Hoofdlijnenbrief
|
|
- Guus van der Zee
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Hoofdlijnenbrief April
2 Inhoudsopgave 2 Hoofdstuk 1 Inkadering activiteiten De SLOA-instellingen in Rapportage eindverslagen Productie landelijke examens voortgezet onderwijs De evaluatie van de procedure Hoofdlijnenbrief Wetsevaluatie SLOA Strategisch kader De Rijksbegroting voor het jaar Naar een maximale participatie: meer mensen die meedoen Cultuur en school Een aantrekkelijk beroep in het onderwijs Koersdocumenten van PO, VO en BVE Koers PO Koers VO Koers BVE Operationele uitvoering Budgettair kader VBTB De beoordeling van de ingediende plannen De beoordelingscriteria Aanvullende voorwaarden Meer ruimte met meervoudige verantwoording Verslaglegging Vraagsturing 11 Hoofdstuk 2 Evaluatie Wet SLOA Inleiding Evaluatieaanpak De werking tot nu toe Hoofdpunten uit de evaluatie Hoofdpunten uit deze gegevens De bruikbaarheid van het instrumentarium voor de korte en de lange termijn 14 Hoofdstuk 3 Primair Onderwijs Inleiding Ruimte voor de school Minder regels, meer ruimte (korte termijn) School en bestuur Toezicht op maat Aanpak bureaucratie Kwaliteit en innovatie Onderwijspersoneel en organisatie Leerlingen en ouders Communicatie en omgang met ouders Actief burgerschap School en omgeving: samenhang en samenwerking Jeugdbeleid Samenhangende zorgtrajecten Onderwijsachterstanden Integratie 26 2
3 3.6.5 Veiligheid op school Verantwoordelijkheid en verantwoording 27 Hoofdstuk 4 Voortgezet Onderwijs Inleiding De notitie van schoolmanagers-vo Themaveld Maatschappelijke en pedagogische functie van de school Versterking van de positie van de school Sociale cohesie Terugdringen voortijdig schoolverlaten Onderwijsachterstandenbeleid Zorgstructuren in en rondom het onderwijs Veiligheid op school Specifieke doelgroepen Hoogbegaafden Emancipatie Béta-Olympiades Cultuur en school School, sport en bewegen Gezondheidseducatie (GVO) Duurzame ontwikkeling Themaveld Oriëntatie en voorbereiding Loopbaanoriëntatie en begeleiding Themaveld primair proces De vernieuwde onderbouw Tweede fase havo/vwo Doorontwikkeling vmbo en praktijkonderwijs Doorlopende leerlijnen Nieuwe leervormen ICT Canon geschiedenis Examen geschiedenis Ondersteuning moderne vreemde talen Bevordering bétatechniek Themaveld Onderwijs- en schoolorganisatie Meer ruimte met meervoudige verantwoording Kwaliteitsbeleid Schoolontwikkeling, schoolleiding en leraren De versterking van de band met de ouders en de leerlingen Medezeggenschap primair en voortgezet onderwijs Verdere SLOA-activiteiten Nulprojecten Denktankactiviteiten LPC en ontwikkelactiviteiten SLO Expertisecentrum Citogroep HVO en SOVO Kortlopend veldonderzoek Regeling veldaanvragen Bureau Veldadvisering Nationaal Informatiecentrum leermiddelen (NICL) 43 Hoofdstuk 5 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie Inleiding Thema s beroepsonderwijs en volwasseneneducatie 45 3
4 5.2.1 Algemeen: Regionale samenwerking en innovatie Competentiegericht beroepsonderwijs, aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, beroepspraktijkvorming Doorlopende leerlijnen Vmbo-mbo Mbo-hbo Leven lang leren Alfabetisering Profielschetsen CINOP, SLO, Cito Groep en LPC Profielschets CINOP voor bve Programmalijn 1: Competentiegericht leren en opleiden in doorlopende leerlijnen Programmalijn 2: Leren in de regio Programmalijn 3: Leren gedurende de levensloop in de kennissamenleving Programmalijn 4: Transparantie en monitoring Programmalijn 5: Kennistransfer en stimulering van leernetwerken Programmalijn 6: BVE in internationaal perspectief Profielschets SLO voor bve Competentiegericht beroepsonderwijs Herontwerp Kennisoverdracht en kennisspreiding Professionalisering Regio(nale) doorlopende leerlijnen Profielschetsen CITO voor bve Streefdoelen Loopbaanoriëntatie, intake en begeleiding Leerwegkeuze mbo en hbo Kwaliteitsbevordering en effectbepaling van trajecten Competentieontwikkeling onderwijspersoneel Examenkwaliteit Profielschets LPC voor bve Denktankactiviteiten 54 Bijlage 1. Herziene versie subsidiëringsmodel SLOA ten behoeve van de uitvoering 2005 en aanvragen Bijlage 2. Tijdpad voor uitvoering van reguliere SLOA-activiteiten 56 Bijlage 3. Format aanvragen 58 Bijlage 4. Format rapportages 59 Bijlage 5. VBTB bij de Hoofdlijnenbrief SLOA
5 Hoofdstuk 1 Inkadering activiteiten 1.1 De SLOA-instellingen in Rapportage eindverslagen In de Wet SLOA zijn de onderwijsondersteunende activiteiten voor primair en voortgezet onderwijs en bve geregeld. De eindverslagen van de ondersteunende (SLOA-)instellingen over de activiteiten van 2004 worden in het tweede kwartaal van 2005 verwacht. De instellingen melden dat in bijna alle gevallen de einddatum van 31 december 2004 is gehaald. De ondersteuning bij de examens is gebonden aan een strakke tijdsplanning. Afwijkingen van de gestelde termijnen zijn hier nauwelijks aanwezig. De projecten worden in nauwe samenwerking met de scholen uitgevoerd. Deze samenwerking verliep voor het merendeel naar wens. Sommige projecten vereisen een gedegen voorbereiding voordat met scholen aan de daadwerkelijke uitvoering kan worden begonnen. Het opschuiven in de tijd heeft soms tot gevolg dat projecten niet voor het einde van het jaar kunnen worden afgerond. Uit de eindverslagen over het jaar 2003 blijkt dat de voor dat jaar geplande activiteiten vrijwel allemaal zijn afgerond, maar een beperkt aantal projecten nog een doorloop had naar Ook voor een gering aantal projecten uit 2004 wordt verwacht dat zij in de eerste helft van 2005 zullen worden beëindigd. Bij sommige projecten bleek het noodzakelijk om tussentijds op onderdelen het projectplan te wijzigen. De oorzaken daarvan waren divers Productie landelijke examens voortgezet onderwijs De CEVO coördineert de organisatie van het centraal examen en geeft sturing aan de deskundigen. De feitelijke productie van de opgaven voor de centrale examens wordt verzorgd door het CITO. De CEVO stelt deze vast namens de minister. Jaarlijks worden de productie en de examenresultaten verantwoord in het Examenverslag vbo/mavo/havo/vwo. Naast de inhoudelijke ontwikkeling en niveaubepaling is een substantieel deel van de werkzaamheden gericht op normvergelijking De evaluatie van de procedure Hoofdlijnenbrief In het kader van de Hoofdlijnenbrief is de procedure voor het insturen van conceptvoorstellen en definitieve voorstellen veranderd. De datum voor het insturen van concept- en definitieve voorstellen is naar voren gehaald om de afgifte van subsidiebeschikkingen voor 1 oktober mogelijk te maken. Daarnaast werd de mogelijkheid gecreëerd tot het indienen van 10% meer aanvragen om bij de definitieve besluitvorming de mogelijkheid te hebben verschillende projectvoorstellen tegen elkaar af te wegen. De instellingen konden zich vinden in deze verandering van de procedure. De instellingen hebben verzocht om in de beschikkingen, zo enigszins mogelijk, nadere aanwijzingen voor de goedgekeurde projecten te vermijden. Het overleg tussen OCW en de projectleiders zal op basis van de eerder gedane ervaringen worden verbeterd Wetsevaluatie SLOA De Wet SLOA schrijft voor dat een evaluatie moet plaatsvinden binnen zes jaar nadat de wet is afgekondigd. Inmiddels is voorzien in een evaluatie traject waarbij met een groot aantal betrokkenen in Ronde Tafelconferenties is gesproken over de bijdrage van de Wet SLOA aan de ontwikkeling van de scholen en de bijdrage aan het onderwijsbeleid. De Tweede Kamer wordt geïnformeerd over de activiteiten die zijn ondernomen om het evaluatietraject vorm te geven en over mijn standpunt naar aanleiding daarvan. 5
6 1.2 Strategisch kader De uitgangspunten voor deze hoofdlijnenbrief zijn de rijksbegroting voor 2005 en de Koersdocumenten die de richting aangeven van het onderwijsbeleid bij de directies PO, VO en BVE De Rijksbegroting voor het jaar 2005 In de Rijksbegroting voor dit jaar is als gevolg van de sociaal-economische omstandigheden een terughoudend beleid aangekondigd. Dit vraagt om een andere inzet van de beschikbare middelen, een beleid dat verworvenheden behoudt en ruimte laat voor de eigen verantwoordelijkheid van de scholen. OCW schrijft minder voor hoe het moet maar zorgt er voor dat het kan. Dit vraagt om de uitwerking van een helder systeem van sturen, beheersen, toezicht houden en verantwoorden. In deze Hoofdlijnenbrief zijn de volgende beleidsprioriteiten uit de Rijksbegroting voor het jaar 2005 opgenomen Naar een maximale participatie: meer mensen die meedoen Het kabinet wil dat zoveel mogelijk jongeren een kwalificatie behalen vanwege de sociale problemen die dat met zich mee kan brengen. Er wordt in dit kader gestreefd naar een vergroting van de praktijkcomponent in het onderwijs om aan de behoefte van leerlingen die over meer praktische vaardigheden beschikken tegemoet te komen. Verder besteedt het kabinet meer aandacht aan taalproblemen, leerachterstanden en vroegtijdige signalering. Het is noodzakelijk dat scholen samenwerken met andere instanties in hun omgeving om een antwoord te geven op de vele vragen die zich in de praktijk voordoen. Verschillende departementen werken samen bij de operatie Jong, het jeugdbeleid, het achterstandenbeleid, veiligheid, integratie en jeugdwerkloosheid om scholen hierbij te steunen. OCW neemt in het kader van Jong het voortouw bij de ontwikkeling van plannen meer samenhang aan te brengen in de voorzieningen voor kinderen van 0 12 jaar, de zorgstructuur in en rond de school en het maximaliseren van het maatschappelijk rendement van het onderwijs. In het Jeugdwerkloosheidsplan staan jongeren zonder diploma centraal. Inzet van het beleid is om ze binnen een half jaar aan werk, scholing of een leerwerkplek te helpen. In 2006 moet het aantal voortijdig schoolverlaters teruggedrongen zijn met 30% ten opzichte van het jaar In 2010 moet het aantal met 50% verminderd zijn. OCW gaat om de sociale cohesie te bevorderen burgerschap en sociale integratie wettelijk verankeren in het primair en voortgezet onderwijs. Scholen worden in de onderbouw van het voortgezet onderwijs meer in de gelegenheid gesteld om het onderwijsleerproces zelf te organiseren. Zij kunnen daardoor meer maatwerk bieden. De komende periode worden de scholen ondersteund door een projectgroep die hen helpt bij de schoolontwikkeling en de ontwikkeling van flexibele leermiddelen Cultuur en school Alle leerlingen in de leerplichtige leeftijd doen via Cultuur en school kennis op óver en met kunst en erfgoed. Voor basisscholen wordt vóór 2007 een samenhangend geheel van cultuureducatieve activiteiten aangeboden. In het voortgezet onderwijs is de meest in het oog springende vernieuwing de ontwikkeling van cultuurprofielscholen. Verder worden VOscholen gestimuleerd in 2010 een zelfstandig schoolbeleid te voeren waarin de aandacht voor kunst en cultuur een vaste plek heeft gekregen. Bibliotheken zullen hun dienstverlening aan scholen verder professionaliseren. Daarnaast spelen ze een grote rol als schakel tussen scholen en culturele instellingen Een aantrekkelijk beroep in het onderwijs. De specifieke leeftijdsopbouw van het docentencorps doet verwachten dat inspanningen nodig blijven om voldoende en goed geschoold onderwijspersoneel aan te trekken. In 2004 is het Beleidsplan Een goed werkende onderwijsarbeidsmarkt gepresenteerd. Dit heeft tot doel te voorkomen dat nieuwe tekorten ontstaan bij het onderwijspersoneel. Het Beleidsplan zet 6
7 zich in voor het bereiken van een drietal programmadoelen, namelijk een betere afstemming van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in de regio, dat meer onderwijsinstellingen functioneren als professionele organisaties en meer samenhang aanbrengen in de kwalificatiestructuur en het opleidingsstelsel. Deze doelstellingen worden verder uitgewerkt in het programma onderwijspersoneel waarin wordt gestreefd naar een goed werkende arbeidsmarkt. Daarbinnen is een belangrijk project: Meer scholen zijn een professionele arbeidsorganisatie. De activiteiten in het programma onderwijspersoneel vallen buiten de kaders van deze Hoofdlijnenbrief Koersdocumenten van PO, VO en BVE Het beleid om scholen via autonomievergroting en deregulering de ruimte te geven wordt met kracht voortgezet. Dit in combinatie met het verder terugdringen van de regeldruk en bureaucratische lasten. Van de schoolbesturen en de sector als geheel verwacht het kabinet dat zij zelf verantwoordelijkheid nemen en dragen en dat de overheid daartoe de voorwaarden schept om dat mogelijk te maken Koers PO In de Koers PO worden de belangrijkste beleidsinitiatieven voor de onderscheiden prioriteiten voor het primair onderwijs aangegeven. Het gaat om: - Deregulering, autonomie en rekenschap: de invoering van lumpsumbekostiging per 1 augustus 2006 (Uitwerkingsnotitie van januari 2004), de herziening van de kerndoelen, de flexiblisering schooltijden en het projectplan OCW ontregelt (vermindering regeldruk met een kwart); - Innovatie en versterking (top)kennisinfrastructuur: verbreding van techniek als onderdeel van het Deltaplan bèta en techniek; - Meer mensen in het onderwijs: presentatie Beleidsplan Onderwijspersoneel (juni 2004 ) en stimulering van initiatieven van scholen om het onderwijs op een meer vernieuwende manier te organiseren (bijvoorbeeld het project Teamonderwijs op Maat); - Meer participatie: bijdrage van het onderwijs aan het bevorderen van integratie, sociale cohesie en actief burgerschap (brief Onderwijs, integratie en burgerschap, april 2004); plan van aanpak Veiligheid (mei 2004) en de brief Uitwerking hoofdlijnen toekomstig onderwijsachterstandenbeleid, waaronder de herziening van de gewichtenregeling (juni 2004). Koers PO richt zich op de volgende gebieden: - Overheid en scholen formuleren zelf doelen voor kwaliteit en innovatie. Om die doelen te realiseren sluit het overheidsbeleid aan bij vernieuwingen die binnen de scholen door leraren en anderen zelf in gang worden gezet. Om scholen daarin te ondersteunen wordt een door de sector gedragen brancheorganisatie voor ontwikkeling en vernieuwing aangekondigd. - Schoolleiding en onderwijsteam dienen hun organisatie op orde hebben en te werken aan de eigen professionaliteit. Scholen en leraren willen ook op dit punt keuzes kunnen maken en zich niet afhankelijk voelen van anderen. - Investeren in een goede band met ouders past bij de taakopvatting van de eigentijdse school. - Koers PO richt zich ook op de samenwerking met de netwerken rond de school. - De verdeling van verantwoordelijkheden en het afleggen van verantwoording worden goed geregeld op het niveau van de school en op het niveau van het stelsel Koers VO Koers VO heeft als titel De leerling geboeid, de school ontketend. Dat impliceert dat het onderwijs meer ruimte krijgt om in het belang van leerlingen vernieuwingen door te voeren. Het uitgangspunt is variëteit, de overheid stelt globale doelstellingen voor het onderwijs dat de scholen verzorgen. Scholen krijgen binnen de wettelijke kaders de ruimte om hun eigen professionele beleidskeuzes te maken. Hiertoe wordt ook de verantwoordelijkheid gerekend voor de op de leerling toegesneden vernieuwing. 7
8 - Er bestaat vrijheid van oprichting, wat onverlet laat dat scholen bijdragen aan de verdediging van rechten en waarden van de samenleving. Scholen leveren een bijdrage aan de integratie van leerlingen. - De leerloopbaan staat centraal. Dat brengt in het onderwijsleerproces een verschuiving met zich mee van onderwijzen naar leren en de accentuering van doorlopende leerlijnen. - Er wordt minder centraal geregeld waardoor een grotere variëteit ontstaat. Scholen maken zelf keuzes binnen globale kaders. Zij kunnen zo beter inspelen op een brede variatie aan leerbehoeften en ondersteuning. - De vernieuwing zal van onderop plaats moeten vinden. - Het kabinet streeft naar een sluitende zorgstructuur en zet in op verbetering van de leerlingenzorg, leerlingbegeleiding en achterstandenbeleid. - In de nabije toekomst wordt het mogelijk meer maatwerk te leveren bij de examinering om zodoende de afsluiting van de opleiding beter aan te laten sluiten op het leerproces van de leerling en de ontwikkelingen in het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt. - Het vmbo wordt versterkt om meer maatwerk mogelijk te maken en schooluitval tegen te gaan. - De directe interactie met het veld krijgt blijvend een prominente plaats in de beleidsontwikkeling Koers BVE In juni 2004 verscheen de nota KOERS BVE. Dit document bevat de visie van de staatssecretaris op de toekomst van het beroepsonderwijs. Achtereenvolgens komen aan de orde de trends die van belang zijn voor het beroepsonderwijs, de agenda die hieruit voortvloeit en actiepunten om deze agenda te realiseren. De bijlage van KOERS BVE, de BVEbarometer, bevat de maatschappelijke beleidsindicatoren en de stelselindicatoren. KOERS BVE is te vinden op In hoofdstuk 4 worden de trends en agendapunten kort genoemd. Centraal in KOERS BVE staan de nieuwe bestuurlijke verhoudingen waarbij het regionale netwerk aan zet is. Door middel van het samenwerken in een regionaal netwerk, waarbij elke partij een eigen verantwoordelijkheid heeft, kan de agenda voor het beroepsonderwijs gerealiseerd worden. De regio is per brief (d.d. 23 december 2004) gevraagd haar ambities op de terreinen 'aanval op de uitval' en 'leven lang leren' transparant te maken. De inzet van alle betrokkenen moet hierbij duidelijk zijn. De regionale netwerken kunnen hierbij ook aangeven wat zij nodig hebben om de ambities te realiseren. Ruimte geven aan de bve-instellingen is een belangrijke voorwaarde. 1.3 Operationele uitvoering Budgettair kader De Wet SLOA voorziet in een afzonderlijk budget per instelling en per mantel. Het voor de instellingen rechtstreeks beschikbare innovatiebudget neemt de komende jaren af. In 2006 is beschikbaar voor de uitvoering van innovatie activiteiten. In de mantels denktankactiviteiten en overige SLOA-activiteiten blijven de middelen gereserveerd voor bestaande activiteiten zoals het NICL en de productie en uitvoering van de examens in het voortgezet onderwijs. Voor denktankactiviteiten is in 2006 een bedrag beschikbaar van Daarnaast kunnen scholen op eigen initiatief gebruik maken van SLOA-middelen voor de financiering van specifieke vernieuwingsprojecten. De organisatie en toewijzing hiervan wordt verzorgd door de SLO. Ook kunnen instanties in het kortlopend veldonderzoek door derden vragen uit de praktijk laten beantwoorden. Voor veldaanvragen is beschikbaar en voor kortlopend veldonderzoek De oploop in de meerjarige reeksen in de Rijksbegroting ten opzichte van 2004 is ter indicatie opgenomen. Dit betekent dat voor de oploop nog geen juridische en bestuurlijke verplichtingen worden aangegaan; deze middelen zijn beleidsmatig gereserveerd. 8
9 1.3.2 VBTB In de Hoofdlijnenbrief werd een eerste aanzet gegeven tot een aanpassing van de SLOA-aanvragen aan de VBTB-systematiek van de departementen. Deze Hoofdlijnenbrief benadrukt de verdere inbedding van de VBTB-systematiek in de aanvragen van de instellingen. Zij heeft tot doel bij te dragen aan een meer uniforme verantwoording van de toegekende projecten om het resultaatbereik te vergroten. 1.4 De beoordeling van de ingediende plannen De beoordelingscriteria Het voornemen om de uitvoering en de formulering van de opbrengsten van de projecten meer over te laten aan de SLOA-instellingen en de scholen laat onverlet dat bij de beoordeling van de ingediende projectplannen criteria worden gehanteerd om ze te beoordelen op hun bijdrage aan het gevoerde onderwijsbeleid. Het formuleren van deze voorwaarden vooraf voorkomt dat achteraf discussies worden gevoerd over de kaders waarbinnen projecten kunnen worden uitgevoerd. In het onderstaande zijn deze criteria geformuleerd: - past de aanvraag binnen de hoofdlijnen van beleid van de afzonderlijke directies en is deze met de betreffende velddirecties afgestemd; - voorziet de aanvraag in een ondersteuningsbehoefte van het onderwijsveld en waar blijkt dat uit? Bij de beoordeling van de aanvragen wordt veel belang gehecht aan: - de inzet van aantoonbare deskundigheid; - het bereiken van een substantieel deel van het onderwijsveld met het betreffende product of nieuw ontwikkelde dienst; - de formulering van kwaliteitswaarborgen, w.o. de afstemming met het onderwijsveld tijdens het productontwerp en de productontwikkeling; - de voortgangsbewaking door middel van tussentijdse rapportages; - de zorg voor implementatie van producten en diensten, waar onder de verspreiding van de resultaten naar het onderwijsveld (conferenties, websites, verspreiding van goede praktijkvoorbeelden, andere PR-activiteiten; - een reële financiële begroting op onderdelen: personeel, materieel en overhead; - de evaluatie van de geplande activiteiten Aanvullende voorwaarden Van de SLOA-instellingen worden in onderling overleg geformuleerde projectvoorstellen (nieuw hetzij doorlopend) gevraagd voor een ondersteuningsaanbod aan scholen, aangevuld met door scholen zelf geïdentificeerde onderwerpen. Het aanbod dient bij voorkeur gericht te zijn op scholen georganiseerd in een netwerkverband om de overdracht van opgedane leerervaringen te bevorderen. Het aanbod dient waar mogelijk in samenwerking en afstemming met derden die op het terrein van schoolontwikkeling actief zijn (Schoolmanagers VO, VSWO, Platform Beroepsonderwijs, Projectgroep onderbouw, Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs, BVE-Raad e.a.) tot stand te komen. Tussen scholen en SLOA-instellingen worden in een overeenkomst de voorwaarden en inspanningsverplichtingen van beide partijen vastgelegd met daarin in ieder geval de volgende inspanningsverplichtingen: - de betrokkenheid van schoolleiding, middenmanagement, docenten en leerlingen bij het project; - een regelmatige evaluatie door partijen van de voortgang van het project waarbij helder wordt aangegeven waaraan het bereikte wordt afgemeten; - de wijze waarop scholen en SLOA-instellingen zorg dragen voor overdracht van de opgedane ervaringen binnen het netwerk. 9
10 De projectvoorstellen zullen hierbij ook rekening moeten houden met hun bijdrage aan de schoolontwikkeling in zijn geheel. Scholen krijgen daardoor meer verantwoording voor de onderscheiden projecten. Hier zijn de volgende aandachtspunten van toepassing: - scholen formuleren hun eigen beleid binnen de kaders van deze brief op grond van inhoudelijke en praktische overwegingen; - zij bepalen zelf prioriteiten en het tempo van de ontwikkeling. 1.5 Meer ruimte met meervoudige verantwoording Kwaliteitszorg en kwaliteits(zorg)beleid zijn belangrijke instrumenten voor het sturen en bewaken van de kwaliteit en de resultaten van het onderwijs. Onderwijsinstellingen hebben er behoefte aan een volledig ontwikkeld en adequaat functionerend stelsel van kwaliteitszorg te realiseren. Het is van belang dat instellingen zich toeleggen op de ontwikkeling van een betrouwbaar en valide zelfevaluatie-instrument. Grotere ruimte om onder eigen verantwoordelijkheid onderwijsbeleid in de school uit te voeren, betekent ook dat meer de nadruk komt te liggen op rekenschap over het gevoerde beleid. De school legt niet alleen verantwoording af aan de overheid, maar ook aan de directe omgeving: ouders, leerlingen, deelnemers, de directe omgeving en waar van toepassing het bedrijfsleven, leerbedrijven, de kenniscentra en het vervolgonderwijs. Scholen en instellingen hebben namelijk in hun maatschappelijke omgeving te maken met een grote diversiteit aan belanghebbenden en gebruikers die iets van hen verwachten of aanspraken kunnen maken op kwaliteit, toegankelijkheid en doelmatigheid. Het is aan de scholen en instellingen om te bepalen op welke manier zij de dialoog met de verschillende partijen aangaan, voor zover daar geen wettelijk vereiste voorschriften voor bestaan. Zij kunnen de opbrengsten van deze dialoog aanwenden om hun sterke en zwakke plekken op te sporen. Verbeter- en vernieuwingsacties dienen vervolgens te zijn ingebed in een systeem van kwaliteitszorg. Van belang is dat er een verbinding wordt gelegd tussen onderwijsproces, onderwijsopbrengsten en inzet van middelen/ capaciteiten. De onderwijsondersteunende instellingen ondersteunen de onderwijsinstellingen bij het transparant maken van beleid en resultaten, en het (verder) ontwikkelen van de publieke verantwoording. 1.6 Verslaglegging In gevolge artikel 9 van de Wet SLOA doet de minister eenmaal per twee jaar verslag van de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten. Voor 1 januari 2005 is het verslag over de periode naar de Kamer verzonden. Het verslag over de periode zal voor 1 januari 2006 aan de Kamer worden aangeboden. De voorschriften voor de financiële rapportage van de instellingen over de besteding van de toegekende middelen voor het jaar 2005 zijn in het Controleprotocol 2005 vastgelegd. Van de voortgang van de projecten wordt een inhoudelijke rapportage opgeleverd in de maanden september en december. Daarnaast verplichten de beschikkingen van de goedgekeurde projecten de SLOA-instellingen om een eindrapportage op te leveren. Er wordt verwacht dat de SLOA-instellingen in ieder geval in hun eindrapportages verslag uit brengen over: 1. Het aantal scholen waaraan ondersteuning is geboden, het aantal betrokken participanten in de school (schoolleiders, docenten en leerlingen); 2. Welke andere actoren/organisaties betrokken waren; 3. De voorwaarden die aan scholen gesteld zijn om voor ondersteuning in aanmerking te komen; 4. De behaalde resultaten uitgesplitst naar: - thema; - kritische succesfactoren, ervaren knelpunten en suggesties voor een oplossing; - de uitkomst van evaluatie van de bereikte resultaten in relatie tot een gehouden nulmeting; 10
11 - de opbrengst voor leerlingen en docenten en hoe die opbrengst is ervaren; - ondernomen overdrachtsactiviteiten (website, video s, aantal conferenties etc.). 5. De omvang van de ondersteuning door de SLOA-instellingen (aantal dagdelen, begeleiding bij evaluatie etc.) en de totale kosten van het project. 1.7 Vraagsturing De Koersdocumenten geven aan dat bij de scholen en instellingen meer verantwoordelijkheid wordt gelegd om een eigen beleid te voeren. De overheid geeft de kaders aan waarbinnen deze verantwoordelijkheid wordt waargemaakt. Scholen en instellingen krijgen meer invloed op de inhoud van de hoofdlijnenbrief en de projecten die er uit voortvloeien. Meer eigen verantwoordelijkheid om meer maatwerk te kunnen leveren en een eigen beleid te voeren legt een grotere nadruk op de eigen deskundigheid en capaciteit tot verandering van de school. De innovatieve middelen in het kader van de Wet SLOA hebben onder meer tot doel bij te dragen aan de vergroting van het beleidsvoerend vermogen van de scholen. Dit jaar zijn meerdere instanties geraadpleegd over de mate waarin de ondersteuningsinstellingen een bijdrage kunnen leveren aan de innovatie van het onderwijs. Schoolmanagers VO is advies gevraagd een notitie te schrijven die als input kan dienen voor de hoofdlijnenbrief. Daarnaast is aan derden, zoals o.a. het Deltapunt, de projectgroep onderbouw, het tweede fase adviespunt, advies gevraagd welke onderdelen, gelet op hun ervaringen in het veld, deel moeten uitmaken van de inhoud van de Hoofdlijnenbrief. Het hoofdstuk over de BVE-sector is aan verschillende instanties op het BVE-terrein ter raadpleging voorgelegd. Na deze eerste aanzet om scholen meer te betrekken bij de totstandkoming van de hoofdlijnenbrief zullen in de komende periode verdere stappen worden gezet om scholen in staat te stellen meer invloed op de inhoud uit te oefenen en vervolgens het proces te organiseren om tot een jaarlijks voorstel te komen voor de invulling van de innovatieve activiteiten van de SLOA-instellingen. Schoolmanagers VO zal vwb het voortgezet onderwijs hier een belangrijke rol gaan spelen. Dit proces moet op termijn leiden tot een hoofdlijnenbrief waarin het veld zelf verwoordt wat de belangrijkste lijnen zijn voor de innovatieve projecten die de SLOA-instellingen voor het onderwijsveld zullen gaan uitvoeren. Dit laat onverlet dat de minister van OCW verantwoordelijk blijft voor de publicatie van de hoofdlijnenbrief. Dit proces zal in de VO-sector rond 2010 zijn beslag hebben gekregen. 11
12 Hoofdstuk 2 Evaluatie Wet SLOA 2.1 Inleiding In 1999 werd de Wet SLOA, houdende regels betreffende de verstrekking van subsidies door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij voor de landelijke onderwijsondersteunende activiteiten ( Stb. 290, 1997) feitelijk ingevoerd. De Wet SLOA sluit aan op de Wet op de Onderwijsverzorging (WOV, Stb. 635,1986) die daarmee expireerde. De wetgever heeft voorzien in een evaluatie over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk. Deze evaluatie heeft in 2004 plaatsgevonden. Naast de evaluatie van de huidige werking van de Wet SLOA is een belangrijk onderdeel van de evaluatie de toekomstige werking van de onderwijsondersteunende activiteiten. Hierbij gaat het om de vraag op welke wijze de aansturing en vormgeving van de onderwijsondersteunende activiteiten zo goed mogelijk aan kunnen sluiten op de huidige en nieuwe bestuurlijke verhoudingen in PO, VO en BVE. 2.2 Evaluatieaanpak Bij de uitwerking van de evaluatie is onderscheid gemaakt tussen de gevraagde doeltreffendheid en effecten in de praktijk in de context waarbinnen de wet is uitgevoerd (werking tot nu toe) en het beantwoorden van de vraag op welke wijze de wet een functie kan vervullen in het vormgeven van de toekomstige gewenste onderwijsondersteunende activiteiten. Twee vragen staan daarbij centraal: - heeft de Wet SLOA gewerkt zoals verwacht? - is het huidige instrumentarium nog bruikbaar voor de toekomst? De evaluatie is als volgt vormgegeven. Ten eerste is naar de werking van de Wet SLOA breder onderzoek, zowel in Nederland als in de aangrenzende landen, gedaan. Daarnaast zijn er sectorspecifieke rondetafelconferenties met diverse belanghebbenden en stakeholders gehouden, zoals SLOA-instellingen, de scholen en hun bestuurlijke vertegenwoordigers. Bij de evaluatie zijn ook andere evaluatieve documenten en analyses, alsmede reeds beschikbaar ander onderzoek, betrokken. Al deze gegevens zijn als input aangemerkt ten einde tot een evenwichtig totaaloordeel en een visieontwikkeling te komen. 2.3 De werking tot nu toe Bij de werking tot nu toe is een onderscheid aan te brengen tussen de administratieve cyclus en de inhoudelijke activiteiten. Wat de administratieve kanten betreft is indertijd door de wetgever aangesloten bij de zgn. derde tranche Algemene Wet Bestuursrecht(AWB). Delen daaruit zijn in de Wet SLOA opgenomen uit oogpunt van duidelijkheid bij deze specifieke subsidiewetgeving. Op grond daarvan is gedetailleerde praktijkuitvoering uitgewerkt in een AMvB (Stb, 357,1999). In het verlengde daarvan is ten dienste van instellingen en accountants een Handleiding Subsidiëring en een Accountantsprotocol ontwikkeld. Er is in de wetssystematiek een jaarlijkse afhandelingscyclus opgenomen. De inhoudelijke activiteiten zijn uitgevoerd volgens het domeinenmodel zoals dat voortvloeit uit de opzet en inrichting van de wet. Het betreft dan de uitvoering van het innovatiebeleid, de verschillende denktank-, expertise- en ontwikkelingsfuncties, de centrale examens, de ondersteuning van het Humanistisch Vormingsonderwijs, de veldleerplanontwikkeling, het kortlopend veldonderzoek, het Nationaal Leermiddelen Centrum en een aantal minder omvangrijke en ook incidentele activiteiten. 12
13 2.4 Hoofdpunten uit de evaluatie De evaluatie richt zich met name op de inhoudelijke doeltreffendheid van de wet voor die domeinen die als eerstelijnsvoorziening de onderwijsondersteunende activiteiten van de verschillende onderwijssectoren betreffen. Dan gaat het overwegend om de innovatie- en de denktankactiviteiten. De centrale examens, het HVO, NICL en het kortlopende veldonderzoek (voor dit domein geldt artikel 18b dat een afzonderlijke evaluatiesystematiek voorschrijft) zijn specifieke domeinen met eigen evaluatieve kaders. Gegevens die meer specifiek bij de evaluatie van de innovatie- en denktankactiviteiten een rol spelen zijn de volgende. - De verslaglegging, die conform artikel 9 van de Wet SLOA, eenmaal per twee jaar over de werking van de hoofdlijnenbrief aan uw Kamer wordt aangeboden. - Het IVA-onderzoek waaruit blijkt dat in België(Vlaanderen) en Duitsland (Rijnland- Westfalen) als aangrenzende landsdelen ook verschillende vormen van onderwijsondersteunende activiteiten noodzakelijk worden geacht. - Het Twente onderzoek betreffende de innovatie in het voortgezet onderwijs. - De jaarverslagen en de verslagen bij de documenten die de wet voorschrijft voor de subsidievaststellingen bij de onderscheiden domeinen en typen activiteiten. - Overzichtsdocumenten als gepresenteerd in de jaarlijkse spoorboeken over de uitgevoerde en in uitvoering zijnde innovatieondersteunende activiteiten. - Het bredere Deloitte veldonderzoek uitgevoerd in de vorm van verschillende Websurveys in de drie onderwijssectoren. - De drie rondetafelconferenties die per sector zijn georganiseerd. - De meerjarige financiële ontwikkelingen in relatie met de algemene innovatie / ontwikkelingsbudgetten ten dienste van de drie onderwijssectoren. - De drie onderscheiden KOERS-documenten. 2.5 Hoofdpunten uit deze gegevens Algemeen: - De administratieve/accountancy afdoeningen geven geen aanleiding om tot wijzigingen over te gaan. De Handleiding Subsidiëring wordt waar nodig periodiek bijgesteld. - De uit de wet voortvloeiende jaarlijkse cycliafhandeling is zowel bij de instellingen als bij het departement binnen de deadlines hanteerbaar. - De inhoudelijke activiteiten vragen meer aandacht. Uit de Websurveys en de casestudies is gebleken dat de onderwijsondersteunende activiteiten van SLOA-instellingen door scholen en gebruikers goed gewaardeerd worden als het gaat om bruikbaarheid en de mate van aansluiting op behoeften in het veld. De hanteerbaarheid in termen van structurele implementatie en borging in het eigen schoolbeleid dan wel in het handelen van de docent vraagt veel meer aandacht. Een bekende en niet eenvoudige problematiek die vooral samenhangt met de opdrachtgeving, zoals neergelegd in artikel 2 van de Wet SLOA, om sectoroverstijgende en sectordoorsnijdende activiteiten uit te voeren. Scholen kunnen zelf aanbieders inschakelen voor individuele activiteiten. - Voorts zou meer en betere samenwerking tussen onderwijsondersteunende instellingen onderling en zo nodig in verbondenheid met andere deskundigheid verbetering van de kwaliteit van de onderwijsondersteunende activiteiten kunnen bewerkstelligen. - De Wet SLOA geeft ruimte voor die onderwijsondersteunende activiteiten die niet voortvloeien uit de overige departementale bredere beleidskaders. De Wet SLOA voorziet in meer specifieke activiteiten betreffende de centrale examens met een structureel budget van vijftien miljoen. Van belang is ook dat de door de instellingen uitgevoerde innovatieactiviteiten (met uitzondering van die bij het CINOP) volledig tot nihil worden afgebouwd. - Van vele kanten wordt gewezen op het belang van een betere meerjarig ingerichte hoofdlijnenbrief. 13
14 - Van belang wordt geacht om de thans aanwezige brede en kwalitatief goede expertise ook in de toekomst in te blijven zetten. Hoofdpunten uit de rondetafelconferenties evaluatie Wet SLOA: - Middelen voor innovatie moeten zoveel mogelijk aan het budget van onderwijsinstellingen worden toegevoegd. Op landelijk niveau blijft een aanjaagbudget beschikbaar voor sectorale en fundamentele innovaties. - Meer zeggenschap van de sectoren PO, VO en BVE bij de Hoofdlijnenbrief en de SLOAprogrammering. Mogelijk kan hiertoe per sector een lichte programmaraad worden ingericht waarin de sector goed vertegenwoordigd is. De programmaraad zou eventueel door de afzonderlijke sectoren zelf kunnen worden georganiseerd. - De SLOA-programmering moet een meerjarig karakter krijgen. - Meer samenwerking tussen SLOA-instellingen. Meer samenwerking tussen SLOAinstellingen en scholen. Meer mogelijkheden voor samenwerking tussen SLOA-instellingen en andere kennisinstellingen. - In de toekomst moet het mogelijk zijn om binnen SLOA duurzame samenwerkingsverbanden en partnerschappen tussen scholen en kennisinstellingen te subsidiëren. - Meer aandacht binnen de SLOA-programmering, SLOA-projecten en producten voor implementatie en uitwerking op schoolniveau. - Meer aandacht voor toezicht op en kwaliteitsborging van door SLOA-instellingen uitgevoerde projecten en ontwikkelde producten. 2.6 De bruikbaarheid van het instrumentarium voor de korte en lange termijn Betreffende de werking van wet tot nu toe kan gesteld worden dat er zich geen incidenten of calamiteiten hebben voorgedaan. Allerwege bestaat een behoorlijke mate van tevredenheid over de feitelijke uitvoering van de wet. De KOERS-documenten geven echter nieuwe richtingen aan voor de inrichting van de onderwijsondersteunende activiteiten. De inhoudelijke kant en de aansturing van de onderwijsondersteuning vragen daarom aandacht. Daarbij is onderscheid tussen maatregelen op de korte en de lange termijn van belang. Voor de korte termijn: De inrichting van deze brief is op een aantal punten aangepast; nadruk is gelegd op samenwerking, meerjarig kader en implementatie. De KOERS-documenten gelden als kader. Binnen de sectoren zal de aansluiting met de overige innovatiebudgetten worden bevorderd. Visie voor de lange termijn: Gelet op de afbouw van de SLOA-innovatiebudgetten (m.u.v. CINOP), alsmede het onderscheid met de SLOA-specifieke activiteiten (Examens, HVO, NICL en enkele kleinere activiteiten), zullen op termijn, bij gecontinueerd beleid, alleen nog de denktank/ontwikkeling/expertise-budgetten voorhanden zijn. De werking van de Wet SLOA verdient extra aandacht waar het gaat om op de langere termijn de ontwikkelingen op het terrein van de innovatie in de verschillende sectoren, gelet op de KOERS-documenten, nog eens nader te doordenken. Hierover zal nog nader overleg met de betrokken actoren plaatsvinden. De uitkomsten worden rond de zomer 2005 naar de Tweede Kamer gezonden. 14
15 Hoofdstuk 3 Primair Onderwijs 3.1 Inleiding Koers Primair Onderwijs verscheen in juni 2004 met als ondertitel Ruimte voor de school. Dit document werd op 4 oktober 2004 met de Tweede Kamer besproken. Samengevat staat in Koers Primair Onderwijs dat het beleid om scholen via autonomievergroting en deregulering de ruimte te geven met kracht wordt voortgezet. Dit in combinatie met het verder terugdringen van de regeldruk en bureaucratische lasten. Van de schoolbesturen en de sector als geheel verwacht het kabinet dat zij zelf verantwoordelijkheid nemen en dragen. De hoofdlijnen van het beleid voor primair onderwijs zijn dit jaar opgesteld naar de indeling van Koers VO waarvan in paragraaf een samenvatting is gegeven. Het betreft de volgende thema s: 1) Ruimte voor de school. 2) Kwaliteit en innovatie. 3) Onderwijspersoneel en organisatie. 4) Leerlingen en ouders. 5) School en omgeving: samenhang en samenwerking. 6) Verantwoordelijkheid en verantwoording. Aangegeven is vervolgens waarvoor subsidievoorstellen van de onderwijsondersteunende instellingen worden verwacht. Dat is niet voor alle acties het geval. Van de onderwijsondersteunende instellingen wordt gevraagd om hun activiteiten, waar dit relevant is, in overeenstemming te brengen met de genoemde acties. In overeenstemming met de in de Koers PO uitgezette lijn is voor het concept van deze hoofdlijnenbrief een veldraadpleging uitgevoerd. 3.2 Ruimte voor de school Centraal in de visie van de Koers Primair Onderwijs staat het streven naar meer beleidsruimte voor de school om eigen keuzes te maken over de inrichting van hun onderwijs. Dit is in vier elementen uitgewerkt, namelijk minder regels, meer ruimte (3.2.1), school en bestuur (3.2.2), toezicht op maat (3.2.3) en aanpak bureaucratie (3.2.4). De belangrijkste acties uit de Koers Primair Onderwijs voor dit thema en de activiteiten die hierbij van de onderwijs ondersteunende instellingen worden gevraagd, zijn de volgende Minder regels, meer ruimte (korte termijn) Acties uit de Koers: - Invoering van de lumpsumfinanciering per 1 augustus Investering in de versterking van het beleidsvoerende vermogen van de sector (extra middelen voor bestuur en management). - Verdere decentralisatie van secundaire arbeidsvoorwaarden, waarbij op het moment van invoering lumpsumfinanciering alle secundaire voorwaarden onderwerp zijn van overleg tussen de werkgevers en werknemers binnen de sector. - De invoering van vraagfinanciering voor schoolbegeleiding per 1 augustus Ruimte voor scholen voor onderwijskundige profilering door middel van de herziening van de kerndoelen. - Ruimte voor de organisatie van het onderwijs, onder meer door flexibiliteit in de bepaling van de schooltijden (wetsvoorstel Schooltijden). - Terugdringing van de bemoeienis van de lokale overheid met onderwijsinhoudelijke inrichting door herstel van heldere verhoudingen en toedeling van verantwoordelijkheden tussen onderwijs en gemeenten. - De regeldruk wordt verder verminderd door terugdringing van het aantal circulaires met 25% (in 2007). Het primair onderwijs levert daarbij een bijdrage in de departementsbrede 15
16 aanpak OCW ontregelt : dit leidt tot een forse vermindering van de administratieve lasten van scholen. Van de onderwijsondersteunende instellingen worden op de volgende terreinen subsidievoorstellen verwacht. - Met het oog op de invoering van de vraagfinanciering schoolbegeleiding worden de instellingen uitgenodigd subsidievoorstellen te doen die gericht zijn op ondersteuning van scholen bij het identificeren en formuleren van ondersteuningsvragen vooral vanuit de invalshoek van het onderwijskundige leiderschap. - De instellingen kunnen aangeven op welke wijze zij een bijdrage kunnen leveren aan de voorbereiding van de implementatie van de nieuwe kerndoelen en deskundigheidsbevordering van leraren op dit gebied, evenals aan de implementatie van al door het Freudenthal Instituut, de SLO en het Expertisecentrum Nederlands ontwikkelde leerlijnen School en bestuur Acties uit de Koers: - Het stimuleren van scholen om duidelijk aan te geven hoe zij onderwijskundig en organisatorisch inhoud willen geven aan de beleidsruimte. - Bevorderen dat scholen van elkaar leren door middel van onderlinge visitatie en vormen van benchmarking. - Als alternatief voor centrale wetgeving en voorschriften wordt een groter beroep gedaan op de sector. De sector heeft eind 2004 al een code voor principes van goed bestuur vastgesteld en is bezig met de ontwikkeling van een code voor de schoolkosten, waaronder de vrijwillige ouderbijdrage. - De code voor principes van goed bestuur dient qua inhoud en toepassing voldoende zekerheid te bieden dat bestuur en bovenschools management transparant en zorgvuldig omgaan met de beleidsruimte. De positie en belangen van de afzonderlijke scholen zijn daarbij leidend. Er is een platform ingericht dat de toepassing van de code zal monitoren en mij hierover zal informeren. - In juni 2004 heeft de Advies Expertgroep Medezeggenschap PO het advies Focus op versterking uitgebracht. In dit advies pleit de expertgroep voor een nieuwe Wet medezeggenschap scholen (WMS), waarin gezamenlijke medezeggenschap tussen schoolleiding, personeel en ouders centraal blijft staan en meer ruimte wordt geboden om op school- en bestuursniveau de medezeggenschap zelf in te richten. In de brief aan de Kamer van 13 september 2004 (29768, nr. 1) is aangegeven, op basis van het advies, dat wordt gewerkt aan de totstandkoming van die nieuwe WMS die in 2007 in werking zou kunnen treden. Na overleg met de belanghebbende organisaties in het VO, is besloten ook de sector VO mee te laten lopen in het WMS-traject, zoals in de brief aan de Kamer van 9 november 2004 (29768, nr. 2) is aangegeven. Begin april 2005 verschijnt een notitie met uitgewerkte voorstellen over de inrichting van de medezeggenschap in het primair onderwijs die past bij de veranderende bestuurlijke verhoudingen en verantwoordelijkheden. - Aangezien medezeggenschap primair een aangelegenheid is van en voor de ouders, personeel en besturen, voer ik over de inhoud van deze notitie overleg met de direct betrokkenen (organisaties en het veld). Ter inhoudelijke voorbereiding van dit overleg brengt een uit de geledingen van ouders, personeel en besturen samengestelde onafhankelijke expertisegroep momenteel de verschillen, overeenkomsten en mogelijke oplossingen die er onder de betrokken partijen leven in kaart. De SLOA-instellingen worden uitgenodigd om op basis van bovengenoemde documenten en de stand van zaken in het WMS-traject projectvoorstellen in te leveren. De projecten moeten scholen, personeel, ouders en leerlingen ondersteunen bij het vormgeven van de medezeggenschap onder de toekomstige WMS. Hierbij kan gedacht worden aan het ontwikkelen van good practices, het opzetten van medezeggenschapsprojecten op bepaalde scholen als voorbeeld voor andere scholen en professionalisering van de MR-leden. Van de 16
17 betrokken SLOA-instellingen wordt verwacht dat het project wordt uitgevoerd in samenwerking met enkele van de gesprekpartners van OCW in het WMS-traject (besturen-, personeels-, ouderorganisaties en LAKS) Toezicht op maat Acties uit de Koers: - Uitwerking van de gedachten van toezicht op maat en verdiende autonomie. Dit gebeurt mede op basis van de evaluatieresultaten over de werking van het huidige toezichtskader onder de Wet op het onderwijstoezicht (WOT). Deze gedachteontwikkeling past in het streven naar een meer integraal inspectietoezicht. - De inspectie richt zich minder op de proceskenmerken (hoe heeft de school haar proces ingericht?) en meer op de vraag of de school de gestelde ambities waarmaakt. - Voor de activiteiten binnen SLOA-kader die voor Q-primair in voorgaande jaren zijn gestart kunnen opnieuw subsidieverzoeken worden ingediend. Het project Q*Primair heeft tot doel besturen en scholen te stimuleren zelf verantwoordelijkheid te nemen voor een eigen kwaliteitsbeleid en voor het afleggen van verantwoording over de bereikte resultaten. Dit wordt afgestemd met de Onderwijsinspectie. Het proportionele schooltoezicht zoals dat door de Onderwijsinspectie wordt uitgevoerd vormt in het traject van kwaliteitszorg het sluitstuk. De intensiteit van het onderzoek dat de Inspectie uitvoert is afhankelijk van de mate waarin scholen aan zelfevaluatie doen en de aanpak en de resultaten van die zelfevaluatie. Ook schooldoorlichtingen en collegiale visitaties behoren tot de instrumenten die voor de uitvoering van externe kwaliteitszorg gebruikt kunnen worden. Het project is eind 2001 gestart en heeft een looptijd van vijf jaar. Op allerlei fronten wordt binnen dit project samenwerking gezocht met actoren in het veld van kwaliteitsverbetering. Daarbij gaat het uiteraard om afstemming met het project Q 5, dat al enige jaren in het voortgezet onderwijs vergelijkbare doelen nastreeft. - Wanneer een school door de inspectie als zeer zwakke school wordt aangemerkt, komt deze in een geïntensiveerd toezichtarrangement. De school voert in deze periode een verbeterplan uit. Voor het opstellen hiervan kan de school externe deskundigheid nodig hebben. Voor het ontwikkelen van deze deskundigheid en de bijbehorende hulpmiddelen en materialen kan een subsidieverzoek worden ingediend Aanpak bureaucratie. Acties uit de Koers: - In het kader van het plan van aanpak OCW ontregelt worden concrete voorstellen ontwikkeld om de administratieve lastendruk en regelgeving met een kwart terug te brengen. Het aantal OCW-circulaires is in 2007 verminderd met 25 procent. - Minder bureaucratie en minder regels is een leidend principe bij alle acties in het kader van Koers Primair Onderwijs. - Vermindering van de plan- en administratieve lasten in het kader van het onderwijsachterstandenbeleid door de invoering van heldere bestuurlijke verhoudingen tussen scholen, schoolbesturen en gemeenten (zie ook hoofdstuk 5). - Een efficiëntere inrichting van de gegevensuitwisseling tussen scholen en OCW (zie ook paragraaf 6). - Waarborging van transparantie over de toedeling en besteding van middelen voor het primaire en secundaire proces (door middel van de gedragscode goed bestuur, medezeggenschapsbevoegdheden en een managementstatuut). Dit geldt ook voor een directe betrokkenheid vanuit de scholen bij keuzes, besluitvorming en verantwoording daarover op bovenschools niveau. Op dit onderdeel worden geen subsidievoorstellen van de onderwijsondersteunende instellingen verwacht. 17
18 3.3 Kwaliteit en innovatie Uitgangspunt is dat scholen ruimte wordt geboden om vanuit hun eigen visie te werken aan vernieuwing van hun onderwijs. Die ruimte is niet onvoorwaardelijk. Scholen zullen erop worden aangesproken als zijn er niet in slagen voldoende kwaliteit te leveren. De belangrijkste acties voor dit thema uit de Koers zijn de volgende. - De totstandkoming van een brancheorganisatie voor schoolontwikkeling en innovatie wordt gestimuleerd. - Netwerkvorming van scholen wordt gestimuleerd door projectorganisaties zoals Q*Primair en Stichting Ict op School. - De ontwikkeling van kennisgemeenschappen wordt gestimuleerd. Dit zijn netwerken van scholen, wetenschappers en andere ondersteuners van de school, gericht op onderwijsvernieuwing. Aan NWO is gevraagd hiervoor ruimte in haar programma op te nemen. - Middelen voor schoolbegeleiding worden aan het schoolbudget toegevoegd. - Nagegaan wordt in hoeverre vraagfinanciering ook voor opleidingsinstituten haalbaar is. - Op basis van de evaluatie van de wet SLOA wordt besloten over de inzet van de toekomstige SLOA-budgetten. - Aansprekende innovatieve projecten worden gesubsidieerd. - Wettelijke kaders worden indien wenselijk en mogelijk tijdelijk verruimd om innovatieve projecten de benodigde ruimte te bieden. - Er wordt onderzoek verricht naar stand van zaken bij de onderwijsvernieuwing. - Er worden vraaggericht instrumenten en materialen ontwikkeld die scholen helpen bij het vernieuwen van hun onderwijs. - Nederland neemt deel aan internationale vergelijkingen om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken. - Kerndoelen worden herzien waardoor meer ruimte voor onderwijsinhoudelijke profilering van scholen ontstaat. - Aansluiting bij maatschappelijke ontwikkelingen wordt gestimuleerd, zoals in het programma Verbreding Techniek Basisonderwijs. - De inspectie gaat nadrukkelijker toezien op de naleving van het Inrichtingsbesluit WVO bij de overdracht van leerlingen van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs. - Bestaande doorlopende leerlingvolgsystemen/onderwijskundige rapporten worden geïnventariseerd en de mogelijkheden worden onderzocht van zorg- en toetsdossiers die in beide sectoren zijn te gebruiken voor het nemen van beslissingen over het zorgarrangement van een leerling. - Faciliteren van de ontwikkeling van doorlopende leerlingvolgsystemen en digitale portfolio s en stimuleren dat scholen voor primair onderwijs de terugkoppeling van gegevens vanuit het voortgezet onderwijs opnemen in hun kwaliteitszorgsysteem. Van de onderwijsondersteunende instellingen worden op de volgende terreinen subsidievoorstellen verwacht. - Vergroting van de autonomie van scholen en meer rekenschap vragen van scholen voor het gevoerde beleid maakt het meer en meer noodzakelijk voor scholen om aan kwaliteitszorg te doen. Kwaliteitszorg is ook noodzakelijk om de doelstellingen ten aanzien van de kennissamenleving te kunnen halen. Aandachtspunt binnen het beleid zijn de zeer zwak presterende scholen. De instellingen kunnen aangeven op welke wijze zij een bijdrage kunnen leveren aan de verbetering van de kwaliteit op deze scholen. - Het Expertisecentrum Citogroep wordt, op verzoek, in de gelegenheid gesteld om de in de voorgaande jaren gestarte en nog niet beëindigde peilingen van het onderwijsniveau (PPON) voort te zetten. Er worden geen verzoeken voor nieuwe peilingen verwacht. Het hierdoor vrijkomende budget kan worden ingezet voor het verder ontwikkelen van het leerlingvolgsysteem (plus) en om het mogelijk te maken dat dit leerlingvolgsysteem mede kan worden ingezet voor de landelijke kwaliteitsbewaking van het onderwijs. 18
19 - De onderwijsinhouden worden voor een belangrijk deel aangeboden via onderwijsmethoden. Door analyse van deze methoden wordt nagegaan in hoeverre zij voldoen aan kwaliteitseisen. Het resultaat van deze analyse is opgenomen in de methodengidsen en wordt op een website gepubliceerd. Twee maal per jaar wordt hierover een informatiebulletin uitgebracht. De nieuwe kerndoelen die vanaf het schooljaar 2005 / 2006 worden ingevoerd zullen gevolgen hebben voor dit onderdeel in de methodengids. De SLO wordt verzocht om voorstellen te doen voor voortzetting van het uitgeven van de Gids voor onderwijsmethoden, actualisatie van de website en het uitbrengen van een informatiebulletin hierover. De consequenties van de nieuwe kerndoelen voor de methodengids dienen in kaart te worden gebracht. - Op het gebied van vredeseducatie is het Nationale Geschenk 4 en 5 mei een belangrijk initiatief; dit wordt additioneel bekostigd. Wél kan op het gebied van vredeseducatie een subsidieverzoek worden ingediend voor voortzetting van het Holocaust educatieproject Er zijn daar ook kinderen van het APS. - Het nationaal actieplan Verbreding Techniek Basisonderwijs (VTB) heeft als doelstelling om in zes jaar een situatie te creëren waarin basisscholen en PABO's, educatieve infrastructuur, uitgevers en alle andere partijen op nationale schaal, duurzaam en structureel invulling geven aan techniek op de basisschool. Het nationaal actieplan levert hiermee een bijdrage aan de doelstelling van Deltaplan Bèta/Techniek van het Kabinet. De onderwijsondersteunende instellingen kunnen in dit kader een subsidievoorstel indienen voor het maken van een analyse van diverse praktijken om techniek te integreren in het onderwijs, zowel organisatorisch als de koppeling van techniekonderwijs aan kerndoelen van andere leergebieden (naast de kerndoelen Natuur en techniek). Hierbij dient de verspreiding van deze informatie naar scholen en overige partijen binnen het actieplan VTB te zijn inbegrepen. Afstemming met het Platform bèta en techniek, Programmabureau VTB (zie is vereist. - Ook kan een voorstel worden ingediend voor ondersteuning van techniekonderwijs in het (V)SO en de WEC door het verkennen van de wijze waarop binnen het speciaal onderwijs structureel en professioneel invulling kan worden gegeven aan techniek als mede het ontwikkelen van op dit type onderwijs afgestemd didactisch materiaal. Ook hier dient verspreiden van de resultaten naar de doelgroep en overige partijen binnen het actieplan VTB én afstemming met het Platform bèta en techniek, Programmabureau VTB te zijn inbegrepen. - Verschillende organisaties bieden scholen projecten aan op het gebied van natuur- en milieueducatie (nme) of duurzaamheid. De aantrekkelijkheid van projecten wordt vergroot als deze aanvullend zijn op de gebruikte methoden en goed aansluiten bij de kerndoelen. Aan de SLO wordt verzocht om ondersteuning te bieden aan deze organisaties en het onderwijs bij het ontwikkelen en het gebruik van projecten en educatief materiaal als aanvulling op gebruikte methoden. Bij de uitvoering van projecten rond duurzame ontwikkeling is de koppeling met andere projecten van belang. Om samenhang te versterken is afstemming met het Programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling gewenst. - Een dreigende maatschappelijke ontwikkeling is de toename van overgewicht en obesitas. Samen met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is een convenant voor bestrijding van overgewicht afgesloten met een groot aantal maatschappelijke organisaties. De onderwijsondersteunende organisaties kunnen voorstellen indienen voor het maken van handreikingen voor scholen om tegelijk met het realiseren van de kerndoelen bij te dragen aan de bestrijding van dit toenemend maatschappelijke probleem. 3.4 Onderwijspersoneel en organisatie Scholen ontwikkelen een visie die past bij hun leerlingen, bij hun identiteit en bij het type school dat zij willen zijn. De visie dient in de schoolorganisatie en het personeelsbeleid gestalte te krijgen. Immers, de school kan haar doelstellingen slechts realiseren als zij het geschikte personeel met de juiste competenties in huis heeft. Scholen kunnen kiezen voor een divers samengesteld team met leraren, gespecialiseerde leraren, lerarenondersteuners, onderwijsassistenten enzovoort. Maar zij kunnen ook de voorkeur geven aan een meer traditionele samenstelling van hun team. In alle gevallen dienen de competenties binnen het 19
20 team toereikend te zijn. De school verankert in haar schoolplan hoe de bekwaamheden van het personeel op peil worden gehouden en hoe dit wordt vastgelegd. De overheid creëert de randvoorwaarden waarbinnen de professionals in de school kunnen opereren door ruimte te bieden en scholen te stimuleren die ruimte te benutten. Specifieke maatregelen op het gebied van onderwijsarbeidsmarkt en personeelsbeleid zijn uiteen gezet in het Beleidsplan Onderwijspersoneel, dat tegelijk met Koers PO aan de Tweede Kamer is gestuurd. De belangrijkste acties voor dit thema uit de Koers zijn de volgende. - Bevordering van een open onderwijsarbeidsmarkt (bijvoorbeeld door het mogelijk maken van combinatiefuncties). - Registratie van schoolleiders ondersteunen (registerdirecteuren) - Flankerend beleid invoering lumpsumfinanciering - Vraaggericht opleidingsaanbod voor schoolleiders - Subsidieregeling Beginnende directeuren voortzetten - Kennisverspreiding met betrekking tot Onderwijs anders organiseren (TOM-project) - Voortzetting projecten opleiden in de school - Tevredenheidsonderzoek over maatwerktrajecten van lerarenopleidingen Voor dit thema worden geen subsidievoorstellen van de onderwijsondersteunende instellingen verwacht. 3.5 Leerlingen en ouders Communicatie en omgang met ouders Goede contacten tussen school, ouders en leerlingen zijn een kenmerk van de kwaliteit van een school en komen de schoolse én maatschappelijke ontwikkeling van de leerling ten goede. Daarom zijn deze contacten zo belangrijk. Het verbeteren van de contacten tussen school, ouders en leerlingen vooral een zaak is tussen deze partijen. De school is verplicht in het schoolplan of de schoolgids de rechten en de plichten van de ouders duidelijk aan te geven. De inspectie zal scholen erop aanspreken als er onvoldoende aandacht is voor de relatie tussen ouders en school. Verder zullen een aantal condities voor goede contacten tussen school, ouders en leerlingen worden verbeterd. Van scholen wordt verwacht dat ze actief inhoud geven aan de relatie met ouders en leerlingen. Onderdelen van een succesvol bondgenootschap zijn: - Een duidelijke visie op contacten met ouders en leerlingen en verankering van die visie in de schoolcultuur. - Een open dialoog op basis van gelijkwaardigheid en wederzijds respect - Transparante informatievoorziening - Duidelijke afspraken over wederzijdse rechten en plichten - Elkaar aanspreken als zaken niet goed gaan, maar ook communicatie en contact onderhouden als alles goed loopt. School en ouders hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling en vorming van kinderen en om hen zo goed mogelijk voor te bereiden op de maatschappij. Ouders zijn daarbij primair verantwoordelijk. Op basis van die verantwoordelijkheid mag van ouders ook betrokkenheid bij de school en schoolloopbaan van hun kind worden verwacht. Daar mogen ze ook op worden aangesproken. Daarnaast levert de school een bijdrage aan de vorming van het kind. Scholen hebben niet alleen de taak om kennis over te dragen, maar ook om samen met de ouders bij te dragen aan de ontwikkeling van sociale competenties, het besef van waarden en normen en burgerschap Actief burgerschap De belangrijkste acties voor dit thema zijn de volgende. - Het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie wordt als opdracht aan het onderwijs vastgelegd. Burgerschap is onderdeel van de nieuwe kerndoelen voor het primair onderwijs en het toezichtskader van de inspectie. 20
1.1 Herziene versie subsidiëringmodel SLOA t.b.v. uitvoering 2013 en aanvragen 2014
1 Handleiding subsidiëringsmodel WSLOA 1) Herziene versie subsidiëringsmodel SLOA t.b.v. uitvoering 2013 en aanvragen 2014 tijdpad voor uitvoering 2013 reguliere SLOA-activiteiten adressering subsidieverzoek
Nadere informatieScholen en professionals in stelling voor kwaliteit, afspraken over beleidsagenda voor de toekomst van het funderend onderwijs
Scholen en professionals in stelling voor kwaliteit, afspraken over beleidsagenda voor de toekomst van het funderend onderwijs Preambule Door Nederland is de duidelijke keuze gemaakt om te gaan behoren
Nadere informatieRegeling Kwaliteit Voortgezet Onderwijs
Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Bestemd voor het bevoegd gezag van scholen en scholengemeenschappen in het voortgezet
Nadere informatie1.1 Herziene versie subsidiëringmodel SLOA t.b.v. uitvoering 2012 en aanvragen 2013
1 Handleiding subsidiëringsmodel WSLOA Herziene versie subsidiëringsmodel SLOA t.b.v. uitvoering 2012 en aanvragen 2013 tijdpad voor uitvoering reguliere SLOA-activiteiten adressering subsidieverzoek SLOA,
Nadere informatieBeleid. Beschrijving trekkersrollen LC en LD. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Coevorden, Hardenberg e.o. / De Nieuwe Veste
1. Inleiding De koers voor de komende jaren, zoals beschreven in het strategisch beleidsplan 2011-2014 heeft consequenties voor gewenste managementstijl van de school. In de managementvisie 2011-2014 heeft
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor
Nadere informatieWelkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08
Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08 TECHNUM in vogelvlucht Wat is Technum Welke participanten Waarom noodzakelijk Waar we voor staan Wat onze ambities zijn TECHNUM Zelfstandige onderwijsvoorziening
Nadere informatieRAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RIJN IJSSEL. SECTOR CIOS, ZORG EN WELZIJN Opleiding Sociaal-cultureel werker
RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RIJN IJSSEL SECTOR CIOS, ZORG EN WELZIJN Opleiding Sociaal-cultureel werker Plaats: BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd op: Conceptrapport verzonden op: Rapport
Nadere informatieHoofdlijnenbrief SLOA
Hoofdlijnenbrief SLOA 2014-2015 Datum: 28 maart 2013 Colofon: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Directie Voortgezet Onderwijs D. Duinkerke dduinkerke@minocw.nl Rijnstraat 50 Den Haag Postbus
Nadere informatie1.1 Herziene versie subsidiëringmodel SLOA t.b.v. uitvoering 2009 en aanvragen 2010
1 Handleiding subsidiëringsmodel WSLOA Herziene versie subsidiëringsmodel SLOA t.b.v. uitvoering 2009 en aanvragen 2010 tijdpad voor uitvoering reguliere SLOA-activiteiten adressering subsidieverzoek SLOA,
Nadere informatieRegeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen 2000
OCenW-Regelingen Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen Bestemd voor: landelijke organen en de Vereniging Colo Algemeen verbindend voorschrift Datum: 14 augustus Kenmerk: BVE/B/-29879
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 400 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2013 Nr. 131 BRIEF
Nadere informatieMemorie van antwoord passend onderwijs
Memorie van antwoord passend onderwijs Samenvatting Door beleidsmedewerker Simone Baalhuis van VOS/ABB Algemeen Samenwerking met jeugdzorg De wetsvoorstellen inzake het nieuwe jeugdstelsel en passend onderwijs
Nadere informatieNota Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs
Nota Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen Zoetermeer, 1991 Samenvatting. In de hier gepresenteerde nota over de tweede fase v.o. worden de hoofdlijnen
Nadere informatiePrimair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444
Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Wet van 9 december 2005, houdende opneming in de Wet op het
Nadere informatieRAPPORT ONAANGEKONDIGD KWALITEITSONDERZOEK BASISSCHOOL MISTE/CORLE
RAPPORT ONAANGEKONDIGD KWALITEITSONDERZOEK BASISSCHOOL MISTE/CORLE School : Basisschool Miste/Corle Plaats : Winterswijk Miste BRIN-nummer : 18ZG Onderzoeksnummer : 101822 Datum schoolbezoek : 17 oktober
Nadere informatieBijlage 2. Uitwerking zorgplicht
Bijlage 2 Uitwerking zorgplicht Inleiding Het streven is om met ingang van 1 augustus 2012 een zorgplicht voor schoolbesturen in te voeren. Het begrip zorgplicht en de betekenis daarvan, roept de nodige
Nadere informatieDuurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en
Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en samenleving Stel hogere eisen aan het arbeidsmarktperspectief Handhaaf het startkwalificatieniveau met extra aandacht aan studiekeuze mbo niveau 2 studenten. Biedt
Nadere informatieFU02 Schoolleider Saltho Onderwijs. Management -> Schoolmanagement Management -> Overig management
FUWA-PO Sessie Functie-informatie Blz. 1 Functienaam Codering CONCEPT 1 Organisatie Saltho Onderwijs Onderdeel Koraal Groep Salarisschaal 12 Indelingsniveau Vc FUWASYS-advies 12 - Vc Werkterrein Management
Nadere informatieInnovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem
Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare budget
Nadere informatie7. Samenwerking t.b.v. infrastructuur exameninstrumenten
7. Samenwerking t.b.v. infrastructuur exameninstrumenten Opdrachtgever OCW Projectaannemer SBB Projectleider Nog te bevestigen Contactpersoon Lisette van Loon Start en einde deelproject Fase 1: juni 2012
Nadere informatieRAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Luzac College Amsterdam afdelingen havo en vwo
RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Luzac College Amsterdam afdelingen havo en vwo Plaats : Amsterdam BRIN-nummer : 30CW Onderzoek uitgevoerd op : 13 december 2010 Conceptrapport verzonden op :
Nadere informatieRAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. CSG Het Noordik, locatie Vriezenveen
RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ CSG Het Noordik, locatie Vriezenveen School/instelling : CSG Het Noordik Plaats : Vriezenveen BRIN-nummer : 0DO Onderzoeksnummer : HB756654 Onderzoek uitgevoerd :
Nadere informatieWINFORD ARNHEM VOOR PRIMAIR ONDERWIJS
BIJLAGE: UITKOMST ONDERZOEK WINFORD ARNHEM VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE ARNHEM INHOUD Uitkomst onderzoek Winford Arnhem PO te Arnhem 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel
Nadere informatieTUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Montessori Scholengemeenschap Amsterdam(IVKO) HAVO
TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Montessori Scholengemeenschap Amsterdam(IVKO) HAVO Plaats : Amsterdam BRIN nummer : 16PS C2 BRIN nummer : 16PS 04 HAVO Onderzoeksnummer : 286534 Datum onderzoek : 3 december
Nadere informatieHet Stedelijk Lyceum afdeling De Wissel School voor praktijkonderwijs : Enschede
RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Het Stedelijk Lyceum afdeling De Wissel School voor praktijkonderwijs Enschede Plaats : Enschede BRIN-nummer : 19NG-0 Onderzoek uitgevoerd op : 5
Nadere informatieRAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Montessori Nijmegen
RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Montessori Nijmegen Plaats : Nijmegen BRIN nummer : 12ZD C1 Onderzoeksnummer : 291967 Datum onderzoek : 7 februari 2017 Datum vaststelling : 2 mei 2017 Pagina
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 396 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs,
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Financieel-Economische Zaken IPC 5350 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375
Nadere informatieRAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK CBS HET ANKER
RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK CBS HET ANKER School : CBS Het Anker Plaats : Vlaardingen BRIN-nummer : 17LB Onderzoeksnummer : 92818 Datum schoolbezoek : 16 april 2007 Datum vaststelling : 12 juni 2007 INHOUDSOPGAVE
Nadere informatieRAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Gregorius College Afdeling vwo
RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Gregorius College Afdeling vwo Plaats: Utrecht BRIN-nummer: 01KF-00/02 Arrangementsnummer: 726178 HB: 3485391 Onderzoek uitgevoerd op: 15 november 2012 Conceptrapport
Nadere informatieRAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Luzac College Breda afdelingen havo en vwo
RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Luzac College Breda afdelingen havo en vwo Plaats : Breda BRIN-nummer : 30CY Onderzoek uitgevoerd op : 1 december 2010 Conceptrapport verzonden op : 20 januari
Nadere informatieDit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten van Stichting Vocallis.
BESTUURSREGLEMENT Vastgesteld door het bestuur op 6 mei 2015. Hoofdstuk I. Algemeen. Artikel 1. Begrippen en terminologie. Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten
Nadere informatieRAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Bonaventuracollege
RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING Bonaventuracollege Burggravenlaan vmbo-tl Plaats: Leiden BRIN-nummer: 21GW Arrangementsnummer: 120604 Onderzoek uitgevoerd op: 9 december 2010
Nadere informatieActieplan Veilige School 2015-2018
Actieplan Veilige School 2015-2018 Inleiding De actieplannen Veilige School 1 van de afgelopen jaren hebben er voor gezorgd dat het onderwerp veiligheid goed op de kaart van het Haagse onderwijs staat.
Nadere informatieDirectiestatuut van de stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen en Groesbeek e.o. Herziene versie, 1 februari 2018
Directiestatuut van de stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen en Groesbeek e.o. Herziene versie, 1 februari 2018 Preambule Dit reglement is een directiestatuut in de zin van artikel 32 van
Nadere informatieDatum Uitnodiging subsidieaanvraag Regeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen
a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan: penvoerders opleidingsscholen en contactpersonen lerarenopleidingen Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Onze
Nadere informatieDatum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW 2012-2015. Geacht schoolbestuur,
a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Onze referentie 349195 Datum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW 2012-2015 Geacht
Nadere informatieRAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP PANTA RHEI. Onderzoeksnummer :
RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP PANTA RHEI School : Panta Rhei Plaats : Almere BRIN-nummer : 12QK Onderzoeksnummer : 112991 Datum schoolbezoek : 15 mei 2009 Datum vaststelling
Nadere informatielogoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag BVE/IenI/2006-43667
logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk BVE/IenI/2006-43667 Onderwerp Inspectierapport 'Nederlands in het mbo' Bijlage(n) Rapport
Nadere informatieMbo-instelling.. te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door, hierna te noemen: de instelling.
Overeenkomst kwaliteitsafspraken mbo Overeenkomst tussen de Staatssecretaris van Economische Zaken en onderstaande onderwijsinstelling inzake de uitvoering van de Regeling kwaliteitsafspraken mbo. Partijen:
Nadere informatieDOE040 VOORTGEZET ONDERWIJS
BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK DOE040 VOORTGEZET ONDERWIJS TE EINDHOVEN INHOUD Uitkomst onderzoek DOE040 VO te Eindhoven 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel 10 Bijlage
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 21 860 Weer samen naar school Nr. 63 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
Nadere informatieUITKOMST ONDERZOEK PARKENDAAL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE APELDOORN
UITKOMST ONDERZOEK PARKENDAAL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE APELDOORN INHOUD Uitkomst onderzoek Parkendaal te Apeldoorn 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel 10 Bijlage
Nadere informatieRAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Het Baken Park Lyceum, afdeling havo
RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Het Baken Park Lyceum, afdeling havo Plaats: Almere BRIN-nummer: 01FP-1 Registratienummer: 3138656 Onderzoek uitgevoerd op: 12 mei 2011 Conceptrapport
Nadere informatieLUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS
BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE VIANEN INHOUD 1. Uitkomst onderzoek Lumiar te Vianen 3 2. en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 5 3. Samenvattend oordeel 11 Bijlage
Nadere informatieOnderwijstijd; een middel om kwaliteit te genereren. Els de Ruijter Maartje van den Burg
Onderwijstijd; een middel om kwaliteit te genereren Els de Ruijter Maartje van den Burg 1 oktober 2015 Onderwerp workshop 1. Wetgeving per 01-08-2014 2. Toezicht 3. BOT & Beroepspraktijkvorming 4. Afwijken
Nadere informatieexaminering 2006-2007 Een overzicht van het eerste jaar Actieplan Examinering
ACTIEPLAN examinering 2006-2007 Een overzicht van het eerste jaar Actieplan Examinering Inleiding In november 2006 hebben de AOC s naar aanleiding van de teleurstellende bevindingen van KCE en op verzoek
Nadere informatieOvereenkomst WEER SAMEN NAAR SCHOOL +
Overeenkomst WEER SAMEN NAAR SCHOOL + Een continuering, uitbreiding en verdieping van de eerder geformuleerde en vastgestelde afspraken in het kader van het proces Weer Samen Naar School Partijen Alle
Nadere informatieDe beleidsartikelen (artikel 10)
10. INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE 10.1 Algemene beleidsdoelstelling De minister is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs. Informatie- en communicatietechnologie (ict) kan hierbij
Nadere informatieRuimte voor leer-werktrajecten 13 juli Inleiding
Ruimte voor leer-werktrajecten 13 juli 2000 Inleiding In het plan van aanpak voortijdig schoolverlaten dat in juni 1999 aan de Tweede Kamer is gezonden, wordt gesteld dat samenwerking tussen vmbo en roc
Nadere informatieRAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. De Passie Rotterdam Afdeling vwo
RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK De Passie Rotterdam Afdeling vwo Plaats: Rotterdam BRIN-nummer: 27RW-0 HB: 3485035 Arrangementsnummer: 226237 Onderzoek uitgevoerd op: 22 november
Nadere informatieLUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS
BIJLAGE: UITKOMST ONDERZOEK LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE VIANEN INHOUD 1. Uitkomst onderzoek Lumiar te Vianen 5 2. en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 7 3. Samenvattend oordeel 13 Bijlage
Nadere informatieINTENTIEVERKLARING. De Vereniging voor Christelijk Onderwijs Groningen. De Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs Hoogkerk,
INTENTIEVERKLARING De Vereniging voor Christelijk Onderwijs Groningen en De Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs Hoogkerk, verder te noemen: de besturen, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd, overwegende
Nadere informatieHoofdlijnenbrief 2005 2006
Hoofdlijnenbrief 2005 2006 1 april 2004 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inkadering activiteiten 5 1.1 Terugblik SLOA 5 1.1.1 Rapportage 2002-2003 naar de Tweede Kamer 5 1.1.2 Tussenrapportages 2003 6 1.2 Strategisch
Nadere informatieInnovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem
Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare
Nadere informatieexaminering 1 Standaard voor examineren 2 Kwaliteit van examinering 3 Toetsenbank en digitale portfolio s 4 Verbetering procedures
ACTIEPLAN examinering AOC Raad Willy Brandtlaan 81, 6716 RJ Ede Postbus 458, 6710 BL Ede T: 0318-648900 F: 0318-641184 E: info@aocraad.nl W: www.aocraad.nl 1 Standaard voor examineren 2 Kwaliteit van examinering
Nadere informatieRAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD
RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD School : basisschool Pater van der Geld Plaats : Waalwijk BRIN-nummer : 13NB Onderzoeksnummer : 111245 Datum
Nadere informatieDE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS
BIJLAGE: UITKOMST ONDERZOEK DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE ZUTPHEN INHOUD Uitkomst onderzoek De Aardeschool PO te Zutphen 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel
Nadere informatieBIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK ESSENZO GOES BV TE GOES
BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK ESSENZO GOES BV TE GOES INHOUD Uitkomst onderzoek Essenzo Goes BV te Goes 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 5 3 Samenvattend oordeel 10 Bijlage 1A: Overzicht
Nadere informatieBorging. experimentele programma s herontwerp vmbo techniek
Borging experimentele programma s herontwerp vmbo techniek Programma Techniek Breed Programma ICT-route Programma TGL Programma Intersectoraal Platform BètaTechniek Deltapunt Delft, december 2004 1. Continuiteit
Nadere informatieDirectiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011
Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit Reglement is opgesteld
Nadere informatieIntroductie van de referentieniveaus in het primair onderwijs
Introductie van de referentieniveaus in het primair onderwijs Achter de schermen wordt op dit moment hard gewerkt aan de invoering van de referentieniveaus in het primair onderwijs. Uit de veldraadpleging
Nadere informatieLeeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak
Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Inhoud Inleiding 3 Stap 1 De noodzaak vaststellen 4 Stap 2 De business case 5 Stap 3 Probleemverdieping 6 Stap 4 Actieplan 8 Stap 5
Nadere informatieBIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK IBBO BARNSTEEN TE EDE
BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK IBBO BARNSTEEN TE EDE INHOUD Uitkomst onderzoek Ibbo Barnsteen te Ede 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel 10 Bijlage 1A: Overzicht resultaten
Nadere informatieLOS VOOR PRIMAIR ONDERWIJS
BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK LOS VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE DEURNE INHOUD Uitkomst onderzoek LOS te Deurne 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel 11 Bijlage 1A: Overzicht
Nadere informatieRAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE STAAIJ
RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE STAAIJ School : Basisschool De Staaij Plaats : Middelaar BRIN-nummer : 09AI Onderzoeksnummer : 92633 Datum schoolbezoek : 25 juni 2007 Datum vaststelling : 19
Nadere informatieDEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP OBS MOLENBEEK
DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP OBS MOLENBEEK Plaats : Enschede BRIN-nummer : 16NC Onderzoeksnummer : 120274 Datum schoolbezoek : 13 Rapport vastgesteld te Zwolle
Nadere informatieDe rode draad Een instrument om na te gaan in hoeverre de school het keurmerk Begaafdheidsprofielschool benadert.
De rode draad Een instrument om na te gaan in hoeverre de school het keurmerk Begaafdheidsprofielschool benadert. De items op de volgende pagina s zijn opgenomen in het digitale visitatie-instrument. Zij
Nadere informatieRAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK SAMSAM
RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK SAMSAM School : Samsam Plaats : Rotterdam BRIN-nummer : 18ZH Onderzoeksnummer : 89409 Datum schoolbezoek : 27 november 2006 Datum vaststelling : 26 maart 2007. INHOUDSOPGAVE
Nadere informatieToelichting ontwikkelingsperspectief
Toelichting ontwikkelingsperspectief Dit document is bedoeld als achtergrond informatie voor de scholen, maar kan ook (in delen, zo gewenst) gebruikt worden als informatie aan ouders, externe partners
Nadere informatieTerugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016
Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Tussenmeting 2015 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, oktober
Nadere informatieResultaatafspraken voor VVE in gemeente Westvoorne
Resultaatafspraken voor VVE in gemeente Westvoorne Partijen Schoolbesturen VCO De Kring (CNS De Nieuwe Weg, Baron de Vos van Steenwijkschool) Onderwijsgroep PRIMOvpr (De Driehoek, Obs Mildenburg, Obs Het
Nadere informatieVO RAPPORT VAN BEVINDINGEN OV Sgs. Amsterdam-Zuid (loc. Apolloschool LWOO) De Apollo VMBOGT
VO RAPPORT VAN BEVINDINGEN OV 2013 Sgs. Amsterdam-Zuid (loc. Apolloschool LWOO) De Apollo VMBOGT Plaats : Amsterdam BRIN nummer : 21ET C7 BRIN nummer : 21ET 08 BRIN nummer : 21ET 08 VMBOGT Onderzoeksnummer
Nadere informatieIntern toezichtkader PVO Walcheren
Intern toezichtkader PVO Walcheren Februari 2015, intern toezichtkader stichting PVO Walcheren Pagina 1 Voorwoord Dit toezichtkader is tot stand gekomen in het kader van de vorming van het nieuwe samenwerkingsverband
Nadere informatieRAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE TRUMAKKERS
RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE TRUMAKKERS School : basisschool De Trumakkers Plaats : Heeze BRIN-nummer : 03BV Onderzoeksnummer : 108035 Datum schoolbezoek
Nadere informatieFunctiebeschrijving Manager Kwaliteitsbeleid
Functiebeschrijving Manager Kwaliteitsbeleid Binnen O2A5 staat een belangrijke verandering voor de deur, namelijk de invoering van zgn. onderwijsteams. Voor een succesvolle implementatie van deze organisatieverandering
Nadere informatieRAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE MULDERSHOF
RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE MULDERSHOF School : Basisschool De Muldershof Plaats : Beek en Donk BRIN-nummer : 11EF Onderzoeksnummer : 80379 Datum schoolbezoek : 14 november 2006 Datum vaststelling
Nadere informatieINTEGRALE KWALITEITSZORG PASSEND ONDERWIJS GOEREE-OVERFLAKKEE
INTEGRALE KWALITEITSZORG PASSEND ONDERWIJS GOEREE-OVERFLAKKEE Inhoud 1. Inleiding 2. Kwaliteit gedefinieerd 3. Parameters en normen 4. Het cyclische systeem van kwaliteitszorg 5. Instrumenten 6. Planning
Nadere informatieTOETSINGSKADER INNOVATIEPLANNEN LERARENOPLEIDINGEN HB0 1999-2004
TOETSINGSKADER INNOVATIEPLANNEN LERARENOPLEIDINGEN HB0 1999-2004 De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad). De Raad adviseert,
Nadere informatieAfsprakenkader. Partners in Leren en Werken in. Zorg en Welzijn Zeeland. Vastgesteld in de FluenZ Adviesraad. ViaZorg
Afsprakenkader Partners in Leren en Werken in Zorg en Welzijn Zeeland ViaZorg 2014 Vastgesteld in de FluenZ Adviesraad INHOUD Inleiding 1. Hoe kunnen de opleidingen kwalitatief beter en vooral uitdagender?
Nadere informatieRAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP WILLEM VAN ORANJE
RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP WILLEM VAN ORANJE Plaats : Kampen BRIN-nummer : 13KB Onderzoeksnummer : 119040 Datum schoolbezoek : 30 Rapport vastgesteld te Zwolle op 9
Nadere informatieNEWSCHOOL.NU VOOR PRIMAIR ONDERWIJS
BIJLAGE: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE HARDERWIJK INHOUD Uitkomst onderzoek Newschool.nu PO te Harderwijk 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend
Nadere informatieTREND RAPPORTAGE KWALITEITSVRAGENLIJST RAPPORTAGE 2E MONTESSORISCHOOL HET WINTERKONINKJE,
TREND RAPPORTAGE KWALITEITSVRAGENLIJST RAPPORTAGE 2E MONTESSORISCHOOL HET WINTERKONINKJE, december 2014 1 ALGEMEEN 1.1 Inleiding Algemeen Het instrument de Kwaliteitsvragenlijst is een hulpmiddel om de
Nadere informatieONTWERP-UITVOERINGSBESLUIT INTERIMWET ZIJ-INSTROOM LERAREN PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS
ONTWERP-UITVOERINGSBESLUIT INTERIMWET ZIJ-INSTROOM LERAREN PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad).
Nadere informatieTUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Frater van Gemert, afdeling vmbo theoretische leerweg
RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Frater van Gemert, afdeling vmbo theoretische leerweg Plaats: Tilburg BRIN-nummer: 20GD-1 Arrangementsnummer: Onderzoek uitgevoerd op: 18 september
Nadere informatie- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
- 1 - Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 augustus 2012, nr. JOZ/378065, houdende regels voor het verstrekken van aanvullende bekostiging ten behoeve van het stimuleren
Nadere informatievoor- en vroegschoolse educatie Convenant uitvoering Boxtels model
Convenant uitvoering Boxtels model Impuls kwaliteit VVE beleid Boxtel 6 juli 2011 Aanleiding en doelstelling bestuurlijk convenant Met ingang van de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie krijgt
Nadere informatieOrganisatie: Samenwerkingsverband Stichting Samenwerkingsverband RiBA ( Ridderkerk, Barendrecht, Albrandswaard)
Functie-informatie Functienaam: Directeur samenwerkingsverband Organisatie: Samenwerkingsverband 28.05 Stichting Samenwerkingsverband RiBA ( Ridderkerk, Barendrecht, Albrandswaard) Werkterrein: Management
Nadere informatieMeer ruimte voor maatwerk in het vmbo
logoocw De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 9 oktober 2006 VO/OK/2006/39171 Uw brief van Onderwerp Aanbieding van en reactie op de
Nadere informatieDe verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers
De verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers VISIEDOCUMENT November 2015 OOGO De Liemers De samenwerkende gemeenten Duiven, Montferland, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar en de samenwerkingsverbanden
Nadere informatieHoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam
Afdeling Onderwijs, Jeugd en Educatie Team Onderwijs VO Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam Betrokken partijen: De instellingen voor Beroepsonderwijs
Nadere informatiejuni 2017 Geactualiseerd plan van aanpak talentonderwijs als onderdeel van de basisondersteuning
juni 2017 Geactualiseerd plan van aanpak talentonderwijs als onderdeel van de basisondersteuning Inleiding Het samenwerkingsverband is in het schooljaar 16-17 gestart met het herijken van de basisondersteuning.
Nadere informatieConvenant OCW-SBO. Aanpak van het Lerarentekort
Convenant OCW-SBO Aanpak van het Lerarentekort Partijen: De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mevrouw M.J.A. van der Hoeven, en Het Algemeen Bestuur van het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 600 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2003 Nr. 127 BRIEF
Nadere informatieRAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ TH. HART DE RUYTERSCHOOL VSO CLUSTER 4
RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ TH. HART DE RUYTERSCHOOL VSO CLUSTER 4 Plaats: Groningen BRIN-nummer: 140R Onderzoek uitgevoerd op: 9 juni 2009 Conceptrapport verzonden op: 1 juli 2009 Rapport vastgesteld
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Voortgezet Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 223 Evaluatie Wet medezeggenschap op scholen Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede
Nadere informatieCONCEPTRAPPORT VAN BEVINDINGEN. Onderzoek naar Kwaliteitsverbetering. RSG Hoeksche Waard afdeling vmbo
CONCEPTRAPPORT VAN BEVINDINGEN Onderzoek naar Kwaliteitsverbetering RSG Hoeksche Waard afdeling vmbo vmbo basisberoepsgerichte leerweg vmbo kaderberoepsgerichte leerweg vmbo gemengd/theoretische leerweg
Nadere informatieRAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK NBBS 'WERKPLAATS KINDERGEMEENSCHAP'
RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK NBBS 'WERKPLAATS KINDERGEMEENSCHAP' School : nbbs 'Werkplaats Kindergemeenschap' Plaats : Bilthoven BRIN-nummer : 05JN Onderzoeksnummer : 90242 Datum schoolbezoek : 13 februari
Nadere informatie