Aan tafel! Artikel. Over casusbesprekingen in het welzijnswerk, in onderzoek en in de opleiding. Situering van PriCK.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aan tafel! Artikel. Over casusbesprekingen in het welzijnswerk, in onderzoek en in de opleiding. Situering van PriCK."

Transcriptie

1 Artikel Aan tafel! Over casusbesprekingen in het welzijnswerk, in onderzoek en in de opleiding Hilde Vlaeminck TER INFO Hilde Vlaeminck is maatschappelijk werker, supervisor en methodieklector. Jarenlang legde ze op de hogeschool casuïstiek van stagiairs onder de leeslamp. Door de kennis van casuïstiek uit te breiden en aan te wenden voor onderzoeksdoelen werd de aanzet gegeven voor PriCK. PriCK profileert zich als een vorm van praktijkonderzoek die de kwaliteit van casuïstiek in een welzijnsorganisatie bestudeert. Uitgangspunt is dat casusbesprekingen betekenisvolle leerprocessen zijn voor diverse actoren. Dit artikel beschrijft het PriCK-project. Hierbij wordt de casus gepresenteerd op drie wijzen: micro, meso en macro. Waarover dit artikel gaat Dit artikel beschrijft een uniek project in Vlaanderen, PriCK genaamd. PriCK is een letterwoord dat staat voor praktijkonderzoek interne casuïstiekkwaliteit. Het project is ontstaan in 1998 én werd - en wordt nog steeds verder - ontwikkeld binnen de Arteveldehogeschool, Opleiding Sociaal werk. Waarom kiest een opleiding voor een project rond casuïstiek? Wat betekent casuistiek? In een eerste paragraaf zullen we deze vragen beantwoorden. We beschrijven de doelen, staan stil bij het begrip casus, leggen de specifieke werkwijze uit en stellen de betrokken partners voor: de doelgroepen, de opdrachtgevers, de subsidiërende overheid en de stuurgroep. Vijf jaar praktijkonderzoek bracht ons als PriCK-medewerkers aan tientallen casustafels in Vlaanderen met beginnende en ervaren welzijnswerkers in diverse sectoren van de welzijnszorg. Wat en hoe leren individuele welzijnswerkers (niet) en hun teams als ze aan de tafel zitten en een casus bespreken met elkaar? Is dit leerproces in kaart te brengen en kan dit leren worden geoptimaliseerd? Om hierop een beginnend antwoord te geven, zullen we een casus serveren op drie wijzen: micro, meso en macro. Zin om aan tafel te komen? Situering van PriCK Eén van de kernactiviteiten in het welzijnswerk is het overleg van beroepskrachten over de cliënt en zijn/haar situatie. Deze casusbesprekingen soms noemt men dit gevalsbesprekingen vormen vaak een onderdeel van een teambespreking. Socia-cahier nr. 1 november 2004 [ 11 ]

2 Historisch gezien spelen dergelijke besprekingen een cruciale rol in de permanente ontwikkeling van methodiek. Een casus is een traditionele grondstof voor hulpverleners. In het maatschappelijk werk kreeg de oudste methode de naam Social Casework. Zorgvuldig, reflecterende vrouwelijke professionals ontwikkelden een eigen systematiek door het bespreken van hun praktijkervaringen, het vaststellen van de (niet) bereikte effecten it works? én vooral door het verklaren van hun praktijkervaringen via het opsporen van beschikbare en bruikbare theoretische concepten en wetenschappelijke kennis. Casusbesprekingen overtuigden hen langzaam maar zeker van de noodzaak om ook onderzoekers toe te laten aan de casustafel. (Kamphuis, 1971; Herman, 2001; Vlaeminck e.a., 2002) Aandacht schenken aan praktijkgevallen gebeurde overigens niet exclusief op het terrein van het sociaal werk. Ook geneesheren en ethici hechtten veel belang aan casuïstiek. Casuïstiek betekent letterlijk de leer van gevallen. Het gaat om de beschrijving van belangrijke, merkwaardige of zeldzame waarnemingen of ziektegevallen. (DSM IV Case boek, 2000) Op het terrein van ethiek en moraal wordt casuïstiek omschreven als volgt: zo nauwkeurig mogelijk de toepassing van de beginselen en algemene regels voor concrete handelingen en situaties vastleggen en registreren, daarbij nadrukkelijk de mogelijkheid der toepasbaarheid, dus eventueel de daarmee noodzakelijk geworden afwijking van de algemene regels in het oog houdend. (Winkler Prins) Casuïstiek krijgt in deze omschrijving een tweeledige opdracht: enerzijds de toepasbaarheid van de algemene regels én anderzijds ook de mogelijkheid om af te wijken van deze algemene regel. Het uitgangsprincipe in casuïstiek is dat vooral complexe gevallen een nauwkeurige analyse van alle omstandigheden en een goed inzicht in de elkaar kruisende beginselen vereisen om tot een juiste en leefbare oplossing te komen. Als maatschappelijk werker, supervisor en methodieklector had ik, net zoals zovele collega s op de hogeschool, jarenlang casuïstiek van stagiaires onder de leeslamp gelegd. Toen het Hogeschooldecreet (1994) de mogelijkheid bood om naast onderwijs ook dienstverlening en onderzoek aan te bieden aan het werkveld, besloten we om onze kennis van casuïstiek uit te breiden en aan te wenden voor onderzoeksdoelen. De toenemende druk om kwaliteitszorg te implementeren binnen de welzijnszorg vormde een bijkomend motief om casusbesprekingen te exploreren en te bestuderen als een kennisbron binnen een lerende organisatie. We oordeelden dat we als medewerkers vanuit het Hoger Onderwijs een bijdrage konden leveren aan het werkveld door op zoek te gaan naar een antwoord op de volgende vragen: Waarom, door wie, wanneer en hoe worden casussen ingebracht op een team? Levert een casusbespreking een meerwaarde voor een casusauteur? Voor een cliënt? Voor het team? Voor een organisatie? Welke (soort) reflecties bevat een casusbespreking? Welke besluiten worden er genomen bij een casusbespreking? Hoe uit casuïstiekcompetentie zich aan de casustafel? Is deze competentie te sturen? We maakten onze doelen bekend aan het werkveld en vonden meteen een aantal geïnteresseerde partners. PriCK was geboren. De doelen van PriCK Wat waren de doelen van het project? 1.Ten eerste kreeg dit project een dienstverlenende doelstelling. Organisaties, teams, maatschappelijk werkers helpen bij het in kaart brengen van hun casusgestuurde leerprocessen zodat deze in het kader van kwaliteitszorg konden worden begrepen, aangewend en geoptimaliseerd. Ook het verzorgen van bijscholing en training in verband met casusgeleide leerprocessen bij hulpverleners beschouwden we als een vorm van dienstverlening. 2.Ten tweede was er een onderzoeksdoelstelling. Via diverse onderzoeksprojecten inzicht krijgen in casusgestuurde leerprocessen bij hulpverleners en deze geëxploreerde gegevens bundelen en bestuderen. Het ontwikkelen van een taal, een begrippenkader en een specifiek casuïstiekschema kwamen er als doelen gaandeweg bij. Van daaruit hoopten we aanbevelingen te kunnen geven voor het uitbouwen en [ 12 ] Socia-cahier nr. 1 november 2004

3 beheren van kwaliteitsvolle casusgestuurde leerprocessen. Concreet bestudeerden we drie soorten casuscompetenties: het selecteren van een casus, het reflecteren op een casus en het concluderen naar aanleiding van een casus-(bespreking). Deze probleemstelling werd in de voorbije periode meer afgebakend, concreter afgestemd op doelgroepen en op vragen vanuit het werkveld. De kwestie van de selectie van de casus werd geconcretiseerd in een aantal subdoelen. Wie selecteert welke (soorten) casussen? Welke criteria worden hierbij gehanteerd? Is er een verband tussen het selectiecriterium en de leerbehoefte? Welke casusdata selecteert de casusauteur in zijn/haar verhaal? Welke casusdata worden niet geselecteerd (de casusleemtes)? Welke gegevens worden herhaald in het verhaal? Hoe worden de geselecteerde gegevens geordend? In welke taal en in welke toon worden de gegevens gezet? veelal vanuit de profit-sector overgehevelde - kwaliteitsmodellen naar binnen te halen. PRiCK opteerde daarentegen voor het (re)valoriseren van huiseigen leermiddelen zoals de casus bijvoorbeeld als object van kwaliteitszorg. PRiCK profileert zich als een vorm van praktijkonderzoek die de kwaliteit van casuïstiek in een welzijnsorganisatie bestudeert. Het gaat om kwalitatief onderzoek dat enerzijds explorerend en descriptief van aard is en anderzijds een aspect van handelingsonderzoek inhoudt. Het is explorerend: het onderzoek bekijkt, bestudeert en brengt het casuïstiekterrein van een team, van een organisatie in kaart. Het is descriptief: het beschrijft en ontwikkelt een casustaal om casusgestuurde leerprocessen in beeld te brengen. Het is een vorm van handelingsonderzoek omdat het in nauw overleg met de betrokken partijen voorstellen tot optimalisering van casuïstiekprocessen suggereert, taxeert op haalbaarheid, stimuleert én indien de opdrachtgever dit wenst - na verloop van tijd evalueert door het organiseren van een followup. De kwestie van de reflectie kreeg een concrete vertaling in volgende vraagstelling. Waarover reflecteert een casusauteur, een casusforum? Zitten er herkenbare patronen in reflecties? Welk effect hebben reflecties op het verdere verhaal? In welke taal en in welke toon worden de reflecties geformuleerd? De kwestie van de conclusies in casussen spitste zich toe op de volgende subdoelen. Hoe eindigt het verhaal? Wordt er een besluit genomen? Wat wordt besloten? In welke taal en toon wordt het besluit geformuleerd? Aan wie worden besluiten geadresseerd? Wat concluderen de respondenten uit de onderzoeksfeedback op hun casusbesprekingen? Vanuit het bestuderen van deze drie kwesties selecteren, reflecteren en concluderen willen we aanbevelingen formuleren voor de verdere ontwikkeling van casuïstiek in een organisatie. In een periode waarin de hele welzijnszorg in Vlaanderen geconfronteerd wordt met een kwaliteitsdecreet dat elke organisatie verplicht om een kwaliteitssysteem uit te bouwen, neigden velen om externe Het uitgangspunt van PRiCK is dat casusbesprekingen betekenisvolle leerprocessen (kunnen) zijn voor diverse actoren: de casusauteur, de teamcollega s medewerkers, de cliënt, de omgeving van de cliënt, de organisatie, de opdrachtgever, externe diensten, de ruimere sector. De casusteksten of de neerslag van de casusverhalen zijn het primaire onderzoeksmateriaal samen met relevante teamdocumenten en de leerimpressies van de respondenten. Casuïstiekkwaliteit managen gaat uit van de aanwezige casuscompetentie (casuskennis, casusvaardigheden en casusattitudes) van lerende medewerkers. Kwaliteitsprocessen hebben meer kans op slagen wanneer ze naadloos aansluiten bij het reeds bestaande potentieel. Daarom zal PriCK inspanningen doen om het bestaande casuïstiekpotentieel nauwkeurig en zorgvuldig in beeld te brengen. Socia-cahier nr. 1 november 2004 [ 13 ]

4 De casus als hoofdgerecht Wat is een casus? Het begrip is lang niet ingeburgerd bij elke welzijnswerker. Sommige spreken over praktijkverhalen, over praktijkervaringen, over gevallen, over dossiers. PriCK definieert het begrip als volgt: Een casus is een talige - mondelinge of schriftelijke - tekst die een voorbije of actuele (probleem)situatie, een geheel van omstandigheden, reconstrueert door de interactie tussen een of meerdere actoren te beschrijven; door de omstandigheden (feiten, tijd, plaats) te schetsen, door reflecties toe te voegen, door de normen en de expressie van de casusauteur te expliciteren. Een casus verwijst naar een complexe - niet zelden chaotische - situatie die nooit volledig kan worden in beeld gebracht. Het gaat om een reconstructie, er vindt altijd een selectie plaats. Een casus brengt een reconstructie van deze chaos of complexiteit in beeld: het laat zien hoe de casusauteur het ziet en niet hoe hij/zij of anderen vinden dat het er uit zou moeten zijn. Bij processen van ervaringsgericht leren speelt intuïtie altijd een rol. Intuïtie is het geheime wapen van elke expert en is te definiëren als volgt (Van der Laan, 2003: 10; De Groot, 1997) bij twijfel over een keuze tot een beslissing komen door er ad hoc algemene, holistische overwegingen bij te halen die stammen uit de eigen ervaring en door deze om te zetten in een betrekkelijk vaag vermoeden of gevoel over wat het beste is Een casus is tegelijk een uniek verhaal én een refererend verhaal, dat in een aantal opzichten lijkt op een ander verhaal. Een casus is geformatteerd vanuit expliciete of (in de praktijk veelal) impliciete leerdoelen. Een casus is een tekst waarin meerdere lagen besloten liggen. Er is de uiterlijke laag of vormgeving van een casus. Elke tekst bevat altijd plaats en tijdsaanduidingen, laat één of meerdere actoren aan het woord en kiest bewust of onbewust om bepaalde actoren niet of nauwelijks een stem te geven in het verhaal. In elk verhaal zit een narratief programma, een soort veranderingsproces waarin zowel helpende als saboterende actoren de plot beïnvloeden. Dit narratief programma letterlijk het vertelprogramma - brengt het proces in beeld van een subject dat een bepaald object nastreeft of zich van een object wil ontdoen. Een casus bevat een retorische laag waarbij de verteller de lezers van de tekst of de luisteraars van het verhaal wil overtuigen van iets. Betekenis van de tekst ontstaat door het unieke samenspel en dynamiek tussen vorm en inhoud die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. (Maas, 1993; Bal, 1993; Baart, 1986) De werkwijze PRiCK neemt ruim de tijd om elke onderzoeksvraag en de onderzoeksverwachtingen van welzijnsorganisaties te exploreren. Daartoe wordt er niet enkel met de opdrachtgever zelf een bespreking georganiseerd maar is er ook een intake met de teammedewerkers. Hierbij worden de verwachtingen ten aanzien van het onderzoek zorgvuldig afgetast en bijgesteld waar nodig. In aansluiting op de intake worden er teamdocumenten opgevraagd. Het doel is inzicht krijgen in het referentiekader van waaruit de organisatie denkt en werkt, in de taal waarmee de organisatie communiceert met haar medewerkers, met de cliënten, met de opdrachtgever, met de buitenwereld en in de waarden en methodische concepten van de organisatie. PRiCK werkt altijd met dagverse casussen als primair onderzoeksobject. Soms gaat het om geschreven casussen, soms gaat het om mondelinge casussen (via participatie aan casusbesprekingen) die naderhand in een transcript worden omgezet. De PriCK-medewerkers observeren en participeren aan de casusbesprekingen van een team. Meestal opteren we om twee keer een casusbespreking te observeren. Tijdens de eerste observatie worden er geen video- of audio-opnames gemaakt. [ 14 ] Socia-cahier nr. 1 november 2004

5 De tweede observatie wordt wél via audio- en videorecorder geregistreerd. Indien PriCK een onderdeel vormt van een grotere onderzoeksopdracht waarbij het gaat om meerdere diensten of voorzieningen, wordt de werkwijze aangepast. Het gaat dan niet om de casuïstiekkwaliteit van één casusforum of één dienst, maar wel om de casuïstiekkwaliteit van een gehele sector of een segment van de welzijnszorg. We starten dan met het in kaart brengen van de casusmodaliteiten van alle betrokken diensten als basis voor een selectie van een beperkt aantal casustafels. Bij deze selectie spelen de probleemstelling en de specifieke onderzoeksvraag een belangrijke rol. In dergelijke opdrachten kiezen we om geheel of gedeeltelijk met schriftelijke casussen te werken. Na het transcriberen van de audio-opnames van de casusbesprekingen gebeurt het coderen en het analyseren van de casusdata. De bevindingen en hypothesen uit de PriCKanalyse worden in een uitvoerige bespreking met het betreffende team onder meer aan de hand van video- en audiofragmenten toegelicht. De feedback van de medewerkers hierop wordt zowel via een groepsdialoog maar ook individueel en schriftelijk bevraagd. Onder meer wordt nagegaan welke bevindingen herkenbaar zijn, welke bevindingen hen verrassen en vooral met welke hypothesen en suggesties ze in de toekomst iets willen doen. De gegevens uit deze feedback worden mee opgenomen in het PriCK-eindrapport. In grotere onderzoeksopdrachten wordt de analyse van casusdata geconfronteerd met de analyse van de andere onderzoeksluiken. Indien de opdrachtgever dit wenst kan er een PriCK-follow-up plaatsvinden na verloop van tijd. Na zes maanden, na een jaar bijvoorbeeld nemen de onderzoekers plaats aan de casustafel en gaan na of en in welke zin casuïstiek evolueerde. Ook deze stap gebeurt in dialoog met de respondenten. De betrokken partners Van meet af aan stelden we een PriCKstuurgroep samen die zowel bestond uit externe als uit interne partners. 1 In welke welzijnsorganisaties werd geprickt? Wie behoorde tot de doelgroep? We dienen een onderscheid te maken tussen interne en externe doelgroepen. De externe doelgroepen komen uit diverse werksectoren in de hulpverlening: justitie (opleiding penitentiaire beambten), pleegzorg, ambulante en residentiële jeugdzorg, teleonthaal en de autonome en ingebouwde diensten voor algemeen welzijnswerk. Voor meerdere opdrachten konden we rekenen op subsidies van de provinciale en van de Vlaamse overheid. Uit deze sectoren bestudeerden we niet alleen casussen van maatschappelijk werkers maar ook van penitentiaire beambten en van pedagogen, psychologen, begeleiders in residentiële en ambulante voorzieningen. De diversiteit van werksectoren én de verscheidenheid van casusauteurs laten de onderzoeksgroep toe om vastgestelde fenomenen naast elkaar te leggen. Zo stelden we bijvoorbeeld vast waarin casuïstiek van derdejaarsstudenten verschilt van deze van penitentiaire beambten die nauwelijks een opleiding kregen. Vanuit welke motieven zijn opdrachtgevers geïnteresseerd in PriCK? De eerste klant kwam uit de sector Justitie. Het Penitentiaire opleidingscentrum de Bres zocht zowel universiteiten als hogescholen die wilden meewerken aan de verdere uitbouw van een vernieuwd opleidingscurriculum voor penitentiaire beambten (vroeger cipiers of bewaarders genoemd). PriCK bood aan om in de opleiding vooral casuïstiek te onderzoeken. Enerzijds observeerden en bestudeerden we de casussen die door lesgevers werden gebruikt als didactisch materiaal tijdens de opleiding. Anderzijds vertelden de cursisten ons een casus in een face to face gesprek. 1 Externe partners: Prof. dr. G. Van der Laan (Universiteit Utrecht), bijzonder hoogleraar in de grondslagen van het maatschappelijk werk en maatschappelijk werker Jan van der Vorst, preventiewerker Geestelijke gezondheidszorg in Terneuzen. Interne partners: Theo Hullebroeck (onderzoeksmethoden), Henk Sap (leerprocessen), Philippe Bocklandt (kwaliteitszorg), Jo Lefevere, Freya Versluys en Marleen Van den Berghe (co-onderzoekers bij observaties van casusbesprekingen). Aanvullend: dr. J.J. Maas (hoofddocent Universiteit Utrecht) voor de semiotische analyse van casusteksten. Socia-cahier nr. 1 november 2004 [ 15 ]

6 De opdrachtgevers uit de sector Pleegzorg en Bijzondere Jeugdzorg toonden interesse vanuit de vereisten van het kwaliteitsdecreet. Wat hen vooral aansprak was het vernieuwende karakter en het feit dat hun teammedewerkers niets extra hoefden te presteren, maar gewoon aan tafel konden zitten voor een casusbespreking. Bovendien hoopten zij dat dit project zowel de eigenheid als de gemeenschappelijkheid tussen de diverse teams of casusfora helder in kaart zou kunnen brengen. Ze zagen hierin een kans om casuïstiek als corebusiness een plaats te geven in het kwaliteitshandboek. Een andere soort opdrachtgevers zijn de provinciale overheid of koepelorganisaties die een grote onderzoeksopdracht bestellen bij één of meer onderzoeksinstituten (universiteit en/of meerdere hogescholen) waarbij casusonderzoek als een onderdeel of als een afzonderlijk onderzoeksluik werd opgenomen. De voorbije twee jaar werkte PriCK mee aan het PAWOonderzoek (de kwaliteit van en de blinde vlekken in de eerstelijnszorg in de provincie Oost- Vlaanderen), aan het onderzoek in Teleonthaal Vlaanderen (preventie van zelfdoding via telefonische hulpverlening), aan een onderzoek bij de koepelorganisatie Begeleid Wonen (in kaart brengen van de expertise). Naast ervaren welzijnswerkers wenste PriCK de studenten derde jaar maatschappelijk werk als interne doelgroep bij het praktijkonderzoek te benutten. De afgelopen vijf jaar werden zij in het kader van de methodiekcursus Social Casework systematisch bevraagd over hun casuscompetentie. De klassieke didactische strategie van deductie (accent op theorie die in een latere fase moet worden toegepast in de praktijk) werd ingeruild voor inductief leren. De praktijk door middel van casuïstiek van studenten werd het vertrekpunt. Vanuit de reflectie op praktijksituaties leerden we studenten vragen stellen en methodische antwoorden ontwikkelen. Via deze interne doelgroep kregen we dagelijks casussen uit heel Vlaanderen op de tafel tijdens de lessen. Hoe verloopt dit nu concreet? Elke les presenteert een studentcasusauteur een eigen casus, aangevuld met een literatuurinjectie van een medestudent die casusinzichten probeert te verruimen. De medestudenten leden van het casusforum in de klas beluisteren en bevragen de casus en gaan in dialoog met de casusauteur en de lezer. Op een systematische wijze leert het casusforum een zestal casusinterventies. Gedurende vijf jaar werden deze casuspresentaties zorgvuldig geregistreerd met behulp van de videocamera. Een systematische vorm van casusregistratie en casusreflectie helpen de studenten om de casus te archiveren én dwingt hen om persoonlijke inzichten naar aanleiding van de casuspresentatie en casusbespreking te expliciteren. We beschikken inmiddels over een uitgebreid casusarchief. Verder noteerden we systematisch hun leerimpressies, hun selectiemotieven en reflecties. Op het einde van het academiejaar gingen we na welke casussen een hoge waardering kregen. De registratie van deze gegevens hebben we verwerkt en geven ons bijkomende inzichten in specifieke selectie-, vertel- en reflectiepatronen van casusauteurs in een opleidingssituatie. Af en toe werden deze casuspresentaties bijgewoond door buitenstaanders die in deze didactische werkvorm geïnteresseerd waren. Collega s uit andere hogescholen, assistenten van de universiteit, deelnemers aan een workshop of een seminarie maar ook eigen collega s uit andere opties binnen de opleiding Sociaal werk kwamen als observator of participant kennismaken. [ 16 ] Socia-cahier nr. 1 november 2004

7 De casus vanuit het micro-perspectief De meest in het oog springende en traditionele casusdata zijn deze die betrekking hebben op de samenwerking tussen de cliënt, de cliëntsituatie, diens omgeving en op de betrokken hulpverlener. We noemen dit het microperspectief in een casus. Drie vragen willen we in dit verband naar voor brengen: Wie krijgt een rol in het verhaal? Wie niet? Wat wordt er precies meegedeeld? Hoe worden de actoren in scène gezet in het narratief programma van de casus? Wie Om te beginnen gaan we na WIE een rol krijgt in de reconstructie. Een casus kan worden gezien als een bijzondere verhaalvorm waarin een hulpverleningssituatie in scène gezet wordt door personen, instanties, tijd en plaats in een narratief programma te situeren. Er is een begin, een midden en een slot. (Bal, 1993; Baart, 2001). Er gebeurt iets. Een subject wil een object bereiken of wil zich ontdoen van een obstakel en schakelt hiertoe een aantal hulpnarratieve programma s in. Deze hulpnarratieve programma s kunnen het subject helpen of juist tegenwerken in het bereiken van het object. Een casusauteur kan zichzelf als personage een belangrijke rol geven maar kan zich ook beperken tot de uitsluitende rol van nietpersonage gebonden verteller. Casuïstiek van penitentiaire beambten bijvoorbeeld bevatte nauwelijks casusdata over de gedetineerden zelf maar des te meer en vaak zeer gedetailleerde, punctuele casusdata over hun eigen tussenkomsten. In hun reconstructies spelen ze zelf als ik-persoon een hoofdrol. Casuïstiek van derdejaarsstudenten daarentegen herbergt vaak uitsluitend casusdata over de cliënt, maar niet of nauwelijks over het eigen hulpverlenend optreden. In veel gevallen beperken deze respondenten hun rol tot vertelinstantie en niet tot een handelende actor. Wanneer ze toch een vorm van handelend optreden reconstrueren, gebeurt dit veelal door het inzetten van een wijpersonage en niet als een persoonlijk handelen. In een residentiële voorziening stelden we vast dat de verwijzende instantie nauwelijks een stem kreeg in de reconstructie. Aan een casustafel in de pleegzorg bleek vooral of uitsluitend de pleegmoeder een rol te spelen in de verhalen en bleef de pleegvader nagenoeg uit beeld. Belangrijk hierbij is of deze selectie van actoren geëxpliciteerd wordt: maakt een casusauteur het casusforum attent op het geheel of gedeeltelijk ontbreken of uit het beeld halen van bepaalde actoren? Wat WAT vertelt de casus en wat niet? Op microniveau bestudeert PriCK de informatie die via het initiële verhaal van de casusauteur we spreken over de naakte casus als input aan het casusforum wordt aangeboden. Casusdata kunnen vooral feiten bevatten, kunnen subjectieve betekenissen weergeven of kunnen normatieve overwegingen inhouden. (Van der Laan, 1990, Schilder, 2001). Vooral de wijze waarop de feiten, de beleving of betekenis en de norm geldigheid krijgen aan de casustafel doorheen de casusbesprekingen interesseert de casusonderzoeker. Zowel aan casustafels van professionele hulpverleners als bij vrijwilligers hoorden we opmerkelijke discussies over de kwestie van de waarheid. Wie zegt op grond van welke observatie, welke toets, welk document, welke informatiebron dat feiten waar zijn. Voor de geldigheid van subjectieve betekenis geldt het criterium van de authenticiteit. Het gaat om de vraag of de casusdata over de beleving het meest geëigende en geliefde domein van maatschappelijk werkers waarachtig zijn. Wat de normatieve casusdata betreft, geldt het criterium van de juistheid: zijn de gehanteerde normen correct? In onze onderzoeken stellen we vast dat nogal wat normatieve kwesties vooral impliciet het verhaal bepalen en niet altijd als zodanig erkend of geëxpliciteerd worden door het casusforum. Op microniveau probeert PriCK zo nauwkeurig mogelijk het narratief gebeuren in beeld te brengen vanaf de input van het initiële verhaal van de casusauteur. We spreken hierbij over de naakte casus. Daarnaast onderzoekt PriCK hoe deze naakte casus door een casusforum wordt aange- Socia-cahier nr. 1 november 2004 [ 17 ]

8 kleed : welke vragen, reflecties, opponente visies worden er aan de naakte casus toegevoegd en zijn hierin bepaalde patronen te herkennen. Het aankleden benoemen we in de PriCK-analyse als throughput. Naast de input en de throughput gaat de aandacht uit naar de output. Hoe eindigt het verhaal: wie heeft wat niet bereikt en omwille van welke motieven. Naast het observeren van de concluderende interventies aan de casustafel zal PriCK hiertoe ook de teamnotulen analyseren. Het confronteren van deze beide bronnen maakt duidelijk welke casusdata het forum wél en niet archiveert. Een bijkomende informatiebron levert het individueel en schriftelijk bevragen van het casusforum meteen na de casusbespreking. De respondenten noteren hun spontane leerimpressies. Een minderheid van respondenten noteert individuele leerimpressies op het microniveau. Uit dergelijke leerimpressies leren we dat de output op microniveau sterk kan verschillen of gewoon tegengestelde informatie oplevert bij respondenten. Respondent A noteert bijvoorbeeld dat de casusbespreking duidelijk maakte hoe er verder met jongere X moet worden gewerkt in de leefgroep terwijl respondent B schrijft dat er nog steeds geen heldere afspraken gemaakt werden rond de verdere aanpak van X. Een groot deel van de leerimpressies van respondenten situeert zich op het mesoperspectief. In de volgende paragraaf willen we dit nader uitleggen. Hoe HOE worden de actoren in scène gezet in de reconstructie? Een reconstructie is altijd een dynamische combinatie van vorm en inhoud. Een casusauteur maakt vaak niet eens bewust gebruik van retorische middelen. Het in scène zetten van bepaalde actoren in de directe rede bijvoorbeeld, geeft deze een sterkere positie (dergelijke uitspraken lijken méér waar dan andere), het herhalen van casusdata, het visueel ondersteunen door woorden (namen, sleutelbegrippen), teksten en cijfers in beeld te brengen, het gebruik van metaforen. Het regelen van de spanning of de plot in een casus wordt onder meer door de enscenering geregeld. De casus vanuit het meso-perspectief Een casus is ingebed in een bepaalde casuscontext: een geheel van omstandigheden, een casuscultuur, een casusklimaat. Elk casusforum ontwikkelt geschreven maar vooral veel ongeschreven regels over casuïstiek. Welke doelen, welke verwachtingen, welke vereisten stelt men aan een casusauteur, een casusforum? Welke status kent men toe aan casuïstiek? Is er sprake van een bewust casuïstiekbeheer op het mesoniveau? Elk PriCK-onderzoek poogt deze mesocasusdata in beeld te krijgen en te spiegelen. Het gaat hierbij onder meer over observatiegegevens van de infrastructuur en accommodatie die het narratief comfort van een casusauteur en een casusforum kunnen verhogen. Semiotisch gesproken kunnen we stellen dat een casuscontext gezien kan worden als een geheel van tekens die zorgen voor betekenisvormgeving aan de casustafel. Evenzeer zal PriCK attent zijn op de geschreven of gesproken casusdata die verwijzen naar het mesoniveau, zoals het gebruik van een bepaalde ordening of logica in de reconstructie van een hulpverleningssituatie, het hanteren van een teamtaal, het gebruikmaken van het casusarchief, het honoreren van eerder opgeslagen casusknowhow in een casusforum. PriCK zal de unieke mix van mesodata die de casuscontext mee bepalen en de casus kleuren proberen zo goed mogelijk weer te geven. Taal, huiseigen begrippen, humor, de kleur van de metaforen krijgen bij PriCK extra aandacht. Woordtellingen, semiotische analysetechnieken helpen om deze op een systematische wijze op te sporen en te ordenen. Een belangrijk aspect hierbij is de collegiale zorg en de betrouwbaarheid die op het mesoniveau casuïstiek mee bepaalt. De analyse van de leerimpressies maakt duidelijk dat teamcohesie, veiligheid, respect voor elkaars casus- [ 18 ] Socia-cahier nr. 1 november 2004

9 teksten, solidariteit een hoge waardering krijgen en spontaan als leerimpressie genoteerd worden. Voor teamcoördinatoren en leidinggevenden kan de analyse van deze mesodata interessante gegevens opleveren. Zowel de eigenheid van een casusforum als de gemeenschappelijke kenmerken tussen casusfora binnen dezelfde organisatie krijgen een taal. De eigen, specifieke casuscompetentie van een casusforum komt in beeld en kan worden benut vanuit principes van kennismanagement. (Senge, 1990; Van den Broeck, 1994; Van Robaeys,1997; Dixon, 2002) De casus vanuit het macro-perspectief Het eerste casusonderzoek bij penitentiaire beambten maakte de PriCK-onderzoekers attent op de aanwezigheid van macrodata in de casus. Deze casusauteurs verwezen in hun verhalen naar de ruimere maatschappelijke context waarin ze moeten werken. Vooral de spanningen en dilemma s die ontstaan door de tegengestelde normen en regels binnen en buiten de gevangenis, tussen hun professionele wereld en hun thuisomgeving, tussen de theorie die ze in de opleiding kregen en de dagelijkse handelingspraktijk kwamen in meerdere casussen naar voor. Opgemerkte fenomenen op het microniveau brachten deze respondenten in verband met structurele en maatschappelijke aspecten. Vrijwilligers in Tele-onthaal bijvoorbeeld stellen een stijging vast van het aantal oproepen van psychiatrische patiënten en vragen zich af hoe hun organisatie zich tegenover dit fenomeen wil opstellen. Tijdens een instroomoverleg in een ACAW signaleert het casusforum dat cliënten steeds vaker informatie vragen over goede zelfstandige, professionele hulpverleners (advocaten, therapeuten, dokters). Ze beraden zich hoe ze met deze vragen in de toekomst zullen omgaan. Er zijn tal van voorbeelden uit onze diverse opdrachten waarin opgemerkte structurele aspecten wel worden geformuleerd, maar (nog) niet in een actie werden vertaald. Het is de praktijkvloer zelf die de PriCKonderzoekers alert maakte voor deze micromacroverbinding. Alleen al de aanwezigheid van een directielid of een leidinggevende aan een casusforum kan deze verbinding letterlijk aanwezig stellen. In sommige locaties was de directie vooral virtueel aanwezig, door systematisch een mondelinge of schriftelijke briefing te voorzien waarop telkens een vorm van feedback volgde. Op macroperspectief denken we aan het verruimen van casussen, over diverse casusfora heen binnen de eigen organisatie, maar ook binnen de welzijnssector. We stelden vast dat sommige casustafels de impact van beleidsbeslissingen of de (neven)effecten van regelgeving via casuïstiek detecteerden. Geregeld verbaasde het ons dat het archiveren en uitwisselen van interessante informatie over de casusfora heen, geen vanzelfsprekendheid is. Ethische argumenten bij het bespreken van moeilijke normatieve casuskwesties halen in de meeste gevallen de teamnotulen niet of komen niet terecht in een communicatiestroom die kennis binnen een organisatie vlot laat circuleren. In de meeste PriCK-opdrachten konden we leidinggevenden overtuigen van de waarde en de noodzaak om permanent on-line te zijn met de casustafel zodat signalen vanuit de werkvloer rechtstreeks kunnen worden opgepikt. Dit gebeurt niet vanzelfsprekend. Veelal zijn noch de leidinggevenden zelf, noch de leden van het casusforum zich bewust van de aanwezigheid van macrodata in hun casuïstiek. Soms ontkenden leidinggevenden dat casuïstiek een aangewezen plaats is om structurele signalen te detecteren. Ze oordeelden dat registratiecijfers hiertoe een veel betrouwbaarder middel zijn. Het ontwikkelen van een dubbele feedbackleerlus waarbij informatie vanuit de basis de casustafel in dit geval het management bereikt die op haar beurt zorgt dat kennis doorheen de hele organisatie kan stromen én waarbij ook het systeem zelf van kennisverspreiding binnen een organisatie kan worden herzien en bijgesteld, is op meerdere locaties nog geen verworvenheid. (Senge, 1990; Van den Broeck, 1994; Van der Laan, 2002) Socia-cahier nr. 1 november 2004 [ 19 ]

10 Zowel aan de kant van het management als aan de kant van het casusforum diende PriCK geregeld macrodata in casuïstiek als bron van kennis te argumenteren. PriCK heeft in de grotere onderzoeksopdrachten inmiddels vastgesteld dat sommige casusfora occasioneel of veeleer systematisch zorg besteden aan de goede of verbeterbare afstemming tussen de verschillende diensten binnen een fusie. Een onderzoek naar de alertheid voor blinde vlekken maakte duidelijk dat sommige casusbesprekingen betekenisvolle reflecties maakten over nieuwe fenomenen en keuze in de organisatie van de welzijnszorg. We denken hierbij aan de keuze om dader- en slachtofferhulp te scheiden van elkaar, de verhouding tussen welzijnsorganisaties en particuliere, zelfstandige professionals. Tot slot Samengevat kunnen we stellen dat elk PriCK-project de onderzoekers in zekere zin verrast en confronteert met nieuwe en huiseigen casuïstiekcompetenties naast terugkerende, herkenbare en gemeenschappelijke casuïstiekfenomenen. Kwaliteit van casuïstiek laat zich niet zo maar vaststellen of meten via gewone optelsommen van deelkwaliteiten. Veelal gaat het om unieke combinaties van traditie, van geschreven en ongeschreven regels, van fenomenen die (nog) geen taal kregen, die sluimeren, om stille expertise. PriCK is sinds 1998 een lange weg gegaan. We hebben de voorbije vijf jaar een grote verscheidenheid van casuïstiek leren kennen en leren in kaart brengen. In Vlaanderen staan Bourgondische casustafels en sobere eethuizen. Soms nemen casusauteurs en hun collega s gewoon een dagschotel of een snelle hap, soms kiezen ze voor een uitgebreide degustatiemenu. Veel casusgezelschappen zijn zich niet bewust van deze veelzijdige voedingsbron en behoeven een buitenstaander die hen een spiegel voorhoudt en taal aanreikt om casuïstiekcompetenties en patronen te benoemen. We hebben op meerdere locaties de status van casuïstiek verhoogd door de casus als een centraal onderzoeksobject te upgraden en door de respondenten vanuit meerdere perspectieven naar casuïstiek te laten kijken. PriCK heeft haar vaststellingen geordend in een groot schema, de zogenaamde PriCKprisma waar het micro-, het meso- en het macroniveau van casuïstiek gecombineerd worden met de drie fasen van een casusgebaseerd proces: input, throughput en output. Dit betekent dat de prisma in totaal negen kwadranten bevat, waarvan elk kwadrant voldoende blanco ruimte bevat voor de toekomstige ontdekkingen. Narratologische en semiotische begrippen werden eveneens opgenomen in deze prisma. De criteria voor zorgvuldig hulpverlenen die Van der Laan heeft uitgewerkt, hierbij geïnspireerd door het communicatieve handelen van Habermas, zijn in de PriCK-prisma duidelijk terug te vinden. Of casusauteurs en hun casusfora profijt halen uit casusbesprekingen voor hun professioneel handelen in de toekomst, kunnen we niet aantonen. Deze doelstelling ligt niet binnen het bereik van dit project. Wél kennen we de eerste leerimpressies van respondenten en die vormen voldoende uitdaging om de dialoog met de respondenten aan te gaan. Uit de eerste follow-up met respondenten blijkt in elk geval dat het casusforum met PriCK aanbevelingen aan de slag ging. Vooral acties op het vlak van het beïnvloeden van de casusleercontext lijken erg aantrekkelijk voor een forum en sorteren een effect op korte termijn. Erkenning en taal aangereikt krijgen voor de aanwezige casuscompetenties werd in elke opdracht gewaardeerd. Na elk PriCK-project neemt de stuurgroep tijd om na te tafelen. Langzaam maar zeker ontwikkelen we inzichten en taal. Nieuwe en oude vragen om op te kauwen of om te laten marineren. [ 20 ] Socia-cahier nr. 1 november 2004

11 Geraadpleegde literatuur BAART, A.J., Verhalen. De dialoog als grondmodel van het maatschappelijk activeringswerk. Hilversum, Gooi en Sticht, BAL, M., De theorie van vertellen en verhalen. Inleiding in de narratologie. Muiderberg, Coutinho, DE GROOT, A.D., Intuïtie is onmisbaar voor schakers. NRC Handelsblad, 27 mei DIXON, N.M., De organisatie leercyclus. Hoe we collectief kunnen leren. Amsterdam, Nieuwezijds, DSM-IV caseboek. Werken met DSM: 200 uitgebreide gevalsbeschrijvingen. 2 de druk, Lisse, Swets & Zeitlinger, HERMAN, S., Onvoltooid verleden tijd. Maatschappelijk werk en social casework. Leuven, Garant, KAMPHUIS, M., Het avontuur in St Paul. (sociale en culturele reeks), Alphen aan den Rijn, Samsom, MAAS, J., Verhalen met verhalen. Tilburg, University Press, OOSTRIK, H. en SCHILDER, L., Leren van dilemma s in de onvrijwillige hulpverlening. Een handreiking voor maatschappelijk werkers. Arnhem, De Grift, SENGE, P.M., De vijfde discipline. De kunst en de praktijk van de lerende organisatie. Schiedam, Scriptum Books, VAN DEN BROECK, H., Lerend management. Verborgen krachten van managers en organisaties. Tielt, Lannoo Scriptum, VAN DER LAAN, G., De professional als expert in practice-based evidence. Sociale Interventie, 2003, nr. 4. VAN DER LAAN, G., Gevalskennis, verschillende soorten kennis. Caseconsult AMW, VAN DER LAAN, G., Legitimatieproblemen in het maatschappelijk werk. Utrecht, SWP, VAN DER LAAN, G., Leren van gevallen. Over het nut van de reconstructie van casuïstiek voor praktijk en wetenschap. Utrecht, SWP, VAN DER LAAN, G., Nieuwe technologie als metafoor. Eindhoven, Oratie Fontys hogeschool, VAN DER LAAN, G., Social Casework: sociaal beleid van geval tot geval. Sociale Interventie, 1999, nr.3. VAN ROBAEYS, N., Stapstenen. Algemeen beleid en ondernemingsstrategie. Leuven, Acco, VAN STRIEN, P.J., Praktijk als wetenschap. Assen/Maastricht, VanGorcum, VLAEMINCK, H., MALFLIET, W.en SAELENS, S., Social casework in de 21 eeuw. Mechelen, Kluwer, VERMUNT, J., Leerstijlen en sturen van leerprocessen in het hoger onderwijs. Amsterdam, Swets en Zeitlinger, Socia-cahier nr. 1 november 2004 [ 21 ]

INHOUDSOPGAVE INLEIDING 1. Oscars verhaal: het eerste in een lange reeks 1 Situering 5 Probleemstelling 5 Methodologie 8 Werkwijze en opbouw 9

INHOUDSOPGAVE INLEIDING 1. Oscars verhaal: het eerste in een lange reeks 1 Situering 5 Probleemstelling 5 Methodologie 8 Werkwijze en opbouw 9 INHOUDSOPGAVE INLEIDING 1 Oscars verhaal: het eerste in een lange reeks 1 Situering 5 Probleemstelling 5 Methodologie 8 Werkwijze en opbouw 9 DEEL I BEGRIPSOMSCHRIJVING casus vanuit vijf invalshoeken Inleiding

Nadere informatie

De dagelijkse taal en tekens Onontgonnen kennissignalen

De dagelijkse taal en tekens Onontgonnen kennissignalen De dagelijkse taal en tekens Onontgonnen kennissignalen Congres Master Sociaal Werk Sociaal Werk de toekomst in! Bijdrage Panelgesprek Het sociaal werk als beroep in Vlaanderen Leuven, vrijdag 29 mei 2009

Nadere informatie

Reflectie op besluitvorming en handelen

Reflectie op besluitvorming en handelen Reflectie op besluitvorming en handelen Methodiek Omschrijving: De kwaliteit van besluitvorming heeft een invloed op de kwaliteit van de hulpverlening en het gevoel van effectiviteit. Dit is een belangrijk

Nadere informatie

23/04/2017. Definitie Sociale diagnostiek werkgroep FDDG 3

23/04/2017. Definitie Sociale diagnostiek werkgroep FDDG 3 State of the art studiedag Kinderen en jongeren in een CGG Dinsdag 9 mei 2017 FDGG Work shop Sociale d iag nostiek en EDDA S A S K I A S A E L E N S 2 Programma Sociale diagnostiek EDDA methodisch kader

Nadere informatie

ECTS-fiche. Opleiding. Geïntegreerde competentieverwerving 2. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

ECTS-fiche. Opleiding. Geïntegreerde competentieverwerving 2. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Module Code Lestijden Studiepunten Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot GMW Geïntegreerde competentieverwerving 2 AD2 40 n.v.t. 220 JA aanvragen

Nadere informatie

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40 ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3 Code Ad3 Lestijden 40 Studiepunten n.v.t. Ingeschatte totale 120 studiebelasting (in uren)

Nadere informatie

7Voorwoord bij de eerste druk 7 8De opbouw van het boek 8 9Een woord van dank Voorwoord bij de tweede druk 11

7Voorwoord bij de eerste druk 7 8De opbouw van het boek 8 9Een woord van dank Voorwoord bij de tweede druk 11 Inhoud 7Voorwoord bij de eerste druk 7 8De opbouw van het boek 8 9Een woord van dank 9 11 Voorwoord bij de tweede druk 11 13 deel 1 het theoretisch kader 13 1 15 Hulpverlening aan cliëntsystemen: integreren

Nadere informatie

CASUÏSTIEK VAN SOCIAAL WERKERS, SCHATKAMER OF TROMPE-L OEIL?

CASUÏSTIEK VAN SOCIAAL WERKERS, SCHATKAMER OF TROMPE-L OEIL? Hilde Vlaeminck is docente aan de opleiding Sociaal Werk van de Arteveldehogeschool Gent en werkt mee aan de Masteropleiding Sociaal Werk en Sociaal Beleid aan de Katholieke Universiteit Leuven. In september

Nadere informatie

Deze vraagstelling is nader toegespitst op de volgende sub-vragen:

Deze vraagstelling is nader toegespitst op de volgende sub-vragen: Samenvatting Dit proefschrift gaat over ervaringen en leerprocessen in de ontwikkeling van de theorie en praktijk van Moreel Beraad als methode van ethiekondersteuning in de gezondheidszorg. Hoofdstuk

Nadere informatie

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Uitwerking Domein Gezondheidszorg Hogeschool Utrecht Honoursforum GZ Onderwerp / thema: Naam student: Studentnummer: Opleiding: Studiejaar

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

Intervisie Wat is het? Wanneer kun je het gebruiken?

Intervisie Wat is het? Wanneer kun je het gebruiken? Intervisie Wat is het? Intervisie is een manier om met collega's of vakgenoten te leren van vragen en problemen uit de dagelijkse werkpraktijk. Tijdens de bijeenkomst brengen deelnemers vraagstukken in,

Nadere informatie

Ondernemend werken in welzijnsorganisaties

Ondernemend werken in welzijnsorganisaties Training & Advies Ondernemend werken in welzijnsorganisaties Betere resultaten met nieuwe competenties Ondernemend werken in welzijnsorganisaties De welzijnssector is sterk in beweging, dat weet u als

Nadere informatie

Het (gedeeld) beroepsgeheim

Het (gedeeld) beroepsgeheim Reling Sint-Truiden, 20 januari 2015 Het (gedeeld) beroepsgeheim Axel Liégeois KU Leuven Broeders van Liefde Morele intuïtie Probleemstelling en ethische reflectie Patiëntenrechten: recht op informatie

Nadere informatie

ECTS-fiche. Graduaat Sociaal-Cultureel werk Samenwerkingsvaardigheden. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

ECTS-fiche. Graduaat Sociaal-Cultureel werk Samenwerkingsvaardigheden. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Module Code Lestijden Studiepunten Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot Graduaat Sociaal-Cultureel werk Samenwerkingsvaardigheden AC2 40

Nadere informatie

ECTS- FICHE. Hoofdvestiging centrum CVO Horito Via secretariaat en/of website

ECTS- FICHE. Hoofdvestiging centrum CVO Horito Via secretariaat en/of website HBO5 Orthopedagogie ECTS- FICHE ECTS-Fiche Mens en maatschappij Code: 3.20 Cluster: In omvorming Academiejaar: 2015-2016 Studietijd: 40 lestijden Deliberatie: mogelijk Vrijstelling: mogelijk Onderwijstaal:

Nadere informatie

Wie doet wat hij deed, krijgt wat hij kreeg

Wie doet wat hij deed, krijgt wat hij kreeg Wie doet wat hij deed, krijgt wat hij kreeg Voor wie? Waarom? Wat? Hoe? Voor Omdat leiding Ervaringsgerichte Door middel van leidinggevenden, geven, adviseren en coaching en werkvormen waarbij het adviseurs

Nadere informatie

ECTS-fiche. Graduaat Maatschappelijk werk Samenwerkingsvaardigheden. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

ECTS-fiche. Graduaat Maatschappelijk werk Samenwerkingsvaardigheden. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Module Code Lestijden Studiepunten Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot Graduaat Maatschappelijk werk Samenwerkingsvaardigheden AC2 40 n.v.t.

Nadere informatie

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching BACHELOR pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching DE BEOORDELINGSCRITERIA VOOR STAGE 2 (WIE DOET WAT? WELKE CRITERIA? WELKE VERWACHTINGEN?) DEEL 1: WIE DOET WAT? ROL VAN DE STUDENT: WETEN,

Nadere informatie

Opdrachtsverklaring Missie - Visie

Opdrachtsverklaring Missie - Visie Opdrachtsverklaring Missie - Visie 1. Missie Sint-Lodewijk biedt aangepast onderwijs en/of begeleiding op maat aan kinderen, jongeren en volwassenen met een motorische beperking. Ook het gezin en breder

Nadere informatie

!!!! !!!! 1. Professioneel adviseren

!!!! !!!! 1. Professioneel adviseren Professioneel adviseren In deze zesdaagse opleiding krijg je de kans om in een veilige omgeving de eigen sterkere en zwakkere kanten te onderkennen en te werken aan je ontwikkelpunten als consultant. Je

Nadere informatie

BEGELEIDEN VAN INTERVISIE. 15 november 2016 Interactie Academie Marleen De Fraeye

BEGELEIDEN VAN INTERVISIE. 15 november 2016 Interactie Academie Marleen De Fraeye BEGELEIDEN VAN INTERVISIE 1. OPZET Evidente uitgangspunten werken met mensen betekent als persoon geraakt worden, in het beïnvloed worden door en invloed uitoefenen op de cliënt deskundigheid is pas verworven

Nadere informatie

Communiceren en Improviseren. Omgaan met dynamiek en complexiteit bij de ontwikkeling en implementatie van een gezondheidsinterventie W.M.A.

Communiceren en Improviseren. Omgaan met dynamiek en complexiteit bij de ontwikkeling en implementatie van een gezondheidsinterventie W.M.A. Communiceren en Improviseren. Omgaan met dynamiek en complexiteit bij de ontwikkeling en implementatie van een gezondheidsinterventie W.M.A. ter Haar Samenvatting In dit proefschrift is de aard en het

Nadere informatie

NEUROMOTOR TASK TRAINING

NEUROMOTOR TASK TRAINING NEUROMOTOR TASK TRAINING Hulp aan bewegingszwakke kinderen vanuit een wetenschappelijk fundament. Cursuscoördinator Theo de Groot Neuromotor task training (NTT) is een wetenschappelijk onderbouwde behandelmethode

Nadere informatie

perspectief voor professionele ontwikkeling

perspectief voor professionele ontwikkeling Actie-onderzoek als perspectief voor professionele ontwikkeling Workshop ALTHUS-Seminar 6 maart 2012 Geert Kelchtermans (KU Leuven) 1. What s in a name? 1. Term: veelgebruikt; uitgehold? In literatuur:

Nadere informatie

Teamcoördinator ALERT-team

Teamcoördinator ALERT-team Functie- en competentieprofiel Teamcoördinator ALERT-team Datum Organisatie CAW Antwerpen Medewerker Deelwerking ALERT-team Plaats in de organisatie Teamcoördinator Waarom deze functie Deze functie draagt

Nadere informatie

Om te beginnen. Waarom dit boek?

Om te beginnen. Waarom dit boek? Om te beginnen Waarom dit boek? Leraren in alle onderwijssectoren zijn continu bezig om hun werk onderwijs verzorgen op de best mogelijke manier te doen. Ze hebben hart voor hun leerlingen, hun vak, hun

Nadere informatie

leergang KLEUR BEKENNEN Kleedkamergesprekken over leiderschapsontwikkeling

leergang KLEUR BEKENNEN Kleedkamergesprekken over leiderschapsontwikkeling leergang KLEUR BEKENNEN Kleedkamergesprekken over leiderschapsontwikkeling editie 2011 Leiderschap zit vol met paradoxen. De tegenstelling tussen betrokkenheid en distantie, tussen innovatie en behoudendheid,

Nadere informatie

ECTS- FICHE. centrum CVO Horito Campus Blairon. Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist over de volgende competenties te beschikken:

ECTS- FICHE. centrum CVO Horito Campus Blairon. Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist over de volgende competenties te beschikken: HBO 5 orthopedagogie ECTS- FICHE ECTS-Fiche Observeren en rapporteren Code: 11515 Cluster: Academiejaar: 2016 2017 Studietijd: 40 lestijden Deliberatie: Mogelijk Vrijstelling: Mogelijk Onderwijstaal: Nederlands

Nadere informatie

Kwaliteit van zorg door georganiseerde reflectie en dialoog

Kwaliteit van zorg door georganiseerde reflectie en dialoog Kwaliteit van zorg door georganiseerde reflectie en dialoog Bert Molewijk (RN,MA, PhD) Voorbij de vrijblijvendheid Programmaleider Moreel Beraad, VUmc Associate professor Clinical Ethics, Oslo VWS, Week

Nadere informatie

Willen leiders leren van incidenten?

Willen leiders leren van incidenten? Willen leiders leren van incidenten? Een voorbeeld uit de praktijk van Schiphol Robert van den Bergh 7 februari 2019 1 Wat wil ik met jullie delen? Schiphol werkt langs meerdere lijnen aan een proactieve

Nadere informatie

Aan de slag met het OK op school werkwinkel SOK-congres 7/12/2018

Aan de slag met het OK op school werkwinkel SOK-congres 7/12/2018 Aan de slag met het OK op school werkwinkel SOK-congres 7/12/2018 Lisbeth Van Hecke Dienst identiteit & kwaliteit Het leven zit vol verwachtingen 2 SOK-congres Interne kwaliteitszorg op school 1 Doelen

Nadere informatie

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen. FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN NAAMSESTRAAT 69 BUS 3500 3000 LEUVEN, BELGIË m Stageproject bijlage 1: Leidraad bij het functioneringsgesprek Naam stagiair(e):.. Studentennummer:. Huidige opleiding

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Stage-opdrachten Tijdens stage 3 worden 4 stage-opdrachten gemaakt (waarvan opdracht 1 als toets voor de

Nadere informatie

Casuïstiek van sociaal werk op de dissectietafel

Casuïstiek van sociaal werk op de dissectietafel Onderzoek in de praktijk In deze rubriek gaat het om verhalen over en/of reflecties op de ervaring met methodische, praktische, politieke, morele en wie weet esthetische problemen waar onderzoekers in

Nadere informatie

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: 23185 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Colofon * Daar waar hij staat, wordt ook zij bedoeld en omgekeerd. * Waar cliënt staat, kan

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Inleiding. Aanpak visie op leren

Plan van Aanpak. Inleiding. Aanpak visie op leren Plan van Aanpak Van Jos Kessels, Manon Ruijters, Dorine Wesel Datum 12 augustus 2015 Onderwerp Aanpak visie op leren Inleiding Natuurlijk zijn onze uitgangspunten op verschillende manieren om te zetten

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO

ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO Zelfevaluatie ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, AL pleiding Academie voor Lichamelijke pvoeding Februari 2013 Zelfevaluatie ten behoeve van het beoordelingsportfolio

Nadere informatie

Intercollegiale Consultatie

Intercollegiale Consultatie Intercollegiale Consultatie Persoonlijk Advies Coaching en Training Materiaal Pagina 1 Intercollegiale Consultatie Intercollegiale Consultatie kan als werkwijze onderdeel zijn van de persoonlijke en professionele

Nadere informatie

ECTS-fiche. Graduaat Sociaal-cultureel werk

ECTS-fiche. Graduaat Sociaal-cultureel werk ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Graduaat Sociaal-cultureel werk Module Groepswerk Code Bc2 Lestijden 40 Studiepunten Ingeschatte totale 60 studiebelasting (in uren) 1 2.Inhoud Als sociaal-cultureel

Nadere informatie

Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren

Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren Werkplaatsen Sociaal Domein Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren www.werkplaatsensociaaldomein.nl Verbinden en versterken De transitie en vooral de daaruit voortvloeiende transformaties

Nadere informatie

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching BACHELOR pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching DE GEDRAGSINDICATOREN VOOR AFSTUDEERSTAGE (WIE DOET WAT? WELKE INDICATOREN? WELKE VERWACHTINGEN?) DEEL 1: WIE DOET WAT? ROL VAN DE STUDENT:

Nadere informatie

II FUNCTIEOMSCHRIJVING CONTEXTBEGELEIDER

II FUNCTIEOMSCHRIJVING CONTEXTBEGELEIDER II.2.11.3. FUNCTIEOMSCHRIJVING CONTEXTBEGELEIDER 1. Doel van de functie De contextbegeleider is de centrale ankerfiguur inzake overleg en hulpverleningscontacten met extern betrokken partijen. Hij staat

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen Pre-Academisch Onderwijs Ontwikkelingslijnen en leerdoelen LEERDOELEN PER ONTWIKKELINGSLIJN Ontwikkelingslijn 1: De leerling ontwikkelt een wetenschappelijke houding 1.1 De leerling ontwikkelt een kritische

Nadere informatie

Visie op Onderwijs en Onderzoek: Van strangers in the night naar een gelukkig huwelijk?

Visie op Onderwijs en Onderzoek: Van strangers in the night naar een gelukkig huwelijk? Visie op Onderwijs en Onderzoek: Van strangers in the night naar een gelukkig huwelijk? Sanneke Bolhuis Lector Fontys Lerarenopleiding Tilburg (www.fontys.nl/lectoraten/leerstrategieen) Conferentie Lessen

Nadere informatie

Kortom, van visie naar werkelijkheid!

Kortom, van visie naar werkelijkheid! Wie zijn wij Scopeworks is een internationaal bureau wat zich richt op executive search, interim management en consulting. Ons kantoor is gevestigd in Nederland en vanuit hier worden onze diensten wereldwijd

Nadere informatie

Functiebeschrijving TEAMVERANTWOORDELIJKE OPENBARE WERKEN B4-B5

Functiebeschrijving TEAMVERANTWOORDELIJKE OPENBARE WERKEN B4-B5 Beschrijving doel en visie Binnen de eengemaakte organisatie, stad en OCMW, staat de burger centraal. Om dit te realiseren zijn er 3 klantgerichte sectoren: dienstverlening, samenleving en stadsontwikkeling

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 7. Over de auteur 10

Inhoud. Voorwoord 7. Over de auteur 10 Inhoud Voorwoord 7 Over de auteur 10 1 Een eerste indruk van het werkveld 11 1.1 Veel ontwikkelingen, maar ook veel vragen 11 1.2 De twee settings nader onder de loep genomen 15 1.3 Het feitelijke werk

Nadere informatie

Je eigen waarden top 10 + Waardenwiel

Je eigen waarden top 10 + Waardenwiel + Waardenwiel Leidraad voor coaches Situering: Fase 2 Analyse Gebruik: - Doel: Overzicht maken van welke waarden (privé en werk) belangrijk (en aanwezig in de huidige situatie) zijn. - Doelgroep: Geschikt

Nadere informatie

Introductie Methoden Bevindingen

Introductie Methoden Bevindingen 2 Introductie De introductie van e-health in de gezondheidszorg neemt een vlucht, maar de baten worden onvoldoende benut. In de politieke en maatschappelijke discussie over de houdbaarheid van de gezondheidszorg

Nadere informatie

ECTS-fiche. Graduaat Sociaal-cultureel werk Gemeenschapsopbouw

ECTS-fiche. Graduaat Sociaal-cultureel werk Gemeenschapsopbouw ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Graduaat Sociaal-cultureel werk Module Gemeenschapsopbouw Code Bc5 Lestijden 40 Studiepunten Ingeschatte totale 60 studiebelasting (in uren) 1 2. Inhoud In deze module

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Beweging in veranderende organisaties

Beweging in veranderende organisaties Beweging in veranderende organisaties Kilian Bennebroek Gravenhorst Werken met vragenlijsten voor versterking van veranderingsprocessen PROFESSIONEEL ADVISEREN 5 Inhoud Voorwoord 7 Opzet van het boek 9

Nadere informatie

Het CCE biedt scholing voor zorgprofessionals

Het CCE biedt scholing voor zorgprofessionals Scholing en training 2016 Het CCE biedt scholing voor zorgprofessionals die werken met cliënten met ernstig en aanhoudend probleemgedrag. De cliënten bij wie wij betrokken zijn, hebben een stoornis of

Nadere informatie

Het verhaal als kwaliteitsinstrument

Het verhaal als kwaliteitsinstrument Het verhaal als kwaliteitsinstrument Drs. Beatriz Roman Science-practitioner / Promovendus Tranzo (Tilburg University) Onderzoeker Lectoraat Dynamische Talentinterventies Docent Fontys Hogescholen HRM

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Bijlage 8.7: Voorbeeldopdrachten bij de uitgangspunten van HGW

Bijlage 8.7: Voorbeeldopdrachten bij de uitgangspunten van HGW Bijlage 8.7: Voorbeeldopdrachten bij de uitgangspunten van HGW Deze bijlage bevat voorbeelden van opdrachten bij de zeven uitgangspunten van HGW. Bij elke opdracht staat aangegeven welke informatie uit

Nadere informatie

HUMOR IN PROFESSIONELE COMMUNICATIE: FOCUS OP DE MEDIATOR. Verdiepingstraining

HUMOR IN PROFESSIONELE COMMUNICATIE: FOCUS OP DE MEDIATOR. Verdiepingstraining HUMOR IN PROFESSIONELE COMMUNICATIE: FOCUS OP DE MEDIATOR Verdiepingstraining Humor in professionele communicatie: focus op de mediator Introductie Wij definiëren humor in het professioneel communicatieproces

Nadere informatie

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren Welke afspraken worden gemaakt om geschiedenis te studeren? Wordt dit opgevolgd per graad en van graad tot graad? Leren leren blijft

Nadere informatie

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie Opleiding Maatschappijoriëntatie - Cultuur 027 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 17 Inhoud 1 Opleiding... 3 1.1 Relatie opleiding referentiekader... 3 1.2 Inhoud...

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

Aanvraagprocedure Erkenning Supervisorschap Versie: 20 juni 2012 AANVRAAGPROCEDURE ERKENNING SUPERVISORSCHAP

Aanvraagprocedure Erkenning Supervisorschap Versie: 20 juni 2012 AANVRAAGPROCEDURE ERKENNING SUPERVISORSCHAP AANVRAAGPROCEDURE ERKENNING SUPERVISORSCHAP 2 Aanvraagprocedure Erkenning Supervisorschap 3 Algemeen Hieronder kun je lezen hoe de route naar supervisorschap en leersupervisorschap is opgezet en aan welke

Nadere informatie

S TA G E S L I J N 5

S TA G E S L I J N 5 STAGES LIJN5 Wil jij stage lopen bij Lijn5? In de provincie Utrecht biedt Lijn5 behandeling en begeleiding aan kinderen en jongeren met én zonder licht verstandelijke beperking en hun gezin. Lijn5 beschikt

Nadere informatie

Spannend: Participatieprocessen in de Bijzondere Jeugdzorg.

Spannend: Participatieprocessen in de Bijzondere Jeugdzorg. Vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg info@osbj.be - www.osbj.be Spannend: Participatieprocessen in de Bijzondere Jeugdzorg. Deel 2: aandachtspunten voor organisaties Naar aanleiding van het

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Gaan we professionaliseren of aan onderzoek (mee)doen?

Gaan we professionaliseren of aan onderzoek (mee)doen? Gaan we professionaliseren of aan onderzoek (mee)doen? Sanneke Bolhuis emeritus lector Fontys Lerarenopleiding senior onderzoeker Radboudumc zetel praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek Stuurgroep

Nadere informatie

Transactionele Analyse. Begrijpen en beïnvloeden. Nederlandse Vereniging voor Transactionele Analyse

Transactionele Analyse. Begrijpen en beïnvloeden. Nederlandse Vereniging voor Transactionele Analyse Nederlandse Vereniging voor Transactionele Analyse Transactionele Analyse Begrijpen en beïnvloeden De Transactionele Analyse biedt een praktische, heldere theorie die door iedereen te begrijpen is. Het

Nadere informatie

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

Heikamperweg AZ Asten-Heusden Heikamperweg 1 5725 AZ Asten-Heusden bbs.antonius@prodas.nl www.antonius-heusden.nl Beste geïnteresseerde in de kwaliteiten van BBS. Antonius, Kwalitatief en passend onderwijs verzorgen is een opdracht

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Competentieprofiel Instituut voor Interactieve Media Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Aangepast in maart 2009 Inleiding De opleiding Interactieve Media

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Nederlandse Associatie voor Examinering 1 Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Met de scriptie voor Compensation & Benefits Consultant (CBC) toont de kandidaat een onderbouwd advies

Nadere informatie

ECTS-fiche. Graduaat Maatschappelijk Werk Structuurgericht werken. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

ECTS-fiche. Graduaat Maatschappelijk Werk Structuurgericht werken. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot ECTS-fiche Opzet van de ECTS-fiche is om een uitgebreid overzicht te krijgen van de invulling en opbouw van de module. Er bestaat slechts één ECTS-fiche voor elke module. 1. Identificatie Opleiding Module

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Programma van toetsing Versie 1.1 Con Amore B.V. Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we een nieuw programma van toetsing ontworpen. We zijn afgestapt van

Nadere informatie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Kariene Mittendorff, lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs Studieloopbaanbegeleiding Binnen scholen wordt op verschillende manieren gewerkt aan

Nadere informatie

Toelichting reflectievoorwaarden voor jeugdzorgwerkers

Toelichting reflectievoorwaarden voor jeugdzorgwerkers Toelichting reflectievoorwaarden voor jeugdzorgwerkers Wat is reflectie? Professionele en effectieve jeugdzorg vraagt om professionals die in staat zijn om algemeen werkzame factoren zoals bevorderen motivatie,

Nadere informatie

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen 3 Voorwoord Goed onderwijs is een belangrijke voorwaarde voor jonge mensen om uiteindelijk een betekenisvolle en passende plek in de maatschappij te krijgen. Voor studenten met een autismespectrumstoornis

Nadere informatie

Op weg naar een reflectieve organisatie over professionaliteit, ethiek en moreel leiderschap

Op weg naar een reflectieve organisatie over professionaliteit, ethiek en moreel leiderschap Op weg naar een reflectieve organisatie over professionaliteit, ethiek en moreel leiderschap Prof. Dr Marian A. Verkerk (UMCG) De casus. Klassieke morele vraag Wanneer is het fixeren van een patiënt moreel

Nadere informatie

Functiebeschrijving TEAMVERANTWOORDELIJKE CULTUURCENTRUM A1a2a3a

Functiebeschrijving TEAMVERANTWOORDELIJKE CULTUURCENTRUM A1a2a3a Beschrijving doel en visie Binnen de eengemaakte organisatie, stad en OCMW, staat de burger centraal. Om dit te realiseren zijn er 3 klantgerichte sectoren: dienstverlening, samenleving en stadsontwikkeling

Nadere informatie

Communicatieve vaardigheden Ac 1

Communicatieve vaardigheden Ac 1 Communicatieve vaardigheden Ac 1 HIK Hoger Instituut der Kempen Afdeling Graduaat Maatschappelijk Werk Academiejaar 2008-2009 Els Boven en Lize Vandereycken Module: A Sociaal werk Ac1 Communicatieve vaardigheden

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

De doelstellingen van directie en personeel worden expliciet omschreven in een beleidsplan en worden jaarlijks beoordeeld door de directie.

De doelstellingen van directie en personeel worden expliciet omschreven in een beleidsplan en worden jaarlijks beoordeeld door de directie. FUNCTIE: Directeur POC AFKORTING: DIR AFDELING: Management 1. DOELSTELLINGEN INSTELLING De doelstellingen staan omschreven in het beleidsplan POC. Vermits de directie de eindverantwoordelijkheid heeft

Nadere informatie

Handelingsgericht diagnosticeren 1

Handelingsgericht diagnosticeren 1 Handelingsgericht diagnosticeren 1 Handelingsgerichte diagnostiek (HGD) is een kwaliteitskader met een geheel van uitgangspunten en fasen. Pameijer en van Beukering vullen het in met relevante inzichten

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Feedforward en beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase studiejaar 2014-2015 VT-DT Feedforwardformulier afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

OVERZICHT INHOUD TRAINING

OVERZICHT INHOUD TRAINING OVERZICHT INHOUD TRAINING Ouderschap Blijft BIJEENKOMST 1 Kennismaking en informatie over Ouderschap Blijft BIJEENKOMST 2 Motiverende gespreksvoering BIJEENKOMST 3 Oplossingsgericht werken BIJEENKOMST

Nadere informatie

Stage in de gezondheidszorg. Een geïntegreerd model om continue competentiegroei te stimuleren

Stage in de gezondheidszorg. Een geïntegreerd model om continue competentiegroei te stimuleren Stage in de gezondheidszorg Een geïntegreerd model om continue competentiegroei te stimuleren Mieke Embo 43 ste week van verpleegkundigen 21/03/2017 Deel 2: workshop Medbook http://medbook.im006.be Rollen

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we ons programma van toetsing ontworpen. Het programma van toetsing is gevarieerd en bevat naast kennistoetsen en beoordelingen

Nadere informatie

Intercultureel vakmanschap in de stage

Intercultureel vakmanschap in de stage Handreiking C Intercultureel vakmanschap in de stage Handreiking voor hsao-opleidingen en stageverlenende instellingen in de jeugdzorg HBO-raad, oktober 2012 Project intercultureel vakmanschap in het hsao

Nadere informatie

Academiejaar 2013/2014. navorming. Mentor Klinisch Onderwijs. Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen

Academiejaar 2013/2014. navorming. Mentor Klinisch Onderwijs. Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen Academiejaar 2013/2014 navorming Mentor Klinisch Onderwijs Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen Navorming Mentor Klinisch Onderwijs Deze opleiding is een samenwerking van het departement Gezondheid en

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

Programma van toetsing tot september 2015 Versie 1.1 Con Amore B.V.

Programma van toetsing tot september 2015 Versie 1.1 Con Amore B.V. Programma van toetsing tot september 2015 Programma van toetsing tot september 2015 Versie 1.1 Con Amore B.V. Inleiding Voor studenten die zijn begonnen met het curriculum voor september 2015 is het oude

Nadere informatie

Een ethische visie op het delen en geheimhouden van informatie

Een ethische visie op het delen en geheimhouden van informatie GGZ Vlaamse Ardennen Zottegem, 21 april 2016 Een ethische visie op het delen en geheimhouden van informatie Axel Liégeois KU Leuven Broeders van Liefde Morele intuïtie Probleemstelling en ethische reflectie

Nadere informatie

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN COMMUNICEREN VANUIT JE KERN Wil je duurzaam doelen bereiken? Zorg dan voor verbonden medewerkers! Afgestemde medewerkers zijn een belangrijke aanjager voor het realiseren van samenwerking en innovatie

Nadere informatie

NASCHOLINGSCENTRUM MAATSCHAPPELIJK WERK

NASCHOLINGSCENTRUM MAATSCHAPPELIJK WERK TEAMNASCHOLING ERVARINGSGERICHTE PSYCHOSOCIALE HULPVERLENING 1 ERVARINGSGERICHTE PSYCHOSOCIALE HULPVERLENING HOE ZIET UW PRAKTIJK ERUIT? Veel cliënten zien hun probleem als een individueel probleem en

Nadere informatie

Competenties. van de rondleider in kunst en -historische musea. De competenties zijn verdeeld over vier hoofdcategorieën.

Competenties. van de rondleider in kunst en -historische musea. De competenties zijn verdeeld over vier hoofdcategorieën. Competenties van de rondleider in kunst en -historische musea Verwijzing naar deze lijst: Schep, M., Van Boxtel, C., & Noordegraaf, J. (2017). Competent museum guides: defining competencies for use in

Nadere informatie

Deel 1 Concepten en kaders 29

Deel 1 Concepten en kaders 29 Inhoudsopgave Voorwoord 5 Inleiding 21 Deel 1 Concepten en kaders 29 1. Wat is praktijkgericht onderzoek? 31 1.1 Wat is onderzoek? 31 1.2 Onderzoek en professionele praktijk 32 1.2.1 Twee werelden 33 1.2.2

Nadere informatie

Slaagt erin om met de verschillende rollen van de IPS-trajectbegeleider binnen de IPS-praktijk om te gaan

Slaagt erin om met de verschillende rollen van de IPS-trajectbegeleider binnen de IPS-praktijk om te gaan De Meetlat IPS Met dit instrument waardeert u de competenties voor uzelf op een meetlat. In feite gaat u na welke competenties u reeds verworven hebt en welke u nog moet ontwikkelen om een bekwaam IPS

Nadere informatie