabel is te zien dat het aandeel uitkeringsgerechtigden van voor 1 juli 2004 maar die in de tweede helft van 2004 zijn ingeschreven bij het CWI, iets verder is toegenomen. Het aandeel van de kerndoelgroep (WWB, fase 2,3,4) in de instroom (29%) is licht gestegen ten opzichte van de eerste helft van 2004 (25%). 11

12 2.2 Profiel volwassen In tabel 2.2 vermelden we een aantal kenmerken van de volwassen nieuwe werkzoekenden in de 2 e helft van Ter vergelijking is de instroom van de G85 in de eerste helft van 2004 (59 gemeenten), de tweede helft van 2003 (64 gemeenten), de eerste helft van 2003 en de eerste en tweede helft van 2002 (alle metingen 73 gemeenten) ook opgenomen. Profiel Het aandeel mannen en vrouwen onder de nieuwe volwassen werkzoekenden is ongeveer even groot. Ruim een derde van de volwassen nieuwe werkzoekenden valt in de leeftijdscategorie jaar. Het meest voorkomende opleidingsniveau is lbo/mavo-niveau. De groep nieuwe werkzoekenden van 23 jaar of ouder blijkt voor een groot deel te bestaan uit fase drie en fase vier cliënten. Dit zijn personen die pas na een lang traject of op dit moment helemaal niet bemiddelbaar worden geacht voor de arbeidsmarkt. Voor bijna tweederde van de nieuwe volwassen werkzoekenden van 23 jaar of ouder is de arbeidsverplichting van kracht. Trends Het aandeel mannen neemt iets af in vergelijking met de voorgaande metingen. De ontwikkelingen in het opleidingsniveau zijn de afgelopen jaren niet helemaal eenduidig. Grofweg kan wel vastgesteld worden dat er sinds 2003 enige toename is te zien in het aandeel (zeer) laag opgeleiden cliënten (geen of alleen een opleiding op basisniveau). Verder neemt het aandeel cliënten actuele fase 2 en 3 in de 2 e helft van 2004 toe ten opzichte van eerdere metingen. Een mogelijke verklaring hiervoor is de heersende laagconjunctuur, waardoor het langer duurt voordat nieuwe werklozen een baan vinden, waardoor hun afstand tot de arbeidsmarkt toeneemt (fase 1 en 2 worden fase 2 en 3). Aan de andere kant is er een afname te zien van het aandeel fase 4 cliënten. Het aandeel cliënten met arbeidsverplichting is ten opzichte van de tweede helft van 2003 toegenomen, echter in vergelijking met eerdere metingen is het aandeel cliënten met een arbeidsverplichting vergelijkbaar. Bestandsvergelijking De vraag is in hoeverre we hier werkelijk kunnen spreken van trends of dat er wellicht sprake is van verschuivingen doordat sommige gemeente in het ene bestand wel zijn meegenomen en in het andere bestand niet. Om deze vraag te kunnen beantwoorden is een extra analyse uitgevoerd op de bestanden over en Hiervoor zijn nieuwe bestanden (ideaalbestanden) aangemaakt over die perioden die beter met elkaar vergeleken kunnen worden. In de ideaalbestanden zijn alleen die gemeenten opgenomen die zowel in als in zijn opgenomen in het analysebestand. Bij de analyses is vooral gelet op de kenmerken waarbij zich de belangrijkste trendontwikkelingen voordoen ( opleidingsniveau, fase bij inschrijving, actuele fase ). In hoofdstuk 3 is een beschrijving van deze bestandsvergelijking opgenomen. 12

13 Tabel 2.2 Profiel volwassen nieuwe werkzoekenden Aantal Perc Perc Perc Perc Perc Perc (2 e helft 2004, 63 gemeenten, oorspronkelijk analysebestand) n= n= n= n= n= n= Geslacht Man % 51% 52% 53% 51% 51% Vrouw % 49% 48% 47% 49% 49% Totaal % 100% 100% 100% 100% 100% Leeftijd % 30% 28% 27% 28% 28% % 35% 36% 36% 36% 37% % 23% 24% 24% 23% 22% 50-57, % 9% 9% 9% 9% 9% >57, % 4% 4% 4% 4% 4% Totaal % 100% 100% 100% 100% 100% Opleiding Geen basisniveau % 12% 11% 10% 10% 10% Basisniveau % 19% 19% 19% 23% 24% Lbo/mavo-niveau % 34% 33% 34% 33% 35% Mbo/havo/vwo-niveau % 24% 26% 24% 22% 21% Hbo-niveau % 7% 7% 7% 7% 6% WO 700 4% 4% 4% 5% 4% 3% Totaal % 100% 100% 100% 100% 100% Missing/niet van toepassing % 16% 22% 21% 22% 19% Fase bij inschrijving Fase 1: direct bemiddelbaar % 20% 21% 20% 21% 21% Fase 2: na kort traject bemiddelbaar % 9% 6% 6% 5% 5% Fase 3: na lang traject bemiddelbaar % 29% 20% 18% 18% 16% Fase 4: (nog) niet bemiddelbaar % 29% 34% 35% 36% 38% Fase 5: fase nog nader te bepalen % 13% 19% 21% 20% 20% Totaal % 100% 100% 100% 100% 100% missing 724 4% 4% 6% 11% 10% 11% Fase actueel Fase 1: direct bemiddelbaar % 17% 18% 18% 18% 19% Fase 2: na kort traject bemiddelbaar % 12% 8% 7% 6% 5% Fase 3: na lang traject bemiddelbaar % 30% 20% 20% 18% 17% Fase 4: (nog) niet bemiddelbaar % 30% 36% 36% 39% 40% Fase 5: fase nog nader te bepalen % 11% 18% 18% 18% 19% Totaal % 100% 100% 100% 100% 100% missing 384 2% 2% 2% 4% 7% 11% Arbeidsverplichting Arbeidsverplichting is van kracht % 64% 57% 65% 65% 70% excl. Nuggers Geen arbeidsverplichting % 36% 43% 35% 35% 30% Totaal exclusief Nuggers % 100% 100% 100% 100% 100% n= n= n= n= n= n= missing 39 0% 1% 30% 30% 28% 31% 13

14

15 2.3 Werkzoekende Jongeren De categorie nieuwe werkzoekende jongeren die behoren tot de doelgroep van de sluitende aanpak bestaat uit de volgende personen: Personen die jonger zijn dan 23 jaar en uitkeringsgerechtigd (WWB) zijn geworden in de 2 e helft van 2004, al dan niet ingeschreven bij het CWI. Personen die jonger zijn dan 23 jaar en niet uitkeringsgerechtigd zijn en zich in de 2 e helft van 2004 hebben ingeschreven als werkzoekende bij het CWI. In tabel 2.3 geven we een overzicht van het aantal jongeren dat bij 63 van de G85-gemeenten is gaan behoren tot de doelgroep. Ter vergelijking is de instroom van de G85 in de eerste helft van 2004 (59 gemeenten), de tweede helft van 2003 (64 gemeenten), de eerste helft van 2003 en de eerste en tweede helft van 2002 (alle metingen 73 gemeenten) ook opgenomen. Tabel 2.3 Aantal nieuwe werkzoekende jongeren (2 e helft 2004, 63 gemeenten) Perc n=6.082 Perc n=5.221 Perc n=6.887 Perc n=7.369 Perc n=7.285 Perc n=4.684 Aantal Uitkeringsgerechtigde jongeren (WWB) % 84% 71% 66% 73% 80% Niet-uitkeringsgerechtigde jongeren, inschrijving CWI in meetperiode % 16% 29% 34% 27% 20% Totaal % 100% 100% 100% 100% 100% Uit de tabel blijkt dat het aandeel uitkeringsgerechtigde jongeren in het tweede halfjaar van 2004 verder is toegenomen ten opzicht van de eerdere meetperioden. Wellicht dat ook hier de laagconjunctuur als verklaring kan worden gezien. Immers in een periode dat het economisch minder goed gaat, zal het aandeel jongeren dat een beroep doet op een uitkering, toenemen. De percentages over de meting zijn opnieuw vastgesteld vanwege nagekomen informatie. 2.4 Profiel jongeren In tabel 2.4 vermelden we een aantal kenmerken van de nieuwe werkzoekende jongeren. Ter vergelijking is de instroom van de G85 in de eerste helft van 2004 (59 gemeenten), de tweede helft van 2003 (64 gemeenten), de eerste helft van 2003 en de eerste en tweede helft van 2002 (alle metingen 73 gemeenten) ook opgenomen. 15

16 16

17 Tabel 2.4 Profiel nieuwe werkzoekende jongeren Aantal Perc Perc Perc Perc Perc Perc (2 e helft 2004, 63 gemeenten, oorspronkelijk analysebestand) n=6.082 n=5.221 n=6.887 n=7.369 n=7.285 n=4.684 Geslacht Man % 51% 51% 52% 51% 52% Vrouw % 49% 49% 48% 49% 47% Totaal % 100% 100% 100% 100% 100% Leeftijd % 35% 40% 41% 43% 44% % 65% 60% 59% 57% 56% Totaal % 100% 100% 100% 100% 100% Opleiding Geen basisniveau 420 8% 9% 8% 7% 8% 9% Basisniveau % 20% 17% 21% 25% 25% Lbo/mavo-niveau % 46% 47% 48% 44% 46% Mbo/havo/vwo-niveau % 23% 25% 21% 20% 19% Hbo-niveau 71 1% 2% 3% 2% 2% 1% WO 11 0% 0% 0% 0% 0% 0% Totaal % 100% 100% 100% 100% 100% Onbekend/missing/niet van toepassing 19% 23% 41% 44% 40% 24% Fase Fase 1: direct bemiddelbaar % 33% 34% 30% 29% 27% bij inschrijving Fase 2: na kort traject bemiddelbaar % 8% 5% 4% 5% 5% Fase 3: na lang traject bemiddelbaar % 22% 22% 17% 16% 15% Fase 4: (nog) niet bemiddelbaar % 23% 19% 20% 22% 27% Fase 5: fase nog nader te bepalen % 14% 19% 29% 27% 26% Totaal % 100% 100% 100% 100% 100% Missing 427 7% 12% 13% 17% 16% 19% Fase actueel Fase 1: direct bemiddelbaar % 25% 28% 25% 22% 24% Fase 2: na kort traject bemiddelbaar % 11% 6% 5% 6% 6% Fase 3: na lang traject bemiddelbaar % 26% 25% 19% 19% 20% Fase 4: (nog) niet bemiddelbaar % 26% 23% 26% 29% 32% Fase 5: fase nog nader te bepalen % 12% 17% 24% 24% 19% Totaal % 100% 100% 100% 100% 100% Missing 218 4% 4% 4% 5% 10% 15% Arbeids- Arbeidsverplichting is van kracht % 63% 52% 53% 60% 64% verplichting Geen arbeidsverplichting % 37% 48% 47% 40% 36% excl. Nuggers Totaal exclusief Nuggers % n= % n= % n= % n= % n= % n=2.484 Missing 41 1% 1% 12% 10% 16% 25% 17

18 18

19 Profiel en vergelijking met volwassenen Net als bij de volwassenen bestaat de nieuwe instroom uit ongeveer evenveel vrouwen als mannen. In de tabel is verder te zien dat twee derde (65%) van de jongeren valt in de leeftijdscategorie 20 tot en met 22 jaar. Ook bij de jongeren is het meest voorkomende opleidingsniveau (bijna de helft) lbo/mavo-niveau. Ruim een kwart (27%) van de nieuw ingestroomde werkzoekende jongeren is bij instroom direct bemiddelbaar (fase 1 bij inschrijving) maar wanneer we kijken naar de actuele fase-indeling is de grootste groep (30%) ingedeeld in fase 3. Het aandeel actuele fase vier cliënten in de groep jongere nieuwe werkzoekenden (26%) is lager dan bij de groep volwassen werkzoekenden (31%). Net als bij de volwassenen heeft bijna tweederde (64%) van de jongere nieuwe werkzoekenden een arbeidsverplichting. Trends Net als bij de volwassenen zijn er enkele trends te constateren. Voor het eerst zijn er nu (iets) meer vrouwen dan mannen ingestroomd. Het aandeel jongere werkzoekenden in de hoogste leeftijdsklasse neemt de afgelopen jaren gestaag toe, maar is gedurende 2004 constant. Wat het opleidingsniveau betreft zijn de ontwikkelingen wat grilliger. Bovendien is van een groot aantal personen geen informatie beschikbaar over het opleidingsniveau waardoor het lastiger is conclusies te trekken. Binnen het jaar 2004 lijkt er sprake te zijn van een lichte toename van het aandeel jongeren met alleen een basisopleiding en een lichte afname van het aandeel cliënten met een mbo/havo/vwo opleiding. Er is een toename te zien van het aandeel actuele fase 2 en 3 cliënten, hetgeen er op duidt dat nieuwe werkzoekende jongeren langer zonder werk blijven, waardoor hun afstand tot de arbeidsmarkt toeneemt. Het aandeel jongere werkzoekenden met een arbeidsverplichting is toegenomen ten opzichte van 2003, maar vergelijkbaar met Bestandsvergelijking Ook bij de jongeren kan de vraag worden gesteld in hoeverre we hier werkelijk kunnen spreken van trends of dat er wellicht sprake is van verschuivingen doordat sommige gemeente in het ene bestand wel zijn meegenomen en in het andere bestand niet. Net als bij de volwassenen zijn nieuwe bestanden (ideaalbestanden) aangemaakt over de perioden en die beter met elkaar vergeleken kunnen worden. In het ideaalbestand zijn alleen de gemeente opgenomen die zowel in de eerste als in de tweede helft van 2004 zijn opgenomen in het analysebestand. Ook bij de jongeren is de analyse uitgevoerd op de kenmerken opleidingsniveau, fase bij inschrijving en actuele fase. In hoofdstuk 3 is een beschrijving van deze bestandsvergelijking opgenomen. 19

20 20

21 3 Bestandsvergelijking In hoofdstuk twee is het profiel beschreven van de volwassenen en jongeren die in de tweede helft van 2004 zijn gaan behoren tot de doelgroep sluitende aanpak. Dit profiel wordt daarin vergeleken met het profiel uit voorgaande meetperioden. Echter, omdat het profiel niet iedere meetperiode is gebaseerd op een bestand waarin dezelfde gemeenten voorkomen, is het lastig uitspraken te doen over ontwikkelingen in het profiel van deze groepen mensen. 3.1 Bestandsvergelijking Oorspronkelijke analysebestanden Schema 3.1 geeft een overzicht van de gemeenten die deel uitmaken van de analysebestanden over en (peildatum oktober 2005). Schema 3.1 Deelname van gemeenten in de analysebestanden en In beide metingen meegenomen in de analyse Wel in , niet in Niet in , wel in G25 (17): Groningen, Almelo, Enschede, Hengelo, Zwolle, Utrecht, Eindhoven, Helmond, Den Bosch, Heerlen, Venlo, Maastricht, Amsterdam, Dordrecht, Leiden, Rotterdam, Schiedam G60 (34): Hoogezand-Sappemeer, Smallingerland, Assen, Emmen, N-O-Polder, Apeldoorn, Doetinchem, Wageningen, Amersfoort, Veenendaal, Haarlemmermeer, Heemskerk, Den Helder, Hilversum, Velsen, Zaanstad, Alphen a/d Rijn, Capelle a/d IJssel, Hellevoetsluis, Maassluis, Ridderkerk, Vlaardingen, Zoetermeer, Zwijndrecht, Middelburg, Terneuzen, Vlissingen, Bergen op Zoom, Oosterhout, Oss, Landgraaf, Weert, Roosendaal, Sittard- Geleen, - (8): Stadskanaal, Heerenveen, Hoogeveen, Zutphen, Alkmaar, Purmerend, Kerkrade, Lelystad (2): Leeuwarden, Breda (10): Almere, Sneek, Tiel, Nieuwegein, Amstelveen, Hoorn, Delft, Gorinchem, Gouda, Roermond. Analysebestand Analysebestand In schema 3.1 is te zien dat de bestandsopbouw van de analysebestanden over de perioden en (aanzienlijk) verschilt. Met name het ontbreken van de gemeenten Leeuwarden en Breda in de eerste helft van 2004, kan verschuivingen te zien geven in het profiel. Ook bij de G60 gemeenten zien we verschillen in de opbouw van het analysebestand over beide meetperioden. Echter gezien de relatief kleine omvang van de nieuwe instroom in deze G60 gemeenten, is het de vraag in hoeverre deze verschillen een grote rol spelen in het profiel van de nieuwe instroom in de sluitende aanpak in beide meetperioden. 21

22 Voor een goede vergelijking van de twee meetperioden lijkt correctie voor de ontbrekende gemeenten gerechtvaardigd. Hierdoor kan een vergelijking gemaakt worden tussen de beide meetperioden op basis van volkomen identieke opbouw (Ideaalbestand). Schema 3.2 geeft een overzicht van de gemeenten die zijn opgenomen in het ideaalbestand. Schema 3.2 Gemeenten die zijn meegenomen in de ideaalbestanden over de perioden en Samenstelling G25 Ideaalbestand (17): Groningen, Almelo, Enschede, Hengelo, Zwolle, Utrecht, Amsterdam, Dordrecht, Leiden, Rotterdam, Schiedam, Eindhoven, Helmond, Den Bosch, Heerlen, Maastricht, Venlo. Samenstelling G60 (34): Hoogezand-Sappemeer, Smallingerland, Assen, Emmen, N-O-Polder, Apeldoorn, Doetinchem, Wageningen, Amersfoort, Veenendaal, Haarlemmermeer, Heemskerk, Den Helder, Hilversum, Velsen, Zaanstad, Alphen a/d Rijn, Capelle a/d IJssel, Hellevoetsluis, Maassluis, Ridderkerk, Vlaardingen, Zoetermeer, Zwijndrecht, Middelburg, Terneuzen, Vlissingen, Bergen op Zoom, Oosterhout, Oss, Landgraaf, Weert, Roosendaal, Sittard-Geleen, Aantal gemeenten = Analyse en resultaten Analyse In hoofdstuk 2 is het profiel opgenomen van de volwassenen en jongeren die nieuw zijn ingestroomd in de sluitende aanpak. Niet op alle kenmerken zijn (grote) verschuivingen opgetreden. In deze analyse worden daarom alleen die kenmerken geanalyseerd waarbij dit wel het geval is. De volgende kenmerken zijn geanalyseerd bij zowel volwassenen als bij jongeren: opleidingsniveau fase bij inschrijving fase actueel Net als in hoofdstuk 2 is een frequentieverdeling gemaakt van de nieuwe instroom in de sluitende aanpak naar de genoemde kenmerken. Onderstaand zijn de resultaten weergegeven, apart voor volwassenen en voor jongeren. Resultaat volwassenen In tabel 3.1 zijn de resultaten opgenomen van de analyses over de verschillende bestanden voor de volwassenen. 22

23 Tabel 3.1 Vergelijkingsanalyse 2004_1 2004_2 Volwassenen Ideaalbestand Analysebestand n= n= n= n= Opleidings- Geen basisniveau 11% 11% 11% 11% niveau 1 Basisniveau 18% 20% 18% 20% Lbo/mavo-niveau 32% 32% 32% 32% Mbo/havo/vwo-niveau 23% 22% 23% 22% Hbo-niveau 7% 6% 7% 6% WO 4% 4% 4% 4% Onbekend 6% 5% 6% 5% Totaal 100% 100% 100% 100% Missing/niet van toepassing 11% 9% 11% 9% Fase bij fase 1: direct bemiddelbaar 20% 16% 20% 17% inschrijving fase 2: na kort traject bemiddelbaar 9% 10% 9% 11% fase 3: na lang traject bemiddelbaar 30% 31% 29% 30% fase 4: (nog) niet bemiddelbaar 28% 29% 29% 29% fase 5: fase nog nader te bepalen 13% 14% 13% 13% Totaal 100% 100% 100% 100% missing 4% 3% 4% 4% Fase actueel fase 1: direct bemiddelbaar 17% 10% 17% 11% fase 2: na kort traject bemiddelbaar 12% 14% 12% 14% fase 3: na lang traject bemiddelbaar 30% 33% 30% 33% fase 4: (nog) niet bemiddelbaar 30% 31% 30% 31% fase 5: fase nog nader te bepalen 11% 11% 11% 11% Totaal 100% 100% 100% 100% missing 2% 2% 2% 2% Vergelijking van verschillende bestanden over dezelfde meetperiode Opvallend is dat de ideaalbestanden over en vrijwel overeenkomen met de oorspronkelijke analysebestanden over die perioden. Nergens is het verschil tussen ideaalbestand en oorspronkelijk analysebestand in dezelfde periode, groter dan 1 procentpunt. Conclusie volwassenen De in hoofdstuk 2 beschreven trends kunnen niet worden toegeschreven aan het verschil in bestandsopbouw in beide meetperioden. 1 De percentages wijken (op het eerste gezicht) iets af van tabel 2.2 omdat daarin de categorie onbekend als niet valide waarde is weergegeven. 23

24 Resultaat jongeren In tabel 3.2 zijn de resultaten opgenomen van de analyses voor de jongeren. Tabel 3.2 Vergelijkingsanalyse 2004_1 2004_2 Jongeren Ideaalbestand Analysebestand n= n= n= n=6.082 Opleidings- Geen basisniveau 8% 8% 8% 8% niveau 1 Basisniveau 19% 22% 19% 22% Lbo/mavo-niveau 42% 43% 43% 43% Mbo/havo/vwo-niveau 21% 20% 21% 20% Hbo-niveau 2% 1% 2% 1% WO 0% 0% 0% 0% Onbekend 8% 6% 8% 6% Totaal 100% 100% 100% 100% Missing/niet van toepassing 16% 13% 16% 13% Fase bij fase 1: direct bemiddelbaar 33% 26% 33% 27% inschrijving fase 2: na kort traject bemiddelbaar 8% 10% 8% 10% fase 3: na lang traject bemiddelbaar 23% 23% 22% 23% fase 4: (nog) niet bemiddelbaar 22% 22% 23% 22% fase 5: fase nog nader te bepalen 14% 19% 14% 18% Totaal 100% 100% 100% 100% missing 12% 6% 12% 7% Fase actueel fase 1: direct bemiddelbaar 25% 17% 25% 17% fase 2: na kort traject bemiddelbaar 11% 14% 11% 15% fase 3: na lang traject bemiddelbaar 26% 30% 26% 30% fase 4: (nog) niet bemiddelbaar 26% 26% 26% 26% fase 5: fase nog nader te bepalen 12% 13% 12% 12% Totaal 100% 100% 100% 100% missing 4% 3% 4% 4% Vergelijking van verschillende bestanden in dezelfde meetperiode De verschillen tussen het oorspronkelijke analysebestanden en de ideaalbestanden over vergelijkbare perioden, zijn niet groter dan 1 procentpunt en daarmee verwaarloosbaar. Conclusie volwassenen De in hoofdstuk 2 beschreven trends kunnen niet worden toegeschreven aan het verschil in bestandsopbouw in beide meetperioden. 1 De percentages wijken (op het eerste gezicht) iets af van tabel 2.4 omdat daarin de categorie onbekend als niet valide waarde is weergegeven. 24

25 4 Responsverantwoording en opschoning 4.1 Respons Kwantiteit Deze monitor bevat gegevens over de G85. We hebben van 77 gemeenten (22 x G25 en 56 x G60 gemeenten) een bestand ontvangen voor of op de datum die als deadline was gesteld om te beginnen met de analyse van de bestanden. Hiervan zijn veertien bestanden ( 3 x G25 en 11 x G60) van onvoldoende kwaliteit bevonden voor opname in de rapportage. Acht (3 x G25 en 5 x G60) gemeenten is het niet gelukt een bestand aan te leveren. Uiteindelijk zijn dus 63 bestanden van de G85 (3 x G4, 16 x G21 en 44 x G60) meegenomen in de analyse Tabel 4.1 Overzicht geleverde bestanden Goedgekeurd voor analyse Afgekeurd voor analyse Niet aangeleverd Totaal G G G Totaal Kwaliteit Gemeenten rapporteren nog steeds over problemen met de aanlevering van externe gegevens. Dit zijn de gegevens die van het CWI of de reïntegratiebedrijven moeten komen. Een overzicht van de meest voorkomende foutmeldingen is opgenomen in paragraaf 4.3. De gemeenten hebben allemaal een reactie ontvangen over de kwaliteit van de bestanden. De kwaliteit van de geanalyseerde bestanden is vergelijkbaar met die van de bestanden uit het eerste halfjaar van 2004 (zie paragraaf 4.3, tabel 4.4). Vanwege het ontbreken van goede referentiegegevens is het niet mogelijk exact vast te stellen hoe compleet de aangeleverde gegevens zijn. Verder is er op een aantal punten nog sprake van een hoge item non-respons en zijn er aanwijzingen dat de gegevens nog fouten bevatten, die niet altijd gecorrigeerd kunnen worden. Zo komt het vaak voor dat er personen worden waargenomen die zich in de meetperiode inschrijven bij het CWI, maar al langere tijd een WWB/Abw/Ioaw/Ioazuitkering ontvangen. Op zichzelf is dit mogelijk (bijvoorbeeld wanneer men arbeidsplichtig wordt), maar de mate waarin dit voorkomt is hoger dan verwacht mag worden. Bovengenoemde beperkingen maken het lastig aan te geven hoe betrouwbaar en representatief de beschikbare gegevens zijn. Echter, bijna alle G4 gemeenten hebben een goedgekeurd bestand aangeleverd en de meeste aangeleverde bestanden van de G21 zijn goedgekeurd. Omdat er tamelijk strenge eisen zijn gesteld voor de goedkeuring van de bestanden is er geen aanleiding te veronderstellen dat de informatie een onbetrouwbaar beeld schetst. 25

26 4.2 Doelgroepindeling en opschoning Er is een aantal zaken die opschoning van de bestanden noodzakelijk maakt. Ten eerste worden er personen en records aangeleverd die niet tot de doelgroep van de monitor behoren. Deze moeten eruit worden geselecteerd. Ten tweede kunnen er meerdere records voor één persoon worden aangeleverd. Hierin zitten soms fouten die de analyses van de gegevens onbetrouwbaar maken als ze niet worden hersteld. Indeling in categorieën Om een goede analyse op de personen in de monitor te kunnen uitvoeren, moet iedereen ingedeeld kunnen worden in een van de categorieën van de monitor. In de monitor onderscheiden we drie groepen, de nieuwe werkzoekenden, gebruikers van het WWB-budget W-deel en de doelgroep voor het S&A budget. Onderstaand zijn de drie doelgroepen nauwkeuriger beschreven. 1. Nieuwe werklozen Tot de eerste doelgroep behoren alle personen die behoren tot een van de volgende vijf groepen: a. Personen van 23 jaar of ouder, die in de meetperiode (2004-2) bijstandsgerechtigd zijn geworden en minder dan 1 jaar als werkzoekende ingeschreven staan bij het CWI, fase 2, 3 of 4 (=gemeentelijke doelgroep sluitende aanpak). b. Personen van 23 jaar of ouder, die in de meetperiode (2004-2) bijstandsgerechtigd zijn geworden en minder dan 1 jaar als werkzoekende ingeschreven staan bij het CWI, fase 1. c. Personen van 23 jaar of ouder, die al bijstandsgerechtigd zijn voor aanvang van de meetperiode en die zich in de meetperiode (2004-2) inschrijven als werkzoekende. d. Jongeren (< 23 jaar) die zich in de meetperiode (2004-2) als werkloos werkzoekend hebben ingeschreven en/of Abw/Ioaw/Ioaz gerechtigd zijn geworden. e. Niet-uitkeringsgerechtigden en ANW-ers die zich in de meetperiode (2004-2) als werkloos werkzoekende hebben ingeschreven (=uitbreiding gemeentelijke doelgroep sluitende aanpak). NB: Bijstandgerechtigden die niet staan ingeschreven als werkzoekende (bijv. vanwege ontheffing), vallen niet onder groep Gebruikers WWB-budget W-deel Alle personen die in de meetperiode (2004-2) gebruik maken van een traject (-onderdeel) gefinancierd uit het WWB-budget W-deel Het gaat hier alleen om instrumenten die zijn gestart op of na de start van de monitor: voor de G25 is dat 1 juli 2001, voor de G60 is dat 1 januari Doelgroep WWB-budget W-deel Alle personen die op een eerder moment in de monitor zijn opgenomen(doelgroep 1 of 2) en die in de meetperiode (2004_2) geen traject hebben dat gefinancierd is uit het WWB-budget W-deel, maar die wel tot de potentiële doelgroep van het WWB-budget W-deel behoren. De potentiële doelgroep van het WWB-budget W-deel is: Alle gemeentelijke uitkeringsgerechtigden (Abw, Ioaw of Ioaz) Alle werkloze werkzoekende ANW-ers en niet-uitkeringsgerechtigden Personen op een gesubsidieerde arbeidsplaats 26

27 Het is mogelijk dat een persoon zowel in de eerste als in de tweede categorie van de monitor is ingedeeld. Bijvoorbeeld iemand waarvan de uitkering is gestart in de meetperiode en waarvoor in dezelfde meetperiode een instrument is ingezet dat gefinancierd is uit het WWB-budget W-deel. Indeling van records in categorieën We hebben de personen op recordniveau ingedeeld in de hierboven genoemde categorieën. Zo kunnen we per record bekijken of de persoon in de monitor valt. Iemand die drie jaar geleden een tijdje een uitkering heeft gehad en die in de huidige meetperiode weer een uitkering heeft aangevraagd en waarvoor een instrument is ingezet, hoeft alleen met de laatste uitkeringsperiode in de monitor. In de praktijk zien we echter dat ook het oude record wordt aangeleverd, al dan niet met het instrument dat in de meetperiode is ingezet. In eerste instantie is bekeken welke records niet in een categorie van de monitor kunnen worden ingedeeld. Records die niet konden worden ingedeeld in één van de drie categorieën van de monitor, zijn ingedeeld in de categorie overig. Categorie overig In totaal zijn er records gevonden die niet konden worden ingedeeld in één van de drie categorieën. Van deze records zijn we nagegaan waarom zij niet in één van de categorieën zijn in te delen en of er wellicht oplossingen zijn te vinden om de personen alsnog in te delen in één van de categorieën. Bij meer dan 90% van de records gaat het bij de categorie overig om het zittende bestand voor zover nooit in de S&A-monitor geregistreerd. Dit zijn dus personen die al langer een uitkering ontvangen c.q. ingeschreven staan als werkzoekende. Bij ongeveer 5% van de records valt de begindatum van de uitkering in de meetperiode maar is er geen inschrijfdatum bij CWI. Deze personen behoren niet tot de doelgroep van de sluitende aanpak. Meerdere records Er kunnen situaties voorkomen waarin meerdere records voor één persoon worden aangeleverd. Dit is het geval als er binnen een meetperiode meerdere WWB-perioden te onderscheiden zijn of als er binnen één meetperiode meerdere instrumenten worden ingezet (binnen één of meerdere WWB-perioden). Bij deze records is een check uitgevoerd op de consistentie van de informatie. Verwijdering van records Uiteindelijk heeft het opschonen van de records geresulteerd in het verwijderen en aanpassen van de records. Alle records met niet legitieme sofi-nummers zijn verwijderd. Alle records die niet ingedeeld kunnen worden in één van de doelgroepen van de monitor zijn bij de opschoning uit het bestand verwijderd. Alle dubbele records waarbij het niet om meerdere instrumenten of WWB-perioden in de meetperiode blijkt te gaan zijn aangepast of verwijderd. Alle records voor volwassen personen (23 jaar of ouder) waarvan het beschikbare aantal uren meer dan nul is en minder dan 13 uur. 27

28 In onderstaande tabel geven we een overzicht van het aantal verwijderde records en personen. Tabel 4.2 Aantal verwijderde records en personen Records Personen Voor opschoning Verwijderd onbekende sofi-nummers Verwijderd categorie overig Verwijderd dubbele records Verwijderd volwassenen 1-12 uur beschikbaar Na opschoning Tabel 4.3 laat zien tot welke doelgroepen de personen (na opschoning) behoren. In de tabel is te zien dat een groot deel van de circa personen in de monitor behoren tot de potentiële doelgroep van het WWB-budget W-deel. Dit zijn dus personen die al voor 1 juli 2004 werkzoekend zijn geworden en die in de tweede helft van 2004 geen instrument gefinancierd uit het WWB-budget W-deel gebruiken. Het is wel mogelijk dat deze personen een instrument gebruiken dat wordt gefinancierd uit een andere bron. Tabel 4.3 Indeling in categorieën van de S&A-monitor na opschoning (2 e helft 2004 G85) Aantal records Aantal personen Instroom Sluitende aanpak 23 jaar (doelgroep 1: a, b, c en e) Instroom Sluitende aanpak < 23 jaar (doelgroep 1: d en e) Gebruikers WWB-budget W-deel (doelgroep 2) Doelgroep WWB-budget W-deel (doelgroep 3) Totaal Wanneer de aantallen per doelgroep worden opgeteld, is het totaal aantal personen groter dan het totaal. Dit komt omdat personen zowel tot doelgroep 1 als tot doelgroep 2 kunnen behoren. Er is overigens geen overlap tussen doelgroep 3 en de overige doelgroepen. Bestand ten behoeve van het vaststellen van de sluitendheid Om na te gaan in welke mate de Sluitende aanpak daadwerkelijk sluitend is en hoeveel cliënten uit de uitkering stromen, maken we na elke meting een actueel historisch bestand waarin de gegevens van de opeenvolgende metingen aan elkaar gekoppeld worden. Dit historische bestand wordt onder andere geanalyseerd voor de locatierapportages aan de gemeenten. Nadat de gegevens van de opeenvolgende metingen aan elkaar gekoppeld zijn wordt een selectie gemaakt van uitkeringsgerechtigde 1 personen waarvan de aangeleverde gegevens voldoen aan een aantal criteria die de betrouwbaarheid van de analyse moet verhogen. Wij noemen deze selectie het ideaalcohort. Zowel voor het cohort uitkeringsgerechtigde volwassenen als het cohort uitkeringsgerechtigde jongeren is een aantal criteria vastgesteld waaraan de records moeten voldoen om in het cohort te worden opgenomen. De volgende criteria zijn gehanteerd: De aanvangsdatum van de WWB-uitkering moet in de meetperiode liggen. Personen die in eerdere metingen zijn aangeleverd en die in de daaropvolgende meting niet terugkomen zonder dat er een datum einde uitkering is geregistreerd (verdwenen cases), 1 Voor de volwassen en jongere NUG-ers worden aparte analyses uitgevoerd. 28

29 worden niet meegenomen in het cohort. Van deze personen is niet bekend of ze wel of niet zijn uitgestroomd en of er al dan niet een aanbod is gedaan in een volgende meting. Personen waarvan de fase bij inschrijving 1 en de actuele fase onbekend is, worden weggelaten uit het cohort. De analyses worden uitgevoerd op fase 1 en fase 2,3 en 4 cliënten, waarbij de fase nader te bepalen is toegevoegd aan de groep fase 2,3 en 4. Volwassen personen waarbij het aantal uren beschikbaar meer dan nul is en minder dan 13, worden weggelaten uit het cohort. De sluitende aanpak geldt niet voor personen die 12 uur of minder beschikbaar zijn. Bij opgave van nul uren beschikbaar voor arbeid, gaat het hoogst waarschijnlijk niet daadwerkelijk om nul uren, maar om missings. De records met nul uren beschikbaar voor arbeid zijn daarom wel meegenomen. Bij de volwassen wordt uitgegaan van een cohort waarbij de leeftijd niet hoger is dan 57,5 jaar. Voor de ouderen wordt een aparte analyse uitgevoerd. Personen met samenloop (zowel WWB uitkering als een WW of een WAO uitkering) worden niet meegenomen in de analyse, zij zijn de verantwoordelijkheid van het UWV. 4.3 Screening van de bestanden Wanneer een bestand voor de monitor bij Research voor Beleid wordt aangeleverd, wordt hierover een screening uitgevoerd. Bij de controles kijken we naar de kwaliteit van een bestand (klopt het aantal posities, het aantal kolommen, de veldnamen, zijn alle velden gevuld, is het bestand leesbaar, heeft het de goede naamgeving e.d) en naar de kwaliteit van de gegevens (inhoud van de bestanden qua doelgroepen, samenhang tussen de gegevens, hoeveelheid ontbrekende gegevens, valide waarden e.d). Deels gebeurd dit handmatig, deels geautomatiseerd. Naar aanleiding van de controles ontvangen de gemeenten van ons een brief met daarin opgesomd alle tekortkomingen en opmerkelijkheden die we tijdens de controle tegenkomen. Bij de brief zit een aantal bijlagen; de eerste bijlage (kengetallen) geeft een overzicht van de doelgroepen en de hoeveelheid personen die we hierin kunnen plaatsen, de tweede bijlage is een diskette met maximaal drie bestanden: FOUTSOFI ; ONBSOFI en MISSOFI. Het bestand FOUTSOFI bevat de sofi-nummers waarbij één of meerdere fouten is geconstateerd met een gecodeerde vermelding van de betreffende fout(en). Een codelijst wordt bij deze terugmelding bijgevoegd. Deze codelijst bevat ook de codes voor het bestand ONBSOFI. Het bestand ONBSOFI bevat de sofi-nummers van personen die wij op grond van de geldende criteria niet konden indelen in één van de doelgroepen van de monitor. Per sofi-nummer wordt de reden waarom wij niet tot indeling konden komen gecodeerd weergegeven. Het bestand MISSOFI bevat sofi-nummers van personen die wij in een vorige aanlevering van desbetreffende gemeente zijn tegen gekomen en die wij op grond van de destijds geleverde gegevens ook in de lopende meting zouden verwachten maar niet terug vinden. Van deze personen vragen wij de gemeenten naar de reden van ontbreken en eventuele aanvullende gegevens alsnog te verstrekken. Wanneer wij zaken in een bestand tegenkomen die niet duidelijk zijn nemen we telefonisch contact op met de betreffende gemeente om toelichting te vragen. Wanneer het bestand niet de gewenste kwaliteit heeft, vragen we de gemeente om een nieuwe versie aan te leveren. 1 Voor de personen die geen fase bij inschrijving hebben maar wel een actuele fase-indeling in de eerste helft van 2003, wordt de fase bij inschrijving vervangen door de actuele fase-indeling. 29

30 De meldingen zijn ingedeeld in drie categorieën: Inhoudelijke fouten: de aangeleverde gegevens voldoen niet aan de criteria Logistieke fouten: gegevens die ontbreken, hoeft niet altijd een fout te zijn Opmerkingen: opvallende gegevens, die op een fout kúnnen wijzen. In tabel 4.4 geven we een overzicht van de meldingen van het analysebestand Dit zijn meldingen die door het geautomatiseerde controleprogramma worden gegenereerd. Ter vergelijking zijn ook de percentages over de geactualiseerde eerste helft van 2004 en over de eerste en tweede helft 2003 opgenomen. Tabel 4.4 Overzicht van meldingen 63 gem records 59 gem records 64 gem records 73 gem records Kenmerk Inhoudelijke fouten Opleidingsniveau Ontbreekt, wel datum arbeidsverplichting 3% 4% 4% 5% Fase bij inschrijving Ontbreekt, wel inschrijvingsdatum CWI 4% 6% 5% 7% Fase actueel Ontbreekt, wel inschrijfdatum CWI 2% 2% 1% 2% Datum arbeidsplicht Ontbreekt, status is wel arbeidsverplichting <0,5% <0,5% <0,5% 2% Status arbeidsplicht Ontbreekt 2% 4% 15% 13% Inschrijving CWI Ontbreekt (start WWB in monitorperiode) 1% 1% 2% 2% Begindatum WWB Ontbreekt, terwijl inkomen WWB-uitkering is 2% 1% 2% 1% Inkomen/ uitkeringssituatie Ontbreekt, wel WWB-periode aangegeven 4% 3% 3% 3% Soort instrument Ontbreekt, wel begindatum instrument aangegeven 6% 4% 3% 7% Einddatum instrument Ontbreekt, wel einde dienstverlening 2% 2% 2% 1% Financieringsbron Financieringsbron genoemd, geen instrument ingezet <0,5% <0,5% <0,5% 1% Financieringsbron Ontbreekt, wel instrument ingezet <0,5% 2% 2% 2% Einde dienstverlening Ligt voor einddatum toepassing instrument 1% 1% 1% 1% Oorzaak einde dienstverlening Ontbreekt, wel datum einde dienstverlening 1% 1% 1% 1% Kenmerk Logistieke fouten Indicatie arbeidshandicap Ontbreekt/onbekend <25% < 25% >25% >25% Kenmerk Opmerkingen Fase bij inschrijving Geen inschrijfdatum CWI, wel fase-indeling bij inschrijving 2% 2% 3% 3% Fase actueel Geen inschrijfdatum CWI, wel actuele fase-indeling 1% 3% 3% 4% Uren beschikbaar Minder dan 12 uren beschikbaar voor arbeidsmarkt nvt nvt 2% <0,5% Datum reïntegratieplan Ontbreekt, wel instrument ingezet 6% 8% 11% 15% Er wordt op meer punten gecontroleerd dan in bovenstaande tabel vermeld, echter als de fout kleiner is dan 0,5% (in alle vier de metingen), staat de controle niet in de tabel. 30

31 Bijlage 1 Te registreren gegevens Kenmerk (A) Halfjaar (B) Gemeentenummer Korte toelichting en waarden Periode waarop de gegevens betrekking hebben. Persoonsgegevens (1) Sofi-nummer (2) Geboortedatum (3) Geslacht 1 man, 2 - vrouw (4) Indicatie Nieuwkomer Kwalificerende persoonsgegevens Indicatie geeft aan of persoon nieuwkomer is in de zin van de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN). 0 - onbekend 1 ja, 2 - nee (5) Opleidingsniveau Niveau van de arbeid die op het moment dat de arbeidsverplichting wordt opgelegd, als passend beschouwd wordt, gezien de opleiding en werkervaring van de betreffende persoon. 0 - niet van toepassing 4 - mbo/havo/vwo-niveau 1 - geen basisopleiding 5 - hbo-niveau 2 - basisniveau 6 - wetenschappelijk onderwijs 3 - lbo/mavo-niveau 7 - onbekend (6) Fase indeling bij inschrijving als werkzoekende (7) Fase indeling (meest actueel) (8) Datum opleggen arbeidsverplichting (9) Actuele status arbeidsverplichting (10) Indicatie arbeidshandicap (11) Aantal uren Beschikbaar Code voor bemiddelbaarheid conform de kansmeter. 0 - onbekend 1 - direct bemiddelbaar 2 - na kort traject bemiddelbaar 3 - na lang traject bemiddelbaar 4 - (nog) niet bemiddelbaar 5 - fase nog nader te bepalen Code voor bemiddelbaarheid conform de kansmeter aan het eind van de meetperiode. (zie kenmerk 7 voor waarden) Datum waarop arbeidsverplichting is opgelegd of de datum waarop een opschorting van de arbeidsverplichting is beëindigd. Geeft aan of de persoon aan het eind van de meetperiode al dan niet een arbeidsverplichting heeft of dat er sprake is van opschorting of vrijstelling. 1 - arbeidsverplichting is van kracht 2 - er is geen arbeidsverplichting opgelegd 3 - de arbeidsverplichting is opgeschort 4 - er is vrijstelling van de arbeidsverplichting verleend Kenmerk dat aangeeft of de persoon behoort tot de doelgroep zoals bedoeld in de Wet op de reïntegratie arbeidsgehandicapten (REA). 0 - onbekend 1 - ja 2 - nee Aantal uren en minuten per week beschikbaar voor het verrichten van arbeid (meest actueel). (12) Datum inschrijving Datum van inschrijving bij Arbvo/CWI als werkzoekende (meest recente datum). Uitkeringsgegevens (13) Datum aanvang uitkeringsperiode (14) Uitkerings-/ inkomenssituatie (15) Datum einde uitkeringsverhouding De eerste dag waarop het recht op de WWB-(Abw, Ioaw- of Ioaz)-uitkering ingaat. Wanneer een persoon meerdere uitkeringsperioden in de meetperiode heeft gehad, worden voor deze persoon meerdere records aangemaakt. Bron van inkomsten waarvan sprake is aan het eind van de meetperiode. 1 - uitkering WWB 2 - arbeidsongeschiktheidsuitkering 3 - werkloosheidsuitkering 4 - ANW-uitkering 5 - inkomsten uit arbeid 6 - geen uitkering 7 - overig De eerste dag waarop geen recht op de WWB-(Abw, Ioaw- of Ioaz)-uitkering meer bestaat. 31

32 Kenmerk 16) Reden einde uitkeringsverhouding (17) Datum aanvang arbeidsverhouding (18) Soort gesubsidieerd dienstverband Trajectgegevens (19) Datum goedkeuren reïntegratieplan (20) Ingezet trajectinstrument Korte toelichting en waarden Reden beëindiging uitkering wanneer de WWB-(Abw, Ioaw- of Ioaz)-uitkering volledig wordt beëindigd. 0 - niet beëindigd 1 - aanvang studie 2 - aangaan huwelijk/relatie 11 - arbeid in dienstbetrekking/uitkering ziekte 12 - gesubsidieerde arbeidsplaats 13 - zelfstandig beroep of bedrijf 14 - uitkering werkloosheid 15 - arbeidsongeschiktheid 16 - inkomensvoorziening asielzoekers/gedoogden 17 - alimentatie 19 - ander inkomen 31 - geen inlichtingen (onbekend) 32 - verhuizing naar andere gemeente 33 - verhuizing naar buitenland 39 - andere oorzaak 99 - oorzaak bij partner Aanvangsdatum van al dan niet gesubsidieerde arbeidsverhouding, voor zover gestart na opname in de monitor. Nadere specificatie bij kenmerk niet van toepassing 1 - WIW-werkervarings-plaats 2 - WIW-dienstbetrekking 3 - ID-baan 4 - REA-plaatsingsbudget/ REA-pakket op maat (Niet meer van toepassing in 2002) 5 - plaatsing in WSW-verband 8 - onbekend Datum waarop reïntegratie plan formeel door de gemeente is goedgekeurd De instrumenten die op enig moment in de meetperiode zijn ingezet. 0 - geen instrument ingezet 1 - beroepskeuzeadvies, assessment, verdere diagnose 2 - educatie LO+ niveau 3 - educatie hoger 4 - oriëntatie-/motivatiegerichte scholing/ training 5 - beroepsgerichte scholing of training 6 - arbeidsbemiddeling 10 - premies (21) Startdatum instrument (22) Einddatum instrument 11 - kinderopvang 12 - onkostenvergoedingen 13 - werkplekaanpassing 20 - zorg- of hulpverlening 21 - sociale activering: persoonsgerichte activiteiten 22 - sociale activering: maatschappelijk nuttige activiteiten (zoals vrijwilligerswerk) (23) Financieringsbron Geeft aan uit welke financieringsbron het trajectinstrument is bekostigd. Per instrument kunnen meerdere financieringsbronnen zijn gebruikt. 0 - Niet van toepassing, geen instrument ingezet 1 - Fonds werk en Inkomen (Gesubsidieerde arbeid; WWB-budget W-deel) 2 - ESF-gelden 3 - overige financieringsbronnen 8 - geen financieringsbron (24) Datum einde dienstverlening (25) Reden einde dienstverlening Datum waarop de dienstverlening door de gemeente in het kader van de reïntegratie wordt beeindigd. Reden einde dienstverlening in het kader van de reïntegratie. 0 - niet van toepassing, dienstverlening is niet beëindigd / er is geen dienstverlening 1 - vrijstelling/opschorting arbeidsverplichting 2 - cliënt weigert trajectaanbod 3 - cliënt stroomt uit naar werk (niet zijnde gesubsidieerde arbeid) 4 - einde uitkering om iedere andere reden dan werkaanvaarding 5 - einde werkaanvaardingspremie 6 - geen gebruik meer van dienstverlening om andere dan bovengenoemde redenen 32