Rekkentransportvaatwasmachine CNA-Serie

Transcriptie

1 Rekkentransportvaatwasmachine CNA-Serie Installatie Werking

2 2

3 Installatie en gebruiksaanwijzing voor HOBART CNA-serie Inhoud Pagina 1 Montage 4 2 Aansluiting elektriciteit 6 3 Aansluiting water 6 4 Aansluiting stoom of hogedruk warmwater 7 5 Aansluiting afzuiger 8 6 Dispensers 9 7 Bedieningspaneel 10 8 Eerste gebruik 11 9 Bediening Uitzetten machine Positie schermen Warmtepomp CHP-18 (Optioneel) Onderhoud Vorstpreventie Storingen Foutoplossing 22 Het geluidsniveau van de machine is 70 db (A) Belangrijke opmerkingen Gebruiken conform de regelgeving Deze machine dient exclusief te worden gebruikt voor het wassen van vaatwerk zoals borden, kopjes, glazen, bestek, dienbladen, enz. Niet gebruiken voor elektrisch verwarmde kook- en warmhoudapparatuur. Veiligheid Spuit de buitenkant van de machine nooit met een slang schoon. Het "Let op"-symbool staat naast instructies die essentieel zijn voor de veilige bediening van de machine. Lees deze passages s.v.p. zeer grondig door. Aansprakelijkheid Installaties en reparaties die niet door goedgekeurde monteurs worden uitgevoerd, het gebruik van niet-oorspronkelijke reserveonderdelen en technische wijzigingen aan de machine kunnen van invloed zijn op de in de standaard verkoopvoorwaarden vermelde garantie. Belangrijk: Deze gebruiksaanwijzing heeft betrekking op van links naar rechts werkende machines. Voor machines met een rechts-links looprichting geldt dezelfde informatie maar met tegenovergestelde bedieningsinstructies. 3

4 1 Montage Moet worden uitgevoerd door HOBART-monteurs. 1.1 Vervoer naar plaats van installatie Zo mogelijk in de verpakking en op een steunbalk. Duwen op rollers. - Vermijd beschadiging van vloeren en deuren. 1.2 Verpakking verwijderen Snijd de stalen banden door. Verwijder karton. Verwijder houten steunbalk. Verwijder verpakkingsmateriaal en accessoires uit binnenkant. 1.3 Plaatsing Volgens het installatieschema. Houd rekening met afstand van muur (gewoonlijk 39 mm) Houd rekening met de lengte van de tafels, transporten, etc. 1.4 Hoogte van machine aanpassen Zet de machine waterpas om ongelijkheid van de vloer op te heffen. Verdeel het gewicht van de machine gelijk over alle voeten. 4

5 1.5 Monteren tafels voor rekken en accessoires Zie aparte instructies. Dicht de schroefgaten af. Zorg voor een lichte helling ten opzichte van de machine (1 cm/m). (Indien nodig, stel de hoogte van de tafels in door de voetjes te draaien.) - Let erop dat het rekgeleidingsprofiel van de machine dezelfde hoogte heeft als de aan en/of afvoertafel. (Dit betekent dat de transportnokken op het rekgeleidingsprofiel minimaal 12 mm boven het tafelniveau moeten uitsteken. Schakelaar aan tafeleinde: De bedrading naar de regelkast moet worden beschermd. Laat de kabels onder het tafelprofiel lopen; gebruik hiervoor zelfklevende kabelklemmen. - Verrijdbare tafels met een eindschakelaar Verbind de stekkers en vergrendel ze. 5

6 2 Aansluiting elektriciteit Moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerd monteur conform de nationale en plaatselijke codes. 2.1 Controle Open de onderste deur rechts (met schroevendraaier) en neem het bedradingsschema uit de binnenkant van de deur. Controleer of de machinespecificaties corresponderen met de stroomtoevoer op de locatie en het bedradingsschema. Controleer de smeltveiligheid op de locatie. 2.2 Aansluiting De apparatuur is bedoeld voor een vaste elektrische aansluiting. Gebruik een hoofdschakelaar conform EN op de locatie (indien de machine niet is voorzien van een ingebouwde hoofdschakelaar). Trek de kabel door de kabeldrukring in het zijpaneel aan de achteruitgang van de machine. Sluit de draden aan op het hoofdaansluitpunt of op de hoofdschakelaar (indien aanwezig). Draai alle schroeven van het aansluitpunt vast (zijn mogelijk losgeraakt tijdens transport). Zet de kabeldrukring vast. Volgens EN moet de apparatuur worden aangesloten op een equipotentiale geleider. De koppelschroef "A" bevindt zich naast de kabelingang. 3 Aansluiting water Moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerd monteur conform de nationale en lokale codes. In de machine moet drinkbaar water worden gebruikt. Voor water met een hoog mineralengehalte wordt sterk aangeraden het water te behandelen. 3.1 Controle Controleer of de wateraanvoer en de afvoerpijpen corresponderen met het installatieschema van de machine. Bepaal welke leidingen moeten worden aangesloten op corresponderende aansluitingen op de machine. Controleer of de leidingen de juiste binnendiameters hebben. 3.2 Aanvoer onthard water voor naspoelen (G 3/4") Gebruik zacht water (2 tot 5 Clark resp. 1,08 mval/l). Stromingdruk 1,5-6 bar. Gebruik koud water indien machine is uitgevoerd met condensator. De machine is standaard uitgevoerd met een dubbel, op afstand bedienbaar eenrichtingsventiel van het type ED. Zorg op de locatie voor een afsluitklep en lijnzeef. 6

7 3.3 Aanvoer onthard water voor vullen machine (G 3/4" optioneel) Gebruik zacht (2 tot 10 Clark resp. 2,52 mval/l) en warm (60 C) water. Stromingdruk 1,5-6 bar. Zorg op de locatie voor een afsluitklep en lijnzeef. 3.4 Aansluiting afvoer Aansluiten op afvoer op de locatie: Tankafvoeren DN 50 (HT leiding) Druipwaterafvoer vanaf tafels, gootsteen en overige onderdelen. Sluit alle afvoeren aan op zwanenhals (afzonderlijk of centraal punt). 4 Aansluiting stoom of hogedruk warmwater Moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerd monteur conform de nationale en lokale codes. OPMERKING BIJ INSTALLATIE Zorg dat de druk en temperatuur van het verwarmingsmiddel niet hoger zijn dan de op het installatieschema vermelde waarden. 4.1 Controle Controleer of de toevoer op de locatie overeenkomt met het installatieschema van de machine m.b.t. temperatuur, druk en energieverbruik. Bepaal welke leidingen moeten worden aangesloten op corresponderende aansluitingen op de machine. Alle aansluitingen zijn standaard voorzien van de benodigde fittingen en kleppen. 4.2 Aansluiting De onderstaande units moeten worden aangesloten op de aan- en afvoerleidingen: naspoelboiler tankverwarming droger (indien aanwezig). 4.3 Isolatie Alle leidingen moeten worden geïsoleerd. Het isolatiemateriaal moet water-, hitte- en schokbestendig zijn. 7

8 5 Aansluiting afzuiger De aansluiting moet in samenwerking met een bekwaam ventilatiemonteur worden uitgevoerd. Vergelijk het installatieschema met de omstandigheden op de locatie. 5.1 Afzuiging naar de keuken (Uitsluitend mogelijk samen met PROVENTwarmtepompsysteem en voldoende kamerventilatie.) Vermijd condensschade door de uitgestoten lucht uit de ventilatieuitgang van de machine direct te mengen met lucht in de kamer (luchtverdeler). 5.2 Afzuigpijp Laat ruimte open (ong. 10 cm) tussen de machineafzuiging en het afzuigkanaal op de locatie of sluit een speciale verloopkap aan (optioneel). Gebruik een extra ventilator, aangezien de ingebouwde ventilator geen compressie heeft. Het van de locatie te verwijderen luchtvolume moet groter zijn dan het luchtvolume uit de machine (zie installatieschema). Gebruik om roestschade te voorkomen een uitlaatkanaal van roestvrij staal of synthetisch materiaal. Bij extreem lage temperaturen: Gebruik isolatie en antivriesjaloezie. 8

9 6 Dispensers met afwasmiddel en naspoelmiddel De dispensers en toebehoren worden gewoonlijk geleverd en geïnstalleerd door de leveranciers van het afwas- en naspoelmiddel. Installeer de dispensers, toebehoren en bakken zodanig dat ze gemakkelijk te hanteren zijn en de machinewerking niet verstoren. Het naspoelmiddel wordt na de naspoelboiler aangesloten. Aan de achterkant van het onderste voorpaneel rechts bevinden zich aansluitpunten (zie bedradingsschema). Wij raden u aan de dispensers en toebehoren niet direct op de machine te monteren! (Hierdoor kunnen de thermische isolatiepanelen beschadigen.) Het afwasmiddel moet vanaf de zijkant worden ingespoten. Gebruik uitsluitend voor de handel bestemd afwasmiddel en naspoelmiddel (geschikt voor professioneel en industrieel gebruik). Neem de veiligheidsinstructies van de chemicaliënleveranciers in acht. 9

10 7 Bedieningselementen 1 Machine AAN / UIT (licht tijdens de werking op) Door het indrukken van deze toets zal de machine ingeschakeld worden. In noodgevallen (bijv. bij storingen) is het mogelijk de machine onmiddellijk uit te schakelen, zonder afvoercyclus, door deze toets nogmaals in te drukken. Afzuiging en droger schakelen met een korte vertraging ook uit. Na het uitschakelen is de machine niet spanningsvrij! Er verschijnt een punt op de Temperatuurindicator Spoelen. 2 Start/Stop toets Als gevolg van het indrukken van deze toets, start de wascyclus. Bovendien licht de toets op om de status van de machine aan te geven: ROOD = machine vult en begint met opwarmen (Capaciteit kan beperkt worden door bv. Een defecte tankverwarming. GROEN = machine is gereed voor de werking BLAUW = geselecteerde programma loopt Als de toets knippert: ROOD = STORING: de temperatuurindicatoren geven een code aan (zie voor mogelijke storingen hoofdstuk 15) GROEN = machine is aan het vullen en opwarmen BLAUW = geselecteerde programma gestart, maar de machine is nog niet klaar voor gebruik. 3 Afvoer toets (licht tijdens de werking op) Door deze toets ongeveer 2 sec. ingedrukt te houden, start de afvoercyclus van de voorwastank. Vervolgens wordt de tank automatisch opnieuw gevuld. Om deze cyclus voor de gehele machine te starten, dient u deze toets ongeveer 4 sec. ingedrukt te houden. 4 Transportsnelheid-toets 5 Temperatuurindicator Wassen ( C) 6 Temperatuurindicator Spoelen ( C) Door deze toets kort in te drukken, is het mogelijk om uit twee vooraf ingestelde transportsnelheden te kiezen. Door deze toets ongeveer 4 sec. ingedrukt te houden, wordt de temperatuurmodus geactiveerd. (zie hoofdstuk 9.5) Geeft de huidige temperatuur aan van de wastank. Geeft de huidige temperatuur aan van het naspoelwater. NB: Bij een storing in de machine, geven de temperatuurindicatoren een code aan 7 Transportsnelheid-indicator = langzaam = snel Geeft de gekozen transportsnelheid aan. Wanneer de Transportsnelheid-indicator knippert, is de schakelaar aan de het tafeleinde geactiveerd. 8 Noodstop - toets Schakelt de machine volledig uit. Moet ontgrendeld worden bij herstart. 10

11 8 Eerste gebruik Moet worden uitgevoerd om de machinefuncties aan te passen en te controleren. Moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerd monteur. 8.1 Voorbereiding Zet de hoofdschakelaar op "0". Controleer of de bakken met afwas- en naspoelmiddel gevuld zijn. Aanpassing van de concentratie van het afwas- en naspoelmiddel moet worden uitgevoerd door de chemicaliënleverancier. Open de afsluitkleppen. Zet alle relais in de regelkast aan. Zet de hoofdschakelaar aan. Zet de afzuiger op de locatie aan (indien aanwezig). Sluit de inspectiedeuren. 8.2 Vul de naspoelboiler Druk op de Start/Stop-toets, die licht op. De temperatuurindicator Spoelen knippert en er verschijnt "bof" in het display. De naspoelboiler moet worden gevuld zoals hieronder omschreven. Druk weer op de Start/Stop-toets, om de machine uit te schakelen. Open de deur, druk de Afvoer toets en de Transport snelheid toets tegelijkertijd in totdat er "bof" in het display van de temperatuurindicator Spoelen verschijnt. Druk op de Start/Stop-toets. In het display van de temperatuurindicator Wassen verschijnt "- - 1". Wacht totdat er "- - 0" in het display verschijnt. Sluit de deur, de indicatoren gaan uit. Voor de bediening van de machine zie hoofdstuk Controle Draairichting motoren (zie aangegeven richting): - pompen - droger (indien aanwezig) Verwissel indien de motor tegen de aangegeven richting draait twee fases bij het aansluitpunt. Controleer en herstel eventuele lekken bij de: - afvoer - verwarmingsleidingen en wateraanvoerleidingen - machinebehuizing, tankbodem, afzuigsysteem 8.4 Autotimer Het wassysteem, het naspoelsysteem en de droger (indien aanwezig) werken uitsluitend indien er rekken door de machine worden gevoerd. Deze functies schakelen automatisch uit zodra er geen rekken meer volgen. De droger kan ook continu aanstaan. Deze aanpassing moet worden uitgevoerd door een onderhoudsmonteur. De wachttijden kunnen worden aangepast door goedgekeurde onderhoudsmonteurs. 11

12 Plaats de wasarmen: Boven: schuif de wasarm in de zijgeleiding tot over het inhaakmechanisme. Onder: schuif de wasarm in de zijgeleiding, totdat deze in zijn positie klikt. Plaats de naspoelarmen: Boven: plaats de naspoelarm in de bevestigingssteun aan de achterzijde en vergrendel deze aan de voorzijde dmv de aandrukveer. Onder: plaats de naspoelarm in de bevestigingssteun aan de achterzijde en vergrendel deze voor achter de inhaakplaat. 12

13 Druk op de Aan/Uit-toets, de machine vult automatisch de tank. De Start/Stop-toets licht rood op tijdens de vul en opwarmcyclus. Dit proces kan enkele minuten duren. Als de Start/Stop-toets groen oplicht, is de machine klaar voor gebruik. 9.2 Vullen van de rekken 13

14 Gastronorm pannen en andere grote bakken of platen kunnen het beste afzonderlijk in een vaatrek worden gewassen. In een CNA kunnen deze voorwerpen problemen veroorzaken zoals overspattend water, wat lage waterniveaus in de tank(s) en slecht naspoelen tot gevolg heft. Plaats dit soort voorwerpen licht naar beneden hellend in de richting waarop de machine loopt (zie afbeelding). Dit verkleint de kans op bovengenoemde problemen. 9.3 Wassen Machines met Autotimer - Door op de Start/Stop-toets te drukken (toets licht blauw op) begint de transport te lopen en is de machine gereed voor gebruik. - Door rekken in de machine te plaatsen wordt de autotimer geactiveerd en starten het voorwasprogramma, het wasprogramma, het naspoelsysteem en het drogersysteem. - Stand-by Als er geen rekken meer in de machine worden geplaatst, zal na een vooraf ingestelde tijd de autotimer alle functies uitschakelen, behalve de drogers. Machines zonder Autotimer - Door op de Start/Stop-toets te drukken (toets licht blauw op) worden alle functies van de machines geactiveerd. - Als er geen rekken meer in de machine worden geplaatst, druk dan op de Start/Stop-toets. De toets licht groen op en transport en wascyclus worden uitgeschakeld. Afzuiging en droger schakelen met een korte vertraging ook uit. Geef borden na het wassen voldoende tijd om te drogen. 9.4 Transportsnelheid - Door de Transportsnelheid-toets kort in te drukken, is het mogelijk om uit twee vooraf ingestelde transport snelheden te kiezen. De geselecteerde snelheid wordt aangegeven: = langzaam = snel 9.5 Uitlezen van de temperatuur Om de temperatuur uit te lezen, drukt u de Transportsnelheid-toets 4 seconden in, totdat de temperatuurindicatoren Wassen en Spoelen de actuele temperatuur weergeven ( C). "Ch0" =spoelen / "Ch1" =wassen / "Ch2" =voorwas De temperaturen worden één voor één getoond door herhaaldelijk op de Transportsnelheid-toets te drukken. De indicatoren gaan 10 seconden na het loslaten van de toets uit. 14

15 9.6 Afvoer - Voorwas - Door kort (2sec.) op de Afvoer-toets te drukken wordt uitsluitend de voorwastank geleegd en automatisch opnieuw gevuld. Dit is nodig wanneer de voorwastank zeer bevuild is. Tijdens de afvoercyclus licht de Start/Stop-toets rood op en hij knippert groen licht tijdens het opnieuw vullen van de tank. Zodra de toets groen oplicht en niet meer knippert, is de machine weer klaar voor gebruik. 9.7 Machine AAN/UIT In noodgevallen kan de machine worden uitgezet door, zonder eerst de tanks te legen, op de AAN/UIT-knop te drukken. Afzuiging en droger schakelen met een korte vertraging ook uit. 9.8 Algemene informatie - Het transport stopt direct nadat de eindstop-schakelaar is geactiveerd. De was-, naspoel- en droogsystemen stoppen na enkele seconden. De transportsnelheidindicator knippert. - Wanneer tijdens het wasproces een deur wordt geopend, stoppen de transport en de was en naspoelsystemen direct. Het droogsysteem stopt na een aantal seconden. De Start/Stop-toets knippert met een rood licht en de temperatuurindicator Spoelen geeft AL2 aan. Nadat de deur is gesloten, moet de machine opnieuw worden gestart door op de Start/Stop-toets te drukken. 9.8 Nood stop - In geval van nood kan de machine volledig worden uitgeschakeld door de Noodstop-toets in te drukken. 15

16 10 Uitzetten machine Druk op de Start/Stop toets, transport en wassysteem stoppen. Afzuiging en droger schakelen met een korte vertraging ook uit. Druk minimaal 4 sec. op de Afvoer-toets om de machine te legen. De verwarming stopt automatisch. De afvoerklep sluit. Op het display van de Temperatuurindicator Spoelen verschijnt een punt. Na het uitschakelen is de machine niet spanningsvrij! Zet de hoofdschakelaar uit! Open de inspectiedeuren. Verwijder eventuele schone schermen. Verwijder de wasarmen. Boven: duw blokkeerpen naar achteren en til de wasarm omhoog over de rand naar je toe. Onder: til de wasarm omhoog over de rand naar je toe. Verwijder de afdichtdop en reinig de wasarmen grondig. 16 Verwijder de zuigkorven. Verwijder de platte zeven.

17 Verwijder de bestekvangzeef op de bodem van de wastank. Verwijder het afdekzeefje van de naspoeltank. Ontgrendel en verwijder de naspoelarmen. Reinig ze grondig (reinig de sproeiers van het naspoelsysteem met een kunststof borstel). Reinig de zeven door middel van schoonspuiten en borstelen - verwijder voedselresten niet door op de zeven te slaan aangezien ze hierdoor kunnen beschadigen! Spuit de buitenkant van de machine nooit met een slang schoon. Gebruik bij het reinigen van de machine geen chloorhoudende -, zuurhoudende - of agressieve producten of metalen borstels. Spuit de binnenkant van de machine schoon (met name de bodem van de wastank en voorwastank) om achterblijvende resten te verwijderen. EENMAAL PER MAAND: Verwijder de afdekplaat op de condensators en schuif de behuizing van de afzuiger opzij. Spuit de condensators schoon. Zet de hoofdschakelaar aan en druk gedurende 4 sec. op de Afvoeren-toets om de tanks te legen. De afvoerkleppen worden weer geopend. Wacht totdat de tanks volledig leeg zijn en dan: Druk op de knop AAN/UIT. Zet de hoofdschakelaar uit en sluit de afsluitkleppen. Laat de inspectiedeuren open voor ventilatie. 17

18 18

19 12 Warmtepomp CHP-18 (Optioneel) Reiniging (half-jaarlijks) Moet worden uitgevoerd door HOBART-monteurs. Zet de hoofdschakelaar uit! Verwijder de bovenste panelen van de machine en warmtepomp. Attentie! Onderdelen van de warmtepomp kunnen warm zijn. Spoel de condensors en de verdamper af. Gebruik geen stoom of hogedrukreiniger. Voorkom beschadiging. De lamellen hebben scherpe randen. Kans op verwonding, dus gebruik handschoenen. Na reiniging kunnen alle panelen weer worden teruggeplaatst. 19

20 13 Onderhoud Voor een probleemloos werkende machine raden wij u aan een onderhoudscontract af te sluiten bij uw plaatselijke HOBART servicekantoor. 14 Vorstpreventie Moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerd monteur. - Laat de machine leeglopen door de afvoercyclus te starten. Druk op de Afvoeren-toets. - Zet de hoofdschakelaar op "O". - Zet de teller C28 op 0 en sla de gegevens op. of Sluit de contactgevers van de verwarmingselementen voor de oververhitter af. Alle tanks, waterleidingen en ankers moeten volledig leeglopen. Draai de vulschroef uit voor het plaatsen van de naspoeloververhitter. Draai de verbindingsstukken naast de vulklep los. Laat de waterleidingen op de locatie leeglopen. Laat de sifons van het afvoersysteem leeglopen. Stoom/ warmwater verwarmde machines: Laat alle verwarmingselementen en -leidingen leeglopen. De condensator (indien aanwezig) moet worden uitgeblazen met perslucht. Resetten voor gebruik: - Open de tapkranen. - Zet de hoofdschakelaar aan. - Open de deur, druk de Afvoer toets en de Transport snelheid toets tegelijkertijd in totdat er "bof" en "- - 0" in het display van de temperatuurindicatoren. - Druk op de Start/Stop-toets (in het display van de temperatuurindicator Wassen verschijnt "- - 1") en houd de toets vast totdat er water uit de naspoelarmen komt. - Sluit de deur. - Zet de hoofdschakelaar op "O". - Sluit de contactgevers van de verwarmingselementen voor de oververhitter aan. 20

21 15 Storingen De Start/Stop-toets licht rood op en knippert. De temperatuurindicator Spoelen geeft een code weer: bijv. "AL" = afvoerstoring. Mogelijke soorten storingen of fouten zijn als volgt (a.u.b. de code van de storing aan de servicemonteur doorgeven): CODE MOGELIJKE OORZAKEN MAATREGELEN FIL 001 Booster FIL 002 Tanks ALO Afvoerklep Wastank AL1 Afvoerklep Voorwastank AL2 Veiligheidsfunctie AL3 Gebrek aan afwasmiddel AL4 Gebrek aan naspoelmiddel Tapkraan is gesloten Vulklep of vulsysteem defect Tapkraan is gesloten Vulklep of vulsysteem defect Afvoer verstopt Afvoersysteem defect Afvoer verstopt Afvoersysteem defect Deur open Transport geblokkeerd Afwasmiddeldispenser is leeg Naspoelmiddeldispenser is leeg Draai de tapkraan aan de zijkant open en schakel de machine weer in. Neem contact op met de Hobart klantenservice. Draai de tapkraan aan de zijkant open en schakel de machine weer in. Neem contact op met de Hobart klantenservice. Reinig de afvoer en start de afvoercyclus opnieuw. Neem contact op met de Hobart klantenservice. Reinig de afvoer en start de afvoercyclus opnieuw. Neem contact op met de Hobart klantenservice. Sluit deur Verwijder blokkade Hervul afwasmiddeldispenser Hervul naspoelmiddeldispenser Warmtepomp (optie) AL5 001 AL5 002 AL5 003 Te lage druk Overdruk Motor beveiliging compressor Schakel de machine uit door middel van de hoofdschakelaar. Herstart de machine. In geval van een herhaalde melding, neem contact op met de Hobart klantenservice. Schakel de machine uit door middel van de hoofdschakelaar. Herstart de machine. In geval van een herhaalde melding, neem contact op met de Hobart klantenservice. Schakel de motor beveiliging in, dit dient te gebeuren door een gekwalificeerde monteur. In geval van een herhaalde melding, neem contact op met de Hobart klantenservice. F01 Temperatuurvoeler naspoelboiler defect Neem contact op met de Hobart klantenservice. F02 Temperatuurvoeler wastank defect Neem contact op met de Hobart klantenservice. F03 Temperatuurvoeler voorwastank defect Neem contact op met de Hobart klantenservice. 21

22 16 Foutoplossingen Type storing Mogelijke Oorzaak Oplossing Tank vult zich te langzaam Lijnzeef van vulsysteem verstopt Reinig lijnzeef Elektromagnetische klep defect Bel de Hobart klantenservice Onvoldoende aanvoerdruk Zorg voor juiste aanvoer Tank vult zich niet tot op het juiste niveau Vulcyclus tekort Bel de Hobart klantenservice Er ontsnapt stoom uit de Te weinig afzuiging Bel de Hobart klantenservice aan- en uitvoerzone Gordijnen in de verkeerde positie Controleer de gordijnen Temperatuur te laag Te sterke afzuiging Bel de Hobart klantenservice Verwarmingselementen defect Controleer de verwarmingselementen, aanvoersystemen stoom of hogedruk, warmwater en thermostaten. Bel de Hobart klantenservice Vaatwerk is niet schoon na afwascyclus Borden zijn gestreept en gevlekt Borden drogen niet Druppels op borden Zeven verkeerd geplaatst Controleer de zeven Gordijnen niet of verkeerd geplaatst Controleer gordijnen (zie hoofdstuk 11) Wassproeiers verstopt Reinig de wasarmen Te lage wasmiddelconcentratie Vergroot hoeveelheid afwasmiddel Te veel schuim Gebruik uitsluitend niet schuimend afwasmiddel Te veel voedselresten komen de machine binnen Controleer afschraapprocedure vooraf Temperaturen te laag Controleer verwarmingssysteem Transport te snel Selecteer lagere transportsnelheid Zeven verkeerd geplaatst Controleer de zeven Afwaswater spat in naspoelzone Controleer gordijnen (zie hoofdstuk 11) Naspoelsproeiers verstopt Reinig sproeiers Onvoldoende naspoelmiddel Laat de dispenser aanpassen Te hoog mineraalgehalte in naspoelwater Verkeerde temperatuur of vochtige drooglucht Transport te snel Vaatwerk nog vet Te lage concentratie naspoelmiddel Gebruik van gedemineraliseerd water wordt aangeraden Controleer verwarming en blazer van droogsysteem Selecteer lagere transportsnelheid Vergroot concentratie afwasmiddel Vergroot concentratie naspoelmiddel Borden vallen om Waterdruk van onderaf te hoog Vervang verloopstuk tussen onderste wasarm en wasleiding Bovenste wasarmen verstopt Verwijder en reinig wasarmen Voorwerpen te licht Dek rekken af Machine buiten gebruik Hoofd/noodschakelaar in uitstand, stroomvoorziening compleet uitgeschakeld Stroomuitval Schakel de hoofd/noodschakelaar in en herstart de machine Herstart de machine zodra er weer stroom beschikbaar is 22

23 Omdat een voortdurende productverbetering een doelstelling van HOBART is, kunnen specificaties worden gewijzigd zonder dat hierover vooraf informatie zal worden verstrekt. 23