INDEX VOOR DE RAADSVERGADERING VAN 16 FEBRUARI 2012

Transcriptie

1 INDEX VOOR DE RAADSVERGADERING VAN 16 FEBRUARI Opening en trekking stemmingsnummer Vststellen van de agenda Notulen van de openbare raadsvergadering van 15 december Ingekomen stukken....3 Hamerstukken 5. Voorstel van het college om de financiële consequenties van de decembercirculaire 2011 te verwerken (raadsvoorstel nr. 2012/012/1) Voorstel van het college om het bestemmingsplan Kerklocatie Hendriklaan vast te stellen (raadsvoorstel nr. 2012/010/1) Voorstel van het college om een standpunt in te nemen op de zienswijzen en het bestemmingsplan Kern Asenray vast te stellen (raadsvoorstel nr. 2012/001/1) Voorstel van het college om de bouwverordening Roermond 2012 vast te stellen (raadsvoorstel nr. 2012/007/1) Voorstel van het college om wensen en bedenkingen kenbaar te maken over de vorming van een Regionale Uitvoeringsdienst Limburg-Noord (raadsvoorstel nr. 2012/014/1) Voorstel van het college om de Telecommunicatieverordening 2012 gemeente Roermond vast te stellen (raadsvoorstel nr. 2012/013/1)....4 Bespreekstukken 11. Voorstel van de zeven oppositiepartijen om de bepaling in het Reglement van orde omtrent de samenstelling van het presidium aan te passen (raadsvoorstel nr. 2012/021/1) Voorstel om een raadslid te benoemen in het presidium ter voorziening in een vacature (raadsvoorstel nr. 2012/016/1) Voorstel om de kadernota Armoedebeleid vast te stellen (raadsvoorstel nr. 2012/009/1) Voorstel om de (gewijzigde) verordeningen in het kader van de Wet werk en bijstand (WWB) vast te stellen en in te stemmen met de inzet van WWB-middelen voor extra personeelsinzet voor invoering van de wetswijzigingen WWB (raadsvoorstel nr. 2012/006/1) Voorstel van het college om het beleidsplan schuldhulpverlening vast te stellen (raadsvoorstel nr. 2012/002/1) Voorstel van het college om bij wijze van herstel van het raadsbesluit van 31 maart 2011 te besluiten dat de uitkomsten van een nieuwe bezonningsstudie geen onevenredige nadelige gevolgen hebben voor het woon- en leefklimaat van de bewoners aan de Molenweg te Roermond (raadsvoorstel nr. 2012/017/1) Voorstel van het college om de Structuurvisie kwaliteitsbijdrage gemeente Roermond en de daarmee samenhangende wijzigingen in de Verordening op de Commissie Beeldkwaliteit alsmede de 2 e wijziging op de legesverordening 2012 vast te stellen (raadsvoorstel nr. 2012/005/1) Voorstel van het college tot het nemen van een aantal besluiten in het kader van het Bomenplan (raadsvoorstel nr. 2012/004/1) Vragenuur Sluiting....48

2 SPREKERSINDEX Bayrak, 34 Beeren-Adriaans, 11, 27, 35 Beers, van, 12, 28, 35 Coenen, 8, 10, 16, 19, 21, 25, 26, 28, 34, 35, 38, 46 Daamen, 3, 8, 10, 27, 35, 36, 37 Dohmen, 34 Faber-Doornebosch, 18, 29, 31 Guffens, 42, 46, 47 Heijnen, 11, 27, 35 Huurdeman, 3, 41, 47 Jacobs, 4, 5, 8, 10, 25, 26, 36, 37 Lomans, 16, 28, 30, 33 Lucas, 3, 6 Moison, 2, 3, 38, 40, 41, 42, 44, 45, 46 Öztürk, 5 Pilz-van Elven, 3, 38 Pleyte, 2, 4, 5, 6, 14, 15, 23, 24, 29, 30, 31, 33, 47 Puper, 5, 6, 19 Smitsmans-Burhenne, 6, 12, 22, 23, 28, 33 Thissen-Heynen, 3, 29, 40, 42, 45, 46, 47 Burgemeester, 2 Wethouder Kemp, 32 Wethouder mevrouw Moussaoui, 7, 19, 21, 22, 23, 24, 32, 33, 37 Wethouder Van Rey, 37, 43, 44, 45, 46, 47 Wethouder IJff, 48

3 Openbare raadsvergadering, gehouden op 16 februari 2012 EERSTE VERGADERING Aanwezig: de heer H.M.J.M. van Beers, waarnemend burgemeester; de heer A. Vestjens, plv. griffier; de dames P.T.G.J Beeren-Adriaans (S.P.), W.H.M.A. van Beers (Roermond Sociaal), M. Faber- Doornebosch (P.v.d.A.), M.H. Pilz-van Elven (D.S.), M.A.J. Smitsmans-Burhenne (GroenLinks), E.M. Thissen-Heynen (P.v.d.A.) en A.P.H. Waajen-Crins (C.D.A.) en de heren H.J.M. Achten (V.V.D.), A. Bayrak (P.v.d.A.), T.M. Breugelmans (C.D.A.), L.W.M. Coenen (Stadspartij Roermond), L.J.M. Daamen (D.S), T.A.K.H.G. Dohmen (V.V.D.), D.W.H. Franssen (V.V.D.), L.G.A. Guffens (C.D.A.), P.G.M.A.B. Heijnen (B.B.R.), H.M. Hutjens (V.V.D.), M.J. Huurdeman (V.V.D.), H.J.A. Jacobs (C.D.A.), R. Jennekens (V.V.D.), E.F.J.M. Lomans (V.V.D.), J.F.H. Lucas (B.B.R.), C.T.P. Moison (GroenLinks), E.M.A. Oele (V.V.D.), Ö.F. Aslankurt (C.D.A.), S. Öztürk (P.v.d.A.), A.C.P. Peters (V.V.D.), F.J. Pleyte (D66) en J. Puper (V.V.D.), leden. Tevens aanwezig: mevrouw R.L. Moussaoui (V.V.D.) en de heren W.A.J. Kemp (C.D.A.), J.F.B. van Rey (V.V.D.), G. IJff (P.v.d.A.) en V.G.J. Zwijnenberg (V.V.D.), wethouders. Afwezig: mevrouw K.C.J. Straus (V.V.D.) en de heer E.K. Ramdani (P.V.D.E.). Secretaris: de heer J.J.Th.L. Geraedts, gemeentesecretaris.

4 2 1. Opening en trekking stemmingsnummer. De voorzitter (de heer Van Beers) opent te uur de vergadering en verzoekt een moment stilte om eenieder in de gelegenheid te stellen tot een gebed of overweging. Hierna spreekt hij als volgt: Dames en heren. Aan het begin van deze raadsvergadering wil ik een kort moment stilstaan bij het overlijden van het voormalig raadslid Koos Noordholland de Jong. Koos Noordholland de Jong is op 30 januari jl. op 83-jarige leeftijd overleden. Koos Noordholland de Jong, Amsterdammer van geboorte, belandde via het ministerie van Landbouw in Roermond. Van september 1974 tot september 1990 was hij raadslid in Roermond. Degenen die hem goed gekend hebben, herinneren zich zijn gloedvolle betogen namens de toenmalige raadsfractie Raad 70. Ook buiten deze gemeenteraad was hij buitengewoon actief, in de parochie St. Jozef in Leeuwen, bij het Rode Kruis, in de sportwereld en met name bij roeivereniging Aeneas, waarvan hij tot lid van verdienste werd benoemd. Koos Noordholland de Jong was een man met een positief-kritisch karakter, dat bij hem was gepaard aan het vermogen om op passende momenten ook te kunnen relativeren. De naam van Koos Noordholland de Jong, ondanks de naamsverandering die hij in de loop der jaren onderging, zal voor velen Koos de Jong blijven. Hoe dan ook, wij zullen hem met respect blijven noemen. Ik verzoek u hem een kort moment te gedenken. (Hierna wordt gedurende enige ogenblikken staande een plechtige stilte betracht.) De voorzitter: Ik dank u wel. (Het technisch voorzitterschap wordt overgedragen aan de heer A.C.P. Peters.) De voorzitter: Dames en heren. Ook ik heet u en de mensen die thuis de vergadering volgen van harte welkom. Bericht van verhindering is ontvangen van de heer Khalid Ramdani wegens andere verplichtingen en van mevrouw Straus vanwege stemmingen in de Tweede Kamer. Ook onze griffier, de heer Vervuurt, is verhinderd, en wel vanwege een heugelijk feit: hij is namelijk naar de diplomauitreiking van zijn zoon. Proficiat vanaf deze plaats! De heer Vestjens neemt namens hem de honneurs waar. Als stemmingsnummer wordt getrokken nr. 4, zodat de heer Jacobs in voorkomend geval het eerst aan de beurt van stemmen is. 2. Vaststellen van de agenda. De heer Pleyte: Mijnheer de voorzitter. Deze week hebben wij een raadsinformatiebrief ontvangen die handelt over de behandeling van een amendement dat door de raad is aangenomen voor de instelling van een lokale ombudsman. In de brief laat het college weten dat het van mening is dat we daartoe niet moeten overgaan. Ik had me voorgenomen daarover in deze vergadering een motie in te dienen, maar dat lijkt me bij nader inzien wat omslachtig en geen recht doen aan het onderwerp. Ik stel daarom voor dit onderwerp op de agenda te plaatsen voor de eerstkomende vergadering van de commissie Bestuur en Middelen. De heer Van Beers: Ik heb hierover vooraf al even overlegd en kan me hierin vinden. Het onderwerp zal aan de orde worden gesteld in de commissievergadering van 19 maart a.s. De heer Moison: Mijnheer de voorzitter. Ik stel voor agendapunt 17, gezien de complexiteit ervan, de verbondenheid met verschillende planvormingen en de effecten van deze nota, te ver-

5 3 plaatsen naar de raadsvergadering van maart en de nota zelf nog een keer in de commissie te bespreken. De heer Huurdeman: Mijnheer de voorzitter. Ik vind het jammer dat de heer Moison dit op deze manier brengt. Hij heeft het eerder over de pipeline-projecten gehad, maar niet over de inhoud van het stuk. Wij hebben het wel over de inhoud van het stuk gehad en ons daarop voorbereid. Wij vinden het belangrijk dat dit agendapunt doorgang vindt, want als zich volgende week iemand meldt hebben wij een probleem. De heer Moison: Wij hebben het over de reactienota gehad in verband met de zienswijzen die zijn ingediend en we hebben het over de pipeline-status gehad. Over de nota Structuurvisie kwaliteitsbijdrage Roermond als zodanig hebben we het echter niet gehad en daar staan heel veel dingen in waarover we volgens mij eerst eens goed met elkaar van gedachten zullen moeten wisselen, zoals het aanwijzen van gebieden die niet voor compensatie in natura of geld in aanmerking komen. Het gaat ook over de effecten van de nota De voorzitter: U bent nu al met de discussie bezig, maar aan de orde is alleen het vaststellen van de agenda. Mevrouw Thissen-Heynen: Wat mij betreft kan de nota gewoon behandeld worden. We hebben alle gelegenheid gehad om ook inhoudelijk op het onderwerp in te gaan. Het ordevoorstel van de heer Moison wordt hierop bij handopsteken in stemming gebracht en bij meerderheid verworpen. De heer Lucas: Mijnheer de voorzitter. In de commissie hadden wij verzocht agendapunt 16 als bespreekstuk op te voeren. Wat ons betreft kan het nu een hamerstuk worden. Mevrouw Pilz-van Elven: Mijnheer de voorzitter. Ik wil heel kort het woord voeren over dat agendapunt. De voorzitter: Dan wordt het als bespreekstuk gehandhaafd. De agenda wordt hierna ongewijzigd vastgesteld. 3. Notulen van de openbare raadsvergadering van 15 december Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden deze notulen ongewijzigd vastgesteld. 4. Ingekomen stukken. De heer Daamen: Mijnheer de voorzitter. Van de Vereniging Brandweer Vrijwilligers is een brief binnengekomen, waarvan u voorstelt deze ter afdoening in handen van het college te stellen. Ik zal het op prijs stellen wanneer die brief in de volgende commissievergadering behandeld kan worden. Door de vakvereniging worden opnieuw opmerkingen gemaakt over een niet realistisch en actueel dekkingsplan, enz., en wij willen graag van de portefeuillehouder vernemen hoe een en ander in elkaar steekt. Wellicht kan dan ook het onderzoeksplan waarvan sprake was aan de orde worden gesteld. De voorzitter: Ik neem aan dat dat geen probleem is. Met inachtneming hiervan wordt hierna zonder hoofdelijke stemming conform de door het presidium voorgestelde afdoening besloten.

6 4 Hamerstukken. 5. Voorstel van het college om de financiële consequenties van de decembercirculaire 2011 te verwerken (raadsvoorstel nr. 2012/012/1). 6. Voorstel van het college om het bestemmingsplan Kerklocatie Hendriklaan vast te stellen (raadsvoorstel nr. 2012/010/1). 7. Voorstel van het college om een standpunt in te nemen op de zienswijzen en het bestemmingsplan Kern Asenray vast te stellen (raadsvoorstel nr. 2012/001/1). 8. Voorstel van het college om de bouwverordening Roermond 2012 vast te stellen (raadsvoorstel nr. 2012/007/1). 9. Voorstel van het college om wensen en bedenkingen kenbaar te maken over de vorming van een Regionale Uitvoeringsdienst Limburg-Noord (raadsvoorstel nr. 2012/014/1). 10. Voorstel van het college om de Telecommunicatieverordening 2012 gemeente Roermond vast te stellen (raadsvoorstel nr. 2012/013/1). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig deze voorstellen en de daarbij behorende ontwerpbesluiten, onder aantekening dat de heer Franssen en de heer Guffens zich in verband met persoonlijke betrokkenheid van stemming hebben onthouden ten aanzien van respectievelijk het voorstel onder agendapunt 9 en het voorstel onder agendapunt 10. Bespreekstukken. 11. Voorstel van de zeven oppositiepartijen om de bepaling in het Reglement van orde omtrent de samenstelling van het presidium aan te passen (raadsvoorstel nr. 2012/021/1). De heer Pleyte: Mijnheer de voorzitter. De initiatiefnemers van dit voorstel hebben mij gevraagd namens hen het woord tot u te richten. Het presidium is een instituut dat tijdens mijn eerste raadsperiode nauwelijks tot mij is doorgedrongen. Ik wist dat het bestond, maar je merkte er eigenlijk nooit wat van. In deze periode is het tegendeel het geval. Om de haverklap worden door het presidium beslissingen genomen die wat stof doen opwaaien. In het kader van doorzichtigheid, verantwoordelijkheid etc. is het daarom wellicht nuttig het hierover even met elkaar te hebben. Deze week is in de krant het rapport Het onbehagen verschenen, waaruit blijkt dat, als een probleem voor de politiek gezien wordt, vaak weinig sprake is van transparantie en gekissebis ontstaat, wat typisch ook iets te maken heeft met besluiten van een presidium die niet worden herkend door de diverse fracties die in de raad vertegenwoordigd zijn. De laatste tijd hebben we daarvan de nodige voorbeelden gezien en de thans voorliggende agenda beziende, lijkt het mij des te meer van belang ervoor te zorgen dat op die punten niet onnodig onenigheid ontstaat. De heer Jacobs: U zegt dat we er de laatste tijd diverse voorbeelden van hebben gezien. Ik wil er graag een paar van u horen. De heer Pleyte: Er zijn diverse commissievergaderingen geweest waarin onderwerpen niet aan de orde kwamen op een manier die sommige partijen uit de oppositie gewild hadden, er is een zogenaamd voorstel met een spoedeisend karakter ter discussie gesteld over het veranderen van een commissie bij de benoeming van nieuwe raadsleden, waarvan achteraf is erkend dat er geen enkel spoedeisend karakter in het geding was, en zo zijn nog wel meer voorbeelden te noemen. Diverse keren is ook met u gecommuniceerd dat bij de oppositiepartijen, die op dit

7 5 moment zwak vertegenwoordigd zijn in het presidium, onvrede bestaat over de manier waarop het soms loopt. De heer Puper: Diskwalificeert u zo niet de twee leden uit de oppositie die in het presidium hebben gezeten? De heer Pleyte: Dat denk ik niet, want het zijn de leden van de oppositie zelf die met dit voorstel gekomen zijn. De gevoeligheid van dit punt begrijp ik heel goed, want er zijn grote en kleine fracties in de raad en dat moet op een bepaalde manier zijn weerslag hebben in de besluitvorming die plaatsvindt. Dat neemt echter niet weg dat in het presidium in principe besluiten worden genomen met een weinig tot geen politiek karakter. Daarnaast zijn in staatsrechtland tal van voorbeelden aan te wijzen van constructies waarbij aan de ene kant de gewogen meerderheid telt en aan de andere kant niet. Een heel bekend voorbeeld ervan is het Congres in de Verenigde Staten, bestaande uit een Huis van Afgevaardigden, waar sprake is van een gewogen vertegenwoordiging een grote staat heeft er meer mensen dan een kleine staat, en een Senaat waarin dat ongewogen is: iedere staat levert daar twee senatoren. Wat dat betreft is het helemaal geen bijzondere constructie. Er zijn tal van andere landen waarin dergelijke structuren gelden. Minstens zo belangrijk is dat het voorstel dat nu voorligt een goed signaal is naar de burgers van de stad, dat een eendrachtige politieke samenwerking heel goed mogelijk is. Een dergelijke vertegenwoordiging zal het geloof in het bestuur van de stad ten goede komen. De voorzitter: Ten behoeve van de mensen thuis, die zich misschien zullen afvragen waarover het hier gaat, licht ik even toe dat de oppositiepartijen voorstellen per partij één persoon in het presidium af te vaardigen. De heer Öztürk: Mijnheer de voorzitter. Wij beschouwen het presidium als een procedurele commissie waarin een aantal procedurele zaken worden besproken, een halfuur vóór de raadsvergaderingen en één keer voor de commissievergaderingen, niet meer en niet minder. Als je de heer Pleyte woorden hoort gebruiken als onbehagen en transparantie, zou je je haast gaan afvragen wat daar allemaal wordt besproken. Het mooie van het presidium is dat het in het openbaar vergadert. Het is dus transparant, iedereen kan erbij zijn. Als een aantal leden van de oppositie vinden dat ze erbij moeten zijn, kunnen ze dat. Ik heb het zelf een keer gedaan en aan de zijlijn geluisterd wat daar besloten wordt. Aan het begin van de raadsperiode hebben we ook afgesproken dat we met een klein presidium zouden werken, waar je snel binnen een paar minuten, hooguit een halfuur, besluiten kunt nemen. Als je daarin alle fractievoorzitters moet afvaardigen, plus de burgemeester en de griffier, zit je al gauw met twaalf, dertien man over de procedures te praten en ik vraag me af of dat effectief is. Ik ga ervan uit dat wij de spelregels respecteren die we met z n allen hebben afgesproken en die tot nu toe naar onze mening ook goed hebben gefunctioneerd. De voorbeelden die de heer Pleyte heeft genoemd, zijn mijns inziens wat gezocht. Al met al geloof ik niet dat het verstandig is de samenstelling van het presidium uit te breiden tot alle fractievoorzitters. Wat ik me wel kan voorstellen is dat we iets als een seniorenconvent in het leven zouden kunnen roepen, zoals ook provinciale staten dat kennen, waar bepaalde besluiten in aanwezigheid van alle fractievoorzitters worden besproken. Graag verneem ik daarover de mening van mijn collega-fractievoorzitters. De heer Jacobs: Mijnheer de voorzitter. De heer Öztürk heeft inmiddels de meeste zaken wel genoemd die ook bij ons leven. Hoewel ik geen fractievoorzitter ben, wil ik wel even reageren op zijn laatste suggestie. Wij hebben helemaal geen behoefte aan een extra seniorenconvent. Op die manier zouden we nog meer instituten in het leven roepen en nog meer gaan vergaderen. Volgens mij schiet dat niet erg op.

8 6 Met de voorbeelden die de heer Pleyte heeft genoemd, heeft hij ons niet kunnen overtuigen. Een van die voorbeelden had niet eens betrekking op de raad. Ik snap eigenlijk het probleem niet. Ik heb een beetje het idee, al kan ik dat niet staven, dat er een andere reden is om dit voorstel te doen. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. De heer Öztürk heeft het al gezegd: we hebben voor deze periode de afspraak gemaakt dat het presidium zou bestaan uit vijf personen, drie van de coalitie, die 21 raadszetels vertegenwoordigen, en twee van de oppositie, die 10 raadszetels vertegenwoordigen. Wij vinden dat een buitengewoon goede verdeling en een goede afspiegeling van de verhoudingen in deze raad. Daarnaast vinden op eigen initiatief bijeenkomsten plaats waarvoor alle fractievoorzitters worden uitgenodigd, zoals voorafgaande aan de begrotingsbehandeling en voorafgaande aan de kerntakendiscussie die we met elkaar gevoerd hebben. Op die momenten heeft de politiek raadsbreed behoefte aan overleg met alle fractievoorzitters. Bovendien gebeurt het ook dat alle fractievoorzitters op verzoek van de burgemeester bij elkaar komen. Als er aanleiding voor is, worden alle fractievoorzitters dus al bij elkaar gehaald. Het presidium moet wat de VVD betreft blijven zoals het is, samengesteld uit vijf personen. Wij voelen helemaal niets voor een uitbreiding naar alle fractievoorzitters. De voorzitter: Zelfs vanavond heeft nog een bijeenkomst van alle fractievoorzitters plaatsgevonden op uitnodiging van de burgemeester. De heer Lucas: Mijnheer de voorzitter. In onze fractie wordt niet eensluidend gedacht over het voorliggende voorstel en wij zullen straks dan ook verdeeld stemmen. Het initiatiefvoorstel wordt hierop bij handopsteken in stemming gebracht en met de stemmen van de zeven oppositiepartijen, met uitzondering van de heer Heijnen, vóór verworpen. 12. Voorstel om een raadslid te benoemen in het presidium ter voorziening in een vacature (raadsvoorstel nr. 2012/016/1). Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben behoefte aan een korte schorsing voor overleg. De voorzitter: Akkoord, ik schors de vergadering (18.28 uur) Schorsing De voorzitter: Ik heropen de vergadering (18.30 uur). Dames en heren. Door het vertrek van de heer Boots is een vacature ontstaan in het presidium, die thans moet worden vervuld. Ik geef u de gelegenheid een kandidaat te stellen. De heer Lucas: Ik stel mij bij deze kandidaat, voorzitter. De heer Pleyte: Namens de O6 stel ik de heer Daamen kandidaat. De voorzitter: Ik stel vast dat geen andere kandidaten worden gesteld, zodat tot stemming kan worden overgegaan. Tot leden in de commissie van stemopneming benoem ik mevrouw Van Beers en de heer Achten. Hierna wordt tot stemming overgegaan. Ingeleverd worden 29 stembiljetten, waarop 7 stemmen worden uitgebracht op de heer L.J.M. Daamen en 2 op de heer J.F.H. Lucas, terwijl 19 biljetten in blanco worden ingeleverd en 1 biljet van onwaarde blijkt te zijn, zodat de heer Daamen met meerderheid van stemmen is benoemd.

9 7 De voorzitter ontbindt de commissie van stemopneming, onder dankzegging aan de leden voor de genomen moeite. 13. Voorstel om de kadernota Armoedebeleid vast te stellen (raadsvoorstel nr. 2012/009/1). De voorzitter: Dames en heren. Het woord is allereerst aan de portefeuillehouder voor het doen van een korte mededeling. Wethouder mevrouw Moussaoui: Mijnheer de voorzitter. In de laatstgehouden commissievergadering heb ik beloofd een aantal zaken te zullen uitzoeken, waaronder de wens van de commissie te bezien of een structurele ondersteuning van de kledingbank mogelijk zou zijn. Een ander aspect dat veelvuldig aan bod is gekomen, is het drempelbedrag van 90,- dat in de kadernota staat. In de commissie heb ik uitgelegd dat dit drempelbedrag is ingegeven door de noodzaak om alles passend te krijgen binnen de financiële kaders die door het rijk en de raad zijn gesteld. We hadden het weliswaar ook anders passend kunnen krijgen, maar via het drempelbedrag kunnen de kosten een beetje gelijkmatig worden verdeeld over alle aanvragers, zodat niet specifiek één doelgroep geraakt wordt, bijvoorbeeld mensen in de bijstand die met medische kosten worden geconfronteerd. We verkeren een beetje in een spagaat. Aan de ene kant moeten we beleid formuleren met meer decentralisaties en minder middelen, aan de andere kant willen we de o zo kwetsbare doelgroep zo goed mogelijk helpen en bedienen. Voor het college staat deze doelgroep centraal en het deed mij goed in de commissie te horen en uit e- mails die ik van raadsleden buiten de commissie heb ontvangen, maar ook van burgers, te proeven dat de prioritering bij hen niet anders is. Omdat dit jaar nog verschillende soorten wetgeving van kracht worden en vooral na 1 juli zo vreselijk veel staat te gebeuren waarvan we op dit moment de gevolgen nog niet kunnen overzien en dan heb ik het niet eens over de stapelingseffecten, stelt het college voor het drempelbedrag dat nu in de kadernota is vermeld, te verlagen naar 0 euro en af te wachten hoe een en ander zich het komend jaar ontwikkelt. Goede argumentatie daarvoor is dat in het kader van de WWB herbeoordelingen zullen plaatsvinden, als gevolg waarvan enerzijds mensen minder gebruik zullen maken van uitkeringen en anderzijds ook gezinnen meer een beroep zullen doen op inkomensondersteunende maatregelen in het kader van de bijzondere bijstand. Wij hebben er geen notie van hoe dat alles zich gaat ontwikkelen; daarvoor zullen we casus per casus in beeld moeten brengen. Vooralsnog willen we het drempelbedrag daarom op 0 zetten. Tijdens de begrotingsbehandeling zullen we met aanvullende voorstellen terugkomen bij de raad, in de hoop dat we de zaken dan goed in kaart hebben. De voorzitter: Na deze mededeling vraag ik me af in hoeverre het voorliggende besluit nu nog actueel is. Als geen drempelbedrag wordt ingevoerd, ontstaat namelijk een gat van ,-. Wethouder mevrouw Moussaoui: Als het voorstel vanavond door de raad wordt goedgekeurd, gaan we de beleidsregel bijzondere bijstand uitwerken waarin we dit zullen meenemen. Het besluit als zodanig kan dan worden gehandhaafd. Met betrekking tot de kledingbank heb ik toegezegd te zullen nagaan in hoeverre door de gemeente een structurele bijdrage geleverd zou kunnen worden. De komende maanden zullen we onderzoeken hoeveel mensen in Roermond gebruik maken van de kledingbank. Momenteel zijn het er geloof ik 604, maar ik wil weten hoeveel unieke personen het betreft. De 604 aanvragen betreffen namelijk zowel winter- als zomerkleding en er kunnen natuurlijk mensen zijn die voor beide zaken een aanvraag indienen. Op dit moment worden mensen al actief doorgestuurd naar de kledingbank, waarvoor de kledingbank naar ik meen een vergoeding ontvangt van 47,- per persoon. We willen echter nagaan of er nog andere zaken zijn die wij zouden kunnen doen, bijvoorbeeld vrijwilligerswerk creëren, of reïntegratietrajecten opzetten voor mensen die in

10 8 de WWB zitten. We willen dus nog van alles onderzoeken, maar tot die tijd zijn we bereid de incidentele bijdrage van ,- die wij in 2011 hebben verstrekt, ook dit jaar beschikbaar te stellen. Ten tijde van de begrotingsbehandeling zullen we meer inzicht hebben in een en ander en kunnen we nader bezien wat ons te doen staat. Het zou mooi zijn als we een soort gesloten systeem zouden kunnen creëren, waarin goed inzichtelijk wordt welke Roermondenaren onze hulp hierbij nodig hebben, zodat daarover goede afspraken kunnen worden gemaakt met de kledingbank. De heer Jacobs: Mijnheer de voorzitter. Wij vinden dit sowieso een goed stuk, omdat veel overleg is gevoerd met de commissie en met het maatschappelijk middenveld en andere professionele organisaties. Dat dat goed is gedaan, blijkt andermaal uit het verhaal dat de wethouder nu vertelt, want de vragen van onder andere de PvdA en andere over het drempelbedrag en over de kledingbank zijn voortvarend en positief opgepakt. In die zin hebben wij alle lof voor de manier waarop dit tot stand is gekomen. Eerlijk gezegd werd ik een beetje bang toen de wethouder over de spagaat begon, hoewel ik me kan voorstellen dat zij dat beter kan doen dan ik! Wij menen echter dat er hier en daar beslist wel mogelijkheden zijn voor bezuinigingen. Het is een groot goed om het armoedebeleid in Roermond op een goede manier neer te zetten, want er zijn een aantal mensen die in de problemen zitten en dat moeten we serieus nemen. Het is ook een deel van de bevolking dat een beetje aan het opschuiven is. Je ziet dat er ook mensen bij zijn die wel werk hebben en toch in de armoedesfeer terecht dreigen te komen, en dat is heel vervelend. Een van de zaken die wij heel positief vinden, al ga ik daarmee misschien wel een beetje tegen het landelijk beleid in, maar dat doet u ook in uw stuk, is dat nagegaan zal worden wat eraan kan worden gedaan om de huishoudtoets die per 1 januari is ingevoerd een stukje te nivelleren, althans de problemen die daardoor ontstaan binnen de wettelijke kaders wat minder te maken. Ook dat is een groot goed, want het lijkt me in veel gevallen niet plezierig om in die situatie verzeild te raken, zeker niet als er kinderen bij zijn betrokken die op enig moment een financiële bijdrage voor ouders moeten opbrengen, terwijl ze zelf een nieuw leven aan het opzetten zijn. Ook met betrekking tot de kledingbank is een prima voorstel voorgelegd. We zullen ons echter wel moeten houden aan de afspraak dat er wat meer zicht moet zijn wanneer hierover de volgende keer een besluit wordt genomen. Er zijn blijkbaar 604 aanvragen voor de kledingbank binnengekomen en we zullen goed in kaart moeten brengen hoe dat nu komt, zodat we de volgende keer een afgewogen beslissing kunnen nemen. Ook een ander positief punt wil ik nog even aanroeren. Vandaag stond in de krant een artikel over het drempelbedrag van 90,-. Daarover zouden we inderdaad wat kritisch kunnen zijn, maar het feit dat we hier wel tot 120% van de bijstandsnorm hanteren stond er jammer genoeg niet bij, en dat is toch een groot goed in deze gemeente. Al met al kunnen wij ons vinden in het beleid. Ik ga ervan uit dat, als wij straks ja tegen het stuk zeggen, daarin ook vermeld zal worden dat het nog aangepast zal worden en dat we eigenlijk gaan voor de aangepaste situatie. De heer Daamen: Kunt u ook zeggen waar het percentage van 120 kan worden teruggevonden? Volgens mij is het 110%. De heer Jacobs: Ik citeer op pagina 6: Voor individuele bijzondere bijstand blijft de gemeente wel een hogere inkomensgrens hanteren, namelijk 120% van de bijstandsnorm. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Naar deze kadernota is met smart uitgekeken. De heer Jacobs heeft een aantal zaken aangehaald die er zoal in naar voren komen en waarvoor men zich raadsbreed sterk zegt te maken, en ook maakt. In haar inleiding heeft mevrouw

11 9 Moussaoui voorts een aantal zaken genoemd die nog worden onderzocht en eventueel zullen worden bijgesteld. In de nota wordt het gewijzigde kader geschetst waardoor de mensen die onder het armoedebeleid vallen straks worden geraakt, als vanuit het rijk minder middelen beschikbaar worden gesteld. Er zijn een aantal nieuwe principes onder gelegd, zoals: de overheid trekt zich terug, de overheid voert de regie, de professionele organisaties en het maatschappelijk middenveld, vrijwilligers, gaan zich meer bemoeien met de mensen die er behoefte aan hebben, en dat verlangt nogal wat. Heel veel van dat soort zaken zijn geïnventariseerd via allerlei bezoeken, symposia en congressen. Het was hartstikke welkom dat te horen van de mensen die met hun voeten in de klei staan; per slot van rekening zijn zij de ter zake deskundigen. Toch maken wij er ons ook nog zorgen over, want veel mensen die gebruik maken van allerlei regelingen die nu nog bestaan en straks zwaar worden gekort zullen dit hard gaan voelen. Het is het gevolg van het beleid van deze regering, waarover wij ons ernstig zorgen maken. Het betekent namelijk dat veel meer van zelfredzaamheid wordt uitgegaan, en dat bij een groep mensen die dat heel vaak nog niet hebben gekend en dat nu heel versneld moeten gaan doen. Ik geef het je te doen als je met deze maatregelen wordt geconfronteerd en met 110% of 120% van het minimumloon rond moet komen, terwijl vaak ook nog andere kwalen en problemen een rol spelen als schulden, scheidingen, alcohol- of drugsproblemen en opvoedingsproblemen. Gisteren zag ik in De wereld draait door Roemer zijn verhaal vertellen, en ik dacht: ja, die treft het wel. De groep mensen aan de onderkant groeit en dat geldt ook voor de groep mensen met lagere en middeninkomens. Daar worden dit soort maatregelen veel zwaarder gevoeld dan aan de bovenkant. Mevrouw Moussaoui heeft het zojuist gehad over het drempelbedrag en de kledingbank. Heel wijs worden deze aspecten vooruit geschoven, om er dekking bij te zoeken. Ik heb mij er in de commissie al over verbaasd dat Roermond, zoals vele gemeenten overigens, een drempelbedrag van 90,- hanteert voor mensen die gebruik willen maken van de bijzondere bijstand. Van mij is bekend dat ik liever investeer in onze eigen mensen dan in stenen. We hebben het dan over een post van ,-, terug geredeneerd naar een gezin of aanvrager een hindernis of drempel van 90,- voor mensen die het toch al zwaar te stellen hebben, wanneer zij bijvoorbeeld juridische hulp nodig hebben, zoals we vandaag hebben gelezen via een bepaald advocatenkantoor, een wasmachine willen aanschaffen, of met andere noodzakelijke uitgaven worden geconfronteerd. Als ik goed ben geïnformeerd, is de Bijstandswet, of het nu de oude of de nieuwe is, uiteindelijk bedoeld als laatste redmiddel of vangnet om mensen te helpen. Wat mij betreft moet je dan niet dit soort drempels gaan opwerpen. Daarom zal ook een amendement worden voorgelegd. De vraag hoe het gedekt moet worden gaat de wethouder voor ons uitzoeken, net zoals ze gaat uitzoeken hoe de kledingbank straks kan worden gefinancierd. Ik moet denken aan het vroegere raadslid Theo Janssen Steenberg, die er met een aantal anderen steeds voor heeft gepleit een voedselbank en een kledingbank te financieren. Volgens mij zullen er nog wel meer van dat soort banken komen, en dat zijn niet de banken die ik voor ogen heb, al klinkt dat misschien wat cryptisch. Wij zijn heel goed in het ondersteunen van allerlei banken, maar bij dit soort banken, een voedselbank en een kledingbank, die er helaas ook zijn, is dat niet voldoende gebeurd. Ik heb het gehad over het drempelbedrag en over de kledingbank, twee zaken die geregeld moeten worden voor onze mensen. Het is schandalig, zoals wij vanmorgen in een mail te horen hebben gekregen, dat deze mensen, die hiervan helaas gebruik moeten maken, volledig in de kou worden gezet. Ik kan dat niet hebben. Verder heb ik nog een aantal opmerkingen aan de zijlijn met betrekking tot het voorstel zelf. Wij hebben een ander soort ambtenaren nodig om mensen die het treft te kunnen helpen. Het betekent dat je veel meer coachend bezig moet zijn en ik vraag me af of onze ambtenaren daartoe voldoende zijn uitgerust. Een deel wordt neergelegd bij vrijwilligers en bij professionele organisaties. Ik verzoek u ons regelmatig op de hoogte te stellen van het verloop van dit proces. Het

12 10 is een nieuwe werkwijze, waarover ik me zorgen maak en daarom zullen we het wat mij betreft terug moeten krijgen in de commissie. Maatwerk is het sleutelwoord. Ik ging over mijn nek, toen ik te lezen kreeg dat bij sommigen een schop onder de kont nodig is. Is dat nu de taal die in dit soort beleidsnota s moet worden gebezigd? Je zult hierdoor maar getroffen zijn het kan ons morgen ook overkomen en dan dit te lezen krijgen. Wie zijn wij om dat soort woorden te gebruiken? De heer Jacobs: Ik snap dat u hierover iets zegt, maar er staat wel iets vóór, namelijk: sommigen, en dat is een klein gedeelte van de mensen die het betreft. Ik denk dat het voor sommigen wel degelijk geldt. De heer Coenen: Onze ambtenaren moeten maatwerk leveren en moeten daarom niet alleen degenen achterhalen die hierop aanspraak maken, en dat soms herhaald doen, maar ook degenen die te weinig gebruik maken van dit soort regelingen. In 2001/2002 heb ik in deze zaal, toen nog met wethouder Thissen, geconstateerd dat veel te weinig inzet uitgaat naar mensen die niet bereikt worden. Er wordt al tien jaar lang naar gezocht en het lukt ons nog steeds niet om die mensen te bereiken. Dat moet worden uitgezocht door de consulenten, door professionals en door vrijwilligersorganisaties. Als ik ze kan vinden, kunnen zij ze ook vinden. Ik heb er een mooi begrip voor: als je de kossok-methode zou toepassen, was je beter uit, een klop op de schouder én een schop onder de kont, dan heb je tenminste wat evenwicht in dit soort beleid. Laat ik ook de communicatie niet vergeten. Het is net zoiets als het terugdringen van het nietgebruik van voorzieningen. Als ik hier lees welke maatregelen worden aangekondigd, val ik bijna van mijn stoel. Met de website worden de mensen niet bereikt die nog niet digitaal toegang hebben tot allerlei regelingen, en die zijn er voldoende, zeker in een vergrijsde stad, waarmee ik niet heb gezegd dat alle senioren niet digitaal hun weg kunnen vinden. Vooruitlopend op het nieuwe armoedebeleid lanceerde de gemeente een online-forum onder de naam Armoedeplein. Daar wordt stevig gediscussieerd en we gaan ervoor zorgen dat nog meer professionals en vrijwilligers deelnemen aan het forum. Wat mij betreft is dat nog te vrijblijvend. Wie gaat dat forum stevig zijn werk laten doen? We hebben een armoedetelefoon. Vertel, net zoals bij 114, wie waarschijnlijk te maken heeft met te weinig inkomen/uitkering. Het wordt niet veel gebruikt en werkt dus ook onvoldoende. Dat er meer ruchtbaarheid aan moet worden gegeven, kan ik helemaal onderstrepen. Over de financiële kaders zeg ik in eerste termijn nog even niets. Als het trouwens gaat om het vinden van dekking, zou die wat mij betreft ook gevonden kunnen worden in een carpoolstrook, of bedrijfsterreinen, of door het niet aanschaffen van kantoorgebouwen van een noodlijdende ontwikkelaar, maar daar hebben we het voorlopig nog niet over. Ik hoop daarover straks wel wat duidelijkheid te kunnen krijgen. De heer Daamen: Mijnheer de voorzitter. De kadernota armoedebeleid draagt de titel Kansarm? Kansrijk!. De titel geeft aan dat kansarmen kansrijk moeten worden en daaraan zou deze nota moeten bijdragen. In de commissie is de nota zeer uitgebreid aan de orde geweest, er is heel veel werk verzet door heel veel mensen en dat is in de ogen van Demokraten Swalmen een lovenswaardige bezigheid geweest. Toch moet ik constateren dat we met z n allen in de commissievergadering nog een grote hoeveelheid vragen hadden en dat een groot aantal zaken weliswaar werden aangestipt, maar verder niet binnen het kader waren uitgewerkt, en dat kader moet toch aanleiding geven tot een kansrijke uitvoering. Demokraten Swalmen zou dan ook een toevoeging aan deze kadernota willen verbinden die oproept tot concrete voorstellen waarin antwoord wordt gegeven op onze vragen: wat gaan we precies doen, hoe gaan we dat doen en met wie? In de commissie zijn diverse onderwerpen in discussie geweest: de huishoudtoets, de huisbezoeken, het budget, de communicatie, de stapelingseffecten, de rol van het maatschappelijk

13 11 middenveld, de armoedetelefoon, de kledingbank, reïntegratie en competentie, maatwerk en het drempelbedrag. Voorts is er in die discussie op gewezen dat er aan de onderkant niet alleen mensen zijn die niet werken, maar ook mensen die wél werken: de zogenaamde werkende armen. Door de heer Pleyte zal straks namens een aantal partijen een amendement worden ingediend en ik kan nu al zeggen dat wij ons daarin kunnen vinden. Een opmerking die ik op dit moment ook even kwijt wil, is de volgende. Gevraagd wordt steeds om technische vragen en detailvragen aan de betrokken ambtenaren te stellen. Wij zouden het op prijs stellen wanneer in de raadsstukken zou worden vermeld welke ambtenaren de zaken behandelen. Mevrouw Pilz heeft deze week op diverse momenten geprobeerd ambtenaren te bereiken, ook via de griffie, en als er een naam werd genoemd was die niet aanwezig, of werd gezegd dat die er niet over gaat. Het zou handig zijn als we de juiste man of vrouw zouden kennen van financiën, enz., enz. Tenslotte is het mij opgevallen dat in de groene flap geen aanpassing is opgenomen betreffende de gewraakte zinsnede waarover we het in de commissie hebben gehad en waarop ook de heer Coenen zojuist wees. Ik verzoek u die term aan te passen, ook al heeft het CDA zojuist gezegd dat die op sommigen wel van toepassing is. Misschien is dat wel zo, maar wij vinden toch dat zoiets niet in dit stuk thuishoort. De heer Heijnen: Mijnheer de voorzitter. Armoede in Nederland is een samenlevingsprobleem, waarbij zowel individuele als structurele zaken een rol spelen: een tekort aan financiële middelen, een leven met voortdurende spanning of je aan het einde van de maand nog geld over hebt, sociale uitsluiting omdat mensen door te weinig geld niet mee kunnen doen in de maatschappij. Wij willen iedereen die heeft bijgedragen aan de totstandkoming van deze nota, uit alle organisaties, u, mevrouw de wethouder en uw medewerkers en medewerksters, daarvoor dank zeggen. Er zijn grote ambities in een tijd waarin wij met minder geld toch moeten zien rond te komen. U, mevrouw de wethouder, gaat ervoor om voor iedereen goed maatwerk te leveren, zodat iedereen bereikt wordt. Het is positief te noemen dat u staat achter een bonus voor deelname aan het vrijwilligerswerk van burgers in de bijstand. Communicatie is ook zeer belangrijk, met name jegens degenen die hun weg mogelijk, of geheel niet kunnen bereiken. Werk is van groot belang om uit armoede te komen, maar er is geen werk voor iedereen. Deskundigheid, samenwerking en doorverwijzing zijn daarom van groot belang om participatie te bevorderen. Juist hierop zullen de maatregelen gericht moeten zijn: het ontzien van de zwakkeren in de samenleving. Juist voor hen mag geen versobering plaatsvinden. De focus van het armoedebeleid ligt daarom vooral op inkomensondersteuning, schuldhulpverlening en sociale activering. De kadernota is een duidelijk stuk en geeft handen en voeten aan het sociaal armoedebeleid. Hierin zijn door de landelijke overheid keuzes gemaakt, waar gemeenten zich naar moeten voegen. Er ligt een stuk voor waarin wij ons in ieder geval goed kunnen vinden. Wij zijn het ermee eens dat de beslissing over het drempelbedrag van 90,- vooruit wordt geschoven en dat we daarop bij de begrotingsbehandeling meer vat krijgen. BurgerBelangen Roermond staat helemaal achter de stelling dat werken niet alleen kan zorgen voor een hoger inkomen, maar zeker ook voor een verbetering van het toekomstperspectief en de zelfwaarde. BurgerBelangen Roermond is blij dat u onderzoekt of de kledingbank ondersteund kan worden. Daarin voorziet deze kadernota niet. Een en ander vereist een herprioritering van de uitgaven zoals u die voorstelt. Wij vinden dat een subsidie naar rato van het aantal klanten uit Roermond wenselijker is dan een vast bedrag en verzoeken u de mogelijkheid te bezien om vrijwilligerswerk door de Roermondse burger te stimuleren. Mevrouw Beeren-Adriaans: Mijnheer de voorzitter. Door de voorgaande sprekers is al veel gezegd, waardoor ik flink heb zitten strepen in mijn aantekeningen. Een van de taken van de minister van Sociale Zaken is maatregelen uit te dokteren die de staat niet al te veel kosten, daarbij rekening houdend met het algemene idee van rechtvaardigheid. Als dat ministerie dan een

14 12 minister krijgt van VVD-huize, valt het ergste te vrezen voor mensen die weinig productiviteit kunnen leveren. Armoede werkt helaas niet. De beste weg uit de armoede is werk. Ik geloof dat we het daar wel over eens zijn. Door de economische recessie is er echter steeds minder werk. WSW ers met een beschutte werkplaats worden het hardst gepakt. Met de term een schop onder de kont ben ik het ook niet helemaal eens. Wat ik me afvraag, is of we met de charitatieve instellingen nu weer teruggaan naar honderd jaar geleden, toen mensen voor een aalmoes soms een klusje mochten verrichten. Nu noemen we dat een bonus. Sommige werkgevers hebben vrijwilligers in dienst: op vijf stuks één vaste persoon. Kunnen we daar niet ook eens naar kijken? Door de loondispensatie en de huishoudtoets wordt armoede straks weer erfelijk. Wat willen wij voor armoedebeleid: terug naar 1912, toen welgestelde dames met een mandje voedsel langs de armlastigen gingen, of een armoedebeleid dat onze rijke 21 ste eeuw waardig is? Ik vind dat het tijd wordt dat wij als raadsleden keuzes maken voor de economie van onze eigen stad, voor de kleine economie: de bakker, de slager, de melkboer en de portemonnee van de gewone man. Geen keuzes voor investeren in beton en bakstenen, want het zijn uiteindelijk de mensen die onze stad maken en niet de mooie verpakking. Onze multiculti-inhoud is belangrijker dan die verpakking. Mevrouw Van Beers: Mijnheer de voorzitter. Een degelijk armoedebeleid, zou ik zo zeggen. De commissievergadering heb ik thuis helemaal nageluisterd ik kon er helaas zelf niet bij aanwezig zijn en het deed mij goed te horen hoe begaan alle fracties zijn met mensen die getroffen zijn door armoede. Fijn dat na zo n interessant debat ook nog geluisterd wordt naar wat in de commissie is gezegd door de portefeuillehouder; daar ben ik ook heel erg blij mee. Terug nu naar de inhoud. Het is schrijnend dat er in Roermond nog steeds zoveel mensen zijn die iedere keer in de knel komen te zitten. Fijn dat we zelfredzaamheid stimuleren, maar ook goed dat we durven te erkennen dat dat niet voor iedereen haalbaar is. Fijn ook dat er raadsbreed aandacht is voor werkende armen, een groep die steeds groter zal worden en waarmee steeds meer problemen zullen zijn. Nog twee kleine aandachtspunten, allereerst de stille armoede. Uit de vorige periode weet ik dat de portefeuillehouder met deze groep net zo begaan is als ik. Het zijn mensen die ontzettend moeilijk te bereiken zijn, om verschillende redenen: gedeeltelijk door een stukje gêne en een stukje trots, vaak door praktische hindernissen, zoals moeite met de Nederlandse taal, of moeite met lezen en schrijven. Dit brengt me meteen bij het tweede aandachtspunt. Kleur ook buiten de lijntjes als het om communicatie gaat. De doorgaans gebruikte paden zijn namelijk niet voor iedereen even toegankelijk. Denk verder dan keukentafels, internet en telefoons en ga na op welke manier je deze mensen in een voor hen vertrouwde setting kunt bereiken. Tot slot: een schop onder de kont of een duwtje in de rug. Voor de één is een wat hardere aanpak nodig dan voor de ander en hoe het ook wordt genoemd, de uitkomst blijft toch hetzelfde. Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Mijnheer de voorzitter. Zoals velen hebben gememoreerd, is over de voorliggende kadernota armoedebeleid al een heleboel gezegd in de commissievergaderingen. Het verheugt ons dat we een wethouder hebben die in ieder geval verwoede pogingen doet om, ondanks haar achtergrond, het beleid een sociaal beleid te laten zijn. Het is een kadernota en dat betekent dat wij als raad de grote lijnen gaan uitzetten, zodat het college weet binnen welke uitgangspunten dit kan worden uitgevoerd. Daarom is dit een heel belangrijk document, maar ook lastig, omdat dergelijke nota s al vlug de vraag oproepen: en hoe gaan we dat nou doen? Het antwoord van het college luidt dan steevast: dat is uitvoering en daar gaat het college over. Dat klopt natuurlijk, en daarom zal ik proberen me vanavond tot de kaders te beperken.

15 13 Wij kennen geen armen in Nederland, zei onze minister-president Rutte. In de krant lezen we echter dat de armoede dit jaar opnieuw is gestegen. Wat is nu waar? Het is erg afhankelijk van de definitie die je hanteert. Ga je zitten op 101% of 102% van de bijstandsnorm, hanteer je 110% die sommige instanties gebruiken, of een enkeling zelfs 120% van de bijstandsnorm? Wat is armoede dan? Daaraan moet je ook de 8% armoede relateren die wij in Roermond menen te hebben. Waarop is dat gebaseerd? We spreken over stille armoede. Waar zijn al die mensen en hoe weten we dat 8% ook inderdaad 8% is? Hoe dan ook, als we daarvan uitgaan, spreken we toch over à mensen die in Roermond in armoede leven. Moeten we dat willen? Welke kaders worden voorgesteld in deze nota? Natuurlijk is er het scenario van de regisseur, zoals we hebben vastgesteld in het kerntakenboek. Wat betekent dat dan? We doen een beroep op de actief participerende burger, en daar is op zichzelf niets mee, net zo min als met het stimuleren en belonen van proactieve burgers. Als je het zo leest, denk je: ja, waarom niet? Wat ik wel jammer vind, is dat vervolgens dan gezegd wordt dat wij binnen de wettelijke kaders ook nog wat doen als het nodig is. Dat vind ik wel erg mager. Een iets actievere formulering staat de gemeente beter, bijvoorbeeld: wij gaan met alle participanten en het maatschappelijk middenveld op zoek naar wat we kunnen. We gaan onverminderd door met het bestrijden van de stille armoede, maar wel ánders. Hoe dat anders precies vorm gegeven zal worden, wordt echter niet duidelijk en daar maak ik me zorgen om. U schrijft dat u het maatschappelijk middenveld en professionele organisaties gaat aanspreken. Ik heb daarmee contact gehad en de meeste zeggen dat ze in principe niets tegen deze nota hebben, maar dat ze wel erg graag ook betrokken willen worden bij de uitvoeringsnota. Ik verzoek u dan ook het maatschappelijk middenveld daadwerkelijk te benaderen en ons aan te geven hoe u dat wilt doen en wat zij vinden van die uitvoering. Het creëren van gelijke kansen is een van de doelen, breken met de negatieve ontwikkeling van het landelijk percentage huishoudens. Maatwerk, daar gaan we voor, en dat is prima. Het is goed te kijken naar de persoonlijke situatie waarin iemand verkeert. Wat we dan weer wel jammer vinden is dat u erop laat volgen dat de rol van de gemeente beperkt is. Laten we nu eens kijken naar de mogelijkheden die de gemeente wél heeft. Communicatie is natuurlijk erg belangrijk, maar als ik de Roermondse website raadpleeg, moet ik bekennen dat het erg moeilijk is om bij een term als armoede te komen. Ik heb echt moeten zoeken naar de armoedetelefoon, en dan vind ik mezelf nog redelijk digitaal vaardig. U zegt het zelf: de gemeente wordt bijna volledig verantwoordelijk voor de kwetsbaren in onze samenleving. Wat moeten we doen: nu al WWB en Wmo, de leer- en kwalificatieplicht, straks ook nog de Wet werken naar vermogen, begeleiding AWBZ, invoering passend onderwijs en decentralisatie van de jeugdzorg. Dat moeten wij allemaal doen en dat gaat waarschijnlijk betekenen dat wij minder middelen hebben en dat onze armen steeds armer worden. In de septembercirculaire stond dat wij ,- extra krijgen om te besteden aan de kwetsbaren in onze samenleving, maar als we vervolgens alles wegstrepen, blijft er slechts een bedrag over tussen ,- en ,-. Er is zoveel gegoocheld met cijfers dat ik niet precies weet wat het is. Dat de Wet werken naar vermogen een onzekere factor is, ben ik helemaal met u eens. U vraagt zich af of het tot meer of minder armoede zal leiden. Ik kan u wel uit de droom helpen: kijk maar om u heen, 200 ontslagen bij de Westrom, ontslagen bij Nedcar. De economische crisis is een feit en de krimp in Limburg net zo. Het zal desastreuze gevolgen hebben voor het welzijn van velen. De effecten van de Wet werken naar vermogen zullen echt verschrikkelijk zijn. Laat ik het eens schetsen. Als ouders heb je een bijstandsuitkering, je zoon van begin 20 heeft het geluk een baan te hebben en wil een huisje bij elkaar sparen om er straks samen met een partner te gaan wonen. Tegen die zoon moet je dan zeggen: beste jongeman, stop maar met sparen voor je huisje, want vanaf vandaag moet jij ons onderhouden. Kunt u het zich voorstellen? Het is ongelooflijk wie dit beleid heeft bedacht! Stapeling van bezuinigingen binnen één gezin en gedragseffecten zullen leiden tot veel meer problemen en veel meer armoede. Armoe-

16 14 de is niet alleen een geldprobleem, die mening delen wij, maar u zegt: geef ze geen vis, maar een hengel. Helaas moet ik echter constateren dat u deze hengel gebruikt als stok achter de deur, een stok om mee te slaan, als metafoor voor een schop onder de kont. Schrap die zin alsjeblieft! U vergeet iets belangrijks als het om die hengel gaat. Sommige mensen hebben namelijk niets aan die hengel. Je moet ze leren vissen, en dat is nu net wat wij missen in deze nota. U negeert het feit dat er mensen zijn in onze samenleving die nooit hebben leren vissen. Deze mensen moeten begeleid worden in dat leerproces en zullen dan hopelijk na een bepaalde tijd in staat zijn om een eigen, klein visje te vangen, geen grote vis, want die zijn in deze samenleving voor anderen weggelegd. Verder negeert u het feit dat er mensen zijn in onze samenleving die helaas nooit in staat zullen zijn om zelf te vissen. Ze zijn afhankelijk van de solidariteit in deze samenleving, en dat is waar het tegenwoordig zo aan ontbreekt. We spreken stoere taal, we zetten mensen onder druk, maar mensen die o zo graag willen werken wordt dat onmogelijk gemaakt. 200 tijdelijke krachten weg bij de Westrom, vooruitlopend op een kabinetsbeleid dat nota bene wordt vormgegeven door een partij die ook de wethouder aanhangt. Wat vertelt u ze daar in Den Haag eigenlijk, wethouder, over wat hier allemaal gebeurt als gevolg van dit beleid? Dat het drempelbedrag van 90,- wordt geschrapt, verheugt mij; daarover hoef ik nu niets meer te zeggen. De rest bewaar ik voor de tweede termijn. De heer Pleyte: Mijnheer de voorzitter. De kadernota armoedebeleid heeft vele invalshoeken. Laat ik proberen niet te veel te herhalen en een wat andere invalshoek te kiezen. Wat is nu eigenlijk een kadernota? Bij de kadernota veiligheidsbeleid is die vraag ook al aan de orde geweest. Ik had zo graag gezien, zoals ik toen ook al heb gezegd, dat bij deze kadernota ook een analyse was gegeven van de situatie, dat werd ingegaan op een achtergrond en vooruit werd gekeken naar een toekomstbeeld: wat is er mogelijk, wat kan er? In deze nota zie ik maar heel weinig, zo niet niets, terug over vragen als: wat is armoede nou eigenlijk? Gezegd is al dat het niet alleen een kwestie is van geld en dat er meer zaken zijn die daarbij een rol spelen, maar eigenlijk wordt daar niet op ingegaan. Niet of nauwelijks wordt ingegaan op de vraag hoe armoede eigenlijk ontstaat en hoe het komt dat armoede blijft bestaan. Als je op die manier niet ingaat op de problematiek, hoe kun je dan tot een toekomstbeeld komen, een doel stellen en ervan uitgaan dat het een doel is dat haalbaar en goed is? Ik zie ook niks over de vraag welke verantwoordelijkheid de overheid nu neemt, en dat geldt net zo goed voor de lokale overheid. We hebben de neiging naar Den Haag te wijzen, maar zo werkt het natuurlijk niet helemaal. Het gaat er ook om welke discussie we hier lokaal voeren, niet alleen reagerend op wat Den Haag ons dicteert. Bij de bespreking van dit onderwerp kunnen we niet heen om de wezenlijke politieke vragen die altijd weer een rol spelen, maar waarover we het zelden meer hebben: vragen naar gelijkheid, vrijheid en broederschap, de afweging daartussen en de balans daarvan. Het gaat er bij dit soort nota s niet alleen om hoe je zelf in het leven staat, maar net zo goed om de vraag hoe je in de samenleving staat en wat je daarmee doet. Dat soort vragen mis ik in de nota. Is dat alleen maar een mooi theoretisch verhaal? Nee, naar ons idee niet, en om meerdere redenen. Door het zo te doen, of liever gezegd: door het zo weg te laten, klopt de analyse niet geheel. De nadruk in de nota ligt heel sterk op de niet-werkenden. Hoe krijg je de niet-werkenden aan het werk? Natuurlijk, dat is een deel van het hele verhaal, maar slechts een deel. We hebben het bijvoorbeeld niet over de problemen die op dit punt spelen bij alleenstaande ouders, we hebben het niet over de problemen die spelen bij ZZP ers. We hebben het een beetje gehad over werkenden die wel degelijk in de armoede terechtkomen door het simpele feit dat ze of te weinig uren kunnen werken, of dat moeten doen tegen echt minimale lonen. Een andere vraag die hiermee samenhangt, is de volgende. Het is natuurlijk geweldig om te zeggen dat we mensen aan het werk willen krijgen. Daar zal waarschijnlijk niemand in deze raad bezwaar tegen maken, maar de vraag is dan wel: hoe doe je dat dan met een werkloosheid die in Europa stijgt tot 10% of meer en een jeugdwerkloosheid die in Europa stijgt tot ver