De samenhang tussen persoonlijkheidsstoornissen en crimineel gedrag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De samenhang tussen persoonlijkheidsstoornissen en crimineel gedrag"

Transcriptie

1 De samenhang tussen persoonlijkheidsstoornissen en crimineel gedrag De samenhang tussen de antisociale, borderline, narcistische en paranoïde persoonlijkheidsstoornis en crimineel gedrag en de relatie tussen persoonlijkheidsstoornissen en psychopathie. Lianne Voorwald Aantal woorden: 6445 Studentennummer: Datum: 12 juni 2009 Begeleidster: Eva Lobach

2 Inhoudsopgave Abstract pag. 3 De samenhang tussen persoonlijkheidsstoornissen en crimineel gedrag pag. 4 Tabel overzicht onderzoeken zie bijlage Samenhang tussen antisociale persoonlijkheidsstoornis en crimineel gedrag pag. 9 Samenhang tussen borderline persoonlijkheidsstoornis en crimineel gedrag Samenhang tussen narcistische persoonlijkheidsstoornis en crimineel gedrag Samenhang tussen paranoïde persoonlijkheidsstoornis en crimineel gedrag Relatie tussen persoonlijkheidsstoornissen en psychopathie Conclusie Literatuurlijst pag.12 pag.14 pag.16 pag.17 pag.21 pag.24 2

3 Abstract In dit literatuuroverzicht wordt gekeken naar de samenhang tussen persoonlijkheidsstoornissen en crimineel gedrag. Eveneens wordt gekeken naar de relatie tussen persoonlijkheidsstoornissen en psychopathie. Uit de besproken onderzoeken blijkt dat persoonlijkheidsstoornissen in een criminele populatie vaker voorkomen dan in de normale populatie. De antisociale persoonlijkheidsstoornis komt het meest voor, hierop volgen de borderline, narcistische en paranoïde persoonlijkheidsstoornis. Antisocialen plegen veel vandalisme, borderliners meer fysieke agressie en narcisten zijn het meest gewelddadig. Er bestaat een relatie tussen persoonlijkheidsstoornissen en psychopathie. Er zou een onderliggende factor kunnen zijn die deze relatie verklaart. Misdadigers met psychopathie hebben vaker een persoonlijkheidsstoornis dan misdadigers zonder psychopathie. Psychopaten hebben meer en langere veroordelingen. Er zou een mediërende factor aanwezig kunnen zijn die de samenhang tussen persoonlijkheidsstoornissen en criminaliteit verklaart, namelijk sociaaleconomische status. Aantal woorden: 125 3

4 De samenhang tussen persoonlijkheidsstoornissen en crimineel gedrag In Westerse landen heeft ongeveer 13,1% van de populatie minstens één persoonlijkheidsstoornis. Persoonlijkheidsstoornissen vormen hiermee een van de meest voorkomende psychiatrische aandoeningen (Eurelings-Bontekoe, Verheul & Snellen, 2007). Deze stoornissen worden als een last ervaren en zijn belemmerend voor activiteiten in het dagelijks leven (Frances & First, 2008). Dit komt doordat bij al deze stoornissen sprake is van een duurzaam patroon van innerlijke beleving en gedragingen die in conflict zijn met de verwachtingen van anderen. Dit kan zich uiten in de manier van interpretatie, emotionele reactie, interactie met anderen en in impulsbeheersing. Kenmerkend is de onbuigzaamheid en inflexibiliteit. Het probleem in de persoonlijkheid is in de adolescente ontstaan en is vrijwel onveranderd gebleven Een persoonlijkheidsstoornis is dus van grote invloed op de levensloop. In de DSM-IV TR wordt onderscheid gemaakt tussen tien verschillende persoonlijkheidsstoornissen die zijn gecategoriseerd door middel van drie clusters. Cluster A wordt vooral gekenmerkt door vreemd en/of excentriek gedrag. In dit cluster vallen de paranoïde persoonlijkheidsstoornis, de schizoïde persoonlijkheidsstoornis en de schizotypische persoonlijkheidsstoornis. Cluster B wordt vooral gekenmerkt door instabiliteit. In dit cluster vallen de borderline persoonlijkheidsstoornis, de antisociale stoornis, de theatrale stoornis en de narcistische stoornis. Cluster C wordt vooral gekenmerkt door angst. In dit cluster vallen de afhankelijke persoonlijkheidsstoornis, de ontwijkende stoornis en de dwangmatige stoornis. Tevens zijn er nog de niet-anderzins-omschreven, het overigspecifiek subtype, het gemend subtype en het ongespecificeerd subtype als diagnosticering mogelijk (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, 4 e editie. Tekst revisie; American Psychiatric Association, 2000). Comorbiditeit van twee of meer persoonlijkheidsstoornissen komt ook voor. Uit een studie van Howard, Huband, Duggan en Mannion (2008) bleek dat ongeveer 9% van de mensen met een persoonlijkheidsstoornis een antisociale- en een borderline persoonlijkheidsstoornis hadden. Comorbiditeit komt het meeste voor binnen hetzelfde cluster, comorbiditeit tussen clusters komt echter ook voor. Dit wijst op een onvoldoende afbakening tussen de verschillende persoonlijkheidsstoornissen in de DSM (Coid, 2003; Verheul et al., 2005; Grand et al., 2005, aangehaald in Eurlings-Bontekoe, Verheul & Snellen, Comment [EVA1]: Referentie aanpassen 4

5 2007). Uit cluster A komt een paranoïde persoonlijkheidsstoornis in de normale populatie rond de 1,6% voor, een schizoïde persoonlijkheidsstoornis komt rond de 0,7% voor. Dit geldt ook voor de schizotypische persoonlijkheidsstoornis. Uit cluster B komt de antisociale persoonlijkheidsstoornis bij 2,6% van de mensen voor, een borderline persoonlijkheidsstoornis bij ongeveer 1,5%, de theatrale persoonlijkheidsstoornis komt bij 1,8% van de normale populatie voor en de narcistische persoonlijkheidsstoornis komt bij 0,1% voor. Uit cluster C komt de vermijdende persoonlijkheidsstoornis ongeveer bij 1,4% van de normale populatie voor, de afhankelijke persoonlijkheidsstoornis komt bij 0,8% voor en de obsessievecompulsieve persoonlijkheidsstoornis komt voor bij 2% van de normale populatie (Eurlings-Bontekoe et al., 2007), zie Tabel 1. Uit onderzoek blijkt dat de prevalentie van persoonlijkheidsstoornissen verschilt per bevolkingsgroep. Zo komen persoonlijkheidsstoornissen bij psychiatrische patiënten rond de 50% voor en bij verslaafde patiënten rond de 55%. (Eurlings-Bontekoe et al., 2007). De prevalentie blijkt voor gevangenen hoog te zijn. Uit verschillende onderzoeken blijkt de prevalentie voor persoonlijkheidsstoornissen tussen de 34% en 60% te liggen (Abram & Teplin, 1991; Bulten et al., 1993; DeJong et al., 1992; Eronen et al., 1996; Hare, 1983, aangehaald in Timmerman & Emmelkamp, 2001). Deze waarden zijn vele malen hoger dan in de normale populatie. Het is zeer aannemelijk dat bepaalde persoonlijkheidstoornissen de kans op crimineel gedrag vergroten. Bushman en Baumeister (1998) deden onderzoek naar deze aanname. Zij onderzochten de invloed van bedreiging van het ego op agressiviteit. Met negatieve feedback werd geprobeerd een ego bedreiging te creëren. Uit de resultaten bleek dat wanneer er negatieve feedback was gegeven er meer agressie was. Ook bleek er een interactie effect te zijn tussen ego bedreiging en narcisme. Studenten met hogere mate van narcisme toonden bij de negatieve feedback meer agressie. Zelfs wanneer de feedback positief was, waren studenten met hogere mate van narcisme agressiever. Uit dit onderzoek blijkt dat mensen met veel narcistische trekken agressiever gedrag kunnen vertonen dan mensen met weinig narcistische trekken. Agressie en crimineel gedrag kunnen echter niet zomaar aan elkaar gelijk worden gesteld. In het volgende onderzoek werd echter een relatie tussen agressief en antisociaal gedrag gevonden. Berman, Fallon en Coccaro (1998) onderzochten de relatie tussen agressief 5

6 gedrag en persoonlijkheidsstoornissen. Uit de resultaten bleek dat een paranoïde persoonlijkheidsstoornis een voorspeller is voor agressief en antisociaal gedrag. De overige persoonlijkheidsstoornissen werden net als de paranoïde persoonlijkheidsstoornis geassocieerd met agressief gedrag, echter werden ze niet met antisociaal gedrag geassocieerd. Er was geen associatie tussen de schizoïde persoonlijkheidsstoornis en antisociaal en agressief gedrag. De cognitieve stijl van mensen met een paranoïde persoonlijkheidsstoornis, de gevoeligheid voor bepaalde sociale situaties en het daarbij horende wantrouwen en twijfel kunnen een aanleiding zijn voor agressief, antisociaal gedrag. Uit dit onderzoek werd geconcludeerd dat er een relatie bestaat tussen agressiviteit, persoonlijkheidsstoornissen en antisociaal gedrag. Uit een onderzoek van Hildebrand en de Ruiter (2004) bleek dat uit een groep van 94 TBS ers 66% een cluster B persoonlijkheidsstoornis had. Daarvan had 45% een antisociale persoonlijkheidstoornis, 24% een borderline persoonlijkheidsstoornis en 26% een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Een cluster A persoonlijkheidsstoornis had 29% van de TBS ers, waarvan 18% een paranoïde persoonlijkheidsstoornis had. Een cluster C persoonlijkheidsstoornis had 22% van de TBS ers. De overgebleven persoonlijkheidsstoornissen hadden een prevalentie tussen de 4% en 11%. Comorbiditeit van twee persoonlijkheidsstoornissen kwam vaker voor dan een enkele diagnose. Er zijn dus aanwijzingen voor een verband tussen persoonlijkheidsstoornissen en crimineel gedrag. Zo bleek uit bovenstaande onderzoeken dat agressief gedrag vaker voorkomt bij mensen met een persoonlijkheidsstoornis en dat antisociaal gedrag vaker voorkomt bij mensen met een paranoïde persoonlijkheidsstoornis (Berman, Fallon & Coccaro, 1998; Bushman & Baumeister, 1998). Dit zou samen kunnen hangen met crimineel gedrag. Zo bleek uit het onderzoek van De Barros en De Pádua Serafim (2008) dat van de 30 patiënten met een borderline of antisociale persoonlijkheidsstoornis 79% een crimineel verleden had. In dit verslag wordt gekeken naar de samenhang van persoonlijkheidsstoornissen en crimineel gedrag. Wanneer persoonlijkheidsstoornissen gebruikt kunnen worden om crimineel gedrag te voorspellen is het mogelijk om crimineel gedrag preventief tegen te gaan. Het is van belang om hier secuur onderzoek naar te doen. Uit het onderzoek van Hildebrand en de Ruiter (2004) blijken de meest voorkomende persoonlijkheidsstoornissen in een Comment [EVA2]: Dus net als de paranoïde persoonlijkheidsstoornis? Alleen voor de overige stoornissen dus geen link met antisociaal gedrag. 6

7 criminele steekproef de antisociale persoonlijkheidsstoornis, de borderline persoonlijkheidsstoornis, de narcistische persoonlijkheidsstoornis en de paranoïde persoonlijkheidsstoornis te zijn. Om die reden zullen deze besproken worden in dit literatuuroverzicht. Er is sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis wanneer er een diepgaand patroon van gebrek aan achting voor en schending van de rechten van anderen vanaf het vijftiende jaar aanwezig is. Er is vaak sprake van impulsiviteit, prikkelbaarheid, agressiviteit, onverschilligheid, onverantwoordelijkheid, gedrag nonconform aan de maatschappelijke norm, en het ontbreken van spijtgevoelens (DSM- IV-TR, 2000). Er is sprake van een borderline persoonlijkheidsstoornis wanneer er een diepgaand patroon is van instabiliteit in intermenselijke relaties, zelfbeeld en affecten en van duidelijke impulsiviteit; beginnend in de vroege volwassenheid. Er is vaak sprake van verlatingsangst, instabiele sociale relaties, een identiteitsstoornis, impulsiviteit, suïcidale gedragingen, automutilatie, affectlabiliteit, gevoel van leegte, inadequate, intense emoties en aan stress gerelateerde paranoïde ideeën of dissociatieve verschijnselen (DSM-IV-TR, 2000). Er is sprake van een narcistische persoonlijkheidsstoornis wanneer er een diepgaand patroon is van grootheidsgevoelens in fantasie of gedrag, behoefte aan bewondering en gebrek aan empathie, beginnend in de vroege volwassenheid. Er is vaak sprake van een opgeblazen gevoel van eigen belangrijkheid, preoccupatie met fantasieën over onbeperkte successen, macht, genialiteit, schoonheid of ideale liefde, geloven in eigen uniekheid, verlangen naar buitensporige bewondering, het gevoel hebben bijzondere rechten te hebben, anderen exploiteren, afgunst en arrogantie (DSM-IV-TR, 2000). Er is sprake van een paranoïde persoonlijkheidsstoornis wanneer er een diepgaand patroon is van wantrouwen en achterdocht ten opzichte van anderen waardoor beweegredenen worden geïnterpreteerd als kwaadwillig. Dit begint in de vroege volwassenheid. Er is vaak sprake van gedachten dat anderen uitbuiten, schade berokkenen of bedriegen, veel twijfel aan trouw en betrouwbaarheid van anderen, vrees dat informatie op een kwaadwillige manier gebruikt zal worden, rancuneusheid, ambigue situaties negatief interpreteren, reageren met woede of tegenaanvallen (DSM-IV-TR, 2000). Steeds vaker wordt er gesproken van een psychopathische 7

8 persoonlijkheidsstoornis (Ross, Benning, Patrick, Thompson & Thurston, 2008). Deze stoornis is echter nog niet opgenomen in de DSM-IV TR. Uit analyses met persoonlijkheidsstoornissen geassocieerde trekken bleek een dimensie te bestaan vergelijkbaar met de trekken die psychopathie vormen. Deze onderliggende factor bestond uit trekken die voorkomen bij antisociale, paranoïde, narcistische en borderline persoonlijkheidsstoornissen. Er zou een samenhang kunnen zijn tussen persoonlijkheidsstoornissen en psychopathie. (Blackburn & Coid, 1998; Ullrich & Marneros, 2004, 2007, aangehaald in Coid, Yang, Ullrich, Roberts & Hare, 2009). Psychopathie wordt vooral toegekend aan (recidiverende) criminelen en overtreders. In de normale populatie heeft psychopathie een prevalentie van 0,6% (Coid, Yang, Ullrich, Roberts & Hare, 2009). In 1941 publiceerde Hervey Cleckley een boek met 16 criteria voor psychopathie. Deze criteria zijn: oppervlakkige charme, sterk opgeblazen gevoel van eigenwaarde, pathologisch liegen, gebrek aan berouw of schuldgevoel, geen verantwoordelijkheid nemen voor het eigen gedrag, ontbreken van emotionele diepgang, gebrek of afwezigheid van empathie, neiging tot verveling, parasitaire levensstijl, gebrekkige gedragsbeheersing, impulsiviteit, onverantwoordelijk gedrag, ontbreken van realistische doelen, gedragsproblemen op jonge leeftijd en schending van opgelegde straffen. Hier heeft Robert Hare zijn Psychopathy Checklist (PCL-R) op gebaseerd. Deze checklist bestaat uit 20 kenmerken die bij een persoon in mindere of meerdere mate aanwezig kunnen zijn (Hare,1983). In dit literatuuroverzicht wordt gekeken naar de samenhang tussen persoonlijkheidsstoornissen en crimineel gedrag. In dit verslag wordt eerst een tabel weergegeven met een overzicht van de besproken onderzoeken. Vervolgens zal worden ingegaan op de vier meest voorkomende persoonlijkheidsstoornissen en crimineel gedrag. Eerst wordt de samenhang van de antisociale persoonlijkheidsstoornis en crimineel gedrag bekeken. Daarna wordt er gekeken naar de samenhang van de borderline persoonlijkheidsstoornis en crimineel gedrag. Hierna wordt de samenhang van de narcistische persoonlijkheidsstoornis en crimineel gedrag bekeken. Vervolgens wordt er gekeken naar de samenhang van de paranoïde persoonlijkheidsstoornis en crimineel gedrag. Hier opvolgend wordt ingegaan op de relatie tussen psychopathie en persoonlijkheidsstoornissen. 8

9 Onderzoek Populatie Persoonlijkheidsstoornis (PS) Prevalentie Relatie met crimineel gedrag en significantie Van belang Eurlings-Bontekoe, Verheul en Snellen (2007) Normale populatie Paranoïde Schizoïde 1,6% 0,7% Schizotypisch 0,7% Antisociaal 2,6% Borderline 1,5% Theatraal 1,8% Narsitisch 0,1% Vermijdend 1,4% Afhankelijke 0,8% Obsessiefcompulsief 2,0% Hare (1983) 246 blanke mannen uit twee gevangenissen Antisociaal 33,3% gevangenis 1 41,5% gevangenis 2 Geen verschil tussen twee gevangenissen. (p>.20). Correlatie tussen antisociaal en psychopathie (p <.001). De Barros en De Pádua Serafim (2008) 30 patiënten uit een kliniek voor PS en een controlegroep met enkel as I stoornissen. Antisociaal Borderline 100% crimineel 64% vandalisme 18% agressie 9% moord 9% moord en overval 58% crimineel 5,25% vandalisme Antisocialen pleegden significant meer vandalisme dan borderliners (p =.005). Borderliners lieten meer agressie zien (p =.0849). Antisocialen, borderliners en de controlegroep verschilden significant van elkaar (p =.001). 37% agressie of moordpoging Controle 16% agressie en moordpoging 5% vandalisme 19% agressie 9

10 Coid (2002) 81 mannelijke gevangenen. Antisociaal Borderline Narcistisch Paranoïde Psychopathie 84% 56% 63% 67% 73% Paranoïde PS werd geassocieerd met het maken en verzamelen van wapens (p =.018) en plegen van geweld tegen medegevangenen (p <.001). Narcistische PS werd geassocieerd met plegen van geweld tegen medegevangenen (p =.003), geweld tegen personeel (p =.003) en het barricaderen van de cel (p =.001). Borderline PS werd geassocieerd met gijzelen (p =.004) en geweld tegen personeel (p <.001). Psychopathie werd geassocieerd met geweld tegen medegevangenen (p =.039) en het maken en verzamelen van wapens (p =.003). In deze populatie was er hoge comorbiditeit. Gemiddelde PCL-score was 31. Een cut-off score van 30 werd gebruikt. Meest voorkomende misdaden waren: overval plegen (48%), moord (47%), poging tot moord (36%), diefstal (21%) en brandstichting (19%). Lindsay et al. (2006) 164 mannen met een verstandelijke beperking uit de gevangenis met drie verschillende niveaus van beveiliging. Antisociaal Borderline Narcistisch Paranoïde 22,1% 2,4% 3,0% 2,2% PS op beveiligingsniveau 56,0% Hoog 26,2% Medium 33,3% Laag 39,3% Gemiddeld Antisociale PS kwam significant meer voor in niveau 1 en 3: hoge en lage beveiliging, dan in niveau 2: medium beveiliging (p <.001). de gevangenen uit de hoge beveiliging hadden significant meer diagnoses van PS dan medium en lage beveiliging (p =.001). er was geen verschil tussen medium en lage beveiliging. Het gemiddelde IQ was 66, het IQ verschilde niet tussen de drie groepen. Fridell, Hesse, Meier Jæger en Kühlhorn (2008) 1052 drugsverslaafde n die werden opgenomen in een ziekenhuis tussen 1976 en Antisociaal Met antisociale PS: 97% strafblad 90% eigendomsdelict 57% geweldpleging 83% drugsdelict zonder antisociale PS: Drugsverslaafden met antisociale PS waren vaker crimineel actief, pleegden meer verschillende soorten delicten (p <.001) en waren vaker geregistreerd voor diefstal of andere eigendomdelicten (p <.001) in vergelijking met 10

11 90% strafblad 76% eigendomsdelict drugsverslaafden zonder antisociale PS. 43% geweldpleging 61% drugsdelict Howard, Huband, Duggan en Mannion (2008) 244 mensen uit de normale populatie die waarschijnlijk voldeden aan een PS. Antisociaal Borderline Narcistisch Paranoïde 13,8% 43,3% 2,2% 11,1% De combinatie van een antisociale en borderline PS verschilde significant met de rest van de groep en mensen met alleen borderline PS voor veroordelingen en gewelddadige veroordelingen (p<.01). Mensen met beide PS zaten vaker een straf uit dan de rest van de groep of mensen met borderline PS (p<.05). In dit onderzoek was sprake van comorbiditeit. Barry, Grafeman, Adler en Pickard (2007) een groep van 349 risicovolle adolescenten die meededen aan een interventieprogramma. Narcisme Narcisme bleek positief gecorreleerd te zijn met delinquentie (p<.001). Narcisme bleek gecorreleerd te zijn met publieke en relationele agressie (p<.001). In dit onderzoek ging het niet om de prevalentie. Gouch en Bradley (1992) 131 criminele adolescenten en 551 gevangenen en 354 mensen uit de normale populatie. Narcisme De gemiddelde Narcisme score bij mannen was 23.84, bij delinquente mannen was dit 26.17, dit verschil was significant (p <.01). Bij vrouwen was de gemiddelde Narcisme score 21.48, bij delinquente vrouwen was dit 23.30, dit verschil was significant (p <.01). In dit onderzoek ging het niet om de prevalentie. Hildebrand en de Ruiter (2004) 94 mannelijke TBS ers uit de Dr. Henri van der Hoeven Kliniek. Psychopathie Antisociaal Borderline Narcistisch Paranoïde 21,4% cut-off van 30 34,7% cut-off van 26 47,8% 25,5% 27,7% 19,1% Hoge PCL-R scores waren significant geassocieerd met cluster B stoornissen (p<.001) vooral voor de antisociale PS (p<.001). Voor paranoïde PS was deze associatie er eveneens (p =.02). Voor alle PS was deze associatie er ook (p = De PCL-R werd afgenomen met een cut-off score van 30 en 26. Comorbiditeit van 2 as II diagnoses kwam vaker voor dan een enkele diagnose. 11

12 Totaal 89,3% As II stoornis.009) Als er werd gekeken naar de positive predictive power (PPP) kon psychopathie een antisociale PS voorspellen (PPP = 0.85), maar kon een antisociale PS geen psychopathie voorspellen (PPP = 0.38). Ullrich en Marneros (2004) 105 overtreders die veroordeeld waren voor zware delicten en een controlegroep van 80 niet-criminelen. Psychopathie Drie factoren kwamen naar voren voor de dimensionale persoonlijkheidsstoornis. De borderline, antisociale en paranoïde PS scoorde hoog op factor 1. Deze factor overlapt met psychopathie. Criminelen verschilden significant met nietcriminelen op alle drie de factoren (p =.001). In dit onderzoek ging het niet om de prevalentie Dit onderzoek gebruikte de PS uit de ICD-10. Deze komen echter goed overeen met de PS uit de DSM-IV-TR. Blackburn en Coid (1997) 86 mannelijke patiënten uit een streng beveiligd ziekenhuis voor psychopathie en 81 mannen uit gevangenissen voor gewelddadige en verstoorde criminelen. Psychopathie Antisociaal Borderline Narcistisch Paranoïde 47% cut-off van 30 95% psychopaten 24% nietpsychopaten 65% psychopaten 53% nietpsychopaten 72% psychopaten 40% nietpsychopaten 67% psychopaten 22% nietpsychopaten Psychopaten waren jonger bij eerste veroordeling, pleegden meer gewelddadig gedrag, inbraak, vandalisme, fraude en diefstal en hadden meer wapens dan nietpsychopaten (p<.001). Psychopaten hadden vaker dan nietpsychopaten een paranoïde, antisociale- en narcistische PS (p<.001) en een borderline PS (p<.05). De PCL-R werd afgenomen met een cut-off score van 30. In dit onderzoek was sprake van een hoge comorbiditeit. Simourd en Hoge (2000) 321 mannelijke gevangenen. Psychopathie 11.,2% cut-off van 30 Psychopaten hadden meer voorgaande veroordelingen, totaal aantal veroordelingen, totaal aantal verschillende De PCL-R werd afgenomen met een cut-off score van

13 veroordelingen en totaal aantal arrestaties dan niet-psychopaten (p<.001). Ook zijn psychopaten vaker veroordeeld voor geweld en het niet nakomen van de opgelegde straf (p<.05). Tabel 1: Overzicht van onderzoeken en de gevonden resultaten die besproken worden in dit literatuuroverzicht. 13

14 Samenhang tussen antisociale persoonlijkheidsstoornis en crimineel gedrag Bij een antisociale persoonlijkheidsstoornis is er sprake van het schenden van rechten van anderen en een gebrek aan achting van rechten. Het is goed voor te stellen dat, wanneer er sprake is van een antisociale persoonlijkheidsstoornis, er een samenhang bestaat met crimineel gedrag. Hare (1983) onderzocht de prevalentie van een antisociale persoonlijkheidsstoornis bij gevangenen. Aan het onderzoek deden 246 gevangenen mee uit twee verschillende gevangenissen. Aan de hand van diagnosticering door twee psychologen werd een antisociale persoonlijkheidsstoornis bepaald. Uit de resultaten blijkt dat tussen de 39% en 50% van de in totaal 246 gevangenen een antisociale persoonlijkheidsstoornis heeft, zie Tabel 1. Dit aantal is vele malen hoger dan in de normale populatie, waar een antisociale persoonlijkheidsstoornis een prevalentie rond de 2,6% heeft (Eurlings-Bontekoe, Verheul & Snellen, 2007). Coid (2002) vond een nog hogere prevalentie, namelijk 84%, zie Tabel 1. Dit zou kunnen komen door het gebruik van een ander meetinstrument. Aan het onderzoek van Coid (2002) deden 81 mannen uit drie streng beveiligde gevangenissen mee om te kijken naar de associatie tussen persoonlijkheidsstoornissen en verstorend en gevaarlijk gedrag in de gevangenis. De vragenlijsten die ingevuld moesten worden waren de Structured Clinical Interview for DSM-III (SCID-II) voor de diagnose van persoonlijkheidsstoornissen en een vragenlijst die het moeilijke en verstorende gedrag en de daarbij horende motivatie inventariseerde. De motivatie werd onderverdeeld in vier categorieën: mentale abnormaliteit, karakteristieken van het individu, doelgericht gedrag en een gemengde categorie. De antisociale persoonlijkheidsstoornis bleek onder de gevangenen het meest voor te komen. Er was wel sprake van een grote mate van comorbiditeit met een borderline, paranoïde en narcistische persoonlijkheidsstoornis, zie Tabel 1. Voor de 81 deelnemers waren sommige karakteristieken van het individu door te voeren naar een antisociale persoonlijkheidsstoornis; 56% had een lage stresstolerantie, 40% had een intolerantie voor regels en beperkingen, 26% accepteerde de straf niet en 22% had slechte buien. In deze gevangenispopulatie was de prevalentie van een persoonlijkheidsstoornis extreem hoog, er was maar een persoon zonder persoonlijkheidsstoornis. Ook kwam psychopathie in deze populatie veel voor, 73% had een PCL-R score hoger dan

15 Het voorgaande onderzoek keek naar de meest gevaarlijke criminelen in de gevangenis. Het volgende onderzoek vond plaats bij drie gevangenissen met verschillende beveiligingsniveaus. Gedacht werd dat het beveiligingsniveau een maat was voor de mate van gevaarlijkheid van gevangenen en dat het aantal persoonlijkheidsstoornissen zou toenemen bij gevaarlijkere criminelen. Lindsay et al. (2006) onderzochten persoonlijkheidsstoornissen bij misdadigers met verstandelijke beperkingen. Het gemiddelde IQ van de 164 misdadigers was 66. Ze bevonden zich in een hoog beveiligde setting, medium beveiligde setting en een laag beveiligde setting. Persoonlijkheidsstoornissen werden gemeten met de DSM-IV Personality Disorder Consensus Diagnosis Samen met de Standardised Assessment of Personality (SAP). De prevalentie van persoonlijkheidsstoornissen was 39%, zie Tabel 1. De antisociale persoonlijkheidsstoornis was de meest voorkomende persoonlijkheidsstoornis. Zoals in Tabel 1 te zien is kwam de antisociale persoonlijkheidsstoornis significant meer voor in de lage en de hoge beveiligde settings. Wanneer gesteld wordt dat het beveiligingsniveau een maat is voor de gevaarlijkheid van gevangenen kan uit dit onderzoek worden geconcludeerd dat persoonlijkheidsstoornissen vaker voorkwamen bij gevaarlijke misdadigers, echter geldt dit niet voor de antisociale persoonlijkheidsstoornis. Deze kwam bij de lage en hoge beveiliging settings veel voor. Uit dit onderzoek bleek dat de mate van gevaarlijkheid van gevangenen samenhing met het hebben van een persoonlijkheidsstoornis, maar niet met een antisociale stoornis. In het onderzoek van Fridell, Hesse, Meier Jæger en Kühlhorn (2008) wordt wel een relatie tussen crimineel gedrag en een antisociale persoonlijkheidsstoornis gevonden. In dit onderzoek naar de relatie tussen antisociale persoonlijkheidsstoornis en crimineel gedrag bij drugsverslaafden (Fridell, Hesse, Meier Jæger & Kühlhorn, 2008) hadden van de 1017 verslaafden 223 personen (22%) een antisociale persoonlijkheidsstoornis en hadden 794 (78%) geen antisociale persoonlijkheidsstoornis. In de dossiers van deze verslaafden werd gekeken of er sprake was van een geweldsdelict, eigendomsdelict of een drugsdelict. Uit de resultaten bleek dat in een groep van drugsverslaafden de verslaafden met een antisociale persoonlijkheidsstoornis meer delicten plegen dan verslaafden zonder antisociale persoonlijkheidsstoornis, zie Tabel 1. Verslaafden met een antisociale persoonlijkheidsstoornis waren in vergelijking met verslaafden zonder een antisociale persoonlijkheidsstoornis vaker crimineel actief, pleegden meer verschillende typen 15

16 delicten en hadden significant meer registraties van diefstal en eigendomsdelicten op hun naam staan. Uit deze resultaten concludeerden de onderzoekers dat antisociale drugsverslaafden crimineler zijn dan de overige drugsverslaafden. De Barros en De Pádua Serafim (2008) vonden soortgelijke resultaten, echter niet bij drugsverslaafden, maar bij patiënten met een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Aan de studie naar de relatie tussen een antisociale persoonlijkheidsstoornis en het plegen van een delict deden 11 patiënten met een antisociale persoonlijkheidsstoornis en 19 patiënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis uit een persoonlijkheidsstoorniskliniek mee. Tevens was er een controlegroep met 21 patiënten met enkel een as I stoornis. In de medische dossiers van de patiënten werd gezocht naar gewelddadig, agressief en crimineel gedrag. Alle patiënten met een antisociale persoonlijkheidsstoornis hadden gewelddadig, agressief of crimineel gedrag vertoond, zie Tabel 1. De antisocialen, borderliners en de controlegroep verschilden significant van elkaar in de mate van criminaliteit. Hieruit leidden De Barros en De Pádua Serafim (2008) af dat de patiënten met een antisociale persoonlijkheidsstoornis in vergelijking met de controle groep veel vaker een crimineel verleden hebben. In verhouding met borderline patiënten maken de patiënten met een antisociale persoonlijkheidsstoornis zich meer schuldig aan vandalisme en minder aan fysieke agressie. Dit verschil was significant. In dit onderzoek werd naar de verschillen in de aard van de criminaliteit tussen een antisociale en een borderline persoonlijkheidsstoornis gekeken. In het volgende onderzoek wordt gekeken of een combinatie van deze twee persoonlijkheidsstoornissen de kans op crimineel gedrag vergroot in vergelijking met andere persoonlijkheidsstoornissen. Howard, Huband, Duggan en Mannion (2008) onderzochten 224 mensen uit het binnenland van Engeland die vermoedelijk een persoonlijkheidsstoornis konden hebben. Hierbij keken ze of mensen met en een antisociale en een borderline persoonlijkheidsstoornis crimineler zijn dan mensen met een van deze twee of andere persoonlijkheidsstoornissen. Bij de deelnemers werden de International Personality Disorder Examination (IPDE), de State-Trait Anger Expression Inventory-2 (STAXI- 2) en de Barratt Impulsiveness Scale versie 11 (BIS-11) afgenomen. De 20 personen (8,9%) met een antisociale en een borderline persoonlijkheidsstoornis hadden vaker een forensisch verleden, hadden meer drugsproblemen en scoorden hoger op woede trekken en impulsiviteit dan de mensen met een van de twee of andere Comment [EVA3]: In vergelijking tot...? Comment [EVA4]: Wat voor een gemeenschap? Comment [EVA5]: Dit klinkt vreemd. Bij kansen denken we eerder aan de toekomst, niet het verleden. 16

17 persoonlijkheidsstoornissen, zoals ook blijkt uit Tabel 1. Mensen met de combinatie van een antisociale en borderline persoonlijkheidsstoornis hadden significant meer veroordelingen en meer gewelddadige veroordelingen dan de rest van de groep en dan mensen met enkel een borderline persoonlijkheidsstoornis. Ook hadden mensen met beide persoonlijkheidsstoornissen significant vaker een straf uitgezeten dan de rest van de groep of mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis. Dit verschil was er niet voor mensen met enkel een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Dit houdt in dat mensen met een borderline en een antisociale persoonlijkheidsstoornis of alleen een antisociale persoonlijkheidsstoornis het meest crimineel zijn. De onderzoeken die hier besproken zijn ondersteunen elkaars bevindingen. Allereerst is duidelijk geworden dat de antisociale persoonlijkheidsstoornis een veel voorkomende, dan wel niet de meest voorkomende persoonlijkheidsstoornis is in een criminele populatie (Coid, 2002; Lindsay et al., 2002). Tevens is duidelijk geworden dat mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis in verhouding met de normale populatie en een populatie van drugsverslaafden vaker vandalisme, eigendomsdelicten en gewelddadig gedrag begaan (Fridell et al., 2008; Howard et al., 2008). In vergelijking met een borderline persoonlijkheidsstoornis is er bij een antisociale persoonlijkheidsstoornis meer sprake van eigendomsdelicten dan fysiek geweld (De Barros & De Pádua Serafim, 2008). Een antisociale persoonlijkheidsstoornis hangt samen met crimineel gedrag en vergroot de kans op het plegen van een delict. Zoals uit het onderzoek van Howard et al. (2008) en De Barros en De Pádua Serafim (2008) naar voren is gekomen komt crimineel gedrag eveneens bovengemiddeld voor bij een borderline persoonlijkheidsstoornis. In de volgende paragraaf wordt ingegaan op deze samenhang. Samenhang tussen borderline persoonlijkheidsstoornis en crimineel gedrag Kenmerkend voor een borderline persoonlijkheidsstoornis is de instabiliteit en de impulsiviteit. Wanneer mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis zeer impulsief reageren met zeer intense en inadequate woede op een ambigue situatie is het goed mogelijk dat zij sneller een overtreding begaan dan mensen zonder borderline persoonlijkheidsstoornis. In deze paragraaf wordt gekeken of er een samenhang bestaat tussen borderline en crimineel gedrag. In het onderzoek naar gewelddadig gedrag van patiënten met een antisociale en 17

18 een borderline persoonlijkheidsstoornis in vergelijking met een controlegroep met alleen een as I stoornis (De Barros & De Pádua Serafim, 2008) bleek dat de patiënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis in vergelijking met de controle groep veel vaker een crimineel verleden hebben. Tabel 1 laat zien dat patiënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis significant minder vandalisme pleegden dan patiënten met een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Ook was de trend te zien dat de patiënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis meer fysiek geweld pleegden dan patiënten met een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Uit bovenstaand onderzoek kan geconcludeerd worden dat een borderline persoonlijkheidsstoornis samenhangt met gewelddadig gedrag. In het onderzoek van Lindsay et al. (2006) werd er van uit gegaan dat de mate van gevaarlijkheid, en dus de mate van gewelddadigheid van een gevangenen een voorspeller was voor een persoonlijkheidsstoornis. Deze mate van gevaarlijkheid werd gemeten door het beveiligingsniveau waarin een gevangene zat. Dit onderzoek keek naar de prevalentie van persoonlijkheidsstoornissen bij misdadigers met een verstandelijke beperking in drie verschillende beveiligingsniveaus. In de hoog beveiligde setting kwam de borderline persoonlijkheidsstoornis het meest voor en in de laag beveiligde setting kwam de borderline persoonlijkheidsstoornis het minst voor. De gedachte dat beveiligingsniveau een voorspeller is voor persoonlijkheidsstoornissen gaat voor de borderline persoonlijkheidsstoornis op. In deze studie zijn echter vrij lage percentages gevonden met betrekking tot de borderline persoonlijkheidsstoornis. Dit zou kunnen komen doordat het een populatie met een zeer laag IQ betreft. Het zou kunnen zijn dat vooral mensen met een gemiddeld tot hoog IQ een borderline persoonlijkheidsstoornis hebben. Het volgende onderzoek werd uitgevoerd in een reguliere gevangenis, waar het gemiddelde IQ hoger lag dan in de studie van Lindsay et al. (2006). Hier zijn veel hogere percentages van persoonlijkheidsstoornissen gevonden dan bovengenoemd. In het onderzoek naar de relatie tussen persoonlijkheidsstoornissen en verstorend gedrag in de gevangenis bij 81 gevangenen (Coid, 2002) bleek dat 56% van de misdadigers met een persoonlijkheidsstoornis de borderline persoonlijkheidsstoornis had. Wanneer gekeken wordt naar Tabel 1 is te zien dat borderline net iets minder vaak voorkwam dan de antisociale persoonlijkheidsstoornis, de narcistische en de paranoïde persoonlijkheidsstoornis. Dit wijst op een zeer hoge comorbiditeit van persoonlijkheidsstoornissen. De borderline Comment [EVA6]: Een stoornis die bij 56% voorkomt kan alleen maar minder voorkomen dan andere stoornissen als er sprake is van comorbiditeit, maar je noemt dat hier helemaal niet. 18

19 persoonlijkheidsstoornis kwam vooral vaak voor met een antisociale persoonlijkheidsstoornis, dit werd ook gevonden in de studie van Howard, Huband, Duggan en Mannion (2008). Eveneens bleek dat gevangenen met een borderline persoonlijkheidsstoornis significant vaker dan andere gevangenen met een persoonlijkheidsstoornis medegevangenen gijzelden en geweld tegen personeel pleegden. Tevens bleek dat een kleine groep gevangen met borderline persoonlijkheidsstoornis moordneigingen had. Uit deze studie kan geconcludeerd worden dat een borderline persoonlijkheidsstoornis een veel voorkomende persoonlijkheidsstoornis is in de gevangenis en dat een klein deel van de borderline patiënten moorddrang heeft. Uit bovenstaand onderzoek blijkt dat een borderline persoonlijkheidsstoornis in een criminele populatie vaker voorkomt dan in een normale populatie. In vergelijking met de antisociale persoonlijkheidsstoornis komt de borderline persoonlijkheidsstoornis minder vaak voor in een criminele populatie. Moordneigingen komen meer voor bij gevangenen met een borderline persoonlijkheidsstoornis (Coid, 2002). Tevens bleek uit onderzoek dat borderline patiënten meer fysiek geweld gebruiken en minder vandalisme (De Barros & De Pádua Serafim, 2008). Dit is bij mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis precies andersom. In het onderzoek van Lindsay et al. (2006) kwam naar voren dat hoe gevaarlijker een misdadiger is, de kans op het hebben van een borderline persoonlijkheidsstoornis vergroot wordt. Met enige voorzichtigheid kan gesteld worden dat een borderline persoonlijkheidsstoornis samenhangt met crimineel gedrag. Zoals in Tabel 1 te zien is kwam in het onderzoek van Coid (2000) naar voren dat de narcistische persoonlijkheidsstoornis vaker voorkwam dan de borderline persoonlijkheidsstoornis. Hier wordt in de volgende paragraaf verder op ingegaan. Samenhang tussen narcistische persoonlijkheidsstoornis en crimineel gedrag Kenmerkend voor de narcistische persoonlijkheidsstoornis is de grandiositeit en de uitzonderlijkheid die gevoeld en geuit wordt door een persoon. Door het gebrek aan empathie, de afgunst, het zich verheven voelen boven anderen en geloven dat regels niet op hun van toepassing zijn is het goed mogelijk dat mensen met een narcistische persoonlijkheidsstoornis vaker een overtreding begaan dan mensen zonder een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Dit zou kunnen komen door de slechte 19

20 copingsmechanismen zoals geweld en agressie, die zij ontwikkeld hebben (Coid, 2002). In deze paragraaf wordt gekeken naar de samenhang tussen narcisme en crimineel gedrag. In een studie van Barry, Grafeman, Adler en Pickard (2007) werd gekeken naar de relatie tussen narcisme en delinquent gedrag. Bij een risicogroep van 349 adolescenten werden de Narcisstic Personality Inventory for Children (NPIC) en de Self-Report of Delinquency (SRD) afgenomen. Uit de resultaten blijkt dat narcisme positief gecorreleerd was met delinquent en agressief gedrag. Hieruit kan afgeleid worden dat er een samenhang is tussen narcisme en delinquent en agressief gedrag. Dit onderzoek is bij adolescenten tussen de 16 en 18 jaar afgenomen. De kans is groot dat dit gedrag zich zal voortzetten tijdens de volwassenheid. Om dit te kunnen bevestigen wordt in het volgende onderzoek gekeken naar een volwassen populatie. In het onderzoek naar de relatie tussen persoonlijkheidsstoornissen en verstorend gedrag in de gevangenis bij 81 gevangenen (Coid, 2002) bleek dat 63% van de misdadigers met een persoonlijkheidsstoornis een narcistische persoonlijkheidsstoornis had. Narcisme kwam net iets minder vaak voor dan de antisociale en paranoïde persoonlijkheidsstoornis, echter was er sprake van een hoge comorbiditeit van persoonlijkheidsstoornissen, zie Tabel 1. Tevens bleek dat geweld tegen andere gevangenen, samen met geweld tegen personeel en het barricaderen van de celdeuren bij narcisten significant meer voorkwam dan bij gevangenen met andere persoonlijkheidsstoornissen. Dit kan komen door hun geloof dat geweld de enige oplossing is voor conflicten, trots op fysieke dapperheid en gevechtsvaardigheden en een verhoging van het gekrenkte zelfvertrouwen. In dit onderzoek werd er enkel in een criminele populatie onderzoek gedaan, in het volgende onderzoek werd een criminele populatie afgezet tegen een normale populatie. Verwacht werd dat in de normale populatie narcisme minder voorkwam. Gouch en Bradley (1992) onderzochten persoonlijkheidstrekken bij gevangenen en de normale populatie. Er deden 1088 mannen uit de normale populatie en 272 mannelijke gevangenen mee aan het onderzoek. Ook deden er 2266 vrouwen uit de normale populatie en 410 vrouwelijke gevangenen mee. Bij alle deelnemers werd de California Psychological Inventory (CPI) afgenomen. Deze vragenlijst meet interpersoonlijk gedrag. In de CPI is de schaal Narcisme opgenomen. Zoals in Tabel 1 te zien is scoorden zowel mannelijke en vrouwelijke gevangenen op deze schaal gemiddeld significant hoger dan mannen en vrouwen uit de normale populatie. Ook Comment [EVA7]: Kun je dit nog meer uitleggen? 20

21 scoren mannen uit beide groepen hoger dan vrouwen uit beide groepen. Hieruit leidden de onderzoekers af dat narcisme vaker voorkomt in een criminele populatie dan in een normale populatie. Uit bovenstaande onderzoeken komt naar voren dat criminelen met een narcistische persoonlijkheidsstoornis vooral agressieve daden begaan. Ook in de gevangenis zijn narcisten het meest agressief. Narcisme komt veel voor in een criminele populatie. Narcisme komt minder voor dan een antisociale persoonlijkheidsstoornis in een criminele populatie. Een narcistische persoonlijkheid komt in vergelijking met een borderline persoonlijkheidsstoornis ongeveer even vaak voor in een criminele populatie (Coid, 2002). Uit het onderzoek van Gouch en Bradley (1992) blijkt dat narcisme in een criminele populatie vaker voorkomt dan in een normale populatie. Gesteld kan worden dat een narcistische persoonlijkheidsstoornis samenhangt met crimineel gedrag. Uit het onderzoek van Coid (2000) bleek dat geweld tegen medegevangenen bij de narcistische persoonlijkheidsstoornis samen met de paranoïde persoonlijkheidsstoornis het meest voor kwam, zie Tabel 1. In de volgende paragraaf wordt verder ingegaan op de paranoïde persoonlijkheidsstoornis en crimineel gedrag. Samenhang tussen paranoïde persoonlijkheidsstoornis en crimineel gedrag Het kenmerkende van een paranoïde persoonlijkheidsstoornis is het wantrouwen van anderen. Het is goed mogelijk dat de achterdocht en het wantrouwen van iemand zo groot is dat crimineel gedrag geoorloofd wordt geacht door een persoon met een paranoïde persoonlijkheidsstoornis. In deze paragraaf wordt gekeken naar de samenhang van een paranoïde persoonlijkheidsstoornis en crimineel gedrag. Coid (2002) onderzocht de relatie tussen persoonlijkheidsstoornissen en verstorend en gevaarlijk gedrag in de gevangenis. De SCID-II werd door 81 mannelijke gevangenen ingevuld. Ook werd er een motivatievragenlijst afgenomen om te kijken waarom de gevangenen verstorend gedrag vertonen. Zoals uit Tabel 1 blijkt had 67% van de misdadigers met een persoonlijkheidsstoornis een paranoïde persoonlijkheidsstoornis. Er was wel sprake van een grote mate van comorbiditeit. Eveneens bleek dat geweld tegen medegevangenen significant meer voorkwam bij gevangenen met een paranoïde persoonlijkheidsstoornis in vergelijking met gevangenen met andere persoonlijkheidsstoornissen. Het kwam echter net zo vaak Comment [EVA8]: Je noemt wel dat deze wordt afgenomen, maar het is me niet duidelijk waarom en wat de resultaten daarvan zijn. 21

22 voor bij narcistische gevangenen. Ook bleken mensen met een paranoïde persoonlijkheidsstoornis significant meer wapens te maken en verzamelen in vergelijking met gevangenen met andere persoonlijkheidsstoornissen. De motivatie hiervoor is hun wantrouwende gedrag. In dit onderzoek werd een prevalentie van 63% gevonden, andere onderzoeken vonden lagere prevalenties. Dit zou kunnen komen door een andere manier van diagnosticeren of doordat het een andere populatie betreft. Uit het onderzoek van Hildebrand en de Ruiter (2004) kwam naar voren dat 19,1% van de TBS ers een paranoïde persoonlijkheidsstoornis had. In het onderzoek van Lindsay et al. (2006) kwam een prevalentie van 2,2% naar voren uit een criminele populatie met een verstandelijke beperking. Het zou zo kunnen zijn dat mensen met een verstandelijke beperking minder vaak een persoonlijkheidsstoornis hebben, aangezien deze lage prevalenties ook voor de antisociale, borderline, en narcistische persoonlijkheidsstoornissen werden gevonden. Het onderzoek van Howard, Huband, Duggan en Mannion (2008) vond een prevalentie van 11,1% voor een paranoïde persoonlijkheidsstoornis in een niet-criminele populatie van mensen met persoonlijkheidsstoornissen. Uit bovenstaand onderzoek kan voorzichtig geconcludeerd worden dat in een criminele populatie een paranoïde persoonlijkheidsstoornis vaker voorkomt dan in een niet-criminele populatie met persoonlijkheidsstoornissen. Een paranoïde persoonlijkheidsstoornis komt in een criminele populatie vaak voor, echter is de precieze prevalentie nog niet geheel duidelijk (Coid, 2002; Hildebrand & de Ruiter, 2004; Lindsay, 2006). Een paranoïde persoonlijkheidsstoornis hangt samen met crimineel gedrag. In de bovengenoemde onderzoeken van Coid (2002) en Hildebrand en de Ruiter (2004) werd ook gekeken naar psychopathie. Coid (2002) vond een prevalentie van 73% bij de groep van 81 gevangenen en Hildebrand en de Ruiter vonden een prevalentie van 21,4% in de groep van 94 TBS ers. Hier wordt in de volgende paragraaf verder op ingegaan. Relatie tussen persoonlijkheidsstoornissen en psychopathie Ondanks dat psychopathie geen persoonlijkheidsstoornis is volgens de DSM-IV-TR, wordt psychopathie vaak een psychopathische persoonlijkheidsstoornis genoemd. Psychopathie komt naar verhouding vaker voor bij een criminele populatie. Er is 22

23 sprake van psychopathie wanneer er een afwezigheid is van schuldgevoelens en empathie en er sprake is van een antisociale levensstijl (Eurling-Bontekoe, Verheul & Snellen, 2007). Hare (1983) heeft een vragenlijst ontwikkeld om psychopathie te kunnen meten de Psychopathy Checklist Revised (PCL-R). Met deze vragenlijst worden vier factoren gemeten; interpersoonlijk, affectief, levensstijl en antisociaal. Er zou meer duidelijkheid en enigheid ontstaan over de verhouding tussen psychopathie en persoonlijkheidsstoornissen wanneer er meer kennis beschikbaar is. Hildebrand en de Ruiter (2004) onderzochten de relatie tussen psychopathie en as II stoornissen. Vanuit de Dr. Henri van der Hoeven kliniek deden 98 patiënten mee aan dit onderzoek. Bij deze patiënten werd de PCL-R en de Structured Interview of DSM-III-R Disorders of Personality (SIDP-R) of de Structured Interview of DSM-IV Disorders of Personality (SIDP-IV) afgenomen. Wanneer bij de PCL-R de cut-off score van 30 werd gebruikt voldeden 21 patiënten (21%) aan de criteria voor psychopaat. Wanneer de cut-off score van 26 werd gebruikt voldeden er 34 patiënten (35%) aan de criteria voor psychopaat. Amerikaans onderzoek gebruikt 30 vaak als cut-off score, Europees onderzoek gebruikt 26 vaak als cut-off score. In de besproken onderzoeken werd enkel de 30 als cut-off score gebruikt. Naast dit resultaat kwam naar voren dat 89% van de TBS ers een persoonlijkheidsstoornis had. De antisociale persoonlijkheidsstoornis was de meest voorkomende, hierop volgden de borderline, narcistische en paranoïde persoonlijkheidsstoornis, zie Tabel 1. Hoge PCL-R scores waren positief gecorreleerd met alle persoonlijkheidsstoornissen, vooral met cluster B stoornissen. Hiervan correleerde de antisociale persoonlijkheidsstoornis het hoogst. Voor de paranoïde persoonlijkheidsstoornis bestond deze relatie ook, echter wat minder sterk. Uit deze resultaten bleek dat er een relatie bestond tussen psychopathie en as II stoornissen. Naast de associatie tussen persoonlijkheidsstoornissen en psychopathie was er vooral een duidelijk associatie tussen psychopathie en een antisociale persoonlijkheidsstoornis en psychopathie en een paranoïde persoonlijkheidsstoornis. Met positive predictive power (PPP) onderzochten ze de voorspellende waarde van psychopathie voor een antisociale persoonlijkheidsstoornis en andersom. Psychopathie kon een antisociale persoonlijkheid voorspellen, een antisociale persoonlijkheid kon echter geen psychopathie voorspellen. De onderzoekers zijn van mening dat er een relatie bestaat tussen persoonlijkheidsstoornissen en psychopathie. Wat ook naar voren kwam, is dat psychopathie niet gelijk is aan een persoonlijkheidsstoornis, in het bijzonder de Comment [EVA9]: Om welke vragenlijst gaat het hier? 23

24 antisociale persoonlijkheidsstoornis. Psychopathie kan een antisociale persoonlijkheidsstoornis voorspellen, maar andersom is dit niet het geval. In het onderzoek van Ullrich en Marneros (2004) wordt hier verder op ingegaan. In hun onderzoek werd gekeken naar gedeelde onderliggende factoren van persoonlijkheidsstoornissen en psychopathie. Zij vonden drie onderliggende factoren. De eerste factor had grote overeenkomsten met psychopathie. De tweede factor bestond uit bewustzijn, sociaal en hedonistisch gedrag en een latere start van een criminele carrière. De derde factor bestond uit veel overtredingen, echter zonder agressieve lading. Deze factoren vonden zij door bij 105 misdadigers en bij 80 nietcriminelen de International Personality Disorder Examination (IPDE), de NEO-Five- Factor-Inventory (NEO-FFI), de IPC en de Hostility and Direction of Hostility Questionaire (HDHQ) af te nemen. De niet-criminelen waren random geselecteerd uit een burgerregistratie van een gemeentehuis. Zoals in Tabel 1 te zien is, kwam naar voren dat criminelen significant verschilden van niet-criminelen op de drie factoren, criminelen scoorden hoger op de eerste en de derde factor, de tweede factor werd als beschermende factor gezien. Misdadigers die hoog scoorden op de eerste factor waren zeer agressief, gewelddadig en impulsief. Uit dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat psychopathie en persoonlijkheidsstoornissen met elkaar samenhangen en dat criminelen en niet-criminelen verschillen op de gevonden onderliggende factoren. In dit onderzoek werd de nadruk gelegd op de onderliggende factoren van persoonlijkheidsstoornissen en psychopathie. In het volgende onderzoek wordt hier verder op ingegaan door te kijken of psychopathie opgenomen zou moeten worden als een dimensionale of categoriale persoonlijkheidsstoornis. Dit onderzoek, uitgevoerd door Blackburn en Coid (1997), onderzocht de associatie tussen persoonlijkheidsstoornissen en psychopathie. De Psychopathy Checklist met een cut-off score van 30 werd door 167 gevangenen ingevuld. Ook werden de Schedule for Affective Disorders and Schizofrenia: Lifetime version en de Minnesota Multiphasic Personality Inventory (MMPI) ingevuld en strafbladen werden achterhaald. Uit de resultaten bleek dat 47% psychopaat was. Zij waren significant jonger bij hun eerste veroordeling, pleegden significant meer geweldsdelicten, inbraak, vandalisme, fraude en diefstal en hadden meer wapens dan niet psychopaten. Wanneer gekeken wordt naar Tabel 1 is te zien dat psychopaten significant vaker antisociale, paranoïde, narcistische en borderline persoonlijkheidsstoornissen hadden dan niet psychopaten. Er moet rekening gehouden Comment [EVA10]: Wat hadden de onderzoekers dan gedaan om dit te constateren? Comment [EVA11]: Ik heb dit artikel niet van je. Ik dacht dat je het hierboven aanhaalde vanuit een andere bron. Comment [EVA12]: En wat kwam daar dan uit? 24

MOEILIJKE MENSEN? HTTP://WWW.YOUTUBE.COM/WATCH?V=GGHL0QQUXVU&FEATURE=REL ATED. Bernard Kloostra en Alie Schenk, Frontlijnteam 19-04-2012

MOEILIJKE MENSEN? HTTP://WWW.YOUTUBE.COM/WATCH?V=GGHL0QQUXVU&FEATURE=REL ATED. Bernard Kloostra en Alie Schenk, Frontlijnteam 19-04-2012 MOEILIJKE MENSEN? HTTP://WWW.YOUTUBE.COM/WATCH?V=GGHL0QQUXVU&FEATURE=REL ATED Bernard Kloostra en Alie Schenk, Frontlijnteam 19-04-2012 Moeilijke mensen, ze zijn overal. In je huis, in je buurt, op je

Nadere informatie

Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant

Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant Inleiding - Stellingen. - Ontstaan psychiatrische aandoeningen. - Wat zien naastbetrokkenen. - Invloed van borderline op

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5. M.A. Louter

Persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5. M.A. Louter Persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5 M.A. Louter 6-9-2016 2 Casusbespreking Ivo Croon, 32 jaar Doorverwezen voor psychisch onderzoek door werkgever Leek bij sollicitatie gekwalificeerd (2 diploma s) Echter:

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen

Persoonlijkheidsstoornissen Persoonlijkheidsstoornissen PAUL VAN DER HEIJDEN MIRIAM VAN VESSEM Inhoud 1. Wat is een persoonlijkheidsstoornis? 2. Hoe vaak komt het voor? 3. Hoe stellen we een persoonlijkheidsstoornis vast? 4. Wat

Nadere informatie

Borderline, waar ligt de grens?

Borderline, waar ligt de grens? Borderline, waar ligt de grens? Themadag georganiseerd door Friese werkgroep Labyrinth-In Perspectief 23 november 2002 Programma 10.00 10.15 10.20 11.00 11.15 11.45 12.15 13.00 14.00 15.00 Ontvangst met

Nadere informatie

AGRESSIE. Basis emoties. Basis emoties. Agressie - sociologisch. Agressie - biologisch. Agressie en psychiatrie 16-3-2014

AGRESSIE. Basis emoties. Basis emoties. Agressie - sociologisch. Agressie - biologisch. Agressie en psychiatrie 16-3-2014 Basis emoties AGRESSIE en psychiatrische stoornissen Angst Verdriet Boosheid Verbazing Plezier Walging Paul Ekman Basis emoties Psychofysiologische reactie op een prikkel Stereotype patroon van motoriek,

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen

Persoonlijkheidsstoornissen Persoonlijkheidsstoornissen N.B.: Deze worden op As II gecodeerd. 301.0 Paranoïde persoonlijkheidsstoornis 301.20 Schizoïde persoonlijkheidsstoornis 301.22 Schizotypische persoonlijkheidsstoornis 301.7

Nadere informatie

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis SAMENVATTING General Personality Disorder H. Berghuis Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en Nederlandse samenvatting 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen? Van de trauma- en stressorgerelateerde (kortweg trauma-gerelateerde) stoornissen

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen en Angst. Ellen Willemsen

Persoonlijkheidsstoornissen en Angst. Ellen Willemsen Persoonlijkheidsstoornissen en Angst Ellen Willemsen Overzicht Relevantie Persoonlijkheidsstoornissen Comorbiditeit in getallen PG cijfers comorbiditeit Relatie tussen angststoornissen en PS Aanbevelingen

Nadere informatie

Scelta is onderdeel van

Scelta is onderdeel van DSM 5 PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN Lucas Goessens, psychiater Annika Cornelissen, klinisch psycholoog SECTIE II (categoraal perspectief) Cluster A Paranoïde PS Schizoïde PS Schizotypische PS Cluster B Antisociale

Nadere informatie

De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart

De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart DSM-5 whitepaper De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart Prof. dr. Gina Rossi, Vakgroep Klinische en LEvensloopPsychologie (KLEP) aan de Vrije Universiteit Brussel De Personality

Nadere informatie

DAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

DAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum HTS Report DAPP-BQ Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 5105-7038 Datum 20.07.2017 Screening INLEIDING DAPP-BQ 2/22 Inleiding De DAPP Screening is de verkorte versie van de DAPP-BQ,

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen bij Ouderen LOAG 20 maart 2013

Persoonlijkheidsstoornissen bij Ouderen LOAG 20 maart 2013 Persoonlijkheidsstoornissen bij Ouderen LOAG 20 maart 2013 Het komt overal voor Agenda at is de persoonlijkheid anneer spreken we over een stoornis at betekent dit voor ons als arts? Persoonlijkheidstrekken

Nadere informatie

De intramurale behandeling van forensische patienten met een persoonlijkheidsstoornis

De intramurale behandeling van forensische patienten met een persoonlijkheidsstoornis De intramurale behandeling van forensische patienten met een persoonlijkheidsstoornis Een empirische studie Treatment outcome in personality disordered forensic patients An empirical study ( with a summary

Nadere informatie

Reeks 11. Psychiatrie op volwassen leeftijd

Reeks 11. Psychiatrie op volwassen leeftijd Reeks 11 Psychiatrie op volwassen leeftijd Psychiatrische aandoeningen Wanneer ben je ziek en wat is normaal? Hoe wordt een diagnose gesteld? Symptomen van de meest voorkomende ziektebeelden Angst Depressie

Nadere informatie

PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING

PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING M.E.Slaats-Gels 836470258 Dr. M. J. Cima-Knijff Eerste scriptiebegeleider Prof. Dr. L. Lechner Tweede scriptiebegeleider Open Universiteit

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen Oude wijn, oude zakken? Geert Lefevere klinisch psycholoog

Persoonlijkheidsstoornissen Oude wijn, oude zakken? Geert Lefevere klinisch psycholoog DSM-5 Persoonlijkheidsstoornissen Oude wijn, oude zakken? Geert Lefevere klinisch psycholoog AZ Sint-Jan Brugge AV 28-11-2014 Is er nieuws? Nee DSM-5 = DSM-IV: definitie A. duurzaam patroon van innerlijke

Nadere informatie

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch)

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Ontwikkeling van Persoonlijkheid en Probleemgedrag tijdens de Adolescentie Ieder individu is uniek. Echter, niemand is uniek genoeg om een persoonlijkheidstype te vormen

Nadere informatie

Vroegsignalering en interventie bij Cluster C. Kennismiddag Cluster C 25 januari 2018

Vroegsignalering en interventie bij Cluster C. Kennismiddag Cluster C 25 januari 2018 Vroegsignalering en interventie bij Cluster C Kennismiddag Cluster C 25 januari 2018 Cluster C bij Jeugd Geen interventiestudies Geen specifieke studies naar Cluster C bij Jeugd Geen hits bij literatuursearch

Nadere informatie

Nederlandstalige samenvatting van het boekje over verkeerde diagnoses bij hoogbegaafden

Nederlandstalige samenvatting van het boekje over verkeerde diagnoses bij hoogbegaafden Nederlandstalige samenvatting van het boekje over verkeerde diagnoses bij hoogbegaafden PPT Hoogbegaafd en verkeerde diagnoses Hier staat het boekje bij Google books gratis op internet Inhoud ADD/ADHD/Hoogbegaafd

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen: Werk aan de Winkel! Annemieke Noteboom Klinisch psycholoog Kenter Psychodiagnostiek Amsterdam

Persoonlijkheidsstoornissen: Werk aan de Winkel! Annemieke Noteboom Klinisch psycholoog Kenter Psychodiagnostiek Amsterdam Persoonlijkheidsstoornissen: Werk aan de Winkel! Annemieke Noteboom Klinisch psycholoog Kenter Psychodiagnostiek Amsterdam Enkele dilemma s in de diagnostiek Beperkingen van de categoriale indeling Wat

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen

Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen Prof. Dr. Bas van Alphen b.van.alphen@mondriaan.eu Epidemiologie Beloop Five Factor Model (FFM): Neuroticisme, Extraversie, Openheid nemen af op latere leeftijd,

Nadere informatie

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief N Individuele verschillen in borderline persoonlijkheidskenmerken Een genetisch perspectief 185 ps marijn distel.indd 185 05/08/09 11:14:26 186 In de gedragsgenetica is relatief weinig onderzoek gedaan

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/54850 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Zwaanswijk, W. Title: Psychopathy in 3D : using three dimensions to model psychopathic

Nadere informatie

Zelfverwonding bij patiënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis

Zelfverwonding bij patiënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis Zelfverwonding bij patiënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis Prof. dr. Laurence Claes KU Leuven Faculteit PPW UA Faculteit Geneeskunde Laurence.claes@psy.kuleuven.be Borderline Persoonlijkheidsstoornis

Nadere informatie

E book Persoonlijkheidsstoornissen

E book Persoonlijkheidsstoornissen E book Persoonlijkheidsstoornissen Praktijk Meta Bosheuvel 5 5683 AS Best info@praktijkmeta.nl Persoonlijkheidsstoornissen Definitie Wat is een persoonlijkheidsstoornis nu eigenlijk? In officiële termen

Nadere informatie

AGRESSIE. Basis emoties. Basis emoties. Basis emoties 28-3-2012. Angst Verdriet Boosheid Verbazing Plezier Walging Paul Ekman

AGRESSIE. Basis emoties. Basis emoties. Basis emoties 28-3-2012. Angst Verdriet Boosheid Verbazing Plezier Walging Paul Ekman Basis emoties AGRESSIE en psychiatrische sen Angst Verdriet Boosheid Verbazing Plezier Walging Paul Ekman Basis emoties Basis emoties Psychofysiologische reactie op een prikkel Stereotype patroon van motoriek,

Nadere informatie

Definitie Persoonlijkheidstrekken. Definitie Persoonlijkheid Millon Persoonlijkheidspathologie bij ouderen

Definitie Persoonlijkheidstrekken. Definitie Persoonlijkheid Millon Persoonlijkheidspathologie bij ouderen Persoonlijkheidspathologie bij ouderen Ton Dhondt, ouderenpsychiater Van Foreest Centrum voor Ouderenpsychiatrie LOAG 19 maart 2014 Definitie Persoonlijkheid Millon Complex patroon van diep ingewortelde

Nadere informatie

Oorzaken en achtergronden van delinquent gedrag in de huidige samenleving. HOVO 5 Klaas van Tuinen

Oorzaken en achtergronden van delinquent gedrag in de huidige samenleving. HOVO 5 Klaas van Tuinen Oorzaken en achtergronden van delinquent gedrag in de huidige samenleving HOVO 5 Klaas van Tuinen TBS = omstreden Uniek in de wereld? Zeer negatieve beeldvorming Rol van de media Politiek thema Onmisbaar

Nadere informatie

Samenvatting. Adviesaanvraag

Samenvatting. Adviesaanvraag Samenvatting Adviesaanvraag De antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASP) is een psychiatrische stoornis die wordt gekenmerkt door een duurzaam patroon van egocentrisme, impulsiviteit en agressiviteit.

Nadere informatie

Workshop Holis&sche Theorie complexe symptoom- en persoonlijkheidsstoornissen en DSM- 5

Workshop Holis&sche Theorie complexe symptoom- en persoonlijkheidsstoornissen en DSM- 5 Workshop Holis&sche Theorie complexe symptoom- en persoonlijkheidsstoornissen en DSM- 5 Voorjaarscongres VGCt April 2014 door Adriaan Sprey www.opleidingsprak=jk- asprey.nl Carla en Frank van PuCen 1 2

Nadere informatie

PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN BIJ ADOLESCENTEN

PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN BIJ ADOLESCENTEN amenvatting Dit proefschrift gaat over het diagnosticeren van persoonlijkheidsstoornissen (P) in adolescenten, de ziektelast die adolescenten en volwassenen met een (borderline) persoonlijkheidsstoornis

Nadere informatie

Colofon. Dit e-book is een uitgave van Stichting Gezondheid. Teksten: Stichting Gezondheid

Colofon.  Dit e-book is een uitgave van Stichting Gezondheid. Teksten: Stichting Gezondheid Colofon Dit e-book is een uitgave van Stichting Gezondheid Teksten: Stichting Gezondheid Vormgeving: Michael Box (Internet Marketing Nederland) Correspondentie: Stichting Gezondheid (Stefan Rooyackers)

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen

Persoonlijkheidsstoornissen Persoonlijkheidsstoornissen Persoonlijkheidsstoornissen Bert van Hemert Patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen dat binnen de cultuur afwijkt van de verwachtingen dat zich uit in cognities, affecten,

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Zedendelicten vormen een groot maatschappelijk probleem met ernstige gevolgen voor zowel het slachtoffer als voor de dader. Hoewel de meeste zedendelicten worden gepleegd door

Nadere informatie

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden

Nadere informatie

Psychopathie: Geslachtsverschillen en Comorbiditeit met Persoonlijkheidsgerelateerde Kenmerken in een Niet-Klinische Steekproef

Psychopathie: Geslachtsverschillen en Comorbiditeit met Persoonlijkheidsgerelateerde Kenmerken in een Niet-Klinische Steekproef Psychopathie: Geslachtsverschillen en Comorbiditeit met Persoonlijkheidsgerelateerde Kenmerken in een Niet-Klinische Steekproef Master Thesis Forensische Psychologie 2013-2014 Departement Psychologie en

Nadere informatie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen

Nadere informatie

De rol van sekse, hechting en autonomie in as-i en persoonlijkheidspathologie.

De rol van sekse, hechting en autonomie in as-i en persoonlijkheidspathologie. De rol van sekse, hechting en autonomie in asi en persoonlijkheidspathologie. Drs. N. Bachrach GZ psycholoog io Klinisch psycholoog VVGI Externpromovendus UvT Promotor Prof. Dr. M. Bekker Copromotor: Dr.

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Diagnosen in de psychiatrie

Diagnosen in de psychiatrie Diagnosen in de psychiatrie Persoonlijkheidsstoornissen 1. Wat is een persoonlijkheidsstoornis? (3) 2. Indelingen (3) 3. DSM IV (28) A) Zonderling Prof dr Bert van Hemert Psychiater en epidemioloog Afdelingshoofd

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Op grond van klinische ervaring en wetenschappelijk onderzoek, is bekend dat het gezamenlijk voorkomen van een pervasieve ontwikkelingsstoornis en een verstandelijke beperking tot veel bijkomende

Nadere informatie

DISRUPTIEVE GEDRAGSSTOORNISSEN

DISRUPTIEVE GEDRAGSSTOORNISSEN DISRUPTIEVE GEDRAGSSTOORNISSEN Beheersing van emoties en gedrag Rechten van anderen Conflict met maatschappelijke normen en waarden Indeling Gedragsstoornissen in DSM 5 Oppositioneel-Opstandige Stoornis

Nadere informatie

De schalen van de DAPP en persoonlijkheidsstoornissen van de DSM

De schalen van de DAPP en persoonlijkheidsstoornissen van de DSM De schalen van de DAPP en persoonlijkheidsstoornissen van de DSM In de twee meest gebruikte classificatiesystemen voor psychische stoornissen, de DSM en ICD, worden de criteria voor een diagnose per stoornis

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meer uitzicht door nieuwe inzichten. Prof. Dr. Bas van Alphen

Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meer uitzicht door nieuwe inzichten. Prof. Dr. Bas van Alphen Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meer uitzicht door nieuwe inzichten Prof. Dr. Bas van Alphen Topklinisch centrum voor ouderen met persoonlijkheidsstoornissen in Heerlen-Maastricht Patiëntenzorg,

Nadere informatie

Heb ik een persoonlijkheidsstoornis?

Heb ik een persoonlijkheidsstoornis? Heb ik een persoonlijkheidsstoornis? Heb ik een persoonlijkheidsstoornis? Heftige emoties zijn niemand vreemd: als jij en je partner uit elkaar gaan of wanneer jouw chef steeds hogere eisen stelt, is het

Nadere informatie

Omgaan met onaangepast gedrag in het Sociaal Raadsliedenwerk en Schuldhulpverlening. Sjaak Boon www.bureauboon.nl

Omgaan met onaangepast gedrag in het Sociaal Raadsliedenwerk en Schuldhulpverlening. Sjaak Boon www.bureauboon.nl Omgaan met onaangepast gedrag in het Sociaal Raadsliedenwerk en Schuldhulpverlening Sjaak Boon www.bureauboon.nl Sombere stemming Verminderde interesse in activiteiten Duidelijke gewichtsvermindering Slecht

Nadere informatie

3/12/2009 PSYCHOPATHIE BIJ VOLWASSENEN. ITEMS PCL-R (Hare, 2001) PSYCHOPATISCHE TREKKEN BIJ JONGEREN: EEN DIMENSIONEEL PERSPECTIEF

3/12/2009 PSYCHOPATHIE BIJ VOLWASSENEN. ITEMS PCL-R (Hare, 2001) PSYCHOPATISCHE TREKKEN BIJ JONGEREN: EEN DIMENSIONEEL PERSPECTIEF PSYCHOPATISCHE TREKKEN BIJ JONGEREN: EEN MIEKE DECUYPER UNIVERSITEIT GENT PSYCHOPATHIE BIJ VOLWASSENEN Definiërende kenmerken PSYCHOPATHIE: - gedragsmatig: impulsief, vaak risico s nemen, betrokken in

Nadere informatie

De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart

De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart DSM-5 whitepaper De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart Prof. dr. Gina Rossi, Vakgroep Klinische en LEvensloopPsychologie (KLEP) aan de Vrije Universiteit Brussel De Personality

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Referenties. As I vs. As II DSM-IV-TR. Persoonlijkheidsstoornissen 3 Clusters. Algemene kenmerken van een persoonlijkheidsstoornis

Referenties. As I vs. As II DSM-IV-TR. Persoonlijkheidsstoornissen 3 Clusters. Algemene kenmerken van een persoonlijkheidsstoornis Referenties Sprey, A. (2002). Praktijkboek persoonlijkheidsstoornissen. Diagnostiek, cognitieve gedragstherapie en therapeutische relatie. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum. Persoonlijkheidsstoornissen:

Nadere informatie

WELKOM! Borderline... wie heeft de macht. Themadag georganiseerd door Friese werkgroep\labyrinth-in Perspectief 29 november 2003

WELKOM! Borderline... wie heeft de macht. Themadag georganiseerd door Friese werkgroep\labyrinth-in Perspectief 29 november 2003 WELKOM! Borderline... wie heeft de macht Themadag georganiseerd door Friese werkgroep\labyrinth-in Perspectief 29 november 2003 Borderline. wie heeft de macht Martin Steendam clusterhoofd behandeling Heerenveen

Nadere informatie

Verslaving en de Geïntegreerde RichtlijnBehandeling persoonlijkheidsstoornissen. Hein Sigling, specialismeleider Verslaving.

Verslaving en de Geïntegreerde RichtlijnBehandeling persoonlijkheidsstoornissen. Hein Sigling, specialismeleider Verslaving. Verslaving en de Geïntegreerde RichtlijnBehandeling persoonlijkheidsstoornissen Hein Sigling, specialismeleider Verslaving. Hein Sigling juni 2008 Wat staat er over verslaving in de GRB? Middelenmisbruik

Nadere informatie

Vroegsignalering borderline problematiek. Utrecht, 24 november 2016

Vroegsignalering borderline problematiek. Utrecht, 24 november 2016 Vroegsignalering borderline problematiek Utrecht, 24 november 2016 Wat is een Borderline PS? Diepgaand patroon van instabiliteit (DSM-5) Relaties Zelfbeeld Emoties Gedrag (impulsiviteit Dit patroon komt

Nadere informatie

Persoonlijkheids- stoornissen

Persoonlijkheids- stoornissen Persoonlijkheids- stoornissen Classificatie, epidemiologie en psychotherapie Dr. Helene Andrea Wetenschappelijk onderzoeker Viersprong Institute for Studies on Personality Disorders (VISPD), Halsteren

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen

Persoonlijkheidsstoornissen DSM-5 WHITEPAPER Persoonlijkheidsstoornissen Bij persoonlijkheidsstoornissen is sprake van manieren van over zichzelf en anderen denken en voelen die een aanzienlijke negatieve invloed hebben op het functioneren

Nadere informatie

Moeilijke mensen. Moeilijke mensen? SCEM cursus Moeilijke Mensen NIS, 6 okt Moeilijke mensen met een persoonlijkheidsstoornis

Moeilijke mensen. Moeilijke mensen? SCEM cursus Moeilijke Mensen NIS, 6 okt Moeilijke mensen met een persoonlijkheidsstoornis InhouseNascholingBaarn, 6 Oktober2016 Vereniging Voor Letselschaderegelaars c.q. Personenschaderegelaars Moeilijke mensen omgaan met mensen met een persoonlijkheidsstoornis Moeilijke mensen? Dr. Thom van

Nadere informatie

HTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam STAXI-2 Vragenlijst over boosheid HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage INLEIDING STAXI-2 2/9 Inleiding De STAXI-2 is een vragenlijst waarmee op basis van zelfrapportage diverse aspecten

Nadere informatie

6 Forensische aspecten Aandachtspunten 134 Noten 134

6 Forensische aspecten Aandachtspunten 134 Noten 134 Inhoud Voorwoord Hoofdstuk 1 Psychiatrische stoornis en diagnostiek 13 1 Inleiding 13 2 Psychiatrische ziekte 13 3 De psychische functies 16 4 Doelen en onderdelen psychiatrische diagnostiek 17 5 Diagnose

Nadere informatie

Sharena Veldhuizen Studentnummer: 274046 Masterthesis Erasmus Universiteit Rotterdam Instituut Psychologie Begeleider: Samantha Bouwmeester

Sharena Veldhuizen Studentnummer: 274046 Masterthesis Erasmus Universiteit Rotterdam Instituut Psychologie Begeleider: Samantha Bouwmeester Psychopathie bij Adolescenten die geplaatst zijn in een Justitiële Jeugdinrichting. De relatie met een gedragsstoornis en aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD) Sharena Veldhuizen Studentnummer:

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten. Prof. Dr. Bas van Alphen

Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten. Prof. Dr. Bas van Alphen Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten Prof. Dr. Bas van Alphen Inhoud Temporele stabiliteit Leeftijdsneutraliteit DSM-5 Behandelperspectief Klinische implicaties Casuïstiek Uitgangspunten!

Nadere informatie

P. de Beurs, psychiater en adviseur voor de IGZ

P. de Beurs, psychiater en adviseur voor de IGZ P. de Beurs, psychiater en adviseur voor de IGZ Dilemma s bij risicotaxatie Risicotaxatie is een nieuw en modieus thema in de GGZ Veilige zorg is een illusie Hoe veiliger de zorg, hoe minder vrijheid voor

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 134 Nederlandse samenvatting De inleiding van dit proefschrift beschrijft de noodzaak onderzoek te verrichten naar interpersoonlijk trauma en de gevolgen daarvan bij jongeren in

Nadere informatie

Grensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie

Grensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie Grensoverschrijdend gedrag Les 2: inleiding in de psychopathologie Programma Psychopathologie; wat is het? Algemene functionele psychopathologie DSM Psychopathologie = Een onderdeel van de psychiatrie

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen

Persoonlijkheidsstoornissen Persoonlijkheidsstoornissen Naast een aantal psychiatrische ziekten, die dan op as I van het DSM systeem worden gecodeerd, kennen we ook een aantal persoonlijkheidsstoornissen, die dan op as II worden

Nadere informatie

Borderlinepersoonlijkheidsstoornis en behandeling (MBT)

Borderlinepersoonlijkheidsstoornis en behandeling (MBT) Borderlinepersoonlijkheidsstoornis en behandeling (MBT) Wat is een borderlinepersoonlijkheidsstoornis Kenmerken: krampachtig proberen te voorkomen om feitelijk of vermeend in de steek gelaten te worden.

Nadere informatie

Samenvatting. Aanleiding onderzoek

Samenvatting. Aanleiding onderzoek Samenvatting Aanleiding onderzoek In Nederland kan aan individuen met een psychische stoornis die een ernstig misdrijf hebben gepleegd, de maatregel terbeschikkingstelling (tbs) worden opgelegd. Indien

Nadere informatie

Eetstoornissen. Symptomen

Eetstoornissen. Symptomen Eetstoornissen Eetstoornissen zijn stoornissen die te maken hebben met eetgedrag maar ook met het denken over eten en lichaamsgewicht. Mensen met een eetstoornis zijn voortdurend bezig met (niet) eten

Nadere informatie

COMPULSIEF KOOPGEDRAG

COMPULSIEF KOOPGEDRAG COMPULSIEF KOOPGEDRAG GUIDO VALKENEERS Valkeneers, G. (in press). Compulsief koopgedrag. Een verkennend onderzoek met een nieuwe vragenlijst. Verslaving. *** 1 VERSLAVING AAN KOPEN Historiek en terminologie

Nadere informatie

Our brains are not logical computers, but feeling machines that think.

Our brains are not logical computers, but feeling machines that think. Drs. Fernando Cunha (Child Support Europe) Ontwikkelingspsycholoog Gezondheidspsycholoog (BIG) Kinder- en Jeugdpsycholoog (NIP) Onderwijsspecialist http://www.child-support-europe.com In dienst van kinderen,

Nadere informatie

Persoonlijkheids stoornissen

Persoonlijkheids stoornissen Persoonlijkheids stoornissen Algemene inleiding: Over cognitief-affectieve schema's en patronen. Door dat wat je vanaf je geboorte meemaakt aan positieve of negatieve gebeurtenissen en ervaringen ontwikkel

Nadere informatie

Oorzaken en achtergronden van delinquent gedrag in de huidige samenleving. HOVO 3 Klaas van Tuinen

Oorzaken en achtergronden van delinquent gedrag in de huidige samenleving. HOVO 3 Klaas van Tuinen Oorzaken en achtergronden van delinquent gedrag in de huidige samenleving HOVO 3 Klaas van Tuinen Wat is normaal? Coherent zelf Identiteit Effectieve relaties Macht en afhankelijkheid Erbij horen Tijdelijkheid,

Nadere informatie

Temperamentsprofielen bij verslaving

Temperamentsprofielen bij verslaving 17 februari 2017 Temperamentsprofielen bij verslaving Dr Els Santens Psychiater Team Verslavingszorg Inhoud Kader doctoraatsonderzoek Verslaving Gray s Reinforcement Sensitivity Theory (RST) Temperamentsprofielen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Cannabisgebruik en stoornissen in het gebruik van cannabis in de adolescentie en jongvolwassenheid. Cannabis is wereldwijd een veel gebruikte drug. Het gebruik van cannabis is echter niet zonder consequenties:

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19052 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Manti, Eirini Title: From Categories to dimensions to evaluations : assessment

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

HTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Simon Janzen ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Simon Janzen ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam STAXI-2 Vragenlijst over boosheid HTS Report ID 255-237 Datum 16.11.2015 Zelfrapportage STAXI-2 Inleiding 2 / 11 INLEIDING De STAXI-2 is een vragenlijst waarmee op basis van zelfrapportage diverse aspecten

Nadere informatie

Leeftijdsneutrale en specifieke diagnostiek van persoonlijkheidspathologie. Prof. Dr. Bas van Alphen

Leeftijdsneutrale en specifieke diagnostiek van persoonlijkheidspathologie. Prof. Dr. Bas van Alphen Leeftijdsneutrale en specifieke diagnostiek van persoonlijkheidspathologie Prof. Dr. Bas van Alphen Transities tussen levensfasen Psychologisch welbevinden Zelfacceptatie Autonomie Omgevingsbeheersing

Nadere informatie

DAPP-BQ Screening. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit

DAPP-BQ Screening. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit DAPP-BQ Screening Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 4589-17 Datum 05.11.2014 DAPP-BQ Inleiding 2 / 20 INLEIDING De DAPP Screening is de verkorte versie van de DAPP-BQ, een dimensionale

Nadere informatie

Symposium. DSM- 5 en de therapeu0sche rela0e bij persoonlijkheidsstoornissen. Prak6jkboek Persoonlijkheidsstoornissen, herziene druk

Symposium. DSM- 5 en de therapeu0sche rela0e bij persoonlijkheidsstoornissen. Prak6jkboek Persoonlijkheidsstoornissen, herziene druk Symposium DSM- 5 en de therapeu0sche rela0e bij persoonlijkheidsstoornissen Bennekom, 2 oktober 2015 Jan Bernard Maarten Lange Mar6jn Stöfsel Adriaan Sprey Prak6jkboek Persoonlijkheidsstoornissen, herziene

Nadere informatie

Samenvatting. Aard en omvang van geweld

Samenvatting. Aard en omvang van geweld Samenvatting Dit rapport doet verslag van het onderzoek naar huiselijk en publiek geweld. Het omvat drie deelonderzoeken, alle gericht op het beschrijven van geweld en geweldplegers. Doelstelling van het

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting In dit proefschrift is agressief en regelovertredend gedrag van (pre)adolescenten onderzocht. Vanuit een doelbenadering (Sociale Productie Functie

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

ADHD en BPD Aandachtstekortstoornis en borderline persoonlijkheidsstoornis. Kinder-en jeugdpsychiater Accare, Groningen t.van.gemert@accare.

ADHD en BPD Aandachtstekortstoornis en borderline persoonlijkheidsstoornis. Kinder-en jeugdpsychiater Accare, Groningen t.van.gemert@accare. ADHD en BPD Aandachtstekortstoornis en borderline persoonlijkheidsstoornis T.M.van Gemert T.M.van Gemert Kinder-en jeugdpsychiater Accare, Groningen t.van.gemert@accare.nl Programma ADHD (kort) BPD Co-morbiditeit/verband

Nadere informatie

Workshop. Het nieuwe dimensionele model van DSM-5 bij persoonlijkheidsstoornissen: de toepassing in de prak=jk. Disclosure belangen spreker

Workshop. Het nieuwe dimensionele model van DSM-5 bij persoonlijkheidsstoornissen: de toepassing in de prak=jk. Disclosure belangen spreker Workshop Het nieuwe dimensionele model van DSM-5 bij persoonlijkheidsstoornissen: de toepassing in de prak=jk Lunteren, 1 december2017 Adriaan Sprey, klinisch psycholoog Prak%jk v Opleiding, Therapie en

Nadere informatie

Rapportage. Politie in aanraking met veteranen. Stuurgroep Politie in aanraking met veteranen

Rapportage. Politie in aanraking met veteranen. Stuurgroep Politie in aanraking met veteranen Rapportage Politie in aanraking met veteranen Stuurgroep Politie in aanraking met veteranen Doorn 9 juni 2011 1 Aanleiding en opzet van het onderzoek In de uitvoering van haar taak komt de politie ook

Nadere informatie

Onderzoek met de SAPROF

Onderzoek met de SAPROF Onderzoek met de SAPROF De Vries Robbé & De Vogel SAPROF 2 e Editie handleiding, 2012 Betrouwbaarheid en validiteit Retrospectief dossieronderzoek In verschillende internationale instellingen wordt momenteel

Nadere informatie

Visueel Diagnostisch Hulpmiddel Stel snel en systematisch de juiste diagnose. Dr. Rutger Goekoop, MD PhD, psychiater, Parnassia, Den Haag

Visueel Diagnostisch Hulpmiddel Stel snel en systematisch de juiste diagnose. Dr. Rutger Goekoop, MD PhD, psychiater, Parnassia, Den Haag Visueel Diagnostisch Hulpmiddel Stel snel en systematisch de juiste diagnose Dr. Rutger Goekoop, MD PhD, psychiater, Parnassia, Den Haag As I versus As II As I stoornissen (25%) Acute pathologie. Achteruitgang

Nadere informatie

Severity Indices for Personality Problems (SIPP-118 en SIPP-SF) Laura Weekers & Annelies Laurenssen Trimbos Instituut, 3 februari 2016

Severity Indices for Personality Problems (SIPP-118 en SIPP-SF) Laura Weekers & Annelies Laurenssen Trimbos Instituut, 3 februari 2016 Severity Indices for Personality Problems (SIPP-118 en SIPP-SF) Laura Weekers & Annelies Laurenssen Trimbos Instituut, 3 februari 2016 Inhoud Theoretische achtergrond Ontwikkeling SIPP Domeinen en facetten

Nadere informatie

ASS en co-morbiditeit

ASS en co-morbiditeit ASS en co-morbiditeit Onderzoek en praktijk 11 december 2008 E.H. Horwitz UCP Groningen Opbouw presentatie Wat is co-morbiditeit ASS en co-morbiditeit Casuïstiek: - ASS en/of persoonlijkheids-stoornissen

Nadere informatie

Hij/zij was de liefste, maar ook de ergste

Hij/zij was de liefste, maar ook de ergste Hij/zij was de liefste, maar ook de ergste Eerste druk, 2014 2014 Emelie van Laar isbn: 9789048434497 nur: 775 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl Hoewel aan de totstandkoming van

Nadere informatie

Over hard werken, verbinden, humor & houden van!!!

Over hard werken, verbinden, humor & houden van!!! Over hard werken, verbinden, humor & houden van!!! Lonneke Mechelse, GZ psycholoog BIG, Registerpsycholoog NIP Arbeid & Organisatie bij Peptalk Delft, (generalistische basis GGZ) & Mentaal Beter Gouda

Nadere informatie

KITTY VAN DER HEIJDEN BORDERLINE BELEVENISSEN. Ervaringen van mensen met borderline én hun naasten

KITTY VAN DER HEIJDEN BORDERLINE BELEVENISSEN. Ervaringen van mensen met borderline én hun naasten KITTY VAN DER HEIJDEN BORDERLINE BELEVENISSEN Ervaringen van mensen met borderline én hun naasten Borderline belevenissen Ervaringen van mensen met borderline en hun naasten Kitty van der Heijden Inhoud

Nadere informatie

COMPULSIEF KOOPGEDRAG

COMPULSIEF KOOPGEDRAG COMPULSIEF KOOPGEDRAG GUIDO VALKENEERS 1 VERSLAVING AAN KOPEN Historiek en terminologie De criteria Antecedenten en consequenties Comorbiditeit en prevalentie Diagnostiek en behandeling Onderzoek Lessius

Nadere informatie

Stoornis en delictkarakteristieken. Observandi in het Pieter Baan Centrum. Verschillende psychische stoornissen, verschillende delictkarakteristieken?

Stoornis en delictkarakteristieken. Observandi in het Pieter Baan Centrum. Verschillende psychische stoornissen, verschillende delictkarakteristieken? 1 Strafrechtelijk verleden van de PBC observandi Stoornis en delictkarakteristieken. Observandi in het Pieter Baan Centrum. Verschillende psychische stoornissen, verschillende delictkarakteristieken? Ester

Nadere informatie

DAPP-BQ Standaard. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit

DAPP-BQ Standaard. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit DAPP-BQ Standaard Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 4589-17 Datum 05.11.2014 DAPP-BQ Inleiding 2 / 21 INLEIDING De DAPP-BQ is een dimensionale vragenlijst voor persoonlijkheidsstoornissen.

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De nadelige gezondheidsrisico s/gevolgen van roken en van depressie en angststoornissen zijn goed gedocumenteerd, en deze aandoeningen doen zich vaak tegelijkertijd voor. Het doel

Nadere informatie

Zelfvertrouwen en Agressie

Zelfvertrouwen en Agressie Zelfvertrouwen en Agressie Door: Vincent Kruft Studentnummer: 5960606 Begeleider: Lukas Koning Datum: 29-06-2012 Faculteit: Universiteit van Amsterdam Studierichting: Psychologie Specialisatie: Sociale

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40073 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Schat, A. Title: Clinical epidemiology of commonly occurring anxiety disorders

Nadere informatie