Krattenwasmachine Model FUX-Compact

Transcriptie

1 Krattenwasmachine Model FUX-Compact INSTALLATIE BEDIENING VERSIE 07/04/03

2 Inhoud Installatie en gebruiksaanwijzing voor model FUX Pagina 1 Montage Aansluiting elektriciteit Aansluiting water Aansluiting stoom- of hogedruk warmwaterverwarming Aansluiting afzuiging Dispensers Eerste gebruik Bedieningspaneel Voorbereiding voor ingebruikname Reiniging van de machine Positie schermen Vorstpreventie Onderhoud Probleemoplossing Het geluidsniveau van de machine is 78 db (A) Belangrijke opmerkingen Gebruiken conform de regelgeving De HOBART krattenwasmachine model FUX is uitsluitend bedoeld voor het reinigen van kratten. Niet gebruiken voor elektrisch verwarmde kook- en warmhoudapparatuur. Veiligheid Spuit de buitenkant van de machine nooit met een slang schoon. Het "Let op"-symbool staat naast instructies die essentieel zijn voor de veilige bediening van de machine. Lees deze passages s.v.p. zeer grondig door. Aansprakelijkheid Installaties en reparaties die niet door gekwalificeerde monteurs worden uitgevoerd, het gebruik van niet-oorspronkelijke reserveonderdelen en technische wijzigingen aan de machine kunnen van invloed zijn op de in de standaard verkoopvoorwaarden vermelde garantie. Belangrijk: Deze gebruiksaanwijzing heeft betrekking op van links naar rechts werkende machines. Voor machines met een rechts-links looprichting geldt dezelfde informatie maar met tegenovergestelde bedieningsinstructies. 2

3 1 Montage Moet worden uitgevoerd door goedgekeurde servicemonteurs. 1.1 Vervoer naar plaats van installatie Zo mogelijk in de verpakking en op een steunbalk. Duwen op rollers. Vermijd beschadiging van vloeren en deuren. 1.2 Verpakking verwijderen Snijd de stalen banden door. Verwijder karton. Verwijder houten steunbalk. Verwijder verpakkingsmateriaal en accessoires uit binnenkant. De machine op transportschade onderzoeken. 1.3 Plaatsing Volgens het installatieschema. Houd rekening met afstand van muur (zie installatieschema). Houd rekening met de lengte van de tafels, transporten, etc. 1.4 Hoogte van de machine aanpassen Pas de hoogte aan tot op het gewenste laadniveau. Zet de machine waterpas om ongelijke vloer op te heffen. Verdeel het gewicht van de machine gelijk over alle voeten. 1.5 Aanspannen van de transportketting Span de transportketting bij het laadonderdeel aan beide kanten even strak aan en vergrendel de spanschroeven. 3

4 2 Aansluiting elektriciteit Moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerd monteur conform de nationale en plaatselijke codes. 2.1 Controle Open de schakelkast en neem het bedradingsschema uit de binnenkant van de deur. De stroomtoevoer moet overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje. De smeltveiligheid en de kabeldwarsdoorsnede moeten voldoen aan de vereisten. De machine is bedoeld voor een vaste elektrische aansluiting. Gebruik een hoofdschakelaar conform EN op de locatie (indien de machine niet is uitgevoerd met een ingebouwde hoofdschakelaar). 2.2 Aansluiting Trek de kabel (H07-RN-F) door de kabeldrukring onderaan het achterpaneel van de schakelkast. Sluit de draden aan op het hoofdaansluitpunt of op de hoofdschakelaar (indien aanwezig). Draai alle aansluitschroeven vast in de schakelkast (zijn mogelijk losgeraakt tijdens transport). Zet alle kabeldrukringen vast. Volgens EN moet de apparatuur worden aangesloten op een equipotentiale geleider. De koppelschroef ( ) bevindt zich naast de kabelingang aan de achterkant van de schakelkast. 4

5 3 Aansluiting water Moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerd monteur conform de nationale en lokale codes. In de machine moet drinkbaar water worden gebruikt. 3.1 Algemeen Sluit de wateraanvoer en de afvoerleidingen aan volgens het installatieschema. De machine is standaard uitgerust met leidingzeef, drukregelaar en terugstroomafsluiter. 3.2 Aanvoer schoon water voor naspoelen DN 20 (19mm) Gebruik zacht water (tot 3 DH resp. 0,5 mmol/l). Stromingdruk 1,5-6 bar met ~ 500 l/h. Bouwzijdig afsluitventiel aanbrengen. 3.3 Aanvoer schoon water voor vullen DN 20 (19mm) (Optioneel) Gebruik zacht water (tot 3 DH resp. 0,5 mmol/l) en warm water (50-60 C). Stromingdruk 1,5-6 bar. Bouwzijdig afsluitventiel aanbrengen. 3.4 Aansluiting afvoer Aan te sluiten op de afvoer op de locatie: Tankafvoer (50 mm Ø). Spoelwaterafvoer (slang 19mm). Respectievelijke afvoeren van rollenbanen. Alle afvoeren moeten worden aangesloten op zwanenhals (afzonderlijk of op centraal punt). 5

6 4 Aansluiting stoom- of hogedruk warmwaterverwarming Moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerd monteur conform de nationale en lokale codes. Machine wordt, afhankelijk van de bestelling, geleverd met meervoudige aansluiting of een centrale aansluiting. OPMERKING BIJ INSTALLATIE Zorg dat de druk en temperatuur van het verwarmingsmedium niet hoger zijn dan de op het installatieschema vermelde waarden. 4.1 Algemeen Sluit de aan- en afvoerleiding aan volgens het installatieschema. Alle aansluitingen zijn standaard voorzien van de benodigde fittingen en kleppen. 4.2 Aansluiting Aansluiting op één punt: Sluit alle aan- en afvoerleidingen aan op de centrale aansluiting van de machine. Afzonderlijke aansluitingen: De onderstaande units moeten worden aangesloten op de aanen afvoerleidingen: Naspoelboiler (in het onderste gedeelte van de naspoelmodule) Tankverwarming (in de wasmodule) 4.3 Isolatie Alle leidingen moeten worden geïsoleerd. Het isolatiemateriaal moet water- en schokbestendig zijn. 6

7 5 Aansluiting afzuiging (indien aanwezig) De aansluiting moet in overleg met een bekwaam ventilatiemonteur worden uitgevoerd. Vergelijk het installatieschema met de omstandigheden op de locatie. Ø 300 Installeer een afzuigpijp van 300mm OD (niet bijgeleverd) van de machine naar het afvoerkanaal op de locatie. Om lekken te voorkomen moet de pijp zodanig worden aangesloten dat condenswater terugvalt in de machine. Bij extreem lage temperaturen: Gebruik isolatie en antivriesjaloezie. 6 Dispensers met afwasmiddel en naspoelmiddel (Optioneel) De dispensers (230 V / max. 70 VA) en toebehoren worden gewoonlijk bijgeleverd en geïnstalleerd door de leveranciers van het afwas- en naspoelmiddel. Installeer de dispensers, toebehoren en bakken zodanig dat ze gemakkelijk te hanteren zijn en de werking van de machine niet verstoren. Controleer of de ingestelde dosering voldoende is. Wij raden u aan de houders en hun toebehoren niet direct op de machine te monteren aangezien de isolatiepanelen hierdoor kunnen beschadigen. Gebruik uitsluitend voor de handel bestemd afwas- en naspoelmiddel. Overleg met HOBART voordat u onbekende producten gebruikt. Lees de veiligheidsinstructies van de chemicaliënleveranciers goed door. 7

8 7 Eerste gebruik Moet worden uitgevoerd voor aanpassing en controle van de machinefuncties. Zie ook hoofdstuk 8 (Bedieningspaneel). Moet worden uitgevoerd door een goedgekeurde Service-monteur. 7.1 Voorbereiding Zet de hoofdschakelaar uit. Controleer of de houders met afwas- en naspoelmiddel zijn gevuld. Zet de wateraanvoer open. Open de schakelkast en zet alle stroomonderbrekers aan behalve de motorbeschermingsschakelaar van de naspoelboiler. Indien machine is uitgevoerd met elektrische naspoelboiler: controleer of de motorbeschermingsschakelaar uit staat (zie bedradingsschema). Zet de hoofdschakelaar aan. Zet de afzuiging op de locatie aan (indien aanwezig). Plaats de zeven en schermen (zie hoofdstuk 9). Sluit de inspectiedeuren. 7.2 Vullen naspoelboiler en tank Zet de machine aan, zet de selectieschakelaar (1) op "MACHINE AAN". Naspoelboiler en tank vullen zich automatisch Zodra water uit de sproeiers komt: Controleer of alle naspoelarmen goed sproeien. Zo niet: verwijder naspoelarmen en reinig sproeiers. Zet de hoofdschakelaar uit. Elektrisch verwarmde machine: Zet de motorbeschermingsschakelaar van de naspoelboiler aan. Verwarming wordt ingeschakeld. Machine met stoom- / hogedruk warmwaterverwarming: Open de verwarmingskleppen. Zet de hoofdschakelaar aan en start de machine. Nadat het juiste waterniveau is bereikt, schakelt het vullen automatisch uit (vulsymbool gaat uit) en begint de tankverwarming. Zodra de juiste temperaturen zijn bereikt, gaat het gele waarschuwingslampje "Tankverwarming" uit. 8

9 7.3 Controle Zet transport en wassen (2) aan: Draairichting motoren (zie pijlen op motoren): - pompen - afzuigventilator Controleer en herstel eventuele lekken bij de: - afvoer - wateraanvoerleidingen en verwarmingsleidingen - machinebehuizing, tankbodems, afzuigsysteem 7.4 Aanpassen stromingsdruk bij de drukmeter van de naspoelboiler. bar 7.5 Aanpassen temperatuur Temperatuur wordt in de fabriek ingesteld en gesealed. 7.6 Dosering afwasmiddel en naspoelmiddel moet worden aangepast door productexpert. A 7.7 Timer "vullen" (1K7) wordt in de fabriek ingesteld op 1 min. Afhankelijk van de vereisten op de locatie kan de tijd opnieuw worden ingesteld op "A". 9

10 8 Bedieningspaneel A B 8.1 A = hoofdschakelaar (optioneel) Uitzetten nadat het programma is voltooid of voordat u de schakelkast opent. B = ontgrendelen van de schakelkast = Schakelaar Machine AAN / UIT Hiermee zet u de machine aan of uit. 2 = Knop Transport en Wassen AAN Schakelt de transportband en de wascyclus van de machine aan. 3 = Keuzeschakelaar transportsnelheid I = langzaam 1 m/min. II = snel 2 m/min. 4 = Waarschuwingslampje Tankverwarming (geel) Geeft aan dat de tank momenteel wordt verwarmd. Het waarschuwingslampje gaat uit zodra de wastemperatuur is bereikt. De machine is nu gereed voor gebruik. 5 = Knop Transport UIT Schakelt de transportband en de wascyclus van de machine uit. 6 = Temperatuurdisplay Wassen (Optioneel) Geeft de huidige temperatuur van de tank aan. 7 = Temperatuurdisplay Naspoelen (Optioneel) Geeft de huidige temperatuur van de naspoel-boiler aan. 10

11 9 Voorbereiding Plaats de gordijnen. Controleer de positie van de zeven. Controleer de wasarmen. (Zie hoofdstuk 11.) Sluit de inspectiedeur. Zet de hoofdschakelaar aan. De machine begint automatisch met (Afvoer sluit automatisch.) Open de wateraanvoerklep en zet vullen en verwarmen. Controleer inhoud van afwas-en de AAN/UIT-schakelaar aan. Het gele waarschuwingslampje naspoelmiddelhouders. Tankverwarming is verlicht. Zodra het gele lampje uit gaat, Transportsnelheid selecteren. Druk op de knop Transport en is de machine gereed voor gebruik. Zet de selectieschakelaar op de Wassen AAN. De transportband gewenste positie. en de wascyclus van de machine starten Laat steeds 10 cm tussen het vaatwerk open om te zorgen dat alle stukken worden besproeid. Plaats de kratten in de machine. 11

12 10 Reiniging van de machine Zet het wasprogramma en de band Sluit de afsluitklep. Verwijder en reinig de wasarmen. uit. Zet de machine uit, draai de Laat de tank leeglopen door de hoofdschakelaar op "0" en open handel aan de linkerkant van de de deur. tank omhoog te heffen. Verwijder de gordijnen. Verwijder en reinig de opvangbak Spuit de binnenkant van de van de zeef en de platte zeef. machine en de transportband schoon. Plaats de zeven terug. Plaats de gordijnen terug. Verwijder en controleer de naspoelarmen eenmaal per week. Gebruik bij het reinigen van de machine geen chloorhoudende -, zuurhoudende - of agressieve producten. Het is belangrijk dat u de binnenkant van de machine (met name de bodem van de wasen voorwastank) met een niet-metalen borstel reinigt om eventuele voedselresten te verwijderen. Spuit de buitenkant van de machine nooit met een slang schoon. Laat de deuren open voor ventilatie. 12

13 11 Positie Gordijnen

14 12 Vorstpreventie Zet de hoofdschakelaar uit. Zet alle relais en zekeringscheiders in de schakelkast uit. Alle tanks, waterleidingen en armaturen moeten volledig leeglopen: Draai de plug onderin de naspoelboiler uit. Draai de verbindingsstukken naast de vulklep los. Laat de waterleidingen op de locatie leeglopen. Laat de sifons van het afvoersysteem leeglopen. Machines met stoom- / warmwaterverwarming: Laat alle verwarmingselementen en -leidingen leeglopen. Stel de machine opnieuw in volgens hoofdstuk Onderhoud Voor een probleemloos werkende machine raden wij u aan een onderhoudscontract af te sluiten met uw plaatselijke HOBART servicekantoor. 14

15 14 Probleemoplossing STORING OORZAAK OPLOSSING Tank vult zich te langzaam. Stromingsdruk op locatie te laag. Verhoog stromingsdruk op locatie. Lijnzeef van vulsysteem verstopt. Elektromagnetische klep verstopt. Reinig lijnzeef. Bel de HOBART klantenservice. Tank vult zich niet tot Overloop ontbreekt of lekt. Controleer overloop. het juiste niveau. Vulcyclus te kort. Bel de HOBART klantenservice. Er ontsnapt stoom uit de Te weinig afzuiging. Bel de HOBART klantenservice. laad- of uitvoerzone. Er spat te veel waswater in de laadsectie. Controleer afwasarmen, schermen en afbuigpanelen. Plaats vaatwerk goed op de rolband. Droger blaast in de machine. Verlaag de schuif van de straaldroger. Temperaturen zijn te laag. Te sterke afzuiging. Bel de HOBART klantenservice. Verwarmingselementen defect. Controleer de verwarmingselementen, aanvoer van stoom of hogedruk warmwater en thermostaten. Te kleine afstand tussen vaatwerk Vergroot de afstand tussen vaatwerk (water loopt in verkeerde tank). (zie hoofdstuk 9). Vaatwerk is na afwascyclus Zeven verkeerd geplaatst. Controleer zeven. niet schoon. Gordijnen niet of verkeerd geplaatst. Controleer gordijnen (zie hoofdstuk 11). Wassproeiers verstopt. Te lage afwasmiddelconcentratie. Te veel schuim. Temperaturen te laag. Reinig de wasarmen. Vergroot hoeveelheid afwasmiddel. Gebruik uitsluitend niet-schuimend afwasmiddel. Controleer verwarmingssysteem. Vaatwerk is gestreept Zeven verkeerd geplaatst. Controleer zeven. en gevlekt. Afwaswater spat in naspoelzone. Controleer gordijnen. Naspoelsproeiers verstopt. Te lage concentratie naspoelmiddel. Te hoog mineralengehalte in water. Reinig de spoelarmen. Verhoog de hoeveelheid naspoelmiddel. Gebruik gedemineraliseerd water. Machine loopt niet. Machine is niet aangesloten op elektriciteit. Controleer hoofdschakelaar. Inspectiedeuren staan open. Eindschakelaar is geactiveerd. Sluit inspectiedeuren. Verwijder vaatwerk. 15

16 Aangezien HOBART continu werkt aan verbetering van de producten mogen specificaties zonder kennisgeving worden gewijzigd.